JAARVERSLAG 1998
STEUNPUNT NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL
Sebastian Fuchs Alice van Kalsbeek
Steunpunt Nederlands als vreemde taal Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Spuistraat 210 1012 VT Amsterdam Tel +31 20 525 3152 Fax +31 20 525 3051 e-mail:
[email protected] www: http://www.snvt.let.uva.nl
1
1
INLEIDING
In 1997 heeft het Algemeen Secretariaat van de Nederlandse Taalunie een aantal Nederlandse en Vlaamse universiteiten gevraagd om een projectvoorstel in te dienen voor een op te richten Steunpunt Nederlands als vreemde taal. Namens de Universiteit van Amsterdam werd een projectvoorstel geformuleerd door een werkgroep onder leiding van prof. dr. R. Appel, bijzonder hoogleraar Algemene Taalwetenschap. Medio 1997 werd het project toegekend aan de Universiteit van Amsterdam. Het College van Bestuur heeft de Faculteit der Letteren, later Faculteit der Geesteswetenschappen geheten, met de uitvoering van dit project belast. Binnen de Faculteit ressorteert het project onder de leerstoelgroep Tweede-taalverwerving van de Afdeling Taal- en Letterkunde. In november 1997 heeft de sollicitatieprocedure voor een wetenschappelijk medewerker (voltijd) of twee wetenschappelijke medewerkers (deeltijd) plaatsgehad. Uit de 27 sollicitanten werden drs. A.A.M. van Kalsbeek en S. Fuchs M.A. als deeltijdmedewerkers aangetrokken. S. Fuchs werd door UvA-JobService voor een jaar in dienst genomen en ten behoeve van het project “Steunpunt Nederlands als vreemde taal” per 1 februari 1998 gedetacheerd aan de leerstoelgroep. A. van Kalsbeek werd door haar werkgever, de Afdeling Nederlands Tweede Taal van de Vrije Universiteit van Amsterdam, per 1 maart eveneens gedetacheerd, voorlopig voor de duur van een jaar. Sinds eind oktober is drs. Vita Olijhoek voor 12 uur in dienst voor administratieve ondersteuning. Het eigenlijke werk van het Steunpunt NVT is 1 februari 1998 begonnen. Het verslag dat u hier aantreft beslaat de periode 1 februari – 31 december 1998. Het is gebaseerd op de jaarplanning van het Steunpunt zoals die was vastgesteld in het projectplan en het werkplan voor 1998. Hierin worden als belangrijkste activiteiten van het Steunpunt genoemd: 1. Het inrichten van een informatiecentrum Nederlands als vreemde taal. 2. Het verlenen van service aan docenten en instituten Nederlands als vreemde taal. 3. Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Nederlandse Taalunie. 4. Het uitvoeren van een gebruikersonderzoek. 5. Het formuleren van projectvoorstellen met betrekking tot onderzoek en leermiddelenontwikkeling op het gebied van het Nederlands als vreemde taal. Een aantal activiteiten dat in het werkplan 1998 was opgenomen is nog niet uitgevoerd, maar zal naar het zich laat aanzien begin 1999 worden afgerond. Het samenstellen van een digitale bibliografie en het redigeren van een papieren versie daarvan zijn echter permanente activiteiten, omdat ze voortdurend moeten worden bijgewerkt. Er zijn in de periode waarover het verslag gaat ook activiteiten toegevoegd aan het werkplan. Het verzoek van de Taalunie om advies uit te brengen met betrekking tot een samenhangend nascholingsaanbod en de vraag om een profiel van de docent Nederlands in het buitenland te maken, zijn daarvan de belangrijkste. De dienstverlening heeft al een flink deel van de tijd in beslag genomen. De schatting die daarvoor gemaakt was bleek te laag. Als deze ontwikkeling zich voortzet, zal voor 1999 minstens de helft van de totale werktijd daarvoor moeten worden gereserveerd. Gezien de omvang van de formatie van stafleden (1.1 fte.) en het aantal permanente activiteiten zal er binnen de huidige bezetting geen ruimte zijn voor nieuwe projecten. 2
2
INRICHTING VAN EEN INFORMATIECENTRUM NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL
Het Steunpunt NVT bestaat in alle opzichten. Van een lege kamer met een bureau en een stoel is het geworden tot een modern (maar klein) informatiecentrum. Het Steunpunt NVT heeft de beschikking over een kamer met daarin basisvoorzieningen als bureaus, kasten, stoelen, etc. Er is een telefoon met antwoordapparaat, een computer die aangesloten is op het net, e-mail (drie adressen), een notebook en sinds kort is er een eigen server. Het Steunpunt NVT heeft ook een website; faxen kunnen naar het Steunpunt worden verstuurd via de Faculteit der Geesteswetenschappen, en gewoon een brief schrijven of langsgaan kan ook nog. Alle mogelijke vormen van communicatie zijn dus voorhanden. Er is een begin gemaakt met het inrichten van een bibliotheek. De meest gebruikte en recent verschenen publicaties op het gebied van het Nederlands als tweede / vreemde taal (ook multimediaal) zijn aanwezig. Daarnaast bevat de bibliotheek titels op het gebied van Nederlandse literatuur, taalkunde, geschiedenis en Nederlandkunde. Ten gevolge van logistieke problemen binnen de UVA kon de eigen server pas in oktober in gebruik worden genomen. Inmiddels is deze server, die in eigen beheer van het Steunpunt is, als communicatiemachine in gebruik; hij kan met behulp van de gebruikelijke internet diensten worden benaderd (met name WWW). Andere diensten zijn alleen mogelijk voor geregistreerde gebruikers. De WWW-diensten (Steunpunt Net) vormen het belangrijkste onderdeel; ze zijn in twee afdelingen opgedeeld: http://www.snvt.let.uva.nl (Open Net) is de toegang voor alle gebruikers vanuit de hele wereld. https://www.snvt.let.uva.nl/SNVT/intra_html (Project Net) is de toegang voor geregistreerde gebruikers.
Het Steunpunt NVT beschikt over de volgende informatie: • een bijgewerkt adresbestand van (voornamelijk universitaire) docenten Nederlands buiten het taalgebied, • adressen van instellingen waar Nederlands als vreemde taal wordt gegeven, • adressen van instellingen binnen het taalgebied die te maken hebben met het onderwijs Nederlands als tweede of vreemde taal, • een overzicht van cursussen Nederlands als tweede of vreemde taal voor studenten, gegeven in Nederland en Vlaanderen, • een overzicht van het aanbod aan nascholing voor docenten NT2 of NVT in Nederland en Vlaanderen, • een overzicht van leermiddelen die relevant zijn voor het veld, • adressen van uitgevers in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, en Engeland die boeken publiceren op het gebied van het Nederlands als vreemde taal. Het is de bedoeling dat een groot deel van deze informatie op de www-server voor algemeen publiek toegankelijk wordt gemaakt, een kleiner deel (vooral adresbestanden) alleen voor de staf en de projectmedewerkers. De digitale verwerking van alle informatie en het digitaal toegankelijk maken ervan voor gebruikers zal in 1999 worden afgerond. 3
Het inrichten van het Steunpunt NVT als informatiecentrum heeft meer tijd geëist dan voorzien. Beide medewerkers moesten hun weg vinden in de voor hen vreemde infrastructuur van de Universiteit van Amsterdam, waar de vervanging van oude facultaire structuren door nieuwe een extra complicatie vormde. De medewerkers ondervonden echter ook veel medewerking van allerlei personen en instellingen, zoals het Instituut voor Nederlands als tweede taal van de UvA, de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek, de Nederlandse Taalunie, de projectgroep Certificaat Nederlands als Vreemde Taal, contactpersonen binnen de Belgische en Nederlandse diplomatieke dienst, verschillende belangenverenigingen zoals de Fachvereinigung Niederländisch en de American Association for Netherlandic Studies en van de leden van de stuurgroep “Steunpunt Nederlands als vreemde taal”. Zonder deze medewerking zou de informatievoorziening die op het Steunpunt aanwezig is niet die omvang hebben gehad die ze nu heeft.
3
PROFILERING VAN HET STEUNPUNT NVT
Profilering van het Steunpunt NVT was in 1998 naast informatieverzameling een kernactiviteit die op verschillende manieren is uitgevoerd. Er zijn berichten over het Steunpunt verstuurd naar een groot aantal tijdschriften, kranten en naar educatieve uitgevers. Alle uitgevers in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, en Engeland die publicaties uitgeven op het gebied van het Nederlands als vreemde of tweede taal, hebben informatie gekregen over het Steunpunt en de vraag die op te nemen in hun mailing list. Van de tijdschriften hebben de volgende het bericht opgenomen: Les, Levende Talen, Onze Taal, NRC-bijlage, Ons Erfdeel, Neerlandica extra muros, nachbarsprache niederländisch, Newsletter AANS, IVN-krant. De uitgeverijen hebben allemaal gereageerd. Medewerkers van het Steunpunt hebben presentaties over het Steunpunt gehouden voor de leerstoelgroep tweede-taalverwerving van de UvA (van die leerstoelgroep maakt het Steunpunt deel uit), op het Seminarie voor Nederlandse taal en cultuur (Amsterdam), op het congres van de Suider Afrikaanse Vereniging voor neerlandistiek (Kaapstad), op de ‘First meeting with official institutions responsible for the promotion of national languages and cultures’ van de Europese Commissie in Brussel en op de bijeenkomst van docenten Nederlands in het ambtsgebied van het consulaat generaal te Frankfurt. Er zijn folders gedrukt en verspreid en visitekaartjes gemaakt, alle voorzien van een eigen logo. Drie interviews over het Steunpunt zijn verschenen: in Taalschrift (René Appel), in Noordzee (René Appel) en in Afrikaans Vandaag (Alice van Kalsbeek). René Appel heeft sinds najaar 1998 zitting in het Platform Nederlands. Tenslotte hebben medewerkers van het Steunpunt een groot aantal bezoeken afgelegd en bijeenkomsten van belangenverenigingen in het buitenland bijgewoond. We kunnen stellen dat het Steunpunt bij de doelgroep en ver daarbuiten bekend is. Dagelijks zijn er contacten met mensen uit het veld en sommigen van hen weten de weg naar het Steunpunt te vinden.
4
4
BIBLIOGRAFIE
Aan inventarisatie van leermiddelen is het afgelopen jaar veel tijd besteed. Aan de ene kant gebeurde dit in het kader van vragen uit het veld om specifieke leermiddelen of een invulling van een programma. Op die manier is een basislijst ontstaan van recente publicaties (boeken, software, visueel materiaal, cd’s, spelletjes). Ook zijn er specifieke lijsten voor bijvoorbeeld het onderwijs Nederlands aan cursisten met Zuid Afrikaans als moedertaal, voor cursisten die zich voorbereiden op een opleiding in de gezondheidszorg, voor kinderen. Aan de andere kant heeft een systematische inventarisatie plaatsgevonden van catalogi van educatieve uitgevers en platenmaatschappijen, leermiddelenlijsten, digitale catalogi, websites, recensies en boekhandels. Het Steunpunt heeft een globaal overzicht van alles wat er beschikbaar is op het gebied van het Nederlands als tweede of vreemde taal. De beschikbare informatie moet deels nog digitaal worden verwerkt. In 1999 zal de bibliografie digitaal toegankelijk zijn. Hij bevat onder andere een overzicht van beschikbare leermiddelen, waarvan de volgende informatie is opgenomen: § doelgroep § doelstellingen § onderwezen taalvaardigheden § didactische benadering § samenstelling van het pakket § prijs § beschikbaarheid § verwijzingen naar recensies § korte beschrijving § relatie vreemde taal – moedertaal.
5
UITVOERING GEBRUIKERSONDERZOEK
Om de situatie van het Nederlands als vreemde taal in kaart te brengen, zijn twee vragenlijsten ontwikkeld en verstuurd. Een voor docenten NVT en een voor hoofden van instituten Nederlands buiten het taalgebied. De lijsten zijn voor de zomervakantie verstuurd en eind augustus heeft iedere ontvanger een reminder gehad. De verwerking van de enquête zal begin 1999 worden afgerond. Over de resultaten wordt een publicatie voorbereid. Op grond van de tot nu toe verwerkte gegevens kunnen al enkele aanbevelingen worden gedaan met betrekking tot leermiddelenontwikkeling, bijscholing van docenten en onderzoek. Deze aanbevelingen zijn voor een deel in het antwoord op de adviesaanvraag van de Nederlandse Taalunie opgenomen, voor een deel vormen ze de grondslag van het beleidsplan voor 1999. De resultaten zijn ter inzage op het ProjectWeb van het Steunpunt Nederlands als vreemde taal (https://www.snvt.let.uva.nl/SNVT/intra_html). Deze website is echter voorlopig alleen toegankelijk met een toegangsnaam en een password.
5
6
BIJSCHOLING VAN DOCENTEN NEDERLANDS ALS VREEMDE TAAL
Een van de hoofdactiviteiten van het Steunpunt NVT is het koppelen van vraag en aanbod op het gebied van bijscholing van docenten. Verschillende vragen over cursussen voor docenten hebben het Steunpunt NVT het afgelopen jaar bereikt. Gegevens uit de enquête vormen een aanvulling op die vragen. Het antwoord daarop vindt zijn weerslag in het advies met betrekking tot een samenhangend nascholingsaanbod dat tegelijkertijd door de Nederlandse Taalunie werd gevraagd aan het Steunpunt. Kernpunten van het advies zijn: 1) De diversiteit van het NVT-veld moet weerspiegeld worden in bijscholingsprogramma’s. 2) Door bijscholingsprogramma’s moeten docenten Nederlands als vreemde taal hun kennis kunnen vergroten. 3) De bijscholingsprogramma’s geven de mogelijkheid tot ontwikkeling van docentvaardigheden bij docenten Nederlands als vreemde taal. 4) De verhouding tussen de verschillende vakinhouden en de didactiek van de vakken moet evenwichtig zijn in een stelsel van bijscholingen. In enkele gevallen werden vragen beantwoord door inzet van de medewerkers van het Steunpunt zelf. Daadwerkelijke ondersteuning van NVT-docenten vond plaats in Indonesië, waar een van de medewerkers van het Steunpunt twee weken gastcolleges gaf. De lessen aan de studenten waren hier gekoppeld aan trainingen van docenten. In het Duitse taalgebied gaf een medewerker van het Steunpunt op uitnodiging van de ‘Euregio Gronau-Enschede’ en de ‘Bezirksregierung Münster’ in het kader van bijscholingen voor leraren Nederlands inleidingen in het gebruik van de computer en internet voor het onderwijs Nederlands.
7
FORMULERING ONDERZOEKSVOORSTELLEN
In het najaar is in Indonesië een pilotstudie uitgevoerd bij het onderwijs Nederlands aan de Seksi Belanda van de Universitas Indonesia te Jakarta. Belangrijkste doel van dat onderzoek was het toetsen van vragenlijsten en observatieschema’s en het inventariseren van mogelijke onderzoeksonderwerpen op het gebied van de onderwijspraktijk van het Nederlands als vreemde taal. Voor de afdeling waar de observaties plaatsvonden zullen enkele aanbevelingen worden gedaan voor bijscholing van docenten. Bij verschillende docenten en in verschillende groepen studenten zijn observaties uitgevoerd van lessen taalvaardigheid en literatuur, waarna gesprekken plaatsvonden met de docenten. Het verslag hiervan zal binnenkort worden gepubliceerd. Een eerste indruk is echter dat de vragenlijsten op verschillende punten moeten worden aangepast, aangezien het onderwijs qua vorm en inhoud afwijkt van het NT2-onderwijs in Nederland. Belangrijkste verschillen zijn de verdeling van het taalonderwijs in vaardigheden (luisteren, spreken, schrijven, lezen, grammatica, uitspraak etc.) en de geringe rol die de doeltaal als voertaal speelt in sommige lessen. Daarnaast hebben ook cultuurverschillen, bijvoorbeeld met betrekking tot de invulling van het begrip ‘tijd’, het assortiment faciliteiten, de invulling van het begrip ‘efficiëntie’ en het vermogen om samen te werken, invloed op de organisatie en de inhoud van het onderwijs. Deze aspecten vereisen andere vragen en wellicht ook andere vaardigheden van de onderzoeker, zoals kennis van de voertaal. 6
Er wordt een literatuurstudie verricht om de begrippen NVT, NT1 en NT2 nader te definiëren. In deze notitie zal het Steunpunt NVT ook een visie formuleren op het onderwijs Nederlands als vreemde taal. Deze visie is al gedeeltelijk verwoord in het ‘Profiel van een docent Nederlands als vreemde taal’, dat ter advisering is voorgelegd aan de Nederlandse Taalunie.
8
DIENSTVERLENING
De dagelijkse dienstverlening heeft, geheel in overeenstemming met de opzet van het Steunpunt NVT, naast het inrichten van het informatiecentrum, het leeuwendeel van de tijd in beslag genomen. Vragen van allerlei aard en uit alle delen van de wereld bereikten het Steunpunt. Een overzicht van typen en aantallen vragen is opgenomen in de bijlage. Het beantwoorden van sommige vragen riep weer een andere vraag op, namelijk waar de grens ligt tussen het antwoord op een vraag geven en een project uitvoeren. Voorlopig hebben we als limiet gesteld veertig werkuren. Als een advies meer dan veertig uur vergt, gaat het om een langdurig project en valt het buiten de gratis dienstverlening van het Steunpunt. Hieronder volgen enkele voorbeelden van interessante vragen. • Het Erasmus Taalcentrum heeft gevraagd om lesmateriaal voor een kindergroep in Jakarta. Het ging om een groep van bijna vijftien kinderen in de leeftijd van 8-15 jaar van verschillend niveau(!). Het programma dat we hiervoor hebben samengesteld is uitgegaan van een splitsing van de groep in tweeën: 8-12 jaar en 12-hoger. Voor beide groepen is een gevarieerd lespakket samengesteld en zijn didactische suggesties gegeven. Onder begeleiding van een Nederlandse docent wordt dit programma ingevoerd. In november heeft Alice van Kalsbeek een bezoek kunnen brengen aan de groep. Ze heeft lessen bijgewoond en besprekingen gevoerd met de docenten. Het was verrassend om te zien hoe de adviezen waren opgevolgd en hoe ze werkten in de praktijk. Samen met de docenten werd het programma op enkele punten bijgestuurd. • De voorzitter van de Duitstalige vereniging “Fachvereinigung Niederländisch” was door de regering van de deelstaat “Nordrhein-Westfalen” gevraagd zitting te nemen in een commissie die advies moest uitbrengen over een voorstel om voor Duitstalige studenten aan universiteiten en Fachhochschulen en scholieren in het voortgezet onderwijs een multimediale leergang te ontwikkelen. Hij heeft aan het Steunpunt een reeks van vragen voorgelegd om een verantwoord advies uit te kunnen brengen: 1) Wat voor leermiddelen zijn er op te markt? 2) Hoe schat het Steunpunt de kans van een leergang voor verschillende doelgroepen in? 3) Welke kosten zijn verbonden aan een multimediale leergang? Op basis van de door het Steunpunt verstrekte informatie heeft de commissie het besluit genomen om de vraag weer terug te geven aan de deelstatenregering. • De Universiteit van Archangelsk wil graag een bijvak Nederlands geven (naast twee andere Europese talen). Het gaat om het opzetten van een nieuw vak in samenwerking met de afdeling Slavistiek van de UvA. Voor het maken van het curriculum en het ondersteunen van de docenten is het Steunpunt ingeschakeld. • Uit Praag mailde een studente die met haar afstudeerscriptie bezig is dat zij via de Nederlandse ambassade te Praag een beurs voor een post-doc-verblijf in Nederland kon krijgen. Zij vroeg aan het Steunpunt om contact te leggen met iemand die op het gebied van morfologie gespecialiseerd was. Omdat zij vooral in de theoretische achtergronden van 7
de nieuwe Nederlandse spelling geïnteresseerd was werd contact opgenomen met prof. A. Neijt van de KU Nijmegen. Binnen 1 uur was geregeld dat die studente naar Nijmegen kon gaan.
9
Stuurgroep "Steunpunt Nederlands als vreemde taal"
Bij het toekennen van het project "Steunpunt Nederlands als vreemde taal" aan de Universiteit van Amsterdam heeft de Nederlandse Taalunie gevraagd om een stuurgroep in te stellen. Na overleg van de directeur van het Steunpunt met de Nederlandse Taalunie werd een zevental leden benoemd: drs. J.J.M. Beelen (Oldenburg), prof. dr. L. Beheydt (Louvain-la-Neuve), prof. dr. P. Van de Craen (Brussel), dr. C. Huisman (Straatsburg), namens de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN) dr. R. Vismans (Hull), namens de Vereniging Nederlandse Universitaire Talencentra (NUT) dr. H. van Berlo (Maastricht) en namens de Nederlandse Taalunie drs. M. le Clercq (Den Haag). De stuurgroep adviseert in algemene zin de projectgroep (het Steunpunt Nederlands als vreemde taal) in inhoudelijk opzicht, en zij heeft op dit punt een toetsende functie. In verband met de vertraagde start van het Steunpunt heeft de stuurgroep in 1998 slechts een keer vergaderd. Daarbij werd een voorzitter gekozen (prof. L. Beheydt) en het werkplan voor 1998 besproken. Tevens werd de noodzaak van een huishoudelijk regelement vastgesteld dat bij de komende vergaderingen zal worden vastgelegd.
10
Bestuur "Steunpunt Nederlands als vreemde taal"
Eveneens werd door de Nederlandse Taalunie gevraagd om een bestuur voor het Steunpunt Nederlands als vreemde taal in te stellen. Dit bestuur heeft als hoofdtaak de beoordeling van de activiteiten van het Steunpunt NVT wat betreft organisatie, planning en begroting. Voor het bestuur "Steunpunt Nederlands als vreemde taal" werden de volgende leden benoemd: prof.dr. H. Pinkster (voorzitter), Universiteit van Amsterdam, prof.dr. K. Jaspaert, Nederlandse Taalunie en prof.dr. Fr. Daems, Universiteit Antwerpen. Het bestuur heeft in 1998 niet vergaderd.
8
Bijlage Totaal aantal binnengekomen vragen: 112 Overzicht communicatiemiddel: Telefoon E-mail Fax Brief Persoonlijk contact Onderwerpen waarover werd gevraagd: Info over leermiddelen Info over nascholing Info over studie Info over zomercursussen Opzetten van bijscholingen Opzetten van ontwikkelprojecten Advies over projecten Advies curriculum Docentenbemiddeling Bemiddeling bij contacten Algemene informatie over het Steunpunt Overige onderwerpen
LAND Australië België Bulgarije Canada Duitsland Engeland Frankrijk Indonesië Italië Japan Nederland
9
AANTAL VRAGEN PER LAND 2 7 1 1 12 5 4 17 1 2 25
10 42 13 14 33
39 15 4 5 5 4 7 6 4 12 11 28
LAND Noorwegen Portugal Roemenië Schotland Slovenië Slowakije Spanje Tsjechië USA Zuid-Afrika
AANTAL VRAGEN PER LAND 1 1 1 1 3 1 5 4 4 14