Platform Minima Organisaties
NIEUWSBRIEF Winter 2012
en t r o • Sp urfonds cultu nderen i k r o vo
en g n i r a • Er v w af bou nen a b D I
nog n E • .. . . . . r e me
MINIMAAL M INIMAAL Platform Minima Organisaties Platform Minima Organisaties Haarlem e.o.
Voorwoord Geloof in onze Samenleving Je moet van goeden huize komen, wil je tegenwoordig nog geloof en vertrouwen in onze samenleving hebben en/of houden. Zomaar een greep. Een voormalig hoofd van de katholieke kerk, die droogogig aan komt zetten met “wir haben es nicht gewusst”. Gedraai en gelieg rondom de benoeming van ex-minister Donner tot vice-voorzitter van de Raad van State. Een gemeente die schijnbaar geen samenhangend beleid heeft omtrent belangrijke verkeersstromen. Een nieuw, vele miljoenen kostend, viaduct; versmallende bakken op de Amsterdamse Vaart; met bomen; zonder bomen. Niet op elkaar aansluitende infrastructuur; gebrekkige communicatie. Een André Kuipers die, ongetwijfeld ook voor vele miljoenen, de lucht ingeschoten wordt om heel belangrijk onderzoek te doen. Ik heb geprobeerd dat belang te begrijpen, en dat wil maar niet lukken. Alles moet groter. Alles moet geprivatiseerder. En dat blijkt keer op keer weer onduidelijker, duurder en gecompliceerder te zijn. En het wordt harder in onze samenleving. Amerikaanser. Waarom ik hier en nu mee kom? Omdat de tussen wal en schip-vallers extra hard getroffen worden. Door het opeen stapelen van allerlei maatregelen: bezuinigingen; minimaliseren van de sociale werkvoorziening; nog meer bezuinigingen en Rutte, Verhagen en Wilders die zich drie weken gaan beraden over nog meer bezuinigingen. Door uitkeringen niet meer als persoonsgebonden, maar als voordeurgebonden te zien. Waardoor pa of ma gestraft wordt als kindlief wel een baan heeft. “Los het maar op, gemeente”, zegt het rijk. “En om jullie creativiteit te testen, geven we jullie meer verantwoordelijkheden en minder financiële middelen”. We willen als PMO’ers de gemeente graag bijstaan in het ontwikkelen en toepassen van die creativiteit. Vandaar op 5 april aanstaande een werkconferentie over de ‘Wet werken naar vermogen’, die gericht is op zoveel mogelijk mensen uit de uitkering en in het inkomen. Op zich niets mis mee, maar hoe doe je dat op een menswaardige manier? Dat vergat het rijk er namelijk bij te vertellen. Tot 5 april. Zet vast in uw agenda! Koos Pelsser, voorzitter PMO
PMO Nieuwsbrief
2
Winter 2012
Sportabonnement voor kinderen wordt betaalbaar dankzij fonds Het is voor veel kinderen een vast onderdeel van hun leven: sporten. Een potje voetballen, tennissen of gymnastiekles volgen. Maar de kosten zijn vaak hoog en niet iedereen kan die opbrengen. Initiatieven zoals het Jeugdsportfonds geven kinderen waarvan de ouders een laag inkomen hebben, de mogelijkheid om toch te kunnen sporten. Caroline* is een alleenstaande moeder die beroep heeft gedaan op fondsen: “Het kost gewoon heel veel geld als je twee kinderen hebt en je wil ze een sport laten doen.” Haar dochtertje van zeven zit op ballet en haar zoon van zestien voetbalt. Het Jeugdcultuurfond vergoedt de kosten van ballet en de rekening voor de voetbalvereniging van haar zoon wordt betaald door het Jeugdsportfonds. Twee verschillende fondsen met hetzelfde doel: kinderen laten sporten. Caroline is blij met de fondsen: “Het is heel goed dat het er is, het is toch een soort cadeau. Je geeft zo alle kinderen de kans om te sporten.” Maar ze had zich wel vergist in de hoeveelheid werk die achter de aanvraag zat. Voor de aanvraag bij het Jeugdcultuurfonds voor de balletlessen van haar dochter, moest ze de aanmelding via een derde persoon regelen; via een huisarts, hulpverlener of leraar. Via de cliëntenraad van Sociale Zaken- en werkgelegenheid (SoZaWe-raad), hoorde ze dat het mogelijk was om de aanvraag via een medewerker van de Sociale Dienst te regelen. Helaas lukte dat toch niet. “In de brochure van het Jeugdcultuurfonds staat dat de derde persoon het kind moet kennen en moet kunnen terugkoppelen hoe het gaat bij de sportvereniging. De medewerker van de Sociale Dienst kende mijn kind niet, dus wilde het liever niet doen. Dat vond ik ook gewoon eerlijk: als je het kind nooit ziet, dan moet je ook niet de aanvraagpersoon zijn. Dus ik begreep het.”
PMO Nieuwsbrief
3
Winter 2012
Vervolgens klopte Caroline bij haar huisarts aan, maar ook daar kreeg ze nul op rekest. “Mijn huisarts wilde belangeloos blijven en werkt daarom niet aan dit soort dingen mee. En daarnaast voelde het ook best raar om te vragen: een huisarts heeft het druk en houdt zich bezig met het beter maken van mensen. Dit is iets administratiefs. Dus ook dit keer begreep ik het.” Caroline zocht contact met de contactpersoon van het Jeugdcultuurfonds in Haarlem om alles uit te leggen en te vragen wat ze moest doen. “Ik begreep toen dat ik ook bij het Loket Haarlem terecht kon, die vullen ook formulieren in. Maar ook daar konden ze me niet helpen. Toen ben ik wel even in huilen uitgebarsten. Ik voelde me minderwaardig door het iedere keer te vragen en te horen dat het niet kon.” Gelukkig gaf Caroline niet op. Ze belde nogmaals met de medewerker van het Jeugdsportfonds om te vertellen dat ze het moeilijk vond om aan de school te vragen. “Ze vertelde mij toen dat er een leraar op de school van mijn dochter werkte die al een keer zo’n aanvraag had gedaan. Gelukkig kende ik die leraar. Ik dacht: ik ga gewoon met mijn billen bloot, het moet maar. Hij heeft het uiteindelijk voor mijn dochter aangevraagd.” De drempel om dat te vragen was hoog, legt Caroline uit. “Mijn dochter zit bijvoorbeeld op een school waar minder kinderen zijn met ouders met lage inkomens waardoor ik het moeilijk vond om dit te vragen. Ik was ook bang dat de school niet op de hoogte zou zijn en ik van alles moest uit leggen. Dat ik zelf aan de leraar moet vertellen dat ik weinig inkomen heb. Ik voel me dan een beetje een bedelaar. Dat vond ik heel vervelend. Je bent toch bang om veroordeeld te worden.” De leraar reageerde positief op de vraag, zegt Caroline. “Hij vroeg van de week nog of mijn dochter het leuk vond op ballet. Hij vindt het ook niet belastend om af en toe te moeten mailen met het fonds.” De aanvraag voor de zoon van Caroline verliep makkelijker, maar ook daar ging niet alles goed. “Hij werd behandeld bij de fysiotherapeut en daar heb ik het uiteindelijk gevraagd of ze de aanvraag wilden doen toen mijn zoon weer mocht voetballen. Een vrouw van de administratie heeft het uiteindelijk geregeld, maar had niet het juiste aanvraagformulier ingevuld. Gelukkig is het toch nog goed gekomen.” Hoewel het geregel soms lastig is, is Caroline positief over de fondsen. “Ze betalen de rekening van de sportvereniging en voor mijn dochter heb ik een bedrag gekregen om balletkleren van te kopen.” Toch vindt ze dat er wel wat aan de aanvraagprocedure veranderd kan worden. “De drempel om het aan derden te vragen is hoog. Mensen moeten best wel even wat werk voor je verrichten. Als je verbonden bent met een maatschappelijk werkster of de school is bekend met het fonds dan is het wat makkelijker. Maar als je dat toevallig allemaal niet hebt, dan is het wel een lastige procedure.” Volgens Caroline zou het een verbetering zijn als de aanvraag verloopt via een instantie die op de hoogte is van de financiële situatie van een gezin. “Ik vind dat je je privacy moet houden en dat je niet aan iedereen je inkomen hoeft te vertellen. Daar zit toch de angst achter dat er anders naar je gekeken wordt, zo van: die moeder heeft een uitkering, misschien trekt ze het allemaal wel niet. Dat is toch een beetje wat je dan voelt. Een instantie zoals de Sociale Dienst is al op de hoogte van je situatie en dat zou de aanvraag erg vergemakkelijken.” Ook vindt ze dat de folder moet worden aangepast. “Daar moet niet in staan dat huisartsen de aanvraag kunnen doen, terwijl die er helemaal niet blij mee zijn.” Caroline geeft aan ouders die het fonds willen aanspreken de tip om de aanvraag door de school te laten doen. “Dat is wel lastig, maar een leraar is de meest neutrale persoon en iemand die jouw kind kent. En als je als ouder tegen dingen aanloopt, dan moet je dat melden bij de vaste contactpersoon van het fonds in jouw gemeente. Dan kunnen ze daar wat mee en de procedure verbeteren.” (* Vanwege privacyredenen is deze naam verzonnen.)
PMO Nieuwsbrief
4
Winter 2012
Hoe werkt zo’n fonds? Jeugdcultuurfonds Het Jeugdcultuurfonds is bestemd voor kinderen en jongeren in de leeftijd van 4 tot en met 18 jaar, die om financiële redenen geen lid kunnen worden van een toneelclub, muziekschool of andere instelling voor kunst en cultuur. De aanvraag moet worden gedaan door een leerkracht of een maatsschappelijk werker die het gezin kent. Deze krachten uit het onderwijs of de jeugdzorg doen dus de aanvraag voor het kind en ze schetsen de financiële situatie van het gezin. Het lesgeld komt uit een potje dat gemeentes reserveren voor de bestrijding van armoede. De bijdrage vanuit het Jeugdcultuurfonds is maximaal €450,- per jaar. De aanvraag kan door de derde persoon via de website van het fonds worden geregeld. Kijk voor meer informatie op www.jeugdcultuurfonds.nl
Jeugdsportfonds Het Jeugdsportfonds heeft een soortgelijke werkwijze als het Jeugdcultuurfonds. Kinderen tot 18 jaar waarvan de ouders weinig geld hebben, komen voor het fonds in aanmerking. Denk hierbij aan gezinnen die leven van een uitkering, in de schuldsanering zitten of een inkomen hebben onder het sociaal minimum. Het laatste kan per gemeente verschillen. Alle kinderen uit een gezin komen in aanmerking. Het Jeugdsportfonds betaalt de contributie en vergoedt sportspullen tot een maximum van €225,- per jaar, per kind. Ook bij dit fonds moet de aanvraag door een professional worden gedaan die betrokken is bij de opvoeding en verzorging van het kind. Kijk voor meer informatie op www.jeugdsportfonds.nl Voor meer achtergrondinformatie over kinderen en sport attendeert het PMO u graag op het onderzoekrapport van het sociaal en cultureel planbureau (SCP) ‘Kunnen meer kinderen meedoen? Veranderingen in de maatschappelijke deelname van kinderen, 2008-2010.
Het potje is op: geen I/D-banen meer In 1994 voerde de regering gesubsidieerde banen in om mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt werkervaring op te laten doen. Melkertbanen, in de volksmond genoemd. De functies werden later omgedoopt tot I/D-banen (Instroom/Doorstroom-banen) en het subsidiepotje werd overgeheveld naar gemeentes. Maar de crisis kwam en het geld raakte op. Sinds 1 januari staat het merendeel van de I/D’ers op straat. Twee ex-I/D’ers en een werkgever vertellen over hun ervaringen met een I/D-baan. Roni Klinkhamer kwam uit bittere noodzaak en onder druk van de Sociale Dienst in een I/D-baan terecht. Ze verdiende haar brood als professioneel beeldend kunstenares, maar kreeg tien jaar geleden in een I/D-baan bij het Mondiaal Centrum. “Ik was daar een manusje van alles, een algemeen medewerker. Ik noemde me zelf een womanager. Uiteindelijk werd ik facilitair medewerker. Het was moeilijk om te beginnen bij het Mondiaal Centrum. Het eerste jaar heb ik het zwaar gehad met het feit dat ik een I/Dbaan had. Maar toen kreeg ik het naar mijn zin. Ik draag de doelstelling van het Mondiaal Centrum een warm hart toe. In januari vorig jaar hoorde ik dat het allemaal anders ging. In oktober werd ik heel zenuwachtig van de onzekerheid. Als onbezonnen daad zette ik een eigen bedrijfje op: ‘Iedere dag een goed idee’, met het idee dat ik in januari misschien geen baan meer zou hebben. Ik ging met uitvindingen, teksten en ideeën op pad. Maar dat liep op niks uit en ik heb het bedrijfje weer moeten opheffen. Nu ben ik bezig met een boek, dat over niet al te lange tijd wordt uitgegeven.”
Niet volwaardig “Een I/D-baan was wel een uitkomst. Maar voor het begrip had ik wel een kleine huiver, het voelde niet volwaardig. Toen bekend werd dat er veranderingen zouden komen, volgde een periode van voortdurende onzekerheid. De plannen van de gemeente verschoven iedere keer. Als I/D’er heb ik heel PMO Nieuwsbrief
5
Winter 2012
wat beledigingen moeten slikken. Ik was gedumpt in een sociale baan. Ik heb nooit begeleiding gehad en nu kwam mijn baan ook nog op de tocht te staan. Naar mijn familie toe was dat heel onaangenaam, een verschrikkelijke vernedering. Er is nooit moeite gedaan om mij als instromer naar een reguliere plek te begeleiden. Ik zag in dat je voor weinig geld, toch 32 uur per week moest werken. Ik had een gewone baan, maar als ik naar mijn salarisstrookje keek dan zag ik dat niet terug. Maar ik heb het uit liefde gedaan, dit werk.” “Ik vind het stopzetten van de subsidies een hele onverstandige beslissing. Dan denk ik: wat gooien jullie allemaal aan kenniskapitaal weg? Moet een coördinator zich dan straks behelpen met stagiairs? Er zijn fantastische I/D’ers die hun werk zo goed doen, maar die door het stopzetten van de subsidie op straat staan. Neem bijvoorbeeld ook het Straatjournaal. Hoe moet dat opnieuw ingevuld worden? Van huis uit ben ik een optimist, maar ik moet het nog zien.”
Carrièreladder af “De manier waarop het met mijn I/D-baan is gegaan , is heel onprettig. Je loopt voor je gevoel de carrièreladder steeds verder af. Ik zit voor mijn gevoel nu in de kelder: ik kook en ik maak schoon. Toen ik de titel beheerder had, zette ik daarvoor iemand anders in. Maar het meest vernederend waren nog de keuringen die ik moest ondergaan bij re-integratiebedrijven. Die werkten met het Bossche Model: er werd gekeken in hoeverre je arbeidsinzetbaar was. Hoe minder je presteerde, hoe meer subsidie bijgelegd werd.” “Natuurlijk heb ik geprotesteerd tegen de beslissing om de subsidies stop te zetten. Ik heb het I/D-lied geschreven en met een werkgroep hebben we verschillende acties verzonnen. Zo hadden we een zakdoek ontworpen , bedrukt met stempels en liedjes en die uitgedeeld bij de gemeentelijke vergaderingen in de zomer. Helaas heeft het niet mogen baten.” “De gemeente heeft het meest gefaald op inzichtelijke vlak. Laat iemand op zijn plek zitten als die er goed zit. Kijk naar de capaciteiten. Ze moeten nu maar weer eens mensen zien te vinden die hetzelfde werk zo goedkoop kunnen doen. Wat ik hoop is dat de kwetsbare mensen gespaard worden in dit jaar. Dat we meer solidair raken met elkaar en er geen mensen meer tussen wal en schip vallen.”
InformatieSteunPunt (ISP) Ook Martien Luijcks leefde in onzekerheid over zijn baan. Hij was tot 1 januari 2012 coördinator bij het Informatie Steun Punt (ISP) in Haarlem, totdat de ID-salaris-subsidie werd ingetrokken. Hij heeft een lange geschiedenis als I/D’er. “In 1988 begon ik als vrijwilliger bij buurtcentrum De Hoek op de Muiderslotweg. Daarna heb ik gewerkt bij de Vrijwilligerscentrale. Toen ik daar weg moest, kwam ik bij het buurtsteunpunt Bij Bosshardt terecht van Het Leger Des Heils in de Bandoengstraat. Daar ben ik begonnen met het opzetten van een sociale kaart; ik ging op zoek naar allerlei maatschappelijke organisaties. Ik was de kaart begonnen omdat de stadsgidsen van de gemeente in handen waren van een ambtenaar die ieder jaar dezelfde koek opnieuw uithoestte. Nieuwe organisaties kregen geen schijn van kans om in de gids te komen. Ik vond het belangrijk om de sociale kaart breder op te zetten. Voor het gedeelte over de geestelijke gezondheidszorg, klopt ik aan bij Ton de Vries van de Cliëntenbond in de GGZ Kennemerland en Amstel- en Meerlanden, omdat hij goed op de hoogte was van alle dingen op GGZ-gebied. Hij zag dat ik het niet naar mijn zin had bij het buurtsteunpunt van het Leger des Heils. Ze vertelden mij daar dat ik geen kapsones moest hebben, ik werd niet gewaardeerd. Ton heeft geregeld dat mijn I/D-baan bij het Leger de Heils overgezet zou worden naar de Cliëntenbond. Het idee was dat we een InformatieSteunPunt zouden oprichten met behulp van die sociale kaart, waaruit de Vriendendienst voortkwam. Ik heb een half jaar voor een salaris van een reguliere baan kunnen werken , maar ik kon geen vast contract krijgen. Ik kwam weer terecht in een I/D-baan bij het ISP zelf en hielp mee met de doorontwikkeling van het Steunpunt. Mensen die problemen hebben kunnen bij ons terecht. Als we kunnen, dan helpen wij ze, maar een luisterend oor bieden we altijd. Zo proberen we vanuit onze eigen ervaringsdeskundigheid iets voor de mensen te betekenen.” “Voor mij was een I/D-baan een gewone baan. Ik was blij dat ik deze baan kon halen en kon houden. Ik voel me bij het ISP ook het meeste thuis. In principe was ook alles rondom een I/D-baan netjes
PMO Nieuwsbrief
6
Winter 2012
geregeld: mijn salaris kwam altijd netjes binnen, daar heb ik nooit een probleem mee gehad. Natuurlijk heb ik me wel verzet tegen het stopzetten van de subsidies voor I/D-banen. Ik heb deelgenomen aan een actiecomité waarmee we via een website hebben geprobeerd om de kwestie op de kaart te zetten bij de gemeente. Ze halen immers zo het hele sociale netwerk uit elkaar. In totaal ging het om 120 mensen met een I/Dbaan, daarvan zijn er nog veertig over, die nog geen andere baan hebben. Ik hoor bij die veertig, we zijn de laatste der Mohikanen. Op zich vind ik het een knappe prestatie dat er van de honderdtwintig mensen, tachtig mensen al een baan hebben. Dat heeft de wethouder goed aangepakt; hij heeft toch tweederde aan het werk gekregen. Maar voor de veertig overgebleven, waaronder ikzelf, hoop ik dat er een goede regeling komt.”
Minimumloon “Ik heb nog het verzoek gedaan om voor het minimumloon waarvoor ik werk, een subsidie binnen te halen zodat ik toch weer die rol van coördinator hier kan hebben. Nu loop ik hier af en toe als WW’er eigenlijk voor de gezelligheid binnen en dat is toch wat anders. Ik verwacht dat de gemeente wel inziet dat het ISP een belangrijke functie heeft en dat ze daarom misschien toch subsidie voor mijn salaris zullen geven. Dat hoop ik, zodat ik hier verder kan werken. Anders blijf ik in de WW zitten, waarschijnlijk een paar jaar en ga ik dan naar mijn pensioen toe. Een andere baan op mijn leeftijd zit er wellicht toch niet in. Het liefst wil ik bij het ISP kunnen doorgaan. Ik vraag niet veel, alleen het minimumloon. Voor hoeveel mensen staat het ISP wel niet klaar? De zwaarste gevallen die de hulpverlening laat liggen, krijgen wij juist.”
Martien Luijcks
Fotograaf Harry van Kesteren
PMO Nieuwsbrief
7
Winter 2012
De werkgever Eric Moesker is directeur van Vluchtelingenwerk Noordwestholland en vertelt dat hij vier werknemers met een I/D-baan in dienst had. De laatste werknemer is per 1 januari dit jaar gestopt. Moesker legt uit: “Twee van de vier mensen kwamen uit Zandvoort, de andere twee uit Haarlem. Zandvoort had al eerder besloten te stoppen met gesubsidieerde banen, zo’n drie tot vier jaar geleden. Ook de gemeente Haarlem had toen plannen om te stoppen, maar kwam er niet uit. Alle I/D’ers kregen onderzoeken van allerlei reintegratiebedrijven. De ene stopte, de andere overleed. De derde is vrijwilliger geworden, maar de vierde die sinds 1 januari is gestopt, bleef nog bij ons. Hij zat al 18 jaar bij ons en dan neem je niet zo makkelijk afscheid. Dat gold trouwens ook voor ons: alle taken die hij deed, wie pakt dat nu op? We hebben nog geprobeerd of we hem in dienst konden houden. Daarom werkte hij ook nog zo’n tijd bij ons, anders had hij veel eerder moeten stoppen. Helaas hebben we geen reguliere functie voor hem kunnen regelen. Daarom hebben we een opleiding voor hem geregeld. Toen kwam de crisis en konden we ook geen vervangend werk voor hem vinden, anders hadden we daar een oplossing in gevonden.” “Het idee achter de I/D-baan was: je werkt twee jaar bij een organisatie en dan moet je doorstromen naar ander werk, of je hebt werkervaring gekregen en gaat weer verder. Dat is in Haarlem nooit gebeurd: dat zijn vaste banen geworden. De laatste I/D’er die we hadden, is begonnen als vrijwilliger en kwam daarna in de voorloper van de I/D-baan. Hij begon als documentalist en deed PR. Hij verzamelde informatie over alle landen waar onze cliënten vandaan kwamen. Op een bepaald moment kreeg hij een bredere functie: hij organiseerde bijeenkomsten op Bevrijdingspop, werd voorlichter. Hij sprong overal bij. Nu is hij helemaal gestopt en dan merk je ineens dat hij hier niet meer werkt.” “Vier of vijf jaar geleden begon de gemeente al met het stopzetten van de subsidies. Toen moesten alle I/D-baners een onderzoek ondergaan bij re-integratiebedrijven. De werknemer die als laatste is gestopt, heeft drie onderzoeken gehad en ze wilden zelfs een vierde. Toen heb ik als werkgever gezegd: dat ga ik niet doen. We hadden al drie dossiers en ze kwamen niet met een oplossing. Ik heb hem toen een assessment gegeven en dit jaar ook een Hbo-opleiding voor CTM, Certified Team Manager. Een opleiding gericht op teammanagement. Hij had wel een diploma, maar wel eentje uit de jaren ’80. Als hij de Hbo-opleiding af heeft gerond, heeft hij een recent diploma en maakt hij misschien meer kans op werk.”
Toeleven naar eindbeslissing “Toen vorig jaar door de gemeente werd besloten om helemaal met de subsidies voor I/D-banen te stoppen, kregen wij en de laatste I/D’er van ons een brief. We leefden toe naar de eindbeslissing. Hij had gehoopt dat er iets binnen de organisatie was, maar daar ben ik altijd heel eerlijk in geweest: dat hadden we gewoon niet. Vorig jaar moesten we zelfs mensen ontslaan. De I/D-regeling stopte officieel al in 2004. De Rijksoverheid schafte toen de I/D-banen af en gemeentes mochten zelf bepalen in welk tempo ze de subsidies voor de banen wilden opheffen. We hebben het nog lang weten te rekken. Nu de gemeente Haarlem de subsidies intrekt, houdt het voor ons ook op.” “Waar het allemaal is misgegaan is dat de I/D-functie nooit goed is ingevuld. Iemand krijgt zo’n baan om na twee jaar betaald werk te krijgen maar het werd permanent werk. Ik vind dat de gemeente hierin gefaald heeft, maar het is wel heel dubbel. De regeling is nooit zo bedoeld geweest, maar het is ook landelijk gebeurd. Alle gemeentes hebben de functies gebruikt als een soort verkapte subsidie. Maar wij, de instellingen, hebben daar net zo hard aan meegewerkt. Ik vind dat de gemeente gefaald heeft op het gebied van het begeleiden en uitstromen van deze mensen. Zoals ik uitlegde heeft onze laatste I/D-werknemer onderzoeken bij drie re-integratiebedrijven gehad en als je zag wat ze hem uiteindelijk boden: dat was niets. Uiteindelijk heb ik als werkgever dat assessment en een opleiding geregeld. Ik voelde me daartoe ook wel verplicht. Je bent als werkgever verantwoordelijk om werknemers zo goed mogelijk te ondersteunen en begeleiden. Met I/D’ers heb ik dat nog eens extra omdat ik weet dat het niet makkelijk is voor hun om nu werk te vinden. Het merendeel komt in een uitkering terecht. Maar uitkering of gesubsidieerd: het komt allemaal uit hetzelfde potje. Daarom vind ik de stopzetting in die zin niet een verstandige keuze. “ “De begeleiding was te vrijblijvend. Het gaat om coachen en stimuleren. Als je meer dan 20 jaar I/D’er bent, dan ga je ook geloven dat dat je niveau is. Je moet gemotiveerd worden dat er meer in zit. Dat hebben we binnen de organisatie wel geprobeerd, maar het kwam niet vanuit de re-integratiebedrijven. Er is nooit een actieve stimulans geweest. Zo van: ik wil je iedere drie maanden zien om te kijken waar PMO Nieuwsbrief
8
Winter 2012
we staan en we na twee jaar kunnen afbouwen. Dat is niet gebeurd vanuit de gemeente, maar ook niet vanuit de organisaties. Iedereen vond het wel prima zo, totdat het potje wordt afgeschaft.”
Geen slechte regeling “Het is geen slechte regeling, mits je hem maar gebruikt waarvoor hij bedoeld is: dat mensen de kans krijgen om voor iets meer dan een uitkering, werkervaring op te doen. Maar dat moet je wel strakker leiden en je moet er niet onbeperkt mee doorgaan, uiteindelijk is daar niemand mee geholpen. Maar ik zie een soortgelijke regeling niet terugkomen, in ieder geval niet bij dit kabinet. Dat zegt gewoon: iedereen moet het zelf maar oplossen en het mag zo min mogelijk kosten. We waren natuurlijk ook wel een beetje gewend geraakt aan een samenleving waarin allemaal regelingen waren. Dus in de toekomst denk ik niet dat er wat komt.” “Ik heb geen contact meer gehad met de I/D-werknemer waar we sinds 1 januari afscheid van hebben genomen. Dat wilde hij ook zelf. Het was voor hem een grote overgang: als je twintig jaar bij ons werkt en nu niet meer. Ergens denk ik dat het goed is voor hem, na zo’n tijd. Ik heb altijd gezegd dat hij onder zijn niveau werkte. Nu moet hij. Ik hoop dat het hem gaat lukken ander werk te vinden.”
VOORAANKONDIGING WERKCONFERENTIE 5 APRIL 2012, thema: “Wat werkt?”
Platform Minima Organisaties
In 2013 worden verschillende veranderingen in de sociale zekerheid van kracht, waar veel mensen mee te maken gaan krijgen. Het PMO wil de gemeente Haarlem handvatten geven om hier een eigen invulling aan te geven. Datum: Locatie: Zaal open: Start programma: 17.00 uur: 18.00 uur: Toegang gratis
donderdag 5 april 2012 Stadsbibliotheek De Doelenzaal, Gasthuisstraat 32 12.30 uur, start met een lunch 13.30 uur drankje en hapje afsluiting
Voor meer informatie zie Colofon
PMO Nieuwsbrief
9
Winter 2012
Impressie werkconferentie 2010 “Meer kansen voor alleenstaande ouders”
Fotograaf Harry van Kesteren PMO Nieuwsbrief
10
Winter 2012
ADRESSENLIJST VAN DE BIJ HET PMO AANGESLOTEN ORGANISATIES: Algemene Ned. Bond Gehandicapten (ANGO) in de breedste zin des woords. T.a.v. Dhr. Auke Scholten Volhardingstraat 2 2032 SX Haarlem 023 551 06 30 of: 06 51 11 63 47 e-mail:
[email protected] Belangenbehartiging van gehandicapten
medicijninformatie. T.a.v. Dhr. Ton de Vries Volhardingstraat 2 2032 SX Haarlem 023 527 81 31 Dak- en thuislozenverbond NoordHolland (DTV) Belangenhartigingsorganisatie voor daken thuislozen. T.a.v. Dhr. Edo Paardekooper Overman Bakenessergracht 8-10 2011 JW Haarlem 023 531 18 69 e-mail:
[email protected]
Samenwerkende Ouderenbonden Haarlem (SOB) Belangenbehartiging van Ouderen. T.a.v. Dhr. Dames Klunder Prof. Van der Waalstraat 31 2014 ED Haarlem 023 542 50 18 e-mail:
[email protected]
FNV-Lokaal Haarlem Onderzoek, bemiddeling en begeleiding voor uitkeringsgerechtigden en ouderen. T.a.v. Dhr. Frits de Vries Surinameweg 8, tel. 023 545 23 18 of: 023 537 59 57 2035 VA Haarlem e-mail:
[email protected]
Commissie Arme kant Haarlem Noord (CAHN) Oecumenische werkgroep die armoede in Haarlem-Noord zichtbaar maakt en directe hulp biedt aan minima. T.a.v. Dhr. Nanne Wams Zaanenstraat 123 rood 2022 CN Haarlem 023 537 42 08 e-mail:
[email protected]
InformatieSteunPunt in de 1e lijn geestelijke gezondheidszorg (ISP) Advies, een luisterend oor bij het zoeken naar oplossingen voor problemen op geestelijke gezondheid, sociaal- psychisch of maatschappelijk gebied. Voorlichting over ontwikkelingen in de GGZ. T.a.v. Dhr. Ton de Vries Volhardingstraat 2 2032 SX Haarlem 023 534 22 06 e-mail:
[email protected]
CNV Anders Actieven, afdeling Haarlem e.o. Voor een ieder die hulp en advies nodig heeft voor het verkrijgen van een uitkering en toegang wil krijgen op de arbeidsmarkt: samen voor elkaar. T.a.v. Dhr. Ruut Eldering Solidarnoscstraat 73 2033 BW Haarlem 023 526 15 67 of 06 13 26 05 32 e-mail:
[email protected] 2033 BW Haarlem Tel. 023 526 15 67 of 06 13 26 05 32 e-mail:
[email protected]
Haarlems MigrantenPlatform Belangenbehartiging en vertegenwoordiging van migrantenzelforganisaties op bestuurlijk, organisatorisch en praktisch gebied. P/a. Lange Herenvest 122 2011 BX Haarlem 06 27 35 65 91 e-mail: haarlemsmigrantenplatform@gmail. com
Cliëntenbond Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ regio KAM) Belangenbehartiging van mensen met geestelijke problemen hebbende, of gehad, lotgenotencontact, thema- en inloopbijeenkomsten, rechtspositie en
SStg. Miss Minima Belangenbehartiging, advies, begeleiding en ondersteuning voor vrouwen die van een minimumuitkering moeten bestaan. PMO Nieuwsbrief
11
Winter 2012
Mw. C. Zwanenberg Volhardingstraat 2 2032 SX Haarlem 023 53411 95 Stem in de Stad/Voedselbank Meldpunt voor mensen met een inkomen ver onder het minimum. Criteria voor het aanvragen van een voedselpakket en informatie over de adressen van verdeelpunten. Mw. Petra de Vries Nieuwe Groenmarkt 22 2011 TW Haarlem 023 534 28 91 e-mail:
[email protected]
Stg. Werkverband Emancipatie en Belangenbehartiging (’t WEB) Belangenbehartiging van en advies aan lichamelijk gehandicapten in ZuidKennemerland. T.a.v. Dhr. Fons Hoenderdos Zijlweg 1 2013 DA Haarlem 023 531 18 34
Steunpunt Arbeidsongeschikten (SAO) Informatie, advies en begeleiding rond uitkeringen en situaties van uitkeringsgerechtigden. T.a.v. Dhr. Bé Wildeboer Volhardingstraat 2 2032 SX Haarlem 023 551 06 30
Colofon: Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Platform Minima Organisaties Bezoekadres: Volhardingstraat 2, 2032 SX Haarlem tel. nr: 023 534 11 95 of mobiel: 06 455 363 54 Postadres: Postbus 400, 2000 AK Haarlem E-mailadres:
[email protected] www.pmo-online.nl
Stg. Release Hulpverlening, informatie en advies voor dak- en thuislozen, mensen met huisvestingsproblemen en uitkeringsgerechtigden. T.a.v. Dhr. Harp Tetterode Gasthuisvest 47 A 2011 EV Haarlem 023 531 34 28 e-mail:
[email protected]
Coördinator: Clazina Zwanenberg Bereikbaar: dinsdag, woensdag en vrijdag van 10.00 – 16.00 uur
Stg. Vluchtelingenwerk Noord-West Holland, lokatie Haarlem Sociaal-maatschappelijk en juridische begeleiding van vluchtelingen en asielzoekers. T.a.v. Dhr. Eric Moesker 2035 LV Surinameweg 2 Haarlem 023 531 30 20 e-mail:
[email protected]
Interviews en foto’s: Ellen van Ruiten, Stichting Roads Vormgeving en opmaak: Richard Metzelaar Print & Pixels Haarlem
Weerwerk (Interkerkelijke Taakgroep Arbeid/ armoede) Belangenbehartiging en stimulans voor zelfhulporganisaties en projecten voormensen met een minimum inkomen. T.a.v. Dhr. Cees Stol Lorentzkade 192 2014 CE Haarlem 023 524 62 70
Redactie: Koos Pelsser en Clazina Zwanenberg
PMO Nieuwsbrief
12
Winter 2012