NCZ Magazine: Veranderingen in de langdurige zorg mei 2014
In deze editie o.a.: •Verslag bijeenkomst 13 maart 2013 Amstelring Amsterdam •Patiëntenparticipatie vereist deskundigheidsbevordering •Aangepaste en alternatieve woonvormen voor ouderen •De toekomst van de medezeggenschap •De grijze golf •Wmo nieuwe stijl 2015 in de maak •Informatiebijeenkomst over veranderingen langdurige zorg en medezeggenschap •Workshop Rechten/plichten/regel/wetgeving cliëntenraden •Koninklijke onderscheiding Marjorie Koopman, lid adviesraad NCZ •Brochure profileer jezelf professioneel
Netwerk Cliëntenraden in de Zorg
pagina 2
Zorg
Voorwoord Karin Kramer doet verslag van de NCZ informatiedag van 13 maart jl. Allerlei nieuwe wetgevingen op het gebied van (ouderen)zorg hebben grote gevolgen voor de medezeggenschap. In dit artikel een verslag van de discussie, een aantal praktijkvoorbeelden en conclusies. Het promotie-onderzoek van Hester van de Boven-kamp ‘De beperkte macht van patiënten’ ontlokt Harriët Messing de stelling te poneren dat patiëntenparticipatie juist wel hard nodig is. Maar dan moet je die wel beter faciliteren. Grote veranderingen in de ouderenzorg in combinatie met forse bezuinigingen stelt gemeenten voor problemen. Ze krijgen opeens de verantwoordelijkheid voor de ouderenzorg en moeten simultaan bezuinigen. Er zijn vele lokale initiatieven op het gebied van alternatieve woonvormen. Het verdient aanbeveling dat de (lokale) overheid hier eens naar kijkt. Gemeenschapsvorming is voor het welbevinden en het langer zelfstandig kunnen wonen van groot belang. NCZ netwerkvoorzitter Marika Biacsics voorziet dat medezeggenschap door grote en snelle veranderingen in de curatieve en langdurige zorg anders ingericht moet worden. Belangenbehartiging verschuift naar extramurale zorg. Een andere aanpak, ander contact met de achterban en andere partners zijn vereist. NCZ zoekt voor een denktank ‘medezeggenschap nieuwe stijl’ deelnemers die willen uitkristalliseren hoe de toekomst van de medezeggenschap in de langdurige zorg er uit kan gaan zien. Heroriëntatie rondom alternatieve woonvormen voor ouderen is actueel. Volgens Karin Kramer kunnen we leren van de jaren ’60 ’70. Uit idealisme en behoefte aan gemeenschapsvorming ontstonden alternatieve woonvormen. De jaren ’90 zijn leerzaam wegens duurzame projectontwikkeling. Woningen konden in een handomdraai aangepast worden. Domotica (slimme woon-technologie) kwam op. Anno nu valt te leren van corporaties met goede ideeën, stichtingen die goede projecten beheren etc. Voor de ‘grijze golf’ moet er zelfstandige beschermde huisvesting komen. Hierbij moet tevens het aloude “Nederland inspraakland” in ere worden gehouden. Volgens het nieuwsbericht op rijksoverheid.nl van 24-04-2014 zijn de plannen voor de Wmo nieuwe stijl 2015 zo goed als rond. Meer mensen moeten in de
thuissituatie worden opgevangen, dus de Wmo moet worden aangepast. Deze wordt middels een publiekscampagne met de burger gecommuniceerd. Een overzicht met enkele kritische kanttekeningen. NCZ heeft in samenwerking met tekstbureau DeRaaf en Realimpact een brochure ontwikkeld ”profileer jezelf professioneel”. Deze is gratis te downloaden. In de brochure is aanvullend materiaal te vinden op het gebied van “het schrijven van een nieuwsbrief” en internetmarketing. Dit magazine gaat uit van de stand van zaken in de langdurige zorg van maart 2014. Intussen zijn er al verfijningen op de regelgeving en met de begrotingsbesprekingen van kabinet en gemeenten zullen nog verdere aanscherpingen plaatsvinden. Wij houden u op de hoogte! Sjon Onnekink
Verslag van de NCZ informatiebijeenkomst over veranderingen in de zorg en de medezeggenschap op 13 maart bij Amstelring te Hoofddorp De kabinetsplannen rondom het scheiden van wonen en zorg, de extramuralisering, indicatiestelling, AWBZ en WMO brengen veranderingen met zich mee. Met name in de ouderenzorg zien die er niet altijd even fraai uit. Zo hebben de plannen onder andere gedwongen sluiting van een aantal zorginstellingen tot gevolg. Ouderen, die nu in een instelling wonen, houden hun indicatierecht en komen niet op straat te staan maar zullen wellicht moeten verhuizen, aldus staatssecretaris Van Rijn. Maar het is óók de vraag of scheiding van wonen en zorg in de (nabije) toekomst nog wel haalbaar en betaalbaar is.
Naar aanleiding van de kabinetsplannen organiseerde NCZ een informatiedag met als thema: veranderende (ouderen)zorg en de gevolgen voor medezeggenschap. Cliëntenraden gaan met elkaar in gesprek over de gevolgen van de kabinetsplannen voor medezeggenschap. Het delen van informatie, best prac-tices, ideeën en kennis en daarbij een open en heldere discussie over de implicaties van deze verande-ringen zal de rol van de cliëntenraad verhelderen. Waar moet de cliëntenraad rekening mee gaan houden? In dit artikel een verslag van de discussie, een aantal praktijkvoorbeelden en conclusies.
pagina 3
Netwerk Cliëntenraden in de Zorg
Wat staat de langdurige zorg te wachten?
Paratroopers om je heen
‘De nieuwe wet- en regelgeving omvat een versobering van de zorg op alle fronten, zowel intramuraal als extramuraal. Uitvoering daarvan heeft verstrekkende gevolgen voor cliënten en zorgorganisaties’. Aldus Ria van Haren, die de inleiding van de dag verzorgde. Een aantal in het oog springende wijzigingen zijn:
In de toekomst krijgt de cliënt dus met meerdere partijen in huis te maken. Mantelzorg wordt ingeschakeld, de WVP komt terug. Het zorgkantoor is de inkoper van deze zorg. Dat betekent nogal wat. Want de goedkoopste wint en concurrerende organisaties zullen in huis komen maar wel goed moeten samen-werken. Zo levert de buurtzorg geen nachtzorg maar is misschien wel de goedkoopste voor andere zorg. En een ziekenhuis werkt weer met zijn eigen zorginstantie. De vraag rijst of de cliënt in staat is om al die mensen in te schakelen. Om zijn eigen ‘paratroopers’ om zich heen te verzamelen en aan te sturen. Een eenvoudig antwoord is er niet.
•De WLZ (Wet Langdurige Zorg) gaat de AWBZ vervangen, althans wat er nog van resteert na een aantal jaren van bezuinigen. Invoering is beoogd op 1 januari 2015. Uitvoering wordt betaald uit Zorgverzekeringswet (ZVW), opgebracht uit premies en een Rijksbijdrage. De zorgverzekeraar gaat via inkoopbeleid een grote rol spelen in de WLZ. De verwachting is dat premie WLZ kostendekkend is (huidige AWBZ is dat niet) maar er wordt nog gezocht naar de meest passende financieringsconstructie, zonder verhoging van premies of Rijksbijdrages. •De zwaarste, langdurige zorg blijft binnen deze WLZ. De verzekeraar kent zorgzwaarte toe. •Verzorging en Verpleging voor de zwaardere groep gaan over naar de Zorgverzekeringswet. •Verzorging (lichtere groep), begeleiding, huishoudelijke hulp en dagbesteding gaan in 2014 en 2015 over naar de WMO. De WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) is een sociale voorziening, waarbij de gemeente compensatieplicht heeft. De wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de WMO kan per gemeente verschillen. Steeds meer gemeenten gaan wel criteria voor toegang en kwaliteitseisen op-stellen. •Opvallend is de comeback van de wijkverpleegkundige (ZVP), via basispakket ZVW. De WVP wordt een soort zorgregisseur, ze coördineert zorg en stemt af met anderen. De WVP werkt via buurtzorg, thuiszorg of wijkteam. Deze comeback roept ook vragen op: wil de WVP dit zélf ook wel? En, zijn er op dit moment wel voldoende WVP’s om dit werk te verrichten?
Het scheiden van wonen en zorg betekent dat alleen de zorgkosten worden gedekt. Huisvestingskosten komen op rekening van de cliënt De ontwikkeling dat slechts de zorg in de AWBZ blijft, maar wonen (huisvesting) niet meer loopt al langer. Er komen steeds meer zelfstandige huur- en koopwoningen met zorg eraan gekoppeld, zoals serviceflats, aanleunwoningen, woonzorgcentra, volledige pakketten thuis (VPT) en Woon Service Zones. Waarin verschillen deze woonvormen van elkaar? •In de serviceflats zijn verplichte voorzieningen, die worden verrekend in de servicekosten. •Voor zorg vraagt men een aparte indicatie aan. Er is dan sprake van extramurale zorg. •Volledige pakketten thuis (VPT) komen voort uit het eerder verplaatsen van intramurale capaciteit naar cliënten buiten de verzorgingshuismuren. •Deze cliënten beschikken wel over een indicatie “Verblijf”, maar willen graag zelfstandig blijven wonen. Zij betalen huur. •Pakket zorg en verblijf (hotelmatig) was voorbehouden aan organisaties die zijn toegelaten voor functie verblijf.
Veranderingen voor de medezeggenschap Corporaties en verhuurders hebben natuurlijk geen belang bij leegstand van serviceflats. Ze willen verhuren, ook aan groepen en bewoners die de service niet nodig hebben of niet gebruiken. Soms is afname van een basisarrangement verplicht bij de huur. Maar hoe zit het met de toeslag bij wel of niet g-bruik van een service? Want is een service niet rendabel, dan verdwijnt ze.
pagina 4
Zorg
Voor AWBZ voorzieningen is de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) van toepassing, dat blijft zo. Maar er komen nieuwe gesprekspartners voor cliëntenraden: bewonerscommissies, huurdersverenigingen, ouderenbonden/raden, wijkraden, mantelzorgorganisaties en woningcorporaties. Hoe ga je dat inrichten? Is ‘traditionele medezeggenschap’ per locatie straks nog werkbaar? Wat kan er anders?
In de praktijk blijkt dat familie, vaak mantelzorgers, een rol op zich nemen qua medezeggenschap via deelname aan een cliëntenraad. In AWBZ voorzieningen wordt ondersteuning en budget voor een cliëntenraad betaald vanuit de WMCZ. Maar bij de scheiding wonen en zorg, verschuift de medezeggenschap. Wat zal er dan gebeuren? Wordt dit vooral vrijwilligerswerk?
Bij het scheiden van wonen en zorg is de vraag: wie betaalt wat en wie levert wat?
Het kabinet wil in de loop van 2014 de WMCZ laten overgaan in de Wet Goed Bestuur in de Zorg, die nu in de maak is. Dit is dus hét moment om met nieuwe voorstellen te komen. Het NCZ wil met cliëntenraden en andere medezeggenschapsorganen in en om de zorg in gesprek over: “hoe belangrijk is medezeggenschap en hoe moet het eruit zien, welke wettelijke kaders passen hierbij, is traditionele medezeggenschap per locatie straks nog werkbaar, wat kan en moet er anders?”
Trends en ervaringen Bij het scheiden van wonen en zorg ontstaan nieuwe organisatiestructuren. Op locatieniveau ontstaat een trend van bewonerscommissies en familieraden. Organisatiebreed en/of regiobreed veranderen veel cliëntenraden hun visie over de werkwijze, het werven van leden, het contact met de achterban, de gesprekspartners enz. Conclusie: Gezien deze praktijkervaringen zou het goed zijn om op voorhand met een goed voorstel voor de nieuwe wetgeving rondom medezeggenschap te komen. Het NCZ kan deze rol oppakken en het cliëntperspectief op medezeggenschap onderzoeken.
*In beginsel is het niet toegestaan verhuur en zorglevering te koppelen. Koppeling mag als dit voor alle huurders tot meer en kwalitatief betere zorg leidt (bijvoorbeeld aanwezigheid van 24 uurs zorg) en moet onderbouwd worden met goede argumenten. **De huurprijs van de te verhuren ruimten moeten worden bepaald middels het Woning Waarde Systeem (WWS). Service wordt verrekend in puntentoe-
pagina 5
Netwerk Cliëntenraden in de Zorg
Van medezeggenschap naar partnerschap
Ervaringen uit de praktijk: 10 Tips & Tricks
Bovenstaande laat zien dat er vele betrokkenen zijn bij de scheiding van wonen en zorg. Dat houdt in dat een cliëntenraad niet meer perse een afspiegeling van alleen bewoners hoeft te zijn. Ook anderen zoals mantelzorgers, vrijwilligers, familie, wettelijke vertegenwoordigers of vrijwilligers die actief betrokken zijn bij de locatie kunnen lid worden van een cliëntenraad. Zij zijn immers allemaal partner in het zorgproces. De samenstelling van de cliëntenraad kan worden meegenomen in “het Instellingsbesluit” van de cliëntenraad.
Wat kan bijdragen aan een efficiënte en doelmatige cliëntenraad in het licht van de scheiding van wonen en zorg?
Karin Kramer Karin Kramer is 53 jaar en woont in Amsterdam. Sinds 2000 werkt zij freelance als projectmanager en adviseur voor organisaties en haar medewerkers, aan de menskant dus. Daarbij richt zij zich op samenwerking, IRL en online, en het gebruik van social media. Vanuit interesse en als ervaringsdeskundige is Ehealth, digizorg en patientparticipatie een steeds grotere rol gaan spelen. Het stelt de patient én de zorg in staat leven en ziekte vanuit autonomie te managen en kent vele communicatievormen, ook weer zowel IRL als online. Haar ervaringen hiermee deelt Karin in haar blogs op DigitaleZorgGids en voor de NFK in het E-zine JIJ. Eind 2013 is zij tevens begonnen als auteur voor het NCZ Magazine. Karin is actief op Social Media:
Karinamdam
Karin Kramer
1. Bespreek op het juiste niveau de juiste zaken en niet overal alles. 2. Is de cliëntenraad de tegenhanger of juist hulpbron van de organisatie? Beide rollen zijn mogelijk. Het is belangrijk je hier steeds goed op te bezinnen. 3. Zoek naar een overall kader waarin naar de cliënt wordt geluisterd. 4. Het bestuur van de organisatie moet het wel willen ondersteunen. Maak een samenwerkingsovereenkomst op basis van afspraken en samenwerking. 5. Zorg voor een onafhankelijk voorzitter. 6. Stel lijsten samen met onderwerpen waarover de cliënt kan meepraten, waar een cliënt recht op heeft, en waar je als cliënt of cliëntenraad vóór mag gaan liggen. 7. Moet de cliënt straks niet met teveel cliëntenraden omgaan? Thuiszorg, corporatie, WMO-raad, cliëntenraad, wijkteams. Hoe ga je dat samen doen? Zorg voor goed overleg. 8. Waar de WMO prestatie velden (o.a. leefbaarheid) meespelen hebben gemeenten en welzijn een rol. 9. “Het familienet” is een goed werkend digitaal platform. Hierin kunnen verzorgers, familie en cliënten elkaar vinden in een social media setting. www.hetfamilienet.nl 10. Maak een jaarverslag van de cliëntenraad en biedt het de organisatie aan. Zij mogen dit weer overnemen in hun jaarverslagen. © Karin Kramer
Meer leren? NCZ organiseert workshops, informatiebijeenkomsten en cursussen op maat over de veranderingen in de zorg. De eerstvolgende informatie en discussiebijeenkomst is op 18 juni bij Ommelander Ziekenhuis Groep in Delfzijl. Meer informatie hierover vindt u verderop in ons magazine. Bezoek regelmatig onze website en/of meld u aan voor onze Facebookgroep: www.facebook.com/ groups/NCZNederland
www.ncz.nl
Zorg
pagina 6
Patiëntenparticipatie Vereist Deskundigheidsbevordering Een paar jaar geleden verscheen het artikel ‘Patiëntenparticipatie niet altijd wenselijk en niet altijd goed’ (www.eur.nl/master/nieuws/detail/article/23057/) naar aanleiding van het promotie-onderzoek van Hester van de Bovenkamp ‘De beperkte macht van patiënten’. Zij beschrijft in haar onderzoek de negatieve effecten van activerend burgerschapsbeleid in de huidige verhoudingen in de zorg. En wat ze beschrijft klopt. Mijn conclusie uit haar verhaal toen en ook nu nog is echter dat het nog steeds hard nodig is om patiëntenparticipatie beter te faciliteren. Want die participatie is mijns inziens wel wenselijk. Faciliteren is een taak van alle betrokkenen in de zorg, inclusief de overheid. De uitdaging is deze negatieve effecten zoveel mogelijk weg te nemen. Bijvoorbeeld via professionalisering van patiëntenverenigingen door middel van een goed financieringsmodel en deskundigheidsbevordering. En door aanpassing van werkmethoden die familie in de GGZ-zorg buiten het behandelteam houden. Dat het nu niet altijd werkt wil niet zeggen dat we het maar zo moeten laten. Wat Van de Bovenkamp beschrijft is allemaal waar in het hier en nu. Patiënten en hun familie hebben momenteel vaak onvoldoende kennis en kunde om deze actief participerende rol goed in te kunnen vullen. Zorgverleners stimuleren bovendien om allerlei redenen deze rol nog niet. Dat geldt op het niveau van de individuele patiënt en zijn familie en op het niveau van de cliëntenraden. Op het niveau van patientenorganisaties stelt Van de Bovenkamp bovendien terecht dat deze ‘gebruikt’ kunnen worden door machtige marktpartijen als geneesmiddelenfabrikanten en verzekeraars. Treffend is ook haar observatie over ongelijke mogelijkheden voor verschillende patiëntenorganisaties. “Grote organisaties met een achterban die niet zo erg ziek is kunnen makkelijker meedoen dan kleine organisaties met een ernstig zieke achterban.” Een zeer onwenselijke situatie.
Kennis is macht Van de Bovenkamp stelt dus terecht dat beleidsmakers nu te veel verwachten van dit actieve burgerschap. Want dat werkt alleen als alle partijen in de zorg op een gelijkwaardig niveau acteren. Ook hier geldt: kennis is macht. Dat is waar we naartoe zullen moeten. Maar dan is de vraag hoe de overheid en het zorgveld dit gaan faciliteren. Hoe gaan zij ervoor zorgen dat alle patiëntenverenigingen kunnen professionaliseren (dit kan overigens ook betekenen dat kleinere moeten gaan fuseren) om een volwaardige gesprekspartner te worden voor overheid, zorgverzekeraars en zorginstellingen? Hoe gaan we cliëntenraden ondersteunen, hoe gaan zorgverleners ervoor zorgen dat patiënten en hun omgeving op niveau mee kunnen doen in het beslissingsproces? Dat zal in kleine stapjes gaan, maar de ontwikkeling is gestart.
Participatory healthcare Er zijn al zorginstellingen die dat actief nastreven, zoals het UMC St Radboud met de beleidskeuze voor ‘participatory healthcare’. Dit ziekenhuis wil uiteindelijk de patiënt en diens omgeving binnen het behan-delteam plaatsen. Het Radboud experimenteert bijvoorbeeld met digitale poli’s en een digitale hangplek voor jongvolwassenen met kanker met AYA4. Binnen die digitale poli’s kunnen patiënten hun medisch dossier inzien, hun uitslagen raadplegen en hun afspraken checken/maken. Ook is er een besloten lotgenotenforum en chatruimte voor één-op-één contact en kan je online contact hebben met de be-handelaar. Soms zie je vanuit dit ziekenhuis ook onderzoek verschijnen over de positieve effecten van ‘shared decisionmaking’ bij de keuze voor een behandeling.
pagina 7
Netwerk Cliëntenraden in de Zorg
Glazen huis
Visie professionalisering Een andere voorbeeld op weg naar meer patiënten-par- patiëntenverenigingen ticipatie is het Slingeland Ziekenhuis met haar ‘Glazen Ziekenhuis’. Dit gaat nog niet zo ver dat patiënten ook hun dossiers en uitslagen in kunnen zien, maar daar gaat het uiteindelijk wel naartoe. Er zijn al een aantal online kenniscentra online, waaronder Urologie. (https://urologie.slingeland.nl/kenniscentrum/). Deze bieden goede medische informatie over aandoeningen en behandelingen, een forum voor lotgenotencontact en blogs van het behandelteam. Ook kun je online een afspraak maken.
Harriët Messing Harriet Messing is een ervaren freelance communicatieadviseur en tekstschrijver met een eigen ZorgBlog over klantvriendelijkheid in de zorg, Zorgelijkjes genaamd. Harriët schrijft vanuit het standpunt van de patiënt / cliënt en gaat daarbij veelal uit van eigen ervaringen of ervaringen van familie en vrienden. Haar speciale aandacht heeft het gebruik van internet- en ICT-toepassingen om klantvriendelijkheid in de zorg te verbeteren. Harriët: “Ik ben een zorgklant. En mijn familie en vrienden zijn zorgklanten. Vanuit hun en mijn optiek wil ik dit blog schrijven. Vanuit verbazing, verwondering, frustratie of misschien zelfs boosheid. Uiteraard probeer ik overal wel de achtergronden van uit te pluizen, zodat ik niet blog vanuit onwetendheid. Ik hoop dat de onderwerpen voor velen herkenbaar zullen zijn en dat ze de betrokkenen aan het denken zullen zetten.” Uiteraard zijn tips en reacties van harte welkom.
Dit zijn inspirerende voorbeelden van zorginstellingen die een duidelijke keus hebben gemaakt en zijn gestart met het faciliteren van patiëntenparticipatie. Dit proces kost tijd, maar is onvermijdelijk. We moeten toe naar participerende zorgconsumenten. Dat is de horizon. Dat zal moeten gebeuren via kleine tus-senstapjes. Veranderingen als deze kosten immers tijd. Maar ondertussen verwacht ik dan wel van de overheid en van het zorgveld (inclusief de patiëntenorganisaties zelf) visie en actie om voor de zorg-consument het proces naar ‘participatory healthcare’ te faciliteren. Te beginnen met het versterken en professionaliseren van patiëntenorganisaties. De visie van de Raad voor Volksgezondheid & zorg (RVZ) hierover is interessant en roep ook vele vragen op over de financiering van patiëntenorganisaties. Eerder (http://harrietmessing.wordpress.com/2010/10/21/lidmaatschap-patientenvereniging-hard-nodig/) wees ik al op de verantwoordelijkheid van zorgconsumenten zelf. Maar ik heb grote twijfels bij de wenselijkheid van financiering door geneesmiddelenindustrie en zorgverzekeraars. Ik mis bovendien in het rapport een visie op inhoudelijke versterking door middel van deskundigheidsbevordering. Ook zou ik discussie willen over de wenselijkheid dat deze verenigingen door vrijwilligers worden geleid. Het gevaar daarvan is immers evident: de continuïteit en het deskundigheidsniveau kan zo maar zelden gewaarborgd worden. Kortom, patiëntenparticipatie is zeker wenselijk, maar dan wel goed gefaciliteerd. Sterke, deskundige en onafhankelijke patiëntenorganisaties en mondige goed geïnformeerde patiënten zijn daarvoor onmisbaar. © 2010/2014 Harriët Messing
Samenwerken met het NCZ? Wilt u uw organisatie naamsbekendheid geven binnen een netwerk van cliëntenraden, actieve professionals en netwerkpartners in de Zorg? Voor samenwerking met het NCZ doen we u graag de volgende suggesties: •Adverteren of publiceren in onze nieuwsbrieven/specials •Adverteren op uitnodigingen voor onze themadagen, workshops,cursussen. •Presenteren tijdens één van onze landelijke themadagen. Interesse? Mail:
[email protected]
Aangepaste en alternatieve woonvormen voor ouderen De grote systeemverandering in de aanpak van de ouderenzorg in combinatie met forse bezuinigingen levert met name voor de lokale overheid grote problemen op. Ten eerste worden lokale overheden opeens verantwoordelijk gesteld voor de ouderenzorg. Ten tweede moeten daarbij bezuinigingen worden doorgevoerd. Het is nog maar zeer de vraag of gemeenten dit aankunnen.
pagina 8
Zorg
Gemeenten moeten simultaan expertise opbouwen hoe de ouderenzorg in te richten. Tegelijkertijd moet dit gebudgetteerd worden. Daarbij komt dat de ouderenzorg ook nog eens van overheidswege anders aangepakt moet worden; steeds minder ouderen komen in aanmerking voor opname in een instelling. De bedoeling is dat steeds meer ouderen zolang mogelijk in hun thuissituatie ondersteuning ontvangen als ze iets mankeren. De criteria voor opname in een instelling worden verlegd. Criteria voor opname in een instelling worden vastgesteld via een puntensysteem, zorgzwaartepakketten genaamd (ZZP). Dus hoe hoger de ZZP-indicatie, des te eerder komen ouderen in aanmerking voor opname in een instelling. Dit jaar komen ouderen met ZZP-3 niet meer in aanmerking voor opname, in 2015 wordt ook ZZP-4 hieraan toegevoegd. Er worden getallen genoemd van 150.000 mensen die volgend jaar binnen deze regeling vallen. Hierbij komt ook nog eens dat de overheid de mening is toegedaan dat ouderen die hulpbehoevend zijn in eerste instantie een beroep dienen te doen op mantelzorg. Hulp dus van familie, vrienden, buren, lokale organisaties, kerkelijke in-stanties enzovoorts. Een enorm probleem, of uitdaging, voor gemeenten.
Participatie Net zoals de gemeenten tamelijk overvraagd worden met een dergelijke complexe systeemverandering voor wat betreft de aanpak van de ouderenzorg wordt er een zware wissel getrokken op de maatschappij als geheel. Op zich is het billijk dat potentiele mantelzorgers hun verantwoording op zich nemen. Zeker in een tijd waarin er minder budget beschikbaar is en de ouderenpopulatie toeneemt. De vraag is echter in hoeverre hier een tandje bij kan. Er gebeurt al heel veel op het gebied van mantelhulp. Je kunt er niet zomaar vanuit gaan dat een maatschappij in staat is of bereid is om een gat in de ouderenzorg te dichten. Er kunnen praktische omstandigheden zijn op grond waarvan dit niet of minder mogelijk is. Bijvoorbeeld de geografische afstand, drukke baan, zorg voor kinderen enzovoorts. Of sociaal-maatschappelijke problemen, zoals onenigheid in een familie, een emotioneel onvermogen enzovoorts. Verder wordt er als het over participatie gaat er vaak gesproken van “helpen” zonder iets aan de omstandigheden te doen die dat helpen bevorderen. “Participeren” betekent “deelnemen aan” niet de “verantwoordelijkheid hebben om”. Als er dus sprake is van participatie moet er dus een setting zijn waarin deze bevorderd wordt.
Verbeterpunten voor het wonen van ouderen Voor een zeer grote (en steeds groter wordende groep) van ouderen wordt er wellicht te weinig gedacht aan veranderingen in de inrichting van de maatschappij ten aanzien van het wonen. Er wordt uitgegaan van de huidige situatie waar van alles af gaat, zonder voldoende naar andere mogelijkheden te kijken. Daarbij is er te weinig kijk op initiatieven die er al zijn. Op dit moment kennen we de volgende vormen van wonen voor ouderen:
1. “Normaal” wonen in een eengezinswoning of flat. 2. Een appartementencomplex voor 55+ zonder gemeenschappelijke voorzieningen. 3. Een appartementencomplex 55+ met een gemeenschappelijke ruimte voor ontspanning, vergaderen met bewonersraad etc. 4. Een appartementencomplex in een voorziening voor gemeenschappelijk wonen aangesloten bij een vereniging zie b.v. http://www.lvgo.nl/. 5. Een appartementencomplex voor 55+ gekoppeld aan of zeer dichtbij een verpleeghuis. Voor woonvorm 1 is het van belang dat er bij een toenemende zorgbehoefte een goede communicatie is met de thuiszorg dat zou kunnen met een goede vorm van domotica (de integratie van technologie en diensten, ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven). Voor een goed voorbeeld kan er een bezoek gebracht worden aan het Spectrum te Dordrecht waar men ver is met domotica. Voor woonvorm 2 geldt hetzelfde als voor 1 met als toevoeging dat er overwogen kan worden of een gemeenschappelijke voorziening alsnog te maken is. De gemeenschappelijke voorziening bevordert de saamhorigheid en dit resulteert in meer onderlinge hulp een dergelijke investering brengt waarschijnlijk zijn geld en meer op. Voorbeeld : De omvorming van woon flats in Ede (Groenendaal) in 55+ woningen en het wooncomplex Zuiderkroon te Ede. Voor woonvorm 3 kan gekeken worden of er een klein kantoor voor thuiszorg medewerker(s) mogelijk is. Voorbeelden van dergelijke woonvormen zijn o.a. het van der Meer gebouw in Wageningen waar al een thuiszorg kantoor is en de Pleinen in Ede waar dat ook het geval is. Opgemerkt kan nog worden dat aanleg of verbetering van domotica zie bij het voorbeeld van Spectrum (1) voor communicatie ook hier een goed idee zou zijn.
pagina 9
Voor woonvorm 4 geldt dat de onderlinge hulp vaak optimaal is. Voorbeelden hiervan zijn een kleinschalig complex in Twello en maar liefst acht in de gemeente Amersfoort allen te vinden op de website van LVGO. Voor woonvorm 5 geldt dat men een hoge kwaliteit van thuiszorg kan leveren en daarmee opname in een verpleeghuis lang kan uitstellen in het belang van cliënt en maatschappij. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in het Baron van Wassenaer complex in Bennekom en in de toekomst in Torckdael Wageningen.
Kennis- en leer netwerk NCZ is een landelijk kennis en leernetwerk. In het netwerk zijn lokale en centrale clientenraden en professionals in en om wonen, welzijn en zorg actief. NCZ is venieuwend en kan een zeer eigentijdse organisatie genoemd worden, gekenmerkt door een slagvaardige en oplossingsgerichte aanpak. Het principe van 'halen en brengen' wordt ten volle benut bij NCZ. De organisatie heeft een professionele uitstraling maar wordt uitsluitend door vrijwilligers gedraaid. Steeds meer mensen zijn bereid zich onbezoldigd voor NCZ in te zetten. De kennis, evaring en wetenschap binnen het netwerk zijn onuitputtelijk. Hiermee kunnen we clientenraden en netwerkpartners op snelle en voordelige wijze voorzien van informatie en advies en naar een hoger plan helpen als dat gewenst is! Voor vragen:
[email protected] of 0651222505
www.ncz.nl
Netwerk Cliëntenraden in de Zorg
Aanbevelingen tot nader onderzoek woonvormen ouderen Het verdient aanbeveling te onderzoeken hoe belangrijk middels het vormgeven van genoemde alternatieve woonvormen gemeenschapsvorming is voor het welbevinden en het langer zelfstandig wonen. Dit roept een scala van vragen op richting VWS: Weet men op het ministerie voldoende van bovengenoemde woonvormen en de voor- en nadelen? Doet het ministerie er onderzoek naar? Zijn er mogelijkheden om initiatieven een startsubsidie te geven om bijvoorbeeld een flat om te vormen naar een LVGO complex met huurprijzen binnen de sociale sector? Afgezien van de LVGO woongroepen, die we hier als voorbeeld stellen, zijn er veel gelijksoortige initiatieven. Kan er een onderzoek komen naar het maatschappelijk en financieel rendement van dit soort woonvormen? Ook kan onderzocht worden hoe het komt dat er –zoals in het voorbeeld van Amersfoort- in bepaalde gemeenten dit wel van de grond komt, terwijl in andere gemeenten dit niet het geval is. In het grote geheel kun je de vraag breder stellen. Hoe kun je de woonomstandigheden van ouderen zodanig aanpassen dat de professionele zorgbehoefte minimaal is bij een maximaal welbevinden van de cliënt? Het antwoord hierop kan dus gevonden worden in een nadere bestudering van de bestaande voorbeelden van nieuwe woonvormen. Uit een dergelijk onderzoek naar woonvormen gerelateerd aan “gemeenschapsgevoel” zou heel goed kunnen blijken dat een investering hierin financieel besparing is te halen en het welbevinden van ouderen te verbeteren. © J.M. Brugman/Sjon Onnekink. Voor wie hier eens in wil duiken kan aangesloten woongroepen vinden op http://www.lvgo.nl/.
Marktwerking en Innovatie in de curatieve zorg Op 16 april organiseerde NCZ in samenwerking met Gelre Ziekenhuizen een symposium over Marktwerking en Innovatie in de curatieve zorg. De presentaties van de sprekers kunt u opvragen via:
[email protected]
pagina 10
Zorg
De toekomst van de medezeggenschap
Medezeggenschap nieuwe stijl!?
Het scheiden van wonen en zorg, de extramuralisering, verscherpte indicatiestelling, nieuwe wetgeving, bezuinigingen, de veranderingen die zowel in de curatieve als langdurige zorg plaats vinden zijn veelomvattend en worden in snel tempo doorgevoerd. Dit heeft ook gevolgen voor de lokale, centrale en extramurale medezeggenschap zowel in de curatieve als in de langdurige zorg.
NCZ is voor de denktank ‘medezeggenschap nieuwe stijl’ op zoek naar deelnemers die samen willen uitkristalliseren hoe de toekomst van de medezeggenschap in de langdurige zorg er uit kan gaan zien. Thema’s als nieuwe wetgeving, nieuwe woonvormen, de achterban, nieuwe samenwerkingspartners, werven van leden, type leden, nieuwe communicatielijnen zullen o.a. aan de orde komen. De pilot loopt van september 2014 tot september 2015 en moet een concreet voorstel over de toekomst van de medezeggenschap in de zorg opleveren. Heeft u belangstelling om aan deze pilot deel te nemen ? Mail dan naar:
[email protected] o.v.v. Medezeggenschap Nieuwe Stijl.
De overheid ‘knaagt’ aan de wettelijke kaders van de medezeggenschap voor de curatieve zorg. Gezien de kamerbrief van Staatssecretaris Martin van Rijn over Goed bestuur in de Zorg van d.d. 19 september jl. over ‘Medezeggenschap op maat’ zou vorm en inhoud van medezeggenschap door en voor cliënten in de curatieve zorg grotendeels ten nadele van de cliënt veranderen. In het voorstel wordt vrijgelaten of medezeggenschap geregeld wordt via een cliëntenraad of een andere vorm van medezeggenschap. Een verplichting voor cliëntenraden in de curatieve zorg met een sterke formele positie is noodzakelijk om te voorkomen dat er slechts minimaal invulling aan wordt gegeven en patiënten vertegenwoordiging een zogenaamde ‘wassen neus’ wordt. Als de formele positie van cliëntenraden vermindert zijn zij afhankelijk van de bereidwilligheid van een bestuurder om de cliëntenraad naar waarde te schatten. Natuurlijk willen bestuurders het cliëntenbelang voorop stellen maar door de huidige financiële druk van banken en verzekeraars en door de enorme regelgeving kan dat moeilijk zijn en een cliëntenraad kan dan juist van grote meerwaarde zijn! Samen met adviesraad en kerngroep probeert NCZ een tegengeluid te geven richting overheid. Meer weten? Bel of mail ons gerust! Voor de medezeggenschap in de langdurige zorg geldt dat het moeilijker wordt leden te werven. Immers cliënten komen de instelling binnen met een behoorlijke indicatie en zijn dan vaak zodanig zorgafhankelijk dat zij niet meer in staat zijn zitting te nemen in een cliëntenraad. Maar er zijn meer mensen betrokken bij de zorg. Een cliëntenraad hoeft niet perse een afspiegeling van alleen bewoners te zijn. Ook anderen zoals mantelzorgers, vrijwilligers, familie, wettelijke vertegenwoordigers of vrijwilligers die actief betrokken zijn bij de locatie kunnen lid worden van een cliëntenraad. Zij zijn immers allemaal partner in het zorgproces. Veel cliëntenraden moeten hun belangenbehartiging ‘verschuiven’ van intramurale naar extramurale zorg. Dit vergt een andere aanpak ten aanzien van de thema’s en vooral ten aanzien van ‘het contact met de achterban. ’ In plaats van interne communicatie krijgen zij gesprekspartners in de wijk. Denk hierbij aan bewonerscommissies, huurdersverenigingen, wijkraden, ouderenbonden of verenigingen, mantel-zorgorganisaties enz.
De grijze golf , veranderingen in de ouderenzorg De kabinetsplannen rondom de ouderenzorg brengen veranderingen met zich mee, zoals gedwongen sluiting van een aantal zorginstellingen. Ouderen, die nu in een instelling wonen, komen niet op straat te staan maar moeten misschien verhuizen, aldus staatssecretaris Van Rijn. Ouderen die “lichte zorg” nodig hebben zullen het met thuiszorg, mantelzorg en aangepaste woningen moeten doen. Er komt een duidelijke scheidslijn: Wonen komt op rekening van de cliënt, de zorg blijft in de AWBZ. Met deze maatregelen is heroriëntatie rondom alternatieve woonvormen voor ouderen in één klap actueel geworden. De scheiding van wonen en zorg is met de huidige zorgvoorzieningen niet op te vangen. Hoe richten we dit anno 2014 respectvol en rechtvaardig in? ‘Participatie’ en ‘eigen kracht’ zijn sleutelwoorden geworden, maar verliezen snel hun waarde bij oneigenlijk gebruik. Participatie betekent ‘actief deelnemen door álle betrokkenen’, niet ‘eenzijdig helpen’. De overheid kan participatie faciliteren maar maakt het met de bureaucratie en regeldruk niet eenvoudig voor de gemiddelde burger om een actieve bijdrage te leveren. Eigen kracht inzetten kan alleen als je die hebt. Voor mensen die zorg nodig hebben is de eigen kracht vaak, eventjes, ver te zoeken. Ga je die afdwingen dan werkt dat averechts. Er zijn gelukkig goede voorbeeldprojecten die hun bestaansrecht hebben bewezen en inspirerend kunnen werken.
pagina 11
Netwerk Cliëntenraden in de Zorg
Woonrecht en woonvormen
Duurzaam bouwen
In de jaren ’60 en ’70 was ‘wonen’ een hot issue. Het woonrecht kreeg onder andere impulsen vanuit de krakersbeweging. De eerste georganiseerde kraakactie vond plaats in 1964 waarna de krakersbeweging tot ver in de jaren ’80 actief bleef. Uit idealisme en behoefte aan gemeenschapsvorming ontstonden alternatieve woonvormen. Bevlogen jongeren stichtten communes met gedeeld (materieel) bezit, leefstijl of geestverwantschap, of op sociale gronden. De woonvormen kenden zelfbeheer en zelfbestuur en waren vaak milieuvriendelijk, ecologisch en duurzaam ingericht.
De jaren ’90 waren de gouden tijden van project-ontwikkeling. Duurzaam bouwen werd gelanceerd, zodat woningen in een handomdraai aangepast konden worden aan nieuwe behoeftes. Grote complexen werden gebouwd met faciliteiten voor domotica (slimme technologie op het gebied van wonen) en allerlei andere vormen van dienstverlening van de toekomst. Van twee appartementen kon je eenvoudig drie maken waardoor je een zelfstandige wooneenheid erbij had. Het was niet helemaal duidelijk of met duurzaam bouwen specifiek rekening gehouden werd met de ‘ouderen van de toekomst’ of dat het om de gadgets ging of de hippe trends die in die tijd rondom de internetbusiness ontstonden. Maar het is een feit dat duurzaam bouwen niet alleen duurzame materialen betreft, maar ook duurzaam gebruik en veranderende woonbehoeftes.
In de loop van de jaren vonden veel communes een balans tussen de principes en eisen van de maatschappij en de oorspronkelijke idealen. Er zijn nog steeds veel projecten rondom alternatief wonen, zoals het woonwerkproject Vrijburcht, het WG terrein in Amsterdam en de Papenhulst in Den Bosch. Op een of andere wijze hebben zij zich aangepast, zijn met hun tijd meegegroeid en hebben tóch hun idealen in stand gehouden. Dat is mooi om te zien. Zij zijn in feite de koplopers van de participatiemaatschappij en hebben woorden omgezet in daden en blijven dat doen: eigen kracht ten top. De krakers van toen, de bevlogen jongeren uit de communes, de flower power hippies uit de jaren ’60, zijn de senioren van nu en de toekomst. De veranderingen die de ouderenzorg anno 2014 treffen, komen op hun bord terecht. Participatie, meedenken, ze hebben het eerder meegemaakt. Zij gaven uiting en vorm aan hun behoefte zichzelf te zijn en kwamen op voor hun rechten. Indertijd vaak met demonstraties en, soms, harde acties om het establishment wakker te schudden. Net zo vaak echter, door gewoon hun eigen gang te gaan in een tijd dat dat qua regelgeving nog kón. Het heeft effect gehad. Inspraak kreeg vorm en werd ingepast in het dagelijks leven door overheid, bedrijfsleven en allerlei organisaties, in het leven geroepen om belangen te behartigen van diverse groeperingen en achterbannen. Iedereen kon ergens over meepraten en zijn zegje doen als hij of zij dat wilde. Nederland was een land van inspraak geworden.
Huizen van de Toekomst Het Huis van de Toekomst, een project van Chriet Titulaer, werd in de zomer van 1989 geopend door toenmalig minister van VROM, Ed Nijpels. Met het huis werd beoogd de gewone burger een idee te geven hoe domotica in de dagelijkse woonomgeving kon worden toegepast. Daarbij stond centraal hoe het gebruik van en interactie met een huis in de toekomst zou kunnen veranderen. Het huis was voorzien van de modernste bouwkundige en technologische innovaties, waaronder een centraal stofzuigersysteem, zonnecellen en stemherkenning. Het innovatieplatform Living Tomorrow startte in 1991. Hoofddoel: mensen te tonen hoe wonen er in de nabije toekomst aan toe zal gaan, waarbij innovatie vanuit een nieuwe invalshoek wordt benaderd. ‘Living Tomorrow I’ werd in 1995 in Vilvoorde gebouwd. In 2000 werd ‘Living Tomorrow II’ geopend, een geüpdatete versie. In 2004 ‘opende Living Tomorrow III’ in Amsterdam Arena. Bijzonder aan het futu-ristische gebouw zijn - uiteraard - alle technische snufjes. Zo is er een badkamerspiegel die het laatste nieuws en de filemeldingen doorgeeft, een koelkast die de eigen voorraad registreert, een wasmachine die kleding scant en herkent en tenslotte een intelligent klimaatbeheersingssysteem dat het hele huis beheert. In 2014 is alleen Living Tomorrow Vilvoorde nog geopend en actief. Huizen van de toekomst zijn een consequent onderdeel geworden van congressen rondom wonen en ICT, gatgetbeurzen en alles wat te maken heeft met ‘; the Internet of Things’ (het uitwisselen van informa-tie, tussen mensen én tussen mensen en voorwerpen). Koelkasten, wasmachines en robotstofzuigers die communiceren
pagina 12
Zorg
met smartphones en tv’s, uitgerust met Internettechnologie zijn in opmars. De communicatie gaat ver. Vanuit één app zijn straks alle huishoudelijke apparaten aan te sturen. Verschil-lende gemeenten experimenteren met pilots rondom ‘huizen van de toekomst’. Vooralsnog richten die zich vooral op het technische aspect en de faciliteiten. Het zal een kwestie van tijd zijn voordat de koppeling met andere woonvormen voor ouderen gelegd zal worden.
Ouderenparticipatie Terug naar de participatie van ouderen in deze ontwikkelingen. Het zou geen kwestie van ‘praten over’ moeten zijn, maar ‘praten met’, niet beslissen vóór maar mét ouderen. Er zijn voldoende oudereninitiatieven, lokale projecten, cliëntenraden, bewoners-commissies die graag hun zegje zullen willen doen in deze discussie. Want hoe denken ouderen zelf over wonen en wat stellen ze voor? Kan de overheid zó faciliteren en organiseren dat de ooit duurzaam gebouwde woningen daadwerkelijk aangepast kunnen gaan worden? En kunnen de faciliteiten die domotica mogelijk maken nu ook gebruikt gaan worden?
Voorbeelden zoeken
Participatie en inspraak bij alternatieve woonvormen Het lijkt vanzelfsprekend dat ouderen gehoord worden. Het is immers de generatie die veranderingen teweeg heeft gebracht en weet hoe om te gaan met participatie en inspraak. Ze zijn goed in zelforganisatie, kunnen vrij denken en propageren dat ook. Zij zijn burgers die op hun oude dag zelfstandig willen blijven wonen, zo nodig met aanpassingen en zorg aan huis. Je zou verwachten dat het niet al te moeilijk moet zijn om alternatieve woonvormen voor deze ouderen te realiseren.
Grijze golf Maar dan moeten er wel voldoende geschikte woningen en wooncomplexen zijn. Corporaties kunnen de ‘grijze golf’ die op hen afkomt moeilijk verwerken. Zij zien duidelijk hun rol in het sociale domein: ‘huisvesting leveren voor ouderen die beschermd zelfstandig gaan wonen’. De vraag is hierbij wel hoe het zit met de financiën. Eerst willen ze méér duidelijkheid over het overheidsbeleid ten aanzien van zorg en wonen. Want als de gemeenten straks meer zorgtaken krijgen wordt de rol van de corporaties groter. "Er moeten snel meer woonvormen worden ontwikkeld waar ouderen positief over zijn" aldus het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg. Sommige corporaties zijn inventief in hun aanpak, nemen deel in sociale wijkteams en willen huisvesting bieden voor zorg en welzijn (bijvoorbeeld ontmoetingsruimtes of zorgpost). Vidomes in Zoetermeer heeft zelfs een ouderenmakelaar aangesteld die senioren begeleidt en helpt bij verhuiskeuzes.
Waar onzekerheid is, zoek je voorbeelden. Voorbeeldprojecten als woonwerkcollectieven, communes, alternatief wonen projecten, ecologische gemeenschappen en nog veel meer. Corporaties die een wiel hebben uitgevonden, stichtingen die goede projecten beheren. Zij kunnen laten zien hoe ze tot stand zijn gekomen, wat er nodig was en wat ze gedaan hebben en nog doen. De oude, bekende, ‘op eigen initiatief’ projecten laten zien dat er toen minder regels en bureaucratie was maar dat ze ook nu floreren. Al deze projecten zijn tot stand gekomen in samenwerking en met inspraak van alle betrokk-nen. Daar kunnen we anno 2014, als inspraakland, veel van leren. © Karin Kramer
bronnen: •Onderzoek NOS 161 corporaties: Woningcorporaties Ouderen 2014 (via www.kcwz.nl) •Wikipedia •Architectenweb.nl
Wmo nieuwe stijl 2015 in de maak Met steun van D66, SGP en ChristenUnie heeft staatssecretaris Van Rijn voldoende draagvlak, ook in de eerste kamer, voor de lancering van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) die op 1 januari 2015 in werking moet treden. Uiteraard heeft dit wetsvoorstel te maken met het feit dat vanaf dezelfde datum mensen met een Zorgzwaartepakket 4 niet meer in aanmerking komen voor opname in een instelling. Zorgbehoeftigen, ook wat betreft de langdurige zorg, worden verondersteld zolang mogelijk thuis te blijven wonen. De Wmo moet hiervoor dus worden aangepast.
pagina 13
Netwerk Cliëntenraden in de Zorg
Staatssecretaris Martin van Rijn:
"Passende ondersteuning"
“Ik ben blij dat we met elkaar deze historische stap hebben kunnen maken. Ik ben ook blij met en dankbaar voor de betrokkenheid van partijen in de zorg en gemeenten. Met deze nieuwe Wmo kunnen ge-meenten ondersteuning bieden die recht doet aan de persoonlijke omstandigheden van mensen thuis. De vertrouwde omgeving, de woonsituatie en de gewenste ondersteuning verschilt immers van mens tot mens."
Ouderen en mensen met een beperking krijgen straks via de nieuwe Wmo “passende ondersteuning” zodat ze zelfstandig kunnen blijven wonen. De gemeente en de cliënt zullen dan de ondersteuningsbehoefte bespreken. De eigen mogelijkheden en behoeftes van de cliënt zijn hierbij het uitgangspunt. Wat de term “passend” precies impliceert is nog een vraag. Kan de gemeente volledig tegemoet komen aan de zorgvraag van de cliënt of wordt hier ook een passende budgettaire afweging gemaakt?
Bij deze optimistische toonzetting van Van Rijn valt nog wel een enkele kritische noot te plaatsen. Het gaat hier om een bezuiniging. Veel mensen met een ZZP-3 of 4 indicatie zijn wellicht beter gebaat bij opname in een instelling. Denk hierbij aan de groepen langdurige zorg en ouderenzorg. Deze vallen nu buiten de boot. De cliënt moet eerst maar eens om zich heenkijken naar mantelzorgers en gaat dit niet lukken gaat de gemeente in uiterste instantie ondersteuning bieden. Dit is de politieke realiteit maar we zullen gepast kritisch blijven bekijken hoe gemeenten de herziende Wmo in de praktijk vorm zullen geven.
Publiekscampagne Uitgaande van de veronderstelling dat de wet met behulp van de gedogende partijen door de eerste kamer komt worden de burgers geïnformeerd over de veranderingen in de Wmo. Deze publiekscampagne wordt als volgt georganiseerd: •Het ministerie stuurt een brief over de gegevensoverdracht van cliënten naar gemeenten en zorgverzekeraars rond 1 juli. •Er komt een helpdesk voor cliënten. Mensen kunnen hier terecht met al hun vragen over de veranderingen in de langdurige zorg. Deze zal nog voor de zomer 2014 starten. Daarnaast ontvangen de cliënten na de zomer een uitgebreide brief over de veranderingen. •Er wordt een cliëntenbrigade ingesteld om te weten hoe individuele cliënten de veranderingen ervaren. Cliënten kunnen dan zelf hun ervaringen kenbaar maken. In overleg met cliëntenorganisaties wordt een team samengesteld van diverse cliënten. •Het ministerie van VWS start na de zomer een landelijke publiekscampagne om alle burgers te informeren over de veranderingen in de langdurige zorg. © Sjon Onnekink Bron: Nieuwsbericht rijksoverheid.nl 24-04-2014
pagina 14
Zorg
Informatiebijeenkomst veranderingen in de Langdurige Zorg en Gevolgen voor de Medezeggenschap De veranderingen in de langdurige zorg zijn veelomvattend en worden in snel tempo doorgevoerd. Wilt u uw achterban zo goed mogelijk informeren en meer weten over het scheiden van wonen en zorg, van intramuraal naar extramuraal, van AWBZ naar Zorgverzekeringswet en Wet Langdurige Intensieve Zorg (LIZ), de nieuwe Wmo enz. Wilt u mee discussiëren over de gevolgen van al deze de veranderingen voor de lokale en extramurale medezeggenschap? Wij nodigen u van harte uit voor de themadag ‘Veranderingen (langdurige) zorg en medezeggenschap' op 18 juni 2014 bij Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Delfzicht, Delfzijl. (vergaderkamer 1 en 2)
Meer informatie: Kosten: alleen de ochtend: € 40,- p.p. voor NCZ leden en € 60,- p.p. voor niet-leden. De gehele dag inclusief lunch: € 60,- p.p. voor NCZ leden en € 80,- p.p. voor niet-leden. Aanmelden: kan tot en met vrijdag 13 juni via de website of door een mail te sturen naar
[email protected] met daarin vermeld het aantal personen/de betreffende instelling/organisatie/het factuuradres. (plaatsen zijn beperkt, vol = vol) Meer informatie: www.ncz.nl/evenement/themadagveranderingen-langdurige-zorg-en-gevolgen-voormedezeggenschap Telefonisch: Marika Biacsics; 0651222505
Het programma is als volgt: 9.30 uur: Ontvangst met koffie/thee 10.00 uur: Welkomstwoord door Marika Biacsics, dagvoorzitter, netwerkregisseur bij NCZ (www.ncz.nl) 10.15 uur: Interactieve lezing over Veranderingen in de (langdurige) zorg; de ontwikkelingen omtrent scheiden van wonen en zorg; wat betekenen deze financieel en organisatorisch, hoe zijn ZZP’s opgebouwd, hoe verloopt de indicatiestelling straks, wat valt onder de Zorgverzekeringswet, de LIZ en wat valt straks nog onder de WMO? Wat zijn de gevolgen van dit alles? Door Mevr. Drs. Ria van Haren (www.isfetadvies.nl) 11.15 uur: Korte pauze 12.15 uur: Lunch (belegde broodjes, koffie, thee, melk, karnemelk) 13.30 uur: Zaaldiscussie over ‘de gevolgen van de veranderingen in de (langdurige) zorg voor lokale, centrale en extramurale medezeggenschap.’ Het scheiden van wonen en zorg en het veranderende indicatiebeleid hebben gevolgen voor de medezeggenschap. Op lokaal niveau is het een uitdaging om nieuwe leden te werven en bij cliëntenraden voor thuiszorg is contact met de achterban en met de juiste gesprekspartners in de wijk een belangrijker onderdeel geworden. Hoe behouden we krachtige medezeggenschap, wat zijn goede voorbeelden, waar liggen kansen en wat zijn mogelijke alternatieven? Doe mee aan de zg. 'placematdiscussie' waarbij we aan de hand van verschillende stellingen in wisselende samenstellingen tot een plenaire terugkoppeling komen. Onder leiding van Ria van Haren en Marika Biacsics. 15.00 uur: Afsluiting met een hapje en een drankje
Koninklijke onderscheiding voor Marjorie Koopman van de NCZ adviesraad Vrijdag 25 april jl. ontving mevrouw mr. M.J.E. (Marjorie) Koopman uit Groessen van de heer De Lange, burgemeester van Duiven, een Koninklijke onderscheiding. Marjorie is benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau voor haar verdiensten voor o.a. de Gehandicaptenraad Duiven, de WMO-raad Duiven, de Raad van Advies van NCZ, ANBO gewest en ANBO Westervoort-Duiven. Marjorie heeft zich geruime tijd ten bate van de samenleving ingespannen en anderen gestimuleerd en doet dat heden ten dage nog. NCZ feliciteert Marjorie met haar onderscheiding en bedankt Marjorie voor haar inzet voor de adviesraad! Wilt u meer weten over de NCZ adviesraad kijk dan op: www.ncz.nl/over-het-ncz/raad-van-advies
pagina 15
Workshop Wet- en Regelgeving, Rechten- en Plichten voor de Cliëntenraad De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) vormt (nog) de wettelijke basis voor medezeggenschap en overleg. De WMCZ beschrijft de regels voor de samenstelling van de cliëntenraad en de manier van overleg tussen de bestuurder en de raad. Deze wet geeft daarmee de spelregels voor het handelen van de cliëntenraad. Tijdens deze workshop bespreken we de WMCZ. Daarbij is zowel aandacht voor de algemene als de specifieke bevoegdheden. Tevens kijken we naar de procedures uit de wet en de bijbehorende beroepsmogelijkheden. We kijken ook naar actualiteiten op het gebied van nieuwe wetgeving; (conceptwet Goed bestuur in de zorg) de beoogde opvolger van de WMCZ. In de workshop wordt stilgestaan bij wat door de nieuwe wet mogelijk zal veranderen. De ingangsdatum van de nieuwe wet is nog niet bekend. In de workshop wordt steeds een relatie met uw praktijk gelegd. Wij nodigen u uit om vooral uw eigen vragen en problemen in te brengen. Leerdoel: Het leren omgaan en toepassen van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen en aanverwante regelgeving. In de workshop komen de bevoegdheden uit de wet aan de orde, maar ook de wijze waarop van deze bevoegdheden gebruik kan worden gemaakt. Daarbij wordt ingegaan op de rol die de cliëntenraad in de zorginstelling kan spelen. Tevens wordt vooruitgeblikt naar nieuwe wetgeving die binnen afzienbare tijd de WMCZ moet gaan vervangen. Datum/tijdstip: 27 mei 2014 van 13.30 tot 15.30 uur. (Vanaf 13.15 uur staat de koffie klaar) Locatie workshop: Meander Medisch Centrum, Maatweg 3, 3813 TZ, Amersfoort, T: 033 - 850 5050 (vergaderzaal 6; melden bij receptie) Klik HIER voor de routebeschrijving Prijs: € 40,- voor NCZ leden en € 60,- voor niet-leden. Inschrijven: Aanmelden via de website of via de mail: o.v.v. Workshop WMCZ, met uw naam, de naam van de organisatie en het factuuradres te sturen naar:
[email protected] Meer informatie: www.ncz.nl/evenement/regel-wetgeving-rechten-enplichten-voor-de-centrale-clientenraad
Netwerk Cliëntenraden in de Zorg
Brochure profileer jezelf professioneel Het NCZ Magazine Inen externe communicatie van november 2013 is zeer goed ontvangen. Tekstbureau DeRaaf heeft met als uitgangspunt genoemde magazine in samenwerking met NCZ en Realimpact een brochure ontworpen “profileer jezelf professioneel”. Deze is gratis te downloaden. Communicatie is voor een non-profitorganisatie van levensbelang. Juist door goed te communiceren zowel binnen als buiten de organisatie kan zij haar achterban zo goed mogelijk informeren en op andere manieren van dienst zijn. Er is over “communicatie” veel geschreven, maar veelal mis je hierin concrete aanwijzingen. Gepoogd is non-profit organisaties zoveel mogelijk informatie en instrumenten te geven zodat ze op een heel praktisch niveau hun inspanningen op het communicatieve vlak een verbeterslag kunnen geven. Dit is van belang voor het doel dat de organisatie voor ogen heeft en om de achterban adequaat te informeren. Ook voor cliëntenraden in de zorg bevat de brochure veel aanvullende informatie op de magazine hierover. Zo vindt u een uitgebreidere versie van “communicatie als sleutelbegrip” en “de participatiesamenleving”. Tevens vindt u een artikel hoe je het beste planmatig een nieuwsbrief of bulletin kunt maken. De brochure bevat ook veel aanvullende informatie over internetmarketing, o.a.: Social Media Tips voor- en als beste vriend van non-profit organisaties, Genereer meer succes met Facebook en Twitter voor beginners. De brochure is gratis te downloaden via: www.ncz.nl/ nczmagazine/2013/brochureDEF Voor meer informatie over internetmarketing of advies kunt u ook kijken op de website van Realimpact: www.realimpact.nl
Zorg
Indien onbestelbaar retour: Postbus 82, 6930 AB Westervoort
Redactie: Drs. Sjon Onnekink Mevr. Marika Biacsics Reacties op artikelen of suggesties voor onderwerpen stellen wij zeer op prijs. Deze kunt u sturen naar:
NCZ Magazine Dit magazine wordt u aangeboden door het Netwerk van Cliëntenraden in de Zorg. Meerdere exemplaren zijn te bestellen tegen vergoeding van € 1,50 per stuk en de portokosten. U kunt het magazine natuurlijk ook downloaden van onze website:
www.ncz.nl/ncz-magazine Wilt u voortaan enkel een digitale versie van het NCZ magazine ontvangen en niet meer per post? Laat het ons dan a.u.b. weten!
Digitale nieuwsbrieven Meld u ook aan voor onze digitale nieuwsbrieven via onze website:
www.ncz.nl/contact Of door een mail te sturen naar:
[email protected]
NCZ Postbus 82 6930 AB Westervoort 0031 (0) 6 51 222 505
[email protected]
Volg ons ook op Twitter: @NCZNederland Meld u aan voor onze Facebookgroep: www.facebook.com/groups/NCZNederland Bezoek onze website:
www.ncz.nl Aan informatie en adviezen in deze nieuwsbrief kunnen geen rechten worden ontleend. Het NCZ staat te allen tijde open voor suggesties ter verbetering van deze nieuwsbrief.