METROPOOLREGIO AMSTERDAM MRA Conferentie 2014: impressieverslag
Alle foto’s: Michiel Wijnbergh
“Welkom in de Mediastad.” Aldus opende burgemeester Pieter Broertjes van Hilversum de
MRA Conferentie op vrijdagmiddag 7 februari. De bijeenkomst vond plaats onder het motto
‘Alle hens aan dek voor een top 5 positie!’. De actuele economische ontwikkeling van de metro-
poolregio stond dan ook centraal tijdens de bijeenkomst. De toekomst van MRA-samenwerking
vormde het tweede hoofdonderwerp. Maarten van Poelgeest moedigde de aanwezigen aan om vooral door te gaan op de ingeslagen weg.
Tijdens de conferentie werd de voorlopige balans opgemaakt van de metropoolsamenwerking van de afgelopen vier jaar en vooruitgeblikt naar de opgaven die wachten. Dit laatste gebeurde aan de hand van een document dat gemaakt is met het oog op de wisseling van de wacht na de verkiezingen. Aan de hand van de ‘Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2014’ is ingegaan op de mogelijkheden om de economische kracht van de regio verder te versterken. Het afsluitende onderdeel betrof een debat tussen zes lijsttrekkers.
Geen concurrent maar partner
In zijn openingswoord liet Pieter Broertjes, burgemeester van Mediastad Hilversum, weten dat het mediagebeuren
door zijn gemeente de afgelopen vier jaar fors op de kaart is gezet. “Niet als concurrent van Amsterdam, maar als partner. Hilversum en haar directe omgeving telt maar liefst 1.600 mediagerelateerde bedrijven, met rond de 12.000 werknemers en een bruto jaaromzet van 2,5 miljard euro.” Alle reden dus om door te gaan op de ingeslagen weg. “De komende jaren gaan we van Mediapark een 2.0-versie maken, een levendige mediacampus waar je ook kunt wonen, sporten en nog veel meer.”
Kwaliteiten koesteren
Maarten van Poelgeest, voorzitter van het MRA Platform Ruimtelijke Ordening, toonde zich optimistisch ten aanzien van de toekomst van de metropoolregio. “In veel opzichten
zoek vanuit Amsterdam aan de regio. Dit laatste is vooral te danken aan het project Amsterdam Bezoeken Holland Zien. Zo trekt het Muiderslot - sinds het Amsterdam Castle heet - tweemaal zoveel bezoekers. Om dezelfde reden afficheert Zandvoort zich als Amsterdam Beach. Dat zijn prachtige resultaten.” In het verlengde hiervan wees Gehrels op de samenwerking van vier gemeenten in ‘Amsterdam Inbusiness’, waardoor vorig jaar 115 nieuwe buitenlandse bedrijven naar de MRA zijn gekomen. “Een andere verworvenheid is de start van Amsterdam Economic Board, waardoor de samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden flink is geïntensiveerd. Je ziet dat het werkt. Verder zijn er flinke stappen gemaakt ten aanzien van het kantorenbeleid. Er is goed gekeken waar nieuwe kantoren niet meer nodig zijn en waar nog wel groei mogelijk is.” De samenwerking is dus enorm geïntensiveerd. “Opdracht is wel dat de gehele bevolking profiteert van de successen van de samenwerking.” Pieter Broertjes
gaat het ons goed. Dat heeft met de historie te maken, de rijkdom aan verschillende woonmilieus, het goede OV-netwerk, het mooie landschap en een relatief goed voorzieningenniveau. Juist die kwaliteiten moeten we in stand houden en verbeteren, dat maakt deze metropool bijzonder en mooi.” Naar de mening van Van Poelgeest vormt de MRA in feite één grote stad. “Wij zijn allemaal Amsterdammers. Juist daarin ligt onze kracht.” Hij voorspelde dat de regio de relevante schaal wordt. “Het zal me niets verbazen als de nationale economie steeds meer plaats gaat maken voor regionale economieën.” Carolien Gehrels, voorzitter van het MRA Platform Economie, benadrukte eveneens dat de MRA hét schaalniveau is waarop je elkaar de bal moet toespelen. Maar niet rigide met oogkleppen op. “Laten we vooral ook meeliften op de troefkaarten van andere sterke regio’s van het land. Zo behoort Eindhoven tot de slimste regio’s ter wereld. Dit betekent dat wij ons soms ook moeten presenteren als Eindhoven-Noord. Op dezelfde manier moet de MRA aansluiting zoeken bij bijvoorbeeld de haven van Rotterdam en de zaadveredelingsbedrijven in Noord-Holland Noord. Dat is hoe we moeten samenwerken.”
Gedeputeerde Elisabeth Post, voorzitter van het MRA Platform Bereikbaarheid, haalde op haar beurt enkele mobiliteitssuccessen van de samenwerking aan. “Door samen te werken hebben we veel meer bij de rijksoverheid weten te bereiken dan andere regio’s.” Als voorbeeld refereerde zij aan een gesprek eind augustus 2013 over het verbeteren van het traject van Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad met staatssecretaris Mansveld. “Dat hadden we goed voorbereid en dankzij onze gezamenlijke opstelling behaalden we een geweldig resultaat. Voor de korte- en middellange termijn wordt maar liefst 1,4 miljard geïnvesteerd in het verbeteren van de bereikbaarheid op deze OV-corridor. Dat is geen sinecure, daar mogen we echt trots op zijn.” Ook wees zij er op dat die investering hard nodig is. “Nu maken dagelijks ongeveer 40.000 reizigers gebruik van dit traject. In 2030 groeit dat naar 80.000 stuks.”
‘Wij zijn allemaal Amsterdammers, juist daarin ligt onze kracht’
Krachtenbundeling werkt
Dat de samenwerking vruchten afwerpt, staat ook volgens Gehrels buiten kijf. Als voorbeeld noemde zij het succes van Amsterdam Marketing, dat sinds enige tijd helemaal regionaal werkt. “Met als resultaat dat het aantal toeristen dat ons bezoekt fors toeneemt, evenals het regionale be-
Slimmer en handiger
Op eigen kracht is binnen de MRA op het gebied van verkeersmanagement, het beter reguleren van het verkeer, inmiddels het nodige bereikt. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van R-net. Maar ondanks deze en andere successen, benadrukte Post dat er geen tijd is voor achteroverleunen. “We moeten blijven werken aan de verdere verbetering van de metropool. De economie is het hart van onze samenwerking. Als je dat kloppend wilt houden, dan is er nog het nodige te verbeteren. Neem het vereenvoudigen van de vervoersbewijzen.” Een andere uitdaging ligt in het gegeven dat er minder geld beschikbaar is voor investeringen in nieuwe infra-
structuur. “Het aanleggen van extra asfalt is dan niet meer de eerste oplossing.” Volgens Post betekent dit dat het belang van samenwerken alleen maar toeneemt. “Het moet vooral slimmer en handiger als het gaat om het oplossen van knelpunten. Bijvoorbeeld door te investeren in knooppunten waar alles bij elkaar komt. Dit moeten we doen, want stilstaan is geen optie. Het verbeteren van de bereikbaarheid blijft dan ook voor de MRA van cruciaal belang. Vrij naar Tedje van Es: Samen voor ons eigen is het beste.”
Stokje doorgeven
Van Poelgeest ging tot slot in op de directe aanleiding voor de bijeenkomst. “Voor veel bestuurders nadert de afsluiting van hun bestuursperiode. Deze conferentie markeert die overgang.” Zelf neemt hij eerdaags afscheid van een wethouderschap van acht jaar, met al die tijd de MRA in zijn portefeuille. “Al die jaren heb ik ervoor gewaakt om discussies te beginnen over bestuurlijke structuren. Ga u alstublieft in dit soort zaken de komende jaren niet vastbijten. Je kunt veel beter de samenwerking langs de lijn van de inhoud organiseren. Daar zijn we goed toe in staat gebleken. De uitdaging voor de komende jaren is om nog meer samen te doen. Om die reden ben ik bijvoorbeeld voorstander van het opzetten van een regionaal grondbedrijf. Daar kunnen we met z’n allen van profiteren. Ik hoop vooral dat de nieuwe bestuurders straks doorgaan op de weg die we zijn ingeslagen.”
Fragiel herstel
VU-hoogleraar Henri de Groot presenteerde vervolgens de zojuist verschenen Economische Verkenningen MRA 2014.
Maarten van Poelgeest
Carolien Gehrels
De hoogleraar bracht goed nieuws mee. Na enkele jaren van stagnatie is er economisch herstel zichtbaar, zij het fragiel. “Dit laatste maakt het moeilijk om te voorspellen hoe de regio zich de komende jaren gaat ontwikkelen.” Maar buiten kijf staat dat het de regio de afgelopen jaren bijzonder voor de wind is gegaan. “Sinds de jaren tachtig, toen het heel moeilijk ging, heeft de regio zich opgewerkt. De MRA is sindsdien harder gegroeid dan Nederland als geheel en ook harder dan metropolen om ons heen. Dit komt onder meer omdat de MRA bij uitstek de vruchten heeft geplukt van de opkomst van communicatie- en datatechnologie.” Helaas zijn die voordelen volgens De Groot nu wel aan het verdwijnen. Ook internationaal gezien vlakt de voorsprong volgens hem af. “Dit komt onder meer doordat de vele hypotheken die onder water staan de consumptieve uitgaven dempen. Te meer daar de MRA in belangrijke mate afhankelijk is van de nationale consumptie, veel meer dan bijvoorbeeld een regio als Eindhoven.” Voor de toekomst schetst De Groot dat er met name kansen liggen in het nog meer verbeteren van de bedrijvendynamiek. “De MRA blijft een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven. Vergeleken met andere delen van het land doen investeringen het in deze regio relatief goed.” Zoals Gehrels al aangaf floreert ook het toerisme. Maar belangrijkste is wellicht dat de metropool een fantastische plek biedt aan hoger opgeleiden. “Ik hoop dat de Economische Verkenningen MRA 2014 een fraaie basis is om verdere plannen voor deze prachtige regio uit te werken. Veel succes daarmee.”
Elisabeth Post
De werkloosheid loopt volgens de jongste prognoses op tot mogelijk tien procent. De publieksmening was duidelijk: ongeveer de helft vindt dat investeren in het stimuleren van startende bedrijven het meest effectief is om de economie aan te jagen. Verkaik vond dit antwoord ‘second best’. “In de eerste plaats gaat het om het verbinden van onderwijs en bedrijfsleven om op die manier innovatie te stimuleren. In IJmond heb ik een 100% baangarantie voor hoogopgeleid technisch personeel.” Olthof was het met zijn Velsense collega eens. “Je moet de beste mensen en opleidingen kunnen bieden, anders ben je niet aantrekkelijk voor startende bedrijven.”
Henri de Groot
Lijsttrekkersdebat
De MRA Conferentie sloot af met een debat tussen zes lijsttrekkers over enkele actuele thema’s. Daarbij mocht het publiek eerst een voorkeur aangeven op drie antwoorden. Deelnemers aan dit debat waren achtereenvolgens: Arjen Verkaik (Velsen, VVD), Jan Willem Groot (Amstelveen, CDA), Jeroen Olthof (Zaanstad, PvdA), Frits Huis (Leefbaar Almere), Jan-Bert Vroege (Amsterdam, D66) en Jan Kastje (Hilversum, GroenLinks).
Werkloosheid
Eerste onderwerp dat dagvoorzitter Sandra Rottenberg aan de orde stelde was het stimuleren van de economie.
Huis legde de prioriteit eerder bij het omscholen van de eigen beroepsbevolking. “Almere kampt met 12 procent werkloosheid en dit betekent dat we fors moeten investeren in scholing en omscholing. Neem de uitstroom in de zorgsector. Dit betekent dat we opleidingen moeten aanbieden die aansluiten op de behoefte van de arbeidsmarkt. Daarbij moeten we elkaar iets gunnen, zonder dat het lokale wordt verwaarloosd.” De Groot onderschreef zijn pleidooi. “Met name in het verbeteren van het opleidingsniveau liggen kansen om de flexibiliteit en het innovatievermogen te vergroten. Startende ondernemingen volgen dan wel.”
Bereikbaarheid
Als het gaat om het verbeteren van de bereikbaarheid vindt verreweg het merendeel van het publiek dat de nadruk moet liggen op slim investeren in OV-knooppunten. Kastje was het met deze keuze eens. “De metropool kenmerkt zich door oases van groen tussen de steden. Als je daar trots en zuinig op wilt zijn, ligt er een grote binnenstedelijke opgave. Dit betekent dat OV veel aan-
V.l.n.r. Arjen Verkaik, Jan Willem Groot, Jeroen Olthof, Jan-Bert Vroege, Frits Huis en Jan Kastje
dacht moet krijgen, juist bij knooppunten.” Vroege, die dit standpunt onderschreef, riep aanvullend op de OV-lijnen ook regionaler te maken. Groot herkende dit. “Het gaat steeds drukker worden. Dan maak je met name meters door te investeren in OV-knooppunten. Men moet sneller en beter vanuit de regio naar de stad en vice versa.”
Woningmarkt
De woningmarkt is volgens het publiek het meest gebaat bij zowel extra huurwoningen voor middeninkomens als fiscale maatregelen die zorgen voor meer beweging op de woningmarkt. Olthof voelde het meest voor het ondersteunen van het middensegment huren. “Juist hier zit de markt vast vanwege een groot tekort.” Huis sprak zich niet uit over huren of kopen, maar vindt eveneens dat er vooral gebouwd moet worden voor de middeninkomens. Tegelijkertijd vroeg hij aandacht voor het feit dat Almere graag meer mensen met hogere inkomens wil aantrekken. “Die zijn er bij ons wat te weinig.” Verkaik legde de prioriteit bij het bouwen van woningen voor binnen- en buitenlands talent. Ten aanzien van de vele andere woningen die nodig zijn tot 2040 riep hij op de regio groter te zien dan enkel de MRA. “Het is nog maar de vraag of al die woningen in de metropoolregio zelf moeten komen.” Volgens Groot
gaat het vooral om het bereiken van een evenwichtige woningmarkt, met nadrukkelijk aandacht voor de mensen die al in de metropool wonen. Dagvoorzitter Sandra Rottenberg betrok ook Van Poelgeest bij het debat. In zijn antwoord refereerde hij aan de studie Stad & Land, waaruit blijkt dat mensen van buiten vooral naar de MRA trekken vanwege de agglomeratievoordelen. “Het gaat hen niet zozeer om fysieke zaken, maar om de vele voorzieningen. Daarbij fungeert Amsterdam als demografische motor. Men komt vooral bij ons binnen om vervolgens deels naar de regiogemeenten te verhuizen. Daarom wil Amsterdam vooral bouwen voor mensen die aan het begin van hun wooncarrière staan, want dat houdt de boel aan de gang. Al zie je de laatste jaren steeds meer dat mensen niet verhuizen. Dat is desastreus.”
Duurzaamheid
Laatste debatonderwerp was duurzaamheid. Het publiek was duidelijk: bijna driekwart vindt dat de inzet van de MRA zich naast energiebeleid ook moet richten op het bevorderen van de circulaire economie en duurzame mobiliteit. Enkele debaters gaven met name hoog op van de werkgelegenheidsvoordelen van investeringen in duurza-
me energie. “Dankzij het recent gesloten Energieakkoord liggen er belangrijke kansen in de windindustrie”, aldus Verkaik. “Op korte termijn is er al zicht op 1.200 extra banen en op langere termijn zelfs 10.000 banen. Maar de MRA moet volgens hem zelf geen geld in duurzaamheid steken. “Investeringen op dit terrein verdienen zich zelf terug.” Hij wees daarbij op het voorbeeld van Tata Steel, waar al 80% van het staal wordt hergebruikt en 30% van de benodigde energie wordt teruggewonnen via het eigen warmtenet. Uit de zaal werd opgemerkt dat dit genuanceerder ligt. “Sommige zaken hebben een duwtje nodig, neem laadpalen. Gelukkig gebeurt dat ook in de MRA.” Groot vond dat energie enorm belangrijk is om andere duurzaamheidsdoelstellingen voor elkaar te krijgen. Vroege zag het iets breder. “Ook het bevorderen van de circulaire economie is heel goed voor de werkgelegenheid. Neem alleen al hergebruik.” Volgens Kastje gaat duurzaamheid voor de MRA zelfs een essentiële vestigingsfactor gaat worden. Olthof was het met hem eens. “Een circulaire economie trekt hoog opgeleide mensen aan. We moeten goed kijken waar we over een jaar of twintig op dit terrein willen staan, niet in de laatste plaats om de concurrentie met andere metropolen aan te kunnen.”