NIEUWSBRIEF VAN DE S TICHTING C ULTUREEL E RFGOED Z EELAND
jaargang 12, maart 2013
01
Inhoudsopgave 2
SCEZpresse
3
JAARTHEMA Zeeuws Jaar van het Water op 2 februari afgesloten Veel culturele activiteiten bij herdenking watersnoodramp
4
CULTUURHISTORIE Waar eens water was Verslag van een inspirerend symposium over ‘oud’ water
6 7 • 8 • 9 10 • 11 12 • 13 14
15 16 18 19 •
20 21 22
24 25
MONUMENTEN Scheldemondfonds ondersteunt grensoverschrijdend maritiem project Monumentenwacht wil abonnee adviseren over energiebesparing Logo voor Werkgroep Industrieel Erfgoed Zeeland Jaar van de Boerderij 2013 De historische boerderij in een veranderend landschap Achterstallig onderhoud nekt historische landbouwschuur Monumentenronde: Boerderijenstichting Zeeland Vogelvrije parel in het Walcherse landschap Provinciale inventarisatie maritieme objecten afgerond Presentaties van ROP Zeeland Uitwisseling met collega’s van Monumentenwacht Oost-Vlaanderen Een monument wil ademen Stichting Bunkerbehoud en de Slag om de Schelde 20.000 bezoekers aan bunkers en slagveldtours Villa Jufferschans gesloopt MUSEA Bezoekcijfers Zeeuwse musea blijven achter Het eerste jaar van Stadhuismuseum Zierikzee Altijd wat te doen in de Zeeuwse musea Volkscultuur Nieuws: Immaterieel erfgoed op en rond de boerderij Krulbollen op Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed
SCEZpresse Het zag er vorig jaar somber uit voor het erfgoed en de SCEZ. Het aanvankelijk door Gedeputeerde Staten aangekondigde bezuinigingsvoorstel in het kader van de provinciale kerntakendiscussie zou betekenen dat de erfgoedzorg in Zeeland in kort tijdsbestek zou terugvallen naar het niveau van vóór 2001, het jaar dat de SCEZ is opgericht. Alle reden dus om politiek en belanghebbenden te informeren over de effecten van deze bezuiniging. Dat is ook gebeurd, onder meer via de actie ‘Houd erfgoed levend!’. Het affiche dat daarvoor is gemaakt, zie ik op een enkele plaats nog hangen. De actie heeft geleid tot vele honderden reacties, variërend van adhesiebetuigingen tot foto’s van bijzondere erfgoedplekken. Dit alles heeft ertoe bijgedragen dat Provinciale Staten in hun vergadering van 21 december 2012 uiteindelijk hebben besloten de bezuiniging op de basissubsidie van de SCEZ te beperken tot €125.000. Nog altijd een fors bedrag, maar een stuk minder dan de aanvankelijke €400.000. De besluitvorming over de kerntakendiscussie en de ombuigingstaakstelling is achter de rug, evenals de vaststelling van het provinciaal cultuurbeleid voor de komende jaren. Daarmee is een einde gekomen aan een periode van veel onduidelijkheid en onzekerheid. Alle aandacht en energie kunnen vanaf dit jaar weer worden gericht op het erfgoed zelf. Dit eerste nummer van de nieuwe jaargang biedt u weer veel nieuws over het erfgoed in zijn volle breedte. Kijk alleen maar naar de foto’s van bakkeet en muziekgroep op respectievelijk de voor- en achterzijde van de omslag en u zult zich realiseren hoe vol die breedte eigenlijk is. Het zijn tegelijk ook mooie voorbeelden van behoud van erfgoed door beleving. De bakkeet is bewaard gebleven met een eigentijdse aankleding en de watersnoodramp van 1953 klinkt door in een popsong in streektaal. Veel aandacht in dit nummer gaat uit naar monumenten en in het bijzonder naar boerderijen. Dat is verklaarbaar want 2013 is het Jaar van de Boerderij. We weten al enige tijd dat niet alle monumenten kunnen worden behouden, maar zelf vraag ik me wel eens af of in alle gevallen de keuze voor niet behouden een bewuste keuze is geweest. Soms zie je monumenten ‘gewoon’ vervallen of ‘plotseling’ verdwijnen. Zo lijkt het vergaan te zijn bij de historische landbouwschuur in Koudekerke en de markante Villa Jufferschans in IJzendijke. In deze Zeeuws erfgoed wordt daar kort bij stilgestaan.
ARCHEOLOGIE Archeologisch nieuws Lopende projecten Vondst voor het voetlicht: Romaanse zerken uit het verdronken Westkerke ERFOEDEDUCATIE Deskundigheidsbevordering van museumeducatie Terugblik op cursus ‘Visie op educatie’ Gymnasiumdagen CSW Leerlingen battelen 17-18 januari voor beste rondleiding
26 • 27
STREEKTALEN In ’t Zeêuws: Zing Zeeuws In ’t Zeêuws: 14 juni 2013 Uutgesproken Zeeuws Streektaal Varia
28
ERFGOED ALLERLEI Publicaties
31
Colofon | KORTelings | MOnuMENTaal
Bij de omslag Bakkeet van een Walchers boerderijtje aan de Lageweg in de buurtschap Klein-Valkenisse. Om streekeigenheid te bevorderen en te waarderen organiseren Stichting Landschapsbeheer Zeeland, de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie en de Boerderijenstichting Zeeland de Zeeuwse Erfgoedtrofee 2013. De SCEZ omarmt dit initiatief en verleent daar waar nodig ondersteuning in de vorm van advies en informatievoorziening. De Zeeuwse Erftrofee 2013 valt samen met het Jaar van de Boerderij 2013. Meer informatie: www.boerderijenzeeland.nl (foto Marinus van Dintel).
Deze plek is niet zonder verleden. Zie de straatnamen: Looierssingel en Armeniaans Schuitvlot. Van de leerlooierij resten nog wat bodemvondsten, van het schuitvlot voor zover ik weet niets. In de jaren zestig van de vorige eeuw werd er een schuilkelder gebouwd met daarboven een brandweerkazerne. De brandweerkazerne werd, na een ingrijpende verbouwing, in de zomer van 2010 in gebruikgenomen door de SCEZ als onderkomen voor het Zeeuws Archeologisch Depot en de Monumentenwacht. Vanaf april dit jaar, na een iets minder ingrijpende verbouwing, is onze gehele organisatie er gehuisvest. Het Schuitvlot als symbolische aanlegplaats voor het erfgoed van Zeeland. Van hieruit verder, zo zie ik dat dan. Wim Scholten, directeur
Veel culturele activiteiten bij herdenking watersnoodramp
Zeeuws Jaar van het Water op 2 februari afgesloten Met een groot aantal bijeenkomsten en activiteiten werd eind januari/begin februari de Watersnoodramp van 1953 herdacht. De publieksdag in het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk op 2 februari vormde tevens de afsluiting van het Zeeuws Jaar van het Water. De nationale herdenking van 60 jaar Watersnoodramp vond op 1 februari plaats, eveneens in het Watersnoodmuseum. Hierbij waren onder meer de minister van infrastructuur en milieu (Melanie Schultz van Haegen), de commissarissen van de koningin in Zeeland (Karla Peijs), ZuidHolland (Jan Franssen) en Noord-Brabant (Wim van de Donk) en de Deltacommisaris Wim Kuijken aanwezig. Aansluitend aan de herdenkingsbijeenkomst werd de blik ook op de toekomst gericht: met de heropening van het vierde caisson van het Watersnoodmuseum, met een interactieve tentoonstelling over de Zuidwestelijke Delta die laat zien wat er in Zeeland gebeurt op het gebied van watermanagement en innovatie én de 3D-presentatie van het project Flood Aware dat inzicht biedt in het overstromingsrisico van de eigen woonomgeving en hoe Zeeuwen zich hierop kunnen voorbereiden. De heropening van het vierde caisson was een van de laatste officiële activiteiten van de Zeeuwse commissaris van de koningin, Karla Peijs. Op 8 februari nam zij afscheid van de provincie met het symposium ‘Onbegrensd Zeeland’. De weg naar het Watersnoodmuseum zal zij komende jaren echter nog vaak weten te vinden, want per 1 maart is zij voorzitter van het stichtingsbestuur.
Vluchten voor het rijzende water (collectie Watersnoodmuseum).
Bij alle herdenkingsbijeenkomsten bij 60 jaar Watersnoodramp waren dit jaar opvallend veel culturele activiteiten. Theaterproductiehuis Zeelandia toerde van november tot en met februari met het toneelstuk Coupure (tien jaar geleden reeds in het Nazomerfestival uitgebracht) langs Zeeuwse
theaters. Coupure is een zachtaardig stuk over de harde werkelijkheid van de watersnoodramp. Een aangrijpend verhaal over littekens die nog elke dag pijn doen. Het Middelburgs Kamerkoor maakte van 31 januari tot en met 10 februari een korte tournee door de provincie met het herdenkingsconcert Kerend Tij, waarin onder meer het Missa pro defunctis, een maar zelden uitgevoerd maar zeer indrukkwekkend requiem van Cristóbal de Morales en drie bijzondere composities die Christian Blaha speciaal schreef voor de herdenking van de stormvloed. Op 1 februari ging in Tholen het muziekstuk De Ramp van de in Kassel wonende componist Johan de Wit (maar zelf geboren in het rampgebied) in uitvoering met honderdnegentig deelnemers (vier koren en een orkest). Het concert werd op 2 februari herhaald in Vlissingen. Ook werden in de afgelopen maanden op verschillende plekken in Zeeland nieuwe boeken gepresenteerd, ter herinnering aan de watersnoodramp.
Grote landelijke belangstelling voor de herdenking.
De nieuwe voorzitter van het Watersnoodmuseum (foto’s Klazina Uil).
Kerend Tij (foto Middelburgs Kamerkoor).
Coupure (foto Lex de Meester).
Zeeuws Erfgoed
3 maart 2013/01 • J
AARTHEMA
Cultuurhistorie Waar eens water was
Verslag van een inspirerend symposium over ‘oud’ water
Landschapsarchitect Jan Willem Bosch van Bosch Slabbers.
De Nieuwe Bierkaai in Hulst (foto Duofoto - Heikant).
Na een woord van welkom door de gastheer, dijkgraaf Toine Poppelaars, en een introductie door dagvoorzitter Tjerk van der Meer, schetste Aad de Klerk (SCEZ) het cultuurhistorisch perspectief. Hij bracht de uiteenlopende gedaanten van vroeger aanwezig, maar inmiddels gedempt water in beeld. Dat varieerde van de va(e)te en de kerkgracht, via de haven, de spuikom en het havenkanaal, tot de grachten binnen, en de vesten rondom de stad. Even gevarieerd als al dat ‘oude’ water was, zo gevarieerd waren de motieven om het vroeger of later te dempen. Duur onderhoud van kademuren en bruggen, watervervuiling, werkverschaffing, verkeersen parkeereisen vormden de belangrijkste overwegingen. Marjo van Loon (gemeente Gouda) deelde met de aanwezigen de in Gouda opgedane ervaringen met het project Hollandse Waterstad. Die betreffen minder de daar concreet gerealiseerde resultaten, maar veel meer de communicatie. Daarbij komt het erop aan om in een vroeg stadium elkaars taal, verwachtingen, mogelijkheden en beperkingen te kennen, en bij het ontgraven van gedempt water cultuurhistorie niet als het doorslaggevende belang, maar als één van de belangen te zien. Van meer nabij waren de ervaringen van de gemeente Hulst met het voor Zeeland unieke project De Nieuwe Bierkaai. Een deel van de oude haven is terug open gegraven in de stellige verwachting dat de ruimere omgeving zich verder zal ontwikkelen. Wethouder Clen de Kraker benadrukte het belang van een goede exploitatieopzet, samenwerking en een forse dosis enthousiasme. Samen met waterschap Scheldestromen was de SCEZ verantwoordelijk voor de organisatie van een themamiddag op 7 december 2012; een middag bedoeld om de kansen te meten om vroeger gedempt water terug te brengen in Zeeuwse steden en dorpen. Ruim honderd geïnteresseerde en gemotiveerde deelnemers luisterden eerst naar zes presentaties, om vervolgens aan het eind van de middag vol overgave deel te nemen aan de discussie.
Zeeuws Erfgoed
Wie gedempt water terug wil brengen, doet er goed aan zich terdege en zo vroeg mogelijk op de hoogte te (laten) stellen van de soms zeer gecompliceerde voorgeschiedenis van de plek in de vorm van het zogeheten bodemarchief. Veel meer dan belemmering kan het archeologische verhaal van de plek een kans bieden aan nieuwe ontwikkelingen. Dat was de belangrijkste boodschap die archeologe Ellen Vreenegoor (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) de aanwezigen aan de hand van enkele voorbeelden meegaf.
4 maart 2013/01 • C
ULTUURHISTORIE
De rol van het waterschap werd verwoord door Piet-Hein Nelissen (waterschap Scheldestromen). Hij schetste de verschillende verantwoordelijkheden ten aanzien van de hemelwaterafvoer en benadrukte de belangrijke - gedeelde - rol van gemeente en waterschap. Gezamenlijke stedelijke waterplannen en gemeentelijke rioleringsplannen bieden de kaders om daarbinnen alle wateractiviteiten te integreren. En vroege integratie met de ruimtelijke ordening is daarbij van groot belang.
De kerkgracht in Sint-Annaland in 1920; in 1936 besloot men het laatste deel van dit water rondom het kerkhof te dempen (collectie Heemkundekring Stad en Lande van Tholen).
Landschapsarchitect Jan Willem Bosch (Bosch Slabbers) deed beeldend verslag van een speurtocht naar kansrijke plekken voor de (her)introductie van water in stad en dorp. Hij kwam uit in Sint-Annaland, met het plan om de gedempte kerkgracht weer open te graven. In Axel, met ideeën om het deels gedempte uitwaterings-kanaal weer open te leggen en opnieuw vorm te geven. En in Terneuzen, om het vroegere uitwateringskanaal naar de Otheense kreek in te zetten voor waterberging. Zijn conclusie: water terug is van belang voor zowel economie, ecologie als esthetiek van stad en dorp. Misschien wel de belangrijkste boodschap die in de presentaties en de discussie doorklonk: als er voldoende enthousiasme rond een plan bestaat, komt het met het voor de realisatie benodigde geld wel goed. Een signaal om te onthouden in deze tijd waarin wind en getij ‘even’ tegen lijken te zitten! Het lag in de bedoeling dat gedeputeerde Sjoerd Heijning de themamiddag die geheel en al paste binnen het themajaar ‘2012 Zeeuws Jaar van het Water’, met een reactie op het besprokene zou afsluiten. Het heeft helaas niet zo mogen zijn. De gedeputeerde met onder andere water in zijn portefeuille is op 9 december overleden. In de wandelgangen na afloop van het symposium.
Zeeuws Erfgoed
5 maart 2013/01 • C
ULTUURHISTORIE
Scheldemondfonds ondersteunt grensoverschrijdend maritiem project Sinds begin dit jaar is de SCEZ leadpartner voor een grensoverschrijdend maritiem project van het Vier Werven Overleg, een samenwerkingsverband van vier (museum)werven in Zeeland en Vlaanderen. Het eenjarige project beoogt het creëren van een duurzaam samenwerkingsverband rond het varend cultureel erfgoed in de Scheldemondregio. Het Vier Werven-project wordt mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Scheldemondfonds. Dit interregionale fonds stimuleert met name kleinschalige, grensoverschrijdende projecten binnen de Euregio Scheldemond. Vier Werven Overleg Het Vier Werven Overleg is een samenwerkingsverband tussen vier museale scheepswerven in de Scheldemondregio: het Centrum Nautisch Rupelmonde en de Scheepswerven Baasrode in de provincie Oost-Vlaanderen in België en de Museumhaven Zeeland (Zierikzee) en de Historische Scheepswerf C.A. Meerman (Arnemuiden) in de provincie Zeeland. De samenwerking vloeit voort uit het besef dat de Scheldemondregio als maritieme regio een natuurlijk geheel vormt, over de staatkundige grenzen heen. Vlamingen en Zeeuwen bevaren en bevissen al eeuwen diezelfde Schelde, met schepen die typologisch weinig van elkaar verschillen. In de Scheldemondregio kwamen eertijds dan ook talrijke (kleinere) scheepswerven voor, waar die schepen werden gebouwd en/of terecht konden voor onderhoud en restauratie. Veel van deze scheepswerven zijn inmiddels verdwenen, waarmee het maritieme verhaal van de regio verloren dreigt te gaan.
Zeeuws Erfgoed
Projectdoelstellingen Het Vier Werven Overleg heeft zich tot doel gesteld dit maritieme verleden van de Scheldemondregio in het licht te stellen en te promoten, om de historische eenheid ervan te benadrukken en aldus een steentje bij te dragen tot een toekomstig Europa zonder grenzen. Daartoe wil het, over de landsgrenzen heen, een duurzaam samenwerkingsverband creëren rond het varend cultureel erfgoed. De samenwerking richt zich op uitwisseling van kennis en ervaring, op bedrijfsvoering en op gezamenlijke promotie. Vooral de gezamenlijke promotie vormt een belangrijk onderdeel van het gehonoreerde project, waarbij een toeristisch lint door de regio heen, met de vier participerende museumwerven als ankerplaatsen, impliciet en expliciet wordt nagestreefd. Binnen het project zullen dan ook promotiemiddelen in de vorm van flyers, brochures en een dvd-film ontwikkeld worden. Deze middelen kunnen bijdragen aan het bezoek aan de werven, aan het delen van kennis en aan het versterken van de samenwerking tussen de deelnemende werven. Het publiek zal in de loop van 2013 tijdens diverse maritieme evenementen in Nederland en Vlaanderen kennis kunnen nemen van de binnen het project op te leveren promotiemiddelen. Meer informatie over het project kunt u vinden op de websites van de SCEZ (www.scez.nl/vierwerven) en het Scheldemondfonds (www.euregioscheldemond.be > Projecten Scheldemondfonds). Historische Scheepswerf C.A. Meerman in Arnemuiden, een van de deelnemers aan het Vier Werven Overleg.
6 maart 2013/01 • M
ONUMENTEN
Monumentenwacht wil abonnee adviseren over energiebesparing Er is nog veel winst te behalen met de juiste keuze van een verwarmingsinstallatie voor een monument en het goed inregelen daarvan, bleek uit de presentatie van het bedrijf Dubourgraaf uit Goes op 28 september 2012 voor de Monumentenwacht van de SCEZ. Naar aanleiding van de toenemende vraag van abonnees over energiebesparende maatregelen die tegelijkertijd het gebruikscomfort van bijvoorbeeld woonhuis of kerk verbeteren, heeft de SCEZ het voortouw genomen en Robert Dubourgraaf uitgenodigd voor een presentatie over duurzame energiebesparing en installatieadvies. Zijn bedrijf gaat uit van het basisprincipe ‘Trias Energetica’. Trias Energetica geeft de drie stappen weer voor het energiezuinig en duurzaam aanwenden van energie. De eerste stap, het beperken van de energievraag, kan worden gerealiseerd door alle vloeren, buitenwanden en daken te voorzien van de nodige isolatie. Een ander aspect is het beperken van het energietransport door niet-gewenste kieren te dichten en daarbij rekening te houden met voldoende ventilatie. De tweede stap is alternatieve energiebronnen meer te gaan benutten als wind-, water- en zonne-energie, waardoor wij de steeds schaarser wordende fossiele brandstoffen minder hoeven aan te spreken. En ten slotte, als wij toch aangewezen worden op energie uit fossiele brandstoffen, dan moeten we deze ook zo efficiënt mogelijk gaan benutten. Energiebesparing wordt in toenemende mate gezien in samenhang met een comfortabel en gezond binnenklimaat. Hierin speelt u als gebruiker natuurlijk een heel grote rol. Welke ruimten bijvoorbeeld verwarmt u in uw pand, zijn de tussendeuren indien aanwezig wel gesloten, hangen er wel of geen gordijnen voor de opening van de trapopgang, heeft u voor- of achterzetramen, buiten- of binnenluiken, heeft u veel planten en/of huisdieren, kookt u met een goed functionerende afzuigkap of juist niet? De wijze en intensiteit van het gebruik van een pand heeft bouwfysische gevolgen voor het pand en dat verdient hierbij zeker de aandacht. Bouwfysische wijzigingen, zoals veranderend stookgedrag en na-isolatie, kunnen verlegging van het dauwpunt in de buitenwanden veroorzaken waardoor als gevolg van vochtneerslag op of in een
Robert Dubourgraaf informeert de Monumentenwacht over energiebesparing. wandconstructie problemen kunnen ontstaan (zoals inrottende kozijnen bij koude bruggen). Dit zijn enkele punten die ter sprake kwamen tijdens de presentatie. In veel gevallen is er nog grote winst te behalen op het gebied van stookgedrag en het inregelen van de verwarmingsinstallatie. De jaarlijkse controle van de ketel is een goed moment om hier aandacht aan te besteden. De betere installatiebedrijven kunnen u helpen om uw wooncomfort te verbeteren en uw energiekosten te beperken. Ook de Monumentenwacht wil zijn abonnees blijvend gaan adviseren over energiebesparing. Dit jaar nog organiseert de landelijke koepelorganisatie Monumentenwacht Nederland voor de elf provinciale Monumentenwachten een cursus op het gebied van energiebesparende maatregelen voor monumentenpanden. Dit zal resulteren in de uitwerking van een toolkit voor energiebesparing én verhoogd gebruikscomfort voor de verschillende monumentcategorieën. Na verschijning van de handleiding, bestemd voor de Monumentenwachten (datum nog niet bekend), zullen in het inspectierapport behalve de gebruikelijke onderhoudsadviezen verder ook vrijblijvende en op maat gesneden energiebesparende adviezen voor de abonnee te vinden zijn.
Logo voor Werkgroep Industrieel Erfgoed Zeeland Sinds begin 2013 heeft de Werkgroep Industrieel Erfgoed Zeeland (WIEZ) haar eigen logo. Met dit logo hoopt de werkgroep zowel de herkenbaarheid als de zichtbaarheid te vergroten, met als doel meer mensen in contact te brengen met het industriële erfgoed in Zeeland. Het logo van de werkgroep wordt gevormd door een combinatie van een gestileerd vormgegeven kraan met een sheddaken loods. Het logo zal onder andere worden gebruikt in eigen drukwerk en op de website van de WIEZ:
werkgroep industrieel e r f g o e d z e e l a n d
www.industrieelerfgoedzeeland.nl
Zeeuws Erfgoed
7 maart 2013/01 • M
ONUMENTEN
De historische boerderij in een veranderend landschap
Jaar van de Boerderij 2013 Tien jaar na ‘2003 Jaar van de Boerderij’ vraagt de stichting Agrarisch Erfgoed Nederland (AEN) met ‘Jaar van de Boerderij 2013’ opnieuw aandacht voor de grote rijkdom aan agrarisch erfgoed die er in Nederland (nog) te vinden is. Het themajaar is geen overbodige luxe, want wederom is er grote zorg over de achteruitgang van het bestand van historische boerderijen. Te veel boerderijen verdwijnen, terwijl ze zo’n belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van het (veranderende) landschap en de regionale identiteit van het landelijk gebied. Vanaf 2003 is het erfgoedbeleid en het beleid voor het landelijk gebied sterk veranderd. De huidige financiële en economische crisis vraagt om nieuwe oplossingen en biedt tevens nieuwe mogelijkheden. Natuur en monumenten worden anders beleefd en identiteit heeft een andere lading gekregen. Agrarisch erfgoed heeft met dergelijke ontwikkelingen te maken, waarbij een hoofdrol is weggelegd voor hergebruik en herbestemming. Daarom organiseert de AEN in samenwerking met de provinciale en regionale boerderijenstichtingen het Jaar van de Boerderij 2013. Gedurende het jaar vinden verspreid over het land diverse activiteiten plaats.
Deze activiteiten richten zich in eerste instantie op de boerderijeigenaren, maar daarnaast ook op specialisten, beleidsmakers en het grote publiek. Een breed scala aan onderwerpen zal tijdens de activiteiten aan de orde komen, zoals bouwhistorie, functieverandering, restauratietechnieken, regelgeving en erfbeplanting. Op provinciaal en regionaal niveau zullen de activiteiten vooral door de bij de AEN aangesloten boerderijenstichtingen georganiseerd en gecoördineerd worden, al dan niet in samenwerking met gerelateerde organisaties zoals de provinciale/regionale organisaties van Landschapsbeheer Nederland en de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland en de provinciale erfgoedhuizen. In Zeeland zullen met name de Boerderijenstichting Zeeland (BSZ), Stichting Landschapsbeheer Zeeland (SLZ), de Zuidelijke Landen Tuinbouworganisatie (ZLTO) en de SCEZ bij de activiteiten rondom het Jaar van de Boerderij 2013 betrokken zijn. Meer informatie over zowel de landelijke als de Zeeuwse activiteiten in het kader van Jaar van de Boerderij 2013 kunt u vinden op:
www.boerderijenzeeland.nl.
Achterstallig onderhoud nekt historische landbouwschuur Niet alles hoeft behouden te blijven. En niet alles blijft behouden. Dat ook cultuurhistorisch waardevolle objecten soms uit het Zeeuwse landschap (dreigen te) verdwijnen bleek afgelopen december; tijdens een inspectie van buitenplaats Moesbosch in Koudekerke moest de Monumentenwacht helaas constateren dat de nabijgelegen eeuwenoude landbouwschuur, sinds enige tijd in eigendom van Intratuin Koudekerke, was ingestort. Melding bij Meldpunt Erfgoed Zeeland Dat de onderhoudsstaat van de schuur te wensen overliet, was voor buurtbewoners, diverse erfgoedorganisaties en de gemeente Veere niet onbekend. Ook genereerde een melding bij het Meldpunt Erfgoed Zeeland in november 2011 enige aandacht. De SCEZ informeerde als voorportaal van het Meldpunt de gemeente, terwijl een bestuurslid van de Boerderijenstichting Zeeland (BSZ) kort daarop een gesprek had met de directeur van Intratuin Koudekerke over de onderhoudsstaat en eventuele herbestemmingsmogelijkheden van de historische schuur. Helaas bleken ontwikkelingsmogelijkheden voor de schuur in de nabije toekomst financieel niet haalbaar en zou voorlopig niet in de boerderij geïnvesteerd (kunnen) worden.
Geamputeerd boerderijcomplex Aangezien de schade aan de landbouwschuur momenteel dermate groot is - en de schuur tevens buiten gebruik was - ligt het niet in de verwachting dat deze gerestaureerd dan wel opnieuw opgebouwd zal worden. Sloop van de restanten zal betekenen dat het recent nog complete boerderijcomplex van woonhuis, bakkeet, landbouwschuur met aangebouwde varkenskeet, wagenhuis en kippenhok ‘in geamputeerde vorm’ blijft voortbestaan. Het instorten heeft de hoop op een goede herbestemming van de karakteristieke landbouwschuur, en daarmee een tweede leven, doen vervliegen. Dat is jammer om te moeten constateren, zeker in de wetenschap dat de schuur als onderdeel van het gehele boerderijcomplex mogelijk bij het tuincentrum getrokken had kunnen worden. Een aansprekend voorbeeld hiervan vinden we in het Gelderse Elst, waar in 2012 een eeuwenoude T-boerderij een glazen overkapping kreeg, om vervolgens als horecagelegenheid in gebruik te worden genomen.
www.meldpunterfgoedzeeland.nl
Aangetroffen situatie in december 2012. De dakconstructie van de historische landbouwschuur blijkt grotendeels te zijn ingestort.
MONUMENTENRONDE
Voor het eerst in tien jaar is er, nu in 2013, weer een Jaar van de Boerderij. In het kader van dit themajaar worden er veel activiteiten georganiseerd, hoofdzakelijk door de regionale stichtingen maar onder de paraplu van de stichting Agrarisch Erfgoed Nederland (AEN). Diverse ontwikkelingen maken duidelijk dat het thema opnieuw aandacht verdient, zoals de achteruitgang van het aantal beeldbepalende boerderijen, de kwaliteit van de gebouwen en de variatie bij de bouw van nieuwe boerderijen. Voor wie houdt van een multifunctioneel platteland, zijn deze zaken belangrijk. En juist dat multifunctionele aspect maakt dat de doelstelling van de Boerderijenstichting Zeeland (BSZ) breder is dan cultureel erfgoed alleen. De BSZ wil namelijk de karakteristieke verschijningsvorm van de Zeeuwse historische boerderijen met hun erven en gebouwen behouden en wil dat doen mede in relatie tot het omringende landschap. Daarnaast stelt de stichting zich ten doel om zicht te geven op verantwoorde herbestemming en een goede, streekeigen bouwstijl te bevorderen. Informeren, adviseren, stimuleren De Boerderijenstichting Zeeland is een vrijwilligersorganisatie die voorlichting geeft aan eigenaren en bewoners van boerderijen over onderhoud, culturele waarde en/of restauratie van gebouwen en erf. Binnen beperkte grenzen kunnen mensen een beroep doen op de stichting voor het verkrijgen van advies over en het geven van inzicht in plankosten en mogelijkheden om subsidie te krijgen. Daarnaast streeft de stichting ernaar om het algemene bewustzijn ten aanzien van de culturele waarden van het boerenerfgoed te versterken. Dat gebeurt via lezingen, excursies, symposia en andere bijeenkomsten en ook via projecten en publicaties. Ook worden overheden geïnformeerd over de effecten van het door hen gevoerde beleid. Op verzoek krijgen zij advies over de cultuurhistorische waarde van enkele panden en ensembles. Als vrijwilligersorganisatie kan de Boerderijenstichting Zeeland gelukkig een beroep doen op de SCEZ voor ondersteuning. Daarnaast participeert de stichting in de diverse netwerken die de SCEZ biedt.
Activiteiten in het themajaar Zeeland werkt aan een aantal aantrekkelijke activiteiten dit jaar. Zo wordt de Erftrofee gelinkt aan de activiteiten in het kader van het Jaar van de Boerderij. Verder streeft de stichting er dit jaar naar om in de vorm van symposia, publicaties en documentaires aandacht te schenken aan de onderwerpen biodiversiteit en streekeigen bouwstijlen. Vooral de bouwstijlen vragen om een creatieve aanpak. Door het veranderde karakter van het boerenbedrijf zal de samenhang met het omringende landschap ook sterk veranderen, voor zover dat niet al gebeurd is. Nieuwe agrarische bedrijven krijgen te maken met eisen die aan een effectieve bedrijfsvoering worden gesteld. Daarnaast stelt ook de samenleving eisen op het gebied van milieu en natuur. Meer en meer wordt ook gekeken naar de verschijningsvorm van boerderijen in het landschap. De Boerderijenstichting Zeeland wil 2013 als Jaar van de Boerderij benutten om samen met andere organisaties op een pragmatische wijze een slinger te geven aan een nieuwe manier van omgaan met soms tegenstrijdig lijkende belangen.
www.boerderijenstichtingzeeland.nl Belangrijke websites: www.agrarischerfgoed.nl www.agriwiki.nl www.boerderij2013.nl
Hof Welgelegen tussen Middelburg en Sint-Laurens.
Samenwerken Behalve met de SCEZ werkt de stichting samen met verwante organisaties als Stichting Landschapsbeheer Zeeland (SLZ) en de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO). Enkele voorbeelden van samenwerkingsprojecten zijn de Zeeuwse Erftrofee 2013 en cursussen over streekeigen inrichting van boerenerven. Daarnaast maakt de stichting deel uit van de eerder genoemde stichting AEN. Jaar van de Boerderij 2013 Dit jaar participeert BSZ samen met AEN en andere regionale boerderijenstichtingen in het Jaar van de Boerderij 2013. Deze samenwerking houdt in dat per gebied een aantal thema’s bij de kop wordt gepakt. Aan die thema’s zal ook landelijke bekendheid worden gegeven. Deze thema’s zijn: kennis en ervaring delen over landelijke bouwkunst; functieverandering en herbestemming; agrarisch erfgoed en de bijdrage daarvan aan de identiteit van de regio. Daarnaast wordt ook de bijdrage aan de regionale economie en biodiversiteit meegenomen. De door de regionale stichtingen georganiseerde verkiezingen van mooiste boerderij worden uiteindelijk onderdeel van de verkiezing van de mooiste boerderij van Nederland.
Zeeuws Erfgoed
9 maart 2013/01 • M
ONUMENTEN
Vogelvrije parel in het Walcherse landschap ingesloten foto’s illustreerde het een en ander. Inderdaad betrof het hier een karakteristiek Walchers boerderijtje, waarvan zowel het interieur als het exterieur zeer authentiek bleken.
Schoonheid in eenvoud. Het authentieke boerderijtje aan de Grindweg bij Westkapelle is een pareltje in het Walcherse landschap. Maar voor hoe lang nog?
Zoals zo vaak met dit soort objecten het geval is, blijkt ook dit boerderijtje zich in de gevarenzone te bevinden. Het direct aan de doorgaande weg gelegen pand kan dan wel zeer karakteristiek en authentiek zijn, elke vorm van modernisering is aan de voordeur voorbijgegaan. Bovendien heeft het geen enkele beschermde status; een rijksmonumentale status zou te veel eer betekenen, een gemeentelijke status is niet van toepassing aangezien de gemeente Veere geen gemeentelijke monumentenlijst heeft. Jammer genoeg is het boerderijtje ook niet meegenomen in de provinciale boerderij-inventarisatie van 2004-2005. Ofwel: we hebben hier te maken met een - voor velen onbekend - vogelvrije parel in het Walcherse landschap.
Iedereen kent ze wel, van die boerderijtjes die vele stormen en oorlogsgeweld hebben doorstaan en waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Elke vorm van modernisering is het pand vreemd, waardoor je je zowel binnen als buiten in (over)grootmoeders tijd waant. Een boerderijtje zoals het zou kunnen voorkomen in ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld en waar meestal een ouder iemand zijn of haar laatste levensdagen doorbrengt. Het blijft zoals het altijd was… totdat de bewoner overlijdt of naar een verzorgingshuis verhuist en het object van de ene op de andere dag van de aardbodem wordt geveegd. De herinnering aan een erfgoedpareltje is hetgeen dat overblijft…
In dit soort gevallen is het belangrijk tijdig het object onder de aandacht te brengen van zowel direct betrokken organisaties en instanties als het grote publiek. Dit zal ervoor zorgen dat op tijd een goede afweging gemaakt kan worden voor behoud dan wel sloop. Want niet al ons gebouwd erfgoed kan en moet koste wat het kost behouden blijven. Daarentegen moeten we ervoor waken dat cultuurhistorisch waardevolle objecten van de een op de andere dag uit het Zeeuwse landschap verdwijnen; ze vertellen nu eenmaal het verhaal van de geschiedenis van Zeeland en dragen bovendien bij aan de kwaliteit van de Zeeuwse leefomgeving.
Authentiek, karakteristiek én vogelvrij Zo werd ik vier jaar geleden, in maart 2009, via het mailadres van het Meldpunt Erfgoed Zeeland opmerkzaam gemaakt op een boerderijtje aan de Grindweg tussen Zoutelande en Westkapelle. Het object werd nog bewoond door een man op leeftijd en ‘alles zou nog zoals vroeger zijn’, werd mij in de mail meegedeeld. Een aantal
Marinus van Dintel, adviseur cultuurhistorie en monumenten
www.meldpunterfgoedzeeland.nl
Provinciale inventarisatie maritieme objecten afgerond Historische schepen zijn beeldbepalend voor Zeeland. Ze maken als roerend erfgoed onderdeel uit van het Zeeuwse landschap en de Zeeuwse identiteit. Om dit erfgoed varende te houden is het belangrijk dat maritieme infrastructurele werken, zoals bruggen en sluizen, in stand worden gehouden. Daarbij vertelt ook onroerend maritiem erfgoed het verhaal van varend Zeeland. Om een goed overzicht te krijgen van alle nog bestaande Zeeuwse onroerende maritieme objecten heeft het Platform Maritiem Erfgoed Zeeland in de tweede helft van 2012 een provinciale inventarisatie laten uitvoeren. Het bijbehorende rapport werd afgelopen januari opgeleverd en zal binnenkort als pdf beschikbaar zijn op:
www.scez.nl/maritiemerfgoed De inventarisatie van onroerende maritieme objecten is uitgevoerd door Veronica Frenks, bekend en begaan met de Zeeuwse maritieme geschiedenis. Op de afbeelding illustreert zij de werking van een pelorus, een eenvoudig waarnemingsapparaat van de voormalige Mijnenuitkijkdienst (MUD) en bedoeld om de positie van een (vijandelijk) object te bepalen.
Zeeuws Erfgoed
10 maart 2013/01 • M
ONUMENTEN
Presentaties van ROP Zeeland Op 21 november 2012 heeft het ROP Zeeland een gastles georganiseerd voor de niveau 2- leerlingen richting Bouw van Scalda in Vlissingen. De leerlingen gingen op bezoek bij de Monumentenwacht in Middelburg. Na ontvangst met koffie en Zeeuwse lekkernij op locatie Het Schuitvlot, de thuisbasis van de Monumentenwacht aan de Looierssingel 2, kregen de leerlingen een gevarieerd dagprogramma voorgeschoteld op diverse locaties. Jan van Zon, coördinator van het ROP, informeerde de leerlingen over de vervolgopleiding in de restauratie. Om in de toekomst restauraties te kunnen blijven uitvoeren zijn er gespecialiseerde, nieuwe vakmensen nodig. Het ROP (Restauratie Opleidingsprojecten) biedt de mogelijkheid om de bestaande kennis en evaring van vaklieden in de restauratiebouw over te dragen op jonge bouwlieden. Alhoewel ook het ROP Zeeland niet ontkomt niet aan een terugval in het aantal projecten, worden er gelukkig nog steeds initiatieven ondernomen om restauratieprojecten uit te voeren en aan te merken als leerling-bouwplaats. Hierna volgden de leerlingen een presentatie van adviseur monumentenwacht Wim Jakobsen over het werk van de Monumentenwacht. Wim verduidelijkte aan de hand van praktijkvoorbeelden de schadelijke gevolgen van achterstallig onderhoud en verkeerd materiaalgebruik aan monumentenpanden. Via rapporten en tekeningen illustreerde hij de werkwijze om de bouwkundige staat van een geïnspecteerd pand zichtbaar te maken voor de eigenaar. In de garage- en depotruimte konden de leerlingen een indruk krijgen van het materieel waarmee de Monumentenwacht dagelijks op pad gaat en de gereedschappen in een toegeruste bus om kleine reparaties mee uit te voeren.
Tijdens de rondleiding door Middelburg vertelt Aad de Klerk over de historische achtergrond van de Sint-Jorisdoelen. Anders dan de gebruikelijke plekken om het ROP Zeeland te presenteren was de werkplaats van Aannemersbedrijf Leenhouts tijdens de Open Bedrijvendag op 27 oktober in Oostburg. Het aantal bezoekers werd die dag op zevenhonderd geschat. Het bedrijf had materiaal voorbereid om nestkastjes te vervaardigen. Veel ouders en kinderen hebben van die mogelijkheid gebruikgemaakt en kunnen ervaren dat werken met de handen en het voelen van materialen een plezierige bezigheid is. Niet alleen voor de bezoekers waren de resultaten geslaagd; ook voor de vogels in de omgeving. Die hoeven niet meer lang te zoeken naar een geschikt nestonderkomen!
Leerlingen uit de richting Bouw krijgen uitleg van Wim Jakobsen bij de bus van de Monumentenwacht. Na de lunch kregen de leerlingen een rondleiding aangeboden rond het thema ‘bouwstijlen en bouwsporen’. Adviseur cultuurhistorie en landschap Aad de Klerk nam de leerlingen mee door de historische binnenstad van Middelburg via smalle gangetjes en kleine steegjes. Hierbij werd ook het indrukwekkende achttiende-eeuwse Van de Perrehuis, het tegenwoordige Zeeuws Archief, aangedaan. De leerlingen ontdekten dat het archief dé plek is om informatie te verkrijgen over de geschiedenis van Zeeland en hun eventuele voorouders. De informatiedag was zeer nuttig en zowel de leerlingen als de begeleiders hebben ervan genoten! Voor de niveau 4-leerlingen is een gelijksoortige middagexcursie georganiseerd op 22 november. Na de inleiding van coördinator Jan van Zon over de beroepsspecifieke vervolgmogelijkheden in de restauratie was het woord aan Jeroen van Dijke. Jeroen is naast monumentenwachter ook molenaar op de Middelburgse Seismolen. Het voordeel hiervan was dat tijdens de excursie niet alleen het bouwkundige gedeelte van de molen maar ook het werktuigbouwkundige deel belicht kon worden.
Zeeuws Erfgoed
Monumentenwachter en molenaar Jeroen van Dijke met de groep leerlingen voor de Seismolen.
11 maart 2013/01 • M
ONUMENTEN
Uitwisseling met collega’s van Monumentenwacht Oost-Vlaanderen demonstratieklimtoren met dak- en gevelhaken een discussie over ‘veilig werken op hoogte’ en de scholing die daarvoor vereist is. Dit onderwerp kwam ook weer terug bij het bezoek aan de Middelburgse Seismolen. Daarop volgde een presentatie over het inspecteren en onderhouden van funerair erfgoed; een voor Zeeland nog onontgonnen werkterrein. Ter afsluiting werd het huidige seniorenbeleid van de SCEZ aangestipt.
Ondanks de verbouwing van locatie Het Schuitvlot in oktober 2012 opgestart - brachten de collega’s van Monumentenwacht Oost-Vlaanderen een bezoek aan hun Zeeuwse collega’s op 25 oktober. Monumentenwachters kunnen wel tegen ‘een beetje bouwstof ’. Het werkbezoek, dat in het verleden regelmatig over en weer plaatsvond, heeft tot doel om op de werkvloer opgedane ervaringen en kennis uit te wisselen. Beide Monumentenwachten benutten deze dag om beurtelings enkele speerpunten van de laatste ontwikkelingen aan elkaar te presenteren en met elkaar te bespreken.
Uittesten van een van de nieuwe ladders.
Binnen het zeer drukke dagprogramma boden de lunch en de borrel nog ruimte voor het stellen van vragen en het opfrissen van persoonlijke contacten. Er zijn samen vervolgafspraken gemaakt voor een doorlopende kennis- en ervaringsuitwisseling. Een lopende mailcorrespondentie over de verschillen in benadering van de Objectgerichte Risico Inventarisatie (ORIE) is daar een voorbeeld van. De uitwisseling was boeiend en ook een goede stimulans om het werk van de Monumentenwacht aan beide zijden van de landsgrens nog verder te verbeteren en waar mogelijk ook uit te bouwen.
Na een rondleiding door Het Schuitvlot ging de kennisuitwisseling van start. Vanuit de Zeeuwse Monumentenwacht kwam het digitale inspectierapportsjabloon ‘Inspectio’, aangepast aan de NEN2767, aan bod. Voor de Oost-Vlaamse collega’s stond een demonstratie van nieuwe ladders op het programma. In de garage- en depotruimte ontspon zich bij de
Bezichtigen van de Seismolen.
Luisteren naar presentaties.
Een monument wil ademen en spleten. Door de hoge stookkosten van monumenteigenaren en de steeds maar stijgende energieprijzen hebben velen meegedaan met de ‘nationale kierenjacht’ en zijn zij met kitspuit en tochtband alle kieren en ongewenste openingen gaan dichten. Hierdoor werd ook de noodzakelijke (natuurlijke) ventilatie teniet gedaan met alle nadelige gevolgen van dien. De lucht in de woning wordt juist vochtiger, en vochtige lucht verwarmen kost nu eenmaal aanzienlijk meer energie dan droge lucht.
Tijdens de inspecties van de Monumentenwacht komen we regelmatig vochtproblemen tegen. Muren die vochtig aanvoelen en behang dat door zwarte schimmels is aangetast zijn vaak voorkomende verschijnselen. Veelgehoorde verklaringen van de bewoners zelf zijn het optrekkende vocht of een mogelijke lekkage. In de praktijk blijkt echter dat niet het vocht van buitenaf, maar van binnenuit de oorzaak is. Het meeste vocht in een woning is nu eenmaal ‘leefvocht’ van bewoners, huisdieren, koken, wassen, drogen en douchen. Gemiddeld wordt zo’n tien tot vijftien liter water per etmaal in de vorm van waterdamp in de binnenlucht gebracht. Met een goede hygrometer kan de luchtvochtigheid in een ruimte worden gemeten. Als regel geldt dat bij een kamertemperatuur van 20 graden Celsius de relatieve luchtvochtigheid tussen de 50 en 60 procent moet liggen.
Als Monumentenwacht adviseren wij altijd regelmatig te ventileren, het liefst door twee tegenover elkaar liggende ramen of deuren te openen. Ter voorkoming van vochtproblemen is circa twintig minuten per dag op deze wijze ventileren vaak al voldoende. Naast een aangenaam, fris en gezond leefklimaat zorgt dagelijkse ventilatie ook ervoor dat de stookkosten beheersbaar blijven.
De oplossing voor de meeste vochtproblemen is voldoende ventileren. In monumenten gebeurde dit vroeger automatisch door allerlei ongewenste kieren
Zeeuws Erfgoed
12 maart 2013/01 • M
ONUMENTEN
20.000 bezoekers aan bunkers en slagveldtours
Stichting Bunkerbehoud en de Slag om de Schelde Het huidige beleid van de Provincie Zeeland om de ‘Slag om de Schelde’ meer nationale en internationale bekendheid te geven, sluit naadloos aan op de doelstellingen van de Stichting Bunkerbehoud. Een van de kernactiviteiten van de stichting is het behoud van militair erfgoed uit de vorige eeuw en het vergaren en overdragen van kennis over de militaire relicten, in relatie tot deze vaak vergeten Slag om de Schelde. De inundatie van Walcheren bijvoorbeeld vond plaats om de Duitse bunkers en bevoorrading uit te schakelen. Net als in Zeeuws-Vlaanderen werd bij de geallieerde landingen in Vlissingen en Westkapelle om die bunkers hard gevochten. Tien jaar geleden diende de stichting een aanvraag in tot rijksbescherming van het Landfront Vlissingen, een voormalige Duitse verdedigingslinie aan de landzijde van Vlissingen, bestaande uit bunkers, een tankgracht en -muur en verschillende betonnen hindernissen. Ook werd een verzoek ingediend bij het Stimuleringsfonds voor Architectuur in Rotterdam voor de uitvoering van een Belvedèrestudie. Dat laatste werd spoedig gehonoreerd, maar de aanvullende ondersteuning voor de bescherming van de Walcherse overheden verliep traag en de besluitvorming bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed nog trager. Eind 2012 werd dan de langverwachte rijksmonumentenstatus voor het Landfront verleend. Met de voltooide Belvedèrestudie Een verdedigingslinie in de aanval zijn er aantrekkelijke mogelijkheden om Landfront Vlissingen verder in te vullen met als motto ‘Behoud door ontwikkeling’. Kenniscentrum, activiteiten Om de Slag om de Schelde meer bekendheid te geven verzorgt de Stichting Bunkerbehoud, geheel op maat, Battle Field-tours op Walcheren. Nu al zijn actieve onderdelen van de Nederlandse Krijgsmacht (KMA Breda, KIM Den Helder), buitenlandse militaire academies (Verenigd Koninkrijk, België en Noorwegen) en civiele belangstellenden vaste klanten. Zo heeft Defensie Nederland het verhaal van de Slag om de Schelde, naast de Slag om Arnhem en Flanders Fields, vast op de agenda
Zeeuws Erfgoed
staan. Een tourprogramma omvat onder andere een bezoek aan het Landfront, het Bunkermuseum en voormalige dijkgaten met aanschouwelijk onderwijs op locatie. De stichting is ook kenniscentrum waar door overheden en particulieren vaak een beroep op wordt gedaan. Zo kon onlangs een bijdrage worden geleverd aan de restauratie van Fort Rammekens, de dijkverhogingen langs de Oosterschelde en restauratieprojecten in de gemeente Sluis. Vanuit die kennis wordt door de stichting en haar vrijwilligers regelmatig gepubliceerd. De laatste jaren verschenen toonaangevende studies over de Duitse geheime seincodes Enigma, de strijd om de Westerschelde, de Hollandstelling aan de Zeeuws-Vlaamse grens en Duitse kleine gevechtsmiddelen als één- en tweemansduikbootjes. De stichting is daarnaast deelnemer in het Europese 2 Seas Interreg IVa-project. Daarbinnen wordt onder andere het Middelburgse park Toorenvliedt, waar een nagenoeg compleet Duits Hoofdkwartier bunkercomplex bewaard is gebleven, opgewaardeerd. Als onderdeel van dit project wordt een communicatiebunker gerestaureerd en authentiek ingericht. In Vlissingen heeft de stichting een gerestaureerde observatiebunker in beheer. Dit is een van de toekomstige blikvangers in het te realiseren herdenkingsgebied van het historische Oranjebolwerk. In een tijd van vergaande bezuinigingen is het een voordeel dat de Stichting Bunkerbehoud met circa zestig actieve en deskundige vrijwilligers eigen inkomsten kan genereren en niet alleen maar afhankelijk is van subsidies. De afgelopen jaren is de stichting dan ook een professionele en betrouwbare partner gebleken voor overheden. Met 20.000 bezoekers aan de bunkers en de slagveldtours is zij een belangrijke spil in het verhaal van de Slag om de Schelde en een niet meer weg te denken toeristische voorziening in Zeeland. Deel van de betonnen piramidale tankversperring in het Landfront Vlissingen bij Valkenisse op Walcheren (foto Cor Heijkoop).
13 maart 2013/01 • M
ONUMENTEN
Villa Jufferschans gesloopt
Zeeuws Erfgoed
Op de omslag van de vorige Zeeuws Erfgoed (jaargang 11, december 2012) staat een detail van Villa Jufferschans in IJzendijke afgebeeld. Kort na het verschijnen van de nieuwsbrief kwam bij de SCEZ de melding binnen dat het bouwvallige pand uit 1913 inmiddels gesloopt is. Na ruim 35 jaar onbewoond aan de natuurelementen te hebben blootgestaan, is het doek voor dit monumentwaardige herenhuis dan toch gevallen. Hierbij nog een laatste foto-impressie, uit maart 2008.
14 maart 2013/01 • M
ONUMENTEN
Musea
Bezoekcijfers Zeeuwse musea blijven achter
Potentiele bezoekers voor Historisch Museum De Bevelanden in Goes (foto Eddy Westveer voor DNA-beeldbank op www.laatzeelandzien.nl).
Het jaar 2012 heeft niet de verwachte toename van bezoekcijfers in de Zeeuwse musea opgeleverd, waar vooraf op gehoopt en ook wel gerekend was. De grotere musea kenden vrijwel allemaal de nodige terugval. Uitzondering hierop vormde het Zeeuws Museum met een lichte winst, maar toch ook gering gezien het zeer uitgebreide jubileumprogramma in 2012. Met een flinke stijging in het jaar 2010 was het streven van de gezamenlijke musea (Vereniging van Zeeuwse Musea) om in de jaren daarna 500.000 bezoekers te halen. Dit lukte zowel in 2011 als in 2012 nog niet. Afgelopen jaar kende een vermindering van 8,5 procent ten opzichte van 2010 (6 procent t.o.v. 2011). Het totaal van de 41 geïnventariseerde musea kwam uit op 429.465 bezoekers. Aan inzet ontbrak het de Zeeuwse musea niet in 2012; er was afgelopen jaar een gevarieerd programma van seizoententoonstellingen. Zelf geven de musea de kwakkelzomer en de recessie als oorzaak. Landelijk was in 2012 wel een toename waarneembaar in het aantal museumbezoeken met een Museumkaart (12 procent t.o.v. 2010). Gemiddeld bezochten Museumkaarthouders in 2012 5,5 keer een museum.
Het jaar 2013 biedt de Zeeuwse musea nieuwe kansen. Het Watersnoodmuseum verwacht dat alle activiteiten rondom de zestigjarige herdenking van de Ramp van 1953 weer tot toename van het publiek zullen leiden. Een aantal musea gaat zich dit jaar ook nog meer op jeugd en jongeren richten, zowel via het onderwijs als rechtstreeks met inzet van sociale media. De Vereniging van Zeeuwse Musea maakt zich ook in 2013 weer sterk voor collectieve promotie voor het museumbezoek in Zeeland, via de Museumgids (vanaf het Museumweekend verkrijgbaar bij de musea, toeristische en culturele informatiepunten) en de website ZeelandMuseumland.nl.
Een landelijke trend die in 2012 goed uitpakte, was gastmuseum te zijn voor collecties uit andere musea (vaak musea die zelf afgelopen jaar gesloten waren). In Zeeland werd daar nog niet erg op ingespeeld. Vanaf 2013 kunnen musea ook actiever gaan inspelen op en deelnemen aan de Culturele Biografie van Zeeland (Zeeuwse Ankers). Door meer relatie te leggen tussen de collectie en de regio, spelen musea meer in op de toeristische markt. En met regelmatige vernieuwingen van de vaste presentaties kunnen de musea rekenen op meer herhaalbezoek, eveneens een landelijke trend.
Zeeuws Erfgoed
Jong publiek bij de opening van ‘Eenmaal, andermaal’ in het Zeeuws Museum in Middelburg (foto Anda van Riet).
15 maart 2013/01 • M
USEA
Het eerste jaar van Stadhuismuseum Zierikzee In april vorig jaar opende het vernieuwde Stadhuismuseum Zierikzee zijn deuren. In 9 maanden tijd wisten bijna 20.000 mensen het museum te vinden. In het museum komen stad, water en land samen. Het museumgebouw, het oude Stadhuis, is een symbool van de nauwe relaties tussen de stad, het platteland en de zee.
Het museumgebouw, het voormalige stadhuis uit 1550-1554, is het grootste en voornaamste voorwerp van de hele museumcollectie.
Het nieuwe museum vertelt het verhaal van monumentenstad Zierikzee en zijn omgeving. De aantrekkingskracht schuilt vooral in de fraaie collectie en in het bijzondere gebouw. Het museum wil bezoekers informeren, maar vooral ook verrassen. De deuren staan open voor beleving, sfeer en informatie. De entree in de Vierschaar, het visitekaartje van het museum, is samen met het museumcafé en de binnenplaats gratis toegankelijk. Publiek kan hier vrijblijvend een kijkje nemen in de imposante hal en de museumwinkel of informatie vinden bij de balie. De balie is het vertrekpunt voor het bezoek aan het museum, dat aantrekkelijk wil zijn voor inwoners, toeristen, scholen, impulsbezoekers en kenners. Gastvrijheid staat hoog in het vaandel. Variatie in alles Verspreid door het museum staan interactieve opstellingen: om aan te raken en uit te proberen. Scholen kunnen terecht in een multifunctionele ruimte. Cultuurliefhebbers kunnen hun hart ophalen in de stijlkamers. Voor geïnteresseerden in maritieme en regionale geschiedenis is er de grote, nieuwe tentoonstellingszaal. In deze zaal zijn de topstukken uit het Stadhuismuseum en het Maritiem Museum herenigd. In drie grote klimaatvitrines staan hier de mooiste voorwerpen uit duizend jaar geschiedenis. Hier komen de drie thema’s bij elkaar: stad, water en land. De collectie De kern van de gemeentelijke collectie bestaat uit voorwerpen die ooit door het stadsbestuur van Zierikzee zijn verzameld; pronkstukken van zilver, schilderijen, scheepsmodellen die de bloeiperiode van de stad weerspiegelen. Er zitten ook voorwerpen tussen die tot de top van het Nederlands cultuurbezit worden gerekend. De Groenlandse kajak is zelfs in internationaal opzicht bijzonder als een van de oudste kajaks ter wereld. De museumcollectie is in de loop der jaren uitgebreid met objecten uit het ‘alledaagse’ verleden: persoonlijke, huishoudelijke en ambachtelijke voorwerpen. Totaal gaat het om een kleine zevenduizend voorwerpen die afgelopen jaren zijn geconserveerd, schoongemaakt en behandeld. Tentoonstellingszaal met topstukken zoals de Groenlandse kajak; een van de oudste kajaks ter wereld.
Zeeuws Erfgoed
16 maart 2013/01 • M
USEA
In drie grote klimaatvitrines zijn de mooiste voorwerpen uit 1.000 jaar geschiedenis tentoongesteld. Het gebouw Het museum heeft een fraaie wisselwerking met het gebouw. Het Stadhuis is namelijk het grootste en voornaamste voorwerp van de hele museumcollectie. Bij de modernisering zijn de monumentale waarden van het Stadhuis zoveel mogelijk gespaard. Oude functies van het gebouw zijn in De Waag en in De Vleeshal weer zichtbaar gemaakt door middel van ‘sceneries’. In het oudste deel van het gebouw wordt de collectie getoond en het verhaal van het Stadhuis verteld. Een lift zorgt ervoor dat de verdiepingen nu ook toegankelijk zijn voor mindervaliden. Nieuwe klimaatinstallaties Een goed evenwicht tussen een monument (het gebouw) en het museumklimaat is een uitdaging. Het museum kent klimaatzones, uiteenlopend van een ‘strenge’ zone met weinig schommelingen tot een zone zonder enige vorm van bescherming. Bij de inrichting van de tentoonstelling wordt hiermee rekening gehouden. De meest kwetsbare voorwerpen zijn in de ‘strenge’ zones geplaatst. Het voordeel van dit systeem is dat ook collecties uit andere musea tentoongesteld kunnen worden. Een computergestuurd gebouwbeheerssysteem zorgt ervoor dat temperatuur en luchtvochtigheid in de strenge zone binnen nauwe marges blijft. De nieuwe tentoonstellingszaal is uitgerust met drie grote klimaatvitrines waarin een lichte overdruk heerst. Ook de elektrische installaties zijn compleet vernieuwd, evenals het brandmeldsysteem.
De informatie gaat over het object waar de wandelaar voor staat. De QR-wandeling gaat langs vijftien bezienswaardigheden in Zierikzee, waaronder het Stadhuismuseum. Educatie In het Stadhuismuseum Zierikzee komen verschillende historische lijnen samen. Het museum organiseert jaarlijks een speciale ‘Zoektocht naar Historische Personen’. De eerste zoektocht is gehouden tijdens de Kinderopening van het Stadhuismuseum op 7 april 2012. De volgende zoektocht is op zaterdag 6 april 2013 in het Museumweekend. Kinderen (en hun ouders) zijn op die zaterdag van harte welkom in het Stadhuismuseum. Op die dag is de toegang vrij.
Museum in QR-wandeling Zierikzee is uniek met dit initiatief. Maar liefst vijftien locaties in Zierikzee zijn voorzien van tegels in de straat met een QR-code. De wandeling gaat langs bijzondere, mooie en verrassende plekjes in deze historische stad. De gebruiker richt zijn smartphone op de QR-code (Quick Response ofwel ‘snelle reactie’). De code wordt door een QR-lezer in de smartphone omgezet, waarna via de bijbehorende website informatie of een filmpje wordt getoond en de gesproken tekst te beluisteren is.
Zeeuws Erfgoed
Kinderen zoeken naar historische personen in het museum en schrijven de antwoorden op.
17 maart 2013/01 • M
USEA
Altijd wat te doen in de Zeeuwse musea In 2013 bieden maar liefst vier jaarthema’s aanleiding voor bijzondere tentoonstellingen in Zeeland. 2013 is 60 jaar na de Watersnoodramp, 150 jaar na de afschaffing van de slavernij, 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden en het Jaar van de Boerderij. Verschillende musea sluiten met hun activiteiten bij een van deze jaarthema’s aan. Daarnaast organiseren de Zeeuwse musea in 2013 nog veel meer verrassende tentoonstellingen. Kijk voor het actuele overzicht op website www.zeelandmuseumland.nl, of maak kennis met het museumaanbod tijdens ‘open huis-dagen’. Een greep uit het museale activiteitenaanbod uit 2013:
goederen, kerken en gebouwen van handel, rechtspraak en openbaar bestuur. Een grote diversiteit aan monumenten van ‘Macht & Pracht’ is op Open Monumentendag 2013 gratis toegankelijk. www.openmonumentendag.nl Oktober 2013: MuseumNa|8 Thema: Ontdek de Zeeuwse Ziel De 7e editie van de Zeeuwse Museumnacht heeft een nieuw concept. In 2013 vindt de Museumnacht niet op één, maar op meerdere avonden plaats. Gedurende de hele maand oktober zijn er meerdere avondopenstellingen in verschillende musea verspreid over Zeeland. Hierdoor krijgen bezoekers de mogelijkheid om in oktober meerdere musea ’s avonds te bezoeken (‘museumhoppen’)! Tijdens deze speciale avondopenstellingen organiseren de musea voor jong en oud eens scala aan activiteiten rondom het thema ‘Ontdek de Zeeuwse Ziel’. Tot middernacht zijn er tentoonstellingen, rondleidingen, verhalen, muziek, hapjes en drankjes. De MuseumNa|8 wordt georganiseerd door de SCEZ met medewerking van de Vereniging van Zeeuwse Musea. www.zeelandmuseumland.nl Oktober 2013: Maand van de Geschiedenis De 10e editie van de landelijke Maand van de Geschiedenis is in oktober 2013. Een maand waarin honderden musea, archieven en andere culturele instellingen speciale tentoonstellingen en activiteiten organiseren rond een wisselend thema. De Maand van de Geschiedenis wordt georganiseerd door het Nederlands Openluchtmuseum. www.maandvandegeschiedenis.nl
6 en 7 april 2013: Museumweekend Thema: Doe een Museum De 32e editie van het Nationaal Museumweekend is op 6 en 7 april. In het hele land zijn ruim 500 musea gratis of met korting opengesteld. Het Museumweekend is een initiatief van de Nederlandse Museumvereniging en wordt mede mogelijk gemaakt door de BankGiro Loterij. www.museumweekend.nl 14 en 15 september 2013: Open Monumentendag Thema: Macht & Pracht De 27e landelijke Open Monumentendag vindt plaats in het weekend van 14 en 15 september en heeft als thema ‘Macht & Pracht’. Er is aandacht voor verschillende soorten macht (bijvoorbeeld politiek, economisch, rechterlijk, kerkelijk), en de pracht die daar in Nederland uit voortkwam, en ons nog steeds omringt. Kastelen en paleizen, grachtenpanden en patriciershuizen, buitenplaatsen en land-
26 oktober 2013: Nacht van de Nacht De 9e editie van de landelijke Nacht van de Nacht is op 26 oktober 2013; de laatste zaterdag in oktober als de klok een uur teruggaat. Op honderden plaatsen in Nederland (waaronder musea) worden activiteiten georganiseerd die de schoonheid van echte duisternis benadrukken; wandeltochten door donkere natuurgebieden, sprookjesverhalen bij kaarslicht, huiskamerconcerten of sterrenkijken. Honderden (gewoonlijk verlichte) gebouwen, bruggen, torens en monumenten staan deze nacht geheel in het donker. De Nacht van de Nacht wordt georganiseerd door Natuur- en Milieufederaties. www.nachtvandenacht.nl Altijd wel een museum in de buurt … In Zeeland zijn naar verhouding veel musea. Er is altijd wel een museum in de buurt. Mocht dat museum nu net gesloten zijn wanneer u langskomt, dan bieden de Zeeuwse musea u een unieke service. Op alle museum-
Zeeuws Erfgoed
18 maart 2013/01 • M
USEA
gevels is een bordje met QR-code aangebracht. Door deze te scannen met uw smartphone komt u op de mobiele website Zeeland Museumland terecht. Hier vindt u snel een museum in de buurt dat wel geopend is.
… of een collectie online te bekijken Maak kennis met het boeiende culturele erfgoed van Zeeland op het provinciale webportaal geschiedeniszeeland.nl, het gezamenlijk initiatief van het Zeeuws Archief, de Zeeuwse Bibliotheek en de SCEZ. Geschiedeniszeeland.nl geeft u antwoord op allerlei vragen. Ga op zoek naar de collecties van een groot aantal Zeeuwse musea en laat u verrassen. De website leunt op drie pijlers: Thema’s en meer: maak kennis met het Zeeuwse verleden en bekijk onderwerpen uit de boeiende Zeeuwse geschiedenis. Verken de Zeeuwse Canon. Vertel uw verhaal of start een onderzoek. Lees over Zeeuwse Ankers en volg de wording van de Culturele Biografie van Zeeland. Zoeken in alle bronnen: doorzoek met één zoekopdracht alle Zeeuwse bronnen en in de hele website. Vind hier foto’s, boeken, museumobjecten, archiefstukken en krantenartikelen. Wegwijzer naar Zeeuwse organisaties: ontdek de verscheidenheid aan Zeeuwse organisaties voor erfgoed. Met agenda en praktische informatie over musea, archieven, bibliotheken, verenigingen voor heemkunde, streektalen, monumenten en streekdrachten.
VOLKSCULTUUR NIEUWS
Immaterieel erfgoed op en rond de boerderij
Bij het Jaar van de Boerderij denkt menigeen vermoedelijk eerst aan materiële zaken: boerenwoningen, schuren en stallen, erven, boerentuinen en boomgaarden. Maar boerderijen zijn ook omgeven door immaterieel erfgoed.
Soms ook konden de arbeiders zich tegoed doen aan koffie, krentenbrood en brood met ham en kaas. Op Walcheren was het op de avond na de slachtdag tijd voor de ‘vosse soppen’, een feestmaal waarin het vet en slachtafval van het varken de boventoon voerden.
Spelletjes Werken op het land was zwaar werk. Het werd dan ook regelmatig onderbroken. In die pauzes deden de landarbeiders soms spelletjes. Zo werd bij het planten van de meekrapplanten een spel gespeeld waarbij de arbeiders hun plantstok zo ver mogelijk weg moesten gooien. De verliezer moest trakteren op een half pintje sterke drank. Spelletjes konden ook ritme en snelheid bij het werk aangeven. Tijdens het koolzaaddorsen sloegen de dorsers snel en hard met de vlegel om de vrouwen die op grote zeilen nieuwe struiken aandroegen, voor te blijven. Als dat lukte, riepen ze “Brand! Brand! Het zeil staat in brand!” Dat was een aansporing voor de draagsters om nog sneller te werken.
Muziek en liedjes Soms huurden boeren voor het oogstfeest een speelman in. Die maakte muziek waarop de arbeiders liedjes zongen en dansten. Liedjes waren sowieso een vertrouwd onderdeel van het werk op en om de boerderij. Landarbeiders die in groepen op het land werkten, zongen om de eentonigheid van het werk te doorbreken, om werktempo en -ritme aan te geven of gewoon voor de gezelligheid. Zeker als dat in grote groepen werd gedaan - soms waren op het land wel dertig of veertig mannen en vrouwen tegelijk aan het werk - moet dat een bijzondere sfeer hebben gegeven.
Oogst- en slachtfeesten De ‘meie’ markeerde het einde van de oogst. Een of twee aan elkaar gebonden wilgentakken, versierd met bloemen en papieren kroontjes, werden bij de laatste wagenvoer in het dak van de schuur gestoken of - bij het koolzaad dorsen - een aantal malen rond de dorsvloer gedragen. De boer kreeg de meie dan aangeboden, samen met het laatste koolzaad en een versierde Goudse pijp. Natuurlijk werd er na het laatste voer ook feestelijk gegeten en gedronken. De sukerkomme ging rond, gevuld met brandewijn en zoute bolletjes, of de boer trakteerde op een ‘gewone’ borrel. De boerin had oogstkoeken, -wafels of reuzelbollen gebakken.
Ambachtelijke vaardigheden Het boerenwerk zelf, of het nu ging om het met de hand planten, poten, wieden of dorsen, vereiste kracht, uithoudingsvermogen en speciale vaardigheden die van vader op zoon en van moeder op dochter werden doorgegeven. Later nam het landbouwonderwijs dit deels over. Voor de bouw van een boerenschuur en voor het maken van boerenwagens en landbouwwerktuigen was het vakmanschap van ambachtslieden nodig. Het werk van de timmerman, rietdekker, wagenmaker, smid en schilder behoort tot de traditionele ambachtelijke vaardigheden die we evenzeer rekenen tot het immaterieel erfgoed.
Het werk op en rond de boerderij, zoals hier het dorsen, was omgeven door traditionele gebruiken en vaardigheden (bron: Zeeuwse Bibliotheek/Beeldbank Zeeland).
Krulbollen op Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed Het krulbollen is in november 2012 als eerste Zeeuwse traditie geplaatst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. Konden wij u in het vorige nummer van Zeeuws Erfgoed melden dat de Zeeuws-Vlaamse krulbolverenigingen hiertoe gezamenlijk stappen ondernamen, inmiddels is de plaatsing een feit. Het krulbollen werd al in de middeleeuwen in Zeeland beoefend. Nu is de volkssport nog populair in Zeeuws-Vlaanderen en het aangrenzende Vlaanderen. De Zeeuws-Vlaamse verenigingen werken aan de oprichting van de Nederlandse Krulbol Federatie om de
Zeeuws Erfgoed
krulbolsport te ‘safeguarden’. Als het goed is, blijft de krulbolsport niet de enige Zeeuwse traditie op de nationale lijst. Het is aan de Zeeuwse erfgoedverenigingen zelf om hun traditie voor te dragen. Wie dat overweegt, kan contact opnemen met het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (
[email protected]) of met Jeanine Dekker, adviseur volkscultuur (
[email protected], 0118-670617).
19 maart 2013/01 • M
USEA
Archeologie
Archeologisch nieuws naar een beter gecontroleerde omgeving overgebracht moeten worden. Een van haar aanbevelingen luidde dan ook dat de SCEZ en Raakvlak Brugge hierover met elkaar in gesprek gaan om deze unieke bronnen van specifiek regionaal erfgoed beter te behandelen en te bewaren.
Zeeuwse grafschilderingen op internationaal congres
Vondstmeldingen en archeologisch spreekuur Melding van archeologische vondsten dient te geschieden bij de SCEZ. Het materiaal wordt wanneer nodig geregistreerd en gedocumenteerd, maar blijft altijd in het bezit van de melder, tenzij deze het zelf wil afstaan. Uw melding van vondst(en) of waarneming(en) kan ook schriftelijk of telefonisch geschieden bij: SCEZ Postbus 49 4330 AA Middelburg T 0118-670870 E
[email protected] Daarnaast houdt de SCEZ op elke eerste dinsdagmiddag van de maand een archeologisch spreekuur. U kunt het spreekuur in locatie Looiersingel 2 te Middelburg bezoeken om voorwerpen te laten determineren (geldwaarde wordt niet getaxeerd), vondstmeldingen te doen, of allerlei vragen op het gebied van de Zeeuwse archeologie voor te leggen. De eerstvolgende archeologische spreekuren vinden plaats op de dinsdagmiddagen 2 april, 7 mei en 4 juni 2013 van 15.30 tot 16.30 uur. Dank voor uw medewerking!
Catherine Williams, bachelor Roosevelt Academy, hield afgelopen najaar een presentatie op een internationaal congres, in vervolg op de scriptie die zij tijdens en na haar SCEZ-stage (2010-2012) schreef over aspecten van conservering van enkele laatmiddeleeuwse grafschilderingen uit Zeeuwse vindplaatsen. Dit congres, ‘Euromed 2012 International Conference on Cultural Heritage’, vond plaats van 29 oktober tot 3 november 2012 in Lemesos op Cyprus en viel binnen de periode van het EU-voorzitterschap van Cyprus. Meer dan tweehonderd gepromoveerde specialisten uit alle werelddelen namen eraan deel. In haar korte paper met de titel ‘Medieval Grave Frescoes in the southern Netherlands and Brugge’ keek zij voor dit onderwerp ook over de grenzen heen, juist ook omdat al enige tijd duidelijk is dat deze soort van decoratie van grafkelders een specifieke regionale herkomst heeft in Vlaanderen. Een van de oudst gedateerde schilderingen tot nu toe is in 1992 opgegraven aan de Beekmanstraat in Aardenburg.
C. Williams, ‘Medieval Grave Frescoes in the Southern Netherlands and Brugge’, International Journal of Heritage in the Digital Era 1.1 (2012), 153-158; zie www.cut.ac.cy/euromed2012proceedings/shortPapers/153.pdf
Williams vergeleek de door haar bestudeerde schilderingen uit Axel, Sluis en tot nog toe onbekende vindplaats(en) in de Abdijkelder te Middelburg met recent opgegraven en geconserveerde schilderingen uit de Sint-Salvatorkerk in Brugge. Daarbij benadrukte zij dat de Zeeuwse schilderingen, waarvan sommige in deplorabele staat verkeren, op dezelfde wijze onderzoek, analyse en conservering verdienen als de Brugse vondsten. In een aantal gevallen zouden schilderingen voor behoud zelfs
‘Opslag’ van een aantal lange wanden van beschilderde grafkelders in een ruimte bij de Abdijkelder in Middelburg, bestudeerd in het onderzoek van C. Williams.
Onderzoek glasvondsten Sluis voor masterscriptie In januari werkte Meta Keemink drie à vier dagen per week op het Zeeuws Archeologisch Depot, in het kader van haar onderzoek naar glasvondsten uit Sluis. Zij is studente archeologie aan de Universiteit Leiden met als specialisatie historische archeologie. Haar masterscriptie behandelt onder meer de migratie van glasblazers vanuit Italië naar Nederland. De hoofdvraag is of Zeeland (of het huidige Zeeuws-Vlaanderen) mogelijk een bijzondere positie in het handelsnetwerk van glas in de late middeleeuwen had. Deelvragen: welk laatmiddeleeuws glas is er gevonden in Sluis, andere steden in het huidige Zeeland en de Nederlanden? In hoeverre is er een verschil tussen plaatsen die aan het water liggen en plaatsen die niet aan het water liggen? Wat zijn mogelijke oorzaken voor de eventuele verschillen in het glasspectrum tussen de plaatsen?
Studente archeologie Meta Keemink tijdens haar onderzoek naar laatmiddeleeuwse glasvondsten uit Sluis.
Zeeuws Erfgoed
20 maart 2013/01 • A
RCHEOLOGIE
Lopende projecten Project Kastelenlexicon Zeeland Lezing ‘Vijf W’s van de Zeeuwse bergjes’ Dinsdagavond 19 maart houdt Jan Kuipers (SCEZ) een lezing in het oude Raadhuis van Middelharnis (Raadhuisstraat 1). ‘Vijf W’s van de Zeeuwse bergjes’ behandelt het brede terrein van
de mottes of kasteelbergjes in Zeeland, ook bekend onder de traditionele naam ‘vliedbergen’. Aan de orde komen onder andere aantallen, verspreiding, inrichting, functie en historische achtergrond. Verder behandelt Kuipers in vogelvlucht verouderde wetenschappelijke theorieën, folklore en ‘parahistorie’ in relatie tot de Zeeuwse ‘bergjes’. De lezing begint om 20.00 uur.
Project Romeins Aardenburg Nieuwe gegevens aan het licht gebracht Ten tijde van samenstelling van deze Zeeuws Erfgoed wordt nog hard gewerkt aan de redactie van het wetenschappelijk rapport en het publieksboek. Tijdens de redactie blijken vele nieuwe vragen op te komen, die soms een nieuwe analyse vergen en belangrijke nieuwe gegevens aan het licht brengen. Daardoor is het noodzakelijk om stukken tekst geheel te herschrijven. Zo lijkt het kleine Gallo-Romeinse tempeltje in de versterkte nederzetting er minder monumentaal te hebben uitgezien dan altijd gedacht. Het gebouwtje was hoogstwaarschijnlijk grotendeels uitgevoerd in hout-leembouw, gefundeerd op lage stenen funderingsmuren van Doornikse kalksteen. De zuilen van de zuilenomgang (porticus) waren vrijwel zeker geen monumentale stenen zuilen, maar gewoon stevige houten palen, die in of op de stenen funderingsmuur waren geplaatst. Gebleken is ook dat Aardenburg niet langer de enige versterking is waar een dergelijk tempeltje in een fort werd gebouwd: inmiddels is ook een dergelijke tempel bekend uit het castellum Vindolanda (Hexham), aan de muur van Hadrianus. Daarnaast worden de contouren van de fasering van de bewoningsof gebruiksperioden van de Romeinse nederzetting Aardenburg steeds duidelijker. Het stenen hoofdgebouw van castellum Aardenburg bijvoorbeeld kan niet eerder zijn gebouwd dan het begin van de derde eeuw en mogelijk zelfs nog later, terwijl tot nu toe was aangenomen dat het al was gebouwd circa 175-180, tegelijk met de aangenomen eerste aanleg van het fort.
Onderzijde van een bontzandstenen wijaltaar (zonder tekst!), gevonden bij de noordwesthoek van het Gallo-Romeinse tempeltje in het castellum van Aardenburg.
Project Probleemloos Toegankelijk Werkzaamheden afgerond In de week voor kerst 2012 zijn de laatste werkzaamheden aan het project Probleemloos Toegankelijk zoals gepland met succes afgerond. De laatste maanden was het lastig werken omdat tegelijkertijd in het kantoorgedeelte van Het Schuitvlot een grootschalige verbouwing werd uitgevoerd. Ayla Bouwmeester, Ina Dellebeke en Guus Besuijen, die voor het project waren ingehuurd, hebben de SCEZ-gelederen met ingang van 1 januari 2013 verlaten. Door de vaste medewerkers en vrijwilligers is daarna nog een aantal losse eindjes afgewerkt. 5 vaste medewerkers archeologie van de SCEZ, 4 projectmedewerkers, 3 maatschappelijke stagiaires, een studentstagiaire en 8 vrijwilligers hebben de afgelopen jaren gestaag en hard gewerkt aan 31 deelprojecten. Alles bij elkaar zijn er in het project meer dan 62.000 vondsten, dossiers, tekeningen, foto’s, dia’s en negatieven beschreven en geregistreerd in de databases van het Zeeuws Archeologisch Depot. Die zijn nu allemaal digitaal en analoog probleemloos toegankelijk. De afgelopen maanden zijn besteed aan de verantwoording en verslaglegging van het project. De verantwoording van het door de Provincie Zeeland gefinancierde project wordt in maart afgelegd. Daarna zal een projectverslag als boekje voor een breder publiek tijdens een symposium worden gepresenteerd.
Zeeuws Erfgoed
Na hun maatschappelijke stage bleven CSW-leerlingen Dieuwertje Roelse (l) en Deandra de Loof (r) als vrijwilliger werkzaam in het project Probleemloos Toegankelijk. Zij brachten soms ook hun vriendin Leanne Gaalswijk (m) mee.
21 maart 2013/01 • A
RCHEOLOGIE
Vondst voor het voetlicht
Romaanse zerken uit het verdronken Westkerke
Dekselfragment van een sarcofaag uit Westkerke, met bovenzijde van de levensboomversiering. In het najaar van 2012 zijn drie grote fragmenten van natuurstenen sarcofaagdeksels vanuit Historisch Museum De Bevelanden in Goes ondergebracht in het Zeeuws Archeologisch Depot van de SCEZ. Deze bijzondere objecten zijn afkomstig uit het verdronken Zuid-Bevelandse dorp Westkerke (omgeving Oud-Sabbinge). Het zijn Romaanse zerken uit waarschijnlijk Doornikse ateliers, met kenmerkende decoratie van levensboom- en cirkelmotieven. De in 1975 opgegraven objecten dateren uit het begin van de dertiende eeuw. Ze zijn in 1978 overgebracht naar het toenmalige Museum voor Zuid- en Noord-Beveland in Goes (nu Historisch Museum De Bevelanden). Daar werden de fragmenten buiten ondergebracht. Om diefstal te voorkomen kregen ze aan de onderzijde een verzwaring van beton. Eerst boorde men aan de onderkant een gat in de steen, waarin een stalen pen werd geschroefd. Vervolgens goot men beton in een gegraven gat, waarin de stenen met pen werden verankerd. Deze behandeling veroorzaakte problemen bij de recente verplaatsing; het kostte bovendien veel moeite om beton en pen te verwijderen zonder de stenen nog meer te beschadigen. Na verdere schoonmaak zijn de fragmenten opgeslagen in het Zeeuws Archeologisch Depot (inv.nr. 1756-6/7 en 1756-8). Ook het ruim dertigjarig verblijf buiten, in alle weersomstandigheden, heeft de kwaliteit van de stenen uiteraard nadelig beïnvloed. Doordat het reliëf van de decoraties inmiddels zo vervlakt was, kon er gelukkig wel steeds minder water op en tussen de motieven achterblijven. Dit voorkwam vorstschade, waarvan stenen met een dieper reliëf vaak last hebben. De drie fragmenten behoorden tot twee, maar mogelijk drie zerken of sarcofaagdeksels. Hoewel de motieven van twee van de drie exemplaren overeenkomen (dubbele cirkels), bleek na het aaneenpassen van deze twee trapeziumvormige fragmenten dat er een wel erg lang geheel zou ontstaan: 2,80 meter, bij een gebruikelijke lengte van ongeveer 2,25 meter. Naast verschillen in motief zijn de zijkanten van inv. nr. 1756-7 en 1756-8 gepolijst, in tegenstelling tot 1756-6 dat ruw gekapt is gelaten.
Zeeuws Erfgoed
Westkerke De vondst van de zerken geschiedde door landbouwer G. de Jager in 1975. Bij werkzaamheden op het land trof hij bakstenen funderingen aan en delen van versierde stenen platen. Dat het hier om het verdronken Westkerke ging was meteen duidelijk: De Jagers boerderij heette niet voor niets het hof Westkerke. Schoolmeester en historisch publicist J. van der Baan schreef al in 1866 dat in de huidige “Westerlandsche polder, bij de hofstede benoorden het haventje de Kulk” een stuk grond lag waar men overal oude fundamenten en ook doodkisten had aangetroffen. Westkerke was een van de dorpen die in Zeeland ontstonden tijdens de ‘massale’ parochiestichtingen tussen ongeveer 1150 en 1250. Westkerke, Sabbinge en Oostkerke (hersticht als Wolphaartsdijk) vormden het eiland Wolphaartsdijk, welke naam al in 1147 wordt vermeld. In 1331 werden werken uitgevoerd aan een hoofd te Muiden (bij De Piet), aan de sluisdijk van Westkerke en aan de dijk van een zekere Schottenpolder. Hieruit blijkt dat er omtrent 1330 een behoorlijke vloed moet zijn geweest, die echter in geen enkele kroniek is vermeld. Een fatale vloed in november 1377 markeerde het einde voor Westkerke én voor het kasteel van Muiden. Herdijking vond plaats in de Westerlandpolder (1665) en Westkerkepolder (1698). Na de melding van de heer De Jager in 1975 vaardigde de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek L.J. Abelmann en B. Oele af; de eerste was gemeentearchivaris en museumdirecteur in Goes, de tweede assistent van de provinciaal archeoloog. Ze legden funderingsresten van de kerk, zerken, sarcofaagdelen en begravingsresten bloot. De bakstenen funderingen bevonden zich op 40 tot 60 centimeter onder het maaiveld. Dat het bij de Westkerkse stenen niet om ‘gewone’ grafplaten maar om sarcofaagdeksels gaat, bleek uit de vondst van enkele bewerkte zijgedeelten van sarcofagen uit rode (Wezer) zandsteen. De deksels en sarcofaagfragmenten behoorden waarschijnlijk bij de oudste kerk van Westkerke, die nog van hout was. Na 1250 is deze vervangen door een bakstenen gebouw. Stukken van de stenen sarcofagen zijn toen gebruikt ter
22 maart 2013/01 • A
RCHEOLOGIE
Voorbeelden van grafplaten met levensboommotief uit Doornik (A), Leuven (B), Gent (C) en Brugge (D) (naar Ghislain 1985). versteviging van de funderingen van de nieuwe kerk, zo bleek uit de archeologische waarnemingen. Een merkwaardig verschijnsel, dat echter niet uniek is. Toen men de bakstenen kerk van Westkerke bouwde, moet men al niet meer hebben geweten wie in welke sarcofaag ooit ter ruste was gelegd; dit type grafplaten draagt nooit de naam of andere identiteitskenmerken van de overledene. De in 1975 eveneens aangetroffen begravingsresten hielden verband met een jongere fase. Het is echter duidelijk dat zij die eens in de sarcofagen rustten, aanzienlijke personen waren. Mogelijk betreft het geestelijken en/of de oudste heren van Westkerke. Symboliek De Westkerkse stenen vertonen een typologie, waarvan in Europa een zestigtal voorbeelden bekend zijn. Deze grafstenen zijn in ‘massaproductie’ te Doornik (in de huidige Belgische provincie Henegouwen) uit Doornikse kalksteen vervaardigd en daarna uitgevoerd omdat ze erg in trek waren. De Westkerkse objecten zijn tot dusver beschouwd als de meest noordelijke voorbeelden van het decoratietype met levensboom of cirkelmotief; het verspreidingsgebied van grafstenen van Doornikse kalksteen reikt echter tot in Scandinavië. Een bekend voorbeeld van een intacte grafplaat met ‘Doorniks’ levensboommotief is het ‘graf van Sint-Guido’ in de crypte van de Sint-Guidokerk te Anderlecht (B). Sint-Guido is een in 1112 heiligverklaarde Anderlechtse pelgrim naar het Heilige Land, wiens biografie doorspekt is van mirakelen. Het ‘graf van Sint-Guido’ is een secundair gebruikte, trapeziumvormige grafsteen met levensboommotief die rust op gemetselde sokkels. Er was een religieuze praktijk mee verbonden: pelgrims kropen onder de steen door met daarop de schrijn van Sint-Guido, zodat zij als het ware fysiek door hem werden beschermd.
‘De val van de mens’ in de Hof van Eden, met op de voorgrond de boom van kennis van goed en kwaad en daarachter de levensboom; schilderij van Lucas Cranach de Oudere (1472-1553). Het trapeziumvormig model van de Doornikse zerken zou zijn afgeleid van Frankische sarcofagen; deze basisvorm bleef voor doodskisten gehandhaafd tot vandaag de dag. De origine van het levensboommotief is vrijwel niet te traceren. De boom als kosmisch symbool vinden we onder meer terug in Indië, Mesopotamië en Scandinavië. De levensboom als teken van wedergeboorte is hiervan een eveneens wijd verbreide variant; de meiboom in de moderne Europese folklore is dáárvan weer een nakomeling. Er is zelfs een typologische relatie aan te wijzen met de seculiere vrijheidsboom van de Amerikaanse en Franse Revolutie en onze eigen, in 1795 gestichte Bataafse Republiek. In de bijbel komt de levensboom meermalen voor. God plantte hem samen met de boom van de kennis van goed en kwaad in de Hof van Eden; na de verbanning van Adam en Eva uit het paradijs gold Christus als de nieuwe levensboom. Het motief van de (dubbele) cirkel is veel minder frequent onder de Doornikse zerken; we zien de cirkels verbonden en als afgeleide van het levensboommotief afgebeeld, maar ook los van elkaar. Jan Kuipers, documentalist archeologie, Henk Hendrikse, depotbeheerder Met dank aan Koen van Rooijen, conservator Historisch Museum De Bevelanden, Goes
Dekselfragment van een sarcofaag uit Westkerke, met het motief van de dubbele cirkels.
Zeeuws Erfgoed
Literatuur Jean-Claude Ghislain, ‘Dalles funéraires romanes tournaisiennes en Belgique’, Art & Fact 2, 1985, 53-71. Jan J.B. Kuipers, ‘Sarcofagen uit Westkerke’, Nehalennia afl. 139, 2003, 26-27 (rubriek Verdwenen Zeeuwse Gebouwen).
23 maart 2013/01 • A
RCHEOLOGIE
Erfgoededucatie Terugblik op cursus ‘Visie op educatie’
Deskundigheidsbevordering van museumeducatie Wie betaalt het? De regeling is een matchingsregeling. Dat wil zeggen dat het Fonds voor Cultuurparticipatie maximaal de helft van de begrote kosten subsidieert. De andere helft komt van andere partijen, met name gemeenten en provincies. Ook Zeeland heeft een aanvraag lopen bij dit fonds, waarmee toekomstige projecten en activiteiten ontwikkeld kunnen gaan worden. Meer informatie over de regeling is te vinden op de website van de SCEZ onder Erfgoededucatie.
19 november 2012 organiseerde de SCEZ de cursus ‘Visie op educatie binnen het museumbeleidsplan’. De cursus zou anderhalf jaar geleden door Erfgoed Nederland uitgevoerd zijn, ware het niet dat direct na de aankondiging ervan het doek viel voor dit landelijk instituut voor het erfgoed. Ellen Snoep, die als projectleider erfgoededucatie de cursus vanuit Erfgoed Nederland zou ontwikkelen, heeft op verzoek van de SCEZ de cursus voor de Zeeuwse musea samengesteld en gegeven. Veertien deelnemers blokten op 19 november een hele ochtend op de diverse theorieën over educatie in het museum, om vervolgens in de middag een en ander toe te passen op de eigen museumsituatie. Gastdocente Gundy van Dijk, senior educatiemedewerker van het Tropenmuseum in Amsterdam, schetste de huidige praktijk van educatie binnen het museum. De aanpak van het Tropenmuseum om rondleidingen met kinderen langs een beperkt aantal voorwerpen te houden, deze langdurig te bekijken en te bespreken tijdens meerdere vragenrondes, levert een intense ervaring op. De Zeeuwse musea vonden het opvallend dat ook het Tropenmuseum de scholen actief benadert om leerlingen naar het museum te krijgen.
Vervolgcursussen in de planning In april wordt er voor de Zeeuwse musea een vervolg op de cursus ‘Visie op educatie binnen het museumbeleidsplan’ georganiseerd. Het Zeeuws Museum geeft dan een presentatie over de doorgaande leerlijn educatie in het museum. Alleen voor erfgoedhuizen/provinciale steuninstellingen is door EDU-ART uit Arnhem een ‘train de trainer’-cursus ‘Van rondleiden naar begeleiden, schoolgroepen in het museum’ georganiseerd op vrijdag 1 februari 2013. Adviseur erfgoededucatie Josien Pootjes heeft deze cursus gevolgd. De SCEZ bezit hierdoor voor Zeeland een licentie voor het vervolgens zelf organiseren van de cursus voor de Zeeuwse musea. De cursus ‘rondleiden’ staat voor volgend jaar ingepland.
Wat is er nodig voor een visie op educatie? Een visiedocument is bedoeld om af en toe te raadplegen om te bekijken of de juiste koers nog steeds gevaren wordt. Het moet een bondig document zijn dat inspireert en enthousiasmeert. De visie moet door de medewerkers van de instelling gedragen worden. De missie van de instelling moet vertaald worden naar de educatieve visie. Er moet hiervoor kennis zijn van het onderwijs en van de recente ontwikkelingen in cultuureducatiebeleid. Theorieën over educatie in het museum zorgen voor een theoretische onderbouwing van de visie. Vervolgens is het een uitdaging om een onderscheidend educatief aanbod samen te stellen. Cultuureducatie met Kwaliteit Het bijscholen van educatief medewerkers in musea past helemaal in de doelstellingen van de nieuwe regeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2013-2016 voor het primair onderwijs. De regeling (uitgevoerd door het Fonds voor Cultuurparticipatie) is ontwikkeld om de kwaliteit van cultuureducatie te verbeteren. Een landelijk samenhangende aanpak moet ervoor zorgen dat kwalitatief goede cultuureducatie een vaste plaats krijgt binnen het onderwijs en bij de culturele instellingen. De regeling is gericht op het behalen van de kerndoelen en het werken in een doorgaande leerlijn. Ook worden leerkrachten gestimuleerd zich te bekwamen op het gebied van cultuureducatie en moeten culturele instellingen hun aanbod meer afstemmen op de kerndoelen.
Zeeuws Erfgoed
24 maart 2013/01 • E
RFGOEDEDUCATIE
Leerlingen battelen 17-18 januari voor beste rondleiding
Gymnasiumdagen CSW, SCEZ en Zeeuws Museum rond archeologie De SCEZ organiseert in samenwerking met CSW Van de Perre en het Zeeuws Museum jaarlijks een programma voor de gymnasiumklassen. De leerlingen van de tweede klas gymnasium waren 17 en 18 januari een hele dag aan de slag in het Zeeuws Museum. Het thema was archeologie, Latijnse teksten en mythische figuren op de wandtapijten. Adviseur archeologie Robert van Dierendonck vertelde in zijn presentatie over de tijd voor en tijdens de Romeinen in Zeeland. In een workshop leerden de leerlingen hoe je een presentatie in elkaar zet; hoe je een spannende interactie met je publiek bereikt en wat te doen met vragen waar je eigenlijk geen antwoord op weet. ’s Middags werden er door leerlingen gratis rondleidingen aan publiek gegeven en battelden zij in groepjes om de beste presentatie te houden. Door middel van onder andere twitterberichten werden ouders, maar ook ander geïnteresseerd publiek hiervoor uitgenodigd. Het publiek mocht als jury de presentaties beoordelen. De entree van het Zeeuws Museum was voor deze gelegenheid gratis! Het best presterende groepje leerlingen won uiteindelijk een mooi aandenken aan deze leerzame dag.
foto’s Juul Roijackers
Leerlingen van het winnende team met hun prijs. De winnende leerlingen wisten tijdens hun rondleiding het publiek goed bij hun verhaal te betrekken. Zo werd met heldere, duidelijke stem en op humoristische wijze de aandacht vastgehouden bij het wandtapijt met het Zeeuwse wapen Luctor et Emergo. Leerling Harmen wees hierbij op de twee vertalingen: ‘ik worstel en kom boven’, over de strijd tegen de Spanjaarden en ‘ik worstel moedig en ontzwem’, over de strijd tegen het water, zoals in het Zeeuwse volkslied.
Zeeuws Erfgoed
25
Streektalen
In ’t Zeêuws: Zing Zeeuws
14 juni 2013
Uutgesproken
Zeeuws Vorig jaar besliste De Zeeuwse Taele niet enkel aandacht te besteden aan de gezongen vorm van het Zeeuws. Zeeland heeft immers ook een rijke traditie wat vertellers betreft, al dan niet verenigd in vertelgroepen. Om mensen die niet kunnen of willen zingen ook de kans te geven hun dialect te gebruiken, is beslist om in de oneven jaren een vertelwedstrijd te organiseren. Vanaf februari tot 1 mei kan iedereen een verhaal opsturen dat hij of zij op de finaleavond wil komen vertellen. Verhalen van ongeveer tweeduizend woorden (vertelduur ongeveer tien minuten) kunnen tot 1 mei via de mail ingestuurd worden naar
[email protected] of per post naar SCEZ, In ’t Zeêuws, postbus 49, 4330 AA Middelburg. De tien genomineerde verhalen zullen ook digitaal beschikbaar worden gesteld op diverse websites of op cd-rom. Een jury selecteert uit alle inzendingen de tien verhalen die op de wedstrijdavond op 14 juni 2013 zullen worden verteld. De wedstrijdavond vindt plaats op het eiland Tholen. Er zijn drie geldprijzen beschikbaar: 250, 150 en 100 euro. Deze wedstrijd is net zoals Zing Zeeuws mogelijk gemaakt door financiële steun van de Provincie Zeeland en het Delta Zeeland Fonds.
Ries de Vuyst, voor de tweede keer winnaar van Zing Zeeuws.
Knock on Wood bracht een tekst van Jan Lauret. De jury gaf hen een eervolle vermelding.
Krapuul stond twee keer op het podium, met een eigen nummer en met de tekst van Rens IJzelenberg.
Ook Ellen Shae kreeg van de jury een eervolle vermelding (foto’s Joop van den Bremen).
16 november lijkt al weer ver weg, maar in de vorige Zeeuws Erfgoed kon u nog niet lezen wie de winnaar was van dit tweejaarlijkse evenement. Ondertussen hebt u in de pers wellicht al gehoord of gelezen dat de winnaar voor de tweede keer Ries de Vuyst werd met het prachtige nummer Deuhroeisteên. De avond in een vol Porgy en Bess in Terneuzen vloog voorbij. Veertien nummers volgden elkaar in snel tempo op en de sfeer zat er goed in. Tonny Dieleman zorgde voor een goede opvolging van de verschillende nummers. Ellen Shae bracht een eigen nummer en zong de tekst van Johnny Contant die door omstandigheden had moeten afhaken. Ook twee niet-Zeeuwen waagden zich dit jaar aan Zing Zeeuws. Ram-On probeerde het Wasschappelse dialect onder de knie te krijgen en Sven van Rijswijk zong over de Zeeuwse taal met haar typische kenmerken voor niet-Zeeuwen. Oude (de Deurdouwers, Stikhewoon, Ries de Vuyst) en minder oude (Blauw, Krapuul, Pier en Co) rotten in het vak, maar ook nieuwkomers zoals Jilles (zie verderop bij MonuMENTaal) brachten prachtige nummers. Jan Lauret schreef een tekst en liet die uitvoeren door Knock on Wood. De vier dames zorgden voor een kippenvelmoment bij vele toehoorders. De tekst van Rens IJzelenberg werd uitgevoerd door Krapuul.
Het is de bedoeling in 2014 een nieuwe Zing Zeeuws te organiseren. Als het kan, gaan we dan in het noordelijke deel van Zeeland de finalewedstrijdavond organiseren. Wie zin heeft om mee te helpen aan de voorbereiding van dit evenement, kan zich altijd melden bij de adviseur streektalen, Veronique De Tier (
[email protected]). Een mooi sfeerbeeld van Zing Zeeuws 2012 vindt u op de website van Omroep Zeeland, waar een filmpje van de avond te zien is. Via www.scez.nl/zingzeeuws2012 komt u op de juiste pagina terecht. Omroep Zeeland bracht in de week voor het evenement elke ochtend een radiointerview met een deelnemer of iemand van de organisatie en op maandag kwam het evenement uitgebreid op tv aan bod in ‘Editie 2012’. Het evenement werd mogelijk gemaakt door de Provincie Zeeland en het Delta Zeeland Fonds.
De winnaar kiezen was een moeilijke beslissing voor de jury. Er was helaas slechts één prijs beschikbaar. Uiteindelijk liep Ries de Vuyst net als vorig jaar weg met de hoofdprijs. We vragen ons nu al af wie hem over twee jaar buitenspel zet. Of misschien krijgt hij dan wel een plaats in de jury!
Zeeuws Erfgoed
De vierde editie van Zing Zeeuws werd een zeer gezellige avond in Porgy en Bess in Terneuzen.
26 maart 2013/01 • S
TREEKTALEN
Streektaal Varia In 2013 wil de SCEZ in samenwerking met diverse streektaalorganisaties, zoals De Zeeuwse Taele en de Zeeuwse Dialect Vereniging, de vrijwilligerswerking rond streektaal verder uitbouwen. Zoals u de vorige maanden al kon lezen in Zeeuws Erfgoed houden enkele vrijwilligers zich nu intensief bezig met de digitalisering van de Zeeuwse woordenboeken. Dat gaat in een redelijk tempo vooruit. Op dit ogenblik is er al een demo-werkversie te zien op www.zeeuwsewoordenbank.nl. In 2013 willen we ook inzetten op streektaal in de zorg. In het kader
daarvan kan met een subsidie die De Zeeuwse Taele heeft verworven bij het Fonds voor Cultuurparticipatie opnameapparatuur aangekocht worden om dialectopnames te maken bij goede dialectsprekers. We zoeken dus vrijwilligers die in 2013 willen meewerken aan dit project, waarbij aan de hand van voorwerpen, verhalen en oude foto’s leuke of minder leuke verhalen kunnen worden opgetekend van oudere dialectsprekers. In Zeeuws-Vlaanderen kunnen ook nog gerichte dialectvragenlijsten worden opgevraagd in het kader van het Woordenboek van de Vlaamse dialecten (zie ook verderop). Als een van deze onderwerpen u interesseert, stuur dan een mail of brief naar de adviseur streektalen.
Vragenlijsten op internet
Nederlandse Dialectendag 2013
Naar het voorbeeld van Groningen en Drenthe hopen we in het najaar ook in Zeeland vragenlijsten via digitale weg aan te bieden en op deze manier informatie te verzamelen. Wilt u al zien hoe dat in zijn werk gaat, kijk dan eens op de site van de Rijksuniversiteit Groningen: www.rug.nl/ research/groningertaalencultuur/vraog-en-antwoord.
De Nederlandse Dialectendag vindt dit jaar plaats in Belgisch-Limburg op 28 september (en niet in maart zoals dat vroeger het geval was). Het thema is dit jaar ‘streektaal en digitalisering’. Plaats van gebeuren is Hasselt. Meer nieuws hierover in het volgende nummer van Zeeuws Erfgoed.
Gezocht:
(
[email protected]). De opnames staan gepland voor eind maart of begin april. De adviseur zal u ook meer informatie geven over de eisen die gesteld worden. Bent u een echte Zeeuw en wilt u ook meedoen? Ook voor Zeeuwen voorzien we een opname waarbij een dertigtal woorden in het dialect moeten worden uitgesproken. U kunt zich ook hiervoor kandidaat stellen. We zoeken een spreker voor elk van de dialectregio’s. Ook u kunt zich aanmelden bij de adviseur, Veronique De Tier.
Vrijwilligerswerking
Voor een filmopname zoeken we niet-Zeeuwen die in Zeeland wonen en hun oorspronkelijke dialect nog goed spreken. Bent u een Fries, een Drent, een Groninger, een Limburger, komt u uit Leiden of Den Haag enzovoort en kunt u zich enkele uren vrijmaken voor het inspreken van een vijftiental zinnetjes in uw eigen oorspronkelijke dialect, geef dan uw naam en telefoonnummer door aan de adviseur streektalen Woordenboek van de Vlaamse Dialecten gered De Vlaamse overheid en de Nederlandse Taalunie investeren samen 800.000 euro in dialectonderzoek aan de Universiteit Gent. Daarmee kan het bedreigde Woordenboek van de Vlaamse dialecten (WVD) toch worden afgewerkt en gedigitaliseerd. Ook de Provincie Oost-Vlaanderen en de Provincie Zeeland doen hun duit in het zakje om dit project te kunnen voltooien. Het WVD behandelt immers ook het Zeeuws-Vlaamse dialect. De Zeeuws-Vlaamse informanten komen enkele keren per jaar samen onder de bezielende leiding van Rinus Willemsen. Het is de bedoeling om op termijn de drie grote regionale woordenboeken aan elkaar te koppelen en daarbij ook de gegevens van het Woordenboek der Zeeuwse dialecten
(WZD) toe te voegen. Het laatste is in tegenstelling tot de andere drie alfabetisch. De drie grote regionale woordenboeken werken per thema. Omdat het Zeeuwse woordenboek ook plaatsinformatie geeft, is het wel mogelijk om ook het WZD en het supplement te gebruiken bij het tekenen van overzichtskaarten van het zuidelijk-Nederlandse taalgebied. Een mooi voorbeeld is de kaart van de schommel, waarbij de gegevens van alle zuidelijke provincies op een kaart werden gevisualiseerd. Na het afwerken van het Woordenboek van de Vlaamse dialecten zal het mogelijk zijn om dergelijke taalkaarten te maken op basis van het jarenlange wetenschappelijke werk dat door vele mensen is verricht met de hulp van vele vrijwilligers. Bent u Zeeuws-Vlaming en wilt u meehelpen aan dit project door uw dialect of dat van uw dorpsgenoten vast te leggen op een vragenlijst, neem dan contact op met
[email protected].
Erfgoed Allerlei PUBLICATIES SCEZ kan geen aanvullende informatie verstrekken over de verkoop van verschenen publicaties.
• Boeken en eenmalige uitgaven C. van den Bovenkamp, Uitgebeeld verleden van Aagtekerke (Waarde: Van den Bovenkamp, 2012) 108 pag.; ill., foto’s, grav.; ISBN 978-90-70697-32-7. Foto- en prentbriefkaartenboek van Aagtekerke in de twintigste eeuw. De vele illustraties zijn rijkelijk voorzien van uitleg en verhalen. J.R. Bruijn, e.a., Zeeuwse zeehelden uit de zestiende en zeventiende eeuw (Vlissingen: Den Boer/de Ruiter, 2012), 160 pag.; ill., foto’s, krt., tek., grav.; ISBN 978-90-79875-39-9. Vijf maritieme (waarvan vier Zeeuwse) historici (Jaap Bruijn, Johan Francke, Tobias van Gent, Ruud Paesie en Doeke Roos) geven een biografie van acht Zeeuwse admiralen en een tiental minder bekende Zeeuwse kapiteins en vlootvoogden die op de Zeeuwse, Europese en Atlantische wateren strijd leverden tegen de vijanden van de Zeven Verenigde Provinciën, waarin onder meer de slag op het Slaak, de zeeslagen bij Duins, Beachy Head, Kaap la Hogue, Sluis, Chatham en Kijkduin de revue passeren. Het geheel is chronologisch opgezet en voorzien van vele fraaie afbeeldingen (van onder andere Jan de Quelerie) van zeeslagen en portretten van de besproken zeehelden. Met bronnen- en literatuurlijst, glossarium van gebeurtenissen en historische zaken, en register van scheepsnamen. Paul Brusse en Peter Henderikx (red.), Geschiedenis van Zeeland. Deel 1. Prehistorie-1550 (Zwolle: WBooks, 2012) 388 pag.; ill., foto’s, krt., tek.; ISBN 978-90-400-0752-1. Na ‘Zeeland door de eeuwen heen’ (twee delen, 1935-1959) door Van Empel en Pieters, een nieuw standaardwerk over de Zeeuwse geschiedenis. Aandacht voor de onderwerpen land en water, demografische en sociale, economische, politieke en institutionele, culturele en religieuze geschiedenis. Eerdere publicaties gingen vooral in op politieke en militaire geschiedenis. De onderwerpen zijn weer onderverdeeld in een matrix die voor alle delen geldt en waarin gekeken wordt naar natuur en de mens, beeld en zelfbeeld, stad en platteland, centrum en periferie, arm en rijk en open- en geslotenheid. In deel 1 zijn hiervoor vier ijkpunten opgenomen. Het boek is voorzien van vele mooie, unieke illustraties. Bevat uitgebreide inleiding, eindnoten, bronnen-
en literatuurlijst en index op plaats- en persoonsnamen. Paul Brusse en Wijnand Mijnhardt (red.), Geschiedenis van Zeeland. Deel 2. 1550-1700 (Zwolle: WBooks, 2012) 340 pag.; ill., foto’s, krt., tek.; ISBN 978-90-400-0753-8. Tweede deel van het nieuw te vormen standaardwerk over de provinciale geschiedenis in de nieuwe tijd. De matrix komt in dit deel tot zijn recht in de hoofdstukken Land en water, Economie, Bevolking en sociale verhoudingen, Politieke verhoudingen, Religie en cultuur en IJkpunt 1700. Het geheel is voorzien van vele kleurenillustraties die in veel gevallen nog niet eerder in dit verband te zien waren. Bevat notenapparaat, geraadpleegde bronnen en literatuur, index op aardrijkskundige namen en persoonsnamen en colofon. Willem van Dam, Jan Jansen en Ben Seelt, Er zit geen brood meer in. Zeeuwse zaakjes die er bijna niet meer zijn (Goes: Paard van Troje, 2012) 96 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-7193712-5. Bevat bijdragen over allerlei ambachten en winkels die inmiddels geheel verdwenen zijn of dreigen te verdwijnen van het Zeeuwse platteland. C.L. van Dijke, De visserij van Arnemuiden. De schepen en hun bemanning (Arnemuiden: C.L. van Dijke, 2012) 340 pag.; ill., foto’s, tek.; ISBN 978-90-9027257-3. Op 3 december 2012 werd op de Historische Scheepswerf C.A. Meerman in Arnemuiden ‘De visserij van Arnemuiden’ gepresenteerd. Het boek geeft een vrijwel compleet beeld van het wel en wee van de Arnemuider vissersgemeenschap gedurende de laatste honderd jaar. In 340 pagina’s komen naast de honderden schepen en hun bemanning ook onderwerpen aan bod als visserijmethoden, scheepstypen en -motoren, vissoorten en visgronden.
Zeeuws Erfgoed
Ook de persoonlijke ervaringen van vissers en hun familie staan erin. Daarbij is het volledig in kleur uitgevoerde boek rijk voorzien van aansprekend beeldmateriaal. De publicatie is te bestellen bij de auteur, via 0118-603161 of
[email protected]. Roelof van Gelder, Naar het aards paradijs. Het rusteloze leven van Jacob Roggeveen, ontdekker van Paaseiland (1659-1729) (Amsterdam: Balans, 2012) 395 pag.; ill., grav.; ISBN 978-94-6003573-9. Roggeveen, de ontdekker van Paaseiland, was geen zeeman maar een gepromoveerd jurist. Na een opleiding tot kaartenmaker werd Roggeveen notaris en werkte hij zeven jaar in Batavia als Raad van Justitie. Hij raakte onder invloed van Spinoza verwikkeld in een langdurig conflict met de gereformeerde kerk. Verbannen uit zijn geboortestad Middelburg organiseerde hij in 1721 hij was toen al in de zestig - zijn grote expeditie naar het Onbekende Zuidland, die de vroegste beschrijvingen opleverde van bewoners van Paaseiland, Samoa en andere eilanden in Polynesië. Het boek schetst een beeld van een ongewoon en grillig leven tegen de achtergrond van de Radicale Verlichting en de toenmalige obsessie van Europese ondernemers met de Stille Oceaan. Tobias van Gent en Pieter Ippel (red.), Zeeland en de wijde wereld. Liber Amicorum voor Willem van den Broeke (Middelburg: Roosevelt Academy, 2012) ISBN 978-90-7017468-2. Dit vriendenboek voor (de nog niet met emeritaat gegane) prof. dr. Van den Broeke bevat een elftal bijdragen van diverse wetenschappelijke collegae en invalshoeken, zoals de rector Barbara Oomen (over onderwijs), Paul Brusse (periferie), Maarten Prak (kathedralenbouwers), Jan Zwemer (sociale geschiedenis) en vele anderen. Bevat tevens een interview, lijst van auteurs, en lijst van publicaties van Van den Broeke. Tobias van Gent, Admiraal Louis de Boisot (ca. 1530-1576). Bedwinger van Middelburg en Redder van Leiden (Leiden: Kopwit, 2012) 28 pag.; ill., tek., grav. Beknopt biografisch portret waarin Van Gent in een chronologisch tijdpad een biografisch portret geeft dat ten behoeve van de dieslezing op 5 november 2011 werd uitgegeven door de Historische Vereniging Oud Leiden en de auteur zelf, en later weer werd gebruikt in het boek ‘Zeeuwse zeehelden’ (zie hierboven). De roemruchte telg uit een voornaam geslacht uit Bourgondië was onder andere actief in de zeeslag bij Bergen op Zoom en later het ontzet van Leiden op de Spanjaarden in september/oktober 1574. Bevat onder meer een korte bronnenlijst en een uitgebreidere lijst van gebruikte literatuur.
28 maart 2013/01 • E
RFGOED
ALLERLEI
Cor Heijkoop, S.O.S. - in de Wielingen. Scheepscalamiteiten in het Vlaamse kustgebied (Aardenburg: Durenkamp, 2012) 144 pag.; ill., foto’s, tek., krt.; ISBN 978-94-9152804-0. In elf hoofdstukken worden chronologisch alle strandingen in de Wielingen besproken. Het eerste hoofdstuk gaat over de vaarweg de Wielingen. De drie laatste hoofdstukken belichten het buiten de Wielingen gelegen vaargebied de Wandelaar, reddingstations, en de sleepvaart en het bergingswezen. De middelste hoofdstukken behandelen steeds een periode van circa 5 t/m 25 jaar. Voorzien van uitgebreide illustraties. Bevat literatuuropgave en bronnenlijst en een register van scheeps- en persoonsnamen. Anneriek van Heugten (tekst) en Danker Jan Oreel (illustraties), Twee gouden ringen. De tijd van pruiken en revoluties 1700-1800: buitenhuizen (Drunen: Delubas, 2012) 93 pag.; ill., tek.; ISBN 978-90-5300-402-9. Leesboek met informatie over buitenhuizen; vanaf circa 8 tot 12 jaar. Rogier reist met zijn pleegvader door het land. Hij is in het bezit van een bijzondere ring die met zijn afkomst te maken heeft. Als zijn pleegvader overlijdt, staat Rogier er alleen voor. Hij gaat voorlopig wonen op de buitenplaats Lammerenburg bij Vlissingen. Over de pruikentijd wordt - ofschoon in de titel genoemd niets vermeld. Martin R. Howard, Walcheren 1809. The scandalous destruction of a British Army (Barnsley: Pen & sword military, 2012) 224 pag.; ill., foto’s, krt., grav., tek.; ISBN 978-1-84884-468-1. Howard, die zowel medisch als militairhistorisch is gespecialiseerd, beschrijft de Britse landing op Walcheren in 1809 in zestien hoofdstukken vanuit Engels perspectief over onder andere: generaals en admiraals, de soldaten en zeelieden, de landing, verblijf in Zuid-Beveland, het bombardement van Vlissingen en de inname van andere plaatsen, de terugtrekking en de Zeeuwse koortsen. Bevat tevens lijst van illustraties, kaarten, zes bijlagen, een bibliografie en index. A.P. de Klerk (tekst), Leo Adriaanse, Marco Evenhuis (red.) en Mieke Wijnen (omslagfoto), Varen over Walcherse watergangen, van schuitvlot naar schuitvlot. Een vrijwel vergeten vorm van vervoer (Middelburg: SCEZ, 2012) 84 pag.; ill., foto’s, krt., tek., grav.; ISBN 978-90-77567-00-5. De vestiging van de SCEZ aan het Armeniaans Schuitvlot (/hoek Looierssingel) in Middelburg was de aanleiding tot dit boekje. De Klerk verdiepte zich in de tijd dat het voor Walcherse boeren normaal was zich met schuiten te verplaatsen. De lezer krijgt deze geschiedenis voorgeschoteld in hoofdstukken
over het waterwegennet, vaartuigen, de schuitvlotten en het systeem van varen. Met noten, illustratieverantwoording en afkortingen. Marjolein Innemée, Van d’EÉ tot Hontenisse - pentekeningen van ZeeuwsVlaanderen (Amsterdam: Marjolein Innemée, 2012) 132 pag.; ill., tek., foto’s; ISBN 978-90-9027085-2. Bevat een honderdtal pentekeningen van bekende en minder bekende plaatsen, gebouwen en landschappen in Zeeuws-Vlaanderen. Oorspronkelijk verschenen onder de rubriek ‘Wat tekende Marjolein Innemée?’ in het Zeeuws-Vlaams Advertentieblad tussen 2008 en 2012. Achterin het boekje bevinden zich foto’s en enige krantenartikelen van en over de auteur. Bevat tevens tekst van Zeeuws-Vlaams volkslied. Jan Jansen en Peter Oggel, Zeeuwlingen. Levensverhalen van Zeeuwse honderdplussers (Vlissingen: Den Boer/de Ruiter, 2012) 160 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-79875-38-2. Het verslag van een honderdste verjaardag vormt de inleiding tot verslagen van gesprekken met tien andere Zeeuwse honderdjarigen, op een na ook in Zeeland geboren tussen 1906 en 1912, onder wie de oudste inwoonster van de provincie. De teksten zijn gemiddeld tien bladzijden lang. Het zijn vlot geschreven journalistieke reportages, verlucht met zwart-witfoto’s van de betrokkenen nu alsook uit verscheidene vroegere levensperiodes. Aangezien het op twee na om vrouwen gaat, komen we veel foto’s van opgroeiende meisjes in de mode van de jaren na 1920 tegen. Ook enkele verzorgers komen aan het woord. Ruud Paesie (bezorgd en ingeleid), Voor zilver en Zeeuws belang. De rampzalige Zuidzee expeditie van de Middelburgse Commercie Compagnie, 1724-1727 (Zutphen: Walburg Pers, 2012) 239 pag.; ill., foto’s, krt.; ISBN 978-90-5730-845-1. Deel 111 in de werken uitgegeven door de Linschoten Vereeniging. Paesie geeft een uitgebreide inleiding en toelichting op de journalen, waaronder dat van Hubregt Kempe (1724-1727), een van de weinige overlevenden van de rampzalige handelsexpeditie van de Middelburgse Commercie Compagnie naar de Stille Zuidzee. In zijn reisverslag beschrijft onderstuurman Kempe het verloop van de expeditie vol tegenslagen en ontberingen. Hij geeft een goed beeld van het harde zeemansbestaan, de oplopende spanningen en het dagelijkse gevecht om te overleven in een onbekend en verafgelegen gebied op de wereld. Met literatuur opgave en index. Jan Simonse (fotografie) en Rob van Hese (voorw. en bijschriften), Middelburg, fotoimpressie jaren ’70 (Middelburg: de Drvkkery, 2012) 96
pag.; foto’s; ISBN 978-90-79875-42-9. Jan Simonse (fotografie) en Ad Tramper en Anton Tanghe (voorw. en fotobijschriften) Vlissingen, fotoimpressie jaren ’70 (Middelburg: de Drvkkery, 2012) 96 pag.; foto’s; ISBN 978-9079875-43-6. Twee fotoboeken van zowel Vlissingen als Middelburg in de jaren zeventig van de 20ste eeuw. Foto’s zijn enigszins thematisch gerangschikt op bijvoorbeeld werk, industrie, uitgaansleven en vrije tijd. Voorzien van bijschriften door mensen die goed thuis zijn in het tijdvak van het onderwerp. Jean-Philippe Tondeur, Walcheren 1809. L’expédition Anglaise au jour le jour les lettre de Napoléon à ses ministres (Bruxelles: Les Edtions de la Belle Alliance, 2009) 192 pag.; ill., tek., foto’s, grav., tab., krt.; ISBN 977-1374-119186. Bevat voorwoord en vervolgens enkele korte hoofdstukken over de voorbereidingen van de Franse oorlogsexpedities in 1809, de toestand in de Nederlanden, de Engelse invasies elders, de sterkte van de Britse troepen en een geografische schets van het Zeeuwse strijdtoneel. Daarna volgt een uitgebreide chronologische beschrijving van gebeurtenissen, van dag tot dag, van de Engelse invasie vanaf 28 juli tot 30 augustus 1809. Tot besluit enkele slothoofdstukken over het vertrek van de Engelsen en de organisatie van het Franse leger. Met korte bibliografie. Kees Uittenhout, Gouden handel. Roman over de slavernij (Schoorl: Conserve, 2012) 431 pag.; ISBN 97890-5499-339-2. Verhaal over de slavenhandel waarin een Middelburgse weesjongen en een Angolese slavenjongen vrienden worden en als vijanden uiteengaan en de Middelburgse jongen daarna de dochter van een Surinaamse suikerplantage-eigenaar tegenkomt. J.P.B. Zuurdeeg, Zeven eeuwen straatnamen op Tholen en Sint Philipsland (Heemkundekring Stad en Lande van Tholen, 2012) 348 pag.; ill., foto’s krt., tek.; ISBN 978-90-808651-9-8. Op 20 november 2012 werd in het gemeentehuis van Tholen ‘Zeven eeuwen straatnamen op Tholen en Sint-Philipsland’ gepresenteerd. In het boek worden 1400 nog bestaande, maar ook verdwenen straatnamen in de gemeente Tholen per plaatsnaam besproken. Hierbij wordt, in zoverre bekend, vermeld wanneer de straatnaam voor het eerst genoemd wordt, waar ze geografisch gelegen is en wat zich er heeft afgespeeld. De bespreking van de straatnamen wordt voorafgegaan door een inleiding met achtergrondinformatie over straten en straatnamen, een uitleg over de wijze waarop de straatnamen worden besproken, een lijst met gebruikte afkortingen, plattegronden van de gemeente en haar kernen, een overzichtskaart van de Thoolse en Flipse polders en een bronnenlijst.
Zeeuws Erfgoed
De publicatie is te koop bij boekhandel Heijboer in Sint-Annaland, boekhandel Dieleman in Tholen of te bestellen via de website van de heemkundekring: www.heemkundetholen.nl.
• Tijdschriften A.P. de Klerk, ‘Open voor eb en vloed. Tijhavens in Zeeland’, in Historisch Geografisch Tijdschrift jg. 30 (2012) nr. 2, pp. 99-103. Zeeland 21/4 (2012) 121-160. E.E. Abraham verhaalt over de dagboeken van Kees Oostmans en Arie Jacobse uit 1867-1869 toen zij als zeelui door de woestijn van Algerije en Libië trokken met de freule Alexandrine Tinne. Een boekbespreking van het eerste deel van ‘Geschiedenis van Zeeland’ door Bas van Bavel en een kritisch stuk van Willem van den Broeke en Tobias van Gent over de vierdelige serie ‘Balans tussen stad en platteland’. De middenkaternen bevatten een bijdrage van George ter Horst over Poëzie en beeldende kunst. Zeeuws Tijdschrift 62 7/8 (2012) 64 pag. Centraal in dit nummer staat het alweer tienjarige jubileum van de Zeeuwse Boekenprijs in eveneens tien grote en kleine bijdragen. Zo worden groei, jubileum, juryleden, prijzen, genomineerden en sponsoren behandeld. Verder zijn er gerelateerde onderwerpen zoals de kunstenares Eva Crebolder (ontwerpster van het ZBPbeeldje), de teloorgang van het Zeeuws Publicatiefonds, het bezoek van Carlos Ruiz Zafón aan de provincie, Albert Clement over het muzieklexicon van Reynvaan en er zijn vaste bijdragen zoals de boeksignalementen.
• Heemen oudheidkundige bladen Schouwen-Duiveland De Kroniek van het land van de zeemeermin (Schouwen-Duiveland) 2012, van de Vereniging Stad en Lande, begint met een artikel van W. van Ham: ‘Zierikzees vlagvertoon. Beschouwingen over het paneel “De rede van Zierikzee” (anoniem,
29 maart 2013/01 • E
RFGOED
ALLERLEI
eerste helft zestiende eeuw)’. De opdrachtgever voor het paneel is onbekend, evenals de kunstenaar. Met behulp van de vlaggen is een datering mogelijk tussen 1506 en 1520/1530. Het is misschien het oudste gezicht op een rede in Nederland, een kunstwerk waar Zierikzee trots op mag zijn. J.H. Overbeeke vertelt over ‘De Nieuwerkerkse schoolmeester Maximiliaan van den Doele en zijn nazaten’, en B. Blikman-Ruiterkamp over twee generaties Schürmann, banketbakkers in Zierikzee. ‘De Vereniging van Burgemeesters, Wethouders en Secretarissen op Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland’ is een vereniging die in 1889 werd opgericht. W. Renden - die ruim tien jaar als lid van het college van burgemeesters en wethouders van Middenschouwen lid van de vereniging was - behandelt een aantal bestuurlijke aspecten die speelden tot het einde van de vereniging zich aandiende in 1997. In de twintigste eeuw werden villawijken en landelijk gelegen buitenhuizen ontworpen, en die in Westenschouwen uit de jaren 1918-1943 komen aan de orde in het artikel van E.F.G.M. Gelderman. Verder zijn er nog stukken over de mosselvisserij op SchouwenDuiveland tussen 1911 en 1947 (A. Otte) en over de motorenfabriek Smit & Bolnes, 1961-1976 (R.C. van Leeuwen). In het kwartaaltijdschrift van bovengenoemde vereniging, Stad en Lande (november 2012), vertelt H. Doeleman over zijn familielid Zeger Doeleman, die in Leiden studeerde en daarna naar Amerika vertrok. R. van Langeraad bespreekt een aantal tegels uit Kerkwerve en B. Blikman een beeldje in de Sint-Nicolaaskerk van Brouwershaven. S. den Haan heeft al enkele malen zijn oog laten vallen op de buitenplaats van Job Baster in Schuddebeurs; nu richt hij zich op de dieren die op de verschillende buitenplaatsen van Noordgouwe voorkwamen. Sint-Philipsland De Cronicke van den Lande van Philippuslandt, uitgave van de heemkundekring “Philippusland”(november 2012), heeft de memoires geplaatst van Pieter van Driel en zijn vrouw Aagje. Het timmergereedschap van Van Driel is in de molen geplaatst om tentoongesteld te worden op monumenten- en molendag. Ook herinneringen van J. Boone - een voorstander van het behoud van het erfgoed - komen we tegen in dit nummer. M. Wolse schreef ‘Het criminele leven op Sint Philipsland tussen 1876 en 1899’. Het gaat over het dagelijks leven eind negentiende eeuw en over het wettelijk gezag in Sint-Philipsland. De procesverbalen uit de periode 1877 tot 1885 in Sint-Philipsland worden geanalyseerd.
H. Quist vertelt in dialect over het spreekuur van de dokter en de klachten van de bezoekers. Walcheren In De Wete (2013,1) lezen we over de herinneringen van Adriaan Louwerse, die van 1920 tot 1930 in dienst was als privéchauffeur bij de doktersfamilie Blum. De familie bewoonde de buitenplaats Duinvliet tussen Domburg en Oostkapelle. De herinneringen worden door zijn zoon Lourus Louwerse aan Peter Blom verteld, die ze voor de lezers van De Wete op schrift stelde. A. de Lange vond in de Krantenbank Zeeland gegevens over de drenkelingen van het Russische schip Delphine, dat in 1841 schipbreuk leed voor de kust van Zoutelande. Vier dappere redders konden elf schipbreukelingen aan wal brengen en kregen hiervoor een zilveren medaille. J. Midavaine schetst de toestand in Veere in de Franse tijd aan de hand van een oude brief die een militair schreef aan zijn familie in Oudenaarde in België in 1811. Een nieuwe rubriek wordt geopend met de titel ‘Walcheren van de kaart’, waarin B. Lever schrijft over Zeeuwse plaatsnamen, die over de hele wereld blijken voor te komen. Den Spiegel, kwartaalblad van de Vereniging Vrienden van het muZEEum en het Gemeentearchief Vlissingen (2013, 1), is gewijd aan Fort Rammekens. Er is een sprookjesachtig verhaal over een oude dame en een boswachter (auteur K. Leeftink) en een aflevering uit de reeks ‘Zichtbaar Verleden’ in ‘Een Zeeburg tegen wil en dank’ van P. van Druenen. In opdracht van Staatsbosbeheer zijn flinke herstellingswerkzaamheden in gang gezet bij Fort Rammekens, wat een goede reden was uitgebreid onderzoek te doen naar de bouwgeschiedenis van het fort (B. Silkens). Tegenover Fort Rammekens ligt het Vlakke, een ideale plaats voor gaande of komende schepen om voor anker te liggen. A. Tramper brengt ons op de hoogte over enkele minder prettige voorvallen rond het Vlakke. Het kwartaalblad van de Historische Vereniging Arnemuiden, Arneklanken (2012,4), biedt als eerste artikel een verhaal over het gezin en de familie van G. de Nooijer tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarna vervolgt P. Feij zijn verhaal over de burgemeesters Baars en Crucq (1810-1815), ook in oorlogstijd, maar nu in de Franse tijd. L. Schouts vertelt over het zilveren troffeltje waarmee in 1858 de eerste steen van de kerk aan de Markt werd gelegd, en dat nu dankzij de heer Geldhof weer in Arnemuiden terug is. J. Adriaanse schrijft over Arnemuiden in de jaren 1900-1902, en R. de Ridder over het monumentale stadhuis, dat nu museum is. ‘De geschiedenis van de telefoon en de post in Arnemuiden en Kleverskerke’ is van de hand van P.A.
Baaijens en de geschiedenis van boerderij en buitenplaats Brakenburg wordt behandeld door J.S. Siereveld. Als bijlage bij dit nummer van Arneklanken het slot van de stamboom van de familie Van Belzen en de lidmatenlijst 17961811 (A.H.G. Verouden). Het Polderhuis Blad, informatieblad over Westkapelle (december 2012), vermeldt een vliegeniersuitrusting uit de Tweede Wereldoorlog, geschonken door de dochter van piloot Brooks, die tijdens de landing in Dieppe in 1942 boven Walcheren verschillende missies heeft uitgevoerd. Het kunstwerk ‘Ode aan Charley Toorop’ zal gemaakt worden door Gijs Assmann, die zijn ontwerp gepresenteerd heeft aan de inwoners van Westkapelle. Waarschijnlijk kan het beeld in het najaar van 2013 op de dijk geplaatst worden. In de Dijkstraat stond tussen 1840 en 1870 een katoenweverij; de geschiedenis ervan is onderzocht en in boekvorm uitgegeven onder de titel De wevers dat zijn er geen heren. De Bevelanden In De Spuije, het tijdschrift van de Heemkundige Kring De Bevelanden en de Vereniging Vrienden van het Historisch Museum De Bevelanden (winter 2012), staan drie artikelen die te maken hebben met het jaar 1911. Het was een vreselijk droog jaar, en de blinde amateurdichter uit Kapelle, Dingeman Korstanje, beschreef in een lang gedicht de moeilijke omstandigheden die toen voorkwamen. F. de Klerk heeft het leven van de in 1880 geboren Korstanje gereconstrueerd. Dezelfde auteur vertelt over de waterleiding die op Zuid-Beveland, ook in 1911, werd aangelegd, maar die pas in 1913 de streek van stromend water kon voorzien. De bietenoogst had geen last van de droogte in 1911: voor de suikerbieten was het een prima jaar. Dit vernemen we uit de levensgeschiedenis van Pieter Lindenbergh (1851-1940), geschreven door G. Lepoeter. Lindenbergh was bestuurslid van een suikerfabriek, een van de oprichters van de Veilingvereniging Zuid-Beveland, lid van veel commissies van de ZLM en daarbij vervulde hij ook een belangrijke rol op kerkelijk gebied in zijn woonplaats Wemeldinge. In het stuk over Jan Adam Geill speelt ook het weer een rol, maar dan de erge kou in de winter van 1887-1888 (O.W. Hoogerhuis). Zeeuws-Vlaanderen De Kroniek 2012 van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent bevat een verslag door A. de Koster over de mogelijke oorzaken van het verongelukken van de Gotha GIV bij Sas van Gent in 1917. J. de Koning besteedt aandacht aan een van de pioniers onder de Zeeuwse architecten: Levinus de Bruijne (1873-1955), oprichter van het eerste architectenbureau in Zeeland. Wat er allemaal aan te
Zeeuws Erfgoed
pas komt voor maïszetmeel uit maïs gefabriceerd is, leren we van C. Vercoutere. J.G.M. van Hecke beschrijft het wonen en werken in Sas van Gent gedurende de laatste eeuw. Hij schrijft hoe moeilijk het soms was om aan arbeidskrachten te komen, over de woningnood, de bestuurlijke problemen van de burgemeesters Den Boer en Hoefnagels en hun houding ten opzichte van het feest van carnaval. Een stuk geschiedenis van de kanaalzone krijgen we van J.P. Winne, waaruit het enorme belang blijkt van de aanleg van het Kanaal van Gent naar Terneuzen. De twee wereldoorlogen zorgden voor stilstand in de ontwikkelingen van de kanaalzone. De auteur schetst voorkomende moeilijkheden, onder andere door de wereldcrisis in de jaren dertig van de twintigste eeuw, daarna ook de expansie van de kanaalzone tot 1970. Er volgen nog artikelen over de sluiting van het rijksmonument de Cuyperskerk, de betekenis van de gedenksteen het wapen van Karel V en een uitgebreide fotoreportage met beelden van vroeger en nu. Van de Vereniging tot Behoud van de Historie van Philippine verscheen het Jaarboek 2012. Philippine heeft een belangrijke rol gespeeld in de brievenposterij van Staats-Vlaanderen. D. van der Zalm vertelt over het ongeregelde briefvervoer, de rol van de koeriers, de beurtschippers en de boden. Ook de extra moeilijkheden in oorlogstijd krijgen aandacht. Daarna schrijft de auteur over een ‘Bunker aan de Olmendijk’, wat een eenvoudige observatiepost uit de Tweede Wereldoorlog bleek te zijn, die met inzet van velen toegankelijk is gemaakt, evenals de tobroek met een nis voor munitie. 12 augustus 1941 is Gwilym Lewis met zijn vliegtuig neergestort nabij Philippine. De zoon van de vliegenier is later op zoek gegaan naar de toedracht van het ongeluk, en op 23 juli 2011 is er een herdenkingsceremonie gehouden bij de onthulling van het Blenheim gedenkteken. In ‘De verdwenen vissershaven van Boekhoute’ verhaalt W. Verdegem hoe de haven van Boekhoute door overstromingen en bedijkingen in de veertiende eeuw steeds verder van de Westerschelde kwam te liggen, tot hij in 1920 in Zeeuws-Vlaanderen belandde. In 1952 werd de Braakman afgesneden van de Westerschelde, waarna zowel de vissers van Philippine als van Boekhoute hun thuishaven niet meer konden bereiken. In een aansluitend artikel beschrijft F. Lok de gevolgen voor een dorp als Boekhoute, na veranderd te zijn van vissersdorp in vissersdorp zonder haven. De Nieuwsbrief van de Heemkundige Vereniging Terneuzen (december 2012) begint met ‘Van Terneuzen Bonded Stores tot TBS Shipsupplies’, een geschiedenis die wordt verteld door Adri Hamelink uit Terneuzen, op
30 maart 2013/01 • E
RFGOED
ALLERLEI
schrift gesteld door A.R. Koppejan. In 1932 werd in Terneuzen ‘Terneuzen Watersupplying Service’ opgericht. Toen de eerste waterboot - de Schelde geheten - gebouwd werd had Terneuzen nog geen aansluiting op een waterleidingnet, en was het de bedoeling dat Terneuzen door de boot van water uit Hansweert werd voorzien; later werden schepen bevoorraad. Er kwamen meer waterboten, het bedrijf groeide en ging ook accijnsvrije producten leveren; de leiding bestond uit A. Hamelink en diens zoon Peter, nu uit Peter en echtgenote Karin Visscher. In 2000 is TBS Catering Service BV opgericht, die wereldwijd de bevoorrading van proviand verzorgt. Een van de eerste families die in de honderd jaar geleden bedijkte Van Wuijckhuisepolder kwam wonen was de familie Verhelst. A. de Jonge schreef een artikel over de familie, aangevuld met een beknopte genealogie (samengesteld door S. Hamelink-Muys). P.W. Stuij vertelt over een mooi hersteld grenspaaltje waarop de inscriptie niet juist bleek te zijn, en ene Broeder Leopold heeft ooit een aandoenlijk historisch verhaal geschreven over ‘Adriaan de Zagenzetter’, wat door P. Wijffels aan de redactie werd aangereikt. ‘Zonder wiel en band geen mobiliteit’ van K. Dieleman geeft ons de geschiedenis van de mobiliteit in Nederland, aan de hand van het boek De dolle entree van automobiel en velocipee, dat ter gelegenheid van het negentigjarig bestaan van de ANWB in 1973 is gepresenteerd door L. de Vries en I. van Amstel. Daarnaast is veel speurwerk door de auteur verricht en heeft hij gesprekken met kenners en nabestaanden gevoerd. In het Tijdschrift van de Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaanderen (december 2012) geeft J. van den Ameele een vijf eeuwen oude familiegeschiedenis van zijn Vlaamse, Nederlandse, Amerikaanse en overige nakomelingen in ‘Genealogie van Abel van den Ameela geboren rond 1525’. Het rampjaar 1672, waarin het land radeloos, redeloos en reddeloos was, liet ook sporen na in Biervliet. R. Willemsen vertelt onder andere over de financiële schade voor pachters en eigenaren van boerderijen. De T.F. Blankenstraat in Breskens is het onderwerp van de rubriek ‘Straatnamen’ van A.R. Bauwens. I. van Damme verzorgt een ‘Familieportret: Wadde van RoonNaeije’. Het gaat volgens de auteur over “drie sterke vrouwen die model kunnen staan voor alle echtgenotes van kleine boeren en middenstanders in de vorige eeuw”.
C M Y
K
Zeeuws Erfgoed volledig in kleur Door verbeterde productiemethoden en vernieuwde drukafspraken kunnen wij Zeeuws Erfgoed voortaan in kleur uitgeven, zonder meerkosten.
A R C H E O L O G I E C U LT U U R H I S T O R I E E R F G O E D E D U C A T I E M O N U M E N T E N M U S E A S T R E E K T A L E N
Colofon
Zeeuws Erfgoed jaargang 12 nr. 1 • maart 2013
Zeeuws Erfgoed is een uitgave van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland en verschijnt vier keer per jaar. Deze nieuwsbrief informeert over archeologie, cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten, musea, streektalen en volkscultuur in Zeeland. Zeeuws Erfgoed wordt mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zeeland. Abonnementen en adreswijzigingen alleen schriftelijk via postbus 49 o.v.v. Zeeuws Erfgoed. Redactie Saskia Buitenkamp, Marinus van Dintel, Jan Kuipers, Veronique De Tier en Janneke de Wit Eindredactie Leo Adriaanse (gast), Saskia Buitenkamp en Jan Kuipers Foto’s Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, tenzij anders vermeld. De SCEZ streeft er met de uiterste zorgvuldigheid naar om voorafgaand aan het moment van publicatie contact op te nemen met de rechthebbenden. De SCEZ kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor beeldmateriaal, door derden aangeleverd, waarop auteursrecht berust. Opmaak decreet, Ramon de Nennie, Middelburg Druk Grafimedia Partners, Middelburg
Aan dit nummer droegen bij • ARCHEOLOGIE Robert van Dierendonck, Henk Hendrikse, Jan Kuipers en Catherine Williams • CULTUURHISTORIE Aad de Klerk • ERFGOEDEDUCATIE Josien Pootjes • MONUMENTEN Johanna Boogerd, Aukje-Tjitske DielemanHovinga, Marinus van Dintel, Cor Heijkoop, Wim Jakobsen, Coert van Spall, Tony Veenstra en Jan van Zon • MUSEA Leo Adriaanse, Jeanine Dekker en Janneke de Wit • STREEKTALEN Veronique De Tier • MONUMENTAAL Michel de Waard • ALLERLEI Johan Francke en Truus Trimpe Burger-Mekking • JAARTHEMA Leo Adriaanse Aanlevering van kopij Voor het volgende nummer en/of reacties op deze nieuwsbrief bij voorkeur digitaal tot 15 april 2013,
[email protected] of via postbus 49, 4330 AA Middelburg o.v.v. kopij Zeeuws Erfgoed.
www.scez.nl
Contact Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Postbus 49 4330 AA Middelburg Bezoekadres locatie De Burg, Groenmarkt 13 T 0118-670870 | F 0118-670880 | E
[email protected] Twitter SCEZ @erfgoedzeeland
Nieuw bezoekadres vanaf april 2013: locatie Het Schuitvlot, Looierssingel 2, Middelburg
KORTelings | uit dienst
MonuMENTaal Driejenvuuftig Een natte januaridag, De kouwe ontnam ielke lach. De mèsen bleven ’t liefste in d’r uus. ’t Waeter joog á tehen de diek, De brugwachter die riep wat zie’k. ’t Scheur oal hlad, verhaere oal je huus. Refrein: Driejenvuuftig, ’t moment van de sturm. Driejenvuuftig, ’t moment van de zee. Driejenvuuftig, vlieg in de dekgoot. Driejenvuuftig, of vlieg bie ’t waeter mee.
Aad de Klerk, adviseur cultuurhistorie en monumenten Op 1 maart eindigde het dienstverband van dr. Aad de Klerk bij de SCEZ. Sinds 1995 was hij in Zeeland werkzaam als consulent regionale geschiedbeoefening, vanaf 2001 in dienst van de SCEZ, de laatste jaren als adviseur cultuurhistorie en landschap. Daaraan voorafgaand studeerde en doceerde Aad historische geografie, eerst aan de Vrije Universiteit en vervolgens aan de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde in 2003 op het proefschrift Het Nederlandse landschap, de dorpen in Zeeland en het water op Walcheren. In de afgelopen jaren wist Aad het cultuurlandschap te positioneren als wezenlijk onderdeel van het cultureel erfgoed in Zeeland. Afgelopen december organiseerde hij nog de themamiddag ‘Waar eens water was’ (waarover elders in dit blad meer) en verscheen bij de SCEZ zijn boek Varen over Walcherse watergangen, van schuitvlot tot schuitvlot. De SCEZ bedankt Aad voor zijn grote inzet tot behoud en ontwikkeling van het Zeeuwse erfgoed en wenst hem toe hier nog jaren van te kunnen genieten.
Zeeuws Erfgoed
31
De klokken bin á vee’s te laet, Á’t waeter deur de diek heen slaet. Nam boômen mee, en vloog deur ielke muur. D’r is gin genade in de zee, Nam mannen, vrouwen en kinders mee. En oal ’t vee uut ielke boerenschuur Refrein, interlude: Je kinders op je rik, en ’t waeter tot je kniejen. Rennen voe je leven wan de dieke lei in driejen. Solo Een zwarte februaridag, Nih een overlevingsslag. Meters waeter, oalles wat á’j ziet. Famielje vrienden bin oal doôd, Toch stap jie in die reddingsboôt. Je’n uus en buurte, oalles bin je kwiet. Refrein Op indrukwekkende wijze vertolkte de band Jilles (www.jilleszeeland.nl) tijdens de liedjeswedstrijd Zing Zeeuws op 16 november 2012 de rampzalige watersnoodramp van 1953 in het Zuid-Bevelandse dialect.
M On u M E N Ta a l
foto Kloet Klikt Het