Nieuwe WGR regeling versie 14 december 2009 Nr. [Vul nummer in]
De raad der gemeente ………; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. [Vul datum in]; De gemeenteraden van de gemeenten Blaricum, Bussum, Eemnes, Huizen, Laren, Loenen, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn; Overwegende dat coördinatie gewenst is van de bevoegdheden van de gemeenteraad ten aanzien van het openbaar onderwijs verzorgd door de stichting die zal ontstaan na de fusie tussen Stichting Primair en Stichting Basisonderwijs Gooi en Eemland; Tevens overwegende dat door de fusie tussen de Stichting Primair en de Stichting Basisonderwijs Gooi en Eemland de grondslag ex. artikel 17 Wet primair onderwijs de grondslag is voor die coördinatie van bevoegdheden1,
1
De tekst van artikel 17 WPO luidt als volgt: Artikel 17. Bestuurlijke fusie openbare en bijzondere scholen 1. De instandhouding van een of meer openbare en een of meer bijzondere scholen kan worden opgedragen of overgedragen aan een stichting die met dit doel wordt onderscheidenlijk is opgericht. De besluitvorming van de zijde van de gemeente vindt plaats door de gemeenteraad. 2. Het statutaire doel van de stichting is in elk geval het geven van openbaar onderwijs en onderwijs van een of meer richtingen in afzonderlijke scholen voor openbaar onderscheidenlijk bijzonder onderwijs. 3. De stichting oefent met uitzondering van de besluitvorming over de opheffing van een openbare school alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag uit. 4. Het personeel dat werkzaam is aan de openbare school en niet zonder benoeming is tewerkgesteld, wordt benoemd krachtens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. 5. De statuten voorzien in ieder geval in een regeling omtrent: a. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de stichting, b. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden, c. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd, d. de vaststelling van de begroting en jaarrekening na overleg met de gemeenteraad van de gemeente waarin de openbare school is gelegen, e. de wijze waarop de gemeenteraad van de gemeente waarin de openbare school is gelegen, toezicht op het bestuur van de openbare school uitoefent, f. de gronden waarop het bestuur kan besluiten de vergaderingen besloten te houden, g. de periode waarvoor de stichting in het leven wordt geroepen, met dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt, en h. de bevoegdheid de stichting te ontbinden, met dien verstande dat in de regeling een overheersende invloed van de overheid in het bestuur is verzekerd voor zover het openbaar onderwijs betreft. 6. De statuten van de stichting kunnen slechts worden gewijzigd na goedkeuring van de gemeenteraad van de gemeente waarin de openbare school is gelegen. Goedkeuring kan slechts worden onthouden indien overheersende invloed van de overheid in het bestuur niet is verzekerd voor zover het openbaar onderwijs betreft. 7. Het bestuur brengt jaarlijks aan de gemeenteraad van de gemeente waarin de openbare school is gelegen, verslag uit over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt bekendgemaakt. 8. De vergaderingen van het bestuur van de stichting zijn openbaar, tenzij het bestuur anders beslist, op gronden, vermeld in de statuten.
-2-
Voorts gelet op het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen; besluit: Vast te stellen de Gemeenschappelijke regeling primair onderwijs Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de regeling: deze gemeenschappelijke regeling; b. het gemeenschappelijk orgaan: het gemeenschappelijk orgaan als bedoeld in artikel 2 van de regeling; c. de raad: een aan deze regeling deelnemende gemeenteraad; d. gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van de provincies Noord-Holland en Utrecht; e. de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen; f. de stichting: de gefuseerde stichting als bedoeld in artikel 17 van de Wet primair onderwijs; g. het bestuur: het bestuur van deze gemeenschappelijke regeling als bedoeld in artikel 4; h. de school: de door de stichting in stand gehouden openbare scholen van welke de raden het bevoegd gezag aan de stichting hebben overgedragen. Artikel 2 Gemeenschappelijk orgaan 1. Voor de uitvoering van deze regeling wordt een gemeenschappelijk orgaan ingesteld, genaamd gemeenschappelijk orgaan primair onderwijs. 2. Het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd in de gemeente Huizen. Artikel 3 Doelstelling en belang Het gemeenschappelijk orgaan coördineert en oefent de bevoegdheden uit als bedoeld in artikel 17 van de Wet primair onderwijs en in de statuten van de stichting, met uitzondering van de opheffing van de school of scholen, de wijziging of de intrekking van deze regeling, de wijziging van de statuten of de ontbinding van de stichting of de terugvordering van de scho(o)l(en). Artikel 4 Bestuur 1. Het gemeenschappelijk orgaan bestaat uit een bestuur, dat qua ledenaantal gelijk is aan het aantal deelnemende gemeenten. 2. De raad wijst een lid van het college als bestuurslid aan, alsmede een plaatsvervangend bestuurslid. 3. Een lid of plaatsvervangend lid van het bestuur kan te allen tijde terugtreden, met dien verstande dat het lidmaatschap eindigt 8 weken na schriftelijke indiening van de ontslagneming of eerder namelijk op het tijdstip waarop de opvolger als zodanig wordt aangewezen. Van het voornemen tot terugtreden stelt degene die wenst terug te treden, de gemeenteraad die hem heeft aangewezen, onverwijld in kennis. 4. De aanwijzing van een opvolger als bedoeld in lid 3 geschiedt binnen drie maanden na de in lid 3, tweede volzin, bedoelde kennisgeving. 9. In geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet, voor zover het openbaar onderwijs betreft, neemt de gemeenteraad van de gemeente waarin de openbare school is gelegen, de maatregelen die hij nodig acht om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen voor zover het openbaar onderwijs betreft. Nieuwe WGR regeling i.k.v. de fusie Stichting Primair en Stichting Basisonderwijs Gooi- en Eemland Versie 14 december 2009
2
-3-
5. Het lid of plaatsvervangend lid dat ophoudt lid te zijn van het college, houdt tevens op lid van het bestuur te zijn. 6. De gemeenteraad kan een door hem aangewezen lid ontslaan als dit het vertrouwen van de gemeenteraad niet meer bezit. De raad wijst in dat geval binnen 2 maanden een nieuw lid aan. 7. Het bestuur stelt, met inachtneming van de voorschriften van de regeling en de wet, een huishoudelijk reglement vast. In dit huishoudelijk reglement worden nadere regels opgenomen over het roulerend voorzitterschap en secretariaat, de wijze waarop het financieel toezicht wordt vormgegeven en de wijze waarop het overleg met het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van de stichting wordt geregeld. Artikel 5 Taak en bevoegdheden bestuur Het bestuur oefent de bevoegdheden uit als bedoeld in artikel 3 van de regeling, voor zover daar in deze regeling niet van wordt afgeweken. Artikel 6 Taakverdeling en tekenbevoegdheid 1. Het bestuur kiest uit zijn midden voor een periode van vier jaar een voorzitter, een vice-voorzitter en een secretaris. 2. De voorzitter en de secretaris tekenen alle stukken die van het bestuur uitgaan. Artikel 7 Vergaderfrequentie 1. Het bestuur vergadert jaarlijks tenminste 2 keer en voorts zo dikwijls als de voorzitter of het bestuur dit nodig achten. 2. Het bestuur vergadert tevens indien tenminste twee leden hiertoe schriftelijk en met opgaaf van redenen aan de voorzitter hun wens kenbaar maken. Een dergelijke vergadering vindt plaats binnen twee weken nadat de voorzitter het verzoek heeft ontvangen. Artikel 8 Oproeping 1. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. 2. De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op. 3. De oproepingsbrieven worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste 2 weken voor het houden van de vergadering aan de leden toegezonden. Zij vermelden de zaken waarvoor de vergadering is belegd. Behoudens het bepaalde in artikel 3 kan het bestuur besluiten om ook over andere onderwerpen te beraadslagen en te besluiten. 4. De op de agenda betrekking hebbende stukken worden samen met de oproepingen verzonden aan de leden. Artikel 9 Quorum 1. De vergadering vindt geen doorgang indien niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is. 2. In geval een vergadering op grond van het bepaalde in het vorige lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen 14 dagen een nieuwe vergadering. 3. Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezigen over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is. Artikel 10 Besluitvorming 1. Tenzij deze regeling anders bepaalt, worden besluiten bij meerderheid van stemmen genomen. Een blanco stem wordt als niet uitgebrachte stem beschouwd. Nieuwe WGR regeling i.k.v. de fusie Stichting Primair en Stichting Basisonderwijs Gooi- en Eemland Versie 14 december 2009
3
-4-
2. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling. 3. Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 4. Wordt bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt herstemming plaats over de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist terstond het lot. Artikel 11 Openbaarheid van vergaderingen 1. De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar. 2. De deuren worden gesloten wanneer tenminste een vijfde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter dit nodig acht. Artikel 12 Geheimhouding van stukken 1. Het bestuur kan op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur2, over het in een besloten vergadering behandelde en 2
Artikel 10 van de Wet openbaarheid bestuur luidt als volgt: 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden; c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld. d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties; b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel 1a, onder c en d, bedoelde bestuursorganen; c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten; d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie; g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3. Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. 4. Het eerste lid, aanhef en onder c en d, het tweede lid, aanhef en onder e, en het zevende lid, aanhef en onder a, zijn niet van toepassing voorzover het milieu-informatie betreft die betrekking heeft op emissies in het milieu. Voorts blijft in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieu-informatie uitsluitend achterwege voorzover het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daar genoemde belang. 5. Het tweede lid, aanhef en onder b, is van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie voor zover deze handelingen betreft met een vertrouwelijk karakter. 6. Het tweede lid, aanhef en onder g, is niet van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie. 7. Het verstrekken van milieu-informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft; b. de beveiliging van bedrijven en het voorkomen van sabotage. 8. Voor zover het vierde lid, eerste volzin, niet van toepassing is, wordt bij het toepassen van het eerste, tweede en zevende lid op milieu-informatie in aanmerking genomen of deze informatie betrekking heeft op emissies in het milieu. Nieuwe WGR regeling i.k.v. de fusie Stichting Primair en Stichting Basisonderwijs Gooi- en Eemland Versie 14 december 2009
4
-5-
over de inhoud van de stukken die aan het algemeen bestuur worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt door hen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in acht genomen, totdat het bestuur haar opheft. 2. De verplichting tot geheimhouding als bedoeld in het vorige lid vervalt indien de oplegging niet door het bestuur in zijn eerstvolgende vergadering, waarin zoals blijkt uit de presentielijst meer dan de helft van de leden aanwezig is, wordt bekrachtigd. Artikel 13 Informatie en verantwoording bestuur 1. Het bestuur geeft de colleges van B&W en raden alle informatie die een of meer leden van die raden schriftelijk verlangen. 2. Het lid van het bestuur verschaft aan de raad die hem als lid heeft aangewezen alle relevante informatie, behoudens informatie van persoonlijke aard betreffende personeelsleden werkzaam in de onder de stichting vallende scholen, die een of meer leden van die raad verlangen. 3. Het lid van het bestuur is aan de raad die hem heeft aangewezen verantwoording verschuldigd over door hem in het bestuur gevoerde beleid. De verantwoording geschiedt volgens door de raad nader vast te stellen regels. Artikel 14 Ambtelijk secretaris 1. Het bestuur wordt in al zijn werkzaamheden bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris is bij alle vergaderingen van het bestuur aanwezig. 2. Het ambtelijk secretariaat wordt uitgevoerd door de gemeente die het voorzitterschap bekleedt. 3. Indien de ambtelijk secretaris op jaarbasis meer dan 40 uren aan werkzaamheden genoemd onder lid 1 besteed, wordt het meerdere aantal uren verrekend met de aangesloten gemeenten, waarbij de meerkosten gelijkelijk worden verdeeld over het aantal gemeenten. Artikel 15 Wijziging van de regeling 1. Wijziging van deze regeling is slechts mogelijk indien alle raden hiermee instemmen. 2. Indien het bestuur voorstelt om de regeling te wijzigen, zendt het bestuur dit voorstel aan de colleges en raden, die een besluit nemen en dit terstond aan het bestuur meedelen. 3. Indien een of meer raden voorstellen om de regeling te wijzigen, wordt dit voorstel aan het bestuur gezonden, dat dit vervolgens, voorzien van zijn commentaar, binnen drie maanden aan de raden zendt, waarna verder wordt gehandeld als in het voorgaande lid. 4. Het college van B&W van de gemeente, waarin het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd zendt op grond van artikel 26 van de wet, een wijziging van de regeling aan Gedeputeerde Staten. 5. Het bestuur stelt de colleges en raden in kennis van het resultaat van de in dit artikel bedoelde voorstellen en besluiten. Artikel 16 Toetreding en uittreding 1. Tot deze regeling kunnen andere gemeenten toetreden die een of meer scholen hebben overgedragen aan de stichting. Deze dienen een verzoek in bij het bestuur dat de raden vervolgens hierover adviseert. 2. Een gemeente kan te allen tijde uit de regeling treden mits 24 maanden van te voren is aangekondigd, gerekend vanaf de eerste januari die volgt op de aankondiging. Nieuwe WGR regeling i.k.v. de fusie Stichting Primair en Stichting Basisonderwijs Gooi- en Eemland Versie 14 december 2009
5
-6-
3. Een gemeente treedt uit de regeling op het moment dat de stichting niet langer een of meer scholen op het grondgebied van de gemeente instandhoudt. 4. Het bestuur regelt de financiële rechten en verplichtingen, alsmede de overige gevolgen van de uittreding. 5. Bij toetreding en uittreding kan, al dan niet op verzoek van de betrokken raad, artikel 11 van de wet worden toegepast3. 6. Een besluit tot toetreding of uittreding wordt door het college van B&W van de gemeente, waarin het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd, aan Gedeputeerde Staten gezonden. Artikel 17 Geschillen 1. Voordat voor een geschil zoals bedoeld in artikel 28 van de wet4, de beslissing van gedeputeerde staten wordt ingeroepen, legt het gemeenschappelijk orgaan het geschil voor aan een geschillencommissie 2. De geschillencommissie wordt benoemd op voorstel van de raden 3. De geschillencommissie hoort de bij het geschil betrokken besturen 4. De geschillencommissie brengt advies uit over de mogelijkheden om partijen tot overeenstemming te brengen. Artikel 18 Opheffing en liquidatie 1. De regeling wordt opgeheven indien de stichting ophoudt te bestaan. 2. De regeling kan worden opgeheven indien alle raden hiermee instemmen. 3. Indien de regeling wordt opgeheven, besluit het bestuur tot liquidatie van het gemeenschappelijk orgaan en stelt hiervoor de benodigde regels. Hierbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken. Artikel 19 Inwerkingtreding De besluiten tot wijziging of opheffing van deze regeling, de besluiten tot toetreding of uittreding treden in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgend op die waarin het goedgekeurde besluit is opgenomen in de registers, bedoeld in artikel 27 van de wet5. 3
Artikel 11 van de WGR luidt als volgt: In de regeling kan een termijn worden aangegeven gedurende welke een of meer van de deelnemers is of zijn vrijgesteld van uit deze regeling voortvloeiende rechten en verplichtingen. 4 Artikel 28 van de WGR luidt als volgt: 1. Geschillen omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van een regeling tussen besturen van deelnemende gemeenten of tussen besturen van een of meer gemeenten en het bestuur van het openbaar lichaam of het gemeenschappelijk orgaan worden door gedeputeerde staten beslist, voor zover zij niet behoren tot die, vermeld in artikel 112, eerste lid van de Grondwet of tot die, waarvan de beslissing krachtens artikel 112, tweede lid van de Grondwet is opgedragen hetzij aan de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren. 2. Gedeputeerde staten kunnen bij de beslissing van het geschil het desbetreffende bestuur opdragen een besluit te nemen met inachtneming van het in hun beslissing bepaalde en binnen een daartoe te stellen termijn. Indien binnen de gestelde termijn het besluit niet is genomen, geschiedt dit door gedeputeerde staten. 3. In spoedeisende gevallen kunnen gedeputeerde staten bij de beslissing van het geschil in de plaats van het desbetreffende bestuur een besluit als bedoeld in het tweede lid nemen. 5
Artikel 27 van de WGR luidt als volgt: 1. Burgemeester en wethouders houden een register bij van de regelingen waaraan hun gemeente deelneemt. 2. In de registers worden in ieder geval vermeld: a. de deelnemers b. de wettelijke voorschriften waardoor de bevoegdheden van het samenwerkingsverband worden beheerst c. de bevoegdheden die bij de regeling dan wel, met toepassing van artikel 10, tweede lid tweede volzin, krachtens de regeling zijn overgedragen Nieuwe WGR regeling i.k.v. de fusie Stichting Primair en Stichting Basisonderwijs Gooi- en Eemland Versie 14 december 2009
6
-7-
Artikel 20 Archief. 1. Ten aanzien van de zorg en het beheer van de archiefbescheiden van het gemeenschappelijk orgaan alsmede ten aanzien van het toezicht op het beheer zijn de voorschriften van de gemeente waar het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd van overeenkomstige toepassing. 2. Bij opheffing zullen de archieven van het gemeenschappelijk orgaan worden afgesloten en worden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente waar het gemeenschappelijk orgaan gevestigd was. Artikel 21 Overgangs- en slotbepalingen 1. Het college van B&W van de gemeente waarin het gemeenschappelijk orgaan is gevestigd, draagt zorg voor de toezending van de besluiten van de gemeentebesturen van de gemeenten tot het treffen van de regeling aan Gedeputeerde Staten. 2. In alle zaken de gemeenschappelijke regeling betreffend waarin de regeling niet voorziet, beslist het bestuur. Artikel 22 Duur, inwerkingtreding en citeertitel 1. De regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd. 2. De regeling treedt in werking op 1 januari 2010. 3. Deze regeling kan worden aangehaald als Gemeenschappelijke regeling primair onderwijs 2010.
Aldus besloten in de openbare vergadering van De voorzitter,
De griffier,
d. het adres en de plaats van vestiging e. of een openbaar lichaam of een gemeenschappelijk orgaan is ingesteld. 3. De registers liggen voor een ieder kosteloos ter inzage. Aan een ieder worden op diens verzoek afschriften van of uittreksels uit hetgeen in de registers is ingeschreven ter beschikking gesteld. 4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de inrichting van de registers.
Nieuwe WGR regeling i.k.v. de fusie Stichting Primair en Stichting Basisonderwijs Gooi- en Eemland Versie 14 december 2009
7