NIEUWSBRIEF VAN DE S TICHTING C ULTUREEL E RFGOED Z EELAND
jaargang 11, september 2012
03
A R C H E O L O G I E C U LT U U R H I S T O R I E E R F G O E D E D U C A T I E M O N U M E N T E N M U S E A S T R E E K T A L E N
Inhoudsopgave 2
SCEZpresse
3 4
JAARTHEMA Regen schrikt niet af bij Zeeuwse Buitenplaatsen Zomertournee Von Brucken Fock even terug op Ter Hooge
• •
MONUMENTEN Netwerkdag Buitenplaatsen voor Zeeuwse ambtenaren Veel molens in Zeeland in de prijzen voor Brim 2012 Restauratie Hof Kwistenburg in Kwadendamme Monumentenronde: Stichting Oude Zeeuwse Kerken Open Monumentendagen zaterdag 8 en zondag 9 september Groen van Toen: relatie tussen monument en directe omgeving Schenking waterspuwers toren Biezelinge Een gek op het dak
8 • 9
STREEKTALEN Groeiende belangstelling van vrijwilligers voor dialectprojecten Zing Zeeuws Streektaal Varia
4 • 5 6 7
10
11 12
13
ALGEMEEN Houd erfgoed levend! CULTUURHISTORIE Betrokken bij erfgoed 7 December: symposium Waar eens water was Over het water terug in dorp en stad ERFGOED ALLERLEI Publicaties
14 15 • 16 • 17
MUSEA Museumregister wordt Museumnorm Museumnieuws Neptunus op Het Schuitvlot Museum Arnemuiden vernieuwt en breidt uit Ontdek de Zeeuwse Ziel tijdens de Zeeuwse MuseumNa|8 Volkscultuur Nieuws: Volksverhalen rond Zeeuwse Ankers
18 • 21
ARCHEOLOGIE Archeologisch Nieuws Onderzoek en meldingen Vondst voor het voetlicht: Een Portugese kraak bij Arnestein
22 •
ERFOEDEDUCATIE Een dagje oorlog Geschiedenis Zeeland
23
Colofon | KORTelings | MOnuMENTaal
Bij de omslag Water, steen en groen ontmoeten elkaar bij de Nobelpoort in Zierikzee. Dat is al zo vanaf de veertiende eeuw, de periode waarin de Nobelpoort is gebouwd en het grachtenstelsel is aangelegd. De Nobelpoort is een van de drie bewaard gebleven stadspoorten, alle in de jaren zestig van de vorige eeuw gerestaureerd. Drie andere poorten zijn in de negentiende eeuw gesloopt. De wallen zijn groenzones geworden en in de grachten hebben eenden nu hun eigen monumentje. De Nobelpoort is een van de opengestelde monumenten tijdens de Open Monumentendag (foto Nel Ringelberg).
SCEZpresse Een gek op het dak? Een dagje oorlog? Ik kan u bij voorbaat verzekeren dat het allemaal niets te maken heeft met de door Gedeputeerde Staten voorgestane bezuinigingsvoorstellen voor de komende jaren. Hoe dramatisch die op zichzelf kunnen uitpakken. Toegegeven, je zou er bijna gek van worden en er een oorlog om kunnen voeren, want de belangen voor het erfgoed en voor Zeeland zijn groot. Er staat heel wat op het spel. Erfgoed moet de komende jaren levend worden gehouden, ook als het economische getij tegenzit. Dat is een gezamenlijke opgave van overheden, organisaties en burgers. Het erfgoed heeft vele belanghebbenden. Waarmee ik weer terug ben bij die gek op het dak en dat dagje oorlog. Zie daarvoor de inhoudsopgave en lees de stukjes. In oktober is het tien jaar geleden dat het Platform Maritiem Erfgoed Zeeland werd opgericht. Alle reden dus om er in deze Zeeuws Erfgoed een special aan te wijden. Het platform is een mooi voorbeeld van samenwerking van organisaties met een gelijk doel: het behouden, benutten en beleven van maritiem erfgoed. De kennis, creativiteit en het doorzettingsvermogen van de bestuursleden en vrijwilligers van de bij het platform aangesloten organisaties zijn groot. Het klinkt wat abstract om te zeggen dat dit maatschappelijk kapitaal is waar we in Zeeland trots op moeten zijn en dus zuinig mee om moeten gaan (in de goede betekenis van het woord wel te verstaan). De special laat zien hoe dat concreet uitpakt. De Open Monumentendag is een van de grootste culturele evenementen van Nederland met vorig jaar ongeveer 950.000 bezoekers. Traditiegetrouw organiseert de SCEZ samen met een gemeente de provinciale opening voor Zeeland. Dit jaar is dat de gemeente Schouwen-Duiveland. Met 830 rijksmonumenten en 386 gemeentelijke monumenten is het bij uitstek een monumentengemeente. U bent nieuwsgierig? Maak dan op 8 en 9 september gebruik van de mogelijkheid om een monument ook eens van binnen te bekijken. Wat je dan allemaal niet te weten komt! Wim Scholten, directeur
Vanaf de Scheldedijk bij Waarde is het een fraai zicht op schor en slik. De stroming van het water zorgt voor dynamiek. Het hoger gelegen schor trotseert de vloed. Twee strekdammen proberen het lager gelegen slik op zijn plaats te houden. Wat is hier zo bijzonder? Ooit lag hier het dorpje Valkenisse. Gesticht in de twaalfde eeuw en in 1682 definitief verloren gegaan door het wassende water. In 1990 weer tevoorschijn gekomen en sindsdien onderwerp van archeologisch onderzoek. Een beschermd archeologisch monument. Beschermd door de wet en beschermd door het slik tussen de strekdammen. Een fascinerende plek. Binnenkort verschijnt een monografie over Valkenisse, inmiddels het best gedocumenteerde verdronken dorp van Nederland.
Regen schrikt niet af bij Zeeuwse Buitenplaatsen Zomertournee De door de SCEZ georganiseerde Zeeuwse Buitenplaatsen Zomertournee in de tweede helft van juni is goed bezocht. De manifestatie vond plaats in het kader van het (landelijke) Jaar van de Historische Buitenplaats en het Zeeuws Jaar van het Water. Dat laatste was er genoeg, want het hield met name de eerste zondag van de tournee (24 juni) maar niet op met regenen. Hierdoor viel de picknick aan de vijver van buitenplaats Ter Hooge bij Middelburg letterlijk in het water, maar dankzij de andere activiteiten werd het toch nog een geslaagde middag. Tussen de buien door konden mensen mee met natuurwandelingen van gidsen van Stichting Het Zeeuwse Landschap, luisteren naar een cultuurlezing van buitenplaatsdeskundige Ronald van Immerseel van Stichting In Arcadië, genieten van de barokmuziek van Da Capo en konden kinderen
geschminkt worden. Twee barokacteurs traden op als gastheer en -vrouw. De volgende zondag (1 juli) op Mon Plaisir (Schuddebeurs) kon er gelukkig wel droog gepicknickt worden aan het grand canal van deze buitenplaats. Ook hier trokken de gidsen van het Zeeuws Archief (cultuur) en van Stichting Landschapsbeheer Zeeland (natuur) veel publiek. De middag op Mon Plaisir trok ongeveer tweehonderd belangstellenden, waar er op Ter Hooge maar vijftig mensen deelnamen. De foto’s op deze pagina en de voorpagina geven een impressie van de sfeer van de twee zondagen. De foto’s zijn ook te vinden op de website van de SCEZ. De Zomertournee op beide buitenplaatsen werd mede mogelijk gemaakt door de gemeenten Middelburg en Schouwen-Duiveland.
Gids Sander den Haan van het Zeeuws Archief verhaalt over het waarom van de vele buitenplaatsen in Schuddebeurs.
Hoewel nog niet binnen, konden mensen nooit eerder zo dicht bij het huis van Mon Plaisir komen.
De schmink vond gretig aftrek bij de meeste kinderen.
Beide tourneedagen verzorgde Da Capo, een combo van harp en fluit, de sfeervolle barokmuziek.
Barokacteurs bij het grand canal van buitenplaats Mon Plaisir in Schuddebeurs.
‘Spiderman’ voor de gracht aan de achterzijde van buitenplaats Ter Hooge bij Middelburg.
Zeeuws Erfgoed
3 september 2012/03 • J
AARTHEMA
Gids Annemarie Stern van Stichting Het Zeeuwse landschap vindt een ganzenei.
Diverse bezoekers maakten kennis met de bijzonder natuurwaarde op Ter Hooge.
Von Brucken Fock even terug op Ter Hooge De Zeeuwse componist Gerard von Brucken Fock (18591935) was voor eventjes weer terug op zijn geboortegrond Ter Hooge, alwaar hij aan de rand de vijver ‘Laag water aan de Schelde’ (1895) componeerde. Op zaterdagavond 23 juni vond namelijk in de rococozaal van de buitenplaats een bijzondere uitvoering plaats van zijn werk, vertolkt door mezzosopraan Bernadette Ter Heyne en onder muzikale begeleiding van pianist Rien Balkenende. Naast Von Brucken Fock bracht het duo ook enkele moderne muziekstukken ten gehore, onder andere van The Beatles. De zaal was met zestig plaatsen volledig uitverkocht. Voorafgaand aan het concert was er een wandeling van de parkeerplaats met twee gidsen van Stichting Het Zeeuwse Landschap naar de deur van de zaal. Na afloop was er nog een borrel voor de aanwezigen. Het Buitenplaatsconcert werd mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zeeland.
Mezzosopraan Bernadette ter Heine vertolkt werk van de Zeeuwse componist Gerard von Brucken Fock op buitenplaats Ter Hooge, op welke plaats hij geboren is.
Netwerkdag Buitenplaatsen voor Zeeuwse ambtenaren Op vrijdag 22 juni kwam het Zeeuwse monumentennetwerk bijeen op buitenplaats Toorenvliedt in Middelburg voor een aantal interessante lezingen over
de rol van buitenplaatsen in het Nederlandse - en vooral: Zeeuwse - landschap. Het is overigens een categorie waar men in de Zeeuwse context niet vaak aan denkt, terwijl deze provincie toch buitengewoon rijk bedeeld is geweest. Van de honderden die er waren is helaas maar een fractie overgebleven door een veelheid aan oorzaken. Sprekers als Jon van Rooijen (RCE) en Jan Willem Bosch (Bosch Slabbers) gingen in op het beleid ten aanzien van behoud en de daarin gesignaleerde ontwikkelingen. Ook de vele verborgen buitens, buitenplaatsen die nog maar rudimentair in het landschap herkenbaar zijn, kwamen aan bod in een bijdrage van Rudie Geus van Stichting Landschapsbeheer Zeeland. Op veel plekken wordt gewerkt om deze rudimentaire buitenplaatsen weer beter beleefbaar te maken. Ronald van Immerseel van de Stichting In Arcadië sprak over de nieuwe richtlijnen voor tuinhistorisch onderzoek. Meer informatie over deze richtlijnen is te vinden op de website van de SCEZ: www.scez.nl/monumenten-publicaties. Maar vanzelfsprekend kon er ook voldoende ‘geproefd’ worden aan de buitenplaatsen, onder meer door een excursie van Annet Hannewijk van de gemeente Middelburg door het park van Toorenvliedt en uiteindelijk met een borrel in de rococozaal van buitenplaats Ter Hooge.
Vooraanzicht van buitenplaats Toorenvliedt in Middelburg.
Veel molens in Zeeland in de prijzen voor Brim 2012 In juli zijn de beschikkingen verstuurd naar de monumenteneigenaren die hadden meegedongen naar de Brim 2012. In Zeeland werden 81 aanvragers - waarvan 50 molenaars of molenstichtingen! - blij gemaakt met een beschikking voor subsidie op basis van een 6-jarig onderhoudsplan voor de periode 2013-2018. Hiermee werd circa 60 procent van de aanvragen gehonoreerd. Vorig jaar was dat nog maar 20 procent. Om de beschikbare financiële middelen beter af te stemmen op de vraag, zal het Brim opnieuw worden gewijzigd. In dit Brim 2013 zal er meer maatwerk worden geleverd door het verlagen van de subsidieplafonds, maar ook door het introduceren van het begrip herbouwwaarde. Hierdoor zal het aantal aanvragen dat gehonoreerd kan worden verder stijgen en kan iedereen profiteren van de beschikbare gelden voor instandhouding. Meer informatie kunt u lezen in de nieuwsbrief van de SCEZ: www.scez.nl/monumenten-nieuwsbrief.
Zeeuws Erfgoed
4 september 2012/03 • M
ONUMENTEN
Restauratie Hof Kwistenburg in Kwadendamme Het Hof Kwistenburg is prachtig gelegen aan het natuurgebied de Zwaakse Weel. De Zwaakse Weel is het restant van een oude kreek die ontstaan is doordat de rivier de Zwake afgedamd is ter hoogte van ’s-Gravenpolder en daarna geleidelijk is ingepolderd. De Zwaakse Weel is nu een van de grootste natuurgebieden van Zuid-Beveland. Aan de Zwaakse Weel ligt een historisch boerderijcomplex, Hof Kwistenburg, bestaande uit een woning, grote aangebouwde landbouwschuur, varkenskot, bakkeet en wagenloods. De oorsprong van de boerderij en de aangebouwde schuur gaat terug naar het begin van de zeventiende eeuw. Natuurlijk is er in de loop van de tijd het een en ander verbouwd. Door de jaren heen is de schuur echter gaan verzakken en zijn onderdelen van de constructie ernstig aangetast door lekkage. Om het geheel te behouden is er een plan voor restauratie gemaakt. Eind januari 2012 is er een begin gemaakt met de restauratie die uitgevoerd wordt door Bouwbedrijf Van de Linde uit Goes. Allereerst moest het potdekselwerk aan de buitenzijde verwijderd worden en de rieten dakbedekking. Toen de kale constructie van de schuur goed zichtbaar was kon er gestart worden met het plan van aanpak. Op veel plaatsen is de fundering vervangen om weer voldoende draagkracht te krijgen. De scheefgezakte schuur moest weer zoveel mogelijk in model gebracht worden. Dit was een werkje waar veel kracht en inzicht voor nodig was omdat iets wat door de jaren scheef is gezakt moeilijk weer recht valt te zetten. Maar dat het goed gelukt is laat de foto zien.
Met veel kracht is de ingezakte dakconstructie rechtgezet.
Restauratie van de gebinten waarbij zoveel mogelijk hout hergebruikt wordt.
Zeeuws Erfgoed
Een groot aantal onderdelen van de constructie moest aangeheeld of vervangen worden; te denken valt aan staanders, gebintliggers, korbelen, sporen e.d. Er wordt zoveel mogelijk hout hergebruikt. Nu de constructie weer goed is, kan gestart worden met het aanbrengen van de openingen voor de mendeuren en het potdekselwerk aan de buitenzijde. Op het dak worden over de sporen weer de rietlatten aangebracht waarop de rietdekker het riet kan bevestigen. De volgende stap is om de mendeuren en de luiken te maken en deze af te hangen. In het potdekselwerk zijn ovale openingen gemaakt waar aan de binnenzijde een glazen ruitje komt dat via een schuifconstructie open gezet kan worden voor ventilatie. Binnenin de schuur moet het nodige timmerwerk nog verricht worden. De houten voederbakken of haverbakken worden weer in de oude luister hersteld en de hooizolder krijgt zijn oorspronkelijke functie weer terug. Nu de schuur voor een groot gedeelte gerestaureerd is, gaat het bedrijf de topgevel van de voorgevel aanpakken. De topgevel is namelijk naar achteren getrokken door het inzakken van de schuur. De schuur en de woning waren namelijk door de nokgordingen (balken) met elkaar verbonden via zogenaamde balkankers. Voor de leerlingen restauratietimmeren zijn er genoeg onderdelen die passen in hun opleiding. De leermeester heeft de taak om naast de begeleiding van de leerlingen ook nog zorg te hebben voor de voortgang van het project. Dit laatste kan alleen maar als de leermeester over voldoende kennis bezit en het enthousiast weet over te brengen naar de leerlingen; beide vaardigheden zijn hier gelukkig aanwezig. Het natuurgebied de Zwaakse Weel is plusminus 100 hectare groot en zal in de toekomst nog eens met 100 hectare uitgebreid worden. Eigenaar en beheerder van de Zwaakse Weel is Natuurmonumenten dat bij de herinrichting veel aandacht besteed heeft aan wandelen fietsroutes. Hof Kwistenburg aan de Zwaakse Dijk met de gerestaureerde schuur past hier weer mooi in en zal zeker het bekijken waard zijn.
5 september 2012/03 • M
ONUMENTEN
Ook het dak krijgt zijn oorspronkelijke aanblik weer terug.
MONUMENTENRONDE
Stichting Oude Zeeuwse Kerken
Zeeuwse kerken in beweging De Stichting Oude Zeeuwse Kerken (SOZK) bestaat dit jaar 36 jaar, ofwel sinds 1976. De stichting heeft tot doel “het bevorderen van de belangstelling voor historische kerkgebouwen in de provincie Zeeland en de instandhouding in de ruimste zin”. In artikel 4 van de statuten heeft de stichting opgenomen hoe zij haar doel tracht te bereiken:
‘in de lucht gehouden’ door bijzonder actieve plaatselijke commissies. Zij organiseren de activiteiten waarmee de ontbrekende gelden worden gegenereerd om dit erfgoed te behouden. Ook de bijdragen van donateurs worden gebruikt voor onderhoud en restauratie. De stichting heeft geen personeel in dienst, alles wordt gedaan door vrijwilligers.
www.zeeuwsekerken.nl
a. het in eigendom verwerven, het bewaren, restaureren, beheren en ter bezichtiging stellen van monumentale kerken en hun bijgebouwen in de ruimste zin; b. het streven naar een passend gebruik van de gebouwen zoveel mogelijk in overeenstemming met hun aard; c. het bevorderen van belangstelling voor deze gebouwen in een zo breed mogelijke kring; d. het verzamelen en verstrekken van inlichtingen en gegevens over deze gebouwen; e. het nemen van initiatieven op het gebied van adviezen, voorlichting, publicatie en het leggen van kontakten met eigenaren van bouwwerken in sub a. bedoeld; f. andere middelen, welke tot bevordering van dat doel kunnen leiden. Restauratie Nieuwe Kerk in Zierikzee De kerk waar het allemaal mee begon, de Nieuwe Kerk in Zierikzee, wordt momenteel grondig onder handen genomen. Er is een omvangrijke restauratie gaande die het gehele jaar duurt. Aanleiding voor de restauratie is de aanwezige huiszwam die met name door lekkages zijn ‘sporen kon verdienen’. In de afgelopen jaren is hierdoor schade ontstaan en moesten maatregelen worden genomen om de veiligheid van de bezoekers te kunnen waarborgen. Zo werden de voluten op de pilaren ingepakt om loskomende deeltjes op te vangen en werden op een later moment rondom netten opgehangen om ook op de tussenliggende plaatsen dit probleem tegen te gaan. Er zijn intussen al veel bezoekers geweest die wel eens wilden weten hoe de kerk erbij staat. Begin 2010 kon een breed opgezette workshop worden gehouden waarbij het Atelier Rijksbouwmeester, de Provincie Zeeland, de gemeente en anderen aanwezig waren. Het Atelier is betrokken bij de Sint-Lievensmonstertoren (een rijksmonument) vlak bij de Nieuwe Kerk. Het idee rees om toren, plein en kerk in één beweging aan te pakken, zodat er (opnieuw) samenhang kan ontstaan. Ook werd in 2010 de Nieuwe Kerk als eerste keus voorgedragen voor het kennisproject her-/ nevenbestemming van kerken in Zeeland. Hiermee kon onder professionele begeleiding worden gezocht naar nieuwe en/of verbeterde vormen van gebruik van de kerk. Een bijzonderheid was dat er voor de Nieuwe Kerk een schenking werd gegeven waardoor de herinrichting ook daadwerkelijk ter hand kan worden genomen. Die zal in 2013 plaatsvinden. Onderhoud aan drie dorpskerken De SOZK heeft meerdere kerken in eigendom. Het gaat om de dorpskerken in Kats, Baarland en Waterlandkerkje. De kerk in Hoofdplaat werd eind vorig jaar verkocht nadat er eerder een drietal appartementen in werd gerealiseerd - overigens met behoud van essentiële onderdelen van het interieur als de preekstoel en de bijzondere kerkbanken. Van de kerk in Waterlandkerkje kon recentelijk het ‘daktorentje’ worden gerestaureerd nadat er tientallen jaren geen middelen voor konden worden vrijgemaakt. In Baarland kon de scheidingswand van de kerk (‘het schot’) worden hersteld en in Kats kwamen middelen beschikbaar om de voor- en achtergevel van de kerk op te knappen. Alle vier de kerken worden, behalve door Brim-subsidies voor onderhoud,
Zeeuws Erfgoed
De Nieuwe Kerk in Zierikzee, in 1848 in gebruik genomen, ondergaat gedurende 2012 een omvangrijke restauratie aan binnen- én buitenzijde (foto’s SOZK).
6 september 2012/03 • M
ONUMENTEN
Open Monumentendagen zaterdag 8 en zondag 9 september
Groen van Toen: relatie tussen monument en directe omgeving Het landelijke thema van de 26e Open Monumentendag (8 en 9 september) luidt ‘Groen van Toen’. Dit jaar wordt niet alleen naar binnen maar ook naar buiten gegaan. In onze erfgoedrijke, groene provincie worden tijdens deze dagen ruim driehonderd monumenten opengesteld voor het publiek.
Op diverse plaatsen en momenten wordt de start van de OMD 2012 officieel ingeluid. De SCEZ organiseert samen met de gemeente Schouwen-Duiveland op vrijdag 7 september de provinciale opening voor Zeeland. Deelname gebeurt op uitnodiging. Plaats van handeling is het onlangs gerestaureerde Stadhuismuseum in Zierikzee.
Het gebouwde erfgoed kan niet los gezien worden van de omgeving waarin het is geplaatst. Vrijwel alles wat we in Nederland aan groen hebben, is immers door mensen bedacht en aangelegd in relatie tot de gebouwde ‘stenen omgeving’. Met ‘Groen van Toen’ wordt die relatie centraal gesteld. Verreweg de meeste Zeeuwse gemeenten hebben naar aanleiding van de Open Monumentendagen (OMD) activiteiten georganiseerd. In Zeeland ligt het accent op zaterdag 8 september. Die dag maakt de Provincie Zeeland het openbaar busvervoer en Fast Ferries in Zeeland gratis. Kijk voor de gratis vervoerbon op www.degoedekantop.nl of in de huis-aan-huisbladen van week 35. Voor de deelnemende Zeeuwse monumenten, zie www.openmonumentendag.nl.
Het programma voorziet in interessante onderwerpen: onder andere het nieuwe monumenten- en erfgoedbeleid van de gemeente SchouwenDuiveland (de SCEZ is een van de partijen die aan de inhoud daarvan heeft bijgedragen) en monumenten die tegelijkertijd groen en rood zijn, dat wil zeggen zowel vanuit natuur- als erfgoedoogpunt waardevol. Op 8 september zal ‘ergens in Zeeland’ de Monumentenwacht zich presenteren. Zij laat dan zien wat een inspectie op hoog niveau en hangend aan een touwtje inhoudt; spectaculair om te zien! Voor de precieze locatie van onze monumentenwachters in actie, kijk op:
www.scez.nl
Schenking waterspuwers toren Biezelinge In juni mocht de SCEZ de originele negentiende-eeuwse waterspuwers van de kerktoren van Biezelinge in ontvangst nemen. Namens het kerkbestuur overhandigde de heer Soeters uit Kapelle de spuwers aan de SCEZ. De toren uit 1877, gebouwd naar ontwerp van J.H. Hanninck, is een vierkante toren die overgaat op een achtkant. De acht zijden eindigen in een fronton. Op de hoeken van deze frontons verzamelt zich het water dat van de spits afstroomt. Om dit water zo ver mogelijk van de toren af te laten lopen zijn er in deze hoeken spuwers aangebracht. Deze originele spuwers bestaan uit twee metalen delen die gezamenlijk één spuwer vormen. Een gereconstrueerd exemplaar is gebruikt om een gietmal te maken. Verder zijn er nog acht halve exemplaren aanwezig. De SCEZ heeft deze bouwfragmenten opgeslagen in haar depot zodat de originele spuwers altijd geraadpleegd kunnen worden.
Een gek op het dak Als openhaard- of houtkachelstoker kunt u wel eens last ondervinden van verminderde trek in de schoorsteen. Een vervelend verschijnsel dat het plezier van een gezellig knapperend vuurtje op een wat killere nazomeravond soms volledig teniet kan doen. Bij schoorsteenproblemen kunnen verschillende factoren een rol spelen. Bijvoorbeeld te weinig wind om de rook voldoende af te voeren, een gedeeltelijke verstopping van het rookkanaal, een schoorsteen die niet hoog genoeg is of draaiwinden die vanachter een naast gelegen pand komen, en die ook al snel verminderde afvoer van de rookgassen veroorzaken. In vroegere tijden waarbij elke woning wel voorzien was van een hout- of kolenkachel, is voor vaak wisselende winden een oplossing bedacht: een gek op het dak. Een gek is een met de wind meedraaiende (vaak metalen) kap op de schoorsteen. Door middel van een windvaan boven op de kap richt de gek zich op de wind, zodanig dat de rook aan de open kant (van de wind afgekeerd) ongehinderd kan verdwijnen. De geleide luchtstroom langs de kap bevordert de trek in de schoorsteen. De opmerkelijke naam van de schoorsteenkap verwijst naar het gedrag: als een gek draait de kap in de rondte bij wisselende windrichtingen. De ‘tegenwoordige gek’ van roestvrij staal komt vooral voor op schoorstenen die direct van een vuur afkomen, zoals bij open haarden. Bij moderne cv-installaties is het gebruik van een gek dan ook niet meer nodig. Tip van de Monumentenwacht: hebt u in uw woning regelmatig last van verminderde afvoer van rookgassen, neem dan contact op met een schoorsteenveger of de installateur. Laat het schoorsteenkanaal inspecteren op verstoppingen. Mocht het probleem daarna nog niet verholpen zijn, dan is een gek op het dak misschien zo gek nog niet! Een gek draait met de wind mee en bevordert en reguleert zo de afvoer van rookgassen.
Zeeuws Erfgoed
7 september 2012/03 • M
ONUMENTEN
Streektalen
Groeiende belangstelling van vrijwilligers voor dialectprojecten
Een vijftiental geïnteresseerde kandidaatvrijwilligers kwam op vrijdagmiddag 22 juni bij de SCEZ luisteren welke projecten rond de Zeeuwse dialecten er de volgende jaren op stapel staan. Na een korte introductie waarbij de kandidaten zich aan elkaar voorstelden, toonde de adviseur streektalen een powerpoint met de verschillende projecten waarvoor in de toekomst een beroep zal worden gedaan op vrijwilligers. Het project ‘digitalisering van de Zeeuwse dialectwoordenboeken’ past in een groter kader. In Vlaanderen werkt Variaties vzw al een tijd aan een digitale Woordenbank van de Nederlandse Dialecten. In die database zitten nu al enkele Vlaamse dialectwoordenboeken. De Zeeuwse Dialect Vereniging besloot om hieraan mee te werken en zorgde voor digitale tekstversies van het woordenboek en het supplement. Variaties vzw heeft een import-tool ontwikkeld waarbij vanuit een tekstbestand een databaseimport wordt gegenereerd. De letters A tot en met D zijn al in de database geïmporteerd. Aan de kandidaatvrijwilligers werd uitgelegd hoe en wat er allemaal moet gebeuren om de database optimaal te maken voor toekomstig gebruik. Enkele enthousiastelingen waren bereid om hiermee aan de slag te gaan en in het najaar te beginnen met de verrijking. Behalve het Woordenboek van de Zeeuwse Dialecten en het Supplement, zal ook het Kruinings woordenboek in de database worden opgenomen. Een volgende project, waarvoor eerder al een paar vrijwilligers werden aangetrokken, betreft het digitaliseren van oude vragenlijsten die ooit met de hand werden ingevuld. Er bestaan diverse lijsten over de Zeeuwse dialecten. Een deel ervan werd door de Zeeuwse Dialect Vereniging zelf rondgestuurd. Maar ook het Meertens Instituut is in 1931 begonnen met het versturen van vragenlijsten naar informanten in Nederland en Vlaanderen. Hieraan werkten ook heel wat Zeeuwen mee. De eerste vragenlijst van het Meertens Instituut ging over de namen van lichaamsdelen van de mens. Het mochten ook ‘platte woorden’ zijn. Sindsdien is er jaarlijks een vragenlijst rondgestuurd met vragen over allerlei aspecten van
het dialectgebruik. In 1934 is ook de afdeling Etnologie, toen nog Volkskunde geheten, vragenlijsten gaan versturen over zaken als het geloof in kabouters en dwergen, gebruiken rond feestdagen, en volksgebruiken zoals het ophangen van de nageboorte van het paard. In totaal zijn er tussen 1931 en 2005 220 vragenlijsten het land in gegaan. Het Meertens Instituut wil ze graag beschikbaar stellen aan onderzoekers en geïnteresseerden. Maar uiteraard zijn de antwoorden op de vragenlijsten handgeschreven, en dus kan de computer ze niet lezen. Mensen kunnen dat gelukkig wel. Het instituut is daarom op zoek naar menskracht: vrijwilligers die bereid zijn wat tijd te besteden aan het overtikken van deze belangrijke gegevens. De SCEZ werkt hieraan graag mee voor het Zeeuwse gedeelte. Het overtikken van de lijsten gebeurt via een foto van de vragenlijst en een speciaal formulier via internet. Neem eens een kijkje op Meertens.nl/vragenlijsten. Daar staat ook een contactadres, maar Zeeuwen kunnen zich ook opgeven bij de adviseur streektalen die dit project begeleidt vanuit Zeeland. Op basis van deze gegevens kunnen Zeeuwse studenten gebruik maken van deze gegevens of kunnen er bijvoorbeeld dialectkaarten getekend worden voor een dialectatlas. Uiteraard zijn er ook nog andere projecten. De SCEZ gaat in het najaar bekijken of er een reminiscentieprogramma kan worden ontwikkeld rond streektaal in de zorg. Een van de ideeën is om gesprekken te registreren van Zeeuwse dialectsprekers met levensverhalen, zodat die later bijvoorbeeld kunnen vergeleken worden met de opnames van de jaren zestig en zeventig. Hoeveel is de taal veranderd in de voorbije vijftig jaar? Het verder ontwikkelen van het digitale platform De Zeeuwse Klapbank behoort eveneens tot de mogelijkheden. Op Zeeuwseklapbank.nl staat de powerpointpresentatie die op de vrijwilligersmiddag werd getoond. In het najaar, op vrijdag 5 oktober, wordt een tweede vrijwilligersmiddag georganiseerd. Wie interesse heeft, kan zich nu al aanmelden bij de adviseur:
[email protected]. Meer informatie over het programma volgt later.
Zing Zeeuws In juni kon je hier en daar al een inschrijfformulier vinden voor Zing Zeeuws. De vierde liedjeswedstrijd Zing Zeeuws vindt dit jaar plaats op 16 november in Porgy en Bess in Terneuzen. De inschrijvingen lopen ondertussen binnen. Ook geïnteresseerd om eens een nummer in het Zeeuws te brengen? De wedstrijd, georganiseerd door de SCEZ in samenwerking met de Stichting De Zeeuwse Taele en met financiële steun van de Provincie Zeeland, mikt op de jeugd (en op wie zich jeugdig genoeg voelt) in Zeeland en is bedoeld om het gebruik van de Zeeuwse dialecten in de muziek te stimuleren. In juni werd via diverse kanalen een folder verspreid om bands en individuele zangers aan te sporen om in te schrijven. De folder is ook te downloaden via de website van de SCEZ. De inschrijftermijn sluit op 15 september of 1 oktober (afhankelijk van de categorie). De talentenjacht nodigt bands die tot nu toe Engels- of Nederlandstalige songs maakten, maar ook nieuwe bands en muzikanten uit om een lied in te sturen. De inzendingen worden door een onafhankelijke jury beoordeeld. De spelregels van de wedstrijd zijn te vinden op de website Intzeeuws.nl. Voor meer informatie mail naar
[email protected] of bel 0118-670870. Je kunt Zing Zeeuws ook volgen op Twitter of op Facebook: Facebook.com/intzeeuws. Zing Zeeuws is een onderdeel van ‘In ’t Zeêuws’, een nieuw project van de SCEZ dat zich richt op alle culturele uitingen in Zeeuwse dialecten. Het is de bedoeling elk jaar een evenement te verzorgen dat volledig in het Zeeuws gebeurt. Voor 2012 is dat Zing Zeeuws. In juni 2013 wordt dat een poëzie- of verhalenwedstrijd.
www.intzeeuws.nl Zeeuws Erfgoed
8 september 2012/03 • S
TREEKTALEN
•
STREEKTAAL VARIA
Taal als immaterieel erfgoed Op 28 september organiseert de Stichting Nederlandse Dialecten haar zevende Internationale Streektaalconferentie in Elst (Gelderland). Het thema van de dag is ‘taal als immaterieel erfgoed’. De dag staat in het teken van de UNESCO-Conventie over immaterieel erfgoed. In het ochtendgedeelte legt Rob Belemans (FARO) uit wat er in Vlaanderen al gebeurt op taalvlak binnen deze conventie. Vervolgens vertellen Filip Verstraete (Fevlado) en Goedele De Clerck (Universiteit Gent) over hoe gebarentaal binnen de UNESCO-Conventie een
plaats kan krijgen en zingt Dick van Altena liedjes in zijn eigen streektaal. Na de lunch krijgen Pieter Matthijs Gijsbers (Nederlands Openluchtmuseum) en Hans Bennis (Meertens Instituut) de gelegenheid hun visie op taal als immaterieel erfgoed te geven. Daarna volgt een afsluitende discussie met diverse vertegenwoordigers uit de Vlaamse en Nederlandse overheid (provinciaal en landelijk) en uit de erfgoedsector. Als u geïnteresseerd bent, kunt u meer informatie vinden op onze website scez.nl, of op de website gelderserfgoed.nl.
Groot Dictee der Thoolse taal
Zeeuws op de omroep
Op vrijdag 2 november 2012 vindt de derde editie van het Groot Dictee der Thoolse taal plaats. Plaats van handeling is dorpshuis de Vossenkuil in OudVossemeer. Ook u kunt dit jaar weer plaatsnemen in de schoolbankjes of als publiek aanwezig zijn bij dit unieke evenement. Zelf deelnemen is natuurlijk het allerleukste. Eén ding staat nu al vast: er zal hoe dan ook een nieuwe naam als winnaar of winnares op de wisseltrofee komen. Tweevoudig winnares Anita Goedegebuure is namelijk toegetreden tot de werkgroep die het dictee samenstelt en de uitgewerkte dictees van de deelnemers controleert.
Vanaf september hoort u misschien weer wat meer Zeeuws op de radio. Omroep Zeeland zal met ingang van donderdag 6 september tot donderdag 25 oktober acht weken lang het televisieprogramma ‘Dat is andere taal’ uitzenden. In deze serie staan dialecten en streektaal centraal.
Deelnemen is gratis en aanmelden kan schriftelijk (Groot Dictee der Thoolse taal, Kalisbuurt 1, 4698 CN Oud-Vossemeer) of online via thoolsdictee.nl. Op deze website vindt u ook de originele Schriefwiezer die gebruikt mag worden als naslagwerk bij het dictee. Zo kunt u thuis alvast oefenen. Alle deelnemers krijgen rond 1 oktober een officiële uitnodiging voor het dictee.
Tijdens deze weken wil Omroep Zeeland ook enkele specifieke Zeeuwse bijdragen programmeren. U hoort er ongetwijfeld meer van als u luistert naar Omroep Zeeland vanaf september.
Zeeuws Erfgoed
Naast gesprekken met bekende Nederlanders als Herman Finkers, Foppe de Haan, Stef Bos, Twan Huys en de Zeeuwse Katinka Polderman is er ruimte voor diverse reportages over taal en de ontwikkeling ervan.
9 september 2012/03 • S
TREEKTALEN
Jaarlijkse dialectdag Zeeuwse Dialect Vereniging Op 15 oktober organiseert de Zeeuwse Dialect Vereniging haar jaarlijkse dialectdag in Landlust in Nieuwdorp. Het thema is ‘dieren in en rond het huis’. De adviseur streektalen geeft er een lezing over de dialectbenamingen van dieren in en rond het huis. Meer informatie via Rinus Willemsen,
[email protected], of via de website van de vereniging: zeeuwsdialect.nl.
Houd erfgoed levend! Op 15 mei presenteerden Gedeputeerde Staten van Zeeland het voorstel Kerntakendiscussie. Dit voorstel omvat een omvangrijke bezuiniging van 16 miljoen euro op onder andere instellingen als de SCEZ. Welke acties heeft de SCEZ ondernomen en wat is nu de stand van zaken met betrekking tot de kerntakendiscussie en de bezuinigingsronde? In een open brief annex affiche, meegezonden met de juniaflevering van Zeeuws Erfgoed en verspreid onder erfgoedorganisaties en het publiek, heeft de SCEZ aangegeven wat de consequenties daarvan zijn voor het erfgoed en de SCEZ. Als deze extra bezuiniging in volle omvang doorgaat zal de SCEZ in haar huidige vorm en werking ophouden te bestaan. Door mondeling en schriftelijk op het voorstel te reageren en door het ophangen van het affiche ‘Houd erfgoed levend!’ hebben velen laten weten het niet eens te zijn met de voorgestelde extra bezuiniging op de SCEZ. In de inspraakreactie en de gesprekken met Statenfracties heeft de SCEZ daar in de aanloop naar de vergadering van Provinciale Staten van 22 juni dankbaar gebruik van gemaakt. Reacties zijn geanonimiseerd op website scez.nl geplaatst. Een kleine selectie hieruit:
“SCEZ speelt een centrale rol in de bewustmaking van de waarde van het erfgoed in Zeeland” “Met de voorgenomen bezuinigingen wordt de erfgoedzorg onevenredig zwaar getroffen. Dit terwijl dit op provinciaal niveau een belangrijke economische drager is” “Verlies van de SCEZ is een historische misser” “Investeren in het verleden is investeren in de toekomst!”
“In Vlaanderen zijn we erg verbaasd over de negatieve spiraal waarin erfgoed bij jullie terecht gekomen is. Nederland had net een voorbeeldfunctie voor ons. Bijna niet te geloven dus”
“De afbouw van de goede erfgoedzorg in Zeeland zorgt voor een aantasting van wat wezenlijk het bezit is van de Zeeuwse en dus ook de Nederlandse bevolking” “Erfgoed geeft identiteit, is duurzaam en voegt economische waarde toe” “Het is ondenkbaar dat er geen onafhankelijke partij meer is in Zeeland die opkomt voor de erfgoedsector” “Funest voor alles dat met jarenlange inzet en toewijding is opgebouwd”
Zeeuws Erfgoed
Tussentijdse ontwikkelingen Op 22 juni hebben Provinciale Staten ingestemd met een aangepast voorstel van Gedeputeerde Staten. Aangepast is het takenprofiel van de Provincie en het tijdstip waarop de bezuiniging moet ingaan. Gedeputeerde Staten zullen tussen 12 september en 12 oktober met instellingen als de SCEZ en met de gemeenten overleg gaan voeren over het realiseren van de bezuinigingen en het leveren van ‘maatwerk’ per instelling. Bij het aangepaste voorstel wordt ook ingegaan op de opmerkingen van de SCEZ. Het aangepaste voorstel is te vinden op www.scez.nl/standvanzaken. Voor de SCEZ betekent het aangepaste voorstel van GS meer tijd en meer mogelijkheden om te komen tot een acceptabele oplossing. Een oplossing die recht doet aan de plaats van het erfgoed in de Zeeuwse samenleving en aan de rol van de SCEZ hierin. Maar het is geenszins zeker dat dit ook zal leiden tot een lagere bezuinigingstaakstelling. Daarover zal pas in oktober wat meer duidelijkheid zijn. Uiteindelijk nemen Provinciale Staten in hun vergadering van 17 december een definitief besluit.
10 september 2012/03 • A
LGEMEEN
Cultuurhistorie
Betrokken bij erfgoed
mooiste uiting van nieuwbouw in Zeeland en is de ander juist blij met de hoge omwalling eromheen.
De Hertogin Hedwigepolder. Deze zomer was ik, na lange tijd, weer eens in de Hertogin Hedwigepolder. Samen met het schorrenlandschap van Saaftinge en het spookdorp Doel levert dat een excursie op die de bezoeker wel stof tot nadenken móét bieden. Over de Hedwigepolder is inmiddels wel alles gezegd, ook vanuit het perspectief van de cultuurhistorie, maar in dit verband is er iets anders dat intrigeert. Dat is de grote betrokkenheid bij de toekomstplannen met de polder, een betrokkenheid die ver uitstijgt boven de feitelijke en particuliere belangen van slechts één enkele eigenaar en maar een handjevol bewoners die in het geding zijn. Maar, misschien biedt de Hedwigepolder met zijn inmiddels sterke symboolfunctie niet het meest treffende voorbeeld van betrokkenheid bij landschappelijk erfgoed. Er staan meer plannen op het vuur die de gemoederen beheersen. Plannen die vaak met elkaar gemeen hebben dat ze visueel ingrijpen in de wijdere omgeving, en dat is in het veelal vlakke en open Zeeuwse landschap al snel het geval. Plannen vaak ook van particuliere aard, maar met een groot effect op de openbare ruimte. Zo zorgt de komst van windmolens in de Gouweveerpolder, op de grens tussen Schouwen en Duiveland, al op voorhand voor commotie. Iets dergelijks geldt voor de plannen die al geruime tijd gekoesterd worden met betrekking tot de Veerse Dam en het aanpalende Veerse Meer waarin onder andere een hotel moet komen te drijven. En wat te denken van het vrijwel gerealiseerde plan om land art te laten neerdalen in de Wilhelminapolder? Ook daar liggen de verhoudingen duidelijk: één grootgrondbezitter als eigenaar, maar veel Goessenaren beschouwen de polder als hun achtertuin en nog heel veel meer passanten rijden dagelijks over de Deltaweg dóór de polder. Toen ik mij tien jaar geleden nogal kritisch uitliet over het geruisloos verdwijnen van enkele oeroude en onverharde weggetjes op Walcheren, werd mij dat niet door iedereen in dank afgenomen. Waar bemoeide ik me eigenlijk mee? Tenminste één van die weggetjes was particulier eigendom. Had de boer in kwestie niet het volste recht dat bij zijn land te trekken? Formeel natuurlijk wel, maar vanuit het algemeen belang geredeneerd valt ook een ander standpunt te verdedigen. De overheid als toezichthoudster op allerlei ruimtelijke regelgeving zou zich dat algemeen belang wel eens wat meer mogen aantrekken. Zeker in Zeeland, met periodiek en regionaal meer bezoekers - in de vorm van toeristen - dan inwoners, zien velen nauwlettend toe. En zijn het in sommige gevallen de zomerse recreanten uit het Ruhrgebied of elders die een grotere betrokkenheid met het wel en wee van ons landschap aan de dag leggen dan wij Zeeuwen zelf. Natuurlijk kan de overheid niet met iéders belang rekening houden. Natuurlijk speelt er het nimby-effect: als ík er maar geen last van heb. En natuurlijk verschillen de smaken, en vindt de een het Loire-kasteel bij ’s-Heer Arendskerke inderdaad de
Zeeuws Erfgoed
Overheden lijken betrokkenheid van burgers al snel als lastig en tijdrovend te beschouwen. Maar in plaats van extra lastpost of kostenpost te zijn, kan betrokkenheid ook onvermoede kansen en uitdagingen bieden. Ik moest daar vorig jaar aan denken, toen in de Middelburgse Oostkerk gediscussieerd werd over krimp en een terugtrekkende overheid, en de dreigende gevolgen daarvan voor monumentale kerkgebouwen. Voorzitter Michiel Zonnevylle van de Vereniging van Beheerders van Monumentale Kerkgebouwen in Nederland verklaarde in zijn openingswoord ‘iets’ met de Oostkerk te hebben: zijn grootouders werden er bijna een eeuw geleden in de echt verbonden. Dat betekent dat heel veel anderen ook ‘iets’ met dit en andere kerkgebouwen hebben. Kerken waarin soms al eeuwen wordt gedoopt en getrouwd, en waaromheen werd begraven. Niet in anonimiteit, want het zijn onze voorouders die daar werden gedoopt, hun communie deden, in de echt verbonden, ter aarde werden besteld. Meer dan in enig ander type monument manifesteert zich in kerken een band met de hedendaagse én vroegere gebruikers. Er zou dus een betrokkenheid gemobiliseerd kunnen worden die heel veel verder reikt dan de krimpende schare van zondagse gelovigen, de omwonenden, de bezoekers van een orgelconcert en de cultuurtoeristen. Wie ziet hoeveel succes tv-programma’s over familiegeschiedenis hebben en wie zich herinnert hoeveel Friezen ‘om utens’ (dat wil zeggen: uit den vreemde) met groot enthousiasme op de been werden gebracht voor het spektakel Simmer 2000, kan zich misschien iets voorstellen bij het succes van een actie om kerken in het licht van hun historische betekenis te steunen en te behouden. Als ergens erfgoed kan binden en boeien, dan wel hier. Kerkelijke archieven te over om in beeld te brengen met wie, waar en wanneer een band werd gesmeed. Hun nazaten, wij dus, wij kunnen en moeten ons betrokken weten. Het begrip ‘kerkelijke gemeenschap’ krijgt zo een nieuwe, veel ruimere betekenis. Wat met landschappelijk erfgoed kan, moet zeker lukken met monumentaal kerkelijk erfgoed. En over de Middelburgse Oostkerk gesproken: de kerkenraad heeft inmiddels ingezet op het vervreemden van de kerk - in gewonemensen-taal: het overdragen of verkopen. Zou de ruime schare van betrokkenen dat werkelijk laten gebeuren? Erfgoed is van ons allemaal. Aad de Klerk, adviseur cultuurhistorie en landschap
Voorbeeld van herbestemd religieus erfgoed: in 1912 gebouwde gereformeerde kerk, tegenwoordig in gebruik als restaurant-brasserie De Kleine Toren in Baarland.
11 september 2012/03 • C
ULTUURHISTORIE
7 December: symposium Waar eens water was
Over het water terug in dorp en stad In veel Zeeuwse dorpen en steden is in de loop der tijd veel water gedempt. Ideeën en plannen om dat water weer open te graven zijn er, anders dan in veel plaatsen búiten onze provincie, echter nauwelijks. Tijd dus voor een bezinning. In het kader van het Zeeuws Jaar van het Water organiseert de SCEZ daarom in samenwerking met het waterschap Scheldestromen op 7 december een symposium over deze thematiek. Welke mogelijkheden en beperkingen, uitdagingen en randvoorwaarden zijn er om het water weer een plaats te geven in dorp en stad, op plaatsen waar het eerder is gedempt? Het programma van het symposium ‘Waar eens water was’ heeft inmiddels vaste vorm gekregen. Tussen de opening door dijkgraaf Toine Poppelaars en de slotbeschouwing door gedeputeerde Sjoerd Heijning, zullen enkele deskundige sprekers hun visie geven op de mogelijkheden en onmogelijkheden om water weer terug te brengen in Zeeuwse dorpen en steden. Aad de Klerk (SCEZ) zal het cultuurhistorisch perspectief schetsen. Marjo van Loon van de gemeente Gouda zal de ervaringen met het project Hollandse Waterstad met ons delen. Wethouder van Hulst Diana van Damme-Fassaert heeft toegezegd het project Nieuwe Bierkaai toe te lichten. Vanuit de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zal Ellen Vreenegoor stilstaan bij de archeologische randvoorwaarden en consequenties van ‘waterplannen’. De hydrologische/waterstaatkundige invalshoek staat centraal in de bijdrage van Piet-Hein Nelissen als coördinator stedelijke plannen van het waterschap Scheldestromen. Jan-Willem Bosch (Bureau Bosch en Slabbers) zal tenslotte de stedenbouwkundige context voor zijn rekening nemen. Als (mid)dagvoorzitter zal Tjerk van der Meer optreden.
Zeeuws Erfgoed
Het belooft een inspirerende themamiddag te worden die vooral voor beleidsmakers en -uitvoerders, ontwerpers, stedenbouwkundige en cultuurhistorici van belang is. Andere belangstellenden zijn uiteraard evenzeer hartelijk welkom. Tijd: vrijdag 7 december, 13.00 tot circa 17.00 uur Plaats: kantoor waterschap Scheldestromen, Kanaalweg, Middelburg Deelname is gratis, maar alleen na aanmelding via www.scez.nl/watersymposium onder vermelding van naam en werkkring of functie. Na aanmelding (tot uiterlijk 26 november) volgt een bevestiging in de vorm van het gedetailleerde programma.
Tot 1920 lag er een gracht rondom het kerkhof van Colijnsplaat; in dat jaar werd het water gedempt ter wille van de volksgezondheid.
12 september 2012/03 • C
ULTUURHISTORIE
Erfgoed Allerlei PUBLICATIES SCEZ kan geen aanvullende informatie verstrekken over de verkoop van verschenen publicaties.
• Boeken en eenmalige uitgaven Ann Diels, Willem van Oranje, heerser en huisvader (Middelburg: Zeeuws Museum, 2012) 48 pag. Tentoonstellingscatalogus met daarin een beschrijving van alle tentoongestelde werken. Uitgegeven ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling die vanaf 31 maart t/m 27 mei 2012 te zien is geweest in het Zeeuws Museum. Zeger van Mersbergen, Michiel de Ruyter, Kroontje reeks 314 (Groningen: Noordhoff, 2011) 20 pag.; ill., tek., foto’s, ISBN 978-90-01-78954-1. Een boekje voor de basisschooljeugd over het leven van Michiel de Ruyter waarin in zeven hoofdstukjes zijn carrière en de Nederlandse Gouden Eeuw aan bod komen. Met lijst van moeilijke woorden en lijst met verder te lezen literatuur. Ineke Marjee Paauwe, Jeugdherinneringen van een schoolmeisje uit Yerseke (Middelburg: De Drvkkery/Schrijverspodium, 2012) 182 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-7017464-4. De in 1955 geboren auteur vertelt in dit boek over haar jeugd in Yerseke in de tijd van de wederopbouw in de jaren vijftig en zestig. Het twintigtal hoofdstukjes is vooral thematisch ingedeeld. Zo zijn er hoofdstukken over de lagere school, spelletjes op school en thuis, vakantiebezigheden, winkels, de gasfabriek, beroepen, werkzaamheden, mosselfeesten en de winter van 1963. Met een inleiding, fotoverantwoording en dankwoord. Ernst Jan Rozendaal, Hier 20 jaar Bløf (Amsterdam: Carrera, 2012) 320 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-904881312-4. In negentien hoofdstukken die lezen als een roman vertelt Rozendaal het verhaal van Nederlands bekendste popgroep van het begin tot heden. Overigens start de proloog met het motorongeluk van drummer Chris Götte, want die loopt als een scheidslijn door de geschiedenis van de band. Doordat alle bandleden en intimi meewerkten en de auteur ook van materiaal voorzagen, is het een intieme bandbiografie geworden. Voorzien van heel veel fotomateriaal. Bevat alleen een dankwoord en geen directe verwijzingen of bijlagen (deze zijn via internet te vinden).
George Sponselee en Eddie Prince, Hengstdijk. Het dorp en zijn parochie (Hengstdijk: Stichting Behoud Catharinakerk Hengstdijk, 2012) 114 pag.; ill., foto’s, krt.; ISBN 978-946190-838-4. Dit boekje bestaat uit de bewerking van twee eerder verschenen boeken: Beknopte geschiedenis van de parochie van de H. Catharina te Hengstdijk van G.J.G. Bongenaar uit 1948 en Geschiedenis van Hengstdijk door dezelfde auteur uit 1956. Teksten zijn aangepast aan de moderne spelling en overlapping is weggelaten. In een vijftiental hoofdstukjes wordt ingegaan op de geschiedenis van dorp en kerk, waarbij ook de familie Van Genk, pastoor Emericus de Kerf en de kunstschatten van de kerk zoals de luidklok, windwijzer, altaar, doopvont en gebrandschilderde ramen en orgel aan bod komen. Pieter Tak, bewerkt door Marcel van den Driest, Onze vriendelijke republikeinse reis (Zoetermeer: Free Musketeers, 2012) 166 pag.; ill., tek., grav.; ISBN 978-90-484-2365-1. Dit is een hertaling en transcriptie van het in de Zeeuwse Bibliotheek berustende handschrift ‘Journaal eener reijse die de heeren Jacobus Thehoff en Cornelis van den Driessen vergezeld door Pieter Tak Anthz. hebben gedaan door de Zeven Vereenigde Provintien in den jare 1789.’ Van den Driest voorzag het geheel van een inleiding en commentaar met eindnoten, register van personen en geraadpleegde literatuur en websites. M.A. Verhulst, ‘Als ketelbink naar zee’ (2012) 180 pag. Het levensverhaal van de schrijver, althans slechts van zijn vijftiende levensjaar, want dit verhaal vertelt van zijn eerste reis aan boord van het schip Aagtekerk, waar hij een half jaar als ‘ketelbinkie’ meevoer van Rotterdam naar Afrika en via de Middellandse Zee weer terug naar huis. Een reis waar men, anders dan tegenwoordig, heel wat meer meemaakte dan vele dagen zee en een verblijf in de haven alleen.
• Tijdschriften Zeeland 22/2 (2012) 41-80. Slechts twee artikelen in dit nummer van Zeeland. T.J. de Koning vond nieuwe aanknopingspunten over onbekende brieven van de Zeeuwse kapitein David Jansz. van de watergeuzen, die zich als spion bij de Spanjaarden aanbood. L.A. Tange en Jan Zwemer vergeleken de ‘Verschuivingen in de sterfte op Schouwen en westelijk Walcheren in het midden van de negentiende eeuw.’ Niet minder dan vijf pagina’s in memoria, omdat het KZGW in de afgelopen maanden onder meer Wim
Zeeuws Erfgoed
Dirksen, Henk en Ruud VisscherPassmann en Nel Ginjaar-Maas ontvielen. De rubrieken aanwinsten en twee boekbesprekingen sluiten dit nummer af. Zeeuws Tijdschrift 62 ¾ (2012) 74 pag. Dit themanummer is grotendeels gewijd aan Scoop, de organisatie die per 1 juli bij de Zeeuwse Bibliotheek haar kantoren betrok. Er is een interview met directeur Dick van den Bout, SCP-directeur Paul Schnabel geeft zijn visie op het instituut, de redactie sprak met acht medewerkers over de werkzaamheden en in twee andere artikelen wordt gekeken naar de leefbaarheidsmonitor en de jeugdmonitor van Scoop. Kleinere bijdragen zijn er onder meer van René de Visser over de houtsneden van Shiko Munukata, van Albert Clement over de renaissancecomponisten Ghiselin Danckerts en Lupus Hellinck, en Menno Steketee vergelijkt de smaak van gekweekte en wildgevangen vis.
• Heem- en oudheidkundige bladen Sint-Philipsland De Cronicke van den lande van Philippuslandt, uitgave van de heemkundekring “Philippuslandt” (2012,1) begint met een verslag over de aankoop van de weegbrug in Sint-Philipsland door de heemkundekring; J. Mol haalt herinneringen op aan de weegbrug. Ook in dit nummer het jaarverslag 2011 en de notulen van de algemene ledenvergadering op 26 april 2011. Het tijdschrift is verder gevuld met een uitgebreid artikel over de opkomst en het opheffen van de tramlijn Steenbergen-Brouwershaven. De plannen voor de aanleg werden in 1892 bij de gemeenten ingediend. Een in het leven geroepen comité kreeg eind 1893 subsidie van Gedeputeerden Staten voor het aanleggen en exploiteren van de tramlijn. De aanleg van de verschillende trajecten, de veranderingen, alle voorkomende werkzaamheden en het dienstdoende personeel worden besproken. Ook het reilen en zeilen in oorlogstijd en daarna komen aan bod. Na de Watersnoodramp in 1953 is de lijn Anna Jacobapolder-Steenbergen nog in gebruik geweest voor het herstel van de dijken bij Nieuw-Vossemeer; in 1955 heeft een laatste transport plaatsgevonden. Een straatnaam in Sint-Philipsland herinnert ons aan het tramtijdperk, en ook het vervallen spoorbrugje over de Bruintjeskreek en wat keien van de los- en laadplaatsen die nog zijn overgebleven. Schouwen-Duiveland Stad en Lande, het tijdschrift van de Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland (april 2012), is voor het grootste deel gevuld met verslagen van de verschillende commissies. S. den Haan schreef ter
13 september 2012/03 • E
RFGOED
ALLERLEI
gelegenheid van het jaar van de historische buitenplaats het stuk ‘Basters Buytensorge in Schuddebeurs 1751-1819’. Job Baster, zoon van een wijnkoper en keurmeester van meekrap, heeft zich intensief beziggehouden met tuinieren en het schrijven daarover. Hij stichtte de kleinste buitenplaats van Noordgouwe, in Schuddebeurs. Daarnaast bezat Baster zijn hof aan ’t Vrije in Zierikzee. De auteur bespreekt in dit artikel het leven van Job Baster en zijn familie en de beplanting van zijn hoven. F. Westra geeft een aanvulling op een stuk in de vorige aflevering van het tijdschrift over de gedenksteen van de meestoof De Nijverheid bij Capelle op Duiveland, die van 1869 tot 1907 bestaan heeft. R. van Langeraad steekt de loftrompet over de eigenaar van de Zeeuwsche Boekhandel in Zierikzee: Cor Pols, een groot liefhebber van de geschiedenis van Schouwen-Duiveland. Naar aanleiding van een onbekende foto in een uitgave van Pols uit 1997 geeft Van Langeraad een verslag van de huldiging van burgemeester A.C. van der Have in 1951. Door H. Doeleman wordt Piet Boot in een in memoriam herdacht. Walcheren De Wete (2012, 2) opent met ‘Een waardige dochterkerk. De Onze-Lieve-Vrouwe-ter-Sneeuwkapel in Veere’, van J. Midavaine. De kerk werd gebouwd nadat in 1795 rooms-katholieken in Nederland een eigen kerk mochten stichten. Tot de sluiting in 1966 heeft de kerk steeds met moeilijkheden op verschillend gebied te kampen gehad. A. de Klerk prikkelt op papier onze neuzen met niet al te smakelijke gegevens over stankoverlast in de loop der tijden, veroorzaakt door rottend vlas, stinkend bleekwatersop en illegaal lozende toiletten. Aan de Oude Vlissingseweg hebben veel buitenplaatsen en herenhuizen gestaan. J. Kaljouw heeft sinds 2007 over een aantal ervan geschreven in De Wete. In dit nummer gaat het over het herenhuis Huize Abeele, dat gelukkig nog bestaat en samen met de vroegere herberg Bellevue in Groot Abeele te bewonderen valt. A. Bosselaars laat zien dat oude prentbriefkaarten vaak goed te dateren zijn. Hij maakt daarbij gebruik van gegevens in oude kranten en combineert die met de nummering van de kaart. Lichtdrukkerij Van Straalen in Middelburg heeft twintig jaar prentbriefkaarten gedrukt en de auteur vertelt over het reilen en zeilen van deze drukkerij. Van F. van den Driest volgt een lang artikel naar aanleiding van een korte uitdrukking van Jan Vader: over het volksvoedsel de aardappel. Over aardappelrassen, ziekten, prijzen en meer bijzonderheden betreffende de aardappel blijkt heel wat te melden te zijn.
In Arneklanken, het kwartaalblad van de Historische Vereniging Arnemuiden (juni 2012), een mooie foto van G. de Nooijer van de Westdijkstraat, waarna L. van Belzen zijn genealogische rubriek vervolgt over het geslacht Van Belzen. Het blijkt dat door verwarring rond de vele vissende Van Belzens soms hilarische toestanden plaatsvonden. F. Inniger en J. Adriaanse vertellen over ‘De ridders van Arnemuiden en de markiezen van Trasegnies’. De Heren van Arnemuiden woonden - waarschijnlijk tot 1438 - op het kasteel Te Mortiere en behoorden tot de hoogste Zeeuwse adel. In 1436 kwam de heerlijkheid Arnemuiden (Mortiere genoemd) door huwelijk in het bezit van het geslacht De Trazegnies. In een artikel van J. Mesu (in Arneklanken december 2005) over de geschiedenis van ’t Hollands Hof tussen Arnemuiden en Kleverskerke begon de auteur zijn verhaal rond 1800. J. Simons Siereveld gaat hier echter terug tot 1566, toen er al een boerenbedrijf op deze plek stond, eigendom van ene Pieter Cuelemans. De boerderij ging later Delflust heten, en werd in de periode 1650-1670 omgetoverd tot buitenplaats. Kort na 1800 moet het buiten gesloopt zijn. De bijbehorende boerderij bleef behouden. J. Adriaanse geeft een indruk van het vernieuwde museum, J. Lindenbergh schrijft over de werksters uit Arnemuiden die in dienst waren bij apotheek Van de Sande in Vlissingen en P. Bos laat weten dat er maar liefst vier predikanten met dezelfde naam bedankten voor een beroep van de Hervormde Gemeente van Arnemuiden. Het waren vader Japchen en drie van zijn zonen. Het informatieblad over Westkapelle, Het Polderhuis Blad (2012, nr. 55), is een goed gevuld nummer met nieuws over de aangeschafte zaken van de veilingopbrengst, de ‘Zing maar Mee avonden’, de vorderingen van de Stichting VerBEELDing Charley Toorop en nog veel meer. E.J. Weterings interviewde vader en zoon Louwerse, die beiden hun hele leven bij het werken aan de dijk betrokken waren. In augustus zullen er op vier woensdagen activiteiten georganiseerd worden in en rond het Polderhuis in Westkapelle. Zeeuws-Vlaanderen De Nieuwsbrief van de Heemkundige Vereniging Terneuzen (juni 2012) opent met ‘Moord in de polder’, van A.L. Kort. Hoewel moorden nu dagelijks voorkomende gebeurtenissen zijn, was een moord in 1891 nog opzienbarend nieuws. R. van Elslande schreef ‘Terneuzen ten tijde van de eerste Elisabethsvloed (1404)’, een artikel in twee delen, deel I: voor de storm 1400-1404, en deel II: na de storm 1405-1410. Over de gevolgen van de Elisabethsvloed voor de adel, het hogere bestuur en de religieuze instellingen die gronden bezaten in Zeeuws-Vlaanderen, is al veel gepubliceerd. Deze publicatie probeert nu zoveel mogelijk de gevolgen voor de lokale burgers en hun bezittingen te achterhalen. Uit documenten blijkt dat Terneuzen begin vijftiende eeuw een welvarende streek was. Aan de hand van documenten uit de Gentse schepenboeken veel landeigenaren waren woonachtig in Gent - konden veel gegevens betreffende de lokale
bevolking boven water gehaald worden. J.L. Platteeuw vertelt ‘Over dijken, krammers en steenzetters’. Zijn verhaal begint vóór het jaar 1000, en leidt ons via lage dijkjes, krammatdijken, strekdammen naar het gebruik van steen bij de dijkenbouw. We lezen over de Muraltmuurtjes, hoe de Braakman van zee tot polder werd, over de Watersnoodramp in 1953 en over de mensen die werkten aan de zeewering. Verder komen nog aan bod de verloren eerste steen van de Willibrorduskerk, het tweehonderdjarig bestaan van Zeeuws-Vlaanderen en een nieuw paneel voor kustbatterij De Griete. In het Bulletin van de Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten’ (2012, 2) schrijft O. Rottier een stuk over de heraldiek van de wapens van het museum, zowel van die op het uithangbord als die in het aanwezige glas-in-loodraam. R. van den Elshout vertelt wat over de geschiedenis van de Cisterciënzers, dit als voorproefje van de tentoonstelling die van 7 september tot 4 november 2012 gehouden zal worden over ‘Grisailles’ uit de Duinenabdij van Koksijde en het Groot Seminarie van Brugge, topstukken van Vlaams erfgoed. De Werkgroep Archeologie bespreekt een baardmankruik, waarschijnlijk tussen 1530 en 1575 in Keulen of Frechen gemaakt, en gevonden bij het uitgraven van de verdwenen haven van Hulst. In Tijdschrift, Bulletin van de Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaanderen (2012,2), een artikeltje over Peter Adolphus McCormack, een Nieuw Zeelandse militair die in de Tweede Wereldoorlog in ZeeuwsVlaanderen gevochten heeft. In oktober 1944 kwam hij om bij een bombardement door vliegtuigen van de Royal Air Force, in de buurt van Cadzand. In 1945 is zijn lichaam herbegraven op het Canadian War Cemetry in Adegem. R. Willemsen geeft veel bijzonderheden over de teelt van meekrap, de bouw van de meestoof Willem II te Driewegen in de jaren veertig van de negentiende eeuw en over de bedrijfsvoering van de meestoof. In 1876 is de productie stilgevallen, waarna de gebouwen verkocht en afgebroken zijn. De naam Brouwerijstraat komt voor in Aardenburg, Oostburg en Groede. A.R Bauwens vertelt erover. L. Lannoye brengt verslag uit over de schooltijd van zijn broers en hemzelf op de ‘beruchte’ middelbare school in ’s-Heerenberg, berucht door seksueel misbruik van de leerlingen. Hoewel de kinderen Lannoye geen vervelende seksuele toestanden meemaakten, hebben zij geen gelukkige herinneringen aan die tijd. I. van Damme verzorgt een uitgebreid portret van de familie Van Kampen-van Overbeeke, grondleggers van de schoenenzaak in de Breedestraat in Oostburg, later de bekende winkel in de Burchtstraat.
Musea
Museumregister wordt Museumnorm De kwaliteit van musea wordt gewaarborgd in het Museumregister. Vanaf dit jaar is het Museumregister vernieuwd. Het oude model voldeed niet meer aan de wensen van deze tijd. De toetscriteria zijn aangepast en hebben betrekking op het gehele werkterrein van een museum. Het nieuwe model bestaat uit een jaarlijkse zelfanalyse en bezoek van een auditor eens in de vijf jaar. Het doel van museumregistratie is het zichtbaar maken, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van musea, en daarmee het verantwoord beheer van het culturele erfgoed. Musea die op of boven de minimumstandaard functioneren, vervullen hun museale taak naar behoren en worden opgenomen in het Museumregister Nederland. Zij ontvangen het certificaat Geregistreerd Museum in de vorm van het felbegeerde bordje aan de gevel.
Museumregister Nederland is het kwaliteitskeurmerk van musea, te herkennen aan het felbegeerde gevelbordje. Het Keurmerk Museumregister is er voor ons allemaal. Musea tonen met hun registratie aan dat zij op een professionele manier werken en verantwoord kunnen omgaan met het materiële, immateriële en culturele erfgoed zodat ook toekomstige generaties kennis kunnen nemen van wat ons is nagelaten. Een geregistreerd museum betekent dus een ‘goed’ museum. Voor bezoekers betekent het bordje aan de museumgevel een vooruitzicht op een prettig museumbezoek. Als particulier bent u verzekerd van het deskundig beheer van uw schenking. Voor museummedewerkers betekent het bordje een stukje waardering en erkenning voor hun werk. Voor overheden en subsidiairs betekent museumregistratie een investering in kwaliteit. Tot 2012 kon een museum als het geregistreerd of herijkt wilde worden, terecht bij de adviseur musea van de SCEZ. Die maakte het dossier compleet en stelde de eerste analyse op voor de landelijke adviescommissie. In het vernieuwde museumregister wordt jaarlijks een zelfanalyse uitgevoerd en elke vijf jaar komt een auditor van het Museumregister langs voor een formele toets op locatie. Om de overgang naar deze nieuwe situatie soepel te laten verlopen is de nieuwe Museumnorm ontwikkeld volgens een groeimodel. De rol die de SCEZ hierin heeft, is dus ook veranderd. Maar voor vragen, advies en ondersteuning bij werkzaamheden rondom museumregistratie kunnen de musea nog steeds bij de SCEZ terecht.
Zeeuws Erfgoed
14 september 2012/03 • E
RFGOED
ALLERLEI | MUSEA
Museumnieuws Stadhuismuseum Zierikzee in een nieuw jasje In april van dit jaar is het vernieuwde Stadhuismuseum Zierikzee geopend. Het nieuwe museum is een voortzetting van twee samengevoegde, verouderde musea: het Stadhuismuseum en Maritiem Museum in Zierikzee. Het Stadhuis is na grondige restauratie en verbouwing, een gemoderniseerd en aantrekkelijk museum geworden. Het laat de historische band tussen de stad, het eiland en de zee zien. De collectie wordt ingezet om zoveel mogelijk mensen de geschiedenis van Zierikzee en omgeving te laten ontdekken en ervaren. Het museum maakt gebruik van multimedia, voice-over, beamerprojecties, ledlicht, digitaal geluid en computeranimaties, maar deze zaken hebben niet de overhand. De aantrekkingskracht van het nieuwe museum schuilt nog steeds vooral in de bijzondere collectie en het gebouw. Het is een sfeervol museum waar bezoekers geïnformeerd en verrast worden.
Terra Maris viert middeleeuws festijn Juli en augustus stonden bij Terra Maris in Oostkapelle in het teken van het middeleeuws festijn ‘Spelen en spijzen’. Het decor was de middeleeuwse verdedigingstoren die ook beklommen kon worden. Hoogtepunt waren de demonstraties schapen drijven met Bordercollies. De ‘herders’ met hun honden dreven de kudde Drentse heideschapen langs een bepaalde route of zonderden een aantal schapen van de kudde af. En het publiek mocht daarbij helpen! In een herbergachtige sfeer zittend op strobalen kon de honger worden gestild. Er was muziek, drank, een kookpot met pruttelende soep en een vuur met gebraden vlees. Kinderen bakten hun eigen stokbroodje boven een vuurtje en vermaakten zich met middeleeuwse spelletjes. De middeleeuwse sfeer werd verhoogd door optredens van de kwakzalver, de kruidenvrouw, de lastpost, de stroper, een verdwaalde ridder en een danseres.
Scene met realistische figuren gemaakt door Gerry Embleton (foto Jan van Oosten).
Broodjesbakken tijdens middeleeuws festijn bij Terra Maris (foto André van der Velde).
Veertig jaar Streekmuseum De Meestoof Volgend jaar bestaat Streekmuseum De Meestoof 40 jaar. Ter gelegenheid van het jubileum is de langste merklap ter wereld ‘Door Ons Gedaen’ nu in het museum te zien. Onder het motto ‘We lappen het samen’ wordt deze winter een Thoolse merklap gemaakt. Eef de Jonge, ambassadrice van de merklap ‘Door Ons Gedaen’, begeleidt het proces. Er wordt gestreefd naar een Thoolse merklap van 20 meter, die bij de opening van het museumseizoen 2013 wordt gepresenteerd aan het publiek en daarna een vaste plaats in het museum krijgt. De merklap ‘Door ons Gedaen’, de langste merklap ter wereld, is nu te zien in Streekmuseum De Meestoof in Sint-Annaland.
Neptunus op Het Schuitvlot In het kader van het Zeeuws Jaar van het Water is op SCEZ-locatie Het Schuitvlot een raamvitrine met dit thema ingericht. Het Zeeuws maritiem muZEEum verleende zijn medewerking door het beschikbaar stellen van een van hun collectiestukken, de sierlijst met Neptunus. De sierlijst met Neptunus is een bijzonder object met een onduidelijke voorgeschiedenis. Archief- en brononderzoek leveren geen sluitende verklaring waar het voorwerp oorspronkelijk vandaan komt. Het voorwerp wordt in het openingsboekje van het Van Dishoeckhuis uit 1819 vermeld als “het beeld van Neptunes dat eertijds op de Beursbrug prijkte”. Maar bij de ontdekking van het voorwerp in 1990 op zolder van het Stedelijk Museum Vlissingen, dacht men dat het een onderdeel van een boerenkar of versierde wagen was. Dat lijkt onwaarschijnlijk vanwege het grote formaat, het voorwerp is 2 meter 60 lang. In 2009 was maritiem historicus Jan Parmentier overtuigd dat het houtsnijwerk diende ter versiering van een schip aan de achterzijde (de spiegel). Dat zou heel goed kunnen, maar in de fotodatabase van het gemeentearchief Vlissingen
4 Zeeuws Erfgoed
Neptunus in de raamvitrine van Het Schuitvlot in Middelburg.
15 september 2012/03 • M
USEA
bevindt zich een foto van een gravure met de bewuste brug. De vorm van het contragewicht van de brug heeft dezelfde vorm als de grondplaat van het voorwerp. Maar de gravure laat geen versiering van Neptunus zien. Misschien is het de andere kant van de brug? De afmetingen van het object komen overeen met eenzelfde soort klapbrug in Goes, dus het zou het wel kunnen zijn. Helaas kan geen enkel archiefstuk of afbeelding dat bevestigen. Het is dus niet met zekerheid te zeggen of de Neptunus uit het muZEEum ook daadwerkelijk afkomstig is van de Beursbrug. Gezicht op de Beursbrug, foto van een gravure (fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen).
Bron: Den Spiegel, Vereniging Vrienden van het muZEEum en het Gemeentearchief Vlissingen, Jaargang 30, nummer 1 - januari 2012, auteur: Dick Broers.
Museum Arnemuiden vernieuwt en breidt uit Het Museum Arnemuiden heeft de afgelopen maanden een belangrijke uitbreiding en intensieve vernieuwing ondergaan. Na overeenstemming met de gemeente Middelburg heeft de Stichting Oudheidkundig Museum het gehele voormalige gemeentehuis aan de Langstraat in gebruik genomen en dit heringericht. Het nieuwe gedeelte (de in 1987 aangebouwde achtervleugel) en een gedeelte van het bestaande museum (voorste deel en bovenverdieping) is volledig door vrijwilligers van het museum aangepast, geverfd en opnieuw ingericht. Aan de achterzijde hebben nu ook de Stichting Behoud Hoogaars en de Stichting Historische Scheepswerf C.A. Meerman een ruimte in gebruik voor documentatie, tekeningen, scheepsmodellen en dergelijke. Streekdracht Een gedeelte van de bovenverdieping wordt ingericht als expositieruimte voor de Arnemuidse streekdracht. Een enthousiaste groep van circa twintig vrouwelijke vrijwilligers heeft de afgelopen winter de circa vijftien modelpoppen onder deskundige leiding van Sylvia van Dam, conservator van het Museum De Schotse Huizen in Veere, gemaakt. De klederdrachtenexpositie toont de opvolgende Arnemuidse streekdracht van 1870, begin twintigste eeuw, midden twintigste eeuw en heden. De expositie is opgebouwd rond vier thema’s: 1. een Arnemuids vissersgezin koopt oorijzers bij goudsmid Minderhoud in 1870; 2. visleursters op de markt van Middelburg in 1930/1940; 3. Arnemuidse vrouwen in het klederdrachtwinkeltje van De Troye; 4. garnalenpellen en netten boeten op de visserijdag.
Dit seizoen zijn er in elk geval al twee scènes te bezichtigen. Visserij Een ander hoofdonderwerp van het museum is de visserij. Te zien is de fototentoonstelling van Jhr. W.F. den Beer Poortugael te Veere over de Arnemuidse vissersvloot in Veere in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Deze expositie met circa honderd unieke foto’s van de Arnemuidse vissers in de haven van Veere trok het afgelopen seizoen veel bezoekers. Archeologische vondsten Eveneens valt dit seizoen de archeologische thematentoonstelling ‘De Dokke’ van Bruno Janson en andere schatgravers weer te bezichtigen, zij het dat een aantal nieuwe vondsten wordt tentoongesteld. De opgravingen uit de bouwput aan de Clasinastraat omvatten circa 2.000 archeologische voorwerpen uit de periode 1400-1550 zoals munten, rekenpenningen, pelgrimsinsignes en gebruiksvoorwerpen. ’t Uusje van Eine en Van Vollenhoven Andere ruimten zoals ’t Uusje van Eine en de expositieruimte met de collectie-Van Vollenhoven zijn heringericht. Ook de grafzerken, de schilderijen en de scheepsmodellen komen nu veel beter tot hun recht. Er zijn plannen om een ruimte van het museum in te richten als gedachtenisruimte voor de omgekomen vissers bij tal van rampen op zee gedurende de laatste twee eeuwen.
www.museumarnemuiden.nl
Ontdek de Zeeuwse Ziel tijdens de Zeeuwse MuseumNa|8 Na vijf eerdere succesvolle edities organiseren de Zeeuwse musea samen met de SCEZ weer een Zeeuwsbrede Museumnacht, op vrijdagavond 2 november als afsluiting van het Museumseizoen en de Maand van de Geschiedenis. Gedurende deze speciale avondopenstelling organiseren de musea voor jong en oud een scala aan activiteiten rondom het thema ‘Ontdek de Zeeuwse Ziel’. Het programma start ’s avonds om acht uur met allerlei kinderactiviteiten. Daarna nemen verhalenvertellers het estafettestokje over, gevolgd door muziek. Onder het
Zeeuws Erfgoed
genot van een hapje en een drankje loopt het programma door tot middernacht. De entree tijdens de MuseumNa|8 is 1 euro, een symbolisch bedrag omdat musea veel meer waard zijn dan 1 euro! Kijk voor het activiteitenprogramma op www.zeelandmuseumland.nl of www.scez.nl en laat u verrassen! Thema van de MuseumNa|8 is ‘Ontdek de Zeeuwse Ziel’, eveneens de slogan van de website van de Zeeuwse musea www.zeelandmuseumland.nl.
16 september 2012/03 • M
USEA
Volksverhalen rond Zeeuwse Ankers Elke plek in Zeeland heeft zijn eigen verhaal. Een historisch verhaal met feiten over wie er woonden, het land bewerkten of de dijken bouwden. Soms gaat er achter een plek nog een ander verhaal schuil. Een volksverhaal dat zich heeft gehecht aan een dorp of stad, een kasteel, toren of boerderij. Biervliet is op die manier voor altijd verbonden met Willem Beukelszoon, Hulst met Reinaert de Vos en Terneuzen met de Vliegende Hollander. Zeeuwse Ankers Volksverhalen zijn immaterieel erfgoed. Ze maken als spannende, legendarische, overbekende of juist onverwachte elementen deel uit van de culturele biografie van Zeeland. In het project Zeeuwse Ankers, dat de SCEZ in samenwerking met andere organisaties ontwikkelt, zullen volksverhalen een rol spelen. Mensen geven betekenis aan een plek door elkaar verhalen over die plek te vertellen. Feit en fictie vermengen zich daarin. Sinds het kasteel van Haamstede in 1525 afbrandde, waart er ’s nachts een spookpaard rond het herbouwde slot. In de onderaardse gewelven van het voormalige fort Ronduute bij Overslag ligt een leeuw op een schatkist. De ziel van de kasteelvrouw kan er geen rust vinden. Ze verschijnt eenmaal in de honderd jaar ’s nachts als witte dame in de omgeving van het fort, in de hoop een moedige man te treffen die de kist voor haar durft te openen. Er zijn veel meer sagen rond oude of verdwenen gebouwen. Het voormalige tempeliershuis in Zierikzee, de Sint-Lievens Monstertoren in die stad en een inmiddels verdwenen klooster in IJzendijke zijn plaats van handeling in zulke verhalen. Lokaal kunnen verhalen verbonden zijn aan een boerderij of huis. Zelfs een eenvoudige houten brug kan legendarische status krijgen. Dat gebeurde dankzij het verhaal over de engelenwacht van dominee Smytegelt. Omringd door engelen passeerde de predikant in een stormachtige nacht de Sint-Jorisbrug in Middelburg, waar twee mannen een moordaanslag op hem wilden plegen. De brug is in 1959 afgebroken, maar de legende leeft voort.
Zwerfsagen Volksverhalen zijn minder lokaal gebonden dan ze op het eerste gezicht lijken. Door heel Europa komen dezelfde soorten verhalen voor. Schrijvers of de bevolking zelf hebben het verhaal toegeëigend en eisen het op als iets unieks voor hun eigen plaats. Het Ronde Putje in Oost-Souburg, waarin een ijdel melkmeisje zich spiegelde en verdronk, was een geliefde pleisterplaats tijdens een tochtje over Walcheren. De spelerijders lieten er hun paarden drinken. Dat aan die plek het verhaal over het melkmeisje is gehecht, berust grotendeels op toeval. Negentiende-eeuwse vertellers van deze ‘zwerfsage’ hebben het verhaal gekoppeld aan de Souburgse poel. Varianten worden verteld in Maastricht en een aantal Belgische steden. Het verhaal over de boterkanonnen komt ook voor in Groningen en België. En over andere predikanten in Nederland en Duitsland bestaan verhalen die een frappante gelijkenis vertonen met dat over Smytegelt. Volksverhalen mogen minder uniek zijn dan gedacht, ze geven een bijzondere betekenis aan plaatsen die straks mogelijk als Zeeuwse ankerplaats te boek zullen staan.
zeeuwse
ankers
Jeanine Dekker, adviseur volkscultuur
www.scez.nl/zeeuwseankers www.traditieszeeland.nl/kenniscentrum
Het ijdele melkmeisje bij het Ronde Putje in Oost-Souburg. Beeld van Jan Haas (foto Ruben A. Koman).
Geschiedenis Veel volksverhalen leveren een verklaring voor iets dat zich in het verleden heeft voorgedaan. De zeemeerminnensage van Westenschouwen geeft een oorzaak van het verval van het dorp vanaf de late vijftiende eeuw. Het is een van de bekendste Zeeuwse sagen. Eenzelfde soort verhaal bestaat er ook voor Reimerswaal, Bath, Saeftinge en Veere. De sage over Westenschouwen heeft zich verplaatst naar het verdronken dorp Koudekerke op Schouwen. Wie nu de Plompe Toren bezoekt, hoort nog hoe de zeemeerman het dorp verwenst om zijn gevangen genomen vrouw. Oorlogen leveren heldenverhalen op en ook die zijn vaak verbonden met een plaats. Jantje, de klokkenluider van het belfort in Sluis, werd een held door dronken in slaap te vallen. Daardoor verzuimde hij de klokken te luiden. In het verhaal, dat zich afspeelt tijdens de Tachtigjarige Oorlog, misleidt hij zo ongewild de Spaanse troepen die een aanval op de stad hadden gepland. Kolonel Ledel liet boterkanonnen plaatsen op de vestingwallen van Oostburg en verjoeg volgens de overlevering daarmee in 1831 Belgische opstandelingen.
Zeeuws Erfgoed
VOLKSCULTUUR NIEUWS
17 september 2012/03 • M
USEA
Archeologie
Archeologisch Nieuws
Gebeeldhouwd marmeren hoofd van Willem de Zoete van Lake, afkomstig van zijn grafmonument uit de Sint-Janskerk in Sluis.
Onderzoek Romeins Aardenburg
Het wetenschappelijk rapport is in concept klaar en wordt geredigeerd. Oplevering van het project is nu voorzien in april 2013. Dan worden het wetenschappelijk rapport en het publieksboek gepresenteerd, en opent de tentoonstelling in het Gemeentelijk Archeologisch Museum in Aardenburg.
Stempel MINVTVS.F (Minutus fecit=Minutus heeft dit gemaakt) op de bodem van een terra sigillata-bord. De pottenbakker Minutus was werkzaam in Trier, circa 175-250 na Chr. (Odyssee-project Aardenburg).
Project Probleemloos Toegankelijk De meest ‘nieuwe’ projectmedewerker Guus Besuijen werkt aan de afronding van drie deelprojecten: vondstregistratie van het depot van Historisch Museum De Bevelanden (Goes), registratie van versierde terra sigillata en stempels van Aardenburg en afronding integratie van de POAZ-database. De museumregistratie bracht weer opvallende zaken. De laatste doos van Streekmuseum Het Land van Axel bevatte een randscherf van een voor Zeeland unieke Merovingische ruwwandige pot, een late versie van het type ‘Wölbwandtopf ’ (datering 675-725). Van de Sluise Sint-Janskerk zijn behalve de grafstenen in situ ook objecten ondergebracht in het gemeentedepot (Aardenburg). Twee marmeren fragmenten, een mannenhoofd met snor en de torso van een hond kunnen volgens Henk Hendrikse (SCEZ) worden herleid tot het grafmonument van Willem de Zoete van Lake, gouverneur van Sluis, overleden 1637. Het beeldhouwwerk gaat na registratie weer in bruikleen naar het Belfort van Sluis. Twee kopse einden van beschilderde grafkelders bevinden zich nog in het Belfort. Twee andere delen van dergelijke graven zijn in de dertiende-eeuwse crypte van de Abdij in Middelburg vastgemetseld aan de achtermuur. Over de conserveringstoestand van laatstgenoemde en andere veertiende-eeuwse grafschilderingen schreef Roosevelt Academy-studente en SCEZ-stagiaire Catherine Williams een paper: Conservation of Medieval Wall Paintings (2011, opgenomen in mediatheek SCEZ).
Kopse zijde van een veertiende-eeuws beschilderd graf met afbeelding van madonna met kind, opgegraven in de Sint-Janskerk van Sluis in 1947.
Onderzoek en meldingen SCHOUWEN-DUIVELAND Neolithische nieuwbouw oudste Zeeuwse huis In het Horsterwold bij Zeewolde (Flevoland) is een reconstructie van het ‘oudste Zeeuwse huis’ gebouwd, afkomstig van Brabers-Haamstede uit de opgraving in 1957, met tenminste drie gebouwen uit de laatneolithische Vlaardingencultuur (circa 2700-2100 voor Chr.) Eén boerderij hieruit diende al eens voor een reconstructie in Archeon; deze is weer afgebroken. In het Horsterwold verrees een nieuwe reconstructie (9,1 x 3,8 meter, dakhoogte ruim 3 meter) onder verantwoordelijkheid van Staatsbosbeheer en Universiteit Leiden, met ondersteuning van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de gemeente Zeewolde. Bouwmeesters waren Hans de Haas en Diederik Pomstra, de wetenschappelijke leiding had Annelou van Gijn. Studenten van de Universiteit Leiden werkten mee en gebruiken gegevens voor hun studieprojecten. Het Zeeuws Archeologisch Depot (SCEZ) stelde veldtekeningen uit 1957 digitaal beschikbaar. De werkzaamheden zijn zorgvuldig gedocumenteerd om vaardigheden op te doen met bouwmaterialen en -technieken, en om inzicht te krijgen in de benodigde tijd voor werkzaamheden als het vellen van een boom, in de bouw zelf en slijtage van werktuigen. Het huis gaat in de herfst open voor educatie en ‘beleefexcursies’ voor schoolkinderen. Ook moet het uitgroeien tot wetenschappelijk experimenteel-archeologisch centrum.
Zeeuws Erfgoed
Voor de bouw van het neolithische huis van Haamstede-Brabers worden uit een gevelde eik de staanders op de juiste maat gehakt met behulp van een stenen bijl (foto A.L. van Gijn).
18 september 2012/03 • A
RCHEOLOGIE
WALCHEREN Onderzoek Fort Rammekens Afgelopen voorjaar zijn grootscheepse restauratiewerken bij Fort Rammekens (Ritthem) gestart in opdracht van Staatsbosbeheer. De Walcherse Archeologische Dienst (WAD) deed archeologisch onderzoek in samenwerking met bouwhistoricus Jan van der Hoeve. Maria van Hongarije gaf opdracht tot de bouw van Fort Rammekens, of ‘Zeeburg’ (1547-1556). In Italië had zich het principe ontwikkeld van bastionbouw met lage, dikke muren met aarden wallen (Oud-Italiaans vestingstelsel), wegens toegenomen vuurkracht van geschut. Rammekens, naar ontwerp van de Italiaanse architect Donati de Boni, is een van de eerste voorbeelden in Noordwest-Europa van dit stelsel. Het onderzoek toonde verschillende planwijzigingen tijdens de bouw, soms vermoedelijk ingegeven door ad hoc-situaties zoals verzakkingen. De buitenmuurconstructie is opvallend. Om het metselwerk voldoende te kunnen laten uitharden is gewerkt met blokken van circa 4-5 x 1,5 meter die op en naast elkaar werden gezet. Een ander fraai element zijn de ‘oreillons’ op beide halfbastions: halfronde, ‘oorvormige’ constructies als teruggetrokken verdedigingselement achter de kanonnen. Op verschillende plekken waren resten van bestrating om kanonnen en zwaar materieel te verplaatsen.
Vergeten kelder herontdekt Het spectaculairst was een grote overwelfde kelder bij het poortgebouw met een kleine deur en twee kleine halfronde ramen. In de achttiende eeuw was hij waarschijnlijk mede in gebruik als kruitopslagplaats. Na het dichten van de openingen (begin negentiende eeuw) is de huidige trap voor de ruimte gebouwd en vergat men de kelder. Erboven stond op het bastion een gebouw: volgens archiefgegevens de commandeurswoning. In de Napoleontische tijd (circa 1812) zijn alle gebouwen gesloopt en de bastions opgehoogd. Het puin van de commandeurswoning vulde de kelder op; ook oreillons en bestrating verdwenen uit het zicht. Aan de oost- en zuidzijde van de binnenplaats kwamen nieuwe kazematten; langs een groot deel van de buitenmuur een voorzetwand van baksteen. Om het fort werd een tweede verdedigingsgordel, het kroonwerk, opgericht. Uit de Tweede Wereldoorlog dateren twee fundamenten van een geschutpost op het westelijk half- en het hoofdbastion, voorzien van ingekraste namen en een laarsindruk van de Duitsers.
De eens vergeten, nu herontdekte kelder bij het poortgebouw van Fort Rammekens (foto WAD).
Duitse geschutspost uit de Tweede Wereldoorlog, voorzien van namen (foto WAD). Skeletvondst Aan de westzijde is de oude dijk bestudeerd waarover het fort vermoedelijk is gebouwd. Verder onderzoek hiernaar vindt plaats met AWN-lid Bas Chamuleau. Verrassend was de vondst van een menselijk skelet in de ophogingspakketten van een bastion. De begraving wordt gedateerd midden/einde van de achttiende eeuw. Sporen van kist, kledij of bijgaven ontbraken.
Een der halfbastions (ZW) met oreillon (foto WAD).
Kanonskogels om schepen te kunnen beschieten vanaf Fort Rammekens; het zijn zogenaamde ‘kneppelkogels’, verbonden door een staaf om het vernietigend effect op masten, tuigage en zeilen te vergroten (foto WAD).
Zeeuws Erfgoed
Opgraving Bachtensteene, Middelburg Voorafgaand aan de bouw van een woonzorgcomplex aan de Bachtensteene vond afgelopen zomer een archeologische opgraving plaats. Het plangebied ligt in Middelburgs oudste kern, met de karolingische ringwalburg die eind negende eeuw is opgericht tegen de Noormannen. Het onderzoeksgebied lag aan een van de wegen door de ringwalburg, namelijk de Lange Burg. Hieraan verrees in de late middeleeuwen het Gravensteen: de voormalige gevangenis en een van de eerste stenen huizen in Middelburg. ArcheoMedia voerde in opdracht van Stichting Werkt voor Ouderen de opgraving uit; de WAD begeleidde deze namens de gemeente Middelburg. De resultaten waren vanaf de eerste dag spectaculair. Nauwelijks 50 centimeter onder het maaiveld lagen zeer zware funderingen van het Gravensteen. Ook het complexe riool- en afwateringssysteem van het Gravensteen was aanwezig, inclusief een gemetselde beerkelder met prachtig vondstmateriaal. Verder restanten van een bakstenen riool, dat ook fungeerde als waterafvoer langs de straat. Tevens beerputten en -bakken, met perfect bewaarde voorwerpen van hout en tin.
19 september 2012/03 • A
RCHEOLOGIE
Funderingen van het Gravensteen; Bachtensteene in Middelburg (foto ArcheoMedia/WAD).
Een tinnen pispot uit een van de putten aan de Bachtensteene (foto ArcheoMedia/WAD)
4
De verdiepte opgravingsput tussen de wanden van twee houten huizen (foto ArcheoMedia/WAD).
Bijzondere houten huizen Opzienbarend waren resten van enkele houten huizen die hoogstwaarschijnlijk uit de twaalfde eeuw dateren, de laatste bewoningsfase van de ringwalburg. De huizen meten circa 12,5 m x 5,5 meter en zijn opgetrokken uit zware houten palen met daartussen planken. De bouwwijze verschilt per huis met verticale of horizontale wandplanken. Minstens drie huizen lijken vlak tegen elkaar te zijn geplaatst langs de straat. Opvallend: in de Domburgse ringwalburg leek de bebouwing meer te bestaan uit vrijstaande woningen op een klein erf. In Souburg stonden de huizen al dichter op elkaar. De gesloten bebouwing van Middelburg kán al duiden op grotere bevolkingsdruk. De ligging van de voormalige straat bleek uit een houten drempel aan de korte zijde van een van de huizen.
Vondstmeldingen en archeologisch spreekuur Melding van archeologische vondsten dient te geschieden bij de SCEZ. Het materiaal wordt wanneer nodig geregistreerd en gedocumenteerd, maar blijft altijd in het bezit van de melder, tenzij deze het zelf wil afstaan. Uw melding van vondst(en) of waarneming(en) kan ook schriftelijk of telefonisch geschieden bij: SCEZ Postbus 49 4330 AA Middelburg T 0118-670870 E
[email protected] Daarnaast houdt de SCEZ op elke eerste dinsdagmiddag van de maand een archeologisch spreekuur. U kunt het spreekuur in locatie De Burg Groenmarkt 13 te Middelburg bezoeken om voorwerpen te laten determineren (geldwaarde wordt niet getaxeerd), vondstmeldingen te doen, of allerlei vragen op het gebied van de Zeeuwse archeologie voor te leggen. De eerstvolgende archeologische spreekuren vinden plaats op de dinsdagmiddagen 4 september, 2 oktober, 6 november en 4 december van 15.30 tot 16.30 uur. Dank voor uw medewerking!
Vloerniveau van het middelste houten huis, met haard en drempel (foto ArcheoMedia/WAD). De huizen hebben een driedeling met twee binnenruimten en een soort achterplaatsje. Op dit achterterrein lag veel botmateriaal (slacht- en keukenafval), mogelijk waren er ook ambachtelijke activiteiten. Eén huis bevatte drie haardplaatsen. Behalve herstel was er nieuwbouw. Ophogingspakketten binnen de woningen wijzen op een nieuw loopniveau en het bouwen van een nieuw huis op dezelfde plaats. Binnen één kavel lagen resten van twee huizen boven elkaar. Het totale pakket van menselijke ophogingslagen bleek ten opzichte van het straatniveau circa 4,80 meter dik. Dendrochronologisch onderzoek moet de afzonderlijke huizen preciezer dateren. Opmerkelijk is ook de vondst van een fragment van een walviswervel. Deze zijn in elke ringwalburg teruggevonden en mogelijk afkomstig van gestrande dieren. Soms dienden ze als hakblok. De Walcheren teruggevonden? Op 9 en 10 juli is nader onderzoek uitgevoerd naar de locatie van het Zeeuwse admiraliteitsschip de Walcheren. In 1689 kwam dit bij Vlissingen dramatisch aan zijn einde. Na deelname aan de ‘Glorious Revolution’ van Willem III (invasie van Engeland) voer het schip onder leiding van Cornelis Evertsen de Jongste, bijgenaamd Keesje de Duivel, te dicht op de kust, daarheen gelokt door honderden juichende Vlissingers. Het schip liep op het westerhoofd van de oude Koopmanshaven en zonk verderop. Jarenlang was de locatie onderwerp van onderzoek door vooral maritiem historicus Doeke Roos en de Stichting tot het Behoud van Onderwaterschatten Zeeland (STIBOZ). Dit en recenter magnetometer- en sonaronderzoek suggereren een locatie vóór de voormalige ingang van de Nieuwe Haven, ongeveer ter hoogte van de Oranjemolen.
Zeeuws Erfgoed
Op initiatief van STIBOZ verzocht de Provincie Zeeland de Koninklijke Marine te participeren in verder onderzoek. De locatie met sterke stromingen, vlak naast de drukke vaargeul, is te gevaarlijk voor amateurduikers; voor de Defensie Duikgroep van de marine echter een prima training. Naast de duikgroep van de marine waren leden van STIBOZ, en archeologen van de WAD en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) aan boord. De duikers onderzochten locaties op, vastgesteld tijdens eerdere onderzoeken. Met een Navigator voorzien van sonar-, video- en fotoapparatuur onderzochten zij deze van dichtbij. Een gespecialiseerd team onderzocht grotere zones met de Remus, een programmeerbare torpedoachtige sonde voor sonaropnames. De analyse van de sonarbeelden leidde tot nieuwe locaties die de duikers vervolgens onderzochten. Vondsten Op enkele van deze locaties verwachtte men balken of andere wrakdelen, die echter niet zijn gevonden. Wél een gemetseld muurtje, mogelijk een kombuis- of bakovenonderdeel van een schip. Enkele stenen ervan zijn voor nader onderzoek geborgen. Ook vond men een houten deel dat op een as van een wagenwiel lijkt, een houten staakfragment en een houten balk met verschillende uitsparingen en inkepingen, en enkele metalen pennen. Het gaat zeker om een stuk scheepshout. Dendrochronologisch onderzoek heeft tot dusver geen uitsluitsel opgeleverd over een relatie met de Walcheren. De volgende vraag: is nader onderzoek naar de Walcheren mogelijk en wenselijk? De leden van de duikgroep van de marine willen in principe graag weer meewerken.
Aangetroffen scheepshout - van de Walcheren? (foto WAD). Onderzoek textielvondsten Middelburg 1992/93 Dr. Hanna Zimmerman onderzocht textielfragmenten uit Middelburg, gevonden in 1992/93 bij archeologische opgravingen aan de Kousteensedijk. Ze komen uit een zestiende-eeuws afvalpakket. Mevrouw J.A. Zimmerman promoveerde op zestiende-eeuws textiel uit Groningen (Textiel in context, 2007) en was daarom ook geïnteresseerd in de Midddelburgse vondsten. Dit zijn zeven weefsels van wol en één van zijde: beide dierlijke vezels die uit eiwitten bestaan. Linnen en katoen vergaan als plantaardige vezels sneller dan dierlijke, en worden maar zelden aangetroffen. Zestiende-eeuwse textielresten uit opgravingen zijn merendeels geweven in linnenbinding. Bij de Groningse opgraving waren dit meer dan tweeduizend fragmenten, waarvan de meeste van het voor kleding geschikte middelfijn weefsel, terwijl slechts negen procent van de vondsten uit wollen satijn bestond. De Middelburgse vondsten bevatten vier verschillende kledingstoffen, waarvan slechts één weefsel in linnenbinding en drie in satijn! De aantallen zijn te klein voor definitieve uitspraken, maar deze verhouding kan bevestigen dat Middelburgers zich in de zestiende eeuw de weelde konden permitteren van mooie kleding, vervaardigd van kostbaar satijn.
20 september 2012/03 • A
RCHEOLOGIE
Vondst voor het voetlicht
Een Portugese kraak bij Arnestein
Het voormalig hof Arnestein ((Jan Arends, 1781; privécollectie). Op het landgoed van Arnestein nabij Middelburg werd in 1843 hard gewerkt aan het uitgraven van een waterpoel. Men hoopte resten te vinden van een zeer oude kraak die er ooit schipbreuk had geleden. De waterpoel was een overblijfsel van de bedding van de oude rivier de Arne, die Middelburg toegang had gegeven tot de Schelde. Arnemuiden was ernaar vernoemd. Opdrachtgever was de eigenaar van landgoed Arnestein; Abraham Caland. Het was geen wonder dat deze hoofdingenieur van Zeeland het fijne wilde weten van het wrak in zijn achtertuin. Hij zette 25 werkbehoevende mannen aan het werk om de legende te ontdoen van haar mysterie. Het uitgegraven wrak bleek langer dan 70 oude voet. In de Archieven van Arnemuiden bevond zich een authentiek procesverbaal van de bestuurders van Middelburg van maart 1545. Zij waren ingelicht dat een schip genaamd De Gabriël op 9 februari was omgevallen in de Arne. De 300 ton metende Gabriël met 36 opvarenden behoorde tot de handelsvloot van Portugal. Omdat de lading in het schip kostbaarder was dan het schip zelf, wilden Portugese kooplieden uit Middelburg die het bevracht hadden het openbreken. Kapitein Juan Perez de Aresti wilde dit gezien zijn schadepost niet toestaan, maar Francisco Pessoa ging als administrateur van de factorij van Portugal akkoord. Het schip was te diep in het zand gezonken om het eruit te hijsen en er was gevaar dat het schip zou vallen en de Arne zou blokkeren. Dijkgraaf Boom, alias Met Genuchten, sloeg daarop met een bijl in op het houtwerk waarna timmerlieden grotere gaten maakten om via een pier van de wal naar het schip de koopwaar eruit te halen. Kapitein van de Gabriël De van oorsprong Spaanse kapitein Juan Perez de Aresti was burger van Arnemuiden. Hij had eerder een ander schip, de San Martin, verloren waarop hij in 1539 naar Cadiz was vertrokken. Op de terugreis raakte hij met een lading zout en koopwaar verzeild in Noord-Ierland, waar hij om onduidelijke reden gevangen genomen werd. De San Martin voer onder leiding van de administrateur van dat schip op de kust bij Saint Ives. Toen De Aresti uiteindelijk veilig terug was in het Zeeuwse eiste hij 123 gouden dukaten voor de schade van het verlies van de San Martin. De destructie van de Gabriël zorgde wederom voor een grote schadepost. Geschiedschrijver Frederik Nagtglas was in 1871 getuige van het (her)uitgraven van de haven bij Arnestein. Hij zag destijds pikzwart
Zeeuws Erfgoed
Kaart van de Arne naar de kaart van Jacob van Deventer (Archief Zeeuws Genootschap, 1933). Omcirkeld zijn Arnestein, Den Kleine Doel en het wrak. geworden spanten van een groot vaartuig opdelven. Doordat Fred Groen van Wrakduikstichting De Roompot (WDSR) dit jaar gevraagd werd om een duik te maken in de buurt van Arnemuiden, kwam het verhaal van de Portugese kraak weer bovendrijven. Er staan nieuwe baggerwerkzaamheden op de rol in het kanaal. In 2006 verscheen een rapport over mogelijk archeologische interessegebieden, maar daar staat dit wrak niet in vermeld. Nu verschillende instanties op de hoogte zijn gebracht is de interesse in het gebied van het kanaal verhoogd. Arthur Scheijde, archivaris Stichting tot Behoud van Onderwaterschatten in Zeeland (STIBOZ) i.s.m. Fred Groen, secretaris STIBOZ en WDSR
Geraadpleegde bronnen en literatuur Frans Mol, hydrograaf Rijkswaterstaat; Arie de Lange, wraklocatiespecialist Bijdragen voor de geschiedenis der Nederlanden dl. 3, 1948-1949. R. Fagel, De Hispano-Vlaamse wereld (1996). M. Gargon, Walcherse Arkadia (1715-1717) II, 188. Middelburgsche, Leeuwarder en Overijsselsche Courant 1843. J.H. de Stoppelaar, Inventaris van het Oud Archief der stad Middelburg (1872-1873).
21 september 2012/03 • A
RCHEOLOGIE
Erfgoededucatie Een dagje oorlog
kwamen, kregen zij van tevoren op school instructies over deze dag en is er tijdens de geschiedenisles aandacht besteed aan de Tweede Wereldoorlog. De leerlingen kregen te horen hoe laat zij verwacht werden bij het onderdeel waar ze gingen starten. Om te zorgen dat er geen overlappingen in het programma zouden zijn, startte iedere groep op een ander tijdstip. Het bleek nog lastig in te schatten hoe lang je erover fietst van huis naar Westkapelle, veel leerlingen kwamen later aan dan gepland. De dag ging goed van start, de vier onderdelen draaiden op volle toeren. Een paar technische storingen bij de film en een organisatorisch probleem in het museum waren snel opgelost.
Een korte rondleiding door het museum. Waar kun je informatie vinden? (foto Belinda Dirven).
Woensdag 20 juni werd Westkapelle overspoeld door honderdtwintig havo 3-leerlingen van de Christelijke Scholengemeenschap Walcheren, afdeling Van de Perre in Middelburg. Wat deden deze leerlingen die dag in Westkapelle? De laatste week, bijna zomervakantie. Voor de leerlingen van CSW Van de Perre was tijdens deze activiteitenweek het project ‘Een dagje oorlog’ ingeroosterd. De CSW en het Polderhuismuseum zijn samen dit project over de Tweede Wereldoorlog gestart. Havo 3 testte het op deze dag uit, waarna het wordt geëvalueerd en bijgesteld. Het programma bestond uit vier onderdelen, die alle honderdtwintig leerlingen, verdeeld in vier groepen van dertig leerlingen, volgden. De vier programma onderdelen: - een museumbezoek met tien verschillende opdrachten, uit te voeren in tien groepjes van drie leerlingen; - een gesprek met een overlevende in restaurant De Fontein, bij de maquette van Westkapelle voor en na het bombardement; - een opdrachtenroute op de fiets langs oorlogsmonumenten; - de film ‘Slag om de Schelde’ in het Kasteel van Batavia. Voorbereiding Voordat de leerlingen op de fiets naar Westkapelle
Informatie verzamelen Met het groepje van drie moesten de leerlingen zoveel mogelijk informatie zien te verzamelen over hun persoonlijke opdracht. Die informatie haalden de leerlingen zowel uit het museum, als uit het verhaal van de WO II-overlevende, de film en de opdrachtenroute langs monumenten. Tevens werden er vragen gesteld waarbij de verbinding tussen verleden en heden werd gemaakt. De leerlingen moesten hierbij nadenken over de gevolgen van de oorlog, of over hoe zij in een bepaalde situatie zouden handelen. Fanatiek hebben de leerlingen de hele dag gezocht naar antwoorden bij hun opdrachten. De verzameling van alle informatie moest de volgende dag verwerkt worden in een presentatie, waarbij het groepje leerlingen zelf voor een vorm mochten kiezen: een powerpoint presentatie, muurkrant, poster of film. Presentaties Tijdens alle presentaties, die de volgende dag op school gehouden werden, waren ook twee overlevenden en de bedrijfsleider van het Polderhuis present. Een van de overlevenden, de heer Lous, was zeer ontroerd door de goede presentaties van de leerlingen. De leerlingen hadden op hun beurt veel respect voor de verhalen van de overlevenden. “Een dergelijke indringende manier van lesgeven kan binnen een klaslokaal nooit gerealiseerd worden”, aldus een van de docenten. Lesmateriaal Scholen voor voortgezet onderwijs die interesse hebben om van dit lessenpakket gebruik te maken, kunnen contact opnemen met het Polderhuis in Westkapelle.
Geschiedeniszeeland.nl blijft groeien! Aanvullingen tot dusver dit jaar zijn lange thema’s als ‘Vlas’ en korte als ‘Gevelreclame’ en ‘Baksteengotiek’. Gewerkt wordt aan de nieuwe onderwerpen ‘Eerste Wereldoorlog’, ‘Zonnewijzers’ en ‘Rederijkers in Zeeland’ ... en meer. Ook de actualiteit wordt niet vergeten. Met nieuwsberichten over activiteiten, themajaren en seminars dragen we bij aan het levendig houden van ons erfgoed. Laat je inspireren, informeren en vooral verbazen: bezoek geschiedeniszeeland.nl en ‘blader’ eens door het aanbod. Deel je ervaringen met ons. Bekijk je omgeving op oude foto’s of ontdek de ingang tot jouw familiegeschiedenis. Bezoek ons verleden en verras je vrienden met een e-card. Voor nu en voor later:
www.geschiedeniszeeland.nl Zeeuws Erfgoed
22 september 2012/03 • E
RFGOEDEDUCATIE
Colofon
Zeeuws Erfgoed jaargang 11 nr. 3 • september 2012
Zeeuws Erfgoed is een uitgave van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland en verschijnt vier keer per jaar. Deze nieuwsbrief informeert over archeologie, cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten, musea, streektalen en volkscultuur in Zeeland. Zeeuws Erfgoed wordt mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zeeland. Abonnementen en adreswijzigingen alleen schriftelijk via postbus 49 o.v.v. Zeeuws Erfgoed.
Meegezonden - Zeeuws Archief Nieuws nr. 55
Redactie Marinus van Dintel, Aad de Klerk, Jan Kuipers, Veronique De Tier en Janneke de Wit Eindredactie Saskia Buitenkamp, Aad de Klerk en Jan Kuipers Foto’s Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, tenzij anders vermeld. De SCEZ streeft er met de uiterste zorgvuldigheid naar om voorafgaand aan het moment van publicatie contact op te nemen met de rechthebbenden. De SCEZ kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor beeldmateriaal, door derden aangeleverd, waarop auteursrecht berust. Opmaak decreet, Ramon de Nennie, Middelburg Druk Meulenberg, Middelburg
Aan dit nummer droegen bij • ARCHEOLOGIE Robert van Dierendonck, Fred Groen, Jan Kuipers, Bernard Meijlink, Arthur Scheijde, Bram Silkens en Hanna Zimmerman • CULTUURHISTORIE Aad de Klerk • ERFGOEDEDUCATIE Josien Pootjes en Antoine Vanhemelrijk • MONUMENTEN Wim Jakobsen, David Koren, Johan Maliepaard, Tony Veenstra en Jan van Zon • MUSEA Joost Adriaanse, Jeanine Dekker en Janneke de Wit • STREEKTALEN Veronique De Tier • MONUMENTAAL Jeanine Dekker • ALGEMEEN Saskia Buitenkamp, Marijke Gunter en Wim Scholten • ALLERLEI Johan Francke en Truus Trimpe Burger-Mekking • JAARTHEMA David Koren • SPECIAL Platform Maritiem Erfgoed Zeeland, Marinus van Dintel en Jacquelien Pleijte Aanlevering van kopij Voor het volgende nummer en/of reacties op deze nieuwsbrief bij voorkeur digitaal tot 15 oktober 2012,
[email protected] of via postbus 49, 4330 AA Middelburg o.v.v. kopij Zeeuws Erfgoed.
Contact Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Postbus 49 4330 AA Middelburg Bezoekadres locatie De Burg, Groenmarkt 13 T 0118-670870 | F 0118-670880 | E
[email protected]
www.scez.nl
KORTelings
MonuMENTaal
Volg SCEZ op Twitter Erfgoedzeeland In september start de SCEZ onder de gebruikersnaam erfgoedzeeland via Twitter met een nieuwe manier van informatie delen, contacten leggen en nieuws verzamelen. Via dit account willen wij onze volgers regelmatig informeren over erfgoedactiviteiten van de SCEZ en andere Zeeuwse erfgoedorganisaties. De tweets zijn vanaf de startpagina van www.scez.nl voor iedereen zichtbaar, maar we hebben natuurlijk veel liever dat u www.twitter.com/erfgoedzeeland met uw eigen twitteraccount gaat volgen!
RSS Een andere manier om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws op onze website is het gratis abonnement op RSS-feed. Via het icoon op de website bovenin de menubalk kunt u aangeven dat u hiervan gebruik wilt maken. Wanneer er vervolgens nieuwe informatie op scez.nl is geplaatst, ontvangt u hiervan automatisch bericht in uw mailbox. Dit betreft dan alleen de rubrieken ‘Nieuws uitgelicht’ en ‘Agenda uitgelicht’, gepubliceerd op de startpagina. Overigens zijn vanaf september 2012 alle berichten op www.scez.nl te delen op Twitter, Facebook en LinkedIn.
Zeeuws Erfgoed
Het vissen met handgemaakte netten kwam vroeger overal aan de Zeeuwse Noordzeekust voor. Het was er niet het hoofdberoep, maar een nevenactiviteit van mensen die op andere wijze de kost verdienden. Nu is de strandvisserij een traditie die nog door enkelen in leven wordt gehouden. In de winter breiden de vissers hun netten. In de zomer trokken ze er op uit om te vissen. Gevist wordt er met fuiken en met korren (sleep- of duwnetten). In de fuiken worden paling (kleine mazen) en rond- en platvis (grotere mazen) gevangen. De fuiken worden bij laagwater neergezet. Dan gaat de vloed er over heen. Als het weer eb is geworden, gaat de visser naar het strand om te kijken wat de fuiken aan vangst hebben opgeleverd. Een garnalenkor is een duwnet. Het net is bevestigd aan een plank met een houder in het midden, waarin een stevige, twee meter lange stok is gestoken. De visser duwt het net tijdens laagwater op kniehoogte (of hoger als de garnalen dieper de zee in zitten) door de zee. Met sleep- of duwnetten wordt gevist op rondvis, platvis en garnalen. Op de foto trekt Wim Vreeke, strandvisser uit Domburg, een sleepnet uit zee. Een sleepnet is ongeveer 20 meter lang. Er zijn twee personen nodig om het in een grote boog door de zee te trekken. Een van hen gaat diep het water in, de ander blijft dicht bij de laagwaterlijn. Het net is bevestigd aan ronde stokken, waaraan ook treklijnen zitten die over de schouders van de vissers lopen. Ondanks de grootte van dit net is de strandvisserij een kleinschalige vorm van visserij. In de netten en fuiken worden maar kleine hoeveelheden vis gevangen.
23 september 2012/03 • C
OLOFON
| KORTELINGS | MONUMENTAAL
(foto Dirk-Jan Gjeltema)
M On u M E N Ta a l
(foto Cees Maas)