JAARGANG 3-NR. 3-SEPTEMBER 2014
Nieuws uit de Metropoolregio Amsterdam
Schakel tussen de A8 en A9 komt eraan
MRA Tafels: Meedenken over
Jacqueline Cramer: “Schone
De Beemster
toekomst metropoolregio
metropool is banenmotor”
in vogelvlucht
korte berichten
>>
Uitdagingen voor stad en regio
Voor welke uitdagingen staan de steden op het gebied van economie en werkgelegenheid in de collegeperiode 2014-2018? En welke aanpakken hebben bewezen de stad succesvol vooruit te helpen? Op deze en andere vragen geeft de Platform31publicatie ‘De stad en regio vooruit’ antwoord. Dit gebeurt aan de hand van essays, interviews en ‘good practices’. Kijk voor meer informatie op de MRA-website.
Uitbreiding vliegveld Lelystad
De Tweede Kamer steunt in meerderheid de plannen van staats secretaris Mansveld (IenM) voor de bouw van de toekomstige luchthaven Lelystad International
Airport. Het huidige vliegveld Lelystad moet uitgroeien tot dependance van Schiphol. Vanaf 2018 moeten er vooral vakantiecharters heen. Schiphol zelf investeert 58 miljoen euro in uitbreiding van de luchthaven, onder meer in verlenging van de start- en landingsbaan naar 2.400 meter.
Monitor Woningbouw
Tot 2040 moeten er in de Noord vleugel ongeveer 440.000 woningen bijgebouwd worden. Uit de Monitor Woningbouwproductie Noordvleugel blijkt echter dat er in 2013 historisch weinig bouw vergunningen zijn afgegeven. De productie moet de komende jaren fors omhoog om te voorzien in de grote behoefte. Uit de monitor blijkt dat de vraag naar
Stabiele en betrouwbare dienstverlening Het is niemand ontgaan dat de financiële sector en de zakelijke dienstverlening de afgelopen jaren de nodige ontwikkelingen hebben doorgemaakt en nog doormaken. De crisis heeft geleid tot politieke en maat schappelijke debatten en discussies in het parlement en de media over deze sectoren. Het accent leek daarbij, hoe begrijpelijk ook, te liggen op het verminderen van risico’s. Veel minder leek het te gaan over de vraag of en zo ja hoe de financiële en ook zakelijke dienstverleners hun ondersteunende rol voor de reële economie (weer) kunnen vervullen op een wijze die vertrouwen wekt. Deze laatste vraag heeft de afgelopen tijd wel centraal gestaan binnen de Amsterdam Economic Board, met name in het cluster Financiële en Zakelijke Dienstverlening. Duidelijk werd dat de sector zelf, maar ook overheden, kennisinstellingen en de vakbeweging het belang van stabiele en
2 Podium 3 | 3
woningen in toenemende mate komt van 1- of 2-persoonshuis houdens, zowel van mensen onder de 35 jaar als van 65 jaar en ouder. De monitor staat op de MRA-website.
Economic Board Gooi & Vechtstreek
De regio Gooi & Vechtstreek bundelt de krachten voor een economisch sterke regio. De Economic Board Gooi & Vecht streek moet zorgen voor een optimale verbinding tussen alle triple helix partijen (ondernemers, onderwijs, overheid). Waar mogelijk werkt de Board samen met de boards van Amsterdam, Almere, Utrecht en Amersfoort. Een eerste advies betreft het aangaan van de samenwerking met Almere voor de Floriade 2022.
Hans van der Noordaa, Lid Raad van Bestuur ING Bank en voorzitter Cluster Financiële en Zakelijke Dienstverlening
betrouwbare financiële en zakelijke dienst verleners erkennen. En dat zij allen een rol kunnen en willen vervullen om het vertrouwen in de sector te versterken en het belang ervan uit te dragen. Dit alles is tot uiting gekomen in een convenant dat op 25 augustus jl. is onderte kend door burgemeester Eberhard van der Laan (voorzitter Board), Carla Kiburg (bestuurder FNV Finance), Jaap Winter (voorzitter College van Bestuur VU) en ondergetekende in de rol van voorzitter van het cluster. Het convenant geeft het cluster positieve energie om, naast de activiteiten die zij al uitvoerde, samen met de ondertekenaars nieuwe activiteiten op te zetten en zo bij te blijven dragen aan het realiseren van de ambities van de Board.
Meedenken over toekomst metropool FOTO: NORBERT GÜNTNER
De regio ontwikkelen tot een krachtige Europese metropool. Dat was in 2007 de insteek van het ‘Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040’. Nu – zeven jaar later - is een verkenning naar een mogelijke actualisatie van het Ontwikkelingsbeeld opgenomen in het jaarprogramma 2014 van de Metropoolregio Amsterdam. Hierover vinden in het najaar in alle deelregio’s van de metropool gesprekken plaats. Dit gebeurt aan MRA Tafels. Het ‘Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040’ is de aanzet geweest voor verbetering van de samen werking tussen de 36 gemeenten, de 2 provincies en de Stadsregio in de Metropoolregio Amsterdam. Met name waar het gaat om het versterken van de economie, het aanjagen van binnenstedelijke ontwikkelingen, het verbeteren van de bereikbaarheid en het versterken van het karakteristieke landschappelijk gebied is in regioverband veel bereikt. Niet in de laatste plaats omdat het Ontwikkelingsbeeld het uitgangspunt vormt van de Gebiedsagenda die samen met het Rijk is opgesteld. Mede daardoor heeft het document gezorgd voor wind in de zeilen, bijvoorbeeld als het gaat om het havengebied, Schiphol, de Zuidas en de doorontwikkeling van Almere. En dankzij de vertaling in gemeentelijke en
provinciale structuurvisies geeft het Ontwikkelings beeld richting aan vele lokale en regionale acties.
Relevantie
Begin dit jaar is besloten te kijken of er ‘onderhoud’ nodig is van het ‘Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040’. Hoe verhoudt het Ontwikkelingsbeeld zich tot de om ons heen veranderende wereld? Wat is er wel en niet uitgevoerd? Welke nieuwe opgaven zijn er, ook in het licht van de veranderende wereld? De nieuwe bestuursperiode is een extra reden om zorgvuldig te kijken hoe de regionale en lokale inspanningen elkaar aanvullen en versterken. Eerder dit jaar zijn immers in alle gemeenten nieuwe raden gekozen, gevolgd door het installeren van nieuwe colleges. Het merendeel van de nieuw aangetreden volksvertegenwoordigers is nog niet eerder in aan raking geweest met het Ontwikkelingsbeeld.
MRA Tafels
Om bovenstaande vragen te beantwoorden worden onder meer de komende maanden in de verschillende deelregio’s op tal van plekken in de metropoolregio inzichten, vragen en opgaven opgehaald. Dit gebeurt aan de zogenaamde MRA Tafels. Deze gesprekstafels zijn bedoeld voor bestuurders, 3 | 3 Podium 3
raadsleden, statenleden, ambtenaren en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld. Tijdens de MRA Tafels staat de inhoud centraal. De gesprekken gaan over actuele vraagstukken zoals: - Hoe verhoudt de ontwikkeling van de MRA tot op heden zich tot het Ontwikkelingsbeeld uit 2007? - Hoe staan de verschillende deelprogramma’s (impulsen) ervoor en welke opgaven resteren er nog? - Kan de integrale aanpak van de opgaven versterkt worden? - Is voor bepaalde opgaven behoefte aan een andere manier van uitvoeren? - Vormen bepaalde maatschappelijke trends aanleiding voor nieuwe opgaven? - Wat zijn nieuwe ontwikkelingen (thematisch, bestuurlijk of wellicht financieel) in externe processen en trajecten waar de MRA van invloed op wil zijn? - Hoe verhouden de vele lokale, regionale visies c.q. projecten zich tot de metropolitane opgaven? - Hoe zijn de posities van de verschillende deelregio’s opgebouwd? - Hoe kan de regionale samenwerking binnen de MRA versterkt worden? Het aantal en de aard van de gesprekken verschillen per regio. Er zijn inleidingen speciaal voor nieuwe bestuurders en raadsleden. Ook zijn er strategische gesprekken met zo’n acht tot tien deelnemers, de ene keer met alleen bestuurders, een andere keer ook met raadsleden, ambtenaren en andere betrokkenen uit de
regio; soms met een specifieke agenda, soms meer open van karakter. Als hulpmiddel zijn het ‘samensterk in de MRA-spel’ en ‘praatkaarten’ gemaakt. Een overzicht van al deze gesprekken is te vinden op de MRA-website. De gesprekken worden per regio gecoördineerd door zogenaamde regio-ambassadeurs. De contactgegevens van hen staan eveneens op de MRA-website.
‘In alle deelregio’s van de
metropool vinden dit najaar MRA Tafels plaats’
Voorbereidende verkenningen
Om de gesprekken goed te kunnen voeren is in het voorjaar een reeks verdiepende verkenningen uit gevoerd naar de nieuwe coalitieakkoorden, trends en ontwikkelingen, de circulaire economie en de inter nationale concurrentiepositie. In juli en augustus heeft het MRA-zomeratelier plaatsgevonden. Drie dagen per week kwamen hierin ambtelijke experts bijeen om te brainstormen over actuele en toekomstige lokale en regionale opgaven. Doel van de sessies was om voldoende informatie en hulpmiddelen te ontwikkelen om het goede gesprek aan de MRA Tafels te kunnen voeren.
Regio-ambassadeurs bijeen voor de voorbereiding van de MRA Tafels Vlnr: Suzanne Jeurissen (MRA), Harry Zondag (Almere & Lelystad), Steef de Looze (Zuid-Kennemerland), Constance Winnips (SRA), Milou van Putten (Waterland), Mark Lammertink (Regio Amstel-Meerlanden), Camiel van Drimmelen (MRA), Maurits de Hoog (Amsterdam), Jan Heijink (Zaanstreek) en Jaap Kersten (Ministerie IenM). Niet op de foto: Auke Blok (Regio Amstel-Meerlanden), Famke Kweekel (IJmond), Jan Willem Kooijmans (IJmond), Mirte Rozemond (Zaanstreek), Rob Uijtjens (Regio Gooi en Vechtsteek)
4 Podium 3 | 3
>>
MRA Tafels in Amstelveen
FOTO’S: MICHIEL WIJNBERGH
De uitkomsten van de verdiepende verkenningen, het zomeratelier en de MRA Tafels worden gebruikt voor een bestuurlijke afweging over de actualisatie van het Ontwikkelingsbeeld. Deze kan variëren van een aanpassing van het Ontwikkelings beeld, een MRA-agenda voor de middellange termijn, een uitvoeringsstrategie voor de komende jaren of een combinatie van deze zaken. De beslissing hierover wordt voorzien voor begin 2015.
Aanmelden
U bent van harte welkom aan één van de MRA Tafels. Als u graag wilt deelnemen aan de gesprekken neem dan contact op met de regio-ambassadeur. Actuele informatie vindt u op de MRA-website (www.metropoolregioamsterdam.nl) Contactpersoon: Marc Hanou,
[email protected]
Regio
Datum
Regio Amstel-Meerlanden
15 sept.
i
16 sept.
v
23 sept.
v
16 sept.
v
Eind okt.
v
17 okt.
i
Medio okt.
v
Begin okt.
i/v
Medio okt.
V
Eind okt.
V
8 okt.
I
Medio okt.
V
Zuid-Kennemerland IJmond Zaanstreek
Waterland
Contact
Almere & Lelystad
21 okt.
i/v
Amsterdam
23 okt.
I
30 okt.
V
Regio Gooi en Vechtstreek I
Inleiding
V
Verdieping
Eind okt.
i/v
Mark Lammertink; Auke Blok Rob Koning Famke Kweekel; Jan Willem Kooijmans Jan Heijink; Mirte Rozemond
korte berichten Kantorenmarkt nog een krimpmarkt
Ook in 2013 is de kantorenmarkt in de Metropoolregio Amsterdam een krimpmarkt. Het totale kantooroppervlak is net als in 2012 gedaald. De in 2009 ingezette trend van een dalend gebruik van de bestaande kantoren is eveneens voortgezet. Dit blijkt uit de jaarlijkse monitor van het samenwerkingsverband Plabeka in de Metropoolregio Amsterdam. De monitor gaat ook in op de ontwikkelingen op de bedrijven- en zeehaventerreinen. De uitgifte van bedrijventerreinen was in 2013 18,5 ha, een lichte stijging ten opzichte van 2011 en 2012. Ook de uitgifte aan zeehaventerreinen was met 9,1 ha hoger dan 2012.
Transformatie Bergwijkpark
Het door leegstand geteisterde Berg wijkpark in Diemen verandert in een levendige woonwijk. In januari begint de transformatie van het desolate kantorengebied, dat ligt ingeklemd tussen spoorlijnen en autowegen, naar een waterrijke, sfeervolle en leefbare wijk, onder de rook van Amsterdam Zuidoost. Onder de naam ‘Holland Park’ worden de komende jaren meer dan drieduizend koop- en vrije sector huurappartementen gerealiseerd.
Logistieke voorsprong
Handel en logistiek zit in de genen van de Amsterdammers. Als het aankomt op logistieke expertise, heeft de stad Amsterdam eeuwenlange ervaring. Deze natuurlijke logistieke voorsprong stuwt niet alleen de regionale economie, maar is ook grotendeels verantwoordelijk voor de internationale positie van de Amsterdam Metropolitan Area als een ‘global business hub’. Het boek ‘Amsterdam Trade & Logistics, Historical Highlights’ laat zien waarom dit geen toeval is.
Milou van Putten Harry Zondag Maurits de Hoog Rob Uijtjens
Actuele informatie vindt u op www.metropoolregioamsterdam.nl; Twitter: #MRAtafels
Actiefste wereldstad
Niet Berlijn, niet Kopenhagen en zeker niet Los Angeles. De actiefste wereldburgers vind je op dit moment in Amsterdam. Bewegingstrackapp Human vergeleek data van 30 grote steden op vijf continenten en kwam tot de conclusie: in de Nederlandse hoofdstad fietsen, rennen en wandelen we het meest en het langst.
3 | 3 Podium 5
Recreatieschappen in beweging Recreatieschappen zijn schoolvoorbeelden van samenwerkende overheden. Inmiddels zijn we ruim 30 jaar verder en is de samenleving ingrijpend veranderd. Hoog tijd dus om de organisatievorm van de schappen eens tegen het licht te houden. De bestuurlijke omgeving van de recreatieschappen is de afgelopen jaren sterk gewijzigd. Eerst waren de recreatieschappen, opgericht als gemeenschappelijke regelingen van rijk, provincie en gemeenten, vooral bezig met inrichting en beheer. Nu de metropoolvorming steeds verder gaat, groeit de behoefte om vanuit de MRA meer sturing te geven aan de ontwikkeling, het gebruik en de beleving van het Metropolitane Landschap. De recreatieschappen vervullen daarin een belangrijke rol.
Publieke financiering
Een tweede belangrijke impuls voor verandering is de afnemende publieke financiering van de recreatieschappen. Deels komt dat voort uit krimpende budgetten, maar dat is niet de enige reden. De provincie Noord-Holland en de betrokken gemeenten vinden het niet meer vanzelfsprekend dat zij veelal het grootste deel van de kosten moeten betalen. Hierdoor is er meer bereidheid om particuliere FOTO: PROVINCIE NOORD-HOLLAND
6 Podium 3 | 3
initiatieven toe te laten en op zoek te gaan naar andere financieringsbronnen. Daarbij zal ook gekeken kunnen worden naar verevening binnen de MRA.
Intensivering gebruik
Maar er speelt meer. De toename van de bevolking, vrije tijd en de toenemende individualisering leiden tot een veranderend gebruikspatroon van onze groengebieden. Groen in en rond de stad wordt steeds intensiever gebruikt, recreatiegebieden die verder liggen houden alleen hun bezoekers vast als in de kwaliteit geïnvesteerd wordt. Dat vraagt om nieuwe vormen van beheer, waar ook burgers aan kunnen meedoen. Nu al wordt op allerlei terreinen ruimte gegeven aan burgerinitiatieven. Dat varieert van stadslandbouw tot delen van het beheer van de openbare ruimte. Door dit soort vormen van burgerparticipatie ontstaat een nieuw soort eigenaarschap rondom recreatiegebieden. Dat kan bijdragen aan een grotere binding tussen gebied en gebruiker.
Beleidsvernieuwing
Naast de meer sturende rol op de ontwikkeling van het landschap vanuit de MRA, denkt de provincie Noord-Holland momenteel na over de contouren van een nieuw recreatiebeleid. Dat heeft natuurlijk met
alle geschetste veranderingen te maken, maar ook met het in elkaar overvloeien van recreatie- en natuurgebieden. Aan de ene kant wordt geprobeerd natuurgebieden meer toegankelijk te maken dan voorheen, aan de andere kant zijn er delen binnen de recreatiegebieden als natuur aan te merken. De verschillen vervagen, maar beide vormen een essentieel onderdeel van de beleving door de burgers van het Metropolitane Landschap.
Discussiebijeenkomst
Al met al is de toekomst van de recreatieschappen een complex vraagstuk, waar provincie en gemeenten samen voor staan. Dit betekent dat zij in gezamenlijk overleg op zoek moeten naar antwoorden. De geschetste ontwikkelingen vragen bovendien om discussie over de toekomst van de recreatieschappen. Na de gesprekken die al hebben plaatsgevonden, willen we op vrijdag 24 oktober meer inzoomen op de recreatieschappen. De discussiebijeenkomst over de toekomst van de recreatieschappen is met name bedoeld voor betrokken staten- en gemeenteraadsleden. Meer informatie hierover volgt op de MRA-website. Contactpersoon: Ronald Louwman,
[email protected]
Schakel tussen A8 en A9 komt eraan
FOTO’S: MICHIEL WIJNBERGH
Het ontbreken van een verbinding tussen de snelwegen A8 en A9 zorgt voor overbelasting van provinciale wegen en ongewenste verkeersdrukte in stedelijke kernen. Na jaren van plannenmakerij is er eindelijk zicht op een oplossing. Eind dit jaar is de planstudie Verbinding A8-A9 gereed.
De samenwerkende partijen zoeken samen naar de verbinding die de problemen oplost én financieel haalbaar is. Daarbij is bovendien nadrukkelijk oog voor de ruimtelijke kwaliteit, zoals het open polderlandschap en het UNESCO Werelderfgoed Stelling van Amsterdam.
De provinciale wegen N203 en N246 raken overbelast. Het bovenregionaal verkeer rijdt nu noodgedwongen door de kernen van Krommenie en Wormerveer omdat een rechtstreekse verbinding tussen de A8 en A9 ontbreekt. De capaciteit is onvoldoende om het stijgende verkeersaanbod te verwerken. De drukte op de N203 en N246 zorgt er weer voor dat er veelvuldig gebruik gemaakt wordt van sluiproutes door onder meer Assendelft.
Vanaf april van dit jaar wordt door de samenwerkende partners, gewerkt aan de planstudie Verbinding A8-A9. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de Ontwerp notitie Reikwijdte en Detailniveau, die in november 2014 ter visie wordt gelegd. Na vaststelling in maart 2015 starten de onderzoeken voor de Milieueffectrapportage (MER). Deze legt de basis voor het voorkeursalternatief, dat in 2016 wordt vastgesteld.
Het aanleggen van een betere verbinding tussen de A8 bij Westzaan en de A9 ter hoogte van Beverwijk/ Heemskerk verbetert de doorstroming van het verkeer en daarmee de leefbaarheid en bereikbaarheid. Reden voor de Stadsregio Amsterdam, de gemeenten Zaanstad, Uitgeest, Heemskerk, Beverwijk en Velsen en de Provincie Noord-Holland om zich hier hard voor te maken.
Overeenkomst
Al in de jaren zestig/zeventig leefde de gedachte om de A8 door te trekken naar de A9. Veel verkennende studies zijn in de loop der tijd verricht. Vorig jaar is afgesproken dat niet het rijk, maar de regio de planstudie gaat trekken. Deze regionale samenwerking is in januari 2014 vastgelegd in een Samenwerkingsovereenkomst.
Samen met belanghebbenden
De overheden doen dit niet alleen. Inwoners, ondernemers, vertegenwoordigers van maatschappelijke partijen (klankbordgroep) en overige belanghebbenden worden intensief bij de planvorming betrokken. In juli is gestart met inloopavonden om mensen te informeren. Deze avonden zijn goed bezocht en velen hebben zich aangemeld om mee te denken in het verdere traject. Inmiddels is door belangstellenden al enthousiast meegedacht over welke alternatieven de besten zijn voor hun leefomgeving. De website ‘www.verbindinga8-a9.nl’, met daaraan gekoppeld een digitale nieuwsbrief, is een belangrijke informatiebron om geïnteresseerden mee te nemen in het proces. Informatie: Harry van der Pijl (projectleider),
[email protected] 3 | 3 Podium 7
Droogmakerij De Beemster in vogelvlucht
FOTO: VIA DRUPSTEEN
8 Podium 3 | 3
Werelderfgoed De 17e eeuwse droogmakerij De Beemster is een schoolvoorbeeld van hoe grote delen van ons land zijn drooggelegd. In 1612 viel het bij storm woeste binnenmeer droog en kon de inrichting van de polder beginnen. Er werden wegen aangelegd, sloten gegraven en boerderijen gebouwd. Dat alles gebeurde volgens een ordelijk en strak geometrisch patroon. Aan deze rationele verkaveling en inrichting heeft De Beemster zijn roem te danken. Dankzij de vruchtbare grond heeft De Beemster zich ontwikkeld tot een sterk agrarisch gebied. Stoere stolpboerderijen en vooral het typische Noord-Hollandse landschap hebben de droogmakerij op de kaart gezet. Niet voor niets verkreeg De Beemster in 1999 de status van werelderfgoed. Bekijk de foto 360° in het rond op de MRA-website!
3 | 3 Podium 9
Mondiaal neemt de verstedelijking snel toe. Gevolg is dat het leefbaar maken van stedelijke gebieden aan belang wint. “Investeren in duurzame maatregelen is daarom dubbele winst”, legt Jacqueline Cramer uit. “Allereerst zijn maatregelen op het gebied van energie, afval, mobiliteit, landschap en stedelijke inrichting van groot belang voor de toekomst van de Metropoolregio Amsterdam zelf. Maar de ervaring die we daarmee opdoen is meteen een fantastisch exportartikel.” Duurzaamheid, een belangrijk speerpunt van de samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam, wint met de dag aan betekenis. Reden voor de Amsterdam Economic Board om voormalig milieuminister Jacqueline Cramer als ambassadeur aan te trekken. Cramer, tegenwoordig directeur Utrecht Sustainability Institute (USI), ziet voor de MRA twee hoofdthema’s om op in te zetten: grondstoffen en energie. “Wat betreft het eerste spoor dient de regio toe te werken naar volledig hergebruik van grondstoffen. Het tweede spoor richt zich op het realiseren van een duurzame energievoorziening.”
Kringloopeconomie
FOTO: MICHIEL WIJNBERGH
Board-ambassadeur Jacqueline Cramer:
“Schone metropool is banenmotor”
10 Podium 3 | 3
Eerste uitdaging waar Cramer zich als ambassadeur van de Amsterdam Economic Board op stort is het versnellen van de ontwikkeling naar een circulaire economie. Uitgangspunt van dit economisch systeem is hergebruik van producten en materialen. De overgang naar hoogwaardig hergebruik van grondstoffen is belangrijk vanuit milieuoogpunt. Maar de winst strekt veel verder. “Hierdoor wordt innovatie op dit gebied gestimuleerd en dat is kennis met veel exportmogelijkheden. Denk maar aan hoe onze waterkennis de laatste jaren mondiaal furore maakt. Maar ook de inzameling en verwerking van het afval zelf levert veel werkgelegenheid op. Bijkomend voordeel is een flinke besparing op de import van grondstoffen.” Op het gebied van hergebruik gebeurt al het nodige in de regio. “We beginnen zeker niet bij nul. Maar dat gebeurt nu veelal nog eenvoudig. Laagwaardig hergebruik noemen we dat in milieujargon.” Als voorbeeld noemt zij de omslag die het Afval- en Energiebedrijf van Amsterdam wil bereiken. Nu is verbranden daar de hoofdmoot, ook met het oog op elektriciteitsopwekking. Dit gebeurt met behulp van drie verbrandingsinstallaties. Daarvan zijn er twee al van wat oudere datum en daardoor veel minder efficiënt. Cramer: “Het is de bedoeling dat deze op termijn, zeg tien jaar, plaats gaan maken voor allerlei recyclingsactiviteiten. Om dat plan te laten slagen, moet je nu al allerlei voorbereidingen treffen, onder meer op het gebied van inzameling en nieuwe bedrijvigheid.” Daarbij is het de truc om het afval zo optimaal mogelijk te hergebruiken binnen meerdere ketens. “Dus niet langer zoals nu van organisch afval compost maken, maar dit als laatste stap zien in een lange keten van hergebruik. Er zijn allerlei tussen-
stappen denkbaar, bijvoorbeeld eiwitproductie met behulp van insecten die het afval als voedsel gebruiken.” Hetzelfde geldt voor plastic- en papierrecycling. “Dat kan veel hoogwaardiger dan nu gebeurt. Met name op het gebied van plastic is nog een wereld te winnen.” Zoals het voorbeeld van het energiebedrijf al aangeeft, is de overgang naar een circulaire economie niet van vandaag op morgen te realiseren. Allereerst is er inzet nodig om bij alle betrokkenen de knop om te zetten. Ook het technisch en financieel doorvoeren van de veranderingen is nog een uitdaging. “Momenteel zit er veel te weinig verband tussen de huidige initiatieven. Daardoor worden allerlei mogelijkheden niet benut. Om dat te verbeteren, moet de metropoolregio de overgang naar een circulaire economie planmatig uitwerken. Vervolgens kunnen bedrijven daar invulling aan geven. Bij de Board ben ik speciaal gevraagd om dat voor elkaar te krijgen.”
‘Mijn toekomstwens
is dat de MRA de eerste circulaire metropool van de wereld is’
Energietransitie
Cramer legt dus de focus op circulaire economie en gaat zich niet intensief bemoeien met het vormgeven aan de energietransitie, de andere hoofdlijn waar de MRA naar haar overtuiging fors op moet inzetten. Het werk van de Board doet ze namelijk pro deo en gezien haar volle agenda ziet ze geen kans om op energiegebied een aanjagende rol te vervullen. “Wel probeer ik ervoor te zorgen dat de andere Board-clusters de inzet op het gebied van duurzame energie en energiebesparing gaan verhogen. De MRA dreigt anders op achterstand te komen ten opzicht van wat andere Europese metropolen op dit gebied doen. Er lopen weliswaar meerdere inspirerende projecten, maar in zijn totaliteit schiet de gezamenlijke MRA-inzet te kort. Om tot de koplopers te behoren moet er nog een fors tandje bij. Die intentie is er gelukkig, waar het om gaat is daaraan concreet invulling te geven.”
Mondiale kansen
Stel dat haar missie slaagt, hoe kan een duurzame metropool er rond 2040 uitzien? “Mijn toekomstwens is dat de MRA dan de eerste circulaire metropool van de wereld is die bovendien voor 100% op duurzame energiebronnen drijft. Maar dat lukt alleen wanneer iedereen, bestuurders, ondernemers én burgers, het vanzelfsprekend vin-
‘Met name op het gebied
van plasticrecycling is nog een wereld te winnen’
den dat we in deze regio duurzame energie gebruiken en spaarzaam met onze grondstoffen omgaan.” Mocht dit lukken, dan spint de economie daar garen bij. De omslag naar een duurzame metropool is namelijk niet alleen voor het milieu enorm belangrijk, maar levert allerlei kansen voor het bedrijfsleven op. “Denk aan kansen voor het creëren van nieuwe bedrijven en het aanboren van nieuwe markten die de toekomst hebben. Een verhoogde inzet op beide sporen, energie en grondstoffen, zet de metropoolregio op voorsprong ten aanzien van concurrerende Europese metropolen.” Over de hele linie, wereldwijd, is er maar één thema dat er met kop en schouders bovenuit springt, namelijk leefbaarheid. De stad wordt wereldwijd populairder. Veel van die stedelijke gebieden, met name buiten Europa, kampen met luchtvervuiling, afvalproblemen, congestie en watervervuiling. Als ze die problemen niet weten aan te pakken, gaat dit meer en meer ten koste van de leefbaarheid.”
Voorbeeldfunctie
Om meerdere redenen is juist de stedelijke agglomeratie van de MRA voor veel snel groeiende economieën een lichtend voorbeeld. Ondanks de vele stedelijke kernen, is de metropoolregio er immers in geslaagd om een leefbare omgeving te creëren. “Juist daarom biedt het beter omgaan met de problematiek van water, grondstoffen en energie in stedelijke gebieden enorme kansen. Door de inzet op deze terreinen te vergroten, krijgt de regio een fantastisch mondiaal exportartikel in handen. In het op hoogwaardige wijze terugbrengen in de kringloop van afvalstoffen zit veel bedrijvigheid, ook op het gebied van innovatie.” Cramer wijst erop dat de MRA op dit punt al aanzien geniet vanwege het feit dat de gehele metropool beneden de zeespiegel ligt. “Alleen al om dit met eigen ogen te zien, komen mensen van heinde en verre bij ons op bezoek. Als we daar een vernieuwingsslag op het gebied van hoogwaardig grondstoffen- en energiegebruik aan toe voegen, stijgt die aandacht. Dat spreekt enorm aan.” Het feit dat de MRA steeds beter vorm weet te geven aan de samenwerking tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen noemt zij tot slot een sterke troefkaart. “Dat is een aanpak die veel mensen in het buitenland zeer waarderen.”
3 | 3 Podium 11
Pendelstromen BEVERWIJK
LELYSTAD
ZAANSTAD
HAARLEM
ALMERE AMSTERDAM
HAARLEMMERMEER
DIEMEN WEESP AMSTELVEEN
OUDER AMSTEL
AALSMEER
HILVERSUM
Aan te pakken (rijks)wegen
Infra-uitbreidingen en ruimtelijke ontwikkelingen tussen 2010 en 2030
Verwachte bevolkingsgroei
Nieuwe verbindingen (rijks)wegen Bestaand spoor
2020 - 2030
Meer dan de helft van het woon-werk
Aan te pakken delen spoor
verkeer binnen de MRA is binnenstedelijk.
Aan te pakken NS stations
Het merendeel daarvan speelt zich af
Bestaande metro
in Amsterdam, zo blijkt uit de figuur
Nieuwe Metroverbindingen
hiernaast. Omdat de bevolkingsgroei en de
Bestaande HOV
toename van het aantal arbeidsplaatsen
Nieuwe HOV verbindingen
vooral plaatsvinden in bestaand stedelijk
Nieuwe zeesluis
gebied, zal de omvang van de interne
Vliegvelden
verplaatsingen binnen en tussen de
Gebiedsontwikkeling
2010 - 2020
belangrijkste MRA-steden verder toenemen. Dit leidt onder meer tot een groei van het fietsverkeer. Regionaal stijgt vooral het aandeel van OV in combinatie met de fiets.
Zaanstad, Haarlem en Amstelveen de pendel naar Amsterdam behoorlijk toeneemt. De pendel vanuit Almere blijft
BEVERWIJK VELSEN
ZAANSTAD
eveneens groot. Doordat steeds meer mensen werk vinden binnen de gemeente,
LELYSTAD
PURMEREND
Uit figuur hiernaast blijkt dat ook vanuit
ALMERE
HAARLEM
neemt de interne pendel in Almere
AMSTERDAM
eveneens toe. Hetzelfde geldt voor zowel
Groei
de pendel van de MRA naar buiten als van overig Nederland naar de MRA. De figuur hierboven laat zien waar de grote
Krimp HAARLEMMERMEER
De pijlen geven de pendelstromen
lopende investeringen in de infrastructuur
HILVERSUM
plaatsvinden om de toenemende
tussen de stedelijke kernen aan, de cirkels het binnenstedelijk
verkeersstromen op te vangen en bestaande
woon-werkverkeer. De dikte van
knelpunten op te heffen. Rijk en regio
de pijl en de omvang van de cirkel
investeren samen zo’n 12 miljard euro in de hoofdinfrastructuur van de MRA.
Stabiel
AMSTELVEEN
geven de grootte van de stromen Grootste woon-werkstromen in de MRA
aan.
Bron: MIRT onderzoek Stedelijke Bereikbaarheid MRA (2014)
12 Podium 3 | 3
Flevokust gezien vanaf de Maxima-centrale
ILLUSTRATIE: PROVINCIE FLEVOLAND
Flevokust geeft metropool nieuwe impuls Na jaren van gesteggel staan alle lichten op groen voor Flevokust, de overslaghaven met container terminal en industrieterrein ten noorden van Lelystad. Als alles volgens plan verloopt, kunnen de agrariërs uit Flevoland met hun producten vanuit de haven vanaf 2017 de hele wereld bedienen. Bijkomend voordeel is het verminderen van de congestie over de weg. Flevokust, de ‘witte vlek’ op de binnenvaartkaart, staat sinds 1993 in de beleidsplannen van de provincie Flevoland. Na jaren van plannen maken, zetten de gemeente Lelystad en de provincie sinds 2013 vaart achter het project. Nu ligt er een plan dat kan rekenen op brede steun van Provinciale Staten en de gemeenteraad. De gekozen locatie, noordelijk van Lelystad, kan niet beter: aan een vaarroute en de A6, met in de directe nabijheid luchthaven Lelystad.
Marktvraag
De komst van Flevokust is goed nieuws, want de marktvraag is onverminderd groot. Niet voor niets heeft CTU (Container Terminal Utrecht) al in 2013 een eerste overeenkomst getekend voor de exploitatie van de terminal. Ook de Flevolandse agrariërs staan te trappelen. Zij hebben dringend behoefte aan een haven van waaruit hun producten over de wereld kunnen worden vervoerd. Nu doen zij dat met heel veel containers die over de weg naar bijvoorbeeld de haven van Rotterdam
worden gebracht. Vervoer over water is efficiënter en daarmee een aantrekkelijk alternatief. Minder vervoer over de weg draagt bovendien bij aan het verminderen van de congestie op de weg. Beter Benutten is dan ook een van de subsidies waarvan Flevokust gebruik kan maken. Een aandachtspunt in dit licht is het realiseren van douanefaciliteiten op Flevokust: als goederen daar kunnen worden ingeklaard en gecertificeerd, dan scheelt dat nog veel meer (onnodige) kilometers van veelal lege containers.
Integrale gebiedsontwikkeling
Volgens de planning kan Flevokust medio 2017 in gebruik worden genomen. Eind 2014 nemen zowel de provincie als de gemeente Lelystad een finaal besluit, ook over de benodigde investeringen. Recent is besloten tot een taakverdeling tussen beide overheden: de provincie richt zich op de realisatie van de buitendijkse haven, terwijl de gemeente de ontwikkeling van het binnendijkse industrieterrein op zich neemt. Daarbij wordt uiteraard nauw samengewerkt om te zorgen voor één integrale gebiedsontwikkeling, waarbinnen de haven en het industrieterrein optimaal van elkaar kunnen profiteren. Op die manier kan Flevokust wezenlijk bijdragen aan het versterken van de economisch potentie van de metropoolregio. Contactpersoon: Inge de Zaaijer,
[email protected] 3 | 3 Podium 13
FOTO: STADSREGIO AMSTERDAM
Ombouw Amstelveenlijn onderweg De Amstelveenlijn wordt omgevormd tot een hoogwaardige, verkeersveilige en toekomstvaste tramverbinding tussen station Amsterdam Zuid en Amstelveen Westwijk. Het betreft een omvangrijk regionaal project, dat nauw verbonden is met de aanleg van de verdiepte A10 bij de Zuidas. Dit draagt eraan bij dat reizigers zich in dit deel van de MRA straks sneller en gemakkelijker kunnen verplaatsen.
De toegenomen bedrijvigheid op de Zuidas maakt, samen met de groei van Station Zuid, dat de Amstelveenlijn beter moet aansluiten op de reizigersvraag. Daarnaast is het huidige materieel bijna aan het eind van zijn levensduur, waardoor de storingsgevoeligheid toeneemt. Ook de verkeersveiligheid is een punt van aandacht. Dit alles heeft er toe geleid dat al enige tijd wordt gewerkt aan een ingrijpende vernieuwing van de tramverbinding. Dit gebeurt op initiatief van de Stadsregio Amsterdam, stadsdeel Zuid en de gemeenten Amsterdam en Amstelveen.
Uitdagingen
De projectpartners zijn het begin 2013 eens geworden over de voorkeursvariant. De planuitwerkingsfase loopt inmiddels, met de Stadsregio Amsterdam als opdrachtgever. Dit gebeurt onder de naam Ombouw Amstelveenlijn. Grootste uitdaging is de samenhang met de realisatie van andere grootschalige projecten in het gebied rondom Amsterdam Zuid. Met name door de combinatie met de ontwikkelingen rondom station Zuid verbetert de regionale vervoersfunctie in de MRA. Van belang is verder de interactie met het project Zuidasdok, waarbij de toekomstige 14 Podium 3 | 3
eindhalte van de Amstelveenlijn op het dak van de verdiepte A10 komt te liggen. Hiervoor is maatwerk nodig ten aanzien van de planning, bouwfasering, contracten en risicobeheersing. Dit wordt bereikt door een nauwe samenwerking tussen beide projecten, waarbij zelfs een deel van de ombouw van de Amstelveenlijn in het realisatiecontract van Zuidasdok wordt opgenomen. Een andere interessante uitdaging is dat, naast de realisatie van de infrastructuur, het materieel aan vernieuwing toe is. Parallel wordt daarom nu gewerkt aan de materieelbestelling, zodat met oplevering van de lijn direct de nieuwe tramstellen kunnen rijden. Dit biedt veel kansen om tot een optimale investering te komen.
Traject
De uitwerking en lokale inpassing van het project Ombouw Amstelveenlijn stemt de Stadsregio af met de projectpartners. Volgens plan volgt in 2015 de investeringsbeslissing en in 2016 de aanbesteding. De nieuwe Amstelveenlijn zal in 2020 worden opgeleverd. Contactpersoon: Jan Smit,
[email protected]
Vernieuwing samenwerking Rijk en regio
Mark Pol, wethouder Almere
In oktober vindt over diverse belangrijke thema’s in de Metropoolregio Amsterdam bestuurlijk overleg plaats tussen MRA-vertegenwoordigers en de ministers Schultz (IenM) en Blok (Wonen). Mogelijk schuift ook minister Kamp (EZ) aan. De vruchten van het overleg worden gebruikt om te komen tot een vernieuwde en verbeterde samenwerking. Binnen het Rijk wordt gewerkt aan een cultuuromslag om op een andere manier het gesprek aan te gaan met de regio’s over de gezamenlijke ambities. Krimpende budgetten vormen mede de aanleiding om de huidige wijze van samenwerking van Rijk en regio tegen het licht te houden. Tot 2028 zijn er namelijk weinig middelen beschikbaar voor de financiering van ruimtelijke projecten. Wat ook meespeelt is de veran deringen in het mobiliteitsgedrag. Plus de opkomst van een organische ruimtelijke ontwikkeling, waarbij een grootschalige aanpak plaats maakt voor een gefaseerde klein schalige benadering. ‘Vernieuwing MIRT 1’ is de werktitel van deze verandering aan de zijde van het Rijk. De metropoolregio is hier nadrukkelijk bij betrokken. Het gaat om meer flexibiliteit, meer integraliteit en ook gelijkwaardigheid tussen partners om zaken voor elkaar te krijgen. In plaats van het benoemen van concrete projecten staan vooral opgaven waar verschillende thema’s bij elkaar komen centraal. Deze omslag houdt in dat samenwerking tussen partijen nog belangrijker wordt, waarbij de MRA meer zelf aan zet zal zijn. Daarbij worden tevens, meer dan nu gebeurt, het bedrijfsleven, universiteiten en andere relevante partners in een vroeg stadium bij initiatieven betrokken. Momenteel wordt gekeken of het overleg kan gaan over een actuele gebiedsontwikkeling om aan de hand hiervan de vernieuwing vorm te geven, van te leren en aan te scherpen. Gedacht wordt aan de opgave ‘Sloterdijk’, een gebied met potentie waar thema’s als verstedelijking, transformatie, bereikbaarheid aan de orde zijn. Juist het gesprek met het Rijk kan helpen om verdere stappen te kunnen zetten. Wat blijft is dat het overleg wordt benut om stil te staan bij de stand van zaken van de diverse opgaven in de Gebiedsagenda. Verder komen twee recente MIRT-onder zoeken aan de orde over organisch bouwen en stedelijke bereikbaarheid, twee onderwerpen die beide te maken hebben met de veranderende omstandigheden. De vernieuwing laat zich na de zomer direct al zien: de bewindslieden komen voor het eerst in het kader van het MIRT naar de regio toe. De MRA wordt vertegenwoordigd door de voorzitters van de platforms Economie, Bereikbaar heid en Ruimtelijke Ordening, mogelijk aangevuld met andere bestuurders of deelnemers afhankelijk van de agenda. Contactpersoon: Menko Noordegraaf,
[email protected] 1 MIRT staat voor: Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport
FOTO: GEMEENTE ALMERE
Almere bewust van rol in metropool Met meer dan 16.000 bedrijven heeft de stad Almere een gevarieerd economisch profiel. Daarom staat de relatie met het bestaande bedrijfsleven hoog op mijn agenda. Ik wil dat ondernemingen zich kunnen ontwikkelen en groeien, waarbij zij volop profiteren van onze samen werking in metropoolverband. We zijn ons bewust van het feit dat Almere onderdeel is van een grotere regio. Zeker als we competitief willen blijven met andere me tropolen in de wereld, zullen we ons zo moeten blijven opstellen. Met name als het gaat om het aanjagen van economische vernieuwing, het aantrekken van nieuwe bedrijven, de ontwikkeling van kansrijke clusters en de internationale acquisitie, is de MRA-samenwerking voor onze stad van groot belang. Een samenwerking die ik de komende periode verder wil optimaliseren. Als wethouder Economische Ontwikkeling heb ik, samen met mijn collega’s, de afgelopen maanden een begin gemaakt voor een nieuwe economische agenda, waarin onder andere de kansen die de Floriade biedt voor de doorontwikkeling van onze economie worden verwerkt. In het najaar gaat het college hierover met de partners in de stad en de gemeenteraad in gesprek. Dit moet in 2015 resulteren in een strategische economische agenda, met concrete aanknopingspunten om de bedrijvigheid in ons deel van de metropoolregio te versterken. De agenda bestaat uit twee sporen. Allereerst is er de focus op versterking van het bedrijvenlandschap. Een landschap dat we moeten koesteren en tegelijkertijd verder moeten ontwikkelen. Het tweede spoor is dat van excellent gastheerschap. We streven naar een uitste kende dienstverlening richting ondernemers. Niet alleen om initiatieven te faciliteren, maar ook om te investeren in onze relaties. Het wordt kortom een uitdagende periode, waarin ik de focus zal leggen op de rol van Almere in de metropoolre gio. Als we gezamenlijk de MRA versterken, worden alle individuele gemeenten daar beter van. Deze uitdaging ga ik graag aan! 3 | 3 Podium 15
A G E N D A Maak kennis met de MRA!
Dit najaar vinden in alle deelregio’s van de MRA verkennende gesprekken plaats in het kader van de mogelijke actualisatie van het ‘Ontwikkelingsbeeld 2040’. Dit gebeurt aan de MRA Tafels. Op pag. 3, 4 en 5 leest u hier meer over. De gesprekken gaan over de relatie tussen lokale en regionale opgaven en de bijdrage hiervan aan de versterking van de internationale concurrentiepositie van de Metropoolregio Amsterdam.
Economie
OKTOBER
02/10 KENNISBIJEENKOMST ‘WET OP BEDRIJVEN INVESTERINGS ZONES’ (BIZ) 02/10 BESTUURLIJK VOOROVERLEG MIRT* 09/10 HAVENDEBAT AMSTERDAM Het centrale thema van dit debat is de Visie 2030. Op naar één regiohaven? 13/10 BESTUURLIJK OVERLEG MIRT* 22/10 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM BEREIKBAARHEID (PBM)* 24/10 RECREATIESCHAPPEN IN BEWEGING Discussiebijeenkomst over de toekomst van de recreatieschappen
COLOFON MRA Podium is het kwartaalblad van de Metropoolregio Amsterdam
Verstedelijking
NOV EM BER
12/11 CONGRES OV-KNOOPPUNTEN ‘MAAK PLAATS! RUIM BAAN VOOR SAMENWERKING’
DECEM BER
Bereikbaarheid
03/12 04/12 04/12 05/12
BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM RUIMTELIJKE ORDENING* BESTUURSPLATFORM NOORDZEEKANAALGEBIED (NZKG)* BESTUURLIJKE REGIE SCHIPHOL (BRS)* BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM REGIONALE ECONOMISCHE STRUCTUUR (PRES)* 10/12 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM BEREIKBAARHEID (PBM)* 11/12 CONGRES NOORDZEEKANAALGEBIED Uitvoeringsprogramma Visie NZKG 2040 met o.a. Minister Melanie Schultz 12/12 CATCH UP BOARD
De Metropoolregio Amsterdam is het samenwerkingsverband van lokale en regionale overheden in het noordelijke deel van de Randstad. Deelnemers zijn de gemeenten Aalsmeer, Almere, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Bussum, Diemen, Edam-Volendam, Haarlem, HaarlemmerliedeSpaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Hilversum, Huizen, Landsmeer, Laren, Lelystad, Muiden, Naarden, Oostzaan, OuderAmstel, Purmerend, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Waterland, Weesp, Wijdemeren, Wormerland, Zaanstad, Zandvoort, Zeevang, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Stadsregio Amsterdam. WEBSITE
www.metropoolregioamsterdam.nl REDACTIERAAD
Louisan Pot, Winfried Lindeman, Jan de Graaf en Guus Knibbeler CORRESPONDENTEN
Landschap
Thomas Koorn, Martin Bekker, Jacqueline Bouwmans, Jan Heijink, Steef de Looze, Lotte Volz en Harry Zondag EINDREDACTIE EN PRODUCTIE
DG Communicatie
*Bestuurlijk overleg – op uitnodiging
HOOFDFOTO VOORPAGINA
Michiel Wijnbergh ONTWERP
www.co3.org, Irma Bannenberg
DRUK
KDR Company OPLAGE
2850 exemplaren
M E E R I N FOR M AT I E
Actueel nieuws, ook over de agenda, vindt u op de MRA-website. Via de website kunt u zich ook abonneren op de maandelijkse digitale MRA-nieuwsbrief. WWW.METROPOOLREGIOAMSTERDAM.NL Volg de MRA op Twitter: @MRA_online
Duurzaamheid
REDACTIEADRES
Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam t.a.v. Guus Knibbeler Postbus 2758 1000 CT Amsterdam 020-2551582
[email protected]