Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters 1-meting Jan 2007 TI Research Group BV In opdracht van TechnoPartner
Tornado Insider Research Group B.V. Tornado Insider is een pan-Europese technologie research & media organisatie. Voor ondernemers, investeerders en dienstverleners vormen wij een bron van informatie over high-tech Europa. Onze activiteiten bestaan uit research, verslaglegging, start-up awards en nationale en internationale evenementorganisatie. De basis van alle Tornado Insider activiteiten is ’s werelds meest uitgebreide database van Europese private technologiebedrijven, hun investeringen, alsook de beslissingsnemers. De combinatie van deze database met onze ongeëvenaarde kennis van de Europese technologiemarkt maakt Tornado Insider dè partij voor vragen over de Europese technologie industrie. Met onze diensten en producten geven we waardevolle inzichten in technologietrends in Europa en het investeringsklimaat. Hiernaast leveren we concurrentie- en marktanalyses op maat en ondersteuning bij ‘due diligence’ activiteiten.
Tornado Insider Research Group B.V. Stephensonstraat 19 1097 BA Amsterdam, The Netherlands Tel: +31 20 462 1962 Fax: +31 20 462 1961
[email protected] www.tornado-insider.com
Disclaimer Dit document is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Desondanks kunnen onjuistheden voorkomen. Wij sluiten alle aansprakelijkheid uit voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met het gebruik van de informatie in dit document.
© Tornado Insider 2007
ALL RIGHTS RESERVED
opyright in the whole and every part of this publication belongs to Tornado Insider. No part of this publication may be used, sold, transferred, opied or reproduced, stored in a retrieval system or transmitted in any form or by any means, in or on any media other than in accordance with he terms of the prior written consent of Tornado Insider. The recipient shall protect this document from loss, theft or compromise.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
2
Samenvatting Het investeringsklimaat voor jonge technologiebedrijven in Nederland lijkt zich te herstellen. Er zijn meer fondsen beschikbaar voor vroege faseinvesteringen en de dealactiviteit lijkt toe te nemen. Echter, een tekort aan vervolgfinanciering dreigt. Analyse investeringsklimaat technostarters Net zoals in de 0-meting haalde het overgrote deel van de ondernemers een seed-ronde op in het jaar van inschrijving bij de Kamer van Koophandel (KvK). Het gemiddeld opgehaalde bedrag was toegenomen ten opzichte van de 0-meting. De seed-investeringen werden voornamelijk gefinancierd door de ondernemer zelf, gevolgd door banken. Er werden minder eerste rondes gerapporteerd dan tijdens de 0-meting, maar het gemiddelde bedrag van de eerste rondes was wel hoger. De ondernemers, banken en business angels waren de belangrijkste financieringsbronnen voor eerste rondes. Meer ondernemers waren nog op zoek naar eerste ronde-financiering dan in de 0meting. Bovendien was het gezochte bedrag veel hoger. De sectoren Telecom en Instrumenten rapporteerden hoge gemiddelde investerings-bedragen tijdens de 1-meting. Sectoren met relatief veel leveranciers van diensten noteerden de lagere bedragen. Computerserviceen informatietechnologiebureaus, de sector met de meeste technostarters, was hier een voorbeeld van. Voor zowel de 0- als de 1-meting gold dat investeringsbedragen sterk afhankelijk waren van het technologie- en ambitieniveau van bedrijven. Hierbij lieten bedrijven met een forse technologiecomponent en hoge ambities de hoogste opgehaalde en verwachte bedragen zien. Maar deze bedrijven kwamen het minst voor. In de 1-meting kwam – net zoals bij de 0-meting - naar voren dat een groot deel van de ondernemers geen externe financier nodig denkt te hebben. Slechts 25% van de geïnterviewde starters had een aanvraag bij een bank gedaan. Dit is vergelijkbaar met de 0-meting. Wel werd een flinke toename in succesvolle aanvragen geregistreerd: 87% van het totaal (t.o.v. 58% in de 0-meting). Onderliggende factoren voor dit succes waren een goed ondernemersplan en bestaande relaties met een bank, dezelfde als bij de 0meting. Business angels bleken nog altijd redelijk onbekend en slecht te vinden. Het percentage aanvragen steeg wel naar 26%. Vooral een goede chemie tussen informele investeerder en ondernemer wordt als essentieel gezien voor een succesvolle investeringsaanvraag. De succesratio bij een aanvraag bleef erg hoog: 84%. Net zoals bij de 0-meting werd in deze studie overwegend negatief commentaar op subsidies geleverd. Vooral het onoverzichtelijk aanbod van subsidies en de administratieve lasten werden als hinderlijk ervaren. Reden te meer om een belangrijke rol toe te kennen aan intermediairs. Vooral voor high- en medium-tech bedrijven bleken subsidies van belang. WBSO werd het meest aangevraagd.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
3
38% van de ondernemers was op de hoogte van TechnoPartner. Ze waren overwegend positief, vooral wat betreft het leveren van informatie over subsidies, leningen en venture capital. Analyse venture capital klimaat De studie naar het venture capital-klimaat in Nederland wees uit, dat in 2005 meer geld werd geïnvesteerd (€176 miljoen). Tegelijkertijd was er een lichte daling in aantal deals ten opzichte van 2004: van 44 naar 40 in 2005. De eerste jaarhelft van 2006 liet een herstel zien in activiteit (26 investeringen), en totaal geïnvesteerd bedrag (€97 miljoen). Het gemiddelde investeringsbedrag nam fors toe in 2005. Deels was dit het resultaat van de terugkeer (na 2 jaar), van investeringen van €10 miljoen en hoger. Er was een afname van vroege fase-investeringen in 2005 (46% van totaal aantal deals), maar dat herstelde zich weer in de eerste jaarhelft van 2006 (57%). Op de Europese ranglijst is Nederland in 2005 (en de eerste helft van 2006) opgeklommen naar de vijfde plek voor deal-activiteit (plaats 7 in 2004) en de zesde voor totaal geïnvesteerd kapitaal (plaats 9 in 2004). In totaal ging er zo’n 5% van het totale Europese bedrag en van het aantal deals naar Nederland. Er werd door venture capital investeerders (VCs) het vaakst geïnvesteerd in Computerservice- en informatietechnologiebureaus, al nam over de jaren het aandeel van de sector af tot 30% van het totaal. Het relatieve aantal deals in bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk en farmaceutische producten nam juist toe. De laatste sector haalde in 2005 het meeste geld op (31% van het totaal). Het is gebleken dat VCs blijken een sterk voorkeur voor high-tech bedrijven te hebben. Er waren in 2005 weinig VCs actief in Nederland. De meeste activiteit kwam van regionale investeerders. Buitenlandse VCs investeerden sinds 2001 steeds minder in Nederland, maar zijn sinds kort weer actiever op zoek naar Nederlandse bedrijven. Uit de interviews met investeerders kwam naar voren dat deze een toename van hun deal-activiteit verwachtten voor de komende 12 maanden. Dit was tijdens de 0-meting ook aangegeven, iets wat grotendeels ook werd nageleefd. De gehonoreerde fondsen van TechnoPartner lieten vooralsnog minder activiteit zien dan de investeerders hadden verwacht. Tijdens de 1meting meldden de investeerders dat er verbeterde mogelijkheden waren voor technostarters om financiering op te halen, maar voorspelden velen een tekort aan vervolgfinanciering. De VCs waren allemaal op de hoogte van de activiteiten van TechnoPartner. Terwijl ze overwegend positief stonden tegenover de uitgangspunten van de seed-fondsen, vonden ze de beperkte grootte en lage investment fee een risico met zich meebrengen.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
4
Inhoudsopgave
Samenvatting Analyse investeringsklimaat technostarters Analyse venture capital klimaat
3 3 4
Inhoudsopgave
5
Inleiding
7
1
Investeringsklimaat voor Technostarters 1.1 Methodiek 1.2 Investeringen in technostarters 1.2.1 Jaarverdeling eerste-ronde investeringen 1.2.2 Gemiddeld investeringsbedrag per SBI-sector 1.2.3 Gemiddeld investeringsbedrag per technologieniveau 1.2.4 Type investeerder 1.3 De rol van banken 1.4 De rol van business angels 1.5 De rol van subsidies 1.6 Ambities van technostarters 1.7 TechnoPartner
8 8 10 10 11 13 14 17 20 22 25 27
2
Venture Capital klimaat 2.1 Methodiek 2.2 Venture capital-investeringen 2.2.1 Activiteit venture capital 2.2.2 Nederlands venture capital ten opzichte van Europa 2.2.3 Activiteit investeerders in Nederland 2.2.4 Rondeverdeling venture capital 2.2.5 Sectorverdeling venture capital 2.3 Venture Capital sentimenten 2.3.1 De verwachtte investeringsactiviteit bij de 0-meting 2.3.2 Investeringen in komende 12 maanden 2.3.3 Investeringsklimaat voor de technostarter 2.3.4 TechnoPartner
28 28 30 30 33 34 35 36 40 40 41 41 43
3
Discussie investeringsklimaat Investering klimaat De gehanteerde sectorverdelingen
45 45 46
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
I: II: III: IV: V: VI: VII: VIII:
Sectoren - Standaard Bedrijfsindeling (SBI'93) Sectoren - Tornado Insider Research (TI) Sectorenanalyses 1-meting op basis van TI sectoren Verdeling TI sectoren over SBI sectoren - Technostarter interviews Verdeling TI sectoren over SBI sectoren - VC investeringen in NL Vragenlijst Technostarters Vragenlijst interviews met VCs 0-meting analyses na aanvulling - incl. SBI indeling
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
45 45 45 45 45 45 45 45 5
Lijst van figuren
Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur
1: Jaarverdeling eerste ronde-financieringen: 0- versus 1-meting 2: Gemiddeld investeringsbedrag SBI-sectoren (zonder basischemie) 3: Gemiddeld investeringsbedrag per ronde en technologieniveau 4: Gemiddeld investeringsbedrag per type investeerder 5: Verdeling deals per klasse van bedragen en type investeerder 6: Verdeling type investeerders over alle investeringen per ronde 7: Samenwerking ondernemers en banken 8: Aanvragen per bank 9: Toegewezen aanvragen per bank 10: Samenwerking ondernemers en business angels 11: Aanvraag subsidies per technologieniveau 12: Succes bij aanvraag subsidies 13: Hoofdambities per technologieniveau 14: Gemiddeld investeringsbedrag per ronde en ambitieniveau 15: VC investeringen in Nederlandse technologiebedrijven per jaar 16: Gemiddeld VC investeringsbedrag in Nederland per jaar 17: VC investeringen in Nederland per kwartaal in 2003 – H1 2006 18: Positie Nederland in Europese technologie venture capital klimaat 19: Ratio buitenlandse ten opzichte Nederlandse actieve VCs 20: Rondedistributie VC investeringen in Nederland per jaar 21: Sectordistributie geïnvesteerd VC in Nederland per jaar 22: Sectordistributie aantal VC investeringen in Nederland per jaar 23: Verdeling VC in Nederland over high-, medium- en low-tech
10 12 13 14 15 16 17 18 19 21 23 24 25 26 30 31 32 33 35 36 37 38 39
Bijlage III: Sectoranalyses 1-meting op basis van TI sectoren Figuur A: Gemiddeld investeringsbedrag per sector – interviews technostarters Figuur B: Sectordistributie geïnvesteerd VC in Nederland per jaar Figuur C: Sectordistributie aantal VC investeringen in Nederland per jaar
51 51 52
Bijlage VIII: 0-meting analyses na aanvulling – incl. SBI-indeling Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur
A: Gemiddeld investeringsbedrag per SBI-sector B: Gemiddeld investeringsbedrag per Tornado Insider categorie C: Gemiddeld investeringsbedrag per ronde en technologieniveau D: Gemiddeld investeringsbedrag per type investeerder E: Verdeling deals per klasse van bedragen en type investeerder F: Verdeling type investeerders over alle investeringen per ronde
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
59 59 60 60 61 61
6
Inleiding TechnoPartner helpt mensen die op basis van een technische vinding een onderneming starten. Zo wordt deze toegang verschaft tot geld, kennis, ervaring en apparatuur. Daarvoor richt TechnoPartner zich ook op kennisinstellingen, universiteiten, grote ondernemingen, banken en investeerders, om ze te motiveren hun geld en kennis ter beschikking te stellen aan de pioniers van de toekomst. In 2005 gaf TechnoPartner opdracht aan Tornado Insider Research om een 0-meting uit te voeren om het Nederlandse investeringsklimaat voor starters in kaart te brengen. Om een goed beeld te krijgen van de veranderingen in financieringsmogelijkheden voor technostarters en de sentimenten in de markt, is het van belang jaarlijkse vervolgstudies uit te voeren. Zo is Tornado Insider eind 2006 gevraagd een eerste vervolgstudie te doen, verder in dit rapport 1-meting genoemd. Dit rapport geeft de resultaten weer van deze studie. Hierbij is een vergelijking gemaakt met de situatie in 2005, en worden de vooruitzichten voor 2007 bediscussieerd. Verbeterd inzicht in de dynamiek van de markt zal essentiële terugkoppeling geven omtrent de effectiviteit van de TechnoPartner initiatieven om het investeringsklimaat te verbeteren. Net als de 0-meting is de rapportage tweeledig. Het eerste onderdeel richt zich specifiek op de starters, hun wensen en succes bij het ophalen van financiering en het belang van de verschillende typen investeerder. Onderzocht zijn 'seed'en 'eerste ronde'-investeringen in technologiebedrijven, opgericht in 2004 en 2005. Het tweede onderdeel geeft een overzicht van het venture capital-klimaat voor technologieondernemingen in Nederland en hoe de ontwikkelingen zich verhouden tot andere Europese landen. De analyse spitst zich verder toe op de sectoren, regio’s en rondes waar de fondsen zich op richten. Naar uitdrukkelijke wens van TechnoPartner geeft Tornado Insider in de analyse een overzicht op basis van de sectorverdeling volgens de SBIcodering van het CBS. Het bereik van deze verdeling is wijder dan die gehanteerd in de 0-meting. In dit rapport wordt daarom een aanvulling gegeven op de 0-meting. Die is vervolgens meegenomen in de vergelijkingen tussen de studies. Tornado Insider is van mening dat de eigen sectorverdeling beter toepasbaar is op onderzoek naar investeringen. Daarom is de analyse op deze sectoren ook weergegeven in de bijlagen. Door de combinatie van de gelimiteerde schaal van de studie, een breed en complex onderzoeksgebied, en de uitbreiding van de te onderzoeken sectoren ten opzichte van de 0-meting, zijn de kwantitatieve resultaten indicatief. De kwalitatieve analyses geven een representatief beeld van de sentimenten in de markt. Hoe dan ook kunnen de uitkomsten van het onderzoek een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de sturing van nieuwe TechnoPartner initiatieven.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
7
1 Investeringsklimaat voor Technostarters Dit hoofdstuk geeft de resultaten weer van de 1-meting naar de financieringsbehoeftes en ervaringen van startende technologieondernemingen in Nederland. De studie is een vervolg op de 0-meting die vorig jaar heeft plaatsgevonden. Technostarters vervullen een belangrijke rol in de economie. Ze stimuleren werkgelegenheid en zijn een essentiële schakel in het bevorderen van innovatie in Nederland. Om optimaal te kunnen groeien, moeten dergelijke bedrijven vaak externe financiering aantrekken. In dit hoofdstuk wordt uitgeweid over de mogelijkheden en onmogelijkheden voor technostarters om kapitaal aan te trekken, en welke typen investeerder er van belang zijn. Allereerst wordt het niveau van seed- en eerste ronde-investeringen besproken, zoals naar voren kwam uit gesprekken met ondernemers. Daarnaast wordt ingegaan op de onderliggende sentimenten van ondernemers, die een rol spelen bij het selecteren van een investeerder en de manier waarop de selectie plaatsvindt. De resultaten worden vergeleken met die in de 0-meting. 1.1 Methodiek Voor de 1-meting zijn technologiebedrijven geïnterviewd die in 2004 en 2005 zijn ingeschreven in de Kamer van Koophandel (KvK). De doelgroep bestaat uit ondernemingen die technologie creëren of als essentieel onderdeel gebruiken in hun producten en/of serviceaanbod. De steekproef voor deze studie is geselecteerd op basis van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI '93) zoals wordt gehanteerd door het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De verschillende sectoren waar technostarters onder vallen worden weergegeven in bijlage 1. Ook het handelsregister van de KvK gebruikt deze SBI-indeling. Zoals in bijlage 1 te zien is, worden de verschillende SBI-sectoren onderverdeeld op technologieniveau (high-, medium- en low-tech). Te verwachten valt dat high-tech ondernemingen een hogere financieringsbehoefte hebben, aangezien een hogere technologiecomponent meestal hogere opstartkosten met zich meebrengt. De verwachting is dan ook, dat high-tech bedrijven meer ervaring hebben met het ophalen van financiering. Dit is de reden waarom in dit onderzoek relatief meer high-tech bedrijven zijn meegenomen in de steekproef (ratio circa 1,5 high-tech, 1 medium-tech en 0,5 low-tech). Daarnaast is in de steekproef gekeken naar het totale aanbod per sector. Zo zijn binnen high-tech bijvoorbeeld beduidend meer computerservice- en informatietechnologiebureaus gebeld dan telecom bedrijven, en binnen low-tech meer groothandels dan rubber en kunststof producenten. Er vonden in totaal 265 interviews plaats voor de 1-meting. Alle ondernemers werd gevraagd naar de activiteiten van het bedrijf, de © 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
8
investeringen in hun bedrijf, en hun ervaringen met typen financier als business angels, banken, en subsidies. Nieuw voor de 1-meting waren vragen over de bekendheid van de ondernemer met TechnoPartner en over ambities voor de toekomst. De volledige vragenlijst is opgenomen in bijlage 6. De combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve informatie geeft een goed beeld van de mogelijkheden voor technostarters om in het huidige klimaat financiering op te halen. Zoals in de 0-meting is gebleken, komen in de KvK-onderverdeling nogal wat fouten voor. Daarom zijn alle geïnterviewde bedrijven opnieuw onder de loep genomen, en kregen op basis van hun activiteiten opnieuw een SBIsector toegewezen. De analyses in de 0-meting zijn gedaan aan de hand van de sectoren zoals gebruikt door Tornado Insider (bijlage 2). Het bereik van de SBI-indeling is echter breder. Daarom is in deze studie ook een aanvulling gemaakt op de 0-meting. Hiervoor zijn 27 bedrijven gebeld die zijn gestart in 2003 en vallen onder sectoren die niet in de oorspronkelijke 0-meting aan bod kwamen. De herziene grafieken voor de 0-meting staan weergegeven in bijlage 8. In dezelfde bijlage zijn ook enkele geheel nieuwe grafieken voor de 0-meting bijgevoegd. De genoemde Tornado Insider sectorverdeling sluit beter aan op de focus en het jargon van investeerders. Daarom worden de sectorgebonden analyses ook voor deze sectoren gemaakt. Deze zijn weergegeven in bijlage 3. Door het grotere bereik van de SBI-codering zijn enkele nieuwe categorieën toegevoegd aan de Tornado Insider verdeling in vergelijking met de 0meting. Dit zijn Industrial, R&D, en Engineering & Architectural Services. Om de technologieën die onder de verschillende SBI sectoren vallen inzichtelijker te maken, geeft bijlage 4 het verband weer tussen de SBIindeling en de Tornado Insider sectoren aan de hand van de activiteiten van de geïnterviewde technostarters. De onderverdeling van de verschillende SBI-sectoren op technologieniveau blijkt niet waterdicht. Sommige bedrijven in low-tech sectoren laten een sterke technologiecomponent zien en geven aan innoverend te zijn, terwijl bij bedrijven in de high-tech sectoren technologie soms van minder belang is. Om beter inzicht te geven in het technologieniveau van de steekproeven in deze studie en de 0-meting, werd het technologieniveau van alle geïnterviewde bedrijven bepaald, los van de SBI-sector waarin ze waren ingedeeld. In deze indeling zijn high-tech bedrijven ontwikkelaars van technologie - in de vorm van een product, intellectueel eigendom, of anders - die zich differentieert ten opzichte van de norm. Medium-tech bedrijven hebben een duidelijke technologiecomponent in hun activiteiten, hoewel deze overwegend niet differentiërend zijn. Voorbeelden hiervan zijn webdesign- en installatiebedrijven. Tot slot werden bedrijven als low-tech geclassificeerd, wanneer hun activiteiten weinig of geen technologische componenten lieten zien, maar bijvoorbeeld sterk kennisof conceptgedreven waren. Voorbeelden hiervan zijn technische consultancies en architectenbureaus.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
9
1.2 Investeringen in technostarters Op basis van de 265 interviews met technostarters wordt in deze paragraaf een overzicht gegeven van de financieringsbehoefte, de typische bedragen die worden opgehaald en het belang van de afzonderlijke typen investeerder in het huidige startersklimaat. Dit onderdeel van het onderzoek beperkt zich tot de seed- en eerste-ronde investeringen in deze ondernemingen. Waar relevant zullen verschillen met de 0-meting worden aangestipt. 1.2.1 Jaarverdeling eerste-ronde investeringen Net zoals bij de 0-meting werd in deze studie de jaarverdeling van investeringen vergeleken met de datum van inschrijving bij de KvK. Net als toen, bleek dat het merendeel aan bedrijven in het jaar van inschrijving ook een seed-investering maakte. Grotere variaties waren te zien in de timing van de eerste ronde-investeringen. Figuur 1 toont de relatie tussen het inschrijvingsjaar en de eerste ronde-investering bij de 0- en de 1-meting. De eerste 3 kolommen betreffen gemaakte deals. De kolom ‘toekomst’ geeft investeringen aan die gepland zijn, inclusief deals die zich nog in de onderhandelingsfase bevonden. Figuur 1: Jaarverdeling eerste ronde-financieringen: 0- versus 1-meting 100% 90%
79%
80% 70%
60%
60%
Zelfde jaar Jaar later 2 Jaar later Toekomst
50% 40% 30% 20% 10%
17%
15%
8%
12% 2%
7%
0% 0-meting
Relatief meer bedrijven op zoek naar eerste rondefinanciering
1 meting
Bij de 1-meting had 25% van de geïnterviewde ondernemers eerste rondefinanciering opgehaald, of deze in de planning. Zoals blijkt uit Figuur 1, verwachtte het merendeel (79%) van deze groep de ronde in de toekomst op te halen. Bij de 0-meting had 21% van de geïnterviewde ondernemers een eerste ronde opgehaald, of in de planning. Ook hier verwachtte het merendeel (60%) de ronde in toekomst op te halen. Bij zowel de 0- als 1-meting was er een klein aantal ondernemers (respectievelijk 8% en 2%) dat in het jaar van inschrijving ook een eerste ronde-investering ophaalde. Dit waren vaak zogenaamde ‘gazelles’; bedrijven die vanaf de start snelle groei doormaakten.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
10
In de 0-meting had 17% na 1 jaar een eerste ronde-financiering; in de 1meting 12%. In de 1-meting waren echter beduidend minder bedrijven die twee jaar na inschrijving een eerste ronde-investering ontvingen: 7% ten opzichte van 15% bij de 0-meting. In de huidige studie zijn relatief minder eerste rondes opgehaald, terwijl er meer gepland stonden. Dit kan inhouden dan het vertrouwen is gestegen om een eerste ronde-investering te zoeken. Ook kan het een gevolg zijn van het lagere aantal succesvolle eerste ronde-financieringen in recente jaren en het relatief hogere aantal ondernemers dat nog op zoek zijn. 1.2.2 Gemiddeld investeringsbedrag per SBI-sector Toename gemiddelde investeringsbedragen
Gemiddeld bedroeg het ontvangen investeringsbedrag in de seed-ronde €63.241 en in de eerste ronde €109.091. Dit was beduidend hoger dan de €47.338 voor seed- en de €44.405 voor eerste rondes in de 0-meting. Uit de 0-meting kwam naar voren dat er verschillen zijn tussen de gemiddelde bedragen die per sector geïnvesteerd worden. Inherent aan sommige sectoren bijvoorbeeld, zijn lange onderzoekstrajecten. Dit heeft een impact op de financieringsbehoefte. Figuur 2 geeft de gemiddelde investeringsbedragen weer in de verschillende sectoren voor starters uit 2004 en 2005. In elke kolom staat het aantal investeringen dat tijdens de 1-meting per sector geregistreerd is. De sector basischemie is uit de analyse gelaten, aangezien deze sterk afwijkende bedragen liet zien. Dit was het gevolg van de beperkte grootte van de steekproef, waarbij één van de bedrijven een herstart betrof van een veel ouder bedrijf (30 jaar) en als zodanig een zeer grote investering had aangetrokken. De gemiddelde investering was hierdoor in deze sector €975.000.
Hoge bedragen opgehaald door Telecom en Instrumenten
‘Diensten’ drukken gemiddelde bedragen – vooral binnen Computerservice- en IT sector
Van de overgebleven sectoren in Figuur 2 werd het hoogst gemiddelde investeringsbedrag door de Telecom sector opgehaald (€328.750). Verschillende bedrijven in deze sector hielden zich met VOIP-technologie bezig, iets wat vaak als de ‘toekomst van de telefonie’ wordt vermeld en daardoor de interesse van investeerders heeft. Een andere sector met een relatief hoog investeringsbedrag was rubber en kunststof (€250.000). In dit geval ging het echter om één bedrijf, dat innovatieve tegelmaterialen ontwikkelt. Ook bij overige chemische eindproducten (€172.500) was er een bedrijf dat innovatieve activiteiten ontplooide en hoge investeringen ontving. Instrumenten liet bij een aantal van 15 investeringen een relatief hoog gemiddelde zien (€162.077). De laagste bedragen gingen naar bedrijven die diensten leveren, voornamelijk in de IT- of Internetsectoren. In Figuur 2 zijn deze als computerservice- en informatietechnologiebureaus aangeduid (€26.474). De sector laat het hoogst aantal gerapporteerde investeringen zien (146). Ook machines en apparaten (€21.143), bureaus voor speuren ontwikkelingswerk (€13.500) farmaceutische producten (€10.000), kantoormachines en computers (€7.500) herbergen veel leveranciers van diensten. Dit waren ook vaak eenmansbedrijven.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
11
Figuur 2: Gemiddeld investeringsbedrag SBI-sectoren (zonder basischemie)
Totaal
n=247 n=7
Telecom n=1
Producten van rubber en kunststof n=4
Overige chemische eindproducten Overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden Instrumenten
n=3 n=15 n=1
Auto's, aanhangwagens en opleggers Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en -onderdelen Groothandel - machines, apparaten, etc Overige transportmiddelen Architecten, ingenieurs- e.a. technische ontwerp-, teken- en adviesbureaus C omputerservice- en IT-bureaus
n=21 n=2 n=7 n=146
Machines en apparaten
n=7
Speur- en ontwikkelingswerk
n=18
Farmaceutische producten
n=4
Kantoormachines en computers
n=2
€0
Voor zowel 0- als 1-meting: hoogte investeringen afhankelijk van technologieniveau
n=6
€ 100.000
€ 200.000
€ 300.000
€ 400.000
Tijdens de 0-meting (zie figuur A in bijlage 8) bleek dat de hoogte van de investering afhankelijk was van het niveau van technologie en innovatie van bedrijven en sectoren. Sectoren zoals speur en onderzoek, rubber- en kunststof, instrumenten, en farmaceutische producten ontvingen gemiddeld de hogere bedragen (tussen €165.000 en €295.000). Sectoren waar innovatie gemiddeld lager was, zoals groothandels, computerservice- en IT bureaus, en in dit geval ook telecom, ontvingen veel lagere bedragen (tussen €10.000 en €35.000). In totaal gaven bij de 1-meting 46 ondernemers aan, op zoek te zijn naar een eerste ronde-investering. Het gemiddelde bedrag dat ze planden op te halen, bedroeg €530.804. Net als bij reeds ontvangen investeringen, liet basischemie het hoogste gemiddelde zien voor toekomstige bedragen (€1,5 miljoen). Ook overige elektrische machines, apparaten, en benodigdheden (€850.000) en bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk (€833.333) zochten gemiddeld hoge bedragen. De laatst genoemde sector gaf echter een laag gemiddelde voor reeds opgehaalde investeringen (€13.500). Meerdere bedrijven in deze sector zaten in een groeifase. Een bedrijf dat onderzoek doet in chemische reactors bijvoorbeeld, startte met enkele tienduizenden euro’s aan seed-financiering, maar verwachtte dat grote klanten op het punt stonden meerdere miljoenen te investeren. Een ander bedrijf anticipeerde op een hoge subsidie, via TechnoPartner, van meerdere honderdduizenden euro’s.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
12
Verwachtte eerste rondes gemiddeld 2 keer zo hoog in 1-meting (€530K) dan in 0-meting (€250K)
Gemiddeld was het verwachte toekomstbedrag in de 0-meting €248.393 minder dan de helft dan bij de 1-meting. De trend was hier ook dat de meest innovatieve bedrijven, in sectoren zoals rubber en kunststof en farmaceutische producten, de hoogste investeringen zochten (tussen €500.000 en €2 miljoen). Groothandels, telecom-, en computerbedrijven scoorden lager (tussen €50.000 en €120.000). Er lijkt geen duidelijk verband te zijn tussen de sectoraanduiding en de innovatiekracht van bedrijven. Bijvoorbeeld: in zowel de 0- als de 1-meting bestond het grootste deel uit IT-bedrijven. Deze zijn zeer verschillend: een IT-bedrijf kan vernieuwende technologieën ontwikkelen (high-tech), maar een ander kan ook Internetpagina’s ontwerpen (medium-tech). In de volgende paragraaf is daarom een andere analyse gedaan. 1.2.3 Gemiddeld investeringsbedrag per technologieniveau Om aan te tonen dat innovatiekracht en technologie inderdaad een effect kunnen hebben op de hoogte van investeringen, werden de geïnterviewde bedrijven opgesplitst in high-, medium- en low-tech. Dit werd gedaan op basis van de omschrijving van het bedrijf (aan de telefoon en op de website). Figuur 3: Gemiddeld investeringsbedrag per ronde en technologieniveau
High-tech 1e Ronde Seed Medium-tech
Low-tech
€0
Gemiddelde investeringsbedrag afhankelijk van technologieniveau: high-tech trekt hoogste bedragen aan, low-tech de laagste
€ 100.000
€ 200.000
High-tech bedrijven haalden gemiddeld het hoogste bedrag op (€134.102), vergeleken met de medium- (€39.174) en low-tech (€29.571) bedrijven. De gemiddelden voor zowel seed- (€130.491) en eerste ronde (€183.750) investeringen in high-tech bedrijven (Figuur 3), zijn beduidend hoger dan die in medium-tech (€36.789 voor seed- en €74.167 voor eerste rondes), en low-tech (€29.805 voor seed- en €20.000 voor eerste rondes). Door het innoverende karakter en het marktpotentieel dat daarmee samenhangt, hebben high-tech bedrijven meer financiering nodig en zijn investeerders eerder bereid dit te leveren. Low-tech en medium-tech bedrijven daarentegen, hebben in de regel een lagere kostenbasis en zijn vaak eerder marktklaar door kortere ontwikkelingstijden.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
13
Het gemiddelde bedrag dat gezocht werd, toont een zelfde trend. Het gemiddelde was hier €882.692 voor de high-tech bedrijven, €278.333 voor medium-, en €15.833 voor low-tech bedrijven. Slechts 10% van de lowtech bedrijven plande een toekomstige investering, tegenover 16% van de medium-, en 59% van de high-tech bedrijven. Bij de 0-meting was er minder verschil in gemiddelde bedragen tussen seed- en eerste rondes
Net als in de huidige studie was er bij de 0-meting (zie figuur C in bijlage 8) een relatie tussen de mate van technologieontwikkeling en de hoogte van geïnvesteerde bedragen. Een verschil met de 1-meting was, dat high-tech bedrijven gemiddeld meer in de seed-ronde ontvingen (€97.069) dan in de eerste ronde (€52.400). De bedragen voor seed- en eerste rondes bij medium- (ca. €40.000) en low-tech bedrijven (ca. €25.000) verschilden weinig. 1.2.4 Type investeerder
Categorie ‘andere’ investeerders trok gemiddeld grootste investeringen aan, gevolgd door business angels en VCs
Figuur 4 laat de gemiddelde bedragen zien van investeringen per type investeerder. Andere investeerders stonden op 1 met een gemiddeld bedrag van €211.095. Deze categorie bestaat uit bronnen voor financiering die niet in de andere categorieën passen. Voorbeelden zijn partner- en moederbedrijven, businessplan competities, en zelfs in 1 geval een uitkering. Business angels stonden tweede met €187.222 en Venture capitalists (VCs) kwamen op de derde plaats met €122.500. Banken waren vierde met €45.848, en de ondernemer zelf stond op de vijfde plaats met €31.723. Subsidies kwam in de 1-meting op de zesde plaats met een bedrag van €17.500. Het laagste bedrag werd gemiddeld door Familie en vrienden geïnvesteerd (€9.400). Figuur 4: Gemiddeld investeringsbedrag per type investeerder Andere Business Angel VC Bank Zelf Subsidie Familie&Vrienden €0
€ 100.000
€ 200.000
€ 300.000
Voor de top 3 waren de verschillen in bedragen tussen de 1- en de 0-meting gering, al stonden VCs in de 0-meting op de tweede plek, boven business angels. De overige investeerders lieten grotere verschillen zien. Banken investeerden gemiddeld ongeveer hetzelfde bedrag (ca. €40.000), maar waren bij de 0-meting als voorlaatste geplaatst. Ook de ondernemer zelf investeerde gemiddeld ongeveer hetzelfde (ca. €30.000) en was ook bij beide metingen de meeste genoemde bron van financiering, maar kwam © 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
14
De 0-meting rapporteerde grotere bedragen voor subsidies en familie & vrienden
destijds op de laatste plek. Subsidies investeerden bij de 0-meting gemiddeld veel meer (ca. €80.000) en familie & vrienden, die bij de huidige meting het laagste bedrag investeerden, investeerden bij de 0-meting gemiddeld meer dan 7 keer zoveel (ca. €67.000). Figuur 5 geeft een overzicht van de verdeling van investeringsbedragen door de verschillende financiers. De ondernemer zelf, familie & vrienden, banken, en subsidies investeerden grotendeels bedragen onder de €25.000. Bij de 0-meting waren de voornaamste bronnen van deze bedragen ook de ondernemers, familie & vrienden en banken, maar ook andere investeerders. Bij de 1-meting betrof familie & vrienden alleen kleine bedragen, bij de 0-meting waren de bedragen veel meer verspreid. Figuur 5: Verdeling deals per klasse van bedragen en type investeerder Zelf < 25.000 VC 25.000- 50.000 Subsidie
50.000 - 100.000
Other
100.000 - 250.000 > 250.000
Familie&Vrienden
Business Angel
Bank 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Figuur 6 toont de verdeling van de typen financier over alle seed- en eerste ronde-investeringen. In totaal waren 230 seed ronde-investeringen opgehaald, waar in 37 gevallen 2 of meer typen investeerder coinvesteerden. Proportioneel gezien waren er geen grote verschillen tussen deze meting en de 0-meting (zie figuur F in bijlage 8). Wederom was de ondernemer zelf de voornaamste bron van financiering in de seed-fase (74%). Banken en andere investeerders kwamen op de tweede plaats, maar waren minder prominent met 8% tot 9% ieder. Business angels en subsidies kwamen op de voorlaatste plaats met ieder 3%. Familie & vrienden namen aan 2% van de investeringen deel. De VC tenslotte, nam de laatste plek in met 1% (2 investeringen) in de seed-ronde. Bij de 0meting kwam de VC ook op de laatste plek te staan, samen met business angels.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
15
Figuur 6: Verdeling type investeerders over alle investeringen per ronde
Afname eerste rondes bij 1meting …
… vooral door afname gerapporteerde subsidies en familie & vrienden
De verdeling van eerste rondes toont een ander beeld. Er werden 20 eerste ronde-investeringen geregistreerd tijdens de 1-meting. Bij 5 investeringen was er sprake van meer dan 1 type financier. 8 bedrijven wilde geen details geven over de eerste ronde. Ondernemers zelf nemen de eerste plaats in met 28% van de deals, op de voet gevolgd door banken met 24%, en andere investeerders en business angels met 18%. De kleinste rollen werden door VCs (6%), familie en vrienden (6%) gespeeld. Voor subsidies werden geen eerste ronde investeringen gerapporteerd in deze studie. Bij de 0-meting werden meer eerste rondes geregistreerd: 25. Toen namen banken de meest prominente plaats in (28%), gevolgd door de ondernemer zelf (25%). VCs, business angels, en subsidies stonden op de derde plaats met ieder 11%. VCs en subsidies speelden in de 1-meting een minder grote rol. Familie en vrienden hadden tijdens de 0-meting een aandeel (7%) in de gerapporteerde eerste rondes.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
16
1.3 De rol van banken
Aantal aanvragen bij banken blijft gelijk (25%), maar toename in succes (87% t.o.v. 58% in 0-meting)
Aanvragen werden niet gedaan omdat het niet nodig was, of de eisen van banken te hoog waren
Paragraaf 1.2.4 gaf aan dat banken een bescheiden rol spelen als financier in de seed-fase (9%), maar wel bij 24% van de eerste ronde-investeringen betrokken waren. Om het belang van banken beter te kunnen begrijpen, werd in de interviews met technostarters gevraagd of zij banken hebben benaderd voor een financieringsaanvraag en om welke redenen. Vervolgens werd geïnformeerd hoe de aanvraag is verlopen. Uit Figuur 7 blijkt dat 25% van de starters een aanvraag heeft ingediend bij een bank, een vergelijkbaar resultaat als in de 0-meting (28%). Van deze aanvragen werd 87% goedgekeurd. Dit is een enorme verbetering ten opzichte van de 0-meting, toen slechts 42% van de aanvragen werd gehonoreerd. Één van de voornaamste redenen die opgegeven werd om niet naar een bank te stappen, was dat het niet nodig was (Figuur 7). Dit komt overeen met de 0-meting. Sommige technostarters vonden de eisen van banken te hoog, voor zowel rente als zekerheden. Anderen hadden de indruk dat het klimaat voor starters nog niet zo positief was. Figuur 7: Samenwerking ondernemers en banken Aanvraag gedaan? Ja (25%)
Nee (75%)
Aanvraag goedgekeurd?
• Niet nodig • Te hoge eisen
Ja (87%)
Nee (13%)
• Slecht klimaat voor starters • Geen vertrouwen in bank • Te duur
• Goed ondernemingsplan
• Geen kennis accountmanager
• Goede contacten binnen
• Teveel eisen
de bank
• Slecht investeringsklimaat
• Bank bekend met sector
• Bedrijf te innovatief
• Klein bedrag
• Slechte performance bedrijf
• Geen zin ondernemingsplan te schrijven • Bedrijf nog te jong
• Onderpanden en zekerheden • Goede financiële prognose
Belangrijkste succesfactoren bij aanvraag: goed ondernemersplan en goede contacten – vergelijkbaar met 0-meting
Figuur 7 geeft ook de opgegeven redenen waarom aanvragen goed of afgekeurd waren. De belangrijkste redenen van toewijzing van een lening waren, volgens de ondervraagden, het indienen van een goed ondernemingsplan en al bestaande relaties met de bank. Wat ook meerdere keren naar voren kwam als reden van een succesvolle aanvraag, was dat banken een goed inzicht hadden in wat het bedrijf deed. Onderpanden en zekerheden speelden ook een grote rol; een indicatie dat banken nog altijd niet veel risico willen nemen. Vooral softwarebedrijven – een substantieel
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
17
deel van de steekproef – hadden vaak moeite banken te overtuigen van de onderliggende waarde van hun onderneming. Dit omdat er meestal geen goederen zijn, maar slechts werknemers. Ten slotte werd als reden de lage som genoemd. Dit maakte vaak deel uit van een starterskrediet dat veel banken aanbieden. Bij de 0-meting waren de hoofdredenen ook het ondernemingsplan, contacten bij de bank, en geleverde zekerheden. Factoren bij afwijzing: gebrekkige inzichten en kennis bij bank
Bij de 13% afwijzingen werden als belangrijkste redenen aangevoerd: onvoldoende inzicht van de bank in de activiteiten van het bedrijf en te hoge eisen. Daarnaast werden als redenen genoemd: gebrekkig management van de bank, een slecht klimaat voor startende bedrijven, slechte performance van het bedrijf en een te innovatief product. Figuur 8: Aanvragen per bank 100% 13% 28%
30%
13%
75% 13%
50%
22%
13%
25%
22%
Andere ING Bank Rabobank ABN Amro
50%
25% 38%
35%
Totaal
Seed Ronde
0% 1e Ronde
De banken waar de meeste aanvragen zijn ingediend, waren ABN Amro (38%), Rabobank (22%), en ING Bank (13%). Over de rondes verspreid (zie Figuur 8) veranderde dat beeld niet. In de seed-ronde speelden ‘andere banken’ wel een grotere rol (30%), omdat ondernemers toen bij een groter aantal banken aanvragen indienden.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
18
Ook bij het percentage van toegewezen aanvragen (zie Figuur 9) speelden de ABN Amro (40%), Rabobank (23%), en ING Bank (10%) een grote rol. Andere banken, zoals Friesland Bank, Fortis en de SNS Bank waren daar ook belang (27%). ABN Amro liet duidelijk meer (goedgekeurde) aanvragen in de eerste ronde zien. Bij de Rabobank en ING Bank werden relatief veel starterkredieten verstrekt. Figuur 9: Toegewezen aanvragen per bank 100% 14% 27%
30%
75%
29%
10% 13%
Andere ING Bank Rabobank ABN Amro
23%
50%
22%
57%
25% 40%
35%
0% Totaal
© 2007 TI Research Group
Seed Ronde
1e Ronde
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
19
1.4 De rol van business angels Ondernemers werd gevraagd naar hun kennis van en ervaringen met business angels of informele investeerders. In Figuur 10 zijn de antwoorden schematisch weergegeven. Nog altijd weinig bekendheid business angels …
… en niet altijd te vinden
Toch was er een toename in aanvragen naar 26%
Chemie tussen ondernemer en investeerder essentieel bij business angel financiering
Net zoals bij de 0-meting was de bekendheid met business angels middelmatig. Terwijl destijds 53% van de geïnterviewde ondernemers aangaf op de hoogte te zijn, was dat bij de huidige studie 45%. Vaak was het niet relevant voor ondernemers om met een dergelijke partij in zee te gaan. Daarnaast kenden velen het woord ‘business angel’ niet, gaf ‘informele investeerder’ al meer reacties, terwijl enig verder uitleg (“rijk individu die ondernemers wil bijstaan met financiën en netwerk”) nog meer herkenning teweegbracht. Van degenen die het concept kenden, wist 65% een business angel te bereiken – beduidend minder dan in de 0-meting (80%). Er zijn meerdere verklaringen mogelijk voor deze daling. Misschien zijn er minder business angels in Nederland actief, en daardoor moeilijker te vinden. Een andere mogelijkheid is dat de opkomst van alternatieve bronnen – zoals banken (paragraaf 1.2.4), en kleinere professionele fondsen (paragraaf 2.2.3) ervoor zorgt dat het belang van de angel afneemt. Het vinden van een business angel gebeurde, net zoals verleden jaar, meestal via het eigen netwerk. Er waren ook gevallen waar intermediairs - zoals banken, universiteiten, incubators, of TechnoPartner - toegang gaven tot zulke partijen. Het percentage dat dit jaar een aanvraag bij een business angel had gedaan was 26% (bij de 0-meting was dit 14%). De belangrijkste reden om geen aanvraag te doen, was dat het niet nodig was. De financiële vereisten van bedrijven waren niet hoog of er bestonden al andere bronnen van inkomsten/financiering. Vaak werd als reden genoemd dat het bedrijf nog te jong was, of dat de ondernemer onafhankelijk wilde blijven. In een paar instanties werd de business angel ook als niet betrouwbaar gezien, of als iemand die te hoge eisen zou hebben. De reden waarom een aanvraag uiteindelijk niet succesvol was, was vooral een gebrek aan goede chemie tussen business angel en ondernemer. Succesredenen waren: een goede onderlinge verstandhouding, een goed ondernemingsplan en het marktpotentieel van het product. Ondernemers waren zowel positief als negatief over business angels. Sommigen vergeleken het vinden van business angels met roulette: “Er zitten goede en slechte tussen.” Als positief werd ervaren dat informele investeerders kennis leveren en ook vaak een actievere rol innemen in het bedrijf. Ook brengen ze hun netwerk van contacten mee. Dit maakt het vaak makkelijker klanten te vinden of additionele investeringen aan te trekken. Sommige ondernemers juichten het informele karakter van de onderhandelingen toe, terwijl anderen ze lang vonden duren en klaagden dat business angels teveel aandelen of rendement eisten.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
20
Meerdere vonden dat Nederland een slechte plek was om business angels op te sporen. Één ondernemer zei dat er een gebrekkige marktwerking bestond voor business angel financiering. Er zou geen transparantie zijn en hij zou niet weten waar ze te vinden zijn. Een ander had ondervonden dat de business angels met enige bekendheid – die dus wel te vinden zijn alleen grotere bedragen (vanaf €1 miljoen) wilden investeren. Behalve de relatieve onbekendheid met business angels, bleken sommige van de ondervraagde ondernemers terughoudend in hun reacties op de contacten met dergelijke informele investeerders. Veelal zijn business angels informele contacten uit het persoonlijke of zakelijke netwerk. Ondernemers wilden niet teveel zeggen om de relatie niet te schaden. Dit werd dan opgenomen als een blanco (N.D.) antwoord. Figuur 10: Samenwerking ondernemers en business angels Bent u bekend met het concept van business angels? Ja (45%)
Nee (55%)
Weet u deze groep investeerders te bereiken? Ja (65%)
Nee (35%)
Via: • Eigen netwerk Heeft u een financieringsaanvraag gedaan?
• N.D. • Intermediair (bank, lokale activiteit) • Benaderd door een business angel • Internet • “Ik ben zelf een business angel” Ja (26%)
Nee (74%) • Niet nodig • N.D. • Bedrijf nog te jong
Is het tot een deal gekomen?
• Wil geen zeggenschap afstaan • Te hoge eisen, te duur • Slechte ervaring gehad Ja (84%)
© 2007 TI Research Group
Nee (16%)
• N.D.
• Te hoge eisen
• Belovend product of dienst
• Gebrek aan kennis angel
• Goede chemie
• Het klikte niet
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
21
1.5 De rol van subsidies Subsidies spelen een redelijk grote rol in het Nederlandse investeringsklimaat. Zo probeert de overheid al jaren de economische groei te stimuleren, onder andere door innovatie te subsidiëren. Daarom wekte het geen verbazing dat 24% van de geïnterviewde technostarters een subsidie-aanvraag had ingediend. Dit is vergelijkbaar met de resultaten in de 0-meting (27%). Van de aanvragen werd 63% gehonoreerd. In de 0meting was dit 65%. WBSO het meest aangevraagd
Bureaucratie (administratieve lasten) en onoverzichtelijk aanbod van subsidies worden als hinderlijk ervaren
De meest aangevraagde subsidie was WBSO, een relatief laagdrempelige en generieke subsidie voor speur- en ontwikkelingswerk. Ondernemers classificeerden de WBSO vaak als “een van de makkelijkste”. Hierna kwamen subsidies gericht op innovatie en kennis, zoals innovatievouchers of sectorspecifieke subsidies. Innovatievouchers aanvragen werd ook als “makkelijk” ervaren, maar het uitgeven ervan niet. Meerdere partijen leverden hun vouchers weer in nadat ze ze niet uitgegeven hadden binnen de aangegeven termijn. De redenen om geen subsidies aan te vragen verschilden. In vele gevallen hadden starters geen subsidies nodig en er dus niet naar gezocht. Veel starters zouden ook niet in aanmerking gekomen zijn. Subsidieregelingen vragen vooral naar duidelijke innovatie, en een storende factor is vaak de samenwerkingsvereiste met instituten, iets waar kleine bedrijven wegens de administratieve lasten veel moeite mee hebben. Een aantal bedrijven noemde subsidies niet commercieel verantwoord. Daarmee werd bedoeld dat het teveel tijd vereiste, of dat het hele principe niet strookt met economische beginselen. Andere ondernemers vonden het aanbod aan subsidies “verwarrend”. Informatie was niet duidelijk genoeg, er waren teveel subsidies en tussenpersonen, en de communicatie tussen aanvraag en toe-/afzegging was afwezig. Betreffende de tussenpersonen waren er klachten over commerciële partijen die hun beloften niet nakwamen of teveel commissie rekenden. Het meest voorkomende commentaar op toegewezen subsidies was dat het proces te traag of bureaucratisch was. Bij een bedrijf dat zich nog economisch moet bewijzen, is ieder tijdsverlies door bureaucratie duidelijk een handicap.
Intermediairs spelen een belangrijke rol
Niet alles was negatief. Om wegwijs te worden binnen de subsidiewereld, bleken intermediairs toch een grote rol te spelen. Vooral SenterNovem, Syntens, en het Ministerie van Economische Zaken (EZ) werden vaak genoemd, en de commentaren hierover waren redelijk positief. Een ondernemer vond dat “de mensen bij Senter veel moeite deden,” maar zei ook dat problemen dieper liggen en dat dit type intermediair eerder een tussenoplossing was. Een groot aantal bedrijven was tevreden over de samenwerking. In veel gevallen waren dit innovatieve bedrijven, met een duidelijk omlijnd product of dienst, die niet al teveel werk hoefden te verrichten om subsidieverstrekkers te overtuigen. Anderen hadden het proces aan derden uitbesteed en konden zich hierdoor op de essentie van het zakendoen
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
22
richten. Weer andere bedrijven werkten al vanaf het begin met overheidsinstellingen, zoals universiteiten en incubators, en vonden het proces daarom overzichtelijker. In een aantal gevallen drongen investeerders erop aan om naast hun investering ook subsidies aan te trekken. Figuur 11: Aanvraag subsidies per technologieniveau
Totaal 4%
High
24%
7%
Medium 2%
47%
46%
17%
80%
Low 3% 7%
0%
High-tech bedrijven vragen het vaakst aan
Gepland Ja Nee
72%
90%
20%
40%
60%
80%
100%
Te verwachten valt dat high-tech bedrijven vaker subsidies aanvragen (zie Figuur 11). Ze hebben in de regel meer investeringen nodig, werken vaker samen met onderzoeksinstituten zoals universiteiten, en hebben via dat soort netwerken ervaring met het omgaan met de bureaucratie. Dit kwam naar voren uit de gesprekken. 47% van alle high-tech bedrijven had een subsidie aangevraagd, en 7% was dat van plan. Van de geïnterviewde medium-tech bedrijven had slechts 17% een subsidie aangevraagd (2% van plan), en van de low-tech bedrijven 7% (3% van plan). Voor dergelijke bedrijven zijn subsidies, òf minder belangrijk, òf dergelijke bedrijven komen minder snel voor een subsidie in aanmerking en proberen het daarom niet. Figuur 12 geeft een overzicht van de succesratio bij de aanvraag van subsidies. Deze lag in het algemeen redelijk hoog. 63% van de aanvragen was succesvol en 17% niet.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
23
Figuur 12: Succes bij aanvraag subsidies
Totaal
High-tech
65%
Medium-tech
65%
Low-tech
0%
Subsidies spelen een grote rol als bron van financiering voor high- en mediumtech bedrijven
63%
17%
10%
20%
20%
Ja Nee Bezig met
25%
15%
75%
25%
25%
50%
75%
100%
Verrassend was wel dat high-tech bedrijven net zoveel succes hadden bij de aanvraag van een subsidie als medium-tech bedrijven (beide 65%). Echter, van de medium-tech bedrijven deed een kleiner percentage een aanvraag. Bij de low-tech bedrijven was succes minder evident, slechts 25% van de aanvragen werd gehonoreerd. Aangezien slechts 10% van deze bedrijven een aanvraag in had gediend, is dit een verwaarloosbaar aantal. Opmerkelijk is het percentage van bedrijven dat nog in het proces van aanvragen was (20% van het totaal). Het zou een indicatie kunnen zijn dat het proces vrij lang duurt, iets wat ook uit de kritieken naar voren kwam.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
24
1.6 Ambities van technostarters 69% van alle ondervraagden was niet van plan een eerste ronde aan te trekken. 12% had zelfs geen seed-investering nodig gehad. Er zaten in de steekproef redelijk veel eenmansbedrijven die diensten leverden en geen grote investeringen hoefden te maken maken. Om een beter beeld te krijgen van de ambities van de Nederlandse technostarters werd voor de 1meting aan de ondernemers gevraagd de toekomstvisie voor hun bedrijf te schetsen. Daarbij werd onderzocht in hoeverre het ambitieniveau van invloed is op de hoogte van investeringen die door bedrijven aangetrokken werden. Onderstaande Figuur 13 toont de hoofdambities aan per technologieniveau. Figuur 13: Hoofdambities per technologieniveau High-tech:
Medium-tech:
Low-tech:
• Winst
• Winst
• Winst
• Meer personeel
• Geen plannen / geen veranderingen
• Klein blijven
• Meer of nieuwe producten
• Meer personeel
• Geen plannen / geen veranderingen
• Groei international
• Meer of nieuwe producten
Winst maken was de eerstgenoemde ambitie voor alle technologieniveaus, al blijkt dit niet persé in groei te resulteren. Dit was wel het geval voor high-tech bedrijven. Meestal werden personeelsgroei, meer producten of diensten ontwikkelen, en internationale expansie als ambities genoemd. Bij de medium-tech bedrijven was nummer 2 antwoord dat ze geen concrete toekomstplannen hadden en geen veranderingen voor het bedrijf in petto hadden. Toch werd dit gevolgd door antwoorden als: meer personeel aantrekken en het ontwikkelen van producten of diensten.
De ambities van high-tech bedrijven investeringen noodzakelijk: groei in personeel en productontwikkeling en internationale expansie
Na het maken van winst, waren de hoofddoelen van de low-tech bedrijven: klein blijven en vooral geen veranderingen. Deze ambities geven al een eerste uitleg aan de financieringsbehoefte per technologieniveau, zoals weergegeven in paragraaf 1.2.3. Low-tech bedrijven willen meer verdienen en tegelijkertijd klein blijven om zo de kosten laag te houden. Medium-tech bedrijven willen vaak niet veranderen, wat gelimiteerde groei inhoudt en relatief lage kosten. Toch zijn er ook bedrijven die meer willen, hetgeen ook meer investeringen vereist. De high-tech bedrijven zijn het meest ambitieus, en hebben vaker plannen die het aantrekken van investeringen eisen. In Figuur 14 wordt het verband tussen ambitieniveau en hoogte van de investering weergegeven.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
25
Figuur 14: Gemiddeld investeringsbedrag per ronde en ambitieniveau
Zonder
1e Ronde Seed
Laag
Redelijk
Hoog
0
Hoge ambities hebben inderdaad relatief hoge investeringsbedragen tot gevolg
50.000
100.000
150.000
200.000
Bedrijven met een hoog ambitieniveau (10% van het totaal) waren erop uit om de wereld te veranderen, marktleider te worden, op grote schaal uit te breiden, of sterk innovatieve producten te ontwikkelen. Het gemiddelde bedrag dat zij ophaalden was €180.000 voor de seed-investeringen en €183.000 voor eerste rondes. Het gemiddelde bedrag voor toekomstige eerste ronde-investeringen lag erg hoog: €811.000. Bedrijven met een redelijk ambitieniveau (46% van het totaal) waren geïnteresseerd in groei, maar dan op kleinere schaal, bijvoorbeeld door regionaal uit te breiden of door een paar medewerkers aan te nemen. De gemiddelde investering was hier €57.000 voor seed- en €65.500 voor eerste rondes. Bedrijven met een laag ambitieniveau (20% van totaal) waren niet echt van plan te groeien, wilden liever klein en onafhankelijk blijven en zagen niet veel veranderingen voor de toekomst. Deze bedrijven ontvingen slechts €17.000 voor de seed-ronde, en niets voor de eerste ronde. De bedrijven zonder ambitie (11% van totaal) waren nog niet eens echt gestart, hadden andere banen, of zagen de toekomst somber in. Zij ontvingen de laagste bedragen €7.500 voor de seed-ronde, en rapporteerden geen eerste rondes.
Ambitie onder technostarters is gering
Ook hier is een duidelijke relatie te zien tussen investeringshoogte en ambitie. Hierbij is het opvallend dat er relatief weinig technostarters zijn met een hoog ambitieniveau. Deze ondernemingen vertegenwoordigen de innovatieve kracht in Nederland. Ook het hoge percentage van starters met redelijk niveau gecombineerd met een bescheiden gemiddelde investeringsbedrag geeft aan dat investering in innovatie nog altijd onder niveau is.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
26
1.7 TechnoPartner Dit jaar werd ondernemers gevraagd naar hun ervaringen met TechnoPartner, aangezien de geïnterviewde bedrijven deel uitmaakten van de TechnoPartner doelgroep. Een minderheid van de technostarters is bekend met TechnoPartner …
… maar is overwegend positief
38% van de bedrijven kende TechnoPartner, waarvan de helft van horen zeggen. Daarvan had 39% vooral naar informatie gekeken, 6% kende de instantie wegens subsidies, en 3% had daadwerkelijk advies gevraagd. De meeste bedrijven vonden het een goede dienst, vooral in betrekking tot informatie over subsidies en leningen. Een aantal was ook geïnteresseerd om via TechnoPartner informatie over durfkapitaal te vinden. Anderen vonden TechnoPartner irrelevant voor hun bedrijf, of “een van de velen”. Één ondernemer vond dat TechnoPartner een rol als bemiddelaar tussen bedrijven en financiers zou kunnen innemen, omdat de communicatie tussen deze niet goed zou zijn. Financiers vragen vaak naar gedetailleerde begrotingen, terwijl een ondernemer zich zou moeten richten op productontwikkeling en marktvraag. TechnoPartner zou verder kunnen assisteren bij het concreet maken van plannen en concepten, door deze te koppelen aan de marktvraag. Ook kwam naar voren dat TechnoPartner de activiteiten van buitenlandse investeerders in Nederland zou moeten stimuleren. Dit zou “verfrissend” zijn voor het Nederlandse investeringsklimaat.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
27
2
Venture Capital klimaat
De 0-meting liet geen rooskleurig beeld zien van het venture capital-klimaat in Nederland. De markt heeft zich slechts in geringe mate hersteld na de voor Europese normen - enorme terugval na 2000. Een substantieel deel van de Nederlandse VCs is met investeren gestopt of heeft de aandacht verschoven naar andere type investeringen zoals buy-outs. Veel gerenommeerde buitenlandse VCs laten Nederland links liggen. Het blijkt tevens steeds moeilijker voor Nederlandse partijen om fondsen van formaat te werven. Mede daarom hebben sommige partijen zich gericht tot seedfaciliteit van TechnoPartner. De meeste investeerders, die in de 0-meting geïnterviewd zijn, waren niettemin positief ten aanzien van hun plannen om te investeren. Een toename in aantal deals werd voorspeld. Dit hoofdstuk geeft inzicht in het succes van deze plannen. 2.1 Methodiek De analyses in dit hoofdstuk zijn gebaseerd op investeringsgegevens die door Tornado Insider Research (TI) dagelijks worden getraceerd en verwerkt. Investeringsgegevens worden vergaard onder meer door persberichten en deal-data die worden toegestuurd, via telefoon- en emailenquêtes onder investeerders en met behulp van technologieën om nieuws op het Internet te traceren. De investeerders in de afzonderlijke investeringen bestaan uit één of meer VCs of durfkapitalisten (zowel regionaal, nationaal als internationaal georiënteerde VCs), corporate investors, incubators en accelerators. Allereerst is het niveau (aantal investeringen en bedrag) bestudeerd. Daarna zijn de investeringen gecategoriseerd op sector, ronde en regio en vervolgens geanalyseerd. Ook de bijdrage van Nederlandse en buitenlandse investeerders is vergeleken. De venture capital-investeringen zijn uitsluitend aandelentransacties en/of deals met een converteerbare lening component. Buy-outs en dergelijke zijn niet meegenomen. De analyse omvat ook investeringen met bedragen die niet bekend zijn gemaakt. Enerzijds zijn dit bedragen die wel bekend zijn bij Tornado Insider maar op verzoek van de desbetreffende partijen verborgen worden gehouden. Deze bedragen zijn wel meegenomen in de analyses. Anderzijds zijn er daadwerkelijk onbekende bedragen. Hiervoor zijn gemiddelden berekend van vergelijkbare Europese investeringen binnen dat jaar, de sector en de ronde. Onderzocht zijn technologiebedrijven (zie methodiek van hoofdstuk 1). Deze analyse gaat net zoals hoofdstuk 1 uit van de sectorverdeling voor technostarters volgens de SBI-codering van het CBS (bijlage 1). Aangezien de Tornado Insider sectorverdeling (zie bijlage 2) meer uitgaat van de typen technologie (i.p.v. de meer verticale verdeling van het CBS) en beter © 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
28
aansluit bij de investeringsfocus van VCs, zijn de analyses ook voor deze sectoren weergegeven (bijlage 3). Zoals beschreven in hoofdstuk 1 is door de nieuwe sectorindeling het bereik van de doelgroep groter. Daarom zijn er nieuwe sectoren aan de Tornado Insider indeling gevoegd. Als resultaat hiervan zijn er wat verschillen in aantallen en bedragen ten opzichte van de 0-meting. Verder geeft bijlage 5 inzicht in het verband tussen de SBIindeling en de Tornado Insider sectoren aan de hand van de verdeling van de Nederlandse investeringen per sector. In de discussie in hoofdstuk 3 zal op beide sectoranalyses worden ingegaan. Om trends beter te kunnen weergeven, overbrugt dit onderdeel van het onderzoek de periode van 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2006. Er wordt verder specifiek ingegaan op de resultaten van de 0-meting om aan te geven wat de Nederlandse venture capital markt in de laatste 12 maanden van de analyse aan dynamiek heeft laten zien.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
29
2.2 Venture capital-investeringen 2.2.1 Activiteit venture capital Nederlandse VCs vertonen steeds meer tekenen van herstel na de terugval in 2001. De 0-meting gaf al aan dat er in de eerste helft van 2005 veel kapitaal werd opgehaald in Nederland. Deze trend is doorgezet. Nederlandse technologiebedrijven halen meer VC op
Herstel dealactiviteit in de eerste helft van 2006, na rustig 2005
In Figuur 15 worden venture capital-investeringen in Nederlandse technologiebedrijven getoond sinds 2000. Het geinvesteerde bedrag in 2005 liep op tot €176 miljoen, een stijging van 56% ten opzichte van 2004. Deze stijgende lijn lijkt zich voor te zetten in 2006. In de eerste 6 maanden werd een totaal bedrag van €97,3 miljoen opgehaald, een toename van 2% ten opzichte van dezelfde periode in 2005. De deal-activiteit laat een ander beeld zien. Tussen 2002 en 2004 was een lichte stijging te zien van 36 investeringen in 2002 tot 44 in 2004. In 2005 werden minder investeringen gerapporteerd: 40. In 2006 is het aantal deals weer toegenomen, met 26 investeringen in de eerste 6 maanden. Dit is een toename van 37% ten opzichte van de eerste 6 maanden van 2005 en het hoogste aantal deals in een eerste jaarhelft sinds 2001. Figuur 15: VC investeringen in Nederlandse technologiebedrijven per jaar 1200
VC financiering
1060
VC investeringen
100
800
80 600 60
441
400
40 211
200
176 92
113
2003
2004
97
0
20 0
2000
Forse toename gemiddelde deal grootte
120
Aantal investeringen
VC financiering (in €M)
1000
140
2001
2002
2005
H12006
Achter het verschil in trends tussen deal-activiteit en aangetrokken gelden in 2005 schuilt een sterke toename van het gemiddelde investeringsbedrag in dat jaar (Figuur 16). 2003 en 2004 lieten relatief bescheiden rondes zien van ongeveer €2,5 miljoen per investering. In 2005 was een toename zichtbaar van 72% tot €4,4 miljoen. Hiervoor waren enkele forse investeringen verantwoordelijk.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
30
Figuur 16: Gemiddeld VC investeringsbedrag in Nederland per jaar
9
8,5
Gemiddelde deal grootte (in €M)
8 7 6
5,6
5,9
5
4,4 3,7
4 3
2,3
2,6
2 1 0 2000
Terugkeer investeringen van €10 miljoen en meer
2001
2002
2003
2004
2005
H12006
Na een afwezigheid van 2 jaar keerden in 2005 investeringen van €10 miljoen en meer terug. Deze deals vonden plaats in het eerste kwartaal van 2005. Het waren de vervolginvesteringen in Octoplus (€18,3 miljoen) en Teledata Networks ((€14,6 miljoen). Daarnaast was er een lichte toename van investeringen onder de €250.000 - 5 deals ten opzichte van 4 in 2004 en 3 in 2003. In de eerste helft van 2006 werd een lichte daling in het gemiddelde investeringsbedrag waargenomen tot €3,7 miljoen (Figuur 16). Weer werden 2 investeringen van €10 miljoen en meer gerapporteerd. Deze werden opgehaald door semiconductor IP bedrijf Cavendish Kinetics (tweede ronde-investering van €12,4 miljoen) en biofarmaceutisch bedrijf Pangenetics (tweede ronde-investering van €13 miljoen). Figuur 17 laat de venture capital-investeringen in Nederlandse technologiebedrijven sinds 2003 zien per kwartaal. Opvallend zijn de schommelingen van de kwartaalbedragen. Dieptepunten zijn de laatste kwartalen van 2003 en 2004, met respectievelijke totalen van €15,9 en €15,8 miljoen aan opgehaalde fondsen. Daarnaast zijn er uitschieters omhoog in het eerste kwartaal van 2005 en het tweede kwartaal van 2006. In beide periodes werd een totaal van €64,4 miljoen gerapporteerd, een score die sinds 2001 tussentijds niet meer is behaald.
Veel dealactiviteit in tweede kwartaal 2006: vergelijkbaar niveau als in 2001
Qua investeringsactiviteit schommelt het aantal deals op kwartaal basis sinds 2002 rond de 10. Dit niveau was iets hoger tussen het vierde kwartaal in 2003 en het derde kwartaal van 2004. In de daaropvolgende 4 kwartalen lag het niveau weer iets lager. In het tweede kwartaal van 2006 zijn 17 investeringen geregistreerd. Dat is een toename van 8 ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Zo’n hoog aantal was sinds 2001 niet meer voorgekomen.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
31
Figuur 17: VC investeringen in Nederland per kwartaal in 2003 – H1 2006 VC financiering VC investeringen
VC financiering (in €M)
60
64,4
64,4
18 16 14
48,8
50
12
40
34,3 30,9
30,2
30
31,5
30.7
10
32,9
32,0
8
25,7
6
20,4
20
15,9
15,8
4 10
Aantal investeringen
70
2
0
0 Q1 2003
Q2 2003
Q3 2003
Q4 2003
Q1 2004
Q2 2004
Q3 2004
Q4 2004
Q1 2005
Q2 2005
Q3 2005
Q4 2005
Q1 2006
Q2 2006
Er zijn dus meerdere indicaties dat 2006 meer activiteit en geïnvesteerd kapitaal zal laten zien dan 2005.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
32
2.2.2 Nederlands venture capital ten opzichte van Europa Ook op Europees niveau laat Nederland herstel zien. Figuur 18 geeft de jaarlijkse rangorde aan van Nederland op de Europese venture capital ranglijst voor landen. De rang is weergegeven voor zowel aantal investeringen als totaal geïnvesteerd kapitaal. Voor beide is een opgaande trend waarneembaar. Interessant is dat Nederland geregeld beter scoort voor deal-activiteit dan voor totaal opgehaald bedrag. Oftewel, dealgroottes in Nederland zijn iets bescheidener dan die in Europese landen met vergelijkbare activiteit. Nederland stijgt naar plaats 5 in Europa voor dealactiviteit …
Voor financiering heeft Nederland zich opgewerkt van plaats 9 in 2004, tot plaats 6 in 2005 en de eerste helft van 2006. Dat is dezelfde positie als 2001. In 2000 was Nederland het vierde land in Europa. Voor deal-activiteit scoorde Nederland zelfs de vijfde plek in 2005. Ook dit was dezelfde positie als in 2001. In de eerste jaarhelft van 2006 nam Nederland ook de vijfde plaats in voor wat betreft aantal investeringen. Het Verenigd Koninkrijk staat elk jaar onbedreigd boven aan de ranglijst, terwijl Duitsland en Frankrijk stuivertje wisselen voor de plaatsen 2 en 3. Figuur 18: Positie NL in Europese technologie venture capital klimaat
… en haalt jaarlijks 5% van het totaal bedrag op.
Figuur 18 geeft ook aan welk percentage van totaal Europees venture capital op jaarbasis naar Nederland gaat, wederom voor aantal investeringen en het totale bedrag. Zo haalden Nederlandse ondernemingen 5% van het totaal aan Europees venture capital op in 2005. Dit is beduidend hoger dan het dieptepunt van 3,1% in 2004. Alleen in 2000 namen Nederlandse bedrijven een groter aandeel voor hun rekening met 6,2%. Het aandeel in de eerste 6 maanden van 2006 bleef gelijk ten opzichte van 2005 op 5%. Het percentage Nederlandse investeringen ligt
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
33
over het algemeen iets hoger: tussen de 4,5% (in 2002) en 7,3% (in 2000) van het totale aantal in Europa. 2005 liet een lichte daling zien naar 4,9%, maar de eerste helft van 2006 scoort hoog met 6,5%.
Groei van Nederlandse VC markt in de eerste helft van 2006 was tegengesteld aan Europese trend
Door middel van jaarlijkse halveringen van het niveau van VC investeringen, verslechterde het klimaat in Nederland tussen 2000 en 2003 sneller dan in de rest van Europa. Echter, het herstel in Nederland wordt sinds 2003 verder doorgevoerd dan in Europa als geheel. Europa gaf een sterke toename te zien in 2004 ten opzichte van het voorgaande jaar, voor zowel totale financiering (+33%) als het aantal deals (+14%). Nederland bleef hier iets achter. Maar daar waar Europa in 2005 een lichte daling zag in financiering (-2%) ging er in Nederland zo’n 56% meer geld om. Qua activiteit was er een daling waarneembaar voor zowel Europa (-4%) als Nederland (-9%). In de eerste helft van 2006 daalde Europa substantieel: -40% voor financiering en -9% voor deal-activiteit. Nederland liet zoals eerder besproken groei zien in deze periode: +2% voor financiering en +37% voor deal-activiteit. 2.2.3 Activiteit investeerders in Nederland
Weinig actieve VCs in Nederland in 2005
Regionale investeerders laten meeste activiteit zien
Buitenlandse VCs investeerden na 2000 steeds minder in Nederland
Er waren in 2005 slechts 32 venture capital investeerders actief in Nederland. Dit is het laagste aantal ooit geregistreerd op jaarbasis. Het aantal was tussen 2000 en 2003 gedaald van 113 tot 36, waarna 2004 een toename liet zien tot 44. Europa liet een vergelijkbare trend zien. In de eerste 6 maanden van 2006 waren 35 investeerders actief in Nederland. Gemiddeld participeerden 1.5 VCs (exclusief co-investeringen van informele investeerders) per technologie-deal in 2005. In het eerste halfjaar van 2006 was dit aantal gestegen tot 1.7. Gemiddeld vonden de grootste syndicaten plaats in 2001 met 2.4 investeerders per investering. De meeste technologie-investeringen in 2005 werden gerapporteerd door PPM Oost en NOM. Beide zijn regionale investeerders en sloten in dat jaar 8 deals. Technofonds Flevoland, ook een regionale investeerder, kwam op de derde plaats met 6 investeringen. De eerste niet-regionale investeerder was ABN Amro met 3 geregistreerde technologie-deals. Prime Technology Ventures, in 2004 nog topinvesteerder met 5 deals, rapporteerde slechts 1 investering in 2005. Uit Figuur 19 blijkt dat buitenlandse VCs na 2000 steeds minder deals maakten in Nederland. In 2000 stond tegenover elke actieve Nederlandse investeerder nog 1,29 buitenlandse investeerder. Vanaf 2004 investeerden echter jaarlijks ongeveer 2 keer zoveel Nederlandse investeerders in Nederlandse venture capital deals. In absolute getallen is het aantal in Nederland actieve buitenlandse investeerders gedaald van 64 in 2000 naar 14 in 2003 en 2004 - in 8 deals voor beide jaren. In 2005 liep het aantal terug tot 11 - voor totaal 9 deals. In de eerste helft van 2006 zijn 12 buitenlandse VCs actief geweest – bij 5 deals.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
34
Figuur 19: Ratio buitenlandse ten opzichte Nederlandse actieve VCs
Het belang van buitenlandse investeerders zit vooral in de geloofwaardigheid bij aandeelhouders met aanzien, in verbeterde mogelijkheden tot internationalisering, maar ook in de financiering zelf. Gemiddeld genomen zijn investeringen waar buitenlandse VCs bij betrokken zijn groter dan die met uitsluitend Nederlandse investeerders. In 2005 was het gemiddelde bedrag van ‘internationale’ deals gemiddeld 64% groter. In de eerste helft van 2006 zelf 94%. Voor een deel is dit het resultaat van grotere syndicaten bij deelname van buitenlandse partijen – over de afgelopen 6,5 jaar namen gemiddeld 2 investeerders deel aan elke deal, terwijl dit aantal bij Nederlandse bijdrages op 1.4 lag. Maar buitenlandse investeerders zijn de laatste jaren ook kapitaalkrachtiger en gaan vooral mee bij de grotere rondes. 2.2.4 Rondeverdeling venture capital Figuur 20 geeft de jaarlijkse rondedistributie aan van de venture capitalinvesteringen in Nederlandse technologiebedrijven. In de grafiek worden seed- en eerste ronde-investeringen ingedeeld als vroege faseinvesteringen. Tweede en verdere rondes worden vervolginvesteringen genoemd. Het eerste wat naar voren komt in Figuur 20 is de enorme verschuiving van vroege fase-investering naar vervolginvesteringen na het klappen van de ‘Internetbubbel’. In 2000 was 83% van alle investeringen seed- en eerste ronde. Het aandeel daalde naar slechts 40% in 2003. In 2002 haalden vroege fase-investeringen nog maar 16% van het totaal aan financiering op. Zoals ook beschreven in de 0-meting, schoven VCs massaal op in de levenscyclus van technologiebedrijven. Grote risico’s werden vermeden door hernieuwde focus op bedrijven met een gezond klantenbestand, hoge omzetcijfers en winstgevendheid.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
35
Figuur 20: Rondedistributie VC investeringen in Nederland per jaar 100%
Vervolg investeringen
17%
Vroege fase investeringen
38%
58% 65%
60%
80%
43%
45%
47%
54%
56% 63%
71%
73% 60%
84%
83%
40%
62%
57%
55%
53% 42% 35%
40%
46%
44%
20%
37%
29%
27%
16% 0%
B edrag # Deals B edrag # Deals B edrag # Deals B edrag # Deals B edrag # Deals B edrag # Deals B edrag # Deals 2000
Afname vroege fase-investeringen in 2005; maar herstel in de eerste helft van 2006
2001
2002
2003
2004
2005
H12006
In 2004 vonden weer meer vroege fase-investeringen (55% van het totaal) plaats dan vervolginvesteringen, waarbij deze ook nog eens 44% van het totaalbedrag ophaalden. Het relatieve aantal vroege fase-deals daalde in 2005 naar 46%. In dat jaar ging 37% van het totaal opgehaald bedrag naar seed- en eerste rondes. In de eerste helft van 2006 steeg het aandeel vroege fase-investeringen weer naar 57%, al haalden deze slechts 27% van het geld op. Ook al is er sinds 2003 een opwaartse trend waarneembaar voor vroege fase-investeringen, de schommelingen zelf zijn gedeeltelijk veroorzaakt door relatief bescheiden aantallen deals met rondevermelding. Zo is van 2003, 2004 en 2006 van ongeveer de helft van de investeringen de ronde bekend. Van de andere jaren was dit aantal beduidend hoger. 2.2.5 Sectorverdeling venture capital
VCs investeerden sinds 2001 het meest in Computerserviceen IT-bureaus…
In Figuur 21 wordt een overzicht gegeven van de jaarverdeling van venture capital financiering over de verschillende sectoren. De eerste kolom geeft het gemiddelde weer van de periode van 2001 tot en met de eerste helft van 2006. Dit dient niet alleen als referentie, maar geeft ook aan waar de sterke punten van Nederland liggen. Zo is duidelijk dat een groot deel van de geïnvesteerde fondsen (44%) op zijn gehaald door Computerservice- en informatietechnologiebureaus. Ver daarachter komt Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk met 14%, terwijl Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur de derde plek bezet met 12%.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
36
Figuur 21: Sectordistributie geïnvesteerd VC in Nederland per jaar 100% 90%
2%
2%
3%
6% 20%
15% 6% 1%
0,3%
80%
2% 11%
9%
12%
22%
Vervaardiging van o verige chemische eindpro ducten
9%
Vervaardiging van machines en apparaten
31% 14%
15%
Vervaardiging van instrumenten
10%
50%
2%
7% 9% 11%
40%
69% 44%
Vervaardiging van farmaceutische pro ducten
25%
18%
44%
1% 13%
30% 33% 20%
2001- 2006
2001
2002
24%
9%
5% 2003
Teleco m
Co mputerservice- en info rmatietechno lo giebureaus
21%
15%
14%
Verv. van o verige elektrische machines, apparaten en beno digdheden Verv. van audio -, video - en teleco mmunicatieapparatuur
10%
35%
0%
… maar interesse nam over de jaren af ten faveure van farmaceutische producten
Vervaardiging van pro ducten van rubber en kunststo f
23%
5%
39%
10%
4%
10%
9%
4%
3%
70% 60%
3%
2004
2005
B ureaus vo o r speur- en o ntwikkelingswerk
H12006
Wat verder opvalt, is dat het aandeel van Computerservice- en informatietechnologiebureaus sterk gedaald is over de jaren naar een dieptepunt van 10% van de financiering in 2005. De sector blijft laag in de eerste helft van 2006 met 13%. Investeerders hebben hun sectorfocus verlegd naar Farmaceutische producten (aan kop in 2005 met 31% van het totaal bedrag), Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk (op 2 in 2005 met 21% van het totaal) en Instrumenten. Dat wil zeggen, Instrumenten was met een sterke opmars bezig en rapporteerde 23% van de fondsen in 2004, maar viel terug naar 0 in 2005. In de eerste helft van 2006 keerde de sector terug met 9%. Ook sterk in 2005 (18%) was Telecom, een sector die sterk schommelde vanaf 2001 en in de eerste helft van 2006 terugviel naar 1%. Farmaceutische producten is in de eerste 6 maanden van 2006 teruggezakt naar 14%, een vergelijkbaar niveau als in 2004 (15%). Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk is weer wat gestegen, naar 24%, al had de sector een topjaar in 2003 met 35% van het totaal aan kapitaal. Een beter beeld van de sectorvoorkeuren van investeerders in Nederlandse technologiebedrijven wordt gegeven in Figuur 22. Hier staat de sectorverdeling op basis van aantal investeringen afgebeeld. Er zijn dezelfde trends te zien als in Figuur 21, maar met minder amplitude in de schommelingen. Door de bescheiden aantallen worden dergelijke verdelingen snel beïnvloed door enkele excessen in investeringsbedrag.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
37
Figuur 22: Sectordistributie aantal VC investeringen in Nederland per jaar 100% 90%
2% 2% 7% 8%
80% 70%
0,4%
5%
3%
10%
14%
3%
7%
8%
2%
13% 3% 3%
20% 3%
19%
11%
11%
8%
13%
Vervaardiging van o verige chemische eindpro ducten
8%
Vervaardiging van machines en apparaten
12%
Vervaardiging van instrumenten
8%
Vervaardiging van farmaceutische pro ducten
50% 80%
40%
55%
55%
30% 56%
30%
35%
48%
Co mputerservice- en info rmatietechno lo giebureaus
10% 0% 2001- 2006
20%
19%
2005
H12006
13%
9%
… maar Speur- en ontwikkelingswerk en Farmaceutische producten lieten de meeste groei zien
Verv. van o verige elektrische machines, apparaten en beno digdheden Verv. van audio -, video - en teleco mmunicatieapparatuur Teleco m
20%
In 2005 wisten Computerserviceen IT-bureaus wel de meeste deals aan te trekken…
Vervaardiging van pro ducten van rubber en kunststo f
8%
3% 7%
60%
8% 4%
16%
10% 9%
8%
3%
3%
2001
2002
B ureaus vo o r speur- en o ntwikkelingswerk
5%
2003
2004
Voor deal-activiteit sinds 2001 (de linker kolom in Figuur 23) wordt nog extra duidelijk dat de meeste investeringen (55%) in Nederland worden aangetrokken door Computerservice- en informatietechnologiebureaus. De 5 daaropvolgende sectoren liggen erg dicht bij elkaar met percentages tussen de 7% en 9%. De 4 achterblijvers zijn Machines en apparaten (2%), Overige chemische eindproducten (2%), Overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden (0.4%) en Producten van rubber en kunststof (0.4%). Computerservice- en informatietechnologiebureaus investeringen zijn afgenomen: van 80% (63 deals) in 2001 tot 48% (21 deals) in 2004. Opvallend is echter de daling van deze sector tot 30% (slechts 12 deals) in 2005. In de eerste helft van 2006 is licht herstel waargenomen – 9 deals, ofwel 35% van het totaal aantal in Nederland. Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk en Farmaceutische producten nemen toe in aantal en scoren een gedeelde tweede plek in 2005 met ieder 8 deals (20%). Instrumenten noteerde veel activiteit in 2002 (derde plaats met 14%), 2003 (gedeelde tweede plaats met 13%) en 2004 (tweede plaats met 16%, ofwel 7 deals), maar rapporteerde in 2005 geen enkele investering. De eerste 6 maanden van 2006 lieten een redelijk evenwichtige spreiding zien van de deals over 8 sectoren, met als uitschieters naar boven: Computerserviceen informatietechnologiebureaus, Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk, en Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur. De gemiddelde investeringsgrootte vanaf 2001 verschilt nogal per sector. De grootste bedragen gaan naar Audio-, video- en telecommunicatie-
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
38
apparatuur (€7,6 miljoen) Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk en Machines en apparaten (allebei €6,7 miljoen). Ondernemingen in de voornaamste sector, Computerservice- en informatietechnologiebureaus, halen gemiddeld €3,4 miljoen op. Om een beter beeld te geven van het niveau van technologie waar VCs geïnteresseerd in zijn, is dit net zoals in hoofdstuk 1 van alle bedrijven afzonderlijk bepaald, los van de sector waar ze onder vallen. Het resultaat staat in Figuur 23 weergegeven. Uit deze grafiek blijkt dat de technologiecomponent voor investeerders zeer belangrijk is. Veel VCs zien intellectueel eigendom als essentieel onderdeel voor het beperken van investeringsrisico’s. Het is dan ook voor een bedrijf een intrinsiek onderdeel om waarde te creëren en een groeistimulans (door o.a. product differentiatie), en daardoor vaak van belang bij het aantrekken van venture capital. Figuur 23: Verdeling VC in Nederland over high-, medium- en low-tech
VCs hebben een zeer sterke voorkeur voor high-tech bedrijven
Uit Figuur 23 blijkt verder dat in de afgelopen 6,5 jaar 75% van de totale hoeveelheid venture capital richting high-tech bedrijven ging en 73% van het aantal investeringen. Low-tech venture capital-investeringen zijn in Nederland niet geregistreerd. Verder zien we dat het aandeel van high-tech bedrijven alleen maar is toegenomen in recente jaren, tot een niveau van rond de 85% van het aantal deals en meer dan 90% van het totaal geïnvesteerde bedrag. In de tijd van de ‘Internetbubbel’ waren ook investeringen in bijvoorbeeld IT-services bedrijven (hosting, design, systeem integratie, etc.) en Internetwinkels in zwang. Nadat de bubbel uiteenspatte, gingen de overgebleven investeerders zich meer richten op financiën en klanten en intellectueel eigendom.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
39
2.3 Venture Capital sentimenten Net zoals tijdens de 0-meting zijn voor dit onderzoek investeerders geïnterviewd om een beeld te krijgen van de huidige sentimenten in de markt. In totaal zijn 7 investeerders gebeld en gevraagd naar hun plannen voor de komende 12 maanden, hun visie op het investeringsklimaat voor technostarters, het huidige aanbod aan technologiebedrijven en hun mening over TechnoPartner. De vragenlijst staat weergegeven in bijlage 7. De gesprekken zijn gevoerd met een mix van investeerders. Zo is gesproken met: ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Life Science Partners (LSP): de voornaamste life sciences venture capitalist (VC) in Nederland. GIMV: één van de meest actieve buitenlandse VCs in Nederland. De cijfers en verwachtingen gelden uitsluitend voor de ICT van GIMV. New Venture Parters: een buitenlandse VC die sterk betrokken is bij het spin-off beleid van Philips. Solid Ventures: een VC met een TechnoPartner seed-fonds. Newion Investments: een actieve VC in Nederland die zich grotendeels richt op de equity gap. Antea: een fonds van informele investeerders. Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM): een investeerder met een regionale focus.
De interviews werden eind 2006 / begin 2007 gehouden. Zodoende is er een hiaat van een half jaar met de venture capital analyses in de vorige paragraaf. Dit is voornamelijk van belang voor wat betreft de activiteiten van de TechnoPartner fondsen zoals die besproken worden in paragraaf 2.3.4. 2.3.1 De verwachtte investeringsactiviteit bij de 0-meting De in 0-meting beloofde toename van activiteit is nageleefd …
… al bleven de verwachtte deals van TechnoPartner fondsen grotendeels uit
De meeste investeerders die voor de 0-meting zijn ondervraagd, gaven aan meer te gaan investeren in de 12 maanden na de studie. Van één van deze investeerders zijn de data niet bijtijds ontvangen voor de 1-meting. De andere investeerders die hogere activiteit voorspelden, hielden woord. De aantallen Nederlandse deals die daadwerkelijk gepland waren, kwamen in 2 gevallen overeen met de resultaten. In 3 gevallen werd beduidend minder geïnvesteerd dan beoogd (5 deals in totaal, terwijl er 11 waren gepland). Er werd volgens verwachting relatief weinig in seed- en eerste rondes geïnvesteerd door de geïnterviewden. Ondanks de hoge verwachtingen van enkele investeerders indien een seed-fonds gehonoreerd zou worden door TechnoPartner, heeft de daadwerkelijke toekenning tot weinig activiteit geleid. 2 van de 3 geïnterviewden die meedongen naar een seed-faciliteit van TechnoPartner, kregen die bij de eerste tender toegewezen. Echter, er werd slechts 1 investering uit zo’n fonds gedaan in de 12 maanden na het interview (juni 2005).
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
40
2.3.2 Investeringen in komende 12 maanden
Geïnterviewde VCs plannen 75% meer deals in Nederland in komende 12 maanden
Meer interesse voor seed en eerste rondes – gedeeltelijk opgelegd door fondsstructuur
De voor deze 1-meting geïnterviewde partijen verwachtten samen zo’n 62 investeringen te maken in 2007, waarvan zo’n 30 deals in Nederlandse bedrijven (2 tot 6 per investeerder). Dit zou voor hen een toename van ongeveer 75% zijn in Nederlandse deal-activiteit ten opzichte van 2006. Deze stijging zou vooral op het conto komen van Solid Ventures, die actiever plannen te investeren vanuit hun TechnoPartner seed-fonds, GIMV, die zich nadrukkelijker wil manifesteren in Nederland, en New Venture Partners, die nog niet zolang actief zijn in Nederland. De 2007 deals van de 7 investeerders zouden ongeveer €51,3 miljoen moeten genereren; tussen de €2 en €18 miljoen per investeerder. 72% van de investeringen zullen naar verwachting nieuwe deals zijn. De overige 28% zijn gericht op bestaande portfolio-bedrijven. Vier investeerders gaven aan ook seed-investeringen te doen, terwijl 2 partijen alleen investeerden vanaf eerste rondes. Antea was niet geïnteresseerd in dergelijke vroege fase-investeringen, aangezien het risicovolle deals vermeed in verband met het feit dat het een collectief fonds is van informele investeerders. Drie investeerders gaven aan dat seed- en eerste rondes vereist waren door de fondsstructuur. In 1 geval betreft het een door TechnoPartner gehonoreerd fonds. Een ander fonds richt zich op corporate spin-offs, waarbij er bereidheid moet zijn om in een vroege fase te beginnen met interessante technologieën te ondersteunen. Daarnaast bezit één fonds aandeelhouders die regionale ondernemerschap willen stimuleren, terwijl de fondsmanager puur vanuit oogpunt van rendement seed-rondes zou willen vermijden. Twee partijen zijn juist aangetrokken door potentieel hogere ‘multiples’ van seed- en eerste rondes. Tijdens de 0meting werden de volgende commentaren gehoord op het vermijden van seed-rondes: andere competenties in het team en de lange exit route ten opzichte van de looptijden van fondsen. Deze kwamen dit keer niet aan bod. In 2007 zouden 39% van de deals van de 7 investeerders seed- en eerste rondes moeten betreffen. 2.3.3 Investeringsklimaat voor de technostarter Bij de 0-meting vonden VCs het aanbod van Nederlandse technologiebedrijven een stuk vooruit gegaan ten opzichte van de jaren daarvoor. In het huidige onderzoek waren de reacties verschillend voor wat betreft het aanbod aan technologie-starters. Sommigen zien meer en beter doordachte plannen, alsook een toename van goede ondernemers en managers. Anderen vinden dat het aanbod redelijk stabiel is gebleven, waarbij er weliswaar genoeg ideeën zijn, maar waar het aan kwaliteit wel eens schort. Drie van de investeerders stonden redelijk negatief tegenover het aanbod van spin-offs. Er werd geopperd dat het aanbod te versnipperd was, waarbij een centraal orgaan goed zou zijn om het te kanaliseren (zoals in België).
Verbetering mogelijkheden voor technostarters om financiering op te halen
6 van de ondervraagde investeerders zien een duidelijk verbetering in het aanbod van kapitaal voor technologie-ondernemingen. Vooral de mogelijkheden in seed-fase zijn een stuk beter, met name door een toename van beschikbaar kapitaal vanuit kleine fondsen (inclusief TechnoPartner seed-fondsen) en informele investeerders. Antea ziet een duidelijke trend dat steeds meer actieve informele investeerders het
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
41
investeren via fondsen verkiezen boven rechtstreekse investeringen. LSP geeft aan dat er ook binnen life sciences meer aanbod is, zowel door de komst van nieuwe VCs als nieuwe fondsen van bestaande VCs. BOM relativeert de extra fondsen en vindt dat het nog altijd niet zo makkelijk is voor technostarters om geld te vinden. “Er is nog altijd veel meer vraag dan aanbod. Investeerders doen cherry picking, dus er blijven heel wat klagende starters achter, die vinden dat er te weinig gebeurt”. Initiatieven vanuit de overheid, zoals de garantieregeling groeifaciliteit en allerlei borgstellingkredieten, worden als belangrijk aangemerkt om nog meer tegemoet te komen aan de vraag. 5 investeerders verwachten dat er in Nederland nog meer fondsen bij zullen komen, waarbij 3 TechnoPartner een stimulerende rol toedichten. Niet iedereen is gelukkig met het vooruitzicht van meer concurrenten en vinden dat de markt voor kleinere deals wat verzadigd raakt. één investeerder waakt voor gelukzoekers.
Een tekort dreigt aan VCs voor de grotere rondes…
… terwijl vraag voor de grotere rondes zal toenemen
Buitenlandse investeerders weer meer opzoek naar Nederlandse investeringen
Waar de ondervraagden in de 0-meting nog repten over tekorten aan financiering voor starters, wordt nu door velen aangegeven dat die leemte grotendeels is gevuld. Uit de gesprekken in de 1-meting komt juist naar voren dat Nederlandse investeerders met substantiële fondsen voor de grotere rondes momenteel dun bezaaid zijn. Veel partijen die voor het eerst een fonds hebben opgehaald rond 2000 zijn weg. Juist door de toename in vroege fase-financiering zullen er meer investeringsvoorstellen komen voor grotere bedragen. Hetzelfde beeld kwam naar voren bij vragen over de equity gap. Terwijl bij de 0-meting nog naar voren kwam, dat deze was gegroeid en een sta-in-de-weg was voor ondernemers, vonden 5 van de 7 ondervraagden bij de 1-meting dat het was afgenomen. Er werd echter geopperd, dat de ‘gap’ voor iets grotere rondes was toegenomen. Volgens twee investeerders neemt het belang van de grotere rondes om nog een andere reden toe: “Het is steeds belangrijker voor een technologieonderneming om in een razend tempo wereldmarkten te veroveren. De impact van globalisering zorgt ervoor dat je onmiddellijk op een wereldschaal mee moet kunnen spelen. Maar ook dat je onmiddellijk te maken krijgt met concurrentie”. Nu ontbreekt het in Nederland aan fondsen met slagkracht. Eén VC zei: “Als je een klein fonds hebt, moet je als gevolg daarvan behoedzaam opereren en kan je geen grote risico’s nemen.” Niettemin zijn momenteel verschillende Nederlandse partijen fondsen aan het ophalen. Gezien het belang van sterke lokale partners hopen de buitenlandse VCs daarvan snel successen te zien. Sowieso zijn er voor de latere en grotere rondes ook weer meer buitenlandse partijen actief aan het zoeken naar investeringsmogelijkheden in Nederland. Dit wordt door 6 ondervraagden uitgesproken. Verschillende zijn ook benaderd door buitenlandse VCs. Als voorname reden wordt de enorme hoeveelheid aan beschikbaar kapitaal gezien in sommige landen – zoals Frankrijk, Engeland en Duitsland. Solid Ventures: “Misschien hebben buitenlandse investeerders niet genoeg mogelijkheden op hun thuismarkt, of is er teveel concurrentie. Ook hebben ze steeds meer de overtuiging dat Nederland best goede technologiebedrijven kan opleveren. Daarnaast is Nederland populair door de uitstekende breedband infrastructuur, waarbij het als testbed voor internationale partijen kan fungeren”.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
42
Er is echter ook een aantal zaken dat buitenlandse interesse enigszins drukt. Een investeerder legt uit: “Onbekend is onbemind. Ik vertel vaak aan buitenlandse VCs dat het Nederlandse rechtssysteem wellicht wat anders is, maar dat er ook voordelen zijn, zoals het afdwingen van aandeelhoudersovereenkomsten ten opzichte van statuten. Je moet alleen constant het verschil uitleggen tussen management board en supervisory board”. Twee investeerders geven een andere belangrijke reden aan voor onbegrip in het buitenland: de aandelenopties in Nederland. Dat de meerwaarde van opties onder inkomstenbelasting valt, is volgens 2 partijen niet uit te leggen in het buitenland. 2.3.4 TechnoPartner VCs goed op de hoogte van TechnoPartner; hoopten op meer deals vanuit de fondsen
Waar bij de 0-meting niet alle investeerders TechnoPartner kenden, waren tijdens dit onderzoek alle investeerders zeer goed op de hoogte van de TechnoPartner-activiteiten. Over het algemeen werden deze activiteiten als positief ervaren. Vrijwel alle geïnterviewden zagen een gunstig effect van TechnoPartner seed-fondsen op de aanwezigheid van vroege fasefinanciering. Volgens Newion zijn de TechnoPartnerfondsen inmiddels wel ingewerkt, “dus er moet voldoende geld voor primaire starters beschikbaar zijn”. Hiermee wordt tegelijkertijd een punt aangestipt waar meerdere investeerders verbaasd over waren, namelijk waarom er nog zo weinig daadwerkelijke investeringen waren gedaan. Er was een redelijke consensus over, dat de gehonoreerde fondsen meer activiteit moeten laten zien. Verschillende investeerders plaatsten vraagtekens bij de toegewezen fondsen aan investeerders met weinig tot geen ervaring. Die zullen een bestaansrecht moeten onttrekken aan de deelnemingen die ze realiseren. Één investeerder vreest dat deze first-timers het na 2 deals al erg druk zullen hebben. De ervaren partijen met bestaande fondsen zullen de toegewezen seed-fondsen gebruiken als broeikamer.
Beperkte grootte en investment fee van seedfondsen een risico
Vier investeerders plaatsten een kanttekening bij de beperkte grootte van de fondsen. Een investeerder gaf aan dat de “uitdaging voor TechnoPartner is dat ze goed moeten nadenken dat ze niet teveel investeerders gaan creëren maar moeten focussen op een aantal partijen. Probleem is de hele lage investment fee die beschikbaar voor de investment professionals voor het managen. Daar kun je geen fulltime team voor aanstellen. Je moet uitkijken dat het geen hobby-activiteit wordt want dat gaat ten koste van de kwaliteit van selectie en van de ondersteuning. Een kleine deal vergt evenveel of zelfs meer werk in vergelijking met een grote deal. Er bestaat een afbreukrisico”. Een andere investeerder vond dat VCs alleen succesvol seed-investeringen kunnen doen als ze ook de slagkracht hebben om vervolginvesteringen te maken. Sommige geven duidelijk aan baat te hebben bij een grotere beschikbaarheid van seed-fondsen, vooral wat betreft het vinden van meer investeringsmogelijkheden. Newion, bijvoorbeeld, verwijst dan ook naar de TechnoPartner site bij bedrijven in de seed-fase, onder andere omdat ondernemers die nog niet zo vaak kennen. Newion vond daarom dat TechnoPartner zich nog meer zou mogen profileren. Andere VCs vragen zich
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
43
af of de huidige opzet kwaliteit gaat opleveren waar zij van kunnen profiteren. VCs positief over uitgangspunten TechnoPartner
Voor wat betreft de selectie van seed-fondsen door TechnoPartner werd door sommigen de duidelijkheid van de regelgeving geprezen. Anderen vonden het wat rigide. Verder was de ervaring dat TechnoPartner redelijk snel handelde. Ook was het oordeel positief over het feit dat TechnoPartner de link legde met commerciële partijen om gelden toe te wijzen aan technologiebedrijven. De geïnterviewde investeerders hadden vrijwel allemaal nog wat tips voor de overheid om het investeringsklimaat te verbeteren: -
-
-
-
-
Het creëren van platformen waar informele en professionele investeerders samen kunnen werken. De contacten tussen deze groepen zijn slecht, terwijl informele investeerders juist in een vroeg stadium in gesprek zou moeten gaan met vervolginvesteerders. Ook zou de overheid meer ‘entrepreneurs in residence’ moeten stimuleren, zodat optimaal gebruik kan worden gemaakt van de kennis van ervaren ondernemers. Als ondernemers in regio’s zitten waar geen filialen zijn van banken die actief zijn met borgstellingkredieten, dan is het heel moeilijk om van dergelijke regelingen gebruik te maken – ondermeer door de veel langere trajecten. Banken moeten daarom beter geïnformeerd worden. Soms heeft de overheid de neiging om te blijven hangen bij bepaalde activiteiten die de markt zelf ook kan invullen. De TechnoPartnerfondsen moeten zelf bijvoorbeeld actiever zijn met marketing en publiciteit. Zolang TechnoPartner dat blijft regelen zullen ze daar minder toe geneigd zijn. Meer subsidies op loonkostenontwikkeling in het verleden. Er lijkt een discrepantie te zijn tussen de subsidiecomponent en investeringscomponent bij het waarderen van bedrijven. Er is ruimte om subsidie-instrumenten meer te stroomlijnen met wat investeerders doen. Belangrijk nadeel van wijziging in fiscaal stelsel is dat de carry back voor verliescompensatie wordt beperkt. Dat is voor jongere bedrijven van belang - vooral in de biotechnologie - die eerst jarenlang verlies maken. Daar kon je vroeger nog wel wat mee, maar nu veel minder.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
44
3 Discussie investeringsklimaat
Investering klimaat Uit de interviews met technostarters kwam naar voren dat een gemiddeld eerste ronde-bedrag van €530.804 werd gezocht. Dat is ruim het dubbele van de 0-meting. Interviews met investeerders gaven ook aan dat de financieringsbehoefte van technostarters zou toenemen in verband met onder andere de toenemende noodzaak sneller internationaal uit te breiden. 7 van de geplande eerste ronde-investeringen zouden in aanmerking kunnen komen voor professionele investeerders als VCs. Het ging hier om bedragen tussen de €400.000 en €2 miljoen, in high- (5) en medium-tech (2) bedrijven. Volgens de Monitor Ondernemerslandschap van EIM (najaar 2006) was 59% van het totaal van 6.040 technostarters in Nederland tot 2 jaar oud. Uitgaande van deze gegevens zou dat bij extrapolatie van de steekproef betekenen, dat er in Nederland nog geen 100 bedrijven van jonger dan 2 jaar naar een eerste ronde van die grootte zoeken. In 2005 vonden 176 VC investeringen plaats: in theorie genoeg dus. De praktijk blijkt anders. VCs investeren voornamelijk in iets oudere bedrijven. Slechts 3 van de 265 geïnterviewde bedrijven had venture capital financiering aangetrokken. Het gemiddelde bedroeg bovendien €122.500; een veel lager gemiddelde dan die voor de gehele Nederlandse VC markt. Vanwege dit tekort aan aanbod vanuit de VCs kijken starters ook naar alternatieve bronnen van financiering, zoals business angels, subsidies en partnerbedrijven. Wellicht zal het aanbod van vroege fase-investeringen toenemen. Investeerders hebben dit aangegeven. Uit paragraaf 2.3.3 bleek dat veel van de recente activiteit van professionele investeerders voort is gekomen vanuit regionale investeerders. Deze namen veel van de vroege faseinvesteringen voor hun rekening. TechnoPartner seedfondsen moesten nog op stoom komen, maar zullen meer activiteiten gaan ontplooien. Bovendien heeft een aantal VCs meegedongen naar seed-fondsen van TechnoPartner. Normaliter investeerden zij vooral in latere fasen. Maar sommigen hadden de afgelopen jaren moeite nieuwe, substantiële vervolgfondsen op te richten en richten zich daarom nu ook op vroege fasen. Ook al zal het effect daarvan op vroege fase-investeringen in Nederland positief zijn, een leemte dreigt voor vervolginvesteringen. Bij een toename van kwalitatief goede seed- en eerste ronde-investeringen door TechnoPartner gelieerde fondsen zou het voor Nederlandse investeerders gemakkelijker kunnen worden om vervolgfondsen te werven. Ook omdat vele ervaren investmentmanagers nog altijd actief zijn op de markt. Op dit moment zou een gedeelte van de vervolgfinanciering ingevuld kunnen gaan worden door buitenlandse investeerders. Hoewel in het verleden een sterke lokale partner nodig was, is het gemis daarvan niet meer zo’n onoverkoombare barrière voor buitenlandse VCs. Verhoogde © 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
45
concurrentie en de eeuwige zoektocht naar de beste bedrijven, zorgen ervoor dat ook kleinere Nederlandse VCs benaderd worden voor eventuele co-investeringen. Anderen overwegen ook zonder Nederlandse partner te investeren. De toegenomen interesse van buitenlandse VCs in Nederland zal toegejuicht worden door de ondernemers. Verschillende hebben tijdens de interviews met technostarters behoefte geuit aan buitenlandse inmenging, voornamelijk omdat Nederlandse partijen te weinig risico’s zouden nemen en teveel gericht zijn op gedetailleerde begrotingen. Tijdens een interview met een investeerder merkte deze hier het volgende over op: “Dat ondernemers klagen over Nederlandse investeerders en denken dat buitenlandse partijen beter zijn, verbaast me niet. Een ondernemer die geen geld krijgt, heeft altijd een kater en een VC die geen geld geeft, is niet altijd even duidelijk in de redenen waarom.” Een andere investeerder reageert als volgt: “Bij begrotingen wil ik de cijfers voor jaar 1 in duizenden euro’s, daarna kan het prima in tonnen. Als de ondernemer er maar over nagedacht heeft. Cijfers zijn minder belangrijk dan de strategie erachter, oftewel, hoe kom je tot de cijfers”. Een investering van een buitenlandse investeerder in een Nederlands bedrijf, zonder sterke lokale partner, brengt wel het risico met zich mee dat het bedrijf naar het buitenland verhuist. Hiervan zijn ook voorbeelden naar voren gekomen tijdens de interviews met ondernemers. De gehanteerde sectorverdelingen Bij gebruik van de SBI-indeling voor technologiesectoren voor onderzoek naar het investeringsklimaat voor technostarters rijzen wat vragen op. De sectoren zijn redelijk generiek, en komen niet altijd overeen met de technologiefocus die veel investeerders hebben. Tegelijkertijd is het bereik erg breed, waarbij binnen sommige sectoren weinig technologie te vinden is. De technologie-investeringen van VCs sinds 2000 zijn dan ook naar slechts 10 van de 20 technologiesectoren volgens de SBI-indeling gegaan. Daarnaast strookt het totale aanbod van technostarters momenteel niet met de technologiefocus van VCs. Venture capital is slechts voor zeer weinig technostarters weggelegd als bron van financiering. Voor het totale aanbod zijn banken, subsidies en informele investeerders belangrijker. Maar voor de ambitieuze starters met topkwaliteit op technologie- en managementniveau is venture capital wel belangrijk. De investeringsvoorkeur van VCs geeft dan ook een aardig beeld van de gebieden waar groeipotentieel zit. Ze zoeken allemaal naar maximaal rendement en een acceptabel risiconiveau. Een sterke technologiecomponent in de investeringen en uitgebreide due diligencetrajecten om groeimarkten te identificeren zijn hierbij van belang. Verder zal ondernemerschap ook gestimuleerd worden door succesverhalen. Hiervan zijn er in Nederland niet veel geweest in recente jaren. De meeste internationale succesverhalen betroffen bedrijven die in een eerder stadium venture capital-investeringen hadden opgehaald.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
46
De huidige aandachtsvelden op sectorgebied zouden daarom verder toegespitst kunnen worden. De geïnterviewde ondernemers die binnen het technologiebereik van de SBI-codering vallen, waren slechts in 28% van de gevallen high-tech ondernemingen gestart. 22% was low-tech. Dit staat in schril contrast met de 85% van de venture capital deals van de afgelopen jaren die high-tech waren. Low-tech wordt zelfs helemaal niet waargenomen bij venture capital deals. De verhoudingen bij het totale aanbod aan technostarters liggen nog meer richting medium- en low-tech, aangezien er relatief meer ondernemers geïnterviewd zijn in de high-tech sectoren volgens de SBI-indeling. Waar de voornaamste verschillen liggen tussen aanbod van technostarters en de investeringsvoorkeuren van VCs wordt duidelijk na vergelijking van bijlagen 4 en 5. Er zijn veel meer services gerelateerde bedrijven. Vooral in de sector Computerservice- en informatietechnologiebureaus wordt het overgrote deel gevormd door IT en Internet services bedrijven – IT consultancies, automatiseringsbureaus, hosting bedrijven, web design en development, etc. – geen partijen waar tegenwoordig veel in geïnvesteerd wordt. Daarnaast is de financieringsbehoeftes bij de meeste van die partijen kleiner, en heeft het overgrote deel niet de ambitie het bedrijf te laten groeien. Het is wellicht raadzaam demografische studies naar technostarters meer te richten op de typen technologie, en de daadwerkelijke activiteiten en kwaliteiten. Een combinatie met fundability van de ondernemingen zou daarbij interessant zijn. Veel starters hebben andere ondersteuning dan geld nodig. Een grotere focus op het startproces in vervolgstudies en de problemen zou hier een beeld van kunnen geven.
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
47
Bijlage I:
Sectoren - Standaard Bedrijfsindeling (SBI’ 93)
High-tech sectoren (SBI-code): • • • • • • • •
vervaardiging van farmaceutische producten (24.4) vervaardiging van kantoormachines en computers (30) verv. van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en -onderdelen (32) vervaardiging van instrumenten (33) vervaardiging van vlieg- en ruimtevaartuigen (35.3) telecom (642) computerservice- en informatietechnologiebureaus (72) bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk (73)
Medium-tech sectoren (SBI-code): • • • • • • • •
vervaardiging van basischemie (24.1) vervaardiging van overige chemische eindproducten (24.2-24.3; 24.5-24.7) vervaardiging van machines en apparaten (29) verv. van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden (31) vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers (34) vervaardiging van rollend materieel (35.2) vervaardiging van overige transportmiddelen (35.4-35.5) architecten, ingenieurs e.a. technische ontwerp-, teken- en adviesbureaus (74.2)
Low-tech sectoren (SBI-code): • • • •
voedingsmiddelen- en drankenindustrie (15)1 vervaardiging van producten van rubber en kunststof (25) bouw van kunstwerken (45.212) groothandel in machines, apparaten en toebehoren (51.8)
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
48
Bijlage II:
Sectoren – Tornado Insider Research
CATEGORY Software
SECTOR Business applications Consumer applications E-Commerce Database Operating Systems Network management Content management Content distribution Knowledge management Application integration Security Biometrics Speech technologies Imaging Audio/Video Artificial Intelligence Digital signal processing Design automation software Payment software Search Software development Other Software
IT Services
IT services
Computers & Electronics
Computer hardware Displays Robotics Optics & Photonics Semiconductors Sensors Smart cards Consumer electronics Other Computers & Electronics
Industrial
Industrial automation Automotive (*) Other Industrial (*)
R&D
R&D (*)
Engineering & Architectural Services
Engineering services (*) Architectural services (*)
Internet
Internet Internet Internet Internet
© 2007 TI Research Group
commerce content services other
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
49
Communications
Wireless hardware Wireless applications Wireless content Wireless services Satellites Fixed communications Other Communications
Materials & Nanotechnology
Chemicals Materials MEMS Nanotechnology Other Materials & Nanotechnology
Biotechnology & Healthcare
Biotechnology Biopharmaceuticals Diagnostics Medical devices Other Biotechnology & Healthcare
Energy & Agriculture
Energy related Agriculture related
Media & Entertainment
Broadcast Publishing Games Betting eLearning Other Media & Entertainment
(*) Sectoren toegevoegd voor deze studie
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
50
Bijlage III:
Sectoranalyses 1-meting op basis van TI sectoren
Figuur A: Gemiddeld investeringsbedrag per sector – interviews technostarters
389K (11 deals)
Materials & Nanotechnology 200K (12 deals)
Communications
125K (24 deals)
Biotechnology & Healthcare
106K (9 deals)
Warehouses
55K (9 deals)
Energy & Agriculture
53K (19 deals)
Computers & Electronics Industrial
46K (11 deals)
Softw are
44K (50 deals) 41K (4 deals)
Media & Entertainment
17K (39 deals)
Internet
11K (9 deals)
Engineering & Architectual Services R&D
10K (4 deals)
IT Services
9K (46 deals) €0
€ 100.000
€ 200.000
€ 300.000
€ 400.000
Figuur B: Sectordistributie geïnvesteerd venture capital in Nederland per jaar 100% 7% 90%
19% 38%
80%
70%
60%
50%
2% 3% 2% 4% 8%
4% 3%
5% 2% 10% 19%
4% 3% 2%
5%
9%
5%
2% 2%
1%
8%
2%
6%
2001- 2006
25%
25%
Industrial 1%
Energy & Agriculture
35%
40%
39%
© 2007 TI Research Group
Computers & Electronics Communications Biotechnology & Healthcare
16%
2002
IT Services
1%
25%
2001
Media & Entertainment Materials & Nanotechnology
6%
0%
R&D
9%
4%
23% 20%
Software
7% 0%
Internet
7% 26%
6%
4% 1%
12%
19%
20%
10%
3%
5%
40% 19%
11%
34%
18%
3% 3% 8%
30%
25%
26%
13%
2003
2004
2005
H12006
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
51
Figuur C: Sectordistributie aantal venture capital investeringen in Nederland per jaar 100%
23%
80%
35%
31% 39%
42%
38%
36%
Software 8%
60%
2% 3% 3% 4%
3% 3%
10%
8%
3% 3%
8% 22% 6%
6%
5% 8%
8%
22%
8%
Media & Entertainment
12%
Materials & Nanotechnology
0%
2% 9%
R&D
5%
8%
12%
12%
19%
15% 6%
8%
2001
2002
Industrial
Computers & Electronics Communications
30% 23%
15%
Internet
Energy & Agriculture
14%
10%
13%
IT Services
20%
3%
1% 15%
9%
10%
7%
20%
5%
3% 6% 6%
40%
5%
2% 2% 2%
3% 3% 3%
Biotechnology & Healthcare
0% 2001- 2006
© 2007 TI Research Group
2003
2004
2005
H12006
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
52
Bijlage IV: Verdeling Tornado Insider sectoren over SBI sectoren Technostarter interviews
SBI indeling
Tornado Insider sector
Vervaardiging van farmaceutische producten (n=5)
Biopharmaceuticals
60%
Diagnostics
20%
Other Biotechnology & Healthcare
20%
Computer hardware Other Computer & Electronics
67% 33%
Vervaardiging van kantoormachines en computers (n=3)
Verv. van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en -onderdelen (n=4)
Vervaardiging van instrumenten (n=15)
Geinterviewd
Wireless hardware
25%
Consumer electronics
25%
Industrial automation
25%
Semiconductors
25%
Medical devices
47%
Industrial automation
13%
Sensors
13%
Diagnostics
Telecom (n=5)
Computerservice- en informatietechnologiebureaus (n=163)
© 2007 TI Research Group
7%
Industrial other
7%
Optics & Photonics
7%
Semiconductors
7%
Fixed communications
80%
Broadcast
20%
IT services
31,9%
Internet services
24,5%
Business applications
12,3%
Software development
8,6%
Knowledge management
3,1%
Computer hardware
2,5%
Database
1,8%
Design automation software
1,8%
Internet commerce
1,8%
Application integration
1,2%
Consumer applications
1,2%
Content management
1,2%
Fixed communications
1,2%
Other Media & Entertainment
1,2%
Other Software
1,2%
Wireless applications
1,2%
Digital signal processing
0,6%
Elearning
0,6%
Imaging
0,6%
Other Computer & Electronics
0,6%
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
53
Security Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk (n=21)
0,6%
Agriculture related
24%
Engineering services
19%
Other Biotechnology & Healthcare
19%
R&D
19%
Chemicals
10%
Materials
5%
Semiconductors
5%
Vervaardiging van basischemie (n=3)
Chemicals
100%
Vervaardiging van overige chemische eindproducten (n=3)
Chemicals
100%
Vervaardiging van machines en apparaten (n=6)
Other Computers & Electronics
33%
Agriculture related
17%
Automotive
17%
Verv. van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden (n=3)
Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers (n=1) Vervaardiging van overige transportmiddelen (n=2)
Architecten, ingenieurs- e.a. technische ontwerp-, teken- en adviesbureaus (n=10)
Vervaardiging van producten van rubber en kunststof (n=2)
Groothandel in machines, apparaten en toebehoren (n=19)
Industrial other
17%
R&D
17%
Consumer electronics
33%
Industrial automation Other Computers & Electronics
33% 33%
Automotive Automotive Industrial other
50% 50%
Engineering services
50%
Architectual services
20%
Agriculture related
10%
Other Biotechnology & Healthcare
10%
Publishing
10%
Chemicals
50%
Materials
50%
Warehouses
53%
Other Biotechnology & Healthcare
16%
Medical devices
11%
Agriculture related
© 2007 TI Research Group
100%
5%
Energy related
5%
Industrial other
5%
Other Computers & Electronics
5%
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
54
Bijlage V:
Verdeling Tornado Insider sectoren over SBI sectoren – venture capital investeringen in Nederland (2001 – 2006)
SBI indeling
Tornado Insider sector
Vervaardiging van farmaceutische producten (n=21)
Biopharmaceuticals
# Deals 67%
Biotechnology
29%
Diagnostics Verv. van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur (n=18)
Vervaardiging van instrumenten (n=19)
Telecom (n=25)
Wireless hardware
30%
Semiconductors
25%
Fixed communications
15%
Displays
10%
Optics & Photonics
10%
Smart cards
10%
Medical devices
35%
Industrial automation
30%
Robotics
15%
Other Biotechnology & Healthcare
10%
Computers & Electronics other
5%
MEMS
5%
Fixed communications
32%
Wireless applications
19%
Wireless content
19%
Wireless services
16%
Communications other
11%
eLearning Computerservice- en informatietechnologiebureaus (n=147)
Business applications
3%
16,9%
Internet services
12,6%
Internet commerce
10,6%
Software development
© 2007 TI Research Group
5%
9,8%
IT services
5,9%
Internet content
4,7%
Security
4,7%
Content management
4,3%
Wireless applications
4,3%
Knowledge management
3,5%
Network management
2,8%
Payment software
2,4%
eLearning
2,0%
Internet other
2,0%
E-Commerce
1,6%
Publishing
1,6%
Content distribution
1,2%
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
55
Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk (n=23)
Games
1,2%
Imaging
1,2%
Application integration
0,8%
Database
0,8%
Digital signal processing
0,8%
Energy related
0,8%
Media & Entertainment other
0,8%
Search
0,8%
Artificial Intelligence
0,4%
Audio/Video
0,4%
Design automation software
0,4%
Nanotechnology
0,4%
Speech technologies
0,4%
Biotechnology
36%
R&D
28%
Diagnostics
12%
Agriculture related
Vervaardiging van overige chemische eindproducten (n=6)
Vervaardiging van machines en apparaten (n=4)
8%
Energy related
4%
MEMS
4%
Biotechnology & Healthcare other
4%
Materials & Nanotechnology other
4%
Materials
50%
Energy related
33%
Chemicals
17%
Energy related
50%
Industrial other
25%
Computers & Electronics other
25%
Verv. van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden (n=1)
Computers & Electronics other
100%
Vervaardiging van producten van rubber en kunststof (n=1)
Materials & Nanotechnology other
100%
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
56
Bijlage VI:
Vragenlijst Technostarters
1 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.4
Algemene vragen Kunt u een korte omschrijving geven van de activiteiten van uw onderneming? Wat was de startdatum van uw onderneming? Bent u een spin-off van een andere organisatie? Zo ja, van welke? Hoeveel personen werken bij uw onderneming?
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4
Vragen over investeringen Is er een startinvestering gedaan in uw onderneming of bent u dit van plan? Zo ja, wat was/wordt de investeringsdatum? Door welke investeerders is/wordt er geïnvesteerd? Welk bedrag is/wordt per investeerder geïnvesteerd? Welk type financiering was/wordt het? Is er een 1e ronde investering gedaan in uw onderneming of bent u dit van plan? Zo ja, wat was/wordt de investeringsdatum? Door welke investeerders is/wordt er geïnvesteerd? Welk bedrag is/wordt per investeerder geïnvesteerd? Welk type financiering was/wordt het?
3 3.1 3.1.1 3.1.1.1 3.2 3.2.1 3.2.1.1 3.2.1.2 3.2.2 3.3
Vragen over business angels Bent u bekend met het concept van business angels? Zo ja, weet u een business angel te bereiken indien u deze nodig heeft? Zo ja, via welk kanaal weet u deze investeerder te bereiken? Heeft u een aanvraag gedaan bij een business angel? Zo ja, was de aanvraag succesvol? Zo ja, wat was de succesfactor? Zo nee, waarom is het misgelopen? Zo nee, waarom heeft u geen aanvraag gedaan? Heeft u opmerkingen over de samenwerking met business angels?
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3 4.1.3 4.2
Vragen over banken Bent u naar een bank geweest voor een investering? Zo ja, naar welke bank? Heeft u een aanvraag voor een financiering gedaan? Zo ja, is de aanvraag goedgekeurd? Wat was daarvan volgens u de reden? Zo nee, waarom heeft u geen aanvraag ingediend? Zo nee, waarom bent u niet naar een bank gegaan? Heeft u opmerkingen over de samenwerking met banken?
5 5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.2
Vragen over subsidies Heeft u een aanvraag voor een subsidie gedaan? Zo ja, voor welke subsidie heeft u een aanvraag gedaan? Zo ja, is de aanvraag toegewezen? Zo nee, waarom heeft u geen aanvraag gedaan? Heeft u opmerkingen over subsidies in Nederland?
6 6.1
Toekomstplannen/Ambities Wat zijn uw toekomstplannen/ambities voor het bedrijf?
7 7.1 7.2 7.3 7.3.1
Technopartner Hoe bent u ermee in aanraking gekomen? Wat vindt u van TP? Heeft u van hun diensten gebruik gemaakt? Zo ja, welke?
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
57
Bijlage VII:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Vragenlijst interviews met VCs
Hoeveel is uw onderneming van plan te gaan investeren de komende 12 maanden? In hoeveel bedrijven? In welke stadium van de onderneming wilt u investeren? Welk percentage bent u van plan te gaan investeren in seed- en eerste rondes? Waarom investeert u wel/niet in de seed fase en/of eerste ronde van ondernemingen? Welk percentage wilt u in Nederland investeren? Wat zal de verhouding zijn tussen nieuwe investeringen en vervolginvesteringen in uw bestaande portfolio? In welke sectoren bent u momenteel geïnteresseerd? Hoe vergelijkt u het huidige aanbod aan venture capital in Nederland met dat van vorig jaar? Verwacht u dat er meer Nederlandse fondsen vrij zullen komen het komend jaar die investeren in vroege fase ondernemingen, of juist niet? Is het belang van de venture capitalist voor de Nederlandse technostarter veranderd in de afgelopen jaren? Is er momenteel interesse voor buitenlandse venture capitalists in Nederlandse deals? Hoe vergelijkt u het huidige aanbod van Nederlandse technostarters met die van vorig jaar? Hoe kijkt u naar de mogelijkheden voor starters in de komende 12 maanden geld op te halen? Groeit de equity gap nog altijd in Nederland? Kent u technopartner? Wat vindt u ervan? Heeft u overige opmerkingen over het investeringsklimaat voor technostarters in Nederland?
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
58
Bijlage VIII:
0-meting analyses na aanvulling - incl. SBI indeling
Figuur A: Gemiddeld investeringsbedrag per SBI-sector
n=284
Totaal
n=13
Speur- en ontw ikkelingsw erk Producten van rubber en kunststof
n=2
Instrumenten
n=19
Farmaceutische producten Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en -onderdelen Machines en apparaten
n=11 n=9 n=5 n=22
Groothandel - machines, apparaten, etc Architecten, ingenieurs- e.a. technische ontw erp-, teken- en adviesbureaus Computerservice- en IT-bureaus
n=22 n=119 n=20
Telecom Overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden Overige chemische eindproducten
n=10 n=2
Kantoormachines en computers
n=3
Kunstw erken
n=1
€0
€ 100.000
€ 200.000
€ 300.000
Figuur B: Gemiddeld investeringsbedrag per Tornado Insider categorie Energy & Agriculture Biotechnology & Healthcare
134K (38 deals)
Materials & Nanotechnology
120K (6 deals) 74K (40 deals)
Computers & Electronics IT Services
47K (32 deals)
Softw are
33K (41 deals)
Industrial
28K (12 deals)
Engineering & Architectual Services
27K (14 deals
Warehouses
24K (8 deals)
Communications
22K (26 deals)
Internet
10K (32 deals)
R&D
9K (4 deals)
Media & Entertainment
8K (2 deals) €0
© 2007 TI Research Group
434K (5 deals)
€ 100.000
€ 200.000
€ 300.000
€ 400.000
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
59
Figuur C: Gemiddeld investeringsbedrag per ronde en technologieniveau
High-tech
1e Ronde Seed
Medium-tech
Low -tech
€0
€ 100.000
€ 200.000
Figuur D: Gemiddeld investeringsbedrag per type investeerder
Andere VC Business Angel Subsidie Familie&Vrienden Bank Zelf €0
© 2007 TI Research Group
€ 100.000
€ 200.000
€ 300.000
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
60
Figuur E: Verdeling deals per klasse van bedragen en type investeerder
Zelf
< 25.000
VC
25.000- 50.000
Subsidie Andere
50.000 - 100.000
Familie&Vrienden
100.000 - 250.000
Business Angel Bank
> 250.000 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Figuur F: Verdeling type investeerders over alle investeringen per ronde
© 2007 TI Research Group
1-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
61