MI NIMAAL Platform Minima Organisaties Haarlem e.o. nieuwsbrief
december 2005
Er is veel te doen in 2006 PMO Nieuwsbrief
1
december 2005
‘Dossier Armoede in Nederland’ 2005 Na tijden van economische voorspoed in de jaren negentig heeft Nederland sinds enkele jaren te maken met een recessie. Ook al is Nederland nog steeds een van de rijkste landen ter wereld, de werkloosheid blijft de laatste jaren hoog, met name onder laagopgeleiden. Daarbij doet zich een opmerkelijk fenomeen voor: wie al weinig heeft, moet het meest inleveren. Dezelfde mensen mochten van de vette jaren niet in dezelfde mate meegenieten als mensen met een bovenmodaal inkomen.
A rmoede heeft vele gezichten, ook in Nederland. Schrijnend zichtbaar zijn de ontheemden en verwarden die we vaak op straten van grotere steden tegenkomen. Soms ervaren wij hun aanwezigheid als overlast. Even schrijnend maar veel minder zichtbaar is de stille armoede. Voor velen blijft deze onopgemerkt, ze speelt zich af achter de voordeuren van mensen in alle delen van Nederland die er op het eerste gezicht vaak niet arm uitzien. Het is de armoede van ouderen die met niet meer dan een AOW moeten rondkomen. De armoede van uitkeringsgerechtigden die een verschraling van de voorzieningen moeten meemaken. De armoede van mensen die het niet lukt ondanks hun ploeteren in verschillende baantjes er langdurig financieel beter van te worden. Eén ingrijpende gebeurtenis, zoals een ongeval of het overlijden van een familielid, kan mensen die jarenlang op het bestaansmini-
mum leven, over de rand heen duwen. De groeiende schuldenproblematiek laat vermoeden dat dit steeds vaker voorkomt. Voor deze groep armen heeft het terugtrekken van de overheid bijzonder grote gevolgen. En ook is er de armoede van vluchtelingen die geen recht hebben op voorzieningen van de overheid. Deze groep is volledig afhankelijk van de hulp van privépersonen, particuliere stichtingen en kerken.
V
oor de vele vormen van armoede bestaan veelvoudige oorzaken. Soms zijn deze in de individuele sfeer te vinden of is er sprake van persoonlijk falen. Soms is het moeilijk voorstelbaar hoeveel pech en magere kansen een mens kan hebben. Vaak echter spelen politieke en economische keuzes een rol. De vorm die wij aan de samenleving geven, maakt dat sommige mensen structureel een hoger risico op armoede hebben. Zo zijn vrouwen en migrantengezinnen oververtegenwoordigd in de groep stille armen. In dit dossier willen wij u meenemen naar de verschillende oorzaken van armoede. Staat armoede op de publieke agenda van dit moment? Initiatieven van noodhulp zoals voedselbanken halen de laatste tijd regelmatig de publiciteit. Anderzijds ontbreekt grotendeels een debat over de achtergronden en oorzaken van armoede. Op de agenda van kerken is armoede weer iets vaker te vinden. Dit heeft te maken
PMO Nieuwsbrief
2
december 2005
met een groeiende directe confrontatie met de problematiek. Een recent onderzoek van de Protestantse Kerken in Nederland laat zien dat het beroep op financiële hulp vanuit diaconieën de laatste jaren snel toeneemt. Voor kerken is dit een teken aan de wand. Zij zien een direct verband met het sociale zekerheidsbeleid van de overheid. Ook dit debat kan vanuit de kerken met meer nadruk gevoerd worden. Wie als vrijwilliger, bestuurder, als lid van een wijkgemeente of parochie of als ervaringsdeskundige te maken heeft met armoede, vindt hier kort samengevat relevante informatie over de verschillende aspecten van armoede. Wij hebben gepoogd om tot een afgewogen mengeling van de realiteit van cijfers en de geleefde werkelijkheid van mensen te komen.
W ie op zoek is naar meer uitgebreide informatie, naar achtergronden of wie meer wil weten over een specifiek aspect van armoede, wijzen we op de literatuurverwijzingen na elk hoofdstuk en op de algemene literatuurlijst in de bijlage. Actueel cijfermateriaal over armoede is in schriftelijke publicaties maar ten dele te vinden. Waar mogelijk hebben we de meest actuele cijfers vermeld. Rapporten van onderzoeksbureaus en overheidsinstanties worden in verband met de duur van sociaalwetenschappelijk onderzoek doorgaans met een vertraging van één à twee jaar gepubliceerd. Voor recente cijfers verwijzen we daarom dikwijls
Stichting
Miss Minima
naar relevante websites waar u nog actuelere informatie kunt vinden.
O
nze hartelijke dank willen we uitspreken aan allen die op uiteenlopende wijze hebben meegewerkt aan dit dossier. Zonder de ervaringen met armoede die velen met ons deelden,zonder het kritisch commentaar op de concepttekst en zonder diegenen die zelf in de pen klommen om enkele specifieke hoofdstukken te schrijven,zou dit dossier niet tot stand zijn gekomen. Wij hopen u met dit dossier materiaal te kunnen bieden dat u in staat stelt om zelf een mening te vormen over verarming en verrijking in Nederland. Wij willen u feiten en ervaringen aanreiken om zelf argumenten te formuleren voor een debat dat niet van de politieke en kerkelijke agenda mag verdwijnen. Graag willen wij u met dit dossier aanmoedigen om in gesprek te gaan en te blijven. Zolang mensen die in de marge gedrukt worden in gesprek blijven met die mensen die kunnen profiteren van ons sociaaleconomische systeem, kunnen wij bijdragen aan een samenleving waar onderlinge solidariteit en de waardigheid van iedereen waarden blijven die ons ter harte gaan. Bron: werkgroep De Arme Kant van Nederland / EVA, Evelyn Schwarz
Stichting Miss Minima is een organisatie van vrijwilligers, opgericht in 1980, met de volgende doelstellingen: het bevorderen van de economische onafhankelijkheid, de zelfredzaamheid en het behartigen van belangen van mensen, voornamelijk vrouwen, die leven van een minimuminkomen. In de praktijk biedt zij persoonlijke hulp, advies en juridische begeleiding aan vrouwen die aanspraak kunnen maken op een uitkering.
De jaren 2004-2005: Stonden in het teken van: het op orde brengen van de eigen organisatie, de werving van meer vrijwilligers en de verhuizing. Ook werd er een nieuw bestuur samengesteld, te weten: mw. Bernadette Meertens; mw. Paula Rietveld en dhr. Frits Rohling.
Ook vond er een verdrievoudiging van het aantal hulpvragen plaats. Door de spreekuren kwamen er diverse onderwerpen naar voren waaruit een contactgroep is ontstaan. Deze is gestart op 15 september jl. en werkt aan de hand van thema’s: o.a. rondkomen met een minimumuitkering; sociale contacten; werk; dagbesteding; toekomstperspectief. De bijeenkomsten worden mede begeleid door de coördinator van het PMO en vinden maandelijks plaats in de locatie van het Basishuis. Tijdens de eerste bijeenkomsten was er veel herkenning in elkaars situatie en werd het duidelijk niet de enige te zijn die van een minimumuitkering moet rondkomen. Joke de Groot, coördinator Stichting Miss Minima
Miss Minima was en is een kritisch volger van de ontwikkelingen van nieuwe wetgevingen. De samenwerking met andere maatschappelijke organisaties in Haarlem werd geïntensiveerd. Mede daaruit kwam de voorbereiding van nieuwe activiteiten voort: klanten kunnen zich via Miss Minima laten inschrijven om in aanmerking te komen voor de Voedselbank. Er wordt van overheidswege veel gedaan om mensen te laten geloven dat een kleine groep mensen een uitkering heeft, dat deze tijdelijk is en dat armoede niet bestaat. Terwijl de grens van armoede steeds meer mensen bereikt en niet alleen de mensen in de uitkering, maar ook die met een minimumloon of iets daarboven.
www.armekant-eva.nl PMO Nieuwsbrief
3
december 2005
Volhardingstraat 2, 2032 SX Haarlem Maandag, donderdag en vrijdag, spreekuur van 10.00 tot 15.00 uur Telefonisch bereikbaar: 023 - 531 60 78 e-mail:
[email protected].
Even voorstellen:
Clazina Zwanenberg Sinds 1 juli jl. heeft het Platform Minima Organisaties (PMO) een nieuwe coördinator: Clazina Zwanenberg. Geboren en getogen in Oss, Noord-Brabant, in een groot katholiek gezin. Ze woont reeds 25 jaar in Haarlem, waar ze haar draai gevonden heeft. Door haar uitgebreide werkervaring, in diverse sectoren opgedaan, heeft zij een goed zicht op de sociale kaart van de stad verkregen. Clazina was onder andere actief in de politiek en in de werkgroep Internationale Vrouwendag, 8maart. Ze maakt, als saxofoniste, onderdeel uit van het Haarlems Straatorkest en het zou best kunnen dat u haar kleurrijke verschijning gezien heeft gezien tijdens een optreden ter ondersteuning van activiteiten in de stad. We leggen haar een aantal vragen voor zodat u zich een beeld kunt vormen van wie zij is, wat haar beweegt en waar ze heen wil.
Heb je zelf wel eens in een minimumsituatie gezeten? ‘Mijn vader had een kleine kwekerij en hoveniersbedrijf. Dat was seizoensgebonden werk en daardoor was er regelmatig gewoon geen geld. Als ik op vrijdag het boodschappenboekje naar de kruidenier moest brengen, hoopte ik maar de eigenaresse niet tegen het lijf te lopen, want ik wist al precies wat ze dan zou vragen: “Clazientje, wil je je vader vragen of hij weer eens wat van de openstaande rekening wil betalen?” Dan wist ik niet hoe snel ik de winkel uit moest rennen’.
school een Hongaars vluchtelingengezin ondergebracht. Ik vond het verschrikkelijk om te bedenken dat die mensen door de onderdrukking in hun land, hun huis en familie moesten verlaten en zich in een voor hen vreemd land moesten vestigen. De taal niet spreken, niemand kennen: het leek me vreselijk!’
Heb je de laatste tijd zelf nog ervaring opgedaan met armoede? ‘Ik heb de laatste 8 jaar een eigen bedrijf gehad: Code Promotion, een boekingsbureau voor multiculturele muziek- en dansgroepen. Ik boekte voor bedrijfsfeesten, festivals en diverse theaterpodia. Door de economische neergang werd er bij bedrijven steeds minder geld uitgetrokken voor ‘leuke’ dingen zoals muziek gezien wordt. Ik heb het een tijd moeten doen met een inkomen ver onder het minimumloon. Dus ik weet wat het is om in deze tijd arm te zijn’. Wat heb je met vluchtelingen? ‘Toen ik tien jaar oud was, werd er in een huis tegenover mijn lagere
PMO Nieuwsbrief
4
december 2005
Hoe ben je bij het Platform terechtgekomen? ‘Door iets wat ik heel goed kan, namelijk netwerken. Contacten leggen en onderhouden, op mensen afstappen en een gesprek aanknopen. De naam van de persoon en de inhoud van het gesprek onthouden. Regelmatig komt me dat goed van pas. Er wordt soms gewichtig gedaan over netwerken, maar het betekent gewoon dat je een gezonde nieuwsgierigheid hebt naar mensen en hun beweegredenen’. Hoe bevalt je werk tot nu toe? ‘Ik ben enthousiast aan het werk gegaan en dat is tot op heden nog zo. Tijdens mijn inwerkperiode heb ik kennisgemaakt met de vele (meestal vrijwillige) medewerkenden van de bij het PMO aangesloten organisaties en hun werkzaamheden. Ik heb ontdekt dat ik met mijn opleiding en werkervaring veel kwaliteiten heb ontwikkeld die me in dit werk van pas kunnen komen. Als gezinsverzorgster werkte ik met mensen van diverse gezindten, als groepsleidster voor mensen met een verstandelijke handicap. Om vervolgens als consulente bij de Vrouw en Werkwinkel
Van alles werd ondernomen om de werklozen zinvolle tijdsbesteding te bezorgen, bijvoorbeeld een cursus droogzwemmen die door het Werkliedenverbond Tilburg in 1936 werd georganiseerd.
Zwemmen Reïntegratie of sociale activering? (bron: ‘Memoriale’ Katholieke leven in Nederland in de twintigste eeuw, Gem. archief Tilburg, samengesteld door Herman Pijfers & Jan Roes)
weer nieuwe ervaringen op te doen, door het werken met herintredende vrouwen of vrouwen met een Bijstands- WAO-uitkering. Ik vind het van groot belang de landelijke politiek goed te volgen. Om vervolgens kritisch te bekijken welk beleid de gemeente Haarlem ontwikkelt voor mensen met een minimaal inkomen. Voor sommige zaken kan ik goed terecht bij collega-instellingen en hoef niet voor alles zelf het garen uit te vinden. En als het moet, zal ik dat met
enthousiasme en creativiteit doen’.
Hoe zie je je rol als coördinator en wat wil je bereiken bij het PMO? ‘Ik zie het Platform als een soort maizena. Als coördinator wil ik dat bindmiddel graag zijn, tussen de organisaties en de mensen om wie het daadwerkelijk gaat. Daar waar nodig is ondersteuning bieden. Met wederzijds respect en vertrouwen en een goede communicatie, samenwerking zoeken.
Want er is nog genoeg te doen o.a. de ontwikkelingen rondom de Voedselbank; steeds meer allochtonen en ouderen zitten op de armoedegrens; meer dak- en thuislozen in Haarlem; de nieuwe reïntegratieregelingen en de ontwikkelingen van het nieuwe zorgstelsel. Kortom, ik wil mijn steen bijdragen om de bewustwording van de armoedeproblematiek te bewerkstelligen. Haarlem, december 2005 Ruud Mol
PMO Nieuwsbrief
5
december 2005
pmo-online
N I E U W S BERICHTEN
Literatuurlijst ‘Machiavelli en de Minima’. november 2005
O
ver invloed, inspraak en ideeën. Of: hoe je meedenkt en meepraat over het lokale armoedebeleid. Beide boeken zijn uitgaven van de Werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA.
‘Kleur in de Armoede’ met vallen en opstaan - maart 2004
ven werken aan concrete oplossingen dicht bij huis in samenspraak met mensen die het direct aangaat: de mensen met de laagste inkomens en de mensen met de betere inkomens die anderen iets meer ruimte zouden kunnen geven? Uit wat gelukt is en mislukt is, zijn lessen getrokken die een goede basis vormen voor verbreding van het maatschappelijk debat over verkleuring in de armoede. Door Mieke de Wit en Joke van der Zwaard.
heidsrapporten en wetenschappelijke artikelen rond belangrijke facetten van armoede, zoals politieke en ‘individuele’ oorzaken van armoede, werk en werkloosheid, onbetaalde (zorg)arbeid, gezondheidszorg, onderwijs, wonen, schuldenproblematiek, landbouw en ouderen. Daarnaast bevat het ervaringsverhalen en verwijzingen om verder te lezen.
O nder de titel ‘De Strijd gaat lokaal’ heeft de Sociale Alliantie een boek samengesteld met twintig goede voorbeelden van lokale anti-armoedeprojecten. Aan de hand van interviews met betrokkenen wordt een beeld geschetst van de verschillende mogelijkheden om het heft in eigen handen te nemen. Het boek kan besteld worden door 12.50 euro over te maken op postbanknummer: 239 249 t.n.v. Sjakuus o.v.v.‘ De strijd gaat lokaal’.
‘Dossier Armoede in Nederland’ - augustus 2005
D
I
nterculturalisering van antiarmoedebeleid en -beweging is een proces van vallen en opstaan. Sjakuus (inmiddels Cliëntenparticipatie Clip) en de Sociale Alliantie zijn in 2001 aan dit proces begonnen, samen met een aantal lokale cliëntenraden. Hoe is gewerkt, wat is geleerd en hoe kunnen we verder? Hoe kunnen we blij-
I
In januari 2006 wordt de nieuwe website van het Platform Minima Organisaties Haarlem e.o. gelanceerd onder de naam: www.pmo-online.nl Als u beschikt over een internetaansluiting zijn de op onderstaande websites misschien interessant voor u: www.stichtingclip.nl www.armekant-eva.nl
N
M
it driejaarlijks verschijnende dossier geeft een korte en krachtige inleiding op de kernthema’s van de anti-armoedebeweging. Het compacte naslagwerk biedt een goed leesbare samenvatting van over-
E
M
O
Kijk,
Bovenstaande boeken zijn te bestellen bij het Platform Minima Organisaties
R
I
A
wat een schitterend decor. Goudgele herfstlanen, hemelsblauwe lucht en bomen die in brand staan.
in Bombay? En opstandige gevangenen, stond dat niet in een krantenbericht over Guatamala? Hermetisch gesloten deuren, dat speelde toch in een gevangenis in de V.S. Of was het Rusland?
Alleen, die zwartgeblakerde hoek op de foto van het gevangenisterrein. Gelukkig dat er geen geluid bij is.
Elf mensen, zonder pardon opgesloten achter een metalen deur. Wat is precies terreur?
Golfplaten daken – zagen we die niet in een documentaire over sloppenwijken
©Frouwkje Zwanenburg, Stadsdichteres van Gouda 17-11-2005
PMO Nieuwsbrief
6
december 2005
M
Adressen van de bij het PMO aangesloten organisaties
Algemene Ned. Bond Gehandicapten Organisatie (ANGO) Belangenbehartiging van gehandicapten in de breedste zin des woords. T.a.v. dhr. Auke Scholten Volhardingstraat 2 2032 SX Haarlem 023 551 06 30 Commissie Armoede Haarlem Noord (CAHN) Oecumenische werkgroep die armoede in Haarlem-Noord zichtbaar maakt en directe hulp biedt aan minima. T.a.v. mw. Jon Valkenier Secretariaat Willem Klooslaan 33 H 2024 JP Haarlem 023 526 05 34 Anders Actieven afdeling Haarlem e.o. CNV Voor eenieder die hulp en advies nodig heeft voor het verkrijgen van een uitkering en toegang wil krijgen op de arbeidsmarkt: samen voor elkaar. T.a.v. dhr. Roel Hein Pijnboomstraat 21 2023 VN Haarlem 023 527 81 31 Cliëntenbond Geestelijke Gezondsheidszorg (GGZ) Belangenbehartiging van mensen met geestelijke problemen hebbende, of gehad, lotgenotencontact, thema- en inloopbijeenkomsten, rechtspositie en medicijninformatie. T.a.v. dhr. Ton de Vries Volhardingstraat 2 2032 SX Haarlem 023 527 81 31 Dak- en thuislozenverbond NoordHolland (DTV) Belangenbehartigingsorganisatie voor daken thuislozen. T.a.v. dhr. Han Kuijkhoven Bakenessergracht 8-10 2011 JW Haarlem 023 551 67 64 Werkgroep Uitkeringsgerechtigden en Ouderen (FNV/UGO) Onderzoek, bemiddeling en begeleiding voor uitkeringsgerechtigden en ouderen. T.a.v. dhr. Frits de Vries Surinameweg 8 2035 VA Haarlem 023 545 23 16
Informatiesteunpunt geestelijke gezondheidszorg (ISP) Advies, een luisterend oor bij het zoeken naar oplossingen voor problemen op sociaal-psychisch of maatschappelijk gebied. Voorlichting over ontwikkelingen in de GGZ. T.a.v. dhr. Martien Luijcks Volhardingstraat 2 2032 SX Haarlem 023 534 22 06 Migrantenplatform Haarlem Belangenbehartiging en vertegenwoordiging van migrantenzelforganisaties op bestuurlijk, organisatorisch en praktisch gebied. T.a.v. mw. Joyce Jacobsz p/a Lange Herenvest 122 2011 BX Haarlem 023 533 45 46 St. Miss Minima Belangenbehartiging, advies, begeleiding en ondersteuning voor vrouwen die van een minimumuitkering moeten bestaan. T.a.v. mw. Joke de Groot Volhardingstraat 2 2032 SX Haarlem 023 534 60 78 Samenwerkende Ouderenbonden Haarlem (SOB) Katholieke- Protestants Christelijke- en Algemene Bond voor ouderen. Belangenbehartiging, advies en participatie voor Haarlemse ouderen. T.a.v. dhr. Bert Willemstein Dever 9 2036 HJ Haarlem 023 533 68 87 Stem in de Stad/Voedselbank Meldpunt voor mensen met een inkomen ver onder het minimum. Criteria voor het aanvragen van een pakket, en informatie over de adressen van verdeelpunten. T.a.v. mw. Anneke Abma Nieuwe Groenmarkt 10 2011 TW Haarlem 023 534 28 91 Steunpunt Arbeidsongeschikten (SAO) Informatie, advies en begeleiding rond uitkeringen en situaties van uitkeringsgerechtigden T.a.v. dhr. Bé Wildeboer Volhardingstraat 2 2032 SC Haarlem 023 551 06 30 PMO Nieuwsbrief
7
december 2005
ADRESSEN L I J S T
St. Release Hulpverlening, informatie en advies voor dak- en thuislozen, mensen met huisvestingsproblemen en uitkeringsgerechtigden T.a.v. dhr. Harp Tetterode Gasthuisvest 47 A 2011 EV Haarlem 023 531 34 28 St. Vluchtelingenwerk Haarlem (SVH) Sociaal-maatschappelijk en juridische begeleiding van vluchtelingen en asielzoekers. T.a.v. dhr. Ab Smits Hagestraat 12 A 2011 CV Haarlem 023 531 30 20 Ver. Ruilhandelsysteem (RSH) Goederen- en dienstenruilsysteem met gesloten beurs, op basis van wederkerigheid. T.a.v. dhr. Remko Trompetter Volhardingstraat 2 2032 SX Haarlem 023 525 05 21 St. Weerwerk (Interkerkelijke Taakgroep Arbeid/armoede) Belangenbehartiging en stimulans voor zelfhulporganisaties en projecten voor minima. T.a.v. Dhr. Cees Stol Lorentzkade 192 2014 CE Haarlem St. Werkverband Emancipatie en Belangenbehartiging (’t WEB) Belangenbehartiging van en advies aan lichamelijk gehandicapten in ZuidKennmerland. T.a.v. dhr. Fons Hoenderdos Zijlweg 1 2013 DA Haarlem 023 531 18 34
Uit: E-Quality Matters 6, december 2005, jaargang 7 (zie voor meer informatie: www.e-quality.nl)
Discriminatie in reïntegratie Door Fatofl Ipek-Demir, beleidsmedewerker E-Quality
Over de reïntegratiepraktijk uit de WAO van hoog opgeleide zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen (zmv-vrouwen) is weinig bekend. Reden voor E-Quality om te laten onderzoeken hoe het gaat.
N aast zmv-vrouwen heeft E-Quality ook reïntegratieconsulenten laten interviewen. Deze noemen drie redenen waarom de reïntegratiepraktijk voor hoog opgeleide zmv-vrouwen niet soepel verloopt: • de cliënt voldoet niet aan het ideale beeld dat consulenten over cliënten hebben; • de sociale omgeving van hoog opgeleide zmv-vrouwen speelt een belemmerende rol; • de arbeidsmarkt is ontoegankelijk door vooroordelen en zelfs discriminatie. Reïntegratieconsulenten zien een ideale cliënt als iemand die gemoti-
veerd is en zich verantwoordelijk voelt voor haar of zijn eigen traject. Hoger opgeleide zmv-vrouwen ervaren zij als zelfstandig, analytisch en eigenwijs. Hierdoor hebben zij een andere oriëntatie op de arbeidsmarkt dan lager opgeleiden. Zij zijn te kritisch, willen niet onder hun niveau werken en worden daarom als inflexibel beschouwd. De sociale omgeving is volgens reïntegratieconsulenten een andere invloedrijke factor bij reïntegratie. Zij kan zowel stimulerend als belemmerend zijn. Consulenten leggen hierbij de nadruk op de tegenwerkende (mannelijke) omgeving bij zmv-vrouwen.
T
en slotte noemen reïntegratieconsulenten de vooroordelen van werkgevers en negatieve beeldvorming ten aanzien van zmv-cliënten als belemmerende factor. Er zou volgens consulenten zelfs sprake zijn van discriminatie van zmv-cliënten door werkgevers.
Ideale plaatje Hoewel consulenten dit gedrag van werkgevers negatief beoordelen, blijkt dat zij zelf ook geneigd zijn om ‘etniciteit’ als verklarende factor te hanteren. Zowel als zmv-cliënten niet overeenkomen met hun ideaalbeeld van een cliënt, als wanneer hun omgeving niet stimulerend optreedt, schrijven zij dit toe aan etniciteit.
A ignes Meershoek van de Universiteit Maastricht reageert als volgt: “Rekening houden met culturele verschillen in de reïntegratiebegeleiding is ingewikkeld. Door de cultuur centraal te stellen, bestaat het risico dat consulenten, net als werkgevers, zmv-vrouwen vanuit een stereotiep beeld van 'de andere cultuur' gaan benaderen. Problemen en gedrag worden vervolgens verklaard met behulp van een veronderstelde eenduidige (afwijkende) 'cultuur'. Cultuur is echter veel grilliger, het is geen vaststaand gegeven of een soort eigenschap van mensen. Door problemen te duiden in termen van cultuur of etniciteit, wordt het zicht op de specifieke situatie van een individuele cliënt en diens problemen ontnomen. De begeleiding wordt daardoor moeilijk, omdat die juist moet aansluiten op het specifieke van een individuele cliënt.” Meer informatie over de reïntegratiepraktijk van hoog opgeleide zmv-vrouwen is te vinden in de gelijknamige factsheet die binnenkort bij E-Quality verschijnt.
PMO Nieuwsbrief
8
december 2005