Nota reserves en voorzieningen 2014 gemeente Hellendoorn
14INT04380
Inhoudsopgave 1
Samenvatting _____________________________________________________________________________ 2
2
Inleiding __________________________________________________________________________________ 3
3
4
5
6
7
2.1
Leeswijzer ____________________________________________________________________________ 3
2.2
Doelstelling ___________________________________________________________________________ 3
2.3
Uitgangspunten _______________________________________________________________________ 3
Wettelijk kader en begrippen _______________________________________________________________ 4 3.1
Algemeen ____________________________________________________________________________ 4
3.2
Begrippen ____________________________________________________________________________ 4
3.3
Functies ______________________________________________________________________________ 6
3.4
Verschillen tussen reserves en voorzieningen____________________________________________ 7
Beleidskader ______________________________________________________________________________ 8 4.1
Algemeen ____________________________________________________________________________ 8
4.2
Reserves _____________________________________________________________________________ 8
4.3
Voorzieningen ________________________________________________________________________ 9
4.4
Rentebeleid ___________________________________________________________________________ 9
Evaluatie reserves en voorzieningen 2014 _________________________________________________ 11 5.1
Evaluatie reserves ____________________________________________________________________ 11
5.2
Evaluatie voorzieningen _______________________________________________________________ 14
5.3
Ontwikkeling reserves en voorzieningen _______________________________________________ 15
5.4
Samenvatting voorstellen _____________________________________________________________ 16
Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van 2011 ____________________________________________ 17 6.1
Wetgeving ___________________________________________________________________________ 17
6.2
Aanpassing reserves _________________________________________________________________ 17
6.3
Aanpassing voorzieningen ____________________________________________________________ 17
6.4
Rente _______________________________________________________________________________ 18
6.5
Tekstueel ____________________________________________________________________________ 18
6.6
Overig_______________________________________________________________________________ 18
Citeertitel ________________________________________________________________________________ 19
Bijlagen A
Stand van de reserves en voorzieningen 2014-2018
B1
B
Overzicht per reserve
B3
C
Overzicht per voorziening
B43
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
1 Samenvatting Het doel van de nota is de bestaande kaders tegen het licht te houden en de raad uitgebreid te informeren over welke reserves en voorzieningen er zijn. Hierbij wordt expliciet op de omvang ingegaan en het doel waarvoor ze in het leven zijn geroepen. Bij het opstellen van de nota reserves en voorzieningen 2014 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: § nut en noodzaak moeten duidelijk zijn om de reserve c.q. de voorziening te handhaven; § bij opheffing van de reserve c.q. voorziening wordt het saldo overgeboekt naar de vrij aanwendbare reserve; § in principe geen rentebijschrijving aan bestemmingsreserves. Van de reserves is bekeken of het doel van de reserve en de minimum en maximum omvang nog actueel zijn. Indien een reserve boven de maximum omvang uit komt, wordt het meerdere in principe afgeroomd ten gunste van de vrij aanwendbare reserve. Daarnaast is gekeken naar de rentetoerekening. De algemene beleidslijn van de gemeente Hellendoorn is dat er wel rente wordt toegevoegd aan de algemene reserve en geen rente wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserves. Daarop zijn uitzonderingen mogelijk. Bij de beoordeling van de voorzieningen is gekeken naar de volgende criteria: § Is er sprake van: o Een egalisatiemotief, waarvan de oorzaak zijn oorsprong vindt in eerdere begrotingsjaren; o Verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; o Een bestedingsgebonden bijdrage van derden; o Een daadwerkelijk risico dat adequaat is onderbouwd; § Heeft de voorziening de juiste omvang; § Is het risico dat wordt afgedekt van materiële betekenis. Voorgesteld wordt de nota vast te stellen als kader -alsmede de bijlagen B en C als separate opsomming van alle actuele reserves en voorzieningen- en de volgende punten te besluiten: § Instellen van de reserve sociaal domein; § Opheffen van de reserve duurzaam bouwen bij de jaarrekening 2014; § Opheffen van de voorziening participatiefonds bij de jaarrekening 2014; § De naam van de reserve wijk- en buurtaccommodaties wijzigen in reserve 1/3-regeling accommodatiebeleid; § De rente over het algemene deel van de bufferreserve in de bufferreserve te laten zitten, in plaats van het te storten in de vrij aanwendbare reserve. Op het moment dat de bufferreserve op peil is zal, volgens algemeen beleid, het meerdere worden afgeroomd ten gunste van de vrij aanwendbare reserve; § Bij de voorziening APPA de rekenrente van RAET hanteren; § Geen indexatie toe te passen op de voorziening wachtgelden oud-wethouders.
-2-
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
2 Inleiding Hierbij bieden wij u de nota reserves en voorzieningen 2014 aan. In het verleden (tot en met 2007) werd jaarlijks een nota evaluatie reserves en voorzieningen aangeboden. In het kader van de ombuigingen is besloten geen jaarlijkse evaluatienota meer aan te bieden. De laatste nota reserves en voorziening stamt uit 2011. Bij de eerste bestuursrapportage 2014 is toegezegd (14INT03457) dat dit najaar een nieuwe nota reserves en voorzieningen aangeboden zou worden. Wij willen in het vervolg eens per vier jaar de nota actualiseren. Dat zal telkens in het eerste jaar van de nieuwe raadsperiode zijn. 2.1
Leeswijzer
Deze nota begint met een samenvatting waarin de uitkomsten van de herijking kort worden uiteengezet. In dit hoofdstuk (hoofdstuk 2) worden zowel het doel van de nota als de uitgangspunten die bij het schrijven van de nota zijn gehanteerd beschreven. In hoofdstuk 3 geven we aan binnen welk wettelijk kader omgegaan moet worden met reserves en voorzieningen. Daarnaast wordt aangegeven welke begrippen worden gehanteerd en wat de functies zijn van de reserves en voorzieningen. In hoofdstuk 4 wordt het beleidskader uiteengezet. Dit doen we afzonderlijk voor de reserves, de voorzieningen en het rentebeleid. Hoofdstuk 5 gaat in op de evaluatie per reserve en voorziening, wordt het verloop van de reserves en voorzieningen besproken en wordt aangegeven welke wijzigingen wij voorstellen. Ten slotte geven we in hoofdstuk 6 aan wat de belangrijkste wijzigingen zijn ten opzichte van de nota reserves en voorzieningen 2011. In bijlage A wordt de stand van de reserves en voorzieningen aangegeven voor de jaren 2014 tot en met 2018. In bijlage B staan alle aanwezige reserves genoemd, waarbij per reserve is aangegeven wie verantwoordelijk is voor de reserve, wat het doel is, het verloop, de omvang en hoe wordt omgegaan met toevoegen van inflatie en rente. In bijlage C staan alle aanwezige voorzieningen genoemd, waarbij per voorziening is aangegeven wie verantwoordelijk is, wat het doel is van de voorziening, het verloop en de omvang en hoe wordt omgegaan met indexatie. Per reserve en voorziening wordt daarnaast aangegeven welke mutaties er zijn (oneven pagina’s). 2.2
Doelstelling
Periodiek worden de reserves en voorzieningen aan een herijking onderworpen. De resultaten hiervan worden in de vorm van een nota aan de raad gepresenteerd. Het doel van de nota is de bestaande kaders tegen het licht te houden en de raad uitgebreid te informeren over welke reserves en voorzieningen er zijn. Hierbij wordt expliciet op de omvang van met name de reserves ingegaan en het doel waarvoor ze in het leven zijn geroepen. Overigens worden bij de jaarrekening de reserves en voorzieningen ook kritisch onder de loep genomen. Het voordeel van een periodieke afzonderlijke nota is de uitgebreidere informatiewaarde en een meer toegespitste focus op het beleid. 2.3
Uitgangspunten
Het uitgangspunt in deze nota is de werkelijke stand van de reserves en voorzieningen per 1 januari 2014. Voorts is rekening gehouden met de verwachte stortingen en onttrekkingen zoals deze zijn opgenomen zijn in de 2e bestuursrapportage 2014, in de concept-programmabegroting 2015 en de meerjarenraming 2016 – 2018. Deze nota is gebaseerd op het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten”. De volgende aspecten zijn als uitgangspunt genomen bij het opstellen van de nota reserves en voorzieningen 2014: § nut en noodzaak moeten duidelijk zijn om de reserve c.q. de voorziening te handhaven; § bij opheffing van de reserve c.q. voorziening wordt het saldo overgeboekt naar de vrij aanwendbare reserve; § in principe geen rentebijschrijving aan bestemmingsreserves.
-3-
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
3 Wettelijk kader en begrippen 3.1
Algemeen
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op verschillende aspecten met betrekking tot de reserves en voorzieningen in relatie tot het wettelijke regime van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). 3.2
Begrippen
3.2.1 Reserves Reserves zijn vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken. Reserves zijn vrij te bestemmen. De raad kan aan een reserve een bepaalde bestemming geven, maar er is geen sprake van een verplichting jegens derden. De bestemming die de raad aan een reserve heeft gegeven, kan dan ook weer ongedaan worden gemaakt. De reserves maken, samen met de onbenutte belastingcapaciteit, de zogenaamde stille reserves en een geraamd bedrag voor onvoorziene uitgaven, deel uit van de weerstandscapaciteit. Vanuit het BBV worden bepalingen gegeven over reserves en voorzieningen. Artikel 43 BBV 1. In de balans worden de reserves onderscheiden naar: a. de algemene reserve; b. de bestemmingsreserves. 2. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan provinciale staten respectievelijk de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Algemene reserve Tot de algemene reserve worden gerekend alle reserves, niet zijnde een bestemmingsreserve. In Hellendoorn kennen we drie algemene reserves te weten de vrij aanwendbare reserve, de bufferreserve en de financieringsreserve. De algemene reserve is een reserve waaraan door de gemeenteraad geen bestemming is gegeven. Gevolg hiervan is dat deze reserve in beginsel vrij besteedbaar is. Bestemmingsreserves In het BBV wordt aangegeven dat onder een bestemmingsreserve wordt verstaan, een reserve waaraan door de gemeenteraad een bepaalde bestemming is gegeven. Een bestemmingsreserve kan in algemene zin een bestemming krijgen, maar kan ook als egalisatie worden gebruikt om bijvoorbeeld ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht wegens door de organisatie geleverde prestaties (bijvoorbeeld de reserve inzameling en verwerking afval en de reserve rioleringen). Stille reserves Naast de algemene en bestemmingsreserves wordt ook gesproken over stille reserves. Stille reserves bestaan uit het verschil tussen de boekwaarde en de marktwaarde van activa (meestal gebouwen). Deze staan niet op de balans maar worden, indien getaxeerd, wel vermeld in de toelichting. Ook worden eigendommen van de gemeente die niet zijn geïnventariseerd, bijvoorbeeld stukjes grond, die niet op de balans of in de toelichting genoemd zijn tot stille reserves gerekend. 3.2.2 Voorzieningen Voorzieningen zijn vermogensbestanddelen die als vreemd vermogen zijn aan te merken en die niet vrij te besteden zijn. Anders gezegd: Een voorziening is een apart gezet bedrag voor een onvermijdelijke toekomstige uitgave waarvan tijdstip en omvang niet exact bekend is. Voorzieningen mogen niet groter of kleiner zijn dan de verplichtingen of risico’s waarvoor ze zijn ingesteld. Van een voorziening is dus sprake als het gaat om te kwantificeren financiële verplichtingen of risico’s (als een risico niet kwantificeerbaar is, zal dat risico opgenomen moeten worden in de risicoparagraaf). -4-
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
Artikel 44 BBV 1. Voorzieningen worden gevormd wegens: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; b. op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren; d. de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b (investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven). 2. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b (de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren). 3. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Een korte toelichting op de wettekst. Bij lid 1a betreft het vrij concreet inschatbare toekomstige kosten. Het gaat om verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar wél redelijkerwijs te schatten. Het betreft dus verplichtingen die schulden kunnen worden (bijvoorbeeld voorzieningen wachtgeld, pensioenverplichtingen, garantieverplichtingen en dergelijke). Bij lid 1b. Het betreft hier verplichtingen, waarvan de kosten minder goed zijn in te schatten dan in het hiervoor genoemde lid. Op de balansdatum bestaande risico’s waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. Te denken valt aan voorzieningen in verband met rechtsgedingen, reorganisaties en dergelijke. Wanneer de omvang van een risico echter niet redelijk is in te schatten, mag geen voorziening worden getroffen. Wanneer de omvang zeker is, mag eveneens geen voorziening worden getroffen. Er is dan sprake van een schuld. Lid 1c biedt de mogelijkheid om kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, maar waarvan het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar te voorzien. Zodoende wordt een gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren bewerkstelligd, een voorbeeld is een voorziening groot onderhoud. Deze voorzieningen worden ingesteld als egalisatierekeningen, met als doel de kosten gelijkmatig over de jaren te spreiden. Lid 1d biedt de mogelijkheid om te „sparen‟ voor vervangingsinvesteringen (riolering en afvalstoffenheffing) door het tarief voor de heffingen. Dit sparen voor vervangingsinvesteringen wordt in Hellendoorn niet toegepast. Lid 2 geeft aan dat de nog niet bestede, van derden verkregen middelen, die zijn verstrekt onder strikte condities voor de richting van de aanwending worden voorzien. Een uitzondering wordt gemaakt voor voorschotbedragen die van Europese en Nederlandse overheidslichamen zijn ontvangen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Deze moeten op een andere manier op de balans worden opgenomen (overlopende passiva). Lid 3 ten slotte bepaalt dat voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume geen voorziening gevormd mag worden. De reden hiervoor is dat dergelijke verplichtingen bij gemeenten al in de begroting en meerjarenraming zijn opgenomen.
-5-
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
3.2.3 Instellen en opheffen van een reserve/voorziening Een reserve of voorziening wordt ingesteld om middelen toe te wijzen voor een bepaald (beleids)doel. Het vastleggen van middelen is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Reserves en voorzieningen worden dus ingesteld en opgeheven door een besluit van de gemeenteraad. 3.3
Functies
3.3.1 Bufferfunctie Hiermee wordt het mogelijk gemaakt om onverwachte tegenvallers op te vangen om zodoende de continuïteit te waarborgen. De reserve is in principe bedoeld als buffer voor het opvangen van risico’s, waarvan de financiële gevolgen vooraf niet redelijkerwijs zijn in te schatten. 3.3.2 Bestedingsfunctie De bestemmingsreserves en voorzieningen zijn ingesteld met een bepaald (beleids)doel. De besteding ligt vast. Dit kan een concreet doel zijn, maar ook ongelimiteerde doelen, waarvoor steeds naar behoefte een beroep op de reserve wordt gedaan. 3.3.3 Financieringsfunctie De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) beoogt een solide financieringswijze van de decentrale overheden te bevorderen en schommelingen van rentelasten zo veel mogelijk te beperken. De financiering van kapitaalgoederen kan geschieden door het gebruiken van de reserves en voorzieningen of door het aantrekken van vaste geldleningen. 3.3.4 Inkomensfunctie De gemeente betaalt geen rente en/of dividend over het eigen vermogen en de voorzieningen. De rente wordt echter wel berekend. Aan enkele reserves wordt rente toegevoegd, maar het grootste deel van de bespaarde rente wordt als algemeen dekkingsmiddel gebruikt. 3.3.5 Egalisatiefunctie Reserves kunnen worden gevormd om baten en lasten over de jaren heen gelijkmatig te verdelen. Extreme pieken en dalen in de exploitatiebegroting kunnen zo worden vermeden. Zo ook kunnen ongewenste schommelingen in tarieven die aan derden in rekening worden gebracht middels een egalisatiereserve worden opgevangen. 3.3.6 Verplichtingenfunctie De verplichtingenfunctie heeft betrekking op voorzieningen. Een voorziening heeft een karakter van een verplichting waarvoor de benodigde middelen beschikbaar moeten zijn.
-6-
Nota reserves en voorzieningen 2014
3.4
Gemeente Hellendoorn
Verschillen tussen reserves en voorzieningen
In tabelvorm wordt aangegeven wat de belangrijkste verschillen zijn tussen reserves en voorzieningen. Reserves Worden gevormd door bestemming van het resultaat (kan-bepaling) Zijn vrij besteedbaar Behoren tot het eigen vermogen
Voorzieningen Zijn verplicht gevormd door het nemen van een last (zal-bepaling) Hebben een verplichte bestedingsrichting Behoren tot het vreemd vermogen
Onderdeel Wijziging bestemming Opbouw (storting / dotatie) Onttrekking
Reserves Mogelijk Resultaatbestemming Resultaatbestemming
Rentetoevoeging mogelijk Aanwending vrij Financieel onderbouwd
Ja Ja, mits raadsbesluit Nee, soms wel bij een bestemmingsreserve Raad (= financieel beleid)
Verantwoordelijkheid
Voorzieningen Niet mogelijk Resultaatbepaling Buiten de exploitatie om; rechtstreeks in mindering op de voorziening (indien mogelijk) Nee Nee, slechts voor het betreffende doel Ja College (= financieel beheer), met uitzondering van voorzieningen ter egalisatie van kosten waarvan de grondslag van de voorziening door de raad wordt bepaald.
Resultaatbepaling en resultaatbestemming zijn belangrijke onderwerpen in het kader van de reserves en voorzieningen. Dit is van belang omdat stortingen verschillend worden beoordeeld. Resultaatbepaling: Het zichtbaar maken van winst of verlies binnen de exploitatie van de gemeente. Resultaatbestemming: Het geven van een bestemming aan het bepaalde resultaat door middel van winstverdeling of dekking van het verlies. De bestemming heeft in tegenstelling tot de resultaatbepaling betrekking op het vermogen (balans). In het BBV is bepaald dat per programma de baten en lasten worden bepaald. Hieruit volgt het resultaat voor bestemming ofwel het saldo van baten en lasten. Vervolgens worden de onttrekkingen dan wel de toevoegingen op de reserves verantwoord en ontstaat het resultaat na bestemming, kortweg resultaat. Reserves De stortingen en onttrekkingen aan reserves zijn onderdeel van de resultaatbestemming. Stortingen en onttrekkingen aan reserves kunnen pas plaatsvinden, nadat het exploitatieresultaat is bepaald en de raad besluit tot bestemming van dit resultaat. Conform het BBV kunnen er geen tussentijdse verrekeningen plaatsvinden tussen de reserves en de exploitatie voordat het resultaat is bepaald. Verrekeningen tussen reserves en exploitatie dienen onderdeel uit te maken van de resultaatbestemming. Raadsbesluiten, waarin tot mutaties in reserves is besloten, worden wel in de jaarrekening verwerkt, maar maken deel uit van de resultaatbestemming. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd door gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan in het verleden of in het begrotingsjaar zelf en waarvoor toekomstige uitgaven worden verwacht. Minimaal ieder jaar moet worden beoordeeld of de voorziening nog toereikend is. Stortingen in c.q. vrijval van voorzieningen die in samenhang hiermee worden gedaan vormen lasten c.q. baten voor het betreffende begrotingsjaar. Deze lasten c.q. baten zijn onderdeel van het resultaat en daarmee van de resultaatbepaling.
-7-
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
4 Beleidskader 4.1
Algemeen
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op specifieke aandachtspunten met betrekking tot de reserves en voorzieningen. Algemeen uitgangspunt is het streven naar een zo beperkt mogelijk aantal reserves en voorzieningen. Reserves (paragraaf 4.2): aan de orde komen het algemeen beleid en beleid rond de afschrijving- en egalisatiereserves. Voorzieningen (paragraaf 4.3): Een nadere toelichting wordt gegeven op het beleid en de relatie met de beheerplannen openbare ruimte. In paragraaf 4.4 wordt ingegaan op het beleid met betrekking tot de rente. 4.2
Reserves
4.2.1 Algemeen beleid Indien een reserve onder de minimale omvang komt, zullen dusdanige maatregelen worden genomen dat de reserve binnen drie jaar weer de minimum omvang heeft bereikt. Indien een reserve boven de maximum omvang uit komt, wordt het meerdere in principe afgeroomd ten gunste van de vrij aanwendbare reserve. 4.2.2 Afschrijvingsreserves De afschrijvingsreserves worden in de BBV-wetgeving niet afzonderlijk benoemd, maar zij maken onderdeel uit van de bestemmingsreserves. Het specifieke karakter van de afschrijvingsreserve schuilt hierin dat voor investeringen met economisch nut een specifieke bestemmingsreserve kan worden ingesteld ter dekking van de kapitaallasten. Doelstelling van het inzetten van de afschrijvingsreserve is om, al dan niet gehele, budgettaire neutraliteit te bereiken. Afschrijvingsreserves zullen in principe in de volgende situaties worden ingezet: § er is reeds sprake van een afzonderlijke bestemmingsreserve, die gevoed is ter dekking van de kapitaallasten van de nieuwe investering; § het is uit budgettair oogpunt wenselijk om te beschikken over een reserve, waarbij jaarlijks een beroep kan worden gedaan op maximaal een bedrag ter grootte van de kapitaallasten; Op dit moment kennen we geen afzonderlijke afschrijvingsreserve. Wel is het zo dat de reserve WOP de Blokken voor een deel een afschrijvingsreserve is. 4.2.3 Egalisatiereserves Een andere specifieke vorm van een bestemmingsreserve is de egalisatiereserve. Een egalisatiereserve wordt in de regel benut voor het egaliseren van voor- en nadelige saldi van bepaald beleid door de jaren heen (bijvoorbeeld bijzondere bijstand), óf om te komen tot een gelijkmatige verdeling van kosten over de jaren heen om piekvorming van kosten te voorkomen. De commissie BBV geeft in de “Hoofdlijnennotitie Resultaatbestemmen” op artikel 27 BBV (programmarekening) aan: “In de rekening kunnen de toevoegingen en onttrekkingen aan elk van de bestemmingsreserves worden verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting(wijzigingen) door de raad is goedgekeurd voor de betreffende bestemmingsreserve”. Dit geldt echter niet voor egalisatiesreserves. Voor deze reserves geldt dat mutaties achteraf, bij het vaststellen van de jaarrekening, worden verantwoord. In tegenstelling tot de overige reserves kan voor deze reserves generieke besluitvorming worden toegepast. Bij deze reserves is het wettelijk dus toegestaan de gemeenteraad eerst bij aanbieding van de jaarrekening te informeren over de laatste (egaliserende) mutaties.
-8-
Nota reserves en voorzieningen 2014
4.3
Gemeente Hellendoorn
Voorzieningen
4.3.1 Algemeen beleid voorzieningen Als algemeen beleid voor de voorzieningen geldt dat investeringen (van maatschappelijk nut) niet ten laste van een voorziening worden gebracht. Het speelveld van de voorzieningen zal zich dan ook uitsluitend tot de exploitatiesfeer beperken. 4.3.2 Beleid onderhoudsvoorzieningen Onderhoudsvoorzieningen worden gevormd voor kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Maar niet al deze kostenposten leiden tot een voorziening, omdat er tal van voorbeelden zijn te noemen dat dergelijke posten direct in de begroting als exploitatielast worden opgenomen. Om duidelijkheid te scheppen welke posten wel en welke posten niet als voorziening worden ingeboekt, volgen hieronder criteria waaraan dient te worden voldaan. Voor de goede orde wordt nog opgemerkt dat de hierna genoemde voorwaarden als algemene richtlijnen dienen te worden beschouwd, waarvan in individuele situaties kan worden afgeweken. 1. Er zal sprake moeten zijn van groot onderhoud. Klein onderhoud zal in ieder geval direct in de exploitatie worden verantwoord. 2. Er moet sprake zijn van cyclisch onderhoud. Immers, het heeft geen toegevoegde waarde om jaarlijkse gelijkblijvende kosten ten laste van een voorziening te brengen. 3. Er zal altijd sprake (moeten) zijn van een onderliggend (actueel) beheerplan met concrete en actuele ramingen, waarbij het beheerplan één op één loopt met de bijbehorende voorziening. Wellicht ten overvloede wordt nog opgemerkt dat periodiek sprake moet zijn van een actuele onderbouwing van de hoogte van de voorziening. 4.4
Rentebeleid
4.4.1 Bespaarde rente Door het vormen van reserves en voorzieningen wordt vermogen afgezonderd. Door de reserves en voorzieningen te gebruiken als intern financieringsmiddel wordt rente bespaard, die anders betaald had moeten worden voor het aantrekken van vreemd vermogen (leningen). Omdat aan alle investeringen rente wordt toegerekend, komt deze bespaarde rente (over de reserves en voorzieningen) feitelijk beschikbaar. Over het totale vermogen (eigen en vreemd vermogen) wordt dus rente berekend, met uitzondering van de geactiveerde voorzieningen dubieuze debiteuren aangezien over de debiteuren ook geen rente wordt berekend. Voor wat betreft de rente over de “eigen financieringsmiddelen” bestaat in principe de keus: § deze rente toe te voegen aan de reserve, of § deze rente ten gunste te laten komen aan de exploitatie. Als de rente ten gunste van de exploitatie wordt gebracht kan er een dekkingsprobleem ontstaan op het moment dat de reserve wordt besteed voor het doel, waarvoor zij was gevormd. De reserve is dan niet meer beschikbaar voor de interne financiering. Het beleid was om voor het komende begrotingsjaar de bespaarde rente volledig te ramen. De jaren daarna werd telkens 5% van de bespaarde rente niet toegerekend aan de exploitatie. Vanaf 2013 is dit gewijzigd. Vanaf dat moment wordt de rente van de algemene reserve niet meer als dekkingsmiddel aangewend maar in de reserve gestort, met uitzondering van een deel van de bespaarde rente over de financieringsreserve (deze wordt als algemeen dekkingsmiddel aangewend ter compensatie van de weggevallen winstuitkering van het voormalig energiebedrijf en het dividend van het Bouwfonds, Vitens en Essent). De bespaarde rente over de bestemmingsreserves en voorzieningen wordt wel ingezet als algemeen dekkingsmiddel, met uitzondering van de reserves rioleringen en WOP de Blokken. Door een goede raming van stortingen en onttrekkingen, is redelijk goed in te schatten wat de stand van de bestemmingsreserves en voorzieningen is. Op deze manier gaan we behoedzaam om met de toerekening van rente aan de exploitatie. Over voorzieningen mag ook bespaarde rente worden berekend c.q. verantwoord, echter deze mag niet worden toegevoegd aan de voorzieningen (BBV art. 45) tenzij het een voorziening betreft die is gebaseerd op een contante waarde berekening. Er is dan echter geen sprake van een rentetoevoeging, maar het op peil brengen van de voorziening middels een storting.
-9-
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
4.4.2 Rentepercentages In beginsel hanteren we twee percentages. Beiden worden genoemd in de begrotingsrichtlijnen. Het eerste percentage is het ‘normale’ rentepercentage. Deze rente komt overeen met de verwachte marktrente voor langlopende geldleningen. Voor de jaren 2014 tot en met 2018 is het percentage vastgesteld op 4,0%. Bij de nota reserves en voorzieningen 2011 was het rentepercentage nog 5,0%. Het tweede percentage is de inflatiecorrectie voor gemeentelijke uitgaven (exclusief loonontwikkeling gemeentelijk personeel). Deze wordt gebaseerd op de cijfers van het Centraal Planbureau. De berekende inflatie over 2014 is 0,95%. Er is in de richtlijnen echter uitgegaan van de nullijn. Dit betekent dat de inflatie moet worden opgevangen binnen de bestaande budgetten. Dat geldt dan ook voor de reserves. Voor 2015 geldt dat wordt uitgegaan van een inflatie van 0,45%, maar ook voor 2015 is besloten dat de inflatie moet worden opgevangen binnen de bestaande budgetten. Er kan van bovengenoemde percentages worden afgeweken als daar een legitieme reden voor is. Indien dit het geval is wordt dat vermeld bij paragraaf 4.4.3 en 4.4.4. 4.4.3 Rentetoerekening aan reserves Zoals in paragraaf 4.4.1 is aangegeven mag rente worden toegevoegd aan reserves. De algemene beleidslijn van de gemeente Hellendoorn is dat er wel rente wordt toegevoegd aan de algemene reserve en geen rente wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserves. Er zijn enkele bestemmingsreserves waar op dit moment wel rente aan wordt toegevoegd. In onderstaande tabel staan deze reserves genoemd en wordt aangegeven welk percentage voor de betreffende reserve geldt. Reserve Rioleringen Wet maatschappelijke ondersteuning WOP de Blokken
Reden Uitgangspunt bij het opstellen van het VGRP Op peil houden van de reserve Omvang van de reserve op termijn toereikend houden
Percentage Rente Inflatie Rente
Hoewel wij op dit moment geen afschrijvingsreserve hebben, geldt voor een dergelijke reserve een afwijkend rentepercentage, namelijk de omslagrente. De omslagrente wordt jaarlijks bepaald door de totale rentelasten uit te drukken als percentage van de relevante boekwaarden. De omslagrente is ook van toepassing op alle investeringen waarop wordt afgeschreven. De omslagrente voor 2014 is 4,1% en voor 2015 4,0%. 4.4.4 Rentetoerekening aan voorzieningen Voorzieningen dienen naar beste schatting dekkend te zijn voor de betreffende verplichtingen en risico’s. Ze mogen niet groter of kleiner zijn dan de verplichtingen of risico’s waarvoor ze zijn ingesteld. Het is daarom niet toegestaan rente toe te rekenen aan voorzieningen. Een uitzondering hierop is als de voorziening tegen contante waarde is gewaardeerd. Een voorziening is tegen contante waarde gewaardeerd als bij de bepaling van de hoogte van de jaarlijkse toevoeging aan de voorziening wordt uitgegaan van een lagere omvang dan de omvang die de voorziening over enige tijd moet hebben. Er is dan echter geen sprake van een rentetoevoeging, maar het op peil brengen van de voorziening middels een storting. Voor de reserve toekomstige verliezen grondexploitatie geldt dat de berekening van de benodigde omvang is gemaakt op basis van contante waarde. Daarom vindt er jaarlijks indexatie plaats.
- 10 -
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
5 Evaluatie reserves en voorzieningen 2014 5.1
Evaluatie reserves
5.1.1 Resultaten evaluatie Onderstaand overzicht geeft een beeld van de resultaten van de evaluatie van de reserves. Als eerste is bekeken of het doel van de reserve en de minimum en maximum omvang nog actueel is. Daarnaast is gekeken naar de rentetoerekening. Als van een reserve een zekere vrije ruimte aanwezig is, als de doelstelling niet meer actueel is, of als duidelijk is dat de stand van de reserve te ruim bemeten is, dan is er reden om de reserve op te heffen of af te romen. In bijlage B staan alle reserves vermeld. Reserve Vrij aanwendbare reserve Financieringsreserve Bufferreserve Rekeningsaldo te bestemmen Inzameling en verwerking afval Rioleringen Wmo Salomonsonhuis / zorgpunt Bijzondere bijstand Wet Werk en Bijstand Groenrenovaties Duurzaam bouwen Wijk- en buurtaccommodaties Kunst Rood-voor-rood WOP de Blokken Reconstructie plattelandsvernieuwing Wachtgelden huidige wethouders Sociaal domein Totaal per 01-01-2014
Stand per 01-01-2014 1.214.622 3.693.347 4.070.832 30.691 2.389.373 911.656 1.182.219 163.883 0 246.388 94.051 0 105.166 20.782 53.776 1.892.808 227.720 300.000 16.597.314
Voorstel Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven Opheffen bij de jaarrekening 2014 Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven tot en met 2016 Handhaven Handhaven Nieuw
Hieronder staan de resultaten van de evaluatie per reserve: Vrij aanwendbare reserve (VAR) De rente over het algemene deel van de bufferreserve ging naar de vrij aanwendbare reserve. Aangezien de bufferreserve nog niet op peil is ligt het voor de hand de rente in de bufferreserve te laten zitten (zie bufferreserve). De reserve dient gehandhaafd te worden. Financieringsreserve Het doel van de reserve is breder geworden; vanaf 2011 worden middelen toegevoegd om de financieringspositie te verbeteren. Vanaf 2015 wordt structureel cumulatief € 50.000,-- aan de reserve toegevoegd. Daarnaast wordt vanaf 2013 inflatie en rente toegevoegd aan de reserve. Voor de strategische projecten zou tot en met 2017 jaarlijks € 453.780,-- onttrokken worden. Aangezien de reserve strategische projecten is opgeheven is deze ‘verplichting’ in 2013 ineens genomen. In 2014 wordt voor de laatste keer € 453.780,-- onttrokken. De dekkingsfunctie van de reserve vervalt dan ook aan het eind van dit jaar. De minimum en maximum omvang moeten gewijzigd worden. De minimum omvang was € 1.833.000,--. Aangezien jaarlijks minimaal € 100.000,-- ten gunste van de exploitatie wordt gebracht en het rentepercentage op dit moment 4% is, moet de minimum omvang omhoog naar € 2.500.000,--. Er was een maximum omvang van € 2.750.000,--. Omdat de reserve nu ook wordt ingezet om de financieringspositie te verbeteren vervalt de maximum omvang. Zolang de bufferreserve niet op peil is zal voor het ‘tekort’ een claim gelden op de financieringsreserve (zie bufferreserve). De reserve dient gehandhaafd te worden.
- 11 -
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
Bufferreserve Vanaf 2013 wordt inflatie en rente toegevoegd aan de reserve. Aangezien het een reserve is die risico’s afdekt, is het wenselijk dat over de reserve beschikt kan worden zonder dat dit budgettaire gevolgen heeft. De rente over het algemene deel van de bufferreserve (€ 1,6 miljoen) ging naar de vrij aanwendbare reserve. Aangezien de bufferreserve nog niet op peil is ligt het voor de hand de rente in de bufferreserve te laten zitten. Op het moment dat de bufferreserve op peil is zal, volgens algemeen beleid, het meerdere worden afgeroomd ten gunste van de vrij aanwendbare reserve. De bufferreserve is nog niet op het gewenste peil van € 4,4 miljoen. Zolang de bufferreserve niet op peil is zal voor het ‘tekort’ een claim gelden op de financieringsreserve. Rekeningsaldo te bestemmen De reserve is ingesteld bij de jaarrekening 2013 en is bedoeld om inzicht te geven wat het rekeningsaldo is dat bij vaststelling van de jaarrekening bestemd moet worden. De reserve dient gehandhaafd te worden. Inzameling en verwerking afval De reserve komt, ook meerjarig, uit boven het vastgesteld maximumniveau. Hoewel we de afgelopen jaren tariefmaatregelen hebben genomen om de reserve te verminderen zien we toch dat de hoogte van de reserve nauwelijks daalt. Dit komt met name door de lagere kosten van afvalinzameling. Wij zullen bij de komende begrotingen bekijken welke tariefmaatregelen we kunnen treffen om de reserve onder het maximumniveau te brengen. De reserve dient gehandhaafd te worden. Rioleringen De minimum en maximum omvang zijn gekoppeld aan de opbrengst van de rioolheffing en worden verhoogd met respectievelijk € 30.000,-- en € 75.000,-- omdat de opbrengst zo’n € 300.000,-- hoger is dan in 2011. De reserve dient gehandhaafd te worden. Wmo Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. In 2014 is een deel van de invoeringskosten voor de nieuwe gedecentraliseerde taken (3D’s) ten laste van de reserve gebracht. De uitgaven in het kader van de Wmo en de inkomsten die wij daarvoor in het gemeentefonds ontvangen zijn structureel in evenwicht. De functie van egalisatie van de uitgaven zal naar de huidige inzichten beperkt zijn. Daarnaast mag verwacht worden dat er in de eerste twee jaren nog invoeringskosten moeten worden gemaakt waarvoor binnen de beschikbare middelen in het sociaal domein geen ruimte is. Deze kosten kunnen wij dan in 2015 en 2016 uit de beschikbare reserve dekken. De reserve dient gehandhaafd te worden. Salomonsonhuis / zorgpunt Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De reserve dient gehandhaafd te worden. Bijzondere bijstand De omvang van de reserve is nihil in verband met onttrekkingen de afgelopen jaren door de stijging van het aantal aanvragen voor bijzondere bijstand. De minimum omvang van € 50.000,-- kan vervallen. Indien de reserve nihil is kan er geen beroep op worden gedaan. De maximum omvang stijgt van € 250.000,-- naar € 300.000,-- omdat het beschikbare budget hoger is dan in 2011. De reserve dient, in verband met de egalisatie, gehandhaafd te worden. Wet Werk en Bijstand De omvang van de reserve is naar verwachting aan het eind van 2014 nihil in verband met onttrekkingen de afgelopen jaren door de stijging van de uitgaven. Daarnaast is in 2013 incidenteel € 100.000,-- aan de reserve onttrokken. De maximum omvang stijgt van € 400.000,-- naar € 550.000,-- omdat het beschikbare budget hoger is dan in 2011. De reserve dient, in verband met de egalisatie, gehandhaafd te worden. Groenrenovaties Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De reserve dient gehandhaafd te worden.
- 12 -
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
Duurzaam bouwen De accountant heeft bij de bevindingen van de jaarrekening 2013 het volgende aangegeven: “Gemeente Hellendoorn kent de systematiek dat bij de grondexploitatie per verkochte grond een bijdrage wordt geleverd aan de reserve Duurzaam Bouwen. Hiertoe zijn in de grondexploitaties toekomstige lasten ingerekend (storting in de reserve). Op basis van het BBV is het niet toegestaan om bijdragen aan reserves als kosten in de grondexploitaties in te rekenen. Dit kan alleen als er sprake is van een bovenwijkse voorziening met een concreet investeringsplan (inclusief aantoonbare relatie met de projecten). In dat geval zou de reserve ook omgezet moeten worden in een voorziening. Voor de komende jaren is in totaal circa € 300.000,-- aan kosten ingerekend in de grondexploitaties. Op basis van het BBV is dit niet toegestaan. Dit zou betekenen dat dit een positief effect zou hebben op het resultaat van de grondexploitaties. Gezien de risico’s in de grondexploitaties en het derhalve niet wenselijk is om nu verliesvoorzieningen nu bij te stellen, kunnen wij voor 2013 instemmen met het handhaven van de kosten. Wel hebben wij het college geadviseerd dit bij de actualisering in 2014 te betrekken.” Op basis van dit advies willen we de reserve opheffen. Een voorziening maken is niet mogelijk omdat het geen ‘bovenwijkse voorziening met een concreet investeringsplan’ betreft. Aangezien er voor 2014 nog een (laatste) onttrekking staat van € 15.000,-- met betrekking tot duurzaamheidsbeleid willen we de reserve opheffen bij de jaarrekening 2014. Wijk- en buurtaccommodaties Wij kenden tot 2013 twee verschillende 1/3-regelingen, één voor wijk- en buurtwerk en één voor sportaccommodaties. Inmiddels zijn deze twee regelingen geïntegreerd in een integraal accommodatiebeleid. Om de naam van de reserve beter te laten aansluiten op het doel wordt voorgesteld de naam te veranderen in ‘1/3-regeling accommodatiebeleid’. De reserve dient gehandhaafd te worden. Kunst Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De reserve dient gehandhaafd te worden. Rood-voor-rood Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De reserve dient gehandhaafd te worden. WOP de Blokken In 2013 is besloten de reserve op te heffen per 1 januari 2015. Echter, de inrichting van het Blokkenpark zal pas in 2015 tot uitvoering komen. Voorgesteld wordt de reserve tot en met 2016 in stand te houden en daarna op te heffen. Reconstructie plattelandsvernieuwing Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De reserve dient gehandhaafd te worden. Wachtgelden huidige wethouders Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De reserve dient gehandhaafd te worden. Sociaal domein Voorgesteld wordt een reserve sociaal domein in te stellen om de diverse meerjarige fluctuaties binnen het sociaal domein te kunnen egaliseren, maar ook om eventuele herverdeeleffecten na 2018 op te kunnen vangen. Reserve grafrechten We bekijken in 2015 of een reserve grafrechten benodigd is. Dit in verband met grafrechten die betaald worden voor een grafrecht voor onbepaalde tijd. Dit zal mede afhankelijk zijn van het aantal mensen dat kiest voor een dergelijk grafrecht.
- 13 -
Nota reserves en voorzieningen 2014
5.2
Gemeente Hellendoorn
Evaluatie voorzieningen
5.2.1 Resultaten voorzieningen Bij de beoordeling van de voorzieningen is gekeken naar de volgende criteria: § Is er sprake van: o Een egalisatiemotief, waarvan de oorzaak zijn oorsprong vindt in eerdere begrotingsjaren; o Verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; o Een bestedingsgebonden bijdrage van derden; o Een daadwerkelijk risico dat adequaat is onderbouwd; § Heeft de voorziening de juiste omvang; § Is het risico dat wordt afgedekt van materiële betekenis. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de resultaten van de inventarisatie van de voorzieningen. In bijlage C staan alle voorzieningen vermeld. Voorziening ISV Toekomstige verliezen grondexploitatie Parkeerbeleid Privatisering was- en kleedruimten Tekorten SW-bedrijven Participatiefonds APPA Wachtgelden oud-wethouders Vordering verkoop Vennootschap Wachtgelden voormalig personeel Dubieuze debiteuren algemeen Dubieuze debiteuren WWB Totaal per 01-01-2014
Stand per 01-01-2014 465.716 9.527.073 15.502 1.215.000 2.324 100.000 3.126.816 56.628 93.091 202.400 463.042 490.020 15.757.612
Voorstel Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven Handhaven tot en met 2015 Opheffen bij de jaarrekening 2014 Handhaven Handhaven Handhaven tot en met 2015 Handhaven Handhaven Handhaven
Hieronder staan de resultaten van de evaluatie per voorziening: ISV Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De voorziening dient gehandhaafd te worden. Toekomstige verliezen grondexploitatie Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De voorziening dient gehandhaafd te worden. Parkeerbeleid Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De voorziening dient gehandhaafd te worden. Privatisering was- en kleedruimten Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De voorziening dient gehandhaafd te worden. Tekorten SW-bedrijven Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De voorziening is eind 2015 nihil en kan dan worden opgeheven. Participatiefonds De voorziening is eind 2014 leeg. De voorziening kan worden opgeheven bij de jaarrekening 2014. Door de invoering van de Participatiewet vallen de middelen voor re-integratie vanaf dat moment onder het sociaal domein en de gelijknamige (in te stellen) reserve. APPA In 2011 is besloten de rekenrente van 2011 constant te maken: Indien de door RAET gehanteerde rekenrente een half procent of meer af zou wijken van de ‘vastgestelde’ rekenrente, zou de rekenrente worden aangepast aan de dan geldende rekenrente van RAET. Als de afwijking minder zou - 14 -
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
zijn dan een half procent zou de rekenrente niet worden aangepast. Dit blijkt echter praktisch nauwelijks mogelijk. Daarnaast ziet de accountant er op toe dat de voorziening op niveau moet zijn. Wij stellen voor om de voorziening op het niveau te brengen/houden zoals het door RAET is berekend. De voorziening dient gehandhaafd te worden. Wachtgelden oud-wethouders In 2011 is bepaald dat er vanaf 2011 2% inflatie per jaar aan de voorziening toegevoegd zou worden. Dit is echter niet nodig gebleken. De indexatie kan ook voor de komende jaren achterwege blijven. De voorziening dient gehandhaafd te worden. Vordering verkoop Vennootschap Geen wijzigingen ten opzicht van 2011. De voorziening dient tot en met 2015 gehandhaafd te worden. Wachtgelden voormalig personeel Nieuwe wachtgelders komen in het vervolg rechtstreeks ten laste van de exploitatie. De voorziening is bedoeld voor de huidige wachtgelders en valt vrij als de wachtgeldverplichting komt te vervallen. Dubieuze debiteuren algemeen De voorziening dubieuze debiteuren algemeen bestond wel maar werd nooit als voorziening gepresenteerd omdat het op de activa kant van de balans in mindering wordt gebracht op de post debiteuren (vorderingen). Aangezien er meer voorzieningen ‘geactiveerd’ worden is in 2013 besloten één lijn te trekken en ook alle geactiveerde voorzieningen te vermelden. Over de voorziening wordt geen bespaarde rente berekend aangezien over de balanspost debiteuren ook geen rente wordt berekend. De voorziening dient gehandhaafd te worden. Dubieuze debiteuren WWB De voorziening dubieuze debiteuren WWB bestond wel maar werd nooit als voorziening gepresenteerd omdat het op de activa kant van de balans in mindering wordt gebracht op de post debiteuren (vorderingen). Aangezien er meer voorzieningen ‘geactiveerd’ worden is in 2013 besloten één lijn te trekken en ook alle geactiveerde voorzieningen te vermelden. Over de voorziening wordt geen bespaarde rente berekend aangezien over de balanspost debiteuren ook geen rente wordt berekend. De voorziening dient gehandhaafd te worden. 5.3
Ontwikkeling reserves en voorzieningen
De totale reservepositie per 1 januari 2014 bedraagt € 16,6 miljoen en deze is ten opzichte van eind 2011 afgenomen met circa € 5,2 miljoen. Dit komt in hoofdlijnen door: Toename § toevoeging van positieve saldi jaarrekeningen/burap aan de financieringsreserve € 0,7 miljoen; § groei reserve afval door lagere kosten € 0,3 miljoen; § stijging reserve WOP de Blokken € 0,3 miljoen door lagere kapitaallasten; § groei reserve wachtgelden huidige wethouders door stortingen € 0,2 miljoen; § groei reserve rioleringen door lagere kosten € 0,2 miljoen. Afname § inzet vrij aanwenbare reserve voor incidentele ombuigingen in 2012 en 2013 € 1,6 miljoen; § onttrekkingen aan de financieringsreserve van € 2,3 miljoen ten behoeve van de strategische projecten; § opheffing van de reserve strategische projecten € 2,4 miljoen; § onttrekkingen aan de reserve bijzondere bijstand € 0,3 miljoen in verband met egalisatie; § onttrekking aan de reserve groenrenovaties voor groenprojecten met Rijkswaterstaat € 0,3 miljoen. De stand van de voorzieningen bedraagt per 1 januari 2014 € 15,8 miljoen (eind 2011: € 13,4 miljoen). De toename van € 2,4 miljoen is in hoofdlijnen toe te schrijven aan: Toename § stortingen in de voorziening toekomstige verliezen grondexploitatie van € 2,6 miljoen; § stortingen in de voorziening APPA wegens pensioenverplichtingen € 0,5 miljoen; § het meetellen van de voorzieningen dubieuze debiteuren algemeen en WWB (€ 0,9 miljoen).
- 15 -
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
Afname § het afwaarderen / aanwenden van de voorziening privatisering was- en kleedruimten (€ 0,7 miljoen); § het uitbetalen van wachtgelden aan oud-wethouders (€ 0,4 miljoen); § het aanwenden van de voorziening nieuwkomers voor gemaakte kosten in 2012 (€ 0,2 miljoen); § het aanwenden van de voorziening participatiefonds voor de afrekening met het Rijk (€ 0,2 miljoen). Wanneer we de cijfers over de periode vanaf 2014 bekijken, dan zien we dat de reservepositie redelijk stabiel blijft. Aangezien we werken aan de verbetering van de financieringspositie zien we de algemene reserves groeien. De bestemmingsreserves dalen echter. Dit komt met name door het opheffen van de reserve WOP de Blokken in 2016 en de tariefmaatregelen voor de afvalstoffenheffing. Ook de voorzieningen blijven redelijk stabiel. Grafiek verloop reserves en voorzieningen 2011-2018
5.4
Samenvatting voorstellen
Voorgesteld wordt de nota vast te stellen als kader -alsmede de bijlagen B en C als separate opsomming van alle actuele reserves en voorzieningen- en de volgende punten te besluiten: § Instellen van de reserve sociaal domein; § Opheffen van de reserve duurzaam bouwen bij de jaarrekening 2014; § Opheffen van de voorziening participatiefonds bij de jaarrekening 2014; § De naam van de reserve wijk- en buurtaccommodaties wijzigen in reserve 1/3-regeling accommodatiebeleid; § De rente over het algemene deel van de bufferreserve in de bufferreserve te laten zitten, in plaats van het te storten in de vrij aanwendbare reserve. Op het moment dat de bufferreserve op peil is zal, volgens algemeen beleid, het meerdere worden afgeroomd ten gunste van de vrij aanwendbare reserve; § Bij de voorziening APPA de rekenrente van RAET hanteren; § Geen indexatie toe te passen op de voorziening wachtgelden oud-wethouders.
- 16 -
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
6 Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van 2011 6.1
Wetgeving
Aan artikel 44 BBV lid 1 is toegevoegd: 1. Voorzieningen worden gevormd wegens: d. de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b (investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven). 6.2
Aanpassing reserves
§ Financieringsreserve: Doel, minimum en maximum omvang en rentetoerekening aangepast. Daarnaast rust een claim op de financieringsreserve voor het deel dat de bufferreserve onder de minimum omvang blijft. § Bufferreserve: Doel, minimum omvang en rentetoerekening aangepast. § Rioleringen: Minimum en maximum omvang aangepast. § Bijzondere bijstand: Minimum en maximum omvang aangepast. § Wet Werk en Bijstand: Maximum omvang aangepast. § Duurzaam bouwen: Kan bij de jaarrekening 2014 worden opgeheven. § Wijk- en buurtaccommodaties: Naam aangepast naar ‘1/3-regeling accommodatiebeleid’. § WOP de Blokken: Opheffing van de reserve wordt uitgesteld tot eind 2016. Nieuwe en opgeheven reserves: Reserve Rekeningsaldo te bestemmen Strategische Projecten Vervanging bij ziekte Werkgelegenheid Onderwijsachterstanden- en jeugdbeleid Dorpsuitleg Sociaal domein 6.3 § § § § §
Mutatie Ingesteld bij jaarrekening 2013 Opgeheven bij 2e bestuursrapportage 2013 Opgeheven bij nota reserves en voorzieningen 2011 Opgeheven bij jaarrekening 2011 Opgeheven bij jaarrekening 2013 Opgeheven bij nota reserves en voorzieningen 2011 Wordt ingesteld bij het vaststellen van deze nota
Aanpassing voorzieningen
Bij de voorzieningen is nu ook de tabel met minimum en maximum omvang opgenomen. Participatiefonds: Kan bij de jaarrekening 2014 worden opgeheven. APPA: Rekenrente van RAET toepassen. Wachtgelden oud-wethouders: Geen indexatie meer toepassen. Wachtgelden voormalig personeel: Nieuwe wachtgelders komen in het vervolg rechtstreeks ten laste van de exploitatie.
Nieuwe en opgeheven voorzieningen: Voorziening Nieuwkomers CWI-projecten Actieprogramma wonen Monumenten Afkoopregeling RGSHG Dubieuze debiteuren algemeen Dubieuze debiteuren WWB
Mutatie Opgeheven bij jaarrekening 2013 Opgeheven bij jaarrekening 2012 Opgeheven bij jaarrekening 2012 Opgeheven bij jaarrekening 2012 Opgeheven bij jaarrekening 2013 Bestaande post maar bij de jaarrekening 2013 voor het eerst als voorziening gepresenteerd Bestaande post maar bij de jaarrekening 2013 voor het eerst als voorziening gepresenteerd
- 17 -
Nota reserves en voorzieningen 2014
6.4
Gemeente Hellendoorn
Rente
§ Het rentepercentage is bijgesteld van 5,0% naar 4,0%. § Algemeen beleid was geen rente bij te schrijven aan reserves. Nu is het beleid aan de algemene reserve wel rente toe te voegen en aan de bestemmingsreserves in principe niet. § De bespaarde rente werd in de meerjarenbegroting telkens 5% cumulatief lager begroot dan berekend. Door de rente van de algemene reserve toe te voegen aan de reserve en een goede berekening te maken van verwachte stortingen en onttrekking is deze voorzichtigheid niet meer nodig. § Over de voorzieningen dubieuze debiteuren wordt geen bespaarde rente berekend. 6.5
Tekstueel
In § 3.2.1 ‘Reserves’ is een omschrijving opgenomen over stille reserves 6.6
Overig
De reserves en voorzieningen zijn ingedeeld naar nieuwe programma’s die gelden vanaf 2015.
- 18 -
Nota reserves en voorzieningen 2014
Gemeente Hellendoorn
7 Citeertitel Deze nota wordt aangehaald als de “Nota reserves en voorzieningen 2014 gemeente Hellendoorn”. Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Hellendoorn op 4 november 2014.
- 19 -
Bijlagen bij de Nota reserves en voorzieningen 2014 gemeente Hellendoorn
Bijlage A. Stand van de reserves en voorzieningen 2014-2018 Saldo eind 2014
Saldo eind 2015
Saldo eind 2016
Saldo eind 2017
Saldo eind 2018
1.702.707 3.229.385 2.299.167 7.231.259
1.643.015 3.253.560 2.530.634 7.427.209
1.813.736 3.343.702 2.888.859 8.046.297
1.991.285 3.507.450 3.004.413 8.503.148
2.175.936 3.747.748 3.124.590 9.048.274
-
-
-
-
-
2.294.398 793.983 618.279 163.883 94.051 55.166 13.089 63.120 1.825.410 194.376 17.576 6.133.331
2.031.702 822.258 705.128 163.883 94.051 105.166 13.089 63.120 342.578 194.376 117.576 4.652.927
1.685.124 720.983 834.982 163.883 94.051 155.166 13.089 63.120 194.376 217.576 4.142.350
1.392.327 563.846 904.615 163.883 94.051 205.166 13.089 63.120 194.376 317.576 3.912.049
1.175.863 360.126 983.094 163.883 94.051 255.166 13.089 63.120 194.376 417.576 3.720.344
Voorzieningen 701 Voorziening ISV 702 Voorziening toekomstige verliezen grondexploitatie 703 Voorziening parkeerbeleid 704 Voorziening privatisering was- en kleedruimten 706 Voorziening tekorten SW-bedrijven 707 Voorziening participatiefonds 709 Voorziening APPA 710 Voorziening wachtgelden oud-wethouders 714 Voorziening op Vordering verkoop Vennootschap 715 Voorziening wachtgelden voormalig personeel 716 Voorziening dubieuze debiteuren algemeen 717 Voorziening dubieuze debiteuren WWB Totaal voorzieningen
448.453 11.417.682 15.502 900.000 1.117 3.099.117 258.945 93.091 144.500 123.506 490.020 16.991.933
144.158 11.796.782 15.502 900.000 3.107.467 153.479 73.000 123.506 490.020 16.803.914
144.158 12.208.054 15.502 900.000 3.115.817 54.779 25.500 123.506 490.020 17.077.336
144.158 11.118.955 15.502 900.000 3.124.167 123.506 490.020 15.916.308
144.158 11.563.876 15.502 900.000 3.132.517 123.506 490.020 16.369.579
TOTAAL GENERAAL
30.356.523
28.884.050
29.265.983
28.331.505
29.138.197
Reserve/voorziening Algemene reserves 101 Vrij aanwendbare reserve 102 Financieringsreserve 103 Bufferreserve Totaal algemene reserves Rekeningsaldo te bestemmen 201 Rekeningsaldo te bestemmen Totaal rekeningsaldo te bestemmen Bestemmingsreserves 402 Reserve inzameling en verwerking afval 403 Reserve rioleringen 405 Reserve Wmo 406 Reserve Salomonsonhuis / zorgpunt 407 Reserve bijzondere bijstand 409 Reserve Wet Werk en Bijstand 411 Reserve groenrenovaties 413 Reserve duurzaam bouwen 414 Reserve 1/3-regeling accommodatiebeleid 415 Reserve kunst 416 Reserve rood-voor-rood 417 Reserve WOP de Blokken 418 Reserve reconstructie plattelandsvernieuwing 419 Reserve wachtgelden huidige wethouders 420 Reserve sociaal domein Totaal bestemmingsreserves
- B1 -
- B2 -
Bijlage B.
Overzicht per reserve
- B3 -
101 Programma 8. Bestuur en middelen
Vrij aanwendbare reserve Portefeuillehouder J.J. Beintema
Budgethouder Clustermanager Bedrijfsvoering
Doel De reserve wordt gebruikt om de verschillen tussen begrote en werkelijke uitgaven op te vangen zoals de saldi op basis van begroting, bestuursrapportages en jaarrekening, alsmede voor de bekostiging van incidentele uitgaven die de post “onvoorzien” te boven gaan.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 2.158.055 86.322 476.848 1.506.603 1.214.622
2014 1.214.622 48.585 452.500 13.000 1.702.707
Omvang Minimum omvang: € 360.000,-Dit is € 10,-- per inwoner voor de bekostiging van incidentele uitgaven die de post “onvoorzien” te boven gaan.
2015 1.702.707 68.108 105.000 232.800 1.643.015
2016 1.643.015 65.721 105.000 1.813.736
2017 1.813.736 72.549 105.000 1.991.285
2018 1.991.285 79.651 105.000 2.175.936
Maximum omvang: niet van toepassing
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt inflatie en rente toegevoegd. Het percentage is gelijk aan het rentepercentage dat wordt gehanteerd in de jaarlijkse richtlijnen budgetcyclus.
Toelichting / onderbouwing In het kader van de versterking van de financiële positie streven we op termijn naar een vrij aanwendbare reserve van zo’n € 10 miljoen.
- B4 -
101 Algemene reserve
Vrij aanwendbare reserve Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 2.158.055 86.322 476.848 1.506.603 1.214.622
2014 1.214.622 48.585 452.500 13.000 1.702.707
2015 1.702.707 68.108 105.000 232.800 1.643.015
2016 1.643.015 65.721 105.000 1.813.736
2017 1.813.736 72.549 105.000 1.991.285
2018 1.991.285 79.651 105.000 2.175.936
2014
2015
2016
2017
2018
20.000 20.000
20.000 20.000 15.000
20.000 20.000 15.000
20.000 20.000 15.000
20.000 20.000 15.000
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Tijdshorizon in nieuw beleid: - Bestrijding eikenprocessierups (2011) - Bedrijfsinterne milieuzorg (2011) - Rekenkamerfunctie (2012) Kasschuif Nationaal UitvoeringsProgramma Rente algemeen deel bufferreserve naar VAR Lokale uitvoering WSW Meicirculaire overboeken 2013-2014 Verbeteren financieringspositie
49.500 313.000 50.000
-
-
-
-
50.000
50.000
50.000
50.000
Totaal vermeerderingen
452.500
105.000
105.000
105.000
105.000
13.000 1.200.000 50.000 - 1.250.000
13.000
-
-
-
Verminderingen Kosten startersleningen Soweco kosten uittreding Aanloopkosten lokale uitvoering WSW Geen uittreedkosten SOWECO Kasschuif Nationaal UitvoeringsProgramma Totaal verminderingen
219.800 13.000
232.800
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving 2014 26.709 WABO 2014 208.852 Garantstelling kulturhus Daarlerveen 2014 11.416 Gemeentelijke visies 2014 140.000 Onttrekking provinciale bijdrage woningbouw 2014 31.848 Sportzorgcomplex
- B5 -
102 Programma 8. Bestuur en middelen
Financieringsreserve Portefeuillehouder J.J. Beintema
Budgethouder Clustermanager Bedrijfsvoering
Doel De reserve heeft drie doelen: 1. Financieringsfunctie: Compensatie van het weggevallen dividend van verkochte aandelen; 2. Verbeteren financieringspositie: Vanaf 2011 worden middelen toegevoegd om de financieringspositie te verbeteren; 3. Dekkingsfunctie: Tot en met 2014 worden middelen onttrokken ter dekking van de strategische projecten. Dit doel vervalt na 2014.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 5.484.103 219.364 2.010.120 3.693.347
2014 3.693.347 147.734 17.084 628.780 3.229.385
Omvang Minimum omvang: € 2.500.000,-Dit is het bedrag dat minimaal in de reserve aanwezig moet zijn om € 100.000,-- algemeen dekkingsmiddel te realiseren (bij een rentepercentage van 4%).
2015 3.229.385 129.175 50.000 155.000 3.253.560
2016 3.253.560 130.142 100.000 140.000 3.343.702
2017 3.343.702 133.748 150.000 120.000 3.507.450
2018 3.507.450 140.298 200.000 100.000 3.747.748
Maximum omvang: niet van toepassing Er is geen maximum omvang aangezien de reserve moet groeien om de financieringspositie te verbeteren (doel 2).
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt inflatie en rente toegevoegd. Het percentage is gelijk aan het rentepercentage dat wordt gehanteerd in de jaarlijkse richtlijnen budgetcyclus.
Toelichting / onderbouwing 1. De reserve is grotendeels gevoed met de middelen uit verkoop van het voormalige gemeentelijke aandelenbezit. Een deel van de bespaarde rente over deze reserve wordt als algemeen dekkingsmiddel aangewend ter compensatie van de weggevallen winstuitkering van het voormalig energiebedrijf en het dividend van het Bouwfonds, Vitens en Essent. Het deel dat wordt gebruik als algemeen dekkingsmiddel wordt afgebouwd naar € 100.000,--. 2. Vanaf 2011 wordt minimaal 50% van eventuele positieve saldi van bestuursrapportages en jaarrekeningen in deze reserve gestort. Vanaf 2015 wordt elk jaar € 30.000,-- cumulatief in deze reserve gestort om de financieringspositie te verbeteren. 3. In 2014 wordt voor de laatste maal € 453.780,-- aan de reserve onttrokken ten gunste van de strategische projecten.
- B6 -
102 Algemene reserve
Financieringsreserve Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 5.484.103 219.364 2.010.120 3.693.347
2014 3.693.347 147.734 17.084 628.780 3.229.385
2015 3.229.385 129.175 50.000 155.000 3.253.560
2016 3.253.560 130.142 100.000 140.000 3.343.702
2017 3.343.702 133.748 150.000 120.000 3.507.450
2018 3.507.450 140.298 200.000 100.000 3.747.748
2014
2015
2016
2017
2018
30.000 20.000
60.000 40.000
90.000 60.000
120.000 80.000
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Verbetering financieringspositie Verbetering financieringspositie extra storting Bestemming jaarrekening 2013
17.084
Totaal vermeerderingen
17.084
50.000
100.000
150.000
200.000
Verminderingen Vast bedrag naar exploitatie Onttrekking t.b.v. vervroegde afschrijvingen
175.000 453.780
155.000
140.000
120.000
100.000
Totaal verminderingen
628.780
155.000
140.000
120.000
100.000
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B7 -
103 Programma 8. Bestuur en middelen
Bufferreserve Portefeuillehouder J.J. Beintema
Budgethouder Clustermanager Bedrijfsvoering
Doel De reserve wordt gebruikt om de verschillen tussen begrote en werkelijke uitgaven op te vangen. De bufferreserve dient, zoals de naam al zegt, als financiële buffer voor het opvangen van financiële tegenvallers in het algemeen (“calamiteitenfonds”) en de grondexploitatie in het bijzonder. De bufferreserve is opgebouwd uit drie onderdelen. Het eerste onderdeel is gebaseerd op een bedrag van € 45,-- per inwoner van de gemeente ter afdekking van risico’s waarmee de gemeente geconfronteerd wordt. Het tweede onderdeel is ter dekking van de risico’s van grondzaken. De risico’s van rentestijging, vertraging in de afzet en bovenmatige inflatie worden in dit onderdeel afgedekt. De ijkmaatstaven ter bepaling van de minimale hoogte van dit onderdeel worden momenteel opnieuw onder de loep genomen. De maatstaven zullen aan de commissie Grondgebied worden voorgelegd. Het derde onderdeel betreft het winstegalisatiedeel voor zowel grondexploitaties als boekwinsten en – verliezen op vastgoedverkopen.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 3.575.311 143.012 800.000 447.491 4.070.832
2014 4.070.832 162.833 1.934.498 2.299.167
Omvang Minimum omvang: € 4.370.000,-1. De minimum maar ook de maximum omvang bedraagt € 1,6 miljoen. Dit is berekend op basis van € 45,-- per inwoner. 2. Op basis van de herziening van grondexploitaties volgens de gehanteerde rekenmethodiek wordt berekend hoe groot de bufferreserve voor dit onderdeel moet zijn. Er is geen minimum of maximum omvang aan te geven. De omvang zou, volgens de laatste herziening minimaal € 2,5 miljoen moeten bedragen per 1-1-2014. 3. Daarnaast wordt de bufferreserve gebruikt als winstegalisatiereserve. Het saldo van dit onderdeel van de reserve zal minimaal € 250.000,-- en maximaal € 1 miljoen moeten bedragen. Dit om benodigde fluctuaties op te kunnen vangen.
2015 2.299.167 91.967 139.500 2.530.634
2016 2.530.634 101.225 257.000 2.888.859
2017 2.888.859 115.554 3.004.413
2018 3.004.413 120.177 3.124.590
Maximum omvang: niet van toepassing
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt rente toegevoegd. Aangezien het een reserve is die risico’s afdekt, is het wenselijk dat over de reserve beschikt kan worden zonder dat dit budgettaire gevolgen heeft.
Toelichting / onderbouwing Voeding van de reserve gebeurt door het toevoegen van winsten op grondexploitaties en boekwinsten op verkoop van onroerende zaken.
- B8 -
103 Algemene reserve
Bufferreserve Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 3.575.311 143.012 800.000 447.491 4.070.832
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Herziening grondexploitaties (2e burap '13) Boekwinst boerderij Soweco Boekwinst woning Pr. Hendrikstraat 36
2014 4.070.832 162.833 1.934.498 2.299.167
2015 2.299.167 91.967 139.500 2.530.634
2016 2.530.634 101.225 257.000 2.888.859
2017 2.888.859 115.554 3.004.413
2018 3.004.413 120.177 3.124.590
2014
2015
2016
2017
2018
-
139.500
-
-
257.000
Totaal vermeerderingen
-
139.500
257.000
-
-
Verminderingen Rente algemeen deel bufferres. naar VAR Kosten pilot Hellendoorn Noord --> VTVG Voorziening verliezen grondexploitaties
113.000 1.821.498
-
-
-
-
Totaal verminderingen
1.934.498
-
-
-
-
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B9 -
201
Rekeningsaldo te bestemmen
Programma 8. Bestuur en middelen
Portefeuillehouder J.J. Beintema
Budgethouder Clustermanager Bedrijfsvoering
Doel Het rekeningsaldo van het jaar wordt aan deze reserve toegevoegd/onttrokken. Bij de behandeling van de jaarrekening geeft de raad aan hoe het saldo wordt bestemd.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2013 - 777.176 807.867 30.691
2014 30.691 30.691 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
Maximum omvang: niet van toepassing
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing De reserve is in 2013 ingesteld om een betere presentatie te geven van het rekeningresultaat. Het is een administratieve reserve aangezien bij de handeling van de jaarrekening de raad een bestemming geeft aan het rekeningsaldo en de stand van de reserve dan weer nihil is.
- B10 -
201 Rekeningsaldo
Rekeningsaldo te bestemmen Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 - 777.176 807.867 30.691
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Bestemming rekeningsaldo 2013
2014 30.691 30.691 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen Bestemming rekeningsaldo 2013
30.691
Totaal verminderingen
30.691
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B11 -
402 Programma 6. Woon- en leefomgeving
Inzameling en verwerking afval Portefeuillehouder J.J. Beintema
Budgethouder Clustermanager Grondgebied
Doel De reserve is ingesteld voor het opvangen van fluctuaties in de kosten van afvalinzameling en -verwerking en om daarmee de ontwikkeling van de afvalstoffenheffing te egaliseren.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 2.154.365 235.008 2.389.373
2014 2.389.373 15.400 110.375 2.294.398
Omvang Minimum omvang: € 550.000,-Dit bedrag is gebaseerd 10% van de opbrengst van de afvalstoffenheffing (circa € 3,0 miljoen). Daarnaast wordt rekening gehouden met het kunnen vervangen van 1 huisvuilwagen (€ 250.000,--) als gevolg van calamiteiten. De huisvuilwagens zijn niet all risk verzekerd.
2015 2.294.398 15.400 278.096 2.031.702
2016 2.031.702 15.400 361.978 1.685.124
2017 1.685.124 15.400 308.197 1.392.327
2018 1.392.327 15.400 231.864 1.175.863
Maximum omvang: € 1.000.000,-Dit bedrag is gebaseerd op 1/3 deel van de opbrengst van de afvalstoffenheffing (circa € 3,0 miljoen).
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen rente of inflatie toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing De jaarlijkse kosten van afvalinzameling en -verwerking fluctueren dermate per jaar, dat geen rechtstreekse kostendekking uit de afvalstoffenheffing kan worden verwacht. De heffing die de burger zou moeten betalen zou geen gestage lijn volgen, maar erg fluctueren. De reserve is gevormd uit de ontvangen afvalstoffenheffing en dient in principe ter egalisatie. Zolang de hoogte van de reserve meer bedraagt dan € 550.000,-- is het meerdere beschikbaar voor matiging van noodzakelijke tariefstijgingen. Daarbij wordt een meerjarige koers gevolgd.
- B12 -
402 Bestemmingsreserve
Reserve inzameling en verwerking afval Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 2.154.365 235.008 2.389.373
2014 2.389.373 15.400 110.375 2.294.398
2015 2.294.398 15.400 278.096 2.031.702
2016 2.031.702 15.400 361.978 1.685.124
2017 1.685.124 15.400 308.197 1.392.327
2018 1.392.327 15.400 231.864 1.175.863
2014
2015
2016
2017
2018
15.400
15.400
15.400
15.400
15.400
15.400
15.400
15.400
15.400
15.400
Verminderingen Onttrekking tariefsmaatregelen Egalisatie afvalstoffenheffing
110.375
120.000 158.096
120.000 241.978
120.000 188.197
120.000 111.864
Totaal verminderingen
110.375
278.096
361.978
308.197
231.864
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Risico bedrijfsafval Egalisatie afvalstoffenheffing Totaal vermeerderingen
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B13 -
403 Programma 4. Mobiliteit en bereikbaarheid
Rioleringen Portefeuillehouder J.J. Beintema
Budgethouder Clustermanager Grondgebied
Doel Het doel van de reserve is het opvangen van fluctuaties in de berekening van de rioolheffing.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 1.001.533 40.061 129.938 911.656
2014 911.656 36.466 154.139 793.983
Omvang Minimum omvang: € 380.000,-Dit bedrag is gebaseerd 10% van de opbrengst van de rioolheffing (circa € 3,8 miljoen).
2015 793.983 31.759 3.484 822.258
2016 822.258 32.890 134.165 720.983
2017 720.983 28.839 185.976 563.846
2018 563.846 22.554 226.274 360.126
Maximum omvang: € 950.000,-Dit bedrag is gebaseerd 25% van de opbrengst van de rioolheffing (circa € 3,8 miljoen). Voor de omvang is aansluiting gezocht bij het VGRP (Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan).
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt inflatie en rente toegevoegd. Het percentage is gelijk aan het rentepercentage dat wordt gehanteerd in de jaarlijkse richtlijnen budgetcyclus.
Toelichting / onderbouwing De reserve is gevormd uit de ontvangen rioolheffing en dient in principe ter egalisatie. De jaarlijkse kosten van het beheer en onderhoud van rioleringen fluctueren dermate per jaar, dat geen rechtstreekse kostendekking uit rioolheffingen kan worden verwacht. De rioolheffing die de burger moeten betalen zou geen gestage lijn volgen, maar erg fluctueren. Zolang de hoogte van de reserve meer bedraagt dan € 380.000,-- en er ruimte is binnen het VGRP, is het meerdere beschikbaar voor matiging van noodzakelijke tariefstijgingen. Daarbij wordt een meerjarige koers gevolgd. Het huidige (Verbreed) Gemeentelijk Rioleringsplan loopt van 2010 tot en met 2015. Daarin wordt aangegeven welke inspanningen wij plegen op het gebied van het inzamelen en afvoeren van afval- en regenwater, maar ook het langer vasthouden van regenwater (tegengaan verdroging) en de zorg voor het grond- en oppervlaktewater. In 2015 wordt een nieuw VGRP vastgesteld voor de periode 2016 tot en met 2021. Ambtelijk zijn de voorbereidingen hiervoor gestart. De inzet is om het investeringsniveau in de nieuwe planperiode omlaag te brengen.
- B14 -
403 Bestemmingsreserve
Reserve rioleringen Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 1.001.533 40.061 129.938 911.656
2014 911.656 36.466 154.139 793.983
2015 793.983 31.759 3.484 822.258
2016 822.258 32.890 134.165 720.983
2017 720.983 28.839 185.976 563.846
2018 563.846 22.554 226.274 360.126
2014
2015
2016
2017
2018
Totaal vermeerderingen
-
-
-
-
-
Verminderingen Egalisatie rioolheffing
154.139
3.484
134.165
185.976
226.274
Totaal verminderingen
154.139
3.484
134.165
185.976
226.274
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Egalisatie rioolheffing
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B15 -
405
Wet maatschappelijke ondersteuning
Programma 7. Maatschappelijke ondersteuning en zorg
Portefeuillehouder J.H. Coes
Budgethouder Clustermanager Samenleving
Doel Doel van de reserve is het opvangen van fluctuatie in de uitgaven op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 1.217.481 5.511.340 5.546.602 1.182.219
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 1.182.219 5.871.265 6.435.205 618.279
2015 618.279 4.884.624 4.797.775 705.128
2016 705.128 4.884.624 4.754.770 834.982
2017 834.982 4.884.624 4.814.991 904.615
2018 904.615 4.884.624 4.806.145 983.094
Maximum omvang: niet van toepassing
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt inflatie toegevoegd. Het percentage is gelijk aan het inflatiepercentage dat wordt gehanteerd in de jaarlijkse richtlijnen budgetcyclus.
Toelichting / onderbouwing De gemeente heeft op grond van de WMO een compensatieplicht: mensen, die beperkingen hebben in hun zelfredzaamheid en hun maatschappelijke participatie, hebben recht op voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die hen in staat stellen om § een huishouden te voeren, § zich te verplaatsen in en om hun woning, § zich lokaal per vervoermiddel te verplaatsen, en § medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. De compensatieplicht is een “open-einde” verplichting. Dit betekent dat de verplichting niet afhankelijk is van de beschikbaarheid van middelen. Ook als het geraamde budget in de loop van het jaar verbruikt is, blijft de gemeente verplicht om voorzieningen te verstrekken. Er zijn dus financiële risico’s verbonden aan de uitvoering van de WMO en deze risico’s worden afgedekt met de reserve. In 2014 is een deel van de invoeringskosten voor de nieuwe gedecentraliseerde taken (3D’s) ten laste van de reserve gebracht. De uitgaven in het kader van de Wmo en de inkomsten die wij daarvoor in het gemeentefonds ontvangen zijn structureel in evenwicht. De functie van egalisatie van de uitgaven zal naar de huidige inzichten beperkt zijn. Daarnaast mag verwacht worden dat er in de eerste twee jaren nog invoeringskosten moeten worden gemaakt waarvoor binnen de beschikbare middelen in het Sociaal Deelfonds geen ruimte is. Deze kosten kunnen wij dan in 2015 en 2016 uit de beschikbare reserve dekken.
- B16 -
405 Bestemmingsreserve
Reserve Wmo Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 1.217.481 5.511.340 5.546.602 1.182.219
2014 1.182.219 5.871.265 6.435.205 618.279
2015 618.279 4.884.624 4.797.775 705.128
2016 705.128 4.884.624 4.754.770 834.982
2017 834.982 4.884.624 4.814.991 904.615
2018 904.615 4.884.624 4.806.145 983.094
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Storting Septembercirculaire 2013 Meicirculaire 2014 inflatie Meicirculaire 2014 korting Terugdraaien autonome middelen
2014
2015
2016
2017
2018
5.894.552 233.900 92.813 - 350.000
5.872.839 266.421 92.813 - 997.449 - 350.000
5.872.839 266.421 92.813 - 997.449 - 350.000
5.872.839 266.421 92.813 - 997.449 - 350.000
5.872.839 266.421 92.813 - 997.449 - 350.000
Totaal vermeerderingen
5.871.265
4.884.624
4.884.624
4.884.624
4.884.624
6.020.405
5.862.337 - 96.520 - 997.449
5.821.251 - 118.930 - 997.449
5.846.006 - 134.443 - 997.449
5.846.006 - 143.289 - 997.449
29.407
49.898
100.877
100.877
4.797.775
4.754.770
4.814.991
4.806.145
Verminderingen Kosten Wmo Egalisatie begroting 2015 Lagere uitgaven huishoudelijke hulp Invoeringskosten decentralisaties Scootmobielen Totaal verminderingen
414.800
6.435.205
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B17 -
406
Salomonsonhuis / zorgpunt
Programma 7. Maatschappelijke ondersteuning en zorg
Portefeuillehouder J.H. Coes
Budgethouder Clustermanager Samenleving
Doel Deze reserve is gevormd uit de ontvangen gelden uit de liquidatie van de Stichting Salomonsonhuis. De gelden werden ter beschikking gesteld onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de middelen moeten worden aangewend voor projecten in het kader van de Zorg.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2013 163.883 163.883
2014 163.883 163.883
2015 163.883 163.883
2016 163.883 163.883
2017 163.883 163.883
2018 163.883 163.883
Maximum omvang: € 170.000,-Er wordt niets meer gestort in deze reserve.
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing De reserve is gevormd uit externe middelen, waarbij destijds duidelijke doelstellingen zijn geformuleerd. In voorgaande jaren is een deel van de middelen besteed aan het Zorgloket, maar dat is inmiddels opgegaan in de frontoffice Welzijn en daarmee een geïntegreerd onderdeel van de gemeentelijke dienstverlening. Dat biedt de mogelijkheid om de resterende middelen in te zetten op andere projecten zoals de zorgvloer in het Ravijn – zwem sport zorg – op het moment dat daar een invulling voor is.
- B18 -
406 Bestemmingsreserve
Reserve Salomonsonhuis / zorgpunt Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 163.883 163.883
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen
2014 163.883 163.883
2015 163.883 163.883
2016 163.883 163.883
2017 163.883 163.883
2018 163.883 163.883
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen
Totaal verminderingen Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B19 -
407 Programma 3. Werk, economie en inkomen
Bijzondere bijstand Portefeuillehouder J.H. van den Dolder
Budgethouder Clustermanager Samenleving
Doel Egalisatie van de schommelingen van de uitgaven voor bijzondere bijstand.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2013 161.104 161.104 -
2014 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
Maximum omvang: € 300.000,-Dit bedrag is gebaseerd op 10% overschrijding van het jaarlijks beschikbare budget, gedurende 5 jaar. Het jaarlijkse budget is circa € 600.000,--.
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing Bijzondere bijstand wordt verstrekt aan hen die op grond van individuele omstandigheden niet in staat zijn noodzakelijke bestaanskosten uit eigen middelen te voldoen. Daarnaast biedt het algemene inkomensondersteunende tegemoetkomingen en worden, op projectmatige basis, activiteiten ontwikkeld t.b.v. personen met een minimuminkomen. Op basis van de WWB heeft de gemeente de plicht om beleid te ontwikkelen m.b.t. bijzondere bijstand. Bij de inhoudelijke vormgeving van het beleid heeft de gemeente een zekere beleidsvrijheid. De bijzondere bijstand is een open-einde regeling die sterk door externe ontwikkelingen wordt beïnvloed.
- B20 -
407 Bestemmingsreserve
Reserve bijzondere bijstand Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 161.104 161.104 -
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Egalisatie
2014 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen Egalisatie Totaal verminderingen Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B21 -
409
Wet Werk en Bijstand (WWB)
Programma 3. Werk, economie en inkomen
Portefeuillehouder J.H. van den Dolder
Budgethouder Clustermanager Samenleving
Doel Egalisatiereserve voor de WWB, IOAW, IOAZ en BBZ.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2013 240.037 326.176 319.825 246.388
2014 246.388 246.388 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
Maximum omvang: € 550.000,-Dit bedrag is gebaseerd 10% van het jaarbudget (circa € 5,5 miljoen).
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing Met ingang van 2004 trad de Wet Werk en Bijstand (WWB) in werking en wordt de bijstandsverlening voor 100% gefinancierd uit het inkomensdeel Wet Werk en Bijstand. Sindsdien liggen de financiële risico’s volledig bij de gemeente. De IOAW, IOAZ en de BBZ voor starters vallen hier sinds 2010 ook onder. Deze reserve valt buiten de werking van het sociaal deelfonds.
- B22 -
409 Bestemmingsreserve
Reserve Wet Werk en Bijstand Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 240.037 326.176 319.825 246.388
2014 246.388 246.388 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
2014
2015
2016
2017
2018
Totaal vermeerderingen
-
-
-
-
-
Verminderingen Bijstelling verwachting Te verwachten kosten
- 53.612 300.000
Totaal verminderingen
246.388
-
-
-
-
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Egalisatie
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B23 -
411 Programma 6. Woon- en leefomgeving
Groenrenovaties Portefeuillehouder T.C. Walder
Budgethouder Clustermanager Grondgebied
Doel De reserve is bedoeld voor het behoud van ingezette aanpassingen, voor extra verbeteringen of gerichte projecten in het openbaar groen en om gelden die worden ontvangen ter compensatie te kunnen reserveren zodat ze later gericht en geoormerkt kunnen worden ingezet.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2013 88.110 5.941 94.051
2014 94.051 94.051
2015 94.051 94.051
2016 94.051 94.051
2017 94.051 94.051
2018 94.051 94.051
Maximum omvang: niet van toepassing Er is geen maximum omvang aangezien de ontvangen gelden ingezet dienen te worden voor groenrenovaties en niet vrij kunnen vallen ten gunste van de algemene middelen.
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing De reserve kan onder andere voor de onderstaande onderdelen worden aangewend: § Renovaties, inclusief herstel schades bij bomen en groenvoorzieningen; § Projecten in het kader van de uitvoering van het groenbeleidsplan; § Herplanten en/of verplanten van bomen als gevolg van verleende kapvergunningen. Het uitgangspunt hierbij is dat meerjarig de inkomsten en uitgaven in evenwicht zijn.
- B24 -
411 Bestemmingsreserve
Reserve groenrenovaties Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 88.110 5.941 94.051
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen
2014 94.051 94.051
2015 94.051 94.051
2016 94.051 94.051
2017 94.051 94.051
2018 94.051 94.051
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen
Totaal verminderingen Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B25 -
413 Programma 6. Woon- en leefomgeving
Duurzaam bouwen Portefeuillehouder T.C. Walder
Budgethouder Clustermanager Grondgebied
Doel Uit de opbrengst van alle door de gemeente te verkopen gronden wordt € 3,-- per m2 gereserveerd voor alle milieumaatregelen die ter uitvoering van klimaat en duurzaam bouwen beleid noodzakelijk zijn.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2013 7.183 1.626 8.809 -
2014 15.024 15.024 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
Maximum omvang: niet van toepassing Er is geen maximum omvang aangezien de ontvangen gelden ingezet dienen te worden voor klimaat en duurzaam bouwen beleid en niet vrij kunnen vallen ten gunste van de algemene middelen.
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing De provincie heeft uit het Essent Bespaarplan Aandeelhouders gelden beschikbaar voor cofinanciering van gemeentelijke financieringsmaatregelen voor energiebesparing in particuliere bestaande woningen en van kleinere gemeentelijke projecten op het gebied van onder meer de organisatie rondom energiebesparing in de bestaande woningbouw. De middelen die in de reserve aanwezig zijn kunnen voor de cofinanciering worden aangewend. Aangezien de storting volgens het BBV niet mogelijk is dient de reserve opgeheven te worden.
- B26 -
413 Bestemmingsreserve
Reserve duurzaam bouwen Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 7.183 1.626 8.809 -
2014 15.024 15.024 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Bijdrage duurzaam bouwen Herziening grondexploitaties
2014
2015
2016
2017
2018
15.024
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen
15.024
-
-
-
-
Verminderingen Intensivering duurzaamheidsbeleid Opheffen reserve
15.000 24
Totaal verminderingen
15.024
-
-
-
-
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B27 -
414 Programma 5. Cultuur, recreatie en sport
1/3-regeling accommodatiebeleid Portefeuillehouder J.H. Coes
Budgethouder Clustermanager Samenleving
Doel De reserve is ingesteld om op een goede manier te kunnen inspelen op ontwikkelingen met betrekking tot wijk-, buurt- en sportaccommodaties.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 105.166 105.166
2014 105.166 50.000 100.000 55.166
Omvang Minimum omvang: € 100.000,-Dit is het maximum van de subsidie die aanvragers op grond van de regeling 1/3-regeling wijk- en buurtaccommodaties kunnen ontvangen in het lopende begrotingsjaar.
2015 55.166 50.000 105.166
2016 105.166 50.000 155.166
2017 155.166 50.000 205.166
2018 205.166 50.000 255.166
Maximum omvang: € 200.000,-Dit is het maximum van de subsidie die aanvragers op grond van de regeling 1/3-regeling wijk- en buurtaccommodaties kunnen ontvangen in het lopende begrotingsjaar en het volgende begrotingsjaar.
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing Wij kenden tot 2013 twee verschillende 1/3-regelingen, één voor wijk- en buurtwerk en één voor sportaccommodaties. Inmiddels zijn deze twee regelingen geïntegreerd in een integraal accommodatiebeleid. Dit heeft er toe geleid dat ook de Stichting Ruitersport Nijverdal-Hellendoorn een beroep op de regeling kon doen.
- B28 -
414 Bestemmingsreserve
Reserve 1/3-regeling accommodatiebeleid Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 105.166 105.166
2014 105.166 50.000 100.000 55.166
2015 55.166 50.000 105.166
2016 105.166 50.000 155.166
2017 155.166 50.000 205.166
2018 205.166 50.000 255.166
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Jaarlijkse storting
2014
2015
2016
2017
2018
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
Totaal vermeerderingen
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
-
-
-
-
Verminderingen Stichting Ruitersport Nijverdal-Hellendoorn
100.000
Totaal verminderingen
100.000
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B29 -
415 Programma 5. Cultuur, recreatie en sport
Kunst Portefeuillehouder J.H. van den Dolder
Budgethouder Clustermanager Samenleving
Doel Om middelen vrij te maken voor de beeldende kunst wordt 1% van de overschotten op jaarrekening en de bestuursrapportages beschikbaar gesteld voor de beeldende kunst.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2013 20.782 20.782
2014 20.782 307 8.000 13.089
2015 13.089 13.089
2016 13.089 13.089
2017 13.089 13.089
2018 13.089 13.089
Maximum omvang: € 100.000,-Indien de reserve hoger is dan de maximum omvang, vervalt het meerdere ten gunste van de algemene middelen.
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing
- B30 -
415 Bestemmingsreserve
Reserve kunst Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 20.782 20.782
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen 1% jaarrekeningsaldo Totaal vermeerderingen
2014 20.782 307 8.000 13.089
2015 13.089 13.089
2016 13.089 13.089
2017 13.089 13.089
2018 13.089 13.089
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
307 307
Verminderingen De schone slaapster
8.000
Totaal verminderingen
8.000
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B31 -
416 Programma 6. Woon- en leefomgeving
Rood-voor-rood Portefeuillehouder T.C. Walder
Budgethouder Clustermanager Grondgebied
Doel Het saldo van de kosten/ontvangsten van het gemeentelijke rood-voor-roodbeleid wordt in deze reserve gestort of aan deze reserve onttrokken.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2013 35.575 18.201 53.776
2014 53.776 9.344 63.120
2015 63.120 63.120
2016 63.120 63.120
2017 63.120 63.120
2018 63.120 63.120
Maximum omvang: niet van toepassing Er is geen maximum omvang aangezien de ontvangen gelden ingezet dienen te worden voor het versterken van de ruimtelijke kwaliteit en niet vrij kunnen vallen ten gunste van de algemene middelen.
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing Deze reserve is ingesteld naar aanleiding van het beleid voor vrijkomende bebouwing in het buitengebied, meer specifiek “Rood voor Rood”. Onder bepaalde voorwaarden mogen opstallen in het buitengebied worden gesloopt, waarna op deze of een andere locatie woningbouw mag plaatsvinden. Doordat de bestemming van de grond wijzigt van een agrarische naar een woonbestemming, zal deze grond in waarde stijgen. De initiatiefnemer is verplicht deze waardestijging in te zetten voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit, in eerste instantie op het eigen erf of op de plaats van het compensatiekavel. Indien de initiatiefnemer niet de gehele bijdrage aan ruimtelijke kwaliteit op eigen erf kan realiseren, wordt het niet besteedde deel van het bedrag gestort in de reserve Rood-voor-Rood. De middelen die deze geoormerkte bestemmingsreserve bevat worden ingezet voor het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in het landelijke gebied, zoals sloop van landschap ontsierende vrijkomende gebouwen en herstel van groene- en of cultuurhistorische (veelal ook recreatief aantrekkelijke) objecten in de landschappelijk waardevolle zones van het landelijke gebied. Dit kunnen behalve gemeentelijke projecten ook initiatieven van burgers en ondernemers zijn.
- B32 -
416 Bestemmingsreserve
Reserve rood-voor-rood Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Dekking uit res. reconstructie plattelandsvern. Verlaging bijdrage asbestsanering Totaal vermeerderingen
2013 35.575 18.201 53.776
2014 53.776 9.344 63.120
2015 63.120 63.120
2016 63.120 63.120
2017 63.120 63.120
2018 63.120 63.120
2014
2015
2016
2017
2018
9.344
-
-
-
-
-
-
-
-
-
33.344 - 24.000
Verminderingen Kosten Totaal verminderingen
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving nnb 18.375 Afrekening recreatief fietspad Rhaan bij Luchtenberg
- B33 -
417
WOP de Blokken
Programma 6. Woon- en leefomgeving
Portefeuillehouder J.J. Beintema
Budgethouder Clustermanager Grondgebied
Doel Het reserveren van eigen middelen en bijdragen van derden ter egalisering van gemeentelijke lasten van het Wijkontwikkelingsplan de Blokken.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 1.810.118 72.405 237.728 227.443 1.892.808
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 1.892.808 75.712 135.250 278.360 1.825.410
2015 1.825.410 73.016 1.555.848 342.578
2016 342.578 13.703 356.281 -
2017 -
2018 -
Maximum omvang: niet van toepassing
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt inflatie en rente toegevoegd. Het percentage is gelijk aan het rentepercentage dat wordt gehanteerd in de jaarlijkse richtlijnen budgetcyclus. De volledige rente wordt aan de reserve toegevoegd omdat anders de omvang van de reserve op termijn niet toereikend zal zijn.
Toelichting / onderbouwing In 2013 heeft de raad besloten de reserve op te heffen per 1-1-2015. De gemeentelijke lasten van WOP de Blokken lopen met ingang van 2015 mee in de reguliere begroting. De uitvoering van het de Middenzone (woonwijk) WOP de Blokken is afgerond, maar de inrichting van het Blokkenpark zal pas in 2015 tot uitvoering komen. De afrekening met de Woningstichting Hellendoorn (terugbetaling surplus op voorschot subsidie) zal naar verwachting in 2016 plaatsvinden. Daarna kan de reserve worden opgeheven.
- B34 -
417 Bestemmingsreserve
Reserve WOP de Blokken Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 1.810.118 72.405 237.728 227.443 1.892.808
2014 1.892.808 75.712 135.250 278.360 1.825.410
2015 1.825.410 73.016 1.555.848 342.578
2016 342.578 13.703 356.281 -
2017 -
2018 -
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Storting
135.250
Totaal vermeerderingen
135.250
Verminderingen Gesaldeerde kapitaallasten Opheffen reserve (cf begroot) Opheffen reserve Afrekening Woningstichting Hellendoorn Totaal verminderingen
278.360 1.555.848 12.872 343.409 278.360
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B35 -
1.555.848
356.281
418
Reconstructie plattelandsvernieuwing
Programma 6. Woon- en leefomgeving
Portefeuillehouder T.C. Walder
Budgethouder Clustermanager Grondgebied
Doel Beheer van (PMJP) middelen die vanuit de provincie beschikbaar zijn gesteld voor de bevordering van de reconstructie van het landelijke gebied.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2013 211.104 16.616 227.720
2014 227.720 33.344 194.376
2015 194.376 194.376
2016 194.376 194.376
2017 194.376 194.376
2018 194.376 194.376
Maximum omvang: niet van toepassing Er is geen maximum omvang aangezien de ontvangen gelden ingezet dienen te worden voor de projecten en doelen waarvoor deze zijn ingebracht (ten gunste van het landelijke gebied) en niet vrij kunnen vallen ten gunste van de algemene middelen.
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing Vanuit de provincie werden (PMJP) middelen beschikbaar gesteld voor de bevordering van de reconstructie van het landelijke gebied. Ook de gemeente Hellendoorn heeft hiervoor middelen beschikbaar gesteld. Inmiddels zijn tijdens de pMJP-periode tot eind 2013, de stimuleringsmogelijkheden voorzover die een planologische component bevatten zoveel mogelijk opgenomen in de bestemmingsplannen omdat het de bedoeling is het proces van doorlopende (duurzame) veranderingen in het landelijke gebied ook van onder op gaande te houden. De volgende factoren hebben geleid tot het instellen en instandhouden van deze reserve: § De projecten voor de reconstructie / plattelandsvernieuwing / Reggeherstelwerken, en ook die inmiddels het gevolg zijn van de doorwerking van de beheerplannen Natura 2000 hebben vaak lange doorlooptijden. Omdat in de loop van elk jaar diverse projecten met langere doorlooptijd worden geïnitieerd, maar er aan het eind van het jaar nog harde verplichtingen zijn aangegaan voor deze projecten, zouden deze middelen vervallen en daarmee ook de teloorgang veroorzaken van de projecten; § Diverse externe partijen leveren (deel)bijdragen aan de veelal integrale projecten als ook de gemeente Hellendoorn hierin slagvaardig participeert. In sommige gevallen worden deze bedragen vooruit ontvangen; § De middelen die beschikbaar zijn hebben regelmatig een multipliereffect. Dit betekent dat een gering bedrag dat de gemeente beschikbaar stelt hogere bijdragen of inspanningen van derden kan genereren voor projecten en gebiedsprocessen in het landelijke gebied. Hierbij moet gedacht worden aan bijdragen van andere overheden, bedrijven en organisaties; § de gemeente heeft een verantwoordingsplicht omtrent de besteding van deze gelden.
- B36 -
418 Bestemmingsreserve
Reserve reconstructie plattelandsvernieuwing Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Restant budget
2013 211.104 16.616 227.720
2014 227.720 33.344 194.376
2015 194.376 194.376
2016 194.376 194.376
2017 194.376 194.376
2018 194.376 194.376
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen Overboeking naar reserve rood-voor-rood
33.344
Totaal verminderingen
33.344
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving 2015/16 25.000 Reggeherstelprojecten 2015/16 60.500 Eversberg 2015/16 10.000 Luchtenberg grondruil 2015/16 10.000 Fietspaden 2015/16 2.500 Landinrichting Rijssen
- B37 -
419
Wachtgelden huidige wethouders
Programma 8. Bestuur en middelen
Portefeuillehouder A.H. Raven
Budgethouder Clustermanager Bedrijfsvoering
Doel De reserve is ingesteld om gelijkmatig een buffer op te bouwen voor toekomstige wachtgeldverplichtingen van de huidige wethouders die na de gemeenteraadsverkiezingen niet terugkeren of tussentijds aftreden, zodat wij in het verkiezingsjaar niet met hoge wachtgeldverplichtingen ineens worden geconfronteerd.
Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2013 200.000 100.000 300.000
2014 300.000 100.000 382.424 17.576
2015 17.576 100.000 117.576
2016 117.576 100.000 217.576
2017 217.576 100.000 317.576
2018 317.576 100.000 417.576
Maximum omvang: € 500.000,-Dit is voldoende om de wachtgeldverplichtingen voor 2 wethouders volledig op te kunnen vangen.
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing Indien het maximum van de reserve wordt bereikt, zal het meerdere worden gestort in de vrij aanwendbare reserve en is in dat kader beschikbaar als incidenteel dekkingsmiddel.
- B38 -
419 Bestemmingsreserve
Reserve wachtgelden huidige wethouders Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 200.000 100.000 300.000
2014 300.000 100.000 382.424 17.576
2015 17.576 100.000 117.576
2016 117.576 100.000 217.576
2017 217.576 100.000 317.576
2018 317.576 100.000 417.576
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Toekomstige wachtgeldverplichtingen
2014
2015
2016
2017
2018
100.000
100.000
100.000
100.000
100.000
Totaal vermeerderingen
100.000
100.000
100.000
100.000
100.000
Verminderingen Overboeken naar voorziening wachtgeld 710 Kosten outplacement oud wethouders
352.424 30.000
Totaal verminderingen
382.424
-
-
-
-
Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B39 -
420
Reserve sociaal domein
Programma 2. Onderwijs, opvoeding en jeugd 3. Werk, economie en inkomen 7. Maatschappelijke ondersteuning en zorg
Portefeuillehouder J.H. Coes J.H. van den Dolder J.H. Coes
Budgethouder Clustermanager Samenleving
Doel De reserve wordt ingesteld om de diverse meerjarige fluctuaties binnen het sociaal domein te kunnen egaliseren, maar ook om eventuele herverdeeleffecten na 2018 op te kunnen vangen.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 -
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
Maximum omvang: niet van toepassing
Toevoeging inflatie en rente Aan deze reserve wordt geen inflatie en rente toegevoegd.
Toelichting / onderbouwing Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de nieuwe Wmo, de Jeugd- en Participatiewet. Hiervoor ontvangen wij middelen vanuit het gemeentefonds. De reserve wordt ingesteld om meerjarige fluctuaties in de budgetten én de uitgaven van de drie decentralisaties te kunnen opvangen. De integratie-uitkering Wmo (voor de oude taken) en de Wwb maken bijvoorbeeld geen onderdeel uit van dit sociaal domein en die geldstroom maakt derhalve ook geen onderdeel uit van deze reserve. In de meicirculaire 2014 zijn de volgende budgetten bekend gemaakt: Hellendoorn AWBZ naar Wmo Jeugdzorg Participatiebudget Stand 31 december
2015 5.654.766 7.516.299 5.113.928 18.284.993
2016 5.924.843 7.409.423 4.807.000 18.141.266
2017 5.760.240 7.158.750 4.509.000 17.427.990
2018 5.744.259 7.203.444 4.273.000 17.220.703
Uit het overzicht blijkt al duidelijk dat er sprake is van fluctuerende budgetten op de verschillende onderdelen.
- B40 -
420 Bestemmingsreserve
Reserve sociaal domein Stand van de reserve Stand 1 januari Rentetoevoeging Overige vermeerderingen Verminderingen Stand 31 december
2013 -
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen
2014 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen
Totaal verminderingen Claims op de reserve (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B41 -
- B42 -
Bijlage C.
Overzicht per voorziening
- B43 -
701
ISV
Programma 6. Woon- en leefomgeving
Portefeuillehouder T.C. Walder
Budgethouder Clustermanager Grondgebied
Doel Van de Provincie ontvangen we bedragen uit het investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV) welke worden gestort in de voorziening.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 465.716 465.716
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 465.716 17.263 448.453
2015 448.453 304.295 144.158
2016 144.158 144.158
2017 144.158 144.158
2018 144.158 144.158
Maximum omvang: niet van toepassing
Indexatie Deze voorziening wordt niet geïndexeerd.
Toelichting / onderbouwing De ontvangen middelen kunnen worden aangewend voor projecten binnen de gemeente die te maken hebben met stedelijke vernieuwing. Onttrekkingen kunnen alleen plaats vinden voor projecten die voldoen aan de door de Provincie vastgestelde richtlijnen. De omvang van de voorziening wordt bepaald door het ontvangen bedrag van de provincie en de aanwending daarvan.
- B44 -
701 Voorziening van derden verkregen middelen
Voorziening ISV Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen
2013 465.716 465.716
2014 465.716 17.263 448.453
2015 448.453 304.295 144.158
2016 144.158 144.158
2017 144.158 144.158
2018 144.158 144.158
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Zonnepanelen Kulturhusen CLAIM
17.263
Totaal aanwendingen
17.263
304.295 304.295
Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving 2015 304.295 Gevelisolatie RW35 (wel geraamd als claim) nnb 12.000 Aaltink sanering garage nnb 118.106 Diverse bodemonderzoeken ivm eventuele saneringen
- B45 -
702
Toekomstige verliezen grondexploitatie
Programma 6. Woon- en leefomgeving
Portefeuillehouder T.C. Walder
Budgethouder Clustermanager Grondgebied
Doel Het treffen van de financiële dekking voor geraamde tekorten op grondexploitaties.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 2014 2015 2016 2017 2018 8.872.706 9.527.073 11.417.682 11.796.782 12.208.054 11.118.955 654.367 3.726.429 379.100 411.272 427.722 444.921 - 1.835.820 - 1.516.821 9.527.073 11.417.682 11.796.782 12.208.054 11.118.955 11.563.876
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
Maximum omvang: niet van toepassing
Indexatie De berekening is op basis van contante waarde. Daarom vindt er jaarlijks indexatie plaats.
Toelichting / onderbouwing Twee maal per jaar worden de grondexploitaties herzien. De herziening bij de 2e bestuursrapportage 2014 heeft geleid tot het treffen van onderstaande voorziening per in exploitatie genomen en niet in exploitatie genomen gronden (IEGG en NIEGG) per ultimo 2014: IEGG: • Hellendoorn Noord fase 1 € 707.000,-• Kruidenwijk Zuid fase 1 € 632.000,-• Lochter III € 1.701.000,-NIEGG: • Hellendoorn Noord fase 2 &3 € 4.069.000,-• Kruidenwijk Zuid fase 2 &3 € 2.792.000,-• Van den Steen van Ommerenstraat € 1.517.000,--
- B46 -
702
Voorziening toekomstige verliezen grondexploitatie
Geactiveerde voorziening
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 8.872.706 654.367 9.527.073
2014 9.527.073 3.726.429 1.835.820 11.417.682
2015 11.417.682 379.100 11.796.782
2016 11.796.782 411.272 12.208.054
2017 12.208.054 427.722 1.516.821 11.118.955
2018 11.118.955 444.921 11.563.876
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Indexatie (o.b.v. herzieningen 2014) Bijstelling omvang nav herz. 2014 Overboeking van bufferreserve bij herz. 2014 Kosten Pilot HdN (tlv bufferreserve 1e burap)
2014
2015
2016
2017
2018
363.160 1.428.771 1.821.498 113.000
379.100
411.272
427.722
444.921
Totaal vermeerderingen
3.726.429
379.100
411.272
427.722
444.921
Verminderingen t.g.v. exploitatie Vrijval Stevo (verliesneming) Vrijval ivm activeren Baron v.Sternbachlaan
1.835.820
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie
1.835.820
-
-
1.516.821
-
-
-
-
-
-
1.516.821
Aanwendingen
Totaal aanwendingen Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B47 -
703
Parkeerbeleid
Programma 4. Mobiliteit en bereikbaarheid
Portefeuillehouder J.J. Beintema
Budgethouder Clustermanager Grondgebied
Doel Op basis van de 'Parkeerbijdrage-regeling Gemeente Hellendoorn' worden bedragen ontvangen van bedrijven in verband met de aanleg van parkeerplaatsen op gemeentegrond. Deze gelden worden gestort in de voorziening parkeerbeleid.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 1.002 14.500 15.502
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 15.502 15.502
2015 15.502 15.502
2016 15.502 15.502
2017 15.502 15.502
2018 15.502 15.502
Maximum omvang: niet van toepassing
Indexatie Deze voorziening wordt niet geïndexeerd.
Toelichting / onderbouwing Op grond van de genoemde regeling verplicht de gemeente zich om zorg te dragen voor de aanleg van een overeengekomen aantal parkeerplaatsen of voor andere voorzieningen die er toe bijdragen dat het gebruik van de parkeerplaatsen wordt verbeterd. Een en ander binnen een straal van 1000 meter van het betreffende pand en binnen een termijn van 10 jaar na datum van de bouwvergunning. Mocht blijken dat een parkeerplaats of -plaatsen moet(en) worden aangelegd, dan wordt de voorziening aangesproken. Zo niet, dan wordt het bedrag met rente terug gestort. De omvang van de voorziening wordt bepaald door de stortingen die er zijn vanuit de 'Parkeerbijdrageregeling Gemeente Hellendoorn'.
- B48 -
703 Voorziening van derden verkregen middelen
Voorziening parkeerbeleid Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 1.002 14.500 15.502
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Egalisatie
2014 15.502 15.502
2015 15.502 15.502
2016 15.502 15.502
2017 15.502 15.502
2018 15.502 15.502
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen
Totaal aanwendingen Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B49 -
704
Privatisering was- en kleedruimten
Programma 5. Cultuur, recreatie en sport
Portefeuillehouder J.H. Coes
Budgethouder Clustermanager Samenleving
Doel De voorziening is ingesteld nadat in 2002 de was- en kleedruimten zijn geprivatiseerd en heeft tot doel vanaf 2018 de verenigingen in staat te stellen deze ruimten nog één keer te kunnen renoveren c.q. vervangende nieuwbouw te plegen.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 1.557.700 342.700 1.215.000
2014 1.215.000 131.729 183.271 900.000
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing Omvang wordt elk jaar bepaald op grond van de verplichting aan de voetbalverenigingen en de actuele bouwindex.
2015 900.000 900.000
2016 900.000 900.000
2017 900.000 900.000
2018 900.000 900.000
Maximum omvang: niet van toepassing Omvang wordt elk jaar bepaald op grond van de verplichting aan de voetbalverenigingen en de actuele bouwindex.
Indexatie Deze voorziening wordt niet geïndexeerd.
Toelichting / onderbouwing De omvang van de voorziening is berekend op basis van de verplichting die de gemeente heeft naar de diverse voetbalverenigingen (eindwaarde). In 2014 heeft een herijking plaatsgevonden naar aanleiding van (opnieuw) een verzoek om vervroegde uitbetaling.
- B50 -
704 Overige voorziening
Voorziening privatisering was- en kleedruimten Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 1.557.700 342.700 1.215.000
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen
2014 1.215.000 131.729 183.271 900.000
2015 900.000 900.000
2016 900.000 900.000
2017 900.000 900.000
2018 900.000 900.000
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Vrijval i.v.m. herijking DES
131.729
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie
131.729
Aanwendingen Uitbetaling DES
183.271
Totaal aanwendingen
183.271
Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B51 -
706
Tekorten SW bedrijven
Programma 3. Werk, economie en inkomen
Portefeuillehouder J.H. van den Dolder
Budgethouder Clustermanager Samenleving
Doel In verband met de in 1994 bij Soweco doorgevoerde reorganisatie moet rekening gehouden worden met (wachtgeld)verplichtingen tot en met 2015. Voor deze verplichtingen en gelet op de risico’s is er een voorziening in het leven geroepen.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2013 3.596 1.272 2.324
2014 2.324 1.207 1.117
2015 1.117 1.117 -
2016 -
2017 -
2018 -
Maximum omvang: € 1.117 (per 1-1-2015) Het betreft de maximum wachtgeldverplichting.
Indexatie Deze voorziening wordt niet geïndexeerd.
Toelichting / onderbouwing De omvang van de voorziening is berekend op basis van de wachtgeldverplichtingen.
- B52 -
706 Overige voorziening
Voorziening tekorten SW-bedrijven Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 3.596 1.272 2.324
2014 2.324 1.207 1.117
2015 1.117 1.117 -
2016 -
2017 -
2018 -
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Aanwendingen Tekorten SW
1.207
1.117
Totaal aanwendingen
1.207
1.117
-
-
-
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen
Totaal vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie
Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B53 -
707
Participatiefonds
Programma 3. Werk, economie en inkomen
Portefeuillehouder J.H. van den Dolder
Budgethouder Clustermanager Samenleving
Doel Indien het participatiebudget niet in het lopend jaar benut wordt, mag het overschot onder bepaalde condities meegenomen worden naar volgend jaar. Dit bedrag wordt in de voorziening participatiefonds gestort. Indien het bedrag het volgende jaar niet (volledig) wordt gebruikt, zal het door het Rijk (gedeeltelijk) worden teruggevorderd.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 100.000 100.000
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 100.000 100.000 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
Maximum omvang: niet van toepassing
Indexatie Deze voorziening wordt niet geïndexeerd.
Toelichting / onderbouwing De voorziening kan worden opgeheven bij de jaarrekening 2014. Door de invoering van de Participatiewet vallen de middelen voor re-integratie vanaf dat moment onder het sociaal domein en de gelijknamige (in te stellen) reserve.
- B54 -
707 Voorziening van derden verkregen middelen
Voorziening participatiefonds Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 100.000 100.000
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen
2014 100.000 25.000 75.000 -
2015 -
2016 -
2017 -
2018 -
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Vrijval door lagere schade GR4
25.000
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie
25.000
Aanwendingen Betaling schade GR4
75.000
Totaal aanwendingen
75.000
Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B55 -
709
APPA
Programma 8. Bestuur en middelen
Portefeuillehouder A.H. Raven
Budgethouder Clustermanager Bedrijfsvoering
Doel De gemeente is verplicht om voor de wethouders een pensioenvoorziening te treffen. De voorziening APPA (Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers) is gevormd voor de wethouders die rechten kunnen ontlenen aan de Wet APPA.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 2.925.296 268.484 66.964 3.126.816
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 3.126.816 75.000 102.699 3.099.117
2015 3.099.117 125.000 116.650 3.107.467
2016 3.107.467 125.000 116.650 3.115.817
2017 3.115.817 125.000 116.650 3.124.167
2018 3.124.167 125.000 116.650 3.132.517
Maximum omvang: niet van toepassing
Indexatie Deze voorziening wordt geïndexeerd. De indexatie is afhankelijk van de rekenrente.
Toelichting / onderbouwing De omvang van de voorziening wordt berekend op basis van berekeningen door RAET.
- B56 -
709 Voorziening personeel
Voorziening APPA Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 2.925.296 268.484 66.964 3.126.816
2014 3.126.816 75.000 102.699 3.099.117
2015 3.099.117 125.000 116.650 3.107.467
2016 3.107.467 125.000 116.650 3.115.817
2017 3.115.817 125.000 116.650 3.124.167
2018 3.124.167 125.000 116.650 3.132.517
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Stortingen
2014
2015
2016
2017
2018
75.000
125.000
125.000
125.000
125.000
Totaal vermeerderingen
75.000
125.000
125.000
125.000
125.000
-
-
-
-
-
Aanwendingen Pensioenen voormalige wethouders
102.699
116.650
116.650
116.650
116.650
Totaal aanwendingen
102.699
116.650
116.650
116.650
116.650
Verminderingen t.g.v. exploitatie
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie
Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B57 -
710
Wachtgelden oud-wethouders
Programma 8. Bestuur en middelen
Portefeuillehouder A.H. Raven
Budgethouder Clustermanager Bedrijfsvoering
Doel De voorziening is ingesteld om te kunnen voldoen aan de toekomstige wachtgeldverplichtingen van voormalige wethouders die na de gemeenteraadsverkiezingen niet zijn teruggekeerd of tussentijds zijn afgetreden.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 235.420 556 178.236 56.628
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 56.628 352.424 150.107 258.945
2015 258.945 105.466 153.479
2016 153.479 98.700 54.779
2017 54.779 54.779 -
2018 -
Maximum omvang: niet van toepassing
Indexatie Deze voorziening wordt niet geïndexeerd.
Toelichting / onderbouwing De omvang van de voorziening is berekend op basis van de maximale wachtgeldverplichting, waarbij geen rekening gehouden is met eventueel te verrekenen inkomsten.
- B58 -
710 Voorziening personeel
Voorziening wachtgelden oud-wethouders Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 235.420 556 178.236 56.628
2014 56.628 352.424 150.107 258.945
2015 258.945 105.466 153.479
2016 153.479 98.700 54.779
2017 54.779 54.779 -
2018 -
2014
2015
2016
2017
2018
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Overboeking uit reserve 419
352.424
Totaal vermeerderingen
352.424
-
-
-
-
-
-
-
-
-
56.628 93.479
105.466
98.700
54.779
150.107
105.466
98.700
54.779
Verminderingen t.g.v. exploitatie
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Wachtgelden 2010-2014 Wachtgelden 2014-2017 Totaal aanwendingen Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B59 -
-
714
Vordering verkoop Vennootschap BV
Programma 8. Bestuur en middelen
Portefeuillehouder J.J. Beintema
Budgethouder Clustermanager Bedrijfsvoering
Doel In het kader van de verkoop van Essent hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties gegeven aan RWE. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd op een aparte bankrekening zal worden aangehouden (in jargon: in escrow zal worden gestort).
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 95.470 2.379 93.091
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 93.091 93.091
2015 93.091 93.091 -
2016 -
2017 -
2018 -
Maximum omvang: € 173.000,-Dit is het maximumbedrag van de escrow.
Indexatie Deze voorziening wordt niet geïndexeerd.
Toelichting / onderbouwing Op het beheerde geld zal een rentevergoeding worden uitgekeerd en een eventueel overschot op het einde komt geheel ten goede aan de verkopende aandeelhouders. Op dit moment wordt 100% voorzien. Jaarlijks beoordeelt de Aandeelhouderscommissie samen met haar adviseurs de stand van deze voorziening in relatie tot de (resterende) risico’s en informeert de (overige) aandeelhouders en haar accountants. De omvang van de voorziening is berekend op basis van het aandeel van de gemeente Hellendoorn in de escrow.
- B60 -
714 Geactiveerde voorziening
Voorziening op Vordering verkoop Vennootschap Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen
2013 95.470 2.379 93.091
2014 93.091 93.091
2015 93.091 93.091 -
2016 -
2017 -
2018 -
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Vrijval escrow
93.091
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie
-
93.091
-
-
-
-
-
-
-
-
Aanwendingen
Totaal aanwendingen
Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving 2015 onbekend Het restant van de escrow zal onder aftrek van de ingediende claims door RWE op 30 september 2015 vrijvallen.
- B61 -
715
Wachtgelden voormalig personeel
Programma 8. Bestuur en middelen
Portefeuillehouder A.H. Raven
Budgethouder Clustermanager Bedrijfsvoering
Doel De voorziening is ingesteld om te kunnen voldoen aan de toekomstige wachtgeldverplichtingen van voormalig personeel.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 208.100 2.512 8.212 202.400
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 202.400 57.900 144.500
2015 144.500 71.500 73.000
2016 73.000 47.500 25.500
2017 25.500 25.500 -
2018 -
Maximum omvang: niet van toepassing
Indexatie Deze voorziening wordt niet geïndexeerd.
Toelichting / onderbouwing De omvang van de voorziening is berekend op basis van de maximale wachtgeldverplichting, waarbij rekening is gehouden met inflatie. Er is geen rekening gehouden met eventueel te verrekenen inkomsten. De voorziening is bedoeld voor de huidige wachtgelders en valt vrij als de wachtgeldverplichting komt te vervallen. Eventuele nieuwe wachtgelders komen rechtstreeks ten laste van de exploitatie.
- B62 -
715 Voorziening personeel
Voorziening wachtgelden voormalig personeel Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 208.100 2.512 8.212 202.400
2014 202.400 57.900 144.500
2015 144.500 71.500 73.000
2016 73.000 47.500 25.500
2017 25.500 25.500 -
2018 -
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Aanwendingen Wachtgeld voormalig personeel
57.900
71.500
47.500
25.500
Totaal aanwendingen
57.900
71.500
47.500
25.500
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen Storting voormalig personeel Totaal vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie
Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B63 -
-
716
Voorziening dubieuze debiteuren algemeen
Programma 8. Bestuur en middelen
Portefeuillehouder A.H. Raven
Budgethouder Clustermanager Bedrijfsvoering
Doel Voorziening treffen voor vorderingen die mogelijk geheel of gedeeltelijk niet inbaar zijn.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 458.131 47.500 42.589 463.042
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 463.042 75.000 264.536 123.506
2015 123.506 123.506
2016 123.506 123.506
2017 123.506 123.506
2018 123.506 123.506
Maximum omvang: niet van toepassing De omvang wordt jaarlijks vastgesteld.
Indexatie Deze voorziening wordt niet geïndexeerd.
Toelichting / onderbouwing Het betreft zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke vorderingen. Voor vorderingen op grond van de WWB is een aparte voorziening ingesteld. De omvang wordt jaarlijks vastgesteld op basis van een lijst met openstaande vorderingen per 31 december van dat jaar.
- B64 -
716 Geactiveerde voorziening
Voorziening dubieuze debiteuren algemeen Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 458.131 47.500 42.589 463.042
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen
2014 463.042 75.000 264.536 123.506
2015 123.506 123.506
2016 123.506 123.506
2017 123.506 123.506
2018 123.506 123.506
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Claus en Kaan
75.000
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie
75.000
Aanwendingen Claus en Kaan
264.536
Totaal aanwendingen
264.536
Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B65 -
717
Voorziening dubieuze debiteuren WWB
Programma 3. Werk, economie en inkomen
Portefeuillehouder J.H. van den Dolder
Budgethouder Clustermanager Samenleving
Doel Voorziening treffen voor vorderingen op grond van de WWB die mogelijk geheel of gedeeltelijk niet inbaar zijn.
Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 501.824 11.804 490.020
Omvang Minimum omvang: niet van toepassing
2014 490.020 490.020
2015 490.020 490.020
2016 490.020 490.020
2017 490.020 490.020
2018 490.020 490.020
Maximum omvang: niet van toepassing De omvang wordt jaarlijks vastgesteld.
Indexatie Deze voorziening wordt niet geïndexeerd.
Toelichting / onderbouwing Het betreft vorderingen in het kader van de WWB. Hieronder vallen ook vorderingen inzake IOAW, IOAZ en BBZ. De omvang wordt jaarlijks vastgesteld op basis van een lijst met openstaande vorderingen per 31 december van dat jaar.
- B66 -
717 Geactiveerde voorziening
Voorziening dubieuze debiteuren WWB Stand van de voorziening Stand 1 januari Vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen Stand 31 december
2013 501.824 11.804 490.020
Toelichting geaccordeerde mutaties Vermeerderingen
2014 490.020 490.020
2015 490.020 490.020
2016 490.020 490.020
2017 490.020 490.020
2018 490.020 490.020
2014
2015
2016
2017
2018
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal vermeerderingen Verminderingen t.g.v. exploitatie
Totaal verminderingen t.g.v. exploitatie Aanwendingen
Totaal aanwendingen Claims op de voorziening (nog niet verwerkt in de stand) Jaar Bedrag Omschrijving
- B67 -