Nederlands investeringsklimaat voor Technostarters 6-meting
April 2012 Tornado Insider
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
In opdracht van AgentschapNL
1
Tornado Insider Tornado Insider is een activiteit van de pan-Europese technologie research & media organisatie Emerging Technology Research Europe Inc. Voor ondernemers, investeerders en dienstverleners vormen wij een bron van informatie over high-tech Europa. Onze activiteiten bestaan uit research en verslaglegging. De basis van alle Tornado Insider activiteiten is ’s werelds meest uitgebreide database van Europese private technologiebedrijven en de investeringen die zij aantrekken. De combinatie van deze database met onze ongeëvenaarde kennis van de Europese technologiemarkt maakt Tornado Insider de partij voor vragen over de Europese technologie industrie. Met onze diensten en producten geven we waardevolle inzichten in technologietrends in Europa en het investeringsklimaat. Hiernaast leveren we concurrentie- en marktanalyses op maat en ondersteuning bij ‘due diligence’ activiteiten.
Emerging Technology Research Europe Inc. 2995 Woodside Road Woodside CA 94062 USA
[email protected] www.tornado-insider.com
Disclaimer Dit document is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Desondanks kunnen onjuistheden voorkomen. Wij sluiten alle aansprakelijkheid uit voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met het gebruik van de informatie in dit document.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
2
Samenvatting Het beeld dat in de 6-meting naar voren komt, is dat van toegenomen onzekerheid bij zowel technostarters (hoofdstuk 1) als venture capital bedrijven (hoofdstuk 2). Uit de 5-meting bleek dat het ondernemersvertrouwen was toegenomen en ook het aantal investeringen. In de huidige meting was dit beeld echter veranderd. Een groot deel van de ondernemers gaf aan gevolgen te ondervinden van de crisis; er werden minder financieringen gemeld en ook waren er minder investeringen gepland voor de toekomst. Ook de VCs zijn een stuk voorzichtiger geworden. Dit blijkt niet zozeer uit de gerapporteerde deal-activiteit in 2011, maar wel uit het type investeringen (kleinere vroege fase-deals versus grotere vervolginvesteringen en meer high-tech deals) en het toegenomen pessimisme tijdens interviews. VCs waren minder optimistisch over het investeringsklimaat voor wat betreft aanbod van zowel technostarters als venture capital fondsen. Ze waren ook minder positief over het huidige economische klimaat en de exit-mogelijkheden dan tijdens de 5-meting. Analyse investeringsklimaat technostarters De 6-meting laat een significante daling zien van het aantal start- en eerste ronde-investeringen. De vorige meting liet nog een toename zien van eerste rondefinancieringen. Echter, de sterk opgaande trend die vanaf de 1-meting zichtbaar was, is abrupt tot een einde gekomen. De 6-meting laat het laagste percentage eerste ronde-investeringen ooit zien. Ook het aantal seed-investeringen is sterk gedaald ten opzichte van de vorige metingen. Er zijn sterke indicaties dat het aantal financieringen vanaf 2010 fors is afgenomen. Dit kan het gevolg zijn van een slecht investeringsklimaat in recente jaren. De 7-meting zal hier uitsluitsel over geven. Het aantal geplande investeringen is in deze 6-meting eveneens drastisch afgenomen. Het gemiddelde investeringsbedrag is 72% gedaald ten opzichte van de vorige meting. Er zijn echter wel minder kleine bedragen geïnvesteerd. Het gemiddelde investeringsbedrag dat in de eerste ronde is opgehaald, is bijna verdrievoudigd. Het gemiddelde bedrag voor seed-investeringen is gedaald. Zoals in de vorige metingen ook het geval was, haalden high-tech bedrijven gemiddeld het hoogste investeringsbedrag op. Opmerkelijk is dat in deze meting low-tech bedrijven, zowel in de seed- als in de eerste ronde, gemiddeld een hoger bedrag ophaalden dan medium-tech bedrijven. Medium-tech bedrijven haalden in de seed-ronde gemiddeld een hoger investeringsbedrag op dan in de eerste ronde. Voor high-tech en low-tech bedrijven was het tegenovergestelde het geval. Bedrijven met een hoog ambitieniveau haalden gemiddeld de hoogste investeringsbedragen op. Het gemiddelde bedrag neemt sterk af met een afnemend ambitieniveau. Het aantal ondernemers met een hoog ambitieniveau is gedaald ten opzichte van de voorgaande meting. © 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
3
In deze meting zijn verschuivingen opgetreden in de verdeling van het gemiddelde investeringsbedrag van de verschillende typen investeerders. Venture Capital organisaties staan weer op de eerste plek. Ze investeerden gemiddeld de hoogste bedragen in startende bedrijven. De tweede plek wordt ingenomen door de verstrekkers van Subsidies. Deze stond in de 5meting nog op een derde plaats onder de Business Angels (1) en Venture Capital organisaties (2). De derde plek in de huidige meting wordt ingenomen door Bedrijven. Pas op de vierde plaats staan Business Angels. Het aandeel van banken in seed-investeringen blijft afnemen. De 6-meting toont een daling in het aantal financieringsaanvragen bij banken, evenals in het percentage goedgekeurde aanvragen. Veel ondernemers hebben hun geloof in het bancaire systeem verloren. Banken zijn in hun ogen te voorzichtig ten aanzien van starters en stellen te hoge eisen. In eerste instantie wisten veel ondernemers niet wat business angels waren. Na een korte uitleg bleek tweederde van de geïnterviewden toch wel bekend te zijn met het concept. Meningen over financiering door deze groep investeerders verschilden. Sommigen zagen business angels als sparringpartners, omdat ze meedachten over de gang van zaken bij het bedrijf en omdat ze over kennis en ervaring beschikten. Anderen beschouwden ze als een gunstiger vorm van financiering dan banken. Tegengeluiden waren dat business angels zich al snel eigenaar van een bedrijf of een concept voelden, of dat ze een te hoog rentepercentage eisten. In de huidige meting is de geïnterviewden voor de tweede keer gevraagd naar hun ervaring met business angel netwerken. De meerderheid van de ondernemers was niet op de hoogte dat er in Nederland meerdere business angel netwerken actief zijn. De overheid heeft door middel van het verstrekken van subsidies grote bedragen geïnvesteerd in technostarters. Ten opzichte van de afgelopen metingen zijn er wel meer subsidies afgekeurd, of loopt de beoordeling van de aanvraag nog. In deze meting zijn de meeste subsidies aangevraagd door high-tech bedrijven. Low-tech ondernemingen komen op de tweede plaats. De meeste goedkeuringen van subsidies betroffen high-tech bedrijven. Er zijn meer subsidieaanvragen goedgekeurd bij low-tech bedrijven dan bij medium-tech bedrijven. Een groot deel van de aanvragen bij medium-tech bedrijven liep nog ten tijde van de interviews. De meningen van de ondernemers over subsidies waren verdeeld. Vaak kaartten ze aan dat het proces om een subsidie aan te vragen te ingewikkeld en tijdrovend was. Ook vonden ze het niet duidelijk voor welke subsidies ze in aanmerking kwamen. Ondernemers zijn pessimistischer in hun verwachtingen over het economische klimaat en de gevolgen voor hun bedrijf. Het merendeel van de ondernemers verwacht dat het huidige economische klimaat zal aanhouden op de korte termijn. Ze denken dat het ergste nog zal komen. Sommigen zijn positiever en geven aan, dat als ze kunnen overleven in het huidige economische klimaat, het aanzienlijk beter zal gaan wanneer de economie weer aantrekt. © 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
4
Analyse venture capital klimaat Sinds de uitbraak van de kredietcrisis in 2007 is de economie in Europa aan het kwakkelen. Hierdoor nam het aantal venture capital-investeringen na vijf jaar groei niet verder toe. De investeerders bleven echter wel actief en de deal-activiteit bleef hoog en stabiel. Opvallend was verder dat het aandeel vroege fase-investering in 2010 daalde tot 45%. Het aantal venture capital-investeringen in Nederlandse technologieondernemingen schommelde de afgelopen jaren rond de 100, precies het aantal dat in 2011 werd gerapporteerd. Dit was één investering meer dan in 2010. In totaal haalden deze ondernemingen €277 miljoen op; een daling van 6% ten opzichte van 2010. Dit betekent een verdere voortzetting van de daling in het totaal geïnvesteerd kapitaal sinds 2007. De gemiddelde deal-grootte daalde met 6% naar €2,8 miljoen in 2011. Het aandeel van grote investeringen – groter dan €5 miljoen – daalde voor het vijfde opeenvolgende jaar. In 2011 werden relatief veel deals tussen €500.000 en €2,5 miljoen gedaan: 37%. In 2010 was dit 25% in 2010. Het aandeel vroege fase-investeringen in Nederland nam iets toe van 45% in 2010 tot 50% in 2011. Dit was de eerste toename in het aandeel vroege fase sinds een piek in 2006 (77%). De vroege fase-investeringen haalden slechts 23% van het totaal bedrag op. Uit de analyse blijkt dat het verschil in het vroege fase-aandeel voor deal-activiteit ten opzichte van het opgehaald bedrag groter is in jaren van dalende VC activiteit. VCs investeren in onzekere tijden minder vaak in de vroege fase. Bovendien investeren ze minder geld per vroege fase-deal ten opzichte van latere fasedeals. Seed-fondsen die worden ondersteund via de Seed Capital-regeling van het Ministerie van EL&I waren in 2011 betrokken bij 82% van de vroege fase-deals. Het Nederlandse aandeel in Europese VC deal-activiteit steeg van 6,2% in 2010 naar 6,9% in 2011. Europa liet in tegenstelling tot Nederland een lichte daling in het aantal investeringen zien. Er waren in 2011 96 verschillende investeerders actief. Dit is 5 meer dan in 2010 en het hoogste aantal sinds 2000. Opvallend was dat er in 2011 gemiddeld 1,8 investeerders deelnamen per deal. Dit betreft het hoogste gemiddelde sinds 2001. Omgekeerd was er een daling in het gemiddelde aantal deals per investeerder van 1,09 deals in 2010 tot 1,04 in 2011. Alleen in de jaren van de Internet crisis werden lagere gemiddeldes gemeten. Het meeste actief waren weer de regionale investeerders. Deze waren betrokken bij 46% van alle deals. De deal-activiteit van de Seedfondsen steeg met 4 deals tot 31 (30%) in 2011. Buitenlandse VCs lieten een lichte afname in activiteit in Nederland zien: van 38% van alle deals in 2010 naar 34% in 2011. In totaal waren 33 buitenlandse VCs actief, 2 minder dan in 2010. Net als in 2010 waren Amerikaanse VCs het meest actief in 2011. Computerservice- en informatietechnologiebureaus blijft de meest populaire sector voor VCs in Nederland. Het haalde in 2011 40% van het totaal aantal deals op. De in de 5-meting aangegeven verschuiving binnen deze sector © 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
5
van Internet-gerelateerde deals naar Software investeringen zette door. Het aandeel Software investeringen nam toe van 21% van alle tech deals in 2010 naar 25% in 2011. De sector Instrumenten kwam in 2011 op de tweede plek met 15% van alle deals (11% in 2010). Farmaceutische producten haalde van alle sectoren het meeste kapitaal op in 2011 (31% van het totaal). Computerservice- en informatietechnologiebureaus volgde met een 24% aandeel. Uit de analyse van de Tornado Insider sectoren blijkt dat 2011 een topjaar was voor Biotechnology & Healthcare bedrijven. Deze bedrijven haalden 31% van alle deals op, het hoogste aandeel dat ooit voor deze sector is gemeten. De technologiecomponent van de venture capital investeringen nam toe van 72% high-tech in 2010 naar 78% in 2011. Een hoog aandeel high-tech is vaak een indicatie van een onzeker investeringsklimaat. Ook uit de interviews met VCs kwam een beeld van een onzeker investeringsklimaat. De meeste VCs gaven aan geen verschillen in activiteit te verwachten voor 2012. De economische situatie van de afgelopen jaren heeft sommige VCs voorzichtig gemaakt. Hierbij zijn vooral vervolginvesteringen een bron van zorg. De investeerders waren ook minder positief over het huidige economische klimaat en de exitmogelijkheden dan tijdens de 5-meting. Ook toonden de geïnterviewde VCs tijdens de huidige studie meer twijfel in hun voorspellingen over het aanbod van technostarters en van venture capital in Nederland. Er werden weinig nieuwe VC fondsen verwacht in de komende jaren. De VCs waar tijdens de 6-meting mee was gesproken, waren minder positief over het co-investeren met informele investeerders. Ze vonden wel dat dit type investeerders een belangrijke rol kan spelen in het financieren en ondersteunen van starters, maar dan moeten ze wel aan bepaalde eigenschappen voldoen. De meest genoemde was het hebben van sectorkennis. Sommige VCs waren niet enthousiast over de bijdrage van netwerken van investeerders. De geïnterviewde investeerders waren opvallend positief over het beleid van de overheid in de afgelopen jaren. Vooral de aandacht van de overheid voor vervolginvesteringen werd geprezen. De VCs bleken positiever over het belang van hun eigen rol. Hierbij werden vooral het stimuleren van innovatie en het selecterend vermogen vaak genoemd. Punt van zorg was het tegenvallende rendement van Nederlandse VCs.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
6
Inhoudsopgave Samenvatting ....................................................................................................... 3 Analyse investeringsklimaat technostarters ........................................................ 3 Analyse venture capital klimaat ........................................................................ 5 Inleiding .............................................................................................................. 9 1 Investeringsklimaat voor Technostarters ............................................................. 10 1.1 Methodiek .................................................................................................. 10 1.2 Investeringen ............................................................................................. 12 1.2.1 Jaarverdeling seed-investeringen ............................................................ 12 1.2.2 Jaarverdeling eerste ronde-financieringen ................................................ 12 1.2.3 Investeringsactiviteit per jaar ................................................................. 14 1.2.4 Gemiddeld investeringsbedrag per sector ................................................. 16 1.2.5 Gemiddelde investeringsbedragen per technologieniveau ........................... 18 1.2.6 Gemiddelde investeringsbedragen per type investeerder ............................ 19 1.3 De rol van banken ...................................................................................... 22 1.4 De rol van business angels .......................................................................... 25 1.5 De rol van subsidies .................................................................................... 28 1.6 Ambities van technostarters ......................................................................... 30 1.7 Achtergrond ondernemers en ondernemingen ................................................ 33 1.8 Spin-offs ................................................................................................... 34 1.9 Het huidige economische klimaat .................................................................. 35 2 Venture Capital klimaat ..................................................................................... 36 2.1 Methodiek .................................................................................................. 36 2.2 Venture capital-investeringen ....................................................................... 38 2.2.1 Venture capital-activiteit ........................................................................ 38 2.2.2 Positie Nederlands venture capital in Europa ............................................ 40 2.2.3 Activiteit investeerders in Nederland ....................................................... 42 2.2.4 Rondeverdeling venture capital ............................................................... 45 2.2.5 Sectorverdeling venture capital .............................................................. 47 2.2.6 Technologieniveau van venture capital-investeringen ................................ 50 2.3 Venture Capital sentimenten ........................................................................ 52 2.3.1 De verwachtte investeringsactiviteit bij de 5-meting.................................. 52 2.3.2 Investeringen in komende 12 maanden ................................................... 52 2.3.3 Invloed economische situatie op venture capital-markt .............................. 53 2.3.4 Investeringsklimaat voor de technostarter ............................................... 54 2.3.5 Rol van informele investeerders in de venture capital-markt ...................... 55 2.3.6 Rol van de overheid op venture capital in Nederland ................................. 56 2.3.7 Rol van de venture capitalisten in Nederland ............................................ 57 2.3.8 Andere typen financiers in Nederland ...................................................... 58 Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
I: II: III: IV: V: VI: VII:
Sectoren - Standaard Bedrijfsindeling (SBI’ 93) ..................................................60 Sectoren – Tornado Insider ..............................................................................61 Sectoranalyses 6-meting op basis van TI sectoren ...............................................63 Verdeling Tornado Insider sectoren over SBI sectoren - Technostarter interviews ....65 Verdeling Tornado Insider sectoren over SBI sectoren - VC in Nederland ................67 Vragenlijst Technostarters ................................................................................70 Vragenlijst interviews VCs - investeringsklimaat ..................................................72
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
7
Lijst van figuren Investeringsklimaat voor Technostarters Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur
1: Jaarverdeling eerste ronde-financieringen per meting ................................ 13 2: Gemiddeld bedrag seed- en eerste ronde-investeringen ............................. 14 3: Verdeling seed-rondes per investeringsjaar............................................... 15 4: Verdeling eerste rondes per investeringsjaar ............................................. 15 5: Succespercentage start- en eerste ronde-investeringen .............................. 16 6: Gemiddeld investeringsbedrag per SBI-sector ........................................... 17 7: Gemiddeld investeringsbedrag per technologieniveau................................. 18 8: Gemiddeld investeringsbedrag per type investeerder ................................. 19 9: Verdeling deal-groottes per type investeerder ........................................... 20 10: Verdeling type investeerders over alle investeringen per ronde.................. 21 11: Samenwerking ondernemers en banken ................................................. 22 12: Aanvragen en toewijzingen per bank ...................................................... 23 13: Samenwerking ondernemer en business angel ........................................ 25 14: Bereiken business angels ...................................................................... 26 15: Subsidieaanvragen per technologieniveau ............................................... 28 16: Succes bij aanvraag subsidies ............................................................... 29 17: Hoofdambities per technologieniveau ..................................................... 31 18: Ambitie per technologieniveau ............................................................... 31 19: Gemiddeld opgehaalde investering per ambitieniveau .............................. 32
Venture Capital klimaat Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur Figuur
20: 21: 22: 23: 24: 25: 26: 27: 28: 29: 30: 31: 32: 33:
VC investeringen in Nederlandse technologiebedrijven per jaar ................. 38 Gemiddeld VC investeringsbedrag in Nederland per jaar ........................... 39 Grootteverdeling VC investeringen in Nederland per jaar .......................... 40 Aandeel NL in Europese technologie venture capital activiteit .................... 41 Aantal actieve investeerders in Nederland per jaar ................................... 42 Aandeel regionale fondsen in Nederlandse VC investeringen ...................... 43 Aandeel Seed-fondsen in Nederlandse VC investeringen ........................... 43 Aantal buitenlandse versus Nederlandse actieve VCs per jaar .................... 44 Aandeel top 7 landen bij investeringen met buitenlandse VCs .................... 45 Rondedistributie VC investeringen in Nederland per jaar ........................... 46 Rondedistributie VC financiering in Nederland per jaar .............................. 47 Sectordistributie aantal VC investeringen in Nederland per jaar ................. 47 Sectordistributie geïnvesteerd VC bedrag in Nederland per jaar ................. 48 Verdeling VC in Nederland over high-, medium- en low-tech ..................... 50
Bijlage III: Sectoranalyses 3-meting op basis van TI sectoren Figuur A: Gemiddeld investeringsbedrag per sector – interviews technostarters Figuur B: Sectordistributie geïnvesteerd VC in Nederland per jaar Figuur C: Sectordistributie aantal VC investeringen in Nederland per jaar
© 2012 Emerging Technology Research Europe
68 69 69
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
8
Inleiding De in dit rapport beschreven 6-meting is de zevende opeenvolgende studie naar het Nederlandse investeringsklimaat voor technostarters. Deze monitor is in 2005 gestart in opdracht van TechnoPartner, een overheidsinitiatief dat inmiddels onder AgentschapNL valt. TechnoPartner was opgezet met als doel het klimaat voor technostarters in Nederland te verbeteren. Een belangrijk onderdeel was de oprichting van de ‘Seed Capital-regeling’ in 2005. Deze had als doel om de Nederlandse risicokapitaalmarkt voor jonge technologiebedrijven te stimuleren. Venture capital fondsen (VCs) die willen investeren in technostarters, kunnen een lening aanvragen bij AgentschapNL. Deze lening mag maximaal even groot zijn als het private inlegbedrag van het fonds, tot een maximum van €4 miljoen. Er zijn sinds de oprichting 36 seed fonds-aanvragen gehonoreerd. Tornado Insider voert de jaarlijkse metingen uit om de financieringsmogelijkheden voor bedrijven en de sentimenten in de markt inzichtelijk te maken en het effect van het werk van AgentschapNL op deze indicatoren te meten. Om de veranderingen in de markt inzichtelijk te maken, wordt er een vergelijking gemaakt met de gegevens van de voorgaande metingen. Verder worden ook de verwachtingen voor 2012 behandeld. In navolging van de eerdere metingen is de rapportage tweeledig. Het eerste onderdeel richt zich specifiek op de starters en hun wensen en succes bij het ophalen van financiering. Onderzocht zijn 'seed'- en 'eerste ronde'investeringen in technologiebedrijven die opgericht zijn in 2009 en 2010. Hierbij is ook ingegaan op het investeringsniveau per sector en het belang van verschillende bronnen van financiering. Het tweede onderdeel geeft een overzicht van het venture capital klimaat voor technologieondernemingen in Nederland en hoe de ontwikkelingen zich verhouden tot die in andere Europese landen. Naast een kwantitatieve analyse van de venture capital-activiteit, geeft het hoofdstuk inzicht in de investeringsplannen van de investeerders, hun visie op het huidige klimaat voor technostarters, de rol van VCs in Nederland en alternatieve bronnen van financiering. Door de combinatie van de gelimiteerde schaal van de studie en een breed en complex onderzoeksgebied, zijn de kwantitatieve resultaten indicatief. De kwalitatieve analyses geven een representatief beeld van de sentimenten in de markt. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen voor AgentschapNL een waardevolle bijdrage leveren aan de sturing van nieuwe initiatieven.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
9
1 Investeringsklimaat voor Technostarters Tijdens de 5-meting zat de economie in een lichte klim ten opzichte van het jaar daar voor. Deze trend heeft zich niet doorgezet in de huidige 6-meting. Veel ondernemers gaven in de 6-meting aan dat ze in de volgende 1 á 2 jaar nog geen duidelijke verbetering van het economische klimaat verwachten, maar dat het ergste al achter de rug is. In dit eerste hoofdstuk wordt de positie van startende technologiebedrijven besproken op basis van een analyse van hun financieringsbehoeftes en ervaringen. Eerst zullen de opgehaalde seed- en eerste ronde-investeringen worden besproken, daarna wordt de rol van business angels en business angel netwerken besproken. Daarop volgen de rol van banken en subsidies. Als laatste zal worden ingegaan op de exit-strategieën van de ondernemers, het economische klimaat en de invloed daarvan op startende technologiebedrijven. 1.1 Methodiek 250 eigenaren van Nederlandse technologiebedrijven die zich in 2009 of 2010 hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK) zijn geïnterviewd. In deze studie wordt de volgende definitie van technologiebedrijven gebruikt: “Ondernemingen die technologie creëren of als essentieel onderdeel gebruiken in hun producten en/of serviceaanbod”. In 2008 zijn de internationale bedrijfsindelingen en de daarop gebaseerde Standaard Bedrijfsindeling (SBI) gereviseerd. In dit rapport is de SBI 2008 vertaald naar SBI ’93. Op deze manier is het mogelijk de resultaten van deze meting met de eerdere metingen te vergelijken. Bij het samenstellen van de steekproef zijn specifieke technologie-gerelateerde sectoren gebruikt. Deze worden weergegeven in bijlage 1. Uit eerdere metingen is gebleken dat de financieringsbehoefte van ondernemingen gerelateerd is aan het technologieniveau. Daarom zijn de SBI-sectoren onderverdeeld in verschillende technologieniveaus. Ook is het individuele niveau van de ondernemingen losgekoppeld van de SBIsectorindeling. In deze indeling zijn high-tech bedrijven ontwikkelaars van technologie - in de vorm van een product, intellectueel eigendom, of anders - die zich differentiëren ten opzichte van de norm. Medium-tech bedrijven hebben een duidelijke technologiecomponent in hun activiteiten, hoewel deze overwegend niet differentiërend is. Bedrijven zijn als low-tech geclassificeerd wanneer hun activiteiten weinig of geen technologische component lieten zien, maar bijvoorbeeld sterk kennis- of conceptgedreven waren. Voorbeelden hiervan zijn technische consultancy’s en architectenbureaus. Omdat de door Tornado Insider gehanteerde sectorverdeling (bijlage 2) beter aansluit op de focus en het jargon van investeerders, worden de sector-gebonden analyses ook voor deze sectoren gemaakt. Deze zijn weergegeven in bijlage 3. Bijlage 4 geeft het verband tussen de SBIindeling en de Tornado Insider-sectoren aan de hand van de activiteiten van de geïnterviewde technostarters. © 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
10
In totaal zijn voor deze 6-meting 250 technologische starters telefonisch geïnterviewd. De hiervoor gebruikte vragenlijst is als bijlage 6 opgenomen in het rapport.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
11
1.2 Investeringen Deze paragraaf omvat alle seed- en eerste ronde-investeringen die zijn opgehaald en investeringen die ondernemers verwachtten in de toekomst op te halen. Waar relevant worden de resultaten vergeleken met die van vorige metingen. 1.2.1 Jaarverdeling seed-investeringen Aantal seedinvesteringen is sterk gedaald t.o.v. 5-meting
In de 4- en 5-meting lag het percentage opgehaalde seed-investeringen op 92% van het totaal aantal bedrijven. In de huidige 6-meting gaf slechts 62% van de ondernemers aan een seed-investering te hebben gedaan. Net zoals in de vorige jaren werd het grootste deel van de seed-investeringen opgehaald in het startjaar: 68% van het totaal aantal seed deals.
In de 4-meting was het gemiddelde bedrag dat ondernemers hadden opgehaald in de seed-ronde €132.050 zonder correctie en €101.585 met correctie. Correctie houdt in dat de extreem hoge (hoger dan €3 miljoen) en extreem lage (kleiner dan €1000) bedragen niet zijn meegenomen in de analyse. In de 5-meting was dit €176.511 met correctie en €40.315 zonder Gemiddelde bedrag correctie. In de huidige meting was de gemiddelde seed-investering gedaald seed-investeringen is naar €37.241 zonder correctie. Correctie heeft het gemiddelde nagenoeg ook gedaald niet veranderd (€38.688). Dit betekent dat de gemiddelde deal-grootte voor seed-rondes sterk is gedaald ten opzichte van de gecorrigeerde bedragen in de vorige metingen.
Hoge seedinvesteringen door VCs en verstrekkers van subsidies
Gemiddelde dealgrootte over alle investeringen is 72% afgenomen
Het hoogste bedrag in deze meting was opgehaald door een bedrijf dat zich bezighoudt met de vervaardiging van instrumenten: €1,3 miljoen. Gemiddeld werden de hoogste bedragen tijdens de seed-rondes gefinancierd door Venture Capital organisaties en verstrekkers van subsidies. Het gemiddelde investeringsbedrag over alle rondes heeft de opwaartse trend van de afgelopen jaren niet weten door te zetten. In de 3-meting was het gemiddelde bedrag €97.207, in de 4-meting €124.274 en in de 5meting €244.515. In de 6-meting was het gemiddelde met 72% gedaald tot slechts €67.787. 1.2.2 Jaarverdeling eerste ronde-financieringen
Opgaande trend eerste rondefinanciering gestopt tijdens 6-meting: laagste percentage ooit gemeten
Vanaf de 1-meting was er een sterk opgaande trend in het aantal opgehaalde eerste ronde-investeringen in Nederland. In de 3-meting gaf 23% van de ondernemers aan een eerste ronde-financiering te hebben opgehaald, in de 4-meting was dit 38% en in de 5-meting 45%. In de 6meting kwam resoluut een einde aan deze stijgende lijn. Slechts 4% van de ondernemers in deze studie gaf aan een eerste ronde te hebben opgehaald. Dit is een significante afname ten opzichte van alle andere metingen en het laagste percentage ooit gerapporteerd in dit onderzoek. In de 6-meting had 36% van de geïnterviewden zelf in een eerste ronde geïnvesteerd, een forse daling ten opzichte van de 5-meting (70%).
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
12
De vorige studie gaf aan dat er vanaf de 2-meting een sterke stijging was in het aantal kleine eerste ronde-deals (kleiner dan €5.000) tot 39 in de 5meting. In de huidige studie haalde maar één ondernemer een eerste ronde-investering onder de €5.000 op. Figuur 1: Jaarverdeling eerste ronde-financieringen per meting 45%
42%
Zelfde jaar 2 volgende jaren Toekomst
40%
35%
38%
30%
25%
25%
23%
21% 21%
20%
23%
20%
10%
5%
13%
13%
15% 7%
5%
2%
1%
3%
3%
1%
4% 2% 2%
0%
0-meting (n=250)
Recente afname eerste rondes
1-meting (n=265)
2-meting (n=267)
3-meting (n=260)
4-meting (n=258)
5-meting (n=252)
6-meting (n=250)
Figuur 1 toont de jaarverdeling van de eerste ronde-investeringen op basis van de startdatum van de technostarters. De grafiek geeft percentages van het totaal aantal geïnterviewde ondernemers in elke meting. In de 5-meting was het percentage in de eerste ronde-financieringen die in de eerste twee jaar na het startjaar worden aangetrokken hoger dan in de 4-meting. Het lage aantal eerste ronde-financieringen in de 6-meting komt vooral door de sterke afname in het percentage van de investeringen aangetrokken in de twee jaar na het startjaar: van 42% tot 2%. Dit is een indicatie van een verslechterd investeringsklimaat in recente jaren. De analyse in paragraaf 1.2.3 gaat hier verder op in. Eerste ronde-investeringen in het zelfde jaar komen in elke meting weinig voor, maar waren in de huidige studie met 2% lager dan de 3% in de 5-meting.
Gemiddeld eerste ronde bedrag neemt sterk toe; relatief groot aandeel VCs
Figuur 2 laat zien dat de gemiddelde eerste ronde-bedragen in de 6-meting sterk waren gestegen ten opzichte van de vorige metingen. In de 4-meting was het gemiddeld opgehaalde bedrag gedaald naar €103.734. In de 5meting was dit gestegen tot €166.633. In de huidige meting was het verder gestegen tot €427.555. Meer dan de helft van de eerste rondes was (mede)gefinancierd door VCs. Dit gecombineerd met het lage aantal van deze investeringen is een verklaring voor het relatief hoge gemiddelde.
Zeer weinig toekomstinvesteringen gepland
Naast het lage aantal gerapporteerde eerste ronde-investeringen in de 6meting, waren er ook weinig gepland voor de toekomst. Slechts 4% van de ondervraagden verwachtte een eerste ronde-financiering op te halen (Figuur 1). Dit was een aanzienlijke daling ten opzichte van de voorgaande metingen. Vanaf de 1-meting lag dit percentage bij elke studie op 20% of hoger; in de 3-meting 18%, in de 4-meting 22% en in de 5-meting zelfs
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
13
37%. In de 6-meting was er was maar één ondernemer die een tweede ronde verwachtte op te halen (0,4%). Over alle rondes verwachtten de ondernemers in de 6-meting gemiddeld €109.687 op te halen. Dit is een sterke daling ten opzichte van de 5-meting met €592.705. In de 4-meting was dit €93.848. Figuur 2: Gemiddeld bedrag seed- en eerste ronde-investeringen
€ 450.000 € 400.000 0-meting € 350.000
1-meting
€ 300.000
2-meting 3-meting
€ 250.000
4-meting 5-meting
€ 200.000
6-meting
€ 150.000 € 100.000
€ 50.000 €0 Start
Eerste Ronde
1.2.3 Investeringsactiviteit per jaar Op de 0-meting na, is er in elke meting een overlap met het voorgaande jaar. In de 5-meting zijn bijvoorbeeld ondernemers geïnterviewd die zijn gestart in 2008 of 2009 terwijl in de 6-meting ondernemers zijn geïnterviewd die in 2009 en 2010 zijn gestart De analyse in deze paragraaf bevat combinaties van de resultaten van de verschillende metingen. Op deze manier wordt inzicht verkregen in het succes bij het ophalen van financiering per jaar. Figuur 3 geeft de succespercentages van seed-rondes per jaar weer en Figuur 4 van de eerste ronde-investeringen. Uit Figuur 3 kan worden afgelezen dat 74% van de ondernemingen die in 2005 zijn opgericht, hetzelfde jaar een seedinvestering ophaalde. 8% van de ondernemingen die in 2004 zijn gestart haalde in 2005 hun startinvestering op. 2% van de ondernemers die in 2003 zijn gestart, haalde in 2005 hun seed-investering op. Voor de ondernemers die zich in 2010 en 2011 hebben ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en in hetzelfde jaar hebben geïnvesteerd, zijn nog geen gegevens beschikbaar. De data zijn alleen volledig voor de investeringsjaren 2005 tot en met 2009. Elk volledig investeringsjaar is berekend met data uit drie metingen. In de figuren 3 en 4 zijn de gegevens voor 2010 gebaseerd op data uit de 5- en 6 meting. Deze zullen in de 7-meting verder worden aangevuld.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
14
Figuur 3: Verdeling seed-rondes per investeringsjaar
80%
74%
Zelfde jaar gestart
71%
69%
70%
65%
Jaar eerder gestart
58%
60%
Twee jaar eerder gestart
50% 38%
40%
30% 20%
20%
15% 12%
8%
10%
7% 2%
11% 4%
1%
3%
2%
4%
3%
1%
0% 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Uit Figuur 3 blijkt duidelijk dat het grootste gedeelte van de seedinvesteringen werd opgehaald in het startjaar. Nadat in 2004 78% van de seed-investeringen werden opgehaald door bedrijven die in dat jaar waren gestart, lieten 2005 en 2006 een lager succespercentage zien (respectievelijk 74% en 58%). De jaren 2007 en 2008, lieten vervolgens een stijging zien naar respectievelijk 69% en 70%. In 2009 zakte het weer naar 65%. Figuur 4: Verdeling eerste rondes per investeringsjaar 40%
37%
Zelfde jaar gestart
35%
Jaar eerder gestart
30%
Twee jaar eerder gestart
27%
25% 19%
20%
16%
15%
12%
10%
6%
5%
3% 1%
2005
9%
5%
3%
1%
3%
3%
3%
1%
0%
0%
Investeringsjaar 2010 geeft indicatie van verslechtering financieringsmogelijk heden tech starters
10%
8%
2006
2007
2008
2009
2010
1%
2011
Het percentage ondernemers dat een jaar na de oprichting een seedinvestering ophaalde, steeg van 7% in 2006 naar 20% in 2009. De gegevens uit 2010 zijn nog niet compleet; ongeveer drie kwart van de investeringen voor dat jaar zijn echter al binnen. Tijdens de 7-meting zullen
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
15
de gegevens worden aangevuld. De huidige gegevens geven al wel een indicatie van een sterk neergaande trend. Er is een sterke daling van seedrondes in het startjaar (naar 38%) en van seed-rondes van bedrijven die in 2009 zijn gestart (4%), terwijl het aandeel van bedrijven uit 2008 was gezakt naar 1% voor 2010 investeringen. Deze twee laatstgenoemde waardes zullen niet meer veranderen in de 7-meting.
De stijging van eerste rondeinvesteringen zet niet door; sterke indicatie van een daling vanaf 2010
Figuur 4 toont dat in alle jaren de meeste eerste ronde-investeringen in de eerste twee jaar na de oprichting werden opgehaald. Vanaf 2007 is er een sterke stijging in opgehaalde eerste rondes. In 2008 bedroeg het percentage eerste rondes dat in het eerste jaar na oprichting werd opgehaald 27%, dat van twee jaar oude starters bedroeg 16%. In 2009 is het percentage dat een jaar eerder is gestart, gestegen tot maar liefst 37%. 10% van de twee jaar oude bedrijven, haalde in 2009 een eerste ronde op. Net zoals voor de seed rondes (figuur 3) geeft Figuur 4 een indicatie van een sterke daling van het aantal eerste rondes sterk vanaf 2010. Evenals in de vorige drie metingen is het succespercentage voor start- en eerste ronde-financieringen van het totaal geïnterviewde ondernemers per jaar bepaald. Dit is weergegeven in Figuur 5. In 2005 haalde 35% van de bedrijven een investering op. Dit daalde in 2006 naar 30%. In 2007 steeg dit naar 40%, deze stijgende trend bleef zich doorzetten tot 2009 (52%). In 2010 is dit gedaald tot 35%. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat er nog data van de 7-meting ontbreken. Figuur 5: Succespercentage start- en eerste ronde-investeringen
60%
52% 49%
50%
40%
40%
35%
35% 30%
30%
20% 8%
10% 0%
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
1.2.4 Gemiddeld investeringsbedrag per sector Het hoogste bedrag werd opgehaald in de sector verv. van instrumenten
Figuur 6 geeft het gemiddelde investeringsbedrag per sector weer voor bedrijven die in 2009 en 2010 zijn begonnen. Het aantal investeringen (n) per sector wordt ook weergegeven. Doordat in deze meting geen extreme waarde is waargenomen, is een correctie niet nodig geweest. Het hoogste
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
16
bedrag is binnengehaald door een bedrijf dat zich bezighoudt met de vervaardiging van instrumenten. Het opgehaalde bedrag is €1,1 miljoen.
Sectoren met hoge productiekosten haalden hogere investeringsbedragen op
Ondernemingen actief in sectoren met relatief hoge productiekosten kenden gemiddeld de hoogste investeringsbedragen. Dit beeld was ook duidelijk waarneembaar in de voorgaande metingen. De sectoren ‘vervaardiging van instrumenten’ (€341.250) en ‘Computerservice- en informatietechnologiebureaus’ (€82.240) kenden de hoogste investeringsbedragen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat relatief weinig bedrijven in de eerste sector actief zijn. Dit heeft geleid tot een laag aantal geïnterviewde ondernemingen waardoor het gemiddelde sterk beïnvloed is door een relatief hoog investeringsbedrag. Figuur 6: Gemiddeld investeringsbedrag per SBI-sector Totaal
n=118
Instrumenten
n=8
Computerservice- en informatietechnologiebureaus
n=76
Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en -onderdelen
n=3
Speur- en ontwikk. Werk
n=12
Machines en apparaten
n=3
Groothandel in machines, apparaten en toebehoren
n=2
Architect/ingenieursburea
n=11
voedingsmiddelen- en dranken
n=1
Kantoormachines en computers
n=1
Overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden
n=1
€0
Meeste investeringen waren in Computerservice en IT bureaus
€ 100.000
€ 200.000
€ 300.000
Evenals in de afgelopen twee metingen, vond het hoogst aantal investeringen plaats in de sector ‘Computerserviceen informatietechnologiebureaus.’ Elk jaar schrijven veel webdesign- en softwarebedrijven zich in bij de Kamer van Koophandel. Dit leidt tot een groot aandeel van deze sector in de steekproef van de metingen. In de 4meting gaven ondernemers aan terughoudend te zijn in het investeren in hun onderneming vanwege het economische klimaat. Het gemiddelde investeringsbedrag bedroeg toen €26.739. In de 5-meting was het gemiddelde investeringsbedrag in deze sector gestegen tot €128.240. In de 6-meting was het bedrag gedaald tot €82.240. Er is vrij veel verschuiving in de positie van het gemiddelde investeringsbedrag per SBI-sector. Geen enkele sector staat in deze meting op dezelfde plaats. De meeste sectoren die in de vorige meting een relatief hoog gemiddeld investeringsbedrag hadden, zijn ook in de huidige 6-meting hoog uitgekomen. Een uitzondering vormt de sector ‘overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden’. Deze stond in de 5-meting op de eerste plaats, en in de 6-meting op de laatste. De eerste 5 plekken werden in de 6-meting ingenomen door 5 uit de top 6 sectoren van de afgelopen meting.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
17
1.2.5 Gemiddelde investeringsbedragen per technologieniveau
High-tech bedrijven haalden gemiddeld het hoogste bedrag op in seed- en eerste rondes
In Figuur 7 worden de gemiddelde investeringsbedragen voor seed- en eerste ronde-financieringen per technologieniveau weergegeven. Net zoals in de vorige metingen nam in de 6-meting bij toenemend technologieniveau de grootte van de gemiddelde bedragen toe. De hoogste investeringsbedragen werden opgehaald door high-tech bedrijven in zowel . de seed- als in de eerste rondes. Het gemiddelde bedrag voor seedinvesteringen was €124.392 en voor eerste ronde-investeringen €740.000 zonder correctie. Met correctie zijn de bedragen hetzelfde. Dit is een stijging vergeleken met de laatste gecorrigeerde meting, maar een daling ten opzichte van de niet-gecorrigeerde waarden in de 5-meting. In de 4-meting waren de gecorrigeerde eerste ronde-investeringen erg laag met gemiddeld slechts €12.250 per deal. In totaal haalden high-tech ondernemingen een gemiddeld bedrag op van €286.394. De gemiddelde investeringsbedragen (van seed- en eerste ronde samen) verschilden aanzienlijk in de afgelopen metingen. Zo werd in de 5meting gemiddeld €1.086.597 opgehaald, in de 4-meting €712.273, in de 3meting €324.814 en in de 2-meting €579.194. Figuur 7: Gemiddeld investeringsbedrag per technologieniveau
Low-tech
1e ronde
Start
Medium-tech
High-tech
€0 Medium-tech bedrijven haalden gemiddeld de laagste bedragen op
Seed-investeringen in high-tech blijft hoog
€ 200.000
€ 400.000
€ 600.000
€ 800.000
Een opvallend verschil ten opzichte van de 5-meting is dat low-tech bedrijven gemiddeld een hoger investeringsbedrag dan medium-tech ophaalden, in zowel de start- als de eerste ronde. In de voorgaande metingen haalden low-tech bedrijven gemiddeld de laagste investeringsbedragen op (in de 5-meting €23.060). Het gemiddelde in de huidige meting kwam uit op €35.609. Medium-tech bedrijven haalden in de 6-meting slechts een gemiddeld bedrag op van €18.713 (seed €18.849 en eerste ronde €16.000). Dit is aanzienlijk lager dan de 5-meting (seed €181.705 en eerste ronde €179.673). In lijn met de voorgaande metingen gaf een hoog percentage (95%) van de high-tech bedrijven aan, gebruik te hebben gemaakt van een seed-
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
18
investering. Van de medium- en low-tech ondernemingen heeft echter respectievelijk slechts 58% en 64% een seed-investering opgehaald. Dit is aanzienlijk lager dan in de voorgaande metingen. In de 5-meting haalde nog 93% van de medium-tech bedrijven en 89% van de low-tech bedrijven Sterke daling eerste een seed-investering en in de 4-meting beide 92%. Het aantal eerste ronde-financieringen ronde-financieringen is ook sterk gedaald ten opzichte van de voorgaande jaren. High-tech bedrijven haalden in 24% van de gevallen een eerste ronde-investering op, tegenover 58% in de vorige meting. Medium-tech bedrijven haalden slechts in 3% van de gevallen een eerste rondeinvestering op vergeleken met 48% in het jaar daar voor. Low-tech bedrijven haalden in 1% van de gevallen een eerste ronde-investering op. Dit is ook een duidelijk daling ten opzichte van het afgelopen jaar toen nog 36% aangaf een eerste ronde-financiering te hebben opgehaald. 1.2.6 Gemiddelde investeringsbedragen per type investeerder In Figuur 8 zijn de gemiddelde bedragen (seed- en eerste ronde) weergegeven die per type investeerder zijn geïnvesteerd. In de 6-meting wordt gemiddeld het hoogste bedrag geïnvesteerd door Venture Capital organisaties (€653.333). In de 5-meting stonden deze nog op de tweede plaats, na Business Angels. Venture Capital organisaties stonden in de 4-, 3-, en 2-meting eveneens op de eerste plaats. Op de tweede plek staan Subsidies met een gemiddeld investeringsbedrag van €205.000, gevolgd door Bedrijven (€150.000). Dit laatste type omschrijft de investeringen die gedaan zijn vanuit de opbrengsten van de onderneming. Deze categorie is vanaf de 4-meting toegevoegd. In eerdere metingen vielen deze investeringen in de categorie Zelf. Op de vierde plaats staan Familie en vrienden met €59.100. Business Angels scoorden in deze meting vrij laag vergeleken met de 5-meting. Ze staan op een vijfde plaats met een gemiddeld investeringsbedrag van €57.500, gevolgd door Banken met €24.541. Op de laatste plaats staan ondernemers Zelf met een gemiddelde investering van €22.950.
Venture Capital organisaties investeren gemiddeld de hoogste bedragen
Figuur 8: Gemiddeld investeringsbedrag per type investeerder
VC Subsidie Bedrijf FFF BA Anders Bank Zelf
€0
€ 100.000
€ 200.000
€ 300.000
€ 400.000
€ 500.000
€ 600.000
€ 700.000
Zowel de rangorde van de typen investeerders als de gemiddelde investeringsbedragen per type verschillen aanzienlijk van die in de 5© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
19
Sterke stijging gemiddeld investeringsbedrag Familie en vrienden, maar daling in alle andere categorieën
VCs grootste in start-, eerste en tweede rondeinvesteringen
meting. Bijna alle investeerders kenden een daling ten opzichte van de vorige meting: Business Angels kenden een daling van 98%, Subsidies 90%, Venture Capital organisaties 71%, Banken 76% en Zelf 41%. Alleen Familie en vrienden lieten een enorme stijging van het bedrag zien, van €5.000 in de 5-meting tot €61.375 in de 6-meting. Wanneer de investeringen per ronde worden bekeken, dan is het beeld anders. Venture Capital organisaties komen voor de seed-, eerste en tweede ronde-investeringen op de eerste plaats, met respectievelijk €290.000 en €640.000 en €1,05 miljoen. Subsidies haalden gemiddeld €57.500 op voor seed-investeringen en €500.000 in eerste rondes. Bedrijven investeerden gemiddeld €100.000 in de eerste ronde. Figuur 9: Verdeling deal-groottes per type investeerder Zelf
VC Subsidie
< 25.000
FFF
25.000 - 50.000 50.000 - 100.000
Bedrijf
100.000 - 250.000 Bank
>250.000
BA
Anders 0%
Familie en vrienden investeren relatief grote bedragen ten opzichte van de afgelopen meting
20%
40%
60%
80%
100%
Figuur 9 laat de verdeling van deal-groottes zien per type investeerder. In de voorgaande metingen overheersten bedragen onder de €25.000 de meeste categorieën. In de huidige meting was dat minder het geval. Zowel in de 3-meting als 4-meting werd geconstateerd dat Business Angels vaak kleinere bedragen investeerden. In de 5-meting was dit niet het geval. De helft van de investeringen in deze categorie bedroegen toen tussen de €100.000 en €250.000. In de 6-meting was het gelijkmatig verdeeld over drie categorieën, namelijk onder de €25.000, tussen €50.000 - €100.000 en tussen €100.000 - €250.000. Familie en vrienden investeerden in de 3meting nog 40% van de bedragen tussen €100.000 - €250.000. In de 4meting investeerden ze veel lagere bedragen (met 43% tussen €25.000 €50.000). In de 5-meting daalde dit nog verder tot uitsluitend bedragen tot €25.000. In de 6-meting een werd in een kwart van de gevallen een bedrag geïnvesteerd in de categorie €100.000 - €250.000. VCs investeerden zoals in de vorige meting vooral bedragen boven €250.000. In totaal waren bij 12 van de 158 seed-investeringen twee of meer investeerders betrokken. Bij 2 van de eerste ronde-investeringen was meer dan één investeerder betrokken.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
20
Figuur 10 laat de verdeling zien van het type investeerder over alle investeringen per ronde. Figuur 10: Verdeling type investeerders over alle investeringen per ronde
Aandeel banken blijft afnemen in seed-investeringen
Bij seed-investeringen is de ondernemer Zelf de belangrijkste investeerder met 85% van de investeringen. In de 5-meting was dit 70% en in de 4meting 66%. Bij de eerste ronde is 10% van de ondernemers zelf verantwoordelijk voor een investering. Venture Capital organisaties waren betrokken bij de helft van de eerste ronde-investeringen. Banken waren in de seed-ronde verantwoordelijk voor 4% van de investeringen en voor 10% in de eerste ronde. In de 5-meting was dit in de seed-ronde 8% en in de eerste ronde 1%.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
21
1.3 De rol van banken In de vorige paragraaf werd beschreven dat in de huidige studie zowel het gemiddelde geïnvesteerde bedrag, als het aandeel financieringen van banken was afgenomen in vergelijking met de 5-meting. Deze paragraaf gaat dieper in op het belang van banken voor technostarters. Aantal aanvragen voor financiering bij een bank is gedaald, evenals het percentage goedgekeurde aanvragen
37 van de 250 geïnterviewde ondernemers (15%) gaven aan een financieringsaanvraag bij een bank te hebben ingediend. Dit is veel minder dan in de vorige meting (28%). In de overige metingen schommelde dit percentage tussen de 22% en 28%. In totaal werd 50% van de aanvragen goedgekeurd. Dit is lager dan in de voorgaande metingen. In de 5-meting werd nog 60% van de aanvragen goedgekeurd en in de 4-meting 78%. In de 3-meting werd 47% goedgekeurd. Als hoofdreden om geen financieringsaanvraag bij een bank te doen, gaven de geïnterviewde ondernemers aan dat ze simpelweg geen behoefte hieraan hadden. Een andere reden was dat ze geen vreemd vermogen in hun onderneming wilden. Figuur 11: Samenwerking ondernemers en banken
Aanvraag gedaan? Ja (15%)
Nee (85%)
Aanvraag Goedgekeurd? Ja (50%)
Kredietwaardig Business plan Jaarcijfers Concept
Banken stelden in de ogen van veel ondernemers te hoge eisen
Nee (50%)
Risico Te lage investering Economischklimaat
Niet nodig Rentepercentage Geen vreemd vermogen Te ingewikkeld
In het geval dat een ondernemer wel een aanvraag deed, was deze vaak van mening dat de bank geen volledige medewerking verleende. Dit was in de vorm van een eisenpakket waaraan de ondernemers niet konden voldoen zoals, hoge rentepercentages, inzicht in de financiële cijfers of het inbrengen van onderpand of eigen financiering. Één ondernemer gaf aan dat de banken erg “risk averse” zijn en dat het pas interessant wordt wanneer de ondernemer eerst financiering van een derde partij kan verkrijgen. Een andere ondernemer vond het “schandalig hoe banken zich opstellen ten opzichte van startende ondernemers”.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
22
Veel ondernemers hebben hun geloof in het bancaire systeem verloren. Banken zijn heel erg voorzichtig ten aanzien van starters. Ondernemers vonden dat de banken te weinig deden om de crisis op te lossen, waarvoor ze zelf hoofdzakelijk aansprakelijk waren. Ook gaven de ondernemers aan dat het veel te duur was om bij een bank te lenen en dat ze belachelijke voorwaarden stelden. Risicomanagement omschreven als teleurstellend
Evenals in de 5- en 4-meting, werd het risicomanagement van banken omschreven als teleurstellend. Volgens een ondernemer heeft “het management de touwtjes in handen en mogen de accountmanagers vrijwel geen risico meer nemen”. Een andere ondernemer omschreef de relatie tussen banken en ondernemers als lastig. “Als het goed gaat dan is alles mogelijk, als het minder gaat is het de strop. Banken zouden zich anders op kunnen stellen”. Redenen voor goedkeuring van aanvragen bij banken waren vergelijkbaar met die in voorgaande jaren, namelijk: een goed business plan of een innovatief concept. Verdere redenen waren, goede jaarcijfers of de inbreng van externe financiers. Net als in de 5-meting gaf een aantal ondernemers aan gebruik te hebben gemaakt van een netwerk voor het toegekend krijgen van een financiering. Aanvragen gingen bijvoorbeeld via de financiële adviseur van de ondernemer. Redenen van afwijzing liepen uiteen. Eén ondernemer werd afgewezen omdat het te lenen bedrag te laag was. Vaak vonden banken een te hoog risico een reden om niet door te gaan tot financieren. Figuur 12: Aanvragen en toewijzingen per bank
100% 90%
80%
44%
44%
70% Rabobank
60% 50% 40%
6% 17%
3%
ING
17%
Anders ABN-AMRO
30% 20%
33%
36%
Goedkeuringen
Aanvragen
10% 0%
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
23
Rabobank weer favoriet onder ondernemers
De Rabobank keurde relatief de meeste aanvragen goed, de ING de minste
In Figuur 12 wordt het aantal aanvragen per bank weergegeven. De Rabobank was zoals in de vorige metingen de favoriete bank onder ondernemers. 44% van de aanvragen kwam daar terecht. De ABN AMRO kwam in deze meting op de tweede plek met 36%. Gevolgd door andere banken (17%) en de ING (3%). Dit beeld komt overeen met de resultaten uit de eerdere metingen. In Figuur 12 is ook het aandeel toegewezen aanvragen per bank weergegeven. Van de toegewezen aanvragen komt 44% bij de Rabobank vandaan, 33% bij de ABN AMRO en 17% bij “andere financiële instellingen”. De ING scoorde het laagst met slechts 6%. Financieringsaanvragen zijn alleen gedaan in de seed-ronde. Van de banken die overheidssteun hebben ontvangen, rapporteerde alleen de ABN AMRO een hoger aandeel in investeringen voor starters. De ING blijft vooralsnog weinig investeren.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
24
1.4 De rol van business angels In deze paragraaf wordt ingegaan op de visie van ondernemers op de rol van business angels. Het concept business angel is een onbekend concept bij ondernemers. Slechts 16% van de ondernemers gaf aan van dit concept gehoord te hebben. Dit is vergelijkbaar met de afgelopen metingen. Na een korte uitleg, bleek 66% van de ondernemers bekend te zijn met dit concept. Dit is een lichte daling ten op zichte van de 5-meting waar 72% van de ondernemers na uitleg bekend bleek te zijn met het concept. Veel ondernemers gaven aan er mee bekend te zijn door informatie verstrekt door de Kamer van Koophandel, of door toevallig erover te hebben gelezen op het internet. Figuur 13: Samenwerking ondernemer en business angel
Ja (16%)
Nee (84%)
Bekend met business angels na uitleg? Ja (66%)
Nee (34%) %)
Weet u een business angel te bereiken? Ja (39%)
Eigen netwerk KVK Internet Financieel adviseur
Nee (61%)
Niet nodig Geen idee Niet over nagedacht
Ondernemers komen via hun eigen netwerk in contact met business angels
39% gaf aan te weten hoe ze een business angel moesten bereiken, het grootste deel ging via het eigen netwerk. Veel gaven aan deze investeerders ook via het internet, of via de Kamer van Koophandel te kunnen vinden.
Aantal aanvragen bij business angels is afgenomen
Het aantal ondernemers dat een aanvraag voor een financiering heeft gedaan bij een business angel is sterk teruggelopen. In de huidige meting was dit slechts 3%. In de 5-meting bedroeg dit 6%, in de 4-meting 7% en in de 3-meting 5%.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
25
Het aantal aanvragen dat is goedgekeurd, was evenals in de voorgaande meting vrij hoog. In de huidige meting was 75% van de aanvragen goedgekeurd tegenover 73% in de 5-meting en 100% in de 4-meting. 2 van de 8 aanvragen waren niet goedgekeurd, omdat ze het niet eens konden worden over de voorwaarden. In de 4-meting waren de meest voorkomende redenen voor een succesvolle aanvraag de potentie van het concept en dat een kennis van de ondernemer en de business angel elkaar al kenden. In de 5-meting was een goed concept ook een hoofdreden, evenals een goed uitgewerkt ondernemingsplan. Één ondernemer had een business angel die familie of een kennis was. De hoofdredenen dat business angels investeren in de ondernemingen waren in de huidige meting dat de ondernemer een goed bedrijfsplan kon presenteren, of het concept was overtuigend. Figuur 14: Bereiken business angels
Heeft u contact gehad met een business angel? Ja (3%)
Nee (97%)
Hoe heeft u deze benaderd?
Eigen netwerk Bedrijf Internet Accountant
Niet nodig Geen idee Niet over nagedacht
Is het tot een deal gekomen?
Ja (75%)
Concept Wederzijds voordeel Goed ondernemersplan
Ondernemers vinden dat business angels te veel eisen
Nee (25%)
Niet juiste economische klimaat
De hoofdreden voor de ondernemers die geen gebruik hebben gemaakt van business angels was, omdat ze geen behoefte aan externe financiering hadden. Andere redenen waarom ondernemers geen aanvraag hebben gedaan, waren dat business angels relatief hoge eisen hebben wat betreft terugbetaling, of dat ze teveel eigen inbreng in de onderneming willen hebben.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
26
Meningen over business angels zijn verdeeld
Relatief hoge bekendheid met angel netwerken
Over business angels waren de meningen verdeeld in de huidige meting. Het grootste deel van de ondernemers stond positief tegenover business angels. Niet alleen omdat deze partij in hun ogen eerder bereid was om een financiering te verstrekken, maar ook omdat business angels meer betrokkenheid zouden voelen met het bedrijf en betere input zouden kunnen leveren. Zo zei een ondernemer dat het leuk was “om te sparren met een kapitaalkrachtige partner”. Een ander vond het “heel prettig dat je als jonge ondernemer ervaring op kan doen bij iemand die het kunstje al een keer heeft gedaan en die voor bepaalde valkuilen kan waarschuwen”. Sommige ondernemers waren minder positief. Zo zei een ondernemer bijvoorbeeld: “Het is niet handig. Het rentepercentage is vrij hoog, maar de investering vrij laag. Ze willen voor een dubbeltje op de eerste rang zitten”. In deze meting is voor de tweede keer onderzoek gedaan naar de bekendheid bij ondernemers met business angel netwerken in Nederland. Een business angel netwerk is een koepelorganisatie van match-makers tussen ondernemers en particuliere investeerders (business angels). Ondernemers kunnen via deze overkoepelende organisatie businessvoorstellen indienen waar de aangesloten business angels in kunnen investeren. 47 van de 250 (19%) geïnterviewde ondernemers was bekend met het concept business angel netwerk. Vergeleken met de vorige meting (6%) is dit een vrij hoog percentage. Nadat de geïnterviewden was uitgelegd wat een business angel is, herinnerden ze zich regelmatig dat ze wel eens iets erover hebben gelezen. Vaak was dit in combinatie met business angel netwerken. De ondernemers waren voornamelijk bekend met dergelijke netwerken via hun eigen netwerk, het internet of informatie verstrekt door de Kamer van Koophandel. Ondernemers wisten de business angel netwerken op de zelfde manieren te bereiken als hoe ze business angels wisten te bereiken: eigen netwerk, internet en Kamer van Koophandel.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
27
1.5 De rol van subsidies
Toename in aanvragen voor subsidie zet niet door
In de voorgaande metingen werd duidelijk dat veel ondernemers een subsidie niet als een investering aangeven. Dit bleek ook in de 6-meting. Slechts 3 van de 250 ondernemers gaf in eerste instantie aan gebruik te hebben gemaakt van een subsidie. Pas nadat specifiek werd doorgevraagd, bleek dat 36 ondernemers gebruik hebben gemaakt van een subsidie voor hun onderneming. In de 4-meting had 18% van de geïnterviewde ondernemers een subsidie aangevraagd. In de 5-meting is dat percentage gestegen naar 32%. In de 6-meting was het gedaald naar slechts 14% (Figuur 15). Figuur 15: Subsidieaanvragen per technologieniveau
Totaal
14%
86%
Ja Nee Low-Tech
43%
Medium-Tech
88%
9%
91%
High-Tech
62%
0%
20%
38%
40%
60%
80%
100%
Figuur 15 toont verder de verdeling van subsidieaanvragen per technologieniveau. High-tech bedrijven deden het vaakst een aanvraag (62%). Hun aanvragen werden ook het vaakst goedgekeurd (40%). 20% van de aanvragen was nog in behandeling. Dit is weergegeven in Figuur 16. Van alle medium-tech bedrijven deed slechts 9% een aanvraag. Het Aanvragen van highpercentage voor toegewezen aanvragen ligt voor dit tech niveau op 35%. tech bedrijven het vaakst goedgekeurd Hierbij moet echter wel aangegeven worden dan 60% van de aanvragen nog in behandeling was. Bij low-tech bedrijven was het aantal goedkeuringen 25%, terwijl nog 20% in behandeling was. Over alle tech Groot deel niveaus was een vrij groot gedeelte van de aanvragen nog in behandeling. aanvragen nog in Dit kan een indicatie zijn van vertraagde en/of meer zorgvuldige behandeling beoordelingen. Wellicht heeft dit te maken met bezuinigingen op subsidies. De belangrijkste redenen dat aanvragen zijn goedgekeurd waren een innovatief concept en een goed ondernemingsplanplan. High-tech bedrijven hebben het vaakst een aanvraag voor een subsidie gedaan
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
28
De meest aangevraagde subsidies waren de Wet Bevordering Speur- en ontwikkelingswerk, sectoren regiogebonden subsidies en innovatiesubsidies. Figuur 16: Succes bij aanvraag subsidies
Low-tech
25%
27%
20%
Ja Medium-tech
35%
36%
60%
Nee In behandeling
High-tech
40%
0%
20%
36%
40%
60%
20%
80%
100%
De belangrijkste redenen om geen subsidie aan te vragen, waren te vergelijken met die van de voorgaande metingen. Het merendeel van de geïnterviewde ondernemers gaf aan geen subsidie nodig te hebben voor hun bedrijfsvoering. Ook dachten ze dat ze niet in aanmerking kwamen voor een subsidie of vonden ze het aanvragen van een subsidie te complex. Veel ondernemers meenden dat het niet loonde om zoveel tijd in een subsidieaanvraag te steken. Een ondernemer zei bijvoorbeeld: “Het probleem is dat veel mensen niet weten waarvoor ze een subsidie kunnen krijgen. Het lijkt heel ingewikkeld van buiten af, maar dat valt eigenlijk best wel mee. Het kan bedrijven heel erg helpen om ergens te komen”.
Ondernemers denken dat subsidieaanvraag moeilijker is door bezuinigingen
Een aantal ondernemers zou graag zien dat het aanvragen van een subsidie eenvoudiger wordt. Het proces van het uitzoeken voor welke subsidie men in aanmerking komt tot de subsidieaanvraag wordt door de ondernemers als complex ervaren. De bureaucratie eromheen wordt ook als onnodig beschouwd. De ondernemers merkten op dat overheden en gemeentes door het huidige economische klimaat de vinger op de knip moesten houden, en dat zodoende de subsidieaanvraag moeilijker verliep. Een enkeling vond zelfs dat “het wel wat minder mag met de subsidies”. Hij was van mening dat er op andere manieren “incentives” gegeven konden worden die een beter effect zouden hebben.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
29
1.6 Ambities van technostarters
Eenmanszaken vinden onafhankelijkheid het belangrijkst
Vanaf de 1-meting is in elk onderzoek het ambitieniveau van de ondernemers bepaald aan de hand van vragen over hun toekomstvoorspelling. Technostarters verschillen hierin sterk van elkaar. Bedrijven zijn ingedeeld aan de hand van drie ambitieniveaus. Bedrijven met een hoog ambitieniveau streven naar een sterke (internationale) groei. Deze groei is niet alleen in termen van omzet, maar kan ook op het gebied van product en/of service aanbod zijn, of het aannemen van extra personeel. Hiernaast houden ondernemers met een hoog ambitieniveau zich vaker bezig met de ontwikkeling van innovatieve producten dan technostarters met een lager ambitieniveau. Ondernemingen die een ambitieniveau hebben dat gekwalificeerd is als redelijk, streven een beperkte groei na. Deze groei proberen ze voornamelijk in dezelfde regio te realiseren. Hiernaast zijn er nog ondernemers met een laag ambitieniveau. Dit zijn vaak de kleinere eenmanszaken, die tevreden zijn met hun huidige situatie. Onafhankelijkheid is vaak hun grootste motivatie. In de 4- en 5-meting gaf slechts 6% van de ondernemers aan helemaal geen investering nodig te hebben gehad noch in de toekomst te verwachten voor hun onderneming. Tijdens de 3-meting bedroeg dit nog 16%. In de huidige meting is dit percentage gestegen tot 31%. Een verklaring hiervoor kan zijn dat ondernemers door het huidige economische klimaat minder geld uitgeven en/of minder vertrouwen hebben in de mogelijkheden om financiering op te halen. In plaats van het aanschaffen van nieuwe apparatuur, kijken ze eerst rond bij wat ze zelf al bezitten. Hierdoor is een investering niet noodzakelijk.
Stijging ondernemers met hoog ambitieniveau zet niet door
In de 2-meting was het aantal ondernemers met een hoge ambitie 20%. In de 3- en 4-meting was dit sterk afgenomen tot respectievelijk 16% en 8%. In de 5-meting was het aantal ondernemers met een hoog ambitieniveau sterk gestegen tot 27%. In de huidige meting is dit percentage gezakt tot 19%. Van de geïnterviewde ondernemers gaf 48% aan een redelijk ambitieniveau te hebben. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de 5-meting en ongeveer gelijk met de 3- en 4-meting. Het aantal ondernemers met een laag ambitieniveau is met 29% ongeveer gelijk gebleven met de voorgaande metingen. Tenslotte heeft 4% aangegeven geen ambitie te hebben. Dit waren voornamelijk ondernemers die de onderneming niet als fulltime inkomstenbron beschouwden of waarvan de bedrijfsactiviteiten onderdeel uitmaakten van hun hobby. In Figuur 17 worden de meeste genoemde ambities per technologieniveau weergegeven. Evenals in de vorige metingen stonden internationale groei en marktleiderschap bovenaan in de lijst van high-tech bedrijven. Deze ondernemingen, streven vaak naar een relatief sterke omzetgroei evenals uitbreiding van het productenaanbod en uitbreiding van het personeelsbestand. De high-tech bedrijven lijken met hun uitspraken meer risico te nemen dan hun medium- en low-tech collega’s. Dit staat in contrast met de voorgaande metingen. Daarin werd het vinden van stabiliteit nog als belangrijk ervaren. Bij medium-tech bedrijven was de wens om te stabiliseren groter, evenals rustige en geleidelijke groei en uitbreiding van
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
30
activiteiten. Low-tech bedrijven wilden het liefst op de zelfde voet doorgaan en ervan kunnen leven. Figuur 17: Hoofdambities per technologieniveau
High-tech:
Medium-tech:
Internationaal groeien Explosieve omzetgroei Naamsbekendheid Product-ontwikkeling
High-tech bedrijven hebben het vaakst een hoog ambitieniveau
Low-tech:
Lokaal uitbreiden Nieuwe markten aanboren Stabiliteit Uitbreiding activiteiten
Zelfde voet doorgaan Ervan kunnen leven Gematigde omzetgroei Meer klanten
In Figuur 18 wordt de ambitie per technologieniveau weergeven. 48% van de high-tech bedrijven had in deze meting een hoog ambitieniveau. Dit is een daling ten opzichte van de 69% van de vorige meting, maar hoger dan de 4-meting (26%). Overigens had 43% een redelijk ambitieniveau, een stijging vergeleken met de 5-meting (23%). Geen van de high-tech bedrijven had een laag ambitieniveau, terwijl 10% van de ondervraagden geen ambitie had. In de 5-meting was dit net andersom: daar had 8% een laag ambitieniveau en geen enkele ondernemer geen ambitie. Het merendeel van de medium-tech en low-tech bedrijven gaf aan een redelijke ambitie te hebben (respectievelijk 48% en 49%). Figuur 18: Ambitie per technologieniveau
100% 90% 80%
31%
33%
43%
70% 60%
Laag
50% 48%
40% 30%
Redelijk 49%
48%
Hoog Geen
20% 16%
10% 0%
Bedrijven met een hoog ambitieniveau haalden gemiddeld de hoogste bedragen op
10%
6%
High-Tech
Medium-Tech
18%
Low-Tech
In Figuur 19 wordt het gemiddelde opgehaalde bedrag per ambitieniveau weergegeven. Net als in de afgelopen metingen, haalden ook in de 6-meting bedrijven met een hoog ambitieniveau gemiddeld het hoogste bedrag op (€189.086). Dit bedrag ligt echter een stuk lager dan in de 5-meting
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
31
(€578.021). Bedrijven met een lager ambitieniveau, haalden relatief lagere bedragen op. Bedrijven met een redelijke ambitie haalden gemiddeld €36.658 op en bedrijven met een lage ambitie gemiddeld €11.978. Bedrijven zonder ambitie haalden gemiddeld slechts €4.740 op. Bedrijven met een lage of geen ambitie zijn vooral eenmanszaken (84%)
Bedrijven met meer dan één werknemer haalden veel hogere bedragen op dan eenmanszaken
In dit onderzoek gaf 33% aan geen of een lage ambitie te hebben. Dit is hetzelfde als in de 5-meting, maar lager dan in de 4-meting (44%). 84% van deze groep gaf aan een eenmanszaak te zijn. Van de ondernemingen met maximaal één werknemer gaf 14% aan een hoog ambitieniveau te hebben. 37% van de eenmanszaken gaf aan een laag tot geen ambitieniveau te hebben. Van de bedrijven met meer dan één werknemer heeft 79% een hoog of redelijk ambitieniveau. De overige 21% gaf aan een laag tot geen ambitieniveau te hebben. Bedrijven met maximaal één werknemer haalden gemiddeld een investeringsbedrag op van €12.712 en bedrijven met meer dan één werknemer €204.822. Figuur 19: Gemiddeld opgehaalde investering per ambitieniveau
€ 700.000 Totaal € 600.000
Start Eerste ronde
€ 500.000 € 400.000 € 300.000 € 200.000
€ 100.000 €0
Hoog Aantal ondernemers met exit-strategie stijgt
Redelijk
Laag
Geen
Onderzoek naar de exit-strategie van de ondernemers is voor het eerst gedaan tijdens de 3-meting. Vooral voor professionele investeerders is het van belang om te weten of de onderneming waarin zij interesse hebben zo´n strategie heeft. In de 5-meting gaf slechts 9% van de ondernemers aan een duidelijke exit-strategie te hebben. In de 4-meting bedroeg dit percentage 22% en in de 3-meting 18%. In de huidige meting gaf 34% van de ondernemers in meer of mindere mate een exit-strategie te hebben. Er kan geen duidelijke koppeling worden gemaakt tussen tech-niveau en het hebben van een exit-strategie. Een groot deel van de eenmanszaken, gaf aan gemakkelijk de zaak op te kunnen doeken indien dit nodig was. Dit ging het gemakkelijkste bij ondernemers die alleen eigen kapitaal in de onderneming hadden gestoken. De meest genoemde exit-strategie onder de ondernemers was echter het opheffen van de onderneming.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
32
1.7 Achtergrond ondernemers en ondernemingen Sinds de 3-meting wordt er onderzoek gedaan naar de achtergrond van ondernemers en bedrijven. Zodoende kan er een beeld worden gecreëerd van de invloed van de ervaring van een ondernemer op de bedrijfsvoering en op het succes bij het ophalen van een financiering. In deze meting gaf 24% van de ondernemers aan dat hun huidige bedrijf niet het eerste bedrijf was dat ze hadden gestart. Dit getal ligt aanzienlijk hoger dan in de 5-meting (11%), maar ongeveer gelijk met die van de 3en 4-meting, met respectievelijk 22% en 20%. Het percentage high-tech ondernemers dat met ervaring een bedrijf heeft opgestart was in de 4meting 56%. In de 5-meting was dit percentage aanzienlijk lager. In de huidige meting gaf 52% van de high-tech ondernemers aan eerder een bedrijf te hebben gestart. Voor medium-tech ondernemers was dit percentage 25% en voor low-tech ondernemers 14%. Ondernemers met ervaring hebben gemiddeld hoger ambitieniveau
Ervaring heeft positief effect op de hoogte van het opgehaalde bedrag
Net als in de vorige metingen is in deze meting geen verband gevonden tussen de achtergrond van de ondernemer en het starten van een bedrijf met een bepaald technologieniveau. Er bleek wel een verband te bestaan tussen ambitie en ervaring. Ondernemers met ervaring, hadden vaker een hoog tot redelijk ambitieniveau, 36% elk. Dit beeld komt overeen met de vorige metingen. Ervaren ondernemers haalden gemiddeld €99.858 op en ondernemers zonder ervaring €14.053. In de 5-meting was dit anders. Toen haalden ervaren ondernemers €208.040 op en onervaren ondernemers €247.291. In de 4-meting was het gemiddeld opgehaalde bedrag door ervaren werknemers (€386.679) ook veel hoger dan dat van onervaren werknemers (€124.274). Ondernemers die eerder een bedrijf hadden gestart kregen in 4% van de gevallen een financiering van een bank. Dit was iets meer dan nieuwe ondernemers (3%). Het is niet gebleken dat banken vaker deelnamen aan seed- of eerste ronde-investeringen van ervaren ondernemers.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
33
1.8 Spin-offs Er is onderzocht of spin-offs andere ambities en/of financieringsbehoeften hebben. De geïnterviewden is gevraagd of hun bedrijf een spin-off is van een andere organisatie. 8% van de ondernemers gaf aan een spin-off te zijn. In de 5-meting was 9% van de ondervraagden een spin-off. 24% van het aantal high-tech bedrijven gaf aan een spin-off te zijn. Dit is een stijging ten opzichte van de vorige meting (20%). In de 4-meting gaf 16% aan een spin-off te zijn. Spin-offs zijn ambitieuzer
Het gemiddeld opgehaalde bedrag is hoger voor spinoffs
De ondernemingen die aangaven een spin-off te zijn, bleken een hoger ambitieniveau te hebben. Dit was ook in de 3-, 4-, en 5-meting het geval. Van het totaal aantal spin-offs gaf 48% aan een hoge ambitie te hebben. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de 5-meting waar 45% aangaf een hoge ambitie te hebben. 33% van de ondervraagden gaf aan een redelijk ambitieniveau te hebben. 14% had een lage ambitie en slechts 5% had geen ambities. Spin-offs haalden gemiddeld hogere bedragen (€92.063) op dan andere bedrijven (€32.586). Dit komt overeen met de 4- en 5-meting.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
34
1.9 Het huidige economische klimaat Veel ondernemers ondervinden gevolgen van het huidige economische klimaat
Europa verkeert sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2007 in economische zware tijden. Ook in Nederland is de economie na licht herstel in 2010, verder verzwakt door de crisis in de eurozone. Tijdens de huidige meting is Nederland in een milde recessie beland. In de afgelopen drie metingen is de ondernemers gevraagd of ze gevolgen ondervinden van het economische klimaat. In de 3-meting gaf 22% aan gevolgen te ondervinden van het economische klimaat. In de 4- en 5-meting gaf ruim 50% van de gevraagde ondernemers dit aan. De belangrijkste gevolgen voor de ondernemers waren een daling van de omzet, terugloop van de vraag, uitstel van betalingen en druk op de tarieven. Tijdens deze meting gaf wederom 50% van de ondernemers aan effecten te ondervinden van het huidige economische klimaat. 47% ondervond geen effect op hun onderneming en 2% wist het niet. 91% van de ondernemers die gevolgen ondervonden van het huidige economische klimaat, ondervonden negatieve gevolgen. De grootste negatieve gevolgen van het huidige economische klimaat waren: een omzetdaling, terugloop van het aantal opdrachten, druk op de tarieven en latere betalingen. De overige 9% ondervond positieve gevolgen. Dit waren vooral bedrijven met een concurrentievoordeel door lagere prijzen voor hetzelfde product, voornamelijk in de sector ‘Computerservice- en informatietechnologiebureaus’. Eén ondernemer was bijvoorbeeld een online platform gestart dat vraag en aanbod van nieuw aan te schaffen producten met elkaar verbindt. Een ander ontwikkelt software die via internet bediend kan worden.
Ondernemers die gevolgen ondervonden van het economische klimaat haalden minder geld op
Ondernemers zijn veel pessimistischer in hun verwachtingen over het economische klimaat
In de huidige meting haalden ondernemers die geen gevolgen van het huidige economische klimaat ondervonden gemiddeld €116.949 op. Ondernemers die wel gevolgen van het huidige economische klimaat ondervonden haalden een lager bedrag op (€46.868). In de 5-meting verwachtte 19% van de geïnterviewden te maken te krijgen met negatieve gevolgen in de toekomst. In de 4-meting was dit 20%. Veel van de ondervraagden verwachtten de komende jaren nog geen echte verbetering van het economische klimaat. In de 6-meting gaf 52% aan in de toekomst nog effect te verwachten van het economische klimaat. Hiervan verwachtte 89% dat het economische klimaat niet op de korte termijn zal aantrekken. De overige 11% dacht dat het economische klimaat wel op de korte termijn zal aantrekken. Net zoals in de afgelopen twee metingen waren er ondernemers (2%) die niet zeker waren of ze gevolgen ondervonden van het huidige economische klimaat. De meeste ondernemers waren gestart tijdens economisch moeilijke tijden en wisten niet hoe het zou zijn in een beter economisch klimaat. Sommige ondernemers bleven positief. Ze waren er van overtuigd dat als ze het kunnen redden in moeilijke tijden, dat het alleen maar beter kan gaan wanneer het economische klimaat aantrekt.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
35
2 Venture Capital klimaat Europa verkeert sinds 2007 in economisch zwaar weer. Desondanks bleek uit voorgaande metingen dat de impact op venture capital-investeringen in Nederland (en ook in Europa) beperkt bleef. In 2008 vond er weliswaar een daling plaats in deal-activiteit, maar het niveau bleef hoog in de daaropvolgende jaren. Vooral de regionale investeerders en de Seedfondsen die worden ondersteund via de Seed Capital-regeling van het Ministerie van EL&I (vanaf nu aangeduid als Seed-fondsen) hielden de markt op peil. Het totaal geïnvesteerde bedrag nam wel elk jaar verder af. Opvallend was de afname van vroege fase-investeringen nadat de kredietcrisis uitbrak tot slechts 45% van alle deals in 2010. Tijdens de 5-meting waren de VCs iets minder optimistisch over hun verwachtte deal-activiteit dan een jaar eerder. Er werden voor 2011 geen grote veranderingen voorspeld en de investeerders gaven aan voorzichtiger te zijn. Wel waren ze gematigd positief over het economische klimaat, waarbij ook de exit-markt weer aantrok. Dit hoofdstuk gaat in op de stand van zaken met betrekking tot venture capital-investeringen in Nederland in 2011 en op de veranderingen ten opzichte van de voorgaande jaren. Daarnaast geeft het een vergelijking van de trends in Europa. Ook wordt verder ingegaan op de plannen en verwachtingen van VCs. 2.1 Methodiek De investeringsgegevens die zijn gebruikt voor analyses in dit hoofdstuk worden door Tornado Insider (TI) dagelijks getraceerd en verwerkt. Data van technologiegerelateerde venture capital deals in Europa worden onder meer vergaard uit persberichten en gegevens die worden toegestuurd, door middel van telefoon- en email-enquêtes onder investeerders en met behulp van technologieën om nieuws op het Internet te traceren. Om trends in de tijd goed te kunnen weergeven, beslaat dit onderdeel van het onderzoek de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2011. Er wordt specifiek ingegaan op de resultaten van voorgaande metingen, om de dynamiek aan te geven van de Nederlandse venture capital markt. De analyse van de vergaarde gegevens omvat het investeringsniveau (aantal investeringen en bedrag) en een verdeling van de deals op basis van sectoren, rondes en technologieniveau. Daarnaast zijn verschillende karakteristieken van de betrokken investeerders bestudeerd, zoals de bijdrage van Nederlandse investeerders ten opzichte van buitenlandse, de herkomst van de buitenlandse investeerders, en het aandeel van regionale VCs en Seed-fondsen in het investeringsklimaat. De investeerders bestaan uit één of meer VCs of durfkapitalisten (zowel regionaal, nationaal als internationaal georiënteerde VCs), corporate investors en – vooral in de vroege jaren van dit onderzoek – incubators en accelerators.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
36
De venture capital-investeringen in dit onderzoek zijn uitsluitend aandelentransacties en/of deals met een converteerbare lening component. Typische private equity deals zoals buy-outs zijn niet meegenomen. Het onderzoek bevat ook investeringen met bedragen die niet bekend zijn gemaakt. Enerzijds zijn dit bedragen die wel bekend zijn bij Tornado Insider maar op verzoek van de desbetreffende partijen verborgen worden gehouden. Deze bedragen zijn wel meegenomen in de analyses. Anderzijds zijn er daadwerkelijk onbekende bedragen. Hiervoor zijn gemiddelden berekend op basis van vergelijkbare Europese investeringen binnen dat jaar, de sector, en de ronde, en/of de gemiddelde investeringsbedragen van de investeerders in kwestie. Onderzocht zijn de investeringen in technologiebedrijven (zie methodiek van hoofdstuk 1). In navolging van eerdere metingen gaat deze studie uit van de sectorverdeling voor technostarters volgens de SBI ‘93-codering van het CBS (bijlage 1). Bij de 0-meting werd de Tornado Insider sectorverdeling gebruikt (zie bijlage 2). Aangezien deze een beter beeld geeft van de types technologie (i.p.v. de meer verticale verdeling van het CBS) en aansluit bij de investeringsfocus van VCs, zijn de analyses ook voor deze sectoren weergegeven (zie bijlage 3 voor de grafieken). Bijlage 5 geeft inzicht in het verband tussen de SBI-indeling en de Tornado Insider sectoren aan de hand van de verdeling van de Nederlandse investeringen per sector. Tot slot is een aantal investeerders geïnterviewd om een beeld te krijgen van hun blik op de huidige markt van technologie-investeringen. Dit is eveneens in alle voorgaande studies gedaan. De analyse gaat in op veranderingen in de sentimenten over de jaren. Bijlage 7 toont de vragen die aan de VCs zijn gesteld.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
37
2.2 Venture capital-investeringen 2.2.1 Venture capital-activiteit Figuur 20 geeft het niveau van venture capital-investeringen in Nederlandse technologiebedrijven weer per jaar voor de periode van 2000 tot en met 2011. Het toont de snelle daling in de eerste jaren na het knappen van de Internet bubbel, het herstel van 35 deals in 2002 tot 110 deals in 2007 en het effect van de kredietcrisis in 2008 (daling tot 94 deals). De impact van deze laatste crisis viel mee: het niveau was nog altijd hoog en in 2009 steeg het aantal deals weer tot 102. In 2010 nam de activiteit iets af tot 99 investeringen. Grote op- en neergaande trends in deal-activiteit zijn de afgelopen jaren niet meer voorgekomen. Het aantal investeringen schommelde rond de 100 VC investeringsper jaar. In 2011 werden exact 100 investeringen gerapporteerd; 1 deal activiteit stabiliseert tot 100 deals in 2011 meer dan in 2010. Dit komt overeen met de voorspellingen van VCs tijdens de 5-meting, namelijk voorzichtigheid en weinig verandering. Figuur 20: VC investeringen in Nederlandse technologiebedrijven per jaar 1200
140
VC financiering
VC investeringen
VC financiering (in €M)
1000
100 800 80 600
60
424
380
400
194 200
190 98
330
294
293
277
130
20
0
2000
€277 miljoen opgehaald in 2011; daling van 6% t.o.v 2010
40
203
0
Totaal geïnvesteerd bedrag daalt elk jaar sinds 2007.
120
Aantal investeringen
1059
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Het totaal geïnvesteerde bedrag per jaar wordt ook in Figuur 20 getoond. Tot en met 2007 is de trend in totaal geïnvesteerd bedrag grotendeels vergelijkbaar met die van deal-activiteit. Het enige verschil is dat het laagste bedrag in 2003 is gemeten, terwijl de deal-activiteit toen al weer toenam. Na 2007 is het geïnvesteerde bedrag elk jaar gedaald, terwijl dealactiviteit sinds 2008 rond de 100 schommelt. Blijkbaar heeft de kwakkelende economie meer effect op de deal groottes dan op het aantal investeringen. Ook in 2011 werd er minder geld opgehaald door Nederlandse technologiebedrijven dan het jaar er voor. In totaal haalden de 100
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
38
investeringen een bedrag op van €277 miljoen. Dit betekent een daling van 6% ten opzichte van 2010 (€293 miljoen) en van 27% ten opzichte van 2007 (€380 miljoen).
Veel activiteit in Q2 2011 met 36 deals
Gemiddelde investeringsbedrag daalt naar €2,8 miljoen in 2011
De stijging in deal-activiteit per kwartaal in 2010 (5-meting) tot 32 investeringen in het laatste kwartaal, kreeg geen vervolg in 2011. In het eerste kwartaal van 2011 werd in 24 bedrijven geïnvesteerd (€47 miljoen). Het tweede kwartaal van 2011 liet de meeste activiteit zien met 36 deals (€108 miljoen). Dit was het hoogste niveau sinds Q4 2007 (40 deals). In de daaropvolgende kwartalen was het aantal deals lager met 19 in Q3 2011 (€52 miljoen) en 21 in Q4 2011 (€70 miljoen). Figuur 21 laat de gemiddelde deal-grootte zien per jaar voor de periode van 2000 tot en met 2011. Na een stijging vanaf een dal in 2003, heeft het gemiddelde bedrag vanaf 2005 tot en met 2008 rond de €3,5 miljoen gelegen. Na het uitbreken van de kredietcrisis is het gemiddelde gedaald naar €2,9 miljoen in 2009 en €3,0 miljoen in 2010. In 2011 zakte het investeringsbedrag met 6% naar €2,8 miljoen; het laagste gemiddelde sinds 2004. Figuur 21: Gemiddeld VC investeringsbedrag in Nederland per jaar 9,0
8,5
8,0 7,0 6,0
5,5 5,0
5,0 3,7
4,0 3,0
3,4
3,5
3,5
2,6
2,9
3,0
2009
2010
2,8
2,1 2,0 1,0 0,0 2000
Afname aandeel grote investeringen houdt aan in 2011
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2011
Om een nog beter beeld te krijgen van de bedragen die worden geïnvesteerd in Nederlandse technologiebedrijven, is naar de verdeling in deal-groottes gekeken (Figuur 22). In 2007 (12%) en 2008 (16%) was het percentage deals kleiner dan €250.000 relatief laag. Het aandeel van dergelijke kleine deals bedroeg in 2009 30%. In 2010 (27%) en 2011 (28%) werden ook relatief veel kleine investeringen geregistreerd. In de 5meting werd voor 2010 een hoog percentage deals gerapporteerd van €250.000 tot €500.000, namelijk 24%. Dit aandeel daalde in 2011 tot 15%. Opvallend in 2011 was het relatief hoge aantal deals van €500.000 tot €1 miljoen (21%), en €1 miljoen tot €2,5 miljoen (16%). De percentages voor
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
39
de grootste investeringen waren sterk afgenomen in 2011: slechts 6% van was tussen de €5 miljoen en €10 miljoen en 7% een bedrag van €10 miljoen en hoger. Figuur 22: Grootteverdeling VC investeringen in Nederland per jaar
0%
20%
40%
60%
80%
100%
2004 2005 0 - €250.000
2006
€250.000 - €500.000 €500.000 - €1.000.000
2007
€1.000.000 - €2.500.000
2008
€2.500.000 - €5.000.000 €5.000.000 - €10.000.000
2009
≥ €10.000.000
2010 2011
Er werden in 2011 drie investeringen opgehaald die veel groter waren dan de rest. De grootste investering was die in Avantium Technologies, een ontwikkelaar van groene bouwstenen voor de productie van materialen en brandstoffen. Het haalde €30 miljoen op. AM-Pharma, een biofarmaceutisch bedrijf met een focus op de ontwikkeling van Alkaline Phosphatase voor de behandeling van ontstekingsziekten ontving een vierde ronde-investering van €29,2 miljoen. arGEN-X, een ontwikkelaar van therapieën voor de behandeling van auto-immuunziekten, ontstekingen en oncologie, heeft een twee ronde-investering van €27,5 miljoen aangetrokken. 2.2.2 Positie Nederlands venture capital in Europa Voorgaande metingen lieten zien dat het uitbreken van de Internet crisis eind 2000 een relatief grote impact op Nederland had. Nederland bezette in 2000 de vierde positie in Europa voor zowel het aantal investeringen als het totaal geïnvesteerd kapitaal. Het viel terug op de Europese VC ranglijst tot positie 8 voor investeringsactiviteit in 2002 en positie 9 voor het totaal opgehaalde bedrag in 2004. Pas in 2007 nam Nederland de vierde rang weer in voor zowel financiering als deal-activiteit en stond deze tot en met 2011 slechts één keer af: voor financiering werd in 2009 plaatsgemaakt voor Zwitserland. Figuur 23 toont het Nederlandse aandeel per jaar ten opzichte van alle venture capital-investeringen in Europa. Het percentage wordt gegeven voor het aantal deals en het totale bedrag. © 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
40
Figuur 23: Aandeel NL in Europese technologie venture capital activiteit
9%
8,3%
8% 7%
7,5%
7,3% 6,3%
6,2%
7,8%
8,1% 8,0%
7,2%
5,4% 4,5%
5,2%
4,9% 4,9%
6,9%
6,2%
6,0%
6% 5%
8,3%
8,0%
5,2%
4,5% 4,0%
4%
3,4%
3,1%
3% 2% 1%
2000
Nederlandse aandeel in Europese VC dealactiviteit stijgt tot 6,9% in 2011
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
0%
2011
Van 2007 tot en met 2009 lagen de percentages van Nederlandse investeringen rond de 8% van het Europese totaal voor zowel financiering en deal-activiteit. Deze waardes werden zelfs in 2000 niet behaald. In 2010 daalde het aandeel deal-activiteit naar 6,2% van het totaal in Europa. Het percentage voor het totaalbedrag bleef dat jaar redelijk op niveau met 8,0%. In 2011 steeg het aandeel Nederlandse deals in Europa weer iets tot 6,9%. Het totaal geïnvesteerde kapitaal daalde echter tot 7,2% van het Europese totaal.
Zoals uit de verschuiving van de percentages van het Nederlandse aandeel blijkt, verschilt de Europese investeringstrend iets van de Nederlandse. In Europese VC liet in Nederland nam het aantal deals tussen 2010 en 2011 met 1 toe, terwijl het 2011 een lichte aantal technologie-gerelateerde deals in Europa licht afnam van 1099 in daling in activiteit 2010 tot 1092 in 2011. Europese bedrijven haalden in 2011 €4,9 miljard op, zien , terwijl het geïnvesteerde bedrag precies gelijk aan 2010. In Nederland werd in 2011 een daling van 6% gelijk bleef aan 2010 geregistreerd in financiering ten opzichte van 2010. Bij de vergelijking van venture capital activiteit in Nederland met de rest van Europa dient wel een kanttekening te worden geplaatst. Het Nederlands aandeel op Europese schaal is enigszins overgewaardeerd. Nederland is namelijk het enige land waar Tornado Insider elk jaar specifiek onderzoek doet. Dit, in combinatie met de overzichtelijkheid van de markt door de relatief beperkte schaal, zou kunnen leiden tot een betere dekking van de aanwezige activiteit in Nederland. Indien er daadwerkelijk sprake zou zijn van een overwaardering, dan is dit echter voor elk jaar hetzelfde. De besproken trends vormen dus een reële afspiegeling van de werkelijkheid.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
41
2.2.3 Activiteit investeerders in Nederland
96 investeerders waren in Nederland actief in 2011, het hoogste aantal sinds 2000
In Figuur 24 staat het aantal actieve investeerders in Nederlandse bedrijven per jaar. Ook hier blijkt de enorme impact van de Internet crisis na 2000, met een daling van 73% tot slechts 33 verschillende investeerders in 2005. De daaropvolgende sterke stijging tot 83 investeerders in 2007 was mede te danken aan de opkomst van de Seed-fondsen en een toename van het aantal buitenlandse VCs die actief waren in Nederland. Na een daling in de daaropvolgende jaren nam het aantal toe tot 91 investeerders in 2010. In 2011 kreeg de toename een vervolg en werden 96 verschillende investeerders geteld, het hoogste aantal sinds 2000. Figuur 24: Aantal actieve investeerders in Nederland per jaar
140
121 120 100
95
91 83
80 60 40
51
72
52
49 39
79
96
33
20
0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Gemiddeld aantal VCs per deal is 1,8 in 2011, het hoogste niveau sinds 2001; gemiddeld aantal deals per VC het laagst sinds de Internet crisis
PPM Oost meest actieve investeerder ooit in Nederland gerapporteerd
Aandeel regionale VCs in Nederlandse deals neemt iets af tot 43%
Gerelateerd aan het hoge aantal actieve investeerders in 2010 en 2011 nam ook het aantal investeerders per deal toe. Het gemiddelde aantal bedroeg in 2009 1,4 per deal. Dit was in 2010 toegenomen tot 1,6. Het aantal VCs per investering in 2011 was 1,8. Dit gemiddelde is het hoogste sinds 2001 (2,3). Omgekeerd was er een daling in het gemiddelde aantal deals per investeerder van 1,09 deals in 2010 tot 1,04 in 2011. Alleen in de jaren van de Internet crisis werden lagere gemiddeldes gemeten. In navolging van voorgaande jaren waren ook in 2011 regionale fondsen het meest actief in Nederland. Zes van dergelijke fondsen stonden bovenaan de ranglijst van meest actieve investeerders. Sinds 2007 staat PPM Oost op de eerste plaats van de lijst. In 2011 rapporteerde deze investeerder zelfs 23 deals. Dit is het hoogste aantal technologie-investeringen per jaar dat ooit door Tornado Insider voor een investeerder in Nederland is gemeten. Op de tweede plaats in 2011 kwam Technofonds Flevoland met 7 deals. Vier regiogebonden VCs rapporteerden 4 deals. Acht investeerders, waarvan zes niet regionaal opereren, hadden 3 investeringen gedaan in 2011. De voorname rol die regionale fondsen spelen in Nederland wordt getoond in Figuur 25. De grafiek geeft het percentage investeringen met één of meer regionale fondsen ten opzichte van het Nederlands totaal. Het aandeel van
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
42
deze investeerders in Nederlandse technologie-deals kende een piek in 2005, toen ze deelnamen aan 65% van de investeringen. De betrokkenheid daalde vervolgens tot 40% in 2008 en steeg weer in 2009 tot 50%. Hierna daalde het aandeel weer tot 47% in 2010 en 43% in 2011. Het lage percentage in 2011 is mogelijk een onderwaardering. Twee regionale fondsen konden de dealgegevens voor 2011 niet (op tijd) opsturen, waardoor wellicht niet alle activiteiten van deze fondsen zijn meegenomen. Daarnaast hield één regionaal fonds tijdelijk op met investeren. Figuur 25: Aandeel regionale fondsen in Nederlandse VC investeringen
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
65%
2004
Activiteit van Seedfondsen neemt toe tot 31 deals in 2011
50%
46%
2005
2006
43%
40%
2007
2008
50%
47%
2009
2010
43%
2011
Het aandeel van alle Nederlandse venture capital-investeringen waarin één of meer Seed-fondsen deelnamen, wordt in Figuur 26 weergegeven. In eerdere metingen is aangegeven dat de regeling in zeer korte tijd een grote impact had op het venture capital klimaat in Nederland. Binnen twee jaar waren Seed-fondsen al betrokken bij 29% van alle deals (in 2007). Een jaar later was dit aandeel zelfs opgelopen tot 31%, ondanks dat het absolute aantal investeringen van Seed-fondsen afnam van 32 in 2007 tot 29 in 2008. Na een afname tot 20% in 2009 (20 deals), nam het percentage in 2010 toe tot 27% (27 deals). Deze toename zette door in 2011 toen 31 deals door Seed-fondsen werden gerapporteerd, overeenkomend met 30% van het Nederlandse totaal. Figuur 26: Aandeel Seed-fondsen in Nederlandse VC investeringen
35%
29%
30%
31% 27%
25% 20%
30%
20%
17%
15% 10%
5%
2%
0%
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
De investeringsactiviteit van buitenlandse VCs in de Nederlandse markt is afhankelijk van zowel de aantrekkingskracht van Nederlandse technologiebedrijven op internationale VCs als de staat van de internationale VC markt en de bereidheid tot het nemen van risico’s. Het aantal actieve buitenlandse investeerders in Nederlandse bedrijven ten © 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
43
opzichte van het aantal actieve Nederlandse VCs wordt getoond in Figuur 27. Uit de grafiek blijkt dat het aandeel buitenlandse VCs vanaf 2003 schommelde tussen de 30% en 38%. In 2010 lag het percentage op het hoogste punt van dit bereik met 38%. In 2011 was dit aandeel gedaald tot 34%. Dit percentage kwam overeen met 33 actieve buitenlandse VCs, een lichte daling ten opzichte van de 35 buitenlandse VCs die in 2010 in Nederland actief waren. Zulke hoge aantallen werden sinds 2001 echter niet waargenomen.
Nederlandse tech bedrijven blijven in 2011 interessant voor buitenlandse VCs
Figuur 27: Aantal buitenlandse versus Nederlandse actieve VCs per jaar
100% Nederlands 80%
Buitenlands 44%
51%
51%
62% 60%
70%
67%
69%
64%
67%
68%
30%
33%
31%
36%
33%
32%
2004
2005
2006
2007
2008
2009
62%
66%
38%
34%
2010
2011
40% 56%
20%
49%
49% 38%
0% 2000
2001
2002
2003
Niet verrassend is dat individuele buitenlandse VCs beduidend minder investeringen per jaar in Nederland maken dan hun lokale collega’s. Zo waren er in 2011 maar drie investeerders die meerdere investeringen in Nederlandse technologiebedrijven maakten. Atomico Investments, Capricorn Venture Partners en Wellington Partners maakten ieder 2 deals. Voorgaande metingen gaven aan dat Nederlandse investeerders elk jaar bij ongeveer 90% van de deals betrokken zijn. In 2011 kwam dit percentage precies op 90% uit. Het buitenlandse aandeel komt sinds 2003 zelden boven de 20% uit. In 2010 namen één of meer buitenlandse partijen deel aan 19% van alle deals. In 2011 was dit percentage toegenomen tot 23%, het hoogste aandeel sinds 2002. Buitenlandse VCs zien niet altijd een noodzaak om samen met een lokale partij te co-investeren. In de jaren 2007 tot en met 2009 waren Nederlandse partijen bij slechts rond de 55% van alle deals met buitenlandse deelname betrokken. In 2010 nam dit percentage af tot 47%. In 2011 nam het percentage Nederlandse deelname in ‘buitenlandse’ deals weer toe tot 55%. Net zoals in alle voorgaande metingen waren investeringen met buitenlandse deelname gemiddeld veel groter dan die met enkel Nederlandse VCs. In 2011 waren de investeringen met © 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
44
buitenlandse VCs gemiddeld bijna 3 keer zo groot als deals met Nederlandse VCs. Gemiddeld nemen meer investeerders per deal deel bij buitenlandse betrokkenheid, dan bij deals met alleen Nederlandse VCs. In 2011 was dit verschil niet zo groot als in veel andere jaren: bij Nederlandse investeerders was 1,6 investeerder per deal betrokken en bij buitenlandse deelname 1,7. Figuur 28 geeft per jaar de verdeling van de zeven meest actieve landen in Nederlandse technologieondernemingen. 2011 bleek het tweede opeenvolgende jaar dat investeerders uit de Verenigde Staten (26%) het meest actief waren in Nederland. De tweede plaats in 2011 was voor VCs uit het Verenigd Koninkrijk (VK), een opvallende stijging naar 16% na twee jaar van weinig activiteit. Duitse investeerders toonden in 2011 iets meer interesse dan in 2010, en deelden de derde plaats met Franse VCs (beide 13%). Na veel activiteit van Belgische investeerders in 2007 en 2008, nam hun aandeel in 2011 verder af tot 10%.
In navolging van 2010 zijn VCs uit de VS meest actief in Nederland in 2011
Figuur 28: Aandeel top 7 landen bij investeringen met buitenlandse VCs 100%
80%
60%
8% 3% 8% 5% 8%
13% 7%
8%
14%
15% 9%
20%
15% 21%
22%
18%
11%
10%
11%
10%
17%
26%
22%
29% 31%
54% 20%
28% 20%
15%
21% 9%
29% 3% 6%
7% 17%
26%
22%
19%
3% 6% 13% 13%
13% 3%
10%
28%
Luxemburg Zwitserland Duitsland België
16%
VK VS
4% 21%
Overige
Frankrijk
13% 3%
21% 19%
20%
13% 31%
11%
26%
18%
28% 0%
9%
4% 4%
7%
27% 10%
40%
7%
11%
30%
14% 8%
10%
9% 9%
23%
6% 6%
26%
11%
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 (n=39) (n=46) (n=13) (n=14) (n=11) (n=10) (n=18) (n=31) (n=27) (n=24) (n=32) (n=31)
2.2.4 Rondeverdeling venture capital Figuur 29 toont de distributie van vroege fase- en vervolginvesteringen in Nederlandse technologiebedrijven. Hierbij worden seed- en eerste rondeinvesteringen tot vroege fase-investeringen gerekend. Vervolginvesteringen zijn alle tweede en verdere rondes.
De helft van de deals in 2011 waren in de vroege fase
De start van de Seed Capital-regeling in 2005 had al snel een significante impact op het aandeel vroege fase-investeringen. Dit percentage nam in 2006 een vogelvlucht tot 77% van alle VC investeringen in Nederland van dat jaar. Het niveau van vroege fase-investeringen bleef hoog in 2007 (72%), waarna het aandeel jaarlijks verder afnam tot slechts 45% in 2010, ondanks een toename van activiteit van de Seed-fondsen in dat jaar. Wellicht is dit een gevolg van de kredietcrisis. In 2011 steeg het aandeel
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
45
weer wat en vond 50% van alle Nederlandse technologie-investeringen in de vroege fase plaats. Figuur 29: Rondedistributie VC investeringen in Nederland per jaar
100%
17% 80%
23% 36%
44% 58%
50%
28%
42%
38%
38%
55%
50%
45%
50%
2010
2011
60%
40%
83%
77% 64%
56% 42%
20%
50%
72%
58%
63%
62%
Vervolg investeringen Vroege fase investeringen
0% 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Figuur 30 laat de rondeverdeling zien voor het totaal opgehaalde bedrag. Tussen 2000 en 2007 zijn de schommelingen in de verhouding vroege tot latere fase erg groot. De afgelopen vier jaar waren redelijk stabiel. Het aandeel van vroege fase-financiering van het totaalbedrag was telkens laag: in 2011 23%. Verschil deal-grootte vroege fase t.o.v. vervolginvesteringen groter in jaren van dalende VC trends
Het percentage vroege fase-financiering ligt structureel een stuk lager dan het percentage voor vroege fase-deals (Figuur 29). Dit valt te verklaren met de gemiddeld kleinere deal-groottes bij vroege fase-investeringen. Opvallend is dat dit verschil tussen het aandeel vroege fase-deals (Figuur 29) en het aandeel vroege fase-financiering (Figuur 30) groter wordt in jaren waarin het aandeel vroege fase afneemt. Dit geeft aan dat in onzekere tijden VCs niet alleen minder vaak investeren in de vroege fase, maar dat ze ook minder geld investeren per vroege fase-deal ten opzichte van latere fase-deals.
Seed-fondsen betrokken bij 82% van de Nederlandse vroege fase-deals in 2011
Het belang van de Seed-fondsen voor het totale VC klimaat in Nederland is aanzienlijk, maar de impact van de regeling op vroege fase-investeringen is nog groter. Uit eerdere metingen bleek dat ze in 2008 (co)investeerden in 80% van alle deals in deze fase. Dit percentage nam af in 2009 tot 45%, maar steeg weer tot 66% in 2010 en 82% in 2011. 3 van de 31 Seedfondsinvesteringen in 2010 waren vervolginvesteringen. Het aandeel van regionale investeerders in vroege fase-investeringen in 2011 was gelijk aan hun aandeel in alle Nederlandse investeringen in dat jaar: 43%.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
46
Figuur 30: Rondedistributie VC financiering in Nederland per jaar
100% Vervolg investeringen 80%
38%
50%
63%
70%
60%
47% 61%
Vroege fase investeringen 59%
90%
81%
81%
76%
77%
19%
19%
24%
23%
2008
2009
2010
2011
40% 62%
50%
20%
37%
30%
53%
39%
41%
10%
0% 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2.2.5 Sectorverdeling venture capital De jaarlijkse verdeling van de VC investeringen in Nederlandse technologiebedrijven wordt in Figuur 31 getoond voor de tien belangrijkste sectoren, in de periode 2006 tot en met 2011. De verdeling van eerdere jaren staat in de rapportage van de 5-meting. De eerste kolom aan de linkerzijde toont de verdeling voor alle deals van 2001 – 2011. Deze dient als referentie en geeft een beeld van de verschuiving in populariteit van sectoren in de tijd. Figuur 31: Sectordistributie aantal VC investeringen in Nederland per jaar 100%
80%
60%
3% 3% 6%
3% 7%
10%
7%
8% 1% 8%
8%
5%
13%
5% 7%
3% 4%
4%
7%
12%
9% 9% 1% 8% 5%
8% 3% 7%
11%
5% 1% 9%
3% 5% 5%
11%
15%
16% 7%
9%
11%
3%
5% 1%
3%
11%
10%
8% 2%
1% 6% 2%
41%
40%
2%
40% 43%
35%
43%
35%
37%
Andere sectoren Verv. van overige chemische eindproducten Verv. van machines en apparaten Verv. van instrumenten
Verv. van farmaceutische producten Verv. van over. elektrische machines, apparaten en benodigdheden Verv. van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur Telecom Computerservice- en informatietechnologiebureaus Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk
20%
12%
15%
2001 – 2011
2006
11%
15%
14%
2008
2009
10%
12%
2010
2011
0% 2007
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
47
Computerservice- en IT-bureaus blijven meest populair met 40% van de deals in 2011, Instrumenten stijgt tot 15%
De verhouding tussen de sectoren over de getoonde zes jaren laat weinig uitschieters zien. Ook de jaarlijkse verschillen ten opzichte van de totalen in de eerste kolom zijn niet groot. Computerservice- en informatietechnologiebureaus zijn de dominante sector: het haalde 43% van alle investeringen over de hele periode 2001 – 2011 op. Ook in 2011 werd het overgrote deel van de deals (40% van het totaal) geïnvesteerd in deze sector. De tweede sector in 2011 was Instrumenten met een aandeel van 15% van alle Nederlandse technologiedeals. Alleen in 2009 (16%) was het aandeel van deze sector hoger. Gemiddeld voor de hele periode sinds 2001 staat deze sector op de derde plaats met 10%. Op de derde plaats in 2011 staan Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk, met 12% gelijk aan het gemiddelde aandeel voor de hele periode. De vierde rang werd ingenomen door de sector Farmaceutische producten, die 11% van deals ophaalde. Dit is het hoogste niveau voor die sector van de afgelopen jaren. Alleen in 2004 (14%) en 2005 (18%) lag het aandeel voor deze sector hoger. In de 5meting stonden Farmaceutische producten en Machines en apparaten op een vierde plaats met 9%. In deze meting zakte Machines en apparaten terug tot 5%, goed voor een gedeelde zesde plaats. Figuur 32: Sectordistributie geïnvesteerd VC bedrag in Nederland per jaar 100%
1% 8%
1%
1% 4% 1% 10%
8% 80%
14% 15%
27%
1% 60%
0,3% 2% 2% 8% 17% 4%
11%
23%
2%
24%
9%
9% 0,3% 15%
11%
40% 1% 35%
44%
14% Verv. van instrumenten
4% 5%
25%
31%
3%
0,1%
Verv. van over. elektrische machines, apparaten en benodigdheden Verv. van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur Telecom
24% Computerservice- en informatietechnologiebureaus Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk
26% 26%
18%
Verv. van farmaceutische producten
0,4%
20%
13%
Andere sectoren Verv. van overige chemische eindproducten Verv. van machines en apparaten
16%
3% 14%
16%
0,5% 2% 0,4% 1% 4% 10%
17%
16%
3%
7%
1%
7%
0,2% 13%
2%
20%
13%
11%
19% 7%
0% 2001 – 2011
2006
2007
2008
2009
2010
2011
De sectorverdeling op basis van het opgehaald bedrag staat voor dezelfde periode gegeven in Figuur 32. Deze toont een heel ander beeld dan Figuur 31. Ook is er meer variatie tussen jaren. In eerdere metingen werd aangegeven dat de kapitaalbehoefte van bedrijven sterk sectorafhankelijk is. Sectoren laten daardoor verschillende deal-groottes zien. Gedurende de jaren 2001 – 2011 werd voor Farmaceutische producten een gemiddelde deal-grootte geregistreerd van €5,6 miljoen (op 69 deals), significant hoger dan het gemiddelde over alle sectoren van €3,2 miljoen. Hoge gemiddelden zijn ook gerapporteerd voor Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur © 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
48
(€4,6 miljoen op 66 deals) en Telecom (€4,5 miljoen op 40 deals). Kleinere bedragen worden geïnvesteerd in Computerserviceen informatietechnologiebureaus (€2,6 miljoen op 362 deals) en Instrumenten (€2,6 miljoen op 85 deals). De grotere variatie tussen jaren in Figuur 32 ten opzichte van Figuur 31 wordt veroorzaakt door uitzonderlijk grote of kleine deals. Deze hebben een sterke invloed op de verdeling op basis van totaalbedrag bij lage aantallen deals. Figuur 32 geeft aan dat Computerservice- en informatietechnologiebureaus de meeste financiering heeft opgehaald van alle sectoren over de periode 2001 – 2011 (linker kolom). Het aandeel van de sector is wel beduidend lager voor het totale bedrag (35%) dan voor het aantal deals (Figuur 31, 43%). Dit betekent dat de gemiddelde deal-grootte voor deze bedrijven relatief laag is. Computerservice- en informatietechnologiebureaus halen niet elk jaar het meeste geld op van alle sectoren. In 2010 was dit wel het geval (26% van het totaalbedrag). In 2011 kwam het met 24% op de tweede plaats. Het was de sector Farmaceutische producten die in 2011 het meeste kapitaal ophaalde. Bijna een derde van het geld (31%) ging naar deze bedrijven; het hoogste aandeel ooit gemeten. Van de vier grootste investeringen in Farmaceutische 2011 vielen er drie binnen deze sector. Bureaus voor speur- en producten haalt ontwikkelingswerk kwam in 2011 op de derde plaats met 19%, een flinke meeste kapitaal op (31%), Computerstijging ten opzichte van het aandeel van 7% in 2010. Vierde in 2011 was service- en ITInstrumenten, met 16% van het totaalbedrag. Wat verder opvalt, is de bureaus noteert 24% grote afname in het aandeel van Telecom tot slechts 0,4% van alle aandeel financiering in 2011. Deze sector noteerde relatief hoge percentages in de jaren 2002 – 2005. Daarna zakte het aandeel in. In 2010 liet Telecom een grote stijging zien naar 25%, een uitschieter die werd veroorzaakt door een uitzonderlijk grote investering.
2011 is topjaar voor Biotechnology & Healthcare investeringen qua aandeel, aantal en bedrag
In paragraaf 2.1 (Methodiek) werd aangegeven dat er ook een analyse van de deals is gedaan op basis van de Tornado Insider sectoren. De grafieken hiervan zijn te vinden in bijlage 3. Deze geven beter aan in wat voor type technologieën wordt geïnvesteerd in Nederland. Wat in deze analyse opvalt, is dat Biotechnology & Healthcare investeringen in 2011 op de eerste plaats kwamen met 31% van alle deals. Dit is het hoogste aandeel ooit geregistreerd voor deze sector. Ook voor wat betreft het aantal deals was 2011 een topjaar: 31 investeringen vielen onder deze sector, zelfs 7 meer dan het vorige topjaar 2007. De 2011 investeringen in Biotechnology & Healthcare haalden niet minder dan 60% van al het geld op. Op de tweede plek voor deal-activiteit in 2011 kwam Software. De sector zette de toename van 2010 (21%) door en noteerde een aandeel van 25% van alle deals in 2011. Energy & Agriculture laat een dalende lijn zien vanaf 2008 en trok in 2011 10% van de deals aan. Opvallend is dat de daling van Internet deal-activiteit in 2010 (9%) werd vervolgd in 2011 (6%). Er was in 2011 echter niet een verminderde interesse in Internet-gerelateerde investeringen aangezien de sector Media & Entertainment met 3 procentpunten steeg tot 6% van alle deals. De bedrijven die hieronder zijn gecategoriseerd, zoals online games ontwikkelaars, goksites en e-learning sites, zijn allemaal Internet-gerelateerd.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
49
2.2.6 Technologieniveau van venture capital-investeringen Op dezelfde wijze als in hoofdstuk 1 is voor alle bedrijven die venture capital hebben opgehaald het technologieniveau bepaald. Dit geeft een beeld van het technologieniveau waar VCs in geïnteresseerd zijn. De beschrijving van de drie niveaus wordt in hoofdstuk 1 gegeven. Figuur 33 toont voor de periode 2005 tot en met 2011 de jaarlijkse verdeling van VC investeringen in Nederland over de technologieniveaus. De verdeling van eerdere jaren is opgenomen in de rapportage van de 5meting. In voorgaande metingen is aangegeven dat VCs een sterke voorkeur hebben voor een hoge technologiecomponent, vanwege een hoger groeipotentieel en het idee dat intellectueel eigendom het investeringsrisico beperkt. Vooral in economisch moeilijke jaren neigen VCs naar meer hightech financieringen, zoals na het uitbreken van de Internet crisis eind 2000. Figuur 33: Verdeling VC in Nederland over high-, medium- en low-tech
100%
1%
90% 26%
0,1%
22%
0,5%
2%
1%
0,2%
1%
4%
14%
12%
5%
0,1%
2%
0,01%
1%
12%
17% 30%
26%
26%
26%
80%
20%
14% 21%
26%
24%
70%
Low
60%
Medium High
50%
96% 88%
83%
69%
80%
74%
74%
74%
72%
# Deals
87%
Financiering
84%
# Deals
73%
78%
Financiering
40%
86% 78%
72%
30%
20% 10%
2000 – 2011
Aandeel high-tech deals stijgt in 2011 tot 78%; hoger aandeel voor hightech is vaak een indicatie van een onzeker investeringsklimaat
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
Financiering
# Deals
0%
2011
Figuur 33 laat zien dat het aandeel van high-tech deals van het totaal aantal investeringen toenam van 72% in 2009 en 2010 tot 78% in 2011. Een dergelijk percentage is sinds 2006 niet meer voorgekomen. Deze bedrijven haalden 86% van het kapitaal op, een lichte daling ten opzichte van 2010 (88%), maar duidelijk hoger dan de jaren 2007 – 2009. Opvallend is dat het aandeel voor opgehaald kapitaal elk jaar hoger ligt dan voor dealactiviteit. De reden hiervoor is dat high-tech bedrijven vaak grotere bedragen ophalen dan bedrijven met een lager techniveau. Het doorgaans langer ontwikkelingstraject moet gefinancierd worden. Bijvoorbeeld, high-
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
50
tech deals waren gemiddeld €3,1 miljoen groot in 2011, medium-tech gemiddeld €1,8 miljoen, en low-tech €34.000. In 2009 was er een opvallend hoog aandeel (5%) voor low-tech deals. In 2010 was dit gezakt naar 2% van het totaal. In 2011 werd er maar één lowtech deal gerapporteerd (1%). Uit de 5-meting bleek dat de investeringen van Seed-fondsen gemiddeld een hoger techniveau hadden dan het gemiddelde voor alle deals in Seed-fondsen investeren in Nederland. Ook in 2011 was het aandeel high-tech deals voor de Seedgemiddeld meer fondsen hoger met 89% van het totaal – tegenover 78% voor alle deals. high-tech deals dan het Nederlands totaal Het aandeel high-tech deals voor alle Seed-fonds investeringen sinds 2005 is 76%. Regionale fondsen investeren doorgaans met een andere doelstelling dan reguliere VC fondsen, namelijk het stimuleren van de bedrijvigheid in hun regio. Hierbij zijn ze vaak aan minder strikte investeringscriteria gebonden. Dit heeft een weerslag op het technologieniveau van hun deelnemingen. Deze ligt lager dan het landelijk gemiddelde. In 2011 kwam het aandeel high-tech investeringen uit op 74% voor regionale fondsen.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
51
2.3 Venture Capital sentimenten Tijdens alle voorgaande studies naar het investeringsklimaat in Nederland werd een selectie van investeerders geïnterviewd om hun kijk op het investeringsklimaat en verwachtingen voor de toekomst nader te belichten. Dit is ook bij deze 6-meting gedaan. Met deze interviews worden inzichten van verschillende typen VCs verzameld. Hierbij is gelet op de sectorfocus, geografische reikwijdte, nationaliteit en investeringsfase van de fondsen. Tijdens de interviews werd gevraagd naar de investeringsplannen voor de komende 12 maanden, hun kijk op het aanbod van venture capital voor technostarters en de kwaliteit van de technologiebedrijven. Ook werd gevraagd naar de invloed van de economische situatie op hun investeringsstrategie. Verder werd de rol van informele investeerders, de overheid, en andere type financiers besproken. Tot slot werd geïnformeerd naar hun mening over Nederlandse VCs en het verschil met investeerders in het buitenland. De vragenlijst staat in bijlage 7. Voor de 6-meting zijn in het eerste kwartaal van 2012 telefonische interviews afgenomen met de volgende investeerders:
Limburg Ventures: Regionaal investeringsfonds dat zich richt op ondernemingen in Limburg op het gebied van chemie, innovatieve materialen en life sciences. HENQ Invest: VC dat zich richt op startende technologische bedrijven, voornamelijk in de ICT, nieuwe media, mobiele en software sectoren Icos Capital: investeringsfonds gespecialiseerd in schone technologieën. Prime Ventures: ICT investeerder met een Europese focus. Het kapitaal onder beheer is 275 miljoen en wordt ingezet in seed, vroege fase- en groeifinanciering. Forbion Capital Partners: biotechnologiefonds dat €400 miljoen aan investeringen beheert. Hummingbird Ventures: een Belgische investeerder die zich richt op investeringen in digitale media en software (ook in Nederland).
2.3.1 De verwachtte investeringsactiviteit bij de 5-meting Een jaarlijks terugkerend fenomeen in de interviews met VCs is dat ze te optimistisch zijn voor wat betreft de verwachtte deal-activiteit. De investeerders gaven tijdens de 5-meting aan gezamenlijk ongeveer 23 investeringen te willen maken in 2011. Uiteindelijk werd een totaal aantal van 8 investeringen voor deze investeerders gemeten. Er bleek maar één VC aan zijn eigen verwachting te hebben voldaan. 2.3.2 Investeringen in komende 12 maanden In de analyse van het vertrouwen van VCs wordt ondermeer de verwachtte deal flow als indicator gebruikt. In de voorgaande metingen bleek dat deze verwachtingen jaarlijks sterk kunnen veranderen. In de 0- en 1-meting (in 2005 en 2007) waren investeerders optimistisch en voorspelden ze meestal een stijging in deal-activiteit. Opvallend was dat in de VCs in de © 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
52
daaropvolgende twee metingen (2008 en 2009) voorzichtiger werden en weinig verschil in activiteit verwachtten. Deze periode kwam overeen met de opkomst van de kredietcrisis. De geïnterviewde investeerders in de 4meting (2010) waren meer optimistisch: de meesten voorspelden een stijging in deal-activiteit. In de 5-meting (2011) werd door 4 van de 6 VCs geen verandering verwacht. De andere twee verwachtten een lichte stijging in het aantal deals. Voorzichtigheid troef: de meeste VCs geven aan geen verschillen in activiteit te verwachten voor 2012
De huidige 6-meting gaf een nog voorzichtiger beeld: vijf van de zes investeerders gaven aan ongeveer evenveel te gaan investeren als in de voorgaande 12 maanden. Één VC voorspelde een verdubbeling van het aantal investeringen. In totaal gaven de investeerders aan ongeveer 25 investeringen te willen doen in 2012. Van deze investeringen zullen 15 Nederlandse bedrijven ongeveer €26 miljoen gaan ontvangen. Dit betreft 9 nieuwe investeringen en 6 vervolginvesteringen in bestaande portfoliobedrijven. 9 van de Nederlandse deals zullen naar verwachting seed en eerste rondes zijn. 2.3.3 Invloed economische situatie op venture capital-markt De investeerders zijn sinds de 2-meting gevraagd naar de invloed van het economische klimaat op hun investerings– en exit-strategie. In dat jaar (2008) was de kredietcrisis in opkomst. In de 2- en 3-meting bleek dat de VCs rekening hielden met een invloed van de crisis op de exit-strategie. Het effect op de investeringsstrategie viel weliswaar mee. Vooral de terughoudendheid van banken had een positief effect op het aanbod van investeringsvoorstellen en de onderhandelingspositie van VCs. Ze waren wel negatief over de mogelijkheid tot herfinanciering voor de eigen portfoliobedrijven door derde partijen en moesten hiervoor zelf meer kapitaal reserveren. Tijdens de 4-meting kwamen er meer effecten naar voren, zoals minder uitgaven van klanten van portfoliobedrijven, en strengere aflossingsregels van banken voor reeds uitstaande leningen. Toen de interviews van de 5-meting werden afgenomen (maart 2011) was de economische situatie veranderd: het zwaartepunt van de crisis was verschoven van financiële instellingen naar de financiële positie van verschillende Europese landen. Effecten van de voorbije kredietcrisis op de investeringstrategie waren volgens de VCs: minder interesse in starters, terughoudendheid bij nieuwe deals en een verandering in sectorfocus. Wel waren de investeerders redelijk positief over het economische klimaat, waarbij ook de exit-markt weer aantrok.
In de huidige 6-meting werd gevraagd of de economische situatie van de afgelopen jaren invloed heeft gehad op de investeringsstrategie. De antwoorden hierop waren verschillend. De meeste gaven aan niet heel veel verandering van strategie te hebben moeten doorvoeren. Twee VCs gaven De economische aan iets voorzichtiger te zijn geworden, vooral met kapitaalintensieve situatie van de afgelopen jaren heeft investeringen omdat de mogelijkheden tot vervolgfinancieringen minder zijn enkele VCs iets geworden. Drie investeerders gaven aan dat VCs meer en eerder moeten voorzichtiger anticiperen op vervolginvesteringen. Hierbij kwamen oplossingen naar voren gemaakt. Vooral vervolginvesteringen als: de zoektocht naar co-investeerders eerder beginnen, de rondes groter zijn een bron van maken, en zich richten op sterke syndicaten. Opvallend is dat twee VCs zorg spraken over een kapitaalschaarste. Een ander was juist van oordeel dat er veel geld beschikbaar was en het werven van kapitaal gemakkelijker was © 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
53
geworden. In navolging van eerdere metingen werd weer aangegeven dat economisch moeilijke tijden ook kansen met zich meebrengen, vooral op het gebied van de betere proposities die worden ontvangen.
VCs minder positief over huidige economische klimaat dan tijdens 5-meting
Exit-mogelijkheden zijn beperkt, stemming minder optimistisch dan in 2011
Het huidige economische klimaat werd door de meeste investeerders vrij negatief ingeschat. Één VC was positief zolang het sentiment onder controle gehouden kan worden en het bancaire probleem wordt opgelost. Deze zag om zich heen dat er veel geld werd verdiend. Anderen waren minder enthousiast en gaven aan dat vooral de vooruitzichten voor vervolginvesteringen slecht bleven. Één investeerder zei geen nieuwe investeringen te doen om kapitaal te behouden voor bestaande participaties. Sommige investeerders gaven tijdens de 5-meting aan dat de exit-markt weer aantrok. De meeste VCs in de huidige studie waren echter minder positief. De markt is weliswaar iets aangetrokken ten opzichte van de “barre jaren” 2008 en 2009 toen er niks werd verkocht, maar het realiseren van exits blijft problematisch. Dat is naast de moeilijkheden met vervolginvesteringen en fundraising nog een reden voor VCs om voorzichtig met hun kapitaal om te gaan. De route naar een beursgang was nog steeds dicht. Verkoop aan grote bedrijven was nog wel een mogelijkheid. Ondanks de wat pessimistische houding van de meeste VCs verwachtten ze in 2012 en 2013 allemaal portfoliobedrijven te verkopen. Één geïnterviewde investeerder was positief over de vooruitzichten in de exit-markt. “Afhankelijk van de kapitaalmarkt denk ik dit jaar exits te doen. Er is al een maand of drie een goed momentum: de beurs is omhooggegaan en Yelp is naar de beurs gegaan met een goede waardering. De markt is sinds 8 december als een rechte pijl omhoog gegaan.” 2.3.4 Investeringsklimaat voor de technostarter Het beeld dat investeerders hebben van het aanbod van technologiebedrijven in Nederland wisselt vaak sterk per individu. Hierdoor is er moeilijk een indicatie te geven van de verschillen per jaar. In de 5-meting waren er net zoveel VCs die kritisch waren over de kwaliteit van de technostarters, als VCs die juist positief waren over de ontwikkelingen. In de 6-meting varieerde de perceptie van het aanbod ook. Er was echter maar één investeerder die aangaf dat het aanbod was verbeterd ten opzichte van twee jaar daarvoor. Drie investeerders zeiden dat het aanbod gelijk was gebleven. De resterende twee zagen een dalende trend. Één van deze zei: “We zien iets minder initiatieven. Ondernemers denken dat het nu toch niet lukt om geld op te halen. Er is minder opportunisme in de markt.”
VCs zijn voorzichtiger met toekomstvoorspellingen over aanbod Nederlandse technostarters
Terwijl in de 5-meting alle geïnterviewde VCs een verbetering van het aanbod voorspelden, waren de investeerders in de huidige studie iets voorzichtiger. Twee VCs zeiden niet veel verschil te verwachten. Vier investeerders waren optimistisch en verwachtten (lichte) verbetering, al konden ze dit niet onderbouwen met overtuigende argumenten. Deze VCs voorzagen nog wel potentiële nadelige effecten, zoals een naijleffect van de crisis op vroege fase-financiering.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
54
Meer twijfel over aanbod venture capital in Nederland
De helft van de VCs vindt aanbod slecht in de vroege fase, de andere helft in de fase van €1 tot €5 miljoen
Er worden de komende jaren weinig nieuwe VC fondsen verwacht
Elke meting wordt investeerders gevraagd naar het aanbod van venture capital in Nederland. In de eerste metingen waren de reacties grotendeels positief over de beschikbaarheid van kapitaal voor technologiebedrijven. Tijdens de 3-meting (2009) was het beeld negatiever. In de 4- en 5-meting waren de investeerders verdeeld. De meeste VCs zagen weinig verandering. In de huidige 6-meting was de stemming verslechterd. Er was maar één VC die aangaf dat in zijn sector enkele fondsen succesvol waren geweest in het ophalen van kapitaal. Alle anderen gaven aan dat het aanbod was verminderd. “Fondsen hebben moeite om geld bij elkaar te krijgen. Er gaat een shakeout komen,” zegt een VC. Een ander geeft aan dat “een aantal fondsen zijn uitgeïnvesteerd. Deze zijn nog niet in staat geweest nieuw geld aan te trekken.” In de 5-meting werd opvallend vaak aangegeven dat vooral het kapitaal voor de vroege fase beperkt was, ondanks de activiteit van de Seedfondsen. In de huidige studie gaven drie VCs aan dat de vroege fase inderdaad lastiger werd. Veel early-stage investeerders zijn zich gaan richten op latere fases en grote participaties en Seed-fondsen hadden steeds minder geld beschikbaar. Drie andere VCs vonden dat er een groot tekort was aan deals tussen €1 en €5 miljoen. De lange weg naar exits zorgt er voor dat de grote VCs vooral laat in een bedrijf instappen en voornamelijk in grote rondes. De meningen over de verwachting voor de toekomst waren verdeeld. Twee investeerders dachten dat de beschikbaarheid van fondsen stabiel zou blijven. Drie VCs gaven aan een daling te verwachten. Twee plaatsten hierbij de kanttekening dat schommelingen van enkele barre jaren van fondsenwerving meestal worden gevolgd door de opkomst van nieuwe fondsen. 2.3.5 Rol van informele investeerders in de venture capital-markt Vragen over de rol van informele investeerders in de Nederlandse venture capital-markt zijn sinds de 3-meting elk jaar meegenomen in de interviews met VCs. Hieruit bleek dat er veel wordt samengewerkt tussen VCs en informele investeerders. Het merendeel van de VCs is enthousiast over de bijdrage die informals leveren.
VCs lijken minder positief over coinvesteren met informele investeerders
In de 6-meting gaven de investeerders minder vaak aan te willen samenwerken met informele investeerders. De meeste werkten wel eens samen met dergelijke investeerders, maar niet altijd van harte. Soms zijn informals al aandeelhouder van een potentiële investering. De meeste hadden daar niet veel op aan te merken, al gaf één VC aan dat wanneer deze bestaande aandeelhouder erg actief was, hij niet zou investeren. Vier VCs zeiden dat ze wel eens co-investeerden met informele investeerders, maar niet structureel. Twee VCs investeerden niet of nauwelijks met informals, al zei één dat hij best geïnteresseerd was om dat vaker te doen. Een ander voorbeeld van samenwerking is wanneer informele investeerders deelnemen in het fonds van de VC. Één VC had de indruk dat veel informals te maken hebben gehad met grote tegenvallers, onder andere in vastgoed, en daardoor minder geld beschikbaar hebben en erg voorzichtig zijn geworden.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
55
Informals kunnen een belangrijke rol spelen als investeerder, zolang ze sectorkennis en tijd hebben
De VCs gaven aan dat de rol die informele investeerders spelen bij investeringen enorm afhankelijk is van de individuen. Karakteristieken waar een goede informal aan moet voldoen volgens de VCs zijn sector-specifieke kennis en ervaring, en tijd en energie om veel aandacht aan de investeringen te geven. Helaas zijn er ook veel informele investeerders die niet aan deze eigenschappen voldoen. Dat geeft volgens een aantal geïnterviewde investeerders vaak ellende.
Net als in eerdere metingen gaven de VCs tijdens de 6-meting aan niet vaak pro-actief op zoek te gaan naar informele investeerders. Ze komen ze tegen VCs niet enthousiast binnen hun bestaande netwerk, via het portfoliobedrijf, of worden zelf door over angel netwerken de informals benaderd. Één VC is via het online business netwerk LinkedIn in contact gekomen met informals. Netwerken van business angels werden niet genoemd. Verschillende VCs gaven aan niet met netwerken van informals zaken te willen doen. Deze route maakt het moeilijker een deal te sluiten, bijvoorbeeld omdat het onderhandelingen bemoeilijkt, of omdat sommige netwerken een geldbedrag vragen aan VC en ondernemer voordat ze elkaar mogen zien. 2.3.6 Rol van de overheid op venture capital in Nederland Bij elke meting wordt de VCs gevraagd naar hun mening over de rol van de overheid bij hun werk. Elk jaar blijkt dat de meeste investeerders een duidelijk mening hierover hebben. De antwoorden zijn echter zeer divers.
SEED-regeling heeft grote impact gehad op beschikbaarheid vroege fase kapitaal en de opkomst van gespecialiseerde fondsen De regeling is niet voor iedereen van toepassing
VCs positief over aandacht overheid voor vervolginvesteringen…
… en het recente overheidsbeleid in het algemeen
Vier van de geïnterviewde investeerders gingen in hun antwoord specifiek in op de Seed Capital-regeling van het Ministerie van EL&I. Twee van de vier waren positief over het stimulerend effect dat de regeling heeft gehad op vroege fase-investeringen. Een derde VC was vooral te spreken over het effect op nieuwe fondsen: “De regeling heeft ervoor gezorgd dat kleinere fondsen een kickstart hebben gekregen. De faciliteit om het fonds te verdubbelen met verder weinig bemoeienis was een uitkomst voor de partijen die het in 2006 moeilijk hadden om fondsen op te halen”. Twee investeerders waren minder positief over de regeling. Dit kwam vooral doordat deze niet goed aansloot op hun sector en/of doelstellingen. Kritische punten die werden opgenoemd ten aanzien van de Seed Capitalregeling waren: teveel administratieve rompslomp en restricties, zoals maximale investeringsgrootte. Deze redenen werden ook in eerdere metingen genoemd. In de 5-meting was er een investeerder die blij was dat de overheid werk maakte van een nieuwe regeling voor vervolginvesteringen. Ook in de huidige studie werd de vervolgfase als probleem gezien. Meerdere investeerders juichten de aandacht hiervoor vanuit het ministerie toe. Één investeerder was enthousiast over het Innovatiefonds MKB+ en gaf aan dat dat erg belangrijk was voor de oprichting van hun eigen nieuwe fonds. De geïnterviewde VCs waren opvallend positief over het beleid van de overheid. “Ik denk dat er de afgelopen tien jaar een heel constructieve houding is vanuit de beleidsmakers. VC wordt veel serieuzer genomen”. Één investeerder miste in de initiatieven van het ministerie van EL&I wel de aansluiting met ‘gezondheid’. “Dat heeft te maken met vergoeding. Vaak
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
56
brengen farmaceutische bedrijven producten op de markt die in Nederland niet worden vergoed. Trials worden liever niet in Nederland gedaan in verband met het bureaucratisch systeem. Deze duren in Nederland daardoor zo’n 6 tot 12 maanden langer dan bijvoorbeeld in Canada”.
Investeerder ziet toenemende interesse van grote bedrijven voor (early stage) VC
Tot slot was er één VC die knelpunten in het huidige investeringsklimaat opsomde. Hij was niet zeker of de overheid in alle gevallen iets zou kunnen betekenen: “De banken zitten momenteel in een lastige fase. Ze vinden het eng om vroeg in te stappen. Ik weet niet zo goed wat de overheid daaraan doet, al zijn er wel wat garantieregelingen. De pensioenfondsen hebben het ook erg zwaar en bewegen niet meer. Ze worden momenteel niet echt aangemoedigd om iets te ondernemen in onze markt, maar je kunt ze ook moeilijk verplichten”. Deze investeerder zag wel een positieve ontwikkeling bij grote ondernemingen: “Ik zie steeds meer grote bedrijven vanuit een zekere interesse in nieuwe technologie gebruik maken van venture capital. Dit lijkt een positief effect op early stage investeringen te hebben”. 2.3.7 Rol van de venture capitalisten in Nederland Tijdens de kredietcrisis was in de markt een discussie ontstaan over de toegevoegde waarde en rendementen van VC fondsen. Daarom werd er in de 4-meting een speciaal hoofdstuk gewijd aan de karakteristieken van het investeringsmodel van VC in het algemeen, en het Nederlandse model in het bijzonder. Aan de hand van de gesprekken met VCs, limited partners en ondernemers werd Nederland gekenschetst door een goed ontwikkelde technologie transfer, maar ook door de afwezigheid van ervaren ondernemers. De meeste investeerders gaven aan dat er wereldwijd niet of nauwelijks operationele verschillen zijn tussen VCs. In het buitenland zijn ze vaak groter, met meer personeel om sneller de markt te analyseren en investeringsbeslissingen te maken. Een grotere thuismarkt draagt er aan bij dat de portfoliobedrijven hun voorsprong vervolgens verder kunnen uitbouwen. Deze analyse was eenmalig. Sommige vragen zijn echter wel herhaald in de 5- en 6-meting. Deze waren gericht op de typerende eigenschappen van Nederlandse VCs en de rol die zij spelen.
Nederlandse VCs positiever over het belang van hun rol. Vooral m.b.t. innovatie en selecterend vermogen
De VCs in de 5-meting waren verdeeld in hun oordeel over de rol van Nederlandse VCs. In de huidige studie gaven vrijwel alle geïnterviewde investeerders aan dat de rol van Nederlandse VCs belangrijk is. Hierbij kwamen naast de geldverstrekkende rol twee eigenschappen meer dan eens aan bod. Ten eerste stimuleren VCs innovatie. Ten tweede scheiden ze het ‘kaf van het koren’. Twee investeerders doelden met dit laatste vooral op het investeringsproces: “De belangrijkste rol van VCs is dat ze selecteren welke bedrijven (meer) geld krijgen.” Een andere investeerder gaf aan dat een VC compleet onafhankelijk is en zo scherprechter kan zijn bij het besluit of een bedrijf moet fuseren of niet”. Andere rollen voor VCs die werden genoemd waren: bedrijven helpen valkuilen te voorkomen, het inbrengen van discipline en focus, het leveren van een netwerk (inclusief kanttekening dat dit vaak wordt overschat), en het ondersteunen van het uitbouwen van bedrijven. Kort samengevat door een investeerder: “We helpen bedrijven professionaliseren”.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
57
Één VC gaf aan dat Nederlandse VCs te weinig rendement maken, reden was slechte selectie bij investeren
Inrichting VC markt in verschillende landen in Europa is vergelijkbaar
VC in de VS verschilt wel, maar wordt niet langer beschouwd als beloofde land
Negatieve aspecten van Nederlandse VCs die aan bod kwamen tijdens de interviews waren de bancaire instelling van sommige VCs, het risicomijdend gedrag, het terugdeinzen voor de vroege fase, de krapte in het beschikbare kapitaal, en dat er simpelweg te weinig VC fondsen in Nederland zijn. Één VC gaf aan dat Nederlandse VCs te weinig rendement maken. Hij weet dit aan het investeren in bedrijven die niet goed genoeg zijn. “80% van het rendement wordt gecreëerd bij de selectie. De grootste fout is om te investeren in bedrijven die te klein zijn en geen wereldwijde potentie hebben”. Een andere VC gaf aan dat het af en toe moeilijk werken is in Nederland omdat de markt zo klein is: “het benchmark materiaal is beperkt”. De investeerders gaven aan dat Nederlandse VCs goed te vergelijken zijn met die in andere Europese landen. “Landen zijn ook vergelijkbaar ingericht met lokale en regionale fondsen, en grote VCs gegroepeerd in de grote steden zoals Londen, Parijs, Berlijn en Zurich. De volgende ronde kapitaal is geconcentreerd in een paar landen. Als Nederlandse VC ben je een kleine speler”. Één investeerder gaf aan dat het aantal en de grootte van VCs in Europa afneemt. “Dit heeft te maken met performance, de industrie heeft het te slecht gedaan. Hierdoor kan er nauwelijks geld meer worden opgehaald”. Volgens de geïnterviewde investeerder zit de VC markt in de Verenigde Staten anders in elkaar. Er is daar veel meer kapitaal beschikbaar, er wordt meer risico genomen, en er is een nog scherper onderscheid tussen succesvol en niet succesvol. Maar de waarderingen liggen vele malen hoger in de VS. In Europa worden de prijzen laag gehouden, zijn de VCs conservatiever en blijven ze langer een bedrijf ondersteunen. Ook zijn Europese VCs volgens één investeerder meer betrokken bij de participaties, onder andere omdat ze per partner in minder besturen zitten van hun bedrijven. 2.3.8 Andere typen financiers in Nederland In de 5-meting werden voor het eerst vragen gesteld over andere en vooral nieuwe typen financiers. Hierbij werd door de VCs aangegeven dat traditionele financiers tekortschoten in het ondersteunen van technostarters. Vooral het wegvallen van banken moest worden opgevangen door andere bronnen. Desondanks waren niet alle VCs van mening dat er bij ondernemers behoefte was aan nieuwe typen financiering. Drie VCs dachten dat hier wel behoefte aan was en noemden opties als alternatieve/elektronische beurzen (zoals NPEX), nieuwe krediet- en leasevormen, en crowdfunding.
Banken belangrijkste bron van geld die is weggevallen
Ook in de 6-meting werden de banken genoemd als bron van financiering die was weggevallen. Één VC noemde echter de Rabobank als partij die weer meer vertrouwen uitstraalde. Er was ook een investeerder die de terugtrekkende beweging van banken relativeerde en van mening was dat het altijd al moeilijk was bij banken financiering te verkrijgen. Een andere VC gaf aan dat bij veel van de traditionele financiers “gedacht wordt vanuit een kruideniersmentaliteit: eerst maar eens kijken of er geld verdiend wordt en dan pas verder. Daar bouw je geen echte startersmarkt mee”. Net als in de 5-meting gaven enkele VCs aan dat er een taak voor de overheid is
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
58
Overheid zou meer steun kunnen geven bij het binnenhalen van de eerste klanten
Meeste VCs denken dat er behoefte is bij ondernemers aan andere bronnen van kapitaal, maar vooral omdat ze ‘goedkoop geld’ willen
weggelegd om meer te stimuleren. Één hiervan pleitte voor meer steun bij het binnenhalen van de eerste klanten. “Het is voor een starter moeilijk om aan een groot bedrijf te verkopen. Er is bij die bedrijven de angst dat de starters kunnen omvallen, terwijl ze nu zo gefocust zijn op het op orde brengen van hun balans. Hier kan de overheid garant staan”. De meeste VCs in de 6-meting konden zich wel voorstellen dat er behoefte bij ondernemers was naar andere typen financiers. Hierbij gaven verschillende VCs aan dat dit vooral kwam doordat ondernemers altijd op zoek zijn naar goedkoop geld: “Ze willen het liefst geld lenen tegen 0% rente”. Één VC zei dat VCs vooral de versnelling van groei financieren. “Wij zijn daar alleen toe bereid als de baten tegen de lasten opwegen. Daarom verschaffen wij duur geld. De overheid met de SEED-regeling geeft goedkoop geld. Dat zal populair zijn bij de meeste ondernemers”.
Interessant is dat in de 6-meting de meeste investeerders als antwoord op de vraag welke andere typen financiers dan nodig zijn, toch terugkomen op de VC. Hierbij wordt vooral ingegaan op categorieën/typen VCs waar in Alternatieve bronnen Nederland een tekort aan is. Dit zouden bijvoorbeeld specialisten zijn in in de 6-meting zijn gespecialiseerde VCs, bepaalde sectoren – zoals materialen – of fases – zoals mid stage. De enige venture debt en echte alternatieve bronnen die werden genoemd waren venture debt. Dat is crowd funding een type lening aan bedrijven die venture capital hebben ontvangen en nog niet winstgevend zijn of voldoende activa bezitten. Vooral in de VS wordt dit verstrekt door gespecialiseerde financiers. Daarnaast werd crowd funding genoemd. Deze laatste werd ook in de 5-meting genoemd.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
59
Bijlage I: Sectoren - Standaard Bedrijfsindeling (SBI’ 93) High-tech sectoren (SBI-code):
vervaardiging van farmaceutische producten (24.4) vervaardiging van kantoormachines en computers (30) verv. van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en -onderdelen (32) vervaardiging van instrumenten (33) vervaardiging van vlieg- en ruimtevaartuigen (35.3) telecom (64.2) computerservice- en informatietechnologiebureaus (72) bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk (73)
Medium-tech sectoren (SBI-code):
vervaardiging van basischemie (24.1) vervaardiging van overige chemische eindproducten (24.2-24.3; 24.5-24.7) vervaardiging van machines en apparaten (29) verv. van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden (31) vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers (34) vervaardiging van rollend materieel (35.2) vervaardiging van overige transportmiddelen (35.4-35.5) architecten, ingenieurs e.a. technische ontwerp-, teken- en adviesbureaus (74.2)
Low-tech sectoren (SBI-code):
voedingsmiddelen- en drankenindustrie (15) vervaardiging van producten van rubber en kunststof (25) bouw van kunstwerken (45.212) groothandel in machines, apparaten en toebehoren (51.8)
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
60
Bijlage II:
Sectoren – Tornado Insider
CATEGORY Software
SECTOR Business applications Consumer applications E-Commerce Database Operating Systems Network management Content management Content distribution Knowledge management Application integration Security Biometrics Speech technologies Imaging Audio/Video Artificial Intelligence Digital signal processing Design automation software Payment software Search Software development Other Software
IT Services
IT services
Computers & Electronics
Computer hardware Displays Robotics Optics & Photonics Semiconductors Sensors Smart cards Consumer electronics Other Computers & Electronics
Industrial
Industrial automation Automotive Other Industrial
R&D
R&D
Engineering & Architectural Services
Engineering services Architectural services
Internet
Internet Internet Internet Internet
© 2012 Emerging Technology Research Europe
commerce content services other
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
61
Communications
Wireless hardware Wireless applications Wireless content Wireless services Satellites Fixed communications Other Communications
Materials & Nanotechnology
Chemicals Materials MEMS Nanotechnology Other Materials & Nanotechnology
Biotechnology & Healthcare
Biotechnology Biopharmaceuticals Diagnostics Medical devices Other Biotechnology & Healthcare
Energy & Agriculture
Energy related Agriculture related
Media & Entertainment
Broadcast Publishing Games Betting eLearning Other Media & Entertainment
Warehouses
Warehouses
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
62
Bijlage III:
Sectoranalyses 6-meting op basis van TI sectoren
Figuur A: Gemiddeld investeringsbedrag per sector – interviews technostarters
Totaal
n=118
Computers & Electronics
n=10
Software
n=24
Biotechnology & Healthcare
n=3
Media & Entertainment
n=3
Energy & Agriculture
n=3
R&D
n=6
Computer & Electronics
n=1
Internet
n=30
Materials & Nanotechnology
n=1
Industrial
n=6
Warehouses
n=2
Engineering & Architectural Services
n=13
Communications
n=2
IT services
n=14
€0
€ 100.000
© 2012 Emerging Technology Research Europe
€ 200.000
€ 300.000
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
63
Figuur B: Sectordistributie geïnvesteerd venture capital in Nederland per jaar
Figuur C: Sectordistributie aantal venture capital investeringen in Nederland per jaar
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
64
Bijlage IV: Verdeling Tornado Insider sectoren over SBI sectoren Technostarter interviews SBI-indeling
Tornado Insider sector
Architecten, ingenieurs- e.a. technische ontwerp-, teken- en adviesbureaus (n=24)
Architectural services
46%
Engineering Services
54%
Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk (n=21)
Agriculture related
10%
Engineering services
10%
Materials
5%
Other Biotechnology & Healthcare
5%
R&D
4% Business Applications Database Design automation software E-Commerce Energy related Industrial automation Internet commerce Internet content Internet other Internet services IT services Network management Other computers & electronics Other media & entertainment Other software Publishing Software development Wireless applications
Telecom (n=2)
Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en onderdelen (n=3)
© 2012 Emerging Technology Research Europe
5% 62%
Computer hardware
Groothandel in machines, apparaten en toebehoren (n=8)
5%
Energy related
Other industrial
Computerservice- en informatietechnologiebureaus (n=168)
Geïnterviewd
2% 1% 1% 1% 1% 1% 4% 2% 1% 35% 24% 2% 1% 1% 5% 2% 13% 1%
Computer hardware
13%
Warehouses
75%
Wireless hardware
13%
Fixed communications
50%
Other communications
50%
Other computer & electronics
33%
Other media & entertainment
33%
Semiconductors
33%
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
65
Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers (n=1)
Automotive
Vervaardiging van instrumenten (n=7)
Medical devices MEMS Optics & Photonics Sensors
100% 29% 29% 14% 29%
Vervaardiging van kantoormachines en computers (n=1)
Computer hardware
Vervaardiging van machines en apparaten (n=8)
Industrial automation
25%
Other industrial
75%
Displays
33%
Other industrial
67%
Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden (n=3)
100%
Vervaardiging van overige transportmiddelen (n=1)
Automotive
100%
Vervaardiging van producten van rubber en kunststof (n=1)
Materials
100%
Voedingsmiddelen- en drankenindustrie (n=2)
Other Biotechnology & Healthcare
50%
Other industrial
50%
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
66
Bijlage V: Verdeling Tornado Insider sectoren over SBI sectoren venture capital investeringen in Nederland (2001 – 2011) SBI-indeling
Tornado Insider sector
Architecten, ingenieurs- e.a. technische ontwerp-, teken- en adviesbureaus (n=1)
Architectural services
100%
Bouw van kunstwerken (n=1)
Other industrial
100%
Bureaus voor speur- en ontwikkelingswerk (n=99)
Agriculture related Biotechnology Diagnostics Energy related Materials Medical devices MEMS Nanotechnology Other Other Biotechnology & Healthcare Other industrial Other Materials & Nanotechnology R&D
15% 21% 13% 14% 3% 1% 3% 1% 1% 8% 2% 2% 15%
Application integration Artificial Intelligence Audio/Video Biometrics Broadcast Business applications Computer hardware Consumer applications Content distribution Content management Database Design automation software Digital signal processing E-Commerce eLearning Energy related Fixed communications Games Imaging Industrial automation Internet commerce Internet content Internet services IT services Knowledge management Nanotechnology Network management Other Biotechnology & Healthcare Other Internet
0,9% 0,2% 0,9% 0,2% 0,6% 18,6% 0,2% 0,9% 1,5% 3,2% 0,4% 1,1% 0,4% 1,1% 3,0% 0,4% 0,2% 2,1% 0,6% 0,2% 7,7% 4,1% 14,5% 4,9% 3,2% 0,2% 2,3% 0,2% 1,3%
Computerservice- en informatietechnologiebureaus (n=469)
© 2012 Emerging Technology Research Europe
# Deals
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
67
Other Media & Entertainment Other software Payment software Publishing Search Security Software development Speech technologies Wireless applications Wireless services Groothandel in machines, apparaten en toebehoren (n=4) Telecom (n=52)
Verv. van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur (n=68)
Verv. van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden (n=12)
Warehouses eLearning Fixed communications Internet services Other Communications Other Media & Entertainment Wireless applications Wireless content Wireless services
1,3% 1,1% 1,7% 1,3% 0,6% 4,1% 7,9% 0,9% 6,0% 0,2%
100,0% 1,9% 27% 2% 8% 2% 17% 13% 29%
Audio/Video Computer hardware Consumer electronics Displays Energy related Fixed communications Optics & Photonics Other Biotechnology & Healthcare Other Computers & Electronics Satellites Semiconductors Smart cards Wireless hardware
3% 1% 4% 15% 3% 4% 12% 1% 3% 1% 24% 3% 25%
Energy related Optics & Photonics Other Computers & Electronics Other industrial
33% 17% 25% 25%
Vervaardiging van auto's, aanhangwagens en opleggers (n=2)
Automotive
100%
Vervaardiging van basischemie (n=1)
Chemicals
100%
Vervaardiging van farmaceutische producten (n=69)
Biopharmaceuticals Biotechnology Diagnostics Other Biotechnology & Healthcare
© 2012 Emerging Technology Research Europe
57% 39% 1% 3%
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
68
Vervaardiging van instrumenten (n=86)
Agriculture related Automotive Chemicals Consumer electronics Diagnostics Energy related Industrial automation Medical devices MEMS Optics & Photonics Other Biotechnology & Healthcare Other Computers & Electronics Other industrial Robotics Sensors Smart cards Wireless hardware
5% 1% 2% 1% 1% 2% 13% 50% 2% 1% 3% 2% 2% 3% 6% 1% 2%
Vervaardiging van machines en apparaten (n=52)
Automotive Consumer electronics eLearning Energy related Industrial automation Industrial other Materials Other Computers & Electronics Other industrial Semiconductors Smartcards
2% 4% 2% 46% 2% 2% 2% 13% 23% 2% 2%
Agriculture related Biotechnology Chemicals Energy related Materials Nanotechnology
9% 5% 14% 9% 59% 5%
Automotive Consumer electronics Materials Other Materials & Nanotechnology
20% 40% 20% 20%
Energy related Materials Other industrial Other Materials & Nanotechnology
10% 70% 10% 10%
Agriculture related Other Biotechnology & Healthcare Other industrial
25% 25% 50%
Vervaardiging van overige chemische eindproducten (n=22)
Vervaardiging van overige transportmiddelen (n=5)
Vervaardiging van producten van rubber en kunststof (n=10)
Voedingsmiddelen- en drankenindustrie (n=4)
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
69
Bijlage VI:
Vragenlijst Technostarters
1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.3.1. 1.4. 1.4.1. 1.5. 1.5.1. 1.5.2.
Algemene vragen Kunt u een korte omschrijving geven van de activiteiten van uw onderneming? Wat was de startdatum van uw onderneming? Bent u een spin-off van een andere organisatie? Zo ja, Van welke organisatie bent u een spin-off Hoeveel personen werken bij uw onderneming? Hoeveel hiervan zijn FTE? Is dit uw eerste onderneming? Zo nee, de hoeveelste onderneming is het? Wat waren de ervaringen?
2. 2.1. 2.1.1. 2.1.2. 2.1.3. 2.1.4. 2.1.5. 2.1.6. 2.1.7. 2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.2.3. 2.2.4. 2.2.5. 2.3.
2.4.1. 2.4.2. 2.4.3. 2.4.4. 2.4.5.
Vragen over investeringen Is er een startinvestering gedaan in uw onderneming of bent u dit van plan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was de investeringsdatum? Door welke investeerders is/wordt er geïnvesteerd? Welk bedrag is/wordt er per investeerder geïnvesteerd? Welk type investeerder was/wordt het? Waarvoor diende de financiering? Wat waren de ervaringen met het zoekproces in het algemeen? Heeft u na uw startinvestering nog een investering nodig gehad of bent u dit van plan? Zo ja, wat was de investeringsdatum? Door welke investeerders is/wordt er geïnvesteerd? Welk bedrag is/wordt per investeerder geïnvesteerd? Welk type investeerder was/wordt het? Waarvoor diende de financiering? Heeft u na uw eerste ronde-investering nog een investering nodig gehad of bent u dit van plan? Zo ja, wat was de investeringsdatum? Door welke investeerders is/wordt er geïnvesteerd? Welk bedrag is/wordt per investeerder geïnvesteerd? Welk type investeerder was/wordt het? Waarvoor diende de financiering? Heeft u na uw tweede ronde-investering nog een investering nodig gehad of bent u dit van plan? Zo ja, wat was de investeringsdatum? Door welke investeerders is/wordt er geïnvesteerd? Welk bedrag is/wordt per investeerder geïnvesteerd? Welk type investeerder was/wordt het? Waarvoor diende de financiering?
3. 3.1. 3.1.1. 3.2. 3.2.1. 3.3. 3.3.1.
Vragen over business angels Weet u wat business angels zijn? Via welk kanaal weet u de business te bereiken? Heeft u een aanvraag gedaan bij een business angel? Waarom heeft u geen aanvraag gedaan? Is de aanvraag goedgekeurd? Zo ja, wat was de doorslaggevende factor?
2.3.1. 2.3.2. 2.3.3. 2.3.4. 2.3.5. 2.4.
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
70
3.3.2. 3.4. 3.5. 3.5.1.
Zo nee, waarom niet? Heeft u opmerkingen over de samenwerking met business angels? Bent u op de hoogte van business angels netwerken in Nederland? Zou u weten hoe u een business angel network kunt bereiken?
4. 4.1. 4.1.1. 4.1.2. 4.2. 4.2.1. 4.3.
Vragen over banken Bent u naar een bank geweest voor een aanvraag van een financiering? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? Is de aanvraag goedgekeurd? Wat was hiervan de reden? Heeft u opmerking over de samenwerking met banken?
5. 5.1. 5.1.1. 5.1.2. 5.2. 5.2.1. 5.3.
Vragen over subsidies Heeft u een aanvraag voor een subsidie gedaan? Zo ja, voor welke subsidie? Zo nee, waarom niet? Is deze goedgekeurd? Waarom is deze goedgekeurd/afgekeurd? Heeft u opmerking over subsidies in Nederland?
6. 6.1. 6.1.1. 6.1.2. 6.2. 6.2.1. 6.2.2.
Huidig economische klimaat Ondervindt u gevolgen van het huidige economische klimaat? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? Verwacht u nog gevolgen te ondervinden in de toekomst? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
7. 7.1. 7.2. 7.2.1. 7.2.2. 7.3.
Toekomstplannen/Ambities Wat zijn de toekomstplannen/ambities van het bedrijf? Heeft u al een exit-strategie? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? Praat u hierover met investeerders?
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
71
Bijlage VII:
A 1 2 3 4 5 6 7 B 8 9 10 11
Vragenlijst interviews VCs - investeringsklimaat
Investeringsplannen Hoeveel is uw onderneming van plan te gaan investeren de komende 12 maanden? In hoeveel bedrijven? In welke stadium van de onderneming wilt u investeren? Welk percentage bent u van plan te gaan investeren in seed- en eerste rondes? Is dit percentage veranderd in de afgelopen 2 jaar? Welk percentage wilt u in Nederland investeren? Wat zal de verhouding zijn tussen nieuwe investeringen en vervolg-investeringen in uw bestaande portfolio? Welke specifieke sectoren bent u momenteel in geïnteresseerd? Is dit veranderd in de afgelopen 2 jaar? Invloed economie op strategie Heeft de economische situatie van de afgelopen jaren invloed gehad op uw investeringsstrategie? Heeft de economische situatie van de afgelopen jaren invloed gehad op uw exit-strategie? Wat is uw mening over het huidige economisch klimaat en hoe beïnvloedt dat uw strategie? Wanneer denkt u exits te kunnen realiseren? Wat voor exits zullen dit gaan zijn?
C 12
Aanbod starters Hoe vergelijkt u het huidige aanbod van Nederlandse technostarters met dat van vorig jaar? Hoe zal het aanbod zich naar uw verwachting ontwikkelen in de komende jaren?
D 13
Aanbod venture capital Hoe vergelijkt u het huidige aanbod aan venture capital in Nederland met dat van vorig jaar? Hoe zal het aanbod zich naar uw verwachting ontwikkelen in de komende jaren? Hoe kijkt u naar de mogelijkheden voor starters in de komende 12 maanden geld op te halen? Zijn er momenteel fases of deal-groottes aan te duiden die moeilijker zijn voor Nederlandse technologiebedrijven om gefinancierd te krijgen?
14 15 16 E 17 18
Portfolio Hoe financieren uw portfoliobedrijven hun volgende rondes? Wat is uw rol daarin?
F 19
Informals Werkt u samen met informals of business angel netwerken? Zo ja, wat voor samenwerking is dat? Hoe bereikt u ze? Wat vindt u van ze? Hoe doen ze aan risicobeheersing? Wilt u meer met ze samenwerken?
20 21 22 G 23
Rol overheid Hoe ziet u de huidige rol van de Nederlandse overheid met betrekking tot venture capitalinvesteringen?
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
72
H 24 25 26 27
Rol VC's in NL Hoe zou u de rol van Nederlandse VC's willen typeren? Hoe voegen ze waarde toe? Waar schieten ze tekort? Heeft u ervaring met VC in andere landen? Kunt u opmerkelijke verschillen aangeven?
I 28 29
Type financiers Schieten andere traditionele financiers te kort in Nederland? Denkt u dat er in de Nederlandse markt en bij tech ondernemers behoefte bestaat aan andere type financiers? Wat voor financiers zouden dat zijn?
30
© 2012 Emerging Technology Research Europe
6-meting Nederlands investeringsklimaat Vertrouwelijk
73