Consolidated Alarm Management Systeem (CAMS) Alarmen en in het bijzonder alarmsystemen vormen een essentieel onderdeel van de operator interface in grote moderne industriële systemen. Deze alarmsystemen bieden vitale support aan de operators in het beheer van complexe productie-omgevingen en waarschuwen hen voor situaties die dringende aandacht vereisen. Een goed beheer van alarmen draagt bij aan de veiligheid van mensen, het milieu en de beschikbaarheid van een procesinstallatie.
Een goed alarm volgens EEMUA 191 heeft de volgende kenmerken; - relevant (alleen de toepasselijke alarmen dienen gepresenteerd te worden) - uniek (niet redundant) - precies op tijd (niet te vroeg en zeker niet te laat om te kunnen reageren) - geprioriseerd (geeft belangrijkheid van de alarmen aan de operators) - begrijpelijk (geeft korte en duidelijke beschrijving bij/van elk alarm) - diagnose (geeft aan hoe er gehandeld dient te worden op een alarm) - focus (laat operator concentreren op de hoogste prioriteit alarmen) - adviserend (geeft de operator informatie welke actie deze dient te nemen) EEMUA 191. In 1999 kwam de “Engineering Equipment and Materials Users Association”, beter bekend als EEMUA, met publicatie 191. De titel van deze publicatie, “ALARM SYSTEMS, A guide to design, management and procurement” spreekt voor zich. Deze publicatie is de industrie-standaard voor alarmbeheer. EEMUA 191 beschrijft een ideaal alarmbeheersysteem. De benadering van deze richtlijn is om de bron weg te nemen van datgene wat alarm flooding genereert. Dit onder een strikte controle zodat onnodige alarmen niet gedefinieerd worden en niet verschijnen voor de operators. Een ideaal alarmsysteem geeft alleen juiste alarmen.
heeft Yokogawa CAMS ontwikkeld. CAMS vormt de komende jaren het alarmbeheersplatvorm voor Yokogawa en is een integraal onderdeel van het CENTUM CS 3000 systeem. Het zorgt voor een single window operation van alarmen en events en integreert alle subsystemen in dit window zolang deze OPC A&E (alarms & events) ondersteunen. CAMS geeft een praktische,
bottom-up benadering van de EEMUA 191. CAMS is een uniek, “real-time” systeem dat alarmen en events bewerkt voordat deze worden opgeslagen in een “historical” database. De unieke testfunctie en de krachtige tools verschaffen de ontwerper van de CAMS database voldoende middelen om het gehele proces van alarmdesign en -beheer te begeleiden. CAMS software laat zich eenvoudig installeren op een CENTUM CS 3000 HIS station en is na installatie “ready-to-use”. Dit houdt in dat alle, volgens de EEMUA 191 guideline, benodigde alarmattributen, datavelden en tools direct aanwezig zijn. Maar CAMS biedt meer dan de EEMUA 191 voorschrijft. Aan elk alarm kunnen klantspecifieke attributen/datavelden worden toegevoegd. En elk veld, voorgedefinieerd of klantspecifiek, kan aangepast worden. Per alarm kan bijkomende informatie toegevoegd worden zoals bvb. de meest waarschijnlijke oorzaak van het alarm, de benodigde operator acties, een link (URL) naar een referentie document. Dit document kan een pdf of Word document zijn maar ook een link naar het intra- of internet.
Dit artikel is een zeer beknopte weergave van wat CAMS is en kan bieden. Wilt u graag de uitgebreide versie? Op de antwoordfax in bijlage kan u deze optie aankruisen. Telefonisch aanvragen kan via het nummer 02/719.55.92 of per mail naar
[email protected]
HOE GAAT MEN HIERVOOR TE WERK ? Er worden verschillende serviceklassen gedefinieerd. In totaal zijn er 7 (van 0 tot 6).
Het bedrijf Euridice doet onderzoek naar de haalbaarheid van het bergen van radioactief afval in diepe kleilagen. Euridice staat voor “European Underground Research Infrastructure for Disposal of Nuclear Waste In Clay Environment” en is een joint venture tussen SCK en NIRAS. Het beschikt voor zijn onderzoek over een uniek laboratorium met de toepasselijke naam “HADES” (*) in een diepe kleilaag op 225 m diepte. Het “PRACLAY” onderzoeksprogramma werd in 1995 opgestart met als doel het gedrag na te gaan bij berging van radio-actief afval in kleilagen. De 2 belangrijkste metingen zijn het meten van de waterdrukken en de kleitemperaturen in de directe omgeving van de bergingsgalerij. De warmte, die aanwezig is bij radio-actief afval en die de kleilaag zou kunnen opwarmen en beïnvloeden, wordt
gesimuleerd met behulp van elektrische verwarming. Deze 200-tal metingen worden verbonden met het data-acquisitie systeem MX 100 en in real-time opgevolgd via de software MX-logger. Eveneens worden de gegevens verder verwerkt in het algemene databeheer systeem van het HADES laboratorium. Criteria die de doorslag gaven in het keuzeproces zijn : • het technisch voordeel van de galvanische scheiding van ieder kanaal • het gebruiksgemak bij indienstname • de mogelijkheid tot het onderling verbinden van de verschillende meetplatformen (gedecentraliseerde data-acquisitie)
Vacatures Wegens de grote groei is men bij Yokogawa Belgium op zoek naar nieuwe medewerkers. Momenteel zijn er vacatures voor een Project Manager, meerdere ‘Systems Application Engineer’s en een Instrument Field Engineer. Voor meer info, surf naar www.yokogawa.com/be en klik op “carrière”.
Nieuwe medewerkers
Agoria Serviceklassen
Dit systeem heeft volgende doelstellingen: 1. De aangeboden services voor de klant zo transparant mogelijk maken 2. Het niveau van services zo nauwkeurig mogelijk definiëren zodat ze maximaal aan de verwachtingen van de klant voldoen 3. De klanttevredenheid maximaliseren
Yokogawa gaat ondergronds
* De naam “HADES” stamt uit de Griekse mythologie en duidt daar op “de god van de” onderwereld, de Romeinen maakten daar “Pluto” van. Omdat de activiteiten van Euridice zich voornamelijk concentreren rond het ondergronds lab, werd de naam HADES gekozen. Uiteraard niet zomaar! HADES is bij Euridice het acroniem voor “High Activity Disposal Experimental Site”, waarbij de High Activity in eerste instantie slaat op het type afval - hoog (radio-)actief. “Disposal” is de Engelse term voor “Berging”.
Voor een demo en/of meer informatie : www.yokogawa.com/be-nl/srv/be-demo.htm
In maart 2007 is CAMS beschikbaar voor de markt.
CAMS Om de performantie van het huidige Yokogawa alarmsysteem in CENTUM CS 3000 te verbeteren en om EEMUA 191 compliant te zijn
In Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk werd al met succes een systeem van “serviceklassen” ingevoerd.
Nieuws en Actualiteiten
MX100 & Logger
Deze worden duidelijk in de offerte vermeld en worden ook grafisch weergegeven. Afhankelijk van de klasse worden er meer of minder diensten aangeboden. Dit kan gaan van telefonische assistentie tot en met volledige indienstname van het onderdeel. WANNEER GAAT DIT VAN START? Eind 2005 besliste Agoria Industrial Automation om dit systeem ook in België in te voeren. Vorig jaar al engageerden een aantal automatiseringsbedrijven (waaronder Yokogawa Belgium) zich door de ondertekening van een charter. Zodra voldoende
5
bedrijven dit charter hebben ondertekend, worden de serviceklassen in de praktijk toegepast.
Op 1 september 2006 startte Kathleen Buyle. Kathleen werkt halftijds en verzorgt de afspraken van de verkoopploeg. Daarnaast leidt ze kwaliteitszaken in goede banen en biedt ze – waar nodig - administratieve ondersteuning. Op 23 oktober 2006 startte Jan Vandekerckhove als Systems Application Engineer in de
dienst Maintenance & Engineering Solutions. Op 15 februari 2007 kwam Bert Mascaux de verkoopsploeg versterken van de afdeling IA Instrument Solutions. Gevolgd door Laurent Uvo die 19 maart van start gaat. Bert is actief in de regio Antwerpen/Brussel en Laurent in de regio Oost- en West-Vlaanderen.
COLOFON WIE GEÏNTERESSEERD IS IN DE PRODUCTEN EN SERVICES VAN YOKOGAWA BELGIUM, KAN GEBRUIK MAKEN VAN DE BIJ DEZE INFLOW GEVOEGDE ANTWOORDFAX OF ONS CONTACTEREN OP: YOKOGAWA BELGIUM N.V./S.A. MINERVASTRAAT 16, 1930 ZAVENTEM TELEFOON: 02/719.55.11 • TELEFAX: 02/725.34.99 E-MAIL:
[email protected] WEBSITE: WWW.YOKOGAWA.COM/BE
INFLOW Inflow is een uitgave van Yokogawa Belgium nv/sa en wordt gratis toegezonden aan iedereen die daar prijs op stelt.
M a a r t 2 0 0 7 / 7 e j a a r g a n g / n r. 2 0 Multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A
Multivariabele druktransmitter biedt dynamische compensatie voor een verbeterde op DP gebaseerde drukmeting In dit artikel wordt een nieuwe druktransmitter beschreven die een ingebouwde dynamische compensatie biedt voor tal van fouten en onnauwkeurigheden die zich kunnen voordoen in op drukverschil gebaseerde debietmetingen. In combinatie met een primair element zoals een meetflens vormt de multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A een debietmeter die volumetrische of massastroom meet op basis van drukverschil (DP) en stroomdensiteit aan de hand van de actueel gemeten druk en temperatuur. Dit in tegenstelling tot standaard DP-transmitters die ervan uitgaan dat druk en temperatuur, en dus ook de stroomdensiteit, constant blijven. OORZAKEN DIE EEN WEERSLAG HEBBEN OP DP-DEBIETMETING Afbeelding 1 toont de meetopstelling. De uitgevoerde basis massastroomvergelijking is: Qm=k.√(DP.P/T). In DP-debietmetingen is de variatie van de stroomdensiteit slechts één van de vele mogelijke oorzaken. Een mogelijke fout is het primaire element. Een flensplaat is het meest frequent gebruikte primaire element. Over de nauwkeurigheid daarvan is men het nog lang niet eens. Wel weten we dat de nauwkeurigheid afneemt
INFLOW IS EEN UITGAVE VAN YOKOGAWA BELGIUM N.V./S.A. WILT U IETS VAN DE REDACTIONELE INHOUD TER PUBLICATIE OVERNEMEN? NEEM DAN A.U.B. EVEN CONTACT OP MET CARINE IMMERECHTS.
EINDREDACTIE: CARINE IMMERECHTS VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: JEF VREYSEN
Afb.1.Opstelling voor debietmeting Kathleen Buyle
Jan Vandekerckhove
Bert Mascaux
Laurant Uvo
6
VERSION FRANCAISE SUR SIMPLE DEMANDE
met de tijd naarmate de scherpte van de plaat vermindert. Een typische foutwaarde is 1%. Een andere fout is de DP-transmitter. Deze nauwkeurigheid wordt uitgedrukt als een percentage van de maximale meetwaarde (MW) en wordt versterkt door de kwadratische verhouding tussen stroom en drukverschil. In de meeste gevallen bestaat bij de op DP gebaseerde debietmeters een turndown van 3:1. Deze waarde duidt de bandbreedte aan waarbinnen de nauwkeurigheid als aanvaardbaar wordt beschouwd: 30-100% debiet voor een turndown van 3:1. Als men ervan uitgaat dat de nauwkeurigheid van de DP-transmitter ±0.2% MW bedraagt bij 100% debiet, is de nauwkeurigheid ±0.2% plus de fout van de plaat. Bij 70% debiet (49% DP vanwege de kwadratische
1
verhouding) zou de nauwkeurigheid ±0.4% bedragen; bij 50% debiet (25% DP) zou deze ±0.8% bedragen en bij 25% debiet (6.25% DP) ±3.2%. Over de volledige bandbreedte voegt de plaat daar ±1% bij en wanneer een totale nauwkeurigheid van ±2.5% als aanvaardbaar wordt beschouwd, wordt
IN DEZE UITGAVE 1 2
Multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A
3
Solventen goed gemeten
4
Projectbeheer bij Yokogawa Belgium
4
Technische opleiding “YOKOGAWA FLOW UNIVERSITY”
5
Consolidated Alarm Management Systeem (CAMS)
5
Agoria Serviceklassen
6
Yokogawa gaat ondergronds
6
Vacatures / Nieuwe medewerkers
deze nauwkeurigheid bereikt bij een debiet van circa 30% - vandaar de turndown van 3:1. Deze turndown wordt vaak verhoogd tot 9:1 wanneer gebruik wordt gemaakt van twee DP-transmitters met verschillende bandbreedten voor dezelfde plaat, een schakelmechanisme en een functie debietmeting. De huidige DP-transmitters, zoals de Yokogawa DPharp EJX110A, zijn uiteraard veel nauwkeuriger dan ±0.2%. De nauwkeurigheid wordt echter nog steeds uitgedrukt als een percentage van de MW en de kwadratische verhouding tussen debiet en DP geldt nog steeds. We mogen echter stellen dat een betere turndown dan 5:1 normaal niet wordt bereikt. De fout als gevolg van druk (±0.5 bar) en temperatuurschom- Afb.2.Effecten van melingen (±10°C) in stroom gas- of stoomstromen kan makkelijk ±2% bedragen. De stroomfactor k in de bovenstaande basisformule is een constante die de verschillen tussen theorie en praktijk compenseert. Deze factor wordt berekend als deel van de flensberekening en geldt alleen voor welbepaalde bedrijfsomstandigheden, waardoor ook deze factor een potentiële oorzaak is. Deze factor hangt af van de stromingsfactor, de factor gasexpansie en de factor naderingssnelheid. Het resultaat van een flensberekening is de diameter van het gat ten opzichte van de pijpdiameter: de zogenaamde ß-ratio. Wanneer een vloeistof door een pijp met een flensplaat stroomt, wordt de stromingszone plots verkleind, waardoor de kleinste stromingszone (Vena contracta) zich voorbij (achter) de plaat bevindt. De stromingsfactor (op basis van experimenteel onderzoek) compenseert het verschil tussen theorie en praktijk. De stromingsfactor hangt echter af van het stromingsprofiel (Reynolds) en varieert met de
stroomsnelheid, de binnendiameter van de pijp, de stroomdensiteit en de stroomviscositeit. De laatste drie parameters worden op hun beurt beïnvloed door de stroomtemperatuur. Als een gas- of stoomstroom voorbij de flensplaat komt (afb. 2) wordt deze vóór de plaat gecomprimeerd als gevolg van de obstructie door de plaat. Voorbij de plaat wordt de stroom opnieuw breder. De factor gasexpansie corrigeert de densiteitsverschillen tussen de druksensoren; deze factor is afhankelijk van de ß-ratio, de isentroopcoëfficiënt (die de verschillen tussen theoretische expansie en reële expansie corrigeert), het drukverschil en de statische druk. Ook hier heeft temde flensplaat op de peratuur enig effect. Tenslotte is er de factor naderingssnelheid: deze hangt af van de ß-ratio (d/D), die op zijn beurt afhankelijk is van temperatuur. Het materiaal van de pijp en de flens zet uit of trekt samen onder invloed van temperatuurschommelingen, terwijl de factor naderingssnelheid de veranderingen in de ß-ratio als gevolg van temperatuurschommelingen corrigeert. DYNAMISCHE COMPENSATIE De fout in de stroomfactor k neemt toe naarmate het debiet vermindert, en draagt aanzienlijk bij aan de globale nauwkeurigheid van een stroommeter. Een primair element van een op DP gebaseerde debietmeter is ingesteld op welbepaalde bedrijfsomstandigheden. Wanneer de omstandigheden in de praktijk veranderen – lagere druk, hogere temperatuur, lager debiet, enz., wil de gebruiker de verhouding debiet/DP voor deze nieuwe gebruiksomstandigheden herberekenen. En dat is precies wat de multivaria-
bele zender DPharp EJX910A (Afb.3) voor u doet. Hij corrigeert de waarden in geval van druk- en temperatuurschommeling en kan permanent de effecten van veranderende bedrijfsomstandigheden op de stroomfactor compenseren. Door middel van de wizard voor stroomconfiguratie kan de DPharp EJX910A zodanig worden ingesteld dat hij als een apparaat voor debietberekening fungeert. Er zijn twee opties: de basismodus en de modus met automatische compensatie. In de basismodus compenseert de Dpharp EJX910A alleen druk- en temperatuurschommelingen met een constante stroomfactor, vrijwel zoals een klassieke DP-transmitter met een afzonderlijke debietcomputer, wat resulteert in een turndown van misschien 5:1. In de modus automatische compensatie zorgt de DPharp EJX910A echter voor een dynamische compensatie van schommelende omstandigheden en de effecten daarvan op de stroomfactor. Daardoor wordt de fout beperkt, die voornamelijk te wijten is aan de onzekerheid in verband met het primaire element. Dientengevolge geldt de nauwkeurigheidsspecificatie van ±1% van het debiet (ervan uitgaande dat het primaire element ideaal is) over een turndown van 10:1 in termen van stroming (wat overeenkomt met een turndown van 100:1 in termen van DP) alleen in de modus automatische compensatie. Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat de DPharp EJX910A zowat een revolutie is in de bestaande kwadratische metingen en dat hij met zijn turndown van 10:1 niet alleen de behoefte aan een afzonderlijke debietcomputer uitschakelt, maar ook twee DP-transmitters voor eenzelfde plaat kan vervangen en daarbij goede resultaten over een groot stroombereik laat zien. U wilt hier meer over weten? Lees dan het boek van R.W. Miller, het Flow Engineering Handbook (hoofdstuk 9), 3e uitgave, McGraw-Hill Professional, ISBN 0070423660.
Afb.3.De multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A van Yokogawa
Dpharp EJX Verschildruktransmitter
RotaMass
PROJECTBEHEER BIJ YOKOGAWA BELGIUM
SOLVENTEN GOED GEMETEN Janssen Pharmaceutica maakt deel uit van Johnson & Johnson, het grootste bedrijf ter wereld op vlak van gezondheidszorg. Het bedrijf heeft in België 3 vestigingen. De vestiging in Geel is gekend voor de productie van actieve stoffen voor de medicijnen die in de vestiging van Beerse gefabriceerd worden. De vestiging in Olen staat enkel in voor kwaliteitsonderzoek. De vestiging in Geel kent vier productieplants waarin verschillende reacties kunnen worden uitgevoerd: ze worden daarom multipurpose plants genoemd. Het proces bestaat meestal uit de volgende onderdelen: • Verschillende grondstoffen worden, afkomstig van het tankenpark of magazijn, samengebracht met de nodige oplosmiddelen en hulpstoffen. • Grote reactoren tussen 1000 en 6000 liter vormen het hart van het productieproces. Hier vinden chemische reacties tussen de verschillende grondstoffen plaats en wordt een nieuwe stof gevormd. • Door middel van centrifuges of filters worden vervolgens de oplosmiddelen of solventen afgescheiden die nodig zijn voor de reactie van het restproduct. Het merendeel van deze solventen wordt gerecupereerd en opgeslagen in een tankpark. • Tenslotte droogt men het product om de laatste resten solvent te verwijderen: zo bekomt men een droog poeder. Voor eindproducten is het verhaal nog niet afgelopen. Om deze poeders later correct en in kleine hoeveelheden te kunnen doseren in de geneesmiddelen, moet ervoor gezorgd worden dat dit poeder de juiste fijnheid en korrelgrootte bezit. Hiervoor bezit de vestiging te Geel een aparte afdeling, de poederunit, waar de actieve stoffen worden gemalen en gezeefd. Voor het verpompen van de gerecupereerde solventen uit het tankenpark naar de verschillende reactoren, wordt de RotaMass van Yokogawa ingezet. De RotaMass is een massadebietmeter gebaseerd op coriolis krachten. De redenen waarom er geopteerd werd voor een coriolis massadebietmeter liggen voor de hand :
• Werken met gewichtsmetingen en/of verschildruktransmitters voor dosering met een hoge nauwkeurigheid, uit tanks van 10 000 tot 16 000 l met een product densiteitvariatie van tussen 0,7 kg/l en 1,5 kg/l, is zeer moeilijk • Betrouwbaarheid, nauwkeurigheid, gegarandeerd leegloopsysteem, gemakkelijk reinigbaar systeem, geen bewegende delen, direct in te bouwen in de leiding, lage drukverliezen De voordelen van Yokogawa bovenop de hierboven vermelde argumenten zijn : • Daar waar andere leveranciers verschillende toestellen aanboden om aan de vraag te voldoen, bestond de oplossing van Yokogawa uit één type toestel van dezelfde reeks.
Het vertrekpunt ? Betrouwbaarheid! Met kenmerken zoals de nieuwe multi-sensing technologie, geoptimaliseerde auto-diagnose, multifunctionele LCD en verbeterde overdrukbescherming, levert het nieuwe compacte ontwerp van de EJX een stabiele en nauwkeurige procesmeting aan lage installatiekosten en bijna zonder onderhoud. Een significante eigenschap van de EJX is de reactietijd van 90msec, de beste binnen de industrie.
• De slechte ervaring met RVS 304 behuizing (bruin uitslaan) was een argument om op zoek te gaan naar alternatieven. Yokogawa was de enige die zich voor de uitvoering van de omkasting van de meetbuis in RVS 316L flexibel opstelde en deze uitvoering ook kon waarmaken. • Voldoen aan bijkomstige kwaliteitsgebonden argumenten cfr. een compact toestel met laag gewicht en kleine afmetingen en eenvoudige inbouwvoorschriften zelfs onder stress condities. • Gegarandeerd sneltransport (24u) van basisonderdelen • De garantie dat de meting door aanwezigheid van luchtbellen niet zou wegvallen. Een simulatie toonde aan dat tot 50 vol % lucht in een 2” meter een meetfout geeft. Echter het toestel blijft functioneel. De meetfout kan maximaal verkleind worden door de laatst correct gemeten waarde vast te houden wanneer er grotere hoeveelheden lucht door de meter gaan. Indien de meter opnieuw correct meet, wordt de aanwezige correcte waarde overgenomen Ondertussen werken de meters al meerdere maanden tot grote tevredenheid van de gebruikers.
Waar snelheid kritisch is, maakt de EJX het verschil! Meer weten ? Surf dan naar www.yokogawa.com/fld/ FLOW/rota/fld-rotamass-01en.htm
2
3
HET YOKOGAWA MANAGEMENT SYSTEEM (YMS) Binnen Yokogawa worden alle systeemprojecten afgehandeld volgens het Yokogawa Management Systeem (YMS). Dit is een eigen ISO gecertificeerd kwaliteitssysteem dat voor elke Yokogawa medewerker beschikbaar is via het Intranet. Het YMS is gebaseerd op 4 basiselementen: 1. Management 2. Resources 3. Processes 4. Measurement Het systeem biedt een gestructureerd model voor alle processen, stadia en componenten van het project. Voor elk stadium zijn alle benodigde documenten beschikbaar. Het is pragmatisch, duidelijk opgevat en zorgt ervoor dat alle projecten op een gelijkaardige en kwalitatieve manier worden uitgevoerd en gedocumenteerd door al de Yokogawa medewerkers. Dit is ons “core business” proces. Het klinkt eenvoudig, en in realiteit is het dat ook. Ongeveer een jaar geleden werden de PRINCE2 basisprincipes in het YMS toegevoegd. PRINCE (Projects in a Controlled Environment) is een standaard methode voor effectief projectbeheer.
DE “GLOBAL ENGINEERING STANDARD” (GES) Naast het YMS bestaat er binnen de Yokogawa organisatie de “Global Engineering Standard” Dit is een platform dat de verschillende stadia en taken beschrijft die bij een bepaald
type project horen. De stadia binnen het project worden opgedeeld volgens de standaard “Work Breakdown Structure” (WBS) elementen, gedefinieerd in deze werkmethode. Elk WBS-element bestaat uit verdere activiteiten (of netwerken). Het voordeel van dergelijke aanpak is dat iedereen binnen Yokogawa, ongeacht de locatie, op dezelfde manier en met dezelfde terminologie aan een project werkt.
SAP PS-GES WBS PHASES
SAP PS Working Times Report
DE MODULE SAP PS Binnen Yokogawa gebeurt het volledige order handling process via SAP. De verschillende materialen en diensten uit de diverse projecten worden via SAP besteld, opgevolgd en gefactureerd. Sinds kort beschikt Yokogawa over de SAP PS module, specifiek voor project administratie. Hierbinnen krijgt elk project een uniek nummer toegekend (bvb. 13P-06-0021). Deze projectreferentie zal de klant terugvinden op de correspondentie, leveringen en facturen die betrekking hebben op het project. SAP PS creëert voor ieder project een omgeving waarin de verschillende WBSelementen, van toepassing uit de GES, worden bepaald en begroot.
De engineers die aan een bepaald project werken, registreren hun gepresteerde uren op de verschillende WBS-elementen. Op deze manier is er steeds een duidelijk zicht op de actuele status van het project en is de optimale opvolging en afhandeling gegarandeerd.
Technische opleiding “YOKOGAWA FLOW UNIVERSITY” VOOR WIE: project managers, productie ingenieurs, onderhoudspersoneel, proces ingenieurs. Kortom: iedereen die te maken heeft met debietmeters en graag voeling wil houden met de basisprincipes van de verschillende meettechnieken. We bieden u een merkonafhankelijk overzicht.
WANNEER EN WAAR: • 27 maart 2007 in Gent • 29 maart 2007 in Geel Meer weten? Surf naar www.yokogawa.com/be-nl/flowuniversity
4
deze nauwkeurigheid bereikt bij een debiet van circa 30% - vandaar de turndown van 3:1. Deze turndown wordt vaak verhoogd tot 9:1 wanneer gebruik wordt gemaakt van twee DP-transmitters met verschillende bandbreedten voor dezelfde plaat, een schakelmechanisme en een functie debietmeting. De huidige DP-transmitters, zoals de Yokogawa DPharp EJX110A, zijn uiteraard veel nauwkeuriger dan ±0.2%. De nauwkeurigheid wordt echter nog steeds uitgedrukt als een percentage van de MW en de kwadratische verhouding tussen debiet en DP geldt nog steeds. We mogen echter stellen dat een betere turndown dan 5:1 normaal niet wordt bereikt. De fout als gevolg van druk (±0.5 bar) en temperatuurschom- Afb.2.Effecten van melingen (±10°C) in stroom gas- of stoomstromen kan makkelijk ±2% bedragen. De stroomfactor k in de bovenstaande basisformule is een constante die de verschillen tussen theorie en praktijk compenseert. Deze factor wordt berekend als deel van de flensberekening en geldt alleen voor welbepaalde bedrijfsomstandigheden, waardoor ook deze factor een potentiële oorzaak is. Deze factor hangt af van de stromingsfactor, de factor gasexpansie en de factor naderingssnelheid. Het resultaat van een flensberekening is de diameter van het gat ten opzichte van de pijpdiameter: de zogenaamde ß-ratio. Wanneer een vloeistof door een pijp met een flensplaat stroomt, wordt de stromingszone plots verkleind, waardoor de kleinste stromingszone (Vena contracta) zich voorbij (achter) de plaat bevindt. De stromingsfactor (op basis van experimenteel onderzoek) compenseert het verschil tussen theorie en praktijk. De stromingsfactor hangt echter af van het stromingsprofiel (Reynolds) en varieert met de
stroomsnelheid, de binnendiameter van de pijp, de stroomdensiteit en de stroomviscositeit. De laatste drie parameters worden op hun beurt beïnvloed door de stroomtemperatuur. Als een gas- of stoomstroom voorbij de flensplaat komt (afb. 2) wordt deze vóór de plaat gecomprimeerd als gevolg van de obstructie door de plaat. Voorbij de plaat wordt de stroom opnieuw breder. De factor gasexpansie corrigeert de densiteitsverschillen tussen de druksensoren; deze factor is afhankelijk van de ß-ratio, de isentroopcoëfficiënt (die de verschillen tussen theoretische expansie en reële expansie corrigeert), het drukverschil en de statische druk. Ook hier heeft temde flensplaat op de peratuur enig effect. Tenslotte is er de factor naderingssnelheid: deze hangt af van de ß-ratio (d/D), die op zijn beurt afhankelijk is van temperatuur. Het materiaal van de pijp en de flens zet uit of trekt samen onder invloed van temperatuurschommelingen, terwijl de factor naderingssnelheid de veranderingen in de ß-ratio als gevolg van temperatuurschommelingen corrigeert. DYNAMISCHE COMPENSATIE De fout in de stroomfactor k neemt toe naarmate het debiet vermindert, en draagt aanzienlijk bij aan de globale nauwkeurigheid van een stroommeter. Een primair element van een op DP gebaseerde debietmeter is ingesteld op welbepaalde bedrijfsomstandigheden. Wanneer de omstandigheden in de praktijk veranderen – lagere druk, hogere temperatuur, lager debiet, enz., wil de gebruiker de verhouding debiet/DP voor deze nieuwe gebruiksomstandigheden herberekenen. En dat is precies wat de multivaria-
bele zender DPharp EJX910A (Afb.3) voor u doet. Hij corrigeert de waarden in geval van druk- en temperatuurschommeling en kan permanent de effecten van veranderende bedrijfsomstandigheden op de stroomfactor compenseren. Door middel van de wizard voor stroomconfiguratie kan de DPharp EJX910A zodanig worden ingesteld dat hij als een apparaat voor debietberekening fungeert. Er zijn twee opties: de basismodus en de modus met automatische compensatie. In de basismodus compenseert de Dpharp EJX910A alleen druk- en temperatuurschommelingen met een constante stroomfactor, vrijwel zoals een klassieke DP-transmitter met een afzonderlijke debietcomputer, wat resulteert in een turndown van misschien 5:1. In de modus automatische compensatie zorgt de DPharp EJX910A echter voor een dynamische compensatie van schommelende omstandigheden en de effecten daarvan op de stroomfactor. Daardoor wordt de fout beperkt, die voornamelijk te wijten is aan de onzekerheid in verband met het primaire element. Dientengevolge geldt de nauwkeurigheidsspecificatie van ±1% van het debiet (ervan uitgaande dat het primaire element ideaal is) over een turndown van 10:1 in termen van stroming (wat overeenkomt met een turndown van 100:1 in termen van DP) alleen in de modus automatische compensatie. Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat de DPharp EJX910A zowat een revolutie is in de bestaande kwadratische metingen en dat hij met zijn turndown van 10:1 niet alleen de behoefte aan een afzonderlijke debietcomputer uitschakelt, maar ook twee DP-transmitters voor eenzelfde plaat kan vervangen en daarbij goede resultaten over een groot stroombereik laat zien. U wilt hier meer over weten? Lees dan het boek van R.W. Miller, het Flow Engineering Handbook (hoofdstuk 9), 3e uitgave, McGraw-Hill Professional, ISBN 0070423660.
Afb.3.De multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A van Yokogawa
Dpharp EJX Verschildruktransmitter
RotaMass
PROJECTBEHEER BIJ YOKOGAWA BELGIUM
SOLVENTEN GOED GEMETEN Janssen Pharmaceutica maakt deel uit van Johnson & Johnson, het grootste bedrijf ter wereld op vlak van gezondheidszorg. Het bedrijf heeft in België 3 vestigingen. De vestiging in Geel is gekend voor de productie van actieve stoffen voor de medicijnen die in de vestiging van Beerse gefabriceerd worden. De vestiging in Olen staat enkel in voor kwaliteitsonderzoek. De vestiging in Geel kent vier productieplants waarin verschillende reacties kunnen worden uitgevoerd: ze worden daarom multipurpose plants genoemd. Het proces bestaat meestal uit de volgende onderdelen: • Verschillende grondstoffen worden, afkomstig van het tankenpark of magazijn, samengebracht met de nodige oplosmiddelen en hulpstoffen. • Grote reactoren tussen 1000 en 6000 liter vormen het hart van het productieproces. Hier vinden chemische reacties tussen de verschillende grondstoffen plaats en wordt een nieuwe stof gevormd. • Door middel van centrifuges of filters worden vervolgens de oplosmiddelen of solventen afgescheiden die nodig zijn voor de reactie van het restproduct. Het merendeel van deze solventen wordt gerecupereerd en opgeslagen in een tankpark. • Tenslotte droogt men het product om de laatste resten solvent te verwijderen: zo bekomt men een droog poeder. Voor eindproducten is het verhaal nog niet afgelopen. Om deze poeders later correct en in kleine hoeveelheden te kunnen doseren in de geneesmiddelen, moet ervoor gezorgd worden dat dit poeder de juiste fijnheid en korrelgrootte bezit. Hiervoor bezit de vestiging te Geel een aparte afdeling, de poederunit, waar de actieve stoffen worden gemalen en gezeefd. Voor het verpompen van de gerecupereerde solventen uit het tankenpark naar de verschillende reactoren, wordt de RotaMass van Yokogawa ingezet. De RotaMass is een massadebietmeter gebaseerd op coriolis krachten. De redenen waarom er geopteerd werd voor een coriolis massadebietmeter liggen voor de hand :
• Werken met gewichtsmetingen en/of verschildruktransmitters voor dosering met een hoge nauwkeurigheid, uit tanks van 10 000 tot 16 000 l met een product densiteitvariatie van tussen 0,7 kg/l en 1,5 kg/l, is zeer moeilijk • Betrouwbaarheid, nauwkeurigheid, gegarandeerd leegloopsysteem, gemakkelijk reinigbaar systeem, geen bewegende delen, direct in te bouwen in de leiding, lage drukverliezen De voordelen van Yokogawa bovenop de hierboven vermelde argumenten zijn : • Daar waar andere leveranciers verschillende toestellen aanboden om aan de vraag te voldoen, bestond de oplossing van Yokogawa uit één type toestel van dezelfde reeks.
Het vertrekpunt ? Betrouwbaarheid! Met kenmerken zoals de nieuwe multi-sensing technologie, geoptimaliseerde auto-diagnose, multifunctionele LCD en verbeterde overdrukbescherming, levert het nieuwe compacte ontwerp van de EJX een stabiele en nauwkeurige procesmeting aan lage installatiekosten en bijna zonder onderhoud. Een significante eigenschap van de EJX is de reactietijd van 90msec, de beste binnen de industrie.
• De slechte ervaring met RVS 304 behuizing (bruin uitslaan) was een argument om op zoek te gaan naar alternatieven. Yokogawa was de enige die zich voor de uitvoering van de omkasting van de meetbuis in RVS 316L flexibel opstelde en deze uitvoering ook kon waarmaken. • Voldoen aan bijkomstige kwaliteitsgebonden argumenten cfr. een compact toestel met laag gewicht en kleine afmetingen en eenvoudige inbouwvoorschriften zelfs onder stress condities. • Gegarandeerd sneltransport (24u) van basisonderdelen • De garantie dat de meting door aanwezigheid van luchtbellen niet zou wegvallen. Een simulatie toonde aan dat tot 50 vol % lucht in een 2” meter een meetfout geeft. Echter het toestel blijft functioneel. De meetfout kan maximaal verkleind worden door de laatst correct gemeten waarde vast te houden wanneer er grotere hoeveelheden lucht door de meter gaan. Indien de meter opnieuw correct meet, wordt de aanwezige correcte waarde overgenomen Ondertussen werken de meters al meerdere maanden tot grote tevredenheid van de gebruikers.
Waar snelheid kritisch is, maakt de EJX het verschil! Meer weten ? Surf dan naar www.yokogawa.com/fld/ FLOW/rota/fld-rotamass-01en.htm
2
3
HET YOKOGAWA MANAGEMENT SYSTEEM (YMS) Binnen Yokogawa worden alle systeemprojecten afgehandeld volgens het Yokogawa Management Systeem (YMS). Dit is een eigen ISO gecertificeerd kwaliteitssysteem dat voor elke Yokogawa medewerker beschikbaar is via het Intranet. Het YMS is gebaseerd op 4 basiselementen: 1. Management 2. Resources 3. Processes 4. Measurement Het systeem biedt een gestructureerd model voor alle processen, stadia en componenten van het project. Voor elk stadium zijn alle benodigde documenten beschikbaar. Het is pragmatisch, duidelijk opgevat en zorgt ervoor dat alle projecten op een gelijkaardige en kwalitatieve manier worden uitgevoerd en gedocumenteerd door al de Yokogawa medewerkers. Dit is ons “core business” proces. Het klinkt eenvoudig, en in realiteit is het dat ook. Ongeveer een jaar geleden werden de PRINCE2 basisprincipes in het YMS toegevoegd. PRINCE (Projects in a Controlled Environment) is een standaard methode voor effectief projectbeheer.
DE “GLOBAL ENGINEERING STANDARD” (GES) Naast het YMS bestaat er binnen de Yokogawa organisatie de “Global Engineering Standard” Dit is een platform dat de verschillende stadia en taken beschrijft die bij een bepaald
type project horen. De stadia binnen het project worden opgedeeld volgens de standaard “Work Breakdown Structure” (WBS) elementen, gedefinieerd in deze werkmethode. Elk WBS-element bestaat uit verdere activiteiten (of netwerken). Het voordeel van dergelijke aanpak is dat iedereen binnen Yokogawa, ongeacht de locatie, op dezelfde manier en met dezelfde terminologie aan een project werkt.
SAP PS-GES WBS PHASES
SAP PS Working Times Report
DE MODULE SAP PS Binnen Yokogawa gebeurt het volledige order handling process via SAP. De verschillende materialen en diensten uit de diverse projecten worden via SAP besteld, opgevolgd en gefactureerd. Sinds kort beschikt Yokogawa over de SAP PS module, specifiek voor project administratie. Hierbinnen krijgt elk project een uniek nummer toegekend (bvb. 13P-06-0021). Deze projectreferentie zal de klant terugvinden op de correspondentie, leveringen en facturen die betrekking hebben op het project. SAP PS creëert voor ieder project een omgeving waarin de verschillende WBSelementen, van toepassing uit de GES, worden bepaald en begroot.
De engineers die aan een bepaald project werken, registreren hun gepresteerde uren op de verschillende WBS-elementen. Op deze manier is er steeds een duidelijk zicht op de actuele status van het project en is de optimale opvolging en afhandeling gegarandeerd.
Technische opleiding “YOKOGAWA FLOW UNIVERSITY” VOOR WIE: project managers, productie ingenieurs, onderhoudspersoneel, proces ingenieurs. Kortom: iedereen die te maken heeft met debietmeters en graag voeling wil houden met de basisprincipes van de verschillende meettechnieken. We bieden u een merkonafhankelijk overzicht.
WANNEER EN WAAR: • 27 maart 2007 in Gent • 29 maart 2007 in Geel Meer weten? Surf naar www.yokogawa.com/be-nl/flowuniversity
4
deze nauwkeurigheid bereikt bij een debiet van circa 30% - vandaar de turndown van 3:1. Deze turndown wordt vaak verhoogd tot 9:1 wanneer gebruik wordt gemaakt van twee DP-transmitters met verschillende bandbreedten voor dezelfde plaat, een schakelmechanisme en een functie debietmeting. De huidige DP-transmitters, zoals de Yokogawa DPharp EJX110A, zijn uiteraard veel nauwkeuriger dan ±0.2%. De nauwkeurigheid wordt echter nog steeds uitgedrukt als een percentage van de MW en de kwadratische verhouding tussen debiet en DP geldt nog steeds. We mogen echter stellen dat een betere turndown dan 5:1 normaal niet wordt bereikt. De fout als gevolg van druk (±0.5 bar) en temperatuurschom- Afb.2.Effecten van melingen (±10°C) in stroom gas- of stoomstromen kan makkelijk ±2% bedragen. De stroomfactor k in de bovenstaande basisformule is een constante die de verschillen tussen theorie en praktijk compenseert. Deze factor wordt berekend als deel van de flensberekening en geldt alleen voor welbepaalde bedrijfsomstandigheden, waardoor ook deze factor een potentiële oorzaak is. Deze factor hangt af van de stromingsfactor, de factor gasexpansie en de factor naderingssnelheid. Het resultaat van een flensberekening is de diameter van het gat ten opzichte van de pijpdiameter: de zogenaamde ß-ratio. Wanneer een vloeistof door een pijp met een flensplaat stroomt, wordt de stromingszone plots verkleind, waardoor de kleinste stromingszone (Vena contracta) zich voorbij (achter) de plaat bevindt. De stromingsfactor (op basis van experimenteel onderzoek) compenseert het verschil tussen theorie en praktijk. De stromingsfactor hangt echter af van het stromingsprofiel (Reynolds) en varieert met de
stroomsnelheid, de binnendiameter van de pijp, de stroomdensiteit en de stroomviscositeit. De laatste drie parameters worden op hun beurt beïnvloed door de stroomtemperatuur. Als een gas- of stoomstroom voorbij de flensplaat komt (afb. 2) wordt deze vóór de plaat gecomprimeerd als gevolg van de obstructie door de plaat. Voorbij de plaat wordt de stroom opnieuw breder. De factor gasexpansie corrigeert de densiteitsverschillen tussen de druksensoren; deze factor is afhankelijk van de ß-ratio, de isentroopcoëfficiënt (die de verschillen tussen theoretische expansie en reële expansie corrigeert), het drukverschil en de statische druk. Ook hier heeft temde flensplaat op de peratuur enig effect. Tenslotte is er de factor naderingssnelheid: deze hangt af van de ß-ratio (d/D), die op zijn beurt afhankelijk is van temperatuur. Het materiaal van de pijp en de flens zet uit of trekt samen onder invloed van temperatuurschommelingen, terwijl de factor naderingssnelheid de veranderingen in de ß-ratio als gevolg van temperatuurschommelingen corrigeert. DYNAMISCHE COMPENSATIE De fout in de stroomfactor k neemt toe naarmate het debiet vermindert, en draagt aanzienlijk bij aan de globale nauwkeurigheid van een stroommeter. Een primair element van een op DP gebaseerde debietmeter is ingesteld op welbepaalde bedrijfsomstandigheden. Wanneer de omstandigheden in de praktijk veranderen – lagere druk, hogere temperatuur, lager debiet, enz., wil de gebruiker de verhouding debiet/DP voor deze nieuwe gebruiksomstandigheden herberekenen. En dat is precies wat de multivaria-
bele zender DPharp EJX910A (Afb.3) voor u doet. Hij corrigeert de waarden in geval van druk- en temperatuurschommeling en kan permanent de effecten van veranderende bedrijfsomstandigheden op de stroomfactor compenseren. Door middel van de wizard voor stroomconfiguratie kan de DPharp EJX910A zodanig worden ingesteld dat hij als een apparaat voor debietberekening fungeert. Er zijn twee opties: de basismodus en de modus met automatische compensatie. In de basismodus compenseert de Dpharp EJX910A alleen druk- en temperatuurschommelingen met een constante stroomfactor, vrijwel zoals een klassieke DP-transmitter met een afzonderlijke debietcomputer, wat resulteert in een turndown van misschien 5:1. In de modus automatische compensatie zorgt de DPharp EJX910A echter voor een dynamische compensatie van schommelende omstandigheden en de effecten daarvan op de stroomfactor. Daardoor wordt de fout beperkt, die voornamelijk te wijten is aan de onzekerheid in verband met het primaire element. Dientengevolge geldt de nauwkeurigheidsspecificatie van ±1% van het debiet (ervan uitgaande dat het primaire element ideaal is) over een turndown van 10:1 in termen van stroming (wat overeenkomt met een turndown van 100:1 in termen van DP) alleen in de modus automatische compensatie. Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat de DPharp EJX910A zowat een revolutie is in de bestaande kwadratische metingen en dat hij met zijn turndown van 10:1 niet alleen de behoefte aan een afzonderlijke debietcomputer uitschakelt, maar ook twee DP-transmitters voor eenzelfde plaat kan vervangen en daarbij goede resultaten over een groot stroombereik laat zien. U wilt hier meer over weten? Lees dan het boek van R.W. Miller, het Flow Engineering Handbook (hoofdstuk 9), 3e uitgave, McGraw-Hill Professional, ISBN 0070423660.
Afb.3.De multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A van Yokogawa
Dpharp EJX Verschildruktransmitter
RotaMass
PROJECTBEHEER BIJ YOKOGAWA BELGIUM
SOLVENTEN GOED GEMETEN Janssen Pharmaceutica maakt deel uit van Johnson & Johnson, het grootste bedrijf ter wereld op vlak van gezondheidszorg. Het bedrijf heeft in België 3 vestigingen. De vestiging in Geel is gekend voor de productie van actieve stoffen voor de medicijnen die in de vestiging van Beerse gefabriceerd worden. De vestiging in Olen staat enkel in voor kwaliteitsonderzoek. De vestiging in Geel kent vier productieplants waarin verschillende reacties kunnen worden uitgevoerd: ze worden daarom multipurpose plants genoemd. Het proces bestaat meestal uit de volgende onderdelen: • Verschillende grondstoffen worden, afkomstig van het tankenpark of magazijn, samengebracht met de nodige oplosmiddelen en hulpstoffen. • Grote reactoren tussen 1000 en 6000 liter vormen het hart van het productieproces. Hier vinden chemische reacties tussen de verschillende grondstoffen plaats en wordt een nieuwe stof gevormd. • Door middel van centrifuges of filters worden vervolgens de oplosmiddelen of solventen afgescheiden die nodig zijn voor de reactie van het restproduct. Het merendeel van deze solventen wordt gerecupereerd en opgeslagen in een tankpark. • Tenslotte droogt men het product om de laatste resten solvent te verwijderen: zo bekomt men een droog poeder. Voor eindproducten is het verhaal nog niet afgelopen. Om deze poeders later correct en in kleine hoeveelheden te kunnen doseren in de geneesmiddelen, moet ervoor gezorgd worden dat dit poeder de juiste fijnheid en korrelgrootte bezit. Hiervoor bezit de vestiging te Geel een aparte afdeling, de poederunit, waar de actieve stoffen worden gemalen en gezeefd. Voor het verpompen van de gerecupereerde solventen uit het tankenpark naar de verschillende reactoren, wordt de RotaMass van Yokogawa ingezet. De RotaMass is een massadebietmeter gebaseerd op coriolis krachten. De redenen waarom er geopteerd werd voor een coriolis massadebietmeter liggen voor de hand :
• Werken met gewichtsmetingen en/of verschildruktransmitters voor dosering met een hoge nauwkeurigheid, uit tanks van 10 000 tot 16 000 l met een product densiteitvariatie van tussen 0,7 kg/l en 1,5 kg/l, is zeer moeilijk • Betrouwbaarheid, nauwkeurigheid, gegarandeerd leegloopsysteem, gemakkelijk reinigbaar systeem, geen bewegende delen, direct in te bouwen in de leiding, lage drukverliezen De voordelen van Yokogawa bovenop de hierboven vermelde argumenten zijn : • Daar waar andere leveranciers verschillende toestellen aanboden om aan de vraag te voldoen, bestond de oplossing van Yokogawa uit één type toestel van dezelfde reeks.
Het vertrekpunt ? Betrouwbaarheid! Met kenmerken zoals de nieuwe multi-sensing technologie, geoptimaliseerde auto-diagnose, multifunctionele LCD en verbeterde overdrukbescherming, levert het nieuwe compacte ontwerp van de EJX een stabiele en nauwkeurige procesmeting aan lage installatiekosten en bijna zonder onderhoud. Een significante eigenschap van de EJX is de reactietijd van 90msec, de beste binnen de industrie.
• De slechte ervaring met RVS 304 behuizing (bruin uitslaan) was een argument om op zoek te gaan naar alternatieven. Yokogawa was de enige die zich voor de uitvoering van de omkasting van de meetbuis in RVS 316L flexibel opstelde en deze uitvoering ook kon waarmaken. • Voldoen aan bijkomstige kwaliteitsgebonden argumenten cfr. een compact toestel met laag gewicht en kleine afmetingen en eenvoudige inbouwvoorschriften zelfs onder stress condities. • Gegarandeerd sneltransport (24u) van basisonderdelen • De garantie dat de meting door aanwezigheid van luchtbellen niet zou wegvallen. Een simulatie toonde aan dat tot 50 vol % lucht in een 2” meter een meetfout geeft. Echter het toestel blijft functioneel. De meetfout kan maximaal verkleind worden door de laatst correct gemeten waarde vast te houden wanneer er grotere hoeveelheden lucht door de meter gaan. Indien de meter opnieuw correct meet, wordt de aanwezige correcte waarde overgenomen Ondertussen werken de meters al meerdere maanden tot grote tevredenheid van de gebruikers.
Waar snelheid kritisch is, maakt de EJX het verschil! Meer weten ? Surf dan naar www.yokogawa.com/fld/ FLOW/rota/fld-rotamass-01en.htm
2
3
HET YOKOGAWA MANAGEMENT SYSTEEM (YMS) Binnen Yokogawa worden alle systeemprojecten afgehandeld volgens het Yokogawa Management Systeem (YMS). Dit is een eigen ISO gecertificeerd kwaliteitssysteem dat voor elke Yokogawa medewerker beschikbaar is via het Intranet. Het YMS is gebaseerd op 4 basiselementen: 1. Management 2. Resources 3. Processes 4. Measurement Het systeem biedt een gestructureerd model voor alle processen, stadia en componenten van het project. Voor elk stadium zijn alle benodigde documenten beschikbaar. Het is pragmatisch, duidelijk opgevat en zorgt ervoor dat alle projecten op een gelijkaardige en kwalitatieve manier worden uitgevoerd en gedocumenteerd door al de Yokogawa medewerkers. Dit is ons “core business” proces. Het klinkt eenvoudig, en in realiteit is het dat ook. Ongeveer een jaar geleden werden de PRINCE2 basisprincipes in het YMS toegevoegd. PRINCE (Projects in a Controlled Environment) is een standaard methode voor effectief projectbeheer.
DE “GLOBAL ENGINEERING STANDARD” (GES) Naast het YMS bestaat er binnen de Yokogawa organisatie de “Global Engineering Standard” Dit is een platform dat de verschillende stadia en taken beschrijft die bij een bepaald
type project horen. De stadia binnen het project worden opgedeeld volgens de standaard “Work Breakdown Structure” (WBS) elementen, gedefinieerd in deze werkmethode. Elk WBS-element bestaat uit verdere activiteiten (of netwerken). Het voordeel van dergelijke aanpak is dat iedereen binnen Yokogawa, ongeacht de locatie, op dezelfde manier en met dezelfde terminologie aan een project werkt.
SAP PS-GES WBS PHASES
SAP PS Working Times Report
DE MODULE SAP PS Binnen Yokogawa gebeurt het volledige order handling process via SAP. De verschillende materialen en diensten uit de diverse projecten worden via SAP besteld, opgevolgd en gefactureerd. Sinds kort beschikt Yokogawa over de SAP PS module, specifiek voor project administratie. Hierbinnen krijgt elk project een uniek nummer toegekend (bvb. 13P-06-0021). Deze projectreferentie zal de klant terugvinden op de correspondentie, leveringen en facturen die betrekking hebben op het project. SAP PS creëert voor ieder project een omgeving waarin de verschillende WBSelementen, van toepassing uit de GES, worden bepaald en begroot.
De engineers die aan een bepaald project werken, registreren hun gepresteerde uren op de verschillende WBS-elementen. Op deze manier is er steeds een duidelijk zicht op de actuele status van het project en is de optimale opvolging en afhandeling gegarandeerd.
Technische opleiding “YOKOGAWA FLOW UNIVERSITY” VOOR WIE: project managers, productie ingenieurs, onderhoudspersoneel, proces ingenieurs. Kortom: iedereen die te maken heeft met debietmeters en graag voeling wil houden met de basisprincipes van de verschillende meettechnieken. We bieden u een merkonafhankelijk overzicht.
WANNEER EN WAAR: • 27 maart 2007 in Gent • 29 maart 2007 in Geel Meer weten? Surf naar www.yokogawa.com/be-nl/flowuniversity
4
Consolidated Alarm Management Systeem (CAMS) Alarmen en in het bijzonder alarmsystemen vormen een essentieel onderdeel van de operator interface in grote moderne industriële systemen. Deze alarmsystemen bieden vitale support aan de operators in het beheer van complexe productie-omgevingen en waarschuwen hen voor situaties die dringende aandacht vereisen. Een goed beheer van alarmen draagt bij aan de veiligheid van mensen, het milieu en de beschikbaarheid van een procesinstallatie.
Een goed alarm volgens EEMUA 191 heeft de volgende kenmerken; - relevant (alleen de toepasselijke alarmen dienen gepresenteerd te worden) - uniek (niet redundant) - precies op tijd (niet te vroeg en zeker niet te laat om te kunnen reageren) - geprioriseerd (geeft belangrijkheid van de alarmen aan de operators) - begrijpelijk (geeft korte en duidelijke beschrijving bij/van elk alarm) - diagnose (geeft aan hoe er gehandeld dient te worden op een alarm) - focus (laat operator concentreren op de hoogste prioriteit alarmen) - adviserend (geeft de operator informatie welke actie deze dient te nemen) EEMUA 191. In 1999 kwam de “Engineering Equipment and Materials Users Association”, beter bekend als EEMUA, met publicatie 191. De titel van deze publicatie, “ALARM SYSTEMS, A guide to design, management and procurement” spreekt voor zich. Deze publicatie is de industrie-standaard voor alarmbeheer. EEMUA 191 beschrijft een ideaal alarmbeheersysteem. De benadering van deze richtlijn is om de bron weg te nemen van datgene wat alarm flooding genereert. Dit onder een strikte controle zodat onnodige alarmen niet gedefinieerd worden en niet verschijnen voor de operators. Een ideaal alarmsysteem geeft alleen juiste alarmen.
heeft Yokogawa CAMS ontwikkeld. CAMS vormt de komende jaren het alarmbeheersplatvorm voor Yokogawa en is een integraal onderdeel van het CENTUM CS 3000 systeem. Het zorgt voor een single window operation van alarmen en events en integreert alle subsystemen in dit window zolang deze OPC A&E (alarms & events) ondersteunen. CAMS geeft een praktische,
bottom-up benadering van de EEMUA 191. CAMS is een uniek, “real-time” systeem dat alarmen en events bewerkt voordat deze worden opgeslagen in een “historical” database. De unieke testfunctie en de krachtige tools verschaffen de ontwerper van de CAMS database voldoende middelen om het gehele proces van alarmdesign en -beheer te begeleiden. CAMS software laat zich eenvoudig installeren op een CENTUM CS 3000 HIS station en is na installatie “ready-to-use”. Dit houdt in dat alle, volgens de EEMUA 191 guideline, benodigde alarmattributen, datavelden en tools direct aanwezig zijn. Maar CAMS biedt meer dan de EEMUA 191 voorschrijft. Aan elk alarm kunnen klantspecifieke attributen/datavelden worden toegevoegd. En elk veld, voorgedefinieerd of klantspecifiek, kan aangepast worden. Per alarm kan bijkomende informatie toegevoegd worden zoals bvb. de meest waarschijnlijke oorzaak van het alarm, de benodigde operator acties, een link (URL) naar een referentie document. Dit document kan een pdf of Word document zijn maar ook een link naar het intra- of internet.
Dit artikel is een zeer beknopte weergave van wat CAMS is en kan bieden. Wilt u graag de uitgebreide versie? Op de antwoordfax in bijlage kan u deze optie aankruisen. Telefonisch aanvragen kan via het nummer 02/719.55.92 of per mail naar
[email protected]
HOE GAAT MEN HIERVOOR TE WERK ? Er worden verschillende serviceklassen gedefinieerd. In totaal zijn er 7 (van 0 tot 6).
Het bedrijf Euridice doet onderzoek naar de haalbaarheid van het bergen van radioactief afval in diepe kleilagen. Euridice staat voor “European Underground Research Infrastructure for Disposal of Nuclear Waste In Clay Environment” en is een joint venture tussen SCK en NIRAS. Het beschikt voor zijn onderzoek over een uniek laboratorium met de toepasselijke naam “HADES” (*) in een diepe kleilaag op 225 m diepte. Het “PRACLAY” onderzoeksprogramma werd in 1995 opgestart met als doel het gedrag na te gaan bij berging van radio-actief afval in kleilagen. De 2 belangrijkste metingen zijn het meten van de waterdrukken en de kleitemperaturen in de directe omgeving van de bergingsgalerij. De warmte, die aanwezig is bij radio-actief afval en die de kleilaag zou kunnen opwarmen en beïnvloeden, wordt
gesimuleerd met behulp van elektrische verwarming. Deze 200-tal metingen worden verbonden met het data-acquisitie systeem MX 100 en in real-time opgevolgd via de software MX-logger. Eveneens worden de gegevens verder verwerkt in het algemene databeheer systeem van het HADES laboratorium. Criteria die de doorslag gaven in het keuzeproces zijn : • het technisch voordeel van de galvanische scheiding van ieder kanaal • het gebruiksgemak bij indienstname • de mogelijkheid tot het onderling verbinden van de verschillende meetplatformen (gedecentraliseerde data-acquisitie)
Vacatures Wegens de grote groei is men bij Yokogawa Belgium op zoek naar nieuwe medewerkers. Momenteel zijn er vacatures voor een Project Manager, meerdere ‘Systems Application Engineer’s en een Instrument Field Engineer. Voor meer info, surf naar www.yokogawa.com/be en klik op “carrière”.
Nieuwe medewerkers
Agoria Serviceklassen
Dit systeem heeft volgende doelstellingen: 1. De aangeboden services voor de klant zo transparant mogelijk maken 2. Het niveau van services zo nauwkeurig mogelijk definiëren zodat ze maximaal aan de verwachtingen van de klant voldoen 3. De klanttevredenheid maximaliseren
Yokogawa gaat ondergronds
* De naam “HADES” stamt uit de Griekse mythologie en duidt daar op “de god van de” onderwereld, de Romeinen maakten daar “Pluto” van. Omdat de activiteiten van Euridice zich voornamelijk concentreren rond het ondergronds lab, werd de naam HADES gekozen. Uiteraard niet zomaar! HADES is bij Euridice het acroniem voor “High Activity Disposal Experimental Site”, waarbij de High Activity in eerste instantie slaat op het type afval - hoog (radio-)actief. “Disposal” is de Engelse term voor “Berging”.
Voor een demo en/of meer informatie : www.yokogawa.com/be-nl/srv/be-demo.htm
In maart 2007 is CAMS beschikbaar voor de markt.
CAMS Om de performantie van het huidige Yokogawa alarmsysteem in CENTUM CS 3000 te verbeteren en om EEMUA 191 compliant te zijn
In Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk werd al met succes een systeem van “serviceklassen” ingevoerd.
Nieuws en Actualiteiten
MX100 & Logger
Deze worden duidelijk in de offerte vermeld en worden ook grafisch weergegeven. Afhankelijk van de klasse worden er meer of minder diensten aangeboden. Dit kan gaan van telefonische assistentie tot en met volledige indienstname van het onderdeel. WANNEER GAAT DIT VAN START? Eind 2005 besliste Agoria Industrial Automation om dit systeem ook in België in te voeren. Vorig jaar al engageerden een aantal automatiseringsbedrijven (waaronder Yokogawa Belgium) zich door de ondertekening van een charter. Zodra voldoende
5
bedrijven dit charter hebben ondertekend, worden de serviceklassen in de praktijk toegepast.
Op 1 september 2006 startte Kathleen Buyle. Kathleen werkt halftijds en verzorgt de afspraken van de verkoopploeg. Daarnaast leidt ze kwaliteitszaken in goede banen en biedt ze – waar nodig - administratieve ondersteuning. Op 23 oktober 2006 startte Jan Vandekerckhove als Systems Application Engineer in de
dienst Maintenance & Engineering Solutions. Op 15 februari 2007 kwam Bert Mascaux de verkoopsploeg versterken van de afdeling IA Instrument Solutions. Gevolgd door Laurent Uvo die 19 maart van start gaat. Bert is actief in de regio Antwerpen/Brussel en Laurent in de regio Oost- en West-Vlaanderen.
COLOFON WIE GEÏNTERESSEERD IS IN DE PRODUCTEN EN SERVICES VAN YOKOGAWA BELGIUM, KAN GEBRUIK MAKEN VAN DE BIJ DEZE INFLOW GEVOEGDE ANTWOORDFAX OF ONS CONTACTEREN OP: YOKOGAWA BELGIUM N.V./S.A. MINERVASTRAAT 16, 1930 ZAVENTEM TELEFOON: 02/719.55.11 • TELEFAX: 02/725.34.99 E-MAIL:
[email protected] WEBSITE: WWW.YOKOGAWA.COM/BE
INFLOW Inflow is een uitgave van Yokogawa Belgium nv/sa en wordt gratis toegezonden aan iedereen die daar prijs op stelt.
M a a r t 2 0 0 7 / 7 e j a a r g a n g / n r. 2 0 Multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A
Multivariabele druktransmitter biedt dynamische compensatie voor een verbeterde op DP gebaseerde drukmeting In dit artikel wordt een nieuwe druktransmitter beschreven die een ingebouwde dynamische compensatie biedt voor tal van fouten en onnauwkeurigheden die zich kunnen voordoen in op drukverschil gebaseerde debietmetingen. In combinatie met een primair element zoals een meetflens vormt de multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A een debietmeter die volumetrische of massastroom meet op basis van drukverschil (DP) en stroomdensiteit aan de hand van de actueel gemeten druk en temperatuur. Dit in tegenstelling tot standaard DP-transmitters die ervan uitgaan dat druk en temperatuur, en dus ook de stroomdensiteit, constant blijven. OORZAKEN DIE EEN WEERSLAG HEBBEN OP DP-DEBIETMETING Afbeelding 1 toont de meetopstelling. De uitgevoerde basis massastroomvergelijking is: Qm=k.√(DP.P/T). In DP-debietmetingen is de variatie van de stroomdensiteit slechts één van de vele mogelijke oorzaken. Een mogelijke fout is het primaire element. Een flensplaat is het meest frequent gebruikte primaire element. Over de nauwkeurigheid daarvan is men het nog lang niet eens. Wel weten we dat de nauwkeurigheid afneemt
INFLOW IS EEN UITGAVE VAN YOKOGAWA BELGIUM N.V./S.A. WILT U IETS VAN DE REDACTIONELE INHOUD TER PUBLICATIE OVERNEMEN? NEEM DAN A.U.B. EVEN CONTACT OP MET CARINE IMMERECHTS.
EINDREDACTIE: CARINE IMMERECHTS VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: JEF VREYSEN
Afb.1.Opstelling voor debietmeting Kathleen Buyle
Jan Vandekerckhove
Bert Mascaux
Laurant Uvo
6
VERSION FRANCAISE SUR SIMPLE DEMANDE
met de tijd naarmate de scherpte van de plaat vermindert. Een typische foutwaarde is 1%. Een andere fout is de DP-transmitter. Deze nauwkeurigheid wordt uitgedrukt als een percentage van de maximale meetwaarde (MW) en wordt versterkt door de kwadratische verhouding tussen stroom en drukverschil. In de meeste gevallen bestaat bij de op DP gebaseerde debietmeters een turndown van 3:1. Deze waarde duidt de bandbreedte aan waarbinnen de nauwkeurigheid als aanvaardbaar wordt beschouwd: 30-100% debiet voor een turndown van 3:1. Als men ervan uitgaat dat de nauwkeurigheid van de DP-transmitter ±0.2% MW bedraagt bij 100% debiet, is de nauwkeurigheid ±0.2% plus de fout van de plaat. Bij 70% debiet (49% DP vanwege de kwadratische
1
verhouding) zou de nauwkeurigheid ±0.4% bedragen; bij 50% debiet (25% DP) zou deze ±0.8% bedragen en bij 25% debiet (6.25% DP) ±3.2%. Over de volledige bandbreedte voegt de plaat daar ±1% bij en wanneer een totale nauwkeurigheid van ±2.5% als aanvaardbaar wordt beschouwd, wordt
IN DEZE UITGAVE 1 2
Multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A
3
Solventen goed gemeten
4
Projectbeheer bij Yokogawa Belgium
4
Technische opleiding “YOKOGAWA FLOW UNIVERSITY”
5
Consolidated Alarm Management Systeem (CAMS)
5
Agoria Serviceklassen
6
Yokogawa gaat ondergronds
6
Vacatures / Nieuwe medewerkers
Consolidated Alarm Management Systeem (CAMS) Alarmen en in het bijzonder alarmsystemen vormen een essentieel onderdeel van de operator interface in grote moderne industriële systemen. Deze alarmsystemen bieden vitale support aan de operators in het beheer van complexe productie-omgevingen en waarschuwen hen voor situaties die dringende aandacht vereisen. Een goed beheer van alarmen draagt bij aan de veiligheid van mensen, het milieu en de beschikbaarheid van een procesinstallatie.
Een goed alarm volgens EEMUA 191 heeft de volgende kenmerken; - relevant (alleen de toepasselijke alarmen dienen gepresenteerd te worden) - uniek (niet redundant) - precies op tijd (niet te vroeg en zeker niet te laat om te kunnen reageren) - geprioriseerd (geeft belangrijkheid van de alarmen aan de operators) - begrijpelijk (geeft korte en duidelijke beschrijving bij/van elk alarm) - diagnose (geeft aan hoe er gehandeld dient te worden op een alarm) - focus (laat operator concentreren op de hoogste prioriteit alarmen) - adviserend (geeft de operator informatie welke actie deze dient te nemen) EEMUA 191. In 1999 kwam de “Engineering Equipment and Materials Users Association”, beter bekend als EEMUA, met publicatie 191. De titel van deze publicatie, “ALARM SYSTEMS, A guide to design, management and procurement” spreekt voor zich. Deze publicatie is de industrie-standaard voor alarmbeheer. EEMUA 191 beschrijft een ideaal alarmbeheersysteem. De benadering van deze richtlijn is om de bron weg te nemen van datgene wat alarm flooding genereert. Dit onder een strikte controle zodat onnodige alarmen niet gedefinieerd worden en niet verschijnen voor de operators. Een ideaal alarmsysteem geeft alleen juiste alarmen.
heeft Yokogawa CAMS ontwikkeld. CAMS vormt de komende jaren het alarmbeheersplatvorm voor Yokogawa en is een integraal onderdeel van het CENTUM CS 3000 systeem. Het zorgt voor een single window operation van alarmen en events en integreert alle subsystemen in dit window zolang deze OPC A&E (alarms & events) ondersteunen. CAMS geeft een praktische,
bottom-up benadering van de EEMUA 191. CAMS is een uniek, “real-time” systeem dat alarmen en events bewerkt voordat deze worden opgeslagen in een “historical” database. De unieke testfunctie en de krachtige tools verschaffen de ontwerper van de CAMS database voldoende middelen om het gehele proces van alarmdesign en -beheer te begeleiden. CAMS software laat zich eenvoudig installeren op een CENTUM CS 3000 HIS station en is na installatie “ready-to-use”. Dit houdt in dat alle, volgens de EEMUA 191 guideline, benodigde alarmattributen, datavelden en tools direct aanwezig zijn. Maar CAMS biedt meer dan de EEMUA 191 voorschrijft. Aan elk alarm kunnen klantspecifieke attributen/datavelden worden toegevoegd. En elk veld, voorgedefinieerd of klantspecifiek, kan aangepast worden. Per alarm kan bijkomende informatie toegevoegd worden zoals bvb. de meest waarschijnlijke oorzaak van het alarm, de benodigde operator acties, een link (URL) naar een referentie document. Dit document kan een pdf of Word document zijn maar ook een link naar het intra- of internet.
Dit artikel is een zeer beknopte weergave van wat CAMS is en kan bieden. Wilt u graag de uitgebreide versie? Op de antwoordfax in bijlage kan u deze optie aankruisen. Telefonisch aanvragen kan via het nummer 02/719.55.92 of per mail naar
[email protected]
HOE GAAT MEN HIERVOOR TE WERK ? Er worden verschillende serviceklassen gedefinieerd. In totaal zijn er 7 (van 0 tot 6).
Het bedrijf Euridice doet onderzoek naar de haalbaarheid van het bergen van radioactief afval in diepe kleilagen. Euridice staat voor “European Underground Research Infrastructure for Disposal of Nuclear Waste In Clay Environment” en is een joint venture tussen SCK en NIRAS. Het beschikt voor zijn onderzoek over een uniek laboratorium met de toepasselijke naam “HADES” (*) in een diepe kleilaag op 225 m diepte. Het “PRACLAY” onderzoeksprogramma werd in 1995 opgestart met als doel het gedrag na te gaan bij berging van radio-actief afval in kleilagen. De 2 belangrijkste metingen zijn het meten van de waterdrukken en de kleitemperaturen in de directe omgeving van de bergingsgalerij. De warmte, die aanwezig is bij radio-actief afval en die de kleilaag zou kunnen opwarmen en beïnvloeden, wordt
gesimuleerd met behulp van elektrische verwarming. Deze 200-tal metingen worden verbonden met het data-acquisitie systeem MX 100 en in real-time opgevolgd via de software MX-logger. Eveneens worden de gegevens verder verwerkt in het algemene databeheer systeem van het HADES laboratorium. Criteria die de doorslag gaven in het keuzeproces zijn : • het technisch voordeel van de galvanische scheiding van ieder kanaal • het gebruiksgemak bij indienstname • de mogelijkheid tot het onderling verbinden van de verschillende meetplatformen (gedecentraliseerde data-acquisitie)
Vacatures Wegens de grote groei is men bij Yokogawa Belgium op zoek naar nieuwe medewerkers. Momenteel zijn er vacatures voor een Project Manager, meerdere ‘Systems Application Engineer’s en een Instrument Field Engineer. Voor meer info, surf naar www.yokogawa.com/be en klik op “carrière”.
Nieuwe medewerkers
Agoria Serviceklassen
Dit systeem heeft volgende doelstellingen: 1. De aangeboden services voor de klant zo transparant mogelijk maken 2. Het niveau van services zo nauwkeurig mogelijk definiëren zodat ze maximaal aan de verwachtingen van de klant voldoen 3. De klanttevredenheid maximaliseren
Yokogawa gaat ondergronds
* De naam “HADES” stamt uit de Griekse mythologie en duidt daar op “de god van de” onderwereld, de Romeinen maakten daar “Pluto” van. Omdat de activiteiten van Euridice zich voornamelijk concentreren rond het ondergronds lab, werd de naam HADES gekozen. Uiteraard niet zomaar! HADES is bij Euridice het acroniem voor “High Activity Disposal Experimental Site”, waarbij de High Activity in eerste instantie slaat op het type afval - hoog (radio-)actief. “Disposal” is de Engelse term voor “Berging”.
Voor een demo en/of meer informatie : www.yokogawa.com/be-nl/srv/be-demo.htm
In maart 2007 is CAMS beschikbaar voor de markt.
CAMS Om de performantie van het huidige Yokogawa alarmsysteem in CENTUM CS 3000 te verbeteren en om EEMUA 191 compliant te zijn
In Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk werd al met succes een systeem van “serviceklassen” ingevoerd.
Nieuws en Actualiteiten
MX100 & Logger
Deze worden duidelijk in de offerte vermeld en worden ook grafisch weergegeven. Afhankelijk van de klasse worden er meer of minder diensten aangeboden. Dit kan gaan van telefonische assistentie tot en met volledige indienstname van het onderdeel. WANNEER GAAT DIT VAN START? Eind 2005 besliste Agoria Industrial Automation om dit systeem ook in België in te voeren. Vorig jaar al engageerden een aantal automatiseringsbedrijven (waaronder Yokogawa Belgium) zich door de ondertekening van een charter. Zodra voldoende
5
bedrijven dit charter hebben ondertekend, worden de serviceklassen in de praktijk toegepast.
Op 1 september 2006 startte Kathleen Buyle. Kathleen werkt halftijds en verzorgt de afspraken van de verkoopploeg. Daarnaast leidt ze kwaliteitszaken in goede banen en biedt ze – waar nodig - administratieve ondersteuning. Op 23 oktober 2006 startte Jan Vandekerckhove als Systems Application Engineer in de
dienst Maintenance & Engineering Solutions. Op 15 februari 2007 kwam Bert Mascaux de verkoopsploeg versterken van de afdeling IA Instrument Solutions. Gevolgd door Laurent Uvo die 19 maart van start gaat. Bert is actief in de regio Antwerpen/Brussel en Laurent in de regio Oost- en West-Vlaanderen.
COLOFON WIE GEÏNTERESSEERD IS IN DE PRODUCTEN EN SERVICES VAN YOKOGAWA BELGIUM, KAN GEBRUIK MAKEN VAN DE BIJ DEZE INFLOW GEVOEGDE ANTWOORDFAX OF ONS CONTACTEREN OP: YOKOGAWA BELGIUM N.V./S.A. MINERVASTRAAT 16, 1930 ZAVENTEM TELEFOON: 02/719.55.11 • TELEFAX: 02/725.34.99 E-MAIL:
[email protected] WEBSITE: WWW.YOKOGAWA.COM/BE
INFLOW Inflow is een uitgave van Yokogawa Belgium nv/sa en wordt gratis toegezonden aan iedereen die daar prijs op stelt.
M a a r t 2 0 0 7 / 7 e j a a r g a n g / n r. 2 0 Multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A
Multivariabele druktransmitter biedt dynamische compensatie voor een verbeterde op DP gebaseerde drukmeting In dit artikel wordt een nieuwe druktransmitter beschreven die een ingebouwde dynamische compensatie biedt voor tal van fouten en onnauwkeurigheden die zich kunnen voordoen in op drukverschil gebaseerde debietmetingen. In combinatie met een primair element zoals een meetflens vormt de multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A een debietmeter die volumetrische of massastroom meet op basis van drukverschil (DP) en stroomdensiteit aan de hand van de actueel gemeten druk en temperatuur. Dit in tegenstelling tot standaard DP-transmitters die ervan uitgaan dat druk en temperatuur, en dus ook de stroomdensiteit, constant blijven. OORZAKEN DIE EEN WEERSLAG HEBBEN OP DP-DEBIETMETING Afbeelding 1 toont de meetopstelling. De uitgevoerde basis massastroomvergelijking is: Qm=k.√(DP.P/T). In DP-debietmetingen is de variatie van de stroomdensiteit slechts één van de vele mogelijke oorzaken. Een mogelijke fout is het primaire element. Een flensplaat is het meest frequent gebruikte primaire element. Over de nauwkeurigheid daarvan is men het nog lang niet eens. Wel weten we dat de nauwkeurigheid afneemt
INFLOW IS EEN UITGAVE VAN YOKOGAWA BELGIUM N.V./S.A. WILT U IETS VAN DE REDACTIONELE INHOUD TER PUBLICATIE OVERNEMEN? NEEM DAN A.U.B. EVEN CONTACT OP MET CARINE IMMERECHTS.
EINDREDACTIE: CARINE IMMERECHTS VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: JEF VREYSEN
Afb.1.Opstelling voor debietmeting Kathleen Buyle
Jan Vandekerckhove
Bert Mascaux
Laurant Uvo
6
VERSION FRANCAISE SUR SIMPLE DEMANDE
met de tijd naarmate de scherpte van de plaat vermindert. Een typische foutwaarde is 1%. Een andere fout is de DP-transmitter. Deze nauwkeurigheid wordt uitgedrukt als een percentage van de maximale meetwaarde (MW) en wordt versterkt door de kwadratische verhouding tussen stroom en drukverschil. In de meeste gevallen bestaat bij de op DP gebaseerde debietmeters een turndown van 3:1. Deze waarde duidt de bandbreedte aan waarbinnen de nauwkeurigheid als aanvaardbaar wordt beschouwd: 30-100% debiet voor een turndown van 3:1. Als men ervan uitgaat dat de nauwkeurigheid van de DP-transmitter ±0.2% MW bedraagt bij 100% debiet, is de nauwkeurigheid ±0.2% plus de fout van de plaat. Bij 70% debiet (49% DP vanwege de kwadratische
1
verhouding) zou de nauwkeurigheid ±0.4% bedragen; bij 50% debiet (25% DP) zou deze ±0.8% bedragen en bij 25% debiet (6.25% DP) ±3.2%. Over de volledige bandbreedte voegt de plaat daar ±1% bij en wanneer een totale nauwkeurigheid van ±2.5% als aanvaardbaar wordt beschouwd, wordt
IN DEZE UITGAVE 1 2
Multivariabele druktransmitter DPharp EJX910A
3
Solventen goed gemeten
4
Projectbeheer bij Yokogawa Belgium
4
Technische opleiding “YOKOGAWA FLOW UNIVERSITY”
5
Consolidated Alarm Management Systeem (CAMS)
5
Agoria Serviceklassen
6
Yokogawa gaat ondergronds
6
Vacatures / Nieuwe medewerkers