Nederlands als vreem de taal
Via Goethe en Descartes naar Erasmus?
‘Als gevolg van de technologische ontwikkeling, film en televisie, wereldwijde computerisatie, de internationale popcultuur, is het Amerikaans op weg de definitieve wereldtaal te worden’. Zegt Harry Mulisch in 1995 in een toespraak ter gelegenheid van het ontvangen van de grote Nederlands-Vlaamse Prijs der Nederlandse Letteren. En hij gaat nog verder: ‘Over 75 jaar zal het Nederlands […] de tweede taal van de Nederlanders en de Vlamingen geworden zijn, zoals het Fries dat nu voor de Friezen is’. Dit soort geluiden hoor je regelmatig, ook nu nog. En regelmatig lees je in Nederlandse en Vlaamse kranten doemscenario’s van het uitstervende en verloederde Nederlands. Als ik mijn 14-jarige zoon hoor praten met zijn vrienden en zijn mailtjes bekijk, dan zou je haast zeggen dat Mulisch en andere doemdenkers gelijk hebben. Hé, Yv Ik zit net je nieuwe page te checken Cool hoor I love cat Mazzels, Jorrit Maar is dat nou echt zo? Of heeft de andere groep gelijk, waarvan Joannes Goropius Becanus oftewel Jan van Gorp, geneesheer uit Hilvarenbeek, de eerste representant is. Hij publiceerde in 1569 een stuk waarin hij beweert dat het Diets (het Nederlands van het gewone volk) de oertaal was waar alle talen vanaf zijn geleid. De taal van Adam en Eva. Zijn standpunt is nog lang na hem door anderen uitgedragen. Twee uitersten. We gaan eens kijken hoe de situatie van het Nederlands op dit moment is. Wat betreft de leenwoorden. Dat is altijd zo geweest. [dikke leenwoordenboek laten zien] 1.1 Geografisch Behalve Waalse studenten zoals jullie, zijn er meer mensen op meer plekken in de wereld die Nederlands leren. Enkele voorbeelden: #
Een student Germanistiek in Los Angeles heeft affiniteit met het Nederlands: het is de taal van zijn voorouders. Hij wil ooit nog eens op zoek naar zijn 'roots' en zou dan graag ook wat Nederlands spreken; verstaan kan hij al heel veel. Het liefst zou hij Nederlands als bijvak doen. Als hij de web-site van het Department of Germanic Languages van de Universiteit van Californië raadpleegt, ontdekt hij dat er verschillende mogelijkheden zijn om een deelstudie Nederlands te doen, zoals ....
#
Rechtenstudenten in Ujung Pandang (Sulawesi, Indonesië) hebben enige kennis van het Nederlands nodig om bepaalde wetboeken te kunnen raadplegen. De Universitas Hasanuddin in Ujung Pandang biedt daarvoor cursussen aan. Aan diezelfde universiteit kun je overigens ook een Nederlandstalige opleiding volgen die gericht is op een baan in het toerisme.
#
Een Duitse zakenman uit de buurt van Munster, die op school geen Nederlands heeft gehad, heeft contacten met de haven van Rotterdam. Hij heeft ontdekt dat het bij onderhandelingen een voordeel is om tenminste te kunnen zeggen Ik kan helaas geen Nederlands spreken. Er zijn verschillende mogelijkheden voor hem om dat te leren. Hij kan een cursus volgen aan de Universiteit van Munster, bij de Volksuniversiteit of bij de Kamer van Koophandel; hij kan ook een zelfstudiepakket doorwerken.
[video: de ontdekking van het Nederlands] Dit zijn slechts enkele van de talloze mogelijkheden die er over de hele wereld geboden worden om de Nederlandse taal te bestuderen of te leren. Er zijn immers nog veel meer plaatsen waar dat kan, zoals Auckland en Bristol, Kaapstad en Kyoto, Luik en Lille, Perugia en Pondicherry, Waterloo en Zagreb. Met 21 miljoen sprekers is Nederlands geen wereldtaal, maar je kunt het wel in alle hoeken van de wereld (in 44 landen om precies te zijn) leren, en voor allerlei doeleinden. [sheet wereld] [sheet Europa] De meeste opleidingen vindt men in Europa. Niet alleen in West-Europa, maar ook in een aantal midden-europese landen, zoals Polen en Hongarije. In Europa behoort het Nederlands tot de middengroep. Je hebt de grote talen: Engels, Frans, Spaans. Daarna Duits. Dan in het midden Nederlands. Daaronder heb je de echte kleine talen: Zweeds, Noors, Grieks, Italiaans, Tsjechisch, etc. Op de wereldranglijst van ca 6000 talen staat Nederlands op de 35e plaats!! Andere concentratiegebieden zijn Indonesie en Zuid-Afrika.
1.2 Dan een schets van de doelgroepen De drie voorbeelden die ik net genoemd heb, zijn min of meer representatief voor de groepen mensen die het Nederlands als vreemde taal leren. Grofweg kun je de volgende indeling maken: [sheet met doelen/doelgroepen] a) Nederlands als studierichting vragen stellen aan hen: hoe zit de studie in elkaar? Wat voor status heeft het vak? Hoeveel uur per week? Welke onderdelen doen ze? (Mensen die Nederlands studeren, zoals studenten in Nederland Italiaans of Arabisch studeren. Zo'n studie bestaat evenals hier uit taalkunde, letterkunde, taalverwerving en vaak vertalen (als hoofdvak of als bijvak). Het voorbeeld uit Amerika is daarvan een illustratie. Over het algemeen beginnen deze studenten met Nederlands als ze aan de universiteit studeren. Dat betekent dat er een flink stuk taalverwerving moet plaatsvinden). Er zijn 250 universiteiten in het buitenland waar Nederlands wordt onderwezen. Totaal 500 docenten, 13.000 studenten. b) Nederlands als vaktaal • In Indonesie bestaat bijvoorbeeld naast de reguliere studierichting Nederlands aan sommige universiteiten een opleiding die speciaal gericht is op een baan in het toerisme of het bedrijfsleven. Die beroepsopleidingen wijken qua inhoud af van de reguliere studierichtingen en duren minder lang (3 in plaats van 5 jaar). • Behalve de zojuist genoemde rechtenstudenten uit Indonesie die het Nederlands nodig hebben om bronnen in het Nederlands te bestuderen zijn er nog vele andere groepen die Nederlands voor dat doel leren: historici in Amerika die Rembrandts opdrachtgevers bestudeert. In de 16e eeuw al waren er handelsbetrekkingen met Japan. Een Zweed die dat wil bestuderen moet ook Nederlands leren. Verder: archivarissen in Sri Lanka. In een interview met collega Bert Paasman van de UVA in Taalschrift, de publicatie van de Nederlandse Taalunie, worden ook enkele getallen genoemd: alleen al in Indonesie volgen per jaar minstens 10.000 rechten- en 1500 letterenstudenten cursussen Nederlands als bronnentaal. Het doel van Nederlands leren is in dit geval natuurlijk anders dan bij een universitaire studie Nederlands: het gaat bij bronnentaal om vakgerichte, receptieve kennis van het Nederlands. c) Nederlands als communicatiemiddel Er zijn natuurlijk altijd mensen die gewoon de taal willen leren omdat ze dat leuk vinden of omdat ze dat voor hun werk nodig hebben, of omdat ze naar Nederland gaan op vakantie. Net zoals Nederlanders die Fins of Turks leren voordat ze zich in de Finse meren respectievelijk de Turkse zeeën storten. Communicatieve cursussen zoals de Duitse zakenman uit het voorbeeld zoekt, worden op veel plekken in de wereld gegeven. Aan Volksuniversiteiten, commerciële Talencentra, Culturele centra, etc. Daarnaast wordt het Nederlands in Europa ook onderwezen op middelbare en
basisscholen. d) Nederlands als schoolvak Dat is dan de derde mogelijkheid. Nederlands als schoolvak komt vooral voor in de grensgebieden in de buurt van de grens tussen Nederland en Duitsland en de grens tussen Vlaanderen en Wallonië. Er zijn honderden scholen …. Want, even voor alle duidelijkheid: als we het over het Nederlandse taalgebied hebben, dan hebben we het uiteraard over Nederland en Vlaanderen Het veld 'Nederlands buiten Nederland' is dus heel divers, omdat het a) uit verschillende doelgroepen bestaat b) aan verschillende instellingen wordt gegeven c) in verschillende landen, met verschillende didactische tradities Men denkt dat ca 125.000 mensen buiten Nederland en Vlaanderen Nederlands leren. [eventueel stukje video ‘Ontdekking van het Nederlands’]
2 W at gaat die steun inhouden? W elke activiteiten gaat het Steunpunt NVT ontplooien? In 1998 opgericht, nu twee jaar geleden. Begonnen met helemaal niets. Wat gaat het Steunpunt doen dat anderen nog niet doen? Onze belangrijkste taak is, zoals Rene Appel in een interview zei: een internationaal centrum waar iedereen terecht kan die te maken heeft met het onderwijs Nederlands als vreemde taal. Onze doelstelling is: op alle mogelijke manieren de taalverwerving van het Nederlands buiten Nederland en Vlaanderen te bevorderen Dat kun je op verschillende manieren doen. Ik kreeg onlangs een brochure onder ogen van de Stichting Promotie Talen. Daarin wordt het Nederlands aangeprezen voor bijvoorbeeld leerlingen die deelnemen aan Europese uitwisselingsprojecten. In het franstalige deel lees ik wat een voordeel het is als je als buitenlandse student in Nederlandse disco's je in het Nederlands kunt uitdrukken: 'Raak mij niet aan' (ne me touche pas) fait maintenant partie de leur repertoire néerlandais, tout comme 'ik hou van je' (je t'aime). Kenmerk van het Nederlands is volgens de brochure dat het alles verkleint (bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige naamwoorden, telwoorden, bijwoorden, voorzetsels, ja zelfs werkwoorden). In het Engelstalige deel wordt daar gelukkig aan toegevoegd 'Which doesn't mean, of course, that those who have Dutch as their mothertongue are not able to see things big'. Alles heeft zijn voortjes en zijn tegentjes. Promotie op genoeg dus, zou u kunnen zeggen. Wat moet een Steunpunt nog? Het Steunpunt zal meer promoten door inhoudelijk, didactisch het VT-onderwijs te ondersteunen, door nog meer professionalisering van de NVT-docenten. Daarbij zal in eerste instantie de expertise die in het veld aanwezig is, aangewend worden. Het Steunpunt moet echt als een hulpmiddel worden gezien. Ik zet de activiteiten even op een rij. [sheet activiteiten]
-> dienst verlenen [vorig jaar: ca 200 vragen] • Een vraag die we kregen was: welk materiaal is er voor een groepje van ongeveer 12 kinderen in de leeftijd van 8-15, die allemaal van verschillend niveau zijn. • Vraag van Nederlandse studenten naar een stageplaats in Frankrijk en Indonesië. • Vraag om een cursus voor docenten die een leermiddel ontwikkelen, te geven. • Vragen van studenten naar zomercursussen. • Deze vraag van jullie. -> coordineren, expertise bundelen Het is van groot belang dat alle expertise en publicaties op het gebied van het VTveld in kaart worden gebracht. Voorbeeld: digitaal informatiecentrum. En we geven die informatie gedeeltelijk weer door aan tijdschriften. Sebastian verzorgt een rubriek in nn en ik in NEM. We coordineren het NEM-luik van Taalunieversum. -> activiteiten initieren a) leermiddelen We hebben een enquete gehouden onder alle 250 universitaire docenten en op basis daarvan ideeën voor projecten geformuleerd. [Veldboeket laten zien] b) nascholing Projectvoorstel gemaakt voor docentencursus. c) onderzoek In het veld wordt meestal taalkundig en letterkundig onderzoek gedaan. Vooralsnog begeven onze plannen zich op het gebied van het praktijkonderzoek (etnografisch onderzoek) juist met het oog op het in kaart brengen van/evalueren van het veld. Een pilot op dat gebied heb ik gedaan in Indonesië.
-> adviseren We verkeren in de riante positie om gevraagd en ongevraagd de Nederlandse Taalunie te mogen adviseren over aspecten van het Nederlands als vreemde taal. [zie adviezen, profiel van de docent NVT. Als jullie docent willen worden …]
3 Moderne didactiek In Nederland en Vlaanderen is er de laatste 15-20 jaar enorm veel gebeurd op het gebied van het Nederlands als tweede taal. Door de grote toeloop van immigranten uit allerlei landen. Zelf heb ik in 1974 mijn eerste les Nederlands gegeven aan de Volksuniversiteit in Amsterdam. Leermiddelen waren er toen nog niet. We gebruikten de leermiddelen die voor het Nederlands als vreemde taal waren ontwikkeld: Shetter, De Vries. [Shetter laten zien] Het was een grammatica van het Nederlands voor Engelstaligen, met vertaaloefeningetjes en rijtjes idioom. Verder was het knip- en plakwerk. Ach, en veel docenten, met name VT-docenten (in het buitenland) doen het nog zo. [La pratique laten zien] In NL zijn er door alle ontwikkelingen nieuwe didactische inzichten gekomen en heel veel leermiddelen ontwikkeld, voor allerlei groepen. Ik geef een paar kenmerken van de ‘moderne didactiek’ en laat daarbij telkens een paar leermiddelen zien/horen. Belangrijkste is dat het eclectisch is. De eerste tijd dat er allerlei leermiddelen kwamen was iedereen heel dogmatisch bezig. In de jaren zeventig had je de audiovisuele leergang Levend Nederlands [LN laten zien] Daarna jaren tachtig: audio-leksikale Daarna communicatieve leergangen. Tegenwoordig loopt het allemaal wat door elkaar. Dat betekent ook dat leergangen steeds meer op elkaar gaan lijken. Bijvoorbeeld Vanzelfsprekend en Code Nederlands. 1 communicatief, functioneel [ Code Nederlands, Taal vitaal, Vanzelfsprekend] 2 geïntegreerd Alle vaardigheden op beginnersniveau: luisteren, spreken, lezen, schrijven, uitspraak, grammatica, woordenschat, studievaardigheden. 3 taakgericht [Vlaams materiaal, Zebra] 4 veel aandacht voor woordenschat Selectie van woorden gebaseerd op frequentielijsten: Elementaire lijst, Basiswoordenboek. Gevolg is: veel woordenboeken. [Een zinnig woord, 0031, alle software, woordenboeken] 5 hulptaal mag weer
[Help, Vanzelfsprekend] 6 grammatica mag weer [Nederlands in hoofdlijnen, Grammatica in gebruik, etc] 7 authentiek en semi-authentiek materiaal [mister Bean, Loenatik, liedjes (CD, Annie)] 8 aandacht voor spreekvaardigheid, prosodie [Taalriedel, Spreek vaardig, poëzie] 9 multimediaal [bijna alle: tekstboek, werkboek, audio, video, software] 10 zelfstandig leren [zie alle software, thuis lezen: Kader Abdolah, Toon Tellegen]
Presentatie studenten uit Wallonië 3 maart 2000 Drs Alice van Kalsbeek Steunpunt Nederlands als vreemde taal Universiteit van Amsterdam Spuistraat 210 1012 VT Amsterdam Tel +31 20 5253152 Fax +31 20 5253052 e-mail
[email protected] http://www.snvt.hum.uva.nl
1 NEDERLANDS IN DE WERELD 1 NEDERLANDS ALS STUDIERICHTING 2 NEDERLANDS ALS VAKTAAL • Vakopleiding • Bronnentaal 3 NEDERLANDS ALS COMMUNICATIEMIDDEL 4 NEDERLANDS ALS SCHOOLVAK
2 STEUNPUNT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL TAAK:
Een internationaal centrum worden waar iedereen terecht kan die te maken heeft met het onderwijs Nederlands als vreemde taal.
DOELSTELLING: Op alle mogelijke manieren de taalverwerving van het Nederlands buiten Nederland en Vlaanderen bevorderen. ACTIVITEITEN • • •
•
dienst verlenen coördineren projecten initiëren leermiddelen nascholing onderzoek adviseren
3 MODERNE LEERMIDDELEN 1 communicatief, functioneel 2 geïntegreerd 3 taakgericht 4 veel aandacht voor woordenschat 5 hulptaal mag weer 6 grammatica mag weer 7 authentiek en semi-authentiek materiaal 8 aandacht voor spreekvaardigheid, prosodie 9 multimediaal 10 zelfstandig leren
Taalriedel Gedicht Liedje
BRUSSEL MOETEN HETEN (Acda en De Munnik) Zittend bij het raam Ik kijk naar al die mooie mensen Ze gaan uit, ze gaan naar huis Je weet het niet Zo langzaam als het regent De verliefden doet het niets Laat niemand ze vertellen dat het giet Maar degenen die alleen gaan Weggedoken in hun jas Zij die gaan omdat ze ergens moeten zijn Ze kleuren beter bij de liedjes Die de barvrouw ons draait Rustig, als het zesde glas wijn Er blijft een vrouw staan voor het raam Het lijkt of ze wil dat ik iets zeg Het zou hier Brussel moeten heten Was ik eindelijk eens weg Zittend bij het raam Ik kijk naar al die mooie mensen Af en toe keken ze terug Maar vaker niet Binnen gaan de jassen aan De glazen leeg, de mensen staan 21 gulden staan we quitte Ik ga mee met allen die alleen gaan Weggedoken in mijn jas Niemand snapt de eenzame lach Ik ga links want ik moet rechts En we gaan nog niet naar huis Ik speel Brusseltje vannacht Er zit een dame voor het raam Het lijkt of ze wil dat ik iets zeg Het zou hier Brussel moeten heten Was ik eindelijk eens weg