NAAR
EEN DOORLOPENDE L E E R L I J N PAT I Ë N T V E I L I G H E I D
Advies en plan van aanpak om leren rondom patiëntveiligheid te borgen in het medisch en verpleegkundig onderwijs
oktober 2011
MBOOA Zilvermos 3 3994 LB Houten Tel.: 06 50592669
[email protected] www.mbooa.nl
INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave ........................................................................................................................................................ 2 Samenvatting........................................................................................................................................................... 3 1. Inleiding ............................................................................................................................................................... 7 1.1. Aanleiding...................................................................................................................................................... 7 1.2 Doelstelling en beoogd resultaat .................................................................................................................... 7 1.3 De opdracht .................................................................................................................................................... 7 1.4 Aanpak ........................................................................................................................................................... 8 1.5 Vooraf: kaders van het project........................................................................................................................ 8 2. Huidige situatie .................................................................................................................................................. 10 2.1 Inleiding ........................................................................................................................................................ 10 2.2 Organisatie van medisch en verpleegkundig opleiden ................................................................................. 10 2.3 Stand van zaken patiëntveiligheidsleren ...................................................................................................... 12 2.4 Onderwijsprogramma’s, leermateriaal en leerinitiatieven: voorbeelden ....................................................... 15 3. Conclusies: voorwaarden implementatie en borging ......................................................................................... 17 3.1 Inleiding ........................................................................................................................................................ 17 3.2 Onderwijskundige implementatievoorwaarden veiligheidsleren ................................................................... 17 3.3 Ervaren succesfactoren voor implementatie................................................................................................. 18 3.4 Voorwaarden voor borging ........................................................................................................................... 19 3.5. Ervaren knelpunten en belemmeringen: implementatierisico’s.................................................................... 20 4. Conclusies: behoeften en wensen ..................................................................................................................... 22 4.1 Inleiding ........................................................................................................................................................ 22 4.2 Behoeften en wensen patiëntveiligheidsleren .............................................................................................. 22 5. Aanbevelingen: naar doorlopende leerlijn ......................................................................................................... 24 5.1 Inleiding ........................................................................................................................................................ 24 5.1 Doelgroepen en contexten veiligheidsleren .................................................................................................. 24 5.2 Verbinden van leren en leercontexten: doorlopende leerlijn(en) .................................................................. 25 5.3 Kenmerken doorlopende leerlijn(en) patiëntveiligheid .................................................................................. 25 6. Vervolg: plan van aanpak .................................................................................................................................. 28 6.1 Inleiding ........................................................................................................................................................ 28 6.2 Actieplan....................................................................................................................................................... 28 6.2 Landelijk stimuleringsprogramma en ondersteuningsstructuur..................................................................... 31 6.3 Opzet programma en structuur..................................................................................................................... 32 6.4 Rollen ........................................................................................................................................................... 34 6.5 Discussie ...................................................................................................................................................... 36 Bronnen ................................................................................................................................................................. 37 Bijlage 1: Geraadpleegde personen en instanties ................................................................................................. 38 Bijlage 2: Relevante conclusies/aanbevelingen uit bestaande rapporten, kort samengevat.................................. 40 Bijlage 2: Relevante conclusies/aanbevelingen uit bestaande rapporten, kort samengevat.................................. 40 Bijlage 3: Kansen en ideeën veiligheidsleren ........................................................................................................ 43
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
2
SAMENVATTING Aanleiding De NFU heeft van het VMS-programma de opdracht gekregen om het project ‘borging van patiëntveiligheidsleren’ op zich te nemen en zich tot taak gesteld met aanbevelingen te komen en te stimuleren dat leren rondom patiëntveiligheid door relevante onderwijspartners kan worden geïmplementeerd in de onderwijspraktijk. Patiëntveiligheidsonderwijs dient gemeengoed te worden. Hiertoe is met input van relevante partijen in een korte tijd voorliggend ‘implementatieplan’ ontwikkeld. Het uitgevoerde project dient bij te dragen aan de algemene doelstelling van het VMS-project: ‘Het borgen van risicobewustzijn, patiëntveiligheidsdenken en –handelen, kennis en instrumenten. In dit specifieke project betreffende leren wordt dit beoogd door: ● Het doen van aanbevelingen voor de implementatie van patiëntveiligheidsleren ● Het stimuleren van implementatie van patiëntveiligheid(sleren) in onderwijs & opleiding Huidige situatie met betrekking tot veiligheidsleren Het draagvlak en het enthousiasme om aan veiligheidsleren te werken is groot en er is een goed urgentiebesef ten aanzien van het thema. Er bestaan diverse goede voorbeelden van leerprogramma’s en –instrumenten. Het moment om aan verbetering van veiligheidsleren te werken is dus goed. Echter (nog) niet alle aanbevelingen uit de al uitgevoerde inventariserende studies naar onderwijs en opleiding rondom patiëntveiligheid (zie o.a. bijlage 2) zijn opgepakt. Er kan geconstateerd worden dat onderwijsinstanties vooral afzonderlijk bezig zijn met ontwikkelen van diverse leerprogramma’s en –middelen. Daarnaast kan geconcludeerd worden dat structuur en samenhang in het leren rondom patiëntveiligheid vooralsnog ontbreken. Het oogt fragmentarisch en er lijkt weinig opbouw en samenhang te zitten tussen de diverse programma’s. Ook lijkt de regionale samenwerking met de OOR-, hbo- en mbo-partners vooralsnog afwezig en/of niet optimaal. Voor wat betreft medische vervolgopleidingen zijn wetenschappelijke verenigingen en OOR’s druk doende met de invoering van hun gemoderniseerde curricula en zijn hebben hier hun handen vol aan. De invulling van de algemene competenties, waarin patiëntveiligheid een plek zou kunnen krijgen, verschilt per specialisme (eigen programma’s of via het disciplineoverstijgend onderwijs in de OOR, al dan niet verplicht). Voor wat betreft de invulling en levenslang leren (activiteiten voor de zittende professie) verschilt het urgentiebesef en risicobewustzijn per specialisme. Diverse factoren kunnen bijdragen aan verhoogd risicobewustzijn, wat helpt bij de implementatie van veiligheidsleren. Diverse respondenten geven aan ‘veel centraal opgelegd te krijgen’ en ervaren daardoor weinig ruimte voor eigen invulling. De gezamenlijke hbo-opleidingen verpleegkunde hebben patiëntveiligheid expliciet opgenomen als thema in de ‘body of knowledge’ van de opleiding. De verdere invulling, inhoud, vormgeving en uitvoering ervan bepalen de hogescholen zelf. Zijn hier vooral afzonderlijke mee bezig. De situatie van de mbo-opleidingen verpleegkunde is onduidelijk. Een quickscan-onderzoek vanuit het VMS-veiligheidsprogramma (VMS Veiligheidsprogramma, 2011) toont aan dat vrijwel alle responderende ziekenhuizen hard aan de slag zijn met de tien thema’s. Merendeel van de responderende ziekenhuizen geeft aan eind 2012 een VMS te hebben gerealiseerd (VMS, 2011). In veel ziekenhuizen vinden leer- en verbeteractiviteiten plaats rondom incidentmelding. Diverse afdelingen binnen ziekenhuizen voeren acties uit ten behoeve van kwaliteitsverbetering en patiëntveiligheid. Ten aanzien van beschikbare programma’s, leerinitiatieven en –materiaal kan geconcludeerd dat er voor alle leerfasen (basis-, vervolg-, verdiepingsopleiding en levenslang leren) goede ingrediënten om tot een samenhangend pakket voor veiligheidsleren te komen.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
3
Implementatievoorwaarden Voor het implementeren en borgen van veiligheidsleren is een aantal voorwaarden te formuleren, waaronder: Onderwijskundige ontwerp- en uitvoeringscriteria:
Ervaren succesfactoren:
• Eenduidige content, doelen, uitkomsten formuleren
• Leiderschap bij het management
• Zichtbaar maken, integreren in en voortbouwen op
• Doelen en plannen (Inspectie, VMS, NFU, Ziekenhuis) koppelen en verbinden aan onderwijs/opleiding:
bestaande curricula
studenten laten deelnemen aan projecten en
• Integraal, continu (herhaling) aanbieden in continuüm:
organisatieleren
eerst ‘sensitizing’ (kennis en begrip) later toepassing • Zorgdragen voor een veilige, ondersteunende,
• Bewerkstelligen van (verdere) verandering houding, gedrag, cultuur (onder andere: ‘blamefree’, gelijkheid,
uitdagende omgeving
feilbaarheid, geen domeindenken).
• Betrekken en scholen docenten, opleiders, werkvloer • Contextgebonden dus: multidisciplinair en praktijkleren
• Patiënt echt centraal stellen: leren kennen, band krijgen, integrale blik op de patient
(direct toepassen) • Toetsen, beoordelen en certificeren
Implementatierisico’s Voorwaarden voor borging
•
(inclusief leidinggevenden). Vereiste cultuur is (nog)
opleidingsplannen
niet aanwezig.
• Certificeren, toetsen en evalueren van veiligheidsleren • Initiëren en uitvoeren van praktisch haalbare activiteiten in de dagelijkse werkpraktijk.
Niet receptieve (ontbreken urgentiebesef, risicobewustzijn) docenten, opleiders en werkvloer
• Formeel vastleggen van inhoud en doelen in raam- en
•
Relatie met context/werkpraktijk mist
•
Geen ‘trekkers’ en rolmodellen in de organisatie
• Integreren in visitaties
Behoeften en wensen Onderstaande weergave van de meeste genoemde behoeften en wensen geeft aan hoe het werkveld zelf denkt over hoe de implementatie en het borgen het beste gerealiseerd kan worden. Het vormt tevens de basis voor een plan van aanpak hiervoor. • Landelijk competenties patiëntveiligheid borgen in content, eindtermen en opleidingsplannen (per opleidingsfase/doelgroep) • Ontsluiten bestaande programma’s, leermiddelen • Faciliteren, ondersteunen uitwisselen en samenwerking
• Docentenprofessionalisering • Centraal ontwikkelen en ondersteunen teamtrainingen (CRM) (inclusief aandacht voor multiprofessionele communicatie) • Toetsen en certificeren veiligheidsonderwijs
(waaronder samen, landelijk leermateriaal en casuïstiek ontwikkelen
Aanbeveling: naar doorlopende leerlijnen Om meer samenhang, structuur en continuïteit aan te brengen in patiëntveiligheidsleren, wordt aanbevolen veiligheidsleren in leerfasen en voor en door diverse doelgroepen met elkaar te verbinden. Er dient op verschillende fronten verbinding worden aangebracht: •
verbinden van veiligheidsleren dat nu fragmentarisch, in de verschillende opleidingsfasen, en niet in samenhang wordt aangeboden
•
verbinden van formeel onderwijs/opleiding met organisatieleren en informeel werkplekleren
•
verbinding tussen leerfasen: zorgen voor blijven leren, continue aandacht voor veiligheidsleren
•
verbinden aan context en werkpraktijk
•
verbinden aan reguliere, (medische) content, in de huidige opleidingen
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
4
Verbinding kan worden bewerkstelligd door met betrokken partijen te werken aan de ontwikkeling van een ‘doorlopende leerlijn patiëntveiligheid’. De leerlijn kent een aantal specifieke kenmerken, waaronder: eenduidige basiscontent voor diverse opleidingsniveaus, -fasen en organisatieleren (als basis hiervoor kan de ‘WHO-curriculumguide on patient safety’ worden gebruikt), integraal herhaaldelijk aanbieden, starten met kennis en bewustwording en vervolgens integreren in de praktijk). Om het veiligheidsleren goed te laten beklijven, dient ook de context van de werk(leer)praktijk parallel aan de ontwikkeling van de leerlijn te worden ‘klaargemaakt’ voor veiligheidsleren.
Plan van aanpak implementatie en borging van patiëntveiligheidsleren Het draagvlak en het enthousiasme om aan veiligheidsleren te werken is groot. Zaak is nu samenhang en structuur aan te brengen in de ingezette acties en het enthousiasme te gebruiken om met concrete acties, in de vorm van een actieplan, lijn aan te brengen in veiligheidsleren. Implementatie en borging van veiligheidsleren vraagt een integrale aanpak. Er dient gelijktijdig aan het formele onderwijs en cultuurontwikkeling op de werkvloer (organisatieleren en levenslang leren) gewerkt te worden. Om het gewenste resultaat te bereiken dient een aantal stappen te worden genomen. Deze zijn met bijbehorende suggesties in de vorm van een actieplan inclusief voorstel voor een ondersteuningsstructuur beschreven. Het actieplan kent de volgende thema’s: (1) Formuleren eenduidige concrete ‘minimumeis’ op landelijk niveau, (2) Kennisbundeling en digitale ontsluiting, (3) Onderwijs en opleiding: leerlijn, leer-/toetsmiddelen, professionalisering docenten/opleiders, (4) Organisatieleren: leerlijn patiëntveiligheid organisatieleren, leiderschap management, teamtrainingen/CRM, veiligheidscultuur en (5) Levenslang leren: leerlijn zittende professie. Discussie In de conclusies wordt verwoord dat de verschillende doelgroepen in het veld een grote behoefte hebben aan ondersteuning, coördinatie en afstemming. Alleen op deze wijze kunnen ontwikkelingen in samenhang vervolgd worden en kan borging van het patiëntveiligheidsleren in de gehele keten worden gerealiseerd. Ten tijde van de start van het project was dit niet voorzien. Ook was niet voorzien dat het enthousiasme zo groot was bij de verschillende doelgroepen om patiëntveiligheid te borgen in het onderwijs. Een en ander heeft geleid tot een keuze uit twee opties voor het vervolg van het project (zie hoofdstuk 6 voor een meer uitgebreidere beschrijving): 1.
Verder uitwerken van een implementatieplan op basis van de conclusies en aanbevelingen. Waarbij
2.
Tijdens de tweede fase een opzet te maken voor een meerjarenplan. Tijdens het meerjarenplan kan
het vervolgens aan het beroepsveld over gelaten wordt om het verder gestalte te geven. de ondersteuning, coördinatie en afstemming geboden worden zoals gewenst door de verschillende doelgroepen. Het is aan de opdrachtgevers op basis van het uitgevoerde project tot een keuze te komen die recht doet aan het realiseren van de implementatie en borging van leren rondom patiëntveiligheid.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
5
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
6
1. INLEIDING 1.1. Aanleiding Vanaf 2008 is in het landelijke VMS Veiligheidsprogramma hard gewerkt aan verankering van patiëntveiligheid in de praktijk. Beoogd wordt Nederlandse ziekenhuizen, door kennis en een samenwerkingsstructuur te bieden, te ondersteunen zodat zij een 50% reductie van onbedoelde vermijdbare schade kunnen realiseren. Daartoe dienen ziekenhuizen per 31 december 2012 te beschikken over een geaccrediteerd of gecertificeerd VMS en de gestelde doelstellingen van de tien thema’s te hebben behaald. In december 2012 loopt het VMS Veiligheidsprogramma af. Op dit moment bevindt het programma zich in de fase dat gewerkt moet worden aan borging van patiëntveiligheid en de daartoe ontwikkelde kennis en instrumenten voor de lange termijn. Dit kan op krachtige wijze gebeuren door implementatie hiervan in het basis- en vervolgonderwijs voor artsen en verpleegkundigen. Recent onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat arts-assistenten zich bewuster zijn van situaties rondom patiëntveiligheid wanneer ze daarvoor een speciale cursus volgen tijdens hun opleiding (Jansma, 2011). In een vooronderzoek is een tweetal inventarisaties uitgevoerd van bestaande initiatieven op gebied van patiëntveiligheid in het onderwijs (UMC St. Radboud / ZonMW, 2007; IQ Healthcare, 2010 ). Er bestaan vele ‘good practices’ waarvan andere onderwijsinstellingen en disciplines gebruik zouden kunnen maken. De NFU heeft van het VMSprogramma de opdracht gekregen om het project ‘borging van patiëntveiligheidsleren’ op zich te nemen en zich tot taak gesteld met aanbevelingen te komen en te stimuleren dat leren rondom patiëntveiligheid door relevante onderwijspartners kan worden geïmplementeerd in de onderwijspraktijk. Patiëntveiligheidsonderwijs dient gemeengoed te worden. Hiertoe is met input van relevante partijen in een korte tijd voorliggend ‘implementatieplan’ ontwikkeld.
1.2 Doelstelling en beoogd resultaat Het uitgevoerde project dient bij te dragen aan de algemene doelstelling van het VMS-project: ● Het borgen van risicobewustzijn, patiëntveiligheidsdenken en –handelen, kennis en instrumenten In dit specifieke project betreffende leren wordt dit beoogd door: ● Het doen van aanbevelingen voor de implementatie van patiëntveiligheidsleren ● Het stimuleren van implementatie van patiëntveiligheid(sleren) in onderwijs & opleiding Het project diende te leiden tot het volgende eindproduct: ‘een implementatieplan als een instrument voor de invoering van leren waarmee borging van de resultaten van het Veiligheidsprogramma bewerkstelligd kan worden’.
1.3 De opdracht De stuurgroep van het VMS-programma en NFU hebben aan MB Onderwijskundig Ontwerp & Advies, in de persoon van onderwijskundige Marieke Bolk, daartoe de volgende opdracht gegeven: •
Bestudeer bestaande documenten (onderzoeksrapporten, good practices etc.) en interview betrokkenen (stakeholders, sleutelfiguren). Analyseer de resultaten, integreer onderwijskundige expertise en ervaring en ontwikkel op basis daarvan conclusies, aanbevelingen en een implementatieplan met concrete voorbeelden. Met dit plan dient verdere bewustwording en urgentie bij relevante partijen te kunnen worden gecreëerd. Peil en creëer gedurende de projectuitvoering draagvlak.
•
Probeer antwoorden te vinden op onder andere de volgende vragen:
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
7
−
Welke van de ontwikkelde leerinstrumenten zijn in te zetten als good practices? Hoe kan/moet dit
−
Hoe kunnen leerinstrumenten (het beste) worden opgenomen in de curricula? Wat moet in het
materiaal er dan uitzien? disciplineoverstijgend onderwijs en wat in het disciplineonderwijs? −
Hoe wordt ‘veiligheidsleren’ onderdeel van de dagelijkse werkpraktijk?
−
Hoe kan ‘veiligheidsgedrag’ via onderwijs op de werkvloer worden gestimuleerd?
−
Welke mogelijkheden worden benoemd/gesignaleerd als het gaat om implementatie van
−
Welke knelpunten en risico’s worden benoemd/gesignaleerd als het gaat om implementatie van
veiligheidsonderwijs? veiligheidsonderwijs?
1.4 Aanpak De aanpak van het project is opgedeeld in twee fasen: Fase 1: Ontwikkeling van het implementatieplan ‘Leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs' Activiteiten: 1.
Bestuderen/analyseren van rapporten, documenten, bijdragen en resultaten conferenties
2.
Interviews afnemen bij experts, stakeholders en andere betrokkenen
3.
Uitwerken plan en voorbeelden
Fase 2: Consultatie implementatieplan en start uitvoering plan In de periode oktober – december 2011 zal fase 2 van het project starten waarin het voorgestelde implementatieplan verder uitgewerkt en geconsulteerd zal worden. Vervolgens kan uitvoering van het plan plaatsvinden. In verband met de beperkte tijd die beschikbaar is voor het gehele project, was beoogd dat de implementatie buiten het project zou vallen. Voorliggend adviesrapport geeft de resultaten weer van fase 1 van het project.
1.5 Vooraf: kaders van het project De insteek van dit project is het thema ‘patiëntveiligheid’. Het project is immers geïnitieerd van het VMSveiligheidsprogramma. Patiëntveiligheid is echter onderdeel van het domein ‘kwaliteit van zorg’. Door te starten met de ontwikkeling van veiligheidsleren krijgt onderwijs voor kwaliteit van zorg verder vorm en kan het later worden aangevuld met overige thema’s. De uitgevoerde inventarisatie pretendeert niet volledig te zijn. Het is een weergave van de respons van een selectie van experts en bij veiligheidsleren betrokkenen. Aangevuld met al uitgevoerde inventariserende en behoefteonderzoeken (UMC St. Radboud / ZonMW, 2007; IQ Healthcare, 2010 ) geeft het een beeld van de huidige stand van zaken en bestaande initiatieven. Aanvullend op eerder genoemde onderzoeken is voor dit project ook input van representanten van wetenschappelijke- en beroepsverenigingen en van de werkvloer in ziekenhuizen (organisatieleren) meegenomen. De documentenstudie en interviews zijn uitgevoerd om te komen tot een plan van aanpak. De eerder geformuleerde aanbevelingen zijn getoetst, waarnodig aangevuld en er is gevraagd naar prioritering. Tevens was de projectuitvoering bedoeld om draagvlak te peilen en creëren bij relevante stakeholders. Voor de uitvoering van het project was beperkt tijd beschikbaar. Er is contact gelegd met de mbo-raad om Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
8
ook input vanuit de diverse mbo-instellingen mee te nemen. Op het moment van schrijven van dit adviesrapport zijn er nog geen gesprekken gevoerd met mbo-instellingen. Tevens is de input van STZziekenhuizen vooralsnog beperkt gebleven tot de bijdragen van één ziekenhuis. Wel zijn in de aanbevelingen en in het actieplan de rol en positie van het mbo-onderwijs en de opleidingsziekenhuizen meegenomen.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
9
2. Huidige situatie 2.1 Inleiding Om te komen tot een plan van aanpak voor implementatie van veiligheidsleren is het van belang goed zicht te hebben op de huidige situatie en stand van zaken. Van hieruit kan gewerkt worden aan het realiseren van de gewenste situatie. Een tweetal eerder uitgevoerde studies geven al een goed beeld van initiatieven op het gebied van veiligheidsleren (IQ Healthcare, 2010 en UMC St. Radboud / ZonMW, 2007). In bijlage 2 worden kort de belangrijkste conclusies en aanbevelingen weergegeven uit deze onderzoeken. Deze zijn als startpunt gebruikt voor dit project. In dit hoofdstuk wordt kort beschreven hoe het medisch en verpleegkundig onderwijs is georganiseerd en wie zijn betrokken als bepalende instantie(s) en uitvoerders. Dit is nodig om zicht te krijgen op de leerfasen en de partijen die nodig zijn voor implementatie. Vervolgens wordt op basis van de uitgevoerde documentenstudie en interviews de huidige stand van zaken weergegeven. Deze stand van zaken is gebaseerd op resultaten van interviews en is bedoeld om een beeld te schetsen. De weergave pretendeert niet volledig te zijn.
2.2 Organisatie van medisch en verpleegkundig opleiden Het medisch en verpleegkundig opleidingscontinuüm In de discussienota ‘De medisch specialist van straks’ (NFU, 2010) wordt het toekomstscenario voor het medisch opleidingscontinuüm geschetst. Het rapport ‘Verpleegkundige toekomst in goede banen; Samenhang en samenspel in de beroepsuitoefening’ (VBOC – AVVV, 2006) doet hetzelfde voor het verpleegkundig opleidingscontinuüm. Beiden beogen meer samenhang tussen en continuïteit in de verschillende leerfasen. Geschetst wordt hoe deze fasering in de opleiding van specialisten en verpleegkundigen eruit zou moeten zien: van de basisopleiding tot en met ‘levenslang leren’. Deze fasering is gebruikt als kader voor de uitwerking van leren rondom patiëntveiligheid. Veiligheidsleren en patiëntveilig werken dient immers plaats te vinden gedurende het hele opleidingscontinuüm en het gehele werkende bestaan. Aan dit continuüm dient het ‘organisatieleren’ worden toegevoegd. Naast formeel leren in het kader van onderwijs en opleiding vindt er immers ook veel leren plaats voor en door de organisatie waarin zorgprofessionals werken (introductiecursussen, bedrijfsopleidingen, MD-trajecten etc.). Organisatieleren maakt daarom ook deel uit van het continuüm.
Figuur 1: het opleidingscontinuüm
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
10
Bij opleiding betrokken partijen Bij de organisatie en uitvoering van medische en verpleegkundige opleidingen zijn diverse partijen betrokken. Domein: Medische opleidingen Fase
Opleiding
Betrokkenen, onder andere:
Basis
• Geneeskunde
• Ministeries OC&W en VWS
• Umc’s
• Opleidingscommissie Geneeskunde
• OOR’s
(OCG) Vervolg
• Medische vervolgopleidingen
• Ministerie VWS
• Umc’s
• CCMS, (M)SRC, Capaciteitsorgaan,
• Opleidingsziekenhuizen
BOLS • College medische
• OOR’s • Landelijke (specialismespecieke)
vervolgopleidingen
opleidingscentra c.q. simulatiecentra
• Wetenschappelijke verenigingen Verdieping
• Fellowships
• Wetenschappelijke- en/of
Levenslang
• Bij- en nascholing
• Ministerie van VWS
leren
• Registratie/Accreditatie
• Register
beroepsverenigingen
• Umc’s • Opleidingsziekenhuizen • Wetenschappelijke-/ beroepsverenigingen
• (M)SRC
• Ziekenhuizen (oa. leerhuizen)
• hbo-verpleegkunde
• Ministerie van OC&W
• mbo-raad, werkgevers/ –nemers
• mbo-verpleegkunde
• hbo-raad, LOOV, hbo-instellingen,
Domein: Verpleegkundige opleidingen Basis
partijen, kenniscentrum Calibris,
werkveldcommissies
ROC’s, werkveldcommissies
• Umc’s/(opleidings)ziekenhuizen Vervolg
• Verpleegkundige vervolgopleidingen
Verdieping
• Verpleegkundige specialistenopleiding / PA
• CZO
• beroepsverenigingen
• Umc’s/opleidingsziekenhuizen • Umc’s/opleidingsziekenhuizen
• beroepsverenigingen
• Hbo-instellingen
Levenslang
• Bij- en nascholing
• Beroepsverenigingen
leren
• Registratie/Accreditatie
• registratiecommissies
• Ziekenhuizen (oa. leerhuizen)
Domein: Medisch ondersteunde opleidingen en organisatieleren Basis
• Med. ondersteunende opleidingen • Organisatieleren/
• CZO
• Leerhuizen opleidingsziekenhuizen
• Beroepsverenigingen • (Opleidings)ziekenhuizen
bedrijfsopleidingen Vervolg
• Medisch ondersteunende vervolg opleidingen
Verdieping
• Medisch ondersteunende specialisten opleidingen
• CZO
• (Opleidings)ziekenhuizen
• Beroepsverenigingen
• Leerhuizen opleidingsziekenhuizen
• CZO
• (Opleidings)ziekenhuizen
• Beroepsverenigingen
• Leerhuizen opleidingsziekenhuizen • Ziekenhuizen (oa. leerhuizen)
Levenslang
• Bij- en nascholing
• Beroepsverenigingen
leren
• Registratie/Accreditatie
• Registratiecommissies
Tabel 1: Bij medisch (ondersteunend-), verpleegkundig- en organisatieleren betrokken partijen
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
11
2.3 Stand van zaken patiëntveiligheidsleren Medische opleidingen (universitair medische centra) •
Er wordt door en in de umc’s veel gedaan op het gebied van veiligheidsleren. Er zijn vele ‘good practices’ (zie 2.4) en er staan al vele aanbevelingen op papier (zie o.a. bijlage 2).
•
Uit de diverse interviews blijkt dat het draagvlak voor het thema patiëntveiligheid en het ontwikkelen en aanbieden van onderwijs en opleiding op dat gebied groot is. Bij de onderwijsgevende partijen is een goed urgentiebesef en men geeft ook aan zeker op dit thema good practices te willen delen, te willen samenwerken en niet te concurreren. De onderwijspraktijk is al bezig met veiligheidsonderwijs of staat ‘in de startblokken’ eraan te gaan werken. De timing voor een (vervolg)project ‘borgen van veiligheidsleren’ lijkt daarom goed te zijn.
•
(Nog) niet alle aanbevelingen uit de al uitgevoerde inventariserende studies naar onderwijs en opleiding rondom patiëntveiligheid (zie o.a. bijlage 2) zijn opgepakt.
•
Er kan geconstateerd worden dat onderwijsinstanties vooral afzonderlijk bezig zijn met ontwikkelen van diverse leerprogramma’s en –middelen. Respondenten bevestigen dat er (te) weinig samenwerking en uitwisseling plaatsvindt, terwijl dit wel wenselijk zou zijn.
•
Daarnaast kan geconcludeerd worden dat structuur en samenhang in het leren rondom patiëntveiligheid vooralsnog ontbreken. Het oogt fragmentarisch en er lijkt weinig opbouw en samenhang te zitten tussen de diverse programma’s. Ook lijkt de regionale samenwerking met de OOR-, hbo- en mbo-partners vooralsnog afwezig en/of niet optimaal.
•
Als echter wordt gekeken naar wat er allemaal al is ontwikkeld voor veiligheidsleren, lijken er op landelijk niveau diverse en goede ingrediënten aanwezig te zijn voor een samenhangend leerpakket. Door hoogleraren van diverse umc’s is bijvoorbeeld samen het leerboek ‘Kwaliteit en veiligheid in patiëntenzorg’ (Wollersheim et al, 2011) geschreven voor geneeskundestudenten en aios.
Medische vervolgopleidingen en levenslang leren (wetenschappelijke verenigingen, OOR’s en vakgroepen): •
Veel wetenschappelijke verenigingen hebben (leren rondom) patiëntveiligheid opgepakt in de opleiding van hun aios maar ook voor de zittende professie. De start ligt vaak bij het hebben en gebruiken van een systeem voor complicatieregistratie. Van daaruit vinden complicatiebesprekingen plaats. Diverse verenigingen hebben deze aspecten vervolgens opgenomen in hun visitatietraject. Enkele verenigingen hebben specifieke leertrajecten en -middelen voor ‘patiëntveiligheid’. Ook bij de diverse verenigingen gezamenlijk lijken diverse ingrediënten (zie 2.4) aanwezig voor een samenhangend leerpakket als men deze zou delen en overnemen en/of aanpassen.
•
Wetenschappelijke verenigingen zijn op dit moment druk doende met de invoering van de vernieuwde medische vervolgopleidingen (proces t/m 2015). Verenigingen geven aan hier hun handen vol aan te hebben. OOR’s en vakgroepen zijn op hun beurt druk bezig met de regionale invulling van deze vernieuwde opleidingen.
•
De invulling van de algemene competenties, waarin patiëntveiligheid een plek zou kunnen krijgen, verschilt per specialisme. Sommigen hebben zelf een programma (veelal onderdeel van professionele ontwikkeling) ontwikkeld, opgenomen in het opleidingsplan en stellen dit verplicht. Anderen laten dit over aan het disciplineoverstijgend onderwijs in de OOR. Geconstateerd kan
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
12
worden dat elk OOR afzonderlijk bezig is met zijn eigen leerlijn rondom de algemene competenties. Diverse onderwijsinstituten van de universitair medische centra verzorgen een aanbod van disciplineoverstijgend onderwijs voor aios. In skillscenters vindt geavanceerd vaardigheidsonderwijs plaats. Daarnaast is er cursorisch onderwijs voor de algemene specialistencompetenties, zoals communicatie, samenwerking, kwaliteit & patiëntveiligheid, reflectie, professionaliteit. Veelal is dit onderwijs niet verplicht. •
De mate waarin er binnen een specialisme urgentiebesef is en men risicobewust is ten aanzien van patiëntveiligheid verschilt per specialisme. Ook verschillen de specialismen in factoren die bijdragen aan dit besef en bewustzijn. Respondenten noemen: de ‘acuutheid’ van het vak, extra kwetsbaarheid van de patient, integrale blik op de patient, laag frequente/hoog complexe zorg, hoog aantal incidenten, moeten oplossen van complicaties na behandeling door niet of onder gekwalificeerde (buitenlandse) artsen, werken met geavanceerde en risicovolle apparatuur en middelen en disciplineoverstijgend werken. Respondenten geven aan dat deze factoren helpen bij implementatie van het veiligheidsdenken en –handelen.
•
Diverse respondenten namens verenigingen geven aan dat ze het gevoel hebben op dit moment veel centraal opgelegd te krijgen. Aangeven wordt dat men weinig ruimte voor eigen invulling ervaart, terwijl zij dat wel nodig achten voor draagvlak en implementatie.
•
Ook is vermeld dat er wel de wil is op de werkvloer te werken aan de VMS-thema’s, maar het in de praktijk vaak ontbreekt aan facilitering en middelen (bijvoorbeeld voor het uitvoeren van metingen) om (kleine) verbetertrajecten goed uit de kunnen voeren. Ook dit werkt demotiverend.
Opleidingen verpleegkunde (hbo- en mbo-instellingen): •
Inhoudelijk en strategisch overleg over hbo-opleidingen verpleegkunde vindt plaats in het Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV) met ondersteuning van de hbo-raad.
•
De hbo-opleidingen verpleegkunde hebben op landelijk niveau met elkaar afspraken gemaakt over invulling van het nieuwe competentiegerichte curriculum op hoofdlijnen. In de samen vastgestelde ‘body of knowledge’ van de opleiding is ‘patiëntveiligheid’ als verplicht thema opgenomen. Het hbo onderkent het belang van patiëntveiligheid. De verdere invulling, inhoud, vormgeving en uitvoering ervan bepalen de hogescholen zelf.
•
Veel van de hbo-opleidingen verpleegkunde nieuwe stijl zijn ingericht op ‘zorgcategorieën’ en zijn competentiegericht. Respondenten geven aan dat bij de meeste hbo-instellingen patiëntveiligheidsleren vermoedelijk geïntegreerd wordt aangeboden in het praktijkgerichte leren. Dit is zeker het geval in Rotterdam en Nijmegen. In ondersteunende vakken (die ten dienste staan van het praktijkleren en/of probleemgestuurd leren), zoals in de leerlijn ‘kwaliteit van zorg’, komt de kenniscomponent van patiëntveiligheid aan bod. Uitgangspunt bij dit competentiegericht leren is ook gedrag- en houdingsaspecten geïntegreerd aan te bieden. In Utrecht is sprake van een aparte ‘keuzecursus patiëntveiligheid’.
•
Voor verpleegkundigen is kennis rondom patiëntveiligheid gebundeld in het boek ‘Patiëntveiligheid voor verpleegkundigen; Jij maak het verschil’ (Den Ridder et al, 2010).
•
Binnen het onderwijs van de instituten die de respondenten vertegenwoordigen leeft patiëntveiligheid zeker als thema bij studenten. In kwaliteitsprojecten nemen studenten vaak aspecten van veiligheid als thema en doen praktijkonderzoek en komen met verbetervoorstellen.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
13
•
Er kan geconstateerd worden dat ook hbo-onderwijsinstanties vooral afzonderlijk bezig zijn met ontwikkelen van diverse leerprogramma’s en –middelen. In Utrecht is expliciet samenwerking gezocht met het ROC voor de mbo-opleiding verpleegkunde. Verder ontmoeten mbo- en hbo-studenten elkaar op de zogenaamde ‘leerwerkafdelingen’ in ziekenhuizen.
•
In Utrecht en Nijmegen is het verpleegkundig onderwijs ondergebracht in regionale ‘academies’,
•
Docenten hebben niet altijd inzicht is wat patiëntveiligheid(sleren) inhoudt en hoe dit onder de
waarin regionale onderwijspartijen hun krachten bundelen en samenwerken. aandacht te brengen in het onderwijs.
Organisatieleren (universitair medische centra en andere (opleidings)ziekenhuizen): •
Een quickscan-onderzoek vanuit het VMS-veiligheidsprogramma (VMS Veiligheidsprogramma, 2011) toont aan dat vrijwel alle responderende ziekenhuizen hard aan de slag zijn met de tien thema’s. Het meest succesvol zijn de ziekenhuizen op de thema’s: ‘Verwisseling bij patiënten’, ‘Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen’ en ‘Vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde patient’. Thema’s die nog de meeste aandacht behoeven zijn: ‘Medicatieverificatie bij opname en ontslag’, ‘Voorkomen van wondinfecties na een operatie’ en ‘Kwetsbare ouderen’. Realisatie van deze thema’s wordt voornamelijk belemmerd door het ontbreken van de benodigde ICT-toepassingen (bijvoorbeeld elektronische voorschrijfsystemen en/of een elektronisch patiëntendossier) en de beschikbare fte’s. De betrokkenheid van professionals bij verbetertrajecten kan beter. In overlegstructuren van de medische staf en de VAR staat het niet altijd als doelstelling op de agenda. Vooral de VAR zou meer betrokken kunnen worden/zijn bij de implementatie (VMS, 2011). Diverse respondenten uit voorliggend project ‘veiligheidsleren’ geven aanvullend aan concrete implementatietips en - ondersteuning voor een thema in hun ziekenhuis te hebben gemist. Ook zegt een aantal dat het uitrollen van tien thema’s tegelijk al te veel wordt ervaren.
•
Merendeel van de responderende ziekenhuizen geeft aan eind 2012 een VMS te hebben gerealiseerd (VMS, 2011). In veel ziekenhuizen vinden leer- en verbeteractiviteiten plaats rondom incidentmelding.
•
Diverse afdelingen binnen ziekenhuizen voeren acties uit ten behoeve van kwaliteitsverbetering en patiëntveiligheid. Voorbeelden zijn: hanteren van de time-outprocedure en de surpasschecklist op de OK, werken met uniforme methodieken (bijvoorbeeld de ABCDE methodiek in de acute zorg), ‘sirene acties’ op de eerste maandag van de maand (extra aandacht voor een thema of een meting), protocol van de maand etc.
•
De meeste ziekenhuizen brengen patiëntveiligheid specifiek onder de aandacht in hun introductieprogramma’s voor nieuwe medewerkers. Vaak krijgen aios hierbij extra aandacht. Sommige ziekenhuizen hebben specifieke
De Inspectie gaat mogelijk in de toekomst in handhavende zin actie ondernemen het gaat om veiligheidsleren. Te denken valt aan controle op aanwezigheid van ‘veiligheidsleren’ en/of zorgprofessionals dit bijhouden of opname van ‘periodieke bijscholing m.b.t. patiëntveiligheid’ in de norm. In reactieve zin zal de Inspectie als het gaat om voorvallen rondom patiëntveiligheid specifieke aandacht hebben voor veiligheidsleren en betrokken aanspreken op hun verantwoordelijkheid hieromtrent.
programma’s patiëntveiligheid. Respondenten geven aan dat in een deel van het aanbod patiëntveiligheid geïntegreerd wordt aangeboden en dat bijvoorbeeld het ‘reflecteren ’ er vaak als rode draad doorheen loopt. •
Bijna alle centra en opleidingsziekenhuizen hebben ‘skillcenters’ waar zowel de formele opleidingen als verschillende teams en afdelingen gebruik van kunnen maken. Crew resource management trainingen worden voor diverse teams aangeboden.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
14
2.4 Onderwijsprogramma’s, leermateriaal en leerinitiatieven: voorbeelden Zoals eerder aangegeven zijn er vele goede voorbeelden als het gaat om veiligheidsleren. Voor een overzicht wordt verwezen naar de uitgevoerde onderzoeken in 2007 en 2010 (UMC St. Radboud / ZonMW, 2007; IQ Healthcare, 2010 ). Hieronder wordt aanvullend een aantal specifieke initiatieven genoemd die naar voren kwamen tijdens de projectuitvoering. Andere voorbeelden zijn opgenomen als suggesties in het actieplan (zie hoofdstuk 6). Fase:
Selectie ‘good practices’
Basisopleiding
• curriculumanalyse o.b.v. WHO-programma (Vumc) • Boek ‘Kwaliteit en veiligheid in patiëntenzorg’ voor medische studenten • Boek ‘Patiëntveiligheid voor verpleegkundigen’ • ‘Bare buttocks’ college’s in Erasmus MC • Keuzecursussen / lessen patiëntveiligheid verpleegkundigen (UMCU/Hogeschool Utrecht/ Utrechtse ROC’s)
Vervolgopleiding
• Cursussen/Disciplineoverstijgend Onderwijs (DOO) met leerlijnen patiëntveiligheid/kwaliteit van zorg voor aios (diverse umc’s) • Teach the teacher Patiëntveiligheid (UMC St. Raboud) • Disciplineovestijgende Serious Game ‘Air medic Sky1’ voor aios
Tabel 2: Selectie ‘good practices’ medisch en verpleegkundig veiligheidsleren
Hieronder wordt een aantal initiatieven opgesomd die in het uitgevoerde project door wetenschappelijke verenigingen zijn genoemd. Specialisme
Selectie ‘good practices’ Vervolg/verdieping
Levenslang leren/ Organisatieleren
Klinische
• E-learning (umcu): kwetsbare ouderen & delirium
geriatrie
• Koppeling EPD (umcu) • Specifieke VMS praktijkgids Kwetsbare ouderen • Opgenomen in visitatie
Kinder-
• Cursus patiëntveiligheid (team)
geneeskunde
• E-learning patiëntveiligheid (team) • Specifieke VMS praktijkgids Veilige zorg voor zieke kinderen
Cardiologie
• Landelijke scholing en examinering
• Opleidingsprogramma i.s.m. radiologie • Communicatietraining i.s.m. Hartstichting
Reumatologie
• Aios leren rekenen met calculated risks
Interne
• Deelname aios aan /integratie in clinical
Intensivisten
• Geïntegreerd in thema’s lesdagen
Heelkunde
• Expliciet in landelijk opleidingsplan aios
• ‘Safety-officer’ per vakgroep
Neuro-
• Expliciet in landelijk opleidingsplan aios
•
• Geleidelijke bekwaamheidverklaringen
• Opgenomen in visitatie
• Integratie in clinical audits
audits
• Time-out procedure / Surpass checklist Opgenomen in visitatie
chirurgie KNO
EPA aios
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
15
Specialisme
Plastische
Selectie ‘good practices’ Vervolg/verdieping
Levenslang leren/ Organisatieleren
• Landelijke scholing en examinering
• Centrale plaats ontwikkeling/naleving richtlijnen
chirurgie
• Actualisatie kwaliteitsnormen beroepsgroep
Anesthesiologie
• Centrale simulatietrainingen
• Centrale simulatietrainingen
Radiologie
• Verplichte cursus stralenbescherming
• Verplichte cursus stralenbescherming • Opleidingsprogramma i.s.m. cardiologie
Tabel 3: Selectie ‘good practices’ medisch veiligheidsleren in vervolgopleidingen en levenslang leren
Geconcludeerd kan worden dat er voor alle leerfasen goede ingrediënten aanwezig zijn om veiligheidsleren vorm te geven met adequate leerinhoud en werkvormen.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
16
3. Conclusies: voorwaarden implementatie en borging 3.1 Inleiding Voor dit project is expliciet gekeken en gevraagd naar voorwaarden voor het implementeren en borgen van veiligheidsleren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in onderwijskundige voorwaarden en voorwaarden die in de praktijk als succesvol zijn ervaren voor implementatie. Door ook ervaren knelpunten en belemmeringen te inventariseren, ontstaat inzicht in risico’s waarmee bij (het) implementatie(plan) rekening moet worden gehouden. Voorwaarden en factoren zijn ingedeeld in de categorieën: organisatie/cultuur en onderwijs/opleiding. Doordat medisch en verpleegkundig onderwijs grotendeels in de praktijk wordt uitgevoerd is het onlosmakelijk verbonden met de organisatie en cultuur (de (leer)context) van de werkpraktijk.
3.2 Onderwijskundige implementatievoorwaarden veiligheidsleren De aard van de inhoud van het thema ‘patiëntveiligheid’ en de competentie ‘patiëntveilig werken’ maken dat het ontwerpen, de vormgeving, implementatie en uitvoering aan een aantal specifieke onderwijskundige criteria moet voldoen om het meest succesvol te zijn. Deze bestaan uit algemeen geldende onderwijskundige principes aangevuld met criteria uit het WHO Patient Safety Curriculum Guide for Medical Schools (WHO, 2009) en criteria uit de praktijk. Ontwerpcriteria Voor het ontwerpen en vormgeving van leerprogramma’s en –middelen geldt een aantal onderwijskundige ontwerpcriteria. Onder andere: •
De leerinhoud (content) en bijbehorende doelen dienen eenduidig te zijn en er dienen leeruitkomsten (eindtermen, competenties) geformuleerd te worden. Het WHO Patient Safety Curriculum kan hiervoor, aangevuld met specifieke eisen vanuit Nederland, als goede basis dienen (WHO, 2009).
•
Topics op het gebied van patiëntveiligheidsleren beslaan 7 leergebieden: effectief communiceren, identificeren, voorkomen en managen van adverse events en near misses, gebruiken van evidence en informatie, veilig werken, ethisch handelen, specifieke onderwerpen (WHO, 2009). Deze zijn door de WHO vervat in 10 topics.
•
Patiëntveiligheidsleren kent een specifieke aard: het is relatief nieuw, het beslaat een aantal gebieden dat traditioneel niet in medisch en verpleegkundig onderwijs werden onderwezen (human factors, systeemdenken etc.), het betreft algemene competenties met betrekking tot kwaliteit van zorg en professioneel handelen, het kan worden gelinkt aan bestaande leerstof van het medisch en verpleegkundig onderwijs,
•
In bestaande curricula, programma’s en leermiddelen dient zichtbaar te worden gemaakt wat deze al aan patiëntveiligheid bevatten. Er zijn al vele programmaonderdelen die gerelateerd zijn c.q. kunnen worden aan patiëntveiligheid (bijvoorbeeld farmacotherapie, Klinisch redeneren, samenwerken, practica/ KTC- onderwijs).
•
Voortbouwen op dat wat er al is in het huidige curriculum: expliciet benoemen door docenten waarbij bewustwording over patiëntveiligheid belangrijk is.
•
Patiëntveiligheidsleren integraal aanbieden gedurende het hele curriculum (herhaling), waarbij in de eerste fase kan worden gestart met ‘sensitizing’, waarbij risicobewustzijn kan worden vergroot en
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
17
algemene vaardigheden kunnen worden ontwikkeld (eerst kennis en begrip en later toepassing). Dit maakt patiëntveiligheid een constant thema en vergroot de kans op versterken en voortbouwen op eerdere opgedane kennis. •
Patiëntveiligheid bevat elementen van kennis maar vooral toepassing en het is erg contextgebonden. Ontwerp dus vanuit en voor de context en werkvloer (onder andere: praktijkgericht, praktijkleren, direct toepasbaar, multidisciplinair).
•
Houd rekening met de doelgroep(en) voor het veiligheidsonderwijs. Zorgprofessionals kunnen worden ingedeeld in niveaus afhankelijk van de mate waarin deze bepaalde groepen verantwoordelijkheid dragen voor patiëntveiligheid (WHO, 2009).
•
Betrek experts, docenten, (praktijk)opleiders en de werkvloer bij de ontwikkeling en betrek ook experts van andere disciplines (patiëntveiligheid wordt het beste overzien in een context van multidisciplinair leren).
•
Toetsen en beoordelen van veiligheidsgedrag geeft inzicht in leerrendement en draagt bij aan de bereidheid te willen investeren in veiligheidsleren.
Voorwaarden voor implementatie- en uitvoering Bij de implementatie en uitvoering van veiligheidsonderwijs dient rekening te worden gehouden met onder andere de volgende criteria: Studenten moeten zowel voorafgaand als tijdens het klinisch onderwijs leren ten aanzien van
•
patiëntveiligheid aangeboden krijgen. Men moet zo vroeg mogelijk in aanraking met het thema. •
Patiëntveiligheidsleren moet plaatsvinden in een veilige (no blame/shame), ondersteunende,
•
Docenten, opleiders en werkvloer dienen te worden betrokken en ook te worden geschoold op
•
Kennis en vaardigheden met betrekking tot patiëntveiligheid worden het beste geleerd in een
uitdagende en betrokken omgeving. patiëntveiligheid. klinische context. Veiligheidsleren dient dus vooral in de praktijk plaats te vinden (trainen in multidisciplinair teamverband, leren van en met elkaar, inbedden in de zorgpraktijk).
3.3 Ervaren succesfactoren voor implementatie Op diverse plekken is al ervaring opgedaan met de invoering van leerprogramma’s op het gebied van patiëntveiligheid. Respondenten zijn expliciet gevraagd naar factoren vanuit de praktijk die volgens hen hebben bijdragen of zullen bijdragen aan succesvolle implementatie. Organisatie en cultuur: •
Veiligheid als speerpunt op de agenda van het management en actieve steun vanuit management
•
Leiderschap bij management (hoger en midden) ten aanzien van patiëntveiligheid en veiligheidsleren en –gedrag. Vooral ook de senior verpleegkundigen en teamleiders (hbo-niveau) spelen een cruciale rol als het gaat als facilitator en ambassadeur.
•
Koppel (doelen, plannen etc.) verschillende (verbeter)projecten (bijvoorbeeld ingezet door VMS, NFU, het ziekenhuis, de Inspectie) aan elkaar en verbindt deze aan onderwijs en opleiding.
•
Geef deelnemers aan verbetertrajecten de mogelijkheid om daadwerkelijk invloed uit te kunnen
•
Grote thema’s ‘klein maken’, bijvoorbeeld juist aandacht voor patiëntveiligheid in het reguliere
oefenen op de kwaliteitsverbetering. zorgproces in plaats van alleen naar aanleiding van calamiteiten. Kleine, eenvoudige, concrete, snelle successen boeken geeft vertrouwen. Niet alles tegelijk willen.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
18
•
•
Eerst het bewerkstelligen van verandering in houding,
“ We zouden de patient nu eens echt centraal
gedrag, cultuur, waaronder: blamefree, feilbaarheid
moeten stellen en de zorg daaromheen
bespreekbaar maken en accepteren, gelijkheid,
organiseren. Laten we binnen ziekenhuizen veel
minder/geen domeindenken etc.). Een
meer ‘communities’ creëren, die meer ruimte
cultuurverandering is nodig voor veiligheid(sleren) en –
bieden voor veiligheid, elkaar leren kennen,
gedrag op de werkvloer.
teamverantwoordelijkheid en elkaar (durven)
Proberen de patiënt ‘echt centraal te stellen’. Leer deze
aanspreken. Zo kan wellicht beter het beste uit
dus kennen, bouw er een band mee op en kijk meer
mensen worden gehaald en is de patient beter af”.
integraal naar de patient. •
Bevlogen en vasthoudende trekkers, ambassadeurs en
“ We zouden teams eens echt moeten laten
rolmodellen die actief worden ingezet onder andere ten
kennismaken met de patient, zodat er een band
behoeve van voorbeeldgedrag.
ontstaat en zorgverleners meer vanuit de patient
•
Zoek en geef veel publiciteit aan patiëntveiligheid en
gaan denken”.
•
Een gezamenlijk referentiekader en gezamenlijke taak met wederzijds respect voor ieders bijdrage
verbeter- en leerinitiatieven. als het gaat om patiëntveiligheid. Verpleegkundigen en artsen helpen elkaars taal en denkwijze te leren begrijpen. Onderwijs en opleiding: •
Zet studenten in bij projecten en organisatieleren en gebruik dit voor het leren.
•
Bewust en actief inzetten van rolmodellen ten behoeve van voorbeeldgedrag.
•
Bij de invoering starten bij voorlopers (bijvoorbeeld de trekkers van de VMS-thema’s), samen ontwikkelen en implementeren.
•
Urgentie aanwakkeren door voor leren actief gebruik te maken van waargebeurde incidenten, ‘rampen en missers’.
•
Regionale, multidisciplinaire samenwerking tussen onderwijsinstellingen en werkveld. Samen is er meer expertise en kan eenduidig onderwijs worden ontwikkeld en uitgevoerd.
•
Een ‘onderzoekende’ houding creëren bij studenten, zodat ze telkens op zoek gaan naar verbetermogelijkheden.
3.4 Voorwaarden voor borging Na implementatie dient het veiligheidleren geborgd te worden. Ook op de lange termijn moet erop vertrouwd kunnen worden dat zorgprofessionals alert blijven en zicht blijven ontwikkelen als het gaat om patiëntveiligheid. Veiligheidsleren wordt vanzelfsprekend en interessant. Respondenten geven aan dat de volgende voorwaarden kunnen bijdrage aan borging van veiligheidsleren: •
Vastleggen van inhoud en doelen in de formele opleidingsdocumenten (raamplan en opleidingsplannen) en vervolgens integreren in de diverse curricula (koppelen aan de diverse competentiedomeinen).
•
Certificeren van onderwijs en opleiding rondom patiëntveiligheid en toetsen van het geleerde. Kwaliteits- en veiligheidstrainingen als verplicht en terugkerend onderdeel voor alle zorgprofessionals.
•
Evalueren van veiligheidsleren. Zet toetsing en feedback in om het effect van leren en de mate van patiëntveilig werken inzichtelijk te maken en te spiegelen aan landelijke afspraken, zoals het VMSveiligheidsprogramma. Gebruik hiervoor eenvoudige instrumenten. Biedt ondersteuning voor bespreking van resultaten en eventuele verbeteracties.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
19
•
Initiëren en uitvoeren van praktisch haalbare activiteiten in de dagelijkse werkpraktijk. Bijvoorbeeld: leren rondom patiëntveiligheid expliciet integreren in dagelijkse overdrachten, besprekingen, presentaties en introducties nieuw personeel, deelname aios en studenten aan DIM-commissies en verbeterprojecten.
•
Verantwoordelijkheid bij de individuele werknemer in het verlengde van de management- en bestuurlijke verantwoordelijkheid voor patiëntveiligheid in de zorg.
•
Integreren in visitaties.
3.5. Ervaren knelpunten en belemmeringen: implementatierisico’s Vanuit de praktijk van de invoering van veiligheids(leren) is ook al veel ervaring opgedaan met knelpunten en belemmeringen die mogelijk risico’s vormen voor succesvolle implementatie. Die risico’s dienen minimaal te worden onderkend en zoveel mogelijk worden omgebogen naar implementatievoorwaarden. Organisatie en cultuur: •
Docenten, (praktijk)opleiders, werkvloer en management die onvoldoende kennis hebben van en niet receptief zijn voor veiligheid(sleren) en verbeterinitiatieven rondom patiëntveiligheid
•
Zorgprofessionals in opleiding worden ten onrechte niet betrokken bij kwaliteitsverbeterprojecten.
•
Vereist een cultuur- en houdingsverandering is nog niet ingezet en/of aanwezig (cultuur is niet blamefree, feilbaarheid niet erkend, domeindenken, nog reactief in plaats van proactief).
•
Er is op de werkvloer (nog) onduidelijkheid in rollen en verantwoordelijkheden.
•
Cultuur-, taal- en belangenverschillen tussen artsen en verpleegkundigen.
•
Geen tijd, drukte, frustratie op de werkvloer. Diverse eisen worden als teveel wordt ervaren.
•
Te weinig aandacht voor effectiviteit en efficiëntie van verbeterinitiatieven.
•
Soms worden veiligheidsinstrumenten en –leermiddelen onvoldoende ‘op maat’ ervaren voor een
•
De manier waarop de (ziekenhuis)zorg in de meeste Nederlandse zorginstellingen is georganiseerd
specialisme/ afdeling. (verzuilde, domein-/specialismespecifiek), maakt invoering van veiligheid(sleren) moeilijk omdat daar immers een veel meer disciplineoverstijgende en multidisciplinaire blik en werkwijze voor noodzakelijk is. •
• •
Bestaande niveauverschillen mbo- en hbo-
“ De verpleegkundige op de werkvloer is eigenlijk
verpleegkundigen. In Nederland is er de unieke situatie dat
een soort ‘gemiddelde mix’ geworden. In de praktijk
er verpleegkundigen op niveau 4 (mbo) en 5 (hbo) zijn. Door
wordt immers vaak niet het onderscheid gemaakt
deze scheiding komen eigenlijk beide groepen niet goed uit
tussen beide niveaus. Terwijl hbo-v’ers opgeleid
de verf, terwijl hbo-verpleegkundigen goed inzetbaar zijn
zijn voor en een belangrijke rol zouden kunnen
voor (kwaliteits)verbeterprojecten.
spelen in allerlei kwaliteitsverbetertrajecten. De
Het ‘not invented here’ syndroom, geen gebruik maken van
praktijk maakt niet optimaal gebruik van de
initiatieven van elders.
competenties van de ‘mondern’ opgeleide hbo-
Geen ‘trekkers’ en ambassadeurs in de
verpleegkundige”.
(onderwijs)organisatie. Onderwijs en opleiding: •
Op dit moment zijn er diverse thema’s die om extra aandacht vragen in de diverse curricula.
•
Het door studenten te volgen onderwijs wordt door verschillende instanties bepaald. Als het ziekenhuis bijvoorbeeld in het kader van organisatieleren een cursus voor werknemers (in opleiding) aanbiedt (bijvoorbeeld ‘gastvrijheid’ of ‘infectiepreventie’), kan het zijn dat deze niet wordt gevolgd omdat dit niet in zijn opleidingsprogramma staat. Dit terwijl de student wel werkzaam is in de organisatie.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
20
•
Deelname aan leerprogramma’s rondom patiëntveiligheid (professionele vorming) is vaak niet
•
Relatie van leerprogramma’s en –middelen met context/werkpraktijk mist.
verplicht, waardoor het vrijblijvend blijft. •
Onvoldoende controle op en aandacht voor de algemene competenties in kwaliteitszorg van opleidingen (visitaties, voortgangsgesprekken etc.).
•
Verschil tussen mbo (niveau 4) en hbo (niveau 5) verpleegkundigen is groot. Aanpassing leermiddelen is wellicht nodig.
•
De samenwerking tussen het onderwijs en werkveld kan beter.
•
Terwijl de school al toekomstgericht opleid, heeft de praktijk vaak nog een ‘traditioneel’ beeld van de verpleegkundige.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
21
4. Conclusies: behoeften en wensen 4.1 Inleiding In het project is respondenten expliciet gevraagd naar behoeften en wensen die zijn hebben en/of zien ten aanzien van (de ontwikkeling/stimulering van) patiëntveiligheidsleren. Deze resultaten geven aan hoe het werkveld zelf denkt over hoe de implementatie en het borgen het beste gerealiseerd kan worden. Het vormt tevens de basis voor een plan van aanpak hiervoor. Dit hoofdstuk beschrijft behoeften en wensen van betrokken partijen.
4.2 Behoeften en wensen patiëntveiligheidsleren Onderwijs en opleiding: •
Explicitering van leren rondom patiëntveiligheid. Landelijk competenties en leerinhoud ontwikkelen en vaststellen en vervolgens borgen in eindtermen en (formele) opleidingsplannen. Dit dient per opleidingsfase en per doelgroep bekeken te worden en de inhoud en vorm van het leren kan daarom verschillen.
•
Er is al veel ontwikkeld en uitgeprobeerd op het gebied van veiligheidsleren. Er is behoefte aan het landelijk ontsluiten en uitwisselen van bestaande programma’s en leermiddelen (bijvoorbeeld via een aantrekkelijk website en/of digitale community).
•
Respondenten geven aan behoefte te hebben aan landelijke coördinatie, facilitering, ondersteuning
•
Diverse organisaties geven aan graag samen, landelijk leermateriaal en casuïstiek (compact en
van het uitwisselen en samenwerken rondom veiligheidsleren. praktisch) te willen ontwikkelen. Hierbij is ook meer aandacht voor multiprofessionele (bijvoorbeeld arts - verpleegkundige) communicatie gewenst. Goed afstemmen van programma’s uit de diverse curricula, met zeker aandacht voor afstemming tussen hbo en wo. •
Meer dwarsverbanden aanleggen tussen opleidingen. De algemene competenties lenen zich hier goed voor. Focus op professioneel gedrag is immers van toepassing voor alle zorgprofessionals. Zo kan al in een vroeg stadium het domeindenken worden doorbroken.
•
Landelijke oppakken, ondersteunen en uitvoeren van docenten- en opleidersprofessionalisering op het gebied van patiëntveiligheid(sleren).
•
Het merendeel van de respondenten zegt voorstander te zijn van het formeel toetsen en certificeren van veiligheidsonderwijs (al dan niet ondergebracht in disciplineoverstijgend onderwijs) en –gedrag .
Aanvullend voor organisatieleren: •
Het meer samen en op landelijk niveau ontwikkelen en ondersteunen van simulatie- en teamtrainingen (CRM) is gewenst (bundelen van expertise en faciliteiten). Hiervoor is een geüniformeerde aanpak met goede regionale en landelijke samenwerkingsverbanden nodig. Zorg voor samenwerking tussen simulatiecentra als het gaat om ontwikkeling van trainingen. Hiervoor zijn aanvullende financiële middelen nodig.
•
Stimuleren van multiprofessionele trainingsvormen, bijvoorbeeld simulatieteamtrainingen die toegankelijk zijn voor alle disciplines of trainingen op de werkvloer.
•
Patiëntveiligheid terug laten komen in het hele opleidingscontinuüm inclusief de ‘levenslang leren fase’. Ook hiervoor passende leerinhoud en leermiddelen ontwikkelen. Patiëntveiligheid inbouwen in diverse onderdelen van het organisatieleren: proces- en risicoanalyse, cultuurverandering, MDtrajecten, top-classes, praktijkgidstrainingen VMS etc.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
22
•
•
Gezien het stijgend aantal chronische aandoeningen, zal de zorg rondom de patient veranderen. Hierin zal de
“ Werkzame verpleegkundigen hebben
verpleegkundige een cruciale rol spelen richting de patient.
‘empowerment’ nodig om hun verantwoordelijkheid
Werkzame verpleegkundigen zijn hier veelal (nog) optimaal
te nemen ten aanzien van hun cruciale rol in de
voor toegerust.
toekomstige zorg . Verpleegkundigen zouden meer
Stimuleren van awareness bij en aanspreken op gedrag
geschoold kunnen worden op ‘hoe organisaties
van topmanagement, (lijn)management en medisch
werken’ en hun (leidinggevende) rol daarin”.
management. Leidinggevenden faciliteren voor en aanspreken op hun rol als het gaat om patiëntveiligheid (stimuleren dat er actie wordt ondernomen van het VIM-proces). Dit kan bijvoorbeeld door opname van het thema in management development trajecten (MD). •
Meer rolmodellen en boegbeelden ten aanzien van patiëntveiligheid.
In bijlage 3 worden aanvullend nog een aantal kansen en ideeën weergegeven.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
23
5. AANBEVELINGEN: NAAR DOORLOPENDE LEERLIJN 5.1 Inleiding In voorgaande hoofdstukken is aangegeven wat de voorwaarden zouden moeten zijn voor de implementatie en borging van veiligheidsleren. Tevens zijn de behoeften en wensen van bij veiligheidsleren betrokken partijen aangegeven. Op basis van deze conclusies geeft dit hoofdstuk aanbevelingen weer voor de realisatie voor een goed samenhangende structuur voor implementatie en borging van patiëntveiligheidsleren.
5.1 Doelgroepen en contexten veiligheidsleren Veiligheidsleren gaat iedereen aan die bij de zorgverlening aan de patient betrokken is. Er zijn voor de implementatie van veiligheidsleren zijn diverse doelgroepen te onderscheiden, waaronder: •
Studenten geneeskunde
•
Studenten verpleegkunde
•
AIOS
•
Management zorgorganisaties
•
Studenten verpleegkundige vervolg- en
•
Werknemers zorgorganisaties
specialistenopleidingen
•
Zittende professie / verenigingen
•
Studenten medische ondersteunende opleidingen
Schematisch kunnen deze doelgroepen en in hun (leer)contexten als volgt worden weergegeven.
Figuur 2: Medisch (ondersteunend) en verpleegkundig onderwijs, opleiding en doelgroepen schematisch
Bij het medisch (ondersteunend) en verpleegkundig onderwijs zijn veel verschillende partijen betrokken. Vooralsnog vinden de verschillende formele opleidingen als ook het leren in en voor de organisatie veelal gescheiden van elkaar plaats en werken de betrokken onderwijsinstanties weinig samen. Zorgprofessionals in opleiding en al werkzame professionals ontmoeten elkaar in de context van het Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
24
werkplekleren in de zorg rondom de patient. Voor hen dient patiëntveiligheidsleren zowel in de context van formeel onderwijs en opleiding als in de context van de werkpraktijk te worden gestimuleerd, gestructureerd en verbonden.
5.2 Verbinden van leren en leercontexten: doorlopende leerlijn(en) De conclusies geven aan dat er meer samenhang, structuur en continuïteit zou moeten komen in het leren rondom patiëntveiligheid. Het is daarom aan te bevelen dit aan te brengen door veiligheidsleren in leerfasen en voor en door diverse doelgroepen met elkaar te verbinden. Leren veilig(er) werken stopt immers niet na de formele opleiding, zorgprofessionals moeten scherp en alert blijven (levenslang leren). Patiëntveilig werken is ook niet iets dat beroepsgroepen afzonderlijk doen. Veilige patiëntenzorg is teamwork. Teams van medici, verpleegkundigen en ondersteunde professionals en zorgverleners in opleiding ontmoeten elkaar op de werkplek voor het leveren van veilige patiëntenzorg tijdens het werk en het leren op de werkplek. Opleiding vindt immers grotendeels in de praktijk plaats. Dit pleit voor meer verbinding tussen de verschillende leercontexten. Naast formeel leren (cursorisch, praktijktrainingen, stages), vindt er in de werkpraktijk ook veel organisatieleren en informeel leren plaats. Hier liggen nog onbenutte kansen voor veiligheidsleren. Ook dient de inhoud en vorm van het veiligheidsleren meer verbinding te krijgen met de context/praktijk. Er dient dus op verschillende fronten verbinding worden aangebracht: •
verbinden van veiligheidsleren dat nu fragmentarisch, in de verschillende opleidingsfasen, en niet in
•
verbinden van formeel onderwijs/opleiding met organisatieleren en informeel werkplekleren
•
verbinding tussen leerfasen: zorgen voor blijven leren, continue aandacht voor veiligheidsleren
•
verbinden aan context en werkpraktijk
•
verbinden aan reguliere, (medische) content, in de huidige opleidingen
samenhang wordt aangeboden
Verbinding kan worden bewerkstelligd door met betrokken partijen te werken aan de ontwikkeling van een ‘doorlopende leerlijn patiëntveiligheid’.
Figuur 3: doorlopende leerlijn(en) patiëntveiligheid
5.3 Kenmerken doorlopende leerlijn(en) patiëntveiligheid Het aanbrengen c.q. ontwikkelen van een doorlopende leerlijn beoogt samenhang en opbouw te bereiken in een (competentiegericht) curriculum. De leerlijn wordt ook ingezet om samenhang ‘over opleidingen heen’ (mbo-hbo-wo en basis-, vervolg-, verdiepingsopleiding en levenslang leren) aan te brengen. De leerlijn geeft aan langs welke lijn studenten/lerenden hun begrippen en vaardigheden ten aanzien van patiëntveiligheid kunnen opbouwen. Deze komen voort uit analyse van het leerproces en sluiten aan bij de
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
25
fase waarin de lerende zicht bevindt. Leerlijnen geven aan welke leerinhoud op welke wijze opeenvolgend wordt behandeld. Het aanbrengen van een leerlijn patiëntveiligheid wil niet altijd zeggen dat er leerinhoud en/of werkvormen moeten worden ontwikkeld. Het start met het zichtbaar maken en waar nodig expliciteren van wat er al is in de bestaande curricula c.q. programma’s.
Figuur4: Patiëntveiligheidsleren horizontaal en verticaal verbinden
Een leerlijn patiëntveiligheid kent een aantal specifieke kenmerken. •
De basiscontent in mbo, hbo, wo, vervolgopleidingen én organisatieleren zou zoveel mogelijk gelijk getrokken moeten worden, zodat iedereen hetzelfde referentiekader hanteert, dezelfde taal spreekt en met dezelfde ‘veiligheidsbril’ kijkt als men elkaar ontmoet op in de werk-/stagepraktijk.
•
Het is aan te bevelen een minimumeis ‘patiëntveiligheidsleren’ te formuleren, waarvoor het WHOcore-curriculum kan als basis worden gebruikt. Gebruik deze om al bestaande elementen van de leerlijn in de huidige curricula en programma’s zichtbaar te maken en indien nodig aanvullingen te doen.
•
Verder kan de specifieke leerinhoud en vormgeving van het leren verschillen per opleidingsfase, per doelgroep en/of per discipline. Er kunnen dus verschillende leerlijnen ontstaan, die wel onderlinge samenhangen dienen te hebben.
•
De beginfase van het leren is gericht op voorbereiding en kennis (oa. begrippen, analyse/verbetersystemen) voor ‘sensitizing’ en bewustwording. Het vervolg is gericht op integratie in de praktijk. Deze leerlijnen zijn voorzien van (multidisciplinaire) concrete en praktijkgerichte toets- en leermiddelen.
•
Het leren wordt integraal aangeboden en is zoveel mogelijk gekoppeld aan de praktijk en het ‘organisatieleren’, bijvoorbeeld door praktijkopdrachten, deelname van studenten aan projecten en integratie van de VMS-thema’s.
•
Docenten en (opleiders) zijn risicobewust en geschoold voor de uitvoering en begeleiding van veiligheidsleren.
•
Borging kan plaatsvinden door toetsing, certificering en opname in (beroeps)competentieprofielen, raamplan, opleidingsplannen en kwalificatieprofielen hbo/mbo.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
26
Voor patiëntveiligheidsleren is de context waarin en waarvoor geleerd wordt van groot belang. Voor de uitvoering van de leerlijn geldt: •
Om het geleerde daadwerkelijk te kunnen laten beklijven is het zaak dat er (verder) gewerkt wordt aan benodigde gedrags- en houdingsverandering die nodig is voor patiëntveiligheid in de praktijk. De context van het werk moet (meer) ontvankelijk worden voor patiëntveiligheid(sleren).
•
Voor wat betreft cultuurontwikkeling op de werkvloer (organisatieleren en levenslang leren) is er behoefte aan verdere uitwerking van de thema’s: leiderschap bij management, team(simulatie)trainingen (CRM) en veiligheidscultuur: gedrags- en houdingsverandering, patiëntveiligheidsleren op de werkvloer.
•
Hiertoe dient ook de zittende professie via hun verenigingen te werken aan patiëntveiligheidsleren.
Om hier constructief en voortvarend aan te kunnen werken is behoefte aan een landelijke ondersteuningsstructuur voor het faciliteren, actief ondersteunen, coördineren, ontsluiten, verbinden, samenbrengen.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
27
6. VERVOLG: PLAN VAN AANPAK 6.1 Inleiding Om patiëntveiligheid goed geïmplementeerd en geborgd te krijgen in onderwijs, opleiding en organisatieleren dient nog een aantal belangrijke stappen te worden genomen. Het draagvlak en het enthousiasme om aan veiligheidsleren te werken is groot. Zaak is nu samenhang en structuur aan te brengen in de ingezette acties en het enthousiasme te gebruiken om met concrete acties lijn aan te brengen in veiligheidsleren. Dit hoofdstuk beschrijft daarvoor een actieplan en geeft aan hoe de uitvoering van dit plan met een landelijke stimulering en ondersteuning uitgevoerd kan worden.
6.2 Actieplan Implementatie en borging van veiligheidsleren vraagt een integrale aanpak. Er dient gelijktijdig aan het formele onderwijs en cultuurontwikkeling op de werkvloer (organisatieleren en levenslang leren) gewerkt te worden. Om het gewenste resultaat te bereiken dient een aantal stappen te worden genomen. Hieronder staan de stappen met bijbehorende suggesties in de vorm van een actieplan beschreven. Actie
Hoe te realiseren? Suggesties en ideeën voor aanpak
Onderwijs en opleiding • Expliciteer het leren rondom patiëntveiligheid.
• Gebruik hiervoor het WHO-curriculum als uitgangspunt en vul deze aan
Formuleer op landelijk niveau een eenduidige concrete
op basis van andere relevante documenten en al ontwikkeld materiaal
‘minimumeis’ en ontwikkel de bijbehorende
(zoals de VMS-thema’s, de concept leerlijn van VUmc).
competenties, doelen en leerinhoud (body of knowledge) als basis. • Maak doorlopende leerlijnen voor de diverse
• De curriculumscan, zoals deze door VUmc is ontwikkeld en uitgevoerd
leerfasen per doelgroep in curricula en programma’s
op basis van de WHO-curriculum-guide, kan voor het ‘scannen’ van de
zichtbaar en/of ontwikkel deze.
diverse curricula en programma’s als voorbeeld worden gebruikt. Eventueel kan deze worden omgevormd tot een landelijk ‘instrument’ (concept is beschikbaar). • Maak gebruik van het NFU-document ‘Leren en DOCeren’ (NFU, 2007), waarin uitgangspunten voor disciplineoverstijgende cursussen worden beschreven. Gebruik bestaand DOO, bijvoorbeeld een leerlijn zoals die door VUmc is ontwikkeld. • Vanuit het NFU-consortium Kwaliteit van zorg is parallel aan dit project initiatief genomen tot het gezamenlijk door umc’s ontwikkelen van een nationale 1 of 2-jarige ‘Kwaliteit van zorg’ voor zorgverleners (in opleiding).Dit initiatief dient te worden afgestemd en opgenomen in een eventueel breder landelijk stimuleringsprogramma. • Meer aandacht voor de ondersteunende specialismen in de curricula. Vanuit een disciplineoverstijgende invalshoek en vanuit het werken met geavanceerde en risicovolle apparatuur en middelen hebben deze specialismen goed zicht op veiligheidsrisico’s.
• Stem de doorlopende leerlijnen af per opleidingsfase (bijvoorbeeld geneeskundeopleidingen onderling, hbov-opleidingen onderling) en tussen opleidingsfasen (van geneeskunde naar vervolgopleidingen) en tussen doelgroepen.
• In Utrecht hebben het umc en de hogeschool voor wat betreft de verpleegkundige opleidingen samenwerking gezocht met de mboinstellingen. • Breng in opleiding al meer samenwerking tot stand tussen de verschillende niveaus en disciplines, bijvoorbeeld gezamenlijke
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
28
Actie
Hoe te realiseren? Suggesties en ideeën voor aanpak praktijkopdrachten.
• Ontsluit op landelijk niveau bestaande programma’s,
• Dit kan via een aantrekkelijke website en/of digitale community. Wellicht
leermiddelen, toetsen en ander voor veiligheidsleren
kan de bestaande VMS-site hiervoor worden gebruikt. Integreer hierin
ontwikkeld materiaal (data ten aanzien van incidenten en veiligheid) op een aantrekkelijke manier. Promoot
ook eerdere initiatieven op dit gebied. • Materiaal ‘storytelling’ landelijk verzamelen: toppers in missers (vanuit
hiermee leerlijnen en ondersteun uitwisseling en
professional- en patiëntperspectief) verzamelen en op beeld vastleggen.
samenwerking. • Verzamel en ontwikkel leer- en toetsinstrumenten bij
• Dit gebeurt in (multidisciplinaire en multiprofessionele) samenwerking op
de leerlijnen en/of integreer leerinhoud en toetsing in
landelijk niveau, zodat er zoveel mogelijk realistische casuïstiek bij
bestaande inhoud en toetsing. Deze voldoen onder andere aan de criteria zoals eerder genoemd in
elkaar wordt gebracht en de werklast wordt verdeeld. • De ontwikkelde boeken voor medici en verpleegkundigen kunnen
hoofdstuk 4 (onder ander praktijkgericht, concreet,
worden voorzien van praktijkopdrachten (werkboek) en eventueel een
multidisciplinair/-professioneel).
online community (zie ook IHI open schools). Hierbij kunnen de uitgevers worden betrokken (BSL is geïnteresseerd in het maken van een website t.a.v. ‘teamwork’ en Elsevier wil leren 2.0 invulling geven). • Qua inhoud van programma kunnen de VMS-thema’s worden gebruikt, waarbij de uitwerking ervan in leermateriaal wordt verdeeld over de regio’s (OOR’s). Op basis van expertise en/of affiniteit zouden de thema’s kunnen worden verdeeld. • Peer to peer teaching. Rolmodellen inzetten bij het leren en hiervan een ‘pool’ creëren.
• Ontwikkel op landelijk niveau (gecertificeerde) scholing
• Maak hierbij gebruik van programma’s die al hiervoor zijn ontwikkeld
voor docenten en (praktijk)opleiders op basis van de ontwikkelde leerlijn(en).
(bijvoorbeeld door UMCN). • Docentenstages. Om docenten te laten leren zouden deze als opdracht, net als studenten, gezamenlijk beroepsproducten voor de praktijk kunnen maken.
• School, toets en certificeer docenten en
• Hieraan zouden wo-, hbo-, mbo-docenten en praktijkopleiders kunnen
(praktijk)opleiders vanuit een landelijk aanbod.
meedoen. Hier ook starten met multiprofessioneel leren. • Wellicht zou deze scholing voor docenten in het kader van de Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) kunnen worden aangeboden. • Het opleidingsaanbod zou in de vorm van een ‘trainingscarrousel’ zowel landelijk als regionaal kunnen worden uitgevoerd. Inhoudelijk experts op het gebied van patiëntveiligheid hebben aangegeven hier hun bijdrage aan te willen leveren.
• Stel per opleidingsfase per doelgroep (een deel) van de leerlijn verplicht. • Borg veiligheidsleren door de ontwikkelde inhoud, doelen en eindtermen expliciet vast te leggen in formele (beroeps)competentieprofielen, raamplannen, opleidingsplannen en kwalificatieprofielen hbo en mbo. • Zorg voor onderhoud en evalueer veiligheidsleren.
•
Zet toetsing en feedback in om het effect van leren en de mate van patiëntveilig werken inzichtelijk te maken en te spiegelen aan landelijke afspraken, zoals het VMS-veiligheidsprogramma.
• •
Gebruik hiervoor eenvoudige instrumenten. Biedt ondersteuning voor bespreking van resultaten en eventuele verbeteracties.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
29
Actie
Hoe te realiseren? Suggesties en ideeën voor aanpak
Organisatieleren (cultuurontwikkeling) • Maak een leerlijn (zichtbaar) patiëntveiligheid zichtbaar in het organisatieleren en ontwikkel indien nodig een basisprogramma voor personeel.
• Gebruik de landelijk ontwikkelde minimumeis als uitgangspunt en scan hiermee de programma’s. • Expliciteren/integreren in introductieprogramma’s. • Maak gebruik van en sluit aan bij de scholingsprogramma’s zoals deze al door VMS zijn ontwikkeld.
• Stimuleer leiderschap ten aanzien van patiëntveiligheid bij leidinggevende en management in ziekenhuisorganisaties. Maak een leerlijn patiëntveiligheid in MD-trajecten (zichtbaar).
• Scan bestaande MD en leiderschapstrajecten op patiëntveiligheid op dezelfde wijze zoals beschreven voor onderwijs en opleiding. • Het Antonius Ziekenhuis uit Nieuwegein heeft een effectief programma ‘Leiding geven aan patiëntveiligheid’ ontwikkeld. Dit concept is beschikbaar. Ook UMCU heeft een dergelijke training. • Er zijn initiatieven tot het ontwikkelen van een ‘serious game’ op dit gebied voor het hoger management. • Maak voor inhoudelijke invulling gebruik van het proefschrift ‘Patiëntveiligheid de rol van de bestuurder’ (Leistikow, 2010).
• Ontwikkel op landelijk niveau multidisciplinaire en – professionele simulatie- en teamtrainingen (oa. CRM) en zorg voor samenwerking en verdeling van
• Maak hierbij gebruik van bestaande trainingen en ervaring in de diverse regio’s. • Integreer en verdeel de uitwerking van VMS-thema’s in trainingen
expertise bij uitwerking tussen de diverse trainings- en
regionaal over de diverse trainings- en simulatiecentra in het land
simulatiecentra in het land.
(OOR-regio’s: een umc werkt hierin samen met perifere opleidingsziekenhuizen). Pak kostbare zaken centraal op. • Vul trainingen aan met casuïstiek uit de eigen praktijk.
• Stimuleer en ondersteun de verdere ontwikkeling van een veiligheidscultuur op de werkvloer van organisaties. • Maak de leercontext van de praktijk ontvankelijk voor praktijkleren ten aanzien van patiëntveiligheid. Verbeter de mogelijkheden voor werkplekleren.
• Sluit aan bij en bouw voort op het proces dat in gang is gezet door het VMS-veiligheidsprogramma.
• Patiëntveiligheid inbouwen in diverse onderdelen van het organisatieleren: proces- en risicoanalyse, cultuurverandering, praktijkgidstrainingen VMS etc. • Stimuleer integratie van veiligheid(sleren) in de werkpraktijk. Bijvoorbeeld: integreren in dagelijkse overdrachten, besprekingen, presentaties en introducties nieuw personeel, deelname aios en studenten aan DIM-commissies en verbeterprojecten. • Studenten inzetten en gebruiken. Leidinggevenden zouden de ‘frisheid’ van studenten en jonge professionals moeten ondersteunen en stimuleren, bijvoorbeeld door hen in de eerste maand alles wat ze opvalt op de afdeling te laten rapporteren. • Aansluiten bij en bevorderen van ‘clinical governance’. Bijvoorbeeld in afdelingsbeleidsplannen jaarlijks een toetsbaar doel met betrekking tot patiëntveiligheid laten opnemen, veiligheidsleren koppelen aan werken met richtlijnen/protocollen en inbouwen in visitaties. • Het Antionius ziekenhuis in Nieuwegein heeft een ‘bewustwordingsteam patiëntveiligheid’. Deze initieert periodiek kleine concrete acties rondom veiligheidsthema’s (bijvoorbeeld handhygiëne’.
Levenslang leren (cultuurontwikkeling) • Ontwikkel een leerlijn/-aanbod patiëntveiligheid (ten
• Gebruik voor invoering van veiligheidsleren kennis en ervaring van
behoeve van een inhaalslag) in het kader van
specialismen die ervaring hebben en al wellicht meer risicobewust zijn.
levenslang leren voor de zittende professie van de
Stimuleer en ondersteun uitwisseling om van elkaar te leren.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
30
Actie
Hoe te realiseren? Suggesties en ideeën voor aanpak
diverse beroepsgroepen.
• Ook specialisme specifiek naar veiligheid(sleren) kijken en aansluiten bij belevingswereld. • Specialismen bijvoorbeeld kritische beroepssituaties in beeld laten brengen waarbij patiëntveiligheid van belang is een onder druk staat (bijvoorbeeld voorschrijven en uitdelen van medicijnen. NB. Het boek ‘Patiëntveiligheid voor verpleegkundigen’ beschrijft veiligheid per ziekenhuisafdeling). Vervolgens overlappende thema’s identificeren, samen verder uitwerken en hier disciplineoverstijgende trainingen op aanbieden.
6.2 Landelijk stimuleringsprogramma en ondersteuningsstructuur Gezien de hoeveelheid werk om te komen tot het gewenste resultaat en behoefte van betrokken partijen is het zeer wenselijk op landelijk niveau coördinatie en ondersteuning te bieden bij een actieplan om te komen tot een samenhangend en gestructureerd leeraanbod patiëntveiligheid. Dit kan in de vorm van een landelijk stimuleringsprogramma met bijbehorende ondersteuningsstructuur. Hieronder worden suggesties gedaan voor de inhoud en structuur van een dergelijk programma. Doel Het doel van een landelijk stimuleringsprogramma ‘Doorlopende leerlijn(en) patiëntveiligheid zou moeten zijn: •
Het in gezamenlijkheid ontwikkelen van doorlopende leerlijnen patiëntveiligheid (al dan niet als onderdeel van leerlijnen professionele ontwikkeling/kwaliteit van zorg) voor alle opleidingsfasen en doelgroepen.
•
Kennisverzameling, –bundeling en verspreiding van data, programma’s, leer- en toetsmiddelen, casuïstiek etc. ten behoeve van (ontwikkeling en invoering van) veiligheidsleren.
Ondersteuningsstructuur Een landelijke ondersteuningsstructuur is gericht op: •
Het coördineren, faciliteren, stimuleren en ondersteuning van de uitvoering van het actieplan om te komen tot deze leerlijnen en borging daarvan.
Concrete taken: •
Coördinatie van de uitvoering van het actieplan.
•
Ondersteuning bieden bij uitvoering van het actieplan.
•
Kennis en data verzamelen, bundelen, ontsluiten en beschikbaar stellen. Promoten van het gebruik
•
Faciliteren en stimuleren van samenwerking en uitwisseling. Facilitering van een zo goed mogelijk
ervan. geüniformeerde aanpak met goede regionale en landelijke samenwerkingsverbanden (bijvoorbeeld organisatie van werkconferenties voor samenwerking en kennisuitwisseling tussen regio’s, onderwijsinstellingen en disciplines). •
Zorgdragen voor afstemming tussen leerlijnen.
•
Stimuleren en ondersteunen van het ontwikkelen van hoogwaardig onderwijsmateriaal, bijvoorbeeld e-learning, praktijkopdrachten, teamtrainingen en intervisie.
•
Zorgdragen voor en bewaken van formele borging in opleidingsplannen.
•
Zorgen voor periodiek onderhoud en alertheid ten aanzien van veiligheidsonderwijs.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
31
•
Onderhouden van contacten met en tussen de diverse betrokken stakeholders.
•
Het maken van verbinding van het programma (doelen, plannen etc.) met andere (landelijke) (verbeter)projecten en landelijke afspraken rondom patiëntveiligheid (bijvoorbeeld ingezet door VMS, NFU, ziekenhuizen, de Inspectie).
•
Het voorzien in middelen voor uitvoering van het actieplan.
Voorwaarden Ten aanzien van een landelijke ondersteuningsstructuur geldt een aantal voorwaarden: •
Voorkom teveel bureaucratisering en overregulering in grote, ingewikkelde landelijke projectstructuren. Sluit aan bij en versterk de in gang zijnde cultuurverandering in zorginstellingen.
•
Bij de invoering starten bij voorlopers (bijvoorbeeld de trekkers van de VMS-thema’s), samen ontwikkelen en implementeren.
•
Initiëren en uitvoeren van concrete en praktisch haalbare activiteiten.
•
Grote thema’s ‘klein’ (bottom-up) maken en houden. Kleine successen boeken geeft vertrouwen.
•
Niet alles tegelijk willen.
•
Biedt ruimte voor eigen invulling en invloed.
6.3 Opzet programma en structuur Het actieplan bestaat uit thema’s die voor diverse doelgroepen uitgewerkt zouden moeten worden.
Figuur 5: thema’s voor een landelijk programma veiligheidsleren
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
32
Rondom deze thema’s zal een praktische structuur van werkgroepen moeten worden gecreëerd. .Hierbij is het raadzaam zoveel mogelijk aan te sluiten bij en gebruik te maken van bestaande netwerk – en overlegstructuren (inclusief bijbehorende ondersteunende beleidsadviseurs). Al bestaande netwerken en overlegorganen ten behoeve van samenwerking in onderwijs en opleiding: •
NFU-consortium Kwaliteit van zorg
•
NFU College Opleiding en Zorg
•
NFU Onderwijscommissie geneeskunde
•
OOR-coördinatorenoverleg
•
OMS Raad opleidingen
•
College medische vervolgopleidingen
•
College Opleiding en Zorg
•
STZ-netwerk managers leerhuizen
•
STZ-netwerk coördinatoren patiëntveiligheid
•
Landelijk overleg opleidingen hbo-v
•
V&VN docenten- en opleidersgroep mbo-/hbo-v
•
Bedrijfstakgroep Zorg, Welzijn en Sport (mbo-raad)
Bekeken kan worden of er voor de uitvoering van een stimuleringsprogramma een ‘netwerkorganisatie’ kan worden gevormd vanuit deze netwerken. Qua vormgeving van een programmastructuur kan gedacht worden aan het volgende: •
Werkgroepen op thema’s (praktisch)
•
Zoveel mogelijk multidisciplinaire en multiprofessionele samenstelling werkgroepen
•
Per werkgroep een ‘trekker’, selecteren op expertise en voorkeur
•
Regionale verdeling van thema’s
•
Per werkgroep aanpak laten formuleren
Landelijk versus regionaal Er zal een goede balans moeten worden gevonden tussen acties die landelijk te dienen worden opgepakt en acties die regionaal kunnen worden uitgewerkt. •
Het lijkt voor de hand te liggen de thema’s (1) het vaststellen van een minimumeis en (2) kennisbundeling en digitale ontsluiting op landelijk niveau op te pakken.
•
Het ontwikkelen van leerlijnen (op hoofdlijnen) en –middelen en docentenprofessionalisering zou ook op landelijk niveau kunnen gebeuren. Het aanbieden van docentenprofessionalisering kan vervolgens zowel landelijk aan regionaal gebeuren.
•
Ontwikkeling op de thema’s van het organisatieleren kan wellicht het beste worden verdeeld over de regio’s, waarbij de verdeling kan plaatsvinden van VMS-thema’s gebaseerd op voorkeur en expertise. De structuur van opleidings- en onderwijsregio’s (OOR) kan hiervoor uitgangspunt zijn. Cultuurontwikkeling vindt plaats in de diverse ziekenhuisorganisaties. (Ontwikkel)acties dienen daarom regionaal plaats te vinden.
•
Ontwikkeling op het gebied van levenslang leren vindt plaats op het niveau van (beroeps)verenigingen. Deze opereren op landelijk niveau en dit zou dus centraal opgepakt kunnen worden. Uitvoering kan vervolgens op regionaal niveau (werkvloer) plaatsvinden.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
33
6.4 Rollen Mogelijke opdrachtgevers/sponsors •
Ministeries van VWS en OC&W
•
Zorgverzekeraars
•
ZONmw
•
Nationaal Kwaliteitsinstituut
•
VMS-programmapartners: NVZ (met tevens aandacht voor STZ-vertegenwoordiging), NFU, OMS en V&VN.
Programmaleiding Het uitgevoerde project is geïnitieerd door de vier VMS-programmapartners: NVZ, NFU, OMS en V&VN. Het ligt voor de hand dat één van deze partners de leiding over uitvoering van dit vervolgprogramma met betrekking tot patiëntveiligheid in onderwijs en opleiding ter hand neemt. Programmaondersteuning De ondersteuning van het programma kan op landelijk niveau door een klein bureau plaatsvinden. Bijvoorbeeld: •
Een projectleider
•
Medewerker voor de kennisbundeling en digitale ontsluiting
•
(beleids)medewerker voor facilitering en ondersteuning van de (landelijke) werkgroepen
Het programma kan verder worden ondersteund door de betreffende (beleids)medewerkers van de huidige samenwerkingsverbanden en overlegorganen een specifieke taak te ten aanzien van het programma te geven. Er valt ook te denken aan een ‘ambulant ondersteuningsteam’ (experts op het gebied van veiligheidsleren e.a. (ervarings)deskundigen) voor ondersteuning van de regionale werkgroepen. Uitvoering: betrokkenen bij ontwikkeling Naast de balans tussen landelijke en regionale uitvoering, dient ook goed te worden bepaald wie er bij de verschillende thema’s worden betrokken. Aangezien we concrete en praktische resultaten willen opleveren zijn vertegenwoordigers bij voorkeur ‘van de werkvloer’. Bij de diverse thema’s valt te denken aan vertegenwoordigers van de volgende partijen. Ad 1. Minimumeis
Ad 2. Kennisbundeling en digitale ontsluiting
Vertegenwoordiger(s) van:
•
Experts op dit gebied (bijvoorbeeld vanuit het VMS-
•
Medewerkers van onderwijsinstellingen die goed
•
Leveranciers van goede voorbeelden.
• Onderwijscommissie geneeskunde • Afgevaardig(den) medische vervolgopleidingen
programma en/of vanuit de diverse umc’s).
(College Medische Vervolgopleidingen, OOR’s, Raad opleidingen OMS)
zicht op de aanwezige kennis/producten.
• Landelijk overleg opleidingen hbo-verpleegkunde • Landelijk overleg opleidingen mbo-verpleegkunde (via mbo-raad) • Medisch ondersteunende opleidingen • NVZ/STZ (leerhuizen, afdelingen kwaliteit/ patiëntveiligheid) • (Beroeps)verenigingen Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
34
Ad 3. Onderwijs en opleiding
Ad 4. Organisatieleren
Leerlijn(en), leer- en toetsmiddelen worden ontwikkeld
Vertegenwoordiger(s) van:
voor:
•
UMC/NVZ/STZ (leerhuizen, afdelingen
•
(team)trainings- en simulatiecentra (via umc’s e.a.
•
Opleidingen geneeskunde
•
Opleidingen hbo-v
•
Opleidingen mbo-v
•
Medische vervolg- en verdiepingsopleidingen
kwaliteit/patiëntveiligheid)
landelijke trainingscentra)
•
Verpleegkundige vervolg- en verdiepingsopleidingen
Ad 5. Levenslang leren
•
Ondersteunende opleidingen
Vertegenwoordiger(s) van:
Van deze opleidingen dienen ontwikkelaars te worden
•
(Beroeps)verenigingen
betrokken.
•
Ziekenhuizen (leerhuizen, afdelingen kwaliteit/ patiëntveiligheid)
Aangevuld met vertegenwoordigers van: •
College Opleiding en Zorg
•
OOR’s
•
Coördinatoren leerhuizen STZ/NVZ
Ambassadeurs: beroeps- en wetenschappelijke verenigingen Aan de diverse vertegenwoordigers van beroeps- en wetenschappelijke verenigingen is ook gevraagd welk rol zij zien weggelegd voor hun vereniging als het gaat om implementeren en borgen van veiligheidsleren. •
Het thema borgen en implementeren van patiëntveiligheid (in het leren) agenderen en uitdragen.
•
Maken van afspraken over en samenwerken met andere verenigingen ten aanzien van
•
Stimuleren van integreren van het thema in de opleidingsplannen, visitatie en bij- en nascholing voor
•
Motiveren tot deelname aan veiligheidsleren.
•
(Disciplineoverstijgend) uitwisselen en promoten van al ontwikkelde programma’s en leermiddelen op
veiligheidsleren. de zittende professie.
het gebied van patiëntveiligheid. •
Inzetten van ‘boegbeelden’ als rolmodel voor collega professionals (in opleiding). Leden stimuleren tot proactief kennis en ervaringen delen met professionals van andere disciplines (op de werkvloer en in de opleiding).
•
Patiëntveiligheid bevorderen door het te koppelen aan het stimuleren van in de praktijk werken met
•
Een duidelijk beeld en profiel creëren van de verpleegkundige op basis van de professional die de
protocollen en checklists. praktijk vraagt. Promoten van de modern opgeleide hbo-verpleegkundige en haar rol bij kwaliteitsverbetering in de praktijk. •
Onderwijs en werkveld bij elkaar brengen.
Deze rol kan ook landelijk worden gestimuleerd en bewaakt.
Middelen Voor het opzetten en uitvoeren van een programma zoals hierboven beschreven zijn middelen (financieel, materieel en menskracht) nodig. Bij de keuze voor een landelijk stimuleringsprogramma kan, op basis van de geprefereerde organisatiestructuur, een exacte begroting worden gemaakt.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
35
6.5 Discussie Zoals in de inleiding werd aangegeven was bij de start van het project beoogd dat fase 2 zou bestaan uit het opstellen van een implementatie plan, waarna het aan het beroepsveld over gelaten zou worden om hier verder mee aan de gang te gaan. In de conclusies wordt verwoord dat de verschillende doelgroepen in het veld een grote behoefte hebben aan ondersteuning, coördinatie en afstemming. Alleen op deze wijze kunnen ontwikkelingen in samenhang vervolgd worden en kan borging van het patiëntveiligheidsleren in de gehele keten worden gerealiseerd. Ten tijde van de start van het project was dit niet voorzien. Ook was niet voorzien dat het enthousiasme zo groot was bij de verschillende doelgroepen om patiëntveiligheid te borgen in het onderwijs. Een en ander heeft geleid tot een keuze uit twee opties voor het vervolg van het project. 1.
Vervolgen van de tweede fase zoals beoogd. Te weten: verder uitwerken van een implementatieplan op basis van de conclusies en aanbevelingen. Waarbij het vervolgens aan het beroepsveld over gelaten wordt om het verder gestalte te geven.
2.
Tijdens de tweede fase een opzet te maken voor een meerjarenplan. Tijdens het meerjarenplan kan de ondersteuning, coördinatie en afstemming geboden worden zoals gewenst door de verschillende doelgroepen. Eveneens wordt tijdens deze fase draagvlak gecreëerd voor het meerjarenprogramma en worden financiële middelen gezocht om uitvoering van het meerjarenprogramma te realiseren. Voorwaarde voor de uitvoering van een meerjarenprogramma is dat de ondersteuning doelmatig ingericht wordt en de organisatie ‘ lean and mean’ wordt gehouden. Tevens is het van belang zo snel mogelijk te starten, zodat enthousiasme en de bereidwilligheid wordt gekoesterd en de beschikbare energie positief kan worden aangewend.
Het is aan de opdrachtgevers op basis van het uitgevoerde project tot een keuze te komen die recht doet aan het realiseren van de implementatie en borging van leren rondom patiëntveiligheid.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
36
BRONNEN • IWOO/ Umc St Radboud. Eindrapport Onderwijs van kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid aan artsen en verpleegkundigen. Een inventarisatie en behoeftebepaling. Iwoo. Nijmegen, 2010. • Jansma D. Patient Safety Education for Medical Residents. Alkmaar, 2011. • Leistikow IP. Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder. Amsterdam, 2010. • NFU College Medische Vervolgopleidingen. Leren DOCeren; Uitgangspunten voor disciplineoverstijgende cursussen in de medisch specialistische vervolgopleidingen. Utrecht, 2007. • NFU. De medisch specialist van straks. Toekomstscenario’s medische vervolgopleidingen. NFU, 2010. • NFU. Raamplan artsopleiding 2009. Utrecht, 2009. • Presentaties congres Patiëntveiligheidsonderwijs voor arts-assistenten,18 april 2011. • Presentaties IGZ-congres Patiëntveiligheid, 16 juni 2011 • Ridder K den, Tuitert Y, Tuijn van der Y, Bon A van. Patiëntveiligheid voor verpleegkundigen; Jij maakt het verschil. Amsterdam, 2010. • VMS veiligheidsprogramma. Resultaten quickscan. Utecht, 2011. • WHO. WHO Patient Safety Curriculum Guide for Medical Schools. France, 2009. • WOK, Umc St Radboud, ZonMw. Eindrapport Kwaliteit van zorg aan de faculteiten geneeskunde, biomedische wetenschappen en gezondheidswetenschappen in Nederland. Nijmegen/Maastricht, 2007. • Wollersheim H, Bakker PJM, Bijnen AB, Gouma DJ, Wagner C. Weijden T van der. Kwaliteit en veiligheid in patiëntenzorg. Houten, 2011. • VU Medisch Centrum. Professionele Ontwikkeling VU Medisch Centrum; Bachelor en master geneeskunde VUMC-compass. Leerlijn Patiëntveiligheid (Concept mei 2011). Amsterdam, 2011.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
37
BIJLAGE 1: GERAADPLEEGDE PERSONEN EN INSTANTIES •
drs. J.A. Baane, AMC, lid College Medische Vervolgopleidingen
•
prof. J.C.C. (Jan) Borleffs, Opleidingsdirecteur Geneeskunde UMCG, voorzitter OCG, lid College Medische Vervolgopleidingen
•
dhr. W. van den Bosch, bestuursstaf Raad van Bestuur Antonius Ziekenhuis Nieuwegein (STZ ziekenhuis), kwaliteitsmanager
•
drs. M.C. de Bruyne, senior onderzoeker, Patient Safety Research Center ‘Safety 4 Patients’, EMGO instituut VUmc, afdeling Public&occupational health
•
mw. drs. M. Casparie, secretaris Raad Opleiding Orde Medisch Specialisten
•
mr. H.J. (Mona) Coppens-Wijn, VSNU/NFU, senior beleidsadviseur medische wetenschappen
•
dr. M.J. Cramer, cardioloog, UMCU, directeur CardioVasculair Onderwijsinstituut (CVOI), opleider, vertegenwoordiger Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVvC)
•
drs. M.L.A. Crijns, V&VN, senior adviseur beroepsontwikkeling
•
drs. J. Deggens, beleidsadviseur NFU
•
dr. J. Dörr, gyneacoloog, voorzitter Raad Opleiding Orde Medisch Specialisten
•
dhr. A van der Dussen, Erasmus MC Zorgacademie, ErasmusMC, lid College Opleidingen en Zorg
•
dr. M.H. Emmelot-Vonk, klinisch geriater, UMC Utrecht, trekker VMS-thema Kwetsbare ouderen in het UMCU, vertegenwoordiger Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie NVKG
•
prof. dr. R. Gans, internist, UMCG, hoogleraar interne geneeskunde, opleider, vertegenwoordiger Nederlandse Internisten Vereniging (NIV), voorzitter consilium
•
prof. dr. J.F. Hamming, MD, PhD, Professor of Surgery, Head Section Vascular Surgery, Program Director Surgical Training, LUMC, lid College Medische Vervolgopleidingen
•
prof. dr. E. Heineman, AMC, lid College Medische Vervolgopleidingen
•
dr. T. Jansen, reumatoloog, vertegenwoordiger Nederlandse Vereniging voor Reumatologie (NVR)
•
prof. dr. C.J. Kalkman, UMC Utrecht, anesthesioloog, initiator Centrum voor Patiëntveiligheid UMCU, vertegenwoordiger Nederlandse Vereniging voor Anesthestiologie, NVA
•
prof. dr. J. Lange, chirurg, Curriculumcoordinator MA-fase opleiding geneeskunde, Erasmus MC Rotterdam, vertegenwoordiger Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH),
•
mw. J. de Leeuw, Senior verpleegkundige (oncologie) UMCN, onderzoeker, voormalig opleider mbo/hbo-V, bestuurslid VenVN
•
dhr. A. Lindenbergh, Directeur Bureau Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
•
drs. L.F.J. Martijn, hogeschooldocent lvG, hbo-verpleegkunde, voorzitter curriculumraad Hogeschool, lid V&VN platform opleiders.
•
drs. C. van Mierlo-Renia, Directeur Instituut Verpleegkundige Studie, Hogeschool Arnhem-Nijmegen, vertegenwoordiger LOOV, hbo-raad
•
Nederlands Oogheelkundig Genootschap
•
dr. S.M. Peerdeman, neurochirurg, VUmc, vertegenwoordiger Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie (NVvN), lid College Medische Vervolgopleidingen
•
drs. H. Pieterman, radioloog / hoofd patiëntenzorg, Erasmus MC Rotterdam, vertegenwoordiger Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR)
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
38
•
mw. K. den Ridder, UMC Utrecht, senior opleider/trainer/adviseur, directie Onderwijs&Opleidingen, Opleidingscentrum UMCU
•
dr. Petrie F.Roodbol, Hoofd Wenckebach Instituut UMCG, UMCG, lid College Opleidingen en Zorg
•
prof. dr. P.M.J. Stuyt, internist, directeur medisch specialistische vervolgopleidingen IWOO/OOR, UMCN, lid College Medische Vervolgopleidingen
•
prof. Dr. (Dick) Tibboel, kinderarts, Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam, vertegenwoordiger Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, voormalig voorzitter commissie Patiëntveiligheid (NVK),
•
drs. J. Vermeeren, Stafadviseur Patientenzorg en coördinator Kenniscentrum patiëntveiligheid, ErasmusMC, lid College Opleidingen en Zorg
•
dr. D.J. Versluis, intensivist, MC Haaglanden, opleider, vertegenwoordiger Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC),
•
dr. J. Vesseur, arts, MPH, project-hoofdinspecteur voor patiëntveiligheid, ICT in de zorg en internationaal
•
dr. H. Winters en dr. H Rakhorst, plastisch chirurgen, vertegenwoordiger Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC), bestuurslid verantwoordelijk voor kwaliteitsbewaking
•
dr. H. Wollersheim, internist, universitair hoofddocent kwaliteit en veiligheid van ziekenhuiszorg, IQ healthcare
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
39
BIJLAGE 2: RELEVANTE CONCLUSIES/AANBEVELINGEN UIT BESTAANDE RAPPORTEN, KORT SAMENGEVAT Eindrapport Kwaliteit van Zorg onderwijs aan de faculteiten geneeskunde, biomedische wetenschappen en gezondheidswetenschappen in Nederland (Engels, Wollersheim, Verheggen en Grol, 2007). • Kwaliteit van zorg: Een arts dient niet alleen biomedicus te zijn, maar moet (ook) zijn eigen kennis, attitude en handelen kritisch beschouwen (reflecteren), zo ‘evidence based mogelijk’ werken, goed communiceren en organiseren, continu de kwaliteit verbeteren en verantwoording kunnen en willen afleggen aan collegae, patiënten, overheid en ziektekostenverzekeraar. • Er is behoefte aan aansprekend onderwijsmateriaal (bv. beeldmateriaal, simulatiepatienten, praktijkopdrachten), dat gekoppeld aan klinische blokken, aan studenten kan worden aangeboden. Er bleek met name behoefte aan materiaal rondom patiëntveiligheid, patiëntgerichtheid, multiprofessionele samenwerking, reflectie, kwaliteitsverbetering, transparantie en evidence based medicine. • In de eerste jaren dient met name te worden gedacht aan ‘sensitizing’ (aanwakkeren). Verdieping zou meer tijdens de laatste meer klinisch gerichte jaren moeten plaatsvinden. • Voor succesvolle implementatie zouden docentprofessionalisering (een docent die niet vertrouwd is met kwaliteit van zorg moet hierin getraind worden) en het ontwikkelen van toetsmateriaal (studenten investeren beter indien de stof ook getoetst wordt). • Ook zou er een landelijke werkgroep moeten komen die kwaliteit van zorg onderwijs blijft ontwikkelen, die zich hard maakt om aan kwaliteit van zorg gerelateerde aspecten in de eindtermen van de geneeskundeopleiding te krijgen en die de diverse faculteiten blijft enthousiasmeren.
Eindrapport Onderwijs van kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid aan artsen en verpleegkundigen (IWOO: Coolen, Ham, Van Gurp, Fluit en Wollersheim, 2010) • In huidige multiprofessionele post-doc programma’s ontbreekt het nu vaak aan relevantie voor de praktijk. Postdoc onderwijs in kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid zou meer praktijkgericht moeten zijn. Uitdragen van kwaliteitsverbeteringprojecten/-initiatieven in de dagelijkse praktijk en rapporteren over klinische ervaringen tijdens grote visites zouden gebruikt moeten worden om de kloof te dichten tussen theorie en praktijk. De mogelijkheden van leren in/van de praktijk worden nu onderschat en onderbenut. Optimaliseer de aansluiting van het cursorisch onderwijs ten aanzien van kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid op de praktijk door AIOS en verpleegkundigen praktijkopdrachten te laten uitvoeren met de mogelijkheid tot terugkoppeling en evaluatie tijdens terugkom(mid)dagen. • Door zorg te dragen voor een veilige leeromgeving met voldoende aandacht voor feedback en reflectie kunnen artsen en verpleegkundigen zich bewust worden van kwaliteits- en veiligheidsaspecten binnen de dagelijkse praktijk van zorg. Voorwaardelijk voor dit informele leren is dat er middels een formeel curriculum voldoende basiskennis wordt aangeboden voor wat betreft de verschillende thema’s die een rol spelen bij het waarborgen van kwalitatief goede en veilige zorg. Hiertoe zou een ‘rode draad’ in het curriculum moeten zijn waarmee deze onderwerpen zijn verankerd. • Zorg dat rolmodellen uit de kliniek participeren in het onderwijs over kwaliteit en patiëntveiligheid. Betrokkenheid van de opleider(s) zorgt voor een cultuur waarin incidenten in de zorg kunnen worden besproken en AIOS actief bij kunnen dragen aan verbeteringen in de zorg. De opleiders dienen verbeterinitiatieven van AIOS en verpleegkundigen te ondersteunen en toe te zien op de invulling van het opleidingsportfolio ten aanzien van kwaliteit en veiligheid in de zorg. • Het verpleegkundig hbo-curriculum specificeert niet op welke in het curriculum patiëntveiligheidsissues aan de orde komen / behaald dienen te worden. Verder lijkt er weinig minor-aanbod op het gebied van patiëntveiligheid te zijn. De situatie in het mbo-onderwijs is niet duidelijk. • Artsen in opleiding en verpleegkundigen zouden meer betrokken moeten worden in de dagelijkse aspecten van monitoren van kwaliteit en verbetering in de klinische praktijk. . Mogelijkheden van on-the-job learning moeten beter worden benut, bijvoorbeeld door actieve deelname aan DIM-commissies en kwaliteitsverbetertrajecten. Door de invoering van ziekenhuisbrede veiligheidsprogramma’s met aandacht voor risicomomenten in de zorg worden AIOS en verpleegkundigen zich meer bewust van hun rol in het leveren van goede en veilige zorg.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
40
•
•
•
•
Simulatiecentra zouden moeten samenwerken in de ontwikkeling van simulatietrainingen en trainingen crew resourcemanagement en deze moeten toegankelijk worden voor alle disciplines. Stimuleer multiprofessionele trainingsvormen door verschillende disciplines (artsen, verpleegkundigen, paramedici etc. ) met elkaar te laten trainen in een simulatiecentrum of op de eigen werkvloer, waarbij aspecten als interprofessionele communicatie, samenwerken en teamwork aan de orde komen. Simulatie- en teamtrainingen zijn een uitstekend middel om de multidisciplinaire samenwerking te bevorderen en de patiëntveiligheid te vergroten. Zorg voor een geüniformeerde aanpak met goede regionale / landelijke samenwerkingsverbanden. Voor de inhoud van de trainingen kunnen onderwerpen zoals het landelijke VMSveiligheidsprogramma worden gebruikt, zoals vroeg herkenning van de vitaal bedreigde patiënt, behandeling van (lijn)sepsis, herkenning van pijn en pijnbestrijding en omgang en toediening van risicovolle medicatie. Incidenten uit de eigen praktijk kunnen worden gebruikt als trainingsonderwerp om de betrokkenheid en het realisme te vergroten. Maak kwaliteit- en veiligheidstrainingen een verplicht en terugkerend onderdeel voor alle professionals in de gezondheidszorg. Deelname aan dit onderwijs met certificering na succesvolle deelname zou een voorwaarde moeten voor het werken in de zorg. Bovendien draagt een dergelijke verplichting vanuit de organisatie bij aan het uitdragen van een gemeenschappelijk belang voor goede en veilige zorg. Eveneens zorgt gezamenlijk trainen voor een gemeenschappelijk referentiekader met wederzijds respect voor ieders bijdrage en de benodigde cultuuromslag binnen de medische teams. Informeer de verschillende OOR regio’s over ‘good practices’ die op diverse plekken bestaan. Evalueer de effectiviteit van deze programma’s en stimuleer de uitwisseling van ervaringen. Een digitaal platform biedt hiertoe een mogelijkheid
Patient safety Education for Medical Residents (Jansma, 2011) Een tweedaagse patiëntveiligheidscursus voor arts-assistenten kan bijdragen aan een vergroot patiëntveiligheidsbewustzijn in deze groep en dit kan een positieve invloed hebben op attitudes en intenties van arts-assistenten en het kan de ontwikkeling van specifieke patiëntveiligheidsvaardigheden stimuleren, zoals het waarnemen en analyseren van incidenten. Hoe dit kan worden omgezet naar langdurig patiëntveiligheidsverbetergedrag is een belangrijk onderwerp voor toekomstig onderzoek, maar verwacht wordt dat dit uitsluitend kan worden bereikt wanneer patiëntveiligheid een vast onderdeel vormt en geïntegreerd is in formeel en informeel leren van arts-assistenten. Implicaties gerelateerd aan de opzet van patiëntveiligheidsonderwijs: • Betrek mensen in de ontwikkeling van patientveiligheidsonderwijs • Train meerdere arts-assistenten per afdeling • Bied patiëntveiligheidscursussen in begin van opleiding • Stimuleer het maken van actieplannen en blijf hier aandacht aan schenken • Maak gebruik van ervaringen van arts-assistenten • Integreer patiëntveiligheid in andere onderwijsmomenten Implicaties gerelateerd aan aanpassingen in de context van arts-assistenten: • Focus op en informeer over patiëntveiligheid • Train tevens de context van arts-assistenten • Moedig patiëntveiligheidsinitiatieven aan • Vereenvoudig systemen en procedures • Betrek arts-assistenten actief bij patiëntveiligheidsverbeteringen • Beperk de werkdruk van arts-assistenten.
Leren en DOCeren; uitgangspunten voor disciplineoverstijgende cursussen in de medisch specialistische vervolgopleidingen (NFU, 2007) Het college Medische Vervolgopleidingen van de NFU heeft in 2007 een voorstel gedaan met een raamwerk voor een aantal disciplineoverstijgende cursussen met daarbij behorende CANMED competenties. Uit dit aanbod zijn drie cursussen geïdentificeerd als belangrijk voor het vergroten van kennis en vaardigheden op het gebied van patiëntveiligheid en kwaliteit van zorg: Patiëntveiligheid, Communicatie&attitude en Verbetermanagement (Coolen Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
41
et al, 2010). In het volgende schema wordt de stand van zaken anno 2010 weergegeven voor wat betreft het aanbod van deze cursussen per OOR (Coolen et al, 2010).
NB. In de twee genoemde rapporten staan de inventarisaties m.b.t. het overige onderwijs beschreven.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
42
BIJLAGE 3: KANSEN EN IDEEËN VEILIGHEIDSLEREN
Hoe veiligheidsleren te realiseren? Aanvullende kansen en ideeën •
Medische en verpleegkundige (opleidings)profielen meer op elkaar aan laten sluiten door bijvoorbeeld in de verpleegkundige profielen ook de CanMeds competenties te expliciteren.
•
In onderwijs al meer samenwerken tussen artsen en verpleegkundigen.
•
Gebruik maken van leerafdelingen (voor hbo- en mbo-verpleegkundigen in opleiding) in ziekenhuizen, daar samen leren (wellicht multidisciplinair).
•
Instellen van lectoraten op het gebied van: patiëntveiligheid en onderwijs, kwaliteit van zorg, patiëntveiligheid. Samenwerking tussen hoogleraren en lectoren op dit gebied.
•
SBAR-methodiek inzetten om artsen en verpleegkundigen beter met elkaar te laten communiceren.
•
Meer aandacht voor de ondersteunende specialismen in de curricula. Vanuit een
Verpleegkundigen kunnen zo leren beter op vragen van artsen te anticiperen. disciplineoverstijgende invalshoek en vanuit het werken met geavanceerde en risicovolle apparatuur en middelen hebben deze specialismen goed zicht op veiligheidsrisico’s. Vanuit de radiologie zijn er bijvoorbeeld een aantal patiëntveiligheidsthema’s die meer aandacht verdienen bij andere disciplines: (1) stralenbescherming, (2) contrastmiddelen (m.n. in relatie tot contra-indicaties), (3) MRI (m.n. in relatie tot contra-indicaties, zoals pacemakers) en (4) verwisseling van en bij patiënten. Dit zou geïntegreerd kunnen worden aangeboden tijdens de andere vakken. •
Zorgbreed kijken naar veiligheidsleren: niet alleen mbo-verpleegkundigen scholen, maar ook de AGsector en ondersteunende beroepen en diensten, samen met de eerstelijns-/ketenzorgpartners leren.
•
Meer aandacht voor de ketenvorming, bijvoorbeeld de acute zorgketen. Deze ondersteunen. Ook de partijen betrekken die betrokken zijn bij de zorg voordat een patient in het ziekenhuis komt en na vertrek uit het ziekenhuis.
•
Gebruik verpleegkundig specialisten als schakel richting artsen en andere verpleegkundigen. Vanuit hun verantwoordelijkheid en kennis zijn zij hiertoe beter toegerust.
Borgen van leren rondom patiëntveiligheid in het medisch en verpleegkundig onderwijs M.H.H. Bolk / MB Onderwijskundig Ontwerp&Advies i.o.v. VMS & NFU / oktober 2011
43