Nieuw Ekonometrisch Tijdschrift Jaargang 16, Nummer 2, December 2007
“Duurt lang” Business Research Program 2007
Afschaffen basisbeurs Actueel en de stelling
“A u n i q u e c o o r p e r a t i o n” Banking Cycle 2007
nekst
Bijzonder accuraat Ernst & Young is een organisatie van accountants, belastingadviseurs, juristen en adviseurs. Met ruim 4.500 medewerkers verspreid over
Ernst & Young Actuarissen BV is de grootste actuari‘le adviesgroep bij een multidisciplinaire dienstverlener en is via een wereldwijd netwerk actief verbonden met actuarissen van Ernst & Young. Onze werkzaamheden bestaan uit het zowel beleidsmatig als actuarieel en financieel adviseren en begeleiden van financierings- en waarderingsvraagstukken bij pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen, particulieren, non-profit- en overheidsinstellingen en andere financi‘le instellingen. Voor onze kantoren in Amsterdam en Utrecht zijn wij op zoek naar:
29 kantoren zijn we een van de grootste adviesorganisaties in Nederland. Er is bij ons altijd ruimte voor deskundige professionals met een bijzonder scherp oog voor de belangen van onze cliënten.
(Aankomend) actuarissen m/v - standplaats: Amsterdam of Utrecht Ben je gedreven, leergierig, analytisch en adviseer je liever dan dat je wordt geadviseerd, dan heb jij de instelling die wij zoeken. Ben je ge•nteresseerd in een carri‘re als adviseur bij Ernst & Young Actuarissen BV? Op zoek naar een stageplaats of baan (ook als werkstudent)? Voor meer informatie kun je bellen naar Joost Csik, tel. 030 -2592124. Sollicitaties met cv kunnen worden gestuurd naar Ernst & Young, t.a.v. Anita Huijmans, HR-consultant, Postbus 7883, 1083 HK Amsterdam. Een e-mail sturen kan ook:
[email protected] Voor algemene informatie kun je kijken op www.ey.nl
E E N R E C T I F I C AT I E O F T W E E VOORWOORD CO LO F O N Neks t is h et k war taal b la d van de Tilburgse Econometristen Vereniging ©2007 Ad res TE V / Neks t Universiteit van Tilburg K am er E 1 1 0 / 1 2 3 Po s tb us 9 0 1 5 3 5 0 0 0 L E Til b urg Tel efo o n : 0 1 3 4 6 6 2 7 4 7 E-m ail : Neks t@ TE V. n l H o m ep ag e: w w w. TE V. n l Redactie R ik v an Beer s S er vaas van Bilsen Hettie Boonman Fran s Fo nv il l e Bas H am er s Tim Th ijs s en Annick Traa M ar ieke v an d er Ven Va s te m e d e we r k e r s Roel Mehlkopf Bar t Ver s c h o o r Bijdragen Neeltje van As I r is Bl an ker s Ro el v an Buul Fan n ie Co b b en Eline Dekker Wil l em H aem er s J o s in e J an us Arnoud Klep Romeo Langestraat K ay M en n en s Paul Peter s M onique Platenk amp I n g e Pul l es B a r r y S c h o u te n M aaike S n el d er Ar thur van S oest M en n o Taan m an M ichiel van der Ven Lay- out R ik v an Beer s Voor- en middenpagina Emile van Elen O o r s p ro n k e l i j k o n t we r p S in tLuc as @ wo r k
Nekst twee: appeltje eitje. Tijdens het maken van Nekst één was het een en ander fout gegaan, zoals dat hoort bij een nieuwe commissie en een nieuwe hoofdredacteur. Nu dacht ik dat alles goed zou gaan. Ik had immers al heel veel geleerd en ik wist hoe ik mijn redactieleden moest ‘aanpakken’. Een strakke planning was vereist en al snel begonnen we vol goede moed met de vergadering. Na de evaluatie van Nekst één, waar we allemaal toch wel trots op waren, hadden we genoeg geleerd om met Nekst twee goed uit te pakken. Iedereen begon aan zijn of haar taak en de zieke lay-outer werd een kaart gestuurd. Het echte werk kon beginnen. Naïef als ik was, dacht ik dat ik met het begin van Nekst twee alles had gehad. Niets bleek minder waar. Nekst één was namelijk net bij iedereen bezorgd en ik werd dan ook plat gebeld en gemaild door mensen die een spelfout (of twee) hadden ontdekt. Ook op de TEV-kamer was ik niet meer veilig en rustig in college zitten was er niet meer bij. Ik werd de oren van mijn hoofd gevraagd: door wie de voorpagina eigenlijk was gemaakt (dit was Emile van Elen en niet Rik van Beers: rectificatie nummer één) en door hoeveel mensen ik dacht dat het wetenschappelijk artikel was geschreven (dat bleek er één meer te zijn dan ik dacht, het artikel was namelijk geschreven door Jan Nelissen en Peter Fontein: rectificatie nummer twee). Het dieptepunt van dit alles bereikte ik echter toen ik om half twee ’s nachts werd gebeld door iemand die de Nekst op dat moment zat te lezen. Hij wilde even vertellen dat hij net had gezien dat er hoofdredacteur stond, in plaats van hoofdredactrice. En dat kon absoluut niet, gezien mijn geslacht. Dat kreeg ik later nog vele malen vaker te horen van veel verschillende mensen. Uit pure wanhoop zocht ik het dan toch maar even op. “De hoofdredactrice is een eerbare dame”, was de eerste hit bij Google. Het laatste woord liet ik echter over aan de Dikke van Dale. Deze zei gelukkig: hoofdredacteur (de (m.)) 1 hoofd van een redactie, vr. hoofdredactrice 2 (in ’t bijz.) de voornaamste van de redacteuren, die de hoofdleiding van een krant, tijdschrift of woordenboek heeft, vr. hoofdredactrice
Toen ik dan eindelijk dacht dat ik alles had gehad, kwam een vriendin langs. Ook zij had de Nekst gezien. Ze vroeg me of ik de fout op de eerste pagina al had gevonden. Ja, dat had ik. Ik antwoordde dat ik er al meer dan eens op gewezen was dat er hoofdredacteur in plaats van hoofdredactrice stond. “Nee, dat bedoel ik niet,” zei ze verbaasd. Ze sloeg de Nekst open op de eerste pagina en wees de fout aan. “Kijk,” zei ze “er staat hoofdredactreur!” Voortaan doe ik het goed: mijn functie binnen de TEV is hoofdredacteur, maar mijn titel is hoofdredactrice.
O p l ag e 7 0 0 s tuks
www.ey.nl
Drukkerij D r u k k e r i j O f fs e t S e r v i ce
Nekst 2 - December 2007
Marieke van der Ven Hoofdredactrice Nekst
1
Articles TA B L E O F C O N T E N T S
22
“Duurt lang” Business Research Program 2007
Voor woord Dear members Training Ac tieve Leden Wetenschappelijk artikel TNO Bedrijfsinterviews MarketResponse Practical report ouderavond De docent Poolen, borrellezing en sinterklaasborrel OAL-ac tiviteit Wetenschappelijk Artikel CBS Eerstejaarsactiviteit De passie van...
1 5 6 8 12 15 16 18 21 27 28 33 36
De basisbeurs moet
Advertisements E r n s t & Yo u n g Watson wyatt PGGM TNO MarketResponse Deloitte HR ING NationaleNederlanden TNT Express Optiver
2
Kaft 4 10 14 17 20 24 32
39 40
E r n s t & Yo u n g Committee profile Op kamers Lecturer of the year award
42 44 46
Exchange report Spellenmiddag Tr ie -angle Actueel De stelling Wetenschappelijk artikel Hewitt Puzzel Planning Graduates Quatsch
48 52 54 58 59 60 65 66 66 68
“A u n i q u e c o o p e r a t i o n”
afgeschaft worden Actueel en de stelling
Column Bedrijfsinterview
Banking Cycle 2007
58
50
Mercer Aon PricewaterhouseCoopers De Nederlandsche Bank Stichting Doe een wens Hewitt EBT ORTEC SNS REAAl To w e r s P e r r i n
38 43 47
Wetenschap, Bedrijfsleven en Studenten
53 57 63 64 67 Kaft Kaft
Nekst 2 - December 2007
Special over de Wim Bogers
11
Stichting
Nekst 2 - December 2007
3
/ R _ R X R [ Q R
V [ c Y \ R Q c N [ U R a
_ V W T R Q _ N T c N [ W \ [ T R _ R [ \ ] Q R ] _ RZ V R c N [ U b [ N b a \ c R _ g R X R _ V [ T
DEAR MEMBERS, FROM THE BOARD
Winston Churchill once said: “To improve is to change”. The same thing holds for the TEV. To give the best possible service to our students, we have to change our activities whenever necessary. Therefore all our activities and services are reviewed every year.
This review is done by the TEV board as well as by the members of the TEV, who can hand in evaluation forms after activities and can address the TEV board for all their other possible improvements to the TEV-board. Not only the activities and services we offer as TEV should be reviewed every year. As a board we also want our active members to have the best working atmosphere possible at the TEV rooms. Therefore we decided to redesign the TEV rooms.
Also the TEV itself is going trough a redesigning process. Together with the other study associations connected to the Faculty of Economics and Business administration (FEB) the TEV is involved in the foundation and fulfillment of an economic faculty association. By means of this faculty association we hope to be able to serve the members of the economic faculty and by that, also the members of the TEV in the best possible way.
As every change starts with a plan, so did the redesigning of the TEV rooms. Brochures of desks, cupboards and chairs, schematics of E110 and E123 with various dispositions of desks, frequently appeared more than once at the TEV rooms. When we finalized the plan we ordered all the new furniture and the waiting began. With the waiting for the new furniture came the mission to clean up and empty the TEV rooms. While three of the five board members were joining the Business Research Program to Rome and Stockholm, the two remaining board members did the biggest part of the work. During the fall break they sorted out all the documents and folders in the TEV rooms and cleaned up all the things that should have been thrown away a long time ago.
*EUGDIGE OVERMOED LEIDT NOGAL EENS TOT SCHADE AAN MENS EN MATERIEEL 6OOR EEN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ ROEPT DAT VRAGEN OP )S ER VERSCHIL TUSSEN MANNEN EN VROUWEN TUSSEN DE ENE REGIO EN DE ANDERE "IJ 7ATSON 7YATT KIJKEN WE VERDER DAN DE CIJFERS $AT MAAKT ONS WERK ZO INTERESSANT 7ATSON 7YATT ADVISEERT WERELDWIJD OP HET GEBIED VAN @MENS EN KAPITAAL VERZEKERINGEN PENSIOENEN BELONINGSSTRUCTUREN EN INVESTERINGSSTRATEGIEÑN 7E WERKEN
4
After the Business Research Program we emptied E110 and E123 and in the first week of November we finally got our new furniture. Brand new desks and cupboards were delivered at the Esplanade building. Where once was chaos, now slowly arose new and structured offices. After the installation of the new furniture, all computers, printers, folders and other needed equipment were placed back in the TEV rooms. Now the only things still missing are new chairs. When they arrive, the redesigning of the TEV rooms is complete.
VOOR TOONAANGEVENDE BEDRIJVEN WAAR MEE WE EEN HECHTE RELATIE OPBOUWEN /NZE MANIER VAN WERKEN IS OPEN GE DREVEN EN INFORMEEL 7E ZIJN OP ZOEK NAAR STARTENDE EN ERVAREN MEDEWER KERS BIJ VOORKEUR MET EEN OPLEIDING !CTUARIAAT %CONOMETRIE OF TOEGEPASTE 7ISKUNDE +IJK VOOR MEER INFORMATIE OP WERKENBIJWATSONWYATTNL
During this academic year not only the TEV rooms are going through a process of redesigning.
7ATSON 7YATT :ET JE AAN HET DENKEN Nekst 2- December 2007
Nekst 2 - December 2007
Name: Bart Verschoor
In the new situation there will be two parties organizing activities for the students in Econometrics & Operations Research. The central part of the faculty association will organize activities for all students of the FEB to establish a broader development of these students. The TEV will organize activities meant only for students interested in Econometrics & Operations Research to provide delegation of econometric knowledge to these students.
Position: Chairman TEV Board 2007-2008 Feit: Info Feit: Info
As a TEV board we are continuously evaluating what can be improved in the services the TEV offers to make sure we serve students in Econometrics & Operations Research optimally. If you have any remarks or possible changes in the services the TEV offers, you are always welcome to address them to us. Together we can continuously improve the services of the TEV and by that the TEV itself! On behalf of the TEV board, Bart Verschoor Chairman TEV
5
PGGM beschikt over zestig miljard euro aan pensioenreserves. Om dat vermogen zo goed
D E D E F I N I T I E VA N F E E D B AC K
mogelijk te beheren hebben we veel specialisten in dienst. Op het gebied van ALM neemt
Consultancy of PGGM?
TRAINING ACTIEVE LEDEN POWER2IMPROVE
Een studievereniging is als een groot bedrijf. Eigenlijk is het de ideale plaats om kennis te maken met allerlei situaties die je later ook tegen kunt komen in je werk. Een van die situaties is het geven en ontvangen van feedback. Binnen de TEV wordt er veel samengewerkt en daarom is feedback geven een belangrijke
Startjaar studie: 2006
Het mag duidelijk zijn dat de laatste vorm van feedback geven over het algemeen niet aan te raden is. Het komt beter over om concrete voorbeelden te gebruiken en feedback te geven over feiten. Dit en meer kwam aan de orde in een theoriegedeelte dat volgde op de eerste oefeningen. Hierin vertelde de trainer over wat je wel en niet moet doen bij het geven van feedback. Echte afraders zijn bijvoorbeeld het geven van negatieve feedback in het bijzijn van anderen en het gebruik van generaliserende termen als ‘altijd’ en ‘nooit’. Wel heeft het zin om bij de manier waarop je iemand aanspreekt rekening te houden
6
Na deze oefeningen werd er nog even aandacht besteed aan een paar lastige zaken zoals hoe je (negatieve) feedback moet geven aan iemand die een hogere positie bekleedt dan jij en welke formuleringen dan wel effectief zijn. Vaak weet je als feedbackgever namelijk niet de hele achtergrond van een verhaal en dat kan zorgen voor problemen. Als je iemand aanspreekt op zijn of haar afwezigheid, terwijl een familielid overleden blijkt te zijn, wordt het verhaal toch anders. Om dit te voorkomen is het soms beter om een balletje op te werpen en te kijken hoe de ontvanger reageert. In bovenstaand voorbeeld zou je kunnen denken aan “Ik heb het idee dat je deze opdracht een beetje hebt laten liggen. Is dat zo?” Op die manier krijgt de ontvanger de kans om zijn verhaal te laten horen en kunnen misverstanden voorkomen worden. Na deze laatste wijze woorden werden de trainers bedankt en gingen wij gezamenlijk naar Café Karel om de training af te sluiten met een gezellig etentje.
Nekst 2 - December 2007
ook de houdbaarheid van het Nederlandse pensioenstelsel nauwlettend in de gaten. Brengen in kaart hoe PGGM daar het slimst
belang. Daar kunnen we jouw hulp goed bij gebruiken. Kijk op www.pggm.nl/werkenbij
Jan Peter de Bruijn, Investments PGGM
Naam: Josine Janus
beleid aan de wettelijke kaders. We houden
snijvlak van zakelijk en maatschappelijk
met wie je voor je hebt. Ook loont het de moeite om van tevoren te vragen of iemand op je feedback zit te wachten en of dit het juiste moment is om dat te brengen. Hierdoor voorkom je dat iemand niets met je feedback doet omdat hij of zij op dat moment helemaal niet ontvankelijk is voor op- of aanmerkingen. Na al deze theorie kwam de laatste oefening waarin de zaken eens helemaal omgedraaid werden. Dit met het idee dat als je dat beheerst, je ook weet hoe het wel moet. Het was de bedoeling om feedback te geven op de meest foute manier. Oftewel, speel op de man, wees onredelijk, ga schreeuwen, generaliseer alles wat los en vast zit en wacht dan rustig de reactie af. Zelfs als je weet dat het gespeeld is, blijken de meeste mensen toch de neiging te hebben om boos te worden over onredelijke kritiek.
zicht op de grote geldstromen en toetsen ons
op kan inspelen. Dat alles doen we op het
vaardigheid. Daarover ging de training die het bestuur had georganiseerd voor de actieve leden. Gustaaf Vocking en zijn collega Maria, beiden van het bedrijf Power2Improve, gaven een training over het geven en - minstens zo belangrijk krijgen van feedback. Nadat we het als groep eens waren geworden over de definitie van feedback, ‘feedback geven is het achteraf beoordelen van iemands handelen op positieve en negatieve manier’, konden we aan de slag met de oefeningen. Ingedeeld in groepjes van vier begonnen we aan het makkelijkste onderdeel. De opdracht was een ander groepslid een complimentje te geven over iets wat feitelijk waarneembaar was (uiterlijke kenmerken). Op het oog een makkelijke opdracht, maar zo’n compliment ontvangen bleek niet voor iedereen even makkelijk. Bij de volgende opdrachten werd de moeilijkheidsgraad vooral voor de feedbackgevers opgevoerd, want er moest nu ook negatieve feedback gegeven worden. Feedback geven kan op drie niveaus: feitelijk, op gedrag en op de persoon. Feitelijk kritiek geven, is iets in de trant van ‘de kleuren die je gisteren in je presentatie gebruikte, vond ik niet zo geslaagd’. Feedback op gedrag in hetzelfde voorbeeld is ‘als je presenteert kun je beter wat langzamer wat meer voorbeelden noemen, dan ben je beter te volgen’. Op de persoon spelen is een opmerking als ‘jij bent een slechte presentator’.
PGGM een koppositie in. We hebben goed
Junior Actuarieel Medewerker 36 uur. Bruto jaarsalaris min. ` 33.031,tot max. ` 52.047,-
Stagiair Actuariaat & ALM
E E N H E R O N T W E R P VA N H E T NEDERLANDSE WEGENNETWERK WETENSCHAPPELIJK ARTIKEL TNO
Vijf jaar geleden kwam Nederland al vierduizend rijstrookkilometers tekort om een economisch ideaal wegennet te hebben. Dat blijkt uit het onderzoek dat Maaike Snelder van TNO samen met Albert Wagelmans van de Erasmus Universiteit, Jeroen Schrijver en Ben Immers van TNO en Henk van Zuylen van de TU Delft uitvoerde.
Naam: Maaike Snelder Leeftijd: 27 jaar
Het verleden speelt een belangrijke rol in de structuur van het huidige wegennetwerk en het ontstaan van files. Het Nederlandse nationale hoofdwegennet is in grote lijnen in tientallen jaren ontstaan. Met het verstrijken van de tijd zijn steeds nieuwe wegen aangelegd. Hierbij is altijd gehandeld naar de destijds heersende ruimtelijke en verkeersordeningsfilosofieën. Al deze filosofieën zijn opgeschreven in verschillende overheidsnota’s. De Nota Mobiliteit is hier het meest recente voorbeeld van. Het wegennet is het resultaat van een lang proces waarin vele doelstellingen, dogma’s, politieke agenda’s, beleidswisselingen en overtuigingen een rol hebben gespeeld. Daardoor is het wegennet vanuit het huidige perspectief gezien niet noodzakelijkerwijs optimaal. De vraag is daarmee gerechtvaardigd of de huidige wegen op de goede plek liggen en of zij wel voldoende capaciteit bieden. Deze vraag was de aanleiding om een herontwerp van het Nederlandse wegennetwerk te maken.
Functie: Het ontwerpen van wegennetwerken is complex, Adviseur TNO omdat er enerzijds oneindig veel verschillende Mobiliteit en Logistiekmogelijkheden zijn voor het aanleggen en uitbreiden van wegen en anderzijds met een heleboel actoren en factoren rekening gehouden moet worden. Er zijn weggebruikers die hun reistijd willen minimaliseren en die bij voorkeur ook een betrouwbare reistijd willen hebben. Er zijn verschillende overheden die verantwoordelijk zijn voor de aanleg en het onderhoud van infrastructuur en die de kosten hiervan willen minimaliseren. Er worden eisen gesteld door burgers en bedrijven aan de minimale bereikbaarheid van regio’s, steden en werklocaties en daarnaast moeten ook de milieu-, leefbaarheid- en veiligheidsaspecten in acht worden genomen. Dit leidt tot de vraag hoe zo goed mogelijk aan al deze wensen en eisen voldaan kan worden. Om deze vraag te beantwoorden is onderzocht hoe het Nederlandse wegennetwerk voor de huidige situatie er in het ‘ideale geval’ uit zou zien. Hiertoe is het hele autosnelwegennetwerk inclusief regionale wegen
8
opnieuw ontworpen. Met ideaal wordt bedoeld dat er een optimale afweging is gemaakt tussen de kosten van het aanleggen en onderhouden van infrastructuur en de reistijd van gebruikers van het wegennetwerk. Met externe kosten is slechts in beperkte mate rekening gehouden en de kosten van aanleg en onderhoud van wegen zijn gelijk verondersteld op alle locaties. Het ideale wegennetwerk is ontworpen op basis van inwoneraantallen en arbeidsplaatsen in 2001. Het bestaande wegennetwerk is in het ontwerp vervangen door een fijnmazig rasternetwerk met een driehoekstructuur dat Nederland geheel bedekt. In figuur 1 is een uitsnede van dit rasternetwerk weergegeven. Van alle schakels uit het rasternetwerk is met een optimalisatiealgoritme de optimale capaciteit bepaald. Het ontwerpen van netwerken staat in de literatuur bekend als het Netwerk Ontwerpprobleem (‘Netwok Design Problem’). Dit is een ‘bi-level’ probleem waarbij op het laagste niveau de verkeersstromen geoptimaliseerd worden, gegeven de netwerkstructuur en de capaciteiten van schakels en waarbij op het hoogste niveau het netwerk wordt geoptimaliseerd door de capaciteiten van de schakels aan te passen gegeven de verkeersstromen. Een iteratief algoritme is gebruikt waarbij afwisselend het laagste orde probleem met een kortste pad algoritme is opgelost en het hoogste orde probleem volgens het Gulden-Snede-algoritme is opgelost. Dit proces is net zolang herhaald totdat convergentie optrad. In de optimale oplossing hadden vele schakels een capaciteit van nul voertuigen per uur. Deze schakels zijn niet in het uiteindelijke ontwerp opgenomen. Voor de schakels met een capaciteit die groter is dan nul voertuigen per uur is de capaciteit vertaald naar een wegtype (bijvoorbeeld een snelweg met drie rijstroken of een regionale weg). In figuur 2 is een willekeurig voorbeeld hiervan gegeven. De gekleurde lijnen zijn wegen met een capaciteit
Nekst 2 - December 2007
die groter is dan nul voertuigen per uur. Deze wegen zouden dus niet opgenomen worden in het ontwerp. Het resultaat van het optimalisatieproces is een kaart van Nederland waarop het ideale wegennetwerk is weergegeven. Daarnaast zijn er enkele indicatoren zoals de totale kosten, de totale reistijd en het totaal aantal afgelegde voertuigkilometers bepaald. Een vergelijking tussen het wegennetwerk en de bijbehorende indicatoren met het bestaande wegennetwerk van 2001 leidt tot de volgende bevindingen. De totale kosten van het bestaande netwerk bedragen 57 miljard euro per jaar. Deze kosten bestaan uit reistijdkosten en infrastructuurkosten (aanleg en onderhoud). De totale kosten van het herontwerp bedragen 50,5 miljard euro per jaar. Dit wil dus zeggen dat de huidige kosten 11% lager hadden kunnen zijn als het weggennetwerk er anders had uitgezien. Het herontwerp van het wegennetwerk bevat ongeveer vijf keer zoveel kilometers weg met drie of meer rijstroken dan het bestaande netwerk van 2001. Tot slot worden er in het ‘ideale’ netwerk 8% minder voertuigkilometers afgelegd en is de totale reistijd zelfs
netwerk. De vraag in het ‘ideale’ netwerk is als gevolg van de verbeterde kwaliteit van de verkeersafwikkeling hoger dan de werkelijke vraag in 2001. Het verschil tussen beiden komt overeen met de latente vraag die er in 2001 was. In het uitgevoerde onderzoek zijn het aantal inwoners- en arbeidsplaatsen per regio als uitgangspunt gebruikt. Deze zijn onveranderd gebleven. Gezien de interactie tussen vestigingsplaatskeuze en bereikbaarheid is het logisch dat de wegen in het herontwerp lijken op de wegen in het bestaande netwerk. Op een
en terugvalopties zijn. Daarnaast zijn de snelwegen over het algemeen breder dan in de huidige situatie het geval is. Hieruit kunnen we concluderen dat de structuur van ons wegennetwerk nog wel redelijk goed past bij de ruimtelijke en economische structuur van ons land. Als we echter in het verleden vooral in de Randstad meer asfalt (13% meer rijstrookkilometers) hadden neergelegd, dan zou ons netwerk nog iets beter ingericht zijn op de vraag naar vervoer, met als gevolg minder files en een betere bereikbaarheid. Beslissingen uit het verleden kunnen nu niet meer teruggedraaid worden, maar het toekomstige netwerk is nog wel vormbaar. Dit betekent dat verschillen in structuur tussen het ‘ideale’ netwerk en het bestaande netwerk eventueel aangepakt zouden kunnen worden. Het aantal rijstrookkilometers wordt tot en met 2020 met ongeveer 10% uitgebreid (MIT). Op basis van de berekende ‘optimale’ uitbreiding van 13%, lijkt deze geplande uitbreiding echter onvoldoende te zijn, zeker gezien het feit dat de berekeningen gebaseerd zijn op de vervoersvraag van 2001. Een uitgebreide beschrijving van dit onderzoek is te vinden in Snelder et al., 2007:
17% lager. Hierbij merken we op dat de indicatoren voor het bestaande netwerk van 2001 bepaald zijn op basis van dezelfde vervoervraag als de vraag die gebruikt is voor het ontwerpen van het ‘ideale’
Nekst 2 - December 2007
aantal punten zijn echter verbeteringen mogelijk. Het grootste verschil met het nieuw ontworpen netwerk is dat er in de Randstad meer parallelle wegen zijn, waardoor er meer routealternatieven
Snelder, M., A.P.M. Wagelmans, J.M. Schrijver, H.J. van Zuylen en L.H. Immers, Optimal Redesign of the Dutch Road Network, Proceedings of Transportation Research Board, 86th annual meeting, 2007
9
W E T E N S C H A P, B E D R I J F S L E V E N E N STUDENTEN SPECIAL WIM BOGERS STICHTING
Uitgelachen vooraf, geraadpleegd achteraf. Met deze zinsnede kan het congres ‘Automatisering voor het Management’ dat de TEV in de jaren tachtig organiseerde, worden samengevat. De TEV, die toen net haar eerste lustrum had gevierd, had lef en slaagde erin een professioneel congres neer te zetten. Feitelijk was dit congres de aanleiding voor het oprichten van de Wim Bogers Stichting (WBS). Het lef uitte zich vooral in de doelgroep. Dit congres richtte zich namelijk niet puur op studenten, maar evenzeer op het bedrijfsleven. Door deze insteek kon het congres naar een hoger niveau getild worden en kon een brug worden geslagen met het bedrijfsleven. Deze opzet slaagde doordat het congres op een serieuzere manier in de markt werd gezet. Gevolg was wel dat het tarief voor bedrijfsbezoekers flink omhoog ging en dat veroorzaakte het gelach van andere verenigingen vooraf. Dit gelach verstomde echter bij het zien van de ruim tachtig bedrijfsbezoekers op de dag zelf. Door dit succes zag de begroting van het congres er opeens heel anders uit en oversteeg deze die van de TEV.
.JKOGBTDJOBUJF 8FSLFONFUUPQUBMFOUFO4BNFONFUNJKOUFBNHFBWBODFFSEF PQMPTTJOHFOPOUXJLLFMFOWPPSPO[FPQESBDIUHFWFST6JUEBHFOEFOJOTQJSFSFOE XFSL EBUNJKEFHFMFHFOIFJEHFFGUPNIFUCFTUFVJUNF[FMGUFIBMFO %BUJTNJKOGBTDJOBUJF
Doel en reden WBS Om de continuïteit van een regelmatig terugkerend congres te waarborgen werd besloten de organisatie ervan onder te brengen in een aparte stichting, gelieerd aan de TEV. Op deze manier zou de TEV niet lijden onder een eventueel financieel fiasco van een congres en is de begroting van de TEV beter van jaar tot jaar te vergelijken door eventuele fluctuaties in de begroting van congressen. De doelstelling van de WBS is dan ook als volgt opgetekend: “De Wim Bogers Stichting stelt zich ten doel regelmatig een congres, dat een actueel onderwerp uit de Econometrie of Economie belicht, te organiseren.” Sinds enkele jaren is ook organisatie van de jaarlijkse projectweek van de TEV (Business Research Program, BRP) overgedragen aan de Wim Bogers Stichting. De reden van deze overdracht is soortgelijk aan die van het congres. Om deze doelstellingen te bereiken en contact met zowel studenten, bedrijfsleven, overheid als wetenschap te hebben, heeft het WBS-bestuur een specifieke samenstelling. Het bestuur bestaat doorgaans uit het voltallige TEV-bestuur aangevuld met de congresvoorzitter van het voorgaande jaar, een docent verbonden aan de Universiteit van Tilburg (op dit moment Prof.dr.ir. H.A. Fleuren) en een persoon uit het bedrijfsleven (op dit moment de heer Van Beek van DSM). Congressen en Business Research Programs Sinds de oprichting van de WBS op 10 november 1987 heeft zij reeds zestien congressen georganiseerd. In de jaren negentig werd om de anderhalf jaar een congres georganiseerd. Sinds 1999 gebeurt dit jaarlijks. Door de brede doelgroep (zowel studenten als bedrijfsleven) en de brede toepassingen van Econometrie in de praktijk, hebben de congressen uiteenlopende onderwerpen gehad. Deze diversiteit komt goed naar voren als men de titels bekijkt van alle WBS Congressen:
Nekst 2 - December 2007
Kosten van management, De strategische alliantie, Externe Logistiek, Het ondernemende ziekenhuis, Een duurzame bedrijfskolom?, ALM in de praktijk, Business Process Redesign, Financieel Risicomanagement, Mobiliteit in Nederland, Intelligent e-business, Advanced Decision Making, Toekomst Verzekerd, Marktregulering, Efficiënte Zorg, Zeker met Pensioen, Samen op Weg. Zoals de congressen velerlei onderwerpen hebben gehad, hebben de Business Research Programs verscheidene bestemmingen gehad en zijn ze in samenwerking met verschillende bedrijven georganiseerd. Zo reisden studenten in het verleden onder andere met TNT Express naar Rome, met Deloitte naar zowel Dublin als Warschau, met ORTEC naar Atlanta en New York. Wim Bogers De stichting draagt de naam van wijlen drs. Wim A.J. Bogers om een blijvend eerbetoon te creëren voor de man die veel voor de Econometrie in Tilburg heeft betekend. Hij was één van de eersten die de theorie van de Econometrie heeft weten te vertalen naar de praktijk van het bedrijfsleven. De heer Bogers, geboren op 18 juni 1922 te Venlo, studeerde Bedrijfseconomie, Statistische Analyse, Wiskundige Economie en econometrie aan de Katholieke Hogeschool, tegenwoordig Universitiet van Tilburg. Vanaf 1952 was hij in dienst van DSM, waar hij in 1973 voorzitter van de Raad van Bestuur werd en – na zijn pensionering in 1986 – President Commissaris.In de jaren vijftig gaf de heer Bogers colleges aan de Katholieke Economische Hogeschool, in het kader van zijn buitengewoon lectorschap, over wiskundige en statistische toepassingen op bedrijfshuishoudkundige vraagstukken. Daarnaast was hij actief in verschillende besturen van maatschappelijke organisaties en bekleede hij commissariaten bij belangrijke ondernemingen. De heer Bogers overleed op 17 februari 1987. Toekomst Op dit moment is de organisatie van het zeventiende WBS-congres inmiddels in volle gang. Dit congres zal op donderdag 22 mei 2008 plaatsvinden en heeft de titel: Het Nieuwe Beleggen, Hoe attractief is alternatief? Daarnaast is kort geleden een nieuwe commissie opgestart die wederom een Business Research Program zal organiseren. Hoewel afgelopen november het vierde lustrum is gevierd, wordt al uitgekeken naar het vijfde. Tot de 25e verjaardag hoopt de WBS mooie congresen reizen neer te kunnen zetten, zodat wederom op een geslaagd lustrum terguggekeken kan worden. [TT]
11
“ H E T G A AT H I E R O M D E CIJFERTJES”
TITEL
BEDRIJFSINTERVIEW MARKETRESPONSE
INTERVIEW
MarketResponse is een onafhankelijk research consultancy bureau dat de markt onderzoekt voor diverse
InleidingPerilis duismolobor sed do od te tetuerci tet volorperiure facil enim dolenibh ese digna commodipit,
opdrachtgevers binnen verschillende branches. De analisten zijn vooral geïnteresseerd in de ´cijfertjes´, als
sequat.
econometrist hoef je niet heel erg commercieel te zijn om hier te komen werken.
Lorperaesto od molorero do et lumsandit wis nisissequis doloreetue tie velis dolore delit velenim vullutpat aliqui tat. Ecte tat, quiscidunt vent ver iliquis ad ero dolor
Naam: Tom Boonink Leeftijd: 34 jaar Afdeling: Service Center Onderzoek Functie: Senior Data Analist Manager SCO
Tom Booijink is senior data-analist en manager bij het Service Center Onderzoek. Als data-analist vindt hij het leuk om met ‘cijfertjes’ te werken, het uiteindelijke doel van die ‘cijfertjes’ is hierbij iets minder relevant. Tom heeft dan ook Toegepaste Wiskunde (afstudeerspecialisatie statistiek) aan de Universiteit Twente gestudeerd. Hij is afgestudeerd bij het research laboratorium van Unilever om statistische procedures toe te passen op de onderzekerheid van meetwaarden. Hij is uiteindelijk op zoek gegaan naar een baan in de sfeer van de statistiek of Operations Research en is terecht gekomen bij MarketResponse, omdat het bedrijf zich bezighoudt met statistische problemen voor klanten uit verscheidende branches. Hij kon later ook een baan krijgen bij de KLM waar de functie bestond uit het optimaliseren van de verschillende vluchten. Stefan van Woudenberg is ook data-analist bij MarketResponse. Stefan heeft Econometrie gestudeerd aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Tijdens zijn studie is hij onderzoeksmedewerker geweest binnen de vakgroep ruimtelijke economie. Dit vakgebied houdt zich bezig met de analyse van de ontwikkeling van economische activiteiten in de ruimte (land, regio etcetera) en de impact van de ruimtelijke structuur op de economische ontwikkeling. Als onderzoeksmedewerker heeft Stefan een aardig centje bij kunnen verdienen. Hij heeft zijn afstudeerstage bij de Nederlandse Spoorwegen gedaan, waar hij de kans op controle in de trein in relatie bracht met onder andere zwart rijden. Naar zijn zeggen is de kans om binnen dertig minuten gecontroleerd te worden circa vijftig procent. Hoewel hij onderzoek deed op de universiteit, wilde hij het bedrijfsleven in. En net als Tom was hij opzoek naar een baan in de richting van Operations Research. Na een aantal sollicitaties (onder meer bij CQM) is hij uiteindelijk ‘per toeval’ belandt bij MarketResponse. MarketResponse is samen met onder andere VODW Marketing (marketing adviesbureau) gevestigd
12
in een bosrijk villagepark in Leusden. Het is een mooie omgeving om dagelijks te werken. Het bedrijf is in 1985 opgericht om marktonderzoek te gaan doen voor verschillende opdrachtgevers. Tegenwoordig bestaat het bedrijf uit ongeveer honderd vaste medewerkers waaronder ongeveer twintig data-analisten. Vroeger kende het bedrijf verschillende business units (onder andere Food, Brand, Loyalty) waarbij elke unit haar eigen team van data-analisten had. Zo was iedere unit toegespitst op een bepaald gebied van onderzoek. Op deze manier kon het voorkomen dat klanten onderzoek lieten doen bij verschillende units en daardoor ook verschillende contactpersonen binnen MarketResponse hadden. Dit was geen ideale situatie. Tegenwoordig kent het bedrijf dan ook een heel andere organisatiestructuur, namelijk een indeling van de teams naar accounts. Elk team heeft de verantwoordelijkheid over een beperkt aantal klanten, waarvoor alle soorten onderzoek uitgevoerd worden. Dit leidt tot een zeer intensieve samenwerking met de klanten/accounts. Tom vindt de nieuwe inrichting van het bedrijf een wereld van verschil met vroeger. Ze werken nu dus met accountteams die verantwoordelijk zijn voor een bepaalde groep van klanten (denk hierbij bijvoorbeeld aan Holland Casino, Achmea, Fortis, PGGM, Univé en Van Lanschot). De analisten krijgen zo affiniteit met verschillende soorten onderzoeken in allerlei branches en hoeven zich dus niet meer te beperken. De klanten hebben te maken met vaste contactpersonen voor alle opdrachten. Dit is veel transparanter dan de organisatiestructuur zoals die voorheen was. De teams bestaan doorgaans uit één accountmanager, twee à drie data-analisten en een aantal projectleiders. De accountmanager is verantwoordelijk voor de sales en het functioneren van het hele team (waaronder ook het Human Resource beleid). Naast deze teams kent de organisatie een centrale kennisafdeling (Service Center Onderzoek) én een aantal ondersteunde diensten, zoals administratie, P&O en automatisering.
Nekst 2 - December 2007
Het bedrijf doet onderzoek naar de markt. De meeste data wordt verzameld via een eigen panel genaamd De Onderzoek Groep. Dit zijn ongeveer 25.000 gezinnen die een maximaal aantal keren per jaar meewerken aan een onderzoek voor MarketResponse. Met het panel wordt goed omgesprongen, zo is de informatievoorziening in orde en krijgen de panelleden geregeld een presentje. Ze maken (in de regel) geen gebruik van enquêtering slechts via internet, er dient dan altijd een telefonische selectie aan vooraf te gaan. De twee heren distantiëren zich dan ook verre van onderzoeksmethodieken die slechts via internet lopen en een heel kort tijdsbestek hebben. De tijd die een project in beslag neemt, hangt sterk af van het soort onderzoek en de behoefte van de opdrachtgever. Een gemiddeld project vergt ongeveer twee weken voorbereiding. In deze periode wordt de doelgroep en de steekproefomvang bepaald, de wijze van ondervraging vastgesteld, de vragenlijst(en) geprogrammeerd enzovoorts. Na deze voorbereidende fase volgt het veldwerk. Ze kunnen data verkrijgen door middel van het panel of via klantbestanden. Vaak wordt daarbij gebruik gemaakt van het callcenter van MarketResponse. Ze hebben namelijk een callcenter die voor het
bedrijf onder andere telefonisch onderzoek doet. Als alle gegevens binnen zijn, kunnen de dataanalisten aan de slag om de gegevens goed onder de loep te nemen. De data wordt geanalyseerd met het voor MarketResponse relatief nieuwe pakket SAS. Tom vindt de nieuwe software veel effectiever voor het bedrijf, omdat het een bekend pakket is en MarketResponse hiermee in staat is om (bijna) alle onderzoeken te verwerken, te rapporteren en te analyseren. Dit vergemakkelijkt de samenwerking (intern en extern) en ook voor de werving is het positief. Tenslotte volgt de rapportering, advisering en de implementatie. Tegenwoordig spelen de analisten hier een steeds prominentere rol. Het komt bijvoorbeeld steeds vaker voor dat ze mee naar de klant gaan om advies te geven. Op de vraag waarom het bedrijf in Leusden (nabij Amersfoort) is gevestigd, antwoordt Tom dat Amersfoort indertijd (bij de start) de beste afspiegeling van de bevolking had. Dit was vooral vroeger een reden voor de vestiging van het bedrijf vanwege het veelvuldige face-to-face onderzoek. Hij werkt al een aantal jaren hier en kan nog steeds zijn voldoening halen uit het werk. Toen hij hier binnenstroomde, heeft hij zich inhoudelijk steeds verder ontwikkeld. En tegenwoordig heeft hij hoofdzakelijk managementtaken. Stefan heeft het ook nog steeds naar zijn zin en wil zich in de toekomst steeds meer inhoudelijk gaan profileren. Hij heeft ook meegewerkt aan een project om voorspellingsmodellen te maken voor een klant. Dit was een groot en leerzaam project. Als analist moet je hier wel tegen deadlines kunnen, immers de klant wacht op de resultaten!
Naam: Stefan van Woudenberg Leeftijd: 27 jaar Afdeling: Accountteam voor een bepaalde groep klanten Functie: Data Analist
De sfeer bij MarketResponse is informeel en de werkweek is (in principe) veertig uur. Het aantal vakantiedagen is standaard 25 dagen maar er kunnen dagen bijgekocht worden. Dus tijd genoeg voor het spelen van Stefans passie (tafel)tennis! [SvB]
Nekst 2 - December 2007
13
òçÉâíW
CO2 EMISSION IN OLIGOPOLISTIC ELECTRICITY MARKETS PRACTICAL REPORT
a~í~=~å~äáëíÉå ãÉí=ÖÉîçÉä=îççê=çåÇÉêòçÉâ
Last summer I finished my Master’s thesis in Operations Research and Management Science. Instead of an internship at a company, I decided to continue on the research project I worked on for my Bachelor’s Thesis.
eÉÄ=àÉ=é~ëëáÉ=îççê= ÅáàÑÉêë=C=ëí~íáëíáÉâ\== _Éå=àÉ=~ÅÅìê~~í= C=åáÉìïëÖáÉêáÖ\ a~å=òáàå=ïáà=çé=òçÉâ=å~~ê=àçì>=^äë=Ç~í~=~å~äáëí=ÄÉå=àÉ=áåíÉåëáÉÑ ÄÉíêçââÉå=Äáà=ÇÉ=âÉêå=î~å=ÜÉí= ã~êâíçåÇÉêòçÉâK=gÉ=ã~~âí=î~å=Ç~í~=íçÉé~ëÄ~êÉ=áåÑçêã~íáÉ=îççê=çåòÉ=çéÇê~ÅÜíÖÉîÉêëK=aÉ=êÉëìäí~íÉå= î~å=ÜÉí=ã~êâíçåÇÉêòçÉâ=Ü~åÖÉå=îççê=ÉÉå=ÄÉä~åÖêáàâ=ÇÉÉä=~Ñ=î~å=àçìï=áåéìíK= táà=ÄáÉÇÉå=àÉ=ÉÉå=Ä~~å=ï~~êáå=àÉW { ëåÉä=îÉê~åíïççêÇÉäáàâÜÉáÇ=âêáàÖíX { ïÉêâí=îççê=ÇáîÉêëÉ=ÖêçíÉ=âä~åíÉå=áå=~ääÉêäÉá=Äê~åÅÜÉëX { ãÉí=îÉÉä=îÉêëÅÜáääÉåÇÉ=ëççêíÉå=çåÇÉêòçÉâ=ÄÉòáÖ=ÄÉåíX= { îçäçé=ÇÉ=ãçÖÉäáàâÜÉáÇ=âêáàÖí=çã=àÉ=òÉäÑ=íÉ=çåíïáââÉäÉåX { ë~ãÉåïÉêâí=ãÉí=àçåÖÉ=~ãÄáíáÉìòÉ=éêçÑÉëëáçå~äëK j~êâÉíoÉëéçåëÉ=áë=¨¨å=î~å=ÇÉ=ÖêççíëíÉ=çå~ÑÜ~åâÉäáàâÉ=êÉëÉ~êÅÜ=Åçåëìäí~åÅó=ÄìêÉ~ìë=î~å= kÉÇÉêä~åÇ=ãÉí=OM=à~~ê=Éêî~êáåÖ=áå=ã~êâíçåÇÉêòçÉâK=táà=òáàå=ÉÉå=àçåÖ=Éå=Çóå~ãáëÅÜ=ÄÉÇêáàÑ=Éå=Ö~~å= áåÑçêãÉÉä=ãÉí=Éäâ~~ê=çãK=a~~êå~~ëí=ÜÉÄÄÉå=ïÉ=ÉÉå=ÉáÖÉå=ÄÉÇêáàÑëÑáíåÉëëêìáãíÉK=gÉ=îáåÇí=çåë=áå=ÇÉ= ëÅÜáííÉêÉåÇ=ÖÉäÉÖÉå=j~êâÉíáåÖ=sáää~ÖÉ áå=iÉìëÇÉåI=å~Äáà=^ãÉêëÑççêíK= táà=ÄáÉÇÉå=Öê~~Ö=ãçÖÉäáàâÜÉÇÉå=~~å=ÖÉÇêÉîÉå=í~äÉåíÉå=ãÉí=ÉÉå=~ÑÖÉêçåÇÉ=bÅçåçãÉíêáÉ=çÑ= táëâìåÇÉ=çéäÉáÇáåÖK=wçïÉä=åÉí=~ÑÖÉëíìÇÉÉêÇÉå=~äë=ãÉåëÉå=ãÉí=Éêî~êáåÖ=Ç~ÖÉå=ïáà=ìáí=íÉ=êÉ~ÖÉêÉå>= fåíÉêÉëëÉ\=kÉÉã=Åçåí~Åí=çé=ãÉí=`ççëàÉ î~å=dÉäÇÉê=î~å=ÇÉ=~ÑÇÉäáåÖ=eìã~å oÉëçìêÅÉ=j~å~ÖÉãÉåíI= íÉäK=MPPJPPMPPPP=çÑ=ëíììê=ÉÉå=âçêíÉ=ÄêáÉÑ=ãÉí=`s=å~~ê=ÅKî~åKÖÉäÇÉê]ã~êâÉíêÉëéçåëÉKåä
Under the supervision of Dr. G. Gürkan and her PhD. student Drs. O. Ozdemir I wrote a thesis on the subject of ‘CO2 emission allowances in oligopolistic electricity markets’. Since many years, the problem of global warming is a hot topic. Fortunately most businesses and governments are aware of the consequences of large-scale CO2 emission. One of the most polluting sectors, which is the electricity generation sector, ignored the issue for several years. However, since green energy is widely promoted, firms are willing to cooperate for a cleaner environment. Of course there are exceptions: for instance several Dutch energy companies recently decided to build five coal-based generators, although coal is one of the most polluting technologies available to generate power. It is not surprising that environmental organizations are taking actions against these companies. However, the government or the environmental regulator seems to be the only institution with the power to provide incentives against the polluting technologies. An environmental regulator might take several actions in order to give an incentive to reduce the amount of CO2 emitted. First, an environmental regulator could impose a tax on the amount of CO2 emitted. Second, a regulator may divide a number of permits among the firms. Afterwards, firms are free to trade the permits on a secondary market. Finally, a regulator could impose a maximum allowance which is the topic of my thesis. The oligopolistic electricity market in my thesis is structured as follows. We have several supply and demand nodes, and at each supply node a number of firms is located. The main issue is to transfer the power generated by the supplying firms to the demand nodes in a way such that there is an equilibrium: that is, supply and demand is balanced and no firm is willing to deviate. There are two stages: an investment stage and a production stage. At the first stage, firms decide how much to invest in a technology. Their objective is to maximize the profit, taking into account the investment decisions of other firms. At the second stage, firms maximize their revenue obtained from generating power limited by their installed capacity from stage one. Firms do not sell their generated electricity directly to the demand nodes, but they sell it to the
Nekst 2 - December 2007
Independent System Operator. The ISO then sells it to the demand nodes. The objective of the ISO is to minimize the total number of unserved demand. The price of electricity is then determined by solving this minimization problem. In order to be able to analyze the system, I studied some theory on complementarity problems. We can write all the (inseparable) optimization problems of the firms and the ISO at stage one and stage two as complementarity problems. Then we can solve the entire system simultaneously and characterize the equilibrium. Imposing a maximum CO2 allowance level by an environmental regulator results in another player in the market. The total amount of CO2 emitted should be lower than the maximum allowance level. When we hit the maximum level, each firm pays a price per unit of CO2 emitted. Next, we analyze the effect on the investment decisions of the firms. Without an emission constraint, generating power by using coal is the best and cheapest solution. When we assume perfect competition and deterministic demand, only the cheapest (possibly dirtiest) technology will be used at the equilibrium. When the environmental regulator imposes a stricter maximum allowance level, dirty firms are cut and cleaner firms are motivated to produce. Since the ISO wants to minimize the total unsatisfied demand, it rather chooses expensive and clean technologies than dirty and cheap technologies which are not feasible due to the maximum allowance level. This result holds in general. Without making any judgment on the ignorant behavior of firms building coal plants and of the politicians watching from the side-line, I think it should not be very difficult to give coal-based generators a negative signal in the form of an enormous extra cost such that the firms are demotivated to build them. However, in the current situation the firms seem not really impressed by statements of the government like “our goal is to reduce the CO2 emission by x% within y years”, which is understandable since for their own profit it is better to build coal plants than to generate expensive renewable energy.
Naam: Romeo Langestraat Startjaar studie: 2003
15
STROLLING DOWN MEMORY LANE…
talent
Deloitte zoekt
O U D E R AV O N D
Hoewel ik geen onbekende ben op de campus van de universiteit van Tilburg, wist ik de weg naar Tilbury’s en gebouw E nog niet te vinden. In mijn tijd had de Tilburgse Universiteit nog geen campus en reden we met
Deloitte zoekt toptalent. Altijd. Want toptalent levert topprestaties. En dat is precies wat Deloitte wil: de beste zijn. In dienstverlening. En in knowhow.
de auto zelfs tot voor de deur. Wel torent het Koopmansgebouw als herkenbaar punt nog boven alle andere
Nieuwsgierige studenten die grenzen kunnen verleggen en beschikken over goede analytische vaardigheden. Gedreven om de top te bereiken.
gebouwen uit.
talent in de praktijk!
Terwijl ik de campus op loop, realiseer ik me dat onze dochter Marieke al de derde generatie van de familie is die hier aan de Economische faculteit studeert. Daarnaast is mijn schoonzus een van de oprichters van de Tilburgse Econometristen Vereniging: het doel van ons bezoek vandaag. We gaan naar de ‘ouderavond’ die het bestuur georganiseerd heeft. We krijgen vanavond uitleg over wat er nou precies gebeurt op de TEV-kamer en wat mijn dochter doet binnen de TEV. Erg leuk om zo’n uitnodiging te krijgen.
Naam: Michiel van der Ven Vader van: Marieke van der Ven
We hebben inmiddels begrepen dat tussen de collegebanken iets moois is opgebloeid tussen Marieke en medestudent Rens en zullen die avond de ouders van Rens voor het eerst ontmoeten, ook in de collegebanken dus. Het wordt een leuke kennismaking. In afwachting van de start van het programma, krijgen we een diashow met foto’s te zien van TEV-activiteiten. Ik zie op verschillende foto’s ook Marieke en Rens langskomen. Leuk! Wat me opvalt, is dat ongeveer de helft van de studenten vrouw is. In mijn tijd absoluut onvoorstelbaar. Nadat de ouders zich voor hebben gesteld aan het bestuur en ons een eerste welkomstdrankje wordt aangeboden, krijgen we eerst wat cijfers (hoe kan het ook anders met econometristen) over het aantal commissies en het aantal actieve leden. Een veelheid aan commissies presenteert zichzelf en per commissie is er nog een korte uitleg over wat ze precies doen. Voor mij springen de activiteiten rondom de Landelijke Econometristendag, het Business Research Program en de dagen voor het Midden en Klein Bedrijf eruit. Wat het MKB betreft, herken ik helemaal dat Econometristen daar nog veel goeds zouden kunnen doen. Bij de wandeling naar de TEV-kamer heb ik het erover met Kay Mennens, de penningmeester van de TEV. “We proberen daar onze eigen markt als Econometristen te creëren.”
16
Een origineel idee, waar ik, als toezichthouder bij verschillende MKB bedrijven, misschien wel iets mee kan. Na een korte pauze vertrekken we naar de TEVkamer. We krijgen hier een uitleg over het lid van de week (voor mij geen onbekende), het computernetwerk en nog veel meer. De TEVkamer ademt dezelfde sfeer uit met dezelfde rommeligheid en gezelligheid als de kamer die wij dertig jaar geleden voor vergelijkbare werzaamheden gebruikten. De studenten vertellen met enthousiasme over wat ze bij de TEV doen en wat ze het komend jaar nog van plan zijn. Opvallend dat er op vrijdagavond nog zoveel leden spontaan wat werk oppakken om in het weekend mee te nemen. Naast de informatieve onderdelen, is ook een ludiek element aan de avond toegevoegd. Een fotoquiz met zowaar een serieus prijzenpakket. We doen dan ook erg ons best, maar dit mag helaas niet baten. We worden in ouderparen ingedeeld en krijgen een aantal foto’s te zien van activiteiten georganiseerd door de TEV. Vervolgens krijgen we hierover erg lastige meerkeuzevragen, met de antwoorden T, E en V. Duidelijk is in ieder geval dat er binnen de TEV veel ruimte is voor gezelligheid. Onder ‘verdachte’ omstandigheden winnen uiteindelijk de ouders van een bestuurslid de fotoquiz en voor hen zijn mooie prijzen (een stropdas en weekendtas) weggelegd. Ik maak richting Marieke een opmerking dat ik het een erg stijlvolle stropdas vond en ze snapt de hint meteen, want op Sinterklaasavond de dag daarna zie ik hem weer terug. Het grote aantal promotieartikelen dat de TEV heeft, maakt een professionele indruk. Na een laatste drankje keert iedereen weer huiswaarts. Leuk om de leden zo betrokken te zien. De TEV lijkt een gezellige en professionele vereniging.
Nekst 2 - December 2007
Toptalent zoeken we dus ook voor Consulting, Enterprise Risk Services en Financial Advisory Services. We hebben altijd ruimte voor ambitieuze starters. Erop gebrand het beste uit henzelf te halen. Cliëntgerichte zelfstandige werkers, maar tegelijkertijd teamplayers. Toppers dus. Ben jij dat? Breng dan jouw
Deloitte Consulting
Deloitte Financial Advisory Services
Deloitte Consulting adviseert de top van het (inter-)nationale bedrijfsleven
Deloitte Financial Advisory Services (FAS) houdt zich onder andere bezig met
en veel (semi-)overheidsorganisaties over complexe strategische en
complexe financiële transacties, kapitaalmarktvraagstukken, vastgoed en
organisatorische vraagstukken. We bieden waar mogelijk een totaaloplossing:
risicobeheersing. Financiële specialisten op uiteenlopende terreinen bundelen
van strategie tot en met implementatie. Deloitte Consulting adviseert op
hier hun kennis en ervaring in de volgende Service Lines: Transaction Advisory
het gebied van Corporate Strategy, Financial Management en Change
(Corporate Finance & Transaction Services), Capital Markets (Treasury,
Management. Maar ook over kostenreductietrajecten, de wereldwijde uitrol
Energy & Quantitative Modelling), Actuarial & Employee Benefits en Real
van SAP- en Oracle-applicaties, CRM-oplossingen, het ontwikkelen van ICT
Estate Advisory (Strategy Advisory, Project & Portfolio Advisory en Area
maatwerkoplossingen en IT Strategie. Daarnaast geven onze consultants
Development & PPP). De werkzaamheden lopen uiteen van financieel advies
strategisch marketingadvies en ondersteunen zij organisaties bij Supply Chain
bij grote bedrijfsovernames tot het realiseren van financiering voor grote
Management.
nieuwbouwprojecten. Maar ook IFRS, financial modelling en waardebepaling van contracten en pensioenen komen aanbod.
Deloitte Enterprise Risk Services Deloitte Enterprise Risk Services (ERS) adviseert en ondersteunt multinationals,
Interesse?
nationale bedrijven, de overheid en non-profitinstellingen bij het signaleren,
Ben jij het toptalent dat Deloitte zoekt?
analyseren, beoordelen en managen van risico’s. Deze risico’s variëren
Kijk dan op www.treasuringtalent.com of neem contact op met
van boardroom risico’s op strategisch niveau tot technische risico’s op
Olivier Wilmink (Consulting) op 020 - 454 71 31, Lisette van Alphen
netwerkniveau. De betrouwbaarheid van bedrijfsprocessen, informatie en
(Enterprise Risk Services) op 020 - 454 74 64 of Stefanie Ruys
technologie is het werkterrein van ERS. Werkzaamheden lopen uiteen van
(Financial Advisory Services) op 020 - 582 55 82.
vraagstukken op het gebied Corporate Governance, internal/operational auditing, IT-auditing, proces- en systeemrisico’s en data-analyse tot complexe technische vraagstukken over informatiebeveiliging, infrastructuurbeveiliging, ethical hacking en identitymanagement. Tevens kan je bij ons als softwarespecialist werken aan het Deloitte INVision platvorm.
TreasuringTalent.com
“A B E A U T I F U L M I N D ? ” DE DOCENT
Twintig minuten te vroeg aangekomen voor onze afspraak met Dolf Talman, zien we nog net een Russische meneer zijn kantoor uitlopen. We hadden al gehoord dat de heer Talman behoorlijk wat buitenlandse reizen op zijn naam had staan. Maar dit was voor ons een direct bewijs van zijn vele buitenlandse contacten.
De heer Talman is een geboren en getogen Fries. Hij is opgegroeid in Leeuwarden. Het was voor hem op jonge leeftijd al duidelijk dat hij later iets met wiskunde wilde gaan doen. Na het Stedelijk Gymnasium in zijn geboortestad, begon hij aan de studieWiskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dat heeft hij nog geen week volgehouden omdat indertijd de studie ook natuurkundevakken bevatte. Eerlijk vertelt hij dat hij twee linkerhanden heeft en dat hij het dan ook niet zag zitten om jarenlang Natuurkundeproeven te doen. Daarom begon hij op advies van de studentendecaan met de studie Econometrie.
Naam: Dolf Talman Leeftijd: 55 jaar Woonplaats: Tilburg
Na zijn kandidaatsexamen (wat tegenwoordig de bachelor is), deed de heer Talman vrijdoctoraal Econometrie. Het voordeel hiervan is dat je (mits goedgekeurd uiteraard) alleen maar vakken hoeft te kiezen die je leuk vindt. Reden genoeg voor hem om alleen maar wiskundevakken te kiezen. Na zijn afstuderen werd Talman promotiemedewerker aan de Interfaculteit Econometrie en Actuariële Wetenschappen van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, met als doel het schrijven van een proefschrift. Het promotieonderzoek betrof het berekenen van vaste punten en evenwichten. In 1980 is hij tegelijk met de heer Van der Laan (nu hoogleraar op de VU) gepromoveerd in de Wiskunde. Op schrikkeldag nog wel. Hij geeft toe dat dit wel heel bijzonder is, niet alleen dat het op schrikkeldag plaatsvond, maar ook dat twee personen tegelijkertijd promoveren. De reden hiervan was dat ze gezamenlijk onderzoek hadden gedaan. Na zijn promotie is hij naar de Yale School of Organisation and Management en Cowles Foundation in New Haven, Connecticut, gegaan. Hij vertrok naar het buitenland om niet in militaire dienst te hoeven. De enige mogelijkheid die hij zag om er onderuit te komen was uit Nederland
18
vertrekken. Later werd hij toch nog afgekeurd vanwege zijn slechte ogen. De reden dat hij voor Yale koos, is dat het op onderzoeksgebied hoog aangeschreven staat. Bekende namen als Bush en Clinton hebben ook aan deze universiteit gestudeerd. De heer Talman kwam hier echter niet om te studeren, maar om als ‘visting lecturer’ onderzoek te doen en colleges te geven. Op Yale University is hij ook in aanraking gekomen met professor Tjalling C. Koopmans, de naamgever van het Koopmans gebouw en naast Tinbergen de enige Nederlandse Nobelprijswinnaar in de Economie. Sinds 1955 was Koopmans verbonden aan de Cowles Foundation. Omdat de ouders van Koopmans uit Friesland kwamen, hebben ze het samen veel over Friesland gehad. De heer Talman praat nog steeds redelijk goed Fries, vindt hij zelf. Hij is namelijk tweetalig opgevoed. De binding met Friesland is er op dit moment nog steeds. Het plan is om, wanneer hij met pensioen gaat, weer terug naar Friesland (Heerenveen) te gaan. De heer Talman heeft vele bekende wiskundigen en economen in zijn leven ontmoet. Tijdens zijn verblijf in Amerika werd hij uitgenodigd door Kuhn en Tucker om een lezing te komen geven op Princeton University. Kuhn gaf hem een rondleiding over de campus en vroeg hem op een gegeven moment: “Weet je wie daar zit?” Dat wist hij niet. Het bleek John Nash te zijn. Hij wist op dat moment niet eens dat John Nash nog leefde, omdat na 1958 de buitenwereld niets meer van hem gehoord had. John Nash is namelijk op zijn dertigste schizofreen geworden (de film ‘A Beautiful Mind’ is op het leven van Nash gebaseerd). Op het moment dat de heer Talman hem zag, was Nash 52 jaar. Je kon op dat moment niet met hem communiceren. Drie jaar later kwam Talman weer op Princeton voor een lezing en zag toen Nash weer op hetzelfde bankje. Kuhn, die met hem meeliep, zei toen tegen Nash: “Om vier uur is er een lezing over het berekenen van evenwichten, kom je ook?” Het was wel overduidelijk dat John Nash geen zin had om
Nekst 2 - December 2007
te komen, omdat zijn antwoord erop was: “I forgot my glasses”. Het was dan ook een grote verrassing toen Talman zijn lezing ging geven en John Nash toch in de zaal aanwezig was (zonder bril!). Hij had dus drie wereldberoemde wetenschappers die naar zijn lezing kwamen luisteren: Kuhn, Tucker en Nash. Na een jaar op Yale te hebben gewerkt, ging hij terug naar Nederland. De reden hiervoor was dat hem de manier van samenleven in de VS niet aanstond. Er was een erg sterke groepsvorming. Als je qua stand tot een bepaalde groep behoorde, was het niet de bedoeling om met mensen om te gaan die niet tot die stand behoorden. Terug in Nederland, om kerst en oud en nieuw te vieren, had de heer Talman verscheidene sollicitatiegesprekken. Niet alleen in Tilburg wilden ze hem hebben, maar ook op de Universiteit van Amsterdam. Hij heeft uiteindelijk voor Tilburg gekozen, omdat hij hier zelf mocht kiezen wat voor onderzoek hij ging doen. Aan de toenmalige Katholieke Hogeschool Tilburg (KHT), ging hij in juni 1981 aan de slag als wetenschappelijk medewerker, wat tegenwoordig universitair docent heet. In 1986 werd hij onder het nieuwe systeem universitair hoofddocent aan de Katholieke Universiteit Brabant (KUB) en kreeg hij vanaf dat moment behalve Nederlandse, ook buitenlandse promovendi, onder andere uit China. Vanaf 1990 is hij hoogleraar Speltheorie en Evenwichtsprogrammeren. Zoals in de inleiding al duidelijk werd, reist de heer Talman veel. De reden hiervan is niet alleen dat hij begeleider is (geweest) van veel buitenlandse promovendi, maar ook omdat hij geregeld congressen en universiteiten in het buitenland bezoekt. Hier geeft hij lezingen en komt in contact met mensen die soortgelijk onderzoek doen als hijzelf. Iets wat de heer Talman in Amerika vaak te horen heeft gekregen, is dat men het vreemd vond dat hij geen auto had.
Nekst 2 - December 2007
Sterker nog, hij had niet eens een rijbewijs. Dit heeft hij nog steeds niet, maar naar eigen zeggen heeft hij dat ook helemaal niet nodig. Hij woont in het centrum van Tilburg en kan met de fiets en trein overal naar toe waar hij maar wil. Dan komen we ook gelijk uit bij een grote hobby van de heer Talman. Al sinds hij een jaar of tien is, heeft hij vele fietstochten afgelegd. Zijn vader, die bij de gemeente Leeuwarderadeel werkte, had een boekje waar alle gemeenten (met inwonertallen) van Nederland in stonden. Dit waren er in die tijd over de duizend (nu nog 443). Hij kreeg op een gegeven moment het gevoel dat hij in ieder geval in alle provincies van Nederland gefietst wilde hebben. Na twee jaar was hij hier al klaar mee. Toen begon hij met alle gemeentes in Nederland. Na vijftien jaar had hij ook díe allemaal afgefietst. Het waren er toen nog achthonderd. Omdat hij zich realiseerde dat hij waarschijnlijk ook al in vele dorpen en steden was geweest, streepte hij op een kaart van Nederland af in welke plaatsen hij al eens op de fiets was geweest en dat bleken er meer dan tweeduizend te zijn. Zijn nieuwe doel werd dan ook om alle 3350 dorpen en steden in Nederland een keer met de fiets bezocht te hebben. Dat heeft hij dit jaar afgerond. Hij is er dus in totaal 45 jaar mee bezig geweest. Het laatste dorpje dat hij op de fiets bezocht heeft, is Den Hoorn op Texel. Op de vraag wat hij de allermooiste plaats in Nederland vond, krijgen we te horen dat dit Goedereede is. Het is een eeuwenoud vissersstadje op Goeree-Overflakkee en er is bijna niets aan veranderd. Tijdens zijn fietstochten sliep hij in zijn jonge jaren meestal in jeugdherbergen. Tegenwoordig neemt hij een Bed and Breakfast of hotel. Ten slotte vroegen wij ons nog af wat de heer Talman eigenlijk vindt van de studenten Econometrie. Hij vindt ze open en toegankelijk. Het is een goede zaak dat het aantal studenten Econometrie stijgt, als het niveau van de studenten maar hoog blijft! [HB]
Bert of Ernie: Bert Computer of pen en papier: Pen en papier Telegraaf of Nekst: Nekst Bier of wijn: Bier Wandelen of fietsen: Fietsen Binnenland of buitenland: Buitenland Leeuwarden of Tilburg: Heerenveen! Economie of wiskunde: Wiskunde PvdA of VVD: PvdA Basisbeurs, voor/tegen: Voor Onderwijs of onderzoek: Onderzoek
19
“EEN ACT ZOU IK HET NIET WILLEN NOEMEN” POOLEN, BORRELLEZING EN SINTERKLAASBORREL
Op 4 december organiseerde de SBF-commissie haar volgende activiteit, kwam ING Nationale-Nederlanden naar Tilburg en bracht Sinterklaas een bezoek aan ’t Bruin Kafee. Op 5 december lag de deadline van dit stuk…
Managing Risks @ ING: Insurance, Banking & Asset Management Risk Management is een geïntegreerd onderdeel van ING's business. Om deze reden biedt ING uitdagende carrières aan op het gebied van Market Risk, Credit Risk,
NATIONALE-NEDERLANDEN
Insurance Risk en Operational Risk. Carrières waarbij professionals hun kwantitatieve,
Nationale-Nederlanden is onderdeel van ING.
project management en algemene management vaardigheden kunnen ontwikkelen
ING is een internationaal, financieel concern dat
vanuit een Risk Management functie.
actief is in ruim zestig landen. Wereldwijd biedt ING producten en diensten op het gebied van bankieren, verzekeren en vermogensbeheer. Altijd klantgericht
We nodigen startende professionals uit die een Master's of PhD diploma hebben (of aan het afstuderen zijn) in een kwantitatieve richting zoals Econometrie, Actuariële Wetenschappen of Wiskunde, om bij Nationale-Nederlanden of een ander
en pro-actief in hun aanpak: dat is wat onze 115.000 medewerkers wereldwijd kenmerkt en dat is ook wat ING maakt tot een uitstekende plek om een professionele toekomst op te bouwen.
ING onderdeel hun veelbelovende carrière te beginnen. Meer informatie: Keesjan Bongaertz, Recruiter Finance & Risk Management, ING Divisie Intermediair,
[email protected] telefoon (070) 513 66 87, Mobiel 06 303 143 82.
DOING WELL BY DOING RIGHT
INSURANCE
•
BANKING
WWW.ING.NL / WERKEN
•
ASSET MANAGEMENT
@#
Het begon rond de klok van half acht, toen ik eindelijk ‘the House of Billiards’ gevonden had. Met mij had toch een veertigtal tristen hun weg weten te vinden naar het poolcentrum, om daar tussen half acht en acht uur af te stoten en een gezellig potje pool te spelen tegen TEV-bekenden, jaargenoten of relatief onbekendere TEV-leden. Ik maakte een rondje langs de velden om te kijken of iedereen het naar zijn zin had, iets wat zo bleek te zijn. Ik kwam aan bij de tafel waar Freerk en Barrie werden ingemaakt door Esra en Whitney, iets waar ze van tevoren absoluut geen rekening mee hadden gehouden. Ze hadden de dames namelijk uitgedaagd teneinde de eerste winst van de avond zeker te stellen. Toen dit weer niet gelukt was, daagden ze Annick uit, die mij vervolgens vroeg om haar mee te helpen om de jongens te verslaan. Na een kleine tien minuten was de achterstand al niet meer te overzien en moest ik Annick helaas alleen laten in de strijd. ING Nationale Nederlanden zou rond negen uur arriveren in onze stamkroeg ’t Bruin Kafee en ik zou ze daar opvangen om het een en ander op te bouwen. Om kwart voor negen bestelde ik een colaatje aan de bar bij ’t Bruin Kafee. De hele kroeg was nog leeg, van ING Nationale-Nederlanden nog geen spoor. Naast me zat Henk, een stamgast (oorspronkelijk Amsterdammer begreep ik later) waarmee ik maar een gesprek aanknoopte. Na verteld te hebben wie ik was, waarom ik in het café zat en wat de bedoeling van de avond was, wist hij me te vertellen dat het niet goed ging met Nederland. ABN AMRO was overgenomen door Fortis en laatst was de helft van Fortis overgenomen door Chinezen. Hij zag dit allemaal niet als vooruitgang en was bang dat over een aantal jaren de Nederlandse maatschappij volledig in de macht was van de Oosterlingen. Tot zover de raad van een wijze man, die al veel van de wereld had gezien, want op dat moment zag ik vanuit mijn ooghoek de eerste TEV’ers binnenkomen. Er werden wat drankjes besteld en de sfeer zat er meteen in. Henk verhuisde naar een
Nekst 2 - December 2007
andere plaats aan de bar, want hij hield het niet uit naast een aantal enthousiaste studenten, het geluid werd hem gewoonweg teveel. ING Nationale-Nederlanden begon uiteindelijk precies op schema met hun lezing, nadat Annerieke een beetje vertraging had veroorzaakt tijdens het eten. De presentatie werd verzorgd door een recruiter, Keesjan Bongaertz, een werknemer van de afdeling Risk Management, Roberto de Freitas en twee welbekende studenten, Annerieke van Dijk en Peter Stam, die momenteel werkzaam zijn als werkstudent en stagiair. Tijdens de presentatie werd duidelijk wat de werkzaamheden van Econometristen in het bedrijf zijn en wat de mogelijkheden zijn voor starters. Deze bleken legio en na de laatste formule van Peter was het tijd om te borrelen. Er werd een fustje bier door ING Nationale-Nederlanden aangeboden. Na een kwartiertje werd de kroeg overvallen door Sinterklaas en zijn twee Pieten en met een luidkeels ‘Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht’ werd hij verwelkomd in onze stamkroeg. Sint had nog een paar appeltjes te schillen met diverse personen. De eerste die naar voren moest komen was Paul Peters, die nog maar eens werd aangesproken over zijn pizzabestel-kwaliteiten. Hij kreeg een letter en mocht plaatsmaken voor Sanneke de Smit, die bedankt werd voor haar verrichtingen als hulpsinterklaas op de vorige editie van de Sinterklaasborrel. Tim Thijssen mocht even uitleg komen geven over het bevlekken van de stoelen op de TEV-kamers met chocoladevlokken. De Sint wilde nog even een woordje richten tot Bas (Hamers) over waarom er geen enkele Ha(e)mers was genomineerd voor de ‘Lecturer of the Year’-award.
Naam: Kay Mennens Startjaar studie: 2004 Feit: Info Feit: Info
De borrel vorderde, de Sint en zijn pieten vermaakten zich kostelijk en ik kan zeggen dat ik tevreden en met een goed gevoel naar huis ging toen de kroegbaas de lichten aandeed en ons verzocht de koude nacht in te gaan.
21
“DUURT LANG” BUSINESS RESEARCH PROGRAM 2007
“Wat doet een Econometrist die mee is op studiereis als hij het koud heeft? Brrrrp.” Met deze meeneemgrap van Tim Thijssen werd de BRP 2007 op donderdagmiddag ingeluid. En ik zal in het komende stuk mijn persoonlijke ervaringen van de eerste week van deze studiereis gaan vertellen, voor zover mijn herinneringen het toelaten.
Naam: Menno Taanman Startjaar studie: 2003
Het begon dus allemaal donderdagmiddag achttien oktober op Tilburg Centraal, waar we om 13.15 uur moesten verzamelen. Ik presteerde het nog bijna om te laat te komen terwijl ik die ochtend vrij had, maar toen ik arriveerde, was ik in ieder geval niet de laatste. Toen de koppen geteld waren en afscheid genomen was van Celine en de vriendin van Bas, konden we met een busje op weg naar de eerste van de vijf vliegvelden die we zouden gaan bezoeken: Charleroi. Bij het inchecken was het alweer lachen geblazen, aangezien Ryan Air een kofferlimiet had van vijftien kilo. Het bleek dat er een groot deel van de groep daar grof overheen zat met als uitschieters Stijn en Bas, samen goed voor 42 kilo exclusief handbagage (inclusief zouden ze op zestig kilo komen). Nadat de complete verzorgingskit van Mark nog was ingenomen door de douane konden we vertrekken naar Rome. Na een voorspoedige en relaxte vlucht (ik zat bij de nooduitgang) kwamen we aan in Rome, waar we te maken kregen met de eerste kleine tegenslag: de metro reed niet wegens onderhoud. Maar Edwin hield het hoofd koel en toonde meteen zijn leiderscapaciteiten door een vervangende bus te vinden. Het hostel waar we terecht kwamen, was redelijk stabiel. Minpuntjes alleen waren de vier verdiepingen (acht trappen) en het sanitair dat een beetje te wensen overliet: vier gecombineerde uniseks wc/douches waarvan één niet op slot kon en één douche die alleen koud water gaf. Je kunt je wel voorstellen dat er op bepaalde spitsmomenten van de dag een doucheoorlog aan de gang was. Na een late maaltijd bij de welbekende fastfoodketen die wel vaker bezocht werd die week (relatief goedkoop en je weet waar je aan toe bent) gingen we nog op zoek naar een bar waar we ons eerste Romeinse biertje konden gaan drinken. Onderweg werd helaas Stijns fotocamera onder
22
36 ogen op professionele wijze gestolen, dus de avond werd afgesloten in mineur aangezien ook de biertjes heel duur bleken te zijn. Tot maandag hadden we vrij, dus de volgende dag stond er een bezoek gepland aan de Sint Pieter en de Engelenburcht, bekend van onder andere het Bernini-mysterie. Vooral de Sint Pieter was erg indrukwekkend en na even de voeten van Petrus te hebben aangeraakt, zijn we ook nog in de koepel geweest voor het panoramashot. Na deze ervaring moesten we ons een weg banen door de Liberiaanse tasjesverkopers om bij de Engelenburcht te komen. Deze vond ik zelf niet zo spannend wat als gevolg had dat ik samen met Bart, Mark en Stijn na een uur buiten zat om onder het genot van een biertje straatverkopers te
Die zaterdag hadden we een kostbare vrije ochtend en met een pizza als bodem hadden we ’s middags een actieve fietstocht door Rome en buitenwijken. Erg spannend, omdat Rome niet echt gebouwd is op fietsers, maar begeleid door twee enthousiaste gidsen zijn we op plekken geweest waar je normaal nooit zou komen dus dat was erg leuk. De dag hebben we gezellig afgesloten in dezelfde discotheek als de vorige avond, maar dan met de hele groep.
immers de eerste case-dag en we moesten om half acht verzamelen in pak. Dit ging allemaal voorspoedig totdat we bij de metro aankwamen die ons samen met nog een stukje trein bij het hotel zou brengen waar we zouden gaan werken. Deze metro zat alleen tot de nok toe vol en we moesten dus wachten op de volgende metro. Daar konden we ons nog net inproppen en de volgende uitdaging was de trein. Want ook de eerste trein konden we niet in en we moesten dus weer wachten. Gelukkig was dit waarschijnlijk
Yvonne van TNT en Juan van het WFP hebben we gedurende de dagen door de cases gewerkt. Het vervolg van de week was vrij rustig te noemen. Niemand kon het echt opbrengen om het laat te maken door het slopende ritme van half zeven opstaan elke dag. Dinsdagavond hadden we wel weer een activiteit gepland in de vorm van een bezoek aan de road-hub van TNT in Rome, zodat we ook de praktijk konden zien waar we mee bezig waren.
“Helaas belandden we bij een sneue b a r w a ar n o g we l e e n s e e n D e e n s e volks d an s we rd we gge ge ve n .” Het gevolg was dat ’s ochtends om half tien niet iedereen er even fris uitzag. Niet erg, aangezien er een wandeltocht was georganiseerd die je in groepjes van zes op eigen tempo moest zien af te krijgen en het bracht ons langs alle toeristische highlights die Rome te bieden heeft. Moe maar voldaan keerden de meesten rond zes uur terug en na een pizza of pasta en een eventueel potje kaarten ging iedereen onder de wol. De volgende ochtend was
incidenteel voor de maandagochtend, want de rest van de dagen hebben we er geen last van gehad. We kwamen wel een half uur te laat, maar daar konden we weinig aan doen. Na een uitleg van de cases konden we dan aan de slag met vier cases verzorgd door TNT en twee door het World Food Program (WFP) over logistieke netwerkproblemen. Begeleid door Frans, Hein en onze eigen
Een aangename verassing van het hotel waar we werkten, was de lunch. Hier konden we in buffetvorm van alles eten van pasta tot broodjes en dit alles geserveerd met een lekker wijntje. Hoe dit uit de hand kan lopen, was donderdag erg leuk te zien. Donderdagmiddag was namelijk een vrije middag en we zouden naar het strand gaan. Maar niet voordat we uitgebreid hadden geluncht en gedronken natuurlijk. Daarna dus op naar het strand in licht aangeschoten toestand. Ondanks het slechte weer (veertien graden en regen) ben ik samen met Bas en Bart nog lekker gaan zwemmen in de zee. Dit was heerlijk verfrissend. Om de dag af te sluiten hadden we ’s avonds nog de ‘Rome by night tour’. Hier werden we met een rondleiding getrakteerd op een serie spookverhalen en legendes over duistere plekken in Rome en er zaten zeer interessante verhaaltjes tussen.
pesten. Na een diner gingen we op zoek naar het uitgaansleven van Rome. Helaas belandden we bij een sneue bar, waar nog wel een Deense volksdans werd weggeven, maar verder niet veel te beleven was. Dus na een opsplitsing van de groep zijn we het avontuur ingedoken door een (illegale) taxi te pakken naar de feestwijk waar we nog tot diep in de nacht zijn gebleven.
Lees verder op de volgende bladzijde
Nekst 2 - December 2007
Nekst 2 - December 2007
23
Internships at TNT
TITEL INTERVIEW
InleidingPerilis Vrijdag was het dan duismolobor eindelijk zover:sed we do mochten od te tetuerci tet volorperiure enim dolenibh niet deden baalde hiervanfacil de volgende morgen. ese laten zien waar we al die tijd zo lang en hard aan
We gingen eerst uiteten in een Italiaans restaurant samen met Yvonne, Hein en Frans. Het restaurant de laatste hand gelegd aan de verschillende had nog niet helemaal door dat het niet zo handig Lorperaesto odalle molorero do het et allumsandit tie velis dolore presentaties. Voor groepjes was duidelijk wisis nisissequis om het voor-doloreetue en hoofdgerecht op het zelfdedelit geworden wie er de presentatie mocht (lees: moment te krijgen. Of zoals Hein opmerkte: ze velenim vullutpat aliqui tat. Ectehouden tat, quiscidunt vent ver ad ero dolor moest, voor sommige deelnemers) en hadden wel iliquis wat lessen in operationele research de eerste zenuwen waren er al. Maar voordat de mogen volgen. Na het eten (waar de wijn erg presentaties gehouden werden, konden we voor goed smaakte bij sommigen) splitste de groep de laatste keer genieten van een lekkere lunch. zich in tweeën. Ik ging samen met Bas, Inge, Mark, Bij deze lunch waren ook de mannen van WFP Mathijs, Menno, Robert, Stijn en Tim op zoek naar aangeschoven, zij zouden onze presentaties mede een gezellige kroeg. Uiteindelijk belandden we in beoordelen. een nog bijna lege kroeg en al snel verplaatsten we ons naar het plein ervoor. Hier kwamen we in Terug van de lunch, was de zaal veranderd naar een contact met een groep Duitsers en werd er gezellig andere opstelling zodat iedereen de presentaties met elkaar meegedronken (hoewel Mark dit de goed kon volgen. Ook was er een tafel klaargezet volgende ochtend niet meer zo leuk vond). Tegen voor de jury. Deze bestond uit de twee mannen een uur of twee was het wel welletjes, we gingen van het WFP en Yvonne en Frans van TNT. Hein terug voor onze laatste nacht in het hostel. Fleuren zorgde ervoor dat elk groepje random aan de beurt kwam, hoewel groepje één wel als eerste Zaterdagochtend heel vroeg moesten we op weg aan de beurt was. Dit betekende dat mijn groepje, naar het vliegveld om onze reis voort te zetten in wat bestond uit Mark, Tim en ik, als eerste een het hoge noorden. De vlucht werd gebruikt om te slapen en toen we de ogen openden konden we de bossen van Zweden aanschouwen. Na een tijdje op het vliegveld te hebben wachten op een verloren portemonnee, gingen we met de bus naar ons hostel op water (inderdaad het zou een boot zijn, later kwamen we bedrogen uit). De bus bracht ons naar het centrum van Stockholm en vandaar uit gingen we te voet verder. Het hostel bleek dus geen boot te zijn, maar wel een mooi gebouw, het verschil ten opzichte van Rome was groot en in positieve zin. Wij vrouwen zaten helemaal bovenin en hadden een ruime zespersoons kamer. De mannen zaten in twee kamers op een verdieping lager.
digna sequat.werd nog gauw gewerktcommodipit, hadden. ’s Ochtends
TNT Express Across the world, around the clock,TNT delivers millions of parcels, documents and freight shipments to customers in more than 200 countries. Our global door-to-door services are trusted by companies of every size, who rely on TNT to meet their business challenges everyday. Our worldwide network and professional workforce handle a steady flow of deliveries, helping businesses keep their promises. Established in 1946,TNT has built its reputation on handling each shipment with care and dedication, ensuring it arrives on time, every time. And we place great value on our long-term relationships with customers. Because we recognise that every shipment we handle is a vital component of our customers' success We are constantly looking for new ways to serve our customers better. For example, we have expanded our morning delivery offer to provide 3 time-definite delivery options.That's just one of the reasons that more and more companies across the world choose TNT as their delivery partner. Global Optimisation The Global Optimisation program employs sophisticated Operations Research techniques to deliver service improvements, cost reductions and productivity improvements, as well as a strategic infrastructure plan to be able to cope with future volume increases and acquisitions in TNT Express. Complete your internship in the Global Optimisation (GO) team of TNT Express The Global Optimisation Team of TNT Express is looking for talented Operations Research master students to do their internship What? Many research topics are possible, but they always relate to one of the following three areas: • Networks – Optimizing the TNT “timetable”, making efficient roundtrips of individual linehauls, etc. • Hubs – Simulation of internal hub processes, strategic network design, facility location problem, facility sizing etc. • Country Infrastructure and Pickup & Delivery – Vehicle routing, service area optimisation, micro-zoning etc. Where? TNT - Division: Express – Business Unit: Global Networks & Operations – Department: Strategy – Location: Duiven Information Interested? Please contact:
[email protected], +31 26 3197254
People on a mission
presentatie mocht geven en de kritische vragen uit het publiek en de jury mocht beantwoorden. Na ons volgde de andere groepjes. De jury was over het algemeen heel tevreden: Mathijs werd al snel omgekroond tot De Consultant en het groepje van Edwin kon zo aan de slag bij het WFP. Na de presentaties gingen we terug naar het hostel om ons klaar te maken voor onze laatste avond in Rome. Sommigen waren zo verstandig om hun koffer alvast in te pakken, degenen die dit
Nekst 2 - December 2007
Naam: Monique Platenkamp Startjaar studie: 2004
Feit: Info Feit: Info
Voor de eerste avond had Edwin voor ons een tocht gemaakt langs de belangrijkste gebouwen in Stockholm. Deze tocht werd al gauw onderbroken om een hapje te eten. Na het eten vervolgden we de tocht. Dag twee in Stockholm begon met een bezoek aan het Vasa museum. Dit was een museum over een oorlogsschip (niet Vikings), welke gezonken was in de buurt van de havens in Stockholm. Het gebouw was om het schip heen gebouwd, dus op elke verdieping zag je een ander deel van het schip. Lees verder op de volgende bladzijde
25
K E N J E D I E VA N D I E O U D AC T I E V E LEDEN DIE GINGEN POOLEN? OUD ACTIEVE LEDEN ACTIVITEIT
Verder werd er nog verteld over het leven van de bemanning, de versieringen op het schip en hoe het schip gezonken was. ’s Middags gingen we met een boot een rondvaart maken tussen de eilandjes door van Stockholm. Voor sommigen was dit het ideale moment om een beetje bij te slapen, de andere zaten met koptelefoon te luisteren naar de bezienswaardigheden van Stockholm. Na de rondvaartboot gingen we per metro naar de Ice Hockey game Hammerby-Oskarhamn. Wij als trouwe supporters van Hammerby nestelde ons tussen de andere supporters en moedigde ons team vol enthousiasme aan. Helaas mochten onze aanmoedigingen niet baten, want Hammerby verloor de wedstrijd.
komst van Annick een grote verassing was. Eerst werd er door een Zweedse Deloitter het een en ander vertelt over Deloitte in Zweden, vervolgens namen de Nederlandse Deloitters het over. Na een informatief praatje, werden we aan het werk gezet met een paar pittige stellingen over verzekeringen en pensioenen. In verschillende groepjes moesten we werken aan deze stellingen en in een presentatie toelichten of we het eens of oneens waren met de stelling. Aansluitend werden we uitgenodigd voor een dinner en een drankje in een nabijgelegen restaurant. Het drankje werd drankjes, en de sfeer zat er goed in toen
aangezien het nog wel laat was geworden de vorige nacht. Op de universiteit werden we geïnformeerd over het werken op de universiteit van Stockholm en werd verteld over bepaalde onderzoeken die gedaan waren met behulp van regressiemethodes. ’s Middags was het een vrije middag, deze middag werd door velen gebruikt om nog de laatste inkopen te doen voor het thuisfront of om gezellig te kaarten. Het avondeten werd genuttigd in een wokrestaurant (de pizza’s, pasta’s en gehaktballetjes hadden we wel gezien) en daarna werd er gekaard en gesnookerd, om vervolgens ons klaar te maken voor ons laatste nachtje in Stockholm.
“ We moedigden ons team Hammerby vol enthousiasme aan.” Ondanks het verlies en het gebrek van kennis over de regels, was het toch een hele geslaagde en sportieve avond. Na een avondje waarin sommige waren doorgezakt, hadden we een vrije morgen. Deze morgen werd door ons vrouwen gebruikt om te gaan winkelen, ondergronds heeft Stockholm een groot winkelcentrum en ook bovengronds zijn nog diverse winkels. Na ons shopavontuur was het tijd voor wat serieuzer werk. We gingen bij Deloitte op bezoek, waar de
26
we vertrokken naar een kroeg in de buurt. Al gauw werd hier de sfeer wat minder, want in Stockholm kom je onder de 21 jaar geen kroeg binnen. Maar we lieten ons niet kennen, en het lukte ons toch om een kroeg binnen te komen (het was hier alleen wel opvallend rustig, maar dat kon ook te maken hebben met het feit dat het maandagavond was). De laatste dag brachten we ‘s morgens een bezoek aan de universiteit van Stockholm. Voor vele was dit een erg zware ochtend,
Woensdagochtend werden de koffers voor de laatste keer ingepakt en klaargezet om te vertrekken naar het vliegveld. Vanaf hier vlogen we terug naar het vertrouwde natte Nederland en werden we opgewacht door een paar vrienden en familieleden. Moe en voldaan werd het laatste stuk van de reis volbracht met de trein. Op het station van Tilburg hield het toen toch echt op: de reis was afgelopen en we konden beginnen met uitrusten...
Nekst 2 - December 2007
De Tilburgse Econometristen Vereniging hecht al sinds jaar en dag waarde aan het onderhouden van goede banden met haar Oud Actieve Leden. Een à twee keer per jaar wordt er een activiteit georganiseerd, waarbij het over den lande uitgewaaide actieve kader van weleer als hernieuwd bijeenklontert.
Een dergelijk samenzijn vormt onder het genot van een hapje en een drankje de ideale gelegenheid om tal van gemeenschappelijke ervaringen uit het verleden nog eens te herkauwen, aangevuld met het delen van een aantal hedendaagse belevenissen. Traditiegetrouw sluit ook de club van wannabe’s aan: de nog immer studerende lieden die reeds over de piek van hun actieve TEVleven heen zijn, officieel genaamd ‘Aspirant Oud Actieve Leden’. (Overigens, de persoon die deze laatste term heeft laten verankeren in de statuten van de vereniging mag wat mij betreft per direct worden voorgedragen als minst inspiratievolle denker in de TEV-geschiedenis.) En tenslotte is op dergelijke OAL-activiteiten het bestuur (als operationeel organiserend platform) voltallig van de partij. Al met al betreft het totale OAL-spectrum een behoorlijk gemêleerd gezelschap: van mastodonten uit het voormalige R27 tot huidige TEV-helden die furore maakten op [K110 en K123]. Vrijdagavond 9 november was zo’n avond dat 25 TEV-helden van weleer in Tilburg samenschoolden om eerst een hapje te gaan eten bij de Sinjoor en om daarna de arena der pooltafels te betreden. Verenigingsvoorzitter Bart heette eenieder welkom en kreeg zowaar de handjes op elkaar door te melden dat de financiële toestand van de vereniging het toestond om tijdens de duur van de maaltijd de drankvoorziening voor haar rekening te nemen. De lage personele bezettingsgraad in de keuken van de Sinjoor en de daarmee negatief gecorreleerde afthandelingssnelheid van het driegangenmenu zorgde er echter voor dat deze financiële geste de operationele bedrijfsvoering van de TEV in gevaar begon te brengen. In rap tempo werd besloten om de uitbater van het poolcafé te bellen om de reservering te annuleren, teneinde de oplopende kosten van de avond nog enigszins in de hand te houden. Als secundaire (logistieke) reden vermeldden zij dat er wel erg weinig tijd overbleef voor een volwaardig pooltoernooi op het moment dat om 23.00 uur het nagerecht nog geserveerd moest worden. Al
Nekst 2 - December 2007
tijdens het voorgerecht voerde ik in mijn hoofd een empirisch onderzoek uit. Op basis daarvan kon bij een hoog betrouwbaarheidsniveau de nulhypothese van een leeftijdsonafhankelijke tafelschikking verworpen worden. Ik bevond mij in de hoek waar het gesprek al snel kwam op het onderwerp van gezinsuitbreiding. Daar waar de oud-TEV coryfeeën Remco John en Michel aanvankelijk nog mijn sympathie wisten te winnen met hun collectieve klaagzang over het inrichten van babykamers (“noem een wat klein uitgevallen slaapkamerkastje uit resthout een ‘commode’ en je betaalt driehonderd euro meer”) moest ik afhaken toen zij overschakelden op de nieuwste trends in de vorm van een hippe ‘must-have’ rammelaar. Tegelijkertijd had de wat jongere generatie zo haar eigen besognes die de gemoederen bezighielden. Vereniginssecretaris Tim baarde opzien door eerst op een Wildersachtige toon te stellen dat een menukeuze van vis boven vlees ten dele de mannelijkheid van de kiezende persoon diskwalificeert, om vervolgens zelf als nagerecht sterrenmuntthee te bestellen...
Naam: Arnoud Klep
Na afloop van het driegangenmaal begaf het gezelschap zich richting ’t Bruin Kafee om in alle rust af te pilsen. Vriend en vijand was verbaasd dat daar op een druilerige vrijdagavond al veertig mensen binnenstonden. De sfeer zat er als vanouds meteen goed in. Voorzitter Bart deed verregaande toezeggingen aan de aanwezige oud-voorzitters om de traditionele voorzittersreis naar een bestemming vol allure te organiseren. Ook werd er door de aanwezigen in hoge mate vooruitgeblikt naar twee op handen zijnde evenementen, het huldiale KOALA-γ en de dit jaar voor het eerst te organiseren Oud Actieve Leden Dag. Er was nog tot in de late uurtjes een gezellig samenzijn van mensen met een verschillende leeftijd en een uiteenlopende achtergrond, die allen gemeen hebben dat ze zich enige periode in hun leven vol overgave hebben ingezet voor de TEV.
27
WAT I S U W R E S P O N S K A N S ?
TITEL
WETENSCHAPPELIJK ARTIKEL CBS
INTERVIEW
Eén van de belangrijkste problemen waarmee onderzoekers in het veld geconfronteerd worden, is non-
InleidingPerilis duismolobor sed do od te tetuerci tet volorperiure facil enim dolenibh ese digna commodipit,
respons. Vanwege de omvang van dit verschijnsel en de ernstige gevolgen die het kan hebben voor de
sequat.
betrouwbaarheid van de uitkomsten, wordt er veel onderzoek gedaan naar methoden om respons te
Lorperaesto od molorero do et lumsandit wis nisissequis doloreetue tie velis dolore delit velenim vullutpat
verhogen en naar schattingsmethoden die rekening houden met ontbrekende gegevens.
aliqui tat. Ecte tat, quiscidunt vent ver iliquis ad ero dolor
Indien in een enquête de gewenste informatie van de berichtgevers niet wordt verkregen, terwijl ze tot de doelpopulatie van het onderzoek behoren en in de steekproef zijn getrokken (en dus de gegevens hadden moeten verstrekken), dan noemen we dat non-respons.
Naam: Barry Schouten Leeftijd: 36 jaar
Bij non-respons maken we onderscheid tussen unit non-respons en item non-respons. Bij unit non-respons krijgen we van het betreffende element in de steekproef geen enkele informatie (het formulier blijft leeg). Bij item non-respons vult de berichtgever bewust maar soms ook onbewust een aantal vragen niet in. Dat betreft meestal gevoelig liggende vragen zoals vragen over inkomen, zwart geld, seksueel gedrag of crimineel verleden. We gaan hier alleen in op onderzoek naar unit non-respons en zullen de toevoeging ‘unit’ verder weglaten.
zijn, doordat de steekproef in omvang afneemt. De situatie is ernstiger wanneer de non-respons selectief is. Dit verschijnsel doet zich voor als, ten gevolge van non-respons, bepaalde groepen onder- of oververtegenwoordigd zijn. Gedraagt een ondervertegenwoordigde groep zich duidelijk anders met betrekking tot de te onderzoeken variabelen, dan leidt dit tot een vertekening in de uitkomsten. Anders gezegd: een schatting valt dan systematisch te hoog of te laag uit. Onderstaand figuur geeft twee voorbeelden van kenmerken die vertekend zijn geraakt door non-respons: de gemiddelde waarde van woningen in de straat van berichtgevers en het bezit van een geheim telefoonnummer.
Cov(Y, p) Figuur 1: Selectiviteit van non-respons voor de waarde van woningen en het bezit van een vaste telefoon met of zonder geheim telefoonnummer
Afdeling: Sector Methodologie Voorburg
B(Yr ) = E(Yr) - μy=
P(R = 1)
Ofwel de vertekening is gelijk aan de covariantie tussen het item Y en de respons indicator R gedeeld door de kans dat een willekeurige berichtgever respondeert. We zien dus dat alleen een lineair verband tussen beiden leidt tot een onzuiverheid in het gemiddelde. In de non-respons literatuur wordt vaak uitgegaan van individuele responskansen. Dat betekent dat ieder lid van de doelpopulatie een eigen, individuele responskans heeft. Deze wordt meestal aangeduid met pi .Vanzelfsprekend kennen we deze responskansen niet. We zouden er wel naar willen vragen in een onderzoek, maar het is waarschijnlijk dat ook de berichtgever zelf geen goed antwoord heeft. Laten we eerst eens veronderstellen dat we de individuele responskansen kennen. In dat geval is de vertekening bij voldoende grote steekproeven ongeveer gelijk aan
Functie: Senior Methodoloog
Wat nu te doen als er in het geheel geen gegevens zijn ontvangen van een berichtgever? Non-respons leidt tot een geringer aantal waarnemingen dan was gepland, maar in principe hoeven de uitkomsten geen onjuist beeld te geven. De schattingen zullen minder nauwkeurig
28
Responskansen Stel we gebruiken in een onderzoek een steekproef van omvang n en we labellen de eenheden met een index i, ofwel 1 < i < n. We noemen Ri de 0-1 respons-indicator; deze neemt een waarde 1 aan bij respons en een waarde 0 bij nonrespons. Veronderstel verder dat we in een enquête geïnteresseerd zijn in item Yi. Met de enquête meten we de waarden van dat item in de steekproef en we willen een uitspraak doen over de gemiddelde waarde μy van het item in de populatie. Het is niet moeilijk te bewijzen dat de vertekening B(Yr) van het responsgemiddelde Yr gelijk is aan
Individuele responskansen spelen een cruciale rol in zowel onderzoek naar de vermindering van non-respons als in onderzoek naar correctie voor de gevolgen van non-respons. Zie bijvoorbeeld Groves en Couper (1998) en Groves e.a. (2002). Maar wat moeten we verstaan onder responskansen?
Nekst 2 - December 2007
B(Yr) = E(Yr) - μy=
Cov(Y, p)
p de steekproefcovariantie tussen het item en de responskans gedeeld door de gemiddelde responskans. Met het lemma van Cauchy-Schwarz volgt vrij eenvoudig dat de vertekening van het
Nekst 2 - December 2007
responsgemiddelde begrensd kan worden met de steekproef standaarddeviaties S(Y) en S(p) van items Yi en responskansen pi . Dit leidt tot S(Y) S(p) Cov(Y, p) B( Yr ) = < p P(R = 1) In de praktijk kennen we de individuele responskansen natuurlijk niet en zonder enige aanvullende informatie kunnen we ook geen enkele uitspraak doen over de grootte van die kansen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) beschikt echter over een groot aantal gegevens van bedrijven en personen die beschikbaar zijn uit registers en administratieve bronnen van de overheid (gemeentes, Belastingdienst, Handelsregister). Het gebruikt deze bronnen direct voor het maken van statistieken maar kan ze ook inzetten bij het maken van statistieken gebaseerd op enquêtes. Overigens gebruikt het CBS alleen geanonimiseerde sleutels zodat de privacy gewaarborgd blijft. We geven de vector met aanvullende gegevens uit andere bronnen weer met Xi . We kunnen deze vector inzetten in de vermindering van nonrespons en in de correctie voor non-respons. Vergroten van respons Een responskans is natuurlijk geen vaststaande grootheid die bij de geboorte of tijdens de opvoeding is verkregen. De inrichting van het veldwerk en het onderwerp van het onderzoek zorgen telkens voor een andere kans op respons. Echter, we kunnen wel spreken van een kans op respons gegeven een zeker onderwerp en inrichting van een onderzoek. Een hogere respons leidt niet noodzakelijk tot een ‘betere’, dat wil zeggen meer representatieve, respons. Methoden voor het vergroten van respons richten zich daarom op het aanpassen en verfijnen van veldwerkstrategieën voor verschillende groepen in de doelpopulatie. Zo kan ervoor gekozen worden om meer contactpogingen te ondernemen voor huishoudens die moeilijk bereikbaar zijn.
Naam: Fannie Cobben Leeftijd: 28 jaar Afdeling: Sector Methodologie Voorburg Functie: Methodoloog
29
Of om interviewers te trainen in het motiveren van berichtgevers die zich minder betrokken voelen bij het onderwerp van het onderzoek. Het is daarbij essentieel dat responsverhogende methoden zorgen voor een gelijkmatige toename van de respons. Het doel is telkens om zoveel als mogelijk responskansen gelijk te maken voor alle leden van de populatie. We dienen dus eerst de groepen te identificeren die ondervertegenwoordigd raken in de huidige inrichting van het onderzoek. Op het CBS (Schouten en Cobben 2007) zijn daartoe zogenaamde R-indexen ontwikkeld die meten in hoeverre de samenstelling van de respons afwijkt van die van de steekproef. De ‘R’ staat in dat geval voor ‘representativiteit’. Voor het berekenen van een R-index benutten we de vector met achtergrondgegevens . We schatten de responskansen Xi bijvoorbeeld met een probit model: Ri* = α + βXi + di, ri = Φ(α + bXi)
d
met di = N(0,1)
waarin en onbekende regressieparameters zijn en een latente (niet waargenomen), normaal verdeelde responsgeneigdheid weergeeft van berichtgever i. De responskans is dan gelijk aan de standaard normale verdelingfunctie Φ in α + β Xi en we schatten de responskans met . Een voor de hand liggende R-index is gebaseerd op de steekproef standaard deviatie van de geschatte responskansen: R(r^)=1 - 2S(r^) De R-index ligt door de schaling met constante 2 altijd in het interval [0,1]. Als er geen enkele spreiding is in de (geschatte) responskansen, dan neemt de R-index waarde 1 aan. Dat is ook wat we willen; we willen namelijk geen verschillen vinden in responsgedrag voor verschillende groepen in de doelpopulatie. Echter, indien de R-index kleiner is dan 1, dan wijst dit op onder- en oververtegenwoordiging van sommige groepen.
30
Xi speelt nu ook de relatie met het item. In zijn bekende artikel formuleerde Heckman (1979) het sample-selection S(Y)S(r) S(Y)(1 - R(r) model waarin naast de eerder genoemde Cov(Y,r) | B(Yr) |= | | < = latente responsgeneigdheid Ri ook item r r 2r Yi voorkomt. Dit model heeft de volgende De R-index geeft een begrenzing aan de vorm: Ri* = α +βXi + di, maximale vertekening. Figuur 2 toont die maximale vertekening afgezet tegen de 1 als Ri* > 0 R i= hoogte van de respons voor een aantal 0 als Ri* < 0 enquêtes van het CBS. k + λXi + ε i als Ri =1 Yi = missend als Ri = 0 Figuur 2: De maximale absolute vertekening d afgezet tegen het responscijfer voor een met (δi, ε i)’ = N2(0, Σ) aantal voorbeelden binnen het CBS.
De R-index heeft een duidelijke relatie met de vertekening van het responsgemiddelde:
Wat is uw responskans? Achtergrondgegevens uit registers en andere bronnen spelen dus een cruciale rol in onderzoek naar nonrespons. Zonder dergelijke informatie kunnen we niet zoeken naar groepen die ondervertegenwoordigd zijn en kunnen we geen schattingsmethoden inrichten. Belangrijke vraag is natuurlijk wat de verklarende kracht is van de demografische en sociaaleconomische kenmerken die beschikbaar komen uit dergelijke bronnen. Deze blijkt in de praktijk nogal tegen te vallen. De bereikbaarheid van huishoudens is redelijk te verklaren met zulke kenmerken. Deelnamebereidheid blijkt daarentegen niet sterk samen te hangen met veel van de kenmerken die we vinden in registers. Aan de ene kant is dit bemoedigend; we willen die samenhang ook niet vinden. Aan de andere kant geeft dit een ongemakkelijk gevoel, aangezien we er geen grip op hebben. Misschien dat we toch eens de vraag moeten stellen: ‘Wat is uw responskans?’
Survey item
Corrigeren voor non-respons In de literatuur is behalve aan responsverhogende methoden ook uitgebreid aandacht gegeven aan schattingsmethoden die rekening houden met ontbrekende gegevens door non-respons (Bethlehem 1988, Kalton en Flores-Cervantes 2003). Echter, aangezien de gegevens ontbreken, kan niet ontkomen worden aan veronderstellingen over de antwoorden die non-respondenten zouden geven op de vraag naar item Yi . Meestal neemt men aan dat respondenten en non-respondenten gemiddeld hetzelfde antwoord geven binnen homogene groepen die gevormd zijn met achtergrondgegevens Xi ; denk aan leeftijd, opleiding en stedelijkheid van de woonomgeving. Naast de relatie tussen responsgedrag en achtergrondkenmerken
waarin de storingstermen en een bivariate normale verdeling hebben met covariantie matrix. De storingstermen kunnen gecorreleerd zijn indien de selectievergelijking (voor Ri) en de waarnemingsvergelijking (voor Yi) verschillende deelverzamelingen van gebruiken in de verklaring. Dit wordt ook wel de exclusie restrictie genoemd. Dit is tevens het meest complexe onderdeel van de methode; welke achtergrondgegevens dienen te worden opgenomen in de beide vergelijkingen. Dat non-responscorrectie uitmaakt is te zien in tabel 1. Tabel 1 bevat de responsgemiddelden en gecorrigeerde gemiddelden voor een aantal survey items.
Nekst 2 - December 2007
Bethlehem, J.G. (1988), Reduction of nonresponse bias through regression estimation, Journal of Official Statistics, 4, 251 – 260. Groves,R.M.,Couper,M.P.(1998),Nonresponse in Household Interview surveys, Wiley, New York. Groves, R.M., Dillman, D.A., Eltinge, J.L., Little, R.J.A.(2002),SurveyNonresponse,Wiley,New York.
Barry Schouten en Fannie Cobben zijn beiden als methodoloog werkzaam bij de Sector Methodologie Voorburg van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Barry Schouten is senior methodoloog en werkt aan het verminderen van, en corrigeren voor nonrespons in persoonsenquêtes en het gebruik van registerinformatie. Fannie Cobben werkt aan een proefschrift over correctie voor nonrespons in persoonsenquêtes.
Heckman, J.J. (1979), Sample selection bias as a specification error, Econometrica, 47, 153 – 161. Kalton, G., Flores-Cervantes, I. (2003), Weighting methods, Journal of Official Statistics, 19, 81 – 97. Schouten, B., Cobben, F. (2007), R-indexes for the comparison of different fieldwork strategies and data collection modes, Discussion paper 07002, CBS, Voorburg, http://www.cbs.nl/en-GB/menu/methoden/ research/discussionpapers/archief/2007 Responsgemiddelde
Gecorrigeerd gemiddelde
Bezit Koopwoning
63.3%
58.9%
Is lid van een vereniging
45.6%
44.8%
Bezit een pc of laptop
59.8%
57.4%
Ontvangt een uitkering
10.4%
11.4%
Nekst 2 - December 2007
31
E E N AV O N D V O L P L E Z I E R EERSTEJAARSACTIVITEIT EN KARAOKEBORREL
Veel doordenkers en veel instinkers. Voorafgaand aan weer een geweldige borrel op dinsdagavond 13 november in ’t Bruin Kafee, dit maal met het thema ‘karaoke’, was er een integratieactiviteit voor de eersteen tweedejaars georganiseerd. Die avond deden we in teams mee aan een Ierse Pubquiz in Clancy’s Irish Pub, waarbij diegene met de meeste algemene kennis kon laten zien hoeveel hij wist. Eenmaal in teams ingedeeld met bestuursleden, eerstejaars en tweedejaars, barstte de strijd los. We begonnen met verschillende rondes, waarbij we vragen kregen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Tevens was er een ronde die ging over iets heel belangrijks uit onze jeugd, namelijk tekenfilms! De bedoeling was dan ook om bij ieder plaatje de titel van de tekenfilm te plaatsen.
Uitnodiging tot uitdaging Zie jij handelen in opties en aandelen als een uitdaging? Dan is dit een uitnodiging om eens na te denken over een baan als Trader. Een boeiende baan die een beroep doet op je analytisch denkvermogen, je rekenvaardigheid en je vermogen om snel te reageren in een continu veranderende omgeving. Hoe ga je daarmee om? Dat leer je tijdens de interne opleiding van 4 tot 5 weken. Daarnaast moet je een aantal eigenschappen hebben die niet aan te leren zijn: een competitieve geest, een resultaatgerichte instelling en een heel goed analytisch inzicht. Wij zoeken Traders: initiatiefrijke academici met een excellent cijfermatig inzicht – relevante werkervaring is niet vereist.We verwachten een grote zelfwerkzaamheid want je blijft leren gedurende je loopbaan binnen Optiver. Je moet hier zelf veel tijd en energie
in steken maar er staat ook veel tegenover: Optiver biedt je de kans om jezelf te ontplooien binnen een professionele, internationale handelsorganisatie. Heb jij een sterke drive om te winnen en ben je niet bang om verantwoordelijkheid te dragen? Ga naar www.optiver.com voor meer informatie over de vacatures en om te solliciteren. Optiver handelt in derivaten, aandelen en obligaties vanuit het Amsterdamse hoofdkantoor en vanuit de filialen in Chicago en Sydney.
Dankzij de eerstejaarscommissie was er die avond een (pub)quizmaster die de meest uiteenlopende vragen wist te stellen, waarop maar een klein aantal mensen het antwoord wist. Wist je het antwoord wel, dan werd je sterk aangeraden je mond te houden. Had je toch de behoefte om het antwoord met iedereen te delen, dan mocht je naast je algemene kennis, ook je danstalent tonen midden in de pub. Behalve moeilijke doordenkers, waren daarbij ook strikvragen natuurlijk niet uitgesloten. Een perfect voorbeeld van een strikvraag was dan ook: ’Wat was de hoogste berg voordat de Mount Everest werd ontdekt?’ Na een lange, aarzelende stilte en opmerkelijk veel verschillende antwoorden, vertelde de quizmaster ons het antwoord: “Dat was toen ook de Mount Everest, alleen was hij nog niet ontdekt.” Zo kwamen er nog een heleboel instinkers naar voren. Het hoogtepunt van de doordenkers was de ronde waarin mensen de soundtrack moesten herkennen van verschillende series. Het herkennen van deze soundtracks ging vaak met moeite gepaard maar uiteindelijk was er voor de meeste teams altijd wel een antwoord te vinden. Hier waren verschillende oplossingen voor: zo had een groep de gewoonte om bij iedere nog niet herkende soundtrack in te vullen dat deze van de bekende misdaadserie NCIS was. Zo ging deze quiz tot een uur of tien door en uiteindelijk kreeg het winnende team nog een shirt van het café.
Optiver, Shemara van den Heuvel (Recruiter Trading), De Ruyterkade 112, 1011 AB Amsterdam,T 020 - 5319000
Na deze geweldige quiz was het tijd voor een borrel. De SBF-commissie had deze keer een karaokeborrel georganiseerd. Iedereen die kon
zingen (of meende te kunnen zingen) kon een poging wagen op het podium. Waar er in het begin van de avond weinig vrijwilligers waren om een liedje te komen zingen en een aantal commissies het publiek vervolgens moest verblijden met een muzikaal hoogstandje, was er aan het eind van de avond een hele stapel inschrijvingen van potentiële Idols. Uiteindelijk hebben een heleboel mensen de poging gewaagd om het podium op te stappen en hun beste zangkwaliteiten te laten zien. Onder het genot van een drankje werd er veel gelachen om het zangtalent van verschillende mensen. Ik zal geen namen noemen, daar ik zelf ook niet al te helder klonk. De meest uiteenlopende artiesten en liedjes kwamen aan de orde. Zo werden er
Naam: Paul Peters Startjaar studie: 2007 Feit: Info
liedjes gezongen van de Beach Boys tot en met Marco Borsato. Hoe later het werd, hoe gezelliger het werd. Terwijl de een zo goed mogelijk zong, maakte de ander er één groot feest van. Steeds meer mensen durfden dan ook de stap te nemen om hun karaoke-kwaliteiten te tonen en dat bracht een hoop plezier. Het was kortom een avond die door velen nog lang herinnerd zal worden!
Feit: Info
Toen het eenmaal twee uur ’s nachts was, was het helaas tijd om de avond te beëindigen en kon iedereen met een goed gevoel weer naar huis om vervolgens lekker uit te slapen. Behalve voor de eerstejaars en een handjevol tweedejaars: die mochten woensdagochtend weer aan een analysetoets beginnen om negen uur in de morgen!
Optiver zoekt Market Makers 32
Nekst 2- December 2007
Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
Nekst 2 - December 2007
33
“DANSEN IS MIJN LEVEN” D E PA S S I E VA N G E R M A I N R O D R I G U E Z
Germain Rodriguez houdt van alles waarbij je creatief bezig bent, maar zijn passie dansen steekt er met kop en schouders bovenuit. Deze van oorsprong uit Curaçao afkomstige tweedejaars, danst al jaren in Curaçao en heeft toen hij voor zijn studie naar Nederland kwam alle kansen om deze passie voort te zetten met beide handen aangegrepen. Nu danst hij bij verschillende groepen in Tilburg en wanneer hij terug in Curaçao is, doet hij weer met zijn oude dansgroep mee.
Naam: Germain Rodriguez Startjaar studie: 2006 Passie: Dansen
Het begon allemaal toen hij nog klein was. Germains moeder liet hem op haar voeten staan terwijl zij danste, zodat hij als het ware meedanste met haar. Daar lag volgens Germain het kleine begin dat later een grote passie zou worden. Op zijn vijftiende verjaardag mondde dit uit in een eerste optreden. Ter gelegenheid van Germains verjaardag is een dansgroep gevormd, die tijdens zijn verjaardag een optreden verzorgde. De dansgroep van een klein tiental deelnemers bestond uit vrienden, familieleden en Germain zelf. Sommige deelnemers waren in het begin niet van plan om door te gaan met dansen. Ze deden eigenlijk gewoon mee omdat ze het leuk vonden om met een gezellige groep te werken aan een klein optreden voor Germains verjaardag. Het optreden ging niet helemaal goed, omdat nog niet alle danspasjes af waren toen de muziek wel al afgelopen was. Gelukkig had het publiek dat niet gemerkt. Ondanks dit kleine foutje in hun eerste optreden waren alle dansers erg enthousiast geworden over het dansen, zodoende is de groep blijven bestaan. Nu is de groep bekend als de ‘Golden Dancers’. Germains ouders zijn hierin onmisbaar, omdat zij alles regelen voor de groep. Als beginnende dansgroep lagen de optredens niet voor het oprapen. In het begin hebben ze zichzelf flink moeten promoten zodat ze meer naamsbekendheid zouden krijgen. Zo hebben ze op festivals en evenementen kunnen optreden door naar mensen toe te stappen en te vragen of ze een optreden mochten verzorgen. Op deze manier werd hun groep langzamerhand bekender en hoefden ze niet meer zelf naar mensen toe te stappen, maar werden ze vanzelf gevraagd voor optredens. Op die manier werden ze niet alleen op Curaçao bekend, maar werden ze ook voor optredens op andere eilanden gevraagd. Zo
36
traden de ‘Golden Dancers’ al op in Suriname, op Bonaire, op Sint Maarten en op Saba. Ook hebben ze een prijs in ontvangst mogen nemen van het departement van Toerisme van Curaçao voor hun bijdrage aan het toerisme. Door deze grotere bekendheid kregen ze ook steeds meer aanmeldingen van anderen, die zich aan wilden sluiten bij de groep. Een danstalent is volgens Germain zo gespot. Om te kijken of deze persoon ook goed in de groep past, doet de nieuwe kandidaat eerst mee voor een proefperiode. Als dit vanuit beide partijen goed verloopt, krijgt ‘Golden Dancers’ er weer een lid bij.
De ‘Golden Dancers’ in Suriname Binnen ‘Golden Dancers’ is Germain meer dan alleen maar lid. Omdat de groep geen trainer of choreograaf heeft, hebben ze altijd zelf hun dansen op moeten bouwen. Daarbij hoort ook het uitzoeken van de muziek en deze eventueel aanpassen, de danspasjes en composities bedenken en niet te vergeten de kostuums. Germain heeft zich in dit geheel door de jaren heen ontwikkeld als leider, choreograaf, ontwerper en coach. Nu Germain in Nederland woont, kan hij die functies uiteraard niet meer uitoefenen, maar altijd als hij terug naar Curaçao gaat, stapt hij weer terug in zijn rol alsof hij nooit weg is geweest.
Nekst 2 - December 2007
Tijdens Germains eerste jaar vond hij het belangrijk dat hij eerst Tilburg, Nederland en de mensen beter leerde kennen. Hij moest zich daarom op meer dingen concentreren dan alleen het dansen. Nu hij zijn eerste jaar succesvol heeft afgesloten gaat hij weer meer tijd steken in zijn passie en besteedt hij iets minder tijd aan studeren dan het voorgaande collegejaar. Zo danst hij bij dansschool Factorium en bij het studentensportcentrum. Ook is hij bij het sportcentrum dit jaar met een demogroep begonnen. Dit is een groep die bijvoorbeeld ook aan wedstrijden meedoet. Er was hiervoor een auditieronde die Germain succesvol doorstaan heeft en hij mocht zich dus bij die groep aansluiten. De groepen waar Germain danst, hebben allemaal een andere dansstijl. Dus met al deze groepen bij elkaar, krijgt hij veel verschillende soorten dans aangeleerd. Zo doet hij jazz, streetdance en moderne dans. Toch zijn er nog meer stijlen die hij graag zou willen leren. Zo wil hij graag ooit nog ballet leren, omdat dat erg technisch is en hij zou graag leren stijldansen omdat hij altijd erg onder de indruk is van de wedstrijden. Hij heeft al de chacha en de quickstep geleerd tijdens een cursus van Studium Generale, maar hij zou er graag nog meer leren. Een echte voorkeur voor een bepaalde stijl heeft hij niet. Welke soort dans hem op een moment ligt, is afhankelijk van hoe hij zich voelt. Als hij dan toch moet kiezen, wordt het streetdance. Dit ligt het dichtst bij de cultuur van Curaçao. Ook omdat Germain de muziek die voor dit genre gebruikt wordt, namelijk R&B en hiphop, leuker vindt, doet hij het liefst streetdance. Germain vindt het jammer dat hij op dit moment nergens de functie van choreograaf uit kan oefenen. Toch bedenkt hij vaak dansen terwijl hij naar muziek luistert. “Als ik muziek hoor, dan is het net of de muziek tegen mij praat,” zegt hij. Door er goed naar te luisteren vormen zich in zijn hoofd allemaal ideeën en die zet hij later om in een dans. Misschien dat hij in de toekomst beginnende dansers kan trainen en daar dan ook meer van zijn eigen choreografie in de dansen kan brengen.
Nekst 2 - December 2007
Germain heeft heel wat toekomstplannen voor zijn passie. Toen hij erachter kwam dat Tilburg ook een dansacademie heeft, raakte hij daar ook wel in geïnteresseerd. Omdat
De demo-dansgroep het echter moeilijk is om als danser een goede baan te vinden, heeft hij besloten in ieder geval eerst zijn Bachelor Econometrie te halen. Omdat je lichaam het soepelst en fitst is als je jong bent, is het wel belangrijk om op een zo jong mogelijke leeftijd de dansacademie te doorlopen, dus dat zou hij dan willen doen voordat hij verder gaat met een Masteropleiding. Als het heel goed gaat met dansen zou hij zich graag weer volledig bij zijn oude groep in Curaçao aansluiten en alle kennis die hij hier heeft opgedaan, doorgeven aan de rest van de ‘Golden Dancers’. Omdat de groep alles zelf doet en geen trainer heeft, leert Germain hier veel meer, omdat hij veel trainingen volgt en daardoor zijn techniek kan verbeteren. Deze kennis draagt hij altijd als hij terug gaat naar Curaçao over, zodat ook de rest van de groep beter wordt. Hij zou graag met de ‘Golden Dancers’ naar bijvoorbeeld Amerika gaan en beroemd worden met dansen. Hij wilde eigenlijk al naar Amerika toen hij ging studeren, maar omdat hij alleen in Nederland studiefinanciering zou krijgen was Nederland toch een betere optie. Hij hoopt nu na zijn studie alsnog naar Amerika te kunnen gaan.
Hij heeft door zijn passie door de jaren heen veel geleerd behalve alleen dansen. Door zijn leiderspositie binnen de groep heeft hij geleerd hoe hij goed leiding moet geven aan een groep, hoe hij met mensen om moet gaan, hoe slechte en goede kanten van mensen te waarderen en hoe kritiek goed over te brengen zonder mensen te beledigen. Ook vindt Germain dat hij, door zich in de artistieke wereld te begeven, een eigen stijl en persoonlijkheid heeft ontwikkeld. Ook heeft hij goede vriendschappen opgebouwd met zijn mededansers. Hij heeft weinig slechte ervaringen opgedaan tijdens het dansen. Als het niet goed gaat is dat natuurlijk vervelend, maar dan moet je gewoon doorgaan alsof er niets gebeurd is en het de volgende keer beter doen. Germain vindt dansen een perfecte manier om te ontspannen. Hij vindt niet dat hij er andere dingen voor moet laten. Hij vindt het heel leuk om te doen en vindt dat het ook voor mensen die misschien minder goed dansen, toch een fantastische vrijetijdsbesteding kan zijn. Hij moet soms wel eens lachen als hij uitgaat en mensen ziet die totaal uit de maat dansen. Die vallen erg op, maar Germain vindt het leuk om te zien dat mensen er toch plezier in hebben. Mensen die niet durven te dansen, helpt hij graag. Hij wil ze graag laten zien dat dansen eigenlijk gewoon heel leuk is om te doen, ook al gaat het niet altijd goed. Op de vraag wie de beste dansers zijn, antwoordt Germain direct Wade Robson, ook wel bekend van ‘the Wade Robson Project’ op MTV. Ook de Russische balletdanser Nuryev vindt hij erg goed en als derde noemt hij Usher. Justin Timberlake vindt hij een klasse apart: een uitstekende entertainer die hele goede muziek maakt en daarbij ook nog eens goed danst. Wie weet kunnen we in de toekomst Germain Rodriguez ook aan het rijtje toevoegen. “Ik hoop het wel!” aldus Germain. [AT]
37
DE GULDEN MIDDENWEG COLUMN
In zijn boek ‘The Wisdom of Crowds’ beschrijft de Amerikaanse journalist James Surowiecki dat grote groepen mensen vaak beter beslissingen kunnen nemen dan de slimste persoon van de groep dat alleen kan. Is de gulden middenweg inderdaad de beste keuze? Een waarschuwing van uw Nekst-columnist
Consulting. Outsourcing. Investments.
Wij hebben onszelf in een nieuw jasje gestoken. Wedden dat het jou ook past?
‘Moet ik mijn studie afmaken?’‘Zal ik een gezinnetje stichten?’ Surowiecki suggereert dat je bij deze moeilijke keuzes in je leven maar het beste kunt kijken wat de meeste andere mensen doen, want alle mensen samen zijn uiteindelijk slimmer dan jij in je eentje. De gulden middenweg lijkt vaak verstandig, maar in zijn recente boek ‘Voor een echt succesvol leven’ legt filosoof Bas Haring uit dat er twee redenen zijn waarom grote groepen mensen massaal de plank mis kunnen slaan. Ten eerste is het zo dat bepaalde denkbeelden zichzelf goed verkopen, ondanks dat het wellicht helemaal niet zo’n goede denkbeelden zijn. Voorbeeld: het idee dat een hardwerkend en succesvol leven leuk is, verkoopt zichzelf heel goed. Econometristen die hard werken, komen namelijk presenteren op de Oriëntatie- en Voorlichtingsdag van de TEV en moeten uitstralen dat ze het leuk hebben. Maar misschien hebben al die econometristen die gestopt zijn met hun studie en nu een uitkering trekken het wel veel leuker. Alleen het probleem is dat die mensen altijd thuis op de bank hangen en diepvriespizza’s eten en dat niemand dus kan zien hoe leuk ze het hebben. Ten tweede is het zo dat sommige denkbeelden zichzelf makkelijk voortplanten, ondanks dat het wellicht helemaal niet zo’n goede denkbeelden zijn. Voorbeeld: het denkbeeld dat het leuk is om een gezinnetje te stichten is vrijwel niet uit te roeien. Mensen die neigingen hebben om gezinnetjes te stichten, maken lekker veel kinderen, die ook weer zulke neigingen hebben.
Dankzij de evolutie bestaat de mensheid dus altijd voor het merendeel uit burgerlijke mensen, die neigingen hebben om in rijtjeshuizen in Almere te gaan wonen. Ander voorbeeld: het denkbeeld ‘grote borsten zijn mooi’plant zich heel gemakkelijk voort. Vrouwen met grote borsten maken kindjes, die ook weer grote borsten hebben (of daarop vallen) en de evolutie zorgt er op deze manier voor dat borsten steeds groter worden. Echter, het denkbeeld ‘kleine borsten zijn mooi’ zal nooit lang bestaan. Als dat denkbeeld ooit populair zou blijken te worden, dan zouden vrouwen steeds kleinere borsten krijgen, totdat borsten uiteindelijk zullen verdwijnen. En daarmee verdwijnt dus ook het denkbeeld dat kleine borsten mooi zijn. Moraal van het verhaal: ben je nou zo iemand die braaf zijn of haar studie afmaakt, vind je grote borsten mooi en lijkt het je wel leuk om straks een gezinnetje te stichten? Wellicht ben je dan wel iemand die niet in staat is om zelfstandig na te denken. Wellicht ben je dan gegijzeld door gladde verkooppraatjes en je eigen opportunistische genen. Want laten we eerlijk zijn: van hard werken word je moe, borsten zijn ook maar gewoon twee zakjes met halfbolvormige melkklieren en kinderen zijn simpelweg strontvervelend. Dus wanneer je straks in het jaar 2017 op een regenachtige ochtend in de file staat om je kids weg te brengen naar de kinderdagopvang en je denkt: ‘Hé wacht eens even: iedereen doet dit wel, maar zo leuk is het helemaal niet!’ bedenk dan maar dat je Nekst-columnist je er tien jaar eerder al voor gewaarschuwd had.
Naam: Roel Mehlkopf Feit: Info Feit: Info Feit: Info
www.mercer.com
Nekst 2 - December 2007
39
SFEER ALS SUCCESFORMULE B E D R I J F S I N T E R V I E W E R N S T & YO U N G A C T UA R I S S E N B. V.
“Komen jullie maar naar het Yin Yang gebouw in Utrecht,” bevestigt Ellen Kessels onze afspraak om haar te komen interviewen. Twee onwetende Nekst-redactieleden vonden de onderstaande definitie in de Dikke van Dale: Yin Yang: Chinese begrippen. Yin en Yang zijn de twee tegengestelde elementen van het universum.
Het werd dus tijd om te gaan onderzoeken hoe Yin en Yang vertegenwoordigd zijn binnen Ernst & Young Actuarissen.
Naam: Ellen Kessels Leeftijd: 24 jaar Afdeling: Actuariaat Functie: Junior Consultant
Ellen is een oude bekende van beide redactieleden. Ellen zat namelijk in het bestuur van de TEV toen zij als groentjes uit het Zuiden van Limburg in Tilburg kwamen studeren. En zo verging het Ellen ook. In 2001 begon de in Lottum getogen goedlachse Junior Consultant aan de studie Econometrie & OR. In haar vierde jaar heeft ze haar studie op een laag pitje gezet en een bestuursjaar tussendoor gedaan. Tijdens dat jaar zag ze ontzettend veel bedrijven door bijvoorbeeld de Orientatieen Voorlichtingsdag en de Economische Bedrijvenweek Tilburg te bezoeken. Ernst & Young Actuarissen (voortaan: EYA) viel positief op tussen al deze bedrijven, en dit was dan ook de reden om meteen na haar bestuursjaar te beginnen aan een werkstudentschap in Utrecht. “Daarnaast hoorde ik enthousiaste verhalen van een studiegenoot die toentertijd werkstudent was bij EYA”Ze mocht korte (pensioen)berekeningen uitvoeren en voorzichtig één dag in de week proeven aan het actuariaatvak. Tijdens de eerste drie jaar van haar studie ging haar voorkeur uit naar OR/MS-vakken. Daarna heeft ze de overstap gemaakt naar de afstudeerrichting QF/ AS “Ik vond het carrièreperspectief in de OR/MSrichting minder aantrekkelijk dan dat in de QF/ASrichting, hoewel ik de QF/AS vakken té theoretisch vond.” Het werkstudentschap beviel uitstekend, dus logischerwijs koos ze ervoor om haar afstudeeronderzoek ook bij EYA uit te voeren. De waardering van collectieve overrente contracten met behulp van stochastische rentemodellen was het onderwerp van haar onderzoek. EYA had een Economische Stochastische Scenario-generator aangeschaft waarmee Ellen de contracten kon waarderen. Tijdens haar afstudeeronderzoek werd duidelijk dat EYA haar toekomstige werkgever zou worden. Dit mede doordat Ernst & Young als enige onder de actuariaatkantoren op alle gebieden van het
40
actuariaat werkzaam is. Ze houden zich bezig met pensioenberekeningen, maar ook met leven- en schadeactuariaat en asset management. Globaal is het werk binnen EYA op te splitsen in twee grote pijlers: Employee Benefit Services (EBS) en Financial Engineering (FE). Onder de eerste pijler valt al het pensioengerelateerde werk, onder de tweede vallen de certificeringen, audit-suppport en Asset Risk Management (ARM). Gedurende de eerste twee jaar als Junior Consultant binnen de ‘leerschool’ Ernst & Young krijg je de mogelijkheid om de verschillende werkzaamheden zelf te ervaren zodat je erachter komt welk werk het beste bij jou past. “Toen ik hier binnen kwam, had ik geen idee welke richting ik op wilde gaan, maar nu wordt het voor mij steeds meer duidelijk dat FE mij het beste ligt,” legt de oud TEV-bestuurder uit. “En,” voegt ze eraan toe, “er wordt veel tijd en energie gestoken in het intern opleiden van medewerkers”. Hierdoor blijft de kwaliteit van Ernst & Young gewaarborgd. Verder zijn er altijd doorgroeimogelijkheden. “Als jij er klaar voor bent om naar een niveau hoger te gaan, dan gebeurt dat. Op die manier blijft het werk altijd vernieuwend en uitdagend.
Animatie van het nieuwe kantoor in Amsterdam-Zuid Ook de goede sfeer is een belangrijk kenmerk van het bedrijf.. Alle medewerkers dragen bij aan het waarborgen van de goede cultuur. “Iedereen is
Nekst 2 - December 2007
ambitieus en gedreven, maar hier heerst geen ellenbogencultuur,” weet Ellen ons te melden. Dit omdat alle werknemers erbij gebaat zijn als kennis zo snel mogelijk van boven naar onder doorgegeven wordt. “Daarom zitten we met minstens twee mensen met een verschillende functie op een kamer en staan de deuren altijd open zodat de drempel om vragen te stellen nog lager wordt,” legt Ellen uit. Die open deuren dragen natuurlijk ook bij aan het gezellig bijkletsen na het weekend of tijdens de
uur die ze minimaal werken per week. Het is zelfs mogelijkheid om af en toe thuis te werken, zolang je maar bereikbaar bent voor de klant en je collega’s. Deze typische consultantschets bevalt Ellen wel. Jonge, vlotte collega’s met ambitie zijn fijn om mee samen te werken. Dat betekent echter niet dat er alleen maar gladde consultants binnen EYA werken, maar wel mensen die talentvol zijn. “Een goede mix van kwaliteit en persoonlijkheid vinden we heel belangrijk,” licht Ellen toe.
met haar mentor een aantal doelstellingen geformuleerd om dit jaar aan te werken. Zo gaat ze een presentatie geven over haar afstudeeronderwerp om aan iedereen, inclusief senior managers en partners, kennis over te dragen over dat onderwerp. Tevens gaat ze een artikel publiceren in het bedrijfsblad EYe on Finance. Ook heeft ze meer algemenere doelen gesteld over opdrachten die ze wil uitvoeren dit jaar en de vaardigheden die ze wil verbeteren.
“J e m o e t d e d r i ve e n p a s s i e h e b b e n o m ve e l ve r s c h i l l e n d we r k te d o e n . ” koffie. Ellen kan dit erg waarderen en het doet haar terugdenken aan haar tijd op de TEV-kamer. Ook de directie doet haar uiterste best om de sfeer goed te houden. Het jaarlijks terugkerende skiweekend is daar een uitstekend voorbeeld van. Ook tijdens speciale gelegendheden worden de werknemers niet vergeten. Toen Ernst & Young Actuarissen afgelopen voorjaar vijftien jaar bestond, is de hele afdeling overgevlogen naar Barcelona om daar een weekend lang haar ‘verjaardag’ te vieren. “Natuurlijk moeten we het jaarlijkse fietsweekend niet vergeten,” lacht Ellen afsluitend. “Feit is dat bijna niemand binnen onze afdeling een echte wielerfanaat is, maar een gezellig weekendje fietsen wordt niet afgeslagen. Vooral dat laatste is belangrijk, het gaat om de gezelligheid.” Gelukkig wordt er naast alle gezelligheid ook nog gewerkt. Ellen begint een normale dag ongeveer tussen 8.00 uur en 9.00 uur, en vertrekt tussen 17.00 uur en 18.00 uur. Maar als er een grote klus nog niet af is, vindt niemand het een probleem om een keer tot laat door te werken. “Maar dit komt niet zo heel vaak voor hoor,” kalmeert Ellen de twee redactieleden. Alle werknemers zijn zelf verantwoordelijk voor de veertig
Nekst 2 - December 2007
De rol van consultant is niet voor iedere econometrist weggelegd. Je moet de drive en passie hebben om veel verschillend werk te doen. Ellen is bijvoorbeeld deze week bezig met zes opdrachten die betrekking hebben op verschillende gebieden van actuariaat. Daarnaast bestaan er vaak geen kant en klare modellen voor de opdracht die je gaat uitvoeren. Als consultant moet
Maquette van het nieuwe kantoor in Amsterdam-Zuid je creatief kunnen zijn met modellen om problemen op te losssen. Toch willen we iets dieper ingaan op het leven van Ellen als Junior Consultant. Toen ze in april bij Ernst & Young kwam werken heeft ze samen
Het wordt min of meer verwacht wordt van alle EYA-medewerkers dat ze doorstuderen tot actuaris AG. Ellen is hier in september mee begonnen. Dit heeft niet alleen een voordeel voor het bedrijf - de kwaliteit van de werknemers gaat immers omhoog - maar ook voor Juniors als Ellen: “Een extra titel is natuurlijk nooit weg en je leert veel kennis die je meteen in de praktijk toe kunt passen.” Naast de studie actuariaat worden er ook veel interne trainingen gegeven. Verkoop, communicatie en presentatievaardigheden zijn hier enkele voorbeelden van. Zelf gaat Ellen samen met een collega een training ‘Derivaten en risicomanagement’ geven. En met de Yin en Yang zit het gelukkig ook goed binnen Ernst & Young Actuarissen. “Er wordt geprobeerd een goede balans te vinden tussen mensen op verschillende kamers en binnen de verhouding mannen en vrouwen.” Ellen heeft namelijk niet te klagen over het aantal vrouwelijke collega’s. Twee van de vijf Senior Managers op de afdeling zijn zelfs vrouw. Of Ellen deze kans ook gegund is, weten we natuurlijk niet. “Ik wil in ieder geval zo hard mogelijk groeien en zo snel mogelijk actuaris AG zijn” sluit Ellen het gesprek af met een brede glimlach. [BH]
41
N AT I O N A L E C O N O M E T R I C I A N S D AY
Bij Aon voel je je gewaardeerd om je eigen inbreng en probleemoplossend vermogen
COMMITTEE PROFILE
The National Econometricians Day (in Dutch: Landelijke Econometristendag, LED) is an annual career event organized specially for students in Econometrics and Operations Research. This year the LED is organized by a committee of the TEV. Every student working on his or her future or who is interested in what life can be after their studies, should not miss this fantastic event. After a great edition in Amsterdam, the National Econometricians Day will be held in the south of the Netherlands this year. The futuristic and eye-catching Evoluon in Eindhoven is the place to be on the 21st of February. Seventeen companies will present themselves by means of presentations and a case suitable in particular for econometricians. The day will also be filled with an interesting opening
speech, an information market where you can meet all the companies of the day in an informal setting, a lunch, a three-course dinner and a big party. The companies that are participating in this event are from almost every branch of industry where econometricians work after their studies. Both if you are just curious about what work you can do after your studies and if you are looking for a job, internship or a place to work during your study the LED can help you. The participating companies are AEGON, Deloitte, De Nederlandsche Bank, Hewitt, ING, KPN, KPMG, Ministerie van
Economische Zaken, Optiver, ORTEC, PGGM, Shell, The Boston Consulting Group, TNT Express, TNO ICT, VODW Marketing and Watson Wyatt. Lex Schrijver will open the day by giving a very interesting lecture about his work for the new train schedule of the Dutch railway company, the NS. After the cases, the information market can provide you with a drink while you have the opportunity to talk to your fellow econometricians and the representatives of the companies. The three-course dinner is an informal ending of the day after which a big party will erupt. This year the location of the party is not a boat, but we can assure you it is going to be a fantastic party like every year. This year the National Econometricians Day is organized by a TEV committee. We started in March meeting up weekly and as the months past by the meetings began to take more and more time. A normal meeting takes around two or three hours, with Josine who tries to keep us all focused on important issues, instead of wild ideas and creative jokes with the word LED (like: LED’s have a party). Besides Josine Janus our committee members are Stefan Damen, Evelien Kerkmeijer, Inge Pulles, Tim Thijssen, Linda Vos and Kay Mennens on behalf of the TEV board. We also have Mark Timmermans as our one-man Board of Advice. Our first job as committee was to find a location large enough for the LED. Unfortunately we could not find such
a location in Tilburg, so we began to look outside Tilburg and the Evoluon immediately caught our eye. After the location was fixed the real treasuring begun. With four PR people we managed to get some special interesting companies to come to the LED. It was hard work with disappointments and a lot of phone calls but in the end it gave a great feeling of satisfaction when a company said yes to
From left to right: Linda Vos, Stefan Damen, Evelien K e r k m e i j e r, Tim Thijssen, Josine Janus, Kay Mennens en Inge Pulles our offer. At this moment we are very busy with the website and the program booklet, which will arrive very soon. Last of all, we want to advise you to subscribe on time because last year the limit of students to participate was reached. Hope to see you all the 21st of February! Inge Pulles, LED committee 2008
Voor onze vestigingen in Amsterdam, Purmerend,
Aon Consulting is wereldwijd de op twee na grootste risico-adviseur
Rotterdam en Zwolle zoeken wij econometristen voor
op het gebied van arbeidsvoorwaarden en verleent in Nederland
functies als starter, werkstudent of stagiair.
adviesdiensten aan (beursgenoteerde) ondernemingen en pensioenfondsen. De Aon Actuariële Adviesgroep biedt adviezen en praktische ondersteuning op het gebied van pensioenen. Het dienstenportfolio
Heb jij de ambitie om (actuariële) vraagstukken op een ondernemende
strekt zich uit van strategische beleidsadvisering, pensioenadvies en
en creatieve manier op te lossen en je al doende het vak eigen te
administratie tot en met procesbegeleiding en tijdelijke ondersteuning
maken of wil je als startend professional, werkstudent of stagiair
bij bijvoorbeeld implementaties en detachering. Aon is thuis in alle
vast ervaring opdoen? Kijk dan op www.aon.nl (onder vacatures)
actuariële diensten. Van kostenprognoses, waarderingsberekeningen
voor meer informatie of bel Stacey René op telefoonnummer
en certificering van jaarstukken tot en met analyse van beleggings-
010 448 73 98.
resultaten.
3599ea
42
Nekst 2 - December 2007
R i s i c o m a n a g e m e n t
•
E m p l o y e e
B e n e f i t s
•
V e r z e k e r i n g e n
S T R E N G E D O C H R E C H T VA A R D I G E HUISBAAS
TITEL
OP KAMERS
INTERVIEW
Midden in het doolhof van eenrichtingstraatjes en wegwerkzaamheden ligt het kantoor van een oude
InleidingPerilis duismolobor sed do od te tetuerci tet volorperiure facil enim dolenibh ese digna commodipit,
textielfabriek. Dit is nu in gebruik als studentenhuis en huist onder andere twee studenten Econometrie.
sequat.
Het gigantische aantal bellen bij de voordeur verraadt al dat de twee tweedejaars econometristen hier alles
Lorperaesto od molorero do et lumsandit wis nisissequis doloreetue tie velis dolore delit velenim vullutpat
behalve alleen wonen.
aliqui tat. Ecte tat, quiscidunt vent ver iliquis ad ero dolor
Naam: Ester op ‘t Veld Startjaar studie: 2006 Oppervlakte kamer: 20 m 2 Prijs: Euro 246,Huisgenoten: 19 Adres: IJzerstraat 3-13
44
Het bezoek van twee leden van de Nekstredactie aan dit monumentale pand aan de IJzerstraat is voor bewoners Esther op ’t Veld en Chantal van der Helm reden om een lekker pittige lasagne klaar te maken. In de keuken, die tevens als woonkamer dient, zijn meerdere ovens en fornuizen. Dit is ook wel nodig, want het huis bestaat uit maar liefst twintig kamers. Chantal en Esther vinden dat dit zowel voor- als nadelen heeft. Je bent bijna nooit alleen thuis dus er is altijd wel iemand om een praatje mee te maken of om mee te eten. Een van de nadelen is dat je bijvoorbeeld geen mensen aan kunt spreken op hun stapel afwas die daar al weken staat omdat je gewoon niet weet van wie deze is. Het is een keer voorgekomen dat een huisgenoot genoeg had van de alsmaar groeiende stapel afwas dat hij dreigde iedere avond alle afwas weg te gooien die er nog stond. De daarop volgende avonden is er veel servies gesneuveld. Verder zijn de onderlinge irritaties gering. Natuurlijk hoor je door de dunne muren wel eens iets, maar het heeft nooit tot problemen geleid. Chantal en Esther wonen wel samen in huis maar doen niet alles samen. Zo fietsen ze bijvoorbeeld niet samen naar de universiteit omdat Chantal langzamer fietst dan Esther en liever wat eerder vertrekt. Wel kijken ze vaak samen naar Sex and the City en ze vinden het ook heel handig dat ze altijd iemand in de buurt hebben om vragen aan te stellen als ze aan het studeren zijn. Vorig jaar aten ze ook wel eens samen of schreven ze zich in op de lijst om met het hele huis te eten. Nu eet Chantal niet meer zo vaak thuis. Als ze thuis eten, eten ze eigenlijk altijd in de keuken. Met zoveel bewoners lukt het toch om het huis schoon te houden. Iedereen in huis heeft zijn eigen schoonmaakspecialiteit. Zo is het de taak van Chantal om er voor te zorgen dat de vloer in de keuken schoon is. Esther houdt het washok, waar de drie wasmachines staan, schoon. Er is een huisgenoot die erop toeziet dat iedereen ervoor zorgt dat zijn of haar taak gedaan. Als dat niet is gebeurd, dan staat daar een geldboete op. Maar
volgens Esther worden deze boetes niet altijd even consequent uitgedeeld. Op woensdag komt de huisbaas controleren en dan moet alles schoon zijn. Dat de huisbaas wekelijks komt en alles streng in de gaten houdt, vinden Chantal en Esther niet erg. “Ze heeft wel gelijk.” Ze wijst de bewoners erop dat, in verband met de brandveiligheid, de gangen altijd vrij moeten zijn en dat de bewoners moeten controleren of de batterijen van de rookmelders niet leeg zijn. Esther en Chantal wonen op de eerste verdieping. Esthers kamer is met zijn twintig vierkante meter de grootste van de twee. De kamers op deze verdieping hebben een erg hoog plafond. Om ruimte te sparen is in alle kamers standaard een hoogslaper ingebouwd. Doordat Esther haar bed niet op de vloer hoeft te zetten heeft ze veel ruimte in haar kamer. Het mooiste aan haar kamer vindt ze het hoge plafond. De scheuren in het gipswandje dat haar kamer van de kamer ernaast scheidt, vindt ze het grote minpunt aan haar kamer. Dit probleem heeft ze echter opgelost door twee rode stoffen banen op te hangen. Dit lost niet alleen het probleem op, maar ziet er ook nog eens mooi uit. Hierdoor wordt de hoogte van de kamer ook geaccentueerd. Chantals kamer is net zolang als die van Esther, maar is een meter smaller.
Het verschil in prijs is echter maar zeven euro. De indeling van Chantals kamer is bijna precies hetzelfde als die van Esther. Ook zij heeft een ingebouwde hoogslaper en een eigen wasbak. Chantal vindt de wasbak echter maar vervelend, want hij is vaak verstopt. Ze is wel erg blij met het grote raam. Opvallend in haar kamer is het kleurrijke schilderij van een olifant dat een vriendin voor Chantal gemaakt heeft voor haar achttiende verjaardag. Chantal is erg tevreden met haar kamer, maar hoopt toch dat ze binnenkort door kan schuiven naar een grotere. Esther kwam al vroeg in haar eerste jaar als student in dit huis wonen. Door het MAK-kamp en de TIK-week was ze erg enthousiast geworden over Tilburg en ze wilde graag zo snel mogelijk op kamers. Haar ouders wilden liever dat Esther eerst even zou afwachten hoe het met de studie ging voordat ze op kamers ging. Maar Esther, die vanuit haar oude woonplaats Maasbracht twee uur moest reizen, had hier genoeg van en wilde graag het studentenleven meemaken. Toen ze haar ouders vertelde dat ze een kamer in dit huis kon krijgen hebben ze toch toestemming gegeven. De kamer die ze toen kreeg, was echter niet dezelfde als die ze nu heeft. Als er een kamer vrijkomt in het huis, mag de langstzittende als eerste kiezen of hij of zij door wil schuiven naar de nieuwe kamer. Als die persoon dat niet wil, wordt de volgende gevraagd totdat de laatste aan de beurt is. Als die de kamer ook niet wil, dan is de kamer vrij voor de nieuwe huurder. De bewoner van de kleinste kamer, ook wel ‘het kerkertje’ genoemd, kan vaak niet wachten tot er een betere kamer vrijkomt, dus nieuwe bewoners komen meestal eerst in de kleinste kamer terecht. Zo heeft ook Esther meer dan een half jaar in het kerkertje gewoond voordat haar huidige kamer vrijkwam. Toen Chantal in Tilburg kwam studeren had ze al snel een kamer gevonden op de Hogeschoollaan via Wonen Breburg. Ook voor haar kost het reizen naar Tilburg twee uur vanuit Wijk bij Duurstede.
Nekst 2 - December 2007
Nekst 2 - December 2007
De kamer die ze had gevonden was voor haar echter niet de perfecte kamer. Ze had daar slechts één huisgenoot en daar deed ze niet zoveel mee samen. Verder had Chantals oude kamer nog meer nadelen. Haar oude kamer was op de begane grond en ze vond het ver fietsen van huis naar hartje stad. Toen kwam er bij Esther in huis een kamer vrij. Esther woonde toen nog in het kerkertje maar ze vond de vrijgekomen kamer niet de moeite waard om uit haar kerkertje te vertrekken en wilde liever op een betere kamer wachten. De ligging vinden de dames ideaal. Het is wel veertien minuten fietsen naar de universiteit, maar het is een paar honderd meter lopen naar de stad. Dus na het uitgaan hoeven ze niet meer ver door het donker te fietsen. De buurt vinden ze erg fijn. Er zijn altijd mensen op straat en café Kandisky zit om de hoek. Daar gaan ze regelmatig een lekker biertje drinken. De enige negatieve ervaring die Esther hier heeft gehad, is de inbraak die drie maanden geleden plaatsvond. Er is toen iemand terwijl ze sliep via het raam haar kamer binnengekomen en heeft haar laptop meegenomen. Esther is wel blij dat ze niet wakker is geworden terwijl de inbreker er was. Chantal heeft alleen last gehad van een gluurder in haar vorige huis, maar heeft in haar nieuwe kamer gelukkig niets vervelends meegemaakt. Al met al wonen ze hier allebei erg graag en hopen nog lang in dit huis te kunnen blijven wonen. [AT]
Naam: Chantal van der Helm Startjaar studie: 2006 Oppervlakte kamer: 15 m 2 Prijs: Euro 239,Huisgenoten: 19 Adres: IJzerstraat 3-16
45
“ A N D T H E W I N N E R I S . . .” L E C T U R E R O F T H E Y E A R AWA R D
Dinsdag 20 november vond de jaarlijkse docentenverkiezing plaats in de Black Box. Kwart voor drie werd iedereen geacht aanwezig te zijn. Na wat geknipper met de lichten, Prof.dr. Magnus was namelijk bang dat als het té donker in de zaal zou worden, mensen in slaap zouden gaan vallen, begon het in de verlichte ruimte.
De eerste lezing wordt gehouden door Prof.dr. Jan Magnus. In zijn presentatie laat hij zien dat er ook een serieuze kant aan sport zit. Sport kan je goed gebruiken om te bekijken hoe mensen handelen in economische situaties. Hierbij moet je denken aan topsporters die bij het winnen van een belangrijk toernooi een groot geldbedrag kunnen winnen. Belangrijk zijn dus de kansen van een bepaalde speler om een wedstrijd te winnen, dit laat Prof.dr. Magnus zien met tennis. Om die kansen te kunnen benaderen, moet je dus van een groot aantal sets noteren wie er heeft geserveerd en wie die set vervolgens heeft gewonnen. Die uitkomst leek heel verassend, namelijk het bleek dat de persoon die de service ontvangt in het voordeel is bij het winnen van een set. Als je er echter beter over nadenkt, blijkt dat er een denkfout is gemaakt. Wanneer je namelijk in een bepaalde set mag serveren, is het erg aannemelijk dat je de set ervoor verloren hebt. In zekere zin is de speler die dan mag serveren dus ‘slechter’ dan zijn tegenstander. Het is dus best logisch dat de resultaten laten zien dat wanneer je de service ontvangt, je een grotere kans om te winnen hebt. Die persoon is namelijk gewoon beter! Dit als voorbeeld van wat er in de presentatie is behandeld.
Het wereldrecord van de marathon voor vrouwen ligt op dit moment bijvoorbeeld nog op twee uur en vijftien minuten. Het endpoint ligt daar echter negen minuten onder. Dit record zou dus met nog negen minuten te verbeteren zijn. Als laatste spreker komt dr. Kuper uit Groningen naar voren. Hij heeft afgelopen jaren gewerkt aan het voorspellen van het aantal medailles van landen bij de Olympische spelen. Het aantal medailles die gehaald zijn per land bij de Olympische spelen in Sydney zijn nu te lezen op de Australische statistische website. Dit vindt hij echter niet zo leuk, het achteraf bekijken. Hij voorspelt het liever, zodat je later vergelijkingen kunt maken. In de loop van de jaren zijn er ook bepaalde Olympische sporten afgeschaft. Tot 1900 was het schieten van levende duiven bijvoorbeeld nog een Olympische sport.
Tot slot de uitreiking waarbij de vraag van velen eindelijk wordt beantwoord: “Wie wordt de beste docent van het jaar?” Wordt het Peter Borm, waarover wordt gezegd dat hij erg enthousiast is op zijn eigen vakgebied, of Dick den Hertog, ‘the nice guy’? Of misschien wel Marieke Quant, die door velen als erg sympathiek wordt gezien. Andere genomineerden zijn Hans Schumacher, een vrolijke docent en Dolf Talman, die altijd bereid is om mensen te helpen. Dan komt echt de gouden envelop eraan met het antwoord en na wat trommelgeroffel weten we het allemaal: Marieke Quant is de docent van het jaar 2007/2008. Haar eerste reactie: “Ontzettend leuk, maar ik had het niet verwacht”. Toen ze de vele felicitaties in ontvangst had genomen, ging het feestje nog even verder in Esplanade waar de borrel plaatsvond. [HB]
Na een kort inleidend praatje van Prof.dr. Magnus, kan Prof.dr. Einmahl naar voren komen. Centraal in zijn lezing staan de uiteindelijk best haalbare wereldrecords voor verschillende atletische evenementen. Maar ook hoe moeilijk het is om deze wereldrecords nog te verbeteren. Dit wordt echter wel bekeken voor de nabije toekomst. Met wiskundige formules kan je een ‘endpoint’ berekenen. Dit is volgens de formule het best haalbare wereldrecord.
of weet jij* een betere plek voor het echte werk? www.werkenbijpwc.nl Assurance • Tax • Advisory
*connectedthinking 46
Nekst 2 - December 2007
©2007 PricewaterhouseCoopers. Alle rechten voorbehouden.
T H E E N G L I S H WAY O F L I V I N G EXCHANGE REPORT
Getting to know the culture and language, cv-building, to get a break from your normal studies etcetera. These are the most common named reasons to go abroad. I have been wanting to go abroad ever since I was young, just for the experience, and the choice for England was quickly made: I simply love their accent.
So it was really just a matter of language. I did not expect to experience a culture shock. Of course, we all know the English love to drink tea, they drive on the wrong side of the road, it is always raining cats and dogs (which was not exactly the case: I have had beautiful weather) and that the elderly are extremely polite and helpful. But did I expect English girls to go out and get completely wasted every chance they have got? With clothes on that probably would have fitted them six years ago? Although I have had a preview of this in Ireland on the Business Research Program last year, I did not expect it to be this bad.
Name: Iris Blankers Begin studies: 2004 Country: United Kingdom
the lectures finished (which took twelve weeks, there was a month Easter break). Since the teachers thought that would not give us enough time to prepare for the exams, they finished at least two weeks earlier. Together with all the canceling of lectures and the set-up of the exam, there was not too much to study. And so I did not. At the exam I found out studying was not necessary at all for me. I passed all my exams with grades between 70-80%, which was translated to 8-8.5 in the Dutch system. So apart from the experience, it was also a good way to raise my average grade.
Also the method of teaching was completely different. More than often we would get an email from a teacher a few hours before class saying he did not feel like teaching, so he would not be there. We could work on our assignment instead.
As you probably would have guessed, I had a lot of spare time. I cannot say I enjoyed that at the beginning. As I came there only for the second semester as one of the few, it was hard getting to know people at first. Luckily, after a few weeks, I had made a lot of friends and ended up doing lots of fun things with them. Unfortunately, most English people I met, were extremely busy with their studies (I wonder), so most of my friends were international and if anything made my English worse... (try talking English at regular speed with French or Spanish people) Despite that, I ended up having a great time with the international students! I became much better at playing pool, since that was how we spent almost every evening.
The exams were supposed to be immediately after
48
Edinburgh (pronounced as Edinbra) was for an entire weekend. Just outside its city centre there is lots of ‘real Scottish’ nature. Just how you imagine Scotland, and place that in the middle of a big city. Thus, we spent one day climbing hills and enjoying the landscape. Of course, we also visited the castle and some other tourist attractions in the city.
netball team (a typical English sport), who had training three times a day. The International Student Association (ISA) also organized International Day, on which every international student was supposed to represent his or her country on a sort of market. For this purpose, I got in touch with the other Dutchie, Peter from Eindhoven. Together we represented the Netherlands with ‘stroopwafels’, liquorice, windmills, clumps and of course tulips. Lots of people had been to Amsterdam, but apart from that they thought we were Neverland (Peter Pan). Nevertheless, we had a great day teaching people about our country and drugs policy!
him to an ISA party in Loughborough and because he liked the international life so much, he is now in Spain experiencing it himself. After my exams, my boyfriend came to visit me. Loughborough campus was already emptied when he got there. After I had showed him Loughborough, we spent three days in London. This time I managed to see more of London than just the tourist attractions, like the Arsenal stadium, the shops and the night life. After these days, we flew home. So then, back in the Netherlands. Was there a reverse culture shock? No, not really. It took a while to get used to people around me being able to understand me when
The Easter Break was soon after this visit to Edinburgh. I stayed in Loughborough for the first week of it, but it was extremely boring, because everyone else had left for home. So I went back to the Netherlands for four weeks (I decided to stay a bit longer to be able to celebrate my dads 50th birthday).
Also the first time I took the bus I was shocked. It is extremely normal to form a queue while waiting for the bus. Whoever comes first, gets in first. This straight line of people can go all the way around the corner if necessary! Now, back in the Netherlands and traveling once a week during rush hour to Utrecht, I wish I was back in England. The other thing that shocked me was the simplicity of my studies. The courses were five ECTS worth. With one more course than usual I expected I would have to study a lot. The Faculty of Economics is quite small in Loughborough (pronounced as Lufbra), which resulted in very small choice in subjects for me. All the subjects worked the same. There were five topics to be discussed. On the exam you would get five essay questions, of which you could choose two to answer. Most of the questions were known in advance. Hence, there was no need to understand it all. The grade would be a percentage, and you would get a pass with 40% or higher!
Loughborough has an International Student Association (ISA) organizing parties once every two weeks and trips every Saturday. Because Loughborough town is quite small, it was not the best place to hang out. We were grateful for the parties and trips and we organized a few ourselves. The best visits with the ISA were Edinburgh (Scotland), Bath and Cardiff (Wales).
Nekst 2 - December 2007
The Easter break is of a month length because Loughborough University is a sports university and (one of ) the best in the UK. So in the holidays talented children and national teams of all kind of sports came to practice at our facilities. Those facilities were huge. Next to that, more than half of the students live on campus, which results in a university campus bigger than the town Loughborough itself. By bike, it took almost half an hour to cross the campus. While with 12,000 students, it is not much bigger than Tilburg University (11,000 students). Living on campus at a sports university was a lot of fun. There is always a match to see and you can wonder around in your sports clothes all the time. I played basketball on the second team, which ‘only’ practiced four times a week. I say ‘only’ because there were some students, mainly from the
Nekst 2 - December 2007
My last trip with the ISA was to Cardiff, in Wales. The Welish language did not look like English at all to me. Fortunately, in Cardiff they all speak English on the streets. Cardiff has a beautiful bay with lots of tourist attractions, nice buildings with green surroundings, the Millennium stadium and of course Roald Dahl was born there. If you would ever go to the UK on holiday, make sure not to miss Cardiff and Edinburgh.
I speak Dutch. But after a few weeks, it was like I never left. Luckily, I still have my memories and photos.
Of course, I also went to London, which was only one and a half hours by train. When Ramon van Schaik, also a member of the TEV, came to visit me, we went there for a day. We managed to see every large tourist attraction in this one day! Afterwards I took
49
“A U N I Q U E C O O P E R AT I O N ” BANKING CYCLE 2007
In the beginning of April 2007, six enthusiastic committee members from three different study associations shared their first ideas about what had to become the activity of the year: the Banking Cycle 2007. After a lot of fruitful brainstorming and of course some arguments and disagreements as well, we came to the concept as it is now, a three-day trip to Amsterdam where six different financial institutions are visited. After deciding about the general intent of this activity, we could start organizing all the other things that had to be taken care of. Like approaching companies, deciding about the date and the number of participants, booking the hotel (for a moment even the ‘Hilton’ popped up in our minds), designing the website and of course taking care of the promotional activities.
Name: Eline Dekker Association: VITE International
Fortunately, everything went quite well. Before the summer holidays we already settled the six companies that we would visit for presentations, cases, lunches and dinners: ABP, ABN Amro, De Nederlandsche Bank, Kempen & Co, SAEN Options and Fortis. One by one very interesting and wellknown financial institutions that would lead to a broad and diversifying program in November. However, the thing that we were still a little bit nervous about was the subscription procedure. Had our promotion been attractive enough? How many students would subscribe? What kind of students are the companies actually looking for? In October it turned out that this was something we did not have to worry about. 63 Students subscribed for our activity. Via a thought-out selection procedure the companies choose the twenty participants that were the lucky ones to join the Banking Cycle 2007. After all these months of work it finally took place, the kick-off of the first edition of the Banking Cycle: three days of hard work and hopefully a lot of fun as well. At 7.00 am in the early Wednesday morning the committee and participants had to gather together with their suitcases (which varied strikingly from person to person from three to twenty kilos ) at Tilburg Central Station. Once arrived at Schiphol the suitcases were safely dropped and we could head to ABP in the World Trade Center. After a small word of welcome by Kay, the chairman of the committee, the Banking Cycle could really get started by the presentation of ABP,
50
taken care of by the HR department. We got a really nice overview of the company itself and especially its investment department. We were told that ABP is currently the world’s second largest pension fund. A career at ABP investment therefore means that you are jointly responsible for more than €214 billion of invested capital. Incredible! After the presentation we worked on a case related to ABP’s real estate investments and defend an IPO or HOLD strategy for a particular investment, keeping in mind ABP’s strategy, portfolio and position in the market. The case was really challenging and called upon our quantitative skills as well, unfortunately we were not all educated as Econometricians! After this interesting and intensive morning program we even got to see a glimpse of the trading floor where the traders were dealing actively at that moment. In the afternoon of this Wednesday we visited ABN Amro in their gigantic and beautiful headquarter at the ‘Zuid-as’. After some caffeine shots and informal talks, we got to know a lot more about ABN Amro itself, the acquisition by the consortium and the different career opportunities after graduation. A couple of current trainees, who studied in Tilburg as well, were also present to tell us all the ins and outs about the Investment Banking Traineeship. The case afterwards dealt with the question what to do after an LBO, or more specifically, which exit strategy would you take? Sell it to another private equity company, a strategic partner or go for an IPO? We could use an extensive booklet to come to our conclusions, or just think logically and present it in the most convincing way. After this long day of hard work we were delighted to have dinner together with some ABN Amro representatives on the 23rd floor of the building, with an absolutely fantastic view of Amsterdam by night! Before heading to the Dickys (thé place to be for all young, single high-potentials working at the Zuid-as) to have some more drinks, we had the
Nekst 2 - December 2007
chance to see the enormous trading floor (over a thousand square meters) situated in the basement of this headquarter. Next morning, after a short night in our fourstar hotel, it was a little bit more difficult to wake up early. Maybe the afterparty at Paradiso had some unintended side-effects. But due to the non-ignorable wake-up call by the receptionist, (almost) everyone could enjoy the nice English breakfast and get ready for day two. At De Nederlandsche Bank (DNB), the first company to visit this day, we were able to explore the differences between a profitmaking company and a government institution. Showing your passport when entering, workweeks of less than forty hours and getting in contact with ministers on a regular basis are just some examples. The case study afterwards was about giving advice on the pending requests for a takeover. Two banks are interested, which bank is allowed to acquire the third one and why? It was interesting to see how DNB deals with M&A’s as well, but then from another point of view as the Investment Banks. After lunch it was time to visit Kempen & Co, a merchant bank that provides various specialized services in asset management, corporate finance and securities. One of the most exciting parts of this day was the case at Kempen & Co: we played a reallife asset management game, something totally different than what we did before. In small groups, we had to outline an investment policy and allocate the assets of a pension fund in an optimal way over a five years time horizon. Paying attention to risk, performance and the changing economic situation it was not that easy, but definitely challenging. To conclude the visit we headed again to Dickys to have dinner and drinks with quite some Kempen & Co representatives. That night we were convinced that you can still enjoy nightlife when you are a working (wo)man, because some guys of Kempen & Co even accompanied us to the Cooldown Café!
Nekst 2 - December 2007
Then, after touching our pillows for only a couple of hours, the last day of the Cycle had already started. Breakfast took not more than five minutes this time and the ties were just tied in the tram to SAEN Options. The office of SAEN Options looks
Heineken and Grolsch both wanted to take over a German beer brewer. A final transaction was reached after different negotiation rounds, including some heavy discussions and noticeable tensions between the different teams!
totally different from the new, big and fancy ones we saw the previous days. Only a small nameplate on the front door betrays that SAEN Options is situated there. But during the presentation we were told that they will move to Beursplein 5 next year, which is of course a big progress! The interactive session at SAEN Options was again really something different. We played a trading game (dice included!) to explore the differences in market making and market taking. During the subsequent lunch we were able to talk to some real option traders, since the market was very quiet that day because of Thanksgiving. Lucky us.
We concluded the Banking Cycle 2007 together with a lot of Fortis representatives during their regular Friday afternoon drink. Even the director of the Corporate Finance division was present to have a small talk with us. After this interesting and fruitful liquid dinner (as they call it) we could head to Tilburg again to get catch up some sleep!
And last but not least, after a short walk over the Dam, we arrived at Fortis. Where we were invited by the Corporate Finance (CF) & Capital Markets (CM) division. Here we had to bite into the so called ‘Beer Case’, which sounded of course very interesting for us as students. It was the best case we could get on a Friday afternoon! No yawning anymore, but being active! We had to play a simulation game in which
Altogether we can look back at a very successful first edition of the Banking Cycle. A challenging and interesting activity, organized by a very enthusiastic committee and attended by a group of intelligent students from Tilburg. I wish the next Banking Cycle committee lots of success organizing this magnificent activity next year and hopefully you will join as well!
51
BLOED, ZWEE T EN TRANEN OP DE SPELLENMIDDAG
7AT ALS HAAR PENSIOEN LEEFTIJD SAMENVALT MET EEN BEURSKRACH
SPELLENMIDDAG
Op maandag 26 november was het eindelijk weer zover: de jaarlijkse spellenmiddag stond op het programma. Vele tristen waren bijeengekomen om het tegen elkaar op te nemen, met als doel eeuwige roem te verwerven tijdens de vele potjes Risk en de verschillende kaartspellen.
De activiteit werd georganiseerd door de Sport-, Borrel- en Feestcommissie. Zij zorgden ervoor dat er een geschikte locatie geregeld werd en dat er pizza’s bezorgd werden om de middag passend af te sluiten. De deelnemers werden verzocht hun eigen spellen mee te nemen. Aan deze oproep werd massaal gehoor gegeven.
Naam: Roel van Buul Startjaar studie: 2006
Kolonisten van Catan, Machiavelli en het oude vertrouwde schaakspel vormden slechts een klein aandeel van alle spellen die op deze middag present waren. Opvallend was het grote aantal aanwezige kaartspellen. Uiteraard hadden de studenten pakjes kaarten meegenomen, waarmee lustig gepokerd en op harten gejaagd kon worden. Kaartspellen als Machiavelli en Boonanza leken de grotere bordspellen van het toneel te stoten. Toch jammer, want zo’n groot speelbord heeft ook wel zijn charmes.
naar korte spellen met een grotere geluksfactor leek de trend te zijn. Het spel Fluxx, waarbij de spelregels continu veranderen, leek een aardig spel om het denkwerk even op een lager pitje te zetten. Na een zeer amusant openingspotje, begon de verveling al snel toe te slaan. Aan het tweede spel leek maar geen einde te komen. Na een dik half uur zwoegen was er toch eindelijk een winnaar. Uit frustratie keerde men dit spel de rug toe en schakelde men over naar de spellen poker en toepen. Bij het laatstgenoemde wist ik gelukkig ook mijn eer te redden.
*E KUNT ER NIET VROEG GENOEG MEE BEGINNEN 7ANT VOOR EEN BEETJE PENSIOEN MOET JE BEHOORLIJK LANG SPAREN :IJ KAN ZICH ER NOG NIET DRUK OM MAKEN %N DAT IS MAAR GOED OOK -AAR WAT ALS OVER JAAR HAAR PENSIOENFONDS IN lNANCIÑLE NOOD VERKEERT %N DAARMEE HAAR ZORGVULDIG OPGEBOUWDE PENSIOEN
Vele TEV-leden wilden niet onvoorbereid voor de dag komen en waren (naar eigen zeggen) weken in training geweest. Bij de één kwam dit echter duidelijker naar voren dan bij de ander. Bij enkele spellen dienden de spelregels nog even doorgenomen te worden, bij andere (alom bekende) spellen was het meteen aanvallen geblazen. De spellenmiddag was begonnen!
52
IN GEVAAR KOMT $AAROM HOUDT DE .EDERLANDSCHE "ANK $." TOEZICHT OP DE SOLIDITEIT VAN lNANCIÑLE INSTELLINGEN 7E STELLEN EISEN
De voorzichtige, terughoudende tactiek was bij velen de favoriet. Een enkeling werd al emotioneel na de eerste nederlaag. Het was meteen duidelijk dat de econometristen aan elkaar gewaagd waren. Zelfs docenten waagden zich aan het front. Eerlijkheid gebied te zeggen, dat ook zij niet altijd heer en meester waren! Al snel werd het excuus ‘het is maar een geluksspel’ aangewend.
Na een uur of drie fanatiek spel begon de vermoeidheid, maar ook zeker de honger toe te slaan. Zeker de verliezers van de dag snakten naar pizza! Hoewel de pizza’s enige vertraging hadden opgelopen en niet helemaal meer op de gewenste temperatuur waren, lieten ze zich toch goed smaken. Binnen enkele minuten waren de dozen dan ook allemaal leeg en iedereen ging met een gevulde maag huiswaarts.
Tijdens de eerste spellenronde probeerde men de wat grotere, tijdrovende spellen uit. Aangezien vele spelers al vlug uit het speelveld geknikkerd waren, verenigden deze verliezers zich om met behulp van korte spelletjes zelfvertrouwen te heroveren. Het overschakelen van langdurige, tactische spellen
Dit vormde het einde van een wederom zeer geslaagde SBF-activiteit. De organiserende commissie kijkt met een goed gevoel terug op deze spellenmiddag, en hoopt ook in de toekomst de leden van deze studievereniging te kunnen verwennen met zulke geslaagde activiteiten.
Nekst 2 - December 2007
AAN PENSIOENFONDSEN BANKEN EN VERZEKERAARS EN HOUDEN DE VINGER AAN DE POLS 4OEZICHT HOUDEN IS NIET DE ENIGE TAAK VAN $." !LS ONDERDEEL VAN HET %UROPESE 3TELSEL VAN #ENTRALE "ANKEN DRAGEN WE OOK BIJ AAN EEN SOLIDE MONETAIR BELEID EN EEN ZO SOEPEL EN VEILIG MOGELIJK BETALINGSVERKEER :O MAKEN WE ONS STERK VOOR DE lNANCIÑLE STABILITEIT VAN .EDERLAND 7ANT VERTROUWEN IN ONS lNANCIÑLE STELSEL IS DE VOORWAARDE VOOR WELVAART EN EEN GEZONDE ECONOMIE 7IL JIJ DAARAAN MEEWERKEN +IJK DAN OP WWWWERKENBIJDNBNL
7ERKEN AAN VERTROUWEN
B I R T H S PA C I N G A N D N E O N ATA L M O R TA L I T Y I N I N D I A TRIE-ANGLE
One of the Millennium Development Goals of the United Nations is to reduce mortality among children in
Mortality
developing countries. It is a stylized fact that there is a relation between mortality and the length of the preceding birth interval: a child has a larger probability to die in the first period of its life the shorter is the interval between the birth of this child and the previous child in the family.
Naam: Arthur van Soest
Another stylized fact is that mothers whose child died have a tendency to have another child sooner than if the child survived, which makes the analysis of the relation between mortality and birth intervals less straightforward. In this article, I summarize joint work with Sonia Bhalotra (University of Bristol) in which we used dynamic econometric models for panel data to analyze the mutual relationships between mortality and birth spacing1. We focus on neonatal mortality – mortality during the first month of a child’s life, when mortality risk is largest. The data are retrospective fertility histories of Indian mothers, and birth-order creates the time dimension in the data (t=1 is the first child, t=2 the second child, etc.). The model combines a binary choice equation for mortality with a linear equation for the log birth interval. It is dynamic since the equations contain lagged dependent
variables and it is a typical panel data model since it has (random) mother specific effects. The model is an extension of a dynamic single equation model for mortality developed by Wiji Arulampalam and Sonia Bhalotra2. They were the first to use panel data models for the analysis of child mortality, but their study does not explicitly incorporate birth intervals. Our main contribution is to extend this to a simultaneous model for mortality and birth intervals.
54
Log birth interval
Parameter
Std Error
Parameter
Std Error
Lagged Mortality
0.320
0.068
-0.237*
0.017
Log birth interval
-0.447*
0.050
Muslim
-0.197
0.065
-0.076
0.014
Other
-0.043
0.338
-0.098
0.070
Incomplete primary
-0.029
0.094
0.011
0.024
Complete primary
-0.197
0.093
0.034
0.021
Incomplete secondary
-0.093
0.099
0.013
0.024
Secondary & higher
-0.297
0.144
0.034
0.022
Female
-0.043
0.038
-0.028
0.008
Sigma
0.416
Sigma error
1.000
Religion
Data The data are from the National Family Health Survey of India (NFHS-II) which recorded complete fertility histories for ever-married women aged 1549 in 1998-99, including the time and incidence of child deaths. We used data for Uttar Pradesh (UP), the largest Indian state which, in 2000, contained 17.1% of the country’s population and has social and demographic indicators that put it well below the Indian average. After dropping mothers with a twin birth, we have a sample of 6716 mothers with 28,668 live births, which occurred between 1963 and 1998. The NFHS is one of about 70 Demographic and Health Surveys. The methods we used are therefore immediately applicable to a vast array of countries with different profiles of the structural processes. The incidence of neonatal death in the sample was 7.0%. Of the birth intervals in the sample, 18.1% are shorter than 18 months, and 18.6% between 18 and 23 months. The mean number of births per mother is 5.32, the median is 5, and the maximum is 14. The average age of mothers at first birth is 18.4. Figure 1 is a flexible (non-parametric) regression of the neonatal death rate as a function of the log of the preceding birth interval. It declines monotonically, illustrating the negative correlation between birth interval and mortality risk. Figure 2 plots the estimated density functions of the log birth interval separately for cases where the previous child survived the neonatal period or died. The distribution for the case where the preceding child has died lies to the left of the other, suggesting that mortality results in a shorter succeeding birth interval. To see how strongly correlated the mortality risks of successive siblings are, consider the sample of second and higherorder children. It has an average probability of neonatal death of 6.41%. In the sub-sample in which the previous sibling survived the neonatal period, this probability is 5.29%, but amongst those whose previous sibling died in the neonatal period, the probability is 19.26%.
Nekst 2 - December 2007
Maternal education
Gender
0.158 -------
This clustering of sibling deaths can be explained by unobserved heterogeneity or by state dependence, and state dependence can, in turn, be explained by short birth-spacing or other mechanisms (such as learning or maternal depression). The Model Let there be ni children in family i. Mij is a dummy with value 1 if child j in family i suffers neonatal death, and 0 otherwise. Bij is the log of the length of the interval between the birth of child j-1 and child j. In other words, Bij refers to the interval closed by the birth of child j. As it is the preceding birth interval for child j, it is, by definition, predetermined with respect to Mij. The two main equations in the model are those for neonatal mortality and the log birth interval. The model also has two auxiliary equations to account for the initial condition problem and for incompletely observed birth histories - see Bhalotra and van Soest (2007). For child j (j=2,…,ni) in family i (i=1,2,…, the equation for neonatal mortality is
Nekst 2 - December 2007
0.454
0.002
(1) Mij* =g( xi , xi1, xij , Mi1,… Mi,j-1, Bi2,…, Bij; θm) + αmi + umij ; Mij=1 if Mij*>0 and Mij=0 if Mij*<0 αmi is mother specific unobserved heterogeneity, also called frailty, from genetic sources as well as from environmental factors and child-health related behaviour. The error term umij varies over mothers as well as children. The vectors xi, xi1 and xij are exogenous explanatory variables, which vary over children (xij , j=2,…,n), refer to the first child (xi1), or do not vary over children (xi). The unknown parameters are denoted by θm. The variables Mi1…Mi,j-1, Bi2…Bij are predetermined, in example, realized at or before the birth of child j. For the function g, we used a linear specification in xi, xij, Mi,j-1, Bij, and also include quadratic terms in the year of birth of the child, and in the age of the mother at birth of the index child, both of which are functions of xi1 and Bi2,…, Bij. By allowing for the endogeneity of birth intervals, we also allow for the endogeneity of maternal age at birth. We expect a negative effect of Bij on Mij, consistent with the hypothesis of maternal depletion (she
needs time to recover from the previous birth)
and with competition amongst closelyspaced siblings for scarce family resources. The effect of lagged mortality, Mi,j-1 on Mij may be negative if learning effects dominate, or positive if there is a strong role for factors such as maternal depression. We make the random effects assumption that xi, xi1, and xij are independent of αmi and umij. The equation for the log length of the birth interval is specified in a similar way: (2) Bij =h( xi , xi1, xi,j-1 , Mi1,… Mi,j-1, Bi2,…, Bij-1; θb) + αbi + ubij; The mother-specific effect in the birth spacing equation, αbi, is referred to as “fecundity” including biological fecundity as well as other sources of persistent interfamily heterogeneity, such as heterogeneity in family planning. A causal effect of mortality of child j-1 on the birth interval to child j is allowed through Mi,j-1. We include xi,j-1 since the gender of the previous child (j-1) may have an effect on the interval to the birth of child j. The function h is specified as a linear combination of xi, xi,j, Mi,j-1, and the calendar year and age of 1 the mother at the time of the birth of child j-1 and their squares. The assumptions concerning family-specific effects αbi and error terms, ubij, are similar to those for equation (1). There may be correlation between αbi and αmi in equations (1) and (2); for example, mothers who have weak children may choose shorter birth intervals in order to meet their target number of surviving children in a given time. The distribution of the mother specific effects (αmi, αbi) is assumed to be bivariate normal. Estimation The complete model is estimated by (simulated) maximum likelihood, including the nuisance parameters of the auxiliary equations. Conditional on the random (mother and cluster level) effects, the likelihood contribution of a given mother is a product of univariate normal
55
probabilities is a product of univariate normal probabilities and densities over all births of a mother. Since random effects are unobserved, the actual likelihood contribution is the expected value of the conditional likelihood contribution, with the expected value taken over all random effects This is a three or six-dimensional integral, which we approximated using simulations. Results The first column of the table presents selected estimates of the equation for neonatal mortality. We only discuss a few interesting parameters. The preceding birth interval has the expected negative effect. A 10% increase in the length of the birth interval reduces the probability of death by about 0.4 percentage-points for an average case. Neonatal mortality of the previous sibling makes neonatal death significantly more likely for the index child, even with the birth interval (and all other regressors) held constant. For the average case, the points. This suggests that any learning effects, whereby a mother is better able to avoid a further child death once she has experienced one, are dominated by state dependence mechanisms in the opposite direction (other than via the shortening of birth intervals). A possibility is that the loss of a child may create psychological effects that the mother may not have recovered from by the time she conceives her next child, as a result of which there may be physiological effects that make this child more vulnerable both in the womb and after birth. Mortality risk is decreasing in maternal education, an indicator of socio-economic status. (Paternal education has a much smaller effect.) A striking result, that deserves further investigation, is that children of Muslim families are significantly less likely to die in the first month than Hindu children. Compared to the noise term (with variance 1), unobserved heterogeneity makes a modest contribution, capturing about one seventh of the total unsystematic variation in Mij* (0.4162/(1+0.4162)). Estimates of the birth spacing equation are in the second column of Table 1.
56
Since the dependent variable is in logs, the interpretation of the parameters is in terms of percentage changes of the expected length of the birth interval. Note that all covariates in this model refer to the preceding child (i.e. the child born at the start of the birth interval). There is a strong negative effect of neonatal death of the previous child on the subsequent birth interval, reducing its expected length by about 20.5%, consistent with replacement behaviour. The gender of
plausible mechanism is, as discussed above, maternal depression, which has been neglected in the antecedent demographic literature. For public policy, these results imply that it is worthwhile to pay special attention to the health of children in families that have previously experienced a child death. A policy of lengthening birth intervals (for example by providing (more information on) contraceptives) helps, but only to a limited extent. 1
The complete article is: Sonia Bhalotra and Arthur van Soest (2007), Birth spacing and neonatal mortality in India: dynamics, frailty and fecundity, Journal of Econometrics, forthcoming.
2
Arulampalam, W. and Bhalotra, S. (2006), Sibling death clustering in India: state dependence versus unobserved heterogeneity, Journal of the Royal Statistical Society A, 169(4), 829-848.
3
the last-born child is significant - if this was a girl, the expected birth interval is about 3% shorter than if it was a boy. The error term has estimated variance 0.206 (0.4542), and the heterogeneity term picks up only about 11% of the total unsystematic variation. We find no evidence of correlation between the heterogeneity terms in the two equations. Conclusions Our results imply that a neonatal death shortens the subsequent birth interval by about 20%. This, in turn, raises the probability that the next child dies in the neonatal period by about 1 percentagepoint. With birth interval length held constant, there is an additional risk-raising effect of the preceding sibling’s mortality of about 4.3 percentage-points. Thus the estimated total impact of a neonatal death on the risk of subsequent neonatal death is 5.2 percentage-points. This is quite large compared to the average incidence of neonatal mortality of 7%. It is also surprising that birth-interval-related mechanisms can explain only a fifth of this, suggesting a role for other factors. One
It uses the lowess estimator in Stata. Essentially this is similar to a linear regression of the mortality dummy on log birth interval, its square, log birth interval to the power three, etc. Notes table: parameter (and marginal effect) significant at the two-sided 5% level. Omitted categories for the categorical variables: religion: Hindu; caste: higher caste; maternal education: none; gender: male. Other regressors, included but not presented: caste and paternal education dummies; birth year, mother’s age at birth, and birth order and their squares; constant term.
7À`ÊÊ`>ÌiÕÀ
Ê«ÊÜÜÜ°`iiiÜiðÊvÊÃÌÀÌÊÕÜÊL`À>}iÊ«ÊÀÊÓx°ÎÎÎÊ ÌiÊ7iÀ`i°Ê >Ê
i«ÌÊÊÖÊiiÊiiÊ`ÀÜiÃÊÛ>ÊiiÊ`ÊÌiÊÛiÀÛÕi°ÊÊ Nekst 2 - December 2007
iÊ iÊ 7iÃÊ -ÌV
Ì}Ê ÛiÀÛÕÌÊ `iÊ ivÃÌiÊ ÜiÃÊ Û>Ê `iÀiÊ ÌÕÃÃiÊ ÎÊ iÊ £nÊ >>ÀÊ iÌÊ iiÊ iÛiÃLi`Ài}i`iÊ âiÌi°
BEURS OF LENEN?
DE BASISBEURS MOET AFGESCHAFT WORDEN
ACTUEEL
DE STELLING
Minister Plasterk (onderwijs) heeft de plannen van Rinnooy Kan omarmd ter verbetering van het onderwijs.
Het kan studenten bijna niet ontgaan zijn: onlangs zijn er plannen uitgelekt van het Ministerie van Onderwijs,
In verband met de bindende begrotingsregels dient de minister de bekostiging van de plannen te zoeken
Cultuur en Wetenschap om de basisbeurs af te schaffen om hiermee het dreigende lerarentekort op te lossen.
binnen zijn eigen begroting. Een idee om deze plannen te kunnen realiseren was de (gedeeltelijke) afschaffing
Dit naar aanleiding van plannen van de SER. In plaats van de basisbeurs zou er een sociaal leenstelsel komen.
van de basisbeurs. Nekst geeft een korte analyse.
De studenten zouden hier de dupe van worden. Moet de basisbeurs afgeschaft worden?
De vraag of de afschaffing van de basisbeurs leidt tot positieve dan wel negatieve effecten op de Nederlandse kenniseconomie is niet eenduidig te beantwoorden. In de huidige globaliserende wereld is goed kwalitatief onderwijs een belangrijke factor om de internationale concurrentiepositie te kunnen blijven handhaven. Nederland zal zich nu en in de toekomst steeds meer moeten gaan toeleggen op hoogwaardige kennisproducten. De voorstellen van Rinnooy Kan beogen een positieve impuls te geven aan de kenniseconomie. De minister heeft mogelijkheden gevonden voor de financiering van de plannen. De huidige vorm van studiefinanciering is ter discussie gesteld teneinde de plannen mogelijk te maken. Wat zouden de effecten van het verdwijnen van de beurs op de kenniseconomie zijn geweest? In een studie van het Centraal Planbureau (CPB) worden de effecten van een sociaal leenstelsel onderzocht. Een sociaal leenstelsel is het aanbieden van studieleningen aan studenten én een verzekering tegen de risico’s van studeren. Dus een alternatief voor de basisbeurs is een sociaal leenstelsel. Een veelvoorkomend argument om de basisbeurs te handhaven is het niet in gevaar brengen van de toegankelijkheid van het Nederlandse onderwijs. Immers de toegankelijkheid van het onderwijs bevordert de kennissamenleving. Volgens het CPB is de toegankelijkheid gewaarborgd, omdat empirische studies laten zien dat studenten weinig gevoelig zijn voor veranderingen in de prijs van (hoger) onderwijs. De keuze om wel te studeren levert in de
58
regel zowel een publiek als een privaat rendement op. Het publieke rendement is de ‘winst’ voor de samenleving als geheel. Het private rendement is de ‘winst’ voor het individu, voornamelijk de additioneel te genieten looninkomens na voltooiing van de opleiding. De vraag of het publieke rendement in gevaar komt door de afschaffing van de basisbeurs is volgens het CPB niet van toepassing. Immers, de toegankelijkheid blijft gehandhaafd. Indien de overheid kiest voor een sociaal leenstelsel, kunnen de overheidsbesparingen oplopen tot 1,9 miljard euro. De besparingen kunnen worden ingezet voor de bekostiging van onder meer de plannen van de commissie Rinnooy Kan. De afschaffing van de beurs zal de participatie in het hoger onderwijs niet of licht laten afnemen. Daarnaast kan de leenaversie van studenten een substantiële rol spelen bij de beoordeling om wel of niet een studie te gaan volgen. Echter studenten zijn steeds minder huiverig geworden voor het afsluiten van leningen. In een periode van tien jaar is het aandeel van leningen in de totale overheidsuitgaven aan studiefinanciering met 31 procentpunt gestegen. Naast het publieke rendement van (hoger) onderwijs levert het volgen van een studie een privaat rendement op. Rationele studenten gaan studeren als de baten opwegen tegen de kosten uit gaan. De baten (in materiële zin) bestaan hoofdzakelijk uit de in toekomst additioneel te genieten looninkomens. Ook immaterieel kan een studie het welzijn verhogen, bijvoorbeeld vanwege de ontplooiingsmogelijkheden in het
onderwijs. De kosten zijn de uitgaven aan studie (boekengeld, collegegeld etcetera) en de overige kosten. Het mislopen van looninkomsten tijdens de studietijd behoren ook tot de overige kosten. Het private rendement kan worden berekend door middel van een net present value analyse (NPV). De analyse moet toegepast worden op de variant handhaving basisbeurs en de variant invoering sociaal leenstelsel. De berekening van de NPV in ‘human capital’ wordt bepaald door toekomstige kasstromen te verdisconteren. Doorgaans zijn de kasstromen negatief in de studietijd en positief ná de studietijd. Een positieve NPV maakt de investering rendabel. De afschaffing van de basisbeurs zal de kosten voor studenten en de toekomstige looninkomens niet beïnvloeden. Daarom kan volstaan worden met verdiscontering van het verschil in kasstromen tussen enerzijds handhaving basisbeurs en anderzijds invoering sociaal leenstelsel (de zogenaamde incremental cash flows). De invoering van een sociaal leenstelsel zal het private rendement (rekening houdend met bepaalde aflossingsaannames) 30.000 euro laten afnemen voor een uitwonende student in vergelijking met handhaving basisbeurs. Bij de berekening is gewerkt met een vaste rekenrente van 4% en is de hoogte van de basisbeurs geïndexeerd tegen 2%. De invoering van een leenstelsel heeft dus degelijk negatieve gevolgen voor het (private) rendement van de studie. Echter voor een econometrist zal naar verwachting de waardedaling van het rendement niet resulteren in een negatieve NPV. [SvB]
Nekst 2 - December 2007
Rector Magnificus Prof. dr. F.A. van der Duyn Schouten: “Ik vind het geen goed plan om de salarisverhoging van de leraren te financieren met de afschaffing van de basisbeurs. Het zoeken van een oplossing voor het lerarentekort is een nationaal probleem en moet niet beperkt worden tot het onderwijs. De basisbeurs is in de loop van de jaren al genoeg afgekerfd. Ik zie liever een voldoende hoge beurs voor studenten die uit de sociaaleconomisch zwakkere groepen komen. Daarmee wordt de drempel om een studie te gaan volgen verlaagd, omdat binnen deze groep minder sterk een ‘cultuur’ van studeren heerst.” Marijn van Diessen, vierdejaarsstudent: “Toen ik werd gevraagd om als lid van het T.S.C. St. Olof mijn mening te geven over bovenstaande stelling begon ik me eigenlijk gelijk af te vragen wat het gemiddelde Olof-lid van deze stelling zou vinden. De afschaffing van de basisbeurs is een maatregel die thuiswonende studenten en leden van studentenverenigingen waarschijnlijk het minst hard zal treffen. De eerste groep omdat het maar om een erg klein bedrag gaat dat wegvalt uit hun budget en de laatste groep omdat deze over het algemeen minder moeite heeft met het lenen van geld om hun studie te bekostigen. Wanneer je aan een gemiddeld Olof-lid zou vragen wat hij van de stelling zou vinden, dan zou hij natuurlijk balen (met 256 euro kun je immers heel wat leuke dingen doen), maar daarnaast zal hij wel in staat zijn dit ‘probleem’ op te lossen en het zal hem er zeker niet van weerhouden om te gaan studeren. Ikzelf en vele Olof-leden om mij heen, lenen op dit moment geld bij de IB-groep en dat is dan ook niet meer dan terecht. Studeren is een investering in jezelf en een hele goede. Een intelligente VWO’er die zijn studie alleen maar zou kunnen bekostigen middels het bijlenen van geld, zou ik zeker aanraden om dat te doen. 10.000 of 20.000 euro lenen in je studententijd kan het verschil maken tussen een modaal inkomen en twee of drie keer modaal. Kortom, 30.000 à 60.000 euro per jaar aan extra inkomsten maakt studeren de beste investering die je ooit zult kunnen maken. Dit is ook het argument dat minister Plasterk aanhaalt ter ondersteuning van zijn komend besluit. De realiteit is echter anders want het gros van de studenten heb ik zojuist nog niet eens genoemd. Namelijk de uitwonende studenten die niet lid zijn van een studentenvereniging. Dat laatste is overigens ook een gemiste investering in jezelf, maar dat is een andere discussie. Veel van deze studenten hebben toch het ‘moedige’ besluit genomen om te gaan studeren en daarmee de Nederlandse economie een boost te geven en, vanwege ons progressieve belastingsysteem, de
Nekst 2 - December 2007
staatskas extra te spekken. Veel van deze studenten hebben geen ouders die volledig op kunnen draaien voor hun studiekosten en zijn niet bij machten om dit op te lossen met louter een bijbaan. Wat ook een feit is, is dat veel van deze studenten het nog steeds akelig vinden om te lenen (iets waar de overheid door allerlei campagnes, wel of niet terecht, deels de oorzaak van is) en het daarom dus ook niet doen. De basisbeurs die wegvalt, kan voor deze student dus maar twee gevolgen hebben: of de 256 euro moet bijverdiend worden (dat gaat om ongeveer 28 uur per maand en dus een dag in de week extra werken) of de stekker moet uit de studie worden getrokken. Twee gevolgen die het academische klimaat in Nederland onmogelijk ten goede kunnen komen. Dus, ik stel dat, ondanks het feit dat de maatregel op mijn eigen keuzes en toekomst waarschijnlijk weinig invloed zou hebben, denk ik toch dat de afschaffing van de basisbeurs nare gevolgen kan gaan hebben voor de toekomst van de academische populatie in Nederland en daarbij dus ook de toekomst van de Nederlandse kenniseconomie. Daarom zou het voor een Minister die zich hard wil maken voor deze kenniseconomie dan ook een bijzonder onverstandig besluit zijn.” Jasper Oomen, tweedejaars student: “Volgens deze plannen krijgen docenten geen generieke loonsverhoging, maar gaan docenten sneller in salaris omhoog zodat het aantrekkelijker wordt om in het onderwijs te gaan werken. Dit met doel om het Nederlandse onderwijs op een hoger plan te tillen. Dit rigoureuze plan (dat overigens op zoveel tegenstand kan rekenen dat heel studerend Nederland de straat op zal gaan) lijkt van de baan. In plaats van te gaan snijden in de basisbeurs, heeft minister Plasterk van Onderwijs alweer een nieuw plan klaar: het collegegeld de komende jaren ieder jaar met een paar tientjes verhogen. Het kabinet zegt te willen investeren in het onderwijs, maar maakt het op de lange termijn moeilijker voor armere studenten om te gaan studeren. Het is onterecht dat ‘wij studenten’ de rekening gepresenteerd krijgen voor hogere docentensalarissen. Dit plan lost misschien wel het lerarentekort / kwaliteitstekort op en het wordt misschien aantrekkelijker om in het onderwijs te gaan werken of het verbetert de kwaliteit van het onderwijs, maar als ‘de student’ dit kwalitatief betere onderwijs dan niet meer kan betalen omdat het collegegeld de pan uitrijst, zijn we weer terug bij af. Minister Plasterk moet dus nog maar eens goed na gaan denken over hoe hij het onderwijs de komende jaren wil gaan bekostigen. Laat één ding duidelijk zijn: het benodigde geld bij de student weghalen lost niets op!”
59
PENSIOENVERPLICHTINGEN EN VEREIST EIGEN VERMOGEN WETENSCHAPPELIJK ARTIKEL HEWITT
Ieder jaar moeten Nederlandse pensioenfondsen een jaarrekening opstellen over het voorgaande boekjaar. Bij het opstellen van de jaarrekening worden vaak actuariële specialisten ingeschakeld. In dit artikel belichten wij twee balansposten van het pensioenfonds: de voorziening pensioenverplichtingen (VPV) en het vereist eigen vermogen (VEV).
Naam: Neeltje van As Leeftijd: 27 jaar Functie: Retirement and Financial Management Consultant
De balans van een pensioenfonds Net als bij een onderneming staan op de balans van een pensioenfonds aan de activazijde de bezittingen en op de passivazijde de verplichtingen en het eigen vermogen. De bezittingen van een pensioenfonds bestaan vaak uit aandelen, obligaties en vastgoed. De bezittingen worden gevormd door de pensioenpremies voor de financiering van de pensioenregeling, de rendementsbijschrijvingen en andere resultaten. De verplichtingen die op de balans staan hebben te maken met de in de toekomst uit te keren pensioenen. De voorziening die voor deze verplichtingen wordt getroffen wordt de VPV genoemd. Het eigen vermogen bestaat uit het vrij eigen vermogen en het VEV. Het VEV moet wettelijk worden aangehouden en is bedoeld voor het veiligstellen van de pensioenaanspraken. Voorbeeld één: Pensioensfonds XYZ heeft ultimo 2006 de volgende balanspositie:
Activa
x € 1.000
actuariële contante waarde van de toekomstige pensioenuitkeringen. In voorbeeld twee zetten wij uiteen hoe de actuariële contante waarde berekening tot stand komt. Voorbeeld twee Voor een veertigjarige, mannelijke deelnemer bedraagt ultimo 2006 het opgebouwde ouderdomspensioen €5.000. Wanneer deze deelnemer op vijfenzestigjarige leeftijd nog in leven is, ontvangt hij jaarlijks een uitkering van €5.000. Deze deelnemer heeft ook een nabestaandenpensioen van €3.500 opgebouwd. Wanneer de deelnemer komt te overlijden, ontvangt zijn partner jaarlijks €3.500. Bij de bepaling van de actuariële contante waarde, wordt niet alleen rekening gehouden met een disconteringsvoet, maar ook met overlevingskansen. Immers in het geval van overlijden wordt geen ouderdomspensioen
165,000
Vrij eigen vermogen
Aandelen
44,000
VEV
-/- 10,476 30,476
Vastgoed
11,000
VPV
200,000
Totaal Generaal
220,000
Totaal Generaal
220,000
Voorziening pensioenverplichtingen Voor de bepaling van de VPV wordt allereerst aan het eind van het boekjaar voor iedere deelnemer, gepensioneerde en slaper de hoogte van de pensioenaanspraken bepaald waar hij recht op heeft. Vervolgens wordt berekend welke VPV het pensioenfonds voor de deelnemer, gepensioneerde of slaper moet aanhouden. De VPV is gelijk aan de
(meer) uitgekeerd. Wanneer de betalingen van het ouderdomspensioen prenumerando (aan het begin van het jaar) plaatsvinden, wordt de VPV voor de 40-jarige deelnemer als volgt berekend: VPVt = 5.000 x Σ
Vanaf boekjaar 2007 is het verplicht om bij de berekening van de VPV rekening te houden met de verbetering in de levensverwachting.HetAGheeftin2006voor het eerst prognosetafels gepubliceerd. In deze prognosetafels is rekening gehouden met de verwachte levensverbetering. Dit betekent bijvoorbeeld dat de kans dat een 40-jarige man in 2007 over een jaar nog in leven is, anders is dan voor een 40-jarige man in 2030. Een fragment uit de prognosetafel met sterftekansen voor mannen is hieronder opgenomen. Met deze tabel kun je de kans berekenen dat een 40-jarige over vier jaar nog in leven is:
x € 1.000
Passiva
Obligaties
Het vrij eigen vermogen is negatief: er is sprake van een tekort. Pensioenfonds XYZ is verplicht om dit tekort binnen een periode van maximaal 15 jaar weg te werken. In voorbeeld 2 en 3 worden de begrippen VPV en VEV nader uitgewerkt.
De disconteringsvoet Rjt wordt afgeleid uit de rentetermijnstructuur die De Nederlandsche Bank (DNB) maandelijks publiceert. De overlevings- en sterftekansen kunnen ontleend worden aan tabellen die vastgesteld zijn door het Actuarieel Genootschap (AG). In het verleden werden deze kansen retrospectief bepaald, dus op basis van waargenomen sterftegevallen in een bepaalde waarnemingsperiode. Het is echter bekend dat in de toekomst de Nederlandse bevolking langer blijft leven.
(
1 1 + rj,t
j
)
j
Px,t
waarbij: Rente op tijdstip t van een zero Rj,t : coupon bond met looptijd j P : De kans op tijdstip t dat een j x,t x-jarige man na j jaar nog in leven is t: 2006, x: 40 (voorbeeld)
Het nabestaandenpensioen komt immers alleen tot uitkering indien de deelnemer komt te overlijden en zijn partner leeft: j 1 VPVt = 3.500 x Σ ( 1 + rj,t ) j
xj Py,t xj-1 qx,t x Σ
1 ( 1 + r ) x kPy = j,t-j j-k,t
waarbij: q : De kans op tijdstip t dat een j-1| x,t x-jarige man over j-1 jaar binnen 1 jaar komt te overlijden. P : De kans op tijdstip t dat een j y,t y-jarige vrouw na j jaar nog in leven is; y: 37 jaar (voorbeeld). De voorzieningen voor het nabestaandenpensioen van deze deelnemer zou per 31 december 2006 uitkomen op circa € 6.200. Vereist eigen vermogen De Pensioenwet schrijft voor dat pensioenfondsen in ieder geval de gehele pensioenverplichtingen gedekt moet hebben door vermogen. Dit betekent in feite dat het verschil tussen de waarde van de bezittingen en de VPV minimaal nul moet zijn.
Leeftijd (x)
2006
2007
2008
2009
40
0.1253
0.1238
0.1223
0.1209
41
0.1409
0.1393
0.1377
0.1361
42
0.1544
0.1524
0.1505
0.1486
43
0.1724
0.1701
0.1680
0.1658
44
0.1909
0.1883
0.1859
0.1834
...
... 4
P40,2006 x 1P40,2007 x 1p40,2008 x 1p40,2009 =
=(1-0.1253%) x (1-0.1393%) x (1-0.1505%) x (1 - 0.1658%) = 0.9942 De VPV bedraagt op 31 december 2006 circa € 20.800. De 40-jarige, mannelijke deelnemer heeft ook recht op nabestaandenpensioen. Bij de bepaling van de voorziening voor het nabestaandenpensioen spelen
De wetgever vindt het heel belangrijk dat in de toekomst met een grote mate van zekerheid voldaan kan worden aan de pensioenverplichtingen. De waarde van de bezittingen kan fluctueren. Wanneer bijvoorbeeld de beurs instort, zal de waarde van aandelen kelderen. Dit zou er toe kunnen leiden dat er in de toekomst niet voldoende geld in kas is, om de pensioenuitkeringen te kunnen verrichten. De wetgever heeft dit
probleem onderkend en geëist dat pensioenfondsen meer geld moeten aanhouden dan alleen het vermogen dat de VPV dekt. Het extra vermogen dat aangehouden moet worden, noemt men het VEV. Dit VEV is afhankelijk van het strategische beleggingsbeleid, de pensioenregeling en het deelnemersbestand. In de wet is een formule opgenomen om het VEV vast te stellen. Pensioenfondsen kunnen deze formule gebruiken voor de vaststelling. Zij kunnen echter ook een eigen methode hanteren, mits DNB hier mee akkoord is. Het VEV wordt zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het pensioenfonds binnen één jaar over minder middelen beschikt dan de VPV. Bij de vaststelling van het VEV wordt rekening gehouden met de volgende onmiddellijke veranderingen in de risicofactoren: • Renterisico (S1): Het effect van de meest ongunstige wijziging van de rentetermijnstructuur volgens voorgeschreven stijgings- en dalingsfactoren. • Aandelen- en vastgoedrisico (S2): Het effect van een daling van de waarde van de beleggingen in beursgenoteerde aandelen ontwikkelde markten en indirect vastgoed met 25% (S2A), in aandelen opkomende markten met 35% (S2B), in niet-beursgenoteerde aandelen met 30% (S2C) en in direct vastgoed met 15% (S2D). • Valutarisico (S3): Het effect van een daling van alle valutakoersen ten opzichte van de euro met 20%. • Grondstoffenrisico (S4): Het effect van een daling van de waarde van de beleggingen in grondstoffen met 30%. • Kredietrisico (S5): Het effect van een daling van credit spread met 40%. • Verzekeringstechnisch risico (S6): Het vereiste vermogen voor verzekeringstechnische risico’s wordt bepaald door het procesrisico, de onzekerheid in de sterftetrend (TSO) en de negatieve stochastische afwijkingen (NSA).
de sterfte- en overlevingskansen van zowel de deelnemer als zijn partner een rol.
60
Nekst 2 - December 2007
Nekst 2 - December 2007
61
Kies je eigen weg
“ The strongest principle of growth lies in human choice.” De effecten S1 tot en met S6 worden vervolgens gecombineerd aan de hand van de volgende formule: (s12 + s22 + 2*0.5*S1*S2+S32+S42+S52+S62) waarbij, S22 = S2a2 + S2b2 + S2c2 + S2d2 + 2*0.75*(S2a*S2b + S2a * S2c + S2a*S2d + S2b*S2c +S2b*S2d + S2c*S2d) Hierbij geeft 0,5 de correlatie weer tussen het renterisico (S1) enerzijds en het aandelen- en vastgoedrisico (S2) anderzijds. De correlaties tussen de risico’s die onderdeel uitmaken van het aandelenen vastgoedrisico bedragen 0,75. Voor alle overige onderlinge verbanden zijn de correlaties op nul gesteld. Er wordt dus van uitgegaan dat deze risico’s onafhankelijk van elkaar optreden. Het vereist eigen vermogen wordt bepaald aan de hand van een iteratief proces. Voorbeeld 3 Pensioenfonds XYZ wordt alleen geconfronteerd met het renterisico (S1), het aandelen- en vastgoedrisico ( S2) en het verzekeringstechnisch risico ( S6). Het strategische beleggingsbeleid van Pensioenfonds XYZ uit voorbeeld 1 is als volgt: • Staatsobligaties met een duratie van 5 jaar : 75% (165.000 euro) • Aandelen, opkomende markt: 20% (44.000 euro) • Direct vastgoed: 5% (11.000 euro) • Valutarisico is volledig afgedekt Verder geldt dat de duratie van de VPV (200.000 euro) 15 bedraagt. S1: renterisico Het renterisico komt tot uiting bij een daling in de rente. De duratie van de VPV is groter dan de duratie van de staatsobligaties. De VPV is gevoeliger voor veranderingen in de rentestand dan de obligaties. Dit betekent dat door een rentedaling de VPV harder zal toenemen dan de waarde van de staatsobligaties. Het eigen vermogen neemt door een rentedaling dus af: een rentedaling vormt een risico voor
62
Pensioenfonds XYZ. Wettelijk is voorgeschreven dat voor de vaststelling van bij een duratie van 5 rekening gehouden met worden met een rentedaling van 0,73 en bij een duratie van 15 met een rentedaling van 0,77. De zerocoupon rente met een looptijd van 5 jaar bedroeg ultimo 2006 4,122% en met een looptijd van 15 jaar 4,297%. 1+4.297% 15 S1 = (1+4.297% x 0.77%) - 1 x 200.000
-
1+4.122% 5 1+4.122% x 0.73%
De uitkomsten van S1, S2 en S6 zijn als volgt:
S1 =
1+4.297% 15 1+4.297% x 0.77% -1
-
1+4.297% 1+4.297% x 0.73
x 200.000
-1
x 75% x 230.423 = 21.164 S2a = 25% x 20% x 230.423 = 11.521 S2d = 15% x 5% x 230.423 = 1.728 S2= S2a2 + S2d2 + 2 x 0.75 x S2d = 12.286 S6= 6.552 Toets = (S12 + S22 + 2 x 0.5 x S1 * S2 + S62)
S2: aandelen- en vastgoedrisico Het aandelen- en vastgoedrisico worden als volgt berekend: S2A = 25% x 20% x 220.000 = 11.000
Het fictieve aanwezige eigen vermogen bedraagt 30.423. De toetsingsgrootheid is nog niet exact gelijk aan dit fictieve eigen vermogen. Door een nieuw fictief vermogen vast te stellen en vervolgens S1, S2 en S6 te bepalen en zonodig deze stap te herhalen, wordt uiteindelijk een vermogen vastgesteld waarvoor geldt dat het eigen vermogen en de uitkomst van de toets aan elkaar gelijk zijn. Dit is het geval wanneer het eigen vermogen gelijk is aan 30.476 euro. Wanneer het pensioenfonds nu een eigen vermogen op de balans heeft staan ter grootte van 30.476, heeft het pensioenfonds precies voldoende vermogen om te voldoen aan de zekerheid van 97,5%.
S2= S2a2 + S2d2 + 2 x 0.75 x S2d = 12.286 S6: verzekeringstechnisch risico Het verzekeringstechnisch risico is bepaald op 6.552. De wortelformule leidt dan tot: Toets = (S12 + S22 + 2 x 0.5 x S1 * S2 + S62) = 30.423 Het aanwezige eigen vermogen bedraagt 20.000 euro (220.000 -/- 200.000), terwijl de wortel¬formule een bedrag aangeeft van 30.423 euro. Er is geen sprake van een evenwicht. Om het evenwicht te kunnen bepalen, wordt bovenstaande exercitie nogmaals uitgevoerd, maar dan met een fictief vermogen van 230.423 euro (220.000 + (30.423 -/- 20.000)).
Hewitt Associates is een wereldwijd opererende HRM Consulting en Outsourcingorganisatie met zo’n 23.000 mensen in meer dan veertig landen. In Nederland (350
5
-1 x 75%x220.000 = 21.595.
S2D = 15% x 5% x 220.000 = 1.650
George Eliot
Tot slot In dit artikel is aandacht besteed aan de vaststelling van de VPV en het VEV. De formules geven inzicht in de risico’s waarmee pensioenfondsen te maken krijgen. Actuarissen, met veelal een econometrische achtergrond, zijn niet alleen betrokken bij de vaststelling van de VPV en het VEV, maar geven ook advies over het risicomanagement van het pensioenfonds. Dit advies is vaak gebaseerd op econometrische modellen. Actuarissen brengen dus wat zij tijdens hun studie hebben geleerd, in de praktijk!
Nekst 2 - December 2007
collega’s) helpen we onze klanten met actuarieel advies, pensioenuitvoering en complete HRM-consultancy. Wij doen ons werk met passie, wat bij ons staat voor intellectuele uitdagingen, optimale kwaliteit en interessante klanten. Maar ook voor plezier in je werk, groei en een eigen koers.
WisKids en bèta’s op zoek naar meer dan boeiend werk, helpen we goed op weg Wij zijn een bedrijf waarvan je mag verwachten dat het weet wat mensen beweegt in hun werk en wat ze in een carrière zoeken. Daarom vind je hier geen verhaal over targets en hoe we telkens weer weten die te bereiken. De weg erheen vinden we veel belangrijker, omdat die het beste in mensen boven brengt. Bij Hewitt is dat een pad dat je in hoge mate zelf uitstippelt. En waar elke bestemming een nieuw begin is. Ben jij afgestudeerd in een bètarichting? Ben jij ook benieuwd waarom het maar zo weinig mensen lukt om actuaris te worden? Zouden jouw adviezen ook miljoenen kunnen besparen? Ambieer je werk op een hoog analytisch niveau, waarin je alle ruimte krijgt om jezelf te ontwikkelen? En ben jij pas tevreden als de klant dat is? Dan is Hewitt voor jou de juiste optie. We zijn voortdurend op zoek naar mensen die -net als wij- voor de beste kwaliteit gaan. Die persoonlijke en professionele groei belangrijk vinden. Die eigenzinnigheid combineren met teamgeest. En die hun eigen weg kiezen. Wij helpen jou op het carrièrepad dat aansluit op jouw talenten en ambities, en we coachen je op de weg die je zelf uitzet. Bij ons vind je ruimte voor initiatief, een informele cultuur, continue uitdagingen en mogelijkheden om werken en studeren te combineren. Bij ons mag je - sterker nog, móet je jezelf zijn. Want pas dan haal je het beste uit jezelf. Pas dan ben je in staat om je eigen koers uit te zetten. Meer informatie over de diverse functies bij Hewitt Associates vind je op www.hewitt.nl of stuur een brief met CV naar Hewitt Associates B.V., ter attentie van Linda Willemsen, afdeling Human Resources, postbus 12079, 1100 AB Amsterdam. Per mail naar
[email protected] kan ook.
Meer informatie over diverse functies en over werken bij Hewitt vind je op www.hewitt.nl
C A R E E R Y O U R K I C K - S T A R T
1 0 A P R I L U N T I L U P 1 A P R I L F R O M
W W W . E B T I L B U R G . N L
DOCENTENKETEN PUZZEL
Willem Haemers is docent voor de EOR-vakken Bedrijfseconomische Modellen, Toegepaste Lineaire Algebra en Operations Research-games. Hij is geboren op 29 december 1948, maar deze informatie is niet relevant voor de puzzel.
De opdracht is een keten (of pad) van woorden te vormen tussen docenten van de opleiding EOR, die voldoet aan de volgende regels: ‘Elk nieuw woord wordt verkregen uit de letters van het voorafgaande woord door deze letters te herrangschikken, waarbij steeds een 1-letterwijziging plaats moet vinden. (Een 1-letterwijziging bestaat uit het weglaten, vervangen of toevoegen van één letter.) Op de uiteinden van de keten na, mogen alleen woorden gebruikt worden die herkend worden door de internetversie van Van Dale. (http://www.vandale.nl/opzoeken/woordenboek)’ Vervoegingen en dergelijke zijn dus niet toegestaan. Accenten, koppeltekens en andere leestekens blijven buiten beschouwing. De lange ij bestaat uit twee letters: i en j. Voorbeelden van toegestane ketens tussen twee docenten zijn: Talman-mantel-laten-laden-radenNorde en Kort-stro-Drost. ‘Gevraagd wordt een zo kort mogelijke keten te maken tussen Einmahl en Melenberg. Indien meerdere inzenders een even korte keten gevonden hebben, zal de volgende opdracht verder selecteren: Keten met zo min mogelijk schakels (woorden) Blanc, Engwerda, en Haemers aan elkaar. Anders gezegd, we willen een zo kort mogelijke boom tussen die drie docenten.’
Oplossing vorige puzzel De bedoeling van de vorige puzzel was het oplossen van het kruisgetalraadsel van Gerwald van Gulick. Er zijn vele inzendingen binnengekomen. De oplossing van de puzzel is:
2 1 1 3
4 4 3 1
1 6 6 3 3 9 6 9
1 3 8 4 6 2 7 6
2 3 4 5 6 7 8 9
1 4 6 6 5 8
3
3
3 5 4 3 2 9
3 3 3 3 3 3 3 3
6 7 8 5 0 5 4 2
0
3 8 8 9
8
8 9 9 9
1 4 4 3
Naam: Willem Haemers
De getallen in de witte vakjes vormen Gerwalds geboortedatum. De winnaar van de puzzel - door loting bepaald - is Mathijs Jansen. Hij mag een TEV-vlaai of een kratje bier op komen halen op de TEV-kamer.
Stuur je oplossing voor 1 maart naar
[email protected]. Op de winnaar van de puzzel staat een kratje bier of een TEV-vlaai te wachten.
E C O N O M I C B U S I N E S S
W E E K
T I L B U R G
E FA C T
F I R S T I N T E R N AT I O N A L F S T
MA-TILBURG
EDITION
SBIT
TEV
TOP-DOWN
Nekst 2 - December 2007
65
G R A D U AT E S TO CONCLUDE
Wij bieden je
Over the past months, the following econometricians obtained their Bachelor and Master’s degree. The TEV would like to congratulate: Name: Title: Supervisors:
Name: Title: Supervisors:
Name: Title: Supervisors:
Ms. G.B. Coenen (Bachelor and Master) On the effect of explicit indexation on the balance sheet of a firm Dr. F.C. Drost, Prof.dr. Th.E. Nijman, Dhr. R. van Dam
Name: Title:
Ms. G.M. Kalkhoven (Master) Modelling Incremental Default Risk in the Trading Book Dr.ir. G.W.P. Charlier, Prof.dr. J.M. Schumacher, Dhr. G. van Iersel, Mevr. A. Ale
Name: Title:
Ms. W.J.M. Meuffels (Master) TNT Global Optimization Program: a pilot Simulation Study Prof.dr.ir. H.A. Fleuren, Dr. R.C.M. Brekelmans, Drs. P. Heijne
Name: Title:
Supervisors:
Supervisors:
Supervisors:
Mr. M. Taibi (Master) Skewness in asset returns for ALM-studies: A copula approach Dr.ir. G.W.P. Charlier, Dr. A.M.B. De Waegenaere, Drs. R. Plat
Mr. M.A. Tas (Master) Optimal Life-Cycle Asset Allocation with Deferred Annuity Markets Prof.dr. J.M. Schumacher, Dr. R.J.A. Laeven
Mr. W.J. Van Wamel (Master) A three-phase planning algorithm for container trucking Prof.dr. G. Kant, Prof.dr.ir. J. Ashayeri, Ir. M.S. Leenstra
PLANNING TO CONCLUDE Tuesday, January 15 New year’s drink TEV members drink together on New Year. On January 15, ‘t Bruin Kafee is the location to drink a glass of champagne (or whatever what) on 2008.
Dat wil niet zeggen dat je van Mars moet komen
66
Vanwege onze constante groei is ORTEC altijd op zoek
hoef je hier niet lang op te wachten. Je wordt direct op
naar enthousiaste studenten en afgestudeerden die de
projecten ingezet en krijgt veel eigen verantwoordelijkheid.
ruimte zoeken om zich te ontwikkelen en willen bijdragen
Bij ORTEC werken veel studenten. Sommigen schrijven bij
aan de volgende generatie optimalisatietechnologie.
per week als studentassistent.
Hiervoor denken we aan bèta’s in de studierichtingen: • Econometrie
Maar je staat er nooit alleen voor. Je kunt rekenen op
• Operationele Research
de expertise van je collega’s: stuk voor stuk experts
• Informatica
op het gebied van complexe optimalisatievraagstukken in
• Wiskunde
diverse logistieke en financiële sectoren. Hoogopgeleide,
Tuesday, March 4 Activity for first year students and Après-ski drink The SBF committee will organize an activity especially for first year students. Besides that, this committee will organize the classic TEVAprès-ski drink. The theme ‘Après-ski’ does not need any further explanation!
Nekst 2 - December 2007
Als afgestudeerde wil je graag direct aan de slag. Bij ORTEC
ons een afstudeerscriptie, anderen werken enkele dagen
A0662
Wednesday, January 23 Active members day A special committee organizes especially for TEV’s active members a day to thank them for all their contributions in this academic year. The activity is still secret and will be announced on the day itself. So, if you want to know what we are going to do, you just have to sign up! Wednesday, January 29 General members meeting During the general members meeting (in Dutch: Algemene Ledenvergadering), last half year’s policy will be clarified. Moreover the board will throw their light on the upcoming half year. Every TEV member will be invited officially and informed about time and location. Afterwards there will be a drink in our favorite pub ‘t Bruin Kafee.
Wednesday, January 29 General members meeting During the general members meeting (in Dutch: Algemene Ledenvergadering), last half year’s policy will be clarified. Moreover the board will throw their light on the upcoming half year. Every TEV member will be invited officially and informed about time and location. Afterwards there will be a drink in our favorite pub ‘t Bruin Kafee. Tuesday, Februar 21 National Econometricians Day TEV has the honour to organize the National Econometricians Day (in Dutch: Landelijke Econometristendag) 2008. This day will take place at the beautiful Evoluon in Eindhoven. Prof.dr. Lex Schrijver will open the day with a lecture about the work he did for the new train schedule of the NS (the Dutch railway company). Afterwards there will be company presentations, a case and an information market. Of course, the organization will take care of a good lunch and a ditto dinner.
veelal jonge mensen die weten wat ze doen en jou naar een
Kijk voor vacatures en afstudeerplaatsen eens op
hoger niveau zullen brengen. Samen met je collega’s help je
www.ortec.com/atwork. Zit jouw ideale functie of afstu-
klanten gefundeerde beslissingen te nemen. Dit doe je met
deerplek er niet bij, stuur dan een open sollicitatie of
gebruik van wiskundige modellen en het toepassen van
scriptievoorstel naar
[email protected].
simulatie- en optimalisatietechnieken.
EPROFESSIONALS IN PLANNING
SNS REAAL is een bank- en verzekeringsconcern met onder meer de merken SNS Bank, ASN Bank, REAAL Verzekeringen en Proteq. We hebben een balanstotaal van € 80 miljard en zo'n 6000 medewerkers. De mensen van SNS REAAL pakken financiële zaken op eigen wijze aan. Daardoor blijven we groeien.
REMARKABLE QUOTES Q U AT S C H !
The editorial staff of Nekst is very happy that many of you sent some striking and sensational quotes you heard at any place related to the study of Econometrics or related to the activities organised by the TEV. Below you can find a selection of these remarkable quotes. English quotes Mister Einmahl during the Lecturer of the Year Award: “Since we are in the Black Box, I will not use any colorsheets.”
Bas Hamers op studiereis in Rome om een discussie te sussen: “Er zijn meer wegen die naar hier leiden.” Tim Boonen op studiereis: “Jij hebt de motoriek van een visstick.”
Mister Peeters during Combinatorial Optimization: “Because every euro a student has is mooi meegenomen.” Dutch quotes Stefan Damen tegen de heer Haemers over de Sinterklaasborrel: “Meneer, had u uw trein nog gehaald?” Haemers: “Ja, maar hij was wel angstaanjagend op tijd.” Manon Geertsen op de TEV-kamer: “Tot hoe laat kun je naar het buitenland bellen?” De heer Den Hertog tijdens Oriëntatie OR/MS: “Ik versta óók Nederlands.” Jasper Oomen om 01.30 uur in café Philip: “Ik denk de hele tijd aan algoritmes.” Freerk Post en Frank Steenbergen oefenen voor Lingo. Freerk: “Python zou echt een stom woord zijn.” Chantal van der Helm: “Dat is toch geen woord, alleen een attractie?” De heer Schumacher tijdens Oriëntatie QF/AS over zijn voorbeeld van Alice en Bob: “Bob houdt zo dus geld over, wat doet hij er mee? Nou, dat moet hij zelf weten, maar hij zal in ieder geval geen bier kopen.” Freerk Post tijdens een computerpracticum AIMMS over een transportprobleem: “Maar dat programma kent toch niet de hele kaart van Nederland?” Stefan Damen tijdens de actieve ledentraining: “Je zit me bij de maling te houden!”
Yvonne Blom: “Ik heb echt zwaar overgewicht,” op het moment dat haar koffer te zwaar blijkt voor de strenge vliegregels. Tim Thijssen neemt de telefoon op met de woorden: “U spreekt met Tim Thijssen van de Tilburgse Econometristen Verzekering, goedemiddag...” De heer Schumacher tijdens hoorcollege Oriëntatie QF/AS: “Het schijnt dat er bij het werkcollege op woensdagochtend altijd veel minder mensen zijn dan bij het hoorcollege, klopt dat?” Frank Steenbergen: “Geen idee, dan ben ik er nooit.” De heer Einmahl tijdens Schatten en Toetsen: “We hebben data X1... Xn. Dat zijn er een beetje veel, maar ja.” Hettie Boonman: “Ik ben thuis degene die de domme opmerkingen maakt.” Hettie Boonman in een gesprek over haar boerderij thuis als antwoord op de vraag of ze ook beesten thuis hebben: “Ja, twee katten.” De heer Haemers tijdens TLA: “En dit bewijs doe ik even op z’n Nordes.” Matthijs Poorthuis op studiereis tijdens een gesprek over borsten- en billenmannen: “De vriendin van Robert is ook een borstenvrouw.” De heer Schumacher tijdens Oriëntatie QF/AS: “Je hebt van die fases in je leven dat je je afvraagt waar kindjes vandaan komen. Nu is de fase aangebroken dat je je af gaat vragen waar q-tjes vandaan komen.”
Frans Fonville tijdens het actief kaderoverleg: “Ze hadden het hier aan tafel nog over alle Masters die je na je bachelor kon gaan doen, Master A en Master B enzo.”
De heer Peeters over een tentamen van Lineaire Algebra van juni 2007: “Dit was voor de mensen die niet op vakantie wilden.”
Bart Verschoor tegen Mark Timmermans op studiereis: “Ik kan jou wel euro’s geven, als ik er maar SEKs voor terugkrijg”.
If you have heard a remarkable quote, please send it to
[email protected]
68
Nekst 2 - December 2007
Bij SNS REAAL willen we blijven groeien m/v
V.l.n.r.: Guno Porconi Manager ICT Audit
SNS REAAL is niet zomaar een bankverzekeraar, wij zijn een retailbankverzekeraar. En die toevoeging maakt alle verschil. Als het om financiën gaat, staat bij ons namelijk de klant centraal. Bestaande en potentiële klantbehoeften vertalen we direct in klantvriendelijke producten. En zo slagvaardig zijn we ook als het om onze eigen mensen gaat. SNS REAAL investeert in haar medewerkers. Zodat ze blijven groeien. Net als wij. Heb je ook te veel ambitie om bij een gewone bankverzekeraar te werken? Kom dan eens langs. Meer informatie vind je op snsreaal.nl
Marianne Heezen Bedrijfshoofd Schaderegeling
Jurgen Fransen Account Manager
Bart Reijers Projectleider SNS Direct
100% ACTUARIS
Towers Perrin houdt van mensen met liefde voor het vak Of je nu internationale carrièrewensen hebt, of het accent wilt leggen op een goede balans tussen privé en werk, bij Towers Perrin krijg je de ruimte. Als een van ’s werelds grootste adviesorganisaties voor people, risk en financial management, vinden we het belangrijk dat mensen zich kunnen ontplooien op een manier die bij hen past. Dé Towers Perrin consultant bestaat dan ook niet. Wat we wel gemeenschappelijk hebben is onze gedrevenheid en liefde voor het vak. Wil jij ook aan de slag in een uitdagende en prettige werkomgeving? Denk dan eens na over
www.100procentactuaris.nl
een toekomst bij Towers Perrin. Op dit moment zoeken we actuarissen met minimaal 3 jaar ervaring voor Retirement. Meer vacatures vind je op onze website. Wil je meer weten? Ga naar www.100procentactuaris.nl of vraag de brochure over werken bij Towers Perrin aan bij Beatrijs van Rijckevorsel. Zij is te bereiken op telefoonnummer 020-711 41 36 of e-mail naar
[email protected].