Nameting: Studiekeuzegesprekken: wat werkt? Voorstel voor een beroepsgerichte studieadvisering.
Penvoerende instelling: Hogeschool van Amsterdam Domein Media, Creatie en Informatie AMFI- Amsterdam Fashion Institute Ingrid Dokter
24 November 2010
Index: Samenvatting nameting
pagina 3
Inleiding
pagina 4
Summiere samenvatting van het project
pagina 4
Cijfers en resultaten
pagina 5
Eigen oordeel over de onderdelen van de procedure
pagina 6
Conclusie
pagina 6
Bijlage: Gedetailleerd overzicht van cijfers betreffende resultaten, instroom en uitval per afstudeerrichting, aangeleverd door de cijferadministratie AMFI, November 2010
Nameting t.b.v. Project “Studiekeuze, wat werkt?” SURF project beroepsgerichte studieadvisering AMFIAmsterdam Fashion Institute
2
Samenvatting: Het project kan het beste worden samengevat door middel van het volgende citaat uit de praktijkbeschrijving: Bij het Amsterdam Fashion Institute melden zich jaarlijks een kleine duizend kandidaten die willen deelnemen aan een opleiding die leidt tot het diploma Bachelor of Fashion Technology. De uitval in het propedeusejaar is zo’n 34% tijdens of aan het einde van het eerste studiejaar. Als reden daarvoor geven uitvallers o.a. op dat de zwaarte van de studie hen is tegengevallen of dat de wereld van de mode hen bij nader inzien toch niet aanspreekt. AMFI wil dit uitvalpercentage terugbrengen door een beroepsgericht intake traject te starten onder de volgende motto’s: 1: als je een HBO opleiding kiest, kies je zowel voor een opleiding als voor een toekomstig beroep. 2: een mens wordt het meest gelukkig in een beroep waarin zijn aanleg en talenten tot hun recht komen. Bij de intakeprocedure nieuwe stijl voerden de kandidaten twee gesprekken waarin de nadruk werd gelegd op de toekomstige beroepssituatie en de benodigde competenties en talenten daarvoor: een informatief gesprek met een ouderejaars student en een motivatie gesprek met een docent van de vakrichting. Daarnaast ervoeren de kandidaten één dagdeel een gesimuleerde beroepssituatie. Aanname was dat zij na afloop van de intakedag zelf een beter overwogen keuze zouden kunnen maken of zij aan de studie wilden of konden beginnen. Bij alle kandidaten werd aan het einde van de intakedag middels een enquête getoetst welk effect deze procedure heeft gehad op hun keuze voor de opleiding en of zij hun inschrijving willen handhaven.
Toelichting: Het AMFI-Amsterdam Fashion Institute werkt al jaren met een vorm van intakegesprekken, maar had in 2009, door toekenning van de extra financiële middelen die het project met zich meebrengt en door de begeleiding van de SURF-Foundation, een unieke kans om een aantal nieuwe procedures uit te testen en de hele Intake procedure te perfectioneren door middel van uitgebreide geschiktheids onderzoeken. Hieronder volgt een laatste meting en het oordeel daarover. In de bijlage de gegevens zoals ze door de AMFI cijferadministratie speciaal voor het project zijn aangeleverd.
Nameting t.b.v. Project “Studiekeuze, wat werkt?” SURF project beroepsgerichte studieadvisering AMFIAmsterdam Fashion Institute
3
Inleiding: Ieder jaar wordt het AMFI- Amsterdam Fashion Institute geconfronteerd met een lawine van aanmeldingen. Om deze goed te kunnen verwerken is enige jaren geleden de uiterste aanmeldingsdatum gesteld op 1 mei. Dit heeft tot gevolg dat al vanaf november, na de eerste Open Dag, aanmeldingen binnenkomen.
In het voorjaar van 2009 bleken 897 kandiaten zich te hebben aangemeld. Zij meldden zich aan voor één van de drie Nederlandstalige vakrichtingen of voor de Internationale (Engelstalige) variant daarvan. Elk daarvan leidt tot het diploma Bachelor of Fashion Technology De verdeling van aanmeldingen was als volgt: Fashion & Design: 173 kandidaten Fashion & Management: 177 kandidaten Fashion & Branding: 362 kandidaten International Fashion & Design: 52 kandidaten International Fashion & Management: 60 kandidaten International Fashion & Branding: 73 kandidaten Totaal: 897 kandidaten
Het doel van de Beroepsgerichte Studieadvisering: Om de slagingskans op de opleiding en in het toekomstige beroep van de kandidaten te kunnen beoordelen, werden voor de drie vakrichtingen opdrachten, gespreksformulieren en vragenlijsten op maat ontworpen. Dat was immers het doel van de Intakes: kandidaten testen op hun geschiktheid voor de opleiding en het toekomstige beroep door hen in een situatie te plaatsen die daarmee overeenkomt om hen die te laten ervaren. Zo kunnen kandidaten een beter besluit nemen of de opleiding en het beroep bij hen passen en krijgt de opleiding de kans om te kijken hoe adequaat zij daarin functioneren.
In de Praktijkbeschrijving en het Controlling Document is een volledig beeld gegeven van de werkwijze en inhoud van de drie vormen van intake bij de drie afstudeerrichtingen. Als controle groep is het Cohort 2008 (de studenten die instroomden per 1 sept. 2008 ) gebruikt omdat alle studenten in het Cohort 2009 ( de groep die de intakes deed volgens de gang van zaken in het project) hebben meegedaan aan de intakes.
Opgemerkt moet worden dat de benodigde talenten en aanleg per afstudeerrichting sterk van elkaar verschillen. Dit vindt zijn weerklank in de Intake opdrachten en de werkwijzen daarbij, maar de procedure is in grote lijnen identiek. Het interne oordeel daarover is te vinden in het hoofdstuk: eigen oordeel over de onderdelen van de procedure. Alle bevindingen gelden zowel voor de intakes bij de Nederlandstalige- als bij de International afdeling.
Nameting t.b.v. Project “Studiekeuze, wat werkt?” SURF project beroepsgerichte studieadvisering AMFIAmsterdam Fashion Institute
4
Cijfers en resultaten:
eerstejaars uitvallers
F&B F&D F&M IF&B IF&D IF&M totaal:
Cohort 2009
Cohort 2008
Cohort 2009
Cohort 2008
Per 1 februari 2009
Per 1 februari 2010
Per 1 september 2009
Per 1 september 2010
15% 11% 17% 23% 7% 5% 14%
12% 16% 11% 9% 14% 14% 13%
42% 42% 32% 43% 54% 14% 39%
38% 44% 27% 34% 38% 27% 36%
Oordeel Stuur groep
++ +++ ++ ++ -+
Bron: overzicht uit bijlage 1
Conclusie: De trend die zichtbaar was in februari 2010, een geringe vermindering van de uitval, is ook zichtbaar per 1 oktober 2010: 64% van de voormalige eerstejaars studenten schreven zich opnieuw in voor de opleiding en nemen deel aan het 2e jaar van de studie, ten opzichte van 61% in het jaar daarvoor. Studenten die zich niet herinschreven, worden beschouwd als uitvallers, ongeacht het feit of zij een andere opleiding elders zijn gestart. Volgens die berekening is het percentage uitvallers teruggelopen met 3%: van 39% bij de studenten die gestart zijn in 2008 tot 36% bij de studenten die zijn begonnen in september 2009 en vielen onder het project. Gezien het doel van het project, namelijk significante vermindering van de uitval, lijkt ons doel dus niet voldoende behaald te zijn door de toepassing van de vernieuwde intake procedure. In de vergadering van de Stuurgroep over de nameting werd echter duidelijk dat de hoofden van de drie afstudeerrichtingen tevreden zijn met de resultaten. De plussen in minnen in de laatste kolom geven dan ook hun tevredenheid aan over de cijfers. Zij zijn unaniem in hun uitgangspunt dat bij een opleiding zoals deze, waar ondanks intensieve intakes toch pas ´al doende” kan blijken of een nieuwe student inderdaad de benodigde competenties en talenten heeft voor de opleiding, een uitval van ruim 30% onvermijdelijk is. In besprekingen aan het begin van het project is dit uitgangspunt niet geformuleerd. De wens van de projectleider, tevens manager propedeuse, om de uitval terug te brengen tot minder dan 20%, lijkt hiermee dus onhaalbaar. Winst van meedoen aan dit project is wel dat nu de uitvalcijfers goed zichtbaar zijn geworden in de gehele organisatie en dat er beleid gemaakt kan worden naar aanleiding van deze cijfers. De discussie hierover wordt binnen de opleiding in de toekomst voortgezet.
Nameting t.b.v. Project “Studiekeuze, wat werkt?” SURF project beroepsgerichte studieadvisering AMFIAmsterdam Fashion Institute
5
Resultaten eerstejaars studenten
Cohort 2008
BSA per einde studiejaar
F&B F&D F&M IF&B IF&D IF&M totaal:
Cohort 2009
Cohort 2008
BSA per einde studiejaar
Propedeuse behaald einde studiejaar
41% 36% 23% 39% 43% 9% 33%
34% 40% 23% 34% 33% 14% 32%
Cohort 2009
Propedeuse behaald einde studiejaar
49% 29% 50% 31% 27% 59% 41%
30% 21% 49% 22% 18% 64% 33%
Cohort 2009
Cohort 2008 Gemiddeld aantal studiepunt en einde studiejaar
Gemiddeld aantal studiepunt en einde studiejaar
68% 63% 74% 59% 62% 90% 69%
73% 63% 74% 67% 65% 75% 70%
Oordeel Stuur groep
++ ++ ++ ++ ++ ++ ++
Bron: overzicht uit bijlage 1
Bij studenten die aan de vernieuwde intakeprocedure hebben deelgenomen, is een opvallende stijging te zien in het percentage studenten dat er in slaagde in één keer alle 60 studiepunten van het propedeuse diploma te halen: dit percentage ging van 33% bij het cohort 2008 naar 41% bij het cohort 2009. Dat was een mooi resultaat!
Eigen oordeel over de onderdelen van de procedure: Opvolgen
Overall
Terug-
van
organisa-
Aan-
Opdracht
Opdracht
Gesprek-
Beoorde-
koppeling
advies
tie intake
melding
bij
voor
ken op
ling op
resultaten
van
dagen
vóór 1
inschrij-
intake
intakedag
intakedag
intakedag
intakedag
ving
dag
F&B
mei ++
++
++
++
++
++
F&D
++
+-
++
++
++
++
F&M
++
+-
+-
++
++
++
++
++
IF&B
++
+-
++
++
++
++
++
++
IF&D
++
+-
++
++
++
++
IF&M
++
++
++
++
++
++
Eigen oordeel over de onderdelen van de intakes 2009:
++
+ +-
++ ++
++ +-
De afdeling (International) Fashion & Branding was niet tevreden over de moeilijkheidsgraad van de opdracht die meegestuurd moest worden bij aanmelding. Teveel kandidaten wisten toch nog te weinig van de opleiding af als zij op gesprek kwamen. De opdracht werd voor de intakes in 2010 aangepast en uitgebreid. Dit had tot resultaat dat er zich minder kandidaten aanmeldden, maar dat kandidaten beter waren voorbereid en een beter beeld hadden van wat Fashion & Branding nou eigenlijk inhoudt. De afdeling (International) Fashion & Management vond dat er te weinig informatie over kandidaten werd verzameld door de combinatie van een gesprek en het computer assessment. Aan de opdracht voor de intakedag voegden zij het onderdeel “presentatie” toe, waarbij een
Nameting t.b.v. Project “Studiekeuze, wat werkt?” SURF project beroepsgerichte studieadvisering AMFIAmsterdam Fashion Institute
6
kandidaat een 5 minuten durende presentatie moest houden over de meegebrachte opdracht. Dit werd als een waardevolle aanvulling op de intake beschouwd en blijft dus in 2011 gehandhaafd.
Conclusie: Ondanks het feit dat deelname aan het project als zeer nuttig werd ervaring binnen de instelling, mede omdat hierdoor resultaten zichtbaarder en meetbaarder gemaakt werden, was er geen significante daling in het aantal uitvallende studenten aan het einde van het eerste studiejaar te zien. Dit kan meerdere oorzaken hebben. De vraag is in hoeverre deze oorzaken kunnen worden beïnvloed door het instituut zelf en in hoeverre deze onlosmakelijk verbonden zijn aan het leven van de gemiddelde eerstejaars student: verandering van (woon)omgeving, veranderingen in de huiselijke sfeer, ziekte of overlijden van familieleden, aanpassing aan een ander onderwijssysteem, persoonlijke problemen met vriendjes/vriendinnetjes, ten toon moeten spreiden van meer zelfdiscipline in het volgen van de lessen en colleges, om er maar eens een paar te noemen. Over wat het instituut zelf verder kan en wil doen om te uitval te beperken, zal de komende maanden intern worden overlegd op MT niveau en binnen de drie afstudeerrichtingen zelf. In grote lijnen zal de huidige intakeprocedure worden gecontinueerd. Bijlage: Gedetailleerd overzicht van instroom en uitval per afstudeerrichting, aangeleverd door de cijferadministratie AMFI, November 2010
Nameting t.b.v. Project “Studiekeuze, wat werkt?” SURF project beroepsgerichte studieadvisering AMFIAmsterdam Fashion Institute
7