Verslag van de gecombineerde middagvergadering van de raadscommissies Stad en Ruimte en Mens en Samenleving, gehouden op 16 oktober 2014 in de raadzaal te Utrecht. Aanwezig: 5
10
de voorzitter, de heer A. van Schie, de wethouder Werk en Inkomen, Jeugd en Jeugdzorg, Volksgezondheid, Stationsgebied, de heer V. Everhardt, de wethouder Financiën, Economie, Onderwijs, Internationale zaken, Citymarketing, de heer J. Kreijkamp, de leden, mw. F. Arissen (PvdD), mw. H. de Boer (GroenLinks), dhr. C. Bos (Stadsbelang Utrecht), mw. G. Bouazani (PvdA), dhr. C. Bos (Stadsbelang Utrecht), mw. K. Broeksma (Student en Starter), mw. J. Ferket (D66), mw. N. van Gemert (SP), dhr. D. Gilissen (VVD), mw. H. Koelmans (SP), dhr. S. Menke (Student en Starter), dhr. M. van Ooijen (ChristenUnie), dhr. R. Post (PvdA), dhr. R. Rollingswier (D66), mw. J. Tielen (VVD), dhr. S. van Waveren (CDA), dhr. T. Weistra (GroenLinks), de commissiegriffier, dhr. F. Lith, de plaatsvervangend commissiegriffier mw. E. Stroucken. Voorts aanwezig enkele medewerkers.
15 Afwezig: Verslag:
M. Kassing
20 INHOUD VAN DIT VERSLAG
25
pagina
Opening De voorzitter, de heer Van Schie, heropent de vergadering. De programmaonderdelen Werk en Inkomen en Stadspromotie/Citymarketing staan voor deze vergadering geagendeerd. De voorzitter merkt op dat mevrouw Broeksma namens Student en Starter het woord zal voeren.
30
35
40
45
50
55
Inhoudelijke bespreking Werk en Inkomen en Stadspromotie/Citymarketing De heer Post (PvdA) merkt op dat vanmorgen uitgebreid is gesproken over het armoedebeleid. Het moge duidelijk zijn dat de PvdA sterk tegen is op de bezuiniging ad 1 miljoen euro op het armoedebeleid. Het is volgens de PvdA-fractie ook in strijd met het collegeprogramma, want daarin staat alleen een bezuiniging op apparaatskosten. De PvdA-fractie zal tijdens het slotdebat opnieuw voorstellen doen om deze bezuiniging ongedaan te maken. De ouderenorganisatie COSBO heeft aandacht gevraagd voor de extra koopkrachtondersteuning waar het kabinet toe heeft besloten tijdens Prinsjesdag. Mensen worden via de website www.laaginkomen.nl opgeroepen om het geld bij de gemeente aan te vragen. Spreker vraagt of de gemeente hierop is ingericht en of het college zelf ook initiatief neemt om Utrechters met een laag inkomen hierover te informeren. De PvdA-fractie vraagt of het juist is dat de laatste voorlichter van de afdeling Werk en Inkomen inmiddels met pensioen is en dat daarmee deze functie van het Voorlichtingsteam definitief is verdwenen. De PvdA-fractie heeft hier in het verleden regelmatig aandacht voor gevraagd (motie 292012) en toen is toegezegd dat de huidige werkwijze van het Voorlichtingsteam in stand zou blijven. Belangrijk voor mensen, zeker als ze niet over internet beschikken. De doelstelling laagste werkloosheid is natuurlijk prachtig. Feit is dat de werkloosheid relatief laag is in Utrecht. Spreker vraagt wat Utrecht gaat doen om de werkgelegenheid te vergroten en de werkloosheid te bestrijden. De PvdA-fractie wacht met smart op de uitwerking van het Lokaal Economisch Fonds (LEF). De PvdA-fractie vindt het belangrijk dat in dit plan ook voor laag- en middengeschoold werk voldoende aandacht is en voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Utrecht staat als regiogemeente ook voor de opgave om met werkgevers en werknemers bijna 1200 garantiebanen te realiseren de komende jaren. Spreker vraagt of het college kan toezeggen dat het college deze twee plannen in samenhang uitvoert, zodat ze elkaar kunnen versterken. De PvdA-fractie is sceptisch over het versterken van de afdeling EZ voor structureel 1 miljoen euro. Dat gaat alleen naar accountmanagement en andere ambtelijke kosten. Spreker vraagt hoeveel banen dit gaat opleveren.
De heer Post vraagt wat het college gaat doen bij zijn eigen investeringen om banen te realiseren. De PvdA-fractie vindt een belangrijk instrument daarbij social return on investment. Spreker vraagt naar de stand van zaken. 5
10
15
De heer Gilissen (VVD) merkt op dat de afdeling EZ onderbezet is maar dat dankzij de 1 miljoen euro de afdeling beter kan inspelen op de vragen. Hij begrijpt niet wat het bezwaar is van de PvdA-fractie. De heer Post (PvdA) vindt het geen bezwaar om de afdeling te versterken maar er dient kritisch bekeken te worden waar het beschikbare geld in gestoken wordt. Het LEF vindt de PvdA-fractie een goed instrument. Vorige keer was de PvdA-fractie ook al kritisch over het structureel versterken van het ambtelijk apparaat EZ. De heer Post vond een bericht van minister Asscher waarin hij ervoor waarschuwt dat Europese subsidies verloren dreigen te gaan ad 114 miljoen euro. De heer Post vraagt de wethouder of hij voor eind 2014 een verzoek zal indienen om in aanmerking te komen voor extra middelen uit het budget actieplan jeugdwerkloosheid. Mevrouw De Boer (GroenLinks) sluit aan bij deze vraag. Zij vraagt of het college ook afspraken maakt met de sociale partners over de derde tranche sectorplannen.
20
25
Mevrouw Bouazani (PvdA) stelt dat Utrecht als stad met een menselijke maat in het hart van het land, met een bloeiende kenniseconomie, een nu nog bruisende cultuursector en veel creativiteit goud in handen heeft. De samenwerking tussen het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid is een belangrijke sleutel voor het economische succes van Utrecht. Uit het veld hoort de PvdA-fractie veelvuldig dat de samenwerking veel beter kan. Spreekster adviseert te focussen op het leggen van verbindingen tussen de verschillende sectoren en gezamenlijk actief werken aan een sterker Utrecht. Mevrouw Bouazani vraagt waarom het college kiest voor een human-capitalagenda en niet voor een regionaal human-capital-aanvalsplan. Mevrouw Ferket (D66) vraagt wat het verschil is.
30 Mevrouw Bouazani (PvdA) antwoordt dat een agenda nietszeggend is. Een aanvalsplan is actie, is doen en werken en dat is waar het om gaat bij wijkeconomie. Spreekster mist concrete acties en doelen om toenemende verslechtering van wijkwinkelcentra als De Klop en Lunetten aan te pakken. 35
40
De heer Gilissen (VVD) merkt op dat de vragen hem bevreemden. Het gaat om het stimuleren van de wijkeconomie en het ondersteunen van ondernemers in kleine winkelcentra. Er zijn ambtenaren nodig om de acties in te vullen. Dat is wat het college gaat doen. Mevrouw Bouazani (PvdA) wacht het antwoordt van het college af. Volgens haar betekent aanpakken niet direct meer ambtenaren. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt mevrouw Bouazani en de heer Gilissen of er wel winkeliers zijn die zich willen vestigen in de winkelcentra in Overvecht.
45
50
55
Mevrouw Bouazani (PvdA) verneemt graag van de wethouder hoe het college ervoor gaat zorgen dat de winkelcentra aangepakt gaan worden. Mevrouw Bouazani merkt op dat ondernemers klagen over het niet nakomen van afspraken door de gemeente. Zij zijn genoodzaakt zich tot de rechter te wenden en dat is niet de weg waar de PvdA voor staat. Voor een aantrekkelijke vestigingsplaats voor ondernemers van zzp’ers tot internationale bedrijven dient de gemeente hun verblijf te ondersteunen, stimuleren en het hun vooral gemakkelijk te maken. Spreekster vraagt waarom het college kiest voor een extra laag aan overhead door integraal accountmanagement en niet één aanspreekpunt per bedrijf aan te wijzen. Mevrouw Ferket (D66) merkt op dat het accountmanagement is bedoeld om de ondernemers in de stad te ondersteunen. Mevrouw Bouazani (PvdA) antwoordt dat er ambtenaren bij EZ werkzaam zijn. Zij kunnen ook hun telefoonnummer aan ondernemers geven. Volgens de PvdA-fractie hoeven er geen ambtenaren te worden toegevoegd.
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
2
5
10
De komende jaren krijgt de ambachtseconomie te maken met een aanzienlijke vraag naar nieuwe vakmensen. Spreekster vraagt of het college zich hiervan bewust is. Zij vraagt of het college het standpunt deelt dat de ambachtseconomie werkgelegenheid en opleiding in Utrecht biedt. Zij vraagt of het college bereid is roc’s te betrekken met als doel het verbeteren van de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt, het bieden van meer stageplaatsen en het vestigen van ambachtelijke bedrijvigheid in Utrecht te stimuleren. Het aantal stageplaatsen bij de gemeente als werkgever daalt. De PvdA-fractie vindt dit een slechte zaak. De gemeente dient juist het goede voorbeeld te geven. Spreekster vraagt wat het college gaat ondernemen om stageplaatsen aan te bieden voor niet alleen hoog geschoolden, maar ook voor vmbo- en mbo-leerlingen. Het aantal dagbezoekers daalt en voor het bevorderen van toerisme staat nul euro begroot. Spreekster vraagt op welke wijze het college denkt het toerisme te bevorderen. De PvdA-fractie vindt dat bij een goede internationale presentatie van Utrecht en een aantrekkelijke binnenstad ook een goed, nieuw jeugdhostel hoort. Mevrouw Bouazani vraagt of het college bereid is een rol te nemen bij het tot stand komen van een jeugdhostel (ruimte).
15
20
25
30
35
Mevrouw Ferket (D66) vraagt hoe er gezorgd kan worden voor meer werk voor de inwoners en Utrechtse ondernemers. Het standpunt van D66 is dat de overheid geen banen creëert. De overheid faciliteert, biedt ruimte en maakt mogelijk. D66 wil dat er randvoorwaarden worden gecreëerd. Echte banen komen er als ondernemers zich willen vestigen. In tegenstelling tot de PvdA-fractie is D66 blij met het beschikbaar stellen van 1 miljoen euro voor accountmanagement en acquisitie. Volgens D66 is 1 miljoen euro broodnodig voor het creëren van werkgelegenheid. Ook staat in de programmabegroting het Lokaal Economisch Fonds, een investering van 8 miljoen. Een fonds dat moet zorgen voor 1750 banen en 500 stage-/leerwerkplekken. Binnenkort wordt de uitwerking verwacht. Er wordt ook ingezet op duurzame energie wat zorgt voor 600 banen in deze sector. De overheid faciliteert bijvoorbeeld met het Ondernemersfonds Utrecht. In het najaar wordt hier nog over gesproken. De overheid biedt ruimte. De dienstverlening aan ondernemers dient uitstekend te zijn. Een aantal indicatoren om de dienstverlening aan ondernemers in kaart te brengen zijn verdwenen. De D66-fractie wil graag in de Utrecht Monitor een indicator opnemen hoe de dienstverlening aan ondernemers wordt ervaren. De zzp’ers worden niet meer opgenomen in de begroting. Spreekster vraagt of deze groep nog gemeten wordt. De ondernemers verkeren in zwaar weer. D66 ziet uit naar de digitale sociale kaart, waar inzichtelijk wordt gemaakt bij welke organisatie ondernemers terechtkunnen. Uit gesprekken met horecaondernemers en Koninklijke Horeca Nederland is gebleken dat de bestaande categorisering niet meer als passend wordt ervaren. Mevrouw Ferket merkt op dat tijdens de behandeling van de voorjaarsnota D66 heeft gevraagd of het college deze signalen ook heeft gekregen en of het college met deze partijen in gesprek wil gaan. De heer Van Waveren (CDA) vraagt D66 welke regels het wil afschaffen.
40
Mevrouw Ferket (D66) heeft begrepen dat de categorisering niet meer passend is. Het college wil hierover in gesprek en D66 hoort graag de stand van zaken van de gesprekken. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of het gaat om andere regels of om minder regels.
45
Mevrouw Ferket (D66) antwoordt dat het gaat om minder regels. De categorisering wordt als knellend ervaren. De heer Van Waveren (CDA) vraagt hoeveel categorieën D66 voor zich ziet.
50
55
60
Mevrouw Ferket (D66) merkt op dat tijdens de behandeling van de voorjaarsnota het college is gevraagd hierover in gesprek te gaan. D66 hoort graag wat de stand van zaken is. Mevrouw Ferket (D66) vraagt het college wanneer het digitaal ondernemersdossier wordt ingevoerd en vraagt wat de struikelblokken zijn waardoor het nog niet is ingevoerd. Gesprekken met ondernemers zijn belangrijk. Utrecht maken de mensen samen. Zij adviseert het college dit te blijven doen. Ondernemers, bijvoorbeeld die in Leidsche Rijn, willen meedenken en niet in de krant ontwikkelingen lezen. Utrecht mag steviger op de kaart in binnen- en buitenland. Utrecht komt voor op internationale lijstjes maar vooral onder de noemer als onontdekte stad. Utrecht heeft goud in handen. De heer Gilissen (VVD) vraagt wat mevrouw Ferket bedoelt met de opmerking over Leidsche Rijn.
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
3
5
10
Mevrouw Ferket (D66) antwoordt dat de fractie hoopt dat het college vanuit al zijn portefeuilles met ondernemers in gesprek blijft. Mevrouw Ferket (D66) vraagt hoe het college denkt het aantal dagbezoeken en het aantal overnachtingen te gaan stimuleren. Binnenkort verschijnt de hotelnota maar hoe is het college van plan het tij te keren? Spreekster vraagt of de wethouder al in gesprek is met de initiatiefnemers van de Utrecht Card. Zij vraagt vervolgens hoe de internationale agenda kan worden versterkt en op welke manier deze ontwikkelingen worden gemeten via de prestatie- en effectindicatoren. D66 heeft geen behoefte aan een visiestuk maar een klein en concreet stimuleringsplan toerisme en citymarketing. D66 vraagt hoe de stad Utrecht op de kaart wordt gezet. D66 ziet genoeg mogelijkheden, op het gebied van stad van ontmoeting, middeleeuwse geschiedenis, smart city, sociale innovatie en technologie. Met name het toerisme uit Duitsland is een groeimarkt. Spreekster vraagt hoe hierop ingespeeld wordt. Zij adviseert met alle partijen in de stad, niet alleen de usual suspects, in gesprek te gaan.
15 De heer Van Waveren (CDA) constateert dat D66 niets zegt over bereikbaarheid. De bereikbaarheid is een van de belangrijkste onderwerpen. Het is lastig voor ondernemers om te kunnen functioneren wanneer bedrijven slecht bereikbaar zijn. 20
25
Mevrouw Ferket (D66) merkt op dat de bereikbaarheid een belangrijk thema was in het verkiezingsprogramma. In een volgende bijdrage van de D66-fractie komt dit punt uitvoerig aan de orde. De heer Rollingswier (D66) merkt op dat hedenmorgen uitgebreid is gesproken over het armoedebeleid. D66 heeft zorgen over de groei van de bijstand en de korting van het Rijk als gevolg van het nieuwe rekenmodel. In de begroting staat een hoger bedrag genoteerd dan de 120 miljoen euro die in de brief van de minister wordt genoemd voor het verstrekken van bijstand.
30
De heer Van Waveren (CDA) vraagt de D66-fractieleden of het hen heeft verbaasd dat gestreefd wordt naar de laagste werkloosheid in 2018 maar dat een hoog bedrag is begroot voor bijstandsuitkeringen.
35
De heer Rollingswier (D66) antwoordt dat voorzichtig moet worden begroot en de resultaten gekapitaliseerd moeten worden. D66 vraagt wat de resultaten zijn van de ambassadeur jeugdwerkloosheid Mirjam Sterk in Utrecht en de regio. De heer Rollingswier vraagt wat de stand van zaken is ten aanzien van zero-based begroten. In de begroting wordt voorgesteld big data toe te passen bij woon- en sociale fraude. Spreker vraagt welke privacyaspecten zijn meegenomen.
40
45
50
55
60
De heer Van Waveren (CDA) vond de ambitie om te komen tot de laagste werkloosheid in Nederland bijzonder. Het klinkt heel mooi. Een gezonde frictiewerkloosheid is een bekend begrip. De laagste werkloosheid in Nederland betekent een overspannen arbeidsmarkt. Dat heeft gevolgen voor de bereikbaarheid omdat mensen van buiten in Utrecht komen werken. Het is moeizaam discussiëren over een economiebegroting als voor een groot deel nog plannen moeten komen. Het CDA is blij dat er meer budget is gevonden. Stadspromotie is al genoemd. De heer Van Waveren adviseert de Stichting Toerisme Utrecht te betrekken. Meer investeringen in deze sector kunnen snel banen opleveren met name voor mensen met een lagere opleiding. Luisteren naar ondernemers is ook al genoemd. Het is belangrijk dat er geld voor komt. Een goede wethouder EZ krijgt juist ook dingen voor elkaar buiten zijn eigen beleidsterrein. Het aantal winkelgebieden waar om blauwe zones wordt gevraagd neemt toe. Spreker noemt de Van Ostadelaan, de meubelboulevard, bij het nieuwe winkelcentrum Terwijde en aan de Amsterdamsestraatweg. Ongetwijfeld krijgt het college meer signalen. Als we Utrecht samen maken vraagt hij of het college bereid is om in gesprek met deze partijen te gaan en daar initiatieven op te nemen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) heeft laatst vernomen dat er geen vergunning meer verkregen wordt voor de wet-Mulderbonnen. Hij vraagt het CDA hoe het denkt dit te kunnen dekken. De heer Van Waveren (CDA) antwoordt dat in de tegenbegroting hierover informatie is te lezen. Het CDA vindt markten een geweldige bijdrage leveren aan het aanbod op veel plekken in de stad. Maar er mag soms wel een frisse wind doorheen, bijvoorbeeld door nieuwkomers en starters
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
4
5
10
makkelijker een plek te geven en door de branchering beter te organiseren. De Centrale Vereniging voor Ambulante Handel heeft het concept ‘De markt van morgen’ ontwikkeld. Het CDA zal daar binnenkort uitgebreider op terugkomen. Spreker verzoekt de wethouder om in de besteding van de economische middelen ruimte te creëren om daar extra inzet op te plegen komend jaar. De arbeidsmarktintegratie baart de CDA-fractie zorgen. Er zijn forse bezuinigingen doorgevoerd maar er zijn weinig merkbare effecten. Hij vraagt waarom het in Utrecht niet lukt om mensen uit de bijstand te halen en hulp te bieden en in Den Haag wel. Het is belangrijk dat iedereen op de arbeidsmarkt kansen krijgt. Mensen raken gedemotiveerd wanneer zij gediscrimineerd worden om hun leeftijd, geaardheid of huidskleur. Spreker stelt dat mensen de weg niet weten om klachten in te dienen of het vertrouwen niet hebben dat deze goed afgehandeld worden. Hij verzoekt het college hieraan aandacht te geven. De raad heeft een voorstel ontvangen over het ondernemersfonds. Het verbaast het CDA dat een aantal partijen dat eerder kritisch was, nu zo makkelijk over een stuwmeer aan niet uitgegeven budget heenstapt.
15 De heer Gilissen (VVD) vraagt of de heer Van Waveren het in overweging gaat nemen of het laat passeren om minder geld te besteden aan het ondernemersfonds.
20
25
30
35
40
45
De heer Van Waveren (CDA) antwoordt dat de korting kan worden toegepast op betrekkingsgebieden waar het niet goed gaat en bij betrekkingsgebieden waar het goed gaat het niveau ongewijzigd kan blijven. De heer Van Waveren merkt op dat er in de afgelopen weken veel aandacht is geweest voor de situatie van winkelcentrum De Klop. Het winkelcentrum heeft een belangrijke functie in de buurt. In het detailhandelsbeleid 2012 staat ‘voor alle bestaande centrumgebieden en winkelconcentraties geldt dat de gemeente in overleg met de lokale stakeholders een gericht plan van aanpak wil opstellen om een gezonde continuïteit van het betreffende gebied te waarborgen. Hierbij wordt per locatie overwogen of functieversterking of juist functieverandering voor de toekomst de meeste adequate oplossing is’. De heer Van Waveren is benieuwd naar de plannen voor De Klop. Met name voor de bewoners van Huis aan de Vecht, die minder mobiel zijn, is het belangrijk dat zij een winkelvoorziening in hun eigen omgeving hebben. Hij vraagt hoe het college sturing wil geven aan een eventuele functieverandering, gelet op de middelen die EZ beschikbaar stelt volgens de begroting. De heer Weistra (GroenLinks) merkt op dat hoe meer ondernemers hij tegenkomt in Utrecht, hoe enthousiaster hij wordt van hun energie om er iets van te maken. Zoals bij de bijeenkomst van het ondernemersfonds, waar verteld werd hoe door middel van een stickeractie bedrijven werden aangetrokken om zich te vestigen in leegstaande panden aan de Biltstraat. Of afgelopen weekend, waar ondernemers in De Meern een evenement organiseerden om de verbinding in De Meern weer te versterken. Zo daadkrachtig en helder als deze ondernemers, zo vaag en cryptisch vindt spreker het begrotingsartikel waarin over economie wordt gesproken. Aangezien spreker zelf econoom is, durft hij te zeggen: wat kunnen economen toch veel mooie woorden schrijven zonder er concreet afrekenbaar op te worden. Voor de heer Weistra is dit de eerste begrotingsbehandeling die hij meemaakt, dus hij permitteert zich wat kritiek van iemand die het voor het eerst leest. De coalitie heeft afgesproken 1 miljoen euro extra aan economische zaken uit te geven. Dat is een forse impuls en grote kans. Spreker wil zien wat hiermee wordt gedaan. Het bedrag is uitgesplitst over twee doelstellingen. Spreker vraagt een toelichting van de wethouder omdat het nu leest als ‘we gaan nog beter ons best doen’. Er staan mooie woorden als versterken van bedrijvigheid. De heer Post (PvdA) vraagt of GroenLinks het met de PvdA-fractie eens is dat de invulling van de 1 miljoen euro aan accountmanagement onvoldoende is.
50 De heer Weistra (GroenLinks) vindt het accountmanagement een mooi middel maar wil het meetbaar maken. Hij wil weten waar hij de wethouder op kan afrekenen. Hetzelfde geldt voor wijkeconomie en het versterken van bedrijvigheid. Ook deze komen niet terug in meetbare indicatoren. 55
De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt aan wat voor indicatoren GroenLinks denkt. Mevrouw Ferket (D66) vraagt zich dit ook af. Zij merkt op dat D66 heeft gevraagd om indicatoren voor dienstverlening aan ondernemers.
60
De heer Weistra (GroenLinks) antwoordt dat creatief gezocht moet worden naar indicatoren zodat
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
5
bijvoorbeeld de activiteiten in een wijk gemeten kunnen worden en dat de wethouder hierop afgerekend kan worden.
5
De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) oppert te meten hoeveel nieuwe werkgevers/ondernemers zijn toegetreden, bijvoorbeeld naar personeelsaantallen. De heer Gilissen (VVD) lijkt het wenselijk om te gaan benchmarken met andere steden. Volgens de VVD is dit een goede manier om resultaten te kunnen beoordelen.
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
De heer Weistra (GroenLinks) vindt de suggestie voor het houden van een benchmark goed. Hetzelfde geldt voor de doelstellingen bij ‘voldoende werkgelegenheid’. De indicator voor het aantal banen is helder. Maar het gebruik van dienstverlening vindt spreker mager. De heer Weistra vraagt of tevredenheid niet een goede indicator is om toe te voegen. Over acquisitie is al gesproken. Spreker begrijpt dat de wethouder in zijn rol als wethouder Financiën al heeft toegezegd alle indicatoren in de begroting door te lichten. De heer Weistra heeft bij de behandeling van de voorjaarsnota gevraagd om bij acquisitie in te zetten op het binnenhalen van duurzame bedrijvigheid. De wethouder antwoordde toen in de trant van ‘collegedoelstellingen houden we daarbij in de gaten’. Spreker vreesde al dat dit een ontwijkend antwoord was, en nu leest hij bij de acquisitiedoelstellingen hier niets over. De heer Weistra laat de wethouder geen tweede keer wegkomen met een ontwijkend antwoord, dus vraagt hij om een harde toezegging van de wethouder op dit punt. Het past overigens schitterend bij het doel bedrijven binnen te halen waar Utrecht echt het verschil kan maken. De GroenLinks-fractie wacht nog steeds met smart op de uitwerking van het LEF. Overigens worden in de begroting al wel enkele richtingen geschetst die verraden dat de wethouder al een eind is met zijn denken. De formuleringen zijn cryptisch, en spreker vraagt de wethouder om bij de uitwerking scherper te zijn. Formuleringen als ‘ondernemers nog sterker steunen’ en ‘snel reageren of beslissingen nemen als onnodige belemmeringen in de weg staan’ zijn voor hem vaag. Hij raadt de wethouder aan goed naar het coalitieakkoord te kijken: het moet gaan om banen creëren en stage- en leerwerkplekken. De fractie van GroenLinks markeert graag nogmaals dat is afgesproken dat een aanmerkelijk deel van de gecreëerde banen moet zijn voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Mevrouw Ferket (D66) merkt op dat in het collegeakkoord staat dat een aanmerkelijk deel van de banen die gerealiseerd worden met het LEF moeten zijn voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zij vraagt waarom GroenLinks hierover vragen blijft stellen. De heer Weistra (GroenLinks) antwoordt dat GroenLinks dat doet omdat zij dit heel belangrijk vindt. De effectindicatoren over stadspromotie zijn beter meetbaar – waarvoor complimenten –, bijvoorbeeld over het aantal hotelovernachtingen. De ambitie voor 2015 valt GroenLinks eigenlijk wat tegen. Met de Tour de France in de stad zou toch een hoger ambitieniveau verwacht mogen worden ten aanzien van het aantal hotelovernachtingen. Daarnaast heeft de wethouder vorig jaar toegezegd in het najaar te komen met een update van de hotelnota. Spreker vraagt wanneer deze verwacht kan worden. Spreker dankt de wethouder voor de antwoorden op de schriftelijke vragen betreffende de gratis wifi en zijn fractie is blij dat de privacy van de gebruikers geborgd is. De website van City Wireless is inmiddels aangepast. De heer Weistra vraagt of de wethouder kan verklaren waarom het verdienmodel van de aanbieder ineens veranderd is. Mevrouw De Boer (GroenLinks) merkt op dat in de afgelopen week veel over werk en inkomen en het armoedebeleid is gesproken. Vanmorgen is gesproken over de vier weken wachttijd en is de zoektermijn aan de orde geweest. Zij heeft begrepen dat er geen wachttijd is voor volwassenen en de wethouder heeft gezegd dit duidelijker te communiceren op de website en dit aan te passen. GroenLinks vindt het belangrijk dat wanneer iemand een aanvraag doet, er getoetst wordt op financiële nood. De wethouder heeft aangegeven dat dit gebeurt. De GroenLinks-fractie heeft begrepen dat de definitie van ‘broodnood’ strikt wordt gehanteerd. Mensen moeten in een levensbedreigende situatie zitten anders wordt hun geen voorschot verstrekt. Het niet kunnen betalen van huur of boodschappen zou volgens GroenLinks voldoende reden zijn om een voorschot te verstrekken. Zij verzoekt de wethouder de uitvoerders beter te instrueren wanneer de wethouder deze opvatting deelt.
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
6
Mevrouw De Boer vraagt of het correct is dat zij leest dat de afdeling Werk en Inkomen niet genoemd staat in bijlage 8, taakstelling inkoop en beleid. Zij vraagt of dit een politieke keuze is en zo ja, of de wethouder dit kan toelichten. 5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) merkt op dat zijn fractie tijdens de laatste raadsvergadering heeft aangegeven de verbinding te willen zoeken tussen bijstandsgerechtigden en de organisatie van de Tour de France. Mooi was de reactie van de wethouder dat hij dit wilde gaan doen. Community service is hier wat Stadsbelang Utrecht betreft het kernbegrip waarop deze burgers en bedrijven moeten worden aangesproken. Want met de ondersteuning van bedrijven betreffende een eventuele benodigde opleiding of begeleiding, en de vrijwillige inzet van burgers wordt niet alleen van het evenement een succes gemaakt, maar biedt deze naar de mening van Stadsbelang Utrecht ook kansen voor deze burger. Want het leveren van community service is volgens spreker plezierig, je levert een bijdrage, je bent nodig, je bent nuttig bezig. Daarnaast kan het je door begeleiding/ondersteuning en opleiding via een bedrijf ook nog de kans op werk opleveren. Spreker heeft in dit verband al van verscheidene grote werkgevers vernomen dat ze mee willen denken en doen bij het opleiden en begeleiden van die vrijwilligers, als host en hostess, callcentermedewerker, als beveiliger, als begeleider etc. Spreker heeft ook begrepen dat dit de kans op een baan verhoogt. Stadsbelang Utrecht is ervan overtuigd dat gemeenschappelijke inzet op activatie van de Utrechtse burgers met een uitkering kan leiden tot betere kansen op de arbeidsmarkt en kan leiden tot een baan. Spreker stelt dat de ruimte tussen werkzoekende en werk verkleind kan worden. Dit is een uitgelezen mogelijkheid. Stadsbelang noemt dit niet het vragen om een tegenprestatie maar het bieden van activatie. Mevrouw Van Gemert (SP) vraagt of Stadsbelang Utrecht een verplichte activatie/tegenprestatie wil of gebruik wil maken van enthousiaste vrijwilligers. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) antwoordt dat hij heel enthousiaste vrijwilligers wil zoeken maar zeker ook mensen met een bijstandsuitkering wil aanspreken. De heer Bos wil in gezamenlijkheid met werkgevers/scholen kijken naar kansen. Hij verneemt graag van de wethouder of hij ook de potentie ziet en of het college bereid is hierin stappen te zetten. Als de wethouder hier positief in staat dan wil Stadsbelang Utrecht vaker zo’n evenement. Hij stelt voor te kijken of het structureel kan worden aangepakt. Of er met slimme combinaties gewerkt kan worden aan een evenementenplanning met meerwaarde en of gewerkt kan worden aan een stad waarbinnen community service loont. Stadsbelang Utrecht heeft op het gebied van werk en inkomen in het recente verleden al veel gezegd. Hij zal dit niet herhalen. Spreker vraagt of Utrecht de Buckler van de Randstad is. Het aantal dagbezoeken neemt al jaren af en ook het aantal hotelovernachtingen neemt af. Dit is niet goed, want de Utrechtse economie heeft hier zwaar onder te lijden. Dit heeft allerhande oorzaken. Begin november gaat spreker met EZ praten over een te entameren bijeenkomst over de oorzaken, gevolgen en de instrumenten waarmee dit tij kan worden gekeerd. De wethouder heeft al te kennen gegeven dit initiatief te willen ondersteunen. Utrecht heeft een fantastische stadsbrede propositie liggen. Utrecht is ‘the place to be’. Of het nu in de binnenstad is, in het Zocherpark, de kerken, de Sterrenwacht of in het, wat spreker betreft, te dure Spoorwegmuseum, Utrecht heeft de kernkwaliteiten in huis om als topstad te boek te staan. Maar ook Kasteel de Haar, de Metaalkathedraal, het Máximapark, de vergader- en conferentiemogelijkheden, de Universiteit, de Hogeschool. Utrecht is een topgemeente. Wat Stadsbelang Utrecht betreft mag geen binnenlandse of buitenlandse toerist een excuus hebben om niet in Utrecht te zijn geweest. In dat perspectief heeft Utrecht een grote opgave. Het product Utrecht is niet op orde, het is wat minder sleets dan vorig jaar, maar daar moet nog keihard aan worden gewerkt, zoals op het gebied van openbare ruimte, bereikbaarheid, parkeer- en stalmogelijkheden, de ruimte voor kleine en grote bedrijvigheid, de aantrekkelijkheid, de veiligheid. In de beeldvorming komt langzamerhand het besef dat het goed toeven wordt in Utrecht. Dat de kernkwaliteiten van Utrecht steeds zichtbaarder en aanlokkelijker worden is mooi. Echter, de cijfers laten zien dat Utrecht last heeft van het Bucklereffect (het is bekend dat er niets mis mee is, maar het wordt niet geconsumeerd). Stadspromotie heeft een leidende rol. Wat betreft stadpromotie is Stadsbelang Utrecht van mening dat zij de bezuiniging van het vorige en huidige college wil terugdraaien. Sterker nog, dat ingezet moet worden op een intensivering van de inspanning om uit te dragen dat Utrecht die excellente stad is waar men geweest moet zijn. In dat perspectief vindt Stadsbelang Utrecht dat in het verlengde van de Tour de France moet worden
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
7
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
ingezet op momentumverlenging. Het momentum is er, dat moet uitgenut worden. Daar moet strategie op worden ontwikkeld, daar is geld voor nodig. Want laat die aandacht niet verslappen. Herhaling is conditionering. Hoe vaker deze mooie gemeente in de gedachte van een potentiële bezoeker is, hoe groter de kans dat deze (terug)komt. Spreker vraagt of de wethouder bereid is hierin stappen te zetten of dat hij het aan de raad laat. Mevrouw Tielen (VVD) merkt op dat in de afgelopen week in de commissie en de raad is gesproken over werken aan werk, de Participatiewet, de ambities en de manier waarop de ambities vorm wordt gegeven en de maatregelen rondom de Wet werk en bijstand. De VVD probeert consistent te blijven op een aantal thema’s. Betaald werken is volgens de VVDfractie de beste manier om mee te doen en dat rechtvaardigheid en solidariteit in de stad en economie draaien op het principe van geven en nemen. Een aantal partijen heeft al gevraagd wat de stad gaat doen op het gebied van jeugdwerkloosheid. Minister Asscher heeft immers Europees budget te verdelen. De VVD wil het liefst dat de betrokken doelgroep ook initiatief neemt. Initiatieven zoals de Broekriem Try before you get a job zijn mooie voorbeelden. De VVD hoort graag welke initiatieven er nog meer zijn. Rondom de ambities op het gebied van armoede staat een aantal prestatie-indicatoren. De VVDfractie mist een belangrijke. Waarom staat er geen percentage van het aantal Utrechters dat rond of onder de armoedegrens leeft? Er is een aparte armoedemonitor maar de VVD-fractie verzoekt deze op te nemen in de Utrecht Monitor. Spreekster bedankt het college voor de toezegging dat er een visie komt betreffende de rol van de Nederlandse taal in het kader van werk en participatie. De VVD-fractie vraagt ook een visie te formuleren over de inburgering in haar algemeenheid. Tot slot vraagt mevrouw Tielen hoeveel geld er omgaat in de re-integratie. De plannen van de UWbedrijven zijn gedeeld. Zij vraagt of de wethouder nieuwe informatie heeft ten aanzien van de transitie ten opzichte van een aantal maanden geleden. De heer Gilissen (VVD) bedankt het college voor de toezegging die dinsdag jl. is gedaan over het actualiseren van de ruimtelijke strategie van kantoren- en bedrijventerreinen. Het is belangrijk dat de overheid inspeelt op een veranderende samenleving. Spreker is tevreden met het voornemen om de looptijd van het ondernemersfonds met vijf jaar te verlengen. Er is nog een aantal verbeterpunten maar die worden op een later tijdstip besproken. Spreker vraagt hoe ervoor gezorgd wordt dat bedrijventerreinen en winkelcentra levendig blijven, zoals het investeren in bedrijvigheid. De lijnen die neergezet zijn over het LEF worden gesteund. De heer Gilissen ziet twee lijnen, namelijk het creëren van bestaande werkgelegenheid en het verbeteren van het vestigingsklimaat. Dit kan bewerkstelligd worden door te investeren in randvoorwaarden. Per brief is toegezegd een digitaal ondernemersdossier op te zetten. Spreker vraagt of de commissie snel geïnformeerd kan worden over de knelpunten. Er valt veel te winnen ook voor de gemeentelijke organisatie. De VVD-fractie vraagt of inzage kan worden gegeven in het verkrijgen van Europese fondsen zoals EFRO en of er concrete plannen zijn om dit in de toekomst op te pakken. Spreker wil inzage in de mate van kostendekkendheid van de activiteiten van de Wet markt en overheid. Hij wil voorkomen dat er marktverstoring ontstaat. De horecaondernemers hebben onlangs een brief gekregen waarin is aangekondigd dat binnenkort controles worden gehouden op geluid. Er is op 29 oktober een bijeenkomst. Er is veel te klagen, ook over de wijze van handhaven. Spreker vraagt de wethouder, als het gaat om het handhavingsarrangement, ruimte te bieden aan horecaondernemers maar dan dient er ook vertrouwen te spreken vanuit gemeente. De insteek van de handhavingsactie is heel positief. Spreker vraagt het college te zorgen voor een evaluatie van de Tour de France waaruit blijkt wat het evenement de stad heeft opgeleverd. Spreker vraagt de wethouder of hij zoveel mogelijk zaken kan bestendigen bijvoorbeeld aanpassing aan de openbare ruimte maar ook samenwerkingen die zijn ontstaan. Hij vraagt wat de gemeente heeft geleerd van andere G4-gemeenten die grote sportevenementen hebben georganiseerd. De VVD-fractie oppert om in alle uitingen van de stad Utrecht kenbaar te maken dat de Tour de France start in Utrecht in 2015. De stand van Utrecht Promotie op Utrecht Centraal is goed ontvangen. Het experiment wordt geëvalueerd. Spreker vraagt wat de wethouder van dit initiatief vindt en of het gebruikt kan worden om het welkomstgevoel te vergroten. Spreker vraagt welke activiteiten Utrecht samen met de Randstad, andere steden of Holland Promotie doet ter promotie van Utrecht. Tot slot vraagt hij of de wethouder mogelijkheden ziet voor de Utrecht Card.
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
8
5
10
15
20
De heer Van Ooijen (ChristenUnie) is blij dat in de nota wordt gesproken over garantiebanen. De heer Van Ooijen vraagt of er een prestatie-indicator kan worden opgenomen voor 2015 zodat de raad kan controleren of de ambities zijn gehaald. De werkloosheidscijfers matchen niet met de berekeningen van de laagste werkloosheidscijfers. Wellicht kan de wethouder de berekening laten zien waarop deze aanname is gebaseerd. Wanneer mocht blijken dat de cijfers niet kloppen dan wil de ChristenUnie dat de cijfers worden aangepast. Spreker vraagt om per jaar inzichtelijk te maken welke cijfers worden behaald. Wat betreft de jeugdwerkloosheid sluit de heer Van Ooijen aan bij vragen die eerder zijn gesteld. Over armoede en inkomen is ook al veel gezegd. Van de wethouder is een reactie ontvangen op het voorstel Vroegsignalering schulden/pilot BKR. De wethouder heeft aangegeven geen mogelijkheid te zien als gevolg van de privacyproblematiek. Spreker stelt dat juist in de pilot hier de nadruk op kan liggen. De staatssecretaris heeft VPS omarmd en wil dit gaan faciliteren. De wethouder was ook enthousiast over de financiële schuldhulpverlening. Spreker vraagt wat er met het enthousiasme van de wethouder is gebeurd. De wethouder wil bezien of door uitbreiding van de bestaande middelen de vrijwilligers beter aangehaakt kunnen zijn bij de schuldhulpverlening. De ChristenUnie wil weten of uitbreiding mogelijk is. De cijfers van de Participatiewet zijn niet doorgerekend in de programma’s terwijl de cijfers bekend zijn. Spreker vraagt of de cijfers niet al konden worden opgenomen en wat de effecten ervan zijn. Er ligt geen begroting terwijl op 1 januari 2015 de Participatiewet in werking treedt. De heer Van Ooijen vraagt hoe de indicator moet worden geïnterpreteerd betreffende de wachttermijn van vier weken voor schuldhulpverlening. De heer Post (PvdA) vraagt op welke vier weken zoektermijn de heer Van Ooijen doelt.
25 De heer Van Ooijen (ChristenUnie) antwoordt de vier weken wachttermijn die men moet wachten voordat er hulp komt voor schuldhulpverlening. Hij vraagt of er binnen vier weken een aanbod wordt gedaan of dat er binnen vier weken contact wordt gelegd. 30
35
De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of de heer Van Ooijen bekend is met het lectoraat Schulden en Incasso van Hogeschool Utrecht. Binnenkort komt er weer een rapportage. Er wordt inzage gegeven in de totale schuldenproblematiek en de wijze waarop daarmee wordt omgegaan. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) antwoordt dat hij verschillende artikelen over schulden heeft gelezen. Er ontstaan problemen doordat de aanloop groot is. Van partners van de gemeente komen klachten binnen over de wijze waarop Utrecht omgaat met het aanbod betreffende de Participatiewet/creëren van banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Nieuwe partners krijgen weinig voet aan de grond. Hij vraagt of de gemeente niet speelt met vuur. De gemeente moet juist met partners optrekken om invulling te geven aan de opgave.
40
45
50
55
Mevrouw Koelmans (SP) merkt op dat de SP behoorlijk kritisch is geweest over de kadernota Werken aan werk. De periode dat mensen met behoud van een uitkering aan het werk kunnen, is van vier jaar gewijzigd naar één jaar. De SP is blij met de ambitie van de gemeente Utrecht. Utrecht met de laagste werkloosheid is mooi. Er wordt veel geld uitgegeven aan re-integratietrajecten. Spreekster vraagt waar het geld aan wordt uitgegeven, hoeveel banen gecreëerd zijn en hoeveel mensen aan duurzaam werk zijn geholpen. Zij vraagt of in de monitoring hier aandacht voor kan zijn. Mevrouw Koelmans vraagt hoe het staat met social return. Zij vraagt wie hiervoor in aanmerking komen en hoe het in Utrecht wordt ingevuld door de gemeente. Mevrouw Koelmans vraagt hoe het staat met de vier weken wachttermijn. In 2011 en in 2013 zijn vragen gesteld over regiobinding en het aanvragen van een uitkering door daklozen. Wederom zijn er door de SP over dit onderwerp schriftelijk vragen gesteld. De fractie kijkt uit naar de beantwoording. De SP hoopt dat de antwoorden meer kaders geven. Mevrouw Koelmans heeft vragen over het principe broodnood. De gemeente hanteert het principe dat sprake moet zijn van individuele omstandigheden van levensbedreigende aard. Zij vraagt of toegezegd kan worden dat mensen gewezen worden op hun recht en dat het begrip ruimer wordt gehanteerd (zeer dringende redenen en niet in eerste levensbehoefte kunnen voorzien). Mevrouw Koelmans vraagt wanneer de wethouder verwacht invulling te geven aan het Actieplan 2015 betreffende de jeugdwerkloosheid. Tot slot vraagt zij of de wethouder het met de SP-fractie eens is dat het Europees geld gebruikt kan worden om de regionale activiteiten voort te zetten.
60
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
9
5
10
15
20
25
30
35
40
Mevrouw Van Gemert (SP) stelt dat bij regelgeving, bestemmingsplannen en regels aangesloten moet worden bij de dynamiek van deze tijd. Er moet ruimte zijn voor nieuwe werkvormen. De regelgeving moet in een tijd van continue veranderingen meegenomen worden. De SP-fractie is benieuwd naar de uitvoering van het LEF. De coalitie is een eind op weg en er moet worden doorgepakt. Mevrouw Van Gemert deelt de opmerking van de heer Weistra over de aandacht voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Afgesproken is dat de banen die gecreëerd worden voor een belangrijk deel voor deze doelgroep bestemd zijn, maar het baart de SP-fractie zorgen dat deze niet in de begroting zijn benoemd. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of de SP-fractie het niet opmerkelijk vindt dat in de programmabegroting banen worden gezocht voor microbiologie en de gamingindustrie. Mevrouw Van Gemert (SP) merkt op dat de heer Weistra haar zojuist erop heeft gewezen dat het ergens anders wel staat vermeld. Dat neemt niet weg dat zij wil benadrukken dat elk project dat gefinancierd wordt uit het LEF een harde indicator moet hebben betreffende de banen met de afstand tot de arbeidsmarkt. Mevrouw Van Gemert heeft in de begroting gelezen dat groeiende bedrijven verhuizen. Zij vraagt of onderzocht is waarom dit gebeurt. Zijn er knelpunten die de gemeente kan wegnemen? De heer Van Waveren (CDA) vraagt of de SP-fractie hier zelf gedachten over heeft. Hij vraagt of de bereikbaarheid mogelijk een belangrijk knelpunt is. Mevrouw Van Gemert (SP) merkt op dat het een constatering is van het college. Zij vraagt of onderzocht wordt waardoor dit komt. De gemeente Utrecht kan blijven proberen hooggekwalificeerd werk naar Utrecht te halen maar de huidige werklozen blijven werkloos. Zij oppert om acquisitie te plegen voor de werkgelegenheid waar Utrechtse werklozen op ingezet kunnen worden. Het verbaast mevrouw Van Gemert bijzonder dat de verwachting is dat het aantal dagbezoekers in 2015 226.000 hoger ligt. Dit aantal is weinig ambitieus, zeker met de start van de Tour de France in 2015 in Utrecht. Wanneer de verwachting zo laag is dan had volgens spreekster geen geld uitgegeven hoeven te worden aan de Tour de France. Mevrouw Broeksma (Student en Starter) sluit zich bij de fracties aan die opmerkingen hebben gemaakt over de doelstelling dat in 2018 Utrecht het laagste werkloosheidscijfer heeft in Nederland. Spreekster is benieuwd naar de uitwerking van dit plan en of dit strookt met de cijfers. Utrecht staat nu op de eenentwintigste plaats in 2011/2013 met 6,7%. In het tweede kwartaal 2014 bedroeg het percentage 9,9%. Spreekster vraagt wanneer er inzicht wordt gegeven in de cijfers dat het accurate en transparante cijfers zijn. Er is veel verborgen werkloosheid, zoals werkloze afgestudeerden, zzp’ers etc. Spreekster verzoekt deze in de uitwerking mee te nemen. De fractie is blij dat in de begroting een aantal initiatieven in 2015 betreffende de jeugdwerkloosheid wordt gecontinueerd. Zij vraagt of dit het geld is waar minister Asscher op doelde. Als dat zo is dan is spreekster benieuwd waarom in dat geval voor een aantal initiatieven is gekozen en niet voor het continueren van het gehele plan van aanpak, aangezien de doelstelling 1275 jongeren aan een baan voor minder dan de helft is gerealiseerd.
45
50
55
60
De heer Menke (Student en Starter) merkt op dat afgelopen jaar de SER een advies heeft uitgebracht over het binden van internationale studenten aan Nederland en op basis daarvan is het actieplan ‘Make it in the Netherlands 2013-2016’ ontwikkeld. Het is belangrijk dat ook in Utrecht voortvarend op te pakken. Nu wil 70% van de internationale studenten na afstuderen in Nederland blijven werken, maar slechts 27% doet dat ook. Het CPB becijferde in 2012 dat, als 19% van de internationale studenten na hun studie in Nederland blijft, dit de Nederlandse schatkist 740 miljoen euro oplevert. De economische meerwaarde is dus enorm, ook voor Utrecht. Het vergroot onder andere de internationale concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven. Om internationale studenten ook na hun studie hier te houden is het belangrijk dat zij de Nederlandse cultuur en taal goed leren kennen en goede, objectieve informatie krijgen over de mogelijkheden die zij hebben op de arbeidsmarkt en zeker ook qua huisvesting na hun studie. Deelt de wethouder de conclusie van het SER-rapport dat het vasthouden van internationale studenten een economische boost is en dat dus ook voor Utrecht kan zijn? Student en Starter wil graag dat het college, in het verlengde van dit nationale actieplan een Utrechts actieprogramma ontwikkelt om internationale studenten aan Utrecht te binden. Dit uiteraard in afstemming met alle relevante partners in het hoger onderwijs en het bedrijfsleven. Het tweede punt
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
10
5
10
15
20
25
30
35
40
45
van Student en Starter gaat over ruimte voor doorgroeiende start-ups. Utrecht heeft meerdere incubators die een plek vormen waar start-ups tot bloei komen door intensieve coaching en funding. Voorbeelden hiervan zijn UtrechtInc en de Dutch Game Garden. Dat leidt tot veel succes en bedrijfjes die snel doorgroeien. En dan hebben ze ruimte nodig. En daar ontbreekt het in Utrecht vaak nog aan. Gevolg is dat die bedrijfjes dan wegtrekken en zich ergens anders vestigen. Zonde, want het zijn juist doorgroeiende bedrijfjes die voor veel werkgelegenheid kunnen gaan zorgen. Nu is er aan kantoorruimte in principe geen gebrek. Wel hebben dit type bedrijfjes specifieke wensen. Zij zoeken korte contracten, flexibiliteit, kleine metrages, gedeelde voorzieningen en soortgelijke bedrijfjes in de buurt. Spreker vraagt de wethouder om in afstemming met zijn collega’s hiermee aan de slag te gaan en deze wensen te vervullen. De gemeente laat veel lege ruimte achter. Daar moet zeker wat mogelijk zijn. Zorg dat deze innovatieve baanproducerende diamantjes niet weggekaapt worden door andere steden. Behoud ze voor Utrecht. Spreker hoort graag wat de wethouder concreet hiervoor wil gaan doen. Mevrouw Arissen (PvdD) merkt op dat het op 17 oktober Wereld Armoededag is. Maar liefst 11,7% van de inwoners van de gemeente Utrecht valt onder deze definitie. 2,5% meer dan in 2010 van de huishoudens moet rondkomen van een inkomen van 960 euro per maand. Het gaat hier om 15.400 huishoudens. Utrecht zit boven het landelijk gemiddelde van 2%. De PvdD sluit aan bij de vragen die over dit onderwerp zijn gesteld door de SP. De PvdD maakt zich zorgen om de jeugdwerkloosheid en sluit aan bij de vragen van GroenLinks, SP en PvdA. Er moeten meer mensen aan het werk geholpen worden terwijl er minder geld beschikbaar wordt gesteld. Dit lijkt een onmogelijke doelstelling. Het lijkt hier te gaan om een pure bezuiniging. De PvdD wil dat de gemeente zich inzet voor de mensen die hulp nodig hebben. Tijdens de behandeling van de voorjaarsnota is opgeroepen om het systeem Prohef te onderzoeken. De PvdD gaat binnenkort in gesprek met wethouder Everhardt om te praten over invoering van dit systeem. Het college wil meer werkgelegenheid creëren door nog gastvrijer te zijn voor ondernemers en bedrijven door onnodige belemmeringen voor ondernemers weg te nemen. De PvdD wil het college op het hart drukken goed te letten op duurzaam en eerlijk ondernemen en de effecten van uitbreiding of vestiging van deze bedrijven op het milieu en zo min mogelijk overlast voor mens en dier in de ruimste zin des woords. De PvdD wil een veilige, rustige, gezonde en groene stad. Het college wil het economisch fonds inzetten ter versterking van de bestaande en nieuwe bedrijvigheid. De PvdD wil dat het LEF alleen wordt ingezet voor bedrijven die duurzaam werken en een duurzame visie hebben. De PvdD wil een lans breken voor het belang van duurzaam lokaal en kleinschalig ondernemen. Ziet het college een verband tussen het wegnemen van barrières en het failliet gaan van kleine ondernemingen? Spreekster vraagt of het college bereid is zzp’ers en kleine ondernemers te ondersteunen. In de begroting 2015 wordt duidelijk dat het college beoogt van Utrecht een evenementenstad te maken. De stad Utrecht werd altijd gekarakteriseerd door kleinschaligheid, een binnenstad met een pittoreske uitstraling. Er komt een megabioscoop, megamuziekpaleis en nu zet het college in op megaevenementen. Spreekster vraagt of het noodzakelijk is om Utrecht de culturele allure zoals Amsterdam te geven. Utrecht staat al op de derde plaats. Zij wil dat het pittoreske karakter wordt benadrukt in de promotie in plaats van de nadruk te leggen op megafestiviteiten. Zij pleit voor meer kleinschalige festiviteiten met zo min mogelijk geluidshinder en verkeersoverlast. De PvdD vraagt het college met klem zo min mogelijk festivals te organiseren in parken en beschermd gebied. De heer Gilissen (VVD) merkt op dat voor rust de mensen de Veluwe moeten opzoeken.
50
Mevrouw Arissen (PvdD) merkt op dat de PvdD de stad liever wil laten zoals deze is. Zij wil geen mega-activiteiten naar de stad halen. De PvdD sluit zich aan bij het ongenoegen dat de SP-fractie heeft geuit over de exorbitant hoge bedragen die worden uitgegeven aan de Tour de France. Schorsing
55
Wethouder Everhardt antwoordt dat gisteren de extra koopkrachtondersteuning van het Rijk is aangekondigd. Er wordt al over getwitterd. De gemeente Utrecht heeft telefonische bereikbaarheid georganiseerd. Ook de website is aangepast. Op 17 oktober zal aan 11.000 burgers een brief worden gestuurd en ook de kanalen via de afdeling Werk en Inkomen staan open.
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
11
De voorlichter is met pensioen. Hij blijft als vrijwilliger werkzaamheden verrichten. Er wordt ingezet op de ketenpartners (buurtteams, opvangorganisaties) om het nieuws onder de aandacht te blijven brengen. 5
10
15
20
De heer Post (PvdA) stelt dat op vrijwillige basis de voorlichtingsfunctie invullen karig is. Er ligt een motie uit 2011. Het huidige aanbod moet in stand worden gehouden. Wethouder Everhardt antwoordt dat hij niet goed is begrepen. Het ene feit is dat deze ambtenaar op vrijwillige basis werkzaamheden verricht en het andere feit is dat er op voorlichting ingezet blijft worden. Er wordt alleen op een andere manier vorm aan gegeven namelijk via de ketenpartners en de buurtteams. Zij staan dichter bij de inwoners. Het eindresultaat moet hetzelfde zijn en daar wordt ook op gekoerst. De vraag over de samenhang tussen het LEF en de garantiebanen zijn twee afzonderlijke vraagstukken. De overheid werkt op regionaal niveau aan het inrichten van banen. De vakbonden zijn hierbij betrokken. De ondernemers moeten de banen gaan invullen. De cijfers op landelijk niveau zijn bekend en moeten vertaald worden naar lokaal niveau. De wethouder zal bij andere partners vragen hoe zij invulling geven aan de afspraken op dit punt. De heer Post (PvdA) merkt op dat het bij het LEF en de garantiebanen gaat om het realiseren van banen. Diverse fracties hebben aangegeven het belangrijk te vinden dat er aandacht is voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt verheldering over het aantal banen. Hij vraagt of het aantal van 1200 banen behaald is binnen de eerste twee jaar (2015 en 2016).
25
30
Wethouder Everhardt zegt toe om de cijfers met betrekking tot het creëren van banen in de programmabegroting per jaarsnede te noteren. De ondernemers moeten hier invulling aan geven. Het eindresultaat is haalbaar. Wethouder Kreijkamp zal ingaan op de vragen betreffende het LEF. Wethouder Everhardt merkt op dat het goed gaat met social return on investment. Er zijn veel plaatsingen. Om het voor ondernemers makkelijker te maken wordt op regionaal niveau hetzelfde instrument gehanteerd. De ondernemers zijn er tevreden over dat het in deze regio eensluidend wordt opgepakt.
35
Mevrouw De Boer (GroenLinks) is blij dat er regionaal afspraken worden gemaakt en dat er blije gezichten zijn. Zij vraagt of Utrecht inhoudelijk lagere eisen stelt door een regionaal instrument te hanteren.
40
Wethouder Everhardt antwoordt dat de ambities in de regio hoog zijn. Het is niet zo dat de laagste normen worden gehanteerd. De wethouder merkt op dat al aanspraak is gemaakt op de extra middelen die minister Asscher in het vooruitzicht heeft gesteld. Voor onderwijs (30%) is al een aanvraag gedaan en ook voor het overige zal hier invulling aan worden gegeven. Er dient regionaal nog afstemming over plaats te vinden. Mevrouw Broeksma (Student en Starter) merkt op dat de aanvraag eind oktober ingediend moet zijn.
45
50
55
Wethouder Everhardt is zich bewust van de deadline die ligt op 1 november 2014. De plannen zullen voor die datum worden ingediend. De vragen over de stageplekken binnen de gemeentelijke organisatie moeten worden beantwoord door wethouder Geldof. De herverdeling van het effect van het nieuwe model ziet er niet goed uit. Dat betekent dat het verschil tussen de budgetverlaging en het tekort 6 miljoen euro bedraagt. De G4 trekt gezamenlijk op om te kijken of een andere verdeling mogelijk is. Ook met de staatssecretaris wordt dit bespreekbaar gemaakt. Het beeld is niet positief. De wethouder zal de commissie proactief informeren over de stappen die worden gezet en wat het betekent. Ook de wethouder ziet positieve effecten in de regio en de stad van de inzet van mevrouw Sterk betreffende de verlaging van de jeugdwerkloosheid. Het is goed dat zij haar schouders eronder heeft gezet. Zij gaat rapporteren. Het instrument zal verder gebruikt worden. Het lijkt positief om big data te gebruiken bij opsporing en fraude maar de privacyaspecten moeten nog onderzocht worden.
60
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
12
Mevrouw De Boer (GroenLinks) vraagt of zij daaruit mag concluderen dat de wethouder terugkomt naar de commissie voordat er daadwerkelijk iets gebeurt.
5
10
Wethouder Everhardt antwoordt dat dat vanzelfsprekend is. De voorbereidingen betreffende het zero-based begroten zijn in werking gezet voor het domein werk en inkomen. De eerste pilot was niet veelbelovend maar de schouders worden eronder gezet om het tot een succes te maken. Wethouder Everhardt vindt de frictiewerkloosheid een mooi toekomstperspectief. Hij wil de eerste stappen gaan zetten. Het aantal banen dat erbij komt geeft al richting voor de participatiebanen en het LEF. Het is ook een relatief verhaal. Wanneer ook andere steden veel banen creëren, ontstaat een ander beeld. Hij wil de ontwikkelingen stap voor stap bekijken. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat in de pers werd gesproken over de laagste werkloosheid in Nederland.
15
Wethouder Everhardt antwoordt dat op alle domeinen wordt gewerkt aan werken aan werk. Ook in de portefeuille van wethouder Everhardt zitten garantiebanen. Vanuit EZ wordt hier ook over gesproken. Er worden banen gecreëerd wanneer gebouwd wordt aan de stad. Het is een verantwoordelijkheid die door iedereen gedragen wordt.
20
De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of de wethouder de persberichten politiek afsluit. Hij vraagt wat de ambitie is van de wethouder en of het aantal van 3000 voldoende is om de ambitie waar te maken.
25
Mevrouw Broeksma (Student en Starter) vraagt of ook gekeken wordt of ‘the race to the bottom’ realistisch is in relatie tot andere gemeenten.
30
Wethouder Everhardt antwoordt dat uit het eindresultaat moet blijken of het voldoende is. Dat hangt er ook vanaf of andere gemeenten meer banen kunnen creëren. De wethouder zal inzichtelijk maken wat aan banen is gecreëerd. Per jaar wordt de ambitie weergegeven en hoeveel de gemeente denkt te kunnen realiseren. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) merkt op dat er een getal van 3800 is genoemd in 2018. Hij vraagt wat de redenering achter dit getal is.
35
Wethouder Everhardt antwoordt dat dit de ambitie is waarop inzet wordt gepleegd. Of dit voldoende is om de doelstelling te halen zal jaarlijks worden gevolgd. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) constateert dat de wethouder wegkomt met een ambitie die niet overeenkomt met het persbericht. Daarin wordt gesproken over de laagste werkloosheid in Nederland.
40 Wethouder Everhardt merkt op dat een stip aan de horizon is geformuleerd. Vanuit alle portefeuilles wordt hieraan gewerkt. Per jaar zal de doelstelling scherper worden geformuleerd. De ambitie is om de laagste werkloosheid te behalen binnen de G4/G32. 45
50
De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of er meer geld beschikbaar moet worden gesteld wanneer blijkt dat de ambitie niet gehaald wordt. Wethouder Everhardt antwoordt dat de ambitie is gesteld. Daaraan wordt gewerkt. De raad moet besluiten wat nodig is aan middelen om de komende jaren invulling te geven aan deze ambitie. Gekeken zal worden naar de interventies die andere gemeenten plegen en die zullen worden geïncorporeerd. De wethouder denkt dat de gemeente Utrecht een voorbeeld kan zijn voor anderen om hier kennis op te halen.
55
Mevrouw Broeksma (Student en Starter) vraagt of in de begroting van volgend jaar de doelstellingen duidelijk gemaakt kunnen worden en er cijfers aan verbonden kunnen worden.
60
Wethouder Everhardt antwoordt dat er landelijke cijfers bekend zijn en die kunnen worden opgenomen in de programmabegroting. Er gaat nogal wat veranderen op het gebied van de instrumenten die kunnen worden ingezet bij werk en inkomen. De gemeente zal monitoren welke instrumenten ingezet worden en welke effecten deze
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
13
5
hebben. Het voorgaande college heeft inzage gegeven van welk bestaand instrumentarium afscheid is genomen. Discriminatie is een belangrijk thema. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid. Er zijn kanalen, zoals een commissie Gelijke Behandeling, die hier uitspraken over kan doen. De wethouder herkent de opmerkingen van de GroenLinks en SP-fractie niet dat niet goed wordt geacteerd ten aanzien van broodnood. In de praktijk wordt gekeken of er sprake is van een acute situatie en of er een financiering moet plaatsvinden voor de eerste levensbehoeften. Mevrouw Koelmans (SP) vraagt welke concrete vragen er worden gesteld.
10 Wethouder Everhardt antwoordt dat wordt gekeken of iemand in de eerste levensbehoeften kan voorzien. Er is een aantal specifieke vragen. In 10 tot 20% van de gevallen wordt tot uitkering overgegaan. 15
20
Mevrouw De Boer (GroenLinks) merkt op dat haar fractie andere signalen krijgt. Er worden strikte eisen gesteld. Zij vraagt de wethouder de instructie duidelijker te maken dan die kennelijk nu is. Wethouder Everhardt zal de opdracht herhalen. Hij wil als het kan casuïstiek delen om het probleem duidelijker te krijgen. De afdeling Werk en Inkomen ontloopt de taakstelling niet. De bedragen zijn als volgt: beleid 75.000 euro, inkoop 268.000 euro, innovatie 437.000 euro. Daarnaast zit er een taakstelling op de afbouw van het personeel. Mevrouw De Boer (GroenLinks) is blij dat ook voor Werk en Inkomen een taakstelling is opgelegd.
25
30
35
Wethouder Everhardt merkt op dat door de projectorganisatie Tour de France contacten zijn gelegd met de afdeling Werk en Inkomen om te bezien of mensen met afstand tot de arbeidsmarkt ingezet kunnen worden. De wethouder is bereid hier inzage in te geven. Het is niet zinvol om prestatie-indicatoren op te nemen betreffende de armoedegrens in de programmabegroting. De cijfers zijn tweejaarlijks en niet jaarlijks. De gegevens worden via andere kanalen met de commissie gedeeld. Via een dashboardbrief zal de wethouder terugkomen op de vragen betreffende het UW-bedrijf. Wethouder Everhardt stelt dat hij al een aantal keer heeft gekeken naar de pilot van het BKR betreffende vroegsignalering. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) merkt op dat de wethouder zelf gevraagd heeft naar innovatieve ideeën voor vroegsignalering. De ChristenUnie kwam met dit voorbeeld. De wethouder heeft het voorstel afgewezen in verband met de privacy. Het BKR wil aan de slag gaan met de privacy. De heer Van Ooijen vraagt de wethouder of hij alsnog wil kijken of deze pilot ingezet kan worden en het privacyvraagstuk als integraal onderdeel hierin mee te nemen.
40
45
50
55
Wethouder Everhardt zegt toe aan de slag te gaan met de pilot vroegsignalering schulden/BKR mits de privacy is geborgd. Voor het project financiële maatjes is uitbreiding mogelijk mits er dekking is. Binnen vier weken wordt er contact opgenomen met de aanvrager betreffende schuldhulpverlening. Binnen acht weken krijgt een cliënt een aanbod maar dat wil niet zeggen dat men in het schuldhulpverleningstraject wordt opgenomen. Het kan ook zijn dat er andere oplossingen worden voorgesteld. Op 30 oktober vindt er een bijeenkomst plaats met een aantal bedrijven. Ook het college bezoekt bedrijven. Er worden acties uitgezet en ook het regionaal werkbedrijf is aangehaakt. De wethouder zal de gegevens van de monitor opnemen in de begroting. Het in beeld brengen van de verborgen werkloosheid kost tijd en geld. De wethouder is niet bereid hierop te investeren. Mevrouw Broeksma (Student en Starter) vraagt wat de werkloosheidscijfers waard zijn wanneer er geen inzage is in de verborgen werkloosheid. Zij vraagt een poging te doen om deze gegevens op te nemen. Wethouder Everhardt merkt op dat de waarde van de werkloosheidscijfers gerelateerd kunnen worden aan de systematiek die door alle gemeenten wordt gehanteerd. Andere gemeenten meten ook
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
14
geen verborgen werkloosheid. Wethouder Everhardt wil dit niet onderzoeken gelet op de tijdsinterventie, de financieringskracht en de onderzoeksmethode.
5
De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt een evenementenkalender met meerwaarde op te stellen die potentie biedt voor vrijwilligers. Wethouder Everhardt voelt zich verantwoordelijk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De evenementenkalender is een belangrijk punt. Maar de mogelijkheid voor social return en de vrijwillige inzet is geen verantwoordelijkheid van wethouder Everhardt.
10 Mevrouw Tielen (VVD) vraagt wat de visie is, anders dan taal, rondom participatie.
15
20
25
30
35
40
45
50
Wethouder Everhardt antwoordt dat de inburgeringsgelden zijn verdwenen. Het beheersen van de taal vergroot de kansen en heeft een meerwaarde. Wethouder Everhardt zal hier op een later moment op terugkomen. Wethouder Kreijkamp merkt op dat op 15 oktober 2014 het college het ondernemersvoorstel naar buiten heeft gebracht. Dit voorstel zal in de commissie worden besproken. Binnenkort zal ook het voorstel over het LEF naar buiten worden gebracht. Wat nieuw is in de programmabegroting is dat er extra middelen zijn voor EZ (voor het versterken van de economische infrastructuur, voor het vergroten van de werkgelegenheid). Deze staan in de effectdoelstellingen. In de tekst is aangegeven wat het college voornemens is te doen. De wethouder onderschrijft dat indicatoren ontbreken. Hij zal indicatoren toevoegen. De economische infrastructuur zal vergroot worden. Dit zal gedaan worden aan de hand van een achttal speerpunten uit de economische agenda. Middelen zijn de acquisitie, accountmanagement, marketing en het versterken van het programma in zijn geheel. Vanuit EZ zal een aantal mensen worden ingezet voor accountmanagement. Er zal per bedrijf een aanspreekpunt worden georganiseerd binnen accountmanagement. Wethouder Kreijkamp merkt op dat het belangrijk is dat de gemeente in gesprek is met de ondernemers. Dit is tijdsintensief. De stad Utrecht telt veel ondernemingen. Met de ondernemers wordt over een brede agenda gesproken, bijvoorbeeld over wat kunnen ondernemers bijdragen maar ook wat kan de gemeente doen voor ondernemers zodat zij meer tijd kunnen besteden aan ondernemen. De grootste groei zit bij bestaande bedrijven en organisaties. Autonome groei gebeurt vaker dan dat er een groot bedrijf met 100 banen zich in Utrecht wil vestigen. De contacten met middelgrote en kleine ondernemers zullen worden versterkt. Om de mogelijkheid te hebben met meer ondernemers in gesprek te gaan wordt ingezet op accountmanagement en acquisitie. Het geld is bedoeld om de bestaande arbeidsplaatsen te behouden. Gepoogd wordt bestaande bedrijven vast te houden in Utrecht. Wethouder Kreijkamp zegt toe om in relatie tot het extra budget voor economische zaken van 1 miljoen euro, indicatoren te ontwikkelen (in ieder geval voor dienstverlening en acquisitie duurzame bedrijven) en aan de commissie regelmatig te rapporteren, doch uiterlijk voor de Voorjaarsnota 2015. Wethouder Kreijkamp wil over de resultaten in gesprek met de commissie. Wethouder Kreijkamp is blij dat er nu structureel budget is om de organisatie te versterken en gericht zaken te ontplooien. De heer Weistra (GroenLinks) vraagt hoe de wethouder het proces voor zich ziet. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat met veel partijen in de stad wordt samengewerkt waaronder de Economic Board Utrecht. Het is absoluut een prioriteit om bedrijven te acquireren die actief zijn op het gebied van slim, gezond en groen/duurzaamheid. Duurzaamheid is een van de onderdelen waar kansen worden gezien. Ruim voor de behandeling van de voorjaarsnota zal een voorstel aan de raad worden voorgelegd betreffende het LEF zodat de uitkomsten meegenomen kunnen worden in de programmabegroting. Bezien zal worden hoe de raad gelegenheid kan worden gegeven te spreken over de evaluatie en de monitoring.
55 Mevrouw Bouazani (PvdA) merkt op dat naast de samenwerking in de Economic Board ook U10 betrokken zal moeten worden. Dat kan ook kosten besparen.
60
Wethouder Kreijkamp vertelt dat de acquisitie en het accountmanagement met andere partijen in de regio worden uitgevoerd. De stad Utrecht richt zich op bedrijven in het Utrechtse maar Utrecht heeft
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
15
5
10
15
20
ook een regioverantwoordelijkheid. Voor de werkgelegenheid in de regio maakt het niet uit of een bedrijf is gevestigd in Utrecht of net over de grens in De Bilt. In het coalitieakkoord wordt wel gesproken over werkgelegenheid in Utrecht. De regionale werkgelegenheid is goed voor de stad Utrecht en daar zullen inspanningen voor worden verricht. In het raadsvoorstel LEF zal de wethouder terugkomen op het geschikt maken van banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De wethouder denkt dat niet alle banen geschikt zijn maar uiteindelijk gaat het erom dat wat voorgesteld wordt, goed is voor alle Utrechters. In het voorstel LEF zal niets opgenomen worden over de garantiebanen. Het fonds stelt middelen beschikbaar om banen te creëren. Het gaat in eerste instantie om het faciliteren van initiatieven van buiten. Wethouder Kreijkamp heeft geen idee waarom niet gesproken wordt over een aanvalsplan. Het is gestart vanuit het roc. Het roc is trekker van dit traject. Het is de agenda die de stad en regio nodig hebben om de arbeidsmarkt te koppelen aan het arbeidspotentieel op korte termijn. Het richt zich voornamelijk op de mbo’s. De commissie weet ook dat er broedplaatsen zijn waar veel ambachten worden uitgeoefend. De gemeente wil deze faciliteren omdat daar werkgelegenheid wordt gecreëerd. Het sociaal economisch fonds wordt breed ingericht. Er is een profiel benoemd (groen, slim en gezond). Er zijn veel kansen op Lage Weide en de woonboulevard en ook in de vrijetijdseconomie. De wethouder wil het fonds breed inzetten en inrichten op alle initiatieven die bijdragen aan de werkgelegenheid in de stad. Mevrouw Bouazani (PvdA) vraagt wanneer en op welke wijze de raad wordt geïnformeerd over de ambachtseconomie en het human-capital-aanvalsplan.
25
30
35
40
45
50
Wethouder Kreijkamp verwacht begin volgend jaar vanuit de EU de eerste documenten beschikbaar te hebben. Wethouder Kreijkamp ziet dat vaak startende bedrijven goed gefaciliteerd worden in bedrijfsverzamelgebouwen en met kredietverstrekking. De stap daarna vormt een uitdaging. De startende bedrijven beginnen met goedkope huisvesting. Wanneer het bedrijf groeit dan gaan de bedrijven afwegen waar ze de beste prijs/kwaliteit krijgen qua huisvesting, in Utrecht of daarbuiten. Door in gesprek te blijven wordt daarop ingespeeld door de gemeente. Accountmanagement moet horen welke behoeften er zijn. Een aantal bedrijven verhuist naar buiten de stad maar het gebeurt ook dat andere organisaties zich vestigen in Utrecht. De behoeften van de bedrijven wijzigen. Utrecht heeft goud in handen qua ov, verkeersverbindingen. Andere steden zetten ook in op acquisitie en accountmanagement. Het is aan de gemeente om andere huisvesting aan te bieden. Er zijn mogelijkheden in Rijnsweerd en Papendorp. Deze locaties zijn goed bereikbaar. Vanwege de flexibiliteit en de vierkante meters vertrekken bedrijven. Het is de taak voor de gemeente om in gesprek te blijven met de ondernemers en mogelijkheden te blijven verkennen en waar mogelijk de bedrijven te faciliteren. De wethouder zal in de evaluatie ingaan op de punten acquisitie en accountmanagement. Naar aanleiding van de eerder vastgestelde detailhandelnota is EZ actief bezig met de detailhandel. Per gebied wordt maatwerk geleverd op het gebied van leefbaarheid en economische levensvatbaarheid. Op sommige plekken werkt het beter dan op andere. Bij winkelcentrum De Gaard zijn de eerste stappen gezet. Er gaat hier veel gebeuren. Dat geldt ook voor winkelcentrum Overvecht en De Klop. Er is een onderzoeksrapport gemaakt voor De Klop. In bijeenkomsten met de bewoners en de wijkraad wordt gekeken of functieverandering aan de orde zou kunnen zijn. In kleinere winkelstrips is dit heel ingewikkeld. Deze zijn kwetsbaar. Er wordt onderzocht of functies toegevoegd kunnen worden. Voor de cohesie in een buurt en de bewoners die minder mobiel zijn is het wenselijk winkelvoorzieningen binnen afzienbare afstand te hebben maar het is een ingewikkelde casus. De heer Van Waveren (CDA) is blij dat de wethouder het belang van winkelcentra deelt. De wethouder heeft toegezegd om per concentratiegebied een plan van aanpak te maken. De heer Van Waveren vraagt of de commissie op de hoogte gehouden kan worden.
55
60
Wethouder Kreijkamp kan een overzicht leveren. In Rhijnauwen draait het hostel goed. Het aantal hotels in de stad is toegenomen. Binnenkort wordt aan de commissie een geactualiseerde hotelnota voorgelegd. Wethouder Kreijkamp ziet dat er behoefte is aan diversiteit in het aanbod. Een jeugdhostel kan hier een bijdrage aan leveren. Wethouder Kreijkamp wil, als er initiatieven zijn, hier ruimte aan geven.
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
16
In de komende maanden wordt een raadsvoorstel uitgewerkt over het toerismebeleid. Dat is nodig om de uitvoerende organisatie beleidskaders te geven waarbinnen deze kan werken. De gemeente pakt alle kansen om met alle partijen in de stad te werken aan het toeristische profiel. 5
10
15
20
25
30
35
De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat met amendement 13-2012 een kader is vastgesteld. Dat is toegevoegd aan de economische agenda. Hij vraagt of de wethouder voornemens is daarvan af te wijken. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat hij het amendement niet voor zich heeft. Hij is niet van plan van het amendement af te wijken. Er wordt met alle partijen in de stad gesproken. Op 30 oktober staat een werkconferentie gepland. Dat gaat over het goud dat Utrecht in handen heeft en over hoe de handen ineengeslagen kunnen worden om stappen te zetten op het gebied van toerisme. Er zal nog een voorstel aan de raad worden voorgelegd. De wethouder verwacht dat in de week dat de Tour de France start in Utrecht alle 1749 hotelkamers vol zijn. Dat is mooi maar daarmee wordt het jaargemiddelde qua bezoekersaantallen niet verhoogd. Wethouder Kreijkamp merkt op dat het aantal dagbezoekers niet correct is. Hij merkt wel op dat het aantal bezoekers voor een belangrijk deel afhangt van het weer op de zaterdagmiddag dat de Tour start. Wanneer het weer meewerkt dan wordt het aantal dagbezoekers dat staat in de programmabegroting ‘by far’ gehaald. De Tour de France maakt veel los in stad als het gaat om citymarketing. De volgende stap is om meer evenementen en bezoekers/toeristen naar de stad te trekken en Utrecht beter op de kaart te zetten. Het is de ambitie van de wethouder om in de evaluatie ook te bezien wat er op het gebied van samenwerking is geleerd. De ‘legacy’ van de Tour de France wil de wethouder bestendigen. Toerisme gaat breder dan stadspromotie. Er worden plannen hiervoor opgesteld. Er dient uitgestraald te worden wat Utrecht te bieden heeft. Kleinschaligheid is een van de kwaliteiten van de stad. De wethouder wil hiermee doorgaan. Veel kleinschalige evenementen zijn interessant voor Utrecht en trekken bezoekers. De horeca speelt hierin een belangrijke rol. Horecaondernemers zullen worden betrokken bij toerisme en de stadspromotie. Mevrouw Van Gemert (SP) vindt het raar dat het effect van de Tour de France niet in de begroting is verwerkt bij de prognoses voor aantallen dagjesmensen en hotelovernachtingen. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat de indicator Nederlanders meet die Utrecht bezoeken. Er worden geen buitenlanders in de meting meegenomen. Wethouder Kreijkamp zal kijken of de indicatoren scherper geformuleerd moeten worden om verwarring te voorkomen. Mevrouw Van Gemert (SP) vindt het belangrijk om een nulmeting te hebben om straks het effect van de Tour de France te kunnen meten.
40
45
50
55
60
De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) heeft onderzoeken gelezen waarin feitelijk is aangegeven hoeveel buitenlandse en hoeveel Nederlandse bezoekers er zijn geweest. Er moet inzage in deze cijfers zijn om de effecten goed te kunnen monitoren. De wethouder geeft aan grote evenementen in combinatie met kleine evenementen te willen organiseren. De piek van de Tour de France moet doorgetrokken worden naar de toekomst. De heer Bos meent dat dit betekent dat er ingezet moet worden op betere stadspromotie. Daar is meer geld voor nodig. De heer Bos vraagt of de wethouder op zoek is naar geld of dat de raad dit moet regelen. Wethouder Kreijkamp zegt toe ten behoeve van de evaluatie van het effect van de Tour de France indicatoren te benoemen en eventueel een nulmeting te houden om de effecten van het evenement op volgende jaren te kunnen meten. Wethouder Kreijkamp is van mening dat er voldoende middelen zijn om citymarketing en toerisme te gaan uitvoeren. Een van de speerpunten uit de economische agenda is de vrijetijdseconomie. De signalen over de categorisering in de horeca hebben de wethouder ook bereikt. Van de afdeling Utrecht van Koninklijke Horeca Nederland heeft de wethouder vernomen dat deze minder categorisering wenst. Dat is niet eenvoudig. De categorisering is gebaseerd op te verwachten overlast. Er is een bepaalde gradatie en fasering per categorie. De Drank- en Horecawet is hierin ook mede bepalend. De grote steden hebben een brief hierover gestuurd aan de rijksoverheid. In de komende maanden verwacht de wethouder hier een vervolg aan te kunnen geven. In de afgelopen maanden zijn er stappen gezet ten aanzien van het digitaal ondernemersdossier. Er is veel met ondernemers gesproken. De wensen zijn inzichtelijk gemaakt. De wethouder verwacht op
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
17
korte termijn een brief naar de raad te kunnen sturen waarin de aanpak wordt toegelicht en hoe financiële middelen gevonden kunnen worden om dit te organiseren. De heer Gilissen (VVD) vraagt of het breder ingezet kan worden dan de horeca. 5
10
15
20
25
Wethouder Kreijkamp kan hier geen antwoord op geven. Hij begrijpt de wens van de VVD en zal hierop terugkomen. Tijdens de behandeling van de voorjaarsnota is ook gevraagd naar de Utrecht Card. Er zijn gesprekken geweest met partijen zoals Corio en de Universiteit Utrecht. Er zijn verschillende initiatieven maar het is niet mogelijk te spreken over één kaart. De gesprekken worden voortgezet. In de pers is veel gesproken over de wifi in de binnenstad van Utrecht. Al eerder heeft de wethouder aangegeven dat Utrecht investeert in het aanloopbedrag en dat andere partijen het gaan uitvoeren en zorg moeten dragen voor de privacy. Hoe het verdienmodel van de ondernemer eruitziet is niet aan de gemeente. Volgens de wethouder is de gemeente in gesprek met ondernemers om daar diensten aan te bieden in combinatie met het netwerk van de gemeente. Het netwerk van de gemeente is gratis, men kan anoniem inloggen en de privacy is gewaarborgd. De heer Weistra (GroenLinks) dankt de wethouder voor deze borging. Hij vindt het opmerkelijk dat de gemeente in zee is gegaan met een partij waarvan eerst op de website stond dat inloggen via Facebook verplicht was. Deze verplichting is inmiddels verwijderd. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat dit dezelfde partij is die de pilot aanbiedt op vier pleinen. Hij snapt de verbazing maar aan hem is gemeld dat de privacy is geborgd in de aanbesteding. De Markt van Morgen vindt de wethouder een interessante gedachte. Er wordt gewerkt aan een visie voor de markt Vredenburg. De wethouder hoopt hier snel met de raad over in gesprek te kunnen gaan. Hij zal het rapport Markt van Morgen meenemen in de discussie en hier bij de raad op terugkomen. De blauwe zones zijn duur. Het kost veel aan handhaving en de opbrengsten voor het handhaven gaan niet naar de gemeente maar naar het Rijk. Daarom is het geen punt in het verkeersbeleid. Voor verdere discussie verwijst de wethouder naar de wethouder Verkeer.
30 De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat de wethouder Verkeer dit kan afwijzen omdat zij niet wil dat bezoekers van winkelcentra met de auto komen. Daarentegen zou de wethouder Economie kunnen zeggen dat de winkel goed bereikbaar moet zijn met de auto. Er komen steeds meer geluiden van winkeliers. Utrecht maakt men samen. Hij wil een beter onderbouwd antwoord. 35
40
45
50
55
60
Wethouder Kreijkamp antwoordt dat alle opties bij het instellen van een blauwe zone verkend moeten worden. Dat is aan de wethouder Verkeer. Het gaat de wethouder om de bereikbaarheid van ondernemers. Er is een RIA geweest over de woonboulevard. Er staat nog een commissiebehandeling gepland en daarin wordt het meegenomen. Het binden van internationale studenten is een goede gedachte. Dit is iets wat de gemeente Utrecht met de partners zoals de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht moet onderzoeken en er moet worden bezien wat de mogelijkheden zijn. Hij is het met Student en Starter eens dat het een boost kan geven aan de economie. Wethouder Kreijkamp zegt toe voor de Voorjaarsnota 2015 in overleg te treden met de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht over het binden van internationale studenten. De heer Menke (Student en Starter) verwijst naar het Landelijk Actieprogramma. Met een kleine oplegger kan het programma vertaald worden naar gemeentelijk beleid. De huisvestingspartijen zijn ook een belangrijke factor. Wethouder Kreijkamp dankt voor deze suggesties. Het opnemen van het aantal zzp’ers in het kader van de economische infrastructuur is lastig. Deze doelgroep is wel belangrijk voor de gemeente Utrecht. De zzp’ers zijn verplicht geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. De gemeente probeert zzp’ers te faciliteren op het gebied van huisvesting, kennisuitwisseling etc. Een ander onderwerp is de schuldhulpverlening rondom zzp’ers. De gemeente probeert in de breedte zzp’ers te ondersteunen bij het uitoefenen van hun werk. Mevrouw Bouazani (PvdA) merkt op dat zzp’ers stagiaires willen begeleiden maar dat het voor hen niet duidelijk is hoe zij dat kunnen regelen. Zij vraagt of de wethouder hierover in gesprek wil gaan.
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
18
5
Wethouder Kreijkamp wil dit doen. Hij merkt op dat de zzp’er gecertificeerd moet zijn om stagiaires te begeleiden bij leerwerkbanen. De discussie loopt landelijk. Dit is een ingewikkelde discussie. Wethouder Kreijkamp zegt toe in het eerste kwartaal 2015 de gemeenteraad inzage te verstrekken in de stand van zaken actieplannen verbetering winkelcentra. Mevrouw Ferket (D66) wil de indicator goede dienstverlening en een indicator op het gebied van internationalisering weer opnemen in de Programmabegroting 2015 en in de Utrecht Monitor.
10
Wethouder Kreijkamp vindt dit ingewikkeld. Hij denkt meer aan kwalitatieve metingen. Hij zegt toe een voorstel te doen voor indicatoren. Mevrouw Arissen (PvdD) vraagt waarom de wethouder het afsprakenkader duurzame evenementen niet heeft opgenomen in de programmabegroting.
15
20
25
30
Wethouder Kreijkamp antwoordt dat, als het kader er is, het opgenomen had moeten worden. De commissie krijgt inzage in de activiteiten waar nog geen 100% kostendekkendheid voor is. De horecaondernemers hebben een brief gekregen. Zij kunnen verzoeken om het geluidniveau te maximeren. Dan worden zij hier niet op gecontroleerd. Als zij hier niet aan meewerken dan vallen zij onder het reguliere handhavingsprogramma. De nieuwe EFRO-projecten richten zich op een tweetal onderwerpen, namelijk het versterken van het vestigingsklimaat en de koolstofarme economie. Mogelijk liggen er in beide onderwerpen kansen voor de binnenstad. De aanvragen moeten nog open worden gesteld. Er zal gekeken worden welke initiatieven kunnen worden ontplooid om EFRO- gelden binnen te halen. Wethouder Kreijkamp zegt toe de gemeenteraad begin 2015 te informeren over de mogelijkheden om binnen de EFRO-gelden geld te verkrijgen voor de binnenstad. In de zomer is de communicatiestand op Utrecht Centraal gestart. Het voorziet in een behoefte. Het streven is om deze stand permanent te maken. Hier wordt aan gewerkt. In de komende week worden alle etappes van de Tour bekend gemaakt. Dit is een stap in het communicatieprogramma van de gemeente Utrecht. De communicatie is gericht op het promoten van 4 juli. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt hoe het momentum van de Tour de France verlengd kan worden.
35 Wethouder Kreijkamp antwoordt dat veel partijen enthousiast zijn over dit grote evenement. Er is energie om een volgende stap in de samenwerking te zetten. Dat is de grootste winst van zo’n evenement. 40
De heer Van Waveren (CDA) heeft begrepen dat er een deadline zit op de besteding van het subsidiegeld voor de woonboulevard. Hij vraagt de wethouder wanneer er informatie over dit onderwerp aan de raad wordt voorgelegd. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat hij zo snel mogelijk hierover terugkomt bij de raad.
45 De voorzitter schorst de vergadering om 17.30 uur.
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
19
Toezeggingenlijst behorend bij de openbare middagvergadering van de raadscommissie Stad en Ruimte, gehouden op 16 oktober 2014
5 Toezeggingen Wethouder Kreijkamp – programma Werk en inkomen en Stadspromotie/Citymarketing De wethouder zegt toe: 10 -in relatie met het extra budget (1 mio) voor de versterking van Economische zaken voor de onderdelen Accountmanagement, Acquisitie, Dienstverlening en Acquisitie duurzame bedrijven een indicator te ontwikkelen cq. op te nemen en aan de commissie regelmatig te rapporteren over de resultaten en in ieder geval voor het verschijnen van de Voorjaarsnota 2015. 15 -de commissie begin 2015 te informeren over de voortgang van de human capital-agenda -de commissie in het 1e kwartaal van 2015 een overzicht te verstrekken van de actieplannen en de stand van zaken m.b.t. de verbetering van winkelcentra. 20 -de commissie te informeren/een voorstel te doen op basis van welke indicatoren (zoals bijv. bezoekersaantallen) het effect van de Tour de France gemeten kan worden.
25
-in overleg te treden met de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht over de mogelijkheden voor het binden van internationale studenten aan Utrecht en zal de commissie over de resultaten voor de Voorjaarsnota 2015 informeren. -de commissie begin 2015 te informeren over het mogelijk verkrijgen van gelden uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en de mogelijke effecten van besteding daarvan.
30 -voor het einde van het jaar te informeren over de stand van zaken van het digitaal ondernemersdossier en zal daarbij ingaan op de suggestie om het dossier te verbreden verder dan alleen horeca. 35 Toezeggingen Wethouder Everhardt – programma Werk en Inkomen
40
De wethouder zegt toe: -de cijfers m.b.t. het creëren van banen (1200) voorafgaande aan de behandeling van de Programmabegroting 2015 per jaarsnede te expliciteren. -de commissie nader te informeren over de mogelijkheden/verkenning van het gebruik van Big Data voor de opsporing van fraude in relatie tot privacyvraagstukken.
45 -de commissie voor het einde van jaar 20154 een brief te sturen over de stand van zaken social return -te onderzoeken of de pilot Vroegsignalering van schulden als instrument kan dienen o.m. in relatie met het privacyvraagstuk dat hierbij aan de orde is en zal de commissie hierover informeren. 50
55
Raadscommissie Stad en Ruimte middagvergadering d.d. 16 oktober 2014
20