Be mid d e lin g
Nieuwsbrief 7, wi nter 2006
Dorien Scheerhout, directeur Stichting Nederlandse Archeologie
Erfgoed in 2007: “We hebben ook na Malta nog veel zendingswerk te doen”
P a y - r o l l d i e n s t
zoeken en vinden
Er gebeurt veel in erfgoedminnend en -beherend Nederland. Zo zal eind november officieel besloten worden of de SNA in 2007 zal fuseren met de koepelorganisaties voor monumenten en archieven (NCM en DIVA) en de Stichting
Deta cher en
Ui tz e nd en
Werving en Selectie
Erfgoed Actueel. Dit zal dan resulteren in de nieuwe stichting Erfgoed Nederland. “We kunnen hiermee als gehele erfgoedsector een veel krachtiger geluid laten horen, maar daarnaast ook sectorspecifiek de archeologie blijven positioneren.” We spraken met directeur Dorien Scheerhout, over de rol van de SNA nu en in de toekomst. In het monumentale pand aan de Herengracht zijn de voorbereidingen voor de Reuvensdagen nog in volle gang. Maar dat zijn ze eigenlijk altijd want de locaties worden al twee jaar van te voren uitgezocht. “We zitten in ieder geval niet verlegen om gastgemeenten. Gemeenten vinden dit altijd een mooie kans om zich te profileren en daarbij: 500 tot 700 archeologen extra in je stad heeft ook zijn economische voordelen.” De SNA organiseert als zelfstandig bureau de Reuvens dagen nu al bijna tien jaar. Daarvoor werd het uitbesteed. Het is dan ook een evenement dat goed past bij de missie van de koepelorganisatie voor archeologie: “Het zo optimaal mogelijk positioneren van het archeo logisch erfgoed als onderdeel van de cultuurhistorie. De Reuvensdagen zijn bijvoorbeeld een hele goede moge lijkheid de archeologie onder de aandacht te brengen bij de lokale politiek. Zo hielp dit in Zeeland indertijd mee in de aanloop naar een ‘gedeelde’ archeoloog voor de gemeenten van Walcheren. Maar de Reuvensdagen zijn vooral ook een ontmoetingsplaats voor archeologen; een plaats waar kennis uitgewisseld wordt en waar zaken gedaan worden. We proberen hiermee het veld bij elkaar te houden door ‘voor elk wat wils’ te bieden vanuit een interdisciplinaire en ook internationale context. De archeologiesector is weliswaar niet groot, maar zo divers dat het belangrijk is om globaal op de hoogte te blijven van elkaars vakgebieden.” Praktijk Wat de meesten onder ons niet zien, is het werk achter de schermen. Meest recente wapenfeit voor de SNA is wel de nieuwe monumentenwet geweest. “Na een lange weg is Malta eindelijk door de Tweede Kamer. Daar
hebben we ons echt hard voor gemaakt. Het was voor de archeologie zo belangrijk dat die wet er eindelijk kwam. En dat hebben we op een gegeven moment ook duidelijk gemaakt naar de kamer en de staatssecretaris. Wetten worden achter het bureau gemaakt maar als SNA kunnen we aangeven hoe het er in de praktijk aan toe gaat en waar de knelpunten zitten. Bijvoorbeeld rond de PvE’s en de rol van het bevoegd gezag. Ook al is de wet nu nog niet perfect, het is belangrijk dat er een einde komt aan het interim-beleid. We zullen de wet natuurlijk blijven evalueren. Na Malta begint het eigenlijk pas.” Meerwaarde De SNA fungeert zo als een spreekbuis van het veld naar buiten. Daarom worden, naast de Reuvensdagen, diverse bijeenkomsten en symposia over uiteenlopende onderwerpen georganiseerd. “Zo weten we hoe er in het veld over bepaalde zaken gedacht wordt. En dat brengen we weer naar buiten, bijvoorbeeld naar de overheid en de politiek.” Naast positionering van de archeologie zet de SNA zich in voor de kwaliteit. De stichting faciliteerde als onafhankelijke organisatie het overleg tussen het veld en het ministerie aangaande de erkenningsregeling voor toelating tot de markt en de AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur). Dit moet een concreet en werkbaar kwaliteitssysteem opleveren. De stichting probeert daarbij de ethische discussie levendig te houden in een branche die balanceert tussen commercialiteit en wetenschaps-beoefening. “Afgelopen maart hebben we een bijeenkomst georganiseerd over archeologie en ethiek. Dat was zo’n succes dat we in december weer een bijeenkomst hieraan wijden. Lees verder op pagina 3
In de Nederlandse archeologie van de laatste jaren is er veel aandacht voor Malta geweest. Het is dan ook interessant te zien hoeveel invloed de nieuwe monumentenwet heeft op het doen en laten van archeologen. Dat geldt zowel voor het maken van beleid, voor het werk in het veld, als voor het ontstaan van een nieuw ‘soort’ archeologische bedrijven, zoals de dochterondernemingen van ingenieursbureaus ook wel worden genoemd. Gaat het er daar nu zo anders aan toe dan in de meer traditionele archeologische bedrijven? Het antwoord op die vraag kunt u lezen in een drieluik van bureaus als de Grontmij, Arcadis en Oranjewoud. Juist interessant om tijdens de Reuvensdagen Dorien Scheerhout aan het woord te laten. Zij laat in het openingsartikel van deze krant zien hoe en op welke wijze de SNA betrokken is geweest bij verschillende van de nieuwe ontwikkelingen, waaronder de totstandkoming van de nieuwe wet. Ook de SNA zelf wordt geconfronteerd met de consequenties van een meer integrale visie op erfgoed, want, zo blijkt, de organisatie gaat per 2007 op in de stichting Erfgoed Nederland. Een goede stap geeft Dorien aan, “We kunnen hiermee als gehele erfgoedsector een veel krachtiger geluid laten horen, maar daarnaast ook sectorspecifiek de archeologie blijven positioneren.” Dat de archeologiesector zich ontwikkelt en steeds verder professionaliseert wordt ook zichtbaar in voorzichtige gesprekken over een branchebrede CAO zoniet collectieve afspraken over arbeidsvoorwaarden. Carolien Leeflang geeft haar visie hierover vanuit de Vereniging van Ondernemers in de Archeologie (VOiA) en Arno Borsboom, sterk betrokken namens de werknemers, laat zien waar het PPOA (platform personeelsvertegenwoordigers en ondernemingsraden) staat. Natuurlijk is er ook de nodige aandacht voor de ontwikkelingen binnen de holding waarvan ArcheoWerk deel uitmaakt. Het verkoopproces van het ADC heeft uiteindelijk geleid tot een management buy out door Dorien Fröling en Jan Hendriks. Wederom een diverse krant dus met uiteenlopende verhalen. Toch hebben deze artikelen één ding gemeen: ze laten ons zien dat de archeologie niet alleen in het verleden wroet maar zeker ook werkt aan de toekomst! Jantina Jacobs
Wie in de archeologie personeel zoekt of op zoek is naar een baan, kan bij ArcheoWerk terecht. Van veldtechnicus tot beleidsmedewerker, van veldarcheoloog tot fysisch geograaf: ArcheoWerk weet steeds de match tussen werkzoekende en werkgever te maken. Maatwerk: daar gaat het om.
ArcheoWerk, nummer 7, winter 2006
Drie ingenieursbureaus op de archeologische markt Oranjewoud, Arcadis en Grontmij hebben al geruime tijd elk hun eigen archeologisch bureau. Deze bureaus worden, ondanks hun certificering, door de vakgenoten in het land nog wel eens met enige argwaan bekeken. Hoe zit dat? En wat mogen we verwachten van deze ‘nieuwkomers’? We maakten een rondje langs de drie grote ingenieursbureaus.
Detach ere n
U itz en de n
Werving en Selectie
Pay-rolldienst
Be mid d e lin g
pagina
Grontmij
Arcadis
Oranjewoud
Grontmij doet al sinds 1994 aan archeologisch onderzoek en is in 2004 KNA gecertificeerd. Op het moment heeft Grontmij 11 archeologen in dienst. Juan van der Roest, senior archeoloog en landelijk coördinator archeologie bij Grontmij, vertelt.
Arcadis is vorig najaar gecertificeerd. Het bureau heeft voor de archeologie een projectleider en vier archeologen in dienst. Niek de Boer, Hoofd Marktgebied, Ruimte en Groen (waaronder ook archeologie valt) vertelt.
Oranjewoud is sinds 2003, onder leiding van Marcella Marinelli, met archeologie bezig en is eveneens gecertificeerd. Het bureau heeft zes archeologen in dienst. Hans Oude Rengerink, senior archeoloog bij Oranjewoud, vertelt.
“Op de Reuvensdagen, na een borrel of drie, krijg je inderdaad nog wel eens geluiden te horen in de trant van dat wij zouden graven naar de mond van de ontwikkelaar. En zelf dacht ik dat vroeger eerlijk gezegd ook. Ik heb dan ook goed gekeken hoe Grontmij te werk gaat voordat ik er aan de slag ging. Van enige belangenverstrengeling is echt geen sprake. Als wij daarmee de goede naam van het bedrijf op het spel zouden zetten, hangt gelijk de hoogste baas aan de lijn. De controle is misschien wel groter bij ons dan bij elk ander archeologisch bureau.”
“Als ingenieursbureau kijken wij op twee manieren tegen de archeologie aan. Ten eerste als onderdeel van de locatieontwikkeling waaraan je volgens de wetgeving moet voldoen. Ten tweede als onderdeel van de beleidsvorming, waarin de archeologie centraal staat binnen een breed scala andere disciplines. Archeologie is voor ons dus meer dan iets dat we even afvinken. We zien ook de meerwaarde er van. Net zoals we dat met onze ecologische diensten doen.”
“Wij werken als ingenieursbureau erg veel met bestemmingprocedures. Voordat de provincie akkoord geeft, moet er veel onderzoek worden gedaan: van flora en fauna tot milieuhygiënisch en hydrologisch onderzoek. En dus ook archeologie. Wij merken dat gemeenten en opdrachtgevers daarom de afhandeling van R.O.-procedures bij één partij willen neerleggen en niet elk onderzoek apart willen uitbesteden. Daarom is het voor Oranjewoud van belang geweest om ook archeologen in huis te halen. Zo kunnen we alles in één pakket blijven aanbieden. “Je doet tegenwoordig echt niet meer mee als je niet ook archeologie aan kan bieden. Ik denk daarom dat de trend in de markt steeds meer zal zijn dat grote bureaus eigen archeologen in dienst zullen nemen.”
“Bij alle ontwikkelingen worden wij vanaf het begin geraadpleegd. En dat kan ingrijpende gevolgen hebben. Tot verplaatsing van nieuwbouwlocaties aan toe. Maar men ziet ons intern toch niet als lastig. Ons onderzoek kan namelijk ook veel risico’s voortijdig in kaart brengen en veel problemen voorkomen en dus wordt men graag op tijd op de hoogte gebracht.” “We werken trouwens ook veel voor externen en daarin merken we dat we wel serieus worden genomen. We voldoen aan de eisen van de KNA en zijn daarnaast als Grontmij financieel sterk genoeg om uitvoering van grootschalige projecten te garanderen.” “Van mijn collega’s van milieu hoor ik vaak dat de archeologie een zelfde ontwikkeling doormaakt als milieu. Zo hebben we nu nog een KNA die in de praktijk soms niet goed werkbaar is wegens alle handtekeningen en controlemomenten. Zoiets hadden ze bij milieu ook. Dat moet dus nog uitgroeien tot een werkbaarder iets. Maar het is wel goed om streng te beginnen. Dat voorkomt cowboygedrag. Ik denk al met al dat de archeologie al wel een heel professionele branche is.”
“Dat wij archeologie alleen maar zien als belemmering moet maar eens de wereld uit. Evenals dat wij de belangen zouden verstrengelen. Wij gaan voor een duurzame, integere ontwikkeling. Als we dat niet doen, zou onze afdeling archeologie het nog geen half jaar uithouden. Als we zo dachten, zouden we onze ecologische en milieudiensten ook niet kunnen voortzetten. En meer woorden wil ik er eigenlijk niet aan vuil maken. Ons werk bewijst het tegendeel wel. Wel heb ik soms mijn vraagtekens bij de gelijke behandeling van de verschillende bureaus door het bevoegd gezag. Wij worden niet altijd in hetzelfde ‘rijtje’ genoemd.” “De archeologie zou juist kunnen profiteren van bureaus als de onze. Wij hebben al een hele ontwikkeling met ecologie en milieu meegemaakt. Neem een KNA, die zou niet alleen door archeologen moeten worden ontwikkeld maar ook mede door projectleiders met een ruime ervaring in de locatieontwikkeling. Dan kom je veel eerder tot een werkbare oplossing. Je moet de archeologie breder bekijken. In het perspectief van de gehele ontwikkeling. Bij het maken van archeologiebeleid zouden wij daarom ook meerwaarde kunnen bieden.” “Ik vind wel dat de archeologie de realiteitszin niet moet verliezen. Ik zie de kosten van de archeologie nu al bijna die van milieu en ecologie overtreffen. We moeten niet doordraven. Ik denk dat de archeologie nu staat waar de ecologie 10 tot 15 jaar geleden stond. Op een schaal van 0 tot 10 staat de branche ongeveer op 5. Maar ik denk dat de archeologie zich langzaam zal ontwikkelen van een reactionaire tak, naar een pro-actieve tak. Dus veel actiever in zal zetten op het behouden en het beleven van vindplaatsen.”
“Vanuit de ‘oude’ archeologische wereld, ook vanuit de instanties, merk ik nog wel eens een bezorgdheid en onwetendheid hierover. Want hoe kun je als archeoloog nou objectief onderzoek doen bij een ingenieursbureau zonder belangenverstrengeling? Maar ingenieurs bureaus zijn als geen ander gewend om te werken met normen en protocollen. Er kan geen verstrengeling plaatsvinden. Iedereen ondertekent een bedrijfscode om de beroepsethiek te handhaven. Wij zijn daarbij als ingenieursbureau erg kwetsbaar. Als wij in conflict komen met de Erfgoedinspectie en er volgen sancties waardoor wij geen archeologisch onderzoek meer kunnen uitvoeren, kunnen wij ook niet meer dat ‘één pakket principe’ aanbieden. Dan verliezen we niet alleen de archeologie maar ook hele grote ontwikkelings opdrachten.” “Als ik zo naar de archeologie kijk, denk ik dat de branche inhoudelijk erg professioneel is. Wat de bedrijfsvoering betreft, moet er nog veel gebeuren. Kijk maar eens naar die neerwaartse prijsspiraal door de harde prijsconcurrentie. Dat komt mijns inziens mede omdat de archeologen nog veelal zelf de bedrijfsvoering doen.”
Werving en Selectie
Iets minder De werknemers denken daar anders over: “Een cao is juist ook voor de toekomst. Nu gaat het redelijk goed maar een cao maak je ook niet voor de goede tijden. Waarom wij een cao willen is om te voorkomen dat in de komende jaren, als de negatieve prijsspiraal verder gaat, bedrijven min of meer worden gedwongen slechtere arbeidsvoorwaarden te gaan bieden. We zagen het eind vorig jaar al: toen ging het ook niet zo goed en je zag dat de bedrijven producten aanboden die soms wel 40% onder de kostprijs lagen. Men wilde koste wat het kostte werk binnen halen. Als je uiteindelijk geen ondergrens in arbeidsvoorziening treft, wie zegt me dan dat men niet zal proberen personeel te krijgen dat het wel voor iets minder wil doen?” Hij vervolgt: “En daarbij: voor een groot deel van de Nederlandse beroepsbevolking werkt een cao erg goed. Dus waarom niet voor de archeologie? Een cao levert ook niet alleen rechten aan werknemers, maar ook plichten. Verder zou je collectief de ziektekosten, de pensioenen en de kinderopvang kunnen regelen. Dat scheelt ook voor de werkgever in de portemonnee. De archeologie is een hele professionele tak, met hoogopgeleide vakmensen. Het is juist de hoogste tijd om die professionaliteit nu ook in een cao door te laten klinken.” Wordt vervolgd.
Maar de markt is ook nog niet ‘af’. Zo zijn in het bestel de rollen van markt en overheid nog niet helder, en het zijn nu vooral de uitvoerende partijen die daar problemen van ondervinden. De VOiA trekt hard aan de doorontwikkeling van het bestel. En op de aspecten die we zelf direct kunnen beïnvloeden – zoals de arbeidsvoorwaarden – nemen we de noodzakelijke stappen. Om onze leden te beschermen en om de archeo logische markt te versterken. Een cao kan daarin een middel zijn, maar het is voor ons geen doel op zich.”
Volgens de ondernemingsraden van de grotere bedrijven, verenigd in de PPOA, de Platform Personeelsvertegen woordigers en Ondernemingsraden in de Archeologie, is een cao wel degelijk haalbaar. Arno Borsboom, een van de drijvende krachten vanuit de werknemers: “Volgens ons moet het mogelijk zijn een cao te realiseren. Maar dat weet je pas als je goed inventariseert waar de mogelijkheden en onmogelijkheden liggen. Dat is nog niet gedaan mijns inzines. Voor ons zijn onderlinge afspraken tussen de werkgevers, zoals de VOiA overweegt in te voeren, in ieder geval niet voldoende. Dat biedt geen echte waarborging van de arbeidsvoorzieningen. Stel dat het opeens slechter gaat in de markt, dan kan een bedrijf zijn lidmaatschap van de VOiA opzeggen en hoeft het de gemaakte afspraken niet meer na te komen. En daarbij, er zijn ook nog bedrijven die geen lid van de VOiA zijn, zoals BAAC en veel kleinere bedrijven. Voor hen zouden die afspraken dan niet gelden.”
Neerwaartse prijsspiraal Een van de redenen, zowel vanuit werknemers als werkgevers, om over afspraken of een cao na te denken, is dus de almaar sterker wordende prijsconcurrentie. Een gegarandeerd minimum aan arbeidsvoorzieningen zou meehelpen de neerwaartse prijsspiraal te stoppen. Caroline Leeflang: “Uit de gesprekken die wij hebben gevoerd om ons te laten adviseren, is uiteindelijk één ding duidelijk geworden: een cao – al dan niet met een algemeen verbindend verklaring – biedt geen oplossing in de huidige harde concurrentieslag. Dat heeft de ervaring in vele andere branches geleerd. Arbeidsvoorwaarden zijn slechts één aspect in de concurrentiestrijd en bedrijven die willen prijsvechten zullen zich door een cao niet laten stoppen. Een belangrijker motief om te komen tot afspraken over arbeidsvoorwaarden is voor ons de professionalisering van de branche en het belang dat wij aan goed werkgeverschap hechten. Wij hebben daarom een inventarisatie uitgevoerd naar de secundaire arbeidsvoorwaarden die de bij ons aangesloten bedrijven (en de grote niet-aangesloten bedrijven) hanteren. De resultaten van deze inventarisatie zijn inmiddels bekend. Opvallend was dat de wildwest verhalen voor wat betreft de arbeidsvoorwaarden ontkracht lijken. Er zijn verschillen tussen de bedrijven, maar onze leden gaan gemiddeld serieus om met zaken als scholing en pensioenvoorzieningen. Het mooie is dat zowel werkgevers als werknemers met deze uitkomsten de situatie in hun eigen bedrijf kunnen spiegelen aan de gemiddelden in de markt, dit kan ingezet worden in de onderhandelingen in de bedrijven.” Ze vervolgt: “De archeologische markt is nog niet stabiel, en dat uit zich in de huidige prijsvorming.
U itz en de n
Caroline Leeflang is secretaris van de Vereniging Ondernemers In Archeologie (VOiA). “Vorig jaar heeft de VOiA een werkgroep ingesteld om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de negatieve prijsspiraal in het uitvoerende werk te doorbreken. Als een van de opties zijn toen de arbeidsvoorwaarden naar boven gekomen. We hebben besloten na te gaan in hoeverre een gezamenlijk arbeidsvoorwaardenpakket haalbaar is. Op dat moment kwam er vanuit de werknemers ook de vraag om de mogelijkheden voor een cao eens te bekijken. Echter, veel werknemers in de archeologie vallen al onder een cao. Niet alleen de overheids archeologen, maar ook de werknemers van bijvoorbeeld ingenieursbureaus en de uitzendbureaus hebben een eigen cao. Een nieuwe cao voor de archeologie kan daardoor een langdurig en arbeidsintensief traject worden. Vandaar dat onze leden onlangs besloten hebben dit geen eerste prioriteit te geven.”
Pay-rolldienst
De hoogste tijd voor een branchebrede Archeologie CAO
Zowel werkgevers als werknemers in de archeologie praten momenteel over een branchebrede cao. Dat zou garanties bieden voor de werknemers, het zou passen in een markt die zich professionaliseert en bijdragen aan het doorbreken van de huidige negatieve prijsspiraal. Maar is dat ook zo?
Be mid d e lin g
ArcheoWerk, nummer 7, winter 2006
pagina
Deta che ren
ICT Nu maar hopen dat de gemeenten ook heil zien in de archeologie. Zij zijn verantwoordelijk voor het lokale archeologiebeleid.“Maar wat is een behoorlijk archeo logiebeleid en wat is het de gemeenten waard? De gemeenten met een eigen archeologische dienst, daar maak ik me geen zorgen om. Maar wel om die 400 gemeenten zonder. Zij moeten gestimuleerd worden. Niet iedere lokale politicus is geïnteresseerd in de archeologie. In het voorjaar van 2007 zal de wet al van kracht worden. Er zal dus ook na Malta nog heel wat zendingswerk te verrichten zijn.” Een van de speerpunten was daarom het publiek, en dat zal het komend jaar ook zo zijn. De SNA heeft de afgelopen jaren al veel gedaan aan educatie en
publieksbereik en de ontwikkeling van tools, zoals een praktische website gericht op het onderwijs, een voorbeeldleskist, een CD-rom voor kinderen en een webcamopgraving. “Publieksbereik is erg belangrijk. Het bodemarchief is collectief eigendom. Zonder maatschappelijk draagvlak is er immers geen politiek draagvlak. Ik denk dat de archeologie soms nog een wat stoffig imago heeft, dat niet iedereen weet hoeveel moderne technieken er worden toegepast, wat er allemaal mogelijk is en hoeveel raakvlakken er zijn met andere disciplines.” Een ander speerpunt is dan ook de ICT in de archeologie. “Digitalisering is echt een uitkomst. Wat voorheen onzichtbaar was, kunnen we nu zichtbaar maken, bijvoorbeeld middels reconstructies. Door de voortschrijdende technologie zullen er ook altijd weer nieuwe onderzoeksvragen komen en dat geeft de archeologie toekomst.” Aan die toekomst hoopt de SNA ook als integraal onderdeel van Stichting Erfgoed Nederland nog lang een bijdrage te kunnen leveren.
nemen van het feit dat ze bijvoorbeeld op de vroegere grens van het Romeinse Rijk wonen. Dat geeft meer waarde aan een plek.”
Het komt immers neer op de ethische verantwoordelijk heid van de individuele beroepsbeoefenaar.” Scheerhout kijkt hierbij ook naar de neerwaartse prijsspiraal in de markt: “Hoewel wij ons niet met bedrijfsvoering bezig houden, kan deze ontwikkeling natuurlijk wel van invloed zijn op de kwaliteit. Er zouden eigenlijk bedrijven moeten opstaan en zeggen: wij gaan niet langer hierin mee. In ieder geval willen wij dit soort dingen bespreekbaar maken.” Ze vervolgt: “We moeten natuurlijk ook realistisch blijven. De archeologie kan niet altijd voorrang krijgen maar het belang ervan moet altijd reëel meewegen bij keuzes in de ontwikkeling van een gebied. Archeologie is niet hetzelfde als bodemsanering en daarom bepaald meer dan een kostenpost. Archeologie gaat om kennisvermeerdering en zingeving van het verleden. En net als er mensen zijn die voetbal niets aan vinden, zullen er ook mensen zijn die weinig met archeologie hebben. Toch moet je iedereen de kans geven kennis te
Interview met Dorien Scheerhout, directeur Stichting Nederlandse Archeologie
Vervolg van voorpagina
ArcheoWerk, nummer 7, winter 2006
archeowerkers aan het woord Erwin Brouwer Werkt bij: Functie: Opleiding:
Arcadis Junior archeolooog HEAO en pre- en protohistorie aan de Universiteit van Groningen
Erwin werkt sinds juni als junior archeoloog via ArcheoWerk bij Arcadis. Hij is twee jaar geleden afgestudeerd aan de universiteit van Groningen (pre- en protohistorie) en heeft daarvoor HEAO gedaan. Tijdens zijn archeologiestudie heeft hij steeds een reguliere kantoorbaan gehad, maar per 1 januari van dit jaar heeft hij de knoop doorgehakt en gekozen voor een carrière in de archeologie. “Op zich een spannend moment; je geeft tenslotte een goedbetaalde vaste baan op, terwijl werkgelegenheid in de archeologie voor de beginnend archeoloog niet al te rooskleurig leek. M’n hart ligt echter bij de Nederlandse archeologie en als je niets probeert, dan weet je zeker dat het je niet lukt. Achteraf is het me enorm meegevallen: via ArcheoWerk ben ik sinds januari vrijwel constant aan het werk geweest. Het eerste halfjaar vooral in het veld, bij het ADC, waarbij ik het geluk had met heel ervaren mensen samen te werken”. Ook bij Arcadis bevalt het hem uitstekend: “Net als bij het ADC is de sfeer hier uitstekend en is enorm veel kennis aanwezig. Het is bovendien heel afwisselend: het ene moment ben je bezig met bureaustudies of het maken van verwachtingskaarten, het andere moment sta je in het veld achter de kraan. De verschillende invalshoeken van bureau- en veldwerk maakt je nog nauwer bij de Nederlandse archeologie en je eigen cultuur en wortels betrokken. En er is hier in Nederland wat dat betreft gelukkig nog veel te ontdekken”.
Pay-rolldienst
Be mid d e lin g
pagina
Werving en Selectie
Pieter Teekens Werkt bij: Oranjewoud Functie: Medior archeoloog Opleiding: Archeologie van Latijns Amerika, Universiteit Leiden
Sinds november 2004 mag Pieter zich archeoloog noemen. Hij studeerde af in Leiden nadat hij daar sinds 1996 had gestudeerd. Niet dat hij zo’n trage student was maar tijdens zijn studie, richting Indiaans Amerika, is hij een keer geswitched van onderwerp (van Mexico naar het Caribische), heeft hij veel gewerkt en ook nog twee kinderen mogen verwelkomen. Pieter, nu 33 jaar, is getrouwd (met een archeoloog) en hun derde telg is op komst.
Eigenlijk wilde hij altijd geschiedenis studeren. Totdat hij op de open dag van de universiteit nog even bij de archeologie ging kijken. Het was meteen raak. “Dit bood alles wat ik leuk vond. De samenwerking met andere vakgebieden, het multidisciplinaire, zoals antropologie, etnologie en fysische geografie sprak me erg aan.”
Luitzen Nijdam Werkt bij: Functie: Opleiding:
ADC ArcheoProjecten Fysisch Geograaf Fysische Geografie, Universteit van Utrecht
De tache ren
Voordat Luitzen bij ADC ArcheoProjecten kwam werken, heeft hij nog drie jaar bij ArcheoMedia gewerkt als fysisch geograaf. “Toen deed ik al hetzelfde als wat ik nu doe: prospectie en beleidsadvies. Dat betekent vooral bureaustudie. Veel binnenzitten, maar dat is niet zo erg met de naderende winter. Toch vind ik werken in de ‘put’ ook erg leuk. Echter, nu ben ik bezig met een beleidsadvieskaart en dat heb ik nog nooit eerder gedaan. Dus dat is een hele uitdaging.” Luitzen heeft de smaak van de archeologie wel te pakken: “Het is mooi om het totaalplaatje te maken. Dat het hele verhaal klopt: zowel van het landschap als van de bewoning.”
Luitzen Nijdam is 31 jaar. In 1999 studeerde hij af als fysisch geograaf en ging aan de slag bij een milieubureau. “Inhoudelijk was dat wel een beetje droge kost. Toen zag ik op internet dat er bij de archeologie ook gebruik wordt gemaakt van fysisch geografen. En zodoende ben ik me daar op gaan richten.” Toch was dit niet geheel toevallig: “Tijdens de studie had ik al iets van archeologie meegekregen omdat dat vaak wordt gebruikt om stroomgordels te dateren. Dus precies andersom dan in de archeologie. Daar worden de stroomgordels gebruikt om de archeologie te dateren.”
U itz en de n
Sinds juni dit jaar werkt Pieter voor Oranjewoud. Naast het adviseren van opdrachtgevers met betrekking tot archeologie voert hij bureauonderzoeken, inventariserende veldonderzoeken en archeologische begeleidingen uit. De prospectieve archeologie dus. “Naast het feit dat het schrijven en het veldwerk mij zeer bevallen, is het ook uitdagend om archeologie (beter) op de kaart te krijgen bij opdrachtgevers en projectleiders en om te gaan met de soms geheel tegenovergestelde belangen van een opdrachtgever. Het geheel maakt het werk zeer interessant!”
pagina
ArcheoWerk, nummer 7, winter 2006
Privatisering van het ADC maakt het verschil:
Nieuwsbrief, nummer 7, winter 2006 Deze krant is een uitgave van ArcheoWerk BV
Fotografie: ArcheoWerk
“Het Rijk was een goede rentmeester maar is geen ondernemer”
Interviews, teksten en eindredactie: Boudewijn Drechsler, Margot Kieskamp
Be mid d e lin g
Colofon
Pay-rolldienst
E
[email protected]
Achtbaan Een van de tekenen dat de markt aan het professionaliseren is, is dat er voorzichtig over een branchebrede cao gesproken wordt. Het ADC zelf werkt overigens al jaren met een eigen cao. Jan Hendriks: “Nu is de markt nog onderhevig aan harde prijsconcurrentie. Maar daar kun je niet lang mee doorgaan. Er ontstaat anders een negatieve prijsspiraal ten koste van de arbeidsomstandigheden. Er moet dus een bodem worden
Ui tz e nd en
Bezoek onze website regelmatig voor de nieuwste vacatures en de beste medewerkers.
Veelbelovende ontwikkelingen dus. Maar de beide directeuren blijven reëel. Jan Hendriks: “En ja, We zijn ons bewust dat we niet in de hoek van ‘het grote geld’ zijn beland. Maar ik weet gewoon dat er van het ADC iets moois te maken valt. Ik ken het bedrijf en de mensen en ik weet dat er veel kansen liggen.” En het zijn niet alleen de cijfers die spreken, ook het hart doet zijn zegje, zo blijkt. Jan Hendriks: “Archeologie is als de klei waar het uit komt: het blijft aan je voeten zuigen en je komt er niet meer van los.”
www.archeowerk.nl
ArcheoWerk heeft de beleidsmedewerkers die u zoekt al gevonden
Dorien Fröling: “Al met al worden de grenzen van de markt nu in snel tempo opgezocht en niemand weet waar die achtbaan eindigt. Maar ik maak me geen zorgen. Het ADC is een brede organisatie die niet voor één gat te vangen is. Naast ArcheoProjecten hebben we ArcheoWerk, Heritage, ArcheoSpecialisten en onze projecten in de maritieme archeologie bijvoorbeeld. Mooie grote projecten en een breed aanbod van producten. Dat is onze kracht. Daarbij zoekt het ADC op het moment de samenwerking met een andere archeologische partij. Maar daar zeggen we nog even niets over.”
ArcheoWerk werkt met de CAO voor Uitzendkrachten die zaken regelt als loon, in- en uitdiensttreding, maar ook scholing en opleiding, pensioen, vakantiewerkers, kostenvergoedingen en het opvolgend werkgeverschap. Tot slot wordt ArcheoWerk als ABUlid continu op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen op het gebied van uitzendtechnische zaken, de arbeidsmarkt en regelgeving.
ArcheoWerk is lid van de grootste werkgeversorganisatie in de uitzend- branche, de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen). Het ABU-logo staat voor kwaliteit, zekerheid en betrouwbaarheid. Als lid van de ABU voldoet ArcheoWerk aan de strenge lidmaatschapscriteria en het ABU-logo geeft opdracht gevers de zekerheid dat zij werken met een uitzend organisatie die financieel betrouwbaar is.
ArcheoWerk is ABU-lid
Uw archeologisch beleid deskundig van de grond
‘Doe’ Met het oog op de markt hebben de twee nieuwe directeuren enkele maatregelen genomen om het ADC slagvaardiger te maken. Dorien Fröling: “Dat was ook pijnlijk en dat maakt het wel wat dubbel. Maar we hebben om te beginnen de lijnen naar de uitvoerende afdelingen veel directer gemaakt door het managementteam te verkleinen. Er is dus een laag tussenuit gehaald en daar hebben we twee hoofden voor in de plaats gekregen. Die sturen heel direct de uitvoering aan. We zijn nu een echte ‘doe’organisatie geworden, direct aangestuurd door mensen met ruime ervaring op hun vakgebied. Zo wordt de kennis die we in huis hebben beter benut.”
T (033) 299 83 93 F (033) 299 81 89
Deta cher en
Ondernemer Jan Hendriks licht toe: “De overheid heeft het ADC in 2002 gered door het te kopen en heeft het sindsdien goed beheerd. Dat heeft gezorgd voor rust en consolidatie in een moeilijke periode die nu gelukkig achter ons ligt. De overheid maakte het ook mogelijk dat het ADC van een stichting een nv werd met eigen vermogen. Maar het Rijk was een goed rentmeester, geen ondernemer.” En dat zijn Fröling en Hendriks wel. Dorien Fröling is oorspronkelijk historicus maar heeft vooral ervaring met management en dienstverlening. Toch is de archeologie haar niet vreemd want de afgelopen zeven jaar is zij hoofd relatiebeheer bij het ADC geweest en directeur van ArcheoWerk en Heritage. Jan Hendriks is bedrijfskundige en al enkele jaren als interim-directeur en commissaris aan het ADC verbonden. Ook bepaald geen expert met de troffel dus. “Maar dat geeft toch niet? Wij moeten er voor zorgen dat de archeologen zo goed mogelijk hun onderzoek kunnen doen.”
En wat die kwaliteit betreft, die zal ook dit jaar weer goed in de gaten gehouden worden met de nieuwe KNA. Hendriks: “Ook hier ligt de bijl aan de voet van de boom. En hoewel ook het ADC nog veel kan verbeteren, staan we er al wel goed voor. We hebben zeer ervaren senior en medior archeologen in dienst. Daarnaast hebben we altijd veel geïnvesteerd in onze specialisten. Ook zij bieden de broodnodige kwaliteit en kunnen richting geven aan het onderzoek, de nationale onderzoeksagenda en de PvE’s.”
Nijverheidsweg-Noord 114 3812 PN Amersfoort
zoeken en vinden
Jan Hendriks
Dorien Fröling
Professioneel archeologisch beleid is, nu de Malta wetgeving door de Tweede Kamer is, bijzonder actueel. ArcheoWerk heeft de kennis en personeelskracht om uw beleid deskundig van de grond te tillen. Informeer en vraag de folder aan.
“Nadat we ondertekend hadden en alles eindelijk rond was, reden we terug en we begonnen meteen plannen te maken. We waren als overheids-nv nog aan bepaalde regels gebonden, bijvoorbeeld met betrekking tot investeringen en beleggingen. Maar nu hadden we de handen vrij. Dat was het verschil. En dat past heel goed bij de huidige ontwikkelingen in de markt.” Dorien Fröling vat hiermee in één adem haar grootste beweegreden samen. Samen met Jan Hendriks zet zij volledig in op het ADC dat tot 25 september 2006 nog een rijksdeelneming was.
gevormd. Daarna zal het bij de concurrentie neerkomen op kwaliteit en organisatiekunst.” Dorien Fröling: “Het gaat er dus om de inhoudelijke kennis binnen de organisatie optimaal te gebruiken en te blijven ontwikkelen. Daarbij moet je innovatief zijn. En dat resulteert vervolgens in slimmere offertes die niet ten koste van de kwaliteit gaan.” Jan Hendriks vult aan: “Ik zie bijvoorbeeld veel kansen in de automatisering. Zowel in veldwerk als in uitwerking. We hebben de mensen en de kennis daarvoor al in huis.”
ArcheoWerk
Werving en Selectie
Met de recente overname door Dorien Fröling en Jan Hendriks lijkt het ADC klaar voor de sprong in de professionele en commerciële stroomversnelling van de huidige archeologische markt: Malta is door de Kamer en de nieuwe KNA is nog ovenvers. Nieuwe ronde, nieuwe kansen?
Be mid d e lin g
vraag
Neem voor alle functies contact op met Margot Kieskamp: 033-2998393
Junior archeoloog
Standplaats : Dordrecht Werkzaamheden : leiden van diverse projecten in Dordrecht, zowel stadskern als buitengebied, ondersteuning van de stadsarcheoloog Vereisten : afgeronde studie Archeologie Noordwest Europa, minimaal drie jaar ervaring conform de KNA, bij voorkeur ruime ervaring Middeleeuwen Inzet : fulltime Per : 1 januari 2007 Dienstverband : lange termijn Vacaturenummer : 06136
Afgestudeerd Woonplaats Ervaring
Det ach eren
Ui tz e nd en
Werving en Selectie
Senior archeoloog
aanbod
Medior Archeoloog
Pay-rolldienst
zoeken en vinden
Standplaats : Nederland Werkzaamheden : rapportages controleren en kritisch beoordelen, mensen aansturen en ondersteunen bij hun opleiding, veldwerk, coördineren, vestigingsbezoek Vereisten : minimaal zes jaar ervaring, goede spreek- en schrijfvaardigheid Inzet : fulltime Per : direct Dienstverband : lange termijn Vacaturenummer : 05032
Profiel Beschikbaarheid Inzetbaar
Ruim ervaren archeoloog Afgestudeerd Woonplaats Ervaring Profiel Beschikbaarheid Inzetbaar
Veldassistent Standplaats Werkzaamheden Vereisten Inzet Per Dienstverband Vacaturenummer
: Amersfoort : boringen zetten, bureau- en prospectieonderzoek ondersteunen : afgestudeerd in fysische geografie, geologie of archeologie : in overleg : in overleg : lange termijn : 06128
Redacteur Standplaats Werkzaamheden Vereisten Inzet Per Dienstverband Vacaturenummer
: Amersfoort : archeologische rapportageteksten redigeren, tekst opmaken in QuarkXpress : aantoonbare ervaring met redactiewerk in archeologische context : 32 - 40 uur : direct : een maand tot een jaar, in overleg : 06211
: : : : : :
1987, Universiteit van Amsterdam, specialisatie Middeleeuwen Amsterdam ruim zes jaar, zowel in Noordwest Europa als daarbuiten vriendelijke rustige medewerker in overleg fulltime
Geo-archeoloog Afgestudeerd Woonplaats Ervaring
Medior archeoloog Standplaats : Amersfoort Werkzaamheden : zelfstandig archeologische projecten leiden, rapporteren Vereisten : afgeronde studie Archeologie Noordwest Europa, minimaal drie jaar ervaring conform de KNA Inzet : fulltime Per : direct Dienstverband : half jaar Vacaturenummer : 06188
: 2006, Klassieke Archeologie, Universiteit Leiden, specialisatie Brons- en IJzertijd : Leiden : 19 weken m.n. couperen, grondsporen afwerken en documenteren, opgravingsputten tekenen en meten, vondsten verwerken en invoeren : flexibele sociale medewerker : per direct : fulltime
Profiel Beschikbaarheid Inzetbaar
: 2002, Aardwetenschappen/geochemie, Universiteit Utrecht : Werkhoven : met name wetenschappelijk onderzoek op diverse gebieden: fysische geografie, geologie, milieukunde, archeologie : intelligent, zorgzaam, enthousiast : per direct : circa 20 uur per week in heel Nederland
Archeozoöloog/ Fysisch Antropoloog/ Beleidsarcheoloog Afgestudeerd Woonplaats Ervaring Profiel Beschikbaarheid Inzetbaar
: : : : : :
2002, Archeologie, Universiteit Groningen Amersfoort sinds 1999 ruime ervaring op het gebied van veldwerk in Nederland lost graag problemen op half december fulltime
Fysisch geograaf Afgestudeerd Woonplaats Ervaring Profiel Beschikbaarheid Inzetbaar
: 2003, Aardwetenschappen, Universiteit Utrecht, specialisatie Kwartairgeologie : Sappemeer : ervaring met boren, rapporteren en administratie in milieubranche : vriendelijk, open, communicatief vaardig : per direct : 36 uur per week
Divers Afgestudeerd Woonplaats Ervaring Profiel Beschikbaarheid Inzetbaar
: : : : : :
1994, Archeologie, Universiteit Leiden Den Haag ruime ervaring in automatisering en administratie, ca. 1 jaar veldervaring belangstellend, gedreven in overleg fulltime
Medior archeoloog Standplaats : Assen Werkzaamheden : prospectieonderzoek en proefsleufonderzoek verrichten in de regio Oost- en Noord-Nederland Vereisten : afgestudeerd archeoloog, minimaal drie jaar werkervaring, initiatiefrijk, zelfstandig, ervaring in de regio Inzet : fulltime Per : direct Dienstverband : twee tot zes maanden Vacaturenummer : 06086
Vondstverwerker Afgestudeerd Woonplaats Ervaring Profiel Beschikbaarheid Inzetbaar
: 2003, Algemene Letteren, Universiteit Utrecht : Utrecht : vondstmeldingen en archeologische dossiers controleren, werken met Archis, administratie, redactie : vriendelijk, rustig : per direct : fulltime
Veldmedewerker Senior archeoloog Standplaats : Werkzaamheden : Vereisten : Inzet : Per : Dienstverband :
Amersfoort archeologische projecten leiden, PvE’s opstellen of toetsen, begrotingen en PvA’s opstellen, communicatie verzorgen over technische, wetenschappelijke en bedrijfsmatige aspecten van projecten, archeologen coachen, regionaal netwerk ontwikkelen, wetenschappelijke activiteiten ontplooien afgeronde archeologische opleiding, minimaal zes jaar werkervaring, ervaring met Total Station, in bezit van rijbewijs B, sterke organisatorische vaardigheden fulltime in overleg lange termijn
Afgestudeerd Woonplaats Ervaring Profiel Beschikbaarheid Inzetbaar
: 2005, Prehistorie, Universiteit van Leiden : Rotterdam : ca. 17 weken veldervaring, voornamelijk Middeleeuwen en Bronstijd : betrouwbaar, loyaal, makkelijk in omgang : met opzegtermijn van een maand : fulltime, ten minste voor een half jaar
Dit is een selectie u i t o n s o v e r z i c h t . Be z o e k o n z e w e b s i t e w w w . a r c h e o w e r k . n l voor actuele vac a t u r e s e n b e l v o o r b e s c h i k b a r e k a n d i d a t e n 0 3 3 - 2 9 9 8 3 9 3 .