Nieuwsbrief Geregeld in de Zorg
Ofte
Jaargang 9, no. 8 – augustus 2015 Pagina 1
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Voorwoord De nieuwsbrief over augustus is bescheiden van omvang. De zomerperiode heeft maar weinig ingrijpende nieuwsberichten opgeleverd. Dat zal alles te maken hebben met het zomerreces van de Tweede Kamer en het feit dat door de zomervakantie zaken wat stil kwamen te liggen. Dat neemt niet weg dat er van alles gebeurt in de zorgsector. Met name de zorginkoop voor 2016 vraagt de nodige tijd en aandacht van zorgbestuurders. Maar ook de productieregistratie en verantwoording daarover vragen uw en onze aandacht. Eind augustus heeft Coziek, de commissie binnen de NBA voor de zorgsector, hierover een brief gezonden aan de bestuurders van zorgorganisatie. In deze nieuwsbrief treft u meer hierover.
In dit nummer: Voorwoord Uitgelicht Actuele ontwikkelingen in de zorg Wet- en Regelgeving Vastgoed en financiering Arbeidsaangelegenheden Diversen/Overige nieuwsfeiten Juridische Zaken
2 3 8 11 13 16 18 19
“Geregeld in de Zorg” is een uitgave van Verstegen accountants en adviseurs, bestemd voor relaties in de gezondheidszorg. Voor logistieke vragen:
[email protected]
Voor inhoudelijke vragen:
drs. F. (Frans) van der Plaat RA,
[email protected]
Redactie:
L.G.J. (Bert) Mostert RA,
[email protected]
Met medewerking van:
drs. W.A.P. (Wim) Niemans van Niemans Consultancy B.V.
Juridische bijdragen van:
Ten Holter/Noordam advocaten: - mr. L.R.T. (Leon) Peeters - mr. H.A.H.W. (Hugo) Meijer
Bij het samenstellen van deze uitgave is uiterste zorgvuldigheid in acht genomen. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijk onjuiste of onvolledige informatie of voor schade die als gevolg hiervan ontstaat. Gezien het algemene karakter van de uitgave kunnen wij niet instaan voor toepassingsmogelijkheden in specifieke situaties. Alle rechten voorbehouden
Pagina 2
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Uitgelicht Ook in augustus was er in de media veel aandacht voor de pgb-perikelen. Een aantal berichten hierover treft u in onze nieuwsbrief. In deze rubriek “Uitgelicht” gaan we daar echter maar niet verder op in. De berichten in de rubriek “actuele ontwikkelingen in de zorg” spreken voor zich. Verwacht mag worden dat het eind nog niet in zicht is van dit hoofdpijndossier. In de rubriek Uitgelicht besteden we wel aandacht aan de in het voorwoord genoemde brief van Coziek. Verder gaan we kort in op de Wet flexibel werken, de rechtsopvolger van de Wet aanpassing arbeidsduur. Tot slot noemen we de ontwikkeling van enkele vormen van huisvesting, die anno 2015 voor ouderen van belang blijken te zijn. Daarbij ook de roep om terugkeer van het klassieke bejaardenhuis.
1. Knelpunten decentralisatie sociaal domein Eind augustus heeft Coziek, de sectorcommissie voor de zorg binnen de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA), zorgbestuurders geïnformeerd over de ingrijpende consequenties van de wijzigingen in wet- en regeling met name voor de registratie en verantwoording van zorgproductie. Op de website van de NBA licht Coziek de brief en de aanleidingen daarvoor als volgt toe: Coziek maakt balans op In de afgelopen maanden voltrok zich één van de grootste stelselwijzigingen in de geschiedenis: de decentralisatie van zorgtaken van de landelijke overheid naar de gemeenten. Na het zomerreces 2015 maakte de NBA sectorcommissie Coziek de balans op. Als accountants in de zorg zijn we niet gerust over de instellingsfinanciering en bekostiging. Een plan met concrete acties in het derde kwartaal 2015 is cruciaal om de belangrijkste issues in de Wmo/Jeugdwet-verantwoordingen voor te zijn. Lokale verantwoordelijkheid is nu nodig De wijzigingen in de wet- en regelgeving hebben grote consequenties voor de zorginstellingen. Coziek heeft daarom deze week een brief gestuurd over de knelpunten van de decentralisaties in de Jeugdzorg en Wmo. De commissie richt zich in deze brief tot de Raad van Bestuur van GGZ-instellingen en instellingen in de ouderen-, gehandicaptenen jeugdzorg. In de brief staan duidelijke handreikingen om actief mee aan de slag te gaan. Coziek roept op vooral lokaal verantwoordelijkheid te nemen en niet af te wachten of knelpunten landelijk worden opgelost. De volledige brief is als bijlage opgenomen bij deze nieuwsbrief.
2. Wet Flexibel werken Op 1 januari 2016 zal de Wet Flexibel werken van kracht worden. Deze wet geldt als rechtsopvolger van de huidige Wet aanpassing arbeidsduur. Het doel van deze aangepaste wet is het bevorderen van flexibel werken en daarmee werknemers meer ruimte geven het werk te verrichten op de voor hen gekozen plek en op de voor hen gunstige werktijden. De nieuwe wet is daarmede in lijn met het doel van de Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden. Pagina 3
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Op grond van de Wet aanpassing arbeidsduur is het slechts mogelijk één keer per jaar bij de werkgever een verzoek in te dienen meer of minder te werken, waarbij als aanvullende voorwaarde geldt dat de werkgever meer dan 10 werknemers is dienst heeft en de werknemer meer dan een jaar bij die werkgever in dienst is. De werktijd kan daarbij slechts voor korte duur aangepast worden. De Wet flexibel werken gaat een stuk verder: de werknemer kan daarin bij de werkgever een verzoek indienen tot aanpassing van zowel de arbeidsduur als de arbeidsplaats en/of de werktijd. In de rubriek Arbeidsaangelegenheden gaat een door ActiZ verspreid nieuwsbericht verder in op de andere eisen en criteria.
3. Nieuwe vormen van huisvesting voor ouderen en roep om terugkeer van klassieke vormen In de rubriek Vastgoed wordt aandacht geschonken aan het “All-inclusive wonen met zorg” als zijnde een nieuwe woonvorm voor ouderen als een alternatief voor leegkomende plaatsen in verzorgingshuizen. Het woonzorgcentrum Godelinde te Bussum is daar een voorbeeld van. De zorgorganisatie Vivium levert de benodigde zorg, maar de bewoners huren de geboden huisvesting zelf. De bewoners van Godelinde kunnen zelf de keuze maken in het restaurant van het zorgcentrum te eten of thuis de maaltijd te bereiden en ervaren het als een voordeel dat niet alles uit handen wordt genomen zoals dat eerder in het verzorgingshuis wel gebeurde. ActiZ heeft begin 2015 de resultaten gepubliceerd van een onderzoek naar dit “All-inclusive” concept, maar trok daarbij ook de conclusie dat het huidige verzorgingshuis niet zomaar kan worden omgezet. Als voorwaarden voor een geslaagde omzetting gelden onder andere dat de locatie minimaal dertig huurders kent, het gebouw een lage boekwaarde heeft en er sprake moet zijn van een goede samenwerking met een verpleeghuisorganisatie. Ook is het noodzakelijk dat de huurders een beroep kunnen doen op huurtoeslag en dat bij de in rekening te brengen huurprijs enkele bestaande grotere algemene ruimtes mogen worden doorberekend. In de Telegraaf van 18 augustus jl. is als nieuwsbericht opgenomen dat 20 procent van de ouderen het liefst zou wonen in het meer klassieke verzorgingshuis, waarbij als voordelen werden genoemd de aanwezigheid van een 24-uurs alarmknop en de geboden gezelligheid. De bron van dit nieuwsbericht is het door de Aedes-ActiZ kennisorganisatie Platform 31 uitgevoerde onderzoek. Bezien moet worden of het All-inclusive concept aan dat soort zaken tegemoet kan komen. Ook wordt in de rubriek Vastgoed aandacht geschonken aan het “wonen met dementie zoals thuis” waar door de zorgorganisatie ActiVite in Alphen aan den Rijn invulling is gegeven met de realisatie van een nieuw complex, speciaal voor mensen met dementie. Deze locatie, genaamd Rietveld, bestaat uit 19 kleinschalige groepswoningen in een dorpsachtige setting. De focus ligt op zaken als het bieden van een huiselijke omgeving en beleving, veiligheid en het kunnen verpozen in de buitenlucht. Vanuit vastgoedbelangen en toekomstbestendigheid is gekozen voor een ontwerp, dat ruimte biedt de functie van het gebouw in de toekomst te kunnen wijzigen zonder ingrijpende verbouwingen. Tenslotte is vermeldenswaard dat gekozen is voor een hoog lichtniveau en mogelijke verwarming van de buitenpaden, zodat die ook in geval van vorst beloopbaar blijven. Pagina 4
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
4. Inkomenstoetsing bij verhuring van woningen in eigendom van woningcorporaties Via onze nieuwsbrief over juni hebben wij u geïnformeerd over de veranderingen die gelden voor zorgorganisaties die vastgoed huren van woningcorporaties en woningen/appartementen weer doorverhuren. Graag informeren wij u nogmaals over deze veranderingen en de actie die dat vraagt van betreffende zorgorganisaties voor en na 1 januari 2016. Woningcorporaties moeten zich sinds 2011 verantwoorden over het toewijzen van de woningen met een kale huurprijs tot € 710,68 aan huurders met een verzamelinkomen hoger dan € 34.911 (prijspeil 2015). Dit geldt ook voor woningen die door hurende zorgorganisaties worden doorverhuurd. Een ontsnappingsmogelijkheid voor woningcorporaties was er nog voor het vastgoed dat vóór 18 mei 2013 was verhuurd aan een zorgorganisatie. In die gevallen werd dit bestaande huurcontract nog “gerespecteerd”. Voor woningcorporaties gold dat bij een aanpassing van dit huurcontract ook afspraken over de inkomenstoetsing behoorden te worden gemaakt. Nu woningcorporaties vanaf 1 januari 2016 te maken krijgen met een tweede toets vanwege het passend verhuren, is het de verwachting dat zij aan de zorgorganisaties een aanhangsel voorleggen bij de al bestaande huurovereenkomst. Dit aanhangsel (te vinden op de website van Aedes) bevat twee opties. De eerste optie is, dat de zorgorganisatie zelf de verhuringen doet en daar ook de bewijsstukken voor verzamelt en deze na afloop van het kalenderjaar laat toetsen door de eigen accountant. Optie 2 is, dat de woningcorporatie de toetsing van de inkomensgegevens vooraf doet en dit na akkoord van deze woningmutatie meldt aan de zorgorganisatie. In dat laatste geval wordt de externe controle uitgevoerd door de accountant van de woningcorporatie. Het werken met optie 1 biedt vooral tijdsvoordelen in het verhuurproces, omdat de zorgorganisatie afhankelijk is van de voortgang bij de woningcorporatie. De tegenkant is, dat de medewerker die het verhuurproces uitvoert, kennis moet hebben van deze inkomenstoetsing. Op dinsdag 27 oktober a.s. organiseert Verstegen accountants een cursus over dit onderwerp. De cursus is met name bedoeld voor de medewerkers en leidinggevenden die inkomenstoetsingen voor zorgorganisaties gaan uitvoeren. Voor meer informatie over het programma, praktische informatie en de mogelijkheid tot opgeven verwijzen wij naar onze website.
5. Benchmarkrapport gehandicaptenzorg Intrakoop, dé inkoopcoöperatie van de zorg, en Verstegen accountants en adviseurs hebben een analyse uitgevoerd op de beschikbare jaarverslagen over 2014 van gehandicaptenorganisaties. Hieronder treft u de samenvatting van de belangrijkste uitkomsten van het benchmarkonderzoek. Instellingen gehandicaptenzorg tonen veerkracht met oog op transitiejaar 2015 De gehandicaptensector staat er financieel beter voor en doen het daarmee gemiddeld beter dan organisaties in andere sectoren van de zorg.
Pagina 5
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
In 2014 boekte de sector een gezamenlijk positief resultaat van € 171 miljoen, een forse stijging ten opzichte van 2013 toen het resultaat met € 111 miljoen ook al positief was. Naast de overwegend positieve resultaten valt de groei op van de uitgaven aan flexibel personeel (+ 6,8 procent). Dit is vooral het gevolg van de inzet van extra deskundigheid om een soepele transitie mogelijk te maken met het oog op de invoering van de Wmo eerder dit jaar. Net als in 2013 (-2,3 procent) is het aantal medewerkers in de sector in 2014 opnieuw flink gedaald: vorig jaar met bijna 4 procent. Dit blijkt uit een analyse van jaarverslagen over 2014, de jaarlijkse thermometer van de zorg door Intrakoop, de inkoopcoöperatie van de zorg, en Verstegen accountants en adviseurs. De cijfers zijn gebaseerd op de jaarcijfers van 152 organisaties, die samen ruim 90 procent vormen van de organisaties actief in de Nederlandse gehandicaptenzorg. De gehandicaptenzorg doet het tegen de verwachting in financieel goed. In 2014 stegen het resultaat, het eigen vermogen en de liquiditeitsratio. Door reorganisaties en het terugdringen van kosten is in financiële zin in 2014 beter gepresteerd dan in 2013. De gehandicaptensector hield rekening met mindere resultaten, met name vanwege de overheveling van de persoonlijke verzorging en dagbesteding naar de Wmo. Kenmerkend is dat slechts twaalf organisaties over 2014 een verlies rapporteerden, terwijl over 2013 nog 24 organisaties ‘rode cijfers’ presenteerden. Van de 24 organisaties die in 2013 een verlies rapporteerden, hebben er vier ook een verlies gerapporteerd over 2014. Dit is een indicatie dat verliezen in de GHZ-sector veelal een incidenteel karakter hebben en bijvoorbeeld het gevolg zijn van reorganisatiekosten. De bedrijfsopbrengsten (voornamelijk bestaand uit het wettelijk budget) zijn ten opzichte van 2013 met € 140 miljoen gestegen tot € 7,7 miljard. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door een toename van het zorgvolume en indexering van tarieven. Voor de sector als geheel is sprake van een verbetering van de liquiditeit. Toch geldt ook voor de gehandicaptenzorg dat de liquiditeit een punt van aandacht blijft, met name vanwege de terughoudendheid van banken om financieringen te verstrekken voor vastgoedprojecten. Niet bezuinigd op patiëntenzorg De bedrijfskosten stegen vorig jaar met € 81 miljoen vooral door hogere personeelskosten (+ € 60 miljoen) als gevolg van een stijging van de sociale lasten met bijna tien procent. Personeelskosten vormen bijna driekwart van de totale kosten van de sector. Wat de inkoopuitgaven betreft valt op dat organisaties in de gehandicaptenzorgorganisaties strak sturen op voedingsmiddelen en hotelmatige kosten, die in 2014 met 4 procent daalden. Er wordt echter niet bezuinigd op zogeheten patiënt- en bewonersgebonden kosten, die stegen in 2014 met 3,3 procent. Het gaat onder meer om de uitgaven voor therapieën, geneesmiddelen en hulpmiddelen. Opmerkelijk is de stijging van algemene kosten met bijna 6 procent. Dit zijn met name uitgaven aan administratie en registratie, communicatie en algemeen beheer, zoals accountants- en advieskosten. Er is vorig jaar duidelijk minder geïnvesteerd in bedrijven en terreinen (-12,6 procent). Door de extramuralisering en verschuiving naar mantelzorg stellen organisaties investeringen in vastgoed uit. Investeringen in materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen, zoals bijvoorbeeld nieuwbouw, daalden zelfs met 29 procent. Het investeringsniveau daalde in 2014 dan ook van € 599 miljoen in 2013 naar € 445 miljoen in 2014. Bovendien zijn de investeringen voor een groot deel gefinancierd met eigen middelen. Pagina 6
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Meer zorg thuis Het totaal aantal cliënten in de gehandicaptenzorg (184.000) is net als het aantal intramurale cliënten in 2014 nauwelijks veranderd. De trend waarin cliënten steeds vaker thuis zorg ontvangen is in de cijfers duidelijk zichtbaar. Het aantal cliënten met een verblijf op basis van een volledig pakket thuis (VPT) stijgt in 2014 zelfs met +40,5 procent, maar het gaat nog om kleine aantallen. De intramurale capaciteit, uitgedrukt in het aantal beschikbare plaatsen, is in de gehandicaptenzorg in 2014 nagenoeg onveranderd ten opzichte van het voorgaande jaar: circa 70.000 plaatsen. Het aantal arbeidsplaatsen in de sector daalt voor het tweede jaar op rij. Dat de salariskosten nagenoeg toch gelijk blijven, duidt mogelijk op een vergrijzing van het personeelsbestand. Dit werd al eerder gesignaleerd door de koepelorganisatie Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). Tegenover minder vaste krachten staat een sterke groei van de uitgaven voor personeel dat niet in loondienst is met bijna 7 procent. Organisaties zetten steeds vaker flexibele krachten in ten opzichte van vast personeel. Het volledige benchmarkrapport voor de gehandicaptensector vindt u hier.
Pagina 7
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Actuele ontwikkelingen in de zorg Herbeoordeling pgb's voor 1 oktober (Bron: Ministerie van VWS - nieuwsbericht 18 augustus 2015)
Gemeenten moeten de herbeoordeling van 125.000 persoonsgebonden budgetten voor zorg voor 1 oktober hebben afgerond. Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) heeft dat de wethouders die over de pgb's gaan onlangs laten weten in een brief. Het ministerie van Volksgezondheid bevestigt berichtgeving daarover in het AD. Dát de gemeenten de dossiers opnieuw moesten beoordelen, wisten ze overigens al veel langer, aldus de woordvoerder van Van Rijn. De deadline van 1 oktober is wel nieuw. De herbeoordeling was eerder afgesproken en de staatssecretaris wil haast maken om een pgb-debacle zoals begin dit jaar te voorkomen. In de herbeoordeling wordt gekeken of mensen nog recht hebben op een pgb en op hoeveel uur zorg ze recht hebben. Volgens Van Rijn is het van groot belang dat budgethouders op tijd weten hoeveel ze krijgen volgend jaar, om ook afspraken te maken met hun zorgverleners.
Gemeenten halen pgb-deadline niet (Bron: VNG - nieuwsbericht 21 augustus 2015)
De deadline van 1 oktober voor de herbeoordeling van 125.000 persoonsgebonden budgetten gaan niet alle gemeenten halen, dat weten ze nu al. Deze gemeenten hebben niet genoeg capaciteit om de klus voor elkaar te krijgen, aldus een woordvoerder van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). “Om de klus zorgvuldig uit te voeren, is meer tijd nodig.” De gemeenten wisten al langer dat de dossiers opnieuw beoordeeld moesten worden, maar de deadline van 1 oktober is deze maand bekend geworden. Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) wil haast maken om een pgb-debacle, zoals begin dit jaar, te voorkomen. Door bestuurlijke chaos kregen veel mensen toen te laat en pas na veel gedoe hun zorggeld binnen. In de herbeoordeling wordt gekeken of mensen nog recht hebben op een pgb en op hoeveel uur zorg ze recht hebben. Volgens Van Rijn is het van groot belang dat budgethouders op tijd weten hoeveel ze krijgen volgend jaar, om ook afspraken te maken met hun zorgverleners. De gemeenten lijken echter nu al zand in de machine te strooien. “Deze deadline is onwerkbaar,” zegt de woordvoerder. Van Rijn en de VNG spreken elkaar begin september om over de situatie te praten. Per Saldo, de belangenvereniging voor pgb-houders, is “helemáál niet blij” met het bericht van de VNG. “Dit kan heel nadelige gevolgen hebben voor mensen met een pgb. Zij hebben namelijk tijd nodig om zorgvuldig een zorgverlener te kiezen. Je kiest niet zomaar de eerste de beste,” aldus een woordvoerster.
Pagina 8
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Per Saldo vraagt zich af of gemeenten zich wel realiseren wat het voor budgethouders kan betekenen als de gemeente niet op tijd klaar is. “Ze kunnen dan niet op tijd een aanvraag doen bij de SVB, waardoor ze hun geld niet krijgen.” Ze vervolgt: “Gemeenten weten al het hele jaar dat dit eraan zit te komen. En als ze het echt niet halen, zorg dan voor een administratieve verlenging, zodat mensen in elk geval tot 1 juli 2016 de zorg kunnen behouden die ze hebben. Laat mensen in ieder geval voor 1 oktober weten waar ze aan toe zijn.”
Overheid faalde bij pgb's (Bron: ANP - nieuwsbericht 25 augustus 2015)
Het menselijk belang is op alle fronten uit het oog verloren bij de invoering van de nieuwe wet voor het persoonsgebonden budget (pgb). De overheid is, zoals al vaker gebeurde, tekortgeschoten en lijkt maar niet te leren van eerder gemaakte fouten. ''En het is de burger die hiervoor uiteindelijk de rekening betaalt.'' Deze conclusie trekt de Nationale ombudsman in een dinsdag verschenen rapport.
Nationale Ombudsman Reinier van Zuthpen
“Het valt de overheid zwaar aan te rekenen,” zegt ombudsman Reinier van Zutphen. “Het is niet de eerste keer dat een ingrijpende verandering gepaard gaat met veel problemen. En toen de mensen die het aanging zich tot de overheid wendden, gaf die niet thuis.” Per 1 januari van dit jaar is de wet veranderd. Voorheen beheerden mensen zelf hun pgb, maar dit systeem was fraudegevoelig. Daarom krijgen pgb-houders sinds dit jaar het geld niet meer rechtstreeks op hun rekening gestort, maar wordt het budget door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) beheerd en rechtstreeks uitbetaald aan de zorgverlener. De SVB controleert op basis van door de gemeente aangeleverde gegevens en betaalt uit. Nog niet opgelost: De wijziging heeft grote gevolgen voor zowel de budgethouder als de zorgverlener. Beiden zijn namelijk financieel afhankelijk van de overheid. In veel gevallen kwamen betalingen echter veel te laat of bleven zelfs helemaal uit. Als er maar een klein gegeven onjuist was ingevuld, blokkeerde het systeem met alle gevolgen van dien voor de uitbetaling. Deze problemen met het systeem zijn volgens de ombudsman overigens tot op de dag van vandaag niet opgelost. De ombudsman concludeert dat in de aanloop naar de stelselwijziging het menselijke belang nog wel in het vizier stond van alle spelers. “Maar het verzandde steeds meer in regels en het eigen systeem. Hierdoor is de realiteit steeds meer op de achtergrond komen te staan.” Haalbaarheid: Van begin tot eind zijn volgens Van Zutphen fouten gemaakt. “Als je plannen maakt, moet je de haalbaarheid toetsen, dat is niet gebeurd. En vlak voor de invoering, eind vorig jaar, zijn een aantal regels toch nog aangepast, dat werkt ook niet.” Ook staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) heeft al moeten bekennen dat er veel mis is gegaan. Hij wil dat het systeem zo snel mogelijk helemaal goed werkt. De gemeenten zouden daarom voor 1 oktober hun gegevens moeten aanleveren, maar een aantal heeft al laten weten die deadline niet te halen.
Pagina 9
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
ActiZ blij met mogelijke impuls verpleeghuiszorg als bezuiniging 2017 van tafel gaat (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 21 augustus 2015)
Op voorspraak van de PvdA komt mogelijk € 200 miljoen vrij om de kwaliteit van zorg in verpleeghuizen te verbeteren, aldus ingewijden bij de Telegraaf. Het voornemen sluit aan bij het plan van aanpak ‘Waardigheid en Trots’ dat staatssecretaris Van Rijn met alle betrokken partijen uit de ouderenzorg eerder dit jaar presenteerde om de kwaliteit van verpleeghuizen verder te verbeteren. ActiZ is blij met dit voornemen om extra geld te investeren in verpleeghuiszorg, maar vindt dat de geplande bezuiniging van € 250 miljoen in 2017 dan ook van tafel moet. Want anders is deze investering als water naar de zee dragen. Onzekerheid tot Prinsjesdag: Zoals gezegd zijn we blij met dit voornemen dat vandaag in het nieuws kwam, maar wij hebben nog geen bevestiging van het ministerie of kabinet dat dit extra geld voor verpleeghuizen er ook écht komt. We zijn over de begroting van 2016 nog in overleg met VWS en verwachten pas op Prinsjesdag te horen of het echt door gaat. Bezuiniging 2017 van tafel: Daarnaast is het van groot belang om met VWS niet alleen verder te praten over deze extra miljoenen voor de verpleeghuizen, maar ook over de eerder aangekondigde bezuinigen van € 250 miljoen per 2017. Wat ons betreft werken de extra gelden alleen als de ingeplande bezuiniging voor 2017 van tafel gaat. Alleen dan is dit geld, dat er nu hopelijk ook echt komt, een impuls om de kwaliteit van de verpleeghuiszorg op maat, acceptabel en toekomstbestendig te houden. Goed besteed geld: Als het extra geld er per 2016 komt, dan stellen wij voor om in goed overleg en met de plannen die er liggen in het kader van verbetering verpleeghuiszorg (het eerder genoemde rapport ‘Waardigheid en trots’ van VWS), te kijken hoe we dit extra geld het beste kunnen inzetten. En daarbij staat ook voor ons de kwaliteit van het leven van mensen die in verpleeghuizen wonen (mensen met dementie of zware lichamelijke beperkingen) voorop. Wij stellen voor dat zorgmedewerkers in overleg met bewoners en hun naasten kijken wat het leven echt beter en prettiger maakt en dat het geld daarvoor wordt ingezet. Geen standaard oplossingen, zoals bingo, maar echt ‘op maat’ en per bewoner kijken wat zijn of haar leven, in de laatste fase, prettiger maakt. Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) wil dat gemeenten haast maken om een nieuw pgb-debacle, zoals begin dit jaar, te voorkomen.
NZa publiceert nieuwe regels over zorginkoop (Bron: NZa - nieuwsbericht 6 augustus 2015)
Contractvormen in de eerstelijn in kaart gebracht: Zorg dat het inkoopbeleid en -proces voor het volgende jaar op 1 april beschikbaar is en wees bereikbaar voor elkaars vragen tijdens het contracteerproces. Dat staat in de regels over het zorginkoopproces voor aanbieders en verzekeraars. Daarnaast publiceert de NZa een concept-overzicht van de verschillende soorten contracten in de eerstelijns zorg. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars kunnen dit gebruiken bij de inkoop, of ze kunnen een nieuw inkoopmodel afspreken dat is geïnspireerd op bestaande modellen.
Pagina 10
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Verzekerden moeten bij het afsluiten van de polis weten welke aanbieder is gecontracteerd en welke niet. Daarom is het belangrijk dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders vlot en soepel afspraken met elkaar maken. Om die reden maakte de NZa eerder een handreiking voor goed contracteren, de zogenoemde Good Contracting Practices. Nu zijn die aangevuld met regels voor het contracteerproces. De nieuwe regels gaan per 1 januari 2016 in en moeten eraan bijdragen dat verzekeraar en aanbieder tijdig weten waar zij aan toe zijn. De NZa controleert of partijen zich aan de nieuwe regels houden. Overzicht contractvormen: Vertegenwoordigers van verzekeraars en zorgaanbieders in de eerste lijn kunnen reageren of aanvullingen geven op het overzicht van contractvormen. De NZa verwerkt dit in een definitief document, dat in september verschijnt. Onderzoeken naar contracten in de zorg: De NZa onderzocht eerder dit jaar of zorgverzekeraars met voldoende fysiotherapeuten, logopedisten en verloskundigen een contract sluiten. De onderzoeken laten zien dat alle inwoners van Nederland - ook in de dunbevolkte gebieden - binnen een redelijke termijn en een redelijke reistijd naar een zorgaanbieder kunnen gaan waar hun zorgverzekeraar een contract mee heeft. Eind 2015 publiceert de NZa de resultaten van een vergelijkbaar onderzoek, ditmaal voor de curatieve geestelijke gezondheidszorg.
Wet- en Regelgeving Tijdelijke regeling persoonsgegevens facturen Jeugdwet van kracht (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 19 augustus 2015)
De tijdelijke regeling persoonsgegevens op facturen Jeugdwet is gepubliceerd. Deze regeling zorgt ervoor dat de noodzakelijke gegevens bij de facturering van jeugdhulp aan gemeenten verstrekt kunnen worden. Tijdelijke regeling: Zonder gegevens als bijvoorbeeld het Burgerservicenummer (BSN) of de aanduiding van de geleverde hulpvorm kunnen gemeenten rekeningen voor jeugdhulp niet betalen. Deze tijdelijke regeling werkt terug tot en met 1 januari 2015 en zal gelden totdat een definitieve regeling van kracht wordt na de inwerkingtreding van de Veegwet VWS 2015. De publicatie van de regeling in de Staatscourant is op de website van ActiZ te vinden. Achtergrond: Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de inzet van jeugdhulp. Daartoe sluiten zij overeenkomsten met jeugdhulpaanbieders, aanbieders van preventie en gecertificeerde instellingen. Op 16 maart 2015 zond het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) een brief, waarin zij stelde dat de Jeugdwet niet voorziet in een bepaling die specifiek ziet op het door een jeugdhulpverlener of aanbieder verstrekken van persoonsgegevens, waaronder het Burgerservicenummer (BSN) en andere bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), aan gemeenten ten behoeve van de financiële afwikkeling en controle van declaraties.
Pagina 11
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Het Cbp is nu akkoord gegaan dat aanbieders en gecertificeerde instellingen hun prestaties tot aan de inwerkingtreding van de definitieve ministeriële regeling blijven declareren op de wijze die zij met de gemeenten hebben afgesproken. Dat betekent dat vaak toch bij de declaratie zal worden vermeld welk voor 2015 met de gemeente overeengekomen jeugdhulpproduct is geleverd. Wel zal vanaf de inwerkingtreding van voorliggende ministeriële regeling voor de jeugd-ggz, net als dat voor de ggz voor volwassenen geldt, voor de jeugdige of zijn gezagsdrager de mogelijkheid bestaan om aan te geven dat hij niet wenst dat het geleverde product bij de declaratie wordt genoemd. Daarnaast zal materiële controle pas mogelijk worden nadat de definitieve ministeriële regeling in werking zal zijn getreden. Subsidieregeling extramurale behandeling: looptijd tot 2018 (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 4 augustus 2015)
Via eerdere berichtgeving hebben wij u geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de (subsidieregeling) extramurale behandelzorg en het voornemen van de staatssecretaris om de extramurale behandelzorg over te hevelen naar de Zorgverzekeringswet. Inmiddels heeft het ministerie van VWS een brief verzonden aan het Zorginstituut, waarin de staatssecretaris het Zorginstituut vraagt te onderzoeken of de extramurale behandelzorg inderdaad vanaf 2018 in de Zvw kan worden ondergebracht. De brief van de staatssecretaris aan het Zorginstituut vindt u op de website van ActiZ. Dit betekent dat de subsidieregeling extramurale behandeling in elk geval nog van kracht blijf in 2016 en 2017. Aan de branches en beroepsverenigingen is gevraagd inzicht te geven in de extramurale behandelzorg die binnen de sector geleverd wordt. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn een aantal sessies met inhoudsdeskundigen en bestuurders geweest waarin de lobby van ActiZ is vormgegeven en waarbij op dit moment onderzocht wordt op welke wijze we inhoud kunnen geven aan de verdere beschrijving van de extramurale behandelzorg.
Aanpassingen Regeling Langdurige zorg (Bron: VGN - nieuwsbericht 28 juli 2015)
Op 23 juli is een aanpassing op de Regeling langdurige zorg (Rlz) gepubliceerd in de Staatscourant. In deze regeling worden wijzigingen op de eerdere Regeling weergegeven. De aanpassingen met toelichting vindt u op de website van VGN. De nieuwe Regeling waarin deze aanpassingen zijn verwerkt vindt u eveneens op genoemde website. Belangrijkste aanpassingen: In de regeling worden technische en inhoudelijke fouten gecorrigeerd. Daarnaast worden eerder aangekondigde beleidswijzigingen juridisch mogelijk gemaakt. De belangrijkste wijzigingen zijn: Aanpassing van de tekst over tandheelkundige zorg als onderdeel van behandeling (art. 1 C1). Hierin stond in de eerdere regeling ten onrechte dat alleen de specifieke tandheelkunde onderdeel uitmaakt van het verzekerd pakket. Nu is geregeld dat, net als in de AWBZ, algemene tandheelkunde deel uitmaakt van het verzekerd verblijf als de verzekerde verblijf en behandeling ontvangt. Daarnaast moet voor bijzondere tandheelkunde (zie hiervoor het besluit zorgverzekeringen) vooraf toestemming worden verleend door de Wlz-uitvoerder. Pagina 12
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Het eerder aangekondigde ongedaan maken van de onderwijsaftrek bij Wlzindiceerbaren wordt geregeld (art. 9.3 lid 4). De verlenging van het overgangsrecht voor Wlz-indiceerbaren tot 1-1-2017 wordt geregeld (art. 9.3). De omvang van de geïndiceerde aanspraak AWBZ in 2014 (zorgzwaartepakket) wordt automatisch (ambtshalve) omgezet in een Wlz-aanspraak (zorgprofiel) (art. 9.8). Cliënten die in een instelling verblijven en bij het aanvragen van een herindicatie in een lage ZZP blijken te komen, krijgen een laag zorgprofiel en mogen daarmee in de instelling verblijven (art. 9.9). Cliënten met een laag ZZP die niet in een instelling verblijven, kunnen voor de duur van hun overgangsrecht, ook als ze bij herindicatie een ander laag ZZP krijgen, in de Wlz blijven (art 9.10). De hoge en lage zorgprofielen worden apart in een bijlage gezet. In de nieuwe bijlage F (lage zorgprofielen) is voor de zorgprofielen 'Wonen met enige begeleiding' (VG 1) en 'Wonen met begeleiding' (VG 2) ten onrechte aangegeven dat deze alleen gelden voor cliënten tussen 18 en 23 jaar. De profielen gelden echter voor cliënten vanaf 18 jaar. Op ons aangeven heeft VWS bevestigd dat de leeftijdsgrens van 23 jaar niet juist is. Er wordt nog gekeken hoe dit gecorrigeerd moet worden. Deze profielen zijn opgenomen t.b.v. art 9.8 (zie hierboven).
Vastgoed en financiering Van Rijn onder indruk van slimme zorgwoning Gorredijk (Bron: Ministerie van VWS - nieuwsbericht 24 augustus 2015)
Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) heeft zich onder de indruk getoond van 'Fijn wonen', het woon-zorg initiatief dat hij vandaag in het Friese Gorredijk bezocht. Deze woning is toegerust op een (toekomstige) zorgvraag van bewoners, wekt z'n eigen energie op en kan simpel worden uitgebreid met een gelijkvloerse badkamer of slaapkamer. 'Tussen zorg in een instelling en zorg thuis is nog een wereld te winnen. En dat is precies wat deze woning doet: het combineert de voordelen van thuis wonen mét de goede zorg die nodig is om bewoners hier - zolang zij dat willen en kunnen - te laten wonen. Bovendien zijn de aanpassingen overzichtelijk voor bewoners, een grote pré.' Langer thuis wonen: Nederlanders worden ouder en blijven langer gezond. Ze wonen daarbij steeds langer zelfstandig in hun eigen huis. De hervorming van de zorg speelt daarop in. Langer thuis wonen vraagt om samenwerking op regionaal en lokaal niveau. Gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoren, woningcoöperaties en cliëntorganisaties werken samen aan nieuwe woonvormen en concepten. Gorredijk is daar een mooi voorbeeld van. Zie ook: Kamerbrief over de voortgang van de Transitieagenda langer thuis wonen.
Pagina 13
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Volgen vanuit praktijk: Van Rijn bezoekt de komende maanden tientallen locaties in Nederland om te zien hoe de decentralisaties van de zorg in de praktijk verlopen en welke initiatieven daarbij ontstaan. Van Rijn: 'Het overhevelen van zorgtaken naar de gemeente was niet het doel, maar het middel om te komen tot betere zorg, dicht bij mensen. Daarom ben ik de komende tijd met drie vragen op de werkvloer te vinden: Wat gaat er goed? Wat kan er beter? En hoe maken we een einde aan de administratieve lasten waar iedereen in de zorg genoeg van heeft? Hervorming langdurige zorg: De overheveling van lichte zorg en ondersteuning is onderdeel van de hervorming van langdurige zorg. Die is er op gericht de kwaliteit, houdbaarheid en betrokkenheid bij de zorg te versterken en te verbeteren. Dat gebeurt door in de Wmo 2015 bij de ondersteuning thuis meer rekening te houden met persoonlijke omstandigheden en versterking van de wijkverpleging in de zorgverzekeringswet. Mensen met een zware zorgvraag vinden zekerheid in de Wet langdurige zorg.
All-inclusive wonen met zorg, een nieuwe woonvorm voor ouderen (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 18 augustus 2015)
“Ik wil hier nooit meer weg” zegt een bewoner van woonzorgcentrum Godelinde in de Volkskrant vandaag. In dit woonzorgcentrum wonen ouderen zelfstandig en nemen een zorgarrangement af van zorgorganisatie Vivium. Net als in het voormalige verzorgingshuis, met het verschil dat de bewoners zelf de woning huren. Het is een voorbeeld van het ‘All-inclusive’ experiment dat een alternatief ontwikkelt voor leegkomende plaatsen in verzorgingshuizen. De voordelen van deze woonvorm staan uitgebreid beschreven in de Volkskrant: mensen wonen er beschermd, ze kunnen in het restaurant van het woonzorgcentrum eten, maar ook thuis. Ook ervaren de mensen een grote stimulans om actiever te blijven en meer zelf te doen dan voorheen in een verzorgingshuis, waar alles voor hen werd gedaan, vertelt een tevreden bewoner. Een mooi concept dus, dat het verdiend om bekender te zijn en waar meer mee geëxperimenteerd kan worden, vindt ActiZ. Randvoorwaarden: Begin dit jaar publiceerden het Aedes-Actiz Kenniscentrum WonenZorg (KCWZ) en Platform 31 de resultaten van een onderzoek naar het All-inclusive arrangement in het voormalig verzorgingshuis. Hieruit bleek dat de bewoners heel tevreden zijn, maar dat het concept nog vrij onbekend is bij ouderen. Een andere belangrijke conclusie was dat een verzorgingshuis niet van de ene op de andere dag omgezet kan worden naar een All-inclusive concept. Er zijn belangrijke randvoorwaarden waar niet elke locatie direct aan voldoet. Voor een haalbare exploitatie zijn minimaal 60 huurders nodig, het gebouw moet al grotendeels afgeschreven zijn en er moet een combinatie met een verpleeghuis gemaakt kunnen worden. Ook is het van belang dat bewoners huurtoeslag kunnen krijgen, zodat het zelfstandig wonen met een zorgarrangement ook toegankelijk is voor ouderen die alleen AOW hebben.
Pagina 14
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Aanpassen regelgeving: Manager van het Aedes-ActiZ Kenniscentrum Danielle Harkes lichtte het concept toe op BNR: "Ouderen willen op een veilige plek wonen, waar ze anderen kunnen ontmoeten en waar, indien nodig, zorg in de buurt is. De voormalige verzorgingshuizen blijken daar heel geschikt voor." Maar dan is het wel nodig om de regelgeving voor het wonen aan te passen: “Dan gaat het bijvoorbeeld om zaken als: wat is nou de huurprijs en mag je die wel doorberekenen aan deze groep mensen? We willen dat er rekening wordt gehouden met het feit dat je bij verzorgingshuizen grotere ruimtes nodig hebt voor ontmoetingen en dergelijke en dat je dit ook mag doorberekenen in de huurprijs, maar dat mensen dan wel huurtoeslag mogen aanvragen als ze dit niet kunnen betalen."
Rietveld: Wonen met dementie zoals thuis (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 20 augustus 2015)
Zorgorganisatie ActiVite bouwde in Alphen aan den Rijn in eigen beheer een nieuw complex, speciaal voor mensen met dementie. Rietveld bestaat uit 19 kleinschalige woongroepen in een dorpsachtige setting. Een belangrijk aspect van de bouw en de inrichting van het complex was om de bewoners een thuisgevoel te geven. Zodat ze zich veilig voelen en zo goed mogelijk de weg weten. Daarnaast is de omgeving zo ingericht dat bewoners zoveel mogelijk in de buitenlucht bewegen. Architect Frank Buitelaar: "De beleving van de bewoners stond centraal en herkenbaarheid was het uitgangspunt. Als je om je heen kijkt zie je ‘woningen’ van twee verdiepingen met een dak erop, net zoals de meeste eengezinswoningen in Nederland. Iedere woongroep heeft een hal, met een kapstok, want alle bewoners hebben een jas nodig. Voor iedere boodschap, een ommetje of andere activiteit binnen Rietveld moet je naar buiten, er zijn nergens interne verbindingen met de rest van het gebouw." Toekomstige en huidige functie: Bij het ontwerp is rekening gehouden met de mogelijkheid om de functie van het gebouw te veranderen. Zonder al te dure ingrepen kunnen de woongroepen omgebouwd worden tot zelfstandige appartementen of eengezinswoningen. Ook is er flink geïnvesteerd in veiligheid, soms volledig onzichtbaar. Goof van Hoorn, directeur bedrijfsvoering van ActiVite: 'De grond in deze omgeving zakt gauw in, waardoor het risico op vallen groot is. Daarom hebben we alles wat bestraat is, laten onderheien. Daarnaast is er verwarming onder de buitenpaden, zodat deze ook begaanbaar blijven bij sneeuw en ijzel.' Advies proefopstellingen: Het advies van de aannemer en Interieur + Dementie om op de oude locaties met proefopstellingen te werken, bleek erg nuttig. Zo was er een test met de verlichting. Bewoners konden voor verschillende lichtopties kiezen en de resultaten zijn verwerkt in de nieuwbouw. De bewoners bleken een voorkeur te hebben voor veel sterker licht dan gedacht.
Pagina 15
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Roep om terugkeer klassiek bejaardenhuis (Bron: Dagblad De Telegraaf - nieuwsbericht 18 augustus 2015)
Twintig procent van de ouderen willen het liefst wonen zoals in het oude verzorgingshuis. Die woonvorm wordt echter al twee jaar niet meer door de overheid vergoed, omdat het kabinet wil dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. De ouderen die naar een verzorgingshuis oude stijl willen, zien vooral de voordelen van een 24-uursalarmknop en de gezelligheid. Dat blijkt uit een onderzoek van kennisorganisatie Platform 31, brancheorganisatie van woningcorporaties Aedes en brancheorganisatie voor zorgondernemers ActiZ, zo schrijft de Volkskrant.
Arbeidsaangelegenheden Wet aanpassing arbeidsduur wordt Wet flexibel werken (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 17 augustus 2015)
Per 1 januari 2016 treedt de Wet flexibel werken (Wfw) in werking. De wet beoogt het flexibel werken te bevorderen, zodat werknemers meer mogelijkheden krijgen om te werken op de door hen gewenste plaats en op voor hen gunstige tijden. Hiertoe zal de Wet aanpassing arbeidsduur worden getransformeerd in de Wet flexibel werken. Inleiding: In lijn met het doel van de Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden is de Wet flexibel werken aangenomen. Beide wetten beogen betere combinatiemogelijkheden van werknemers voor werk en privé. Waar de Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden zich richt op de verlofmogelijkheden wil de Wet flexibel werken meer mogelijkheden creëren voor werknemers om tijd en plaats onafhankelijk te kunnen werken. Hiertoe wordt de Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) aangepast. Wet aanpassing arbeidsduur (Waa): Op grond van de Waa was het mogelijk dat een werknemer een verzoek indient bij de werkgever om meer of minder te mogen werken. Sinds 1 januari van dit jaar had de werknemer eenmaal per jaar het recht een dergelijk verzoek te doen. Voorwaarde hierbij is dat de werkgever minimaal 10 werknemers heeft en dat de betreffende werknemer minimaal 1 jaar bij de werkgever in dienst is. Ook was het sinds 1 januari 2015 mogelijk de werktijd slechts voor korte duur aan te passen. Er kan afgesproken worden om tijdelijk minder te werken en dit later te compenseren. Een verzoek van de werknemer kan slechts om zwaarwegende redenen worden geweigerd door de werkgever. Hoofdlijnen Wet flexibel werken (Wfw): Op grond van de Wfw heeft de werknemer het recht zijn werkgever het verzoek te doen tot aanpassing van de arbeidsduur, de arbeidsplaats of de werktijd. Voorwaarde is dat de werknemer minimaal 26 weken bij de werkgever voorafgaand aan het verzoek in dienst is. Andere eisen en criteria treft u hieronder aan.
Pagina 16
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Verzoek tot aanpassing arbeidsduur/arbeidsplaats of werktijd: tenminste twee maanden vóór het beoogde tijdstip van ingang; schriftelijk indienen waarbij wordt aangegeven het tijdstip van ingang, de gewenste omvang van de aanpassing van de arbeidsduur; de gewenste arbeidsplaats of de gewenste spreiding van de werktijd van de uren over het tijdvak. De werknemer mag eenmaal per jaar een dergelijk verzoek aan de werkgever doen, dit behoudens onvoorziene omstandigheden. Overleg: Op grond van de wet zal u als werkgever over dit verzoek met de werknemer overleg moeten plegen. Verzoek tot aanpassing arbeidsduur of werktijd: Het verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur of de werktijd zal u, als werkgever, moeten inwilligen voor zover het betreft tijdstip van ingang en de omvang van de aanpassing, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten. De wet noemt de volgende voorbeelden wat hier onder andere moet worden verstaan, dit afhankelijk van het soort verzoek: rooster technische problematiek; problemen op gebied van veiligheid; problemen op gebeid van bedrijfsvoering bij herbezetting van vrijgekomen uren; of problemen van financiële of organisatorische aard. Verzoek tot aanpassing arbeidsplaats: Het niet inwilligen van een verzoek tot aanpassing van de arbeidsplaats van de werknemer bijv. het verzoek om thuis te mogen werken hoeft niet te voldoen aan het criterium dat er sprake moet zijn van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelang. De werknemer heeft het recht een verzoek te doen en de werkgever zal het verzoek in overweging moeten nemen. Als u, als werkgever, besluit tot afwijzing van dit verzoek zal u daarover overleg moeten plegen met werknemer. Verder gaan uw verplichtingen niet ten aanzien van dit verzoek. Verzoek tot spreiding van de uren: Het verzoek tot spreiding van de uren wordt door de werkgever vastgesteld conform het verzoek van werknemer. U kunt, als werkgever, de gewenste spreiding van de uren alsnog wijzigen indien u daarbij een zodanig belang heeft dat de wens van de werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Er kan daarbij gedacht worden aan ernstige rooster technische problemen. Maar de praktijk zal dit verder moeten uitwijzen wat hieronder wordt verstaan. Beslissing op het verzoek: Uw beslissing, als werkgever, op het verzoek om aanpassing van de arbeidsduur, de arbeidsplaats of de werktijd wordt door u schriftelijk meegedeeld aan werknemer. Als u het verzoek niet inwilligt, of de spreiding van de uren, de aanpassing van de arbeidsplaats niet conform de wensen van de werknemer vaststelt, moet u dit ook schriftelijk motiveren. Tijdig reageren op het verzoek: Als u niet tijdig op het verzoek van werknemer een beslissing heeft genomen, dat wil zeggen een maand voor het beoogde tijdstip van ingang van de aanpassing, dan wordt de arbeidsduur, arbeidsplaats of werktijd, aangepast zoals door de werknemer is verzocht. Pagina 17
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
CAO: Via de CAO kan uitsluitend ten aanzien van vermeerdering van de arbeidsduur of aanpassing van de arbeidsplaats of de werktijd worden afgeweken van de Wfw. Bij het ontbreken van een CAO-bepaling over deze onderwerpen is het mogelijk dat werkgever en OR/PVT een eigen regeling hierover maken. Deze regeling moet schriftelijk worden vastgelegd. De CAO VVT kent overigens (nog) geen specifieke regeling op dit gebied. Wel hebben CAO-partijen een belangrijke stap gezet met het dossier Kanteling Werktijden. Hierbij wordt de nadruk gelegd op zelforganisatie en zeggenschap over de werktijden door werknemer/team, zodat onder meer een goede werk/privé balans (een van de doelen van deze wet) bereikt wordt.
Diversen/Overige nieuwsfeiten Van Inkoop naar informatie-uitwisseling: handreiking uitvoeringsvarianten iWmo en iJw (Bron: ActiZ - nieuwsbericht 12 augustus 2015)
De Handreiking Uitvoeringsvarianten iWmo en iJw ondersteunt gemeenten en zorgaanbieders bij de vertaling van inkoopafspraken in informatie-uitwisseling. De keuze voor een uitvoeringsvariant helpt om het aantal maatwerkafspraken tussen gemeenten en zorgaanbieders te beperken en om de administratieve lasten te verlagen. De handreiking is gericht op de eerstverantwoordelijken voor bedrijfsvoering, uitvoering, administratie en techniek bij aanbieders en gemeenten. De handreiking is een coproductie van VNG, Zorginstituut Nederland en de zorgbranches verenigd in project iZA (informatievoorziening Zorgaanbieders). Stroomlijnen administratieve processen: Gemeenten en zorgaanbieders zijn alweer ruim een halfjaar aan de slag met de nieuwe Wmo en de Jeugdwet. In de afgelopen maanden ontstond rond de nieuwe vormen van hulpverlening een grote variëteit in de inrichting en uitvoering. Als reactie daarop hebben VNG, Zorginstituut Nederland en de zorgbranches de Handreiking Uitvoeringsvarianten iWmo en iJw opgesteld. De handreiking beoogt meer lijn te brengen in de administratieve processen en de informatievoorziening van partijen die werken met de standaarden voor elektronisch berichtenverkeer tussen gemeenten en aanbieders. Drie uitvoeringsvarianten: In de handreiking zijn drie uitvoeringsvarianten voor zorg en ondersteuning uitgewerkt: inspanningsgericht, outputgericht en taakgericht. Bij elk van de drie uitvoeringsvarianten hoort een sterk aanbevolen werkwijze die het fundament vormt voor een soepele manier van werken met de standaardberichten iWmo en iJw. Meer informatie: Deze handreiking maakt deel uit van een reeks van handreikingen om de informatie-uitwisseling te stroomlijnen en administratieve lasten te beperken. Een overzicht van deze handreikingen vindt u op de website van ActiZ. Informatie over de berichtspecificaties van iWmo en iJw kunt u vinden bij Zorginstituut Nederland.
Pagina 18
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
Juridische Zaken In het hoofdstuk Juridische Zaken informeert Ten Holter/Noordam advocaten u over de belangrijkste juridische ontwikkelingen voor de zorgsector.
Ontbijtbijeenkomst voor HR professionals Aansturing van Zelforganiserende teams Donderdag 8 oktober 2015 7.45 – 10.00 uur In de zorg wordt massaal gekozen voor ‘Zelforganiserende teams’. Zo zijn zorginstellingen in staat cliënten beter en sneller te bedienen. In Zelforganiserende teams worden de taken onderling door de Zorgmedewerkers verdeeld en geven zij elkaar ook feedback op hun presteren. De manager dient zoveel mogelijk afzijdig te blijven om het team zo optimaal mogelijk zelf te laten functioneren. Maar hoe pak je het disfunctioneren van een teamlid aan in een Zelforganiserend team? In het kader van de WWZ per 1 juli 2015 is dossieropbouw namelijk onvermijdelijk. Dit wordt besproken tijdens de ontbijtbijeenkomst die wij op 8 oktober 2015 van 8 tot 10 uur organiseren. Op de bijeenkomst is er ook ruimte om kennis te delen tussen u en collega HR professionals van andere instellingen. Over de locatie zult u nog nader worden geïnformeerd. Programma 7.45 – 8.00 uur Ontvangst 8.00 – 8.30 uur Plenair gedeelte: Dossieropbouw in een Zelforganiserend team 8.30 – 10.00 uur Discussiegroepen U kunt zich aanmelden door een e-mail te sturen naar:
[email protected]. Wij bieden deze ontbijtbijeenkomst kosteloos aan. Graag tot 8 oktober! Met vriendelijke groet, Ten Holter/Noordam advocaten
Pagina 19
Geregeld in de Zorg
augustus 2015
VERSTEGEN ACCOUNTANTS EN ADVISEURS
Pagina 20
Contactgegevens T. (078) 648 15 55 F. (078) 648 15 59
[email protected]
Postadres Verstegen accountants en adviseurs Postbus 574 3300 AN Dordrecht
Hoofdvestiging
Vestiging Assen
Bezoekadres Noordendijk 207 3311 RN Dordrecht
Bezoekadres Zwedenlaan 22 9403 DE Assen