NCZ Magazine juni 2013 Inhoudsopgave: NCZ op bezoek bij VWS Zorgwonen of woonzorgen? Zelfmanagement in de gezondheidszorg; Zorgportaal CZ 4 tips voor de ouderenzorg… en wat Rosenthal daar mee te maken heeft Gerommel met de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) Oproep aan Ambtelijk Secretarissen Zorg op maat of met mate? De Wcz: Rechten zijn goed, verplichtingen nog beter Workshop WMCZ 24 september Katwijk
_________________________________________________________________________________________
Voorwoord
NCZ op bezoek bij VWS
Zelfmanagement wordt door verzekeraar CZ gepromoot als optie om kosten te besparen en toch een hoge kwaliteit van zorg te behouden. Het zogenaamde Cronic Care Model –in principe bedacht voor chronische patiënten- zou model kunnen staan voor wat “zorgportaal” wordt genoemd. Dit zorgportaal voorziet in digitale ondersteuning tot zelfmanagement. De patiënt neemt zo meer verantwoordelijkheid voor zijn eigen zorg; de hulpverlener krijgt meer de rol van coach. Dit alles moet leiden tot een verhoging van zorg op maat, emancipatie en een verbeterde communicatie.
Op het Symposium over de Toekomst van de Ouderenzorg door het NCZ op 24 april jl. in Didam heeft Dhr. Anno Pomp, Coördinator Strategie van de afdeling Langdurige Zorg bij VWS een presentatie gehouden die zeer goed is ontvangen door de aanwezige deelnemers. Uit een rondje langs de velden is gebleken dat men vooral content was met de actualiteit en de inzichtelijkheid van die presentatie. Er waren veel vragen naar aanleiding van de presentatie die door Anno helder en duidelijk zijn beantwoord. Die middag heeft Anno de deelnemers van NCZ uitgenodigd om op korte termijn naar VWS te komen om met de Directeur Generaal, de Programmaleider, de Voorzitter van het Transitiebureau, de Directeur Communicatie en Anno zelf te komen discussiëren. Uiteraard zijn wij blij met deze uitnodiging. Het is een mooie kans om de visie van het NCZ in de praktijk te brengen. Namelijk de visie dat wij niet voor onze leden spreken maar met en door onze leden spreken. Het thema ‘scheiden van wonen en zorg’ staat bij bijna alle (centrale) cliëntenraden van verpleeg en verzorgingsinstellingen hoog op de agenda en er is veel bezorgdheid over de goede afloop hier van. Zie het artikel zorgwonen of woonzorgen hierna in dit magazine. Voor (centrale) cliëntenraden is het in grote lijnen duidelijk waar het om gaat en wat de gevolgen zijn bij het scheiden van wonen en zorg. Voor cliënten/bewoners van zorginstellingen is het nog veelal onduidelijk. Wij hopen dan ook dat de verschillende functionarissen van VWS ieder op eigen wijze uitleg willen geven over het fenomeen ‘scheiden van wonen en zorg’. Onderwerpen zoals o.a. de functie van de zorgkantoren, het puntensysteem wat mogelijk wordt aangepast voor zorginstellingen, de rol van de WMO en het Welzijn, voldoende woningen voor senioren in Nederland, het Kangoeroe project, de coördinatie tussen woningbouw, gemeenten, zorgkantoren en instellingen zullen o.i. daarbij aan de orde moeten komen. Wij houden u op de hoogte van datum en programma!
Positief denken is de insteek van Nienke Nieuwenhuizen. Dat geldt zeker voor de ouderenzorg, waarin zij werkzaam is. Het is niet allemaal kommer en kwel in verzorgingstehuizen. Bovendien bereik je met een positieve insteek meer. De Wcz. Het blijft rommelen. Volgens de laatste berichten wordt de wet danig uitgekleed. Het lijkt ook weinig hoopvol dat de wet in vijf verschillende delen wordt uitgesplitst. Transparantie is ver te zoeken. In het verlengde hiervan ligt zorg op maat, of moeten we spreken van zorg met mate? Vanuit het ministerie van volksgezondheid klinkt de oproep om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Zelfredzaamheid en gebruik maken van sociale vangnetten zijn de toverwoorden. Mogen we van de overheid dan ook niet verwachten dat zij deze zaken met alle middelen ondersteund? Met Hans Hoogerheide blikken we even terug op de ontstaansgeschiedenis van de Wcz. Met de Wcz wilde het kabinet de rechtspositie van de cliënt versterken en verduidelijken. De vraag is of de insteek van de wet nu wel goed is: zijn de rechten van de cliënt hierin afdoende vastgelegd of is het beter naar de verplichtingen van de zorgaanbieder te kijken? Het klachtensysteem werkt niet. Kwetsbare groepen worden de dupe. En wie bepaald nu eigenlijk het beleid? De overheid of de bestuurders van zorginstellingen? Hoe zit het met toezicht?
Marika Biacsics, voorzitter bestuur NCZ
Sjon Onnekink. 2
_________________________________________________________________________________________
Zorgwonen of woonzorgen?
Sociale tweedeling
Scheiding van wonen en zorg leidt tot sociale tweedeling en leegstand
Zorgwonen, dus eigenlijk gewoon gebruik maken van het recht op passende zorg, wordt door de hoge woonkosten niet meer toegankelijk voor lagere inkomens. Je krijgt weliswaar de zorg die je behoeft maar de woonlasten zijn niet voor een ieder op te brengen. Zorgwonen zou voor een ieder toegankelijk moeten zijn, maar is dat dus niet. Dit leidt tot een sociale tweedeling.
Het kabinetsbesluit over de scheiding van wonen en zorg lijkt in de praktijk een aantal problemen op te werpen. De achterliggende gedachte van het scheiden van wonen en zorg is dat de overheid en zorgverzekeraars weliswaar verantwoordelijk zijn voor de zorg, maar dat het regelen van wonen een eigen verantwoordelijkheid is. De AWBZ is immers primair bedoeld voor bijzondere ziektekosten. De verblijfskosten moeten nu apart geregeld worden.
Voor mensen met een hoger inkomen zijn de woonlasten wel op te brengen. Zij kunnen wel gebruik maken van het recht op passende zorg. Maar ook hier zit een addertje onder het gras. Als het wonen in een instelling zo duur is ligt kiezen voor langer thuis wonen voor de hand. Dit is wellicht prettiger. Bovendien kan iemand met een hoger inkomen eenvoudigweg er voor kiezen om zelf thuis zorg in te kopen. Het kan zelfs goedkoper uitvallen om zorg in te kopen dan om te gaan zorgwonen.
Dit lijkt redelijk in een tijd dat er kennelijk bezuinigd dient te worden. De vraag is echter of de regeling in de praktijk probleemloos geïmplementeerd kan worden. Is er wel goed nagedacht waar een cliënt door deze regeling tegenaan kan lopen? Als je even logisch nadenkt en signalen uit de praktijk oppikt kun je “wonen” en “zorgen” –laten we het “zorgwonen” noemen- niet zomaar probleemloos scheiden.
Leegstand Concluderend kan ik vaststellen dat zorgwonen in de praktijk op problemen gaat stuiten. Mensen met een lager inkomen kunnen het niet betalen, terwijl mensen met een hoger inkomen er geen of in mindere mate gebruik van zullen maken. Zorginstellingen zullen hiermee in de problemen komen. Er zullen namelijk minder mensen gebruik maken van het zorgwonen. Dit leidt tot onderbezetting, leegstand. Onderbezetting in een zorginstelling is altijd een groot probleem. De instelling wordt veronderstelt een gelijk niveau van zorg te bieden, terwijl er minder geld binnen komt.
Hoge woonlasten Ten eerst lijkt het logisch te veronderstellen dat een cliënt voor een moeilijker keuze geplaatst wordt. Het kan immers zijn dat de benodigde zorg op een bepaalde locatie perfect aansluit op de zorgbehoefte, maar dat de daar te betalen woonlasten eenvoudigweg niet op te brengen zijn. In de praktijk is er namelijk geen sprake van “kale huur”. Deze is sowieso al hoog, woonruimte in een zorginstelling is duur. Hiernaast beschikt een zorginstelling doorgaans over een scala aan faciliteiten die ook nog eens worden doorberekend aan de huurder, of hij er nu wel of geen gebruik van maakt. Hierbij kun je denken aan een restaurant, een recreatieruimte en dergelijke. Logischerwijze beschikt een zorginstelling ook over een receptie, eventueel een nachtdienst of bewaking. Al deze “extra’s” worden doorberekend in de huur. Zo worden de woonlasten voor een huurder in een instelling buitenproportioneel hoog.
© Sjon Onnekink.
Zelfmanagement in de gezondheidszorg Zorgportaal CZ Cliëntenraden, ziekenhuisdirecteuren, raden van bestuur van zorginstellingen (semi)overheden en zo meer zijn allen wat je noemt “partners” in de zorg. Ook zorgverzekeraars spelen een steeds prominentere rol als het gaat om allerlei afwegingen die er op dit speelveld gemaakt dienen te worden. Afwegingen op 3
_________________________________________________________________________________________ het gebied van kwaliteit versus betaalbaarheid. Voorkeur voor eerstelijnszorg of juist meer doorverwijzen. Moeten ziekenhuizen zich specialiseren of juist een totaalpakket van zorg leveren. Centraliseren of decentraliseren. ZZPers of vast personeel. Grootschalige of kleinschalige zorginstellingen. Allemaal issues waarin genoemde “partners” andere accenten zullen leggen. Het is hierbij zaak goed naar elkaar te luisteren. Laat ons een kijken naar een initiatief van zorgkostenverzekeraar CZ betreffende “Zelfmanagement”. Dit wordt gepromoot als optie om kosten te besparen en toch een hoge kwaliteit van zorg te behouden.1
plannen van kleine stappen om de gestelde doelen te bereiken en de progressie te evalueren.
“Mijn GezondheidsPortaal” Het CZ wil nu deze aanbevelingen op het gebied van zelfmanagement concreet maken door de introductie van “Mijn gezondheidsportaal” (MGP). Dit omdat zelfmanagement voor veel mensen moeilijk op te pakken is. Mijn gezondheidsportaal is een digitaal instrument ter ondersteuning van zelfmanagement. Mevrouw Gootzen - beleidsadviseur zorginnovatie CZlegt uit: “Het is een gezondheidsdossier waarin de patiënt zijn gegevens over zijn ziekte en leefstijl kwijt kan, het biedt de mogelijkheid om een individueel zorgplan op te zetten en meetwaarden bij te houden. Het systeem geeft op basis van persoonlijke streefwaarden direct feedback op de gegevens die worden ingevuld.” Uiteraard worden deze gegevens pas effectief bij interactie met een zorgverlener. In die samenspraak van zelf monitoren en interactie met de zorgverlener, kan er meer zorg op maat geleverd worden. Voor het succesvol implementeren van “Mijn Gezondheidsportaal” wordt natuurlijk wel een en ander verwacht van zowel patiënt als hulpverlener. De patiënt zou moeten leren hoe hij meer verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen zorg; de zorgverlener moet zich al naar gelang de mate van het succesvol zelfmanagen opstellen als toeruster of als coach. Er zullen proeven – pilots- worden genomen met chronische patiënten met dit systeem om te kijken hoe Mijn GezondheidsPortaal voor verschillende personen het beste ingezet kan worden.
Op het eerste gezicht lijkt dit geen slecht idee, men is immers primair zelf verantwoordelijk voor de eigen gezondheid. Hierbij komt dat men steeds meer liever de eigen regie houdt en dat het zelf monitoren van de eigen gezondheid ook preventief en kostenbesparend kan werken.
Het Cronic Care Model In 2006 introduceerde de Wereld GezondheidsOrganisatie het Cronic Care Model. Dit zou als basismodel moeten dienen voor de integrale gezondheidszorg van de toekomst. Dit werd later uitgewerkt voor de Nederlandse situatie door de Raad voor de Volksgezondheid.2 Het gaat hierbij in eerste instantie om ondersteuning van chronisch zieken. Zelfmanagementondersteuning dus vanuit de zorg. Zelfmanagementondersteuning wordt gezien als hulpmiddel om een patiënt regie te geven over zijn leven met inbegrip van zijn ziekte. Elke zorgverlener dient zich ervoor in te zetten om zelfmanagement bij de patiënt mogelijk te maken. De zorgverlener maakt gebruik van educatie en ondersteuning, maar ook van bemoediging, begeleiding en gedragsbeïnvloeding. Het model propageert dat de patiënt leert eigen keuzes te maken, doelen te stellen, problemen op te lossen en om te gaan met tegenslag. Hij wordt begeleid bij het
Zorg op maat in de praktijk Op 12 januari 2012 organiseerde CZ een symposium “zorg op maat in de praktijk”, dat voortborduurt op dit thema.3 Zelfmanagement draagt volgens Lynn Rulkens, programmamanager Zorginnovatie van CZ, bij aan zorg op maat. “Als zelfmanagement een geïntegreerd onderdeel wordt van zorg, kunnen kwaliteit, doelmatigheid en toegankelijkheid worden gewaarborgd.” Uiteraard kan zelfmanagement alleen
1
“Zorg waar het moet, zelfmanagement waar het kan”, De Eerstelijns, Kees Kommer, september 2011. 2
Het Chronic Care Model in Nederland drs. M.E.M. Huijben Achtergrondstudie uitgebracht door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg bij het advies “Bekwaam is bevoegd. Den Haag, 2011
3
“Samen aan de knoppen”, De Eerstelijns, Kees Kommer, februari 2012.
4
_________________________________________________________________________________________ slagen als het met succes wordt geïntegreerd in het primaire zorgproces. De samenhang in de eerstelijnszorg wordt steeds belangrijker.
4 tips voor de ouderenzorg… en wat Rosenthal daar mee te maken heeft Mijn vakantie is weer voorbij. Ik ben uitgerust en vol goede moed. Helaas valt mijn oog meestal al snel op een negatief bericht betreffende de ouderenzorg. En eenmaal op mijn geliefde werkplek aangekomen worden mijn oren alweer belaagd met negatieve berichten over de zorg, geklaag over het management en zuchten van wanhoop die uitroepen ; ‘’het wordt nooit wat!”. Er is altijd wel wat in het verpleeghuis, maar zelden wat goeds. Het is om moedeloos van te worden. Wat is dat toch in de ouderenzorg? Is het omdat ik er zelf werk dat ik zo gevoelig ben voor negatieve berichtgeving? Of is het gewoon echt zo? Komt de ouderenzorg alleen maar negatief in het nieuws? Of erger, is het echt allemaal kommer en kwel in het verpleeghuis?
“Patiënten moeten proberen de ziekte een plaats in hun leven te geven; zelfmanagement is een middel tot participatie in de zorg.” Aldus voormalig minister VWS Ab Klink.
Nog fris van de vakantie laat ik me niet meesleuren in de negativiteit. Ik ga op zoek naar iets positiefs. Hoe kunnen we het nu beter maken? Misschien brengt het onderzoek van Dr. Robert Rosenthal een oplossing?
Zelfmanagement verschaft de zorgverlener dus de mogelijkheid zorg op maat te leveren. Onze vorige minister van volksgezondheid Ab Klink, ook spreker op het symposium, voegt hieraan toe dat zelfmanagement voor de patiënt “een middel is tot emancipatie in de zorg, om greep te krijgen op het leven, op het herstellen van de waardigheid”. Zelfmanagement geeft de patiënt het gevoel “ik kan met mijn zorgverlener praten”.
Rosenthaleffect Onze verwachtingen bepalen de uitkomst. Dat is wat Rosenthal heeft bewezen met zijn onderzoek. Rosenthal deed eind jaren 6o onderzoek op een basisschool. Hij testte alle kinderen en trok daarna uit de hoge hoed een aantal kinderen. De docenten van deze kinderen kregen te horen dat deze kinderen een enorme potentie hadden tot academische groei. De docenten kregen te horen dat deze kinderen bijzonder intelligent waren, terwijl dat eigenlijk niet zo was. De kinderen kregen uiteraard niets te horen. Na 8 maanden testte hij alle kinderen opnieuw en het bleek dat de ‘’speciale’’ kinderen allemaal significante vooruitgang hadden geboekt. Ze waren veel beter gaan presteren! Zijn conclusie; wat je verwacht dat er in zit, komt er ook uit. Dit wordt ook wel de self fulfilling prophecy genoemd.
Een win-win situatie dus voor zorgverlener-patiënt. De eerste kan door het delen van digitale gegevens van de kant van de patiënt meer inzicht verkrijgen en daardoor meer zorg op maat bieden. De patiënt heeft meer invloed en regie op zijn eigen bijzondere levenssituatie en kan dus voor zijn specifieke zorgvragen gerichter hulp ontvangen. © Sjon Onnekink
5
_________________________________________________________________________________________ Nienke Nieuwenhuizen is specialist ouderengeneeskunde en universitair docent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze geeft daarnaast trainingen voor verzorgenden en thuiszorgmedewerkers. In 2007 startte ze met Welzijnswijs. Wat begon met klassikale verpleeghuistrainingen is omgeschreven tot e-learning cursussen. De trainingen voorzien in een grote behoefte aan kennis. Welzijnswijs ontwikkelt cursussen voor het héle zorgteam. Ook de huiskamermederwerkster moet tenslotte weten wat dementie nu echt voor ziekte is! Door redelijk geprijsde e-learningmodules die op ieder moment gevolgd kunnen worden, kan meer zorgpersoneel die kennis ook makkelijk verkrijgen. Het welzijn van ouderen én van het zorgteam verbetert door de juiste bijscholing. De combinatie van praktijkervaring en didactische expertise maakt Welzijnswijs uniek. Handen èn hoofd aan het bed! Voor meer informatie neem contact op met 06-51021546 of kijk op de website: www.bijscholingouderenzorg.nl
Is de zorg voor ouderen echt zo slecht?
Lage verwachtingen De verpleeghuiszorg komt met name negatief in het nieuws. De verwachtingen van de zorg is laag. De meningen over de zorgverleners die daar werkzaam zijn ook. Is de zorg voor ouderen echt zo slecht? Of krijgen we terug wat we zelf , onbewust wellicht, veroorzaken? Hoeveel positieve feedback wordt er gegeven? Hoeveel kansen? Complimenten?
4 tips voor de ouderenzorg Onze verwachtingen hebben effect op ons gedrag. Daar is niets geheimzinnig of zwevend aan. Veranderen we onze verwachtingen dan veranderd ons gedrag en in reactie daarop het gedrag van de ander, en daarmee onze omgeving. Het gedrag dat we zelf kunnen laten zien en zorgt voor een positieve verandering in gedrag bij de ander is samen te vatten in 4 tips;
Gerommel met de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) Afgelopen half jaar bereiken ons weer berichten dat over de Wcz het laatste woord nog niet gesproken is. Het wetsvoorstel dateert uit juni 2010. De opzet van de destijds demissionair minister Klink van Volksgezondheid was om de juridische positie van patiënten een vaste basis te geven.
1. Wees aardig 2. Geef meer complimenten als iets goed gaat 3. Help mensen op weg als ze het niet gelijk weten 4. Geef meer kansen om iets (uiteindelijk) goed te doen
Het wetsvoorstel bevat o.a. een eenvoudiger klachtenregeling en recht op medezeggenschap. Bovendien ligt in het voorstel de eindverantwoordelijkheid altijd bij het bestuur van de zorginstelling.
Simpele adviezen! En je hoeft alleen maar je gedrag aan te passen. Niet eens je verwachtingen! Maar hoe vaak doen we dit? Hoe vaak geeft u een compliment? Hoe vaak helpt u een collega op weg? Wanneer was de laatste keer dat u een compliment heeft gekregen? Hoeveel kansen krijgt u om iets te presteren, iets nieuws te doen? En hoeveel fouten mogen we maken? Zien we nog wel de goede dingen in de verpleeghuizen? Het enthousiasme, de gedrevenheid, de liefde voor de mensen en het vak? Ik weet wat me te doen staat volgende week. Nieuwe week nieuwe kansen!
Deze wet dreigt nu ontmanteld te worden. Simultaan aan deze ontwikkeling moet er volgens de agenda van VWS een omwenteling komen “Van systemen naar mensen”. Dit impliceert dat professionele zorg niet langer vanzelfsprekend is; er dient eerst naar de mate van zelfredzaamheid en mogelijke hulp van derden gekeken worden.
© Nienke Nieuwenhuizen. 6
_________________________________________________________________________________________ Opsplitsing Wcz in 5 delen
Zorg op maat of met mate?
In fasen, verspreid over maanden, komen er mutaties door. Al met al wordt de wet danig uitgekleed. Uiteindelijk licht minister Schippers medio februari de kamer in over het plan om de wet in vijf verschillende delen op te splitsen: klachten en geschillen, kwaliteit, goed bestuur en medezeggenschap en aanpassing van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst en Wet toelating zorginstellingen. Volgens minister Schippers en staatssecretaris van Rijn zou de huidige opzet te veel vragen oproepen en het plan tevens te veel weerstand oproepen.
Een nieuwe interpretatie van de Wcz Schippers bepleit het omdenken van systemen naar mensen in het zorgaanbod. Zo blijkt uit de “Kamerbrief gezamenlijke agenda VWS ‘Van systemen naar mensen’”. 5 Achterliggende idee is dat de zorg weliswaar voor iedereen toegankelijk moet zijn, maar ook betaalbaar moet blijven. In de praktijk betekent dit vertaald: doe het zelf of samen met uw familie, vrienden en buren. “Zorg op maat” betekent dat er niet in eerste instantie naar de professionele hulpverlening moet worden gekeken, maar eerst naar wat de zorgaanvrager zelf nog kan en de sociale omgeving van iemand die zorg behoeft kan (moet?) bijdragen. Kijken of iemand zichzelf nog kan redden lijkt me evident en logisch. Zelfmanagement is toe te juichen. Maar hieraan zit een grens. Waar ligt die, wie bepaalt dat en wordt die grens niet te ver verschoven ten nadele van de patiënt?
Alleen het klachtrecht Schippers en Van Rijn laten nu in hun eigen voorstel alleen het klachtrecht overeind;4 dat belangrijkste onderwerp van de Wcz wordt geregeld met een nota van wijziging. Andere delen worden uit de wet gehaald: er komt een wijziging van de Kwaliteitswet zorginstellingen. Later dit jaar volgt een nieuw wetsvoorstel waarin het bestuur van zorginstellingen wordt geregeld. Andere onderwerpen – een aanpassing van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst en een wijziging van de Wet toelating zorginstellingen – komen later deze kabinetsperiode.
Hetzelfde geldt voor sociale steun van derden. Mantelzorg, sociale steun uit de eigen omgeving is goed. Maar kijken of een zorgvrager eerst een beroep kan doen op de sociale omgeving lijkt me lastig meetbaar. Moet een zorgbehoeftige oudere eerst aankloppen bij zijn of haar kinderen? Wellicht is er nog een achterneef die weinig omhanden heeft. Moet er bij de zorgaanvraag per formulier ingevuld worden of je aardige en hulpvaardige buren hebt? Maatschappelijke verantwoordelijkheid is één ding. Maar lijkt me facultatief, of in ieder geval individueel. Mantelzorg en andere vormen van sociale steun gebeurt op particulier initiatief en kan mijns inziens niet in enige vorm van wetgeving verankerd worden. Ook hiervoor geldt dat er aan dergelijke hulp een grens is. Opnieuw de vraag: waar ligt die grens, wie bepaalt dat en moet er pas overgegaan worden tot professionele hulp als de rek er uit is?
© Sjon Onnekink
Oproep aan Ambtelijk Secretarissen Samen met enkele Ambtelijk Secretarissen is het NCZ een bijeenkomst aan het voor bereiden gericht op functie, taken, bevoegdheden en ervaringen van- en voor Ambtelijk Secretarissen. Bent u Ambtelijk Secretaris en heeft u belangstelling meld u zich dan bij ons via
[email protected]
5 4
"Kamerbrief gezamenlijke agenda VWS ‘Van systemen naar mensen’" Datum: 8 februari 2013 Betreft: Gezamenlijke agenda VWS ‘Van systemen naar mensen’. Download: Kamerbrief van systemen naar
Bron: SC Online, Rutger van den Dikkenberg
mensen (Ctrl en klik).
7
_________________________________________________________________________________________ wat uiteindelijk een ernstige, niet duidelijk gediagnosticeerde, ziekte blijkt te zijn zullen de kosten hoger uitvallen. De patiënt is dan de pineut, is onnodig lang ziek, raakt gehandicapt, moet langdurig gebruik maken van psychische of psychiatrische begeleiding of overlijdt.
Zelfredzaamheid en haar grenzen De menselijke maat –zorg op maat- had tot voor kort een positieve klank. De zorg wordt toegespitst op de individuele zorgbehoefte. De eerder genoemde agenda omdenken “Van systemen naar mensen” van het ministerie wekt de indruk hier bij aan te sluiten. De op maat toegesneden zorg wordt hierin echter als volgt omschreven:
Sociale steun: Meer inzetten op kwaliteit i.p.v. alleen op kwantiteit
“De menselijke maat kan en moet terug in de zorg. Daarbij moet ook gekeken worden naar of mensen wel echt zorg nodig hebben. Het is lang niet altijd zo dat mensen die ziek zijn, ook echt zorgbehoevend zijn. Mensen kunnen veel meer zelf dan er nu vaak gedacht wordt.”
Hoe zit het in de praktijk. Hoe is het gesteld met sociale steun aan zorgbehoeftigen? Wist u dat een derde van alle verleende zorg door vrijwilligers gedaan wordt? Als vrijwilligers in de zorg massaal zouden stoppen met hun werk, zou het hele zorgsysteem in duigen vallen. Gastvrouw in een zorginstelling, burenhulp, mantelzorgers, buddy’s, patiëntenorganisaties, cliëntenraden, noem maar op. Het aanbod van vrijwilligerswerk -variërend van niveau pannetje soep brengen tot een professionele patiëntenorganisatie- is groot. Natuurlijk is het fijn als er nóg meer mensen “participeren, meedoen in de samenleving” waartoe door VWS wordt opgeroepen.
Dat iemand primair zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen gezondheid, zowel preventief als curatief, staat buiten kijf. Zeker in een tijd dat de zorgkosten de pan uit rijzen mag er gewezen worden op een zekere vorm van zelfredzaamheid. Niet voor elk wissewasje naar de dokter hollen. Mensen met chronische klachten zijn heel wel in staat –met de nodige voorlichting- hierin zelf de nodige curatieve maatregelen te nemen. Anderzijds; ziek is ziek, en dan heeft men in dit land recht op zorg. Daar betaal je ook premie voor. Mensen die ziek zijn behoeven zorg.
Bij de overheid in het algemeen en bij het ministerie van volksgezondheid in het bijzonder ontstaat steeds meer de trend tot delegeren, zaken uitbesteden bij de burger, oproepen tot eigen verantwoordelijkheid nemen. Omgekeerd mag dan de burger van de overheid vragen hierin verantwoordelijkheid te nemen. Als vrijwilligerswerk een soort eerstelijnshulp wordt om aan de toenemende zorgvraag tegemoet te komen, dient de overheid particulier initiatief op dit gebied met alle middelen te ondersteunen.
De grenzen van sociale steun Als je er zelf niet meer uitkomt met je handicap, ziekte of geestelijke nood werpt VWS nog een extra barrière op om er maar voor te zorgen dat zieke mensen toch maar zolang mogelijk buiten betaalde zorg gehouden worden. Zo blijkt uit een andere zinsnede uit “Van systemen naar mensen”.
Veel mensen –familie, vrienden, buren, vrijwilligers- zijn best bereid meer te doen voor hun verwante of naaste. Hierbij speelt niet alleen een tijdprobleem een rol, maar ook gebrek aan kennis hoe je dingen het beste, het meest efficiënt, zaken kan organiseren. Mantelzorg bijvoorbeeld, kan organisatorisch en administratief behoorlijk ingewikkeld zijn. Je krijgt te maken met allerlei organisaties, geldstromen enzovoorts. Zet naast de wijkverpleegkundige dan bijvoorbeeld een mantelzorgcoach neer die hierover kan adviseren. Zo zijn er diverse voorbeelden te bedenken hoe de overheid vrijwilligers kan ondersteunen. Je zou ook voor verschillende situaties draaiboeken kunnen
Participatie, meedoen in de samenleving, moet een meer prominente plaats hebben.’ Het is de vraag in hoeverre deze procedure al niet werkzaam is. Eerst kijken wat je zelf nog kan, vervolgens naar je sociale omgeving kijken. Of dat al dan niet goed is zal afhangen van elk individueel geval. De vraag blijft hangen in hoeverre de aandrang op zelfredzaamheid en het primair inzetten van sociale steun als vaste regel hanteren ten goede komt aan de volksgezondheid. Goedkoper is het wel. Als alles goed gaat. Mocht iemand veel te lang doormodderen met 8
_________________________________________________________________________________________ ontwikkelen, of folders met nuttige informatie en adressen kunnen maken. Ook ict-oplossingen kunnen handig zijn. Geef zo’n vrijwilliger een Ipad in bruikleen voor visueel contact bij bijvoorbeeld assistentie op afstand voor wondverzorging. Ik houd me aanbevolen voor feed back!
Rechten en plichten Er zijn heel wat kritische kanttekeningen te plaatsen bij dit wetsontwerp. Ik beperk mij in dit artikel tot de verhouding tussen rechten en verplichtingen. Minister Schippers stelt zich op het standpunt dat het voor de positie van de cliënt betrekkelijk irrelevant is of zaken zijn geformuleerd als recht voor de cliënt of als verplichting voor de zorgaanbieder. Daarmee slaat ze de plank volledig mis.
Vrijwilligers in organisatorisch verband zoals patiëntenorganisaties kunnen ook veel meer gestimuleerd worden. Gebeurd dit? Nee, subsidies aan dergelijke organisaties worden juist ingetrokken. Prima dat de overheid vraagt om particulier initiatief, maar geef dergelijke organisaties dan ook steun.
Ik weet niet of u wel eens een klacht hebt ingediend over een reparatie van uw auto. Indien de monteur aantoonbaar slecht werk heeft geleverd, kunt u uw auto terugbrengen naar de garage en daar wordt deze nogmaals -gratis- gerepareerd. Als een chirurgische ingreep niet goed is verlopen, moet u maar hopen dat het nog hersteld kan worden. Als dat het geval is, moet u terug naar het ziekenhuis voor een hersteloperatie die absoluut niet gratis is, niet voor u en niet voor uw zorgverzekeraar. Het recht om te klagen is dan een schrale troost, nog los van de vraag of het u lukt om te bewijzen dat de chirurg in gebreke is gebleven.
En voor ik het vergeet: leg dingen eerlijk, helder en transparant vast in een goed doordachte Wet cliëntenrechten zorg! © Sjon Onnekink.
De Wcz: Rechten zijn goed, verplichtingen nog beter Mensen in dit land hebben recht op goede zorg. Ze moeten kunnen meepraten over de inrichting en uitvoering daarvan. Hiervoor hebben zij een stevige juridische positie nodig. Om die te realiseren, heeft het kabinet in 2008 het programma 'Zeven rechten voor de cliënt in de zorg: investeren in de zorgrelatie' opgesteld. Op basis van dit programma is het wetsvoorstel ‘Wet cliëntenrechten zorg’ (Wcz) geschreven, dat momenteel in behandeling is bij de Tweede Kamer.
Verpleeg- en verzorgingshuisbewoners meest kwetsbare groep In het licht hiervan zou de overheid vooraf zoveel mogelijk garanties moeten scheppen in plaats van mensen achteraf zelf de kastanjes uit het vuur te laten halen. Dat geldt eens te meer voor bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen: hoogbejaarde, kwetsbare mensen die in een bijzonder afhankelijke positie verkeren. Als hun zorgverlening tekortschiet, dan zijn het in veel gevallen hun kinderen die voor hen op moeten komen. En voor je als dochter naar een geschilleninstantie of een rechter stapt om het recht op goede zorg voor je moeder af te dwingen, denk je wel tien keer na. Aan het eind van de dag ga jij naar huis, maar je moeder blijft achter.
Met de Wcz wil het kabinet de rechtspositie van de cliënt versterken en verduidelijken. De wet geeft cliënten recht op goede zorg. Een cliënt kan straks gemakkelijker kiezen voor de zorgaanbieder die bij hem en zijn zorgvraag past (voor zover de zorgverzekeraar daartoe de ruimte laat). En wie niet tevreden is, kan daarover eenvoudiger en effectiever een klacht indienen. De wet regelt ook de verantwoordelijkheden van zorgaanbieders voor de kwaliteit van zorg. Door de regels over de relatie tussen zorgaanbieder en cliënt op te nemen in één wettelijke regeling, zijn de rechten en plichten van beide partijen beter op elkaar afgestemd.
Tenminste tien procent van alle verpleeg- en verzorgingshuizen in Nederland presteert ondermaats en veel andere huizen slagen er niet in om de grauwe middelmaat te ontstijgen. Je zult je dagen maar in een dergelijke instelling moeten slijten. Moet je dan zelf achteraf je recht gaan halen? Of mag je van de overheid verwachten dat ze haar verantwoordelijkheid neemt? 9
_________________________________________________________________________________________ De minister is van mening dat het verschil tussen goed en slecht presterende huizen gelegen is in de wijze waarop het proces van zorgverlening binnen een instelling vorm wordt gegeven. Lees: in de wijze waarop bestuurders de organisatie inrichten. Als je dat weet, waarom zou je daar dan geen eisen aan stellen?
kompas heeft om op te koersen bij het uitoefenen van toezicht en controle. Ook zou je een voorziening kunnen treffen om signalen van tekortschietende zorg in een zo vroeg mogelijk stadium op te vangen door de gevoelstemperatuur binnen zorgorganisaties te meten. Dat kan door zorgaanbieders de verplichting op te leggen om elk jaar een extern onderzoek te laten uitvoeren naar de tevredenheid van cliënten en medewerkers en de rapportcijfers per instelling op KiesBeter te publiceren. De systemen om dergelijke onderzoeken mee uit te voeren zijn voorhanden. Tevredenheids onderzoeken hebben in het verleden bewezen dat ze die signaalfunctie kunnen hebben. 6 Helaas heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) er tot nu toe nooit op geacteerd.
Bestuurders bepalen beleid Daar raken we een teer punt. Kan de overheid eigenlijk nog wel invloed uitoefenen op de wijze waarop de zorgverlening binnen instellingen vorm krijgt? Als het om verpleeg- en verzorgingshuizen gaat, maakt staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten in antwoord op vragen van Kamerleden keer op keer duidelijk dat zij er niet over gaat. Zorginstellingen zijn door de overheid op afstand gezet. De verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering ligt bij de Raad van Bestuur. En bestuurders mogen in alle vrijheid hun eigen afweging maken.
Kwaliteit van leven De Inspectie moet zich nu eindelijk eens gaan realiseren dat er in verpleeg- en verzorgingshuizen meer is om toezicht op te houden dan protocollen, medicijntoediening en doorligwonden. Het gaat in deze instellingen om de kwaliteit van leven. Hoe lang moet je wachten voor je naar het toilet kan? Word je niet onnodig geconfronteerd met je afhankelijkheid? Hoe liefdevol word je bejegend? Word je desgewenst ondersteund bij het opnieuw zin en betekenis geven aan je leven? Voor de bewaking van de kwaliteit van verpleeg- en verzorgingshuizen heb je niets aan een ziekenhuisinspectie. Daarvoor heb je een Inspectie voor de Ouderenzorg nodig.
Maar wat als een bestuurder het verschil niet weet tussen een zorgfabriek en een gemeenschap van bondgenoten? Wat als hij of zij niet beseft dat huisvesten, verschonen en voeden van hoogbejaarde mensen van een andere orde is dan waardevolle bladzijden toevoegen aan het boek van hun leven? Moet je dan als bewindsvrouw je handen maar in de schoot leggen?
Benoemingscriteria bestuurders en toezicht Of leg je bijvoorbeeld wettelijk vast dat bestuurders en toezichthouders verplicht zijn om een landelijk erkende opleiding te volgen en dat ze voor hun benoeming extern getoetst moeten worden op visie en inzicht en – waar het de toezichthouders betreft- op onafhankelijkheid. Een dergelijke toetsing is geen noviteit. De Nederlandsche Bank bijvoorbeeld toetst bestuurders en toezichthouders van financiële ondernemingen en pensioenfondsen op hun betrouwbaarheid en deskundigheid.
Wonderlijk genoeg is het enige recht dat bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen nog enigszins in staat zou stellen om zelf vooraf invloed uit te oefenen op de kwaliteit van hun zorg niet in het wetsontwerp opgenomen: het recht om te bepalen door wie je verzorgd wil worden! © Hans Hoogerheide.
Je zou zorgaanbieders ook wettelijk kunnen verplichten om een Intern Toezichthouder aan te stellen. Een onafhankelijke functionaris met een directe lijn naar de Raad van Toezicht (RvT). Zo’n Intern Toezichthouder kan er voor zorgen dat de RvT niet langer afhankelijk is van de informatie van bestuurders, maar een eigen
6
"Zorgportaal", 'Ondergrenzen zijn er om bewaakt te worden'. (Ctrl en klik voor koppeling). 10
_________________________________________________________________________________________ Resultaat
Hans Hoogerheide is directeur van Mozaïek Advies & Coaching BV te Capelle aan den IJssel. Van 1977 tot 2006 was hij Hoofd Personeel & Organisatie in de ouderenzorg. Sedert 2006 is Hans werkzaam als coach en ondersteuner van cliëntenraden en als persoonlijke coach. Hij was vele jaren docent en trainer in managementopleidingen voor middenkader.
U weet welke bevoegdheden de cliëntenraad heeft op grond van de WMCZ. Rol en positie van de cliëntenraad zijn u duidelijk. U heeft een beeld van hoe u de belangrijkste bevoegdheden zoals informatierecht en adviesrecht kunt inzetten. U heeft zicht op wat de nieuwe wet (Wcz) voor de cliëntenraad betekent. U heeft uw vragen met betrekking tot rol en positie van de cliëntenraad en de bevoegdheden uit de WMCZ beantwoord gekregen.
Workshop WMCZ 24 september in Katwijk De basis De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ)vormt de wettelijke basis voor medezeggenschap en overleg. De WMCZ beschrijft de regels voor de samenstelling van de cliëntenraad en de manier van overleg tussen de bestuurder en de raad. Deze wet geeft daarmee de spelregels voor het handelen van de cliëntenraad. Tijdens deze workshop bespreken we de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen. U maakt kennis met de rechten en plichten van de cliëntenraad. Daarbij is zowel aandacht voor de algemene als de specifieke bevoegdheden. Tevens kijken we naar de procedures uit de wet voorziet en de bijbehorende beroepsmogelijkheden.
Datum/tijdstip 24 september 2013 van 13.30 tot 16.00 uur.
Locatie workshop: Topaz Overduin, Nachtegaallaan 5, Katwijk
Prijs: € 35,- voor NCZ leden en € 50,- voor niet-leden.
Inschrijven: U kunt zich aanmelden door een mail o.v.v. Workshop WMCZ, met uw naam, de naam van de organisatie en het factuuradres te sturen naar:
[email protected]
Meer informatie: In de workshop wordt steeds een relatie met uw praktijk gelegd. Wij nodigen u uit om vooral uw eigen vragen en problemen in te brengen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marika Biacsics; 0651222505
Voor wie (Beginnende) Leden van cliëntenraden die zich willen verdiepen in de wetgeving Ambtelijk secretaris van een cliëntenraad Leden RvB/RvT ziekenhuis/zorginstelling
Redactie: Drs. Sjon Onnekink Mevr. Marika Biacsics
Uw trainer
Reacties op artikelen of suggesties voor onderwerpen stellen wij zeer op prijs.
Hans van Dinteren (www.vandinterenconsultancy.nl)
Leerdoel:
Stichting NCZ
Het leren omgaan en toepassen van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen en aanverwante regelgeving. In de workshop komen de bevoegdheden uit de wet aan de orde, maar ook de wijze waarop van deze bevoegdheden gebruik kan worden gemaakt. Daarbij wordt ingegaan op de rol die de cliëntenraad in de zorginstelling kan spelen.
Postbus 82 6930 AB Westervoort Telefoon: 0651222505 E-mailadres:
[email protected] 11
_________________________________________________________________________________________ Aan informatie en adviezen in deze nieuwsbrief kunnen geen rechten worden ontleend. Het NCZ staat te allen tijde open voor suggesties ter verbetering van deze nieuwsbrief.
www.ncz.nl Volg ons:
12