Vragen en antwoorden nieuwe regeling PMT, versie werkgevers Hieronder treft u vragen en antwoorden over de nieuwe regeling aan. Staat uw vraag er niet bij, stuur dan een mail aan uw werkgeversconsulent. Uw vraag wordt opgenomen in de lijst met vragen en antwoorden of u ontvangt een persoonlijke reactie van de consulent. Hun gegevens vindt u op de website.
Algemene vragen Waarom een nieuwe pensioenregeling? Alle Nederlandse pensioenfondsen moeten per 1 januari 2015 een nieuwe pensioenregeling hebben. Dat komt doordat de regering een nieuwe wet heeft gemaakt. In die wet wordt geregeld dat we wat langer moeten werken voor hetzelfde pensioen. Ook regelt de wet dat de pensioenen in Nederland soberder worden en beter bestand moeten zijn tegen economische schokken. Alle pensioenregelingen moeten worden aangepast om per 1 januari 2015 te voldoen aan de nieuwe wet. Door de nieuwe wet- en regelgeving is de speelruimte voor sociale partners en pensioenfondsen kleiner. Binnen die kleinere speelruimte hebben werkgevers en werknemers tóch goede afspraken kunnen maken over een nieuw pensioen voor de Techniek. Er komt een goed en betaalbaar pensioen met een stabiele premie.
Waarom een gezamenlijke regeling voor PME en PMT? Eén pensioenregeling voor beide technieksectoren scheelt voor veel mensen een hoop gedoe. Wie in de techniek van baan wisselt, gaat regelmatig over van de ene naar de andere sector. Als je pensioen dan hetzelfde blijft, is dat wel zo prettig. Daardoor wordt veranderen van baan makkelijker. Het komt de arbeidsmobiliteit in de techniek ten goede. Dat biedt voordelen voor werknemers én werkgevers. Sociale Partners willen de kleine verschillen die er nog zijn (bijvoorbeeld omtrent vrijwillige voortzetting of arbeidsongeschiktheid) op termijn proberen te laten verdwijnen.
Komt er met deze regeling nu eindelijk rust op het gebied van pensioenen? De nieuwe pensioenregeling geldt voor een periode van vijf jaar, dus tot en met 31 december 2019. Over 5 jaar onderhandelen werknemers en werkgevers weer over de regeling en de premie vanaf 2020. Wel is het zo dat het kabinet momenteel bezig is met wat zij noemen De Nationale Pensioendialoog die input moet leveren voor kabinetsplannen om ons pensioenstelsel klaar te maken voor de rest van de 21e eeuw, zoals staatssecretaris van Sociale Zaken Klijnsma het omschrijft. In hoeverre de kabinetsplannen die volgend jaar worden gepresenteerd een hervorming van het stelsel inhouden, en of de PMT-regeling te zijner tijd opnieuw moet worden aangepast, is nu nog niet te zeggen.
1
Voor wie geldt de nieuwe regeling? De nieuwe pensioenregeling gaat gelden voor alle bedrijven en werknemers geboren vanaf 19501 van 18 jaar of ouder die nu pensioen opbouwen bij de pensioenfondsen2 PMT of PME. Werknemers bouwen zolang ze in de bedrijfstak werken pensioen op tot ze hun AOW-leeftijd bereiken. Die AOW-leeftijd schuift de komende jaren stapsgewijs op tot 67 jaar.
Wat valt er onder de nieuwe regeling? De nieuwe pensioenregeling bestaat uit twee delen: • Een verplichte basisregeling voor iedereen tot een salaris van € 70.0003. • Een ’excedentregeling‘ voor het deel van het salaris tussen € 70.000 en € 100.000. Na 2015 verandert dit. Dan kunnen werkgevers bij PMT kiezen of zij willen deelnemen aan de ‘excedentregeling’. Als een werkgever besluit mee te doen aan deze aanvullende regeling, dan doen in principe alle in aanmerking komende werknemers van deze werkgever verplicht mee4. Voor het deel van het salaris boven € 100.000 gaan de pensioenfondsen PMT en PME géén (netto) regeling aanbieden. Vanaf 1 januari 2015 zijn pensioenpremies boven deze inkomensgrens niet langer aftrekbaar.
Ouderdomspensioen Wat voor type regeling is de nieuwe pensioenregeling? Het gaat om een middelloonregeling: het te bereiken pensioen is gebaseerd op het gemiddelde pensioengevend salaris gedurende de loopbaan. Elk jaar wordt een bepaald percentage van het pensioengevend salaris van dat jaar opgebouwd.
Wat wordt nu precies de pensioengerechtigde leeftijd voor een deelnemer? In 2012 heeft de overheid besloten de AOW-leeftijd tot 2023 in stappen te laten stijgen van 65 naar 67 en daarna afhankelijk te maken van de levensverwachting. Hoe deze stijging verloopt is vastgelegd in een wet. De regering is nu van plan om de AOW-leeftijd versneld te verhogen en al in 2021 op 67 te laten uitkomen. Het wetsvoorstel hiertoe is onlangs ingediend bij de Tweede Kamer, maar is nog niet behandeld. PMT laat de pensioenregeling aansluiten op de individuele AOW-leeftijd. De pensioenrekenleeftijd (de standaard pensioenleeftijd waarmee in de PMT-regeling gewerkt wordt) is vanaf 1 januari 2015 67 jaar.
Moet iedereen dan doorwerken tot 67 jaar? Nee. De standaard pensioenleeftijd wordt verhoogd van 65 jaar naar 67 jaar. Dit is in de nieuwe wet geregeld. Maar: eerder stoppen met werken kan nog steeds. Net als nu geldt: hoe eerder met pensioen, hoe lager de uitkering. En andersom: wie langer doorwerkt, tot aan de AOW-leeftijd, krijgt een hoger pensioen. De arbeidsovereenkomst en de pensioenopbouw stoppen vanaf 1 januari 2015 op de individuele AOW-leeftijd. Na de AOW-leeftijd bouwt u dus geen pensioen meer op, maar uw opgebouwde rechten worden wel hoger omdat ze pas later worden uitgekeerd.
1 Ook mensen die geen pensioen meer opbouwen, nog niet met pensioen zijn maar nog wel een pensioenpotje hebben staan bij deze pensioenfondsen, gaan onder de nieuwe regeling vallen. Hun oude pensioen wordt omgerekend naar het nieuwe pensioen. De totale waarde van het pensioen blijft natuurlijk hetzelfde. 2 De afspraken over een nieuwe pensioenregeling hebben ook gevolgen voor gedispenseerde ondernemingen. Zij moeten immers, om in aanmerking te komen voor vrijstelling van verplichte deelname, een pensioenregeling aanbieden die ten minste gelijkwaardig is aan de verplichte regeling. 3 Deze salarisgrens wordt vanaf 1 januari 2016 jaarlijks per 1 januari verhoogd met de gemiddelde cao-loonontwikkeling bij PMT en PME. Vervolgens wordt deze salarisgrens weer verminderd met het bedrag van de franchiseverlaging (zie verderop). 4 Werknemers hebben wel één maand de kans om af te zien van deelname indien ze dat binnen één maand melden vanaf het moment dat hun pensioengevend loon de € 70.000 overstijgt.
2
Hoeveel pensioen bouwen werknemers op? Het opbouwpercentage wordt per 1 januari 2015 1,875% (was 1,90%) van de zogenoemde pensioengrondslag. Dat betekent dat onder de nieuwe regeling ieder jaar iets minder pensioen wordt opgebouwd dan onder de oude regeling. Dat betekent dat de meeste werknemers een aantal maanden langer moeten doorwerken om hetzelfde pensioenresultaat te bereiken.
Hoeveel langer moeten werknemers doorwerken om hetzelfde pensioen te bereiken? Het pensioen dat is opgebouwd tot en met 31 december 2014 behoudt zijn waarde. Dat betekent dat oudere werknemers minder gevolgen van de nieuwe regeling ondervinden dan jongere werknemers. Ook laagbetaalden ondervinden minder gevolgen dan hoogbetaalden. Hoeveel langer moet worden doorgewerkt om hetzelfde pensioenresultaat te bereiken als onder de oude regeling, is dus van nogal wat factoren afhankelijk. Gemiddeld genomen zullen jongeren circa zes maanden langer moeten werken voor hetzelfde pensioenresultaat, en ouderen een aantal maanden minder. Nogmaals, daarbij geldt: hoe ouder en hoe lager het salaris, hoe minder het effect van de nieuwe regeling gevoeld word en hoe minder lang er hoeft te worden doorgewerkt voor hetzelfde pensioenresultaat.
Waarom merken werknemers met een laag salaris minder van de nieuwe regeling? De komende vijf jaar gaat de franchise (het deel van het salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd, omdat men ook een AOW-uitkering van de overheid ontvang) stapsgewijs met in totaal €1.000 omlaag. Dat betekent dat de pensioengrondslag hoger wordt. Er wordt dus onder de nieuwe regeling over een groter deel van het salaris pensioen opgebouwd. Zo wordt het effect van de verlaging van het opbouwpercentage verzacht. Lagere en middeninkomens profiteren relatief het meest van de lagere franchise. Zij worden op die manier al dan niet deels gecompenseerd voor de versoberende maatregelen van de overheid.
Hoe gaat de franchise omlaag? De komende vijf jaar gaat de franchise in stapjes omlaag. Het eerste jaar daalt de franchise met € 250 tot € 15.304. Daarna daalt de franchise drie jaar lang met € 200 om in 2019 nog eens met € 150 te dalen. De franchise komt daarmee uiteindelijk uit op € 14.554. In totaal wordt de franchise in vijf jaar tijd op die manier € 1.000 lager. Ten opzichte van de huidige pensioenregeling is de daling nog een stuk groter, omdat onder de regeling tot en met 2014 het beleid was om de franchise elk jaar te laten stijgen.
Wat gebeurt er met het pensioen dat is opgebouwd tot en met 31 december 2014? Alle opgebouwde aanspraken blijven behouden. Wel rekenen we ze om naar de nieuwe standaard pensioenleeftijd van 67 jaar, de pensioenrekenleeftijd. Bij die omrekening blijft de waarde van het pensioen behouden. Bij wie er voor kiest eerder met pensioen te gaan dan met 67 jaar, worden het pensioen weer teruggerekend naar 65 jaar (of een andere pensioendatum naar keuze). Ook het partnerpensioen dat is opgebouwd tot en met 31 december 2015 blijft zijn waarde vanzelfsprekend behouden.
Nabestaandenpensioen Het partnerpensioen wordt 70%, bestaande uit een deel op risicobasis (20%) en een deel op opbouwbasis (50%). Moeten werknemers straks een keuze maken? En wat is het verschil tussen de twee delen? Werknemers hoeven geen keuze te maken. Het nabestaandenpensioen bestaat straks voor werknemers die pensioen opbouwen uit twee delen: een deel dat wordt opgebouwd, en een deel dat op risicobasis is verzekerd. Het partnerpensioen voor wie overlijdt terwijl hij nog pensioen opbouwt, bedraagt 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. Dat bestaat uit twee delen.
3
Het opbouwdeel, (50%) vormt een eigen kapitaal-gedekte pensioenaanspraak. Dat deel kan op pensioendatum worden ingezet voor een nabestaandenpensioen of voor een hoger ouderdomspensioen. Het 20%-deel is een risicoverzekering. Die verzekering geldt tot aan de pensioendatum of tot men de sector verlaat en geen deelnemer meer is bij PME of PMT. Daarna geldt alleen het opbouwdeel van 50%. Het partnerpensioen dat is opgebouwd tot en met 31 december 2014 blijft zijn waarde vanzelfsprekend behouden. De opbouw van wezenpensioen blijft net als in de huidige regeling 14% van het op te bouwen ouderdomspensioen.
Waarom is gekozen voor een nabestaandenpensioen dat deels op risicobasis is verzekerd? Sociale partners moesten in de nieuwe regeling keuzes maken om de premie nog betaalbaar te houden. Een nabestaandenpensioen op risicobasis is een stuk goedkoper dan een pensioen dat kapitaal-gedekt wordt opgebouwd. Daarom is ervoor gekozen een deel van het nabestaandenpensioen op risicobasis te verzekeren. De keuze sluit bovendien aan bij de ontwikkeling dat in steeds meer huishoudens beide partners betaald werk verrichten en een eigen pensioenvoorziening hebben.
Hoe zit dat met het nabestaandenpensioen voor werknemers die meer dan een ton verdienen? Boven een salaris van €100.000 ton is het door de overheidsmaatregelen niet meer mogelijk fiscaal gefaciliteerd pensioen op te bouwen. Dat geldt ook voor het nabestaandenpensioen. Er wordt dus boven deze salarisgrens vanaf 1 januari 2015 geen nabestaandenpensioen meer opgebouwd. Ook het deel van het nabestaandenpensioen dat op risicobasis is verzekerd, geldt niet meer voor het deel van het inkomen boven een ton. Dat betekent dat nabestaanden van werknemers met een salaris boven een ton een risico lopen op een al dan niet forse inkomensachteruitgang bij overlijden van de deelnemer. De mate van dat risico is onder meer afhankelijk van de omvang van het nabestaandenpensioen dat al is opgebouwd tot en met 31 december 2014. Dat reeds opgebouwde pensioen behoudt immers zijn waarde. Voor mensen met een salaris boven de €100.000 geldt dus: hoe minder lang deelnemer, hoe groter het potentiele risico op een inkomensachteruitgang voor nabestaanden.
Premie Staat de premie echt voor vijf jaar vast? Ja. De afspraken over een nieuwe pensioenregeling zorgen ervoor dat er de komende vijf jaar duidelijkheid is over de pensioenpremie. In die vijf jaar blijft de premie bij PMT (als percentage van de loonsom) vrijwel op het huidige niveau. De afspraken over de premie staan vast. De premie gaat dus niet tussentijds verder omhoog of omlaag, ook niet als er tussentijds tekorten of overschotten ontstaan. Mocht dat het geval zijn, dan lossen we dat op een andere manier op. Daarover verderop meer.
Wat wordt de feitelijke premie? Voor ieder jaar van de periode van 5 jaar is de premie vastgelegd. De premie wordt geheven over de pensioengrondslag. Dat is het bruto salaris min de franchise. Nu de franchise elk jaar daalt, neemt de pensioengrondslag toe en kan het premiepercentage daarmee iets dalen. De totale geheven premie blijft hiermee als percentage van het totaal aan salarissen in de bedrijfstak constant. In onderstaande tabel worden de premiepercentages weergegeven:
Hoe wordt de premie verdeeld tussen werkgever en werknemer? De verdeling van de premie tussen werkgevers werknemers blijft nagenoeg gelijk. Bij PMT betalen de werknemers maximaal 46,30% van de premie.
4
Als de premie vaststaat, wat gebeurt er dan als er een premietekort is? Of een overschot? De premie die in 2015 wordt betaald, is naar verwachting hoger dan de kostendekkende premie. Dat betekent dat er waarschijnlijk wat geld overblijft. Dat geld wordt in een nieuwe reserve gestopt, het zogenoemde “premie-egalisatiedepot”. Elk jaar dat er geld overblijft van de premie, wordt deze reserve verder gevuld. Elk jaar dat er een tekort is aan premie, kunnen de premie-inkomsten uit deze reserve worden aangevuld. Op die manier blijft de premie stabiel en blijft ook de opbouw zoveel mogelijk constant. Bij tekorten of overschotten op de premie wordt dus níet de premie verhoogd of verlaagd. Wanneer het premie-egalisatiedepot daar ruimte voor laat, kan het geld eventueel ook worden gebruikt om de pensioenen te verhogen die onder de basisregeling zijn opgebouwd vanaf 2015, bijvoorbeeld in de vorm van een extra indexatie om het verschil tussen de loon- en de prijsontwikkeling te overbruggen.
Wat gebeurt er als er een tekort is in de premie én het egalisatie-depot is leeg? Het kan gebeuren dat in enig jaar de premie onvoldoende is voor de nieuwe pensioenopbouw én er onvoldoende reserves aanwezig zijn in het premie-egalisatiedepot. In dat geval wordt de nieuwe pensioenopbouw in dat specifieke jaar bij het betreffende pensioenfonds verlaagd. De premie wordt dus ook in het geval van een tekort niet verhoogd.
Beginnen we met een leeg premie-egalisatiedepot? Ja, op 1 januari 2015 beginnen we met een ‘schone lei’.
Waar ligt de grens voor het vullen van het premie-egalisatiedepot, wanneer is het vol? Daarover zijn door sociale partners nog geen harde afspraken gemaakt.
Indexatie Hoe zit het met de indexatie onder de nieuwe pensioenregeling? De ambitie van de nieuwe regeling is om de pensioenen van zowel actieve deelnemers (werknemers) als van gepensioneerden en ex-deelnemers mee te laten groeien met de inflatie (de zogenoemde prijsindex). Deze indexatie is voorwaardelijk. Er bestaat geen recht op, er wordt geen premie voor betaald en het is alleen mogelijk als er voldoende reserves in het pensioenfonds zijn. Net als onder de oude regeling het geval was. De indexatie wordt, zeker de komende jaren, bemoeilijkt door nieuwe strengere regels van de overheid. Die regels schrijven voor dat pensioenfondsen hun buffers versterken, waardoor minder ruimte overblijft voor indexatie. Ook aan de indexatie zelf zijn strengere regels gesteld. Hierdoor is het de komende jaren helaas onwaarschijnlijk dat PMT de ambitie om te indexeren kan waarmaken.
Aanvullende regelingen voor salaris boven € 70.000 Hoe zit de excedentregeling in elkaar? De excedentregeling is in 2015 nog gewoon onderdeel van de pensioenregeling van PMT. In 2016 is de excedentregeling een vrijwillige regeling voor pensioenopbouw over het pensioengevend salaris tussen € 70.000 en het maximum van € 100.000. Iedere werkgever beslist zelf over deze vrijwillige aansluiting, steeds voor een periode van vijf jaar. Als een werkgever meedoet, dan doen van deze werkgever in principe alle werknemers met een salaris boven de 70.000 euro mee5. 5 Werknemers hebben wel één maand de kans om af te zien van deelname indien ze dat binnen één maand melden vanaf het moment dat hun pensioengevend loon de € 70.000 overstijgt.
5
De salarisgrens van € 70.000 wordt jaarlijks per 1 januari (voor het eerst op 1 januari 2016) verhoogd met de gemiddelde loontrend bij PMT en PME in het daaraan voorafgaande jaar, onder aftrek van het bedrag van de franchiseverlaging. Als bijvoorbeeld het loon gemiddeld met 1% stijgt, dan wordt het grensbedrag in 2016 € 70.700 min € 250 franchiseverlaging in 2015, dus € 70.450. Voor de opbouw van pensioen binnen de basisregeling kan de werkgever kiezen uit twee varianten: 100% van de opbouw die onder de basisregeling plaatsvindt (dus 1,875%), of opbouw op basis van 75% van de premie voor de basisregeling. De voorwaardelijke indexatie in de excedentregeling kent in principe dezelfde ambitie als die van de basisregeling.
Wat is de premie voor de excedentregeling? Er geldt een premie, vastgezet voor een periode van vijf jaar, die afhankelijk is van de gemiddelde leeftijd van alle werknemers die bij een specifieke werkgever meedoen in de excedentregeling. Op basis van de huidige deelnemersbestanden bedraagt de gemiddelde premie voor alle werknemers met een excedentregeling 19,2% van de excedent-pensioengrondslag bij een opbouwpercentage van 1,40625%. Bij 1,875% opbouw is de premie hoger. Het gemiddelde percentage kan afhankelijk van de leeftijdsopbouw van werknemers per onderneming verschillen.
Wat gebeurt er met de excedentregeling? In 2015 blijft de opbouw van extra pensioen tussen de € 70.000,- en € 100.000,- bij PMT verplicht. In 2016 wordt de excedentregeling bij PMT vrijwillig. Werkgevers kunnen een vrijwillige aanvullende regeling afsluiten bij PMT. Werkgevers hebben daarbij de keuze tussen een variant op basis van 75% van de basisregeling en een variant waarmee de maximale fiscale ruimte tussen € 70.000,- en € 100.000,- wordt benut. Recent hebben Sociale Partners besloten dat deze laatste variant (maximale fiscale ruimte) ook als vrijwillige regeling in 2015 aan PMT-werkgevers kan worden aangeboden. In de loop van 2015 zullen werkgevers dit vrijwillige aanbod alsnog krijgen. Daarbij kan dan met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 de vrijwillige, aanvullende pensioenopbouw tot € 100.000,- alsnog geregeld worden.
Waarom biedt PMT geen (netto-)regeling aan voor inkomens boven een ton? Sociale partners hebben onderzocht of een goede netto-regeling tegen aanvaardbare kosten kon worden aangeboden. Dat was niet het geval. Daarom is besloten geen regeling aan te bieden.
Moet ik mijn medewerkers die meer dan een ton verdienen compenseren, nu over het salaris boven een ton geen pensioen meer wordt opgebouwd? Dat betekent voor hen immers een versobering van de pensioenopbouw. Er zijn verschillende manieren om hier mee om te gaan. De keuze die gemaakt wordt zal onder meer afhangen van de pensioenafspraken u met uw werknemers heeft gemaakt in de arbeidsovereenkomst. Als u in uw arbeidsovereenkomsten hebt vastgelegd dat bij de pensioenopbouw de PMT-regeling wordt gevolgd, heeft u richting de betrokken werknemers minder formele plichten dan wanneer in de arbeidsovereenkomst is vastgelegd dat over het volledige salaris een pensioenregeling wordt aangeboden. Werknemers met een salaris boven een ton die zelf een deel van de pensioenpremie betaalden, zullen in ieder geval een netto salarisstijging tegemoet kunnen zien, omdat vanaf 1 januari 2015 geen premie meer wordt geheven over het salaris boven een ton. Met dat extra inkomen kunnen zij, al dan niet collectief via de werkgever, elders een aanvullende regeling afsluiten. Werkgevers die hun medewerkers met een salaris boven een ton willen compenseren voor het gemis aan pensioenopbouw, kunnen er voor kiezen ook het vrijvallende werkgeversdeel van de premie, al dan niet gedeeltelijk, in te zetten voor zo’n aanvullende netto-regeling.
6
Punt van aandacht wat betreft de medewerkers die meer dan een ton verdienen is het partnerpensioen. Met name nabestaanden van jongere deelnemers met een pensioengevend salaris boven de € 100.000 (die nog niet veel pensioen hebben opgebouwd), kunnen worden geconfronteerd met een veel lager partnerpensioen dan zij verwachten.
Communicatie Hoe word ik op de hoogte gehouden van de communicatie met betrekking tot de nieuwe regeling en waar vind ik een planning? Neem een abonnement op de e-nieuwsbrief via www.bpmt.nl, dan bent u altijd als eerste op de hoogte. De meeste communicatiemiddelen worden aangeboden in de werkgevers-toolkit op de website https://www.bpmt.nl/mijnnieuwepensioen/tabs#tab=.employers
7