LBActualiteiten Wekelijkse informatie van de LNV-Vertegenwoordiging Buitenland
Jaargang 16, 8 december 2006 , nummer 37
Colofon Uitgave van: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Directie Internationale Zaken Postbus 20401 2500 EK Den Haag Telefoon: 070 378 41 87 Telefax: 070 378 6106 Verantwoordelijk voor inhoud: Hoofd Bureau LNV-Vertegenwoordiging Buitenland Dr. M.H. de Jong Redactie: Compris Projectorganisatie, Den Haag Opmaak en reproductie: Directie Informatiebeleid en Facilitaire Zaken
Overname uit LBActualiteiten is met bronvermelding toegestaan
Inhoudsopgave
Multilaterale landbouwpolitieke ontwikkelingen
5
Spanje
Nationale landbouwpolitieke aangelegenheden
6
België, Ierland, Spanje, Verenigd Koninkrijk
Economische en handelsaangelegenheden
10
België, Polen, Spanje, Zweden
Akker- en tuinbouw
12
Spanje, Verenigd Koninkrijk
Veehouderij en zuivel
14
Denemarken, Ierland, Spanje
Visserij en aquacultuur
15
Denemarken, Spanje, Verenigd Koninkrijk
Veterinaire aangelegenheden
18
Ierlandn, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Korea
Natuur, bos, landschaps- en faunabeheer
21
België, Spanje
Milieuaangelegenheden
22
België, Spanje
Biotechnologie
24
België
Diversen
25
Spanje, Verenigd Koninkrijk
3
4
Multilaterale landbouwpolitieke ontwikkelingen
Spanje: oproep over suikermarkthervorming valt slecht De oproep van EU-Commissaris Fischer Boel dat de lidstaten en de suikerindustrie meer in het werk moeten stellen om ervoor te zorgen dat de suikerproductie daalt en de niet-competitieve bedrijven verdwijnen, wordt in Spanje als uiterst cynisch en beledigend ervaren. Men meent dat de Commissaris kennelijk is vergeten dat de concurrentieverzwakking het gevolg is van de door haar gewenste hervorming waarbij te lage prijzen werden vastgesteld; hierbij werd alleen gekeken naar de WTO en werd geen enkele rekening gehouden met de eigen industrie, de bietentelers en de werkgelegenheid.
5
Nationale landbouwpolitieke aangelegenheden
België: quota op internet Sinds kort is er via internet een e-loket voor de sectoren landbouw en visserij – www.landbouwvlaanderen.be – beschikbaar. Hierop kunnen Vlaamse boeren hun eigen producent- en bedrijfsgegevens raadplegen, zoals het melk- of het zoogkoeienquotum. Ook is het mogelijk administratieve handelingen te verrichten en is de historie van quotagegevens vanaf 1996 met een simpele muisklik te bekijken. Vanwege privacygevoeligheid zijn de gegevens alleen in te zien met behulp van een elektronische identiteitskaart (eID) en een zelf aan te schaffen eID-kaartlezer.
België: landbouwattachés terug naar Brussel Minister van Landbouw en premier Yves Leterme roept drie Vlaamse landbouwattachés terug naar Brussel, van waaruit ze volgens de minister-president veel efficiënter kunnen werken. De maatregel verkleint het aantal vertegenwoordigers van de Vlaamse regering in het buitenland. Maar volgens Leterme weegt een efficiënte werking niet op tegen een bepaald Vlaams eergevoel. Momenteel telt Vlaanderen nog landbouwattachés in Frankrijk, Nederland en Duitsland. Ze houden kantoor in het Vlaams Huis of de Belgische ambassade. Maar hun aanwezigheid in het buitenland kost veel geld en de opbrengst van hun werkzaamheden is gering. Leterme meent dat ze vanuit Brussel het Europees gedirigeerde landbouwbeleid nauwgezetter kunnen volgen en zonodig bijsturen. Taken als het verlenen van steun aan Vlaamse exporterende bedrijven kan de organisatie Flanders Investment and Trade (FIT) overnemen. Deze instelling vormt de voorhoede voor Vlaamse economische activiteit in het buitenland. Hiermee wil Leterme aantonen dat ook hij - net als minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht - best bereid is om de discussie aan te gaan over een efficiënte werking van de diensten voor buitenlandse handel.
Ierland: restant bedrijfstoeslag 2006 Minister Mary Coughlan van Landbouw en Voedsel heeft de uitbetaling van het resterende bedrag, ruim ¤ 530 miljoen, van de bedrijfstoeslag over 2006 aangekondigd. De Ierse regering heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zo snel mogelijk na 16 oktober 2006 alvast de helft van de bedrijfstoeslag over 2006 uit te keren aan die boeren waarvan het recht op uitkering onomstotelijk vaststond. De periode waarover de bedrijfstoeslag wordt betaald begint op 1 december en loopt door tot 30 juni van het volgende jaar. Minister Coughlan zei verder er bij de EC op te blijven aandringen om de komende jaren eerder tot betaling over te kunnen gaan.
Spanje: vertraging Plan voor Plattelandsontwikkeling De EC heeft Spanje meegedeeld dat ze haar ontwerp voor het Nationaal Strategisch Plan voor Plattelandsontwikkeling 2007 - 2013 vóór het eind van 2006 moet hebben ingediend, zodat het plan vóór 1 april 2007 kan worden goedgekeurd. Het is echter niet duidelijk wanneer het ontwerp zal zijn vastgesteld. Op 28 november jl. zei de staatssecretaris voor Landbouw in het parlement dat er geen sprake was van vertraging en dat de gewesten alleen bezorgd zijn omdat ze nog niet precies weten hoeveel geld ze krijgen; op 29 november jl. moest de minister evenwel afzien van de presentatie van de nieuwe wet en het Strategisch Plan op een internationale conferentie. Volgens insiders zijn de problemen met de autonome gewesten (en vooral die tussen de gewesten onderling) nog erg groot. En ook de drie betrokken
6
ministeries (Landbouw, Economische Zaken en Milieu) zijn het nog niet eens over de verdeling van de fondsen. Zo wil het ministerie van Milieu zoveel mogelijk geld aan Natura 2000 kunnen spenderen, vooral omdat de EU hiervoor geen apart fonds in het leven heeft geroepen. Bij de berekening van het totale bedrag voor het plattelandsbeleid houdt het ministerie van Landbouw vol dat hiervoor zowel geld uit het Plattelandsontwikkelingsfonds als uit het Regionale Fonds beschikbaar is. Op die manier zou ongeveer een gelijk bedrag aan plattelandsontwikkeling kunnen worden uitgegeven als in de periode 2000 – 2006 het geval was. Rond ¤ 300 miljoen zou kunnen worden besteed aan infrastructuur (wegen en irrigatie) en Natura 2000. Bij de verdeling van de modulatiegelden (¤ 1,4 miljoen) bestaat onenigheid met de gewesten omdat het ministerie van Landbouw andere criteria wil toepassen dan in Brussel worden gehanteerd. De Brusselse rekenmethode zou in Spanje vooral de gewesten met grote en hooggesubsidieerde bedrijven begunstigen. Daarom wil het ministerie nu een berekening volgen waarbij de bedragen die in 2005 door de gewesten werden ontvangen, worden vermeerderd met het bedrag dat de andere lidstaten ontvangen, met een verdeelsleutel op basis van SAU, inkomen en werkgelegenheid. Het ministerie heeft de gewesten de berekeningswijze voorgesteld maar geeft nog niet aan welk bedrag tegemoet kan worden gezien. En zolang de gewesten nog in onzekerheid verkeren is er geen overeenstemming. Bovendien wordt er ook nog over inhoudelijke zaken gesproken; zo is deze week de steunverlening aan energierijke gewassen (ten behoeve van biodiesel) uit de laatste versie van het Strategisch Plan geschrapt omdat er in de EU-regelgeving over plattelandsontwikkeling geen opening voor zou worden gegeven.
Verenigd Koninkrijk: bedrijfstoeslagen 2006 Behalve in Engeland zal ook in de overige landsdelen van het VK een groot deel van de bedrijfstoeslagen 2006 voor Kerstmis zijn uitbetaald. Dat is in ieder geval de stellige verwachting en inzet van de betrokken landbouwministers in Wales, Schotland en Noord-Ierland. Minister Carwyn Jones (Wales) zei te verwachten dat ongeveer 75% van de boeren in Wales hun geld op de eerst mogelijke dag van betaling (1 december jl.) zouden hebben ontvangen. Het gaat om een bedrag van een kleine ¤ 200 miljoen tegen ¤ 165 miljoen in 2005. Hij zei er verder alles aan te zullen doen om te zorgen dat de overige 25% van de Welshe boeren hun geld voor Kerstmis (dat wil zeggen vóór 21 december 2006) op hun rekening hebben. Hij voegde er onmiddellijk aan toe dat dit alleen gold voor boeren wier claims geheel en al gevalideerd waren en richtte impliciet daarmee een oproep tot die boeren wier aanvraag nog onderwerp van discussie is om vooral snel te reageren. De Schotse minister van Landbouw Ross Finnie verwacht tussen 1 en 21 december 2006 70% van alle aanvragen te hebben uitbetaald: het gaat hier om een bedrag van ¤ 440 miljoen aan ongeveer veertienduizend rechthebbenden. Hij zei erbij dat zijn doelstelling in 2005 was om 50% van alle betalingen in december 2005 te hebben verricht; dit is uiteindelijk 59% geworden. Volgens de Noord-Ierse minister van Landbouw David Cairns is eind december 2006 75% van de ¤ 210 miljoen bedrijfstoeslag aan 40% van de boeren uitbetaald. Aan het einde van januari 2007 moet 80% van alle rechthebbende boeren een volledige betaling van bedrijfstoeslag 2006 hebben ontvangen. De betalingen in Engeland beginnen midden februari 2007: daarbij zal het gaan om vooruitbetalingen van ten minste 50% van het totaalbedrag waarop een rechthebbende aanspraak kan maken. Op 30 juni 2007 moet 96% zijn uitgekeerd.
Verenigd Koninkrijk: themajaar landbouw en voedsel op scholen In het schooljaar 2007 - 2008 zal in het Engelse onderwijs de productie en afzet van voedingsmiddelen en de invloed ervan op natuur, milieu en volksgezondheid een centraal thema zijn. Onderdeel van dit ‘Year of Farming and Food in Education’ zal zijn dat elk schoolkind in principe de kans moet krijgen een bezoek aan een boerderij te brengen. De Britse kroonprins Charles treedt als beschermheer van dit project op. Het gaat hier om een gezamenlijk initiatief van het agrarische bedrijfsleven (primair en verwerkend), het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken, dat van Onderwijs en Vaardigheden en het ministerie van Volksgezondheid. Doel is de
7
Britse schooljeugd opnieuw in aanraking te brengen met de bronnen van zijn voedsel. Door de jonge generatie te leren gemotiveerde keuzes te maken ten aanzien van het betrekken van voedsel hoopt minister Miliband van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken, aldus zijn inleiding bij de lancering van het initiatief, dat de nieuwe generatie consumenten een bijdrage levert aan het beperken van de uitstoot van klimaatverstorende stoffen en aan het voorkomen van zwaarlijvigheid. Miliband sprak op een conferentie getiteld ‘Food and Farming, Reconnecting a new generation’. In het kader van het themajaar zullen bedrijven worden opgeroepen er voor te zorgen dat de bezoeken van schoolkinderen ook daadwerkelijk kunnen plaatsvinden. Andere projecten waarvoor bedrijven zich kunnen aanmelden: het sponsoren van schooltuinen zodat kinderen zelf agrarische producten kunnen telen en van kookbijeenkomsten op scholen, zodat kinderen zelf een maaltijd op school kunnen koken. Het gaat hier met name om kinderen in het basisonderwijs. Voor de middelbare scholieren bestaan soortgelijke initiatieven om de kinderen daadwerkelijk in contact met het platteland te brengen. Het themajaar moet ook de ontwikkeling stimuleren van op bovenstaande doelen gerichte onderdelen van het lesprogramma en schoolklasprojecten, detacheringen van onderwijsgevend personeel en activiteiten rond supermarkten en restaurants. De acties zullen vooral lokaal worden ingevuld. Het ministerie van Onderwijs en Vaardigheden sponsort een website waarop informatie over ideeën, mogelijkheden en initiatieven kunnen worden uitgewisseld. Meer informatie over dit opmerkelijke initiatief via: www.defra.gov.uk/schools/yff.htm
Verenigd Koninkrijk: zes uitdagingen voor duurzaam landbouwbeleid De Food Ethics Council, een onafhankelijke organisatie die met onderzoek en adviezen het debat in het VK over landbouw en voedsel voedt, heeft een discussierapport uitgebracht over de toekomst van het landbouwbeleid in het VK, in het bijzonder in EU- en WTO-context. In het rapport ‘Sustainable farming and food: emerging challenges’ wordt op zes terreinen een aantal indringende vragen gesteld. In de beschrijving van de context van de vragen klinkt op een aantal terreinen kritiek door op de aanpak die de Britse regering voorstaat bij de GLB-hervorming en WTOlandbouwinzet afgezet tegen de geformuleerde uitgangspunten in ‘Strategy for Farming and Food’ uit 2002. Inmiddels is op de website van de Sustainable Development Commission (www.sd-commission.org.uk) een ‘on-line’-debatmogelijkheid over de geformuleerde vragen geopend. De zes kernvragen in het rapport betreffen: • Landgebruik: de rol van de landbouw in concurrentie met andere vormen van landgebruik; op welke wijze zou duurzaam landgebruik kunnen bijdragen aan het bereiken van een aantal bredere doelstellingen voor duurzaamheid in het VK. Het gaat hierbij ook om de vraag welk type bedrijfsvoering hieraan het meest bijdraagt, waarbij de nodige vraagtekens worden gezet bij het voortdurend streven naar schaalvergroting als uitvloeisel van meer marktgerichtheid en concurrentie. Hier is ook de stelling aan de orde van EU-Commissaris Fischer-Boel die - in een reactie op het Britse GLB-visiedocument - verklaarde dat de daarin voorgestelde lijn zou betekenen dat boeren hun land op grote schaal zouden verlaten. • Klimaatverandering: welke rol kunnen landbouw en voedselvoorziening in het VK spelen in het aangaan van de uitdagingen die vanuit het klimaatbeleid worden gesteld. Daarbij zijn afwegingen aan de orde tussen aanbod van voedsel enerzijds en van biobrandstoffen anderzijds, maar ook tussen een gegarandeerd voedselaanbod voor zestig miljoen Britten en het meer duurzaam produceren in het VK. • Biodiversiteit en dierenwelzijn: hier gaat het in wezen om de vraag hoe biodiversiteit te beschermen en dierenwelzijn te vergroten binnen de grenzen van de internationale (handels)verplichtingen van het VK. Discussiepunten zijn hier onder meer de verdeling van verantwoordelijkheden tussen overheid en betrokken sectoren, de verhouding tussen internationale (handels)verplichtingen en de
8
mogelijkheid van het willen opleggen van de nationaal geldende normen op geïmporteerde producten, de verhouding tussen internationale (handels)verplichtingen en de rol van multilaterale milieuovereenkomsten in bijvoorbeeld het bevorderen van duurzame landbouw. • Ontwikkelingssamenwerking: welke rol kan de internationale handel in landbouwen voedingsmiddelen spelen bij het bevorderen van de welvaart en welzijn van mensen, dieren en het milieu in ontwikkelingslanden, het VK en de overige landen; meer in het bijzonder ook in armoedebestrijding en het bevorderen van voedselzekerheid. In dit kader wordt gesuggereerd ook te kijken naar een andere manier van GLB-hervorming dan puur liberalisering, zoals voorgestaan in het Britse GLB-visiedocument. • Consumenten en volksgezondheid: wat zijn de voornaamste uitdagingen om het aanbod van voedsel meer in overeenstemming te brengen met overwegingen van volksgezondheid en welke obstakels moeten daarbij worden overwonnen. Hoe ziet de taakverdeling tussen de sector en de overheid er op dat terrein uit. Wat zijn de voornaamste volksgezondheidsoverwegingen voor een volgende GLB-hervorming en wat zijn de kosten en baten uit het oogpunt van volksgezondheid, natuur en milieu van kortere aanvoerlijnen van voedsel. • Bestuur en beheer: hoe kunnen we in de vormgeving en uitvoering van een beleid gericht op duurzame landbouw ook een rol geven aan regionale en lokale administraties en gemeenschappen; hoe kan een grotere rol worden gegeven aan de VK-inbreng in internationale en EU-onderhandelingen; hoe ontwikkelingslanden een belangrijkere, autonome stem te geven in internationale onderhandelingen en hoe kunnen potentiële voordelen van een renationalisatie van het GLB worden geïncasseerd, zonder hierbij de mogelijkheden om duurzame landbouw te bevorderen in gevaar te brengen.
9
Economische en handelsaangelegenheden
België: investering Callebaut in Oost-Vlaamse fabriek De Zwitserse chocoladegroep Barry Callebaut heeft een nieuwe productielijn in gebruik genomen in haar Oost-Vlaamse fabriek in Lebbeke, Wieze, ’s werelds grootste chocoladefabriek. Hiermee is een investering van ¤ 4 miljoen gemoeid. Op de nieuwe lijn worden chocoladedruppels en -rondjes gemaakt, producten die vooral in de bakkerijsector worden gebruikt en een groeiende vraag kennen. Vorig jaar produceerde de vestiging tweehonderdzestigduizend ton; met de nieuwe lijn komt daar twintigduizend ton bij. De bedoeling is de productiecapaciteit op te trekken met 10 à 15%. Daarvoor wordt behalve in de nieuwe lijn, nog eens zo’n ¤ 9 miljoen geïnvesteerd in het aanpassen van bestaande lijnen. De consumptie van chocolade zit overal ter wereld in de lift. De Belg consumeert jaarlijks bijna elf kilo chocolade, tegen gemiddeld een krappe zeven kilo per persoon in Frankrijk en vierenhalf kilo in Nederland. De Zwitsers verbruiken het meest: ruim elf en een halve kilo per persoon. De uitbreiding van de fabriek moet dan ook gezien worden als antwoord op die groeiende vraag. Callebaut sluit niet uit dat de productiecapaciteit op langere termijn nog uitgebreid wordt. Behalve in Oost-Vlaanderen heeft het bedrijf nog twee vestigingen in België. Wereldwijd telt de groep achtduizend werknemers en heeft ze meer dan dertig productie-eenheden in 25 landen. Onlangs nog startte het bedrijf met de bouw van een fabriek in China. Vorig boekjaar behaalde Callebaut een omzet van ¤ 2,68 miljard en een nettowinst van ¤ 115 miljoen. De groep is daarmee de grootste speler op de chocolademarkt.
België: Colruyt stroomlijnt dochters Sinds Colruyt aan het roer staat van Spar Retail, het samenwerkingsverband van zelfstandige winkeliers is het keurslijf voor de Spar-ondernemers strakker geworden. Voor het eerst in jaren vertoont het marktaandeel nu een stijging. Onder de vleugels van Colruyt wordt sinds 2003 fors geïnvesteerd in winkelvernieuwingen en prijsverlagingen. Achter de schermen wordt de koepelorganisatie Spar Retail gestroomlijnd. Drie jaar geleden nam de Halse Distributiegroep Colruyt de Belgische Spargroothandel over van de Nederlandse groep Laurus. Een deal die ¤ 350 miljoen extra omzet opleverde en Colruyt toegang verschafte tot de markt van zelfstandige winkeliers, een segment waar grote concurrenten Delhaize en Carrefour al een stevige voet aan de grond hadden. Maar de overname was er niet één met een rode strik erom. De groep is volop aan het investeren, niet alleen in logistiek maar ook in het restylen van de winkels. Zo zullen tegen eind volgend jaar de helft van alle Sparwinkels vernieuwd zijn. Daarna rekenen ze op veertig remodelings per jaar. Spar Retail doet ook forse inspanningen om de prijzen te verlagen.
België: kwartaalomzet Bayer CropScience teleurstellend Chemie- en farmaconcern Bayer heeft in het derde kwartaal van dit jaar met een dalende omzet te kampen gehad. Vooral het resultaat in de zaadgoed- en gewasbeschermingsdivisies Bayer CropScience bleef achter. De teleurstellende gang van zaken is te wijten aan de teruglopende afzet en dalende prijzen in Noord- en ZuidAmerika en Australië als gevolg van de aanhoudende droogte. De prijzen voor gewasbeschermers staan eveneens onder druk door het toenemende gebruik van ggo's. Bij Bayer CropScience zakte de omzet in vergelijking met 2005 met ruim 10% naar ¤ 1,049 miljard. Over de eerste negen maanden leverden de divisies 2,7% aan
10
omzet in, terwijl het operationele resultaat op ¤ 641 miljoen uitkwam. Dat is wel ¤ 14 miljoen hoger dan in 2005, maar hierbij rekende Bayer de eenmalige structuurveranderingen zoals de overname van Schering niet mee. Doen ze dat wel, dan is een omzetdaling van zo'n ¤ 20 miljoen zichtbaar. Als gevolg van de tegenvallende resultaten worden enkele onderdelen van CropScience dan ook onderworpen aan een herstructurering. Deze zomer maakte de Duitse chemiereus bekend in zijn divisie voor landbouwchemicaliën wereldwijd vijftienhonderd banen te schrappen. Dat is niet van toepassing op Bayer BioScience in Gent, het belangrijkste innovatiecentrum voor plantenbiotechnologie in de groep, waar het concern meer investeringen wil doen. Bestuursvoorzitter Wenning ziet de resultaten voor 2006 desondanks met vertrouwen tegemoet; het jaar 2007 zal vooral in het teken staan van verdere integratie van Schering en de afbouw van de zware schuldenlast.
Polen: sterke toename vleesexport Ondanks het embargo van Rusland op de import van Pools vlees, vertoont de export hiervan een grote toename. De vleesproducenten sluiten dit jaar af met een winst van ¤ 7,1 miljard, 6% meer dan in 2005. Verwacht wordt dat de winst van 2007 op ¤ 7,87 miljard zal uitkomen. De sterke stijging wordt deels veroorzaakt door toename van de binnenlandse consumptie. In 2006 bedraagt de gemiddelde consumptie 75 kilo, terwijl die in 2005 nog 71 kilo bedroeg. Maar ook wordt de stijging toegeschreven aan het verwerven van nieuwe afzetgebieden. Het embargo van Rusland en de Oekraïne op de import van Pools vlees heeft de sector gedwongen de blik nog meer naar het westen te keren en verre markten op te zoeken. De exportopbrengst van rund- en varkensvlees naar het buitenland wordt geschat op ¤ 670 miljoen. PKM Duda heeft onlangs een contract ondertekend met Japan en Zuid-Korea, met een geschatte waarde van ¤ 20,25 miljoen.
Spanje: export levende fokvarkens naar Uruguay Op 16 november jl. is een nieuw invoercertificaat (nr. ASE-640) van kracht geworden voor de import van Spaanse fokvarkens in Uruguay. Het certificaat is vastgesteld na overleg tussen de veterinaire autoriteiten van beide landen. Aan Spaanse kant heeft ook het bedrijfsleven aan de onderhandelingen deelgenomen. De dieren zullen in Uruguay na aankomst eerst in quarantaine verblijven, waar de Uruguayaanse autoriteiten testen kunnen uitvoeren en vaccineren wanneer zij dit noodzakelijk achten.
Spanje: exportproblemen naar Rusland De olijvensector heeft in het jaar 2005 een verlies van bijna ¤ 1,5 miljoen geleden omdat de Russische autoriteiten een veterinair certificaat verlangden voor ingeblikte olijven. Daardoor kon vanaf april 2005 niets meer worden uitgevoerd tot schorsing van de eis in november 2005. Inmiddels is, na zes maanden onderhandelen door de EC, vermoedelijk een oplossing in zicht en zal het veterinaire certificaat niet meer vereist zijn.
Zweden: Swedish Meats De Finse bedrijven Atria en HK Ruokatalo dingen beide naar de gunst van het coöperatieve Swedish Meats. HK Ruokatalo zou ¤ 300 miljoen hebben geboden, terwijl Atria ¤ 144 miljoen over had voor de verwerkingsdivisie van Swedish Meats.
11
Akker- en tuinbouw
Spanje: vooral export biologische producten Ondanks het grote areaal biologische teelten van achthonderdduizend hectare blijkt 62% van de Spanjaarden nooit biologische producten te eten. Ze kennen het niet of kunnen het in de winkels niet vinden. Daarom wordt meer dan 80% van de biologische productie geëxporteerd, vooral naar Duitsland, Nederland, Frankrijk en het VK. Het ministerie van Landbouw is nu een nationale campagne ingezet om winkels ertoe te brengen biologische producten te verkopen en consumenten ertoe te bewegen ze ook daadwerkelijk te kopen.
Spanje: etikettering biologische producten De Federatie van Landbouwcoöperaties (COAG) heeft zich uitgesproken over het voorstel van de EC inzake etikettering van biologische producten. Het ging met name over het plan om onderscheid te maken tussen drie categorieën: (1) levensmiddelen met tenminste 95% biologische bestanddelen (die mogen ‘biologisch’ heten), (2) levensmiddelen met een percentage tussen de 70 en 95% biologische ingrediënten (het percentage mag op het etiket worden vermeld) en (3) levensmiddelen met minder dan 70% biologische componenten, waarbij deze echter wel op de ingrediëntenlijst mogen worden vermeld. De COAG zet zich in voor: • een identiek logo of etiket in alle lidstaten; · slechts twee categorieën, namelijk de eerste (> 95%) en de tweede (van 70 tot 95%); • bij de eerste categorie mag op het etiket worden vermeld dat het een biologisch product is; • bij de tweede categorie mag op het etiket geen biologische aanduiding staan en mogen de biologische bestanddelen alleen op de ingrediëntenlijst worden vermeld; • invoering van een derde categorie leidt er volgens de COAG alleen maar toe dat producenten zoveel mogelijk niet-biologische ingrediënten gebruiken omdat die goedkoper zijn, terwijl ze in hun reclame wel vermelden dat het product op basis van biologische producten is bereid. De COAG vindt dit misleidend.
Spanje: exporteert Marokko teveel? Door de merkwaardige weersomstandigheden van dit jaar lopen de teeltseizoenen van Almería en Marokko vrijwel gelijk op, waardoor het aanbod hoog en de prijs laag is. De prijsval zou echter volgens Spaanse producentenorganisaties veel lager zijn als Marokko niet zou handelen in strijd met de gemaakte afspraken met de EU. Volgens de organisaties exporteert Marokko zowel te goedkope als te grote hoeveelheden groenten en fruit naar de EU. De Marokkaanse producten zouden allemaal in Frankrijk worden ingevoerd; daar zou men geen controles uitvoeren omdat veel van de uit Marokko afkomstige producten geproduceerd zijn op bedrijven waarvan Franse bedrijven mede-eigenaar zijn. Op verzoek van de organisaties heeft het Spaanse ministerie van Landbouw bij de EC een klacht tegen Marokko ingediend, maar de EC heeft laten weten dat er niets aan de hand is en dat het land zich volgens haar goed aan de regels van de overeenkomst houden. Spanje wil nu met Frankrijk overleggen om ervoor te zorgen dat de douane beter werk aflevert en zal Marokko vragen de prijzen te verhogen. Ondertussen hebben de Coexphal-coöperaties, in samenwerking met de nationale en gewestelijke over-
12
heid, op 21 november jl. besloten alle paprika’s van de tweede kwaliteit op vrijwillige basis niet meer op de markt te brengen. Hierdoor daalt het Spaanse aanbod met 25% en zou de prijs moeten stijgen. Voor andere producten zoals tomaat zijn nog geen afspraken gemaakt.
Spanje: meer Nederlandse bloemen In het jaar 2006 heeft Spanje 15% meer bloemen geïmporteerd dan het jaar daarvoor; het grootste aandeel kwam uit Nederland. De belangrijkste geïmporteerde bloemen waren de anjer (+32%), de roos (+19%), de gladiool (+18%) en de chrysant (+16%). Met de Spaanse export ging het minder goed, deze daalde met 7%.
Spanje: iets meer rijst In de campagne 2005/06 is 9% meer areaal rijst geteeld dan in de voorgaande campagne het geval was. Er werd hiervoor een oppervlakte van 115.505 hectare gebruikt.
Verenigd Koninkrijk: veldproeven resistente aardappelen Minister Miliband van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken heeft het bedrijf BASF toestemming gegeven in 2007 op twee plaatsen in Engeland proeven te starten met een genetisch gemodificeerde aardappel, die resistent is tegen de aardappelziekte phytopthora infestans. De onafhankelijke Advisory Committee of Releases to the Environment (ACRE), die de minister adviseert bij dergelijke aanvragen, had positief geadviseerd onder voorwaarde dat het bedrijf een aantal voorzorgsmaatregelen neemt. Een daarvan was dat er geen genetisch gemodificeerd materiaal in de grond mag achterblijven op de plaatsen waar de proefnemingen plaatsvinden; ook mogen de aardappelen niet in de humane en de dierlijke voedingsketen terechtkomen. De ACRE is ervan overtuigd, dat wanneer de voorwaarden in acht worden genomen er geen negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en natuur en milieu van de proefnemingen zijn te verwachten. De experimenten die zijn gericht op het testen van de genetisch gemodificeerde aardappel op in het VK voorkomende varianten van de aardappelziekte zullen in totaal vijf jaar in beslag nemen. De proefvelden mogen niet groter zijn dan één hectare en er mogen per proefveld niet meer dan vijfenveertigduizend aardappels per jaar worden geplant (in totaal dus vierhonderdvijftigduizend aardappels). Via de volgende weblink zijn alle op de proefneming betrekking hebbende documenten te achterhalen: www.defra.gov.uk/news/2006/061201b.htm
13
Veehouderij en zuivel
Denemarken: nieuwe areaaleisen veehouderij In december 2006 wordt een nieuwe raamwet betreffende veehouderij en areaaleisen van kracht. De oorspronkelijk gestelde eis is afgezwakt. Deze hield in dat bij een grotere veestapel, het aandeel van het benodigde areaal dat de veehouder in eigen bezit dient te hebben, proportioneel moet zijn. Allereerst wordt de areaaleis nu op bedrijfsniveau in plaats van op boerderijniveau berekend, wat een betere organisatie van het bedrijf mogelijk maakt. Ten tweede hoeft men voortaan slechts 30% van het berekende mestuitrij-areaal in eigen bezit te hebben voor dat deel van de veestapel dat honderdtwintig diereenheden overstijgt. Aan de milieueisen wordt niet getornd, de wijziging betekent alleen dat de boer het land niet zelf in bezit hoeft te hebben, maar ook kan pachten of een mestcontract kan afsluiten. Minister Schmidt van Landbouw hoopt dat hierdoor de druk van de grondprijzen verdwijnt en jongere boeren betere kansen krijgen.
Ierland: 125 miljoen liter in quotabeurs Op de eerste quotabeurs - onder het meer geliberaliseerde regime voor de handel in zuivelquota - is 125 miljoen liter melkquota ter verkoop aangeboden. Ongeveer 850 boeren stelden hun melk ter beschikking en ruim 4700 boeren toonden interesse in het kopen van een melkquotum. Dat betekent dat één op de vijf zuivelproducenten in Ierland zijn productie wil vergroten. Gemiddeld is de omvang van de ter verkoop aangeboden quota honderdvijftigduizend liter. Het ministerie van Landbouw en Voedsel is tevreden met deze uitkomst van de eerste beurs en zal nu de prijs moeten vaststellen. Er is voor maart 2007 een nieuwe quotabeurs gepland.
Spanje: runderrassen met uitsterven bedreigd Een aantal in Spanje levende runderrassen wordt momenteel met uitsterven bedreigd. Dit komt voornamelijk doordat de dieren nagenoeg in het wild leven, waardoor zij niet worden geregistreerd zoals de EU-richtlijnen voorschrijven. Hierdoor krijgen de veehouders geen subsidie meer. Van een Catalaans ras, de Albaresa, zijn nog maar vierhonderd dieren in leven en de eigenaar heeft gezegd dat hij zonder de jaarlijkse subsidie van ¤ 150.000 niet in staat is de dieren te onderhouden. Drie andere rassen, de Negra Avileña, de Retinta en de Tudanca, zijn door het wegvallen van subsidies eveneens met uitsterven bedreigd. Inmiddels heeft het ministerie van Landbouw de toezegging gedaan dat er een uitzondering op de registratieregeling zal worden gemaakt, zodat de subsidie opnieuw kan worden verleend.
Spanje: steun voor internationalisering pluimveesector Het ministerie van Landbouw heeft de pluimveesector steun voor internationalisering toegezegd en zal met name zorgen voor exportbevordering. Het ministerie vraagt de sector meer inspanningen te leveren op het gebied van welzijn, milieu en kwaliteit.
14
Visserij en aquacultuur
Denemarken: vismeel De vismeelfabrieken van TripleNine in Esbjerg en Thyborøn hebben een recordjaar gedraaid met een winst van ¤ 14,5 miljoen op een omzet van ¤ 134.000. De vissers krijgen daarom ¤ 0,02 per kilo extra, wat de totale afrekening op ¤ 0,16 per kilo brengt. De nabetaling kost de fabrieken ¤ 8,71 miljoen en het resterende bedrag van ¤ 5,79 miljoen wordt aan het eigen kapitaal toegevoegd. Zowel in Esbjerg als in Thyborøn zal worden geïnvesteerd in de productiecapaciteit. ‘We zien dat het aantal vissersschepen nu beter in evenwicht is met de hoeveelheid beschikbare vis. Op basis daarvan kunnen we dan ook op de toekomst gerichte investeringen doen om de productie te optimaliseren,’ aldus bestuursvoorzitter van TripleNine, Erik Bonde Pedersen.
Spanje: zeekreeft Galicia met uitsterven bedreigd Door overbevissing bedraagt de populatie zeekreeft ‘Cigala Gallega’ nog slechts 10% van die van 25 jaar geleden. Door de schaarste is haar prijs nu zo hoog geworden dat de consumenten het product niet meer kopen, zodat zij nog slechts als bijvangst wordt opgehaald. Wetenschappers dringen aan op een snel en efficiënt herstelplan.
Spanje: tweede mosselplaag Nadat enkele maanden geleden werd ontdekt dat de zebramossel zich op grote schaal in Spanje had verspreid is nu voor de eerste keer de Aziatische mossel (corbícula fluminea) op verschillende plaatsen in de Ebro, de Douro, de Miño en de Guadiana gevonden. Evenals de zebramossel verstikt zij de bodem, zij plant zich echter minder snel voort.
Spanje: strijd voor duurzame en legale visserij De regering heeft het Plan voor de Ontwikkeling van Duurzame Visserij en de Bestrijding van Illegale Visserij aangenomen. Het plan kent twee onderdelen: beperkingen op vangst en vangstmethode en de aanwijzing van beschermde mariene gebieden. a. Beperkingen bij vangst en vangstmethode • in de Middellandse Zee: Plan voor Integraal Beheer voor de trawl- en kringnetvloot; • in de Golf van Cádiz: beheersplannen voor trawl- en kringnetvisserij en de inktvis; • in Noordwest Cantábrica: nieuwe visnormen die rekening houden met de visbestanden van elk eiland; b. Aanwijzing van beschermde mariene gebieden Op dit moment zijn er negen beschermde gebieden, waarvan vijf worden beheerd in samenwerking met de gewesten. Op 1 januari 2007 wordt een nieuw gebied vastgesteld, gelegen in de Cala Ratjada bij Mallorca. Het totale gebied van de zeereservaten omvat dan 126.832 hectare. Daarnaast is er bij Alborán een visreservaat van 425.645 hectare, wat het totaal op 552.000 hectare brengt. In de toekomst zullen meer beschermde gebieden worden aangewezen: in de Middellandse Zee, bij de Canarische Eilanden en in de Cantabrische Zee. Ook zal het ministerie 43.832 hectare kunstmatige riffen voor bedreigde visbestanden aanleggen. De natuur- en milieuorganisaties vinden het allemaal prachtig klinken maar de realiteit is dat er nog slechts 3% van de Spaanse mariene gebieden is beschermd.
15
Spanje: blij met Marokkaanse ratificatie visserijakkoord Nu het Marokkaanse Parlement het visserijakkoord met de EU heeft geratificeerd hopen de Spaanse vissers al in januari met de vangst in Marokkaanse wateren te kunnen beginnen. Wel moeten er volgens Spanje nog enkele technische problemen worden opgelost. Vanuit Andalucía zullen ongeveer veertig schepen naar Marokkaanse wateren vertrekken. De gewestelijke DG Visserij, María Luisa Faneca, heeft verklaard dat haar (gewestelijke) regering de kosten van de vergunningen op zich zal nemen. Overigens dient de Eerste Kamer de ratificatie nog te bekrachtigen, waarna Koning Mohamed VI er zijn zegen nog aan moet geven. Niet alle Marokkaanse politieke partijen zijn blij met het akkoord. Zij vinden de EU-tegenprestatie (¤ 161 miljoen en opleiding van driehonderd Marokkanen op Europese schepen) te gering.
Spanje: aquacultuur in opmars De productie van aquacultuurproducten is dit jaar gestegen tot zo’n 373.000 ton, waarvan 246.881 ton in zee is gekweekt (31.007 ton vis, 215.720 ton mosselen en 153 ton schaaldieren) en 26.224 ton op land. De staatssecretaris voor Visserij wil snel een goede strategie vaststellen zodat deze sector internationaal kan concurreren en exporteren. De beide reeds bestaande plannen, het Internationaal Plan voor Aquacultuur op Zee en het Strategisch Plan voor Aquacultuur op Zee, lopen in 2007 af.
Spanje: convenant aquacultuur Het ministerie van Landbouw en Visserij heeft op 23 november jl. het eerste convenant voor de Spaanse aquacultuur getekend met de Vereniging van Producenten van Aquacultuurproducten (APROMAR) en de vakbonden UGT en CCOO. De overeenkomst zal op 1 januari 2007 in werking treden en loopt door tot 1 januari 2009. Vanaf dat moment zal het contract steeds met een jaar verlengd worden.
Spanje: hoogzeevloot vraagt ander registratiesysteem De hoogzeevloot wil een registratiesysteem invoeren dat identiek is aan dat voor de koopvaardijvloot. De koopvaardij heeft hierdoor het voordeel van lagere belastingen en betere arbeidsvoorwaarden. Volgens de vissers is de Europese vloot in internationale wateren in het nadeel omdat hun exploitatiekosten ruim 300% hoger zijn dan die van vissers uit derde landen.
Spanje: nieuwe veroordeling vissers door Noorse rechter Ook in hoger beroep zijn de Spaanse vissers die in het jaar 2004 volgens de Noorse autoriteiten illegaal in beschermde wateren rond Svalbard hadden gevist, veroordeeld tot een boete van ¤ 169.000. De advocaat had aangevoerd dat Noorwegen niet het recht heeft om beschermde gebieden in te stellen die buiten de Noorse exclusieve economische zone liggen, maar dit beroep heeft het niet gehaald.
Spanje: vispiraat opgepakt De VS hebben (eindelijk) een vispiraat gearresteerd die wegens illegale visserij door het Amerikaanse gerechtshof veroordeeld is tot een boete van ¤ 300.000. Hij had twintig jaar kunnen krijgen, maar de strafvermindering werd gegeven nadat hij beloofd had informatie over andere illegaal opererende vissers te verstrekken. De Spanjaard, afkomstig uit Galicia, wordt al vele jaren door milieuorganisaties en regeringen (Australië) beschuldigd van illegale visserij. In 2004 ontving hij echter van het Spaanse ministerie nog een subsidie van ¤ 1,3 miljoen om een pilot visserijproject uit te voeren; het ministerie gaat nu na of het bedrag kan worden teruggevorderd.
Verenigd Koninkrijk: structuurfondsmiddelen visserij Staatssecretaris Ben Bradshaw van Plattelandsontwikkeling, Visserij en Dierenwelzijn heeft voor Engeland dertig projecten geïdentificeerd die gezamenlijk een bedrag van ¤ 5,5 miljoen aan structuurfondsmiddelen tegemoet kunnen zien (50% EUmiddelen en 50% nationale financiering). Sinds 2005 heeft het Marine Fisheries Agency (het uitvoerende orgaan voor het visserijbeleid) een bedrag van in totaal ¤ 10,5 miljoen aan dergelijke middelen toegekend. Bijna ¤ 700.000 gaat naar
16
modernisering van visserijschepen; ruim ¤ 3, 4 miljoen naar havenmodernisering (Wells-next-the-Sea; Hull, Withernsea, Kings Lynn, Grimsby en Brancaster); ruim ¤ 40.000 wordt besteed aan productpromotie en ¤ 900.000 aan marketing; ruim ¤ 250.000 gaat naar bevordering van duurzaamheid in de visserij, ¤ 37.000 naar innovatie en ¤ 200.000 naar visserijkweek.
17
Veterinaire aangelegenheden
Ierland: halvering dierziektenheffingen Minister Coughlan van Landbouw en Voedsel heeft aangekondigd dat zij met het parlement tot overeenstemming wil komen over een halvering van de dierziektenheffingen voor boeren per 1 januari 2007. De nieuwe tarieven die minister Coughlan wil vaststellen bedragen ¤ 0,06 per gallon (4,5 liter) melk en ¤ 1,27 per geslacht of geëxporteerd dier. Dit levert een jaarlijkse besparing van ¤ 5 miljoen bij de boeren op. De minister deed haar aankondiging tijdens een toespraak op de jaarvergadering van de Irish Creamery Milk Suppliers Association (ICMSA). De halvering van de heffingen was mogelijk, aldus de minister, omdat de dierziektensituatie in Ierland voortdurend verbetert. Met name met de bestrijding van brucellose zijn aanmerkelijke resultaten geboekt. Zo werden er in 2005 tweeëntwintigduizend dieren minder geruimd als gevolg van brucellose en rundertuberculose dan in 2002. De daarmee gepaard gaande operationele kosten liepen terug van ¤ 76 miljoen in 2002 naar ¤ 47 miljoen in 2006. De kosten van vergoedingen voor geruimde dieren daalden van ¤ 48 miljoen in 2002 naar een geschatte ¤ 18 miljoen in 2006. De voorgestelde nieuwe tarieven voor de dierziektenheffingen zullen ¤ 5 miljoen bijdragen aan de fondsen beschikbaar voor dierziektenbestrijding. In 2002 bedroeg deze bijdrage nog ¤ 20 miljoen.
Spanje: veterinaire inspecties in 2007 De Europese Veterinaire Inspectie FVO zal in het jaar 2007 in Spanje vooral controleren op voedselveiligheid en diergezondheid: inspecties worden uitgevoerd naar runderbrucellose (als enige lidstaat), BSE (eenmaal op scrapie en de andere keer op gelatine en andere bijproducten), welzijn tijdens de slacht, voedselveiligheid bij vlees(producten), melk en zuivelproducten, additieven, smaakstoffen en residuen van bestrijdingsmiddelen.
Spanje: staking slachthuizen Op 4, 5 en 7 december jl. is een staking gehouden door de vijfentwintigduizend medewerkers van alle Spaanse slachthuizen voor pluimvee en konijnen. Doel is een loonsverhoging en betere arbeidsomstandigheden.
Verenigd Koninkrijk: zevenhonderdduizend kadavers In het kader van het National Fallen Stock Scheme zijn de afgelopen twee jaar zo’n zevenhonderdduizend kadavers bij boeren opgehaald. Zij ontvingen hiervoor van overheidswege ¤ 16,5 miljoen als bijdrage in de ophaalkosten. Dat blijkt uit gegevens van de National Fallen Stock Company, de organisatie zonder winstoogmerk die de regeling uitvoert. Op dit moment draagt de overheid 35% van de ophaalkosten bij (eerder was dat 50%). De maatregel blijft nog tot november 2008 van kracht. De ruim veertigduizend leden doen op vrijwillige basis mee. Deze bijdrage kwam tot stand om boeren te helpen bij de implementatie van de EU-richtlijn Dierlijke Bijproducten, op grond waarvan het begraven of verbranden van dode dieren op het eigen bedrijf verboden is. Niet alleen worden de dieren opgehaald, maar daarna is ook een optimale verwerking van de kadavers verzekerd. Op dit moment werken er ongeveer honderdveertig ophaaldiensten in het kader van de richtlijn. Boeren sluiten zelf de contracten af met de ophaaldienst; als lid van de National Fallen Stock Company krijgen zij lijsten met ophaaldiensten en de tarieven die deze bedrijven hanteren, zodat zij in staat zijn zelf een bedrijf te selecteren. Overigens zal de overheidsbijdrage
18
aan het ophalen van de kadavers verder moeten teruglopen: van de beschikbaar gestelde ¤ 27 miljoen resteert nog maar ¤ 10,5 miljoen; dat is wat er de komende twee jaar nog beschikbaar is. Bij ongewijzigd gebruik van de regeling zal dit een verdere verlaging van de overheidsbijdrage met zich meebrengen.
Verenigd Koninkrijk: nieuw beleidsplan dierenwelzijn Staatssecretaris Bradshaw van Plattelandsontwikkeling, Visserij en Dierenwelzijn heeft een nieuwe dierenwelzijnstrategie gepubliceerd, die op haar beurt weer een uitwerking is van de Animal Health and Welfare Strategy en het daaronder functionerende Actieplan. Het beleidsplan, getiteld ‘Delivering good animal welfare – a draft delivery strategy under the Animal Health and Welfare Strategy’, is vrijgegeven voor consultatie met betrokkenen. Na aanvaarding zal nog een actieplan worden opgesteld. Voornaamste boodschap van het beleidsdocument is het verleggen van de nadruk op wetgeving in het bevorderen van dierenwelzijn naar de inzet van andere instrumenten. Wetgeving zal een belangrijk instrument blijven voor het verzekeren van een basisniveau van dierenwelzijn. Bevordering en handhaving van dierenwelzijnsnormen die uitgaan boven het basisniveau zullen voortaan in deze filosofie meer de taak worden van belanghebbenden, waarbij de overheid een faciliterende rol vervult. Tot de andere instrumenten die meer gebruikt zullen gaan worden behoren keurmerken, gedragscodes (waarin opgenomen ‘best practices’), eenvoudige gecoördineerde communicatie met houders van dieren en opleiding en training inclusief ‘best practices’. Deze beleidsplannen hebben overigens dezelfde reikwijdte als de Animal Health and Welfare Strategy en de onlangs van een ‘contraseign’ voorziene Animal Welfare Act , die april 2007 in werking treedt: zij is van toepassing op nagenoeg alle dieren die in menselijke handen (kunnen) zijn. Wilde dieren die niet in handen van mensen zijn vallen niet onder de wet evenmin als vissen waarop wordt gevist en dieren bestemd voor dieronderzoek (daar is de Animals (Scientific Procedures) Act 1986 op van toepassing). In de beleidsplannen wordt de voorgestane rolverdeling beschreven tussen eigenaren/houders van dieren (die een wettelijk opgelegde zorgplicht hebben), belangenorganisaties, rijksoverheid en lokale overheid (handhaving). Ook worden omschreven criteria voor het selecteren van prioriteiten in beleidsvorming en handhaving. Daarbij zijn van belang: het aantal dieren dat geraakt wordt door het probleem, de duur van het welzijnsprobleem waardoor het dier wordt geraakt, de gevolgen van het probleem voor de vijf vrijheden van het dier (honger en dorst, ongemak, pijn en ziekte, mogelijkheid om normaal gedrag te vertonen en angst en smart), de vraag of verbetering al of niet haalbaar is en (bij aangifteplichtige dierziekten) de gevolgen die de maatregelen hebben op het dierenwelzijn van niet direct door de ziekte getroffen dieren, vooral uit oogpunt het van dierziektenbestrijding. De staatssecretaris heeft de volgende vijf strategische doelen voor dierenwelzijnsbeleid geformuleerd: • eigenaren/houders van dieren moeten beschikken over kennis en vaardigheden voor het dierenwelzijn van de aan hun zorgen toevertrouwde dieren; • dierenwelzijnsbeleid moet gebaseerd zijn op resultaten van wetenschappelijk onderzoek, praktische ervaring en andere relevante gegevens; • markten moeten doeltreffend en transparant opereren opdat consumenten op de juiste gronden keuzes inzake dierenwelzijn kunnen maken; • doelmatige en doeltreffende handhaving van dierenwelzijnsregels, gebaseerd op risicoanalyse; er moet worden voorkomen dat overbodige lasten ontstaan voor eigenaren/houders van dieren; • op wereldniveau aanvaarde dierenwelzijnsnormen opgenomen in internationale wetgeving en overeenkomsten. De tekst van de strategie is beschikbaar via: www.defra.gov.uk/corporate/consult/awelfare-strategy/index.htm
19
Korea: vogelgriep H5N1 Eind november maakte het ministerie van Landbouw bekend dat er twee uitbraken van het hoogpathogene vogelgriepvirus H5N1 waren geconstateerd in Iksan, een stadje in het centrum van Zuid-Korea ongeveer 280 kilometer ten zuiden van Seoul. Het virus werd eerst ontdekt op een veredelingsbedrijf voor slachtkippen en vervolgens op een tweede bedrijf in dezelfde stad, op drie kilometer afstand van de eerste locatie. Na de aankondiging van de tweede uitbraak op 28 november jl. zijn er verder geen officiële mededelingen gedaan, maar inmiddels zijn bijna zeshonderdduizend stuks pluimvee vernietigd in het gebied binnen een straal van drie kilometer van de getroffen bedrijven. Het werd al snel duidelijk dat het hier een gevaarlijke situatie betrof, aangezien de eerste uitbraak een bedrijf betrof dat slachtkuikens levert aan veel bedrijven over heel Korea. Bovendien ligt Iksan in een gebied met de hoogste concentratie pluimveebedrijven in Korea en slechts acht kilometer verwijderd van de grootste slachtkippenfabriek, die ongeveer 30% van de totale landelijke kippenvleesproductie voor zijn rekening neemt. De oorzaak van de besmetting wordt vooralsnog geweten aan trekvogels, hoewel op het betrokken bedrijf het pluimvee volledig binnen wordt gehouden. Inmiddels hebben Japan en China hun grenzen voor Koreaanse pluimveeproducten gesloten. Voor zover bekend wordt er geen Koreaans pluimveevlees naar de EU geëxporteerd.
20
Natuur, bos, landschaps- en faunabeheer
België: moderne akkerbouw funest voor vogels Het gaat niet goed met de akkervogels in Vlaanderen. De populatie van de veldleeuwerik, een van de bekendste akkervogels, ging in dertig jaar zeer sterk achteruit, met maar liefst 95%. Het aantal patrijzen daalde met de helft. Ook de grauwe gors, de geelgors en de ringmus staan op de zogenaamde ‘Rode Lijst’. De verdwijning van deze soorten is vooral aan de intensievere landbouw te wijten. Er komen steeds eenzijdigere teelten en dan nog van weinig vogelvriendelijke gewassen zoals maïs. Door verdelgers verdwijnen ook onkruid en insecten, de voedingsbronnen van de vogels. Efficiënter oogsten heeft als gevolg dat er voor hen nog weinig graantjes mee te pikken zijn. Tenslotte verdwijnen ook de akkerranden en de ruigtes waar ze gewoonlijk hun nesten bouwden. De achteruitgang is in heel Europa evident. Toch menen het INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) en Natuurpunt dat de daling kan worden gestopt. Dat hoeft niet per se door reservaten af te bakenen of door terug te keren naar vroegere landbouwmethodes: ook met simpele maatregelen kan al veel bereikt worden. Als voorbeeld worden beheersovereenkomsten in landbouwgebied gegeven. Dat zijn vrijwillige contracten waarbij boeren een natuurgericht beheer uitvoeren tegen een vastgestelde vergoeding. Zij bekommeren zich dan om randstroken, onbespoten hoekjes en speciale voedselgewassen. In wintergraan kunnen boeren bijvoorbeeld kleine open stroken laten, de zogenaamde leeuwerikvakjes. Behalve aan de akkervogels komen die ingrepen ook ten goede aan planten, vlinders en amfibieën. De bonus voor de landbouw zit in de verbetering van de bodem, de bestrijding van erosie en het creëren van vluchtheuvels voor natuurlijke bestrijders van plagen. Een knelpunt blijft financiering van de maatregelen. Daar is voor zowel Vlaanderen als de EC nog een mooie rol weggelegd.
Spanje: schildpadden tegen kwallen Toen afgelopen zomer aan de oostkust veel kwallen werden aangetroffen gaven de natuur- en milieuorganisaties snel de schuld aan de ontziltingsinstallaties, hetgeen het ministerie van Milieu onmogelijk achtte. Maar inmiddels is een oplossing gevonden: verbetering van de broedmogelijkheden voor schildpadden die dol zijn op (het eten van) kwallen. Een door de Stichting BBVA gefinancierde studie van het CSIC (Estación Biológica de Doñana) wijst uit dat schildpadden van veraf de geur van kwallen opvangen en er dan snel op afgaan. Het feit dat deze zomer op verschillende plaatsen eieren van schildpadden werden gevonden is vermoedelijk te wijten aan het feit dat de grote scholen kwallen steeds meer schildpadden aantrekken, afkomstig van de Kaapverdische Eilanden, Mexico, Florida en ook Griekenland en Turkije. Wetenschappers zoeken nu locaties waar schildpadden onder optimale omstandigheden eieren kunnen leggen. Deze locaties zullen in de toekomst worden beschermd en bewaakt. Het CSIC haalt nu ook schildpadeieren uit de Kaapverdische Eilanden die dan deels op Spaanse stranden en deels in laboratoria worden uitgebroed. De kwallenplaag zou ook Japanse toeristen kunnen aantrekken omdat kwal daar als een lekkernij wordt beschouwd.
Spanje: oorzaak bosbranden ontdekt In het gewest Madrid is onderzoek verricht naar de oorzaak van alle 269 bosbranden in 2006. Uitkomst was dat er bij 87% sprake was van menselijke schuld, vooral onachtzaamheid. Er zijn 47 personen aangehouden waarvan er 27 wegens nalatigheid worden aangeklaagd. Twee personen worden beschouwd als ‘pathologisch pyromaan’.
21
Milieuaangelegenheden
België: verbod omzet frituurolie in groene stroom De Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) wil niet langer dat gebruikte frituurolie en -vetten via verbranding wordt omgezet in elektriciteit. Vroeger werd frituurolie gebruikt voor de aanmaak van veevoer, maar sinds de dioxinecrisis is dat verboden. Hierdoor zat de verwerking van frituurolie enkele jaren in een grijze zone. Sommige bedrijven speelden daar in 2005 handig op in door de bouw van een biomassacentrale die onder meer frituurolie omzet in elektriciteit. Dat kan nu niet langer, aldus de OVAM-woordvoerster. De OVAM adviseert Vlaanderen hoe afval het beste verwerkt kan worden: hierbij wordt de zogenaamde 'ladder van Lansink' gehanteerd. Dat is een ranglijst van verwerkingsmethoden, waarbij afval vermijden bovenaan staat, gevolgd door hergebruik, recycling en omzetten tot energie. Storten is de laatste oplossing, aldus OVAM. Het bedrijf past deze ranglijst al jaren toe voor alle afvalsoorten. Inmiddels is in Europa de hype rond biodiesel ontstaan. Van de opgehaalde frituurolie wordt 57% verwerkt tot biodiesel, 35% tot zeep en smeermiddelen en 8% tot groene stroom. Die verwerking vindt uitsluitend in het buitenland plaats, vooral in Duitsland, deels ook in Noorwegen en Oostenrijk. In Vlaanderen is de vraag naar gebruikte frituurolie door kandidaat-producenten van biodiesel erg gering. Om sommige bedrijven niet te beroven van de grondstoffen heeft OVAM onlangs een uitzondering toegestaan zodat er nog gedurende twee jaar gebruikte frituurolie kan worden verwerkt. Het bedrijf laat bovendien door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) een studie uitvoeren om uit te maken of het gebruik van frituurolie als biodiesel een hoogwaardiger vorm van afvalverwerking is dan directe omzetting tot elektriciteit via dieselgeneratoren, zoals Electrawinds nu doet. Uiteindelijk wordt biodiesel ook verbrand door dieselmotoren. Maar voor Valorfrit, de Vzw (Vereniging zonder winstoogmerk) belast met het ophalen en de verwerking van gebruikte frituurolie en –vetten, is de verwerking niet het grootste probleem. Amper de helft van de huishoudens brengt zijn oude olie naar het containerpark. Van de 18.500 ton opgehaalde frituurolie is twaalfduizend ton afkomstig van de horeca en 6.500 ton van particulieren. Bijna net zoveel verdwijnt nog altijd direct in de natuur, doorgaans via de afvoer of in de tuin, omdat ze niet weten dat recycling verplicht is of omdat ze dat te omslachtig vinden. Vandaar dat Valorfrit nu een campagne lanceert om iedereen te overtuigen oude frituurolie in te leveren.
Spanje: eis milieustudie bij verbreding stadsweg Na een bezoek van EU-parlementariërs heeft de EC Spanje op 31 oktober jl. verzocht er voor te zorgen dat het gewest Madrid eerst een studie naar de natuur- en milieugevolgen uitvoert voordat zij verder gaat met de verbreding van de autoweg M-30. De wegwerkzaamheden zijn in 2004 begonnen en gaan door, ondanks vele protesten van milieuorganisaties, omwonenden en (natuurlijk) oppositie. Het gewest Madrid stelde zich op het standpunt dat het om een stadsweg gaat (het is inderdaad de binnenring van Madrid) en daarvoor zou de milieustudie niet gelden. Vervolgens werd het project omgedoopt tot ‘Straat 30’ en werd het gehele project onderverdeeld in twaalf subprojecten. Toch blijft de EC van mening dat er een milieustudie moet komen. Vreemd is het wel, want de snelweg ligt in Madrid en is te vergelijken met de Périférique rond Parijs.
22
Spanje: directoraat-generaal Klimaatverandering Bij Koninklijk Decreet is het Bureau voor Klimaatverandering (OECC) aangewezen als directoraat-generaal voor Klimaatverandering. Het OECC valt onder de secretarisgeneraal van het ministerie van Milieu die verantwoordelijk is voor het project Preventie van Vervuiling en Klimaatverandering. Dankzij deze bevordering krijgt het OECC meer mogelijkheden een nationaal klimaatbeleid uit te stippelen en kan het beter werken aan het behalen van de Kyoto-normen.
Spanje: voldoen aan Kyoto De regering heeft onlangs Plan II voor het Verminderen van de Uitstoot van Broeikasgassen 2008 - 2012 vastgesteld. Het is de bedoeling dat hierdoor de uitstoot van gassen met 16% zal dalen ten opzichte van de doelstellingen van het Plan I en 20% lager dan de gemeten uitstoot in 2005. De minister van Milieu heeft verklaard dat er louter door toedoen van de vorige regering (die nu in de oppositie zit) dergelijke hoge dalingspercentages moeten worden behaald.
23
Biotechnologie
België: ombouw dieselmotoren Een klein Oost-Vlaams bedrijf, Green Energy Creations (GEC), dat enkele maanden geleden gestart is met de kleinschalige verkoop van ppo (puur plantaardige olie) aan de pomp, is sinds kort in staat dieselmotoren om te bouwen zodat ze geschikt zijn voor het rijden op plantaardige olie. Voor ongeveer ¤ 800 worden wagens omgeturnd in een milieuvriendelijker exemplaar en krijgt de eigenaar er een workshop bij cadeau. Enig nadeel: er zijn nauwelijks plaatsen waar je plantaardige olie kan tanken. Green Energy Creations monteerde samen met de uitvinder het eerste systeem in een auto. Momenteel heeft men het systeem alleen maar bij oudere dieselmodellen aangepast maar het zou ook op nieuwere auto's moeten werken. Op ppo rijden is trouwens niet 100% uitstootvrij: er moet namelijk nog steeds diesel in de tank. Maar de uitstoot van giftig benzeen wordt wel ongedaan gemaakt, zegt de uitvinder. Het systeem is niet het enige op de Vlaamse markt, maar met een basisversie voor ¤ 600 à ¤ 650 (alleen componenten) en ¤ 800 à ¤ 850 (componenten inclusief workshop) is het goedkoper dan de bestaande methodes.
24
Diversen
Spanje: regen vult waterbekkens De waterbekkens en stuwmeren zijn na de laatste regenbuien momenteel tot gemiddeld 52% van hun capaciteit gevuld, aanzienlijk meer dan de 39% van twee maanden geleden.
Spanje: minder champagne door politieke boycot De Catalaanse wens om onafhankelijker van Madrid te worden kende in 2005 even een hoogtepunt toen een Catalaanse politicus verklaarde dat de Madrileense kandidatuur voor de Olympische Spelen een slechte keuze zou zijn. Madrid werd niet gekozen en daarop besloten miljoenen Spanjaarden geen Catalaanse producten meer te kopen. De meest getroffen bedrijven waren de producenten van Cava, de Spaanse champagne. Het bekendste bedrijf, Freixenet, heeft nu verklaard dat door de politieke boycot in het jaar 2005 10%, zijnde twee miljoen flessen, minder werd verkocht; aangezien de prijs echter een verhoging had ondergaan was de waarde slechts 1,2% lager.
Spanje: wijn en bier zijn geen alcohol In het reguliere overleg tussen het ministerie van Landbouw en de autonome gewesten is besloten dat de strijd tegen alcoholmisbruik door kinderen zal worden opgevoerd. Maar bier en wijn worden van de actie uitgesloten omdat zij als levensmiddelen worden beschouwd.
Verenigd Koninkrijk: koppelbazenwet in werking Op 1 december 2006 is nieuwe wetgeving van kracht geworden waardoor het gebruik maken van de diensten van koppelbazen zonder vergunning een misdrijf wordt, waarop maximumstraffen van zes maanden gevangenisstraf en/of een boete van ¤ 7.500 staan. Eerder was het al een strafbaar feit geworden wanneer een koppelbaas zonder vergunning werkt. Aangezien boerenbedrijven en voedselverwerkende bedrijven bovengemiddeld gebruik maken van (tijdelijk) ingehuurde arbeidskrachten wordt aan de inwerkingtreding van de wetgeving in de richting van degenen die van de diensten van koppelbazen gebruik maken veel aandacht besteed. Zo heeft het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken richtlijnen opgesteld, aan de hand waarvan een gebruiker van tijdelijke arbeidskrachten zo goed mogelijk kan vaststellen of de koppelbaas wel of niet met een vergunning werkt. Wanneer deze richtsnoeren worden gevolgd kan een gebruiker in het geval van een koppelbaas zonder vergunning, in de rechtbank aantonen dat hij het maximale heeft gedaan om zich te vergewissen van de status van de koppelbaas.
25