Jaargang 1-nr. 1-april 2012
Nieuws uit de Metropoolregio Amsterdam
Tot 2040 veel extra woningen nodig
Integrale visie
Jaap Bond:
Amstelscheg
Noordzeekanaalgebied 2040
“Landschap is economie”
in vogelvlucht
korte berichten
>>
Journaal wordt Podium
MRA Podium is de opvolger van het Metropool Journaal. Het aanpassen van de vormgeving en de nieuwe formule zijn een uitvloeisel van een lezersonderzoek uit 2011. Nieuws wordt afgewisseld met vaste rubrieken, columns en een infographic. Op de achterkant van het blad staat voortaan de MRA-kalender. De frequentie blijft viermaal per jaar. Inmiddels werkt het MRA Communicatie team ook aan het vernieuwen van de website van de metropoolregio.
Twee vervoerregio’s in Randstad
De Noord- en Zuidvleugel van de Randstad krijgen ieder een vervoerregio. Dit schrijft het kabinet op 1 maart in een brief aan de Kamer. ‘De vervoerregio’s moeten werken aan samenhangend
regionaal beleid en efficiënte uitvoering van verkeer- en vervoertaken’, aldus minister Spies (BZK) in de brief. Taken en middelen worden rechtstreeks door het Rijk aan de vervoerregio’s toegekend. Bedoeling is dat de oprichting per 1 januari 2013 een feit is. Tegelijkertijd heeft het kabinet besloten met ingang van deze datum de Wgr-plusregio’s op te heffen.
Omgevingsraad Schiphol
De Tafel van Alders en het overlegorgaan Schiphol (Cros) worden samengebracht in de Omgevingsraad Schiphol. Aansturing vindt plaats door één gezamenlijke voorzitter en secretariaat. De Cros blijft het podium voor informatie-uitwisseling. De Alderstafel, omgedoopt in de Strategische Tafel Schiphol, onderhandelt over geluidsreductie
Op naar een Global Business Hub
“Maar liefst
70% van alle
innovatie drijft
op ICT”
De Amsterdamse regio is divers en uniek. We hebben een economie die, dankzij haar verscheidenheid, ons ook in mindere tijden overeind houdt. We zijn via de lucht, het water en digitaal verbonden met de rest van de wereld. Ondernemers, studenten, wetenschappers, creatieven, 171 nationaliteiten… allemaal dragen we bij aan een van de sterkste regio’s in Nederland. Onze internationale naamsbekendheid doet de rest. Het aantal buitenlandse bedrijven dat zich jaarlijks in de regio vestigt groeit nog steeds. Een makkelijke conclusie is dat we niet voor niets in de top vijf van Europese vestigingslocaties staan. Mooi! Is dat genoeg? Nee absoluut niet, want de concurrentie van andere regio’s wordt alleen maar groter. En we kunnen het nog veel beter. We moeten, zoals Boardlid Carolien Gehrels onlangs zei, ons realiseren dat ‘de wereld een grotere invloed op ons heeft dan wij als regio op de wereld’. Nederland is een
2 Podium 1 | 1
en de groei van de luchthaven. Staatssecretaris Atsma (I&M) heeft Alders aangesteld als kwartiermaker om de nieuwe raad vorm te geven.
Miljoenen voor Marker Wadden
Natuurmonumenten wil in het Markermeer een schitterend vogelparadijs gaan creëren: de Marker Wadden. “Nederland krijgt er een weergaloos natuurgebied bij”, zegt voorzitter Hans Wijers. “Met de Marker Wadden veranderen we de kaart van ons land.” De aanleg is mogelijk dankzij een bijdrage van 15 miljoen euro van de Nationale Postcode Loterij. Volgens de provincies NoordHolland en Flevoland is het project een overtuigende stap in het ecologisch herstel van het Markermeer en IJmeer. Harry van Dorenmalen CEO IBM, lid Amsterdam Economic Board
burgermaatschappij waar iedereen vanuit zijn eigen kracht en autonoom opereert. Dat is heel goed, maar ook onze valkuil. De kunst is die kracht beter te sturen en samen te brengen waar dat meerwaarde oplevert. Dat is in het kort de rol van de Amsterdam Economic Board. De Board wil op een duurzame manier de samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen gezaghebbend ondersteunen en stimuleren. Als verantwoordelijke hoofdstedelijke regio neemt de Board daarbij ook het voortouw voor een landelijke economische aanpak. Uiteraard samen met de andere sterke regio’s. We doen dat vooral praktisch en met een focus op doen en resultaat. De aanpak werkt. Als we ons dan ook realiseren dat 70% van alle innovatie drijft op ICT, dan kunnen we groei realiseren. Het is aan ons allemaal om deze beweging verder te brengen en door samenwerking van een Gateway to Europe uit te groeien tot een Global Business Hub.
Integrale visie Noordzeekanaalgebied 2040 Foto: Masterplan Noordzeekanaal
Werken, wonen en recreëren in het Noordzeekanaalgebied dreigen elkaar steeds meer in de weg te zitten. Om een patstelling te voorkomen, is onlangs een start gemaakt met de ontwikkeling van een integrale visie voor het gehele gebied.
Het Rijk heeft in haar Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte de ambitie geuit om te komen tot een integrale visie op het Noordzeekanaalgebied. Afgelopen najaar is besloten om dit samen met de betrokken MRA-partners te doen. Inmiddels hebben de provincie Noord-Holland en de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Velsen en Zaanstad besloten actief aan dit proces mee te werken.
Noodzaak
Samen met Schiphol en de Zuidas vormt het havenindustriecomplex één van de belangrijkste economische motoren van de Metropoolregio Amsterdam. Belangrijk knelpunt is dat de huidige bedrijvigheid op het gebied van lucht, geluid, geur en externe veiligheid vrijwel aan het maximum van de beschikbare milieugebruiksruimte zit. Ander urgent probleem is dat er sowieso weinig ruimte over is voor uitbreiding van havengebonden bedrijvigheid. Met name wonen en werken zitten elkaar hierdoor steeds meer in de weg. In het verlengde hiervan liggen er belangrijke opgaven op het gebied van onder meer recreëren, milieu, natuur, bereikbaarheid, cultuurhistorie, water(berging) en toerisme.
Afweging van alle belangen
De visie moet bestuurders, gebruikers en investeerders helderheid bieden over de te verwachten koers in het Noordzeekanaalgebied. Zo kan iedereen zijn gedrag en acties daarop afstemmen. De te volgen
koers wordt verwoord in een integrale ruimtelijkeconomische visie op ontwikkelingen tot 2040, met een afweging van alle aanwezige belangen vanuit het perspectief van een internationaal concurrerende metropoolregio. De eerste drie procesfases omvatten achtereenvolgens het opstellen van een vertrekpuntennotitie, het ontwikkelen van perspectieven en het opstellen van beleidsopties. De integrale visie is vervolgens het resultaat van fase 4, met helderheid over de ruimtelijke consequenties van de gekozen beleidsrichting. In fase 5 wordt tot slot één bindende uitvoerings agenda voor de betrokken overheden opgesteld.
Samen optrekken
Samenwerking is bij het opstellen van de visie het sleutelwoord. Via zogenaamde werkateliers en openbare bijeenkomsten worden alle betrokkenen in staat gesteld mee te denken. Ook wordt elke procesfase afgesloten met een bijeenkomst. Inmiddels is de vertrekpuntennotitie vrijwel gereed. De perspectieven staan volgens plan in de zomer op papier, waarop in het najaar keuzes kunnen worden gemaakt. Rond de kerst van 2012 is de visie klaar en dan volgt de laatste stap, het maken van de uitvoeringsagenda. Contacpersoon: Chrétienne Nielen,
[email protected] 1 | 1 Podium 3
“Landschap is economie”
Metropoolbestuurder Jaap Bond
Foto: deen van meer
De financiering van landschappelijke opgaven staat ernstig onder druk. Voor de Metropoolregio Amsterdam reden om onder aanvoering van de Noord-Hollandse gedeputeerde Jaap Bond te zoeken naar nieuwe wegen om de ambities voor het unieke Metropolitane Landschap overeind te houden. “Het is van groot belang dat we andere financieringsconstructies vinden. Minstens zo belangrijk is dat we onze samenwerking veel strakker
dragen nog
nauwelijks bij aan
ons groen”
Tot nu toe wordt op het gebied van het Metropolitane Landschap vooral op projectmatige basis samen gewerkt in de Metropoolregio Amsterdam. Voortgaan op die weg is voor Jaap Bond geen optie. “Al die grote en kleinere projecten die gaandeweg zijn ontstaan hebben geleid tot een enorme versnippering, ook bestuurlijk. Zo bekleed ik vanuit mijn functie als gedeputeerde alleen al 28 voorzitterschappen. Vaak zitten bij al die overleggen ook nog eens dezelfde mensen aan tafel. Verder houden 61 organisaties zich met natuur, landschap en recreatie bezig. Deze manier van werken kunnen we ons gewoon niet langer meer veroorloven.”
Groter volume
Financieringsvormen
Het opschonen van de organisatiestructuur levert volgens de gedeputeerde meer dan enkel efficiencyvoordelen op. “Vanuit een steviger samenwerkingsverband krijg je veel meer dingen voor elkaar. Een groter volume maakt het ons mogelijk veel meer kansen daadwerkelijk te benutten.” Dat is volgens Bond ook hard nodig. “Allereerst hebben we te maken met ingrijpende rijksbezuinigingen, waardoor tal van plannen voorlopig de ijskast in moeten. Neem alleen al de recente ontwikkelingen rond de aanleg van het OostvaardersWold. We ontkomen er waar4 Podium 1 | 1
Planologische bescherming
Eerste speerpunt om op te pakken is in de ogen van Bond het bieden van planologische bescherming. “Al die nieuwe, ingrijpende ontwikkelingen vragen om ruimtelijke afwegingen. Daarover vinden nu al voortdurend stevige discussies plaats. Maar zonder goede sturing lopen we onherroepelijk het risico dat belangrijke landschappelijke waarden verloren gaan. Zeker als je uitgaat van de filosofie dat stad en land onderdeel uitmaken van één systeem. Dit betekent dat er voortdurend sprake moet zijn van een samenhangende benadering. Een veel grotere blik op het geheel verruimt de keuzemogelijkheden. Als iedere gemeente individueel blijft opereren, dan gaat onherroepelijk het gezamenlijke belang verloren. Juist daarom is intensievere samenwerking in metropoolverband op dit terrein zo belangrijk.”
organiseren.”
“Private partijen
schijnlijk niet aan om een dergelijk grootschalige ontwikkeling voorlopig te parkeren. Maar minstens zo belangrijk zijn de grote ontwikkelingen die op ons afkomen. Dan denk ik met name aan de verstedelijkingsopgave, de uitbreiding van de infrastructuur en de groei van Schiphol en het havencomplex.”
Naast een betere planologische verankering is het urgent om nieuwe financieringsstromen aan te boren. Bond ziet daar zeker mogelijkheden toe. “In tegenstelling tot de praktijk in de rest van de wereld, leveren private partijen in de metropoolregio nog nauwelijks een bijdrage aan ons groen. We moeten hen er veel meer bij betrekken, ook in hun eigen belang. Positieve uitzondering is ’t Twiske, waar Schiphol bijdraagt aan het beheer om een deel van de vlieghinder te compenseren. Op eenzelfde manier is het denkbaar dat omliggende bedrijven mee- >
Landschap is economie betalen aan onze recreatieschappen en natuurreservaten. Ook zij profiteren van deze schitterende gebieden. Het groene gebied tussen de stedelijke kernen draagt in belangrijke mate bij aan ons uitstekende vestigingsklimaat. De waarde van het landschap vertaalt zich direct terug in onze economie. Niet voor niets zijn woningen in en nabij onze groene gebieden hoger geprijsd. Ook worden mensen die in de buurt van groen wonen minder ziek en herstellen zij sneller. Zeker in een stressvolle metropool ligt daar ook financieel een belang.”
Nieuw afwegingskader
Eerste stap om daadwerkelijk kansen te benutten is het veranderen van de bestuurlijke organisatie in metropoolverband. “Die moet meer recht doen aan de functie van het Metropolitane Landschap”, benadrukt Bond. Goed nieuws in dit licht is dat daar inmiddels aan wordt gewerkt. “We zijn bijna klaar met het formeren van een bestuurlijke denktank met vertegenwoordigers van de grote steden. Samen met hen ga ik werken aan een nieuw afwegingskader voor het landschap, gericht op toekomstige opgaven. Dit moet de opmaat zijn om de functie van het Metropolitane Landschap veel beter te benutten en te verzilveren. Daarvoor is het nodig dat ook kleine gemeenten over lokale grenzen heen gaan kijken. We gaan dat gesprek aan.”
Bond beklemtoont tot slot dat juist de balans die er bestaat tussen economie en natuur het landschap van de Metropoolregio Amsterdam zo bijzonder en waardevol maakt. “Vanuit vrijwel iedere stedelijke kern zit je met een goed kwartier fietsen in het groene gebied. Iedereen moet zich realiseren hoe belangrijk dit is, juist voor onze economie. Dat maakt ons uniek op wereldschaal.” Jan de Graaf
Bestuurlijke denktank
Een bestuurlijke kerngroep gaat onder aanvoering van Jaap Bond de opgaven voorhet Metropolitane Landschap de komende maanden verder uitwerken. Doel van deze exercitie is:
- Verankering van de impuls landschap in de besluitvorming; - Het leggen van een fundament voor nieuwe samenwerking tussen overheden en andere partijen; - Komen tot een andere manier van het realiseren van de gezamenlijke ambities. In september 2012 vindt een eerste presentatie van de bevindingen plaats tijdens een MRA-regiodebat voor Raad- en Statenleden en andere bestuurders. Op het MRA-congres eind dit jaar worden de slotconclusies geagendeerd. Bedoeling is om vervolgens snel tot besluitvorming en uitvoering te komen. Contactpersoon: Mathea Mevissen,
[email protected]
Ondertunneling Zuidas gaat door
De A10 vormt een belangrijk obstakel voor de verdere ontwikkeling van de Zuidas. Na veel gepuzzel is een akkoord bereikt over het ondergronds brengen van de snelweg. Ter hoogte van het station Amsterdam Zuid komt de A10 over een lengte van 1200 meter onder de grond te liggen. Hierdoor krijgt het verouderde station de ruimte om uit te groeien tot een hoogwaardig openbaar vervoerknooppunt. Dit is nodig om de toenemende stroom treinreizigers op de corridor Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad te verwerken. De snelweg zelf wordt verbreed. Mede door de betere luchtkwaliteit
en vermindering van de geluidsoverlast ontstaat er verder ruimte voor de bouw van zo’n tienduizend woningen. Met het project is een investering gemoeid van bijna 1,4 miljard euro. De meeste kosten zitten in het ondergronds brengen van de snelweg over een lengte van 1200 meter. Het Rijk neemt 979 miljoen euro voor zijn rekening, Amsterdam ruim 200 miljoen, de Stadsregio Amsterdam 130 miljoen en de provincie Noord-Holland 75 miljoen euro. De start van de bouwwerkzaamheden is voorzien in 2015.
1 | 1 Podium 5
>>
korte berichten
Regio in trek bij buitenlandse bedrijven
Het afgelopen jaar hebben 118 nieuwe internationale bedrijven zich in de MRA gevestigd. Deze bedrijven zijn goed voor 1231 nieuwe banen. De meeste nieuwkomers zijn actief in de ICT, creatieve industrie en de financiële en zakelijke dienst verlening.
Sportsamenwerking
De gemeenten Almere, Amsterdam, Amstelveen, en Haarlemmermeer en de provincies Flevoland en NoordHolland gaan nauw samenwerken op sportgebied. De regionale samenwerking is gericht op het binnenhalen van meer en grotere sportevenementen naar de Metropoolregio Amsterdam. Ander doel is de realisatie van maatschappelijke en economische spin-off bij de sportevenementen. Het initiatief moet verder bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van het Olympisch Plan 2028.
Bezoekerscentrum Nationaal Park
Gedeputeerde Staten van NoordHolland zijn positief over het verzoek van de gemeente Bloemendaal voor de realisatie van een nieuw bezoekerscentrum voor het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Dit ter vervanging van het bezoekerscentrum de Zandwaaier. Het nieuwe gebouw komt ten noorden van de Zeeweg, bij het parkeerterrein Het Koevlak.
Wonen buiten kantoortijd
De SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) heeft met medewerking van de gemeente Amsterdam de handleiding ‘Wonen buiten kantoortijd’ gemaakt. De digitale handleiding maakt het transformatieproces van een kantoorgebouw naar (studenten)huisvesting inzichtelijk. Informatie: www.sev.nl
Foto: Ministerie van I&M
Forse uitbreiding wegennet
De Raad van State heeft alle bezwaren tegen de weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere ongegrond verklaard. Dit betekent dat er definitief groen licht is voor de metamorfose van de centrale verkeersader van de Noordelijke Randstad. De totale investeringskosten bedragen H 4,4 miljard. Op 1 maart gaf Minister Schultz van Haegen (I&M) het officiële startsein voor de aanpak van het eerste deelproject, de A10-Oost en een deel van de A1 aan weerszijden van Diemen (zie gele traject op de foto).
Van verkeersleider tot scenariomanager De wegverkeersleiders van Amsterdam, Noord-Holland en Rijkswaterstaat maken de overstap naar ‘ScenarioManager’. Via een gezamenlijke cursus doen zij ervaring op met het nieuwe computerprogramma en met elkaars verkeerssystemen. Bij verkeersmanagement draait alles om doorstroming. Het zo snel mogelijk verminderen van files en oponthoud is dan ook van groot belang om de doorstroming te verbeteren. Door onder meer het optimaal op elkaar afstemmen van verkeerslichten en informatiepanelen kan het wegennet veel beter worden benut. Alle reden dus om te investeren in de samenwerking tussen de wegverkeersleiders van de verkeerscentrales in de Metropoolregio Amsterdam. Als ondersteuning voor het gezamenlijke verkeersmanagement is een nieuw systeem ontwikkeld: de ScenarioManager. Ruud Willersen, hoofd verkeersleiding Gemeente
6 Podium 1 | 1
Amsterdam: “Dit systeem geeft aan waar en wanneer er filevorming is en doet voorstellen voor ingrepen op straat. Een ingreep kan van alles zijn: een verkeerslicht langer of juist korter op rood, maar ook het geven van tijdof route-informatie aan de weggebruiker. Wat de ScenarioManager bijzonder maakt, is dat we met een druk op de knop verschillende ingrepen automatisch kunnen doen. De wegverkeersleider kan dus sneller handelen bij filevorming, waardoor de weggebruiker eerder én beter kan doorrijden.” Voor de bediening van de ScenarioManager is een opleiding ontwikkeld. Deze is inmiddels door 48 verkeersleiders gevolgd. Zij maken bovendien van de gelegenheid gebruik om allerlei nuttige ervaringen uit te wisselen. Deze vergaande samenwerking is uniek in Nederland. Contactpersonen: Ruud Willersen,
[email protected]; André Ingelse,
[email protected]
Naar een gezonde kantorenen bedrijventerreinenmarkt De uitwerking van de Uitvoeringsstrategie 2010-2040 van het Platform bedrijven en kantoren (Plabeka) is begonnen. De eerste stappen om te komen tot een gezonde kantoren- en bedrijventerreinenmarkt zijn gemaakt. In de Plabeka-uitvoeringsstrategie ‘Snoeien om te kunnen bloeien’ is afgesproken 1,9 miljoen m2 aan kantoorplannen te schrappen. Verder wordt de ontwikkeling van 500 ha aan bedrijventerreinen bevroren en wordt fors ingezet op herstructurering.
Van groot tot klein
Voor de programmering van kantoren en bedrijventerreinen is besloten per deelregio te streven naar een optimale balans tussen vraag en aanbod in 2020. Tijdens een recente conferentie kwam naar voren dat het dan niet alleen gaat om de aanpak van de overmaat, maar ook over waar de kansrijke groeigebieden liggen. Ook bleek dat in veel van de kleinere gemeenten de Uitvoeringsstrategie mogelijk geen concreet direct effect heeft.
Niettemin benadrukte wethouder Berent Daan van Purmerend dat de inzet van alle gemeenten nodig is, van groot tot klein. “Bijdragen aan het realiseren van een excellent vestigingsklimaat zijn ook van belang van gemeenten waar planreductie op dit moment niet speelt.” Leden van het programmateam willen de kleinere gemeenten waar nodig ondersteunen bij het scherp krijgen van het regionale belang.
Bedrijventerreinen
De gezamenlijke ontwikkeling van bedrijventerreinen rondom de Greenport, de N201 en het overleg tussen Uithoorn, Aalsmeer en Amstelveen zijn voorbeelden van hoe inmiddels grensoverschrijdend oplossingen gezocht worden. Op gebied van bestaande bedrijventerreinen wordt door de gemeenten lovend gesproken over de inzet van het Projectbureau Herstructurering Bedrijventerreinen. Met name bij de kleinere gemeenten spreekt deze vorm van ondersteuning zeer aan. Contactpersoon: Maarten Kruisselbrink,
[email protected]
>>
Versterkte samenwerking in Schipholregio
Partijen van het Bestuursforum Schiphol (BFS) hebben een convenant ondertekend over het selectief inzetten van bedrijven- en kantoorlocaties rond Schiphol. Het akkoord moet de vestiging van internationaal georiënteerde bedrijven in de Schipholregio stimuleren. Dit is volgens de partijen nodig om de internationale concurrentiepositie van de luchthaven en van de Metropoolregio Amsterdam versterken. Het selectief vestigingsbeleid is bedoeld om de Schipholregio te ontwikkelen als een samenhangende en hoogwaardige vestigingsomgeving die zich kan meten met sterke regio’s elders in de wereld. Ook wordt hiermee voorkomen dat de omgeving van Schiphol dichtslibt met activiteiten die weinig toe gevoegde waarde hebben voor de luchthaven en de regio.
Hoogwaardige Amstelveenlijn
De Stadsregio Amsterdam, de gemeenten Amsterdam en Amstelveen en stadsdeel Zuid investeren 225 miljoen euro in een nieuwe hoogwaardige tramverbinding tussen Amstelveen en Amsterdam. De Amstelveenlijn (lijn 51) wordt betrouwbaarder, sneller en comfor tabeler. Amstelveen en de zuidelijk daarvan gelegen gemeenten worden daarmee goed aangetakt op de Zuidas, de trein en de Noord/Zuidlijn. Het rijk zal minimaal 75 miljoen euro bijdragen aan het project.
Afwikkeling goederenstromen Bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de Metropoolregio Amsterdam hebben een intentieovereenkomst getekend om de afwikkeling van goederenstromen tussen Schiphol, Haven Amsterdam en Bloemenveiling Aalsmeer te versnellen. Doel van de gezamenlijke inzet is het versnellen, verbinden en versterken van de verschillende logistieke ketens in de MRA.
Verdubbeling N207
Met het oog op de verstedelijkingsopgave in de Westflank Haarlem mermeer wordt de N207 over een lengte van 7,5 kilometer verdubbeld. Ook de fietsverbinding ten zuiden van de N207 wordt verbeterd, onder meer door de aanleg van een fietstunnel.
1 | 1 Podium 7
Amstelscheg in vogelvlucht
[foto: via drupsteen ]
8 Podium 1 | 1
De Amstelscheg kenmerkt zich door een statig rivierenlandschap, met als ruggengraat de Amstel. Eind 2011 is het startschot gegeven voor het uitvoeringsprogramma ‘Mooi Amstelland’. Dit betekent dat de komende jaren allerlei projecten worden uitgevoerd om de waarde van deze belangrijke groene long te vergroten. Bekijk de foto 360 graden in het rond op de MRA-website!
1 | 1 Podium 9
Tot 2040 veel extra woningen nodig
Het aantal inwoners van de Metropoolregio Amsterdam blijft nog decennialang groeien en veel meer nog dan gedacht. Een nieuwe prognose maakt duidelijk dat tot 2040 een toevoeging van 300.000 woningen nodig is.
De MRA groeit de komende drie decennia veel sterker dan verwacht. Tussen nu en 2040 komen er maar liefst 462.000 nieuwe inwoners bij, een toename van ruwweg 20%. Dit valt op te maken uit de prognose ‘Primos 2011’ van ABF Research, gemaakt in opdracht van de ministeries van I&M en BZK. Berekend is dat er 271.000 huishoudens bijkomen.
Uitbreidingsbehoefte
De nieuwe prognose, gebaseerd op het doorrekenen van demografische en economische ontwikkelingen, is fors meer dan waarvan de huidige MRA-afspraken uitgaan: toevoegen van 150.000 woningen tot 2030. Natuurlijk staan er nu veel woningen te koop, maar van structurele leegstand is geen sprake. Daarom betekent de groei van het aantal huishoudens ook een vergelijkbare groei in de behoefte aan woningen. Sterker nog: uit de studie van ABF Research ‘Houdbaarheid Woningbehoefteprognoses Noordvleugel’ blijkt dat in de afgelopen jaren de woningbouwproductie de demografische groei niet helemaal heeft kunnen bijbenen. De achterstand wordt geraamd op circa 30.000 woningen. Al met al becijfert ABF een uitbreidingsbehoefte van de woningvoorraad met 300.000 woningen tot 2040.
Wat kan wel en niet?
Is het mogelijk om zoveel woningen bij te bouwen in de komende 30 jaar? Is daar 10 Podium 1 | 1
voldoende ruimte voor? Hebben we er voldoende plannen voor? En zo ja, kunnen we een daarvoor noodzakelijk bouwtempo wel aan? Om met de laatste vraag te beginnen: in het verleden heeft de regio bewezen een dergelijk bouwtempo aan te kunnen. De afgelopen drie decennia zijn er rond de 380.000 woningen toegevoegd. In de drie decennia daarvoor, de jaren ‘50, ‘60 en ‘70, is er een vergelijkbaar aantal woningen bijgebouwd. Maar de verwachtingen voor de komende paar jaar leveren een somberder beeld op. Door de crisis is het bouwtempo fors gedaald. Ontwikkelaars, overheden en woningzoekenden hebben op het moment onvoldoende financiële slagkracht. Toch gaat de discussie binnen de MRA zeker niet alleen over de huidige problemen als gevolg van de crisis. De focus ligt ook op de vraag of er tot 2040 voldoende ruimte beschikbaar is voor de gevraagde woningbouw. De blik op de lange termijn is noodzakelijk; de bestaande afspraken gaan immers uit van de bouw van 150.000 woningen tot 2030. In het licht van de nieuwe prognoses is dat uiteraard onvoldoende. Verder vindt er binnenkort besluitvorming plaats over enkele grote ruimtelijke ontwikkelingen met vergaande consequenties voor de toekomstige woningbouw mogelijkheden. Het Rijksprogramma voor de Schipholregio (SMASH) geeft uitsluitsel
Extra woningen 2040
geschrapt. Daarnaast is transformatie mogelijk van verouderde kantoorlocaties. Ook nabij knooppunten van OV blijken er extra mogelijkheden te zijn. Tenslotte zijn er nog grote aantallen woningen te realiseren door de planologische ‘heilige huisjes’ ter discussie te stellen. Denk aan een verdere verstedelijking langs infrastructuurcorridors of bouwen in het landschap. Gezien de gesignaleerde kansen lijkt dat echter nu niet nodig.
Bedreigingen
over de relatie woningbouw en geluids contouren. Het Rijk-Regioprogramma Amsterdam Almere Markermeer (RRAAM) komt in het kader van de schaalsprong later dit jaar met een advies over de gecombineerde ontwikkeling van natuur, infrastructuur en verstedelijking. Verder is onlangs een start gemaakt met het maken van de ‘Visie Noordzeekanaalgebied 2040’ die helderheid moet geven over werken, wonen en recreëren in het havengebied (zie blz.3 van dit nummer). Het is daarom zaak een blik voorbij de crisis te werpen.
Bouwplannen
Uit een inventarisatie van alle plannen bij de gemeenten van de MRA blijkt dat er meer aan bouwplannen op de plank ligt dan de eerder afgesproken 150.000: er zijn voor 208.000 woningen plannen gemaakt. Daarbij gaat het om daadwerkelijke toevoegingen, dus exclusief de vervanging door sloop. Positief is verder dat er ruimte is voor 74.000 extra woningen. Bijvoorbeeld op locaties die ooit gepland waren voor kantoorontwikkeling en vanwege het overschot op de kantoormarkt inmiddels zijn
Waar willen mensen wonen? Tot 2040 is er een grote vraag naar stedelijk wonen: maar liefst driekwart van de woonwensen zijn stedelijk georiënteerd. Dat komt goed overeen met de plannen: 80% van het aanbod is stedelijk. Wel zijn er te weinig plannen in de stedelijke centra: tussen vraag en aanbod zit een verschil van rond de 18.000 woningen. Buiten de stadscentra is er juist een overschot aan planaanbod. De vraag naar wonen in een dorp binnen de metropoolregio verschilt eveneens fors van het aanbod. De bestaande plannen voorzien in ruwweg 20.000 woningen, terwijl de behoefte tweemaal zo groot is. Dat wil overigens niet zeggen dat er sprake is van grote problemen: plannen voor woningbouw in of bij dorpen worden over het algemeen niet voor de lange termijn gemaakt. Onvoldoende plannen wil in dit geval dus niet zeggen dat er onvoldoende ruimte is.
Er zijn helaas ook minposten. De bouw van maximaal 120.000 woningen staat onder druk als gevolg van een aantal ‘bedreigingen’. Of plannen echt geschrapt moeten worden hangt vooral af van de besluiten die genomen worden over de geluidscontouren voor Schiphol en de havens rond het Noordzeekanaal. Daarnaast dreigt een niet meer in te lopen uitstel als de besluitvorming over de bereikbaarheid van Almere op zich laat wachten. Tenslotte dreigt het door de crisis sterk verlaagde bouwtempo roet in het eten te gooien. Ook hier geldt dat de opgelopen achterstanden onoverbrugbaar kunnen worden. Zo raken de lange termijn en korte termijn problemen elkaar.
Conclusie
Alhoewel de planvoorraad de 300.000 niet helemaal haalt, lijkt deze voldoende robuust. Ruimtegebrek voor de lange termijn hoeft dus niet het probleem te zijn om de naar boven bijgestelde prognose te halen. Voorwaarde is wel dat de bouw weer op gang komt en de besluiten rond Schiphol, de haven en de bereikbaarheid van Almere voor de woningbouw gunstig uitpakken. Contactpersonen: Eric van der Kooij(Gemeente Amsterdam), Maarten Nip (Stadsregio Amsterdam) en Guus van de Bosch (provincie Noord-Holland) Meer informatie over de woningbouw opgave in de Metropoolregio Amsterdam staat in de infographic op de volgende pagina.
1 | 1 Podium 11
Kansen en bedreigingen woningbouwplannen 9.500
10.000
10.000
70.000
5.400
-780
10.300
5.000
50.000 5.000
5.000 -1.830
9.600 5.000
-1.380
-16.490
12.700 4.000
Versterken toegang landschap
Transformatie bedrijventerreinen
45.000
10.000
Transformatie kantoren
5.000 -1.440
45.000
- 20.000 32.860
-21.490
- 30.000
26.500
9.340 -39.140 12.900 5.000
-7.760
Huidige bouwafspraken tot 2030 Huidig planaanbod tot 2040 Kansen Bedreigingen
De behoefte aan woningen in de Metropoolregio Amsterdam blijkt beduidend hoger dan gedacht. De infographic geeft een beeld van de bouwafspraken tot 2030 die gemaakt zijn op de Noordvleugelconferentie 2007 (bruin) en het huidige planaanbod (rood). De kansen om hier bovenop nog meer woningen te bouwen zijn in oranje aangegeven. Het gaat om binnenstedelijke vernieuwing, het versterken van de toegang tot het landschap, transformatie van bedrijventerreinen en transformatie van kantoren. De paarse pijlers geven de bedreigingen weer, waaronder geluids contouren (Schiphol, havens), de bereikbaarheid van Almere en de bouwcrisis.
150.000 208.000 74.000 120.000
Gewenste uitbreiding woningvoorraad met 270.000 woningen
Het taartdiagram laat de demografische achtergrond zien van de behoefte om de woningvoorraad met 270.000 uit te breiden. Hieruit blijkt dat bijna de helft van de vraag afkomstig is van natuurlijke aanwas uit de MRA zelf.
Binnenlands migratiesaldo 49.846
De figuur linksonder geeft een beeld van de woningbehoefte tot 2040 verdeeld over periodes van 10 jaar. De figuur daarnaast relateert de woningbehoefte aan het huidige bouwtempo.
Individualisering 48.808
Buitenlands migratiesaldo 46.731
Natuurlijke aanwas 124.615
Contactpersoon: Johan Karst,
[email protected]
woningen MRA
woningen MRA
66.000
1.400.000 1.380.000 1.350.000
91.000
1.314.000 1.300.000 1.250.000
1.250.000
143.000
1.223.000 1.200.000
1.223.000
1.150.000
30.000 Huidige achterstand in de woningvoorraad 63.000 Woningbehoefte
30.000
93.000 tekort in woningbouwproductie
50.000 Woningbouwproductie bij huidig bouwtempo
1.100.000 1.080.000
1.080.000
1.050.000
Woningvoorraad
1.000.000
1.000.000 2010
2010-2020
2020-2030
2030-2040
Woningbehoefte naar tijdvak In het eerste tijdvak de grootste woningbehoefte, daarna geleidelijk afnemend 12 Podium 1 | 1
2010-2020
Woningbehoefte versus bouwtempo Als gevolg van de crisis blijft de productie ver achter bij de behoefte
Lancering Amsterdam Green Metropole ‘Amsterdam Green Metropole’ is hét nieuwe platform voor ondernemers om met duurzame producten of diensten de markt te veroveren. Het platform wil van Amsterdam een proeftuin voor duurzame innovaties maken. “Amsterdam moet het voorbeeld zijn voor de wereld als het gaat om duurzame innovatie.” Met deze woorden van de Amsterdamse wethouder Carolien Gehrels is het project Amsterdam Green Metropole in februari officieel van start gegaan. Doel van het initiatief is bij te dragen aan een duurzame en economisch sterke Metropoolregio Amsterdam. In het project werken bedrijven, universiteiten en overheden nauw samen.
Samenwerkingsverband
De nieuwe organisatie is een samenwerkingsverband van zes partijen in de Metropoolregio Amsterdam – de Amsterdamse Innovatie Motor, GreenITconsortium, New Energy Docks, Syntens, VU en UvA. Ook wordt samengewerkt met meer partners en meer regio’s, zoals Haarlem en Haarlemmermeer. Daarmee wordt de gehele Metropoolregio Amsterdam
Michel Bezuijen wethouder gemeente Haarlemmermeer
gedekt. Daarnaast zijn er maar liefst 74 meefinancierende bedrijven.
Speerpunten
Het platform gaat onder meer 60 jonge, duurzame bedrijven begeleiden om groter te groeien. De belangstelling hiervoor is enorm. Naast kleine bedrijven doen ook grote bedrijven aan het project mee. Voor hen is het interessant om nauwlettend te volgen welke slimme, duurzame producten en diensten de jonge bedrijven ontwikkelen. Green Metropole koppelt de grotere bedrijven ook actief aan de start-ups. Een tweede speerpunt is het starten van een broedplaats voor duurzame initiatieven. Dit Green Metropole gebouw opent eerdaags haar deuren aan de noordoever van het IJ. Er is ruimte voor 30 bedrijven en 75 flexplekken. Naast jonge, duurzame bedrijven is het de bedoeling dat zich hier ook geldschieters gaan vestigen. Verder gaat het team van de Green Metropole vanuit het nieuwe onderkomen bedrijven begeleiden. In het gebouw komt ook plek voor de ‘Groenten van Amsterdam, de eerste stadskwekerij van Nederland die duurzaam produceert met behulp van ledlicht. Informatie: www.greenmetropole.nl
De kracht van sport Voor de Metropoolregio Amsterdam in het algemeen en Haarlemmermeer in het bijzonder wordt 2014 een geweldig sportjaar. Allereerst opent aan het begin van dat jaar het Huis van de Sport in Hoofddorp-zuid haar deuren. Onze regio is dan één van de grootste indoor sportcomplexen van Nederland rijker. En in de zomer van 2014 worden hoogst waarschijnlijk drie officiële competitie wedstrijden uit de hoogste Amerikaanse profhonkbalcompetitie gespeeld in het nieuwe – tijdelijke – station van de Hoofddorpse Pionier. Tot dusver zijn we goed op dreef. Alles wijst erop dat de Metropoolregio Amsterdam het honkbalspektakel daadwerkelijk gaat binnen halen. Ook heb ik in februari met een voormalig judokampioen en twee topsynchroonzwemsters de eerste paal van het Huis van de Sport geslagen. Ik betrapte mezelf daarbij op meer emoties dan gemiddeld. Dat heeft te maken met de voorgeschiedenis. Het is net als het honkbalproject prestigieus en niet geheel onomstreden. Beide zijn dromen van realisten uit verschillende segmenten van de samenleving die geloven in de bewezen kracht van sport. Juist in een onzekere tijd is het goed om lef te tonen en te investeren in een middel om een samenleving beter maken. Sport bindt en verheft mensen, is goed voor de economie, levert naamsbekendheid en zelfvertrouwen op, bevordert de volksgezondheid en laat mensen grenzen verleggen. Het is niet voor niets dat organisaties die zich inzetten voor de kankerbestrijding juist sport als wapen gebruiken.
De coöperatieve windmolenvereniging Onze Energie is één van de kansrijke, duurzame bedrijven.
Maar om een samenleving zo breed van sport te laten profiteren, dient (top)sport goed te worden gefaciliteerd. Dat is een Olympisch uitgangspunt dat we in Haarlemmermeer hanteren. Ik geef de fakkel via deze column graag door!
Foto: Green Metropole
1 | 1 Podium 13
Trio ondertekent bereikbaarheidsverklaring Op donderdag 29 maart is de bereikbaarheidsverklaring Beter Benutten ondertekend. Het programma zet in op het verbeteren van de doorstroming van bestaande verkeersnetwerken. De verklaring is ondertekend door minister Schultz van Haegen (I&M) namens het rijk, gedeputeerde Post namens de Metropoolregio Amsterdam en Rudy
Stroink als ambassadeur namens het bedrijfsleven. De drie bestuurders zijn samen verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma. Zij kwamen voor het eerst bij elkaar tijdens een werkbezoek op Schiphol Rijk. Na het overleg maakte het trio kennis met een vijftal projecten vanuit het bedrijfsleven gericht op minder vracht- en autoverkeer tijdens spitstijden.
De komende periode wordt van diverse projecten binnen het programma Beter Benutten een plan van aanpak opgesteld. Daarna gaat de Metropoolregio Amsterdam aan de slag met het uitvoeren van de uitgewerkte projecten. Contactpersoon: Martijn Sargentini,
[email protected]
Gebiedsagenda 2.0 komt eraan In de Gebiedsagenda Noordwest Nederland zijn de Rijks- en regionale projecten per aandachtsgebied bij elkaar gezet. Onlangs is besloten een 2.0 versie op te stellen, met inbegrip van het grondgebied van de provincie Utrecht. In 2009 zijn door het Rijk samen met de regio’s negen gebiedsagenda’s vast gesteld. De agenda’s zijn een ‘visvijver’ voor de BO-MIRT overleggen (Bestuurlijk Overleg Meerjaren Investerings programma Ruimte en Transport). Voor de regio Noordwest (provincies NoordHolland en Flevoland) betekende dit tot dusver onder meer extra aandacht voor de Zuidas, Almere (RRAAM), Zuidwest (nu SMASH – Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer) en Zaan/IJ-oevers.
Inventarisatie
Op het laatste MIRT-najaarsoverleg is afgesproken dat de gebiedsagenda’s worden vervangen door nieuwe versies. Ook is door het Rijk voorgesteld om Noordwest samen te voegen met Utrecht. In december 2011 is een start gemaakt met het opstellen van de vernieuwde gebiedsagenda. Voor 21 verschillende acties wordt de stand van zaken ten opzichte van de vorige gebieds agenda weergegeven en gekoppeld aan recente inzichten. Ook wordt in dit traject de samenhang tussen de projecten en binnen de programma’s beter inzichtelijk gemaakt. Op basis van deze inventari satie wordt besloten of het lukt één gebiedsagenda voor de ‘nieuwe’ regio te maken.
MIRT-najaarsoverleg
Eind april doet het directeurenoverleg MIRT een voorstel om met één of twee gebiedsagenda’s voor Noordwest en Utrecht verder te gaan. Dit is tegelijk de afsluiting van de inventarisatiefase. Daarna begint het werk aan de ‘echte’ actualisatie van de gebiedsagenda. Het ligt in de bedoeling een concept versie van de geactualiseerde gebieds agenda dit najaar te bespreken op het MIRT-overleg. Definitieve vaststelling vindt plaats zodra de resultaten van RRAAM, SMASH en de visie Noordzee kanaalgebied 2040 beschikbaar zijn. Contactpersoon: Marc Hanou,
[email protected]
MIRT-onderzoek Noordkant Amsterdam Rijk, provincie Noord-Holland en Stadsregio Amsterdam zijn gestart met het MIRT-onderzoek Noordkant Amsterdam. Belangrijk onderdeel vormt het in beeld brengen van het belang van de ontbrekende schakel tussen de A8 en de A9.
effectieve maatregel is voor het oplossen van de knelpunten. Deze verbinding wordt gezien als de ‘missing link’ in het rijkswegennet aan de noordzijde van de Metropoolregio Amsterdam. De regio heeft zelf al c 110 miljoen gereserveerd voor de aanleg van de verbindingsweg.
In het kader van het project vindt een analyse plaats naar knelpunten op het wegen- en OV-netwerk ten noorden van het Noordzeekanaal. Het gaat om knelpunten op het gebied van bereikbaarheid, doorstroming, robuustheid, leefbaarheid en veiligheid. Volgende onderzoeksstap betreft het in kaart brengen van oplossingen. De planhorizon is 2030. Om een gedegen inzicht te krijgen in de problemen, wordt ook de situatie in 2020 in beeld gebracht.
De onderzoeksrapportage van fase 1, probleemanalyse en oplossingsrichtingen, is in mei gereed. Daarna volgt een verdiepingsslag. Het onderzoek moet leiden tot een uitvoeringsagenda met oplossingsrichtingen. De uitkomst is bepalend voor de vraag of het Rijk financieel bijdraagt aan het oplossen van de gesignaleerde knelpunten. Besluitvorming vindt plaats via het bestuurlijk overleg MIRT van 5 november 2012.
Uit het onderzoek moet onder meer blijken of de verbinding A8-A9 een kosten
Contactpersoon: Wim Brussaard,
[email protected]
14 Podium 1 | 1
Ontwikkelstrategie voor bufferzone Amsterdam-Haarlem Foto: provincie noord-holland
Het open, groene gebied tussen Haarlemmermeer, Haarlem en Amsterdam is één van de drie bufferzones van de Metropoolregio Amsterdam. Door actualisering van het ruimtelijk beleid vervalt binnenkort het beschermingsregime van rijkswege. Tegelijkertijd drogen financieringsstromen op. Voor de betrokken MRA-partners is dit reden om een ontwikkelstrategie op te stellen.
De Rijksbufferzone Amsterdam-Haarlem geniet al meer dan 50 jaar planologische bescherming. Het gebied heeft een relatief grootstedelijke karakter, dat onder meer tot uiting komt in de grootschalige, intensieve recreatiemogelijkheden.
Opgaven
Met het loslaten van het beleid voor de Rijksbuffer zones, valt het beschermingsregime voor deze gebieden vanuit het Rijk weg. Het ‘oude’ rijksbeleid vormt echter de basis voor het geldend provinciaal beleid. Daarmee blijven de open groene gebieden tussen de steden geborgd. Tegelijkertijd staat de financiering van de inrichting en het beheer onder druk. Reguliere overheidsbudgetten voor het landschap verminderen of vervallen, terwijl agrariërs meer en meer moeite hebben om het hoofd boven water te houden. Nieuwe vormen van landschapsbeheer en financiering zijn noodzakelijk. Ook inhoudelijk zijn er redenen om over de toekomst van de bufferzone na te denken. Door de aanhoudende ruimtevraag van stedelijke functies is de druk op het gebied zeer hoog. Tegelijkertijd zal met het toenemen van het aantal inwoners in de MRA de behoefte aan meer groen en recreatiemogelijkheden blijven groeien. Als antwoord op de actuele opgaven wordt een gezamenlijke ontwikkelstrategie voor het gebied opgesteld. Het initiatief hiertoe is genomen door de provincie Noord-Holland en de betrokken gemeenten - Velsen, Amsterdam, Haarlemmerliede en Spaarn woude, Haarlemmermeer en Haarlem. Ook enkele grotere, belanghebbende partijen doen mee, zoals Recreatieschap Spaarnwoude en Hoogheemraad schap Rijnland.
Landschappelijk raamwerk
Een recent gereed gekomen conceptvisie geeft richting aan de ontwikkeling van de bufferzone tot recreatief en grootschalig groengebied als onderdeel van het Metropolitane Landschap. Insteek is een hoofdzonering, met in de randen de nadruk op recreatief gebruik en in het veelal agrarische middengebied op recreatief medegebruik. Een landschappelijk raamwerk, met als elementen het watersysteem, de infrastructuur, het netwerk van recreatieve routes, de openbare groenstructuur en cultuurhistorische structuren, zorgt voor samenhang in het gebied. Binnen het raamwerk liggen ‘gebruiksruimten’, met mogelijkheden voor particuliere ondernemers met investeringsplannen voor initiatieven. De conceptvisie geeft nog geen antwoord op de financieringsmogelijkheden om de doelen te bereiken. Dit zal in de vervolgfase verder uitgewerkt worden.
Uitvoeringsstrategie
Binnenkort ligt de conceptvisie bij de gemeenteraden en Gedeputeerde Staten van de betrokken MRApartners ter besluitvorming voor. Verwachting is dat dit traject in juli is afgerond. Volgende stap is het opstellen van een uitvoeringsstrategie. Hierbij worden ook partijen en bewoners uit het gebied betrokken. Contactpersoon: Anne Könst,
[email protected]
1 | 1 Podium 15
ag e n d a A P RI L
24/4 MRA Regiodebat over Verstedelijking Onder het motto ‘MRA Regiodebat’ vindt dit jaar een serie discussiebijeenkomsten plaats voor bestuurders, volksvertegenwoordigers, ambtenaren en belangstellenden. Tijdens het eerste debat staat de verstedelijkingsopgave centraal. Directe aanleiding is de nieuwe prognose dat veel meer woningen nodig zijn tot 2040 (zie elders in dit nummer). Na een presentatie van de uitkomsten van het onderzoek naar de woningbehoefte, volgt discussie met deskundigen en de zaal. Het regiodebat vindt plaats van 16.00-19.00 uur in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam. 24/4 Directeurenoverleg Rijk-Regio 25/4 Toerisme in de Metropoolregio Amsterdam Provincie Noord-Holland, de Stadsregio Amsterdam, Hogeschool Inholland en ATCB organiseren op 25 april de 2e werkconferentie toerisme Metropoolregio Amsterdam. Experts op het gebied van toerisme en nieuwe media praten ondernemers en overheden bij over ontwikkelingen en de projecten binnen het cluster Toerisme & Congressen van de Amsterdam Economic Board. De bijeenkomst vindt ’s middags plaats bij Hogeschool Inholland in Diemen.
M EI
J U NI
Tijdens het 1e MRA Regiodebat op 24 april staat de nieuwe verstedelijkingsopgave centraal
COLOFON MRA Podium is het kwartaalblad van de Metropoolregio Amsterdam
De 2e werkconferentie over het stimuleren van het toerisme in de MRA vindt plaats op 25 april
16/5 Vergadering Economic Board Amsterdam 31/5 Stuurgroep Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (SMASH) 20/6 Bestuurlijk overleg Platform Bereikbaarheid Metropoolregio Amsterdam (PBM) 21/6 Vergadering Rijk-Regioprogramma Amsterdam-AlmereMarkermeer (RRAAM) 21/6 Vergadering Bestuurlijke Kerngroep Amsterdam (BKG) 26/6 MRA Regiodebat over RRAAM In het kader van de Schaalsprong Almere is er sprake van een drievoudige opgave: de groei van Almere met 60.000 woningen, verbetering van de bereikbaarheid en kwaliteitsverbetering van het IJmeer en Markermeer. Samen met maatschappelijke organisaties, marktpartijen en betrokken bewoners onderzoeken rijk en regio hoe deze veelomvattende ruimtelijke ordeningsopgave gerealiseerd kan worden. Hiertoe is het Rijk-Regioprogramma Amsterdam Almere Markermeer (RRAAM) opgezet. Het 2e MRA Regiodebat blikt vooruit op het advies dat later dit jaar verschijnt. 27/6 Bestuurlijk overleg Platform Regionaal Economische Structuur (PRES)
5/7
JULI
Duurzaam ruimtegebruik voor de Schipholregio Het gebruik van de ruimte nabij Schiphol bepaalt in belangrijke mate de kwaliteit van leven, wonen en werken in de regio. Op 5 juli organiseert de provincie Noord-Holland haar 6e informatiebijeenkomst voor regionale bestuurders, raads- en statenleden rond dit onderwerp. Informatie: Monique Kerssens,
[email protected]
Het MRA Regiodebat op 26 juni gaat over het RRAAM/advies over de gecombineerde ontwikkeling van natuur, infrastructuur en verstedelijking
De Metropoolregio Amsterdam is het samenwerkingsverband van lokale en regionale overheden in de noordelijke deel van de Randstad. Deelnemers zijn de gemeenten Aalsmeer, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Bussum, Diemen, Edam-Volendam, Haarlem, HaarlemmerliedeSpaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Hilversum, Huizen, Landsmeer, Laren, Lelystad, Muiden, Naarden, Oostzaan, OuderAmstel, Purmerend, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Waterland, Weesp, Wijdemeren, Wormerland, Zaanstad, Zandvoort, Zeevang, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Stadsregio Amsterdam. WEBSITE
www.metropoolregioamsterdam.nl Redactieraad
Louisan Pot, Joop van der Linden, Jan de Graaf en Guus Knibbeler Correspondenten
Op 5 juli vindt een bijeenkomst plaats over het optimaliseren van het ruimtegebruik nabij Schiphol
Germa Bakker, Martin Bekker, Caroline Bokhove, Jacqueline Bouwmans, Jan Heijink, Steef de Looze, Maarten Nip, Wilma van de Poll en Harry Zondag Eindredactie en productie
DG Communicatie foto’s
Wim Salis, tenzij anders vermeld
Ontwerp
www.co3.org, Irma Bannenberg
Druk
KDR Marcom Oplage
2.600 exemplaren
M e e r i n for m at i e
Actueel nieuws, ook over de agenda, vindt u op de MRAwebsite. Via de website kunt u zich ook abonneren op de maandelijkse elektronische MRA-nieuwsbrief. Het adres is: www.metropoolregioamsterdam.nl
Redactieadres
Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam t.a.v. Guus Knibbeler Postbus 2758 1000 CT Amsterdam 020-2551582
[email protected]