e n t e
12 historisch
eme
Cultuur
g
Naoorlogs erfgoed In Apeldoorn is de waardering van monumentale gebouwen en objecten van de vooroorlogse periode (de jaren 1850 – 1940) nagenoeg afgerond. In aansluiting hierop is de gemeente nu begonnen met de inventarisatie van het naoorlogse erfgoed uit de periode 1940-1970. In de naoorlogse jaren is veel gebouwd, in diverse bouwstijlen. De architectuur varieert van traditioneel, met vertrouwde elementen als baksteen en zadeldaken, tot modern, met eigentijdse materialen als staal en beton, platte daken en grote glasvlakken. Ondanks de diversiteit is een naoorlogs pand herkenbaar. Dit zit vooral in de detaillering van een gebouw want hoewel een naoorlogse pand vaak als sober ervaren wordt, is er wel degelijk aandacht voor kunst en mooie afwerking geweest. De belangrijkste resultaten van de naoorlogse bouwperiode in Apeldoorn zijn de omvangrijke stadsen dorpsuitbreidingen, aanleg van industriegebieden, infrastructurele werken en de herinrichting van het landelijk gebied. De gemeente wil de fysieke kenmerken die hieruit voortvloeien inventariseren, erkennen, waarderen én een plek geven in de toekomst.
Apeldoorn
Korte geschiedenis “Een onderwerp van voortdurende zorg,” zo werd de woningnood omschreven door de regering na de oorlog. De overheid is in de wederopbouwperiode sterk richtinggevend geweest. In 1946 en 1947 stelde het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting de “Voorlopige Wenken” op voor eengezinswoningen en de etagebouw. Hierin werden aanwijzigen gegeven voor het ontwerpen van woningen. Het leidde in 1951 tot de “Voorschriften & Wenken”, een handleiding voor bij de tekentafel voor de woningbouwproductie. Apeldoorn was niet zo zwaar getroffen door de oorlog als andere Gelderse steden zoals bijvoorbeeld Arnhem of Nijmegen. Maar hier ontstond wel een stijgende vraag naar woonruimte. Apeldoorn was, na Emmen, de snelst groeiende gemeente in Nederland. Het eerste uitbreidingsplan in Apeldoorn kwam tot stand in 1948 - 1949. Dit “Uitbreidingsplan in Hoofdzaak” voor het gemeentelijk grondgebied was in 1943 al in voorbereiding maar de uitwerking ondervond vertragingen vanwege de oorlog. Het plan bood globale richtlijnen voor een verantwoorde ontwikkeling van de gemeente Apeldoorn als verkeers knooppunt, industrie- en woonplaats. De bescherming van het natuurschoon was ook een speerpunt. Van belang was dat Apeldoorn als het ‘nationale centrum voor recreatie’ geen schade mocht ondervinden van de verdergaande verstedelijking. De ligging en omvang van de nieuwe woonwijken, recreatiegebieden, industrieterreinen en infrastructuur werden in het Structuurplan van 1950 en opnieuw in het Structuurplan van 1960 vastgelegd. De diverse functies werden duidelijk van elkaar gescheiden. Deze stedebouwkundige opzet is nu nog goed te lezen in Apeldoorn, van woonwijken Zuid en de Maten tot de industriele Kanaalzone en de recreatieterreinen Malkenschoten en Orderbos.
Blik vanuit Nederlands eerste Auto Technische School aan de Loolaan; een ontwerp van de Apeldoornse architect C.M.B. van de Beld.
De inventarisatie van het naoorlogs erfgoed is uitgesplitst in 12 categorieën: Bedrijfs- en kantoorgebouwen Winkelpanden en winkelcentra Maatschappelijke, sociale, culturele gebouwen Objecten voor sport en recreatie Infrastructurele objecten en techniek
Voor het eerst maakte de stad de sprong over het Kanaal om stedelijke groei op een grote schaal te ontplooien. Aanvankelijk werd alleen de wijk Zevenhuizen gepland. Mede dankzij de industrialisatiepolitiek van de gemeente, lag het percentage van de Apeldoornse beroepsbevolking, dat in de industrie werkzaam was, hoger dan het landelijk gemiddelde. De benodigde uitbreiding van de industrie kreeg allereerst een plaats langs het Kanaal, in aansluiting op de industrialisatie van voor de oorlog.
Beeldende Kunst in, bij of aan gebouwen Vrijstaande eengezinswoningen Geschakelde woningen Gestapelde woningen Agrarische gebouwen Religieuze gebouwen Onderwijsgebouwen
De flats aan de Sprengenparklaan: de eerste hoogbouw in Apeldoorn.
Architectuur Binnen eerder genoemde politieke en stedebouwkundige kaders werd gebouwd in de geest van de tijd. Het bouwbestand dat gerealiseerd werd wordt soms beschouwd als star, gedateerd, van slechte kwaliteit, of zelfs lelijk. Soms zijn deze opvattingen niet onterecht, de woningbouwproductie moest immers snel van de grond komen en goedkoop zijn. Toch is er ook kwaliteit gebouwd. Kantoorgebouw Centraal Beheer is wellicht het meest (internationaal) bekende voorbeeld. Het kantorenlandschap op menselijke maat van architect Herman Hertzberger is nog altijd een sprekend voorbeeld van het gedachtegoed uit de jaren ’60 van de vorige eeuw. Kantoorgebouwen “City Box” van het toenmalige PGEM (Provinciale Gelderse Electriciteits Maatschappij) en het ACEC-gebouw (van de Apeldoornse architect C. ten Tuynte, geopend in 1954) zijn ook goede voorbeelden van architectuur waarin licht en lucht
belangrijke elementen waren voor het dagelijks leven op kantoor. Er zijn veel luxe, moderne vrijstaande villa’s gerealiseerd, vooral in Apeldoorn-West. Platte daken, slanke stalen kozijnen en garages onder de woningen zijn enkele typerende elementen van de bouwstijl. De oostkant van de stad bood ruimte voor zorgvuldig ontworpen woonwijken met etage- en rijtjeswoningen. Beide verschijnselen werden vaak ingezet om structuur aan een wijk te geven. De knusse straatjes van voor de oorlog werden vervangen door brede straten met ruimte voor grasvelden en auto’s.
Karakteristieken Het erfgoed van de naoorlogse periode is van een andere aard dan traditionele monumenten omdat het vaak over thema’s als collectiviteit en grootschaligheid gaat. Gedachtes over stedenbouwkundige inrichting, voorzieningen en vormgeving van de openbare ruimte benadrukten efficiency en soberheid, maar waren tegelijkertijd gebaseerd op het scheppen van een aangename omgeving voor de samenleving. Aandacht voor kunst in, aan of op gebouwen was een belangrijke component. In 1951 verzocht de Apeldoornse Vereniging voor Beeldende Kunstenaars de gemeenteraad om een fonds in het leven te roepen “ter verfraaiing van Apeldoorns openbare wegen, pleinen en gebouwen.” De enorme groei van Apeldoorn moest zeker gepaard gaan met het verfraaien van de leefomgeving, meende zij, en de Vereniging deed daartoe een voorstel om tien procent van de opbrengsten van de bouwvergunningleges te besteden aan kunst.
Baksteenreliëfs, mozaïeken, en sgraffito's zijn voorbeelden van de vernieuwende technieken naast beeldhouwwerken, wandschilderingen en glas-in-lood die werden toegepast. Ook op een grotere schaal zijn kenmerken van de naoorlogse bouwperiode nog waar te nemen in Apeldoorn. Pre-fab elementen (decoratieve betonnen bouwstenen uit een mal), groene accenten, collectieve voorzieningen in de buurt, recreatieve terreinen en de hiërarchische verkeerswegen zijn kenmerken die hun uitdrukkingskracht en bestaansrecht nog niet hebben verloren.
De voormalige Zwitsal fabriek, thans Diosynth, is een architectonisch hoogwaardig complex dat zich steeds verder ontwikkelde onder de signatuur van dezelfde architect, Christiaan ten Tuynte.
Inventarisatie Om inzicht te krijgen in de nog aanwezige kwaliteiten van de bouwperiode 1940 tot 1970 heeft de gemeente een inventarisatie laten uitvoeren. De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten is in 2001 begonnen met onderzoek naar het gebouwde naoorlogse erfgoed om een landelijk referentiekader te ontwikkelen. Een top-100 lijst van aan te wijzen rijksmonumenten is nu gereed. De gemeente Apeldoorn is nog in de fase van inventarisatie en waardering. Op basis van 12 categoriëen (zoals genoemd in het kader) is het hele gemeentelijk grondgebied doorkruist. Het veldwerk heeft ruim 200 representatieve bouwwerken opgeleverd. Woonhuizen, fabrieken, oorlogsmonumenten, scholen, speelvoorzieningen, kunsten, winkels, kantoren, kerken en voorzieningsgebouwen zijn alle vertegenwoordigd in de lijst. De volgende stap voor de gemeente is de eigenaren aanschrijven om ze te informeren over hun bijzondere bezit. Zoals ook in het vooroorlogse monumenteninventarisatie traject worden eigenaren gevraagd om aan het onderzoek mee te werken. De stedebouwkundige, architectonische, en cultuur historische waarden zullen verder onderzocht en beschreven worden om helderheid te geven. Het pakhuis bij de haven van het Apeldoorns Kanaal is gebouwd in 1948.
De bouwstijl van de St. Victorkerk grijpt terug op de Romaanse tijd, zoals zichtbaar in de stevige, robuuste vormen.
Waardering en bescherming De inventarisatie dient als referentiekader. De criteria voor waardering en bescherming blijven hetzelfde als in het vooroorlogse monumentenbeleid. Een object wordt beoordeeld op zijn architectuurhistorische, cultuurhistorische, stedebouwkundige en zeldzaamheidswaarde waarde. De Cultuurhistorische Adviescommissie adviseert over het onderzoek en of individuele objecten bescherming verdienen. Binnen dit proces krijgen eigenaren de gelegenheid hun reactie te geven. Met inachtneming van de belangen van de eigenaren neemt het college van burgemeester en wethouders uiteindelijk een besluit over plaatsing op de monumentenlijst. Het is belangrijk dit deel van de geschiedenis een plaats te geven. In eerste instantie omdat het een laag van onze historie is, het verhaal van de gewone mens. Veel inwoners zullen nog herinneringen en verhalen hebben aan deze tijd. Negeren van deze tijd en de bouwkunst die het op heeft geleverd is een ontkenning van hoe een stad jaren lang heeft gefunctioneerd.
Het Rietveldhuis (1956) is vernoemd naar de ontwerper Gerrit Rietveld, één van de meest beroemde architecten van Nederland.
Onze maatschappij heeft steeds meer behoefte aan individualiteit. De collectiviteit van de vele woningbouw wijken en kantoren, de veranderende modes in de winkels en het onderwijs, en vele andere factoren van vooruitgang betekent dat gebouwen mee moeten gaan met de tijd. Het beschermen van objecten maakt dit ook niet onmogelijk, maar eist dat verandering verantwoord en zorgvuldig plaatsvindt. Weten wat de waarden zijn, is weten waar je vandaan komt, is weten waar je naartoe wilt.
Colofon Uitgave gemeente Apeldoorn, dienst Ruimtelijke Ontwikkeling
Meer informatie Wenst u meer informatie, heeft u vragen, kijk dan op www.apeldoorn.nl/cultuurhistorie of neem contact op met het team Cultuurhistorie van de gemeente op telefoonnummer (055) 580 10 10.
Samengesteld door Afdeling Stedebouw & Cultuurhistorie Foto's gemeente Apeldoorn Vormgeving Update Design, Apeldoorn Druk Felua-groep, Apeldoorn Oktober 2007 Oplage 1.000