Inhoud
Nieuwsbrief Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Brabants gemeentelijk dementiebeleid anno 2012 in beeld Waalwijk op weg naar dementievriendelijke gemeente Bladel: „Dementie om niet te vergeten‟ MBC: Zorgtrajectbegeleider Project: Zorg op afstand Guided Care Model Zorgverband Empathisch ontwerpen met techniek Scholierenproject Waalwijk Gemeente Helmond: SharecareZorgsite WijEindhoven
Tilburg, december 2012
Brabants gemeentelijk dementiebeleid anno 2012 in beeld Brabantse gemeenten worden geconfronteerd met een sterke dubbele vergrijzing. Hierdoor zal het aantal mensen met dementie ook in de komende decennia onrustbarend stijgen. Bezuinigingen in de AWBZ, een tekort aan zorgcapaciteit en de voortschrijdende tendens van vermaatschappelijking in de zorg zullen er toe leiden dat mensen met dementie meer en langer dan voorheen thuis blijven wonen. In de provincie Noord-Brabant wordt de prevalentie van mensen met dementie in 2012 geschat op meer dan 34.000. In 2015 op 38.000, in 2020 op 44.500 en in 2030 op bijna 60.000 inwoners met dementie. Hiervan woont in 2012 70% thuis! En van wie bijna de helft zonder partner of inwonend familielid! Naar verwachting zal dit percentage gaan stijgen. Op dit moment wordt de groep alleenstaande mensen met dementie geschat op 30%. Dit percentage zal in de toekomst verder oplopen tot 50%.
Mensen met dementie en hun mantelzorgers (familieleden en anderen waarmee de patiënt een persoonlijke sociale relatie heeft, zoals vrienden, kennissen en buren) vormen een zeer kwetsbare groep burgers. Bij het voortschrijden van het dementeringsproces heeft de mens met dementie een toenemende behoefte aan ondersteuning, begeleiding, toezicht, hulp en zorg van anderen. Ook de behoeften aan ondersteuning, begeleiding en respijt bij de mantelzorger(s) worden naarmate de zorgbelasting toeneemt steeds groter.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Mantelzorgers van mensen met dementie Het leeuwendeel van de zorg, begeleidingen toezicht wordt door de mantelzorgers geboden, zij vormen de ruggengraat in de zorg voor mensen met dementie. Oudere partners zijn vaak de enige mantelzorger (85%). Bij zorgende kinderen en andere familieleden wordt de zorg vaker verdeeld. 82% van deze groep mantelzorgers is overbelast of loopt groot risico op overbelasting. Ondersteuning en begeleiding zijn daarom essentieel en de noodzaak daartoe zal in de toekomst alleen maar toenemen. Ook in het licht van het (te verwachten) personeelstekort, onder andere door de toenemende vergrijzing en ontgroening. Het besef dat welzijn en maatschappelijke ondersteuning van grote betekenis zijn om de kwaliteit van leven van thuiswonende mensen met dementie te behouden groeit. Dementie en rol van de gemeente Een goed zorg- en voorzieningenniveau voor mensen met dementie en hun mantelzorg kan en wordt niet alleen binnen de AWBZ en door de AWBZ-sector vormgegeven. Veel behoeften van de doelgroep liggen op het terrein van welzijn. Het gemeentelijk (Wmo-)beleid is sterk bepalend voor de mate van kwaliteit van leven en van zorg voor thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers. De rol en de verantwoordelijkheid van de gemeente zal door de transitie van AWBZfuncties naar de Wmo in de nabije toekomst nog groter worden.
1
Provinciale inventarisatie van bestaand gemeentelijk dementiebeleid Om zicht te krijgen op het in 2012 door de Brabantse gemeenten gevoerd beleid, dat ten goede komt aan de behoeften van de doelgroep dementie, heeft de Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, net zoals in 2010, het initiatief opgepakt om dit beleid binnen Brabant te inventariseren. Het eindresultaat van deze inventarisatie biedt elke gemeente inzicht in waar zij staat in vergelijking met andere gemeenten en kan zij te weten komen waar al meer know how aanwezig is waar zij wellicht gebruik van kan maken. Ook kan inzicht in bestaand eigen beleid en dat van anderen de gemeenten stimuleren tot meer samenwerking op het gebied van dementiebeleid.
Liefst 90% van de Brabantse gemeenten heeft actief meegewerkt aan de inventarisatie. De mate waarin het bestaande gemeentelijke dementiebeleid zorg draagt voor een divers welzijnspakket en beleid voert om randvoorwaarden te creëren, zodat de doelgroep zo lang mogelijk „thuis‟ in zijn eigen wijk of dorp kan blijven wonen, wordt in kwalitatieve zin met een score uitgedrukt. Hoe hoger de score, hoe breder het welzijnspakket zal zijn, hoe diverser maatschappelijke ondersteuning vormgegeven wordt binnen een gemeente en hoe meer de gemeente zich inzet om randvoorwaarden om voorzieningen te realiseren. De maximaal haalbare score in 2012 is 55.
Dementieproofmeter 2012 Om de diversiteit van het gevoerde gemeentelijk dementiebeleid in Brabant in kwalitatieve zin in beeld te brengen, is gebruik gemaakt van de Dementieproofmeter 2012. Met dit instrument kan inzichtelijk gemaakt worden op welke behoeften van de thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers de gemeente (mede) zorg draagt voor antwoorden of de realisatie hiervan (bijv. het creëren van randvoorwaarden).
De gemeenten Bernheze, Tilburg, Woudrichem en Bladel scoren het hoogst op de Dementieproofmeter 2012. Deze gemeenten voeren een beleid dat zorg draagt voor een breed palet aan welzijnsvoorzieningen en het creëren van randvoorwaarden, zodat de doelgroep zo lang mogelijk „thuis‟ in eigen wijk of dorp kan blijven wonen.
Resultaten van de Brabantse inventarisatie gemeentelijk dementiebeleid anno 2012 Welk beleid wordt door de meeste gemeenten gevoerd? Top 5 van meest voorkomend bestaand beleid anno 2012
1
2
3
4
5
2
Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers praktische hulp bieden aan thuiswonende mensen met dementie en aan hun mantelzorgers. Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers en/of professionals emotionele ondersteuning (individueel of in groepsverband) bieden aan mantelzorgers voor mensen met dementie. Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers en/of professionals lotgenotencontact organiseren en/of dit begeleiden voor mensen met dementie en/of voor de mantelzorgers van mensen met dementie. Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers oppas- en/of begeleidingsdiensten bieden aan thuiswonende mensen met dementie ter activering of ontlasting van hun mantelzorgers (in de thuissituatie of buitenshuis). Dankzij uw gemeentelijke financiële ondersteuning als bijdrage in de kosten van de inzet van vrijwilligers en locatiegebruik, wordt voor uw inwoners regelmatig (bijvoorbeeld 1x per maand of 1x per 6 weken) een Alzheimer Café georganiseerd voor mensen met dementie en hun mantelzorgers en geïnteresseerde burgers.
% van de responsgemeenten
93
92
85
73
93% van de gemeenten zorgt er voor dat vrijwilligers ingezet kunnen worden om praktische hulp thuis te bieden. Dit beleid valt binnen prestatieveld 4 van de Wmo. Dankzij de inzet van vrijwilligers in de vorm van praktische hulp, kunnen mantelzorgers tijdelijk verlicht worden van zorgtaken en kan de vraag naar het inzetten van de duurdere Wmo-voorziening huishoudelijke hulp voorkomen of uitgesteld worden. Ook definitieve opname van de mens met dementie kan hierdoor mede voorkomen of uitgesteld worden. Ook zien we dat veel gemeenten in het kader van prestatieveld 4 van de Wmo emotionele ondersteuning van mantelzorgers (92%) en lotgenotencontact (85%) financieel mede mogelijk maken.
68
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Welk beleid wordt door een groot aantal gemeenten niet gevoerd? Top 5 minst vaak voorkomend bestaand beleid anno 2012 1 2
3 4 5
De gemeentelijke sociale kaart dementie wordt als print-/of drukversie breed verspreid. De gemeente stelt bij het afgeven van bouwvergunningen voor nieuwbouw en renovatie van woningen en wooncomplexen, die specifiek voor de ouder wordende inwoners bedoeld zijn, als criterium dat er een zodanige (technologische) infrastructuur gerealiseerd zal worden, dat domotica- en ICT-voorzieningen op een eenvoudige wijze en zonder veel extra kosten in een latere fase gerealiseerd kunnen worden. Uw gemeente geeft de Alzheimerafdeling financiële ondersteuning voor coördinatie en ondersteuning van haar vrijwilligersdiensten. De gemeentelijke sociale kaart dementie ook getoetst en goedgekeurd door de regionale afdeling van Alzheimer Nederland. De gemeente sluit met haar inkoopcriteria voor dementie specifieke voorzieningen aan bij de criteria die het regionaal ketenzorgnetwerk Dementie hanteert voor alle ketenpartners.
De functie Begeleiding De huidige AWBZ-functie Begeleiding kan individueel of in groepsverband aangeboden worden. Deze AWBZ-functie gaat over naar de Wmo. Naar verwachting dienen de gemeenten vanaf 1 januari 2014 verschillende vormen van Begeleiding in hun voorzieningenpakket te hebben opgenomen. In de Dementieproofmeter wordt al gevraagd of de gemeente met haar beleid verschillende vormen van Begeleiding financiert of financieel ondersteunt. In 2012 biedt 93% financiële ondersteuning aan organisaties die met vrijwilligers praktische hulp bieden en 73% ondersteunt organisaties die oppas-/of begeleidingsdiensten bieden in de thuissituatie of buitenshuis, bijvoorbeeld huiskamerprojecten of dagopvang. De dementieconsulent is een van de aanbodsvormen van individuele begeleiding. 40% van de gemeenten financiert dit aanbod. Slechts 35% van de gemeenten financiert dagopvangvoorzieningen.
% van de responsgemeenten
32 33
37 38
De sociale kaart dementie wordt door 68% van de gemeenten niet als print-of drukversie verspreid. Ook is toetsing van de sociale kaart door de belangenbehartigersorganisatie Alzheimerafdeling niet gangbaar bij veel gemeenten. Tweederde van de gemeenten stelt geen criteria aan de (technologische) infrastructuur bij het afgeven van bouwvergunningen van voor ouderen bestemde woningen of woonvoorzieningen. Bij 63% van de gemeenten ontvangt de vrijwilligersorganisatie Alzheimerafdeling geen financiële ondersteuning voor de coördinatie van haar vrijwilligers en voor de onkosten van de vrijwilligersdiensten van haar afdeling.
38
Divers welzijnspakket voor de doelgroep dementie De maximaal gehaalde score op de Dementieproofmeter bedraagt in 2012 43 van de 55 punten. 29 gemeenten hebben een score van 26 of hoger. Dit is 48% van de respons. 42% scoort 30 punten of hoger. Een kwart van de responsgemeenten scoort 20 punten of lager. Van 42% van de gemeenten kan gesteld worden dat binnen deze gemeenten een breed palet aan welzijnsvoorzieningen bestemd voor mensen met dementie en hun mantelzorgers (naast het AWBZ-aanbod in de eigen gemeente) gerealiseerd is en dat zij inzetten op het creëren van de randvoorwaarden om de doelgroep mogelijkheden te bieden om zolang mogelijk „thuis‟ in de eigen wijk of dorp te kunnen blijven wonen. In 2010 lag dit nog op 27%.
Nieuws en informatie van de Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie is ook digitaal beschikbaar:
www.pgraad.com
Met nieuws over onder andere: Dementievriendelijke gemeente Goed omgaan met dementie Dementieproofmeter en factsheets voor gemeenten, nieuwsbrieven, publicaties en rapportages.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie 2
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
3
Dementieconsulent, samenwerking met zorgverzekeraar/zorgkantoor en ketenzorg Een toenemende groep gemeenten biedt de dementieconsulent als laagdrempelige voorziening aan haar burgers met dementie (of met een vermoeden van dementie) en aan hun mantelzorgers aan. Nu 40%, in vergelijking met 2010 is dit een toename van 33%. Dementie is een progressieve ziekte, waarbij de diversiteit in behoeften (door toenemende (zorg-)afhankelijkheid en mantelzorgbelasting) toeneemt en inzet vraagt van diverse disciplines uit de welzijn-, cure- en caresector. Om goede kwaliteit van zorg te kunnen waarborgen, ook in de tijd, is het maken van ketenzorgafspraken en ketensamenwerking noodzakelijk. Ook het gemeentelijk beleid, als financier van diverse voor de doelgroep dementie van belang zijnde voorzieningen, dient op deze ketenzorgafspraken aan te sluiten. Steeds meer gemeenten zijn zich bewust van het belang om samen te (gaan) werken met het zorgkantoor/de zorgverzekeraar. 40% heeft deze samenwerking opgestart. In 2010 had ¼ van de gemeenten dit opgestart. 25% van de gemeenten geeft wel aan dat zij dit van plan zijn.
Een klein deel van de gemeenten (12%) geeft al aan dat zij bij hun inkoopcriteria voor voorzieningen voor de dementiedoelgroep aansluiten bij de criteria die het ketenzorgnetwerk Dementie hanteert.
Wilt u nadere informatie? Neem contact op met Hilde Stoop: Telefoon : 013 532 41 61 E-mail :
[email protected] Hilde Stoop: Brabants gemeentelijk dementiebeleid anno 2012 in beeld. Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, oktober 2012. De publicatie is te bestellen bij: Zet Postbus 271 5000 AG Tilburg Telefoon : 013 544 14 40 Of via e-mail:
[email protected]. De prijs bedraagt per stuk € 15,00, exclusief verzendkosten.
Waalwijk op weg naar een dementievriendelijke gemeente De gemeente Waalwijk is één van de vier Brabantse koplopergemeenten die meedoet aan het project „dementievriendelijke gemeente‟, een initiatief van de Brabantse Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie. Wat is een dementievriendelijke gemeente? Een dementievriendelijke gemeente zorgt er voor dat mensen met dementie zo lang mogelijk kunnen participeren in de samenleving. Enerzijds door de aandacht voor het omgaan met dementie te vergroten, anderzijds door het bevorderen van de levenskwaliteit van mensen met dementie en hun familie en mantelzorgers. Doelstellingen Het belangrijkste doel van een dementievriendelijke gemeente is ervoor te zorgen dat mensen met dementie zo lang mogelijk kunnen participeren in de samenleving. De gemeente Waalwijk heeft zich verbonden aan het project „Dementievriendelijke gemeente‟, een initiatief van de provinciale Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie. In mei 2012 heeft wethouder Sjoerd Potters hiervoor een intentieverklaring ondertekend. Met de ondertekening van de intentieverklaring geeft Waalwijk aan de volgende doelstellingen te onderschrijven en actief mee te werken aan het bereiken ervan:
4
Het doorbreken van het taboe rondom dementie. Het geven van een stem aan mensen met dementie. Het bevorderen van de deskundigheid voor (vroeg)signalering van dementie en het omgaan met dementie. Het organiseren van ontmoetingen tussen mensen met dementie en hun mantelzorgers en overige burgers in eigen wijk/dorp of leden van verenigingen. Het bevorderen van de actieve participatie van mensen met dementie in de samenleving. Het organiseren van respijtmogelijkheden voor mantelzorgers. Het bevorderen van de vrijwilligersinzet in de gemeente.
In samenwerking met o.a. zorg- en welzijnsorganisaties, vrijwilligersorganisaties, inwoners met dementie en hun omgeving, sportverenigingen en de middenstand, wil de gemeente de komende jaren bovenstaande doelstellingen realiseren. De partners die deelnemen aan het project dementievriendelijke gemeente zijn: Thebe Thuiszorg, Mozaïek/de Twern, de Dementie-consulent, Stichting Schakelring, GGz Breburg, Zet, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en de gemeente Waalwijk.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Thema’s De gemeente gaat de komende tijd met een aantal lokale en regionale partners aan de slag om projecten en activiteiten te realiseren die ervoor moeten zorgen dat mensen met dementie zo lang mogelijk mee kunnen doen in de samenleving. De netwerkpartners hebben hiervoor vijf thema‟s gekozen. 1. Naar betere contacten tussen generaties Dit thema heeft als doel ouderen met dementie en jongeren met elkaar in contact te brengen via maatschappelijke stages. Het concrete project dat aan dit thema gekoppeld is, heet „Vertel ‟s even‟. Hierbij vertellen ouderen met dementie hun levensverhaal. Leerlingen schrijven dit op in een prachtig aandenken aan het leven van de persoon met dementie: een levensboek. 2. Naar meer ontmoetingen In de gemeente Waalwijk worden vanuit het project „Thuis met dementie‟ inloopochtenden voor mensen met dementie en hun familiezorgers georganiseerd. Men kan hier informatie inwinnen, in contact komen met lotgenoten en de dementieconsulent en deelnemen aan allerlei activiteiten. In navolging hiervan gaan de vrijwilligers van „Thuis met dementie‟ samen met de gemeente activiteiten uitzetten die zorgen voor meer ontmoetingen buitenshuis. Voorbeelden hiervan zijn een uitstapje naar het Schoenmuseum, een middagje jeu de boules of een wandeling door een natuurgebied. 3. Naar een andere beeldvorming Een belangrijk thema binnen het project is het doorbreken van het taboe rondom dementie en daarmee te zorgen voor een reëler beeld van dementie. Dit moet uiteindelijk resulteren in meer maatschappelijk draagvlak voor een betere omgang met personen met dementie en een respectvolle bejegening in bijvoorbeeld winkels, op straat, in restaurants, bij sportclubs en andere verenigingen. Mensen met dementie - en hun naastbetrokkenen - raken hierdoor minder snel in een isolement en kunnen daardoor langer thuis wonen. In september 2012 heeft over dit thema een bijeenkomst plaatsgevonden met diverse professionele en vrijwillige partijen. Hieruit zijn drie prioriteiten naar voren gekomen, waarmee diverse partijen aan de slag gaan: Het geven van voorlichting op scholen over dementie. Voorlichting en informatieverstrekking aan diverse doelgroepen, zoals wijkagenten en winkeliers. Sociale netwerkstrategie, dat wil zeggen in de thuissituatie en in de buurt de situatie bespreekbaar maken.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
4. Naar een betere integratie Het doel van dit thema is om mensen met dementie actief deel te kunnen laten nemen aan diverse sport- of beweegactiviteiten. Samen met verenigingen en sportclubs, zoals fiets- en wandelclubs, gymverenigingen, volksdansen en jeu de boules clubs gaan we na welke ondersteuning de club nodig heeft, zodat mensen met dementie actief kunnen blijven in een voor hen veilige omgeving. 5. Naar meer kennis Het thema „Naar meer kennis‟ heeft in 2012 concreet gestalte met drie bijeenkomsten in de gemeente, die rondom de landelijke Dag van de Mantelzorg zijn georganiseerd. De bijeenkomsten zijn gericht op gezellig samenzijn met entertainment en informatie-uitwisseling. De organisatie was in handen van Mozaïek/de Twern, Expertisecentrum familiezorg en de gemeente Waalwijk.
Meer informatie Zie website www.waalwijk.nl/dementievriendelijk Contact Heeft u vragen over dit artikel, dan kunt u contact opnemen met Patricia Butter van de gemeente Waalwijk: Telefoon : 0416 68 34 56 E-mail :
[email protected]
Nieuws en informatie van de Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie is ook digitaal beschikbaar:
www.pgraad.com
Met nieuws over onder andere: Dementievriendelijke gemeente Goed omgaan met dementie Dementieproofmeter en factsheets voor gemeenten, nieuwsbrieven, publicaties en rapportages.
5
Programma Zorgvernieuwing Psychogeriatrie Dementie is een van de grote maatschappelijke vraagstukken nu en in de toekomst. Zeker in een sterk vergrijzende provincie als Noord-Brabant is dit vraagstuk zeer actueel en zal, mede gezien de toename van de doelgroep en de afname van het potentieel aan mantelzorg (familiezorgers), de ontwikkelingen in de zorg (en zorgwetgeving), de komende decennia hoog op de agenda blijven. De Programmaraad wil medeverantwoordelijkheid dragen voor het aanpakken van dit grote maatschappelijke vraagstuk. Haar rol in deze is: Signaleren. Agenderen. Adviseren. Op vraag van lokale overheden (tijdelijk) ondersteuning bieden in ontwikkelingstrajecten. Met het veld nieuwe oplossingen mee ontwikkelen of implementatie hiervan stimuleren. Het programma Zorgvernieuwing Psychogeriatrie richt zich op: Verbetering van de zorg voor de thuiswonende mensen met dementie. Verbetering van het wonen met zorg voor niet meer thuiswonende patiënten. Versterking van de mantelzorg. Verbeteren van de kwaliteit van zorg.
De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie is een Brabants kennis- of expertisenetwerk, waarin naast doelgroepbelangenbehartigers (Alzheimerafdelingen) alle disciplines op het gebied van psychogeriatrie, middels deskundige sleutelfiguren uit de verschillende sectoren, zijn vertegenwoordigd. Projectenprogramma 2011 – 2015 1.
Wonen met dementie: innovatieve woonzorgconcepten 2. Dementievriendelijke gemeenschap 3. (Nieuwe) vormen van respijtzorg zonder inzet van AWBZ 4. Wijk- en dorpsschets van gewenste functies ten behoeve van kwetsbare groepen 5. Integrale teams in wijken en in kernen 6. Ik blijf hier wonen, ook met dementie! 7. Kwartier maken: Dementie in eigen wijk/gemeente (Als vervolgactie op het projectvoorstel dementievriendelijke gemeenschap) 8. Handig bij zelfstandig wonen, ook met dementie 9. Silver Human Resource-centrum 10. Odensehuis
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie (2012)
De heer drs. H. Kemps De heer drs. L. Bisschops Mevrouw J. de Boer De heer drs. E. Dirkx De heer drs. A. van den Dungen Mevrouw dr. T. Eerenberg De heer prof. dr. G. van Heck Mevrouw A. Heezemans De heer drs. B. Janssen Mevrouw drs. W. de Jong De heer B. Megens De heer M. van Oosterhout De heer H. van der Reijden Mevrouw drs. T. Rietveld De heer drs. S. Roufs De heer prof. dr. R. Schalk Mevrouw drs. I. Smoor Mevrouw H. Stoop Mevrouw J. Tacke De heer A. Vos Mevrouw drs. R. Werkhoven Mevrouw K. Wiersema Mevrouw dr. E. Wouters
6
Voorzitter Alzheimerafdeling Zuidoost-Brabant Alzheimerafdeling Uden/Veghel Welzijn Ouderen (RIGOM Oss) Provinciale Raad Gezondheid TweeSteden ziekenhuis UvT/Tranzo ROC Eindhoven Alzheimerafdeling Midden-Brabant BrabantZorg Zet Wethouder gemeente Drimmelen Zuidzorg PON GGzE UvT/Tranzo Alzheimer Nederland afdeling „s-Hertogenbosch Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie BRIZ Alzheimerafdeling West-Brabant Provincie Noord-Brabant VGZ-Zorgkantoor Midden-Brabant Fontys Hogeschool
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Dementie om niet te vergeten Bladel zet in op bewustwording en aandacht van burgers voor mensen met dementie. Joan Veldhuizen, wethouder gemeente Bladel, vertelt met groot enthousiasme over het dementievriendelijk maken van de gemeente Bladel . In 2030 zal het aantal mensen met dementie in Bladel meer dan verdubbeld zijn ten opzichte van 2012. De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie schat het aantal mensen met dementie in 2030 in de gemeente Bladel op 585. In de gemeente Bladel wonen circa 265 mensen die aan dementie lijden. Sommigen van hen wonen in een verpleeg- of verzorgingshuis, maar de meesten wonen gewoon thuis. Het merendeel van de mensen die door deze ziekte getroffen wordt, wil het liefst in de eigen vertrouwde omgeving blijven wonen. Dat is om diverse redenen niet altijd even eenvoudig. Soms is er onbegrip in de omgeving, of het is ingewikkeld om alle zorg en ondersteuning te krijgen die nodig is. Vaak is er ook eenzaamheid, vooral bij mensen die alleen wonen. Daarom heeft wethouder Joan Veldhuizen op 28 februari 2012 als één van de eerste Brabantse wethouders de Intentieverklaring „Dementievriendelijke gemeente Bladel‟ ondertekend. De gemeente Bladel vindt het belangrijk dat taboes rondom dementie doorbroken worden en dat kennis gedeeld wordt. Kortom, dat er gesproken wordt over wat het bijvoorbeeld betekent als je zelf of je naaste getroffen wordt door deze ziekte. Ook de juiste ondersteuning is belangrijk. In de intentieverklaring hebben de Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Zet en de gemeente Bladel de volgende doelstellingen afgesproken: 1. Taboedoorbreking rond dementie. 2. Een stem geven aan mensen met dementie. 3. Deskundigheidsbevordering voor (vroeg-)signalering van dementie en het omgaan met dementie. 4. Ontmoetingen tussen mensen met dementie en hun mantelzorgers en overige inwoners in eigen wijk of dorp of leden van verenigingen. 5. Actieve participatie in de samenleving bevorderen. 6. Respijtmogelijkheden voor mantelzorgers. 7. Vrijwilligersinzet bevorderen.
De gemeente wil dat mensen met dementie daarom deel uit kunnen blijven maken van verenigingen, familie en vrienden blijven ontmoeten en nog zelfstandig naar de slager en de bakker kunnen. Dat begint met bewustwording en aandacht van de andere inwoners van Bladel.”
Met het project „Dementie om niet te vergeten‟ vraagt de gemeente de komende jaren op verschillende manieren aandacht voor mensen met dementie en de mogelijkheden om hen zolang mogelijk te betrekken bij onze gemeenschap.
“Met het project „Dementie om niet te vergeten‟ wil de gemeente Bladel laten zien dat mensen met dementie gewoon onderdeel zijn van de Bladelse samenleving. Mensen met dementie blijven steeds langer zelfstandig wonen.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
7
Kunstposters ‘Dementie om niet te vergeten’ “De afgelopen weken ben ik bij diverse mensen thuis en ook op de zorgboerderij in Hapert geweest. Dat waren stuk voor stuk mooie ontmoetingen. De mensen bij wie ik op de koffie ging waren allen zeer verschillend, maar zij hadden twee dingen gemeen. Kunst en dementie. Ik heb veel mooie creaties gezien, zoals prachtig keramiek, schilderijen en tekeningen. Van een aantal van deze kunstwerken heb ik foto‟s gemaakt die u binnenkort in alle kernen terug kunt zien via posters in winkels, gemeenschapshuizen en de bieb. De tekst spreekt voor zich: dementie om niet te vergeten.” Het onderwerp dementie krijgt daardoor letterlijk een plek in de samenleving. Door de creatieve uitingen vast te leggen in posters worden de werken bovendien „vereeuwigd‟ en niet vergeten.
De volgende vier organisaties maken deel uit van het netwerk Bladel: Stichting de Kloostertuin Hapert, een dienstenen ontmoetingscentrum voor alle senioren van Hapert. Zuidzorg (hele gemeente Bladel), een zorgaanbieder van onder andere zorg thuis. Zorgcoöperatie Hoogeloon. Regionale Stichting Zorgcentra De Kempen (hele gemeente Bladel).
De gemeente wil samen met zorginstellingen en vrijwilligersorganisaties vorm en inhoud geven aan de Bladelse ambitie voor een dementievriendelijke gemeente. Maar dat kan niet zonder dat daar veel meer 'partners' bij betrokken worden, zoals bijvoorbeeld politie, ondernemers, gemeenschapshuizen, bibliotheken, scholen. Het doel is uiteindelijk om de kwaliteit van leven voor mensen met dementie én hun omgeving te verbeteren. De doelstelling is ook vooral gericht op ontmoetingen tussen mensen met dementie en andere inwoners in de gemeente, aandacht en een respectvolle bejegening. Deelnemers aan het Netwerk Dementievriendelijke gemeente Bladel De gemeente Bladel heeft het initiatief genomen tot de oprichting van een Netwerk Dementievriendelijke gemeente Bladel.
8
Het netwerk wordt de komende periode uitgebreid met meer partijen. Vooralsnog is gestart met de organisaties die al een aantal concrete dementieprojecten in Bladel hebben geïnitieerd. Op de website van de gemeente Bladel is meer te lezen over de koplopergemeente Bladel: www.bladel.nl
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Maatschappelijke Businesscase Zorgtrajectbegeleider Al in 2004 hebben de gezamenlijke zorgaanbieders in Eindhoven en omgeving een succesvolle Zorgketen Dementie opgericht. De inzet van Zorgtrajectbegeleiders (ZTB‟ers), werkend als case managers bij dementerende mensen thuis, was één van de speerpunten van de keten. Om de maatschappelijke meerwaarde van de ZTB‟ers inzichtelijk te maken, is een maatschappelijk business case (mBC) ontwikkeld. Wat is een mBC? Naast een korte en bondige beschrijving van het initiatief en de innovatieve elementen ervan, biedt de mBC een totaaloverzicht van alle economische en maatschappelijke kosten én opbrengsten (baten) van de inzet van de ZTB‟ers. Wat doen de ZTB’ers ? ZTB‟ers zijn voor de mensen met dementie en het systeem een vast aanspreekpunt gedurende het hele ziektetraject. Zij informeren, adviseren en begeleiden de mensen met dementie en mantelzorgers en hebben de coördinatie over het zorgproces (diagnostiek, behandeling, zorg, etc.). Hun opdracht is een continu en integraal aanbod te realiseren conform de Zorgstandaard Dementie, uitgaande van de behoeften van de mens met dementie en de mantelzorger en passend binnen de lokale context. Omdat de inzet van de ZTB‟ers als project binnen de Zorgketen was gestart, en dus op tijdelijke basis, was inzicht in de resultaten, opbrengsten en meerwaarde van groot belang voor de voortgang en continuïteit. Vaak sterven innovaties een vroege dood, ook omdat schotten tussen de verschillende financieringsstructuren zich maar lastig laten slechten. De mBC is door de Zorgketen Dementie gebruikt om gesprekken aan te knopen met stakeholders en financiers. En met succes: het heeft geresulteerd in afspraken met het zorgkantoor over een vervolgfinanciering. Onderdelen van de mBC De mBC bestaat uit een aantal ingrediënten. Cliëntperspectief: Startpunt is het perspectief van de cliënt en de meerwaarde die hij/zij ervaart van de ZTB‟ers. Hiervoor zijn interviews met cliënten èn medewerkers gehouden.
Business Model: Aan de hand van het Business Canvas Model (Alexander Osterwalder, Business Model Generation, 2009) is het wat, wie en hoe van de inzet van de ZTB‟ers op een eenvoudige en doeltreffende wijze uitgewerkt. De kern is dat door de inzet van deze ZTB‟ers mensen met dementie zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen als dat de kwaliteit van leven ten goede komt. Business Case: Alle economische kosten en opbrengsten van de huidige en de toekomstige exploitatie zijn door middel van een doortimmerde rekenmodule in kaart gebracht. Maatschappelijke baten analyse: De maatschappelijke baten zijn berekend en meegenomen als opbrengsten van het project. De baten zijn samen met de stakeholders en de toekomstige financiers uitgedacht en berekend, zoveel mogelijk gebruik makend van onderbouwde resultaten uit wetenschappelijk onderzoek en de praktijk. Inventarisatie maatschappelijke baten Allereerst zijn alle betrokkenen en belanghebbenden bij de Zorgketen Dementie Eindhoven e.o. geïnventariseerd: de stakeholders. Iedere stakeholder die in de analyse is meegenomen, profiteert op een bepaalde manier van de Zorgketen Dementie Eindhoven e.o. We noemen dit „baten‟ die zij op korte of langere termijn voor zichzelf verwachten. In samenwerking met de stakeholders zelf is de hoogte van de baten in kaart gebracht. Hiervoor is gebruik gemaakt van zorgvuldig gedocumenteerde aannames, veronderstellingen en indicatoren om een onderbouwde inschatting te maken van het totale rendement. In totaal zijn voor 11 verschillende stakeholders, 16 baten berekend.
CP: CLIËNTPERSPECTIEF BM 2
OC
BUSINESS ORGANISATORISCHE MODEL CASE 3 4
MC
+
MAATSCHAPPELIJKE CASE 5
mBC
=
MAATSCHAPPELIJKE BUSINESS CASE 6
Fig1. de mBC: kosten-baten afweging waarin het economische én het maatschappelijke nut samenkomen
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
9
Een paar voorbeelden De mensen met dementie profiteren omdat zij nog niet naar een verpleeghuis hoeven, maar thuis kunnen blijven. Ook profiteren zij omdat zij eerder het ziekenhuis kunnen verlaten na een opname. De baten zijn in deze gevallen substitutie van duurdere vormen van zorg voor goedkopere. De mantelzorger profiteert, omdat hij minder wordt belast bij zijn zware taak en meer tijd heeft, met alle economische voordelen van dien. Een heel netwerk van zorgprofessionals profiteert, zoals de huisarts die minder regelzaken rondom de dementerende heeft, de GGZ, de transfer-verpleegkundigen in het ziekenhuis en de specialist ouderengeneeskunde. Tenslotte is de indicatiestelling het vermelden waard, indicatiestellers van gemeente en CIZ kunnen hun werk door de inzet van ZTB‟ers sneller en efficiënter doen.
Nr. Maatschappelijk baat
De totale baten lopen op tot ruim € 6,5 miljoen in 2016. En ook de opbrengsten per ZTB‟er nemen fors toe. Aan baten wordt in 2016 per ZTB‟er ruim € 160.000 gehaald. Duidelijk wordt dat de ZTB‟ers veel meer opleveren dan dat zij kosten. Het maatschappelijk rendement van de inzet van de ZTB‟ers is hoog; elke geïnvesteerde euro levert er 2,5 op.
10
In de mBC is ook aandacht voor de toegenomen kwaliteit van leven. De uitgaven voor case management zijn vergeleken met een maatstaf voor gezondheidswinst, de Quality Adjusted Life Years (QALY). Conclusie is dat investeringen in case management kosteneffectief zijn: de maatschappelijke opbrengsten zijn hoger dan de maatschappelijke kosten. Het opstellen van de mBC is voor de Zorgketen een leerzaam proces geweest. Het resulteerde in een waardevol document voor dit unieke en veelbelovende concept.
1 2 3 4 5 6 7 8 9
11 12 13 14 15 16
Aantal dagen in intramurale instelling is gedaald Huisartsenbezoek door mantelzorgers neemt af Medicatiegebruik door mantelzorgers neemt af Aantal niet-productieve arbeidsuren door mantelzorgers neemt af Afname ziekteverzuim en kortdurend verlof door mantelzorgers Afname ervaren problemen door kinderen van mensen met dementie Vermindering van het aantal medicatiefouten Regel- en coördinatietijd door huisarts neemt af Tijdbesparing bij de orgconsulenten bij inzet extramurale zorg Verlaging van de zorgkosten van mantelzorgers door minder depressie Substitutie van werkzaamheden van SPV'er naar ZTB'er Vermindering regeltaken en crisisopnamen in het verpleeghuis Vermindering crisisopnames ziekenhuis Kortere opnameduur in het ziekenhuis Substitutie van werkzaamheden van transferverpleegkundigen naar ZTB'ers Efficiënter werken door indicatiestellers gemeente en CIZ
Waarde € 1.584.200 € 56.350 € 588.000 € 2.229.500 € 32.472 € 148.000 € 10.000 € 1.592.500 € 1.406 € 50.363 € 36.720 € 53.400 € 131.124 € 93.345 € 1.103 € 36.750 € 6.645.232
Nadere informatie is te verkrijgen bij Marian Salari: E-mail:
[email protected]
Derde generatie domotica, zorg op afstand in Tilburg Verslag van een van de Slimme Zorgprojecten Noord-Brabant. Op zoek naar oplossingen zodat mensen met dementie op een veilige manier langer thuis kunnen blijven wonen. Innoveren doe je nooit alleen. De kracht van innovatie zit in samenwerking van een aantal partijen die vanuit hun deskundigheid kunnen bijdragen aan het verbeteren van een geconstateerd probleem. In dit geval zijn dat de veiligheid van mensen met dementie in de thuissituatie en het verminderen van overbelasting bij de mantelzorger. De samenwerkende partners in dit project waren Fontys Paramedische Hogeschool afdeling Health Innovations, De Wever in Tilburg en Vilans. De Wever is een organisatie op het gebied van ouderenzorg die een groot aantal mensen met demen-
10
tie en hun mantelzorgers in de thuissituatie begeleidt via dementieconsulenten en een Mobiel Zorgteam inzet, voor zorg en behandeling thuis. Vilans is het kennisinstituut voor langdurige zorg dat het project ondersteunt en ervaring heeft met technologie in een ander project.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Derde generatie domotica sociale alarmering De klassieke alarmering (ook wel eerste generatie domotica genoemd, alarmering met behulp van een halszender) is bij een persoon met dementie veelal niet toereikend. Halszenders worden vaak vergeten of iemand is op het moment van een incident niet bij machte actief te alarmeren. Een tweede generatie domotica op dit terrein is de camerabewaking met een hulpverlener achter monitoren. De derde generatie domotica is een sensorennetwerk in de woning, gekoppeld aan een kleine computer. In de woning plaatst men sensoren. Die nemen waar of iemand is gevallen, langere tijd niet meer beweegt of gaat dwalen en het huis verlaat. De sensoren zijn per ruimte te programmeren. In de huiskamer kan het bijvoorbeeld normaal zijn dat de sensor een kwartier geen beweging oppikt. Gaat iemand naar buiten, terwijl dat niet de bedoeling is, dan gaat het alarm onmiddellijk af. Het alarmsignaal gaat rechtstreeks naar een hulpverlener. Op een palmtop kan deze aflezen waar hij moet zijn. Hij kan een spreek/ luisterverbinding tot stand brengen en op foto‟s een eerste inschatting maken van de situatie. Dit UAS-systeem, Unattended Autonomous Surveillance, was uitgetest in Baarn en Soest en was gebruiksklaar. In dat project is aangetoond dat UAS bijdraagt aan veiligheid in de thuissituatie en de bewegingsvrijheid van de mantelzorger vergroot. Daarnaast is een voorzichtig bewijs geleverd dat het gebruik uitstel van opname in een verpleegsetting kan realiseren. Omschrijving van het project Het Slimme Zorgproject „Derde generatie domotica en zorg op afstand‟ in Tilburg had als doel beter te begrijpen hoe eindgebruikers aankijken tegen het UAS-systeem (zie kader hierboven) alvorens dit te implementeren. Opzet was om 15 UAS-systemen in te zetten in de thuissituatie bij mensen met dementie. Daarnaast wilde De Wever vanuit innovatieoogpunt mensen met chronisch somatische problemen bij het project betrekken. Het onderzoek en de opgedane ervaring moesten resulteren in een maatschappelijke business case. Samenwerkingsproblemen en bijbehorende financiële problemen hebben ertoe geleid dat de partner in het project geen systemen kon leveren. De projectgroep heeft daarop besloten om het project in afgeslankte vorm door te laten gaan en op basis van onderzoek beter inzichtelijk te krijgen of deze vorm van ondersteuning tegemoet komt aan de geschetste problemen in de thuissituatie.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
De onderzoeksresultaten Fontys heeft onderzocht welke behoeften en zorgen er leven onder mantelzorgers en verzorgers van cliënten met dementie. Daarnaast zijn dementieconsulenten bevraagd op dit onderwerp omdat zij een faciliterende rol hebben bij het koppelen van de zorgvraag aan het zorgaanbod bij zelfstandig wonende cliënten met dementie. Aan deze drie groepen is vervolgens, aan de hand van een demonstratiefilm, gevraagd wat zij vinden van het UAS-systeem en of zij denken dat dit systeem kan bijdragen aan het vervullen van behoeften of het wegnemen van zorgen. Dit alles is erop gericht om de toekomstige implementatie zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Het onderzoek heeft laten zien dat een aantal problemen optreedt rondom de zorg voor zelfstandig wonende mensen met dementie. Mensen met dementie kunnen zichzelf in gevaarlijke situaties brengen en hebben soms de neiging om te gaan dwalen. Het is daarom voor mantelzorgers moeilijk om personen met dementie alleen te laten. Uit de interviews is gebleken dat betrokkenen vooral behoefte hebben aan rust en veiligheid. Het UAS-systeem is bedoeld om hierin te voorzien. Gesteld kan worden dat het uitgangspunt van dit systeem aansluit bij de behoeften van deze groep, te meer omdat mantelzorgers aangeven dat de huidige methode van alarmering (door middel van een halsketting) niet functioneert. Tegelijkertijd blijkt uit het onderzoek dat betrokkenen twijfels hebben over de implementatie van het UAS-systeem. Hierbij is verschil te zien tussen de verschillende groepen geïnterviewden. Zo willen mantelzorgers er liever niet aan denken dat de situatie zo verslechtert, dat een dergelijk systeem of opname in een zorginstelling noodzakelijk zou zijn. Verzorgenden daarentegen zijn geneigd om vooral na te denken over de betekenis van het systeem voor hun cliënt met dementie en minder over wat het voor hen zelf zal betekenen. Dementieconsulenten hebben de minste bedenkingen, maar staan in zekere zin ook het verst af van de dagelijkse praktijk van het zorgen voor een persoon met dementie. Dit verschil maakt dat het raadzaam is om elk van deze groepen intensief te betrekken bij de voorbereiding van de implementatie en om aandacht te hebben voor onderlinge verschillen.
11
Uit dit onderzoek is ook gebleken dat er dringend behoefte is aan meer ervaring met het UASsysteem. Het is niet genoeg om alleen kennis te nemen van mogelijke bedenkingen. De toepassing in de praktijk kan twijfels wegnemen of aangeven of aanpassingen in het systeem of implementatieproces nodig zijn. Resultaten voor de samenwerkingspartners “Een innovatietraject is voor een deel een avontuur waarbij alle factoren niet op voorhand zijn in te schatten. Dit traject heeft behalve frustratie ook energie opgeleverd om op de ingeslagen weg verder te gaan. De Wever heeft meer zicht gekregen op de behoeften aan ondersteuning bij de groepen waaraan zij zorg levert en in de technologische mogelijkheden die daarvoor in te zetten zijn. De gemaakte business case (aangepast) leert De
Wever op welke wijze ze dit kan realiseren. Voor Fontys heeft het onderzoeksinstrumenten opgeleverd voor maatschappelijk relevant onderzoek. De onderzoeker gaat verder onderzoek doen voor zijn promotie. Stagiaires hebben kennis gemaakt met de wereld van mensen met dementie in de thuissituatie. Het levert mij de bevestiging op dat samenwerking op het terrein van innovatie noodzakelijk en inspirerend is, dat concurrentie belemmerend kan werken en dat het belangrijk is om dicht bij de behoeften van de doelgroep te blijven, de techniek komt wel. En intussen is er alweer een nieuwe, verbeterde, meer geavanceerde versie van het UAS-systeem”, aldus Ben Janssen. Ben Janssen, Projectleider Manager DOT/De Wever
Guided Care Model gestart In de huisartspraktijk in Gennep, en in nog vier praktijken in Nederland, is onlangs het project Guided Care Model (GCM) van start gegaan. De doelgroep betreft cliënten met multimorbiditeit. Stannie Driessen (programmaleider kwaliteit en innovatie chronisch zieken bij Vilans beschrijft het Guided Care Model als volgt: “Voor chronisch zieken met meerdere aandoeningen (multimorbiditeit) schiet de zorg volgens de zorgstandaarden veelal tekort. Ongeveer 1520% van chronisch zieken krijgt te maken met een „spaghetti‟ van in elkaar grijpende ziektes en problemen. Voor ouderen ligt dat cijfer hoger. Recent onderzoek van het RIVM en het NIVEL laat zien dat 66% van de ouderen met een veel voorkomende chronische ziekte meer chronische aandoeningen hebben. De gezondheidszorg zal daar in de toekomst steeds meer rekening mee moeten houden. Omdat bij verschillende ziekten verschillende behandelaars betrokken zijn, wordt de situatie van de patiënt al snel onoverzichtelijk. Behandelingen kunnen door elkaar heen gaan lopen en overgangen tussen verschillende zorgaanbieders verlopen niet altijd goed. Het Guided Care Model lijkt een veelbelovende nieuwe werkwijze voor deze patiëntengroep. Het in de Verenigde Staten ontwikkelde model richt zich op de volgende interventies: probleeminventarisatie, opstellen van individueel zorgplan en actieplan, monitoring,
12
coaching, zelfmanagement, opleiden en ondersteunen van mantelzorgers, zorgcoördinatie en ondersteuning bij toegang tot gemeenschapsvoorzieningen. Samen met partners verkent Vilans de toepasbaarheid van dit model voor de Nederlandse situatie”. “We richten ons vooralsnog op jongere mensen, maar ook de groep kwetsbare ouderen kunnen veel baat hebben bij de aanpak volgens het GCM. Er zijn sterke aanwijzingen dat het naast verbeteren van de kwaliteit ook kosten kan besparen. Het project is onderdeel van de ketensamenwerking Syntein (huisartsen en zorgorganisatie Pantein in regio Land van Cuijk en kop van Noord-Limburg) waar ik naast de functie als Ouderenverpleegkundige voor het DementieKetenTeam (DKT) aan deelneem. Voor ons DKT kan dit een voorbereiding zijn, op de uitbreiding van onze doelgroep naar kwetsbare ouderen. In januari 2013 zijn de eerste onderzoeksresultaten bekend.”
Voor meer informatie over het GCM zie website www.vilans.nl Tonnie Cremers, Ouderenverpleegkundige E-mail:
[email protected]
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Zorgverband: het systeem voor het sociaal-medisch netwerk rond de cliënt en mantelzorger Bij de pilot ketenzorg dementie in Boxtel/Liempde en Den Bosch-West/Engelen is de case manager de regisseur van zorg en begeleiding voor mensen met dementie. De case manager is de spil in het sociale en medische netwerk van de cliënt. Bij het kiezen van een IT systeem ter ondersteuning van de ketenzorg en daarmee van de case manager is gezocht naar een combinatie van functionaliteiten waarmee efficiëntie en kwaliteitsverbetering van leven en zorg kon worden behaald. Belangrijke behoeften waren informatieverstrekking, communicatie en tijdige signalering van problematiek voortvloeiend vanuit het ziektebeeld voor professional en niet professional. Als oplossing is gekozen voor het systeem Zorgverband. In dit systeem staat de cliënt centraal. Alle aangesloten organisaties krijgen vanuit hun eigen rol toegang tot het dossier. Uiteraard mits zij geautoriseerd zijn. Het systeem wordt momenteel binnen de pilot Boxtel/ Liempde geïmplementeerd. Screenen en Signaleren Belangrijk bij een niet-pluisgevoel en dementie is het tijdig signaleren van cognitieve stoornis en de daaraan gerelateerde problematiek. Dat kan door een case manager, maar ook door een mantelzorger of een ander persoon uit het (in)formeel netwerk gebeuren. Binnen het Zorgverband systeem wordt zo mogelijk gebruik gemaakt van gevalideerde vragenlijsten. Waar deze niet voor handen zijn, zijn daar speciale vragenlijsten voor ontwikkeld. Deze zijn ontwikkeld door P. Dautzenberg, geriater Jeroen Bosch Ziekenhuis in samenwerking met K. Beekhuis, projectleider ketenzorg dementie. Deze ontwikkelde vragenlijsten worden momenteel in de praktijk getoetst. Communicatie De zorg rondom een persoon met dementie kan uit veel verschillende organisaties en personen bestaan. Deze communiceren allemaal over en met de cliënt en de mantelzorger. Het is een uitdaging om er voor te zorgen dat de communicatie doelmatig blijft en een ieder ten behoeve van zijn/haar rol juist geïnformeerd blijft. Met het Zorgverband systeem worden enerzijds systematisch problemen uitgevraagd, anderzijds systematisch gecommuniceerd over de resultaten. Systematische communicatie betekent hier dat de informatie uit de vragenlijst terecht komt bij de relevante personen binnen het netwerk van de persoon met dementie. Op deze wijze kan er tijdig, niet te vroeg en niet te laat, geacteerd worden op ontstane problemen.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Gebruik door cliënt en mantelzorger De cliënt en de mantelzorger kunnen binnen het systeem zelf monitoren en signaleren op verschillende leefdomeinen en ziektebeeld gerelateerde problematiek. In overleg met de case manager wordt afgesproken welke onderdelen de cliënt en/of mantelzorger zelf kunnen monitoren aan de hand van vragenlijsten. In het geval geen van beiden hiertoe in staat is, wordt gezocht naar een andere oplossing, te denken valt aan een zoon of dochter, vrijwilliger, medewerker thuiszorg, welzijnsmedewerker. Er zal altijd gezocht worden naar een oplossing die past bij de cliënt en zijn/haar mantelzorger. Daarnaast hebben de client en de mantelzorger (maar ook familie en vrienden op afstand) inzage in het eigen zorgdossier en kunnen ze het verloop zien. Zo krijgen cliënten/mantelzorgers de regie over hun eigen leven en zorg in handen. Door (gevalideerde) vragenlijsten met duidelijke instructies over hoe ze af te nemen en wat de uitkomst kan betekenen, kan een cliëntsysteem beter zijn rol nemen binnen het netwerk. De zelfredzaamheid van cliënten/mantelzorgers wordt gestimuleerd door het verstrekken van informatie die past bij de fase waarin zij zich bevinden. Dit kan bestaan uit informatie van websites zoals Alzheimer Nederland, maar ook adviezen om slaapproblemen of het risico op vallen te verminderen, veiligheid, het omgaan met de persoon met dementie voor de mantelzorgers en familie of filmpjes ten behoeve van de persoonlijke verzorging van de persoon met dementie. De juiste informatie op het juiste moment. Lerende keten Informatie-uitwisseling van professional naar professional en van professional naar niet-professional, van specialist naar generalist en van generalist naar specialist. Hiermee is een lerende keten ontstaan. De informatie bestaat uit gerichte informatie over de cliënt en over de problemen waarmee de cliënt te maken heeft. Iedereen die een rol heeft in het netwerk van een cliënt, formeel en informeel, krijgt te zien wat relevant en nodig is voor zijn/haar eigen handelen, in afstemming met de cliënt en mantelzorger. En heeft de mogelijkheid om te signaleren en te communiceren met de anderen binnen het netwerk. Kirsten Beekhuis,Ketenregisseur Ketenzorg E-mail :
[email protected]
13
Empathisch ontwerpen voor mensen met dementie middels techniek “Don‟t forget me... yet.” Rens Brankaert Msc “In de hedendaagse maatschappij lijkt dementie nog steeds een taboe. Voor mensen is het vaak een te gevoelig onderwerp. Dit geldt ook voor ontwerpers: het is een richting die veel ontwerpers niet snel kiezen. Dat is jammer, want juist voor mensen met dementie en hun sociale omgeving valt nog veel te verbeteren. Door het inzicht in de onbeantwoorde behoeften van mensen met dementie, is mijn interesse om hiervoor te ontwerpen ontstaan. Mijn visie is dat als dit meer inzichtelijk wordt, we het taboe kunnen doorbreken en er een open cultuur ontstaat rondom innovatie voor deze doelgroep. Aan het begin van mijn ontwerpproces heb ik geprobeerd de situatie waar mensen met dementie in zitten en het zorgproces waar zij doorheen gaan te begrijpen. Ik kwam erachter dat informatie verspreid is over verschillende bronnen. Voor iedere kwestie is er een apart foldertje en voor iedere behoefte een andere expert. Door veel met mensen met dementie (en hun mantelverzorgers) en experts in de zorg te praten, ben ik tot nieuwe bevindingen gekomen. Deze zijn verwerkt in een helder overzicht, waarin het dementieproces is te verkennen door de ogen van zowel de dementerende zelf als andere belanghebbenden. (http://www.RensBrankaert.nl/flowchart). In regio Eindhoven werken veel zorginstellingen met zorgtrajectbegeleiders als een gids in de zorg. Dit is een eerste goede stap, toch mist er nog een hoop aan het begin van het proces, voor de diagnose en aan het einde van het proces. Hier liggen dus kansen voor ontwerpers om met innovatieve oplossingen te komen en de kwaliteit van leven in dit proces te verhogen. Daarnaast bieden maatschappelijke ontwikkelingen motivatie om met een ontwerp echt iets toe te voegen aan het leven van mensen met dementie. Door de vergrijzing hebben we volgens de voorspelling binnen 15 jaar twee keer zoveel mensen met dementie in ons land. Daarnaast bevestigt een onderzoek van de gemeente Eindhoven dat 96% van de mantelverzorgers, na een verzorgingsproces weer opnieuw in aanraking komt met de zorg door persoonlijke klachten. Dit betekent dat mantelzorgers zeker ook een belangrijke doelgroep is om rekening mee te houden als je voor dementie gaat ontwerpen.
14
Het ontwerp: de physiCAL Als ontwerper probeer ik mensen met dementie en hun sociale omgeving hulpmiddelen te geven om het dagelijkse leven aan te kunnen en de kwaliteit ervan te verbeteren. Huidige technologieën, die worden aangeboden voor mensen met dementie nemen vaak de regie uit handen. Mijn insteek is positiever. Als ontwerp heb ik een intelligente kalender (de PhysiCAL) gemaakt, die de mens met dementie en zijn verzorger actief, op een fysieke manier, herinnert aan hun dagelijkse activiteiten en plannen. Met de physiCAL kunnen de ouderen door middel van slimme magneten op een doorzichtige weekkalender zelf activiteiten voor de hele week indelen. Op de slimme magneten staan pictogrammen die een activiteit weergeven. Achter de doorzichtige weekkalender beweegt een fysieke arm naar boven en beneden om de huidige dag aan te geven, op deze arm beweegt een tijdsindicator die de activiteiten kan herkennen. Als de tijdsindicator bij een slimme magneet komt geeft hij een signaal af die de aandacht vraagt van de gebruiker en herinnert aan de activiteit. Daarnaast zit er in het bord een bewegingsdetector die weet wanneer de activiteit gezien is door de gebruiker. Op deze manier weet je zeker dat de activiteit aandacht heeft gekregen, maar laat je het over aan de gebruiker wat hij hier mee doet. Tijdens het proces van dementie zullen vergeetachtigheid en een verminderde werking van de zintuigen een rol gaan spelen. Het concept speelt daar op in door aan de slimme magneten die activiteiten vertegenwoordigen ook persoonlijke berichten te hangen die auditief worden teruggekoppeld naar de gebruiker. Dit zorgt voor meer vertrouwen in de activiteit en een prikkeling op meerdere zintuigen. Als inspiratie hiervoor gelden de whiteboard kalenders, die vaak worden ingezet in de thuisomgeving om de dagindeling efficiënter te regelen. Deze zijn echter passief en vragen een actieve rol van de gebruiker, mijn concept draait dat om. Door de physiCAL kunnen mensen met dementie in de vroege fasen van dementie langer de eigen regie behouden, en daardoor langer een actievere houding hebben. Voor de mantelverzorger, later in
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
het dementieproces, is de kalender een intelligente ondersteuning van het dagelijkse leven. Als de kalender vroeg wordt geïntroduceerd kan de dementerende hem langer gebruiken, en zal de kalender langer een vertrouwd object in de omgeving zijn. Hierdoor verhoog je de kwaliteit van leven in de thuisomgeving en verleng je mogelijk de periode dat iemand thuis kan wonen.
Omdat ik het project interessant vond, ben ik nu bezig met een vervolgtraject waar ik ga kijken hoe licht en daglicht het welzijn van mensen met dementie op een natuurlijke manier kan verbeteren.”
Naar mijn mening kan onze huidige technologie mits op de juiste manier ontworpen, een grote toevoeging zijn voor de kwaliteit van leven van mensen met dementie en hun sociale omgeving. Te vaak wordt dit onderwerp onderbelicht in de zorg terwijl het een van de belangrijkste onderdelen is voor het welzijn van de mens.
Voor vragen over of reacties op dit project of dit artikel, kunt u contact opnemen met Rens Brankaert: E-mail:
[email protected]
Hebt u interesse in meer informatie over dit project, dan kunt u een kijkje nemen op: http://innovatedementia.id.tue.nl.
Scholierenproject over dementie in Waalwijk In Waalwijk is in het voorjaar een scholierenproject over dementie gehouden. Het project werd gefinancierd met geld dat Alzheimer Nederland beschikbaar stelde uit hun middelen voor regionale zichtbaarheid. Het project verliep in samenwerking tussen de afdeling Midden-Brabant van Alzheimer Nederland, Stichting Schakelring, organisatie voor wonen, zorg en welzijn in Midden Brabant en de Walewyc MAVO in Waalwijk. Inhoud van het project Het voor Nederland unieke project, richtte zich op 14- en 15-jarigen. Gedurende twee opeenvolgende weken kregen de leerlingen van de derde klassen VMBO twee lessen van vijftig minuten aangeboden. De eerste les was een theoretische les over dementie en de gevolgen daarvan voor het gedrag. De les werd afgesloten met een thuisopdracht, waarin de leerlingen ouders of grootouders moesten interviewen over dementie. De week daarop werd in de klas de thuisopdracht geëvalueerd en een interview gehouden met twee mantelzorgers van een moeder met dementie. Dit in de vorm van een „mini Alzheimer café‟. Na twee weken volgde een projectdag, waarin de leerlingen in de ochtend drie van vier aangeboden workshops konden volgen. Een workshop ging over de beleving van dementie. Leerlingen konden in spelletjes ervaren hoe het is om beperkt te zijn in het uitvoeren van taken. Een tweede workshop gaf informatie over de maatschappelijke gevolgen van dementie. De workshop bevatte een bezoek aan het steunpunt „Thuis met Dementie‟. In een derde workshop bedachten en maakten de leerlingen in het technieklokaal van de school hulpmiddelen voor mensen met dementie. Als laatste was er een workshop waarin onder begeleiding van een journalist door de leerlingen een website gemaakt werd over het project. De projectdag werd ‟s middags afgesloten met een voorstelling
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
van de theaterproductie „Smeltend IJs‟ door theater „Op-de-man-af‟. Bereikte doelen De doelen zijn bereikt: de leerlingen weten wat dementie is en wat de maatschappelijke gevolgen ervan zijn voor degene met dementie en voor de mantelzorger. Het onderwerp is bespreekbaar gemaakt. De indrukken die achter blijven geven blijk van een zeer positief project, dat beslist voor herhaling vatbaar is. In algemene zin is het project bij de school bij Alzheimer Nederland, bij Stichting Schakelring en bij steunpunt „Thuis met Dementie‟ goed ontvangen. De doelstelling is grotendeels bereikt, de doelgroep nam over het algemeen enthousiast en betrokken deel aan het project. De school had als opmerking bij het project dat veel tijd in de voorbereiding is gaan zitten ten opzichte van het rendement dat het voor de leerlingen opleverde. Voordeel is wel dat er nu een geëvalueerd lespakket ligt, dat op andere plaatsen vrij eenvoudig kan worden overgenomen, in zijn geheel of in onderdelen. Mogelijk zou het qua inhoud op niveau nog aangepast moeten worden voor andere vormen van voortgezet onderwijs (HAVO of VWO). Dat geldt alleen voor het stukje kennisoverdracht (het eerste lesuur en een deel van enkele workshops). De eerste les werd door de leerlingen als erg goed beoordeeld. Ze waren zeer betrokken bij de lesstof en konden in een latere les ook veel reproduceren. De psycholoog die de les gaf heeft het geven van de les als plezierig ervaren, mede door de betrokkenheid van de leerlingen bij de lesstof en de reacties van de groepen. In de tweede les werd over het algemeen goed meegedaan. Er kwam in alle lessen een levendig gesprek tussen leerlingen en mantelzorgers op gang en de leerlingen toonden respect voor en betrokkenheid bij de geïnterviewde mantelzorgers. Dat de inhoud van de les overgekomen is, bleek ook uit voorbeelden die vanuit de leerlingen tijdens de workshops op de projectdag naar voren kwamen.
15
Uit de manier waarop met de huiswerkopdracht werd omgegaan, zowel thuis als tijdens de les, bleek ook weer een duidelijke betrokkenheid van de leerlingen. Algemene indruk van de workshops was positief. Kritiek was wel dat de workshops te lang duurden (60 minuten) om de leerlingen tot het einde betrokken te houden. Bovendien was er weinig pauze. Met name de workshop waarin een krant en een website werd gemaakt had daar onder te lijden. Ook werd in sommige workshops nog te veel nieuwe informatie gegeven en werd te weinig „gewerkt‟. Dat had invloed op de concentratie van de leerlingen. In de workshop „maatschappelijke gevolgen van dementie‟ was de mini-excursie naar het steunpunt „Thuis met Dementie‟ een welkome afwisseling, hoewel sommige leerlingen verwacht hadden daar meer concreet „zorg‟ te kunnen bieden. De producten van de workshop hulpmiddelen is niet af gekomen, daar was te weinig tijd voor. Jammer, want de leerlingen waren erg goed op weg. Knuffelkussens en -dekens werden gemaakt. Afspraak is dat deze nog worden afgemaakt en ingezet op de psychogeriatrische woongroepen van Stichting Schakelring. De workshop „beleving van dementie‟, waarin de leerlingen konden ervaren hoe het is om een verstoorde indruk en verwerking van prikkels te hebben, leverde hilarische momenten op. De mood boards waarin de leerlingen hun visie op oud worden en op de oudere mens gaven bracht verrassende resultaten: ouderdom begint bij de leeftijd van hun ouders (tussen de 35 en de 45) en oudere mensen zijn „nors en boos‟. Dit beeld is gelukkig in de loop van het project enigszins bijgesteld. De theaterproductie tot slot vroeg, na de intensieve ochtend, veel van het concentratievermogen van de leerlingen. Toch werd er heel goed meegedaan. Tijdens dialogen was het stil in de zaal en gaven de reacties uit de zaal blijk van betrokkenheid. Tussen de scenes door gingen de acteurs met hun rug naar het publiek staan. Er ging op die momenten wat geroezemoes door de zaal, gelach en enkele kreten van „ontlading‟. Bij de volgende scene werd echter de lijn van het verhaal weer
heel goed opgepakt door de leerlingen. Aan het eind van het theaterstuk gaan de acteurs met de zaal in gesprek. De aandacht van de leerlingen was inmiddels echter dusdanig op de proef gesteld dat zij hiervoor niet meer te motiveren waren. Publiciteit Wat betreft de publiciteit zijn niet alle doelen bereikt. In verband met hun naamsbekendheid en het voor hen nieuwe karakter van het project, was de school terughoudend in het betrekken van de pers bij het project. Daardoor is geen aandacht besteed aan het project in de lokale media. Wel is inmiddels een artikel geplaatst in de nieuwsbrief van de Alzheimerafdeling. Er wordt naar gestreefd ook andere regio‟s voor een dergelijk project te interesseren. De gemeente Waalwijk is inmiddels pilotgemeente in het Noord-Brabantse project Dementievriendelijke gemeente. De gemeente is erg blij met dit scholenproject en wil graag stimuleren dat andere onderwijsinstellingen het overnemen in het kader van acceptatie van dementie door haar burgers. Zo krijgt het project mogelijk nog een verdere uitrol. Goede samenwerking Het project in zijn geheel werd een succes. Dit is te danken aan een heel prettige samenwerking tussen het bestuur van Alzheimer Nederland, afdeling Midden-Brabant, de Walewyc MAVO in Waalwijk en Stichting Schakelring. Hiervoor dank aan allen die meewerkten en zich inzetten om het project tot een succes te maken. Daarbij niet in de laatste plaats dank aan alle medewerkers van de Walewyc en van Stichting Schakelring die het hun collega‟s mogelijk gemaakt hebben dit project mee uit te voeren. Nadere informatie is verkrijgbaar bij: Tijn Kloet E-mail: alzheimer.afd.middenbrabant @planet.nl
Gemeente Helmond en partners bieden ShareCareZorgsite gratis aan Zorgsite van Simac/ShareCare is een online omgeving die speciaal is ontwikkeld om zorgvragers en mantelzorgers te helpen bij het organiseren van informele zorg en het communiceren hierover. Deze tool, een beschermde internetomgeving, wordt in abonnementsvorm aangeboden door bijvoorbeeld zorg- en welzijnsinstellingen aan hun cliënten.
16
Wmo-tool Voor een gemeente is Zorgsite een geweldige Wmo-tool. Het ondersteunt en ontlast de mantelzorger en vrijwilliger. Het is een perfect instrument om zelfregie vorm te geven. Doordat je je als vrijwilliger niet meer vast hoeft te leggen voor een bepaalde taak en tijd, wordt het zijn van vrijwilliger voor iemand ook laagdrempeliger. Gemeente Helmond stelt deze tool dan ook gratis ter beschikking aan al haar burgers.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Om mensen optimaal gebruik te laten maken van Zorgsite, volstaat alleen een communicatiecampagne niet. Het moment van behoefte is moeilijk voorspelbaar. Individuele voorlichting is nodig en gebruikers moeten in het begin soms ook begeleid worden. De gemeentelijke organisatie is hierop niet toegerust. Zij komen niet voldoende „achter de voordeur‟. De gemeente heeft daarom hulp gezocht bij haar partners. “Ik heb een chronische ziekte, maar wil wel zelf beslissingen kunnen nemen en mijn eigen zorg regelen. Via mijn eigen Zorgsite heb ik nu de regie.” Het samenwerkingsmodel De gemeente heeft contact gezocht met de zorgaanbieders omdat deze bij heel veel burgers uit de doelgroep komen en deze ook voor de eigen klantenkring de voordelen van Zorgsite inzien. Er is een samenwerkingsmodel ontwikkeld, met een win-win-situatie voor alle partijen. De highlights van het model zijn: De gemeente neemt een abonnement voor alle burgers, medewerkers en vrijwilligers. De partners nemen een abonnement voor hun eigen cliënten en medewerkers/vrijwilligers. Voor dat deel dat de klantenkring van de gemeente en de partner overlapt, krijgt zowel de partner als de gemeente korting op de abonnementskosten. De gemeente is verantwoordelijk voor de regie, voor algemene communicatie over Zorgsite en voor het samenwerkingsmodel. Het is een open model. Nieuwe partners kunnen onder dezelfde voorwaarden toetreden.
Draagvlak creëren onder organisaties Naast de betalende partners heeft de gemeente Helmond ook alle andere partijen die actief zijn binnen de gemeente op het gebied van zorg en welzijn betrokken bij het model. Het gaat niet alleen om zorg- en welzijnsinstellingen, maar ook om bijvoorbeeld een seniorenraad, Gehandicaptenoverleg, raadsleden en vrijwilligerorganisaties. Deze partijen is gevraagd binnen de eigen organisatie en naar de eigen klanten/ achterban toe het gebruik van Zorgsite te bevorderen. “Mijn zus zorgde vooral voor mijn moeder en ik had het idee dat ze dat best aankon. Maar toen ik de eerste keer inlogde op mijn moeders Zorgsite schrok ik van de hoeveelheid dingen die moesten gebeuren! Sindsdien helpen mijn man en ik veel meer mee.” Zij hebben hiervoor communicatiemateriaal ontvangen, er is een masterclass geweest en er is een e-mailadres waar men alle vragen en opmerkingen over Zorgsite kwijt kan. Vaak gaat het gebruik van de Zorgsite pas leven wanneer mensen de site zien en zelf kunnen ervaren. In workshops kunnen organisaties via een proefopstelling zelf ervaren hoe het werkt. Burgers probeert men te bereiken via Omroep Helmond met een filmpje over de Zorgsite. Op deze wijze hopen de partners iedereen te bereiken die de Zorgsite kan gebruiken. Voor meer informatie verwijzen wij u naar: Website
[email protected] Gemeente Helmond Mevrouw W. Teeuwen-Besseling Telefoon: 14-0492 Simac ShareCare Mevrouw S. Vermeulen Telefoon: 040 258 28 19
vor mijn moeder en
Nieuws en informatie van de Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie is ook digitaal beschikbaar:
www.pgraad.com
Met nieuws over onder andere: Dementievriendelijke gemeente Goed omgaan met dementie Dementieproofmeter en factsheets voor gemeenten, nieuwsbrieven, publicaties en rapportages.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
17
RDO Eindhoven gaat door in WijEindhoven De gemeente Eindhoven heeft besloten om ook na de looptijd van het oorspronkelijke RDO Eindhoven door te gaan met de werkwijze en methodiek die in het project zijn ontwikkeld en die zo succesvol zijn gebleken. Uitgangspunt is dat de ervaringen met het opbouwen van netwerken en samenwerkingsverbanden in het Regionaal Dementie Ondersteuningsnetwerk, met het onderwerp „Dementie‟ als vliegwiel, worden overgedragen en verbonden met de uitgangspunten van Wijeindhoven. De wijze waarop stedelijke partners, binnen het RDO, over de schutting van hun eigen organisatie hebben gekeken en „out-of-the box‟ denkend de samenwerking hebben gezocht, is „WijEindhoven „avant la lettre‟. De opdracht die voor ons ligt ten aanzien van de dubbele vergrijzing en van de kwetsbare senior die zo lang mogelijk thuis wil blijven wonen, past naadloos in de visie van Wijeindhoven.
kracht van een individu, maar net zozeer gericht op de kracht van mensen onderling; het aanboren van onderlinge betrokkenheid, wederkerigheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het welbevinden van een ieder. Hierin speelt de (lokale) overheid zonder twijfel een rol - ook in de toekomst - en zijn er de professionele instanties in de stad. Maar de verantwoordelijkheid ligt bij iedereen in Eindhoven en dus net zozeer bij de private sector als bij het bedrijfsleven, als bij elke individuele inwoner. Daarnaast volgt uit het principe van „aansluiten bij de eigen kracht van een uniek mens‟ dat WIJ-eindhoven er naar streeft om de eventuele professionele ondersteuning dichtbij mensen te organiseren, bijvoorbeeld op wijkniveau. Immers, om mensen te kennen en in hun uniciteit te bezien, is het nodig dat mensen gekend worden en dat de professional de mens en diens specifieke situatie kent.
De ambities van WIJeindhoven WIJeindhoven is een gemeente-breed transformatieprogramma gericht op het totale sociale domein; welzijn, zorg, onderwijs, jeugd, werk, leefbaarheid in wijken, de „zachte kanten‟ van veiligheid, maar ook de breedtekant van sport en bewegen en van kunst en cultuur. WIJeindhoven geeft richting aan twee inhoudelijke ambities die voortkomen uit het besef dat de overheid de afgelopen decennia steeds meer uit handen is gaan nemen van inwoners en dat dit uiteindelijk niet bijdraagt aan de beste oplossingen voor problemen die mensen ervaren. Daarnaast heeft de maatschappij sinds de Tweede Wereldoorlog een enorme institutionalisering, professionalisering en daarmee ook versnippering van aanbod gekend; de verdiensten van de verzorgingsstaat zijn evident, maar de keerzijde is dat versnippering van aanbod uiteindelijk niet bijdraagt aan duurzame oplossingen. En dat het huidige systeem onbetaalbaar dreigt te worden. Die twee ambities zijn eigen kracht en een ontkokerde integrale aanpak.
Op weg naar een integrale aanpak Om mogelijk te maken dat mensen als compleet en uniek individu worden gezien, is het noodzakelijk om over de grenzen van bestaande domeinen en kokers heen in gesprek te gaan. Dat betekent dat WIJeindhoven een praktijk voorstaat, waarbij sociaal werkers in de stad zoveel mogelijk integraal werken (en dus niet een focus hebben op een bepaalde doelgroep of deelproblematiek) en dat organisaties (gemeentelijke organisatie en de huidige professionele instanties) daarop aangepast zijn. De generalistisch werker is niet alleen in staat en in de gelegenheid om „ontkokerd‟ in gesprek te gaan met mensen die ondersteuning nodig hebben, maar ook om daar naar te handelen. WIJeindhoven staat „generalisten met mandaat‟ voor. WIJeindhoven is geen doorontwikkeling van al bestaande initiatieven, casus-overleggen, achter de voordeuraanpak en dergelijke. WIJeindhoven beoogt een duurzame systeemverandering te zijn, gericht op een aanpak in de stad die vanuit integraliteit én sturen op eigen kracht in het totale sociale domein werkt. WIJ-eindhoven is ook niet hetzelfde als „vernieuwend welzijn‟ of „welzijn nieuwe stijl‟. WIJeindhoven is een programma gericht op toename van effectiviteit en efficiency.
Op weg naar eigen kracht Mensen zijn uniek en kennen hun eigen situatie het beste en weten doorgaans ook zelf het beste wat ze nodig hebben om uit de problemen te komen en te blijven. De rol van de overheid en professional is vervolgens om op basis van de notie dat een mens en zijn of haar situatie uniek is, in gesprek te gaan. Niet vanuit een behoefte om te „zorgen voor‟ en op basis van een gestandaardiseerd aanbod, maar op basis van belangstelling voor een uniek mens en aansluitend bij de oplossing die deze mens zelf voorstaat. „Eigen kracht‟ is dus geen eufemisme voor „zoekt u het zelf maar uit‟. Eigen kracht is niet exclusief gericht op de
18
Daty Sprenger, Projectleider RDO Eindhoven Gemeente Eindhoven Postbus 90150 5600 RB Eindhoven Telefoon : 040 238 27 62 E-mail :
[email protected]
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Publicatielijst Programma Zorgvernieuwing Psychogeriatrie 1.
Hilde Stoop: Brabants gemeentelijk dementiebeleid anno 2012 in beeld. Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Tilburg, oktober 2012
2.
Westelaken, Anja van de: 42% van de mantelzorgers zorgt voor een persoon met dementie. Facts & Figures 2012, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Tilburg, april 2012
3.
Stoop, Hilde: Toepassen van de wijk-/dorpsschets. Draaiboek. Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Tilburg, maart 2012
4.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Factsheets van Noord-Brabantse gemeenten 2012, te downloaden via www.pgraad.com.
5.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie Dementieproofmeter 2012, Tilburg, februari 2012
6.
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie: AWBZ-veranderingen 2012 – 2014. Wat komt op u af?, Tilburg, oktober 2011
7.
Schoot, Anja van der, Met „zorg‟ wonen in wijken en kernen, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Tilburg, september 2011, € 15,- excl. BTW
8.
Lahaije, Marjo, Hilde stoop en Han te Brummelstroete, Kwetsbare burgers langer thuis. schets gewenst aanbod op verschillende geografische gebiedsniveaus, Gemeente Tilburg, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Tilburg, juli 2011.
9.
Stoop, Hilde en Anja van der Schoot, Brabants Actieprogramma dementie 2011 – 2015, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, Tilburg, april 2011.
10. Stoop, Hilde, Brabants gemeentelijk dementiebeleid in beeld. Tilburg, mei 2010, Programmaraad Zorg-
vernieuwing Psychogeriatrie, € 12,50. 11. Stoop, Hilde, Zuidoost-Brabants gemeentelijk dementiebeleid anno 2010 in beeld, Tilburg, april 2010,
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie. 12. Gemeenten moeten dementie serieus nemen. Verslag van het regionaal debat Noordoost-Brabant: De-
mentie vergeten?.....Toch zeker niet! (2-12-2009 Heesch), Tilburg, januari 2010, Programma Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Alzheimerafdelingen Noordoost-Brabant. 13. Advies Empowerment en Dementie: Vergeet mij niet! Tilburg, oktober 2009, Programmaraad Zorgver-
nieuwing Psychogeriatrie. 14. Redactie: prof. dr. Guus van Heck & Hilde Stoop: Vergeet mij niet!, Tilburg, september 2009, Program-
maraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie. 15. Redactie: Hilde Stoop en mr. Ietje de Rooij, Grote kwaliteit op kleine schaal. Is kleinschalig wonen voor
mensen met dementie een succesvolle parel in de ouderenzorg? Tilburg, mei 2008, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en De Kievitshorst/De Wever, € 12,50, inclusief BTW. 16. Alexander van den Dungen (PRVMZ) en Hilde Stoop (Zet) Klein, maar fijn?, PRVMZ, Programmaraad
Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet, ‟s-Hertogenbosch, 2008. 17. Stoop, Hilde, Behoeftenkaart dementie en Kaart Voorbeelden van Wmo-antwoorden, Tilburg, mei 2008,
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie. 18. Stoop, Hilde, Evaluatie Dementieconsulent Tilburg, Tilburg, mei 2005, BOZ, € 10,00.
De producten zijn te bestellen bij: Zet Afdeling Documentatie Telefoon : 013 54 41 440 E-mail :
[email protected] De gratis publicaties zijn te downloaden op onze website: www.pgraad.com
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
19
Zorgvernieuwing Psychogeriatrie biedt iedereen een podium Wilt u als vrager, professional, deskundige, organisatie of instelling uw vragen, probleemstellingen, nieuwe ontwikkelingen, activiteiten en projecten onder de aandacht van anderen brengen? Het programma Zorgvernieuwing Psychogeriatrie biedt dit podium aan geïnteresseerden aan. Dit podium kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld het organiseren van symposia, studiedagen en workshops. Maar ook het plaatsen van een artikel in de Nieuwsbrief Zorgvernieuwing Psychogeriatrie behoort tot de mogelijkheden. Hebt u vragen, ideeën of wilt u andere instellingen of organisaties op de hoogte brengen van nieuwe projecten en initiatieven waarbij u betrokken bent? Of wilt u een bijdrage leveren aan de inhoud van de Nieuwsbrief Zorgvernieuwing Psychogeriatrie? Dat kan! Neem contact op met: Hilde Stoop (
[email protected]) of met de programmasecretaresse: Caroline van Dongen (
[email protected])
Samenstelling Hilde Stoop Anja van de Westelaken Caroline van Dongen
Bijdragen van Rens Brankaert (TU Eindhoven) Kirsten Beekhuis (Ketenzorg Boxtel/Liempde en Den Bosch West/Engelen) Patricia Butter (Gemeente Waalwijk) Tonnie Cremers (Pantein) Ben Janssen (De Wever) Tijn Kloet (Alzheimerafdeling Midden-Brabant) Marian Salari (Zorgketen Dementie Eindhoven) Daty Sprenger (Gemeente Eindhoven) Joan Veldhuizen (Gemeente Bladel)
Uitgave Documentnummer: hist-W12.4110.D-1512e12 Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie P/a Zet Postbus 271 5000 AG Tilburg Telefoon : 013 - 54 41 440 E-mail :
[email protected] Nieuws en informatie van de Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie is ook digitaal beschikbaar:
www.pgraad.com
Met nieuws over onder andere: Dementievriendelijke gemeente Goed omgaan met dementie Dementieproofmeter en factsheets voor gemeenten, nieuwsbrieven, publicaties en rapportages.
De activiteiten van Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie worden (mede) mogelijk gemaakt door subsidie van de provincie Noord-Brabant.
20
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie