Verslag Provinciaal Jeugddebat Limburg Dinsdag 18 november 2014, Gouvernement, Limburglaan 10, Maastricht
Voorzitter:
Esther Reuver
NJR
Deelnemende politici:
Lars Kockelkoren Dominique Steins Jean Vroemen Carlijn van Tijen
PvdA Ambtenaar Ambtenaar Ambtenaar
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
NJR:
Esther Reuver Puck Sewalt
Projectleider Stagiaire (en auteur van dit verslag)
[email protected] [email protected]
Procesbegeleiders:
Daphne Wolfs, Youssra Aassafro, Sureyya Gulec, Yannick Niemeijer, Babette Jongen. Stefan Schrama, Esmee Boersma en Elise Mooren
Provinciaal Jeugddebat Limburg Op dinsdag 18 november vond het Provinciaal Jeugddebat Limburg plaats. Verdeeld over 4 (niet politiek gekleurde) fracties hebben 36 jongeren voorstellen gemaakt over de onderwerpen buurtaalonderwijs, ga jij voor je ouders zorgen, zwerfvuil / ballonnen, Provinciale Statenverkiezingen. Zij probeerden de Statenleden zover te krijgen dat zij (een deel van) de voorstellen overnamen. De deelnemers werden daarbij begeleid door procesbegeleiders. Dit zijn jongeren die voorheen hebben deelgenomen aan het Nationaal Jeugddebat. Voor de ontwikkeling van het voorstel dat door de jongeren tijdens het Provinciaal Jeugddebat is gepresenteerd, gebruikten de procesbegeleiders de verbetermethodiek, een methodiek die speciaal voor het Jeugddebat is ontwikkeld en jongeren houvast geeft bij het ontwikkelen van hun voorstel. Door middel van een brainstormsessie kwamen de deelnemers bij een aantal problemen uit. Zij kozen het belangrijkste probleem en formuleerden hierbij oorzaken en een oplossing. Op de volgende pagina’s vindt u per debat een beknopte weergave. In Limburg zijn twaalf jongeren geselecteerd voor het Nationaal Jeugddebat. De deelnemers zijn gekozen op debatvaardigheden, enthousiasme en inzet. Deze geselecteerde jongeren volgen nu het Nationaal Jeugddebattraject. Zij worden getraind in debat en presentatievaardigheden, voeren een onderzoek uit onder leeftijdsgenoten over de debatonderwerpen en maken in twee voorbereidingsdagen een voorstel over een door hun zelf aangedragen actueel thema. Op maandag 20 april presenteren de jongeren de voorstellen aan bewindpersonen in de blauwe stoeltjes in de Tweede Kamer.
Fractie A – Buurtaalonderwijs Fractie A ziet het probleem dat veel inwoners van Limburg de Duitse en Franse taal niet goed beheersen. Zo heeft zij opgemerkt dat Lyceum Schöndeln vrijwel door niemand goed wordt uitgesproken. Volgens de fractie komt dit doordat mensen andere talen niet leuk en belangrijk genoeg vinden. Toch vindt zij dat de inwoners van Limburg zowel Duits als Frans zouden moeten beheersen. Dit omdat er dan effectiever samengewerkt kan worden met de buurlanden. Om dit te kunnen gaan bereiken denkt de fractie dat het nodig is dat taallessen op een leukere manier worden gegeven. Zij adviseert scholen dan ook om moderner les te gaan geven en de provincie om uitwisselingen met buurtlanden in gang te gaan zetten. Volgens Fractie A is talen in praktijk brengen namelijk erg effectief.
De politici hebben een aantal vragen omtrent het probleem. Zo zouden zij graag willen weten of bijvoorbeeld Duits een verplicht- of een keuzevak is. Ook zouden zij graag willen weten of het probleem niet bij de mensen/jongeren zelf ligt. ‘Want wat doen jongeren zelf eigenlijk nog als het gaat om een vreemde taal eigen maken?’ Daarnaast vragen zij zich nog af hoe Fractie A de uitwerking van de oplossing precies voor zich ziet. ‘Moeten vakken als geschiedenis en aardrijkskunde in het Frans en/of Duits aangeboden worden?’ ‘Of moeten jongeren de kans krijgen lessen in het buitenland te volgen?’ Naast de kritische vragen geven de Statenleden wel aan dat zij het probleem herkennen. Volgens hen kan Limburg haar positie ten aanzien van haar buurlanden zeker nog verbeteren, bijvoorbeeld ook als het gaat om werkgelegenheid. Fractie A geeft aan dat zowel Duits als Frans keuze vakken zijn en dat veel jongeren deze vakken zo snel mogelijk laten vallen. Omdat zij weet dat de provincie deze vakken niet kan verplichten geeft zij de provincie dan ook het advies om deze vakken moderner te maken.
Het probleem ligt volgens de fractie namelijk echt bij de motivatie van de jongeren en door de talen op een andere manier aan te bieden wordt het leren van de talen voor veel jongeren interessanter. Als docenten zich niet alleen zouden richten op de taal zelf, maar ook op de cultuur en maatschappij van deze landen, zal het leren van een vreemde taal voor veel jongeren leuker worden. Docenten zouden dan (social)media kunnen gebruiken, waardoor de lessen beter aan zullen gaan sluiten op de interesses van jongeren. Een uitwisselingstraject is volgens de fractie dan ook zeker een project waar de provincie zich voor in zou kunnen gaan zetten. Door jongeren uit te wisselen leren zij namelijk op verschillende manier, in de praktijk, een vreemde taal. Een Nederlandse jongere zal bijvoorbeeld eerder naar een Duits programma kijken samen met zijn/haar uitwisselingsstudent dan alleen. Fractie A denkt op deze manieren het probleem aan te kunnen pakken. Dit omdat jongeren op deze manier niet verplicht worden, maar gemotiveerd worden om zelf te gaan investeren in de vakken Duits en Frans. De politici geven aan dat zij het inderdaad met Fractie A eens zijn dat het belangrijk is om nog meer te gaan investeren in de talen Duits en Frans. Daarnaast vragen zij zich af of het niet interessanter idee is om vakken als aardrijkskunde en geschiedenis in het Duits of Frans te gaan geven. De fractie geeft aan dat zij meer een voorstander is van de vakken Duits en Frans op een andere manier aan bieden. Volgens haar is het namelijk heel verstandig binnen deze vakken een grammatica les en een maatschappij/cultuur les aan te bieden. Zo leren jongeren niet alleen de taal, maar leren zij ook wie hun buurlanden precies zijn. Daarnaast geeft de fractie aan dat de provincie zou kunnen overwegen om op de basisschool al Frans en Duits aan te bieden, bijvoorbeeld door lespakketten aan te bieden. De politici vragen zich af of het idee van Fractie A ook twee jaar zou kunnen worden uitgeprobeerd, zodat daarna gekeken kan worden of het ook daadwerkelijk werkt. Daarnaast geven zij aan dat het inderdaad draait om motivatie van jongeren. Jongeren moeten wel de talen willen leren, anders loopt aan leren van een taal erg stroef. Fractie A komt nog terug op het idee van de politici om vakken als geschiedenis en aardrijkskunde in het Duits of Frans te geven. Zij geeft aan dat zij dit niet verstandig vindt omdat vaktermen uit de eigen taal ook erg belangrijk zijn. De Nederlandse taal is zelf ook erg belangrijk. De andere fracties geven hun conclusies. Fracties B, C en D zijn het met elkaar eens dat het debat tussen Fractie A en de politici erg goed en duidelijk was. Het probleem die Fractie A zag was voor de andere fracties erg helder en zij begrepen dan ook dat Fractie A dit een probleem vindt. Zij denken dat er goede ideeën zijn ontstaan tijdens het debat en zijn daarom ook erg benieuwd naar de vervolg stappen omtrent het probleem. Fractie A voegt daar nog een vraag aan de politici aan toe. ‘Wanneer zullen we met elkaar om de tafel gaan zitten om de ideeën verder uit te werken?’ Ook de politici geven hun conclusie. Meneer Kockelkoren geeft aan dat binnen zijn fractie de buur taal benadrukt wordt. De oproep van jullie als fractie versterkt dat de buurtaal echt een belangrijk punt is in Limburg. Hij vindt de ideeën die Fractie A heeft om dit onderwerp aan te gaan pakken erg goed en creatief. Het idee om niet alleen aandacht te richten op de taal maar ook op de cultuur, vindt hij erg slim. Meneer Steins geeft aan dat hij de ideeën omtrent de lespakketen voor het basisonderwijs en de uitwisselingstrajecten zou willen ondersteunen. Hij vindt het voorstel van Fractie A namelijk erg goed en ziet veel mogelijkheden. Het voortgezet onderwijs zal wel meer bij de docenten zelf liggen, maar de provincie zal de docenten eventueel kunnen stimuleren. Dit eerste debat wordt gepeild door middel van een applaus en gemeten met de decibelmeter: 89 decibel.
Fractie B – ‘Ga je voor je ouders zorgen?’ Fractie B geeft aan dat er steeds meer van jongeren wordt verwacht dat zij mantelzorg gaan verlenen. Zij vraagt zich alleen af of jongeren weten wat dit inhoud en of zij weten wat er dan van hen wordt verwacht. Omdat het volgens de fractie belangrijk is dat dit beide duidelijk wordt voor jongeren hebben zij de (hashtag) #wecare bedacht. Volgens de fractie moeten jongeren het namelijk “cool” maken om voor hun oma te zorgen. Het idee is dat wanneer jongeren mantelzorg hebben verleend, zij dit op social media aan kunnen geven met #wecare challenge. Zo kunnen zij laten zien dat zij iets goeds doen voor een ander. Daarnaast zal de provincie volgens Fractie B voorlichtingen moeten gaan geven over wat er precies van jongeren als mantelzorgers verwacht wordt. Dit kan door voorlichtingsdagen te organiseren op scholen of in het provinciehuis. Wanneer de provincie de eerste voorlichtingen zelf doet dan kunnen jongeren dat later van de provincie overnemen en hoeft de provincie alleen nog de dagen te organiseren.
De politici geven aan dat ze de challenge een leuk idee vinden, als zij maar geen ijs over hun oma heen hoeven te gooien zoals bij de challenge van stichting ALS. Wel geven ze aan dat hashtag snel komt en ook weer snel weg gaat. Zij vragen zich daarom af hoe dit idee aangepakt moet gaan worden, zodat het een hype blijft. Daarnaast hebben zij nog een aantal vragen. Zo vragen zij zich af waar de challenge aan gekoppeld moet gaan worden. ‘Hoe kan ook de hulpbehoevende in het licht komen te staan?’ ‘Hoe gaan gewone mantelzorgers een plekje binnen deze challenge krijgen?’ Over de voorlichtingen zijn de politici iets minder te spreken. De voorlichtingen zijn volgens hen meer een idee die de fractie bij de verschillende gemeentes neer zou moeten leggen. Fractie A geeft aan dat zij in verband met de korte voorbereidingstijd ervoor gekozen heeft zich alleen de richten op jongeren en mantelzorg. Volgens haar zal de hashtag een hype worden, omdat jongeren het leuk vinden om te laten zien dat zij iets goeds deden voor een ander.
Over de voorlichtingen geeft Fractie B nog aan dat de voorlichtingen ook gelijk door jongeren zelf gegeven kunnen worden, maar dat die jongeren dan wel precies moeten weten wat de mantelzorg van deze tijd inhoud. De provincie zal volgens haar bijvoorbeeld aan jongeren die aan een politieke partij verbonden zijn uit kunnen leggen wat de mantelzorg precies inhoudt. Die jongeren zouden dan de voorlichtingen kunnen realiseren. Tijdens de voorlichtingen kan er ook iets verteld worden over de #wecare challenge. De politici vinden het idee van Fractie B om alles door en voor jongeren te doen erg goed. Ook geven zij aan dat de provincie er zeker voor open staat om de mantelzorg aan jongeren nog duidelijker te maken, daarover kan zeker gesproken worden. Wel twijfelen de politici of de #wecare challenge van de grond gaat komen. De challenge voor stichting ALS was veel makkelijker. Een bak met water over je hoofd en je was klaar. De fractie is ervan overtuigd dat jongeren graag laten zien dat ze iets goeds doen voor een ander en via een hashtag kunnen jongeren dat dan eenvoudiger laten zien. Daarnaast geeft Fractie B ook aan dat groepsdruk vaak goed werkt om jongeren te motiveren en volgens haar zal de challenge deze groepsdruk aansporen. De hashtag is volgens de fractie een goede mediastunt. Want via de hashtag zet je zowel iemand in het zonnetje als dat je zelf laat zien dat je mantelzorg verleent en daarnaast laat je ook nog zien wat mantelzorg precies inhoudt. Ook zullen de voorlichtingen meer aanslaan als jongeren via social media merken dat veel jongeren zich met mantelzorg bezig houden. De andere fracties geven hun conclusies. Zowel fractie A als C en D geven aan dat ze het ideeën van Fractie B erg goed en creatief vinden. Volgens hen kan Fractie B gelijk aan de slag en de hashtag in gaan zetten. Fractie B geeft zelf nog aan dat ze het leuk vinden dat iedereen zo positief is over haar voorstel. Zij geeft dan ook aan dat ze graag nog een afspraak zou maken met de provincie om het idee verder uit te werken, zodat het daarna daadwerkelijk uitgevoerd kan gaan worden. De hashtag moet er volgens haar namelijk echt gaan komen. Ook de politici geven hun conclusie. Meneer Kockelkoren geeft aan dat het Huis van Zorg Fractie B zou kunnen helpen bij het tot stand laten komen van de voorlichtingen over mantelzorg. Het Huis van Zorg wordt door de provincie mede mogelijk gemaakt en zij heeft duidelijk voor ogen hoe de mantelzorg er nu uit moet gaan zien. De hashtag kan de fractie zelf in gaan zetten en gaan verspreiden over social media, geeft hij aan. Meneer Steins geeft aan dat hij alleen maar hoopt dat de fractie iets gaat doen met haar idee. Meneer Vroemen geeft aan dat hij het leuk vindt dat de ideeën van Fractie B zo concreet en klein zijn. Hij vindt het dan ook leuk dat de fractie niet te grote stappen zet en ondanks haar beperkte kennis over mantelzorg toch iets wilt doen aan dit onderwerp. Mevrouw Van Tijen geeft net als meneer Kockelkoren aan dat de fractie inderdaad het beste gebruik kan gaan maken van het Huis van Zorg. Op die manier kan de fractie volgens haar goed met haar ideeën aan de slag. Dit debat wordt gepeild door middel van een applaus en gemeten met de decibelmeter: 94 decibel.
Fractie C – Ballonnen/Zwerfvuil Fractie C ziet het probleem dat mensen zich onvoldoende bewust zijn van de gevolgen van milieuvervuiling. Hierdoor creëren zijn de gewoonte om niet op een milieuvriendelijke manier met het milieu om te gaan. Zo is er veel zwerfvuil te vinden in de natuur, zoals ballonnen. Mensen laten ballonnen los in de natuur, maar zijn zich niet voldoende bewust van welke gevolgen dit met zich meebrengt. Na het oplaten van een ballon zullen de resten er van in de natuur verdwijnen. Dieren eten deze resten op, de resten komen in het water te recht. Volgens de fractie ontstaat dit probleem doordat de provincie niet voldoende aandacht geeft aan het onderwerp milieuvervuiling en te weinig informatie verstrekt over dit onderwerp. Fractie B ziet wel een duidelijk oplossing voor dit probleem. Volgens haar zouden er voorlichtingen moeten komen tijdens voorlichtingsdagen maar ook via social media. Daarnaast denkt de fractie dat opruimacties , vergunningen voor als iemand meer dan 50 ballonnen los wilt laten en wetten dat wanneer je meer dan 50 ballonnen los wil laten dat je ze dan moet bundelen (zodat de resten makkelijker terug te vinden zijn) ook efficiënte manieren zijn om het probleem op te lossen.
De politici geven aan dat zij het probleem van Fractie C erg lastig vinden. Zij geven namelijk aan dat het probleem meer onder de kerntaken van het landelijk en gemeentelijk bestuur valt. Dat is dan ook de reden dat de politici aan de fractie vragen of zij nog eens na willen denken over wie zij precies kunnen gebruiken bij het oplossen van dit probleem. Vervolgens vragen zij zich af of een gemeente zich echt druk zal maken over het feit dat mensen ballonnen in de gemeente loslaten. De ballonnen waaien waarschijnlijk toch naar een andere gemeente toe, waardoor een andere gemeente de ballonnen zal moeten opruimen. Ook geven zij aan dat zij denken dat het opleggen van vergunningen het probleem niet verhelpt, maar dat als de fractie dit idee door wilt zetten zij bij de gemeenten moet zijn. Het is namelijk de taak van een gemeente om vergunningen te geven.
Daarnaast hebben de politici ook nog enkele vragen over eventuele andere mogelijkheden om het probleem op te lossen. Zo zouden zij graag willen weten wat de markt die de ballonnen opruimt zou kunnen doen aan dit probleem. ‘Zouden er bijvoorbeeld fabrieken moeten gaan komen die de ballonnen milieubewuster zullen gaan verbranden?’ Volgens de fractie zijn de gemeenten een deel van de provincie. Om het milieu schoon te houden zouden gemeenten samen moeten werken en moeten overleggen over hoe zij de ballonnen in de provincie op gaan ruimen. Dit omdat ballonnen over de grenzen van de eigen gemeente gaan. Om dit soepel te kunnen laten verlopen zal de provincie in deze samenwerking overkoepelend moeten zijn, geeft Fractie C aan. De provincie moet de gemeenten duidelijk gaan maken dat zij wat aan het ballonnen probleem moeten gaan doen. De bio ballonnen die sinds kort op de markt zijn, zijn volgens de fractie een goed product. Het product komt alleen nog niet volledig van de grond. Het is volgens de fractie daarom een goed idee om er fabrieken bij te gaan betrekken die resten van ballonnen op een betere manier gaan verbranden. Ook geeft de fractie aan dat het belangrijk is dat de consument leert dat de resten van ballonnen die in de natuur komen, zeer schadelijk zijn voor het milieu. Bewustwording is zeer belangrijk. Als de consument zich bewust is van het risico, zullen zij ook eerder in staat zijn milieubewuster met ballonnen om te gaan. Fractie C is dan ook zeker een voorstander van reclames en voorlichtingen. De uiteindelijk oplossing van het probleem moet uit de consument zelf komen, alleen heeft de consument daarbij een zetje in haar rug nodig van de provincie. De politici geven aan dat zij niet zo veel kunnen betekenen met betrekking tot het ballonnen probleem. Wel geven zij aan dat bewustwording zeker belangrijk is en dat de fractie daarom er slim aan doet om bedrijven te gaan zoeken die haar daar bij kan helpen. Milieufederatie Limburg is bijvoorbeeld een bedrijf die jullie als fractie kunnen benaderen, geven de politici n aan. Verder geven zij aan dat het probleem van Fractie C geen makkelijk probleem is. Wel vinden de politici dat de fractie veel aanknopingspunten heeft gegeven. Hierover zal de provincie zeker nog een keer nadenken en wellicht met jullie als fractie, geven de politici aan. Daarbij geven zij nog wel aan dat zij de gemeenten niks kunnen verplichten, maar hen wel een keer bij elkaar kan roepen om het er samen een keer over te hebben. Het argument dat ballonnen over de grenzen van de eigen gemeente gaan is namelijk een goed punt, geven de politici aan. Wel zouden ze graag nog een alternatief voor ballonnen willen horen, vanuit de fractie. Fractie C geeft aan dat het zonde zou zijn als er geen ballonnen meer gebruikt zullen worden. Maar er moeten zeker alternatieven gaan komen om het vuil te gaan beperken. Opruimen van resten helpt daarbij ook. De samenleving moet de vervuiling van het milieu tegen gaan. Wel geeft de fractie aan dat zij niet goed begrijpen waarom de provincie de gemeenten niet samen kan laten werken. ‘De gemeenten zijn toch een onderdeel van de provincie?’ Ook blijft de fractie er zeker van dat het bundelen van ballonnen geen gek idee is. 50 lossen ballonnen opruimen is veel lastiger dan in één keer 60 ballonnen. Daarnaast zijn voorlichtingen vanuit verschillende bedrijven volgens de fractie geen slecht idee en heeft zij zelf nog het plan om actiegroepen op te gaan richten die samen zouden kunnen werken met de provincie, zodat zij op die manier beleid kunnen voeren. De andere fracties geven hun conclusies over het debat. De fracties zijn het met elkaar eens dat het een goed en helder debat was. Volgens hen had Fractie C kritische oplossingen bedacht omtrent het ballonnen probleem. Daarbij was de informatie duidelijk en goed en zijn zij benieuwd naar de uitvoering van de oplossingen. Wij als fractie zien het ballonnen probleem echt als een heel groot probleem en daarom willen wij er zeker iets aan gaan doen, geeft Fractie C aan. Zij is dan ook zeker blij met de toezegging voor een vervolggesprek, zodat zij samen met de provincie nog eens kan kijken naar wat de juiste oplossing zal kunnen zijn. Ook de statenleden geven hun conclusies. Meneer Kockelkoren geeft aan dat het inderdaad waar is dat gemeenten grenzen hebben en dat de ballonnen daardoor over de gemeentelijke grenzen kunnen gaan. Maar ook provincies hebben grenzen, waardoor het naar zijn idee niet perse een verantwoordelijkheid is van de provincie.
Volgens hem zal de fractie met verschillende organisaties samen moeten gaan werken om dit probleem daadwerkelijk aan te kunnen gaan pakken. Meneer Steins geeft aan dat hij het een duidelijk debat vonden, omdat Fractie C zo’n duidelijke mening had. Volgens hem is er goed nagedacht over het probleem en zijn er goede oplossingen bedacht. Meneer Vroemen vindt de voorstellen erg goed. Hij vindt het knap dat de fractie niet alleen naar nu heeft gekeken, maar ook na gedacht heeft over de toekomst. Dat de fractie inziet dat het grootste probleem ligt bij de bewustwording van de consument vindt hij fijn om te horen, want dat is volgens hem ook zeker waar. Hij zou dan ook graag nog eens met de fractie om de tafel zitten om nog eens over het probleem na te denken. Mevrouw van Tijen vond het een oriënterend en erg leuk debat. Dit debat wordt gepeild door middel van een applaus en gemeten met de decibelmeter: 91 decibel.
Fractie D – Provinciale Statenverkiezingen Jongeren worden onvoldoende betrokken in de provinciale politiek, geeft Fractie D aan. Volgens de fractie komt dit doordat de Provinciale Staten de jongeren onvoldoende betrekken bij wat zij doen en wat jongeren daarin kunnen betekenen, maar ook doordat jongeren zelf onvoldoende interesse hebben. Volgens haar is dit probleem door de jongerenorganisaties op te lossen. Jongerenorganisaties zouden volgens de fractie op een makkelijke en leuke manier jongeren kunnen betrekken bij de provinciale politiek. Zo zouden zij via social media jongeren kunnen bereiken en hen in kunnen lichten over wat de provinciale politiek precies inhoudt. Ook zouden zij activiteiten kunnen organiseren, zoals debatdagen. Hierdoor zullen jongeren gaan zien wat politici doen en zullen de politici merken dat jongeren wel degelijk betrokken zijn bij de provinciale politiek.
De meningen onder de politici zijn erg verdeeld. Een aantal van hen geven aan dat zij beseffen dat er een groot gat zit tussen jongeren en politiek. Zij vinden de meningen van jongeren erg belangrijk, waardoor zij net als de fractie het belang zien jongeren er meer bij te gaan betrekken. De ideeën die de fractie heeft om jongeren bij de provinciale politiek te betrekken vinden zij dan ook erg interessant. Zij vragen zich wel af welke onderwerpen jongeren dan interessant vinden en waar jongeren zich hard voor zouden willen maken. ‘Zijn er onderwerpen waar jongeren echt warm van worden, zodat wij hen er op die manier beter bij kunnen betrekken?’ Naast de verdiepende vragen hebben de politici ook nog kritische vragen. Zo geeft een statenlid aan dat hij veel mensen in de politiek kent die er vroeger ook geen interesse in handen. ‘Is het dan wel zo’n groot probleem?’ ‘Of is de interesse in politiek onder jongeren nog niet nodig, omdat dat later wel komt?’ Fractie D geeft aan dat zij ook niet precies weten waar jongeren daadwerkelijk in geïnteresseerd zijn, want dat lijkt juist het probleem te zijn dat jongeren dat niet zijn. Via social media zouden wij er achter moeten gaan komen wat jongeren belangrijk, interessant en leuk vinden. Wanneer dit duidelijk is kan daar op ingespeeld gaan worden.
De fractie geeft tevens ook aan dat zij het erg belangrijk vinden dat dit al gebeurt voor dat jongeren 18 jaar worden. Dit omdat de kans dan groot is dat zij vanaf hun 18e gelijk hun stemrecht op een efficiënte manier kunnen gebruiken. Hierdoor zal je ook gelijk het probleem dat de opkomst bij de stembussen laag is opgelost kunnen gaan worden. Jongeren moeten gewoon meer betrokken gaan worden bij standpunten die ook hen aan gaan. Jongeren zijn ook een onderdeel van de samenleving en het is daarom belangrijk dat zij niet over het hoofd worden gezien. Zo zouden wij als fractie bijvoorbeeld graag onze mening laten horen over een verplichte dag vrij op de 11e van de 11e. De politici geven aan dat er over vrij op 11 november zeker nagedacht kan worden binnen de provinciale politiek. Meneer Kockelkoren geeft zelfs aan dat hij overtuigd is en het idee van 11 november meeneemt binnen zijn partij. Wel geven ze aan dat dit idee gelijk ook aangeeft dat er een gat is tussen jongeren en de politiek, omdat de politici niet wisten dat dit onder jongeren speelt. Over het probleem dat jongeren onvoldoende betrokken zijn bij de politiek geven de politici aan dat een groot deel ook bij de jongeren zelf ligt. Want wanneer je actief bent in de samenleving zal je vanzelf betrokken raken bij de politiek. Maar omdat zij zelf ook graag willen dat jongeren zich meer betrokken voelen bij de politiek, vragen zij zich af hoe ze jongeren het beste kunnen benaderen. ‘Wat vinden jongeren nou echt belangrijk?’ De fractie zegt dat zij graag een Facebookpagina zou willen maken over alles wat jongeren belangrijk vinden. Op deze pagina zou zij ook filmpjes van verschillende interviews met politici willen plaatsen, zodat jongeren kunnen zien wat de politiek daadwerkelijk inhoud. Meneer Kockelkoren geeft aan dat hij denkt dat de fractie samen zou moeten gaan werken met een maatschappijleraar, zodat zij samen de Facebookpagina van de grond kunnen gaan krijgen. Daarnaast geeft hij aan dat hij er zeker voor open staat om een keer interview met de fractie te doen. De andere fracties geven hun meningen over het debat. De fracties geven aan dat zij het een erg leuk debat vonden. Ook zij zien het probleem dat jongeren onvoldoende betrokken zijn bij de politiek en zouden hier graag verandering in gaan zien. Fractie B geeft daarbij wel aan dat zij denkt dat de oplossingen die Fractie D noemt voornamelijk interessant zullen zijn voor jongeren die al wel interesse hebben in de politiek. Zij vraagt zich dan ook af hoe Fractie D de jongeren die echt geen interesse hebben toch willen gaan bereiken. Volgens haar moet de fractie daar namelijk nog meer aandacht aan gaan besteden. Wij als Fractie D willen graag zelf veel motivatie tonen, geeft Fractie D aan. Daarom vraagt zij zich af of zij nog een vervolgafspraak met de politici zou kunnen maken, zodat zij de oplossingen nog verder uit kunnen werken. Ook geeft de fractie aan dat andere jongeren zich ook aan mogen sluiten bij hun ideeën en mee mogen denken over oplossingen. Ook de politici geven hun conclusies. Meneer Kockelkoren geeft aan dat hij zelf weinig met het probleem kan, maar dat hij iemand weet die tot aan de verkiezingen de verkiezingen begeleid. Diegene zou volgens hem Fractie D goed kunnen helpen en hij zou de fractie daarom graag willen doorverwijzen. Zou ik de contact gegevens van de fractie mogen, zodat ik de fractie met de juiste persoon in contact kan brengen, vraagt hij. Meneer Steins vindt het fijn dat hij nu weet dat jongeren meer betrokken willen worden bij de politiek. En geeft aan dat hij graag zou willen dat dit debat een goed begin is voor een latere oplossing voor het probleem. Meneer Vroemen wilt graag uitgenodigd worden voor de Facebookpagina en hoopt dat Fractie D actief blijft en iets gaat doen met haar ideeën. Mevrouw van Tijen geeft tot slot nog aan dat zij in de toekomst graag zou willen weten hoeveel draagvlak verschillende stellingen hebben en vraagt daarom aan de fractie of de Facebookpagina deze informatie kan geven. Dit debat wordt gepeild door middel van een applaus en gemeten met de decibelmeter: 92 decibel.