NOODFONDS Verslag VluchtelingenWerk Oost Nederland

NOODFONDS Verslag 2013 VluchtelingenWerk Oost Nederland

COLOFON NOODFONDS Verslag 2013 is een uitgave van VluchtelingenWerk Oost Nederland Het Noodfonds is een zelfstandig fonds binnen VluchtelingenWerk Oost Nederland (VWON). VluchtelingenWerk Oost Nederland is ­begin 2013 voortgekomen uit de fusie van VluchtelingenWerk Gelderland en VluchtelingenWerk Overijssel. De nieuwe organisatie VWON vormt, samen met de elf andere regionale stichtingen binnen de vereniging VluchtelingenWerk Nederland, een landelijk dek­ kend netwerk voor belangenbehartiging en begeleiding van vluchtelingen en asielzoekers. VWON is een lokaal stevig verankerde maatschappelijke organisatie, met een breed dienstenaanbod. Binnen VWON waren in 2013 rond de 1800 vrijwilligers actief. Daarnaast bewaakten rond de 65 betaalde (veelal agogisch geschoolde) medewerkers de kwaliteit en con­ tinuïteit van de reguliere dienstverlening. De belangrijkste werkzaamheden komen voort uit ondersteuning rond de asielprocedure en coaching/begeleiding op het brede gebied van integratie, participatie en inburgering. Deze reguliere dienstverlening van VWON wordt via inkoopbudgetten en/of subsidie­ budgetten door gemeentes en overheid gefinancierd. Het Noodfonds staat geheel los van deze financiering en is voor de verwerving van zijn middelen volkomen afhankelijk van donateurs. Adres Rijnkade 87 6811 HD Arnhem Tel 026 – 3702777 Fax 026 – 3517781 Internet www.vwon.nl Email [email protected] Kijk ook op Facebook.com/vwoostnederland, twitter @VWOostnederland VluchtelingenWerk Oost Nederland is door de Belastingdienst aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Zij is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nr KvK 09127609. De stichting is in het bezit van het CBF-keurmerk ‘keur voor goede doelen’. Met dit keurmerk zijn bestuur en beleid, fondsenwerving, de besteding van de middelen en de verantwoording/verslaglegging, onder­ werp van strenge beoordeling door het onafhankelijke Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF)

2

WOORD VOORAF In dit verslag legt de stichting verantwoording af over de in 2013 ontvangen en bestede middelen van het Noodfonds. Het Nood­ fonds helpt individuele cliënten die specifieke financiële proble­ men hebben. In 2013 zijn er via het Noodfonds en de aan haar gelieerde externe fondsen ongeveer 180 mensen geholpen. Voor veel mensen betekent een lening of gift een enorme verandering in hun leven. Een moeder kan door een gift haar kinderen terug­ zien, een gezin kan door een lening het voorschot op de huur betalen of een asielzoeker kan een verblijfsvergunningprocedure vervolgen door een bijdrage in de legeskosten. Kansen die zij hard nodig hebben in deze fase van hun leven. Door dit verslag heen laten wij u veel mensen zien die geholpen zijn door het noodfonds. Om privacyredenen zijn cliëntnamen en namen van locaties en betrokken medewerkers weggelaten. Boekjaar 2013 was voor het Noodfonds van VWON een jaar dat met een positief saldo ter hoogte van circa 10 % van de totale omzet, kon worden afgesloten. De giften en donaties voor het Fonds waren voldoende hoog om niet alleen vele vluchtelingen financieel kunnen bijstaan maar ook het Noodfondsboekjaar 2014 vanuit een positieve financiële positie te kunnen openen. De financiële buffer is voldoende om, bij ongewijzigde uitgaven en onverhoopt stagnerende inkomsten, een kwartaal lang aanvragen te kunnen honoreren. Als richtlijn voor de omvang van het Nood­ fondsvermogen wordt 25% van de verwachte exploitatie aange­ houden, een niveau dat eind 2013 is bereikt.

Het biedt voor 2014 de ruimte te bezien waar de toekennings­ criteria in het Noodfondsreglement mogelijk kunnen worden versoepeld. Regels moeten worden nageleefd, maar kunnen en zullen worden bijgesteld als de wenselijkheid zich opdringt en de mogelijkheid bestaat. Het Noodfonds is er voor de mensen. De middelen van het Noodfonds zijn geheel afkomstig van dona­ teurs (bijv. kerken, gemeenten, particulieren, sponsoren) en van andere fondsen (bijv. het gelieerde VluchtelingenFonds en Legesfonds van de vereniging VluchtelingenWerk Nederland). Daarnaast komen de bijdrages vanuit enkele bedrijven (een restaurant, advocatenkantoren, een rijschool, een assurantieadviesbureau) aan het Noodfondsbudget ten goede. Ook me­ dewerkers van VWON maken regelmatig gebruik van de mogelijk­ heid bedragen te doneren, bijv. door onkostenvergoedingen te storten in het Noodfonds. Elke bijdrage, hoe klein ook, is er één en wordt op prijs gesteld. Ik dank allen voor hun bijdrage en hoop in 2014 opnieuw te mogen rekenen op een gift. Jan van der Werff, Directeur Stichting VluchtelingenWerk Oost Nederland 

INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 1 Werkwijze en processen van het noodfondsbijdragen 1.1: Missie 1.2: Bij welke financiële nood kan het Noodfonds helpen? 1.3: Wanneer kunnen cliënten een beroep doen op het Noodfonds? 1.4: Wie beoordeelt de aanvragen? 1.5: Hoe worden aanvragen beoordeeld?

3

2 Financieel verslag Noodfonds 2.1: Exploitatieoverzicht en saldo 2.2: Uitgaven kort toegelicht 2.3 Inkomsten 2.4 Activiteiten om inkomsten te genereren Bijlage: Noodfondsreglement 2013

7 7 8 9 9

4 4 4 4 5 5

10

3

Hoofdstuk 1: Werkwijze en processen van het noodfonds 1.1 Missie

Het Noodfonds van Stichting Vluchtelingenwerk Oost Neder­ land is vele jaren geleden in het leven geroepen om specifieke financiële noden van individuele cliënten te kunnen verlichten. Een financiële tegemoetkoming uit het Noodfonds ligt direct in het verlengde van de algemene doelstelling van VWON: op­ vang, begeleiding en belangenbehartiging van asielzoekers en vluchtelingen.

1.2 Bij welke financiële nood kan het Noodfonds helpen?

Het Noodfonds helpt cliënten met kosten die voortvloeien uit bijzondere, direct aan het vluchtelingschap gerelateerde proble­ men. Bijvoorbeeld de diverse kosten rondom de asielprocedure, zoals: legeskosten om een verblijfsvergunning aan te vragen of te verlengen, reiskosten naar een advocaat of naar IND, griffie­ kosten, vertaalkosten van documenten, kosten van een docu­ mentonderzoek of een deskundigenverklaring. Maar het kan ook gaan om de tijdelijke opvangkosten en leefkosten die een uitgeprocedeerde moet maken in afwachting van vertrek, de hoge kosten van een noodzakelijke medische behandeling of overige kosten waar men zonder eigen schuld in verzeild is geraakt. Een volledig overzicht van de soort vragen waar het Noodfonds tracht te helpen, is opgenomen in het Noodfondsreglement (zie bijlage).

Gezinshereniging, een kwestie van lange adem

Verreweg het merendeel der aanvragen betreft, in voorgaande jaren en in 2013 ook weer, het verzoek om een bijdrage in het kader van een gezinsherenigingsprocedure. Gezinshereniging is doorgaans voor vluchtelingen een langdurige en meestal ook kostbare aangelegenheid. Denk hierbij aan kosten van DNAonderzoek, vertaalkosten van allerlei documenten en natuurlijk de reis- en ticketkosten om de gezinsleden uiteindelijk over te kunnen laten komen. De International Organisation for Migra­ tion (IOM) kan vluchtelingen helpen om de overkomst van hun familie te regelen, maar heeft daarvoor geen financiële middelen beschik­baar. Het Noodfonds kan een oplossing bieden.

1.3. Wanneer kunnen clienten een aanvraag doen op het Noodfonds? Een aanvraag kan bij het Noodfonds ingediend worden, wan­ neer geen of onvoldoende beroep kan worden gedaan op voor­ liggende/reguliere/wettelijke voorzieningen (bijvoorbeeld bij gemeente, COA), en andere middelen (bijvoorbeeld eigen geld of leningen) ook niet voorhanden zijn.

Het noodfondsreglement biedt het kader waar deze aanvragen aan moeten voldoen. De (vrijwillige) medewerker van Vluchtelin­ genWerk Oost Nederland die de situatie van de client goed kent, bekijkt op welke manier er het beste gehandeld kan worden voor een specifieke vraag van zijn/haar cliënt. In overleg kan besloten worden om de aanvraag in te dienen bij de Noodfondscommis­

Cliënte vluchtte in 2008 uit haar vaderland met, noodgedwongen, achterlating van haar partner en vier kinderen. September 2008 kwam ze in Nederland aan. Ruim een jaar later werd, na het verkrijgen van haar verblijfsvergunning, de gezinsherenig­ ingsprocedure opgestart, via een zgn. ‘adviesaanvraag’ (MVV) voor haar partner en kinderen. Een perio­de van wachten brak aan. Februari 2010 kwam een negatief advies op de aanvraag voor haar partner, wiens verblijfplaats niet kon worden getraceerd. In verband met de aanvraag voor de kinderen werden aanvullende vragen gesteld. Augustus 2010 kwam, na vele malen contact met de IND, helaas tevens een afwijzing op de aanvraag voor de kinderen. In de daaropvolgende twee jaar verhuisden de kinderen, overleed het familielid waar zij verbleven en werd er van advocaat gewisseld. September 2012 kwam dan toch het bericht dat bij de ambassade afspraken gemaakt konden worden voor inter­ views met de kinderen en afname van hun DNA. Eind oktober vonden de interviews en de DNA-afname plaats, en daarna was opnieuw, maandenlang, geduld een schone zaak. April 2013 kwam eindelijk het verlossende bericht: de MVV is toegekend en de kinderen komen naar Nederland! Nu moest geld geregeld worden, afspraken moesten worden gemaakt en tickets gekocht. Het Noodfonds kon daarbij helpen. Juni 2013, nadat ze elkaar bijna vijf jaar niet hadden gezien, werden moeder en kinderen eindelijk herenigd. De kinderen zitten nu in Nederland op school en doen het goed. Leidinggevende aan vrijwilligers

4

sie en/of aanvullende bijdragen te vragen van kerken of andere fondsen. Zo heeft de landelijke Vereniging VluchtelingenWerk drie gelieerde fondsen, die geoormerkt geld geven via het VWON Noodfonds.

1.4 Wie beoordeelt de aanvragen?

Aanvragen moeten door een medewerker van VWON worden inge­ diend. Dat is in principe degene die de achtergrond van de client en diens specifieke ondersteuningsvraag, goed kent. De margi­ nale beoordeling op rechtmatigheid en noodzaak vindt reeds in het overleg tussen cliënt en begeleider plaats. Vóór de aanvraag wordt doorgezonden naar een extern fonds of de Noodfondscom­ missie, wordt deze geaccordeerd door de leidinggevende. De Noodfondscommissie heeft binnen VluchtelingenWerk Oost Nederland een centrale rol m.b.t. het Noodfonds. De Noodfonds­ commissie bestond in 2013 uit tien leden, afkomstig uit alle gelederen van de stichting (betaalde krachten en vrijwilligers). Zij geeft voorlichting en advies aan medewerkers over de moge­ lijkheden van het Noodfonds, en verwijst eventueel door naar andere voorzieningen, bijv. de gemeente, COA of de gelieerde externe fondsen. Zijn alle voorzieningen uitgeput, dan is een directe aanvraag bij het Noodfonds een laatste vangnet. De noodfondscommissie beoordeelt vervolgens de aanvragen die direct aan het Noodfonds gedaan worden.

Het gezin wacht op een beslissing van de IND over een aanvraag voor een verblijfsvergunning op grond van het zogenaamde ‘kinderpardon’. Omdat in de noodopvang van een kerk geen plek meer is, is het gezin ingetrokken bij verre familie in een kleine woning, waar alle familie­ leden moeten zien rond te komen van eén bijstands­ uitkering. Dat is enorm zwaar en hierdoor ontstaat een huurachterstand. Omdat goede hoop bestaat dat het gezin daadwerke­ lijk een verblijfsvergunning krijgt en voorkomen moet worden dat het gezin ondertussen steeds verder in de financiële problemen verzandt, besluit het Noodfonds eenmalig een tegemoetkoming in de huur te verstrek­ ken. Het gezin heeft uiteindelijk een verblijfsvergunning gekregen. Ze hebben nu voor zichzelf een huis binnen de gemeente. De dochter uit het gezin studeert in Leiden. Juridisch medewerker

1.5 Hoe worden aanvragen beoordeeld?

Een financiële tegemoetkoming kan worden verstrekt op grond van één van de in het Noodfondsreglement vermelde categorieën (zie bijlage). Geld in het fonds kan geoormerkt zijn voor een specifieke finan­ cieringsvraag van een cliënt (deze middelen komen veelal binnen via een gelieerd extern fonds) òf afkomstig zijn uit algemene donaties. Aanvragen waarbij een beroep wordt gedaan op de algemene, niet geoormerkte bijdragen in het Noodfonds, worden altijd beoordeeld door de Noodfondscommissie. Aan deze Noodfondscommissie zijn in 2013 in totaal 40 aan­ vragen ter beoordeling voorgelegd. Van deze 40 werden er 17

Cliënt kreeg een verblijfsvergunning, maar kampte door traumatische ervaringen in zijn land van herkomst met ernstige psychische klachten. Vanwege de psychische klachten maakte hij schulden. Het beetje geld dat hij (eigenlijk niet) kon mis­ sen, maakte hij over naar zijn achtergebleven vrouw en kinderen. Toen de IND de inge­diende aanvraag voor gezinshereniging uiteindelijk honoreerde, was er nauwelijks geld voor de vliegtickets. Het Noodfonds honoreerde de aanvraag voor een bij­drage in de reiskosten. Het gezin is inmiddels, na jaren, weer bij elkaar. Sindsdien gaat het beter met cliënt. Zijn genezingsproces gaat met sprongen vooruit. De zekerheid dat zijn gezin in veiligheid is en de toegewijde zorg van zijn echtgenote doen wonderen. Leidinggevende aan vrijwilligers

5

gaande de procedure door cliënten zelf weer ingetrokken (bijv. omdat andere financieringsmogelijkheden gevonden werden), van de overige 23 kende de commissie 13 aanvragen toe en wees 10 aanvragen af, omdat ze niet voldeden aan de criteria van het Noodfondsreglement. Als we de aanvragen aan de gelieerde ex­ terne fondsen erbij nemen, dan zijn er in 2013 in totaal ruim 180 aanvragen gehonoreerd, voor een bedrag van bijna € 100.000,-. Verreweg het grootste deel had betrekking op bijdragen in de kosten van gezinshereniging (art. 4.2, bijna € 80.000,- uit­ gekeerd). De Commissie opereert onafhankelijk. Aanvragen worden inge­ diend bij de voorzitter, die ze controleert op volledigheid en die tevens op grond van de voorgelegde omstandigheden aanvullen­ de vragen kan stellen. Daarna wordt de volledige aanvraag naar tenminste drie commissieleden gestuurd. Om tot een zorgvuldige afweging te komen vindt, zo nodig, telefonisch overleg plaats. Nadat de commissie een besluit genomen heeft, stelt zij de aan­ vrager schriftelijk en gemotiveerd van de uitkomst op de hoogte. Wanneer een aanvraag wordt afgewezen bestaat de mogelijkheid tot het instellen van beroep bij het bestuur van de stichting. Dit dient, schriftelijk en gemotiveerd, binnen dertig dagen te ge­ beuren.

Cliënte kreeg een verblijfsvergunning asiel en diende bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst een aanvraag in voor ge­ zinshereniging. Deze aanvraag werd na enige tijd gehonoreerd. Mevrouw kwam niet vaak bij Vluchtelingenwerk. Er was slechts sporadisch contact. Op het spreekuur van VWON vertelde zij dat haar gezin onlangs in Nederland was aangekomen en dat zij daarvoor best veel geld had moeten inzamelen bij de Somalische gemeenschap. De betrokken medewerker wees haar op de moge­lijkheid om een vergoeding van een deel van de ticketkosten bij het Noodfonds aan te vragen. De Commissie wees deze aanvraag in eerste instantie af. Het Noodfonds is immers bedoeld voor ‘noodgevallen’. Als het cliënten zelf lukt geld bijeen te sparen of elders geld te ver­ garen, kan in het algemeen niet gesproken worden van een noodgeval en kan dus geen beroep worden gedaan op de middelen van het Noodfonds. In de regel vergoedt het Noodfonds daarom geen reeds gemaakte kosten. In tweede instantie, nadat beroep was aangetekend, is de aanvraag echter alsnog toegekend. Nader onderzoek leverde nieuwe inzichten op, die voldoende reden gaven voor een herziening ten gunste van cliënt. Juridisch medewerker

6

Hoofdstuk 2: Financieel verslag Noodfonds 2.1. Exploitatieoverzicht en saldo

Het Noodfonds is als balanspost opgenomen in de door de accountant goedgekeurde jaarrapportage 2013 van VWON. Onderstaand exploitatie-overzicht ligt aan die balansopstelling ten grondslag met als kanttekening dat nu een foutieve boeking van gemeentebijdragen ten behoeve van uitgenodigde vluchtelingen gecorrigeerd is, die in de balans van jaarrekening 2014 zal worden verwerkt.

Exploitatieoverzicht Middelen in €

Toegekende aanvragen in €

Noodfonds art. 4.1 Ondersteuning asielprocedure

10.547,00

Noodfonds art. 4.2 kosten Gezinshereniging

78857,76

Noodfonds art. 4.5 kosten studie

70,00

Noodfonds art. 5 uitgeprocedeerden extra

235,65

Noodfonds art. 6.2 kosten noodsituaties

6.746,27

Noodfonds art. 6.3 reiskosten asielprocedure

426,10

Noodfonds kosten VOVO

261,00

Noodfonds

3.482,34

Noodfonds ontvangsten overige fondsen

8.197,70

Noodfonds ontvangsten van kerken

16.896,24

Noodfonds ontvangsten van particulieren

14.869,58

Noodfondsbijdragen VVN DFU

3.108,00

Art.Fonds 4.1 Bijzondere Ondersteuning asielprocedure Noodfondsbijdragen VVN Noden Art. 4.2 Kosten gezinshereniging Noodfondsbijdragen VVN Gezinshereniging Art. 4.5 Kosten studie voorheen 4.6 TOTALEN Art. 5 Uitgeprocedeerden extra Art. 6.2 Kosten noodsituaties Art.6.3. Reiskosten asielprocedure Noodfonds kosten VOVO

550,55 60.094,55 107.198,96

97.153,92

Aard en omvang Bestedingen

Art. 4.1 Ondersteuning asielprocedure Art. 4.2 Kosten gezinshereniging Art. 4.5 Kosten studie voorheen 4.6 Art. 5 Uitgeprocedeerden extra Art. 6.2 Kosten noodsituaties Art.6.3. Reiskosten asielprocedure Noodfonds kosten VOVO

Aard en omvang Middelen Noodfonds Ontvangsten overige fondsen Ontvangsten van kerken Ontvangsten van particulieren Bijdragen VVN DFU Bijdragen VVN Fonds Bijzondere Noden Bijdragen VVN gezinshereniging Noodfonds Ontvangsten overige fondsen Ontvangsten van kerken Ontvangsten van particulieren

7

OMVANG NOODFONDS EN EXPLOITATIEOVERZICHT Saldo per 1 januari 2013 Ontvangsten 2013 (giften, donaties etc.) Bestedingen/verstrekkingen

€ 18.591,00 € 107.198,96 € 97.153,92

Saldo Reserve per 31 december 2013 Aan de hand van de criteria van het Noodfondsreglement, probeert de stichting zoveel mogelijk mensen de gevraagde hulp te bieden. Het Noodfonds is er voor de mensen. De stichting streeft niet naar een overschot aan het eind van een boekjaar en wijst geen aanvragen af om reserves op te bouwen. Maar de hoeveelheid en zwaarte van de aanvragen en de daaruit voort­ komende verstrekkingen, evenals de binnenkomende middelen (giften, donaties etc.) zijn voor een belangrijk deel onvoor­ spelbaar. Ze hangen af van ‘toevalligheden’ als de toestroom van vluchtelingen, het economisch klimaat, de gulheid van de goede gevers, de zwaarte van de te lenigen noden, etc. Noodfondsboekjaar 2013 werd met een licht positief saldo1 af­ gesloten van iets meer dan 10% van de totale uitgaven over dat jaar.

2.2. Uitgaven kort toegelicht

De aanvragen voor een bijdrage uit het Noodfondsbudget worden beoordeeld op basis van de criteria in samenhang met de arti­ kelen uit het Reglement. De artikelen vertegenwoordigen (zie exploitatieschema op pag. 8) bepaalde uitgavenposten, zoals daar in 2013 (hoofdzakelijk) zijn: Ondersteuning asielprocedure (art. 4.1) Kosten ter ondersteuning van de asielprocedure zijn kosten die noodzakelijk gemaakt moeten worden met het oog op een eerlijke en zorgvuldige procedure. Denk hierbij aan de kosten van (getuige-) deskundigenverklaringen, kosten van docu­ mentonderzoek en taalanalyse (beide soms in het kader van contra-expertise), griffie- en legeskosten etc. Gezinshereniging (art. 4.2) Het Noodfonds verstrekt bijdragen of leningen ter bestrijding van de kosten van gezinshereniging, afhankelijk van de financiële situatie van de cliënt. Bijvoorbeeld de kosten van vliegtickets, DNA-onderzoek van de kinderen in het thuis­ land, reiskosten naar de ambassade, vertaalkosten van de in de GZH-procedure noodzakelijke documenten, etc. 1 het saldo is een boekingsaldo d.d. 31-12-2013, dat wil zeggen dat de over het boekjaar aangehouden verplichtingen en vorderingen niet zijn meerekend.

 € 10.045,04 € 28.636,04 Studie en scholing (art. 4.5) Asielzoekers die verblijven in de AZC’s kunnen een aanvraag tegemoetkoming studiekosten allereerst bij het COA zelf indienen. De kosten die het COA niet vergoedt, kunnen door het Noodfonds betaald worden. Uitgeprocedeerden extra (art. 5) Aan uitgeprocedeerde cliënten van VWON worden met name kosten voor levensonderhoud, medische kosten, en bepaalde reiskosten vergoed. Nood- en uitzonderlijke situaties (art. 6.2) Het gaat hier bijvoorbeeld om kosten van acuut noodzake­ lijk geworden medische behandelingen, of om kosten door finan­ciële problemen waarin men buiten eigen schuld terecht is gekomen. Reiskosten i.h.k. van asielprocedure (art. 6.3) Het gaat hier om bijvoorbeeld reiskosten naar een zitting t.b.v. een Voorlopige Voorziening (VoVo), een zitting van een onderzoekscommissie, of een zitting van een onderzoek van Amnesty International, of om reiskosten naar advocaat, ambassade of IND. Om zoveel mogelijk cliënten behulpzaam te kunnen zijn bedraagt de toekenning per aanvraag in principe max. € 750 per gezin per jaar. Is meer geld nodig, dan doet de stichting al het mogelijke om andere bronnen (derden, COA, fondsen, kerken, sponsors, medewerkers etc.) aan te boren, waardoor uiteindelijk het uit­ betaalde bedrag het maximum kan overschrijden.

2.3 Inkomsten

De middelen van het Noodfonds zijn afkomstig van donaties en giften van particulieren, (ex)medewerkers van Vluchtelingen­ Werk, bedrijven, verenigingen, diverse fondsen, gemeentes, kerkgenootschappen etc.. De meeste stortingen in het Fonds komen voort uit doelgerichte inzamelingsacties of gesponsorde activiteiten. Van de baten verdienen de 3 landelijke VVN-fondsen die in het exploitatie-overzicht zijn opgenomen bijzondere

Cliënte, een jonge vrouw, vluchtte twee jaar geleden van Ivoorkust naar Nederland. Haar drie kinderen van 5, 4 en 2 jaar moest ze achterlaten bij oma. Cliënte verlangde erg naar haar kinderen. Ze had geen foto’s van hen en kon alleen bellen om hun stem­ men te horen en aan de weet te komen hoe het met hen ging. Het duurde twee jaar, een spannende tijd van afwachten, voordat zekerheid kwam dat de kinderen naar Nederland mochten komen. Hun reis mocht geboekt worden. Dat kostte echter geld dat cliënte niet had. Medewer­kers van VluchtelingenWerk gingen samen met haar op zoek naar spon­ sors. Dankzij financiële bijdragen van het Noodfonds en de kerken in haar woonplaats kon moeder uiteindelijk haar kinderen eind 2013 in de armen sluiten. Ze zijn als familie weer samen! Medewerker

8

aandacht. Niet alleen omdat ze met bijna €.64.000,- de belan­ grijkste voedingsbron voor de (geoormerkte) bijdragen zijn. Maar ook omdat vanaf 2014 de middelen van deze fondsen niet-geoormerkt worden overgedragen en onder mandaat van de Noodfondscommissie VWON komen te vallen.

2.4 activiteiten om inkomsten te genereren

Voorkomen dat de bodem van het Fonds in zicht komt, is voort­ durend punt van zorg. Daarom ontplooit VluchtelingenWerk regelmatig activiteiten die extra geld moeten genereren: In het najaar van 2013 stelden de paters van het Studiehuis (St. Vincentius à Paulo) te Nijmegen, dat dicht ging en een andere bestemming moest krijgen, de meubels aan VWON ter beschik­ king voor de verkoop, zodat de opbrengst gebruikt kon worden om vluchtelingen te helpen, bijv. via het Noodfonds. Cliënt is sinds 2006 in Nederland, en wordt al lange tijd behandeld vanwege psychiatrische klachten. Hij heeft herhaaldelijk geprobeerd een reguliere aanvraag voor een verblijfsvergunning in te dienen, op medische gronden. Maar zijn psychische belemmeringen ver­ hinderden hem de aanvragen succesvol af te ronden. Samen met zijn advocaat, een Steunpunt voor Uitgepro­ cedeerden en VluchtelingenWerk wordt nu getracht de procedure tot een goed einde te brengen. Er is echter een bijdrage uit het Noodfonds nodig om de griffiere­ chten ten behoeve van een voorlopige voorziening te kunnen betalen. Het Noodfonds honoreert de aanvraag. De voorzieningenrechter heeft inmiddels de voorlopige voorziening toegewezen. Juridisch medewerker

In oktober 2013 startten medewerkers van VWON met een ‘donateurs-estafette’: na succesvolle werving van minstens één nieuwe donateur werd ‘het stokje’ doorgegeven aan een volgende medewerker, enz. In november werd een nieuwe sponsor gevonden. Prima voor Elkaar, een assurantie-adviesbureau in Ochten, droeg Vluchtelin­ genWerk een warm hart toe en zegde een jaarlijkse donatie toe. In het najaar van 2013 besloot VWON om binnen de stichting een brede deelname aan het Bridge-to-Bridge hardloopevenement (dat sept. 2014 plaatsvindt) te promoten, en startte meteen met de voorbereiding. Een team van betaalde medewerkers, vrijwil­ ligers, stagiairs en cliënten gaat samen de sportieve uitdaging aan, om sponsors te bewegen geld voor het Noodfonds te do­ neren.

Wilt u het Noodfonds steunen? U kunt een gift overmaken op NL11 INGB 0004295661 van VluchtelingenWerk Oost Nederland te Arnhem onder vermelding van: ‘Noodfonds’ VluchtelingenWerk Oost Nederland is door de belastingdienst erkend als een ‘algemeen Nut Beogende Instelling’ (ANBI) Donateurs van een ANBI mogen hun giften aftrekken van de inkomsten- of vennootschapsbelasting

Help vluchtelingen op weg in uw regio

Folder donateurswerving

We hebben een nieuwe folder uitgebracht over het Noodfonds van VluchtelingenWerk Oost Ne­derland. Wilt u onze folder bestellen? Stuur dan een mailtje naar [email protected], o.v.v. Noodfondsfolder.

foto: Goedele Monnens

Bekijk de folder op onze site: https://www.vluchtelingenwerk.nl/oostnederland/publicaties/nieuwe-folder-noodfonds-vwon Regio Oost Nederland

9

Reglement Algemeen Art. 1 Het Noodfonds van de Stichting VluchtelingenWerk Oost Nederland is toegankelijk voor asielzoekers, sta­ tushouders2 en uitgeprocedeerden3 die bij de Stichting VluchtelingenWerk Oost Nederland als cliënt geregis­ treerd staan, waarvan door de stichting een persoons­ dossier is aangelegd èn die woonachtig zijn in het werkgebied van een afdeling waarbinnen geen ander, zelfstandig fonds bestaat met gelijkaardige doelstel­ lingen. Uitgesloten zijn statushouders die de Neder­ landse nationaliteit verkregen hebben. Art. 2 Het doel van het fonds is om de in art. 1 omschreven doelgroep financieel te ondersteunen in de onder artikel 4, 5 en 6 genoemde omstandigheden indien daarvoor geen of onvoldoende wettelijke voorzieningen bestaan c.q. de reguliere voorzieningen niet toepasbaar zijn. Verstrekkingen dienen in het verlengde te liggen van de algemene doelstelling van VluchtelingenWerk Oost Ne­ derland: “opvang, begeleiding en belangenbehartiging van asielzoekers en vluchtelingen”. Art. 3 De bijdragen uit het Noodfonds van Vluchtelingen­ Werk Oost Nederland bedragen maximaal 750 euro per gezin per jaar. De Stichting zal al het mogelijke doen om eventueel noodzakelijke extra bijdragen te doen betalen vanuit andere fondsen. Op die wijze kan het via de Stichting uit te betalen bedrag het maximum van 750 euro overschrijden.

Categorieën Art. 4 De in artikel 4.1 tot en met 4.5 genoemde bijdragen worden alleen verstrekt aan: a. asielzoekers aan wie op basis van het juridisch stap­ penplan ondersteuning wordt verleend door de Stichting; b. houders van een vergunning tot verblijf; - bepaalde tijd asiel (vbta) en onbepaalde tijd asiel (vota) - bepaalde tijd regulier (vbtr) en onbepaalde tijd regu­ lier (votr), alleen voor diegene die de verblijfsvergun­ ning hebben gekregen op grond van het drie jarenbeleid - voorafgaand aan het verkrijgen van de verblijfsvergun­ ning ondersteuning gericht op toelating tot Nederland heeft gekregen uitgeprocedeerden (zie voetnoot 2 op pag.1).

2 met de beperking: tot max. 3 jaar na eerste vestiging in de gemeente. 3 uitgeprocedeerde: ex-asielzoeker, waarvan op grond van de in het werkdocument beschreven criteria volgens VWON en unit Humanitaire Dienstverlening vastgesteld is dat hij/zij bij terugkeer te vrezen heeft voor vervolging of onmenselijke behandeling, voor wie juridisch perspectief bestaat, of waarvoor op een andere manier een oplossing kan worden gevonden in Nederland of in een ander land.

10

Ondersteuning procedure, waaronder begrepen kan worden: - eigen bijdrage griffiekosten - legeskosten - vertaling documenten ten behoeve van ondersteuning toelatingsprocedure - contra-expertise taalanalyse - e.d. 4.1.

4.2 Gezinshereniging - vóór statusverlening indien vrouw of man en eventuele kinderen zich aantoonbaar in een levensbedreigende situatie bevinden - na statusverlening - noodzakelijke (juridische) kosten • mits de overkomst juridisch geregeld is • die voortvloeien uit de gezinsherenigingsaanvraag voor zover deze leiden tot toestemming voor overkomst. 4.3

(Re)migratie Zowel vóór als na statusverlening

4.4

Emigratie Bijdrage in de kosten van emigratie(procedure).

4.5

Studie/scholing Bijdrage in studiekosten, mits de studie perspectief biedt op vervolgopleiding en/of werk èn voldaan is aan de toelatingseisen van de studie N.B. bijdragen worden voor maximaal één jaar verstrekt. Bij meerjarige opleiding dient jaarlijks een aanvraag ingediend te worden.



Art. 5 Uitgeprocedeerden kunnen bovendien een beroep doen op de volgende verstrekkingen: - een bedrag van maximaal 10 euro per dag t.b.v. levens­ onderhoud wanneer hij/zij in afwachting is van het resul­ taat van de verdere juridische procedure in Nederland. N.B.: In verband met het mogelijk overschrijden van de maximumbijdrage van 750 euro zullen zo nodig aanvullende middelen worden gezocht tot het moment waarop de eerstvolgende beslissing in de juridische procedure genomen wordt. - Bijdrage in de kosten van levensonderhoud van maxi­ maal € 10 per dag voor uitgeprocedeerde asielzoekers die wel meewerken aan terugkeer, maar buiten hun schuld nog niet over de benodigde papieren beschikken. - Een bedrag van maximaal € 10 per dag wanneer hij/ zij wacht op (nieuw) bewijsmateriaal ter verhoging van kansen in de juridische procedure in Nederland of wil (r) emigreren maar wacht op vertrekmogelijkheid. N.B: de bijdrage geldt voor maximaal 25 dagen - Wanneer hij/zij in een ander (verdrags)land asiel wil aanvragen of daar om andere redenen naar toe wil: • bijdrage in reiskosten tot in verdragsland, zo nodig verhoogd met € 12,50 zakgeld • bijdrage in de kosten van emigratie(procedure)

- Bijdrage in de reiskosten wanneer hij/zij verwezen kan en wil worden naar een andere plaats in Nederland waar hij/zij wordt opgevangen. - Bijdrage in de kosten voor noodzakelijke medische behandelingen en bijzondere kosten

6.1 Overlijden - een bijdrage kan worden verleend t.b.v. het transport en de kosten van de begrafenis van overleden asielzoe­ kers/vluchtelingen naar en in het land van herkomst of Nederland. - bijdrage in de reiskosten bij overlijden van een fami­ lielid, mits dit aantoonbaar is.

Art. 8 De in het vorige artikel genoemde schriftelijke aanvraag dient in ieder geval te bevatten: - Duidelijke motivering van de aanvraag, met een goede juridische onderbouwing - Toelichting op basis van het juridisch stappenplan, eventueel vva wanneer een beroep wordt gedaan op een bijdrage genoemd onder art. 4 en 5 - Opbouw van het gevraagde / noodzakelijke bedrag - Eigen bijdrage van de cliënt4 - Uitleg over de stappen die zijn ondernomen om de gelden elders te verkrijgen - Uitleg van de stappen die zijn/worden ondernomen inzake verifiëring - Wijze van verantwoording van de gelden (betalingsver­ keer, bonnen) - Advies van leidinggevende aan vrijwilliger/consulent integratie en/of regiomanager

6. 2 Nood- en uitzonderlijke situaties - Bijdrage in de kosten van acute medische behandeling voor cliënt zelf en eerstegraads familieleden, die niet kunnen worden verzekerd en waarvoor geen gratis me­ dische bijstand is en indien aantoonbaar en betalings­ verkeer mogelijk is. - Wanneer iemand buiten zijn/haar schuld in zulke financiële problemen is gekomen dat zijn/haar welzijn wordt bedreigd én de eventuele bijdrage uitzicht biedt op (ondersteuning van) een structurele oplossing van de problematiek

art. 9 De besluitvorming over het verstrekken van schriftelijk aangevraagde bijdragen berust bij de Noodfondscom­ missie. Deze wordt door het bestuur benoemd en bestaat uit betaalde en onbetaalde medewerkers (niet zijnde een medewerker wiens cliënt een aanvraag heeft inge­diend) en komt zo spoedig mogelijk na ontvangst van een volledig gedocumenteerde schriftelijke aanvraag, doch uiterlijk binnen twee weken, bijeen. Het besluit van de commissie wordt de betrokkene per omgaande meege­ deeld.

6.3 Reiskosten i.h.k.v. asielprocedure, te weten: - reiskosten naar zittingen ten behoeve van voorlopige voorzieningen, eventuele onderzoekscommissies, onder­ zoek Amnesty International, enz. - bijdrage tot 50 % van de reiskosten naar advocaat

Art. 10 Tegen het besluit van de Noodfondscommissie kan, binnen 30 dagen, beroep ingesteld worden bij het bestuur van VluchtelingenWerk Oost Nederland. Het beroep dient schriftelijk te worden ingediend.

Aanvraag en Toetsing

Art. 11 Het reglement is van kracht m.i.v. 1 januari 2013

Art. 6 De in dit artikel genoemde bijdragen worden verstrekt aan alle cliënten, ongeacht het juridisch stappenplan.

art. 7 Bijdragen in het kader van de in artikel 4.1 tot en met 6.2 genoemde categorieën dienen schriftelijk te worden aangevraagd door de cliënt en een namens hem optredende medewerker van de Stichting. Bijdragen in het kader van de in artikel 6.3 genoemde categorieën worden intern afgehandeld onder verantwoordelijkheid van de leidinggevende. Voor verwerking in de financiële administratie wordt de kolom ‘noodfonds’ in de digitale kas per afdeling gebruikt.

4 als richtlijn wordt er van uitgegaan dat cliënten van een WWB uitkering 25 euro per maand kunnen sparen voor onvoorziene kosten. Van een uitkering in het kader van RVA/ZZA wordt een cliënt geacht niet te kunnen reserveren. Ook moet rekening gehouden worden met andere eigen middelen van de cliënt: niet alle statushouders/asielzoekers komen berooid in Nederland aan !

11

A

Restaurant Troya

D

V

O

C

A

T

E

N