NIEUWSBRIEF VAN DE S TICHTING C ULTUREEL E RFGOED Z EELAND
jaargang 9, juni 2010
02
A R C H E O L O G I E C U LT U U R H I S T O R I E E R F G O E D E D U C A T I E M O N U M E N T E N M U S E A S T R E E K T A L E N
SCEZpresse
Inhoudsopgave
Was met ingang van het vorige nummer de indeling van Zeeuws Erfgoed veranderd, nu geldt dat de verpakking. Het zal u waarschijnlijk al zijn opgevallen toen u het blad op de deurmat zag liggen. Gekozen is voor een verpakking die volledig van biologisch afbreekbaar materiaal is gemaakt. Op den duur valt dit uiteen in koolstofdioxide en water en dat is aanzienlijk beter voor het milieu dan het traditionele plastic van de oude verpakking.
2
SCEZpresse
3
ARCHEOLOGIE Onderzoek en meldingen
4
STREEKTALEN Streektaal Varia
5 6
ALGEMEEN Zeeland Bezet en Bevrijd 1940-1944/45 De Archiefronde van Zeeland: Gemeentearchief Reimerswaal
7 8 •
MUSEA Museumweekend trekt duizenden bezoekers Musea haken in op het Zeeuws jaar van de fiets Tien resultaten uit de Zeeuwse museumpeiling
9 •
ERFGOEDEDUCATIE Erfgoededucatie in de Zeeuwse regio’s Leskisten museumeducatie Sluis
10 11 12 • • 13 •
MONUMENTEN Studenten van restauratieopleiding verkennen Zeeland Cisterciënzer baksteengotiek in Kloosterzande Ambachtelijke constructies voor ambachtelijk werk Cursus ‘Buitenkansen!’ afgesloten Op stap met de nieuwe portefeuillehouders Nu ook subsidie voor ‘groene’ monumenten Meer subsidie voor rijksmonumenten
13 14 •
ERFGOED ALLERLEI Publicaties Tijdschriften Heem- en oudheidkundige bladen
15
Colofon
Op de omslag een bijzondere en waarschijnlijk ook unieke foto, want wanneer zal het nog een keer gebeuren dat een etappe van de Giro d’Italia langs locatie Het Schuitvlot voert? Het boekje Is Jo d’r óók? dat naar aanleiding van dit wielerfestijn door de SCEZ en uitgeverij Den Boer| De Ruiter is uitgegeven, is een groot succes gebleken. De exemplaren waren niet aan te slepen. Het leuke is dat er regelmatig en met overtuiging uit wordt geciteerd en dat is vooral ook de verdienste van Jan Zwemer, die voor de Zeeuwse teksten tekende. Vertaald in het Nederlands en Italiaans levert het ‘slechts’ een vertaling op. Het is duidelijk wat er met de teksten wordt bedoeld, niet meer dan dat. In het Zeeuws is en klinkt het toch anders en dat is precies de reden waarom we het Zeeuws in al zijn varianten moeten blijven koesteren en gebruiken. In de afgelopen maanden hebben de medewerkers van het Zeeuws Archeologisch Depot en de monumentenwacht van de SCEZ met veel plezier hun intrek in Het Schuitvlot genomen. De officiële opening is op 4 juni, maar de eerste officiële activiteit in het gebouw is al achter de rug. De Zeeuwse Amateurarcheologendag van 24 mei had de primeur. Medewerkers en bezoekers zijn enthousiast over de nieuwe locatie. Bent u ook benieuwd en wilt u weten hoe het eruit ziet dan bent u van harte welkom op zaterdag 11 september, Open Monumentendag. Een voorproefje biedt de special in deze Zeeuws Erfgoed, waarvoor commissaris van de koningin Karla Peijs het voorwoord schreef. Ik had het over het Zeeuws dat moet worden gekoesterd en gebruikt, maar wat is nu echt Zeeuws? Die vraag staat centraal op de conferentie van 12 juni in Goes, door de SCEZ georganiseerd als afsluiting van het Zeeuwse Jaar van de Tradities. Ik sluit niet uit dat er die dag Zeeuws wordt gesproken of gezongen, ik zou dat zelfs toejuichen, maar het gaat die dag vooral om een nadere kennismaking met tradities die in Zeeland als bijzonder en waardevol worden ervaren. Of die tradities ook echt Zeeuws zijn? Ik ben benieuwd naar uw opvatting en nodig u uit om deel te nemen aan de conferentie. Wim Scholten, directeur
Met de Fiat naar het Damplein voor de opening van het festival Klein Italië op 7 mei.
Zeeuws Erfgoed
Overhandiging ‘Is Jo d’r óók?’ aan burgemeester Schouwenaar [links] door Jo de Roo op 7 mei (foto Ramon de Nennie).
2 juni 2010/02 2010/01
ONDERZOEK EN MELDINGEN ZUID-BEVELAND Voorganger katholieke kerk? Onderzoek ‘onderkant’ Koorschool Goes In samenwerking met de gemeente Goes verrichtte de SCEZ op 30 maart archeologische waarnemingen onder de vloer van de Zeeuwse Koorschool in Goes, na een vondstmelding van een fundering door medewerkers van de gemeente. De fundering kwam tevoorschijn bij het verwijderen van een houten vloer in de kamer van de vroegere pastorie, gelegen aan de Singelstraat tegenover de Grote Kerk. Aan deze zijde van de Singelstraat stonden in de zeventiende eeuw diverse woonhuizen, alle van katholieke eigenaren of in eigendom van de roomskatholieke parochie. In 1696 zijn twee huizen tot een schuilkerk ingericht. Ten zuiden daarvan stond een huis dat eerder schuilkerk was, het huis dat oorspronkelijk eigendom was van de kunstschilder Eversdijck. Toen dit pand zijn functie van schuilkerk in 1696 verloor is het verbouwd tot woonhuis voor de stadspastoor. Aan de noordkant van de tweede schuilkerk stond een oud woonhuis. Op die plek, ter breedte van drie huizen, werd in 1815 een nieuwe roomse kerk gebouwd. Bij de nieuwbouw brak men de oude schuilkerk en het oude woonhuis af. De gevonden fundering is vermoedelijk die van de kerk van 1815.
Fundering onder de vloer van de Zeeuwse Koorschool te Goes (foto Frank de Klerk, Gemeentearchief Goes).
Archeologie
veld. Min of meer halverwege de cultuurlaag was een onderbreking van enkele meters te zien. De locatie komt exact overeen met de weergave van een of twee boerderijen op de bovengenoemde kaart van Pourbus.
Eeuwenoude broodoven Markt Groede Op 27 januari deed de SCEZ archeologische waarnemingen in het pand Markt 2 te Groede, na een vondstmelding van een oven in een kelder onder het pand. In de grond waarmee de kelder was dichtgestort waren al enkele gekleurde tegels en een kannetje gevonden uit de eerste helft van de zeventiende eeuw, evenals een metalen deurklink. In de achterwand van de kelder bevond zich de oven, zeer waarschijnlijk een broodoven. De afmetingen van de rechthoekige opening bedroegen circa 60 x 25 centimeter. Het deurtje is niet bewaard gebleven. Wel was in een ijzeren omsluiting de plek nog zichtbaar waar de scharnieren hebben gezeten. De ovaalvormige oven was verder leeg. Onder de oven was een gewelf van kleine rode bakstenen zichtbaar. Dit is de ‘asla’ geweest, waarin na het opstoken van de oven de as van verbrande takkenbossen werd gedeponeerd. De broodoven, die vermoedelijk ook uit de zeventiende eeuw dateert, wordt intact gelaten.
ZEEUWS-VLAANDEREN Middeleeuwse boerderijen Zwartegatsche kreek (Nieuwvliet) Op 27 januari van dit jaar verrichtte de SCEZ archeologische waarnemingen langs de Zwartegatsche Kreek bij Nieuwvliet, na een vondstmelding door de heer J. de Zwart uit Nieuwvliet. Deze had aardewerk en baksteen op diverse plekken langs de kreek aangetroffen. De archeologische resten kunnen worden toegeschreven aan meerdere laatmiddeleeuwse huisplaatsen of boerderijen. Deze boerderijen zijn afgebeeld op de kaart van Pieter Pourbus uit 1571. Op één locatie is een cultuurlaag gedocumenteerd van ongeveer 60 meter lang, met daarin baksteen-, aardewerk- en steengoedfragmenten uit de vijftiende eeuw. Hier en daar was ook een dierlijk botfragment zichtbaar. De cultuurlaag is zichtbaar in de schuine oever, vanaf circa 50 centimeter beneden maai-
Zeeuws Erfgoed
3 juni 2010/02 • A
RCHEOLOGIE
Oever van de Zwartegatsche Kreek met baksteenresten uit de late middeleeuwen.
Broodoven in een kelder van Markt 2 te Groede (foto Jan van Zon).
Vondstmeldingen en archeologisch spreekuur Melding van archeologische vondsten dient te geschieden bij de SCEZ. Het materiaal wordt wanneer nodig geregistreerd en gedocumenteerd, maar blijft altijd in het bezit van de melder, tenzij deze het zelf wil afstaan. Uw melding van vondst(en) of waarneming(en) kan ook schriftelijk of telefonisch geschieden bij: SCEZ | Postbus 49 | 4330 AA Middelburg | T 0118-670870 | E
[email protected] Daarnaast houdt de SCEZ op elke eerste dinsdagmiddag van de maand een archeologisch spreekuur. U kunt het spreekuur in gebouw De Burg, Groenmarkt 13 te Middelburg bezoeken om voorwerpen te laten determineren (geldwaarde wordt niet getaxeerd), vondstmeldingen te doen, of allerlei vragen op het gebied van de Zeeuwse archeologie voor te leggen. De eerstvolgende archeologische spreekuren vinden plaats op de dinsdagmiddagen 6 juli, 3 augustus en 7 september van 15.30 tot 16.30 uur. Dank voor uw medewerking!
Streektalen •
STREEKTAAL VARIA
Echt Zeeuws?!
De Zeeuwse Klapbank digitaal
Het Zeeuwse Jaar van de Tradities wordt op zaterdag 12 juni in Goes afgesloten met de conferentie ‘Echt Zeeuws?!’ Het programma biedt een terugblik op afgelopen jaar, dat liet zien hoe bijzonder vele tradities in Zeeland zijn en hoezeer vele Zeeuwen daar nog waarde aan hechten. De gastspreker is Ineke Stroucken (Nederlands Centrum voor Volkscultuur). In het ochtendgedeelte wordt het eerste exemplaar van het boekje Echt Zeeuws?! over tradities in Zeeland aan de commissaris van de koningin in Zeeland, Karla Peijs, overhandigd. Het werd geschreven door Rinus Antonisse. Daarna worden enkele Zeeuwse tradities ‘ten tonele gevoerd’. ’s Middags wordt nader ingegaan op het nieuwe beleidsprogramma Volkscultuur van de Provincie Zeeland en het Scoop-rapport Volkscultuur in Zeeland: voor oud en jong! Adrie Oosterling zorgt voor muziek en woord. De conferentie ‘Echt Zeeuws?!’ vindt plaats in De Goederenloods op het terrein van Spoorwegmuseum Stoomtrein Goes-Borsele. Als er bij het ter perse gaan van deze nieuwsbrief nog plaatsen zijn, kunt u zich aanmelden per e-mail via
[email protected].
Op www.zeeuwseklapbank.nl kunt u de verhalen en de dialectfragmenten uit de tentoonstelling ‘De Zeeuwse Klapbank’ nu ook van thuis uit beluisteren. In het kader van het jaar van de fiets zijn ook enkele fietsverhalen te beluisteren op deze website. We wensen u veel luister- en kijkplezier.
Zing Zeeuws 2010 op 6 november U hebt het hier en daar misschien al in de pers gezien of gehoord: ‘Zing Zeeuws’ heeft het startschot gegeven voor nieuwe inzendingen. Na het succesverhaal van 2006 en 2008 organiseert de Stichting De Zeeuwse Taele in samenwerking met de SCEZ immers een derde editie van ‘Zing Zeeuws’ op 6 november in De Klomp in Ovezande. Inschrijven kan tot 1 september. Wilt u meer informatie, dan verwijzen we u graag door naar www.zingzeeuws.nl. Wie een folder wil, kan die aanvragen via
[email protected].
De Giro d’Italia en het Zeeuws
giro??
Het is u vast niet ontgaan dat de finish van de derde etappe van de Giro d’Italia op 10 mei in Middelburg plaatsvond. Ook de SCEZ greep samen met uitgeverij Den Boer|De Ruiter de gelegenheid aan om een boekje te maken over wielrennen en over de fiets. Is Jo d’r óók? Wielrennen op z’n Zeeuws | Il ciclismo al zelandese werd op 7 mei gepresenteerd in De Drvkkery. De tekst - in het Zeeuws - is van Jan Zwemer en biedt de Italiaanse wielrenners op ludieke wijze een gids voor ontvangst in Zeeland en een beschrijving van het parcours. De tekst werd in het Nederlands en Italiaans vertaald. De hoofdstukken worden afgewisseld met uitspraken van Zeeuwse wielrenners uit de afgelopen vijftig jaar en historische foto’s van Zeeuwse wielerklassiekers.
Zeeuws Erfgoed
4 maart 2010/02 • A
De uitgave werd mogelijk gemaakt dankzij ondersteuning van Provincie Zeeland, Rabobank Walcheren/NoordBeveland en het DELTA Zeeland Fonds, als onderdeel van de Middelburgse Giro d’Italia-festiviteiten en het Zeeuws jaar van de fiets. Jo de Roo overhandigde het eerste exemplaar aan de burgemeester van Middelburg, Koos Schouwenaar. Wie het boekje nog niet heeft, kan het gratis afhalen bij de SCEZ (Groenmarkt 13, Middelburg) of tegen eigen verzendkosten toegestuurd krijgen. Stuur een envelop naar de SCEZ, Postbus 49, 4330 AA Middelburg, met daarin een lege retourenvelop (A5-formaat) waarop uw naam en adres staan vermeld. Plak op deze envelop 88 cent aan postzegels. U ontvangt het boekje dan per kerende post in deze envelop - zolang de voorraad strekt.
RCHEOLOGIE
| STREEKTALEN
Zeeland Bezet en Bevrijd 1940-1944/45 Van september 2009 tot en met juli 2010 vindt in Zeeland een herdenkingsjaar plaats naar aanleiding van 70 jaar aanvang en 65 jaar beëindiging van de Tweede Wereldoorlog. De activiteiten in het najaar van 2009 waren vooral gericht op de herdenking van de Slag om de Schelde. In maart ging een reeks activiteiten van start die aansluiten bij de landelijke herdenking.
De verwoeste hoofdstad in 1940. Links op de voorgrond het oude Stadhuis van Middelburg (collectie Zeeuws Archief, HTAM-A-0454).
Op 13 maart 1945 keerde koningin Wilhelmina na vijf jaar ballingschap in Engeland terug in Nederland. Dat gebeurde in het door oorlogshandelingen nagenoeg geheel verwoeste grensplaatsje Eede. De grens was bij die gelegenheid gemarkeerd door een meelstreep. De komst van de koningin symboliseerde het einde van jarenlange onderdrukking en vrijheidsbeperking en het begin van een periode van nieuwe vrede en welvaart. Op 13 maart 2010 werd ter plaatse een herdenkingsplechtigheid georganiseerd, waarbij de grensoverschrijding door koningin Wilhelmina opnieuw werd opgevoerd, met dit keer in het ontvangstcomité gedeputeerde Harry van Waveren. Ter nagedachtenis werd op deze plek een fotopaneel onthuld met afbeelding van de historische gebeurtenis van 65 jaar geleden.
Herdenkingsplechtigheid in Eede: de nagespeelde terugkeer van het Nederlandse staatshoofd in maart 1945 (foto Josephine De Kreijger).
Reizende tentoonstelling ‘De Bunker’ (foto Anno).
Op 10 mei 1940 raakte Nederland betrokken bij de Tweede Wereldoorlog nadat Duitse troepen de grenzen hadden overschreden. Na het bombardement op Rotterdam op 14 mei gaf Nederland zich in de avond over. Alleen in Zeeland werd de strijd voortgezet door de Fransen die ons land via België en Zeeuws-Vlaanderen te hulp waren geschoten. Op 17 mei 1940 zette een Duits bombardement de Zeeuwse hoofdstad in vuur en vlam. Het historische centrum van Middelburg werd grotendeels verwoest. Vanaf 17 mei 2010 wordt dit vrijwel vergeten bombardement uitvoerig herdacht door middel van een aantal activiteiten, waaronder diverse tentoonstellingen, een symposium en een stadswandeling door het stadshart
van Middelburg. Zo kan nog tot en met 4 juli een bezoek worden gebracht aan de multimediale reizende tentoonstelling ‘De Bunker’ die op Plein 1940 (nabij de Markt) staat opgesteld en tijdens het Zeeland Nazomerfestival (24 augustus t/m 4 september) de theatervoorstelling ‘Vlammenstad’ worden bijgewoond. Ook in de zes Zeeuwse oorlogsmusea worden nog tentoonstellingen en andere activiteiten georganiseerd in het kader van het herdenkingsjaar. Voor een overzicht van de activiteiten: www.bevrijdingzeeland.nl. In deze musea is ook nog de dvd ‘Stille Getuigen van de Slag om de Schelde’ te zien (en te koop), die de SCEZ in het kader van het herdenkingsjaar liet samenstellen.
Zeeuws Erfgoed
5 juni 2010/02 • A
LGEMEEN
DE ARCHIEFRONDE VAN ZEELAND
Gemeentearchief Reimerswaal De gemeente Reimerswaal is op 1 januari 1970 ontstaan door de samenvoeging van de toenmalige gemeenten Krabbendijke, Kruiningen, Rilland-Bath, Waarde en Yerseke. De gemeente is genoemd naar de middeleeuwse stad Reimerswaal, ook wel het Verdronken Land van Zuid-Beveland genoemd. Tot de voormalige gemeente Kruiningen behoorden ook het dorp Hansweert en de buurtschappen Oostdijk (gedeeltelijk) en Vlake. Het buurtschap Völkerdorp valt onder het dorp Rilland-Bath. De archieven De archieven van al deze voormalige gemeenten zijn in 1970 overgebracht naar het nieuwe gemeentehuis te Kruiningen. Deze archieven zijn tot 1969 opnieuw geïnventariseerd en beschreven. Bij de inventarisering is gebleken dat archieven soms hiaten vertoonden.
Overloper van de Reigerbergse Polder uit 1782. De oorzaken van verdwijning van stukken zijn veelal niet bekend. Uit rapporten van de archiefinspecteur blijkt dat er soms weinig aandacht uitging naar de toestand waarin de archiefstukken zich bevinden. Ook aan een goede bewaarplaats werd weinig aandacht besteed. Sommige archieven hebben tijdens de Watersnoodramp schade opgelopen. In 1583 beginnen de eerste archieven van de gemeente Kruiningen waarna de andere gemeenten volgen. Daarnaast worden er in het gemeentearchief ook archieven van particulieren beheerd; deze zijn door derden in bewaring gegeven. Topstukken Als kostbaar stuk bezit de voormalige gemeente Rilland-Bath de uit 1782 daterende overloper van de Reigerbergse Polder. Overlopers dienden ter berekening van het zogenaamde geschot, dat is de bijdrage in de kosten voor de aanleg en het onderhoud van watergangen, sluizen, heulen en buitendijkse werken. Elke grondeigenaar was verplicht deze belasting te betalen.
Zeeuws Erfgoed
Studiezaal De studiezaal is gevestigd in het gemeentehuis, Oude Plein 1 in Kruiningen. Wilt u informatie uit de archieven dan is het aan te raden een afspraak te maken. In de studiezaal is een archiefassistente aanwezig. Bij afwezigheid wordt u door de collega’s van de afdeling Documentaire Informatievoorziening geholpen. Gemeentearchief Reimerswaal Oude Plein 1, 4416 AK Kruiningen T 0113-395000 E
[email protected] I www.reimerswaal.nl Openingstijden Dinsdagmiddag van 13.00 tot 16.00 uur
6 juni 2010/02 • A
LGEMEEN
Musea
Museumweekend trekt duizenden bezoekers
In een aantal musea stond het publiek bloot aan de verleidelijke kantjes en borduurseltjes aan de Zeeuwse dracht. Een bijzondere opstelling van ‘levende etalagepoppen’ illustreerde de ‘Daagse dracht & zondagse pracht’ (foto Museum De Schotse Huizen, Veere).
10.200 mensen bezochten een museum in Zeeland tijdens het Nationaal Museumweekend op 10 en 11 april. Dat is 25% meer dan vorig jaar (foto Terra Maris, Oostkapelle).
Onder het motto ‘Zeeland Bezet en Bevrijd 19401944/45’ passeerden ook oorlogszaken de revue. De bouw van de ‘Liberty Bridge’ bracht veel bezoekers naar de dijk bij Westkapelle (foto Polderhuis, Westkapelle).
De musea toonden hun collectie historische fietsen in het kader van het actuele themajaar ‘het Zeeuws jaar van de fiets’ (foto Museum De Burghse Schoole, Burgh-Haamstede).
De musea hadden voor de jeugd allerlei activiteiten georganiseerd. In Middelburg gingen kinderen op zoek naar fossielen en maakten afdrukken (foto Anda van Riet, Zeeuws Museum, Middelburg).
Bezoekers konden op diverse plaatsen genieten van maritiem erfgoed. Het publiek mocht meevaren op de authentieke schepen en de voortgang bekijken van scheepsrestauraties (foto Wim van den Berge, Stichting Behoud Hoogaars/Historische Scheepswerf C.A. Meerman, Arnemuiden).
Zeeuws Erfgoed
Het Museumweekend 2010 stond in Zeeland bol van verleidingen, het thema van deze afgelopen editie. Maar ook na het Museumweekend is er nog genoeg te beleven in de Zeeuwse musea. Een aantal van bovengenoemde exposities en activiteiten maken deel uit van het museale zomerprogramma. Voor het volledige aanbod, raadpleeg de agenda op www.zeelandmuseumland.nl.
7 juni 2010/02 • M
USEA
Musea haken in op het Zeeuws jaar van de fiets 2010 is in Zeeland het jaar van de fiets. Naast allerlei evenementen, waaronder de Giro d’Italia en de Tour de France, kunnen inwoners en bezoekers het hele jaar door vanaf de fiets genieten van alles wat Zeeland te bieden heeft. Ook de Zeeuwse musea haken hier op in en hebben leuke fietsroutes samengesteld om Zeeland te verkennen, met het eigen museum als start- en eindpunt. Vanuit diverse musea zijn vrijwilligers op de fiets gestapt om een route uit te stippelen. Sommigen hebben de route opgezet rondom een bepaald thema dat aansluit bij het museum. Inmiddels zijn de eerste fietsroutes (een Bevelandse fietsroute van 31 kilometer, een Fietsroute Walcheren 40-45 variërend van 20 tot 42 kilometer, een Watersnoodroute van 26 kilometer en een Watersnoodroute van 42 kilometer) op de website www.zeelandmuseumland.nl geplaatst. Publiek kan deze fietsroutes downloaden vanaf de website en zo thuis of vanaf het vakantieadres de ideale museumdag samenstellen. Gedurende het jaar 2010 worden er nieuwe fietsroutes door Zeeland Museumland bijgeplaatst.
Twee musea hebben een speciale tentoonstelling ingericht in het kader van het themajaar. Zowel in Historisch Museum De Bevelanden (Goes) als Museum De Burghse Schoole (Burgh-Haamstede) zijn fraaie historische fietsen te zien. Ook is in beide musea het aardige boekje Is Jo d’r óók? over wielrennen op z’n Zeeuws (dat de SCEZ en uitgeverij Den Boer|De Ruiter samenstelden t.g.v. van de finish van de Giro d’Italia in Middelburg) gratis verkrijgbaar.
Tien resultaten uit de Zeeuwse museumpeiling In maart verscheen het algemeen rapport van de Zeeuwse museumpeiling over 2009. Door 1.388 bezoekers is een enquête ingevuld in 16 musea. Hieronder een beknopte opsomming van tien resultaten (in willekeurige volgorde). ‘Grotere’ musea schommelen sterk qua bezoeken per jaar Een herinrichting verhoogt het aantal museumbezoekers voor een paar jaar, maar zakt dan terug tot het oude niveau. Het effect van wisselende positionering, aansprekende wisselexposities of manifestaties zorgt voor een tijdelijke piek in bezoekersaantal, maar wordt gevolgd door een dal in het jaar daarop. ‘Kleinere’ musea hebben een vrij stabiele bezoekersstroom. Driekwart van de museumbezoekers komt van buiten de provincie Zeeland Het belangrijkste deel van die bezoekers komt uit Zuid-Holland (16%), Noord-Brabant (13,5%) en het buitenland (13,5%, waarvan 8,5% Duitsland). Daarna volgt Gelderland (bijna 8%) en Utrecht (6%). Zeeuwse musea halen meer lager opgeleiden binnen dan landelijk Waarbij ‘grotere’ musea weer meer hoger opgeleiden binnen halen dan ‘kleinere’ musea. Het meeste museumpubliek in Zeeland heeft havo/vwo en hbo. Mensen bezoeken een museum om het bijzondere gebouw en de unieke collectie De belangrijkste reden om een museum te bezoeken is het gebouw (>24%), de unieke collectie (<24%) en de vaste tentoonstelling (<16%). Hierna komt pas de wisseltentoonstelling (12%). Bezoekers willen het liefst geïnformeerd worden door middel van tekstborden en beelden Daarna geeft het publiek de voorkeur aan dingen zelf doen (‘hands-on’), interactieve beeldschermen en de klassieke rondleiding. De sterkste elementen zijn: klantvriendelijkheid en vaste presentatie Andere sterke punten bij musea zijn het gebouw (>15%), de informatievoorziening en de wisselexpositie (beide circa 10,5%). De zwakste elementen zijn: toegankelijkheid voor minder validen en bewegwijzering Als zwakste element van het museum wordt de toegankelijkheid voor minder validen het vaakst genoemd(>8%), gevolgd door de bewegwijzering (7,5%) en parkeergelegenheid (<6,5%).
Zeeuws Erfgoed
84% beoordeelt het museum met goed of uitstekend De bezoeker is zeer te spreken over de Zeeuwse musea als we afgaan op de beoordelingen. 13% gaf het museum een voldoende tot ruim voldoende. Slechts 0,3% geeft matig en niemand oordeelt slecht. Belangrijkste taak van museum is het verzamelen en bewaren van voorwerpen De één na belangrijkste taak is de mogelijkheid wat te leren van het verleden. Hierna volgt dat kinderen en scholieren er wat kunnen leren (educatie). 61% mist niets in aanbod van musea Circa 8,5% mist een museum over de Zeeuwse geschiedenis. Veel bezoekers (>11%) hebben deze vraag niet ingevuld. Het rapport van de Zeeuwse museumpeiling 2009 is te downloaden vanaf de startpagina van www.zeelandmuseumland.nl.
Mensen bezoeken een museum om het bijzondere gebouw en de unieke collectie (foto Anda van Riet, Zeeuws Museum, Middelburg).
8 juni 2010/02 • M
USEA
Erfgoededucvatie
Erfgoededucatie in de Zeeuwse regio’s Een gastheer voor de Erfgoedmobiel De Erfgoedmobiel, ingericht met de module ‘Zes Vensters op Zeeuws Erfgoed’, staat in de gemeente Terneuzen. De basisscholen kunnen gedurende één dag in de trailer aan het werk. Het projectteam cultuurmenu’s heeft een gastheer aangetrokken, die naast het ontvangen van de schoolgroepen in de trailer ook zorgt voor praktische zaken als de airco of de verwarming. Gastheer Sebastiaan Vanhijfte over zijn ervaringen: Op reis door de tijd: Half februari ging de telefoon. “Spreek ik met Sebastiaan Vanhijfte?” klonk het aan de andere kant van de lijn. “Wij zoeken iemand die tijd heeft om enkele groepen te begeleiden tijdens een bezoekje aan de Erfgoedmobiel van de SCEZ.” Dat waren in één zin twee woorden die mij niet bekend in de oren klonken, Erfgoedmobiel en SCEZ. Jaap, degene aan de andere kant van de lijn, legde kort en bondig uit wat de Erfgoedmobiel was en hoe hij was opgebouwd. Hoe verder het gesprek vorderde, des te meer ik geïnteresseerd raakte. Het project sprak me erg aan en ik zag er voor de kinderen zeker een meerwaarde in. Ik was bereid om mij daar voor in te zetten, mits het in te passen was met mijn andere werk. Er werd een
bezoekschema opgesteld en slechts zes dagen later zou mijn eerste groep komen. Op maandag 22 februari reisde ik voor de eerste keer samen met de kinderen door de tijd. Wat een ervaring. Ik weet nog steeds niet wie er enthousiaster was na dat uur, de kinderen of ik. Nu, bijna twee maanden later, besef ik nog iedere dag hoe goed en doordacht deze tijdmachine - zo noem ik de trailer in mijn welkomstwoordje - is. Tot op heden heb ik nog niet één groep gehad die niet vol enthousiasme na iets meer dan een uur weer terug in 2010 stapt. Vooral de woordenwisseling die de kinderen onderling hebben wanneer ze weer naar school lopen of wanneer deel 1 van een groep eruit komt en de andere helft van de klas vol verwachting staat te wachten, is in één woord geweldig. Je merkt aan zowel de kinderen als de leerkrachten dat zo’n uur veel te snel voorbijgaat. Meestal geeft dat ook aan hoe leuk en leerzaam ze het allemaal vinden. Ik ben blij dat ik deze ervaringen al heb mogen meemaken. En ik prijs me gelukkig dat ik nog heel wat keren samen met de volwassenen van de toekomst in deze tijdmachine naar al die mooie, ontroerende, spannende, en indrukwekkende momenten van onze geschiedenis mag reizen.
Leskisten museumeducatie Sluis De cultuurmenu’s van de basisscholen in de gemeente Sluis zijn een mooi project rijker. De scholen gaan werken met leskisten voor museumeducatie. De leskisten hebben allemaal een vorm die past bij het thema van een van de musea uit de gemeente. Ze bevatten een voorwerp uit de geschiedenis. Rond dat voorwerp is een leerproject van drie weken opgebouwd. Er zijn historische verhalen bedacht met Stef en Sanne in de hoofdrol. De kinderen brengen ook een bezoek aan het betreffende museum. Het project is ontwikkeld door de Stichting Welzijn West Zeeuwsch-Vlaanderen in samenwerking met de SCEZ.
Leskist van het Visserijmuseum Breskens.
Leskist van het Archeologisch Museum Aardenburg.
Ontwerp en realisatie leskisten: Tijl Clement Leskist van het Belfort in Sluis.
Verwacht: ‘Lûûsturus’! Een evenement voor de leerlingen van de groepen zeven en acht van de basisscholen op Schouwen-Duiveland en Tholen. De leerlingen worden op 21 en 22 juni getrakteerd op een dag vol historische verhalen uit de regio. Er hebben zich voor deze dag inmiddels 1.100 leerlingen aangemeld! ’s Morgens is er een museumbezoek, daarna een historische lunch op het landgoed van Slot Moermond en ’s middag een muziek- en theaterspektakel op en rond het plein van de Nieuwe Kerk in Zierikzee. Het evenement is bedoeld om de nieuwe webquests op de sites van de acht musea onder de aandacht te brengen.
Zeeuws Erfgoed
9 juni 2010/02 • E
RFGOEDEDUCATIE
Monumenten
Studenten van restauratieopleiding verkennen Zeeland In april was de SCEZ gastheer voor een groep bouwkundestudenten van de MTO-restauratieopleiding in Den Bosch. Deze mbo-opleiding, die studenten opleidt tot restauratiemedewerker, staat landelijk hoog aangeschreven vanwege de koppeling die gemaakt wordt tussen theorie en praktijk. De gespecialiseerde opleiding trekt dan ook studenten uit heel Nederland.
Recent gerestaureerde koorsluiting van de Geerteskerk. Van dit zeventiende-eeuwse rijkmonument is vooral de gepotdekselde schuur met dubbel ankerbalkgebint bezienswaardig. Het dagprogramma werd afgesloten met een bezoek aan de kerk van Nisse, die momenteel in de steigers staat; een uitgelezen mogelijkheid om de restauratiewerkzaamheden van dichtbij te bekijken.
Bouwkundestudenten van de MTO in Den Bosch krijgen van een monumentenwachter van de SCEZ uitleg over de kapconstructies van de Geerteskerk in Kloetinge (foto’s Klaas Boeder). Voor de meeste studenten vormde de reisafstand naar Zeeland echter geen belemmering voor deelname aan de tweedaagse voorjaarsexcursie op Zuid-Beveland en Walcheren. Het thema van het bezoek was het plaatsen van de te bezoeken monumenten binnen hun culturele en historische context. Aan de hand van deze kapstok kwamen tijdens de excursie zowel bouwkunst als bouwkunde aan bod.
De koepelvormige kapconstructie van de Oostkerk in Middelburg stond de tweede dag op het programma. Met dit bezoek werden de middeleeuwen verlaten en werd de Gouden Eeuw betreden, tree voor tree tot boven aan de omloop. Deze omloop bood de excursiedeelnemers een prachtig uitzicht op de onlangs gerestaureerde lantaarn, bovenop de koepel. Een bezoek aan de Seismolen, onder begeleiding van de molenaar en tevens monumentenwachter, sloot het excursieprogramma af. Met de tweedaagse excursie hoopt de SCEZ te hebben bijgedragen aan een stukje kennisverbreding. In ieder geval toonden de studenten groot enthousiasme, een belangrijk ingrediënt voor een goede restauratiemedewerker in opleiding.
Op de eerste dag werd na ontvangst in de kerk van Kruiningen een bezoek gebracht aan de Yerseke Moer. Dit voormalige schorrencomplex geeft een beeld van de periode waarin de bedijking een aanvang nam, ongeveer duizend jaar geleden. Het natuurlijke landschap van brede kreekruggen bood hier volop mogelijkheden voor ontginning en bedijking. Tijdens de autorit bleek de historische landschapsstructuur nog duidelijk zichtbaar. Vanuit de Yerseke Moer werd de tocht vervolgd richting Kloetinge, een van de oudste dorpen van Zuid-Beveland. Na een bezoek aan het negentiende-eeuwse koetshuis met Philibertspant van de rentmeestersfamilie Lenshoek, werden de studenten in de Geerteskerk geïnformeerd over de recent gerestaureerde kapconstucties. Vooral de inspectie in de kap werd als leerzaam ervaren. Via de herenbank van de ambachtsvrouwe van Kloetinge wandelde de excursiegroep naar het negentiende-eeuwse jachthuis van deze zelfde dame. ’s Middags werden de studenten rondgeleid op boerderij Kwistenburg aan de Zwaakse Weel in Kwadendamme.
Zeeuws Erfgoed
10 juni 2010/02 • M
De Mariakerk in Nisse in de steigers.
ONUMENTEN
Cisterciënzer baksteengotiek in Kloosterzande Van de Cisterciënzer architectuur zijn in Zeeland weinig sporen bewaard gebleven. Het meest markante voorbeeld vormt de Hof te Zandekerk in Kloosterzande.
de abdij van Ter Doest rond 1280 een tiendschuur met een afmeting van 55 bij 22 meter bouwden. Maar ook in andere plaatsen in de Vlaamse kuststrook staan nog imposante abdijschuren uit deze periode. In Zeeland zijn daarentegen geen exemplaren bewaard gebleven. De Hof te Zandekerk is dan ook een van de weinige voorbeelden van de rond 1300 vanuit Vlaanderen verspreide romano-gotiek in Zeeland. De Hof te Zandekerk kan eveneens worden gezien als een vroege vertegenwoordiger van de baksteengotiek. Daarvan getuigen onder andere de spitsboogvensers. Dankzij het toepassen van baksteen kon de (Gotische) hoogte in gebouwd worden. Rekening houdend met verzakkingen in het opgaande werk werd in Zeeland het (ton)gewelf nog wel in hout uitgevoerd. Hierdoor kon er een ‘hogere hemel’ gecreëerd worden dan wat een bakstenen kruisgewelf toeliet.
De koorgevel van de Hof te Zandekerk straalt een stoere, gedrongen soberheid uit. De Hof te Zandekerk, de vroegere kapel van de uithof te Zande, werd in het midden van de dertiende eeuw gebouwd in opdracht van abdij Ten Duinen bij het Vlaamse Koksijde. Een halve eeuw eerder waren monniken van deze Cisterciënzer abdij in het Hulsterambacht neergestreken, nadat zij in 1196 het recht op ontwikkeling van de gronden tussen Ossenisse en Hontenisse hadden verworven. Met behulp van lekenbroeders gingen de Cisterciënzers over tot exploitatie van het gebied rond het huidige Kloosterzande. Vanuit de gestichte uithof werden gronden door bedijking aan de zee onttrokken en vervolgens in vruchtbare landbouwgronden omgezet. Deze inspanningen bleken succesvol, want rond 1250 werd de houten voorganger van de kapel van Hof te Zande vervangen door een bakstenen exemplaar. Hoewel de voormalige kapel na de verwoesting van 1579 in de periode 1609-1614 grotendeels is herbouwd, is de Cisterciënzer bouwstijl nog goed van het gebouw af te lezen. Vooral het koor van de kerk bevat stijlkenmerken die karakteristiek zijn voor de door de Cisterciënzers toegepaste romano-gotiek: de rechte koorsluiting, de rondboogvensters met kraalprofielen en de geprofileerde lijsten om de vensterbogen. Ook valt het gesloten karakter van de koorgevel op, die een stoere, gedrongen soberheid uitstraalt. De Cisterciënzers pasten de romano-gotiek overigens niet alleen toe op hun godshuizen. Ook de grote, driebeukige abdijschuren werden in deze bouwstijl opgetrokken. Een mooi voorbeeld hiervan staat in het Vlaamse Lissewege, waar de Cisterciënzers van
Zeeuws Erfgoed
Het waren overigens de kloosterorden die de baksteenkunst in Zeeland introduceerden. Op de jonge zeeklei vonden de monniken geen materiaal waarmee zij hun kloosters konden optrekken, daarbij was de aanvoer van natuursteen van elders kostbaar. Daarentegen was klei als bouwmateriaal in Zeeland voldoende voorhanden. Vanaf het einde van de twaalfde eeuw gingen de kloosterorden dan ook over tot het bakken van de zogenaamde kloostermoppen. Deze bakstenen hadden een lengte van meer dan 30 centimeter en waren 8 centimeter dik. Ter plaatse werden mallen gemaakt om deze moppen en ook de profielstenen te vervaardigen. Vervolgens werden deze ‘kleiblokken’ gedroogd, gestapeld en gebakken. Tot slot werden de stenen gesorteerd naar hardheid en zuiverheid van maten, om vervolgens te worden toegepast. Anno 2010 vinden we deze kloostermoppen ook nog terug in de kloostermuur van het voormalige Hof te Zande. Het is onbekend in welke mate deze muur origineel is. De toepassing van zeventiende-eeuwse ijsselsteentjes duidt er op dat in ieder geval een aanzienlijk deel van na de middeleeuwen dateert. Desondanks is deze muur voor Nederland als uniek te bestempelen. Het is dan ook jammer dat bij een storm in mei 2009 een groot gat in de muur is geslagen. Na een melding hierover bij het Meldpunt Erfgoed Zeeland heeft de SCEZ aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gevraagd om een redengevende beschrijving voor de kloostermuur op te stellen en na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor behoud en ontwikkeling van dit bijzondere erfgoed in de nabije toekomst. Vooralsnog heeft de rijksdienst positief gereageerd.
11 juni 2010/02 • M
ONUMENTEN
De imposante tiendschuur van de abdij van Ter Doest is opgetrokken in de voor de Cisterciënzers kenmerkende romano-gotiek.
Ambachtelijke constructies voor ambachtelijk werk In Zeeland bestaan nog enkele travaljes of hoefstallen, bedoeld voor het beslaan van paarden. Helaas hebben de nog bestaande travaljes te lijden onder de weers-invloeden en verkeren ze vaak in slechte toestand. Gelukkig zijn deze constructies door hun ambachtelijke aard geschikt voor leerlingen in de restauratiesector: om te restaureren of om na te maken met traditionele verbindingen als restauratie niet meer mogelijk is.
In januari 2009 is de BOZ ook gestart met een metselploeg. De metselploeg voert aangenomen metselwerk uit in opdracht van de bouwbedrijven. Het steeds dalende aantal metselleerlingen wordt opgeleid in de metselploeg en stroomt door naar de bij de BOZ aangesloten leer-bedrijven. Doorgaans worden ze na het afronden van hun opleiding in dienst genomen door het leerbedrijf. Er wordt op dit terrein ook nauw samengewerkt met het SPB in Bergen op Zoom.
Op dit moment zijn leerlingen van Bouwopleiding Zeeland (BOZ) bezig om een travalje te bouwen voor een smederij in Cadzand-dorp. Ook dergelijke kleine objecten als travaljes, affuiten of makelaars zijn waardevol voor de restauratieopleiding. Zo kunnen naast de ambachtelijke constructies ook de ambachtelijke opleidingen behouden blijven. De restauratieleerlingen zijn in dienst van de BOZ. Johan Harthoorn is coördinator bij de BOZ en beantwoordt vragen voor Zeeuws Erfgoed.
Je bent tegenwoordig locatiemanager.Wat houdt dit precies in? De dagelijkse leiding van de locatie in Goes en Terneuzen rust op mijn schouders. Daarnaast heb ik contacten met de vmbo’s, de ROC’s, het UWV, het RMC en de leer-bedrijven. Ik ben verantwoordelijk voor het opleiding-beleid van aanname tot en met het diploma. Nu met de recessie ligt het accent op het verwerven van leerplekken voor onze leerlingen. De instroom van leerlingen komt hoofdzakelijk van het vmbo. Heeft de BOZ veel leerlingen in dienst en is er voldoende animo voor de restauratieopleiding? We hebben ruim honderdzestig leerlingen in dienst waarvan circa twintig metselleerlingen. Een opleiding duurt maximaal twee jaar. Een leerlingen heeft de mogelijkheid om een aantal opleidingen te stapelen tot vijf jaar. Gelukkig is er voor de restauratieopleiding veel interesse. Momenteel zijn er meer leerlingen die de opleiding willen volgen dan dat er beschikbare leerplekken zijn. In het kader van jeugdwerkloosheidsbestrijding hebben we contact met de gemeenten en het UWV om leerlingen warm te maken voor een opleiding in de bouw.
INTERVIEW
“Voor de restauratieopleiding is veel interesse. Momenteel zijn er meer leerlingen dan leerplaatsen”
Johan Harthoorn [rechts] in de praktijkruimte van Bouwopleiding Zeeland. Wat voor instelling is Bouwopleiding Zeeland? De BOZ is opgericht door de bouwbedrijven in de regio, met locaties in Goes en Terneuzen. De BOZ neemt leerlingen in dienst, biedt ze een opleiding aan in timmeren, metselen of tegelzetten en plaatst ze uit bij de aangesloten leerbedrijven. Leerlingen in de beroeps-begeleidende leerweg gaan één dag naar school voor de theorie en vier dagen werken bij een erkend leerbedrijf. Daarnaast biedt de BOZ praktijkstage aan leerlingen die een beroepsopleidende leerweg volgen bij het ROC. Deze leerlingen gaan doorgaans twee dagen naar school voor de theorie en drie dagen naar de BOZ voor interne praktijkstage.
In deze tijd heeft natuurlijk ook de BOZ te maken met terugloop van werkzaamheden in de bouw. Welke oplossingen hebben jullie gevonden om de jongens toch te kunnen opleiden? Dat is een kwestie van heel veel overleg met bouwbedrijven, gemeentes, de provincie, woningbouwverenigingen en alle mogelijke partners. Hierdoor ontstaan er leerling-bouwplaatsen in de restauratie, maar ook in de nieuwbouw zoals de travalje in Cadzand. De travalje wordt in eikenhout uitgevoerd aan de hand van de oude, originele tekeningen en naar voorbeeld van het ijzerwerk van de bestaande travalje in Sasput. Zijn er op dit moment nog voldoende restauratiewerken en projecten voor de opleiding in de restauratie? Gelukkig trekt het weer een beetje aan, maar uiteraard kunnen we wel extra projecten gebruiken. Lopende opleidingsprojecten zijn het Stadhuismuseum in Zierikzee, de kerken in Groede, Nisse en OostSouburg, de Verlaetbrug in IJzendijke, de Timmerfabriek van De Schelde in Vlissingen en een landbouwschuur in Arnemuiden.
Cursus Buitenkansen! afgesloten
Op stap met de nieuwe portefeuillehouders
Op 29 april is de eind 2009 gehouden cursus Buitenkansen - een co-productie van SCEZ en Stichting Landschapsbeheer Zeeland - afgesloten met een extra cursusdag. Op deze terugkomdag werd naast terugkijken op het geleerde en de toepassing van de kennis in de eigen praktijk, ook ingegaan op het Belvederekompas en het inrichten van het proces.
Op 26 mei zijn de (nieuwe) portefeuillehouders monumenten en archeologie van de Zeeuwse gemeenten in het kader van een excursie van de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten (VZG) op excursie gegaan naar de Hoeksche Waard en naar de stad Dordrecht.
De inrichting van een proces is immers minstens even belangrijk en bepalend voor de uitkomsten van een ruimtelijk ontwerp als de inhoud zelf. Aan de hand van een concrete casus werd gekeken naar de relatie tussen de verschillende inhoudelijke componenten en de uiteindelijke planvorming op basis van de procesarchitectuur. Ook deze dag werd weer positief gewaardeerd door de cursisten. Op de website van de SCEZ (www.scez.nl) is een uitgebreid verslag te lezen.
Zeeuws Erfgoed
De excursie, voorbereid door de SCEZ, stond in het teken van een nadere kennismaking van de deels nieuwe, deels na de verkiezingen gebleven portefeuillehouders met ‘Malta’ en ‘Momo’, ofwel het nieuwe rijksbeleid voor respectievelijk de archeologie en de cultuurhistorie en monumenten. Naast de inhoud vormde ook de kennismaking met elkaar een belangrijk aspect en de kennismaking met collega-organisaties als de Provincie Zeeland, de SCEZ en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Een uitgebreid verslag van deze dag met de inhoudelijke componenten is ook terug te vinden op de website van de SCEZ.
12 juni 2010/02 • M
ONUMENTEN
Nu ook subsidie voor ‘groene’ monumenten Staatssecretaris Van Bijsterveldt maakt het eigenaren van zogeheten ‘groene’ monumenten mogelijk subsidie te krijgen voor de instandhouding van hun bezit. Het is voor het eerst dat er geld beschikbaar komt voor tuinen en parken van monumentale buitenplaatsen, villa’s en kloosters, en voor stadsparken en begraafplaatsen. Om de groene monumenten ook onder de bestaande instandhoudingsregeling te laten vallen, voegt Van Bijsterveldt 4 miljoen euro toe aan deze pot. Het extra geld komt bovenop de 47 miljoen euro die al beschikbaar was. Tot dusver was dit geld alleen voor ‘rode’ - gebouwde - monumenten. Het nieuwe bedrag - 51 miljoen - wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen: wie het eerst komt, het eerst maalt. Eigenaren van groene monumenten die ook in aanmerking willen komen voor een subsidie moeten bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een instandhoudingsplan voor zes jaar indienen. Via de website van de rijksdienst (www.cultureelerfgoed.nl) is een voorbeeld van een dergelijk instandhoudingsplan te downloaden. Eigenaren kunnen 40 tot 60% van de kosten vergoed krijgen, voor het overige draaien ze zelf op. Aanvragen kunnen vanaf 1 april worden ingediend met het aanvraagformulier dat ook op genoemde site te vinden is. Het is daarbij aan te raden goed de toelichting te lezen. Er zijn ongeveer 1.300 groene monumenten in Nederland. In Zeeland zijn bijvoorbeeld de vestingwallen van Tholen, Goes en Hulst groene monumenten, maar ook de joodse begraafplaatsen in Middelburg en de parkaanleg van bijvoorbeeld buitenplaatsen als Zorghvliet in Ellewoutsdijk en Mon Plaisir in Schuddebeurs.
Buitenplaats Overduin in Oostkapelle.
Meer subsidie voor rijksmonumenten Vanaf 2010 is er structureel 23 miljoen euro extra beschikbaar voor restauraties van rijksmonumenten. De criteria voor de verdeling van die 23 miljoen zijn opgenomen in een brief aan de Tweede Kamer. Per 1 januari 2010 is de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor rijksmonumenten afgeschaft. Uit onderzoek bleek dat inzet van een subsidieregeling veel doelmatiger is dan een generieke vrijstelling van overdrachtsbelasting. Het nadelige effect van het afschaffen van de vrijstelling voor de monumentensector is becijferd op 23 miljoen euro. Dat is nu het bedrag dat ter compensatie jaarlijks aan de begroting van OCW wordt toegevoegd voor de restauratie van rijksmonumenten. Daarmee wordt de restauratieachterstand in Nederland verminderd. De beoogde doelgroep van de vrijstelling waren de (ideële) instellingen voor de instandhouding van monumenten. In 2010 en 2011 wordt per jaar 8 miljoen gereserveerd voor restauraties van monumenten in het bezit van deze organisaties. 15 miljoen wordt ingezet voor herbestemming en grote restauraties. Het bestaande subsidiesysteem is uitsluitend gebaseerd op de ondersteuning van de fysieke instandhouding van het gebouw of object. De modernisering van de monumentenzorg vereist een andere manier van subsidieverdeling, waarbij de omgeving en een (her)bestemming een zwaarwegende beoordeling krijgen. Voor meer informatie verwijzen we naar de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Zeeuws Erfgoed
Erfgoed Allerlei PUBLICATIES SCEZ kan geen aanvullende informatie verstrekken over de verkoop van verschenen publicaties.
• Boeken en eenmalige uitgaven Atlas Sas van Gent, 1563-2008: quick scan van veranderingen in de stedelijke structuur (Amsterdam: Must Stedebouw, 2009) 76 pag.; ill., krt. Deze atlas is een cartografische, historische quick scan. De Heemkundige Kring Sas van Gent heeft kaartmateriaal ter beschikking gesteld en tekst geleverd. De atlas geeft in negen tijdvakken van 1563 t/m 2008 een beeld van de verandering van de stedelijke structuur, waarin vooral de aanleg van het kanaal een ingrijpend spoor heeft getrokken. Atlas van de Zuidwestelijke Delta: kaarten, beelden, plannen, beleid, projecten (Middelburg: Programmabureau Zuidwestelijke Delta, 2009) 112 pag.; ill., foto’s, graf., krt. + 1 tekst. In deze atlas wordt getoond dat de delta van de drie rivieren Rijn, Maas en Schelde broos is. Natuurkrachten zijn sterker dan de mens, maar ook menselijk ingrijpen kan het ecologisch evenwicht verstoren. De vele kaarten en fraaie foto’s geven een heldere kijk op de ontwikkelingsgeschiedenis van het gebied. Met literatuuropgave en bronnenlijst. Frank Deij en Joke Naughton, Het dikke bijnamenboek Zeeuws-Vlaanderen (Axel: Frank Deij Communicatie, 2009) 327 pag.; ill., foto’s, tab.; ISBN 978-90809142-2-3. Na een korte inleiding volgt een hoofdstukkendriedeling in het Land van Cadzand, Land van Axel en Land van Hulst. Met lijst van geraadpleegde bronnen. De auteur geeft hierin een beschrijving van de bijnaam van allerlei markante Zeeuws-Vlamingen. Na elk hoofdstuk volgt een tabel met alfabetisch alle bekende bijnamen van de streek, zoals: Ukkepee, Krepele Trui, de Bosneger en Boterkontje. Interessante heemkunde en voer voor letterkundigen. Aarnoud van der Deijl & Marga Haas, Sporen van een oorlog. Vijftien Zeeuwse plaatsen met een verhaal over de Tweede Wereldoorlog (Vlissingen: Den Boer/De Ruiter, 2009) 48 pag.; ill., foto’s, krt.; ISBN 978-90-7987512-2. Boekenweekgeschenk in het kader van de week van het Zeeuwse boek van 2009. Bevat vijftien korte verhalen van ooggetuigen of nazaten over de oorlogsjaren 1940-1945 in Zeeland. Jan van Damme, De slag om de Schelde. Geallieerden bevrijden Zeeland. September-november 1944 (Raamsdonksveer: Verse Hoeven, 2009) 144 pag.; ill., krt., foto’s; ISBN 978-9075703-31-3. Aan de hand van ooggetuigenverslagen wordt vanaf 7 september 1944 t/m 28 november 1944 verteld over de laatste oorlogsdagen in Zeeland
13 juni 2010/02 • M
ONUMENTEN
| E RFGOED A LLERLEI
voor de bevrijding en kort daarna. Elk verhaal is van een foto voorzien. De verhalen verschenen eerder in een dagelijkse bijdrage in de PZC. Victor Enthoven (red.), Een haven te ver. De Britse expeditie naar de Schelde van 1809 (Nijmegen: Vantilt, 2009) 365 pag.; ill., foto’s, krt., tek., tab.; ISBN 978-94-60040344. Diverse Zeeuwse en niet-Zeeuwse auteurs belichten in tien artikelen of hoofdstukken de mislukte Britse invasie van Walcheren. In juli 1809 ondernam een Britse strijdmacht van 44.000 man en 800 schepen een poging om de door Napoleon beheerste havenstad Antwerpen te veroveren. Weliswaar werden ten koste van grote verwoestingen Zuid-Beveland en Walcheren veroverd, maar de versterkingen langs de Schelde en de verdediging door Franse en Bataafse (= Nederlandse) troepen bleken te sterk. Nadat het Britse leger bovendien door ‘Zeeuwse koortsen’ (besmettelijke ziekten) was uitgedund, volgde een roemloze aftocht; in december verlieten de laatste Britten Zeeland. In deze bundel artikelen worden eerst de achtergronden van deze invasie belicht en wordt het verloop geschetst vanuit Brits, Frans en Nederlands perspectief. Het boek is onderverdeeld in drie delen: de expeditie, beschouwingen daarover en bronnen. Met verantwoording van getranscribeerde documenten, afbeeldingen, afkortingen en eindnoten. Antheun Janse, Een pion voor een dame. Jacoba van Beieren (1401-1436) (Amsterdam: Balans, 2009) 400 pag.; ill., foto’s, krt.; ISBN 978-94-600-31854. Biografie over het korte maar interessante leven van Jacoba van Beieren, gravin van Holland en Zeeland voor de Bourgondiërs. Bevat een proloog en een levensbeschrijving in dertien chronologische hoofdstukken. Hoofdstuk 12 en 13 gaan in op haar laatste van vier huwelijken, met Frank van Borssele. De auteur tracht eerdere vooroordelen te ontkrachten. Het boek wordt afgesloten met een epiloog, lijst van afkortingen, bronnen- en literatuurlijst, notenapparaat, een stamboom en personenregister. C.M. Kleppe, Scherpenisse in beeld. Een foto-impressie uit het verleden van Scherpenisse (deel 3) (Scherpenisse: Kleppe, 2009) pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-808312-4-7. Derde deel in de bekende reeks van fotoboeken met historische onderschriften. Jan J.B. Kuipers & Gert P. Kuipers, Hannelore, kind van een Duitse moeder in oorlogstijd, 1940-1947 (Vlissingen: Den Boer|De Ruiter, 2010) 80 pag., ill., foto’s, ISBN/EAN 978-90-79875-13-9. De Zuid-Bevelandse lotgevallen van Hannelore Meijaard, van wie de moeder een Duitse was en de vader ten onrechte anderhalf jaar werd geïnterneerd in het beruchte Fort Ellewoutsdijk (1944-1946).
2009) 155 pag.; ill., foto’s. Narratieve geschiedschrijving over met name de twintigste-eeuwse geschiedenis van Arnemuiden, voorzien van vele zwart-wit foto’s. Met literatuuropgave. Simone van der Vlugt, Jacoba, dochter van Holland (Amsterdam: Anthos, 2009) 318 pag.; ISBN 978-90-414153318. Als Filips de Goede Jacoba in 1425 (zogenaamd om haar te beschermen) opsluit in het Gravensteen in Gent, besluit Jacoba van Beieren, dan 24 jaar, om op te schrijven wat ze tot dan toe allemaal heeft meegemaakt. Wat volgt is een geromantiseerde versie van het leven van deze gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen, vooral van de periode 1417-1425, van de dood van Jacoba’s eerste echtgenoot op haar vijftiende tot haar ontsnapping uit het Gravensteen. Piet Lampo, Oorlogsjaren te Hulst 19391945 (Hulst: Lootens Publishing, 2009) 211 pag.; ill., foto; ISBN 978-90812803-4-1. Een persoonlijk relaas over herinneringen, belevenissen en ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het boek is talloze correspondentie opgenomen die Hulstenaren met het thuisfront voerden tijdens de oorlog. P.J. Minderhoud, Van de goudsmid. De historie en de ontwikkeling van de Zeeuwse en andere streeksieraden (Enschede: P.J. Minderhoud, 2009) 140 pag.; ill., foto’s; ISBN 978-90-814822-19. Opvolger van J. de Bree’s ‘Kostuum en sieraad in Zeeland.’ De auteur en goudsmid deelt zijn onderwerp op in veertien hoofdstukken: voorhoofdsnaalden, stikken, bolspelden, strikken, dop- en trouwringen, Faaljehaken en schortensloten en puntschedes. Schoengespen, krullen, hemdof keelknopen, mansbroches, broekstukken, bloedkoraal, granaat. Met illustratieverantwoording, literatuurlijst en een dankwoord. Karl Friedrich H. Munchausen, Munchausen at Walcheren: Or a continuation of the renowned Barons surprising travels, adventures, expeditions, and exploits (1811) (London: J. Johnston, 1811 (facs. Milton Keynes: Kessinger, 2009)) 180 pag.; ISBN 1-4370-7104-X. Deze facsimile-uitgave van het bijna tweehonderd jaar oude origineel bevat een 22-tal hoofdstukjes waarin de baron verhaalt over onder meer zijn belevenissen op Walcheren - al dan niet verzonnen. Jan Polderdijk, Frits Heuckelbach en Peter van Netten (samenst.), Geschiedenis van de Christelijke school te Nieuwdorp: 2009 – 1859 = 150 jaar ([S.l.]: Alpha Scholengroep Christelijk Basisonderwijs Zuid-Beveland, 2009) 80 pag.; ill., foto’s, tek., tab. + 1 cd. Opdrachtgever van dit boek is de Regenboogschool te Nieuwdorp. In acht hoofdstukken die enkele decennia beslaan wordt de periode van het bestaan van de school van 1859 tot 2009 beschreven, waarbij ook alle onderwijs- en bestuursvernieuwingen ter sprake komen. Een apart hoofdstuk is gewijd aan de kleuterschool. Er zijn 23 bijlagen over onder meer de uitgaven en lijsten met onderwijzend personeel en bestuursleden. J. de Ridder, Het reilen en zeilen van Arnemuiden in de 20ste eeuw ([S.l.]: [s.n.],
Arent Vos, Wrak Ritthem, een onverwacht oud scheepswrak in de Westerschelde. Resultaten van het ruimtestellend onderzoek. Rapportage Archeologische Monumentenzorg 174 (Amersfoort: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Afdeling Scheepsarcheologie, 2009) 112 pag.; ill., foto’s, tek., krt. Met zes bijlagen. Bevat een opzet van de werkwijze, onderzoeksresultaten, vondsten, conclusies en een waardering van het gevonden scheepswrak van een zestiende-eeuws oorlogsschip bij Ritthem. P.J.M. van de Watering (red.), Polre, een verdronken dorp in de Boudewijnspolder (Halsteren: Van de Watering, 2009) 112 pag.; ill., foto’s, tek., krt. Deze geschiedenis van het in 1584 verdronken dorp Polre op Tholen is in de inhoudsopgave opgedeeld in alle 104 paragrafen van het boekje. Aan de hand van archeologische vondsten en kaartmateriaal wordt de geschiedenis van het plaatsje ontrafeld. Lodewijk Wagenaar, In het kielzog van de VOC (Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB, 2010) 107 pag.; ill., foto’s, krt., tek.; ISBN 978-90-1800645-7. Deze gids is het eerste deel in de serie ‘Levende historie van de ANWB’. De wandelingen zijn in samenwerking met de VVV, musea en gemeenten geproduceerd. Na een inleiding over het bedrijf volgen van alle vijf VOC-kamers hoofdstukken met historische informatie en een aanvullend bijzonder verhaal van twee pagina’s. Het hoofdstuk over de kamer Zeeland bevat 13 pagina’s. E.J. Weterings, De Wibauts op Walcheren (Middelburg; Den Boer/De Ruiter, 2009) 36 pag; ISBN 978-90-79875153. Korte biografie van de in Vlissingen geboren Amsterdamse wethouder van volkshuisvesting. In dit boek worden de eerste generaties Wibaut, de jonge jaren van Florentinus Wibaut in Vlissingen, zijn optreden als ondernemer en politicus, zijn vrouw en de Amsterdamse jaren behandeld.
• Tijdschriften Zeelanddoc. Over het Zeeland van nu en straks 1/nr.1 (2010) 159 pag.; ISBN 978-94-90740-01-6. Zeelanddoc is de opvolger van het Zeelandboek dat twaalf jaargangen uitkwam. Zeelanddoc bevat
Zeeuws Erfgoed
een veertiental artikelen over cultuur en natuur, economie en samenleving, stad en platteland, zee en land, met onder meer aandacht voor: de Zeeuwse Bibliotheek in het veranderde medialandschap, Zeeland Cruise Port, wielertalent Johnny Hoogerland, erotiek postorderbedrijf Pabo uit Walsoorden, fotograaf Eddy Westveer en Zwakke Schakels. Kroniek van het land van de zeemeermin (Schouwen-Duiveland) 34 (2009) 132 pag. ISBN 90-70511-43-2. Bevat een zestal gevarieerde artikelen. Gerard van der Wal schreef over het geslacht Cats in de middeleeuwen, W.J. op ’t Hof over Schouwen-Duiveland als bakermat van de Nadere Reformatie, Huib Uil over de Slavenkas van verzekering naar sociaal fonds en Ruth Kaloena Krul over de ontwikkeling van een recreatiewijk achter de duinen. Een viertal auteurs schrijft over het Schouwen-Duiveland in de herfst van 1944. Rob C. van Leeuwen wijdt een artikel aan het Schouwse dialect en Erik Jan van der Meer beschrijft de wederopbouw van de polders na de Watersnoodramp van 1953.
• Heem- en oudheidkundige bladen Sint-Philipsland De Cronicke van den Lande van Philippuslandt (2010, 1) geeft ‘Een terugblik op de vroegere bewoners van de Achterstraat’, geschreven door J. Kempeneers. De auteur beschrijft eerst de huizen in de straat, waarvan de meeste dateren uit de periode 1840-1860. Erna komen de bewoners aan bod, de mensen die er woonden tussen 1890 en 1920. Van veel gezinnen leren we - naast de familiebetrekkingen - lief en leed kennen. Hierna het verhaal ‘De slag op ’t Slaak op 12 en 13 september 1631’, door W. Luijks. Het gaat over de zeeslag tussen de Spaanse troepen onder Jan van Nassau en de Zeeuwse marine onder Marinus Hollaer, een slag die ten gunste van de Hollanders werd beslecht. Tot slot wordt door J. Kempeneers een vervolg gegeven op het kerkelijk leven in de vorige eeuw, nu toegespitst op de Hervormde Kerk te Sint-Philipsland. Tholen Van de Heemkundekring Stad en Lande van Tholen verscheen de uitgave Van oproer, oorlog en een verdwenen boerderij (november 2009). Het eerste artikel is van A.L. Kort; het gaat over een transport van weeskinderen naar Drenthe, opstandige jongeren die dat transport wilden verhinderen en het optreden van politie en militairen die de rust moesten herstellen. A. Hage beschrijft de moeite die men had met het repareren van klompen in de moeilijke oorlogsjaren, en hoe de familie Van der Linde zich verdienstelijk maakte om zoveel mogelijk mensen, vooral de minder bedeelden, te helpen. Over ‘Een balorige schoolmeester’ vertelt D. Roozemond, en K. Fase beantwoordt de vraag: ‘Van wie bin jie d’r êên?’ Aanvullingen op de lijst met slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog worden verstrekt door W. Blaas en K. de Koning. Laatstgenoemde geeft ook de geschiedenis van de Deehoeve, een boerenbedrijf dat na een bestaan van 400 jaar is verdwenen.
14 juni 2010/02 • E
RFGOED
A LLERLEI
Walcheren In Arneklanken, kwartaalblad van de Historische Vereniging Arnemuiden (2009, 4), blijkt dat Arnemuiden behalve vissersdorp ook een vogeldorp is, wat ons meegedeeld wordt door G. de Nooijer. In 1809 deden de Engelsen een aanval op Walcheren, die mislukte, voornamelijk door het uitbreken van de ‘Zeeuwse koorts’ (auteur P.J. Feij). C. de Ridder laat ons kennismaken met Frans Poortvliet, een geboren Arnemuidenaar, nu woonachtig in Kleverskerke. Over een mooie Baardmankruik uit het museum van Arnemuiden vertelt L. Schouls. J. Adriaanse behandelt in zijn vervolgartikel over de laatste 150 jaar Arnemuiden de jaren 1879, 1880 en 1881, en A.M. Leer schrijft een persoonlijk verhaal over de oorlogsjaren 1940-1945. In ‘Bouwen en wonen door de eeuwen heen’ zijn de huizen “’t Wapen van Brugge” en “De gouden Mortier” aan de beurt (M.P. de Ridder en C.J.A. Feij). Tenslotte wordt het leven van wijlen dominee A. Schaap beschreven door G.J. Wondergem en houdt A.H.G. Verouden zich bezig met het zesde lidmatenregister van Arnemuiden 1776-1793. Het Polderhuis Blad van Westkapelle (maart 2010) gaat naar aanleiding van de tentoonstelling over Westkappels kant in op de geschiedenis van de kantwerkscholen, met name het Molenwiekje in Westkapelle. Veel aandacht voor het Jugendheim van de evangelische kerkgemeente Mülheim/Saarn, gevestigd in de leegstaande school met de Bijbel in Westkapelle. De aanwezigheid van dit jeugdhuis heeft zeker bijgedragen tot een betere verstandhouding tussen de Nederlandse en Duitse jeugd. J. Kaland schrijft over de tijd van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en hoe het verwoeste en kale Westkapelle door mensen met doorzettingsvermogen weer een groen en leefbaar dorp is geworden. De Bevelanden De Spuije, tijdschrift van de Heemkundige Kring De Bevelanden en de Vereniging Vrienden van het Historisch Museum De Bevelanden (voorjaar 2010), opent met een artikel van H. Krabbendam over emigratie naar Noord-Amerika: is de populaire beeldvorming gebaseerd op de feitelijke toedracht? W. Passenier was als militair betrokken bij de hulpverlening tijdens de Watersnoodramp. Hij vertelt over de moeilijke omstandigheden waaronder de militairen soms moesten werken en over de niet altijd prettige verhouding met de plaatselijke bevolking. Een militair van minder goed gedrag blijkt Jan Welle te zijn, een soldaat die zich in 1787 nogal misdroeg in Goes. Het Historisch Museum wijdde een tentoonstelling aan de viering van Koninginnedagen op de Bevelanden. C. van den Bovenkamp gaf in een interview antwoord op vragen betreffende deze feestdagen. H. Jongepier brengt verslag uit over een archeologische opgraving aan het Marktplein in Biezelinge. De oudste aangetroffen sporen dateren uit de elfde eeuw en uit het vondstmateriaal blijkt dat op de onderzochte plaats continue bewoning heeft plaatsgevonden. In de bekende boerderij van wijlen Adrie van der Meulen te Nisse bevindt zich een inscriptie in een raam over een walvis.
Colofon
Zeeuws Erfgoed jaargang 9 nr. 2 • juni 2010
Zeeuws Erfgoed is een uitgave van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland en verschijnt vier keer per jaar. Deze nieuwsbrief informeert over archeologie, cultuurhistorie, erfgoededucatie, monumenten, musea en streektalen in Zeeland. Abonnementen en adreswijzigingen alleen schriftelijk via postbus 49 o.v.v. Zeeuws Erfgoed. redactie Marinus van Dintel, Aad de Klerk, David Koren, Jan Kuipers, Veronique De Tier, Tony Veenstra en Janneke de Wit eindredactie Saskia Buitenkamp, Marinus van Dintel, Aad de Klerk, Jan Kuipers en Veronique De Tier foto’s Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, tenzij anders vermeld. De SCEZ streeft er met de uiterste zorgvuldigheid naar om voorafgaand aan het moment van publicatie contact op te nemen met de rechthebbenden. De SCEZ kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld voor beeldmateriaal, door derden aangeleverd, waarop auteursrecht berust.
Meegezonden - Special nr. 15, Het Schuitvlot - Zeeuws Archief Nieuws nr. 46 Aan dit nummer droegen bij: • ARCHEOLOGIE Hans Jongepier, Frank de Klerk en Jan Kuipers • ERFGOEDEDUCATIE Josien Pootjes • MONUMENTEN Marinus van Dintel, David Koren, Ministerie van OCW, Coert van Spall en Jan van Zon • MUSEA Leo Adriaanse en Janneke de Wit • STREEKTALEN Veronique De Tier • ALGEMEEN Leo Adriaanse en Hanneke Jansen • ALLERLEI Johan Francke en Truus Trimpe Burger-Mekking Aanlevering van kopij Voor het volgende nummer en/of reacties op deze nieuwsbrief bij voorkeur digitaal tot 19 juli 2010,
[email protected] of via postbus 49, 4330 AA Middelburg o.v.v. kopij Zeeuws Erfgoed.
opmaak decreet, Ramon de Nennie, Middelburg druk Verhage & Zoon, Middelburg Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland Postbus 49 4330 AA Middelburg Bezoekadres De Burg, Groenmarkt 13 Telefoon 0118-670870 | Fax 0118-670880 | E-mail
[email protected] Internet www.scez.nl Het blijkt om een baleinwalvis van zeventien meter lang te gaan, die in 1869 op het strand van de Kaloot bij Vlissingen gestrand is. G. Heerebout vertelt bijzonderheden over deze opmerkelijke stranding. Zeeuws-Vlaanderen In het Tijdschrift, Bulletin van de Heemkundige Kring West-ZeeuwsVlaanderen (2010, 1), laat M. van IJzendijke Nout een dagje over de grens gaan op zijn fietstocht. R. Bauwens vertelt over Philips Van Kleef (1456-1528), heer van Ravenstein, Wijnendale en Edingen, naar wie een straat in Breskens genoemd is, het dorp waarvan deze Philips de grondlegger was. M. de Groote schrijft een uitgebreid artikel over haar zoektocht naar haar voorouders, de Salzburgers die in 1732 naar ZeeuwsVlaanderen vluchtten om hun geloof in vrijheid te kunnen belijden. In de Nieuwsbrief van de Heemkundige Vereniging Terneuzen (maart 2010) gaan P. Stuij en J. van Eck uitgebreid in op het ‘tweeling-dorp’ Overslag in de gemeente Terneuzen. ‘Tweeling’ slaat onder andere op de grenspalen 298 en 299, die sinds het traktaat van 1843 de verbinding tussen Nederlands en Belgisch gebied aangeven. De vele lotgevallen van de uiteindelijke vaststelling van de grenzen van Overslag worden boeiend uit de doeken gedaan door Stuij in het hoofdartikel van deze nieuwsbrief. Van Eck vertelt daarna wat de ’Thematisering’ van de kernen van de Gemeente Terneuzen inhoudt en schrijft het artikel ‘Petrus’ Erf. In 1865 riep de Paus de mannelijke
ongehuwde gelovigen op het erfgoed van Petrus en de Kerkelijke Staat van Rome te verdedigen, desnoods ten koste van hun leven. Opkomend nationalisme in Italië vormde een bedreiging voor de onafhankelijkheid van de Kerkelijke Staat, en dat wilde Paus Pius IX ten koste van alles voorkomen. Veel gelovigen trokken ten strijde en ook velen sneuvelden. Van Eck gaat in op een van de dappere ‘zonen’ - Eduard van Bambost uit het Nederlandse Overslag - die stierven voor ‘vaderland, recht en vrijheid’. Na de huishoudelijke mededelingen in het Bulletin van de Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten (2010, 1) reageert P. Stockman op een artikel van E. Verstraeten over het door het museum aangekochte schilderij van het beleg van 1645. J. Geensen beschrijft de luchtoorlog tijdens de Tweede Wereldoorlog in verband met Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Tot nu toe zijn in Zeeland 600 crashes geregistreerd. Oost-Zeeuws-Vlaanderen kunnen we opsplitsen in een aantal periodes voor zover die relevant zijn voor vijandelijkheden boven dit gebied. P. van der Velde geeft het tweede deel van zijn verhaal over ‘Een Steense meester in wording’, en gaat onder andere in op de periode dat Imandt onderwijzer was in Zeeuws-Vlaanderen.
Zeeuws Erfgoed
15 juni 2010/02
KORTelings Ridderorde
Ridderorde Leida Goldschmitz-Wielinga Vaste SCEZ-vrijwilliger Leida Goldschmitz-Wielinga is ter gelegenheid van Koninginnedag benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Zij ontving deze Koninklijke Onderscheiding op 29 april uit handen van burgemeester Dijkstra van de gemeente Vlissingen. Leida krijgt haar onderscheiding voor haar vele werkzaamheden en jarenlange verdiensten op het gebied van de archeologie en de cultuurhistorie: onder andere meer dan 25 jaar secretaris van de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland, afdeling Zeeland, meer dan 20 jaar vrijwilliger bij de SCEZ en haar voorgangers op archeologisch gebied en rondleider in het Zeeuws maritiem muZEEum in Vlissingen. De SCEZ feliciteert Leida van harte met deze verdiende onderscheiding.
M On u M E N Ta a l
De kopgroep van de Giro d’Italia trekt langs locatie Het Schuitvlot, op weg naar de finish op de Dam (foto Ramon de Nennie, 10 mei 2010).