Be mid d e lin g
Op maandag 22 mei spreekt ArcheoWerk met staatssecretaris mevrouw Medy van der Laan op het ministerie van Cultuur te Den Haag. Nu het wetsvoorstel voor de archeologie door de Tweede Kamer is aangenomen is ArcheoWerk benieuwd naar haar ervaringen en standpunten rond het ‘Verdrag van Valletta’ (Malta).
MALTA Enkele vragen aan staatssecretaris Medy van der Laan
Werving en Selectie
P a y - r o l l d i e n s t
zoeken en vinden
Deta cher en
Ui tz e nd en
Staatssecretaris Medy van der Laan in haar kantoor met op de achtergrond een miljoenen jaren oud fossiel, afkomstig van museum Naturalis.
Mevrouw Van der Laan is Staatssecretaris van OCW en heeft zich sinds haar aantreden bijzonder ingezet voor de archeologie. Nadat in 1992 het Europese Verdrag van Valletta was ondertekend heeft het tot het aantreden van mevrouw Van der Laan geduurd voordat het wetsvoorstel door de Tweede Kamer werd aangenomen. Een heikel punt betrof de financiering en de nieuwe verantwoor delijkheden van de gemeenten. Mevrouw Van der Laan. U, als Staatssecretaris, heeft bijzonder veel werk verricht voor ‘Malta’. Kunt u in het kort iets zeggen over uw ervaringen? ‘Het was uiteindelijk nog een hele klus! Toen ik het drie jaar geleden aantrof, was het al een langlopend wetsvoorstel. Ik heb toen gezegd dat we nu echt moesten doorzetten en tempo moesten maken. Er hebben toen verschillende overleggen plaatsgevonden, waaronder met de VNG/IPO, en uiteindelijk is het ook gelukt. Enige vertraging heeft de verdere behandeling nog opgelopen door vragen over de financiële kant van het wetsvoorstel. Hierover is toen veel overleg geweest, zodat het eindelijk toch doorgang kon vinden. Ik ben daarom ook blij met het extra geld dat voor ‘Malta’ beschikbaar is gekomen. Dit betreft geld voor bijvoorbeeld opgravingen die onverwacht duur uitvallen. Hiervoor is nu een vangnetconstructie opgesteld. Natuurlijk blijven aan archeologie wel bepaalde risico’s verbonden. Gemeenten kunnen zich voor grootschalige projecten nu veel beter voorbereiden dan voorheen. Ik ben heel blij dat we het nu zover hebben gebracht. Het wetsvoorstel ligt nu in de Eerste Kamer en ik ben zeer benieuwd naar hun aanpak!’ Bij veel Nederlandse gemeenten gaat het dagen dat de wetgeving rond ‘Malta’ nu echt actueel wordt en dat het wellicht verstandig is hierover na te denken. Wat kunt u gemeenten aanbevelen om hierop voorbereid te zijn?
Om te beginnen kan de ROB, binnenkort Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) geheten, goed adviseren. Evengoed kan men terecht bij het Convent van Gemeentelijk Archeologen (CGA). Ook op internet (www.archis.nl, www.minocw.nl/ archeologie, www.gemeente-archeologen.nl) is hierover veel te vinden. Mijn voornaamste advies is: Zorg dat je bij de ROB (RACM) de benodigde informatie inwint en leer van andermans ervaringen. Voor gemeenten waar weinig ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden of waar weinig archeologische waarden zitten wil ik aanraden om niet alles zelf te doen, maar de kennis in te kopen. Zorg dat je goed met de buurgemeenten, de provincie en de ROB (RACM) overlegt. Graag wil ik gemeenten adviseren om alsjeblieft niet het wiel opnieuw te gaan uitvinden. Er zijn al zo veel gemeenten die veel ervaring hebben op het gebied van beleidsvorming en omgang met de archeologie. Als voorbeeld denk ik hierbij aan de gemeente Den Haag die al jaren werkt volgens het gedachtegoed van het Verdrag van Valletta en die al veel inventieve oplossingen heeft bedacht, waarbij ook veel erfgoed zichtbaar wordt gemaakt voor de burgers. Maar ook kleinere gemeenten hebben soms ervaring met heel grote bouwprojecten en kunnen andere gemeenten helpen met het opstellen van gemeentelijk beleid en een goede omgang met de archeologie. Kortom, ga er enthousiast en pragmatisch mee aan de slag!’ Nu ‘Malta’ door de Tweede Kamer is aangenomen, gaat deze eerst naar de Eerste Kamer om vervolgens te worden geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Kunt u in het kort iets zeggen over dit traject? ‘Het wetsvoorstel ligt nu in handen van de Eerste Kamer. Ze hebben hierover nog geen schriftelijke vragen gesteld en het is aan de Eerste Kamer of men dit nog eerst wenst te bespreken of dat men hiervan een hamerstuk maakt. Ik denk dat men het wel inhoudelijk en wellicht Lees verder op pagina 5
Nieuwsbrief 6, zomer 2006 De meeste betrokkenen zijn inmiddels op de hoogte; ‘Malta’ is door de Tweede Kamer! Nu is het, na 14 jaar, eindelijk zo ver. De archeologiewetgeving die voortvloeit uit het in 1992 ondertekende ‘Verdrag van Valletta’ zal nu echt in Nederland worden ingevoerd. Uitgangspunt hiervan is dat archeologie mee moet worden genomen in de belangen afweging in de Ruimtelijke Ordening en dat de kwetsbare archeologische waarden bij voorkeur in de bodem bewaard moeten blijven. Lukt dit niet, dan geldt het zogeheten ‘verstoorder- betaalt-principe’ en zal onderzoek verplicht worden om de informatie uit de bodem te redden. Vooral voor gemeenten gaat er nu veel veranderen. De verantwoor delijkheden rond een goede omgang met de archeologie komen op lokaal niveau te liggen en gemeenten kunnen hiervoor zelf een beleid opstellen. In deze ArcheoWerkkrant is daarom alle aandacht voor de nieuwe situatie. Of eigenlijk is het een tussenfase, omdat officieel de laatste stap nog moet worden genomen: aanname door de Eerste Kamer. ArcheoWerk is zich bewust van de actualiteit rond de ‘Maltawetgeving’ en ziet de ontwikkelingen voor de overheden, werkgevers en werknemers in de archeologie. Om deze reden wilden we niemand minder dan staatssecretaris mevrouw Medy van der Laan aan het woord laten, die bijzonder veel werk heeft verzet om ‘Malta’ door de Tweede Kamer te laten aannemen. In het interview gaat zij onder meer in op de financiële kant van de nieuwe wetgeving en wat dit betekent voor de Nederlandse gemeenten. Daarnaast zijn we natuurlijk ook geïnteresseerd in de visie van enkele archeologische adviseurs. De afgelopen jaren hebben zij een voorhoedegevecht geleverd om steeds meer gemeenten te wijzen op hun verplichtingen en verantwoor delijkheden ten aanzien van het archeologiebeleid, waarbij ook de positieve kanten niet worden vergeten. Tot slot heeft ArcheoWerk in deze uitgave aandacht voor de eigen organisatie, waarbij onder meer enkele medewerkers aan het woord komen. De komende tijd zal het met alle ontwikkelingen rond Malta steeds drukker worden. Mijn persoonlijke bijdrage via ArcheoWerk zal iets minder worden en voorlopig is dit ook mijn laatste bijdrage voor de ArcheoWerkkrant. Ik verheug mij er op dat Jantina Jacobs mijn werkzaamheden zal vervangen. Zelf zal ik de komende tijd als interim-directeur van het Archeologisch Diensten Centrum (ADC) de spannende Malta-uitdagingen met veel plezier het hoofd bieden! Dorien Fröling - Van der Net Directeur ArcheoWerk
Wie in de archeologie personeel zoekt of op zoek is naar een baan, kan bij ArcheoWerk terecht. Van veldtechnicus tot beleidsmedewerker, van veldarcheoloog tot fysisch geograaf: ArcheoWerk weet steeds de match tussen werkzoekende en werkgever te maken. Maatwerk: daar gaat het om.
Vier deskundigen geven hun visie
Marc Kocken
Nu ‘Malta’ door de Tweede Kamer is goedgekeurd lijkt dit voor veel gemeenten in Nederland een startschot te zijn om haast te maken met het eigen archeologiebeleid. De aanpassing van onder meer de Monumentenwet van 1988 staat voor de deur en biedt voor gemeenten de mogelijkheid om eigen prioriteiten te stellen. Tijd voor ArcheoWerk om eens enkele archeologische adviseurs te bevragen over hun visie op de beleidsperikelen rond de invoering van de zogeheten Maltawetgeving en de consequenties voor gemeenten.
Marc Kocken is archeoloog, senior erfgoedadviseur en directeur van ADC Heritage, bureau voor erfgoedplanning. ADC Heritage levert een brede range aan producten en diensten voor voornamelijk overheden, ontwikkelaars en terreinbeherende instanties.
ArcheoWerk praat met Boudewijn Goudswaard. Hij is archeoloog en directeur van adviesbureau Past to Present – ArcheoLogic, gevestigd te Woerden. Dit adviesbureau doet geen veldwerk, maar uitsluitend advisering en management van archeologische projecten voor zowel overheden als private partijen.
Werving en Selectie U itz en de n Detach ere n
ArcheoWerk, nummer 6, zomer 2006
Boudewijn Goudswaard
Pay-rolldienst
Be mid d e lin g
pagina
‘We vervullen de rol van intermediair en advocaat tussen de archeologische wereld en de bouwende planologie.’ Advocaat? ‘Ja, wat archeologisch erfgoed namelijk precies is kan niemand zeggen, het is een mentale constructie. Wij stellen onszelf in elke situatie voortdurend de vraag: wat is waardevol of zinvol? Van wie moet iets, voor wie doen we iets, wie beslist hierover, wat is de noodzaak? In het speelveld van ruimtelijke ontwikkeling en cultuurhistorie gaat het ons om proportionaliteit. Archeologie is net als veel andere zaken een element dat speelt in de belangenafweging. En dat moet in proportie gewogen worden. Hierbij zoeken we altijd naar de meest economische oplossing voor onze opdrachtgevers: de oplossing die het meest oplevert, zowel in tijd, geld als inhoud (zingeving)’ - aldus Boudewijn. De eigen verantwoordelijkheid van gemeenten wordt binnen de nieuwe Maltawetgeving nu belangrijk, hoe kijkt u hier tegen aan? ‘Ik zie drie grote ontwikkelingen die het gevolg zijn van elkaar. Archeologie is Wet Ruimtelijke Ordening geworden en het veroorzaker-betaaltprincipe is hieraan gekoppeld. Dit heeft drie grote consequenties waar archeologen erg van zijn geschrokken. Ten eerste; de omslag van sectoraal denken naar het maken van integrale afwegingen binnen de ruimtelijke ordening. Het tweede punt komt hier direct uit voort; van centraal naar decentraal beleid gaan. Alle verantwoordelijkheid en het maken van keuzes ligt nu bij de gemeenten, waarbij de hogere overheden de hele grote lijnen uitzetten. Het derde punt is van door overheid gesubsidieerd werk naar commerciële marktwerking. En deze archeologiemarkt voert nu al het overgrote deel van het werk uit. Voor alle drie zaken moeten gescheiden oplossingen worden gevonden.’ Het selectiebeleid is binnen archeologiekringen een groot discussiepunt, gemeenten kunnen zelf gaan kiezen voor welke periode ze willen gaan of hoeveel m2 vrijwaring van onderzoek. Wat vindt u hiervan? ‘Volkomen belachelijk, want ik vind dat dit namelijk al is geregeld. De manier waarop dit is geregeld geeft de gemeenten al voldoende ruimte om dit zelf te bepalen. De gemeente dient dus zelf keuzes te maken en speerpunten te formuleren. En het gaat dan om de onderbouwing van deze keuzes (archeologisch inhoudelijk, economische redenen). Dat op
andere vlakken geen inhoudelijke normen aan de wet zijn gesteld vind ik zonder meer een gouden zet van de staatssecretaris! Want zowel de problematiek als het maken van de keuzes komt te liggen op het niveau waar men op de blaren moet zitten. Namelijk bij de gemeente.’ Wat zou de nieuwe Maltawetgeving kunnen betekenen voor de werkgelegenheid van (nieuwe) archeologen? ‘De komende tijd zal de archeologiemarkt blijven groeien, maar hierin zal wel een verschuiving komen die meer gericht zal zijn op beleid en advisering. De archeologie moet dit zich ook aantrekken, want hiervoor zijn namelijk andere type mensen nodig. Mensen die mee kunnen denken met andere beleidsvelden en die niet alleen sectoraal denken. Dit soort mensen is op dit moment behoorlijk schaars!’ Afsluiter? ‘Mijn visie is wel dat het van essentieel belang is hoe nu door de verschillende overheden de wetgeving zal worden uitgevoerd en hoe de kaders worden gesteld. Er moet een duidelijke scheiding komen tussen overheid en markt, waarbij beiden een duidelijke positie hebben, maar wel constructief meedenken. Er is nu een verschuiving van overheid naar markt gaande waarbij de overheid geen keuzes durft te maken en de markt altijd de gebeten hond is. Als een gemeente weet wat zij wil, maakt het daarna niet uit wie het werk uitvoert.’
Voorheen was Marc Kocken onder meer werkzaam als provinciaal archeoloog bij de provincie Zeeland en bij de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek in de functie van beleidsmedewerker Inrichting & Beheer. ‘ADC Heritage is meer dan alleen een adviesbureau, we vervullen ook vaak de rol van intermediair tussen opdrachtgevers, ontwerpers en/of architecten. Zo informeren en inspireren we vaak verschillende partijen in bijvoorbeeld ontwerpateliers om het erfgoed op een uitnodigende manier in ruimtelijke ontwikkelingsopgaven te benutten.’ De eigen verantwoordelijkheid van gemeenten wordt binnen de nieuwe Maltawetgeving nu belangrijk, hoe kijkt u hier tegen aan? ‘Dat vind ik een heel goede zaak. Op bestem mingsplanniveau wordt bepaald welke functies waar worden toegestaan en daar heb je direct te maken met de ondergrond en dus met de archeo logie. Ik vind het logisch dat op dat niveau de lusten en lasten worden neergelegd. Voor veel gemeenten was archeologie een nog onbekend terrein, omdat ze daar maar sporadisch mee te maken kregen. En omdat er geen duidelijke koppeling bestond met de RO was er weinig affiniteit. Nu de bal bij de gemeenten ligt creëer je de mogelijkheid een band op te bouwen met het onderwerp. De gemeenten zijn nu verplicht iets te doen en zo raken ze er meer mee bekend. Aan hen de taak met het onderwerp aan de slag te gaan!’ Het selectiebeleid is binnen archeologiekringen een groot discussiepunt, gemeenten kunnen zelf gaan kiezen voor welke periode ze willen gaan of hoeveel m2 vrijwaring van onderzoek. Wat vindt u hiervan? ‘Ik vind het jammer dat de norm van 100 m2 er doorheen is gedrukt. Dit had een 0-norm moe ten zijn, waarbij per locatie/gebied beredeneerd normering plaatsvindt. Midden in een historische binnenstad, zoals Nijmegen, is 100 m2 zonder meer funest, want het zit daar tjokvol archeo logie. Selectiebeleid hoort erbij en dat vind ik ook een goede zaak. We kunnen immers niet alles bewaren. Archeologie is wel een kwetsbaar goed, dus daar moeten we niet lichtzinnig over denken. Er dienen weloverwogen besluiten te worden genomen op basis van inhoudelijke argumenten. Het maken van een archeologische waarden- en verwachtingskaart, is nodig om deze inzichten vervolgens te koppelen aan een te formuleren onderzoeksagenda. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de ontwikkelingsgeschiedenis van stad en dorp. Op basis hiervan kan een selec tiebeleid volgen, maar wel in samenspraak met de omliggende regio, de buurgemeenten en de provincie. Afstemming helpt mede de keuzes helder te maken.’ Wat zou de nieuwe Maltawetgeving kunnen betekenen voor de werkgelegenheid van (nieuwe) archeologen? ‘De werkgelegenheid zal nog wel toenemen, vooral voor de invulling van beleidsmatige taken. Maar ook in de uitvoering zal gekwalificeerd personeel benodigd blijven, want er wordt in de praktijk meer gekozen voor opgraven dan behoud van een locatie. Daarnaast moet nog hard worden gewerkt aan alle achterstanden die er liggen. Ik juich het dan ook toe dat het laatste amendement over het zogeheten Odysseeproject
is aangenomen bij de laatste kamerbehandeling van de wet! Hierdoor komt geld vrij voor wegwerking van onuitgewerkt onderzoek. Dit kan mede leiden tot bundeling en synthese, zodat we onze ontwikkelingsgeschiedenis kunnen updaten en bijwerken. Daar hebben we immers allemaal belang bij!’ Wat vindt u erg belangrijk ten aanzien van de nieuwe, aanstaande wetgeving rond Malta? Wat vindt u positief of juist negatief? ‘Positief ben ik sowieso over de koppeling met de RO. Daar worden de afwegingen gemaakt. Wat ik jammer vind is dat artikel 9 uit het Malta verdrag niet direct is doorvertaald in de wet. Dit betreft het punt van informatievoorziening en maatschappelijke benutting van uitkomsten van archeologisch onderzoek. Het is zonder meer spijtig dat dit niet wat meer handen en voeten is gegeven. Dit had gekund door bijvoorbeeld binnen projecten een reservering te maken voor informatievoorziening. Dit zou naar mijn mening verplicht moeten zijn binnen de grotere projecten. Deze reservering kan dan ten goede komen aan publieksvoorlichting, informatie voorziening, een publieksvriendelijke folder, een brochure van het onderzoek, of een vorm van verbeelding op de locatie na afloop van een archeologisch onderzoek. Bij ADC Heritage geven wij het verleden een gezicht. Dit doen we ook op verschillende locaties. Maar omdat er geen verplichting geldt, blijkt het een lastig gegeven, omdat simpelweg de reservering ontbreekt. Wanneer er bijvoorbeeld open dagen zijn bij een opgraving, kweekt dit enorm veel goodwill en maatschappelijk draagvlak bij bezoekers en omwonenden. Dit had nog meer kunnen worden bereikt met het sterker aanzetten van het publieksartikel van het Verdrag van Valletta (Malta).’ Afsluiter? Mijn ideale omgang met de archeologie is er een dat in ieder geval zorgvuldig en weloverwogen keuzes worden gemaakt op zowel behoud van een locatie of onttrekken van informatie aan een locatie. En dat iedere plek de behandeling krijgt die deze moet krijgen. Of archeologie nu blijft zitten of eruit wordt gehaald, ik vind het belang rijk dat er in ieder geval wat mee gebeurt op de plek zelf. Ik ben, het Belvedere-gedachtegoed volgend, voor een aansprekende inrichting en ontsluiting van sites: behoud door ontwikkeling. Op nieuw te ontwikkelen locaties zoals woonwij ken worden mensen dan in staat gesteld mede een identiteit te ontlenen aan het verhaal van die plek. Nu gebeurt er vaak nog te weinig met de vergaarde informatie. Wanneer we op bijzondere locaties die daarom vragen iets zichtbaar en beleefbaar maken, dan ben ik een gelukkig mens.
pagina
ArcheoWerk, nummer 6, zomer 2006
Fokko Kortlang
Dr. Karen Waugh is archeoloog en managing partner van Vestigia BV Archeologie & Csultuurhistorie. Het adviesbureau richt zich vooral op beleidsontwikkeling en -ondersteuning voor overheden, archeologisch project- en proces management van (complexe) archeologie binnen ruimtelijke inrichtingsprojecten, gebieds gerichte risico-analyses en advies in het kader van nieuwbouw projecten en tenslotte research voor beleid.
Fokko Kortlang heeft ruim 20 jaar ervaring in de archeologie en heeft in september 2005 het bureau ArchAeO opgericht. ArchAeO is een onafhankelijk adviesbureau dat zich toelegt op de advisering en ondersteuning van (gemeentelijke) overheden, projectontwikkelaars, bouwers en archeologische instanties.
Vestigia werkt voornamelijk voor vier soorten opdrachtgevers: 1. overheid (gemeenten, provincie, rijk) 2. projectontwikkelaars, vastgoedbedrijven, en andere bouwers 3. stedebouwkundige- en ingenieursbureaus, en landschapsarchitecten 4. de archeologiesector zelf. Karen Waugh had zich oorspronkelijk gespecialiseerd in de provinciaal romeinse archeologie en is inmiddels al meer dan twintig jaar werkzaam in de archeologie branche (commerciële archeologie en rijksoverheid in Engeland en Nederland) waarvan tien jaar als archeologisch consultant en projectmanager archeologie bij grote bouwprojecten.
Het werkgebied van ArchAeO omvat hoofdzakelijk de provincies Noord-Brabant en Limburg. ArcheoWerk spreekt Fokko Kortlang in het Historisch Openluchtmuseum te Eindhoven, waar hij op loopafstand vanaf woont. ‘Het leukste vind ik om de partijen bij elkaar te brengen en oplossingen te bedenken waar een ieder zich in kan vinden. Daar put ik enorm veel energie uit!’
Werving en Selectie U itz en de n
Het allereerste uitgangspunt om te komen tot een archeologiebeleid en vervolgens een selectiebeleid is het laten vervaardigen van een beleidsadvieskaart en een waardenkaart. Deze kaarten vormen de basis voor het uit te stippelen beleid. Het kan niet de bedoeling zijn dat door de archeologie een hele gemeente op slot gaat voor ruimtelijke ontwikkelingen; er moet worden gekeken naar wat haalbaar is in afweging met andere belangen. Het commitment van de politiek en de ambtenaren vind ik daarbij heel belangrijk. Men moet zelf goed met de archeologie willen omgaan en daar ook geld voorover hebben om tot goed beleid te komen. Dit beleid kun je nooit alleen vanuit de RO sturen, want archeologie hangt nauw samen met cultuur, identiteit, welzijn, educatie en toerisme. Voor de visieontwikkeling is vooral de combinatie van deze aspecten met de RO van groot belang. De gestelde ondergrens van 100 m2 is niet hard, maar is helemaal afhankelijk van de soort
Wat vindt u erg belangrijk ten aanzien van de nieuwe, aanstaande wetgeving rond Malta? Wat vindt u positief of juist negatief? ‘Dat het er eindelijk van komt is heel positief! Dit geeft namelijk een hoop duidelijkheid. Nu zijn we eindelijk op de goede weg en raken de zaken in een stroomversnelling. Voor de gemeenten lijkt het me nu heel verstandig om de touwtjes in eigen handen te nemen.’
Deta che ren
Afsluiter? ‘Vestigia heeft in de afgelopen vijf jaar veel ervaring opgedaan met archeologische beleidsondersteuning en het maken van archeologische en cultuurhistorische beleidsen risicokaarten. Als het gaat om een visie, het leveren van maatwerk, afgestemd op lokale behoefte, zien wij dit als een belangrijke en interessante uitdaging voor de toekomst.’
Het selectiebeleid is binnen archeologiekringen een groot discussiepunt, gemeenten kunnen zelf gaan kiezen voor welke periode ze willen gaan of hoeveel m2 vrijwaring van onderzoek. Wat vindt u hiervan? ‘Daar moet goed over worden nagedacht! Wat heeft een gemeente voor belang bij een goede omgang met archeologie? Wat zegt dit over haar identiteit? Ik vind dat het selectiebeleid vooral in een ruimtelijk blikveld moet worden bekeken. De archeologie in een gemeente staat niet op zichzelf, maar is ingebed in een groter verband. Wat gebeurt er archeologisch in de omgeving, in de buurtgemeenten, de regio? De gemeenten krijgen nu het heft in eigen handen, maar dat wil niet zeggen dat ze het allemaal zelf moeten gaan oplossen. Ze kunnen hun krachten ook bundelen, bijvoorbeeld in regionale verbanden.
Wat zou de nieuwe Maltawetgeving kunnen betekenen voor de werkgelegenheid van (nieuwe) archeologen? ‘Een meer gedifferentieerd archeologiebestel vraagt om andere, nieuwe, kennis en vaardigheden naast de traditionele archeologische basistechnieken. In de toekomst zal binnen de commerciële archeologie een groeiende behoefte bestaan aan vakmensen die zich toe hebben gelegd op die onderdelen van het vak waar de archeologiebedrijven hun bestaan aan ontlenen: prospectie-archeologie, remote sensing, bronnenonderzoek, post-excavation,
Wat vindt u erg belangrijk ten aanzien van de nieuwe, aanstaande wetgeving rond Malta? Wat vindt u positief of juist negatief? ‘De archeologiewetgeving is de formele bekrachtiging van een proces dat ruim tien jaar geleden is ingezet en voor wat betreft heel veel facetten al werkt. Het is belangrijk dat daarmee een einde komt aan een hoop onduidelijkheid en onzekerheid over wat nu precies wel moet of mag. Met de wet is niet alle archeologie opeens veiliggesteld - veel archeologen vergeten dat bij hun overwegingen, de conclusie ook kan zijn dat de archeologie afvalt - de archeologie is daarmee niet meer alleen het speeltje van de archeologen zelf. Dat is helemaal niet erg, mits archeologen leren om daarmee om te gaan. Positief is ook dat feitelijk voor het eerst iets is geregeld over het kostenverhaal en de financiering. Veel archeo logen rekenen zich daarmee op een verkeerde manier rijk. Het ‘veroorzaker-betaalt-principe’ zou niet automatisch moeten leiden tot meer archeologie, meer werk en meer omzet. Als archeologen zich niet leren beheersen en zoveel mogelijk willen onderzoeken, zonder aansprekende resultaten te hebben, dan keert het tij zich vroeg of laat tegen hen.’
Wat zou de nieuwe Maltawetgeving kunnen betekenen voor de werkgelegenheid van (nieuwe) archeologen? ‘Je kunt het als volgt zien; de Maltawetgeving komt er nu aan. De huidige adviseurs kun je in deze fase misschien vergelijken met zendelingen die het nodige missiewerk verrichten en gemeenten ondersteunen bij het oplossen van acute problemen of bij het opzetten van een archeologiebeleid. Dat beleid dient vervolgens verder vorm te worden gegeven en tot uitvoering te worden gebracht. Beleid en uitvoering is een proces van continue aanpassingen en bijsturing en daar heb je binnen je organisatie medewerkers voor nodig met vakinhoudelijke kennis.’ Moet er nu overal een gemeentearcheoloog komen? ‘Nee, meer een soort archeologisch beleidsmedewerker die zorgt dat het beleid en de uitvoering goed verloopt en regelmatig geactualiseerd wordt, die problemen kan oplossen én die over een archeologisch netwerk beschikt. De universiteiten richten zich ook steeds meer op het opleiden van archeologen in deze maatschappelijke richting en passen daar hun studieprogramma’s op aan.’
www.archeowerk.nl
Het selectiebeleid is binnen archeologiekringen een groot discussiepunt, gemeenten kunnen zelf gaan kiezen voor welke periode ze willen gaan of hoeveel m2 vrijwaring van onderzoek. Wat vindt u hiervan? ‘Deze stelling is principieel onjuist en berust op een te simplistische uitleg van wat de wetgever beoogt. Met de nieuwe archeologiewet is het bodemarchief niet opeens verworden tot een grabbelton waar iedere gemeente iets uit mag pakken wat van pas komt. Waardering en selectie van archeologische vindplaatsen rust nu al op een fundament van algemeen geaccepteerde criteria. Het is aan de archeologen om die criteria te verbeteren en op begrijpelijke wijze te communiceren. Doelstelling van elk gemeentelijk beleid dient te zijn die criteria zorgvuldig toe te passen op het eigen bodemarchief en vervolgens te vertalen naar uitvoerbare en proportionele maatregelen. Goede adviseurs zorgen voor het vereiste maatwerk.’
ontwikkeling van effectieve veldwerktechnieken, erfgoedmanagement enzovoort. Studenten dienen bij het kiezen van een specialisatie ook na te denken over de maatschappelijke behoefte daaraan.’
archeologie. In de wetgeving staat overigens ook dat dit door de gemeenten zelf kan worden ingevuld. Bij een oude stadskern kan het zinvol zijn de ondergrens een stuk lager te leggen.’
De eigen verantwoordelijkheid van gemeenten wordt binnen de nieuwe Maltawetgeving nu belangrijk, hoe kijkt u hier tegen aan? ‘De nieuwe wet op de archeologische monumentenzorg zorgt voor een meer gedifferentieerde archeologie en een breder palet van betrokkenen. Daarbinnen wordt de eigen rol van de gemeenten duidelijker en sterker. Dat is goed, want gemeenten hadden en hebben vanuit hun verantwoordelijkheid voor een goede ruimtelijke ordening ook de meeste mogelijkheden om hun eigen bodemarchief te beheren. Daarnaast verschilt archeologie van plaats tot plaats en is in dit land, ook als het gaat om archeologie, steeds meer behoefte aan maatwerk. Het is daarbij natuurlijk wel zaak dat gemeenten die rol serieus nemen en in ieder geval bereid zijn te investeren in kennis van en informatie over de mogelijkheden van het eigen bodemarchief.’
De eigen verantwoordelijkheid van gemeenten wordt binnen de nieuwe Maltawetgeving nu belangrijk, hoe kijkt u hier tegen aan? ‘Ik denk dat door een eigen beleid en uitvoering de archeologische monumentenzorg voor de gemeenten beheersbaar wordt. In meerdere opzichten biedt de nieuwe wetgeving meer kansen dan dat het als last moet worden gezien. Op allerlei manieren wordt het opzetten van een eigen gemeentelijk archeologiebeleid gestimuleerd. Zo ondersteunt bijvoorbeeld de provincie Limburg de Limburgse gemeenten met subsidies voor het opstellen van archeo logische beleidsadvieskaarten. Kortom, van alle kanten worden handvatten aangereikt om een eigen beleid op te zetten. Adviseurs kunnen een rol vervullen bij het opzetten van een dergelijk beleid.’
Pay-rolldienst
Be mid d e lin g
Karen Waugh
ArcheoWerk, nummer 6, zomer 2006
archeowerkers aan het woord Judith Smit Werkt bij: Functie: Opleiding:
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) Archismeldpuntbeheerder Industrieel Design, ROC Utrecht
Judith Smit (22) is sinds maart 2005 werkzaam bij de ROB als Archismeldpuntbeheerder. ‘Het werk bevalt goed, is erg leuk. Veel afwisselende werkzaamheden. Ook de ROB bevalt goed.’ Op de vraag wat ze precies doet volgt een ingewikkeld verhaal. ‘Ik beheer het computerprogramma ARCHIS op internet, ik ben daarvoor een soort helpdesk. Bij vragen of problemen kan men bij mij terecht. Ook heb ik een soort controlefunctie voor ingevoerde data. Soms zit ik mensen achter de broek aan om bijvoorbeeld een Programma van Eisen naar de ROB te sturen. Dit moet namelijk altijd voordat aan een onderzoek begonnen kan worden. Veel mensen vergeten dit.’ De voorgeschiedenis van Judith is opmerkelijk te noemen. Zo heeft ze geen archeologieopleiding gevolgd, maar Industrieel Design aan het ROC te Utrecht. Naast haar werk op de ROB volgt ze de HBO opleiding Interieurstyling bij Artemis te Amsterdam. Maar hoe is ze dan in de archeologie beland? ‘Via een vriendin werd ik getipt voor een functie bij de ROB. ArcheoWerk en ADC ArcheoProjecten hebben het voor mij mogelijk gemaakt hier te werken. De functie-eisen lagen toevallig meer op technisch en communicatief vlak, vandaar!’ Tot slot.‘Ik ben meer geïnteresseerd geraakt in de archeologie, in het werk. Hiervoor had ik er nooit iets mee te maken, maar ik vind het toch wel leuk! Dat je van sporen kunt aflezen dat ergens een boerderij heeft gelegen. Ik ben ook een keer mee geweest naar een opgraving, erg bijzonder. Ik zou best langere tijd bij de ROB willen doorbrengen, maar na afronding van mijn studie wil ik toch wat gaan doen met interieurstyling!
Pay-rolldienst
Be mid d e lin g
pagina
Werving en Selectie
Arthur Reinink Werkt bij: Jacobs & Burnier Functie: archeoloog Opleiding: pre- en protohistorie, Universiteit Leiden
Arthur Reinink is sinds enige tijd werkzaam bij Jacobs & Burnier als archeoloog. Na zijn studie te hebben afgerond (1996) heeft Arthur al bij aardig wat instanties gewerkt. ‘Na mijn studieperiode heb ik eerst een korte periode voor Archol gewerkt, vervolgens bij BOOR in Rotterdam en hierna weer vijf jaar bij de gemeente Rijswijk. En nu dus bij Jacobs en Burnier via ArcheoWerk.’
Arthur vertelt aan ArcheoWerk iets over zichzelf, waaronder zijn bijzondere eindscriptie in 1996. ‘Mijn scriptie ging over Aruba, waar oorspronkelijk indianen hebben gewoond. Hier was een deel van een nederzetting opgegraven en daarvan heb ik de schelpcomponent bestudeerd. Ik heb onderzocht waar de indianen de schelpen vandaan hebben gehaald en wat het zegt: in hoeverre vertegenwoordigt het voedselafval, of is het gebruikt als materiaal voor de fabricage van werktuigen en sieraden? Of had het een cultureel-religieuze functie als bijgift in een graf?’
Walter de Winter Werkt bij: Provincie Noord-Holland Functie: Assistent depothouder Opleiding: Archeologie van het Midden Oosten, Universiteit Leiden
De tache ren
U itz en de n
‘Wat mij in mijn huidige vak intrigeert is aan de hand van opgraafgegevens het verhaal erachter te kunnen ontdekken. Een visie op het verleden, hoe mensen in wat voor omstandigheden hebben geleefd, in wat voor milieu. Vooral voor de prehistorie vind ik dit interessant omdat van deze periode geen schriftelijke bronnen bestaan. De relatie tot de natuur was in de prehistorie veel groter.’ Hoe zie je de toekomst? ‘Graag wil ik in de toekomst werkzaam blijven in de archeologie en mij blijven ontwikkelen tot senior archeoloog. Mijn voorkeur gaat uit naar de prehistorie, dit is ook mijn studie geweest. Vooral de biologische component - archeozoölogie en fysische antropologie - trekt me zeer.’
Walter de Winter is sinds 20 maart werkzaam als assistent depothouder bij de Provincie Noord-Holland. Hij studeerde archeologie van het Nabije Oosten aan de Universiteit van Leiden en heeft opgravingen verricht in onder andere Jordanië en Syrië. Wat houden zijn werkzaamheden zoal in? ‘Om de paar weken komen er dozen binnen van allerlei opgravingen. Dit materiaal gaat ook door mijn handen. De fraaiste vondsten worden gerestaureerd met de bedoeling ze tentoon te stellen. Samen met de depotbeheerder zoek ik deze ook uit. Hierdoor wordt de Nederlandse archeologie meer toegankelijk gemaakt voor het publiek. Tot nu toe vind ik dat het depot nog een beetje wordt ondergewaardeerd. Veel mensen weten ook niet wat het inhoudt. In de toekomst kunnen mensen via internet inloggen in het depotsysteem en op zoek gaan naar specifieke vondsten.’ Hoe ziet Walter zijn toekomst verder? ‘Bij het depot ga ik waarschijnlijk door tot 8 juli van dit jaar. Hierna zou ik hier graag willen blijven, maar het is nog onduidelijk hoe het zich verder gaat ontwikkelen. Mijn doel is meer in de museale wereld te blijven werken. In 2004 ben ik afgestudeerd en in 2005 ben ik begonnen met een managementopleiding. Dit probeer ik ook af te maken. Daarnaast ben ik bezig met de opzet van een eigen bedrijfje om archeologische objecten bij bijvoorbeeld bedrijven tentoon te stellen. Geïnteresseerden kunnen eens een kijkje nemen op: www.ancientartifacts.nl !’
Vervolg van voorpagina
Colofon
Staatssecretaris Medy van der Laan over Malta
Nieuwsbrief, nummer 6, zomer 2006
Fotografie: ArcheoWerk
ArcheoWerk
Pay-rolldienst
Nijverheidsweg-Noord 114 3812 PN Amersfoort T (033) 299 83 93 F (033) 299 81 89
E
[email protected]
ArcheoWerk werkt met de CAO voor Uitzendkrachten die zaken regelt als loon, in- en uitdiensttreding, maar ook scholing en opleiding, pensioen, vakantiewerkers, kostenvergoedingen en het opvolgend werkgeverschap. Tot slot wordt ArcheoWerk als ABUlid continu op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen op het gebied van uitzendtechnische zaken, de arbeidsmarkt en regelgeving.
Werving en Selectie
ArcheoWerk is lid van de grootste werkgeversorganisatie in de uitzend- branche, de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen). Het ABU-logo staat voor kwaliteit, zekerheid en betrouwbaarheid. Als lid van de ABU voldoet ArcheoWerk aan de strenge lidmaatschapscriteria en het ABU-logo geeft opdracht gevers de zekerheid dat zij werken met een uitzend organisatie die financieel betrouwbaar is.
ArcheoWerk is ABU lid
U wekt de indruk dat archeologie voor u persoonlijk belangrijk is? ‘Mijn allereerste werkbezoek, ik was toen net vijf dagen in functie, was op eerste Pinksterdag. Het betrof de archeologische opgraving van het romeinse schip te Leidsche Rijn. Ik werd gevraagd te komen kijken, want drie dagen later zou het schip worden opgetild en naar Lelystad worden gebracht ter conservatie. Op een zondagmorgen ben ik toen met man en kinderen gaan kijken. Dat was echt leerzaam: men vertelde dat er een wachttoren was gevonden. En ik maar afvragen, wáár is die toren? Maar uiteindelijk bleek de toren te bestaan uit enkele verkleurde sporen in het zand. Dat was het dan. Toen drong het tot me door hoe ontzettend kwetsbaar de archeologie eigenlijk is. Want met een graafmachine zouden deze zo vernietigd zijn, daar merk je niets van. Vervolgens drong het tot me door wat voor een ontstellende hoeveelheid informatie de afgelopen decennia en zelfs eeuwen ongezien verloren is gegaan. Dat is wat ik die dag vooral heb geleerd. En hoe belangrijk archeologisch vooronderzoek is!’
Interviews, teksten en eindredactie: Anton Cruysheer, Margot Kieskamp
www.archeowerk.nl Bezoek onze website regelmatig voor de nieuwste vacatures en de beste medewerkers.
Brigit Faassen-Barink Mijn naam is Brigit Faassen-Barink en op 29 mei 2006 ben ik in dienst getreden bij ArcheoWerk in de functie van adviseur. Ik stel mij graag nader aan u voor. Ik ben goed bekend met de ‘materie’, want de afgelopen vijf jaar heb ik bij Start Uitzendbureau gewerkt als intercedent. Mijn taken bestonden hier voornamelijk uit werving en selectie, relatiebeheer, acquisitie en het inschrijven en plaatsen van kandidaten.
Uw archeologisch beleid deskundig van de grond
ArcheoWerk heeft de beleidsmedewerkers die u zoekt al gevonden
Deta cher en
Even voorstellen
Critici zeggen dat ‘Malta’ erg is opgehangen aan de Ruimtelijke Ordening systematiek, waarbij het gevaar leeft dat gemeenten simpelweg gaan streven naar ‘schoongrond-verklaringen’ om te kunnen ontwikkelen en naar het sluitend krijgen van de grondexploitatiebegroting. (Financiële) ruimte voor wetenschappelijke analyse en publieksbereik is er niet of nauwelijks, zodat geluiden opgaan als: ‘waar doen we het allemaal voor?’. ‘Het uitgangspunt van het Maltaverdrag is om de archeologie in de grond te houden. En elk bouwproject kan daarvoor een verstoring zijn. Daarom is er ook een prikkel georganiseerd om gemeenten te wijzen op het belang van de archeologie. De universiteiten moeten zelf aangeven welke vindplaatsen ze graag willen onder zoeken en moeten dit zelf uit hun eerste, tweede of derde geldstroom financieren en hiervoor afspraken maken met de gemeenten. Over de publiekskant zeg ik: of het nu gaat om een prachtige molen of om een archeologische opgraving en of het nu gaat om een rijksmonument of een gemeentelijk monument, als een gemeente slim is zorgt ze er zélf voor dat er een publiekselement in zit. Een stad als Amsterdam kan niet leven zonder haar monumenten. Daar heeft ze zelf profijt van. Als je daarom als gemeente niet geeft om het publieksbereik vind ik echt dat het gezegde “Penny wise, pound foulish” opgaat. Naast deze toeristische kant, denk ik bijvoorbeeld ook aan een nieuwbouwlocatie als Leidsche Rijn. De wijze
Wat zou u willen zeggen tegen de (sterk in aantal groeiende) archeologiestudenten? Hebben zij nu goede arbeidskansen? ‘Volgens mij is het een prachtig vak! De combinatie met Malta en de enorme bouwopgaven die in Nederland liggen - kijk maar naar de Nota Ruimte - biedt veel mogelijkheden. Hoewel we zoveel mogelijk in de grond willen laten zitten, moeten we wel veel vooronderzoeken doen om te weten waar iets zit en wat het voorstelt. Er zullen dus nog steeds veel verrassende onderzoeken worden gedaan. Voor gemeenten is het erg belangrijk dat ze heel gericht gaan sturen aan de hand van de waarden- en verwachtingskaarten. Ook is er nog een boel achterstand en ligt er nog veel onuitgewerkt onderzoek op de plank. Dit wordt steeds knellender. Op termijn moet hiervoor een oplossing komen. En dat zie ik voor de overheden ook als ambitie voor de komende jaren.’ Wordt er iets mee gedaan? ‘Uiteindelijk wel, maar eerst moet duidelijk zijn wat het voorstelt. Er moet samenhang worden gebracht tussen de vondsten. Ik vind het erg dat deze samenhang onontdekt blijft. Want als we namelijk zeker zouden weten dat er geen belangwekkende zaken nog verwerkt moeten worden, kunnen we keuzes maken. Maar zelfs dát weten we niet eens.’
Deze krant is een uitgave van ArcheoWerk
Achterliggende gedachte van de Maltawetgeving is dat er van het archeologisch erfgoed meer ‘in situ’ moet worden bewaard. Gemeenten worden in staat gesteld meer eigen verantwoordelijkheid te nemen; in het opstellen van beleid en het maken van keuzes (bijvoorbeeld selectiebeleid). Uiteraard zijn hiermee kosten gemoeid (bestuurslasten, deskundigheidsbevordering). Worden gemeenten hiervoor gecompenseerd? ‘Ja, hiervoor worden de gemeenten gecompenseerd. Er is voor de extra bestuurslasten 9 miljoen beschikbaar waarvan 6,35 miljoen voor de gemeenten en 2,65 miljoen voor de provincies. Daarnaast is voor de incidentele beleidsontwikkeling 4,5 miljoen beschikbaar voor de gemeenten en 3,5 miljoen voor de provincies. Dit laatste is dus puur om het beleid op te stellen en om kaart beelden te maken. Hiervoor heb ik ook onderhandeld met de VNG/IPO. Er komt een generieke budgetstorting, oftewel een storting in het gemeentefonds en in het provinciefonds. Dus gemeenteambtenaren moeten binnen hun gemeente hierop zélf een beroep doen.’
waarop hier met de archeologie is omgegaan heeft een enorm effect gehad op de identiteit van de nieuwe bewoners. Monumenten kunnen zorgen voor het wijgevoel, het gaat om ons stukje verleden. Ik was aanwezig bij de opgraving van het romeinse schip te Leidsche Rijn en heb daar gezien hoe enthousiast de bewoners op deze bijzondere vondst reageerden. Ik vind dit een goed voorbeeld hoe aan een nieuwbouwwijk een identiteit kan worden meegegeven. Bij een aantal soortgelijke gevallen heeft het ook een gemeenschapszineffect gehad. Ik vind dat je dit als gemeente moet koesteren.’
ook mondeling wil behandelen omdat vooral de SP erg geïnteresseerd is in dit onderwerp. Maar, wie weet, wordt het toch een hamerstuk!’ En hoe lang gaat dit duren? ‘Het kan nu snel gaan. Ik heb gevraagd om het voor de zomer te behandelen, dus mogelijk komt het nog voor die tijd op de agenda anders wordt het net erna. Hoe dan ook zou ik het wel graag zelf willen afronden! En dan werken we verder aan twee Algemene Maatregelen van Bestuur om het wetsvoorstel verder uit te werken. En als het dan is aangenomen door de Eerste Kamer, dan kan het vervolgens in het Staatsblad worden geplaatst.’
Be mid d e lin g
ArcheoWerk, nummer 6, zomer 2006
Ui tz e nd en
pagina
Ik ben in februari moeder geworden van een prachtige dochter, Fleur. Ik ben dan ook blij dat ik parttime (op maandag, donderdag en vrijdag) bij ArcheoWerk kan werken. Hierdoor ben ik in staat mijn werk en thuis goed te combineren. Tot slot ben ik gelukkig getrouwd met mijn man Rutger. Ik hoop u als kandidaat of werkgever binnenkort te spreken! Brigit Faassen
Professioneel archeologisch beleid is, nu de Malta wetgeving door de Tweede Kamer is, bijzonder actueel. ArcheoWerk heeft de kennis en perso neelskracht om uw beleid deskundig van de grond te tillen. Informeer en vraag de folder aan.
Ook had ik bij Start contacten met diverse bedrijven in diverse branches en zocht ik per bedrijf de juiste kandidaten. Bij ArcheoWerk heb ik nu te maken met één vakgebied, namelijk de archeologie! Tot nu toe vind ik het werk bij ArcheoWerk erg leuk en ik heb er dan ook bijzonder veel zin in mijzelf hierin verder te ontwikkelen. Voor mij is Archeologie helemaal nieuw, maar des te groter is de uitdaging!
zoeken en vinden
Be mid d e lin g
vraag
Neem voor alle functies contact op met Margot Kieskamp: 033-2998393
aanbod
Specialist Middeleeuwen / Post Middeleeuwen
Aankomend Archeoloog
Standplaats : Nijmegen Werkzaamheden : determineren en schrijven van rapportages van reeds gedeponeerd materiaal en nieuw materiaal Vereisten : afgestudeerd, initiatiefrijk, zelfstandig Inzet : in principe fulltime, overleg mogelijk Per : direct Dienstverband : streven naar vaste aanstelling
Afgestudeerd : pre- en protohistorie, specialisatie Zoölogie Woonplaats : Groningen Ervaring : als veldmedewerker sinds 2004 voor diverse archeologische projecten in Noord Nederland Profiel : harde werker, slim, ambitieus Beschikbaarheid : per direct Inzetbaar : 40 uur per week, regio Noord en Oost
Senior archeoloog
Materiaalspecialist Oude Steentijd
Standplaats : Swalmen Werkzaamheden : Opzetten archeologietak, aanvragen certificering Vereisten : afgeronde archeologische opleiding, minimaal zes jaar professionele werkervaring prospectie ervaring. Woonachtig rondom Nijmegen. Inzet : fulltime Per : in overleg Dienstverband : streven naar vaste aanstelling
Afgestudeerd : Woonplaats : Ervaring : Profiel : Beschikbaarheid : Inzetbaar :
Senior archeoloog
Divers
Standplaats : Tilburg Werkzaamheden : schrijven van PvE’s, onderhouden van netwerk, leiding geven, uitwerken van rapportages, uitvoeren van archeologische projecten Vereisten : afgeronde archeologische opleiding, minimaal zes jaar werkervaring Inzet : fulltime Per : direct Dienstverband : streven naar vast dienstverband
Afgestudeerd : Scandinavische Talen en Culturen (2004), Archeologie: Viking and Early Medieval Studies, MA (2005) Woonplaats : Groningen Ervaring : o.a. als Geofysisch assistent, vertaler, assistent-registrator/fotograaf archeologische depot Profiel : vriendelijk, sympathiek, ondernemend Beschikbaarheid : per direct Inzetbaar : circa 20 uur per week in heel Nederland
prehistorie van West-Europa (1997) Haarlem medior niveau. Sinds 1997 aan het werk binnen de archeologie, waarvan 4 jaar als Assistent in Opleiding wetenschappelijke instelling, rustig, nuchter, vriendelijk per direct 24 uur per week in West Nederland
Werving en Selectie
Pay-rolldienst
zoeken en vinden
Standplaats : Amersfoort Werkzaamheden : offertes schrijven, bureau onderzoek verrichten, contact opbouwen en onderhouden met klanten, boringen verrichten, rapportages schrijven Vereisten : afgestudeerd, projectervaring, ervaring met boringen, rijbewijs Inzet : fulltime Per : direct Dienstverband : half jaar, mogelijk structureel dienstverband
Veldwerker/ Junior Archeoloog Afgestudeerd Woonplaats Ervaring Profiel Beschikbaarheid Inzetbaar
: : : : : :
archeologie, universiteit Gent, pre- en protohistorie (2005) Mariakerke (België) 19 weken tijdens en na studie waarvan 4 weken in Zeeland, m.n. Middeleeuws vriendelijk, rustig, harde werker per direct 40 uur per week in Zuid Nederland
Fysisch geograaf / archeoloog prospectie en beleid
Ui tz e nd en
Senior archeoloog Standplaats : Capelle a/d IJssel Werkzaamheden : uitwerken van rapportages, uitvoeren van projecten, leiding geven, onderhouden van netwerk Vereisten : afgeronde archeologische opleiding, minimaal zes jaar professionele werkervaring in de archeologie, leidinggevende ervaring Inzet : fulltime Per : direct Dienstverband : vanaf een half jaar
Junior archeoloog Afgestudeerd : Europese Archeologie, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd (2005) Woonplaats : Amsterdam Ervaring : sinds 1999 tijdens studie diverse opgravingen in Nederland, België en Frankrijk. met name Stadskernopgravingen. Daarnaast veel ervaring met GIS-werkzaamheden, zoals waardekaarten, database analyse Profiel : ondernemend, vriendelijk, pro-actief, communicatief vaardig Beschikbaarheid : in overleg Inzetbaar : nu 24 uur per week, in overleg full-time in heel Nederlanddataverwerking
Standplaats : regio Oost Werkzaamheden : zelfstandig archeologische projecten leiden, uitwerken van rapportages, onderhouden van netwerk, berekenen van onderzoeksvoorstellen Vereisten : afgeronde archeologisch opleiding, minimaal drie jaar werkervaring in de archeologie Inzet : 32 – 40 uur per week Per : direct Dienstverband : streven naar vast dienstverband
Medior/senior projectleider Standplaats : Werkzaamheden : Vereisten : Inzet : Per : Dienstverband :
Nederland acquisitie, offertes maken, opzetten van het (prospectie)onderzoek, uitvoering van archeologisch onderzoek, uitwerking en rapportage afgeronde archeologische of fysisch geografisch opleiding, minimaal drie jaar professionele ervaring in de archeologie, ervaring met prospectie onderzoek fulltime direct streven naar vast dienstverband
Det ach eren
Medior/senior archeoloog
Archeoloog Standplaats : Werkzaamheden : Vereisten : Inzet : Per : Dienstverband :
Nederland acquisitie, offertes maken, opzetten van het (prospectie)onderzoek, uitvoering van archeologisch onderzoek, uitwerking en rapportage afgeronde archeologische of fysisch geografisch ervaring opleiding, ervaring in de archeologie in Nederland, ervaring met prospectie onderzoek fulltime direct streven naar vast dienstverband
Maritiem archeoloog Afgestudeerd : Woonplaats : Ervaring : Profiel : Beschikbaarheid : Inzetbaar :
journalistiek (2000), Archeologie University of Melbourne (2002), maritieme archeologie MA (2005) Zwolle half jaar op diverse opgravingen binnen en buiten Europa, w.o. in Nederland, m.n. op maritieme projecten verantwoordelijk, flexibel, sociaal per direct 40 uur per week in heel Nederland, ook voor andere archeologische werkzaamheden
Aankomend archeoloog Studierichting Woonplaats Ervaring
Profiel Beschikbaarheid Inzetbaar
: Europese archeologie : Amsterdam : 70 weken gedurende stages en werk naast studie, op diverse projecten met name in Zuid en West Nederland: Prehistorisch t/m Middeleeuws. Ook ervaring met AutoCAD. : houdt van aanpakken, zelfstandig, sympathiek : per direct : fulltime in heel Nederland
Junior archeoloog Afgestudeerd : Woonplaats : Ervaring : Profiel : Beschikbaarheid : Inzetbaar :
Indiaans Amerika BA (2003) Leiden ruim 2,5 jaar ervaring in veld in West Nederland m.n. Ijzertijd, Romeins en Middeleeuws. Geen prospectie geduldig, heeft overzicht, communicatief vaardig, sympathiek in overleg voor minimaal een half jaar fulltime in heel Nederland
Dit is een selectie u i t o n s o v e r z i c h t . Be z o e k o n z e w e b s i t e w w w . a r c h e o w e r k . n l voor actuele vac a t u r e s e n b e l v o o r b e s c h i k b a r e k a n d i d a t e n 0 3 3 - 2 9 9 8 3 9 3 .