Deloïtte.
Deloitte Accountants B.V. Grote Voort 207 8041 8K Zwolle Postbus 480 8000 AL Zwolle Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9993 www.deloitte.ni
Stadsbank Oost Nederland
Verslag van bevindingen 2014
23 maart 2015
Op alle opdrachten verricht door Deloitte zijnde ‘Algemene Voorwaarden Dienstverlening Deloitte Nederland, januari2014’ gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 24362837 van toepassing. Deloitte Accountants B,V. is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
D ei 01 tte.
Deloitte Accountants B.V. Grote Voort 207 8041 6K Zwolle Postbus 480 8000 AL Zwolle Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9993 www.deloitte.nl
Aan de directie en het bestuur van Stadsbank Oost Nederland Postbus 1393 7500 BJ ENSCHEDE
Datum 23 maart2015
Behandeld door drs. E.J. Schollaardt RA 088 288 0289
Ons kenmerk 3113918050-201520101/ava
Onderwerp Verslag van bevindingen Stadsbank Oost Nederland 2074
Geachte directie en leden van het bestuur, Hierbij ontvangt u het verslag van bevindingen 2014. Dit verslag van bevindingen bevat de belangrijkste uitkomsten van onze werkzaamheden, waarvan wij denken dat die voor u relevant zijn voor het uitoefenen van uw toezichthoudende taak en voor het beoordelen van de financiële positie van de Stadsbank Oost Nederland. Onze controleverklaring
De jaarrekening 2014 van de gemeenschappelijke regeling Stadsbank Oost Nederland is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur. Naar aanleiding van de controle van deze jaarrekening zijn wij voornemens om op 1 april 2015 een goedkeurende controleverklaring voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid te verstrekken. Vaststelling jaarrekening
Wij gaan ervan uit dat het algemeen bestuur overgaat tot ongewijzigde vaststelling van de jaarrekening. Wij verzoeken u contact met ons op te nemen wanneer dit niet het geval is. In overleg kunnen dan de verdere noodzakelijke acties worden ondernomen.
Op alle opdrachten verricht door Deloitte zijnde ‘Algemene Voorwaarden Dienstverlening Deloitte Nederland,januari 2014 gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 24362837 van toepassing. Deloitte Accountants BV. is ingeschreven In het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Deloïtte.
Beperking reikwijdte van deze rapportage Het verslag van bevindingen is bedoeld om u te ondersteunen in de beoordeling van de jaarrekening 2014. De bevindingen en beschouwingen in dit verslag komen voort uit onze controlewerkzaamheden in het kader van de jaarrekeningcontrole en dienen dan ook in die context gelezen te worden. Wij wijzen u erop dat uw controlerende taak uiteraard verder gaat dan uitsluitend het financieel getinte perspectief vanuit de accountantscontrole. Tot slot Tot het geven van een nadere toelichting zijn we graag bereid. Hoogachtend, Deloitte Accountants B.V.
].S. Huizinga RA
Op alle opdrachten verricht door Deloitte zijnde ‘Algemene Voorwaarden Dienstverlening Deloitte Nederland, januari2014’ gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 24362837 van toepassing. Deloitte Accountants B.V. Is Ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
Member of Deloitte ToucheTohmatsu Limited
Deloitte. Blad 3 23 maart2015 31 13918050-2015201 Ol/ava
Inhoud
1. Uw vermogen en resultaat
4
2. Controlebevindingen jaarrekening 2014
6
3. Administratieve organisatie en interne beheersing 2014
9
4. Fraude
11
5. Opdracht en onafhankelijkheid
12
Appendix A: Overzicht niet gecorrigeerde controleversch ii len
14
Deloïtte. Blad 4 23 maart2015 31 1391 8050-2015201 Ol/ava
1.
Uw vermogen en resultaat
1.1 Resultaat 2014 In het BBV wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen resultaatbepaling en resultaatbestemming. Bij de resultaatbepaling mogen geen mutaties in het eigen vermogen plaatsvinden. De mutaties in het eigen vermogen vinden plaats door middel van de resultaatbestemming. In de jaarrekening 2014 is hieraan op correcte wijze uitvoering gegeven. Het resultaat voor bestemming bedraagt € 1.268.300 nadehg (begroot € 142.500 nadelig). In 2014 hebben toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves plaatsgevonden voor een bedrag van € 1.279.100 (per saldo onttrokken aan de reserves), zodat het uiteindelijke nog te bestemmen jaarresultaat € 10.600 voordelig bedraagt (begroot € 15.400 voordelig). In onderstaand overzicht zijn de mutaties in de reserves schematisch weergegeven:
Stand van het eigen vermogen per 31 december 2014 Per saldo tussentijds onttrokken aan de reserves Resultaat na bestemming 2014 Rrsultat vonr hstmmir t;pfl_
Stand van het eigen vermogen per 31 december 2014
€ 3.009.000 € 1.279.100 -1€ 10.800 +1+ -/-
1 2R
€ 1.740.700
De reserves van de Stadsbank zijn in 2014 afgenomen met een bedrag van € 1.268.300 (in 2013 afname van € 551.900). De belangrijkste oorzaken van de afname van de reserves zijn kosten van de transitie van het dienstverleningsconcept (organisatieaanpassing en frictie, € 925.000) en als gevolg van een terugbetaling van eerdere ontvangen subsidies voor opleidingskosten (Wet vermindering afdrachten, € 221.000). Voor een meer uitgebreide analyse van het rekeningresultaat over het jaar 2014 verwijzen wij u naar de toelichting bij het overzicht van gerealiseerde baten en lasten.
1 2
W
r
r1sii n 4en en risicomanagement
In het Besluit begroting en verantwoording (BBV) is bepaald dat organisaties hun weerstandsvermogen, het vermogen om risico’s financieel op te vangen, in kaart moeten brengen. Dit gebeurt jaarlijks in een paragraaf weerstandsvermogen (zowel in de begroting als in het jaarverslag).
Deloïtte. Blad 5 23 maart2015 3113918050-2015201 Ol/ava
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: •
De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de Organisatie beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
•
Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
Veel organisaties (waar onder gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen) zijn op dit moment, al dan niet ingegeven door de economische crisis, bezig met het vormgeven van risicomanagement in de eigen organisatie. Niet alleen omdat het BBV dit verplicht, maar ook en vooral om een goed inzicht te krijgen in de risico’s, zodat maatregelen kunnen worden genomen om deze risico’s te beperken. Eind 2014 bedraagt de algemene reserve €516.800 (2013: € 1.738.000). Verder beschikt de Stadsbank eind 2014 over diverse bestemmingsreserves tot een bedrag van € 1.213.100 (2013: € 1.157.700). Deze reserves kunnen na expliciete besluitvorming door het algemeen bestuur eventueel voor andere doeleinden worden aangewend. Eind 2014 bedraagt de weerstandscapaciteit van de Stadsbank afgerond € 1,8 miljoen (inclusief het resultaat over het boekjaar; 2013: €3,0 miljoen). Het eigen vermogen is de laatste twee jaren bijna gehalveerd. De afname houdt verband met de organisatieaanpassing die de Stadsbank aan het doorvoeren is. Een deel van het eigen vermogen is naar voorzieningen voor WW-verplichtingen en frictiekosten gegaan die in dat kader getroffen zijn. Hiermee is het eigen vermogen naar de onderkant van de gewenste bandbreedte gedaald. Het is dan ook van belang dat de financiële doelstellingen uit de meerjarenbegroting 2015-2018 (sluitende exploitatie) worden gerealiseerd. Een kwalificatie van de omvang van het weerstandsvermogen moet zijn gebaseerd op de omvang van de strategische en operationele risico’s alsook op de strategische visie en de eventuele investeringen die daarmee zijn gemoeid. Dit vergt een nadere analyse. De directie heeft ons meegedeeld dat de benodigde omvang van het weerstandsvermogen na de implementatie van het nieuwe dienstverleningsconcept nader zal worden besproken met het bestuur. Wij hebben u geadviseerd om het risicomanagement verder te integreren in de processen, de interne controle en in de planning en control cyclus.
Deloïtte. Blad 6 23 maart2015 3113918050-2015201 Ollava
2.
Controlebevindïngen jaarrekening 2014
2.1 Goedkeurende controVverklaring 2074 Wij zijn voornemens om bij de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening 2014 op 1 april 2015 een goedkeurende controleverklaring te verstrekken. Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de Stadsbank Oost Nederland een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2014 als van de activa en passiva per 31 december 2014 in overeenstemming met het BBV. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder verordeningen van de gemeenschappelijke regeling.
2.2 Foutenevaluatie en onzekerheden In het door het algemeen bestuur vastgestelde controleprotocol is bepaald dat de goedkeuringstolerantie voor fouten en onzekerheden respectievelijk 1% en 3% van het totaal van de lasten bedraagt (inclusief de mutaties in de reserves). Voor 2014 betreft dit afgerond € 111.500 en €334.500. De rapporteringstolerantie bedraagt € 5.600. De door ons geconstateerde fouten en onzekerheden voor zowel het getrouwe beeld als de rechtmatigheid liggen onder de door het algemeen bestuur vastgestelde goedkeuringstolerantie en hebben derhalve geen effect op de strekking van de controleverklaring op de aspecten getrouwheid en rechtmatigheid.
2.3 Voorziening risico leningen De financiële vaste activa met betrekking tot de leningen aan cliënten bedroegen eind 2014 €4.192.800 (2013: €4.129.600). Het openstaand saldo leningen aan cliënten wordt eind 2014 voor€ 698.900 (2013 €716.000) geborgd door borgstellingen, met name vanuit de gemeenten. Op dit deel van de portefeuille loopt uw Stadsbank feitelijk geen risico van oninbaarheid. Voor het resterende deel van de portefeuille is wel sprake van een risico van mogelijke oninbaarheid. Op het saldo van de cliëntenleningen is eind 2014 een bedrag van € 231.800 in mindering gebracht in verband met het risico op oninbaarheid (2013: € 168.400). De voorziening is eind 2014 bepaald rekening houdend met de werkelijke achterstand en rekening houdend met de inschatting van het bedrag dat nog geïncasseerd kan worden via de deurwaarder. Deze voorziening is daarmee hoger dan het percentage van 5% van het saldo risico leningen eind 2013 (betreft het totaal saldo leningen exclusief de leningen met een borgstelling).
Deloitte. Btad 7 23maart2015 3113918050-2015201 Ol/ava
De huidige werkwijze is in overleg met ons tot stand gekomen. Met deze aanpassing heeft u invulling gegeven aan het advies uit 2013 om te evalueren of de voorziening risico leningen toereikend is.
24 Voorziening WW-verplichtingen In 2014 is een voorziening gevormd voor de WW-verplichtingen die zijn ontstaan als gevolg van de doorgevoerde reorganisatie. Aangezien de Stadsbank eigen risicodrager is voor de WW-verplichtingen is een voorzichtige inschatting gemaakt van de uitgaven die nog ten laste van de Stadsbank zullen komen. De komende periode moet blijken hoe de verplichtingen feitelijk afwikkelen. Belangrijk is daarbij vooral of WW-gerechtigden weer ander werk vinden en hoe een nog lopende rechtszaak over het ontslag afwikkelt. Wij raden u aan de ontwikkelingen goed te blijven volgen en ook tussentijds de stand van de voorziening te herijken.
2.5 VoorzIening Groot Onderhoud In de begroting 2014 was rekening gehouden met een dotatie aan de voorziening groot onderhoud van €23.500. Op basis van het in 2014 uitgevoerde onderhoud en het geplande onderhoud volgens het geactualiseerde onderhoudsplan 201 4-2022 blijkt dat met een dotatie van € 18.000 kan worden volstaan. Dientengevolge is de dotatie aan de voorziening onderhoud bijgesteld naar € 18.000. De lagere kosten houden mede verband met het concentreren van de activiteiten van de Stadsbank in Enschede.
26 Waardering pand Oelerweg Hengelo Het pand Oelerweg 28 in Hengelo wordt niet meet gebruikt voor de reguliere dienstverlening aan klanten. Momenteel worden er nog met enige regelmaat vergaderingen gehouden en is het archief nog in gebruik. Het pand staat te koop tegen de boekwaarde van € 370.000. Uit het taxatierapport van februari 2015 blijkt dat de geschatte marktwaarde voor het pand te Hengelo € 300.000 is. De Stadsbank loopt hier dus het risico dat niet de volledige boekwaarde terugverdiend kan worden bij een verkoop. Omdat het bepalen van de marktwaarde voor een specifiek pand met onzekerheden omgeven is, hebben we het verschil tussen boekwaarde en marktwaarde aangemerkt als een onzekerheid in de jaarrekening.
27 Begrotingsi1’ Op grond van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden besteden wij in dit verslag ook aandacht aan de begrotingsrechtmatigheid. Eén van de belangrijkste elementen van de kaderstellende taak van het algemeen bestuur is het budgetrecht. Het algemeen bestuur heeft het recht om de budgeten toe te kennen. Het dagelijks bestuur is samen met de directeur vervolgens verantwoordelijk voor het opzetten van een systeem van budgetbeheer dat moet waarborgen dat de baten en lasten binnen de begroting blijven. Omdat het algemeen bestuur de kaders stelt, is het overschrijden van de begroting in beginsel onrechtmatig. Het begrotingscriterium is uitgewerkt in de Kadernota 2013 van de Commissie BBV.
Deloïtte. Blad 8 23 maart 2015 3113918050-201520107 lava
Hieruit blijkt dat in de volgende gevallen de overschrijding niet meeweegt in het accountantsoordeel: • • •
kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten; kostenoverschrijdingen die passen binnen het beleid; kostenoverschrijdingen bij openeinderegelingen.
De kostenoverschrijdingen moeten wel goed herkenbaar in de jaarrekening zijn opgenomen. De toelichting in het overzicht van gerealiseerde baten en lasten geeft voldoende inzicht in de aard en oorzaken van de afwijkingen tussen de begroting en de realisatie. Wij verwijzen voor deze toelichting naar de toelichting op het overzicht van gerealiseerde baten en lasten van de jaarrekening. Naar ons oordeel passen de extra lasten binnen het bestaande beleid van de Stadsbank. Om deze reden zijn de overschrijdingen niet als onrechtmatig aangemerkt.
Deloïtte. Blad 9 23maart2015 31 13918050-2015201 Ol/ava
3.
Administratieve organisatie en interne beheersing 2014
3.1 Algemeen Als onderdeel van de jaarrekeningcontrole hebben wij in het najaar van 2014 een interim-controle uitgevoerd. Deze interim-controle is primair gericht op het vaststellen van de opzet, het bestaan en de werking van maatregelen van administratieve organisatie en interne beheersing (AOIIB), voor zover van belang voor onze controle op de betrouwbaarheid van de in de jaarrekening opgenomen gegevens. Onze bevindingen, voortvloeiend uit de interim-controle hebben wij gerapporteerd in de managementletter 2014 die op 6 maart 2015 is uitgebracht. Ons is meegedeeld dat deze managementletter ook in het algemeen bestuur wordt behandeld. Om deze reden volstaan wij op deze plaats met een korte samenvatting van de bevindingen uit de managementletter. Het overall beeld vanuit onze interim-controle is dat de processen binnen uw Stadsbank over het algemeen voldoende zijn ingericht en dat op actuele ontwikkelingen tijdig wordt ingespeeld. Bij de beoordeling van de processen is het effect zichtbaar dat wij kritischer hebben gekeken naar zowel de inrichting van de processen als de (zichtbare) interne controles binnen de processen. De wijzigingen in onze aanpak zijn in het najaar van 2014 doorgevoerd, zodat er praktisch geen tijd voor u was om in 2014 nog iets te kunnen doen met onze bevindingen. Wij zullen uw Stadsbank in 2015 ondersteunen om aan te sluiten bij de verscherpte eisen rondom risicoanalyse en interne beheersing.
3.2 Interne frauderisicoanalyse Vanuit de aangescherpte controle-eisen kijken wij nadrukkelijk naar de wijze waarop de interne frauderisicoanalyse is vormgegeven. Bij de “interne frauderisicoanalyse” gaat het erom dat u vooraf inzicht heeft in die gebieden of activiteiten die gevoelig zijn voor bewuste manipulatie, oftewel fraude. De interne fraude-risicoanalyse is binnen uw Stadsbank niet geformaliseerd. Overigens hebben we niet geconstateerd dat de interne beheersingsomgeving van de Stadsbank in de huidige vorm niet voldoende is om de frauderisicos te kunnen afdekken. Wel hebben wij de directie aangeraden om een dergelijke frauderisico-analyse op te stellen en vast te stellen of alle onderkende risico’s in voldoende mate worden ondervangen door interne beheersmaatregelen. Uw directie onderschrijft het belang van de frauderisicoanalyse en heeft aangegeven deze in 2015 uit te voeren.
3.3 Interne beheersing Een goede interne beheersing geeft uw Stadsbank grip op het realiseren van uw doelen. De basis voor het inzicht in en de onderbouwing van de interne beheersing is een SMART beschrijving van de interne beheersingsmaatregelen die uw Stadsbank heeft getroffen voor de belangrijkste processen. Een adequate procesbeschrijving bevat een beschrijving van de interne beheersingsmaatregelen die uw Stadsbank heeft getroffen, waarbij u antwoord geeft op de zogenaamde ‘6 W-vragen’: wie doet wat, waarom, wanneer, waarmee en met welk doel? Wij hebben vastgesteld dat uw Stadsbank in beperkte mate beschikt over adequate procesbeschrijvingen en hebben verzocht om dit nader in kaart te brengen. Wij hebben afgesproken de Stadsbank hierbij in 2015 verder te helpen.
Deloïtte. Blad 10 23 maart2015 3113918050-2015201 Ol/ava
Hieronder werken wij de bevindingen uit de managementletter nader kort uit: Interne controlewerkzaamheden Aangescherpte controle-eisen ronden het steunen op uitgevoerde interne controlewerkzaamheden maken dat wij voor 2014 geen gebruik maken van de door uw Organisatie uitgevoerde verbijzonderde interne controles. Wij hebben daarom geadviseerd te onderzoeken in hoeverre het mogelijk dit in de toekomst wel weer mogelijk is door aandacht te besteden aan zaken als het opleidingsprogramma voor de medewerker die de interne controles uitvoert. Verder is het van belang om deze medewerker onafhankelijk van de uitvoering van de processen te positioneren, bijvoorbeeld rechtstreeks onder de directeur. Tenslotte is het van belang een adequate review op de uitgevoerde interne controlewerkzaamheden te organiseren. Wij de invulling van deze punten is het van belang rekening te houden met omvang van uw organisatie. •
Foliow-up opmerkingen voorgaande jaren Onze managementletter 2013 bevatte diverse adviezen waarmee de interne beheersing verbeterd kan worden. U heeft deze bevindingen overgenomen in uw najaarsnota en daarbij aangegeven wat de stand van zaken met betrekking tot die aanbevelingen is.
•
Europese aanbestedingen Wij adviseren u om toetsbaar te bewaken dat geen contracten worden afgesloten alvorens na te gaan of voldaan is aan eventuele verplichtingen in het kader van Europese aanbestedingen.
•
Opbrengsten Het facturatieproces richting de gemeente is een veelal handmatig proces met verschillende koppelingen tussen Excel bestanden. Hierdoor is er een verhoogd risico op fouten in de facturatie aanwezig. Wij adviseren u om de mogelijkheden te onderzoeken in hoeverre het facturatie proces (bijvoorbeeld door een automatische koppeling tussen Allegro en Exact) verder kan worden geautomatiseerd.
3.4 Betrouwbaarheid en continuïteit van de gea
n-rde gegevensverwerking
Als onderdeel van de jaarrekeningcontrole 2014 hebben wij de opzet, het bestaan en de werking van de algemene ICT beheersingsmaatregelen beoordeeld. Wij hebben in het kader van de jaarrekeningcontrole onder andere aandacht besteed aan de bevoegdheden binnen Allegro. Hierbij zijn geen noemenswaardige tekortkomingen geconstateerd rondom belangrijke bevoegdheden zoals het wijzigen van bankrekeningnummers. Wij benadrukken dat onze jaarrekeningcontrole primair is gericht op het geven van een oordeel over de jaarrekening zelf en niet primair is gericht op het doen van uitspraken over de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking als geheel of van onderdelen daarvan. Onze bevindingen daaromtrent raken dan ook slechts die onderdelen die wij onderzocht hebben, wat wil zeggen dat wij terzake geen volledigheid pretenderen.
Deloïtte. Blad 11 23 maart 2015 3113918050-2015201 Ol/ava
4.
Frauderisico’s
Van de accountant wordt op grond van de regels van de beroepsorganisatie (NBA) een professioneel-kritische houding verwacht ten aanzien van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude in de jaarrekening. Ter invulling van deze professioneel-kritische houding zal de accountant een inschatting moeten maken van de frauderisico’s, zich een beeld moeten vormen van de maatregelen van interne beheersing die de Organisatie heeft getroffen om mogelijke fraudes van materieel belang te voorkomen, en te bezien of deze maatregelen effectief zijn. Wanneer sprake is van een aanwijzing voor fraude, dan zal de accountant dit moeten communiceren met, afhankelijk van de aard van de fraude, de direct leidinggevende, de directeur en, in sommige gevallen (fraude in de top van de Organisatie) en wanneer onvoldoende herstelwerkzaamheden worden ondernomen, het dagelijks of algemeen bestuur. Om invulling te geven aan de eerdergenoemde verplichting hebben wij een fraudediscussie gevoerd binnen het controleteam en met het management van de Stadsbank, waarbij wij de nadruk hebben gelegd op de eventuele mogelijkheden van materiële onjuistheden als gevolg van fraude in de jaarstukken, en op preventieve maatregelen daarbij. Uit deze discussies zijn geen aanwijzingen voor fraude naar voren gekomen. Daarnaast hebben wij conform onze beroepsregels zelfstandig werkzaamheden uitgevoerd die erop waren gericht om het risico van het eventueel doorbreken van de interne beheersingsmaatregelen door het management te constateren. Tevens hebben wij specifieke controles uitgevoerd op memoriaalboekingen, controles van schattingen en zijn wij alert geweest op significante en ongebruikelijke transacties. Hoewel wij, zoals hiervoor beschreven, een kritische houding hebben ten opzichte van risico’s van fraude in de jaarrekening, merken wij op dat onze controle niet specifiek gericht is op het ontdekken van fraude. Tijdens de uitvoering van onze controle van de jaarrekening 2014 hebben wij geen aanwijzingen verkregen dat er sprake is geweest van fraude.
Deloitte. Blad 12 23maart2015 3113918050-2015201 OlIava
5.
Opdracht en onafhankelijkheid
De opdracht die
ii
ons heeft verstrekt
Wij hebben conform uw opdracht d.d. 10 december 2014 de jaarrekeningcontrole 2014 uitgevoerd voor Stadsbank
Oost Nederland. De doelstelling van de controle is het afgeven van een controleverklaring bij de jaarrekening 2014 van de Stadsbank. De belangrijkste bevindingen vanuit onze controle en de daaraan gekoppelde adviezen hebben wij in dit verslag opgenomen. Onze controleaanpak bestaat in hoofdlijnen uit drie fasen: de risicoanalyse, de interim-controle en de jaarrekeningcontrole. Risicoanalyse Onze controle start met het maken van een analyse van de risico’s waar de Stadsbank mee te maken heeft. Deze risicoanalyse zien wij als een gezamenlijke actie van ons controleteam en uw organisatie. Het doel hiervan is om op basis van gezamenlijke kennis van uw Organisatie en uw omgeving tot een zo volledig en bruikbaar mogelijke risicoanalyse te komen, die als stevige basis voor de verdere controlewerkzaamheden kan dienen. Het gaat hierbij primair om de externe risico’s en de risico’s in de bedrijfsvoering. Bij deze inventarisatie ligt primair de focus op de risico’s in de voor de jaarrekening relevante processen die leiden tot mutaties in de jaarrekening en de realisatie van de begroting. Interimcontrole De risicoanalyse en de daarop gebaseerde controleaanpak richten zich niet uitsluitend op de jaarrekening zelf, maar ook op het systeem van interne beheersing. Hoe beter dat systeem functioneert, hoe meer zekerheid er bestaat dat er betrouwbare informatie wordt opgeleverd, zowel tussentijds als bij de jaarverantwoording. Omdat deze interne beheersing het gehele jaar goed dient te functioneren, hoeven wij met de aanvang van onze controle niet te wachten totdat de jaarrekening gereed is. Onze controle vindt daarom voor een belangrijk deel al in de tweede helft van het boekjaar plaats. Wij onderzoeken tijdens de interim-controle de procesrisico’s, om te bepalen of hierin voldoende beheersmaatregelen (de AO/IB) zijn getroffen. Het product van deze fase van de controle is een managementletter met daarin opgenomen verbeterpunten ter verdere optimalisatie van de interne beheersing. Deze managementleffer is op 6 maart 2015 verstrekt. Jaarrekeningcontrole Bij de jaarrekeningcontrole stellen wij vast of de jaarrekening is opgesteld volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften (het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten, hierna: BBV) en of de baten en lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Ook stellen wij vast dat de posten in de jaarrekening adequaat zijn toegelicht. Onze controle houdt niet in dat wij alle posten controleren. Onze aanpak heeft als doel om belangrijke onjuistheden en/of onrechtmatigheden te ontdekken, rekening houdend met de materialiteitsgrenzen zoals vastgelegd in het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO).
Deloïtte. Blad 13 23 maart 2015 31 13918050-2015201 Ol/ava
Het product van de jaarrekeningcontrole is de controleverklaring bij de jaarrekening en dit voorliggende accountantsverslag. Wij zijn op 16 februari 2015 gestart met de controle van de jaarrekening 2014. Op dat moment waren de jaarstukken 2014 grotendeels gereed. Naar aanleiding van onze controlewerkzaamheden zijn in goed overleg enkele correcties doorgevoerd in de jaarstukken. Wij hebben bij onze controlewerkzaamheden de volledige medewerking gehad van uw medewerkers. De belangrijkste bevindingen vanuit onze controle en de daaraan gekoppelde adviezen hebben wij in dit verslag opgenomen.
Onze onafhankelijkheid is gewaarborgd De voorschriften in het kader van onafhankelijkheid zijn binnen de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (de NBA) opgenomen in de ‘Verordening inzake Onafhankelijkheid (ViO)’ en vormen een belangrijk onderdeel van het ‘normenkader’ waaraan een accountant moet voldoen. De naleving van de ViO is binnen de organisatie van Deloitte ingebed. Op basis van onze toetsing concluderen wij dat onze onafhankelijkheid als certificerend accountant bij de Stadbank Oost Nederland in 2014 voldoende is gewaarborgd
DeIoïtte. Blad 14 23 maart2015 31 1391 8050-201520101/ava
Appendix A: Overzicht niet gecorrigeerde controleverschïllen Impact van niet gecorrigeerde controleverschillen op de jaarrekening: Niet gecorrigeerde controleverschillen fouten en onzekerheden Waardering pand Oelerweg Hengelo
—
Aard
Onzekerheid
Invloed Eigen vermogen -
€ 70.000
Invloed Resultaat -
€ 70.000
(zie paragraaf 2.6 van dit verslag) Totaal
-
€ 70.000
-
€ 70.000
Deze onzekerheid blijft ruim binnen de daarvoor geldende bandbreedte (voor 2014: € 334.500) en is niet van invloed op het algehele beeld van de jaarrekening.