Veranderingen in de langdurige ondersteuning en zorg.
Februari 2014
“Van een klassieke verzorgingsstaat naar een participerende samenleving” klonk het vanaf de troon op Prinsjesdag. Dat klinkt best mooi, dacht u misschien, maar wat betekent dat voor mij? Hoe kan ik als verwant of vrijwilliger participeren? Hoe gaan we om met minder budget/uren? En wat betekent dat voor de samenwerking met Sprank?
Doel van vandaag
-Informeren over de veranderingen -Bespreking van ideeën en aandachtspunten
Begrippen • AWBZ (algemene wet bijzondere ziektekosten) is een wettelijk recht - Sinds 1968 • WMO (wet maatschappelijke ondersteuning) is een voorziening - Sinds 2007 • ZIN (zorg in natura), PGB (persoonsgebonden budget), VPT (volledig pakket thuis) zijn drie financieringsmogelijkheden - Vallen onder de AWBZ
Verleden, heden en toekomst •Tot 1960 sterke sociale betrokkenheid/controle •Vanaf 1960 overheid neemt steeds meer zorgtaken van de burgers over Maatschappelijke organisaties, zoals de kerken, trekken zich terug • Gevolg: explosieve toename van de zorgkosten in 1968: 275 miljoen gulden per jaar in 2013: 27 miljard euro per jaar Conclusie overheid: onhoudbaar systeem Oplossing overheid: de participatiemaatschappij
Verandering in de samenleving
Gespecialiseerde zorg w.o. Sprank Sociale wijk teams Eigen kracht
Gemeenten worden gestimuleerd om sociale wijkteams op te richten. De wijkverpleegkundige krijgt een belangrijke rol in deze teams. Het kabinet stelt hiervoor € 50 miljoen beschikbaar.
Veranderingen per 1 januari 2015 De AWBZ wordt de Wet Langdurige Zorg (Wlz) en is onderdeel van de herinrichting van de AWBZ. Een deel van de AWBZ (6 miljard euro) gaat naar de Wmo (gemeente). Dat gaat over begeleiding, ondersteuning en jeugdzorg. Nog een deel (2,5 miljard euro) gaat van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (langdurige ggz, extramurale verpleging, persoonlijke verzorging en behandeling). Het grootste deel: intensieve zorg met 24-uurs toezicht zal onder de Wlz vallen.
Wat betekent dit in de praktijk
Per 1 januari 2015: Transitie van nieuwe zorgvragers met zorgzwaartepakket (ZZP) verstandelijk gehandicapt (VG) 1, 2 en 3 van de AWBZ naar de Wmo VG 3: 50% Wmo, 50% AWBZ gericht op wonen in de wijk en niet in woonvormen ambulante begeleiding wordt belangrijker verschuiving zorg van een instelling eigen netwerk/gemeente met 25% minder budget!
De nieuwe Wet Langdurige Zorg (Wlz) gaat de huidige AWBZ vervangen Indicatiestelling blijft in handen van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) CIZ neemt alleen een toegangsbesluit (tot de Wlz) en doet geen uitspraken over de zorgzwaarte van de zorgvrager Het toegangsbesluit is voor onbepaalde tijd geldig, er zullen geen herindicaties plaatsvinden.
Het zorgplan wordt belangrijker Binnen de Wlz zijn drie leveringsvormen mogelijk: - Zorg met verblijf - Zorg zonder verblijf: volledig pakket thuis (VPT) - Zorg zonder verblijf: persoonsgebonden budget (pgb) De huidige ZZP’s worden vervangen door drie zwaarteklassen: licht, middel en zwaar. De Wlz uitvoerder (zorgverzekeraar) bepaalt op basis van het zorgplan tot welke zwaarteklasse de cliënt hoort.
het zorgplan is wettelijk verankerd in de Wlz meer ruimte voor op de cliënt gericht maatwerk, doordat er niet meer in ZZP’s wordt geïndiceerd
Veranderingen binnen de zorg en Sprank Huidige cliënten: vooralsnog zijn de cliënten die reeds een indicatie VG1 en 2 hebben veiliggesteld (hebben=houden). Zij blijven dus binnen de Wlz. Ook bij een herindicatie houden deze cliënten recht op verblijfszorg. Wel is er een ontmoedigingsbeleid, je krijgt steeds minder geld voor deze zorg. Nieuwe zorgvragers VG 1 t/m VG 3 (50%) naar de Wmo (gemeente) per 1 januari 2015
Veranderingen binnen de zorg en Sprank Bezuinigingen op de kern AWBZ (VG 4 t/m 8) en huidige VG cliënten 1 t/m 3. per 1 januari 2014 verwachting: 5% minder budget per jaar en ook voor 2015 en 2016. aangedragen oplossing is: het tekort opvangen door meer samen te werken Samenwerken netwerk met als grens: lijfgebondenzorg. Verandering in inhoud functie begeleider: Van begeleider naar netwerker, bruggenbouwer
In dialoog met elkaar
In de top wordt de cliënt in de (gelijkzijdige!) driehoek geplaatst en vormen de professional en de verwanten/netwerk: ‘de basis’. Een goede samenwerking komt dus direct ten goede aan het welzijn van de cliënt.
Vragen ( in groepjes)
Wat vindt u van deze presentatie en de oproep tot meer samenwerking? Wat is nodig voor een goede samenwerking? Waar ziet u kansen? Waar maakt u zich zorgen over? Hoe zou u of mensen in uw netwerk kunnen bijdragen? Wat kan het de bewoners opleveren? Hoe kunnen we meer samenwerken met de kerkelijke gemeente? Hoe kijkt u aan tegen samenwerking in de wijk?
Hoe nu verder?
Vervolgoverleg in welke vorm? Hoe gaan we de bewoners inlichten? Gesprek: pb-er, cliënt en familie eventueel gecombineerd met zorgplanbespreking Voor meer informatie en deze presentatie: www.stichtingsprank.nl/veranderingenindezorg