PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
‘Studiekeuzegesprekken: wat werkt?’ Opgesteld door: Theo Bakker (projectleider), Caspar Groeneveld, Rifka van der Meer, Willem Pool, Jasper ter Schegget, Noor Kegel. Datum: 30 april 2010, versie 1.34 - Definitief Project: Universiteit van Amsterdam Conclusies, beperkingen en aanbevelingen
Conclusies Uit het onderzoek is gebleken dat het voeren van studiekeuzegesprekken voor zowel studenten als de deelnemende opleidingen een waardevol instrument is in het verbeteren van studiesucces. Uit het kwalitatief onderzoek blijkt dat het belangrijkste effect van het studiekeuzegesprek voor de student versterking is van de sociale binding met de opleiding. Daarnaast worden studenten beter geïnformeerd over de opleiding voorafgaand aan de studie. Tot slot zijn zij zich beter bewust van mogelijke verbeterpunten in hun leerhouding, waardoor zij tijdens de studie hier eerder conclusies aan verbinden. Als studenten aangeven aan de intake negatieve ervaringen te verbinden, blijkt dit voornamelijk te zijn vanwege deze ‘selectie’ perceptie van het proces; in de voorlichting over de rol van het gesprek moet hiermee sterker rekening gehouden worden. (Zie § 4.1.3) Uit het eerste deel van het kwantitatief onderzoek (de historische gegevens van de opleiding Media en cultuur) blijkt dat het gemiddeld eindexamencijfer een goede voorspeller is voor studiesucces, dat de voorspelbaarheid die uit overige factoren kan blijken in zich heeft (zie § 4.2.1). Uit het tweede deel van het kwantitatief onderzoek (de gegevens van alle opleidingen van het huidige collegejaar) valt het volgende te concluderen (zie § 4.2.2): 1) Er zijn geen significante verschillen gevonden tussen de opleiding Bèta Gamma, waar met alle studenten een studiekeuzegesprek is gehouden en de opleidingen Psychologie en Media en cultuur, waar gesprekken zijn gehouden met een op risicoprofiel geselecteerde groep studenten. Ook zijn er over de 3 opleidingen samen vooralsnog geen significante verschillen gebleken tussen studenten die wel of niet op gesprek zijn geweest. Toch blijkt dat bij Media en cultuur en Bètagamma, waar studenten fysiek op gesprek komen, een aanzienlijk deel niet begint met de studie (respectievelijk 10,4% en 13,3%). Bij Psychologie speelt dit niet omdat i.v.m. de numerus fixus alle toegelaten studenten ook met de studie starten. 2) Bij de afzonderlijke opleidingen zijn de cijfers van uitval bij Psychologie hoger voor studenten die op gesprek zijn geweest dan voor studenten die niet op gesprek zijn geweest; bij Media en cultuur is dit juist andersom. Het is echter niet aan te tonen of dit komt door toeval, de preselectie op deze studenten (o.a. geen niet-starters bij Psychologie versus 10,4% niet-starters bij Media en cultuur) of de aard van het gesprek (bij Psychologie telefonisch, bij Media en cultuur fysiek). De indruk bestaat echter, dat de hoofdreden hiervoor is dat de student zich door het fysieke gesprek bewuster is geworden over de eigen studiehouding, en hierdoor in een vroeger stadium besluit te kiezen voor een alternatieve studie (Media en cultuur en Psychologie) of te stoppen (Psychologie). 3) Studenten bij Psychologie en Media en cultuur die op gesprek zijn geweest en niet uitvallen scoren wel lager en behalen minder EC dan hun studiegenoten die niet op gesprek zijn geweest. De analyse van de praktijkervaringen aan de hand van het model van ROA heeft geholpen om de inhoudelijke aspecten van een intake beter inzichtelijk te maken. Het model blijkt – bij verdere verspreiding van het instrument binnen de UvA – goed bruikbaar voor het doordenken van mogelijke mechanismen van intakeprocedures. De drie participerende opleidingen hebben al geruime tijd ervaring met het voeren van studiekeuzegesprekken. Hierdoor hebben zij veel aspecten van de eigen procedure geperfectioneerd. De samenwerking met elkaar heeft geleid tot explicitering van de eigen procedure en bood nieuwe inzichten die het volgend jaar verwerkt zullen worden. Met name noemen we:
1
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Het nut van gesprekken met alle eerstejaars. Hiermee hebben alle studenten dezelfde startsituatie en wordt de binding met alle studenten versterkt. Bovendien voorkomt het dat studenten het idee hebben dat het zou gaan om een selectiegesprek. (Bèta-gamma) De speciale aandacht voor de academische gerichtheid van de student. (Bèta-gamma) Een e-mail correspondentie wordt door studenten ervaren als vorm van gesprek en kan onnodige fysieke gesprekken voorkomen. Dit hangt overigens ook samen met de persoonlijkheid van degene die de mails verstuurt: het zijn stuk voor stuk persoonlijke e-mails die ‘blijven hangen’. Het kan voor opleidingen de barrière overwinnen om met een intakeprocedure te beginnen aangezien dit eenvoudiger te organiseren is; e-mailen kan op momenten plaatsvinden dat het uitkomt en de gegevens van de uitwisseling worden bovendien geëxpliciteerd, wat misverstanden voorkomt. (Psychologie) Het hebben van een vroegere aanmelddatum c.q. inschrijfdatum biedt veel voordelen voor de organisatie van studiekeuzegesprekken. Dit blijkt duidelijk uit de voordelen van de numerus fixus datum. (Psychologie) Op basis van onderzoek naar historische gegevens van Media en cultuur blijkt dat het gemiddeld eindexamencijfer een goede voorspeller is voor studiesucces; als eenmaal het eerste tentamencijfer bekend is blijkt dit cijfer een nog betere voorspeller. (Media en cultuur) Het nut te werken met groepen studenten die op basis van gegevens uit zowel de intake als het studiegedrag gevolgd worden gedurende het eerste studiejaar. (Media en cultuur)
De uiterste inschrijfdatum van 1 september maakt dat studiekeuzegesprekken niet altijd op tijd uitgevoerd kunnen worden, terwijl juist de late aanmelders een risicogroep zijn. Dit pleit voor vervroeging van de uiterste inschrijfdatum. Dit zal niet zozeer tot gevolg hebben dat studenten die vlak voor een deadline een keuze maken beter kiezen, maar wel dat de opleiding meer tijd heeft om juist voor hen studiekeuzegesprekken te organiseren. Uit onderzoek van de Faculteit der Economie en Bedrijfskunde blijkt juist dat deze groep studenten, de ‘deadline-hikkers’, een zeer lage kans heeft op studiesucces. Een leerpunt voor alle opleidingen was dat het materiaal uit de intakeprocedure (basisinformatie en adviezen) expliciet bekend gemaakt moet worden bij tutoren/mentoren1 wil daarmee voordeel behaald worden. Dit wordt zowel door tutoren als studenten aangegeven. Dit gebruik was bij alle opleidingen wel een veronderstelling, maar is vaak niet succesvol uitgevoerd. In het eerste tutorgesprek overvleugelt het eerste tentamencijfer het gesprek als een gegeven op zichzelf. Uit het onderzoek blijkt echter dat dit eerste cijfer gerelateerd is aan het gemiddeld eindexamencijfer: het eerste tentamencijfer onderstreept de continuïteit die er is tussen het studiegedrag en de capaciteiten van de student op het VWO en tijdens de universitaire studie. Dit verband kan door de tutor expliciet worden gemaakt in een tutorgesprek, waardoor de student het eerste tentamencijfer niet als een toevalstreffer of -misser ziet, maar in verband brengt met zijn prestaties, leerhouding en kwaliteiten van het VWO. Over de mate waarin de opleiding bij de intake al duidelijk moet maken aan de student dat deze gegevens gebruikt zullen worden in de loop van de studieloopbaanbegeleiding is geen consensus. Een voordeel kan zijn dat de student wellicht het invullen van de vragen en het gesprek erna serieuzer neemt; een nadeel kan zijn dat het aantal sociaal wenselijke antwoorden juist toeneemt. Beperkingen Aangezien bij geen van de onderzoeken gebruik is gemaakt van controlegroepen2, is niet kwantitatief vastgesteld of studenten minder uitvallen. De indruk bestaat dat studenten ongeacht het gesprek toch gaan studeren, maar wel eerder consequenties verbinden aan minder goede studieresultaten. Dit effect geldt niet voor Bèta-gamma aangezien in deze opleiding met alle studenten wordt gesproken. Media en cultuur heeft in het collegejaar 2009-2010 een nieuw curriculum ingevoerd voor het eerste studiejaar. Het zal niet mogelijk zijn om het effect van de studiekeuzegesprekken te scheiden van het effect van het nieuwe curriculum. 1 2
Voortaan ‘tutoren’ Dit zal wel gebeuren in het project van de Faculteit der Economie en Bedrijfskunde uit de tweede tender.
2
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Aanbevelingen Op basis van het onderzoek doen we de volgende aanbevelingen: Voer studiekeuzegesprekken in als instrument binnen de gehele UvA. Geef extra aandacht aan de communicatie over de rol van het gesprek, om te voorkomen dat studenten het ervaren als een selectiegesprek. Maak een onderscheid tussen uiterste aanmelddatum en inschrijfdatum. Vervroeg landelijk de uiterste aanmelddatum naar 1 juli. Dit biedt de opleidingen de mogelijkheid om in juli de gesprekken te voeren; de maand augustus vraagt namelijk te veel tijd voor de voorbereiding op het onderwijs. Bovendien hebben studenten die in het gesprek geen match met de opleiding vinden, dan nauwelijks nog de mogelijkheid zich te oriënteren op een nieuwe opleiding. Voor studenten die na de gesprekken in juli alsnog willen omzwaaien kan een naaanmeldingsprocedure worden uitgewerkt. Mocht een landelijke vervroeging van de aanmelddatum nog niet voorhanden zijn bedenk hiervoor dan alternatieve procedures in de communicatie naar de student: bijvoorbeeld inschrijving op beperkte mogelijkheden voor intakedata of een intakeverklaring die nodig is bij het eerste college. Dit bevordert tijdige deelname door de studenten aan de studiekeuzegesprekken. Voer eventueel gesprekken al voor 1 juli, maar houd er dan rekening mee dat studenten mogelijk nog uitvallen doordat zij niet slagen voor het eindexamen. Zet e-mail meer in als instrument voorafgaand aan fysieke gesprekken. Maak bij de tutorgesprekken gebruik van de uitkomsten van de studiekeuzegesprekken en maak dit bij de studenten al bekend bij het verzamelen van basisinformatie en het voeren van studiekeuzegesprekken. De student voelt zich hierdoor gekend en het tutorgesprek kan beter de diepte ingaan. Vanzelfsprekend moet voorkomen worden dat een student een negatief halo krijgt. Voer gesprekken op speciale intakedagen. Dit biedt de mogelijkheid om de intake te combineren met andere vormen van voorlichting en brengt toekomstige studenten in contact met elkaar en met de omgeving.
3
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Inleiding op Praktijkbeschrijvingen De elf projecten binnen de tender Studiekeuzegesprekken hebben als belangrijkste deliverable het opleveren van een praktijkbeschrijving. Het doel van de praktijkbeschrijving is om vast te stellen wat elk project heeft geleerd.De praktijkbeschrijving helpt om systematisch te reflecteren op het project en daarmee nieuwe kennis op te doen over wat er wel en niet werkt en waarom dat zo is. De praktijkbeschrijvingen, elk in zijn specifieke context, krijgen veel aandacht in de geplande bijeenkomsten van SURF met de projectleiders. Aan het eind van het programma brengen de projecten hun praktijkbeschrijvingen bij elkaar om hun inzichten overdraagbaar te maken naar andere instellingen. De gezamenlijke conclusies zullen ook input vormen voor beleidsvorming bij het Ministerie van OCW. Om de praktijkbeschrijving aan het eind te kunnen vergelijken, heeft SURF het onderstaande gemeenschappelijke format opgesteld als handvat voor de projectleiders. Dit format vormt de inhoudsopgave van de praktijkbeschrijving die aan het eind van het project worden opgeleverd door de UvA. Overzicht Praktijkbeschrijving De Praktijkbeschrijving Studiekeuzegesprekken bestaat uit vijf delen. Deze delen worden hier onder toegelicht.
Deel 1 t/m 3 zijn uitgewerkt vóórdat de studiekeuzegesprekken gehouden worden, in de eerste fase van het project. Deel 4 en 5 worden uitgewerkt na afronding van de studiekeuzegesprekken, aan het eind van het project.
4
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Deel 1: Context beschrijving Doel: inzicht geven in de specifieke instellings- en opleidingscontext waarin de studiekeuzegesprekken worden gehouden. Dit hoofdstuk van de praktijkbeschrijving geeft inzicht in de context waarbinnen het project Studiekeuzegesprekken bij de UvA plaatsvindt. Het gaat hier om alle (niet-beïnvloedbare) contextvariabelen. De context zal van invloed zijn op de keuze van het studiekeuzegesprekken arrangement dat de UvA heeft opgezet, en mogelijk is de context ook van invloed op het resultaat. Achtereenvolgens wordt de context beschreven voor de drie participerende opleidingen. Deeltijdstudenten worden niet meegenomen in het project. 1.1
Bèta-gamma
Instelling
UvA, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Instituut voor Interdisciplinaire Studies, Bèta-gamma
Soort instelling
WO
Soort opleiding
Bachelor Bèta-gamma (Liberal Arts and Sciences).
Voltijd/deeltijd
IIS kent alleen voltijd inschrijvingen. Incidenteel wordt met studenten een aangepast (deeltijd-)programma afgesproken.
Ingangseis
De volgende diploma’s komen in aanmerking voor een formele toelating: VWO met N&T, N&G profiel, of een van onderstaande: C&M +WiB1-Na1-Sk1 E&M +WiB1-Na1-Sk1 HBO- propedeuse of HBO-bachelor + Wi B1, -Na1 -Sk1/ Bio1 Colloquium Doctum
Numerus fixus
Niet van toepassing.
Locatie
Bèta-gamma Instituut voor Interdisciplinaire Studies Universiteit van Amsterdam REC-T Sarphatistraat 104 Jaar 2009/2010 2008/2009 2007/2008 2006/2007 2005/2006
Aanmeldingen
Algemene kenmerken van de studenten binnen deze opleiding
Aantal aanmeldingen (= intakes) 135 162 96 98 103
Man/vrouw verdeling - De opleiding trekt ongeveer evenveel jongens als meisjes, wat bijzonder is voor een opleiding met een sterk bèta karakter.
Leeftijd - Gemiddeld ongeveer 20 jaar (schatting)
Nationaliteit - Nederlandse
Taal - De opleiding is in het Nederlands. Studenten spreken Nederlands.
Vooropleiding - Studenten komen binnen met een NG of NT
5
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
profiel en hebben vaak extra examenvakken afgerond.
Motivatie – Studenten die interesse tonen in de bachelor Bètagamma zijn bèta georiënteerd en breed geïnteresseerd. Ze willen vaak nog veel leren op het gebied van de bèta-wetenschappen, maar vinden het jammer om alleen met natuurkunde of wiskunde bezig te zijn. Ze beseffen zich dat bij het oplossen van allerlei maatschappelijke problemen verschillende disciplines noodzakelijk zijn. Voor sommige studenten geldt dat ze geen idee hebben wat ze zouden willen doen later en dus een studie kiezen waarbij ze een definitieve keuze nog even kunnen uitstellen (dit zien we liever niet) en voor sommige studenten geldt dat ze zoveel kunnen en leuk vinden dat ze zich graag eerst breed oriënteren om vervolgens te specialiseren (voor deze groep is de opleiding bedoelt).
Leefijd (op moment van intake?)
Gemiddelde leeftijd:18/19 jaar
Datum instroom Gemiddeld Propedeuserendement
September (incidenteel februari) Gemiddeld rendement per jaar in punten (exclusief no-show en exclusief gestopt met of zonder propedeuse):
Gemiddeld percentage uitvallers
Punten Punten Punten Percentage na 1 na 2 na 3 met 60 EC jaar jaar jaar na 1 jaar n/a n/a n/a 2009/2010 n/a n/a n/a 49 % 2008/2009 57 50 n/a 50 % 2007/2008 53 45 47 43 % 2006/2007 50 50 53 50 % 2005/2006 52 Hier vermelde inschrijvingen: (x) - no-show: (y) = z (100%). Uitval: omzwaaiers + uitschrijvers.
Specifieke risicogroepen
Bijzonderheden 1.2
2009/2010 2008/2009
Aantal inschrijvingen 117 133
Uitval na 1 jaar n/a 21 (16%)
2007/2008
78
7 (9%)
Uitval na 2 jaar (cumulatief) n/a 25 (19%) (voorlopig) 9 (12%)
2006/2007 2005/2006
68 83
10 (15%) 16 (19%)
13 (19%) 20 (24%)
Uitval na 3 jaar (cumulatief) n/a n/a 11 (14%) (voorlopig) 16 (24%) 22 (27%)
Studenten lopen een groter risico de studie niet succesvol te doorlopen wanneer zij een van de volgende kenmerken hebben:
lage cijfers voor de exacte vakken
al andere opleidingen in het HO gevolgd (en niet afgerond)
keuzeproblematiek (niet kunnen kiezen) – in het studiekeuzegesprek wordt daarom expliciet naar de redenen voor studiekeuze gevraagd.
Geen
Psychologie
6
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Instelling
UvA, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, Psychologie
Soort instelling
WO
Soort opleiding
Bachelor Psychologie
Voltijd/deeltijd
Voltijd en deeltijd
Ingangseis
VWO diploma – alle profielen VWO oude stijl met wiskunde in het pakket HBO einddiploma + wiskunde op VWO niveau HBO propedeuse + wiskunde op VWO niveau Colloquium Doctum Biologie op HAVO/VWO eindexamenniveau gewenst, maar niet vereist
Numerus Fixus
Het hebben van de numerus fixus heeft als gevolg dat late aanmelders niet meer toegelaten hoeven worden. Alleen mensen die zich voor 15 mei aanmelden hoeven toegelaten te worden (tot een vastgestelde capaciteit van 500, zijn er op 15 mei meer aanmelders, dan wordt er geloot). Een intakeprocedure geldt vervolgens dus voor alle studenten. Dit vereenvoudigt de procedure aanzienlijk.
Locatie
Roeterseiland, gebouw A Jaar 2009/2010 2008/2009 2007/2008 2006/2007 2005/2006
Aanmeldingen
Algemene kenmerken van de studenten binnen deze opleiding
Datum instroom Gemiddeld Propedeuserendement
Aantal aanmeldingen (= intakes) 479 487 475 486 490
Man/vrouw verdeling - De verhouding man/vrouw is 30/70%.
Leeftijd - Gemiddeld ongeveer 20 jaar (schatting).
Nationaliteit -Voornamelijk Nederlandse aanmelders, ieder jaar ook een groep van ongeveer 25 Duitsers** en enkele andere nationaliteiten.
Taal - De opleiding is in het Nederlands. Studenten spreken Nederlands.
Vooropleiding - Voornamelijk VWO en HBO(-propedeuse) als vooropleiding maar een kleine 10% komt met een beschikking of een afgerond HBO.
Motivatie - De studie psychologie is een grote, populaire opleiding met een heterogene studentenpopulatie (heterogeen in achtergrond en studiemotivatie). De opleiding biedt al haar studenten een veeleisend basisprogramma en een aanvullend honours-traject voor studenten die meer uitdaging zoeken.
September Gemiddeld rendement per jaar in punten (exclusief no-show en exclusief gestopt met of zonder propedeuse): Jaar
Punten na 1 jaar
Punten na 2 jaar
Punten na 3 jaar
2009/2010 2008/2009
n/a 52
n/a n/a
n/a n/a
Percentage met 60 EC na 1 jaar n/a 41%
7
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Gemiddeld percentage uitvallers
2007/2008 55 2006/2007 53 2005/2006 51 Uitval per jaar3. Jaar
2009/2010 2008/2009 2007/2008 2006/2007 2005/2006 Specifieke risicogroepen
Bijzonderheden
43 43 39
Aantal inschrijvingen (werkelijke studenten) 479 446 448 431 418
n/a 47 45
38% 39% 36%
Uitval na 1 jaar (cumulatief)
Uitval na 2 jaar (cumulatief)
Uitval na 3 jaar (cumulatief)
n/a 95 (21%) 109 (24%) 86 (20%) 64 (15%)
n/a n/a 146 (33%) 103 (24%) 104 (25%)
n/a n/a n/a 141 (33%) 127 (30%)
Uit een statistische analyse blijkt dat studenten een groter risico lopen de studie niet succesvol te doorlopen wanneer zij een van de volgende kenmerken hebben:
geen wiskunde op VWO niveau
geen biologie in het eindexamenpakket
eerdere opleidingen niet afgemaakt
combineert de opleiding met een andere opleiding
minder dan 32 uur per week beschikbaar voor de studie
neemt deel aan een ontgroening tijdens de collegeperiode (de student mist dan noodzakelijke colleges – geeft geen prioriteit aan colleges)
* De deeltijders zijn een aparte groep studenten waar de risicoprofielen minder voor gelden en die niet onder het BSA vallen. Zij zullen dan ook verder niet in de analyse meegnomen worden. ** De Duitsers die zich voor psychologie aanmelden zijn een vrij specifieke groep die qua profiel duidelijk verschillen van de Nederlandse studenten met eigen voordelen en problemen (ze zijn over het algemeen genomen hoog gemotiveerd en inhoudelijk goed, maar hebben problemen met de taal). Zij zullen daarom verder niet in de analyse meegenomen worden.
1.3
Media en cultuur
Instelling
UvA, Faculteit der Geesteswetenschappen, Mediastudies
Soort instelling
WO
Soort opleiding
Bachelor Media en cultuur
Voltijd/deeltijd
Alleen voltijd inschrijvingen.
ingangseis
De volgende diploma’s komen in aanmerking voor een formele toelating: VWO(of Colloquium Doctum) HBO- propedeuse of HBO-bachelor
Locatie
Mediastudies Universiteit van Amsterdam
3
Uitval: gestopt met of zonder propedeuse. Cijfers zijn per jaar, niet cumulatief. Gekeken is naar het 'laatste jaar inschrijving'
8
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Turfdraagsterpad 1-9 1012 XT Amsterdam Jaar 2009/2010 2008/2009 2007/2008 2006/2007 2005/2006
Aanmeldingen
Algemene kenmerken van de studenten binnen deze opleiding
Aantal aanmeldingen (= intakes) 417 339 292 259 332
Man/vrouw verdeling – 45% jongens, 55% meisjes.
Leeftijd - Gemiddeld ongeveer 19 jaar (schatting)
Nationaliteit - Voornamelijk Nederlandse aanmelders.
Taal - De opleiding is in het Nederlands. Studenten spreken Nederlands.
Vooropleiding - Voornamelijk VWO en HBO(-propedeuse)
Motivatie - Hoewel Media en cultuur studenten aantrekt met een passie voor één van de bestudeerde media (film, televisie of nieuwe (digitale) media), spreekt uit de motivatie van veel nieuwe studenten een algemener beeld, namelijk dat zij a) cultuur willen bestuderen en b) dat zij menen dat ‘de (audiovisuele/digitale media) media’ de dominante culturele uitdrukkingsvormen zijn in de samenleving van vandaag. De meeste nieuwe eerstejaars kunnen zich bij onderzoek vanuit een geesteswetenschappelijk perspectief naar deze media echter nauwelijks een voorstelling maken. Eerder denkt men aan de sociaalwetenschappelijke vragen die bij Communicatiewetenschap (CW) thuis horen (‘het effect van…’). CW is voor veel studenten Media en cultuur echter minder interessant vanwege haar brede karakter en mogelijk ook vanwege haar beroep op wiskundige vaardigheden. Voor veel nieuwe studenten brengt het behalen van een VWOdiploma de opdracht met zich mee de universiteit te verkiezen boven HBO, ongeacht hun beeld van de eigen leerstijl of behoefte aan praktijkonderwijs. Een verwarring tussen een academische opleiding als Media en cultuur en vakopleidingen als die van de Filmacademie, is echter zeldzaam. Wel parkeren sommige studenten zichzelf bij Media en cultuur tot ze toelating krijgen tot een HBOopleiding met een toets op talent aan de poort (zoals de Filmacademie). Bij het beroepsperspectief van Media en cultuur denkt men vooral aan journalistieke beroepen. Sommigen associëren het beroepsveld met dynamiek, hedendaags-zijn en in een enkel geval ook met glitz en glamour.
Leefijd (op moment van intake?)
Gemiddelde leeftijd: Gemiddeld ongeveer 19 jaar (schatting)
Datum instroom
September Gemiddeld rendement per jaar in punten (exclusief no-show en exclusief gestopt met of zonder propedeuse):
Gemiddeld Propedeuserendement
2009/2010
Punten na een jaar n/a
Punten na 2 jaar n/a
Punten na 3 jaar n/a
Percentage met 60 EC na 1 jaar n/a
9
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
2008/2009 2007/2008 2006/2007 2005/2006 Gemiddeld percentage uitvallers
Bijzonderheden
n/a 38 40 41
n/a n/a 38 40
47 % 27 % 37 % 27 %
Hier vermelde inschrijvingen: (x) - no-show: (y) = z (100%). Uitval: omzwaaiers + uitschrijvers.
2009/2010 2008/2009 2007/2008 2006/2007 2005/2006 Specifieke risicogroepen
48 45 45 40
Aantal inschrijvingen 385 314 256 235 328
Uitval na een jaar n/a 124 (39%) 96 (38%) 87 (37%) 138 (42%)
Uitval na 2 jaar (cumulatief) n/a n/a 115 (45%) 101 (43%) 164 (50%)
Uitval na 3 jaar (cumulatief na/ n/a n/a 111 (47%) 173 (53%)
Aangenomen wordt dat studenten een groter risico lopen de studie niet succesvol te doorlopen wanneer zij een van de volgende kenmerken hebben:
een gemiddeld eindexamencijfer lager dan een 6,5
slecht voorgelicht over doel en inhoud van de opleiding
beperkte tijd voor de studie (door nevenactiviteiten of te weinig ingeplande tijd voor de studie)
twee studies volgen
andere opleidingen in het HO gevolgd en deze niet hebben afgerond
een HBO achtergrond hebben
Geen
10
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Deel 2: Redeneerketen Doel: inzicht geven in de vooronderstellingen met betrekking tot de manier waarop de gesprekken zullen leiden tot het gewenste resultaat. In dit hoofdstuk maken we expliciet welke problemende opleidingen willen aanpakken en waardoor deze problemen worden veroorzaakt. In het arrangement voor Studiekeuzegesprekken dat we in het project gebruiken organiseren de opleidingen bepaalde activiteiten (Interventies), waarvan zij veronderstellen dat ze tot een bepaald resultaat zullen leiden (Outcome) omdat ze bepaalde processen in gang zetten (Mechanismen). De redeneerketen dient dus uit de volgende elementen te bestaan:
Onderzoeksmodel Op basis van de ingediende projectvoorstellen en een literatuurstudie is een model ontwikkeld dat de relaties weergeeft tussen de interventies, studie-uitval en de methode van resultaatevaluatie. Tijdens het project zullen alle deelnemende instellingen proberen om bij het expliciet maken van de redeneerketens gebruik te maken van dit gemeenschappelijk onderzoeksmodel.
11
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Doel interventies Doorverwijzen
Informatie verstrekken
Onderzoeksmodel Gebaseerd op: ROA, 2005
Faalangst wegnemen Leren kiezen
Adviseren
Binden
Motiveren
Deficiënties inventariseren
Verantwoor ‐ delijk maken
Bijscholen
Persoonlijkheids 2) / studenten kenmerken
BSA / SLB
Persoonlijke / vakmatige competenties
Beeld van zichzelf Motivatie Kwaliteit informatie
Beeld van opleiding/ beroep
Binding
Kwaliteit studiekeuze
Kwaliteit / studeerbaar ‐ heid opleiding
Kenmerken opleiding 1)
Resultaatevaluatie
1) 2)
Bekendheid van het beroep Imago van het beroep Beeldvormingscapaciteiten Discount rate Locus of control Zelfvertrouwen Anxiety Risico aversie Cognitieve vaardigheden
2.1
Studieuitval
Bijdrage aan kwaliteit van de beslissing (oordeel student / studiestaker / niet inschrijver /gespreks ‐ voerder )
Uitval 1 e jaar / 2 e jaar Behaalde EC’s Pre ‐advies # uitschrijvers /omzwaaiers
Bèta-gamma
Diagnose en referenties:
1. Problematiek De bachelor Bèta-gamma trekt gemotiveerde studenten met een brede interesse. Maar een (flink) deel van deze studenten heeft ook moeite met het maken van de juiste studiekeuze. Dit speelt bij het kiezen van de bachelor, binnen de bachelor voor het kiezen van de major en na de bachelor voor het kiezen van een master. Omdat de bachelor Bèta-gamma een onconventionele studie is waarvan het niet makkelijk is om snel een beeld te krijgen van de structuur van de opleiding, de keuzemogelijkheden binnen en na de bachelor is een gedegen voorbereiding van de kant van de student belangrijk voor het doen van een juiste studiekeuze. Dit is een van de redenen waarom een intakeprocedure is ingevoerd. Daarnaast verwachten we van studenten een bepaalde houding ten opzichte van samenwerken, gedisciplineerd studeren en het volgen van maatschappelijke ontwikkelingen. Als de competenties of interesses van de student hier niet bij aansluiten dan wordt het afronden van de bachelor erg lastig. 2. Voorkomen studieuitval door goede voorlichting over de opleiding De student moet vooraf nadenken over zijn studiemotivatie en de vraag of deze aansluit bij de opleiding. Bovendien geeft het de student in het gesprek de kans om specifieke vragen te stellen over de opleiding. Typische vragen die in zo’n gesprek naar voren komen zijn:De verhouding tussen bèta- en gamma onderdelen in de studie,
12
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
de studeerbaarheid van het programma, de aansluiting met de majoren en de mogelijkheden na de major (en daaraan gekoppeld: de status van de bachelor Bètagamma). Tags: informatie verstrekken, zelfinzicht geven, leren kiezen, verwachtingen uitspreken 3. Inzicht in de eigen kwaliteiten Naast een duidelijk beeld van de opleiding is het belangrijk dat de student inzicht heeft in zijn/haar eigen kwaliteiten . De intake dwingt de student zich tevens te verdiepen in zijn kwaliteiten en interesses. Expliciet wordt gevraagd naar vaardigheid in de bèta vakken, aantoonbare brede interesse, discipline en eventuele spelende keuzeproblematiek. In het gesprek wordt de student een spiegel voor gehouden en wordt er enige mate van zelfreflectie van de student verwacht, iets wat ook een aandachtspunt is binnen de opleiding. Natuurlijk is het doel van deze extra inspanning van student en opleiding tijdens het keuzeproces een verminderde studieuitval tijdens het eerste jaar. De onderliggende aanname is dat een aantal studenten uitvalt door een verkeerde verwachting van de opleiding, een gebrek aan inzicht in eigen kwaliteiten of een onduidelijke motivatie. Tags: zelfinzicht geven, leren kiezen, verwachtingen uitspreken 4. Start intensieve begeleiding Naast het bereiken van een goede studiekeuze zorgt de intakeprocedure ervoor dat studenten serieus genomen worden vanaf het eerste moment. Dit voelen en waarderen studenten. Dit zetten we voort in de rest van de studie door het voeren van studiebegeleidingsgesprekken (in het eerste, tweede, derde en vijfde semester) en het intensief evalueren van het onderwijs met de studenten (zie interventies). Tags: binden, motiveren Interventies:
1. Wat vooraf gaat Wanneer een student wil komen studeren bij de Bachelor Bèta-gamma kan hij zich inschrijven via Studielink. Daar vindt de student een extra verplichting voor de aanmelding bij de studie: het intakegesprek. De student wordt gevraagd om het secretariaat van het IIS te benaderen voor een intake-afspraak. Als de afspraak is gemaakt krijgt de student een intakeformulier toegestuurd, dat hij/zij twee dagen voor het gesprek terug moet sturen per e-mail of post. Het gesprek met een medewerker van de bachelor vindt alleen plaats als het formulier is ontvangen en volledig ingevuld. In het formulier wordt de student gevraagd om toe te lichten waarom hij/zij wil komen studeren, welke andere studies hij/zij heeft overwogen, maar ook welke ervaring een belangrijk leermoment is geweest of welke maatschappelijke problemen op dit moment spelen volgens de student. Ten slotte schrijft de student een essay waarin een probleem centraal staat dat een interdisciplinaire aanpak verdient. In het gesprek wordt teruggekomen op de informatie die de student in het formulier heeft verstrekt. Sociaal wenselijk antwoorden is mogelijk, maar er wordt benadrukt dat de intake weliswaar verplicht is, maar niet bindend en vooral bedoeld om tot een goede match tussen student en opleiding te komen. Tags: zelfinzicht geven, motivatie 2. Beeld vormen van de eigen kwaliteiten Voor een gedegen voorbereiding vragen we studenten middels het intakeformulier na te denken over hun eigen kwaliteiten en interesses. We vragen bijvoorbeeld naar hun favoriete vakken, hun studiehouding, samenwerkingscapaciteiten, wetenschappelijke interesses (welke majoren overweeg je? Welke wetenschapper, wetenschappelijke
13
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
theorie spreekt je aan?). Tags: zelfinzicht geven, leren kiezen, reflectie stimuleren, verwachtingen uitspreken 3. Beeld vormen van de opleiding Bovendien laten we studenten een beeld vormen van de opleiding door ze een essayopdracht te geven waarin ze een eigen gekozen onderwerp moeten toelichten vanuit verschillende disciplines. *Zie bijlage 1- Intakeformulier Bèta-gamma Tags: informatie verstrekken 4. Interesse tonen in de student voor een betere binding Omdat we als opleiding de overtuiging hebben dat studenten het best gedijen in een omgeving met veel persoonlijke begeleiding gebruiken we de intake als start van die begeleiding. In de intake zitten een aantal vragen waarbij de student iets moet laten zien van zichzelf. Hierop wordt met de student in de intake gereflecteerd. Zo wordt studenten gevraagd naar een belangrijke leerervaring, hobby’s en interesses, hun visie op bestaande maatschappelijke problemen en geeft het essay een beeld van hun interesse en (schrijf)kwaliteiten. Tags: binden, zelfinzicht geven 5. Studiebegeleidingsgesprekken De studiebegeleidingsgesprekken vinden plaats in november en april van het eerste studiejaar en hebben betrekking op de overgang VWO-universiteit en de keuze voor de majoren. De gesprekken worden gevoerd door tutoren.
Outcome:
Mechanismen:
Door aankomend student een beter beeld van studie te geven en te laten reflecteren op eigen motivatie, mogelijkheden en ambities wordt uitval op basis van deze factoren geminimaliseerd.
Start communityvorming door persoonlijk gesprek met docent van de opleiding: student voelt zich gezien en deel van de opleiding.
Studenten die niet uitvallen studeren sneller ( er worden meer studiepunten in het eerstejaar behaald)
Scholieren die niet gemotiveerd zijn voor een studie in het hoger onderwijs zullen niet de moeite nemen om een afspraak te maken voor een persoonlijk intake gesprek dat ze moeten voorbereiden middels een uitgebreid intakeformulier.
Door studenten al voor de start van de opleiding inzicht te geven in de inhoud, opbouw, programmering en verwachtingen zal de student beter voorbereid aan de studie beginnen, waardoor er minder kans is op grote verrassingen en daarmee minder kans op uitval.
Aanmelders uit de risicogroepen (lage eindexamencijfers voor bètavakken en reeds andere opleiding in het HO gevolgd) kunnen hun verwachtingen en studiegedrag aanpassen. In het gesprek met een student uit deze risiscogroepen wordt stilgestaan bij de mogelijke problemen. Een student met lage cijfers voor de bètavakken krijgt altijd een ‘twijfel’ advies. De student wordt er zo bewust van gemaakt dat hij het moeilijk kan krijgen bij de bètavakken binnen de opleiding. Maar studenten kunnen ook een “twijfel” krijgen wanneer zij weinig maatschappelijk of vooral monodisciplinair geïnteresseerd zijn of in het gesprek weinig interesse voor wetenschap aan de dag leggen.
14
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Zie voor een grafische uitwerking bijlage 4. 2.2
Psychologie
Diagnose en referenties:
Voor zowel de student als de opleiding is het voordelig als de student voldoende EC haalt in de propedeuse (in ieder geval meer dan 40 EC). Studenten die in de propedeuse een gering aantal EC halen (30-40 EC) doen het later in de opleiding ook slecht en vallen vaak alsnog af (studenten met minder dan 30 EC vallen sowieso af doordat de opleiding Psychologie een bindend studieadvies hanteert). Het is moeilijk te voorspellen welke aankomende student voldoende EC zal gaan halen. Er zijn een paar predictoren waarvan we wel weten dat zij een positief effect hebben op studiesucces, maar binnen de groep die aan deze predictoren voldoet is nog een grote variatie in studiesucces. Voor de opleiding Psychologie zijn de volgende predictoren voor studiesucces bekend: 1) De student moet wiskunde op VWO niveau hebben. 2) De student moet voldoende tijd beschikbaar hebben voor de studie en 3) De studenten die een goede voorlichting genoten hebben doen het beter dan hun collega’s die weinig tot geen voorlichting gevolgd hebben. 4) Daarnaast is voor studenten die biologie op eindexamenniveau hebben (VWO of HAVO) het vak psychofysiologie geen struikelblok; voor overige studenten wel. 5) Verder is bekend dat studenten die een goede binding hebben met de universiteit het beter doen dan de studenten die deze binding niet ervaren. De predictoren 1, 3 en 4 zijn duidelijk geworden uit eerdere intake rondes en het bijhouden van studiegegevens. Predictoren 2 en 5 zijn bekend uit onderwijskundig onderzoek.
Interventies:
0. Wat vooraf gaat Alle aankomend studenten die zijn ingeloot ontvangen van de afdeling psychologie een uitnodiging per brief en e-mail om de digitale intakevragenlijst in te vullen. Dit verschaft de opleiding de nodige informatie om het intakeproces te starten. Door deze vragenlijst in te vullen schrijven de studenten zich in bij de afdeling psychologie. Aankomend studenten die niet aan dit verzoek voldoen krijgen eerst een herinnering per mail toegestuurd van de intakecoördinator. Als een reactie dan nog steeds uitblijft worden zij opgebeld door de intakecoördinator. De aankomend student vult dan alsnog de vragenlijst in, of er blijkt dat de aankomend student niet meer van plan is psychologie te studeren. Er wordt dan verzocht hun plaatsingsbewijs terug te sturen naar de IBG om zo hun plek officeel op te geven en vrij te maken voor een nieuwe gegadigde. 1. Online intake voor opbouw van een risicoprofiel en de eerste binding Na de eerste inschrijving volgt er een intake waarin de aankomend studenten verschillende vragen gesteld worden, met name op de eerste vier van bovenstaande punten. De intake zelf is belangrijk voor de eerste binding met de afdeling. Ook wordt er zo een dossier van de studenten aangemaakt. Tags: binden 2. Studiekeuzegesprekken Aankomend studenten die risicovol scoren op de bovenstaande punten worden uitgenodigd op een gesprek. In dit (telefonische) studiekeuzegesprek wordt waar nodig het beeld over de opleiding die de studenten hebben bijgeschaafd met praktische informatie en worden zij geadviseerd in het maken van een goede studiekeuze. Het studiekeuzegesprek is vaak kort en direct ter zake. (Een uitgebreide opvolging vindt wel plaats in de rest van het jaar [zie de volgende alinea’s])
15
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Tags: inf.ormatie verstrekken, leren kiezen, zelfinzicht geven, reflectie stimuleren. 3. Zomerstoomcursus wiskunde en tentamen ‘voorbereidende statistiek’ Studenten die geen wiskunde op VWO eindexamenniveau hebben worden uitgenodigd voor een zomerstoomcursus wiskunde en een afsluitende toets. Deze toets kan ook als zelfstudietoets zonder de cursus gedaan worden en geeft hen vrijstelling op de wiskunde-eis die de opleiding hanteert. Na deze zomertoets kan in de eerste week van het collegejaar nog een tentamen ‘voorbereidende statistiek’ gedaan worden. Wanneer er geen voldoende voor de voorbereidende toets of het tentamen gehaald wordt, wordt de student uitgesloten voor al het onderwijs waar wiskunde voorkennis nodig voor is (VRT-1, statistiek, MvO1). Wanneer deze vakken niet gevolgd worden is het risico op een bindend negatief studieadvies zeer groot. In het begin van het tweede semester is de eerstvolgende mogelijkheid weer een wiskundetoets te doen, deze toets volgt ook op een cursus die aangeboden wordt door de opleiding. Als deze toets met een voldoende afgesloten wordt mag de student weer aan alle vakken meedoen, maar het wordt ten sterkste afgeraden om met een wiskundedeficiëntie Psychologie te gaan studeren aangezien het risico op een BSA erg hoog blijft. Ook mensen die van plan zijn het volgende studiejaar Psychologie te gaan studeren kunnen zich inschrijven voor de lentecursus en/of toets in het tweede semester, zij hoeven niet te wachten tot de zomer. Het is uiteraard niet bekend hoeveel studenten niet beginnen met de opleiding omdat zij niet voldoen aan de wiskunde-eis. De wiskundetoets wordt 4x per jaar aangeboden (in maart, juni, augustus en 1 of 2 september). In maart doen er ca 20 deelnemers mee waarvan maar een klein aantal slaagt; in juni zijn er meestal 50 deelnemers waarvan de helft slaagt. In augustus zijn er rond de 60 deelnemers waarvan doorgaans ruim de helft slaagt. Met de toets van begin september doen ca 20 studenten mee (voornamelijk deeltijdstudenten); voor deze toets slaagt doorgaans maar een klein percentage. De zomertoetsen worden het meest serieus gemaakt, de lentetoets is in zekere zin een ‘probeertoets’ en met de toets van begin september doen die (aankomende) studenten mee die alle andere opties geen voldoende hebben kunnen halen. Van de voltijdstudenten die zonder wiskunde toch beginnen met de opleiding (dat zijn er hooguit twee per jaar) heeft er nog nooit een de opleiding afgemaakt. Tags: Ontbrekende competenties inventariseren 4. Bijspijkercolleges biologie Studenten die geen biologie op eindexamenniveau hebben (HAVO of VWO) hebben worden voorgelicht over het belang van kennis van de biologie voor psychologen en worden verplicht zeven bijspijkercolleges te volgen. Deze colleges worden gegeven voorafgaand aan de zeven eerste psychofysiologiecolleges. Als studenten niet aan deze verplichting voldoen zijn daar geen consequenties aan verbonden. Tags: Bijspijkeren 5. Studiebegeleidinggesprekken Later in het jaar worden er drie studiebegeleidinggesprekken gevoerd (november, januari en maart). In deze gesprekken is de studievoortgang van de student het onderwerp. De student wordt aangemoedigd als het goed gaat en gewezen op honourstrajecten (als het heel goed gaat). Wanneer de student niet goed gaat wordt er gesproken over de motivatie, tijdsbesteding en toekomstplannen van de student. Er wordt waar nodig doorverwezen naar studievaardigheidstrainingen en/of gesprekken met de studieadviseurs. Daarnaast wordt er gewaarschuwd voor
16
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
het BSA dat de studie Psychologie hanteert. De bedoeling van deze gesprekken is de binding met de universiteit verhogen en risicostudenten (verder) herkennen en hen verantwoordelijk maken voor het eigen leerproces, hen (verder) motiveren en waar nodig door te verwijzen naar bijscholingen. Tags: Motiveren, doorverwijzen, binden, verantwoordelijk maken, honours, SLB 6. Pre-advies Daarnaast hanteert de opleiding (zoals al eerder genoemd) een bindend studieadvies (BSA) en een pre-advies. Na het eerste semester krijgt de student een brief met een overzicht van de tot dan toe behaalde punten en een advies gebaseerd op dat aantal punten. De tutor van de student schrijft er een persoonlijke boodschap onder. Er worden 6 categorieën gehanteerd: 1) slecht: 0 ec behaald, 2) zwak: 1-10 EC, 3) matig 11-14 EC, 4) redelijk 15-19 EC, 5) goed: 20-24 EC, 6) heel goed: 25 EC. De studenten die geen tentamens hebben gehaald krijgen ook in december al een brief met het advies om met hun studie te stoppen of hun studiegedrag drastisch te veranderen en worden gewezen op de consequenties en mogelijkheid om voor 1 februari te stoppen (zonder BSA). Er wordt in die brief verteld dat de eerste tentamens een hoge voorspellende waarde hebben en er wordt doorverwezen naar de studieadviseur. Deze boodschap wordt in januari herhaald. De studenten die zwak scoren worden ook gewaarschuwd voor het BSA en zij worden gewaarschuwd niet teveel hoop te vestigen op de herkansingen (meer dan twee herkansingen worden over het algemeen niet gehaald). De brief die de matige studenten krijgen is iets minder zwaar, maar ook zij worden voor het BSA gewaarschuwd en zij worden gewaarschuwd hun achterstand niet verder op te laten lopen. De studenten die redelijk scoren, worden gewaarschuwd om hun achterstand niet verder te laten oplopen en hen wordt het belang van je propedeuse in 1 jaar halen benadrukt. De goede studenten worden gecomplimenteerd met hun resultaat en hen wordt alvast wat verteld over de planning van het tweede jaar die verschilt afhankelijk van het aantal gehaalde punten in het eerste jaar (minimaal 55 EC is voor veel tweedejaars vakken een ingangseis). De studenten die alles hebben gehaald worden uiteraard ook gecomplimenteerd met hun resultaten, zij krijgen ook informatie over het tweede jaar en zij worden gewezen op het belang van het goede tempo vasthouden ivm ingangseisen van selectieve masters. In maart na het tentamen Statistiek wordt een de groep studenten die tussen 0-17 EC gehaald heeft uitgenodigd op voorgestelde datum en tijd bij de studieadviseur voor een gesprek. Deze groep wordt nog eens extra gewezen op wat de consequenties zijn als ze hun studiegedrag niet gaan veranderen. Ook wordt gekeken wat er nog mogelijk is, gewezen op studievaardigheidstrainingen bij de UvA en allerhande mogelijke tips om ze aan het studeren te krijgen. Na het tentamen Persoonlijkheidsleer en Ontwikkelingspsychologie worden wederom studenten die slecht blijven scoren uitgenodigd. Tags: adviseren, doorverwijzen 7. Bindend Studieadvies In juli krijgen de studenten met minder dan 30ec een brief met daarin de mededeling dat zij een negatief bindend studieadvies krijgen. Deze brief wordt nog voor de herkansingen verstuurd, het kan zijn dat de studenten toch meer dan 30 ec zullen halen, in de brief wordt hen verteld dat als zij tussen de 30-40 ec halen zij een brief naar de examencommissie zullen moeten sturen. Wanneer na de herkansingen blijkt dat zij daadwerkelijk tot deze categorie behoren worden zij hiertoe nogmaals uitgenodigd (daarover hieronder meer). In deze brief staat ook
17
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
dat wanneer er sprake was van speciale omstandigheden zij uitzondering op de BSA kunnen aanvragen bij de examencommissie. Er volgt dan altijd een gesprek, het kan zijn dat de uitzondering toegepast wordt, maar dan moet er wel aan enkele voorwaarden voldaan zijn. Deze voorwaarden staan in de examenregeling. De hoorzittingen vinden plaats na de laatste herkansingen. Na de herkansingen in de zomer (half augustus) krijgen de studenten die tussen de 30-40 ec hebben gehaald een brief van de examencommissie waarin zij uitgenodigd worden (verplicht) om een studieplan te schrijven en op te sturen naar de examencommissie. In het plan moet een analyse staan wat mis is gegaan, een realistisch plan om het op te lossen, een planning voor de komende studietijd en een deadline die de student zichzelf geeft waarop het studiegedrag in positieve zin aangepast moet zijn. De examencommissie bespreekt dit plan met de student. Wanneer de student na de herkansingen minder dan 30 EC gehaald heeft en niet gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid gehoord te worden door de examencommissie krijgen zij een definitief negatief bindend studieadvies. Als zij wel gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid gehoord te worden door de examencommissie krijgen zij na de hoorzitting bericht over de definitieve uitslag. Tags: BSA Outcome:
Mechanismen:
Door bij iedereen een intakevragenlijst af te nemen creëren we meer binding met studenten om zo de uitval zo laag mogelijk te houden.
Door de intake af te nemen kunnen wij risicoprofielen herkennen en waar nodig verwachtingen over de studie bijstellen en waar nodig aanvullend onderwijs aan te bieden met het doel studenten beter te laten studeren (meer ec halen).
Met de studiebegeleidinggesprekken wordt de binding met de studie verhoogd en zo de uitval verlaagd. Daarnaast worden waar nodig studenten doorverwezen naar bijscholingstrajecten om hen beter te laten studeren (meer ec halen).
Met het pre-advies krijgen studenten duidelijke feedback over hun resultaten en studenten die het eerste semester weinig tot geen ec hebben gehaald zullen hierdoor sneller uitvallen.
Met het bindend studie-advies worden studenten gedwongen boven een bepaalde drempel te komen (meer ec halen) en de studenten die niet geschikt zijn voor de studie vallen verplicht af na een jaar (snellere uitval).
Het invullen van de intakevragenlijst zorgt voor een hogere binding met de afdeling.
De ingevulde intakevragenlijsten geven de afdeling informatie over mogelijke risicoprofielen waardoor waar nodig de verwachtingen van studenten bijgestuurd kunnen worden of deficiënties bij studenten weggewerkt kunnen worden.
De studiebegeleidinggesprekken zorgen voor een verhoogde binding met de afdeling en geven de student feedback over zijn/haar functioneren. Waar nodig wordt in deze gesprekken bijscholing aangeboden.
Het pre-advies geeft de student duidelijke feedback over zijn/haar functioneren en de gevolgen die dat heeft voor de verdere verloop van de studie.
Het bindend studieadvies dwingt studenten boven een bepaalde drempel te presteren en zorgt ervoor dat de studenten die het niveau niet aankunnen afvallen en niet tegen beter weten in toch doorgaan.
18
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Zie voor een grafische uitwerking bijlage 6. 2.3
Media en cultuur
Diagnose en referenties:
Media en cultuur kan zich verheugen in een grote belangstelling onder aankomende studenten (ca. 350 eerstejaars). Zij zijn geïnteresseerd in ‘(macht van) de media’ of voelen zich als liefhebber speciaal verbonden met één van de audiovisuele/digitale media (denk bijvoorbeeld aan de echte filmfan). Helaas is het voor velen van hen moeilijk zich een concrete voorstelling van geesteswetenschappelijke bestudering van media te maken. De media staan immers in geen enkel middelbare-schoolvak centraal. En dominante beelden van wetenschappelijk onderzoek zijn vooral die met een sociaalwetenschappelijk of een bètaperspectief. Mediastudies hebben bovendien nog niet de maatschappelijke zichtbaarheid, laat staan de status van andere geesteswetenschappelijke disciplines, zoals Geschiedenis, Kunstgeschiedenis of de bestudering van een vreemde taal of cultuur. Daarom kunnen scholieren bijvoorbeeld ook geen bekende beoefenaar van Mediastudies voor ogen halen, zoals Henk van Os dat is voor Kunstgeschiedenis, of Maarten van Rossem voor Geschiedenis. Ondanks een myriade van voorlichtingsactiviteiten voor scholieren, waaronder proefcolleges en webklassen, is de praktijk dan ook dat studenten in de propedeuse een bepaalde periode nodig hebben om te ontdekken hoe de media geesteswetenschappelijk bestudeerd kunnen worden. Naast de moeilijkheid dat de echte kennismaking met de discipline enige tijd vraagt aan het begin en niet voorafgaand aan de studie, kampt Media en cultuur, net als de meeste andere geesteswetenschappelijke opleidingen, bij sommige studenten met een imago van laagdrempeligheid omdat zij niet verbonden is met bèta- of economie-profielen. Daar komt voor Media en cultuur bij dat het vermoeden bestaat dat sommige studenten in spe de lage maatschappelijke status en het eenvoudige instapniveau van de audiovisuele/digitale media op één lijn stellen met de mate van complexiteit van de bestudering ervan. Dit alles kan er toe leiden dat de opleiding gezien wordt als een haven voor studenten die minder getalenteerd zijn voor een academische opleiding of studenten die leergedrag vertonen dat hen al eerder kwetsbaar heeft gemaakt voor studievertraging en zelfs -uitval. Tegen deze achtergrond is – mede gebaseerd op ervaringen bij vroegere eerstejaars intakes van Psychologie (UvA) – een aantal predictoren verondersteld: 1) De student moet meer dan een 6,5 gemiddeld hebben op het centraal schriftelijk eindexamen. 2) De student moet voldoende tijd beschikbaar hebben voor de studie. 3) De student moet niet een tweede studie doen. 4) De studenten die een goede voorlichting genoten hebben doen het beter dan hun collega’s die weinig tot geen voorlichting gevolgd hebben. 5) De student moet niet uitsluitend een HBO-propedeuse vooropleiding hebben. 6) Studenten met een afgeronde HBO-vooropleiding kunnen aanpassingsproblemen krijgen vanwege een HBO-leerstijl 7) De student moet niet een andere HO-opleiding gevolgd hebben zonder die te hebben afgerond. 8) Verder is bekend dat studenten die een goede binding hebben met de universiteit het beter doen dan de studenten die deze binding niet ervaren. Verondersteld wordt dat de predictoren vooral betekenis hebben in bepaalde combinaties, zoals: niet goed voorgelicht zijn èn een eerdere HO-opleiding niet afgemaakt hebben. 1. Voorkomen studieuitval door goede voorlichting over de opleiding en
19
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
tutoraatsbegeleiding in de opleiding Een goed beeld van de opleiding is voor de student cruciaal om te weten of de match tussen de opleiding en hemzelf voldoende is. Tags: informatie verstrekken 2. Voorkomen studieuitval door een handelingsperspectief te krijgen als het leergedrag niet goed is Een goed beeld van het eigen leergedrag is voor de student eveneens van belang om te weten aan welk gedrag nog gewerkt kan worden (zie de voorafgaande predictoren). Tags: zelfinzicht geven, reflectie stimuleren 3. Voorkomen studieuitval door sociale binding en intensieve begeleiding Naast het bereiken van een goede studiekeuze zorgt de intakeprocedure ervoor dat studenten serieus genomen worden vanaf het eerste moment. Dit voelen en waarderen studenten. Dit zet de opleiding voort in de eerste helft van de propedeuse door het voeren van tutoraatsgesprekken en het intensief evalueren van het onderwijs met de studenten (zie interventies). Tags: binden 4. Versnellen studieuitval door extensieve begeleiding Voor studenten die in het eerste semester – ondanks waarschuwingen en adviezen – verkeerd studiegedrag niet aanpassen, is het van belang dit voelbaar te maken. Dit wordt bereikt door een scheiding van studenten in een groepsindeling naar intensief en extensief onderwijs na het eerste semester van de propedeuse (zie interventies). Tags: verantwoordelijk maken Interventies:
1. Online intake voor opbouw van een risicoprofiel en de eerste binding Na de eerste inschrijving en de herexamens volgt er een online intake (Pontifex) waarin de aankomend studenten verschillende vragen gesteld worden, met name op de eerste zeven van bovenstaande punten4. Het systeem geeft op basis van de indicatoren die door de opleiding zijn ingesteld een eerste classificatie (‘Intake OK’,’Pas op’,’Op gesprek’), waarna de propedeusecoördinator dit handmatig controleert en definitief maakt. Het intakeformulier zelf is belangrijk voor de eerste binding met de opleiding. Ook wordt er zo een dossier van de studenten aangemaakt. Tags: informatie verstrekken, binden 2. Studiekeuzegesprekken Aankomend studenten die risicovol scoren op de bovenstaande punten worden uitgenodigd op een gesprek. In 2008-2009 werd 23% van de instroom hiervoor uitgenodigd. In dit studiekeuzegesprek wordt waar nodig het beeld over de opleiding dat de studenten hebben bijgeschaafd, worden zij geadviseerd in het maken van een goede studiekeuze en komt mogelijk ook bepaald studiegedrag aan de orde. Soms heeft een student een verkeerd beeld van de opleiding. Als het binnen het bestek van het gesprek past, worden misverstanden weggenomen, bijvoorbeeld dat de opleiding Media en cultuur je ook films en televisieprogramma’s leert maken. Vaak echter wordt de weg gewezen naar de online studiegids en wordt gesuggereerd een afspraak te maken met de
4
Zie bijlage 1c
20
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
studieadviseur als er dan nog vragen zijn. Heel belangrijk is het de student te vragen zelf direct contact te zoeken met de (docent)tutor als in de eerste weken van de studie twijfels rijzen. Tags: informatie verstrekken, reflectie stimuleren, adviseren, verwachtingen uitspreken, leren kiezen, zelfinzicht geven 3. Adviesbrieven Aankomend studenten die beperkt risicovol scoren op de bovenstaande punten wordt een brief gestuurd met gerichte adviezen. In 2008-2009 kreeg 27 % van de instroom zo’n brief. De brief wordt vanuit het Pontifex systeem gegeneerd en door de propedeusecoördinator voorzien van een persoonlijke notitie. De adviezen geven op basis van ervaringen van eerdere studenten aan waaraan de student nog moet werken. Deze brief wordt verstuurd aan inschrijvers bij wie een enkele risic ofactor wordt aangetroffen. De brief benoemt het risico en doet een suggestie hoe een mogelijk probleem voorkomen kan worden. Tags: adviseren 4. Toelatingsverklaringen Alle studenten ontvangen een formele toelatingsverklaring (gegenereerd uit Pontifex) waarmee de student kan beginnen aan de studie. Deze verklaring is opgenomen als voorwaarde in het inschrijvingsbesluit. Het formaliseert het contact tussen de student en de opleiding en markeert de het begin van de relatie tussen student en opleiding bereikt. Tags: verantwoordelijk maken 5. Tutoraat In tutoraatsgesprekken wordt, na enkele weken studeren en het behalen van de eerste resultaten, gereflecteerd op studiekeuze en studiegedrag. Wanneer verkeerd studiegedrag heeft geleid tot minder prestaties en inzet, wordt gesrpek gericht op het formuleren van een concreet handelingsperspectief aangeboden, zoals ‘voortaan in de bibliotheek studeren’ of ‘meteen na afloop van het college een samenvatting maken’. Tags: reflectie stimuleren, adviseren 6. Studietraining Studenten die zich enorm inspannen maar onvoldoende resultaten boeken bij de eerste tentamens wordt vakspecifieke studietraining aangeboden in de aanloop naar de tweede tentamenperiode. Tags: ontbrekende competenties inventariseren, bijspijkeren 7. Extensief onderwijs Die studenten die aantonen dat zij – ondanks adviezen en waarschuwingen uit het eerste tutorgesprek – niet het juiste studiegedrag aannemen, krijgen na het eerste semester een niet-bindend negatief studieadvies. Wanneer zij niettemin de studie voortzetten, worden zij in extensieve onderwijsgroepen ingedeeld. Het oordeel wordt opgesteld aan de hand van de uitkomsten van een studentenmonitor waarin informatie is verzameld uit de intake, aanwezigheid bij de colleges, deelname aan opdrachten en diagnostische toetsen, rapportages van tutoren en resultaten van (deel)toetsen. Dit besluit wordt per brief aan de student kenbaar gemaakt. In de brief staat vermeld dat de gelegenheid bestaat om door aantoonbare wijziging van het studiegedrag weer in het intensieve onderwijs te komen. De indeling naar intensief en extensief onderwijs past in een filosofie van de opleiding die ook
21
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
elders zijn beslag krijgt: naarmate een student meer investeert, investeert de opleiding ook meer. En omgekeerd. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in de herkansingsregeling. Herkansingen zijn alleen toegankelijk voor studenten die zich inspannen. En goed presterende studenten wordt al halverwege de propedeuse de weg naar het honoursprogramma gewezen. Tags: motiveren, verantwoordelijk maken Outcome:
Mechanismen:
Studenten worden zich beter bewust van de werkelijke inhoud van de opleiding, waarmee zij hun studiekeuze bekrachtigen of besluiten een andere studie te volgen.
Studenten worden zich bewust van hun eigen studiegedrag en passen dit tijdig aan.
Studenten zijn zich gedurende de propedeuse eerder bewust van mogelijke problemen in de eigen werkhouding en passen dit tijdig aan of besluiten eerder te stoppen met de studie.
Het intakeformulier verbetert de informatie over de studie en draagt mogelijk bij aan verhoging van het zelfinzicht van de student. Als de student bijvoorbeeld wordt gevraagd naar zijn of haar beschikbare tijd, wordt deze vraag ingeleid met de opmerking dat Media en cultuur een tijdsintensieve opleiding is.
De studiekeuzegesprekken vergroten de sociale binding van de student met de opleiding en maken de student bewuster van de mogelijke risico’s. Ze fungeren als een eerste maatregel, waarmee vervolgmaatregelen meer effect hebben.
De adviesbrieven functioneren als een gerichte handleiding waarmee de student kan werken aan de studiehouding.
De toelatingsverklaring functioneert als officieus contract, waarmee de officiële binding met de opleiding wordt versterkt.
Zie voor een grafische uitwerking bijlage 8.
22
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Deel 3: Operationalisering van het gekozen arrangement studiekeuzegesprekken Doel: beschrijven van de ontworpen aanpak voor het doen van studiekeuzegesprekken Bij het opzetten van studiekeuzegesprekken zijn vele opties mogelijk. Elke opleiding heeft daarin een keuzes gemaakt en een eigen arrangement ontworpen. In dit deel beschrijven we per opleiding dit arrangement.
Aantal PSY
Uren per geprek
Uren intakers
Overhead factor
Totaal uren
Kosten uren
Intakesysteem
Totale kosten
Per gesprek
73
0,75
54,8
200
254,8
€ 20.625,00
€ 12.000,00
€ 31.106,25
€ 426,11
Media
135
1,50
202,5
0,75
101,25
303,8
€ 11.812,50
€
-
€ 22.781,25
€ 168,75
BG
135
1,50
202,5
0,75
101,25
303,8
€ 33.750,00
€
-
€ 22.781,25
€ 168,75
Totale aantal studenten
nvt
Uren organisatie
Per student
PSY
479
€
64,94
Media
392
€
58,12
BG
117
€ 194,71
3.1 Rich picture beschrijving In aanvulling op de geparametiseerde beschrijving beschrijft elke opleiding in meer beeldende termen de studiekeuzegesprekken. 3.1.1 Bèta-gamma Geruststellen Voor veel leerlingen is de intake een spannende gebeurtenis. Voor sommigen voelt het alsof ze op sollicitatie komen. Dit wordt natuurlijk ook veroorzaakt door het uitgebreide intakeformulier waarin we de aankomend student de hemd van het lijf vragen. Bij het intakegesprek proberen we daarom leerlingen zo snel mogelijk op hun gemak te stellen door het aanbieden van een kopje thee of koffie en het benadrukken dat het gesprek in het teken staat van een nadere kennismaking, bedoeld om de student beter voor te bereiden op zijn studiekeuze en dat het advies (positief danwel negatief) aan het einde van het gesprek niet bindend is. In de praktijk begint de docent dan ook met het uitdelen van de intakeverklaring die studenten nodig hebben bij het inschrijven voor de opleiding. Ouders Omdat veel ouders betrokken zijn bij de studiekeuze van hun kind komt het een enkele keer voor dat er ouders meekomen naar het gesprek. Natuurlijk worden eventuele vragen van de ouders beantwoord, maar ze zijn nadrukkelijk niet welkom bij het gesprek. We vinden het belangrijk dat de aankomende student zelfstandig een studiekeuze maakt, dat ze met hun eigen vragen komen en zelf verantwoordelijk zijn voor hun antwoorden. Richtlijnen voor het gesprek Voor het verloop van het gesprek wordt een richtlijn5 gehanteerd waardoor elk gesprek in grote lijnen hetzelfde verloopt. Natuurlijk hangt het verloop van het gesprek verder af van de gespreksvoerder,maar vooral van de inhoud van het intakeformulier. Als de leerling laat zien dat hij al 5
Zie bijlage 2a.
23
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
veel weet van de opleiding wordt meer naar motivatie, persoonlijke kwaliteiten en interesses gekeken. Als de student zich nog niet goed verdieptheeft in de studie of desondanks nog veel vragen heeft, dan wordt meer tijd aan voorlichting besteed. In ieder geval wordt studenten gevraagd hoe ze tegenover hard werken, veel colleges en intensieve samenwerking met medestudenten staan - een aantal belangrijke kenmerken van onze opleiding. Ook wordt in de meeste gevallen het honoursprogramma besproken. Advies Aan het eind van het gesprek wordt een advies gegeven: positief, negatief of twijfel. Het advies wordt altijd onderbouwd. Een negatief advies kan bijvoorbeeld worden gegeven op basis van inhoudelijke of vormaspecten van het essay, een onduidelijke of verkeerde motivatie van de student of een gebrek aan getoonde discipline in het verleden. Soms wordt een opdracht meegegeven (dat kan ook bij een positief advies). Een opdracht kan bijvoorbeeld zijn “Lees eens wat vaker de krant” of “Ga nog eens kijken bij opleiding x”. Een enkele keer wordt studenten zelfs aangeraden om eerst een jaartje wat anders te gaan doen (zoals reizen of werken in het buitenland). Om een idee te geven hoe studenten het gesprek ervaren volgen hier enkele uitspraken van studenten die later in het jaar naar de intake gevraagd werden: “Door het gesprek werd wel duidelijk wat voor problemen ik tegen zou kunnen komen. Dat is wel handig als je nog moet kiezen tussen deze of andere studies.” “Ik vind het niet afschrikwekkend dat er werd gehamerd op de betrokkenheid van de student. Ik vind het juist terecht, omdat er toch naar een bepaald soort studenten wordt gezocht.” “Het is een kleinschalige opleiding, dus een intakegesprek sluit aan bij de mate van persoonlijke betrokkenheid, die zowel studenten, professoren en andere medewerkers hebben.” 3.1.2 Psychologie Vraagbaak Met 600 aanmelders en 550 online vragenlijsten die in twee maanden verwerkt moeten worden waarna grote aantallen gesprekken gevoerd moeten worden - is het intakeproces bij psychologie minder gestructureerd dan een tabel doet vermoeden. Als intake office worden we gezien als eerste vraagbaak. Aankomend studenten zien (terecht) niet het verschil tussen de verschillende balies. In de zomer worden niet alleen studiekeuzegesprekken met studenten gevoerd via bovenstaand format, maar geven we ook studiekeuzeadvies aan studenten die zelf bellen en de intake nog niet hebben gedaan, of die nog op de wachtlijst staan. Daarnaast geven we advies aan ouders over het begeleiden van kinderen in hun studiekeuze en over meer praktische zaken zoals de aanschaf van boeken. Verder beantwoorden we veel vragen over, voor ons irrelevante dingen, zoals de Bètaling van de intreeweek, het vinden van een huis in Amsterdam, etc. Aan het begin van een gesprek is niet altijd duidelijk hoe relevant de vraag voor ons is, maar in de loop van het gesprek wordt dat wel duidelijk. Het is dus altijd belangrijk om goed door te vragen en te documenteren. Voorbeeld van een gesprek met veel kanten Een voorbeeld van een gesprek dat moeilijk onder een noemer te plaatsen is, is het gesprek met een deeltijder die belde om te informeren of in plaats van deeltijdonderwijs aanschuifonderwijs gevolgd kon worden. Toen we in haar gegevens gingen kijken werd duidelijk dat zij niet door de IBG geplaatst was omdat zij haar bewijsstukken niet op tijd ingestuurd had. Zij gaf aan dat ze haar bewijsstukken bij het studenten informatiecentrum had ingeleverd en dat ze haar daar hadden verzekerd dat het zo goed was. Zij had geen post ontvangen van de IBG. Na uitzoeken bleek dat de IBG haar verkeerde adres had gebruikt. Zij werd hier zo kwaad door dat zij haar uitsluiting van de loting door de IBG wilde aanvechten, terwijl zij in eerste instantie belde om naar een ander type onderwijs te informeren. Na uitgelegd te hebben hoe zij bezwaar kon indienen tegen haar uitsluiting wilde ze ook nog weten of psychologen niet problemen hebben het werk en privé gescheiden te houden waarbij ze en passant ook nog liet vallen dat haar vader er tegen was dat ze aan de UvA ging studeren omdat daar ‘alleen maar communisten werken’. Veel ‘intakegesprekken’ proberen we dan ook per mail te voeren. Dit geeft ons meer controle over onze tijdsbesteding en de communicatie kan nagelezen worden. Studenten onthouden vaak selectieve dingen of combineren stukken informatie met elkaar en als je in een gesprek dan af moet gaan op wat een collega gezegd heeft volgens een student kan dat zeer verwarrende misverstanden opleveren.
24
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Ook geeft het studenten de tijd om rustig over hun antwoorden na te denken en geeft het ons de tijd om eventueel een antwoord van een student te bespreken. Voorbeeld van een reactie op een intake Wanneer een student bijvoorbeeld al eerder een studie heeft gedaan, niet bij een voorlichtingsdag van psychologie is geweest en een zwakke motivatie opgeeft (‘ik wil graag met mensen werken’) sturen we een mail. In die mail vragen we naar de vorige studie (wat ging er goed en wat en waarom ging het mis) en we vragen waarom ze geen voorlichting hebben gevolgd en hoe het keuzeproces tot psychologie verlopen is. De reacties van studenten zijn vaak bevredigend, ze zijn over het algemeen blij verrast om te merken dat er ook daadwerkelijk wat met hun antwoorden wordt gedaan en ze reageren serieus op onze vragen. Hun antwoord is voor ons dan ook meestal reden om hun intake verder te verwerken en hun de officiële welkomstbrief te sturen. In sommige gevallen blijft het antwoord onbevredigend of komen nieuwe onthullingen aan bod, dan vragen we ook weer per mail door, of we besluiten toch te bellen. We handelen een intake altijd af, onbeantwoorde vragen blijven nooit open staan. Het kan ook zijn dat een student antwoorden geeft die ons geen reden geeft om de intake niet te verwerken, maar op basis waarvan we de student wel gericht van informatie voorzien. We kunnen een student bijvoorbeeld in een mail doorverwijzen naar de decaan omdat ze aangegeven heeft dat ze dyslectisch is. Of we verwijzen de student door naar de studieadviseurs omdat ze heeft aangegeven dat er persoonlijke problemen spelen. Ook waarschuwen we studenten die aangeven dat ze lid willen worden van een studentenvereniging voor de ontgroening en wijzen wij de studenten op de afspraken die gemaakt zijn tussen de verenigingen en de UvA.
3.1.3 Media en cultuur Kou uit de lucht Omdat niet alle eerstejaars opgeroepen worden voor een gesprek, is het belangrijk om direct bij de kennismaking mogelijke kou uit de lucht te halen en duidelijk te maken dat de student net zo welkom is alle anderen. Daarom wordt meteen de intakeverklaring afgegeven die studenten nodig hebben bij hun inschrijving. Ook wordt dan, in informele sfeer, afgetast welke de reactie is op de uitnodiging om negatieve gevoelens en/of beelden aan het oppervlak te brengen. In de meeste gevallen lukt het te ontdooien. De meeste studenten nemen overigens een neutrale tot positieve houding jegens het gesprek aan. Ouders In een enkel geval komt een ouder of een vriendje mee. De laatste wordt nooit tot het gesprek toegelaten; de eerste, desgevraagd, wel mits hij erin toestemt geen gesprekspartner te zijn. Aanwezigheid van ouders heeft nooit tot problemen geleid en is soms zelfs informatief als blijkt dat een student onder zware druk staat van ouders bij de studiekeuze; dit in tegenstelling tot de ervaringen van de opleiding Bèta gamma. Laatkomers en zorgvuldigheid Sommige studenten komen te laat. Of vergissen zich in de datum. Opvallend is het verband tussen laat invullen van het intakeformulier en te laat komen op het gesprek. Naarmate de gesprekken in augustus vorderen neemt het aantal laatkomers dan ook toe. Afgezien van een enkel geval van overmacht, leert de praktijk dat de laatkomers en absenten dit gedrag ook meestentijds voortzetten in de studie, met alle negatieve gevolgen van dien. Het persoonskenmerk ‘zorgvuldigheid’, dat al in de administratieve aanloop van de studie enigszins zichtbaar wordt, lijkt een goede voorspeller te zijn van moeilijkheden in de studie. Handelingsperspectief De oproep tot het gesprek bevat een indicatie van relevante risicofactoren en, in sommige gevallen, een voorspelling, zoals ‘studenten die te weinig tijd aan hun studie besteden, stranden doorgaans snel’. De meeste studenten hebben zich voorbereid op het gesprek door een weerwoord te bedenken op de risicofactoren. Zij kunnen goede redenen aandragen waarom een risicofactor voor hen niet van toepassing is, waarbij een misverstand bij het invullen van het intakeformulier de meest overtuigende
25
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
is. In veel gevallen echter zijn er wel degelijk complicaties (geweest) die de student later weer in moeilijkheden kunnen brengen. De gespreksvoerder staat voor de opgave de informatie terug te brengen tot een ‘diagnose’ met een handelingsperspectief. Er is bijvoorbeeld vaak sprake van externe attributie (‘het lag aan de omstandigheden’) of psychologiseringen (‘niet lekker in mijn vel’). Het is dan zaak om zicht te krijgen op wat er precies gebeurd is en tot welk gedrag dat heeft geleid (bijvoorbeeld: ‘dus ging ik niet langer naar college’ of ‘toen werd mijn bijbaantje 15 uur meer’ etc.). Deze concrete gegevens vormen de basis voor de advisering en eventuele hulp die tutor en opleiding kunnen bieden en moeten onderscheiden worden van de vragen die bij een psycholoog of een studieadviseur thuishoren. Onwillige studenten Er zijn ook studenten die niet erg onder de indruk zijn van de risicofactoren en zelfs de bemoeienis van de opleiding met hun studievoortgang bij voorbaat al niet op prijs stellen. Voor hen is het gesprek een verplichting die zij niet kunnen omzeilen; zij zijn immers kapitein op eigen schip. Waarom nog meer mensen op de brug? Vaak ook begrijpen zij snel dat de opleiding ze niet kan dwingen een tutor te bezoeken en ze blijven dan ook weg bij de vervolggesprekken. Soms gaat het hier om sociaal moeizaam functionerende einzelgangers, maar vaker om corpstypes die zo hun eigen plannen hebben met studeren in Amsterdam. Inhoudelijke verwachtingen In het gesprek wordt naar aanleiding van de motivatie die de student heeft geschreven altijd even ingegaan op de inhoudelijke verwachtingen die hij heeft van de studie. Vaak reproduceren studenten dan vooral de brochures van de opleiding, waardoor enig doorvragen noodzakelijk is. Hier blijkt dat zelfs de best voorbereide en meest voorgelichte student vaak slechts schetsmatige beelden heeft van wat een student Media en cultuur daadwerkelijk doet. Praktische vragen Soms hebben studenten nog vragen over inschrijving en introductie (boekenverkoop etc.). Er is een hand-out gemaakt met alle nodige informatie. In een enkel geval heeft de student de studiegids gelezen en zijn er inhoudelijke vragen over het curriculum. In veel gevallen laat een student weten het prettig te vinden een keer te hebben kunnen praten met iemand van de studie over de studie. Niet zelden wordt genoemd dat zoveel persoonlijke aandacht in een vorige opleiding ongewoon is en soms ook wordt verbaasd opgemerkt dat een grootschalige opleiding als Media en cultuur dergelijke aandacht opbrengt.
3.2
Studiekeuzegesprekken
3.2.1 Bèta-gamma Met wie?
Wanneer?
Soort student
Oriënterende studenten met serieuze plannen voor inschrijven/ Ingeschreven studenten (Studielink)
Risicoprofielen
Gesprekken met alle studenten
Maken risicoprofielen door middel van
NVT
Initiatief voor gesprek
Op basis van eigen aanmelding (maar wel voor iedereen verplicht) Voor de poort: voor de start van het collegejaar, voor en na aanmelding, maar voor definitieve inschrijving. Rond september instroom
26
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Maart – augustus voorafgaand aan studiejaar Duur
Verspreid
Los of gekoppeld
Los
Hoe?
Vorm
Individueel gesprek met intaker
Waartoe?
Doel
Het doel van de intakeprocedure is meervoudig. Ten eerste dwingt het de student om serieus en weloverwogen een studiekeuze te maken. Het schrijven van een essay, het maken van de opdrachten en het komen naar de universiteit voor een afspraak zijn op zich belangrijke mechanismen in het proces. Het zijn drempels die minder gemotiveerde studenten ervan weerhouden om de opleiding te gaan doen. Het grootste gedeelte van de studenten dat deze procedure doorloopt is dus al zeer gemotiveerd. Dit moet ook leiden tot een kleinere uitval in het eerste jaar. Naast het bereiken van een goede studiekeuze zorgt de intakeprocedure ervoor dat studenten serieus genomen worden vanaf het eerste moment. Dit voelen en waarderen studenten.
Wat?
Inhoud
Zie bijlage 2 - Gespreksrichtlijn
Format
Zie bijlage 2 - Gespreksrichtlijn
Gespreksvoerder
De gesprekken worden gevoerd door een groep van 10 medewerkers bestaande uit docenten, tutoren, studieadviseurs, opleidingscoordinatoren en voorlichters van de opleiding.
Leeftijd
30
Koppeling met
Een papieren intake
Indien van toepassing: Doel assessment
Nvt
Gevolgd door?
Actie van
Het schriftelijk studieadvies dat na het gesprek wordt afgegeven is noodzakelijk voor een inschrijving aan universiteit. Iedere student kan, ongeacht de aard van het advies, ingeschreven worden. Het document zelf functioneert als middel om de student te laten deelnemen aan de intake. De gegevens van de student worden vastgelegd voor studieloopbaanbegeleiding in eerste studiejaar.
In samenhang met?
Inbedding in overige voorlichting
Open dagen, folders, website, proefstuderen, webklas, activiteiten Bèta-maand.
Met studie loopbaanbegeleiding
Ja. De gegevens van de student worden meegenomen tijdens de studentgesprekken met tutoren in het eerste en tweede semester. Na drie weken onderwijs blijkt uit de participatie van de student of hij/zij actief deelneemt. Als dit niet het geval is, wordt hij/zij opgeroepen door de studieadviseur.
Met selectie
Nee, er is geen selectie
Door wie?
Voorafgegaan door?
27
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Met preadvies en bindend studieadvies
Nee, er is geen bindend studieadvies
Met summerschool / bijscholing
Nvt
Met Introductieweek
Nvt
Met onderwijs
Nvt
Overige
De toelatingsverklaring is opgenomen in het inschrijfbesluit van de UvA.
Wat kost dat?
Bètaalbaarheid
Zie calculatie.
Organisatie?
Werkproces
Procesbeschrijving (grafisch weergeven – zie bijlage 3)
Eigenaar van het proces
Onderwijsdirecteur IIS, opleidingscoördinator Bèta-gamma
Training
Elk jaar wordt de intake gestart met een bijeenkomst voor oude en nieuwe gespreksvoerders. Gezamenlijk wordt de procedure en eventuele wijzigingen doorgelopen. Voordat nieuwe gesprekvoerders zelfstandig aan de slag gaan lopen ze altijd een keer mee met een ervaren gesprekvoerder.
3.2.2 Psychologie Met wie?
Soort student
Studenten die zijn ingeloot.
Risicoprofielen
Alleen gesprekken met studenten uit de risicogroepen. Een online vragenlijst.
Maken risicoprofielen door middel van Initiatief voor gesprek Wanneer?
Studenten die naar aanleiding van de vragenlijst ‘gevlagd’ worden, worden gebeld voor een telefonisch gesprek. Voor de poort: voor de start van het collegejaar, na aanmelding, maar voor definitieve inschrijving. Voor de september instroom. Tussen 15 juli en 15 september.
Hoe?
Duur
De gesprekken vinden verspreid plaats.
Los of gekoppeld
Los.
Vorm
Persoonlijke communicatie via e-mail, aangevuld met individuele en telefonische gesprekken (73): De student krijgt een persoonlijke e-mail en kan pas verder in het intaketraject als hij/zij daar op een bevredigende manier op heeft gereageerd. Bij een nog onvoldoende bevredigend antwoord van de student wordt nogmaals een mail gestuurd met de vraag om verdere opheldering of wordt de student opgebeld. Doordat de opleiding een numerus fixus en BSA kent heeft de opleiding niet het dilemma van aanmoedigen dan wel ontmoedigen.
28
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Waartoe?
Doel
Verwachting over de opleiding bijstellen, of verwijzen voor het wegwerken van deficiënties, of adviseren in de studiekeuze, inzicht geven in de moeilijkheidsgraad van de studie.
Wat?
Inhoud
De inhoud van het gesprek is afhankelijk van het risicoprofiel van de aanmelder: Wiskundedeficiëntie. Tijdsbesteding (te weinig tijd, combineren met een andere studie, ontgroening). Gebrekkige voorlichting. De structuur van het gesprek is afhankelijk van het onderwerp. Wanneer het om een wiskundedeficiëntie gaat is het gesprek vrij directief en wordt direct medegedeeld dat de deficiëntie weggewerkt moet worden en hoe dat kan. Wanneer het een kwestie is van tijdsbesteding wordt de aanmelder gevraagd hoe hij/zij denkt de studie te gaan aanpakken; daaruit moet blijken wat de reden is voor de lage tijdsbesteding (verkeerde verwachting, grote bijbaan, etc). Aan de hand van de reden wordt geprobeerd de student verder voor te lichten en om samen een oplossing te vinden (deeltijd studeren, toch niet studeren, andere bijbaan zoeken, een deadline voor een meetmoment vaststellen om te kijken of het gekozen studiegedrag voldoende is). Bij wet is de opleiding echter verplicht iedereen met een voldoende vooropleiding aan te nemen; de ‘oplossing’ is dus niet dwingend.
Format
Door wie?
Gespreksvoerder
De drie intakecoördinatoren.
Leeftijd
32 jr
Koppeling met
Een electronische intake (Pontifex)6.
Indien van toepassing: Doel assessment
Verder vaststellen van het risicoprofiel (na digitale intakevragenlijst) en voorlichting.
Gevolgd door?
Actie van
Mondeling advies aan de student. Koppeling naar de gespreksvoerder van de eerste studiebegeleidinggesprekken. De intakegegevens en eventuele communicatie op basis van de intake zijn vastgelegd in een dossier.
In samenhang met?
Inbedding in overige voorlichting
De studiekiezerswebsite van de UvA.
Met studie loopbaanbegeleiding
Nauwe samenwerking met de studieadviseurs en de practicumbegeleiders (docenten) in jaar 1. Uit deelname aan het practicum blijkt of de student actief gaat studeren. Zo niet, dan wordt de student nagebeld.
Met selectie
Tevens een numerus fixus.
Met preadvies en bindend studieadvies
Gecombineerd met een preadvies in februari en een BSA in augustus.
Voorafgegaan door?
6
Zie bijlage 2b.
29
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Met summerschool / bijscholing
Wiskundecursus in de lente en een stoomcursus wiskunde in de zomer en bijspijkercolleges voor biologiedeficiënten.
Met Introductieweek
Aan de hand van een afgeronde intake worden studenten uitgenodigd voor de introductiedag.
Met onderwijs
Nee
Wat kost dat?
Bètaalbaarheid
Zie calculatie
Organisatie?
Werkproces
Procesbeschrijving (grafisch weergeven – zie bijlage 5)
Eigenaar van het proces
Onderwijsinstituut Psychologie
Training
Nvt
3.2.3 Media en cultuur Met wie?
Soort student
Ingeschreven studenten (Studielink)
Risicoprofielen
Gesprekken met zware risicogroepen; Brieven naar lichtere risicogroepen. Online vragenlijst
Maken risicoprofielen door middel van Initiatief voor gesprek Wanneer?
Op uitnodiging (op basis van de online vragenlijst) Voor de poort: voor de start van het collegejaar, voor aanmelding, maar voor definitieve inschrijving. Rond september instroom Na het herexamen – tot 1 september
Duur
Verspreid over meerdere dagen
Los of gekoppeld
Los
Hoe?
Vorm
Individueel gesprek met een docent
Waartoe?
Doel
Informeren, bewustwording, advisering, verwijzing, binding, contract.
Wat?
Inhoud
Voorlichting over de studie in relatie tot de risicofactoren die uit antwoorden die de student heeft gegeven zijn gebleken.
Format
Na een toelichting op de aard van het gesprek (en een geruststelling die dooruit vaak voortvloeit), wordt de gespreksagenda bepaald door een bespreking van de risicofactoren die aanleiding waren voor een oproep voor een gesprek. Voorts wordt altijd de motivatie voor de studie van de student besproken en wordt gevraagd verwachtingen over de aard van de
30
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
studie uit te spreken. In beide laatste elementen wordt gespeurd naar mogelijk incroguenties tussen verwachtingen en feitelijk aanbod. Tot slot wordt de student de weg gewezen in de verdere administratieve afhandeling van de inschrijving en de komende eerstejaars introductie. Ook is er gelegenheid voor het stellen van vragen. Door wie?
Gespreksvoerder
Docenten
Leeftijd
Senior docenten (gemiddelde leeftijd 46)
Koppeling met
Online intake
Indien van toepassing: Doel assessment
Risicoprofiel bepalen / voorlichting over aspecten die van belang zijn voor een juist studiegedrag.
Gevolgd door?
Actie van
- Opleiding: Tutoraatsgesprekken, monitoring, groepsindeling naar prestatie en inzet. - Student: Moet zijn inschrijving bij de Centrale Studenten Administratie in orde maken met de toelatingsverklaring.
In samenhang met?
Inbedding in overige voorlichting
- In Studielink wordt aangegeven dat er een intakeprocedure is waarover de student per post meer informatie ontvangt. - Op de studiekiezerswebsite van de UvA.
Met studie loopbaanbegeleiding
Tutoraat: de tutoren ontvangen de informatie uit de intake als basis voor het eerste tutoraatsgesprek. Het kan zijn dat in dit gesprek ook het staken van de studie aan bod komt. Er worden geen exitgesprekken gevoerd met de student.
Met selectie
Geen
Met preadvies
Het preadvies vindt plaats op basis van klasses van groepsindeling; deze groepsindeling is deels gebaseerd op de classificatie uit de intake en bestaat uit vijf statussen: 0 (no show (gestopt), 1 (zeer onvoldoende en weinig actief), 2 (onvoldoende en weinig actief), 3 ((zeer) onvoldoende en actief), 4 (regulier), 5 (bovengemiddeld). De gegevens worden dus meegenomen in het pre-advies, maar zwaarwegender zijn de daadwerkelijke studieresultaten.
Met summerschool / bijscholing
Geen
Met introductieweek
In het geprek en de brieven die de student in de intakeprocedure ontvangt wordt de student geinformeerd over de introductieweek. De classificatie van de intake speelt een rol in de latere groepsindeling naar prestatie en inzet.
Voorafgegaan door?
Met onderwijs
31
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Overige
Studenten die niet presteren én niet actief zijn in het eerste semester worden, ongeacht hun perspectieven zoals die bleek uit de intake, na een negatief studieadvies in het tweede semester in een groep geplaatst waarin de didactiek is aangepast aan het studiegedrag dat zij vertoonden in het eerste semester. De toelatingsverklaring is opgenomen in het inschrijfbesluit van de UvA.
Wat kost dat?
Bètaalbaarheid
Zie calculatie
Organisatie?
Werkproces
Procesbeschrijving (grafisch weergeven – zie bijlage 7)
Eigenaar van het proces
Onderwijsinstituut Mediastudies, propedeusecoördinator
Training
Training van gespreksvoerders en tutoren
32
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
3.3
Deelvragen
Vanuit de contextbeschrijving, de redeneerketen en het arrangement wil het onderzoek de volgende vragen beantwoord zien. Het volgt hierin de volgorde van het aanmeld-, intake- en inschrijf- en onderwijsproces. De vragen worden deels beantwoord uit statistische gegevens, deels uit een kwalitatieve evaluatie. De kwalitatieve evaluatie onder studenten zal plaatsvinden middels een online vragenlijst. Deze zullen we in november 2009 afnemen. Studenten met wie een gesprek is gevoerd zullen worden uitgenodigd per e-mail. Als blijkt dat zij de vragenlijst niet invullen worden zij nagebeld. Daarnaast zullen we onder tutoren per opleiding een bijeenkomst organiseren om deze groep te bevragen. In onderstaande tabellen zijn de deelvragen geformuleerd per opleiding. Vanwege de verschillen in procedures en aanpak zijn niet alle vragen voor elke opleiding toepasbaar. Per vraag is daarom aangegeven voor welke opleiding de vraag van toepassing is. Voor aanvang studie Fase
Vraag
Vooraanmelding: Studielink
Is er een verband tussen de meer kolom in de Studielink en de positie van de student in volgende fasen?
Fixus Invullen intake
Geen Heeft het invullen van de vragenlijst geholpen bij het maken van de studiekeuze? Zijn de selectiecriteria voorspellend ten aanzien van participatie, studieresultaten, onderwijsindeling en inschrijving / uitschrijving? Wat is het effect van de uitnodiging voor het gesprek op het gesprek?7 Hechten studenten belang aan een start van de persoonlijke begeleiding voor de poort in de vorm van een intake? Ervaart de student het intakegesprek als het begin van studiebegeleiding? Wordt de procedure of het gesprek gezien als de start van persoonlijke binding? Dat de student gekend wordt en ervoor open staat om vragen en zorgen te delen. (Een gezamenlijk traject. “Het is gezien”) Wat is de voorspellende waarde van het gesprek als interventie? Wat is de voorspellende waarde van een positief, twijfel of negatief advies ten aanzien van participatie, studieresultaten, onderwijsindeling en inschrijving / uitschrijving?
Analyse van factoren Studiekeuzegesprek Studiekeuzegesprek Studiekeuzegesprek
Studiekeuzegesprek Advies (of Brief)
BG
Psy
MS
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x x x
x x
Kwalitatief
x
x x
x
x
Kwantitatief
x x
7 Het is nog onzeker of deze vraag te operationaliseren is. Mocht dit niet mogelijk blijken, dan vervalt deze onderzoeksvraag. 33
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
34
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Na aanvang studie Fase
Vraag
IIS
Psy
MS
Start met onderwijs
In hoeverre heeft het studiekeuzegesprek studenten geholpen bij het maken van de (juiste) studiekeuze?
x
x
x
Participatie
Leidt het intakegesprek tot een beter inzicht in de studie?
x
x
x
x
Participatie
Leidt het intakegesprek tot een gewijzigde leerhouding?
x
x
x
x
Advies (of Brief)
Wat is de voorspellende waarde van een positief, twijfel of negatief advies ten aanzien van participatie, studieresultaten, onderwijsindeling en inschrijving / uitschrijving? Halen studenten met een negatief of twijfel advies minder studiepunten in het eerste studiejaar? Wat is het verband tussen bovenstaande gegevens en de groepsindeling van eerstejaars na het eerste semester naar intensief en extensief onderwijs = 15 januari status? Hechten studenten belang aan een tutorgesprek bij hun beoordeling van studiekeuze, studieprestaties en -inzet, alsmede hun besluit om de studie gedurende de propedeuse voort te zetten of voortijdig te stoppen? Vallen studenten met een negatief of twijfel advies sneller uit?
x
x
x
x
Studieresultaten Onderwijsindeling Tutoraat Inschrijving / Uitschrijving
Kwalitatief
x
x x x
Kwantitatief
x x x
35
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
3.4
Wijzigingen in de context
3.4.1 Bèta-gamma De Intake-procedure van 2009-2010 zal kleine wijzigingen kennen ten opzichte van de voorgaande jaren. Studenten zullen via de website de mogelijkheid krijgen om een intakeformulier in te vullen, waarna ze automatisch voor een afspraak benaderd worden. Nu moeten ze een afspraak maken bij het secretariaat, waarna ze de formulieren ontvangen. Door het andersom te doen krijgen studenten een beter beeld van wat de studie van ze vraagt, omdat ze het intakeformulier al kunnen bekijken voordat ze zich aanmelden voor een gesprek. Daarnaast hebben we de essay-opdracht meer gericht op interdisciplinariteit (een belangrijk leerdoel in onze opleiding), dan op een belangrijke maatschappelijk probleem (de opdracht in voorgaande jaren). We werken voorlopig met een vrije opdracht waarin we studenten vragen een interdisciplinair probleem of vraagstuk te behandelen om zo hun motivatie voor Bèta-gamma te onderbouwen aan de hand van een van de volgende drie foto’s:
Welke wijzigingen zullen er dit jaar in de contextbeschrijving, de redeneerketen en het arrangement te maken? [voorbeeld: Een nieuwe essayvraag met beelden vanwege vaak terugkerende antwoorden over milieuproblematiek. We verwachten dat hierdoor een grotere diversiteit in antwoorden gegeven zal worden, waardoor we tijdens het studiekeuzegesprek dieper in kunnen gaan op …] 3.4.2
Psychologie
Geen. 3.4.3
Media en cultuur
In het intakeformulier is in 2009 t.o.v. 2008 een paar redactionele wijzigingen aangebracht: er is op een andere manier naar de vooropleiding in het Hoger onderwijs gevraagd en er een nieuwe manier gevonden om naar de etnische achtergrond van de ouders te vragen. Ook zijn er nieuwe elementen toegevoegd. Met het oog op een nieuw beleid voor de schrijfvaardigheden van studenten is voor het eerst gevraagd naar het eindexamencijfer voor het vak Nederlands (op basis van positieve ervaringen bij de VU). Nieuw was verder het opvragen van een pasfoto en het schrappen van de administratieve status 'in de wacht'. Deze werd vroeger toegekend als er problemen waren met het diploma dat toegang gaf tot Media en cultuur, maar deze controlefunctie is door andere instanties overgenomen. Tot slot is voor het eerst gevraagd of de studenten willen beschrijven in welke maatschappelijke problemen de media een rol kunnen spelen en is gevraagd naar interessante hobby's of andere tijdsbestedingen. Deze laatste twee vragen waren bedoeld om in een eventueel intakegesprek een beter beeld te krijgen van de intellectuele belangstellingen van de aankomende student. Verder wordt het propedeusecurriculum herschikt. Het is nu niet te voorzien welke gevolgen dit zal hebben. In ieder geval wordt het zogenaamde cursuspuntensysteem waarmee in vorige jaren de studie-inzet van studenten werd gemeten vervangen door een andere registratie. Ook komt er een interne ingangseis, dat wil zeggen dat een propedeusevak in het eerste semester ingangseis wordt voor een vak in het tweede semester.
36
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Deel 4: Resultaatevaluatie Doel: inzicht geven in de effecten van het gekozen arrangement.
De resultaatevaluatie van de UvA is op twee manieren uitgevoerd: zowel kwalitatief, als kwantitatief. Gegevens over uitval in het 1e jaar en behaalde EC’s zijn in de evaluatie meegenomen. Extra gegevens zijn geanalyseerd ten aanzien van historische gegevens van de opleiding Media en Cultuur (intakegegevens, vakrendementen en gegevens over participatie). Voor evaluatie van de gesprekken is een online vragenlijst afgenomen onder studenten, waarbij alle opleidingen dezelfde vragen hebben gesteld. Daarnaast is in februari gesproken met tutoren van de drie opleidingen. 4.1 Kwalitatieve analyse De kwalitatieve analyse is uitgevoerd onder zowel studenten als tutoren. De onderzoeksmethode van het kwalitatief onderzoek had de kenmerken van een interpretatief veldonderzoek. Het onderzoeksmodel was het volgende:
A. Model van ROA
B. Onderzoek onder studenten
C. Onderzoek onder tutoren
D. Conclusies
Op basis van het model van ROA is een vragenlijst opgesteld voor studenten. De uitkomsten van deze vragenlijst zijn vergeleken met het model; vervolgens zijn de uitkomsten hiervan weer vergeleken met de uitkomsten van het onderzoek onder tutoren. Hieruit zijn vervolgens conclusies getrokken. 4.1.1 Methode en selectie kwalitatief onderzoek onder studenten De vragenlijst voor studenten is opgesteld door de drie opleidingen. De vragenlijst is verspreid onder alle studenten die een studiekeuzegesprek hebben gehad. Dit betrof 343 studenten. Om de ‘responsrate’ zo hoog mogelijk te krijgen zijn twee iPods verloot onder deelnemende studenten. De respons op de vragenlijst was 41% (n = 140). De vragenlijst is opgenomen als bijlage 9. De uitkomsten van de vragenlijst zijn voor wat betreft de gesloten vragen statistisch verwerkt (bijlage 11). De antwoorden op open vragen zijn verzameld en vervolgens door twee deelnemers aan het project gelabeld (beiden docent en afnemers van de gesprekken). De labeling vond plaats aan de hand van het model van ROA. Na onafhankelijke labelling van een selectie (n = 10) hebben de onderzoekers de labelling met elkaar geverifieerd en de werkwijze nader op elkaar afgestemd. Vervolgens heeft ieder 50% van het restant gelabeld (zie bijlage 10). 4.1.2 Methode en selectie kwalitatief onderzoek onder tutoren Ter validatie van het kwalitatieve onderzoek onder studenten is per opleiding gesproken met twee tutoren in een semi-gestructureerd interview. De twee tutoren zijn voorgedragen door de deelnemende opleidingen. De vragen die gesteld zijn aan de studenten (bijlage 9) dienden daarbij als uitgangspunt. Ieder gesprek is opgenomen en omschrijvend vastgelegd door de projectleider (de opnames zijn opvraagbaar). 4.1.3 Uitkomsten kwalitatief onderzoek onder studenten Het onderzoek heeft veel inhoudelijk interessant materiaal opgeleverd. Ter illustratie zijn per onderwerp een aantal citaten opgenomen. In vergelijking met het model van ROA kwam een aantal thema’s sterker naar voren: informeren, bewust kiezen en binding. Het model kan aangevuld worden met het thema ‘selectie’; ook al is dit niet doel van een studiekeuzegesprek, toch wordt dit door een deel van de studenten wel zo ervaren. Een nieuw doel kan zijn: “gevoelens van selectie wegnemen”.
37
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
De uitkomsten van de onderzoeken kunnen in detail verschillen per opleiding, maar bij alle drie de opleidingen zijn dezelfde trends gesignaleerd. Positieve grondhouding - Ondanks dat een deel van de studenten aangeeft dat de intake een onprettige ervaring was (24%), staat de meerderheid van de studenten positief tegenover de intake. Zij leggen een verband met informatievoorziening en binding (belangstelling van de opleiding voor het individu). “Ik heb na de HAVO het HBO gedaan en me op basis daarvan aangemeld. Ik begrijp dat de opleiding mij daarom wilde spreken om te kijken wat mijn motivatie was. Ik vond het zelf ook prettig om mijn motivatie persoonlijk toe te lichten.” “Ik vind het intakegesprek een erg goed initiatief. Ik vond het ook erg leuk om me voor te bereiden op het gesprek en het gesprek zelf was ook erg leuk. Voor mij haalde het het laatste beetje twijfel dat ik had over mijn studiekeuze helemaal weg. Ook wist je al een beetje wat je kon verwachten het volgende jaar en dat was wel heel erg fijn.” “Prettige sfeer, prettige gespreksonderwerpen. Dankzij de intake wist ik goed wat bg [red. Bètagamma] inhoudt en voelde ik mij ook trots op mijn studiekeuze (ipv. 'het is een soort van 7vwo'). Ook het enthousiasme van mijn intaker en het besproken enthousiasme van de toenmalige bg'ers sprak mij aan.” “Interesse in de student, als student wordt je zekerder van je keuze. Het gesprek is wel verplicht, maar je wordt er wel wijzer van.” Risico voor het gevoel van selectie – Sommige studenten neigen er toe een verband te leggen met selectie of het gevoel van een sollicitatie. Ondanks het gegeven dat de opleidingen snel aangeven dat de studiekeuzegesprekken niet niet bedoeld zijn om toegang te krijgen tot de opleiding, zegt 21% iets over ‘selectie’ tijdens de intakes. Hoewel dat niet altijd negatief is, zijn negatieve ervaringen meer dan eens verbonden met deze veronderstelling. Dit valt snel recht te zetten door een op een positieve manier het gesprek in te gaan. Misschien valt hier nog imagowinst te behalen - anderzijds is dit imago (toch een serieuze insteek) niet eens zo slecht... “… Ikzelf moest op een gesprek komen. Zat in Kroatie toen mijn moeder me opeens opbelde en me liet weten dat ik een brief heb gekregen van de UvA. Ze las het voor via de telefoon en ik schrok. Was zo bang dat ik opeens niet werd aangenomen. Wist niet wat ik moest verwachten en zat echt in de stres, omdat ik graag wilde gaan studeren (na een "pauze" van een jaar) en nu opeens op gesprek moest komen.” “Het is belangrijk om de minder gemotiveerde studenten te scheiden van de gemotiveerde studenten omdat de minder gemotiveerden de gemotiveerden dan niet mee naar beneden kunnen trekken.” Zegt een student over zichzelf… “Ik kreeg het gevoel dat ik gelijk weer werd gezien als iemand die helemaal niets gaat doen, terwijl ik juist dacht met een studie begin je opnieuw.” (student Media en cultuur) “Omdat de intake bureaucratisch en formeel overkwam. Ik kreeg het gevoel dat ik "politiek correcte" antwoorden moest geven om toegelaten te woorden. er was weinig ruimte tot eigen interpretatie en inbreng” Voorlichtingsfunctie - Verder blijkt dat het geven van basisinformatie over de opleiding (voorlichting) in het gesprek voor de student nog een belangrijke plek inneemt (71%). Ook al is deze informatie elders op velerlei manieren is gegeven. “Op deze manier kom je erachter of je een juist beeld hebt van de opleiding. Zo niet, dan wijst de UvA je erop wat het wel inhoud en op welke vlakken je verschilt met de verwachtingen die de UvA van je heeft bij deze opleiding.”
38
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
“Ik denk dat de opleiding een intakeprocedure heeft omdat het aantal eerstejaars elk jaar groter wordt. De UvA wil daarom een duidelijk beeld hebben van die aankomende studenten. Door een intakeprocedure kan de UvA kijken of de student een goed beeld heeft van de opleiding.” “Om een beter beeld van de toekomstige student te krijgen, zowel op persoonlijk als academisch vlak. Verder is het een mogelijkheid om vragen over de opleiding te beantwoorden (of kunnen stellen), wat er voor zorgt dat het beeld dat de toekomstige student van de opleiding heeft beter bij de werkelijkheid aansluit.” Binding - Binding met de opleiding of het instituut wordt vaak genoemd. De verwachting van de opleiding (i.c. Bèta-gamma) was dat dit impliciet zou zijn, maar een aantal studenten geeft het expliciet aan (22%). Om de binding tussen studenten nog verder te versterken zal Bèta-gamma het komende collegejaar met intakedagen gaan werken, zodat toekomstige studenten elkaar ook daar tegenkomen. De veronderstelling is dat er daardoor nog meer gelegenheid is om te binden met de omgeving en met elkaar. “De opleiding heeft je foto, je gegevens, motivatie etc. Je hebt minder het gevoel dat je alleen maar een nummer bent, een van de 500 aankomende studenten. Ze zijn geinteresseerd in je waardoor je meer het gevoel hebt dat je ook met problemen bij de studieadviseurs terecht zou kunnen - ik heb nu al uit eigen ervaring gemerkt dat dit zeker het geval is.” “Het is wel belangrijk om kennis te maken en een 'band te scheppen' met aankomend studenten, en om eventueel vragen of problemen op tijd op te lossen via deze intake.” “Om een betere band met studenten te krijgen en ervoor te zorgen dat studenten een goede studie keuze maken.” “(Het was goed) dat je zo'n persoonlijke mail terug kreeg en nadat ik weer had geantwoord op die persoonlijke mail ik een hele motiverende mail terugkreeg.” “ Het duurde maar 45 minuten, en we waren zo leuk aan het praten. Dus was het wel jammer toen het in een keer afgelopen was.” Bewuster kiezen - Er wordt door een flink aantal mensen gerapporteerd dat ze door de intake een bewustere keuze hebben gemaakt of dat ze hebben ‘leren kiezen’ (21%). “Ik denk dat het in eerste instantie bedoeld is om ''het kaft van het koren te scheiden''. Voor de universiteit, maar ook voor de student in spé zelf, is het goed om te weten of dit een opleiding is, die geschikt is voor de student. Zo'n intakeprocedure laat degene die zich in wilt schrijven nog een keer extra goed nadenken om het een weloverwogen keuze te laten zijn.” “Het formulier wat we van tevoren moesten invullen en het essay dat we moesten schrijven vond ik heel nuttig, Dit zorgde ervoor dat ik net wat meer bij mijn keuze en bij mezelf stilstond.” Op de vraag ‘Hoe zou je de intake typeren?’ antwoordde een student: “Ranglijst: 1) Motiverend 2) Informerend 3) Adviserend 4) Helpend bij studiekeuze Ik denk dat ik punt 2 het belangrijkst vind aan de intake. Dankzij de studieadviseur werd ik ook heel gemotiveerd, dat kwam er onbewust bovenop.”
39
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
BG 1. Was de intake nodig? MS PSY BG 2. Vond je de intake prettig? MS PSY BG 3. Vond je de intake nuttig? MS PSY BG 4.Ik heb er een betere band met MS de opleiding door gekregen PSY BG 5. Ik voelde me na het contact MS meer betrokken bij de opleiding PSY BG 6. Het was gewoon een van de MS verplichtingen PSY 7. Ik vond het prettig dat de BG opleiding geinteressseerd in me MS was PSY BG 8. Ik was bang om iets MS verkeerds te antwoorden PSY BG 9. Ik heb ingevuld wat ik dacht MS dat ze wilden horen PSY BG 10. Het was makkelijker om MS dingen te vragen na het contact PSY BG 11. Ik had een beter beeld van MS de opleiding na het contact PSY BG 12. Ik wist beter wat er van me MS verwacht werd na het contact PSY BG 13. Het heeft me bewuster MS gemaakt van mijn studiekeuze PSY 14. Ik had het idee dat ik iets BG verkeerds had gedaan of tekort MS
80 40 70
zeer eens
enigszins eens
eens/oneens
enigszins oneens
zeer oneens
Nee
Ja
Uitkomsten gesloten vragen In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen op de gesloten antwoorden in percentages van het totaal per opleiding. In het geval totalen niet optellen tot 100% komt dit door afrondingsverschillen; n = 140, BG n = 72, MS n = 44, PSY n = 24.
20 60 30 0 7 0 1 7 1 4 21 9 4 11 4 10 7 4 0 5 1 21 14 29 32 36 37 4 16 4 0 14 9 4 14 13 0 11 15 65 18
8 7 5 7 25 9 10 16 16 4 18 13 22 7 15 3 11 5 30 14 24 42 27 37 13 27 16 7 23 25 6 27 23 7 23 16 15 16
10 23 15 8 23 19 14 39 27 24 27 16 15 18 15 18 18 12 11 16 14 8 14 18 38 32 40 13 27 24 19 14 23 11 21 16 8 11
28 39 40 49 30 44 61 23 43 38 34 50 35 48 49 36 43 43 26 32 29 17 18 7 33 16 28 36 25 35 51 34 37 44 32 38 8 32
54 25 40 35 16 27 11 2 5 31 9 17 18 21 17 43 23 39 13 25 4 1 5 1 13 9 12 44 11 7 19 11 5 38 14 15 3 23
40
was geschoten PSY BG 15. Ik was bang dat het contact MS nadelige gevolgen kon hebben PSY BG 16. Ik had het gevoel eerlijk en MS open te kunnen zijn PSY 17. Het contact was BG "ondersteunend bij mijn MS studiekeuze" PSY BG 18. Zou je het contact typeren MS als motiverend PSY BG 19. Zou je het contact typeren MS als adviserend PSY BG 20. Zou je het contact typeren MS als informerend PSY
47 53 18 35 0 2 1 1 9 7 3 11 3 1 2 2 0 5 2
34 19 18 30 8 14 5 6 16 16 3 16 9 4 9 10 7 5 8
12 8 7 21 6 16 13 17 34 34 10 23 25 17 30 25 1 25 25
7 15 39 12 44 39 49 47 34 31 51 34 43 49 46 42 49 46 42
zeer eens
enigszins eens
eens/oneens
enigszins oneens
zeer oneens
Nee
Ja
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
1 4 18 3 42 30 32 29 7 13 33 16 19 29 14 21 43 21 23
4.1.4 Uitkomsten kwalitatief onderzoek onder tutoren Alle opleidingen in het onderzoek houden tutorgesprekken c.q. mentorgesprekken. Deze staan in het teken van de eerste ervaringen van de student bij de opleiding. Een moment om de match tussen student en opleiding te evalueren. Uit de gesprekken met de tutoren (c.q. mentoren) bijkt dat het lastig is dat veel studiekeuzegesprekken vlak voor de start van de studie plaatsvinden. Het is dan niet meer mogelijk om nog om te zwaaien. Bij het tutorgesprek ligt dit anders: de student kan dan al plannen maken voor een eventuele switch na het eerste semester. Verder blijkt dat de link met het intakegesprek niet door elke tutor vanzelf wordt gelegd. Als de opleiding wil dat hiermee iets gebeurt, dan dient hiervoor extra materiaal aangedragen te worden en dit vooraf met de tutoren besproken te worden. Enkel informatie op papier lijkt niet voldoende. Hier is helaas niet altijd voldoende tijd voor. Dit heeft zo z’n nadelen voor de tutor: “Een van de studenten was heel ongemotiveerd. Wat ik ook aandroeg, het landde niet. Later is hij ook gestopt. Toen ik daarna keek naar de gegevens uit de intake bleek dat toen al heel duidelijk. Had ik dat geweten, dan had ik me bij dit gesprek meer op m’n gemak gevoeld.” In het tutorgesprek staat over het algemeen het eerste tentamencijfer als gespreksonderwerp centraal. Pas als de tutor zelf actief teruggrijpt naar de adviezen uit het intakegesprek en de link legt met de eerste resultaten, dan wordt het een gespreksonderwerp – de student begint er niet uit zichzelf over (noch in negatieve, noch in positieve zin). Om het invullen van een eventueel intakeformulier naar boven te halen, kan de tutor verwijzen naar unieke vragen uit het formulier. De student moet heel wat formulieren invullen voordat hij begint met
41
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
de studie en haalt dit soms door elkaar. Een ander goed aanknopingspunt in het tutorgesprek is de vraag waar de student was tijdens het invullen van het formulier. Dit blijkt een leuk aanknopingspunt voor de start van het gesprek. Tutoren wijzen erop dat de studie-ervaring noodzakelijk is voor bewustwording. Het heeft geen zin om al tijdens de studiekeuzegesprekken vaardigheidstrainingen onder de aandacht te brengen. Daarvoor is het nog te vroeg. Het tutorgesprek is hiervoor wel het juiste moment. Het effect van het studiekeuzegesprek is dat de student al bij het tutorgesprek meer gebeurtenissen aan zichzelf toeschrijft. “Studenten outsourcen veel. Ze denken dat het veel aan anderen ligt of situaties buiten zichzelf. Het intakegesprek legt deze houding al in de week voor het tutorgesprek. Al tijdens het intakegesprek zeg ik ‘kijk ook eens over 4 weken’.” Bij de tutorgesprekken blijkt het thema binding naar voren te komen. Studenten Media en cultuur en Psychologie geven aan bang te zijn om een nummer te zijn. Juist door dan terug te grijpen naar elementen uit de intakevragenlijst of het studiekeuzegesprek helpt dit studenten zich gekend te voelen. Bèta-gamma studenten geven juist aan dat zij de band met studenten (en docenten) heel prettig vinden. Ook met de gesprekspartner van het studiekeuzegesprek lijkt een betere band te zijn, zij het in beperkte mate: “Ik word niet aangesproken vanuit intake, maar ik herken ze wel. Je zegt ze iets sneller gedag in de gang. Studenten komen meer naar me toe op basis van een gastcollege of als docent.” De academische binding is moeilijker vast te stellen. Bij een opleiding als Media en cultuur – dat geen pendant heeft in het middelbare-school-vakkenpakket en ook maatschappelijk minder bekend is als discipine - blijkt het lastig te zijn om vóór of vlak over de drempel van de poort over te brengen wat het is om geesteswetenschappelijk onderzoek te doen. Dit geldt meestentijds ook nog voor de periode tot aan het tutorgesprek (pas gedurende de propedeuse wordt dit voor studenten duidelijker). Bij opleidingen als Bèta-gamma en Psychologie lijkt dit wat beter toe te lichten en te ervaren, maar studenten beginnen er niet uit zichzelf over. Sommige studenten waren al bij het tutorgesprek vertrokken. Een tutor heeft toen alsnog de gegevens vanuit de intake en het studiekeuzegesprek erbij gepakt: “Het waren heel sociaal wenselijke antwoorden. De studenten kunnen het zelf ook nog erg geloven. Ze menen het wel, maar de studiehouding wijst er niet op. De studenten hebben er zichzelf mee. Ik als mentor had er niet veel aan, maar dat betekent niet dat het niets bij hun teweeg heeft gebracht.”
4.2 Methode en selectie kwantitatieve analyse De kwantitatieve analyse is op basis van twee datasets uitgevoerd: a) Historische data van de opleiding Media en cultuur ten aanzien van intakegegevens, participatiegegevens en studieresultaten over de jaren 2007-2008 en 2008-2009 b) Gegevens uit studielink, gegevens over uitval en studieresultaten voor alle drie de opleidngen. Na tegenvallende resultaten van dataset a volgens reguliere statistische methodes (regressie-analyse) is besloten een methodologisch ander aanpak te kiezen: loglinear modelling. Dit onderzoek is uitgevoerd door een masterstudente statistische methodologie. Hierbij is zij begeleid door een universitair docent methodenleer. Zie voor de volledige analyse bijlage 11. Toelichting loglinear modelling Alle analyses zijn gedaan met MIM, een analyseprogramma ontworpen voor graphical modelling (Versie 3.2.07, Edwards,1990,1995). Modellen zijn verkregen aan de hand van loglinear modelling. Hierbij wordt een optimaal model gezocht vanuit een bepaald startpunt, in dit geval een model waarin
42
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
alle variabelen onafhankelijk zijn van elkaar. Vervolgens wordt stap voor stap getest of er een significante interactie (samenhang, gekozen alpha = 0.05) tussen twee variabelen is die toegevoegd kan worden (Forward methode). Als er meerdere interacties zijn waarmee het model significant beter past, wordt alleen de interactie die de passing van het model het meest verbetert toegevoegd. Met dit nieuwe model wordt de analyse dan voortgezet. Dit proces gaat door tot een model gevonden is waar geen nieuwe significante interacties meer aan toegevoegd kunnen worden. Het eindmodel wordt vervolgens vertolkt in een graaf, een inzichtelijke representatie van het interactiemodel (zie Figuur 1).
Voorbeeld van een graaf. Graaf van het eindmodel van de acht verschillende stata. Een graaf bestaat uit knopen (nodes) en lijnen tussen de knopen (edges). Een knoop representeert een variabele; in dit geval staat knoop a bijvoorbeeld voor variabele 'Intake Systeemstatus'. Een lijn tussen de twee variabelen representeert een directe samenhang of interactie tussen twee variabelen. Uit figuur 1 blijkt dus dat een samenhang is gevonden tussen Intake Systeemstatus en Intake Definitieve Status. Als twee variabelen alleen indirect samenhangen (via een derde variabele), dan zijn de twee variabelen onafhankelijk van elkaar gegeven de derde variabele. Er is bijvoorbeeld een indirecte samenhang tussen Intake Definitieve Status en Systeemstatus op 31 januari. Intake Definitieve Status is onafhankelijk van Systeemstatus op 31 januari gegeven Intake Systeemstatus. Met andere woorden, bij het voorspellen van Systeemstatus op 31 januari voegt kennis van Intake Definitieve Status niets meer toe wanneer Intake Systeemstatus al bekend is. Op deze manier kan dus op een relatief eenvoudige manier onderzocht worden welke variabelen nodig en welke variabelen overbodig zijn voor een bepaalde voorspelling. Een voordeel van deze methode is dat naast dat de relatie van de onafhankelijke variabelen met de afhankelijke variabelen wordt onderzocht, er tegelijkertijd ook rekening wordt gehouden met de relaties van de onafhankelijke variabelen en afhankelijke variabelen onderling. Echter, wanneer er meerdere onafhankelijke variabelen gevonden worden die een afhankelijke variabele kunnen voorspellen, is het niet direct duidelijk welke het 'beste' voorspelt. Dit kan eventueel benaderd worden door te onderzoeken welke interactie het belangrijkst is voor de passing van het model (welke interactie het minst goed gemist kan worden), maar vereist additionele analyses voor een stabieler, generaliseerbaar antwoord. Dataset B – studieresultaten huidige collegejaar Dataset b is geanalyseerd volgens reguliere statistische methodes (regressie analyse). Hierbij dient aangetekend te worden dat op het moment van de analyse (14 februari 2010) nog niet alle
43
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
eindresultaten van de studenten bekend waren. In de nameting kan een complete dataset geanalyseerd worden. 4.2.1 Uitkomsten kwantitatief onderzoek historische data Media en cultuur
Positie van het studentkenmerk ‘gemiddeld examencijfer’ Uit de resultaten blijkt dat wanneer er nog geen informatie beschikbaar is over studenten in het collegejaar zelf, het studentkenmerk 'gemiddelde examencijfer' het beste studieprestatie en studieparticipatie voorspelt. De overige studentkenmerken, intake systeemstatus en de definitieve intake status zijn niet nodig. Echter, wanneer er informatie beschikbaar is over de cijfers van één van de inleidende vakken (Inleiding Geschiedenis, Oriëntatie Film of Oriëntatie Televisie) is dit een betere voorspeller van studieprestatie en studieparticipatie dan het gemiddelde examencijfer. Tevens blijkt dat de definitieve status toegekend door de propedeusecoördinator op 15 januari studieprestatie en participatie in het tweede semester kan voorspellen. De eindcijfers voor de inleidende vakken zijn echter naast de status op 15 januari ook voorspellers van studieparticipatie en prestatie in het tweede semester. Zowel de cijfers als de definitieve status op 15 januari voegen iets unieks toe aan de voorspelling van de afhankelijke variabelen. Deze resultaten blijken zowel uit de analyses met de data uit het collegejaar 2007/2008 als kruisvalidatie analyses met data uit het collegejaar 2008/2009. Dit is een indicatie dat de resultaten gevonden met deze analyses redelijk generaliseerbaar of stabiel zijn. In de praktijk zou dit kunnen betekenen dat lang niet alle studentkenmerken afgenomen hoeven worden voor de start van het collegejaar. Het gemiddelde examencijfer is voldoende. Op basis van dit cijfer kunnen studenten die in een gevarenzone zitten worden gesignaleerd (mogelijk de studenten in de laagste categorie eindexamencijfers, 6 tot 6.5). Dit zijn echter mogelijk erg veel studenten om op gesprek te vragen (+- 60 studenten per jaar). In plaats daarvan zouden mensen op basis van hun eerste tentamencijfer uitgenodigd kunnen worden op gesprek; dit cijfer voorspelt beter de uiteindelijke studieprestatie en participatie van de student dan diens gemiddelde eindexamencijfer. De prestaties en participatie van de studenten in het tweede semester kunnen voorspeld worden aan de hand van de eindcijfers van Inleiding Geschiedenis, Oriëntatie Film en Oriëntatie Televisie en aan de hand van de definitieve status van de student op 15 januari toegekend door de propedeusecoördinator.
44
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
4.2.2 Uitkomsten kwantitatief onderzoek data huidige collegejaar De verzameling van het aantal EC van de deelnemende opleidingen was beperkt uitvoerbaar. Aangezien de snelheid waarmee resultaten binnen de opleidingen bekend zijn verschilde, waren opleidingen onderling niet vergelijkbaar. Belangrijkste conclusies 1) Uit de cijfers zijn vooralsnog geen significante verschillen gebleken tussen studenten die wel of niet op gesprek zijn geweest. Toch blijkt dat daar waar studenten fysiek op gesprek komen een aanzienlijk deel niet begint met de studie. 2) De cijfers van uitval bij Psychologie, waar is gemaild met de student, zijn hoger voor studenten die op gesprek zijn geweest dan voor studenten die niet op gesprek zijn geweest; bij Media en cultuur en Bèta-gamma, waar een fysieke gesprek heeft plaatsgevonden, is de uitval juist lager. Het is echter niet aan te tonen of dit komt door toeval, het gesprek, of door de preselectie op deze studenten. De indruk bestaat echter, dat de hoofdreden hiervoor is dat de student zich door het fysieke gesprek bewuster is geworden over de eigen studiehouding, en hierdoor in een vroeger stadium besluit te kiezen voor een alternatieve studie of te stoppen. 3) Studenten die op gesprek zijn geweest en niet uitvallen scoren wel lager en behalen minder EC dan hun studiegenoten die niet op gesprek zijn geweest. Nota Bene 1 – Bij de nameting zullen de totale gegevens over het huidige academisch jaar worden geanalyseerd. Nota Bene 2 – Het studielinkbestand dat ontvangen is bleek een groot aantal studenten niet te bevatten, waardoor met deze set onvoldoende analyse uitgevoerd kon worden ten aanzien van de verschillen in het aantal studies en instellingen dat een student voor aanvang van de studie heeft overwogen. Ook deze gegevens zullen met de nameting nader worden geanalyseerd. 1. Mogelijke relaties tussen studenten die op gesprek zijn geweest en uitval In totaal is er binnen de drie opleidingen met 343 studenten gesproken; bij Psychologie is dit gesprek per e-mail gevoerd met een select aantal studenten op basis van een risicoprofiel, bij Mediastudies face-to-face met een select aantal studenten op basis van een risicoprofiel, bij Bèta gamma met alle studenten. Verder dient opgemerkt te worden dat Psychologie een numerus fixus heeft, waardoor de opleidingen niet direct te vergelijken zijn. – zie Tabel 1 – Aantallen studenten op gesprek per opleiding Voor de uitval van studenten zijn binnen het onderzoek drie moment gedefinieerd: 1) Op gesprek geweest en niet ingeschreven 2) Op gesprek, ingeschreven maar niet begonnen (geen colleges gevolgd) 3) Op gesprek, ingeschreven en gestopt. Er is niet onderzocht of studenten zijn omgezwaaid naar een andere studie. – zie Tabel 2 Verhouding op gesprek – ingeschreven – gestart – gestopt. Opmerkelijk is dat zowel bij Media en cultuur als Bèta-gamma een aanzienlijk deel van de studenten die op gesprek zijn geweest niet is ingeschreven of niet is begonnen met de studie (11,9% resp. 14,8%). Een veel kleiner deel is wel begonnen, maar toch gestopt (5,9% resp. 3,7%). Het vermoeden bestaat dat het studiekeuzegesprek heeft bijgedragen aan deze keus. Verder is opmerkelijk dat de uitval onder studenten die fysiek op gesprek zijn geweest gemiddeld lager is, dan de uitval onder studenten die niet op gesprek zijn geweest (Media en cultuur respectievelijk Psychologie). Dit is echter niet significant. – zie Tabel 3.a-c. Tabel 1 – Aantallen studenten op gesprek per opleiding Opleiding Totale populatie Gesprek (aantal) aanmelders Psychologie 479 73 Media en 417 135 cultuur Bèta-gamma 135 135
Gesprek (percentage) 15,2% 32,4% 100,0%
45
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Tabel 2 - Verhouding op gesprek – ingeschreven – gestart – gestopt Opleiding A. Op gesprek, B. Op gesprek, C. Op gesprek, D. Op gesprek, Totaal op niet ingeschreven, ingeschreven en ingeschreven en gesprek ingeschreven maar niet gestopt studerend begonnen Psychologie 0 0,0% 0 0,0% 20 27,4% 53 72,6% 73 Media en cultuur 14 10,4% 2 1,5% 8 5,9% 111 82,2% 135 Bèta gamma 18 13,3% 2 1,5% 5 3,7% 110 80,9% 135 Tabel 3.a - Uitval per opleiding* Opleiding Totaal aantal Uitgevallen Uitgevallen (percentage) inschrijvingen Psychologie 479 101 21,1% Media en 385 40 10,4% cultuur Bèta-gamma 117 5 4,3% * Studenten die wel op gesprek zijn geweest maar zich uiteindelijk niet hebben ingeschreven, zijn niet meegeteld in de uitval. Totalen zijn dus gebaseerd op kolommen B, C en D van Tabel 2. Tabel 3.b – Psychologie* Gesproken Niet gesproken Totaal Uitgevallen 20 27% 81 20% 378 Niet uitgevallen 53 83% 325 80% 101 Totaal 73 100% 406 100% 479 Bij Psychologie is van de studenten met wie is gesproken 27% uitgevallen op 31 januari 2010, terwijl van de studenten die niet op gesprek zijn geweest 20% is uitgevallen. Dit is geen significant verschil. * Studenten die wel op gesprek zijn geweest maar zich uiteindelijk niet hebben ingeschreven, zijn niet meegeteld in de uitval. Totalen zijn dus gebaseerd op kolommen B, C en D van Tabel 2. Tabel 3.c - Media en cultuur* Gesproken Niet gesproken Totaal Uitgevallen 8 7% 32 12% 40 Niet uitgevallen 113 93% 232 88% 343 Totaal 121 100% 264 100% 385 Bij Media en cultuur is van de studenten met wie is gesproken en die wel zijn begonnen met de studie 7% uitgevallen op 31 januari 2010, terwijl van de studenten die niet op gesprek zijn geweest 12% is uitgevallen. Dit is geen significant verschil. * Studenten die wel op gesprek zijn geweest maar zich uiteindelijk niet hebben ingeschreven, zijn niet meegeteld in de uitval. Totalen zijn dus gebaseerd op kolommen B, C en D van Tabel 2. Tabel 3.d – Bèta gamma* Gesproken Niet gesproken Totaal Uitgevallen 7 4% nvt nvt 7 Niet uitgevallen 110 96% nvt nvt 110 Totaal 117 100% nvt nvt 117 Bij Bèta gamma is met alle studenten gesproken. Van hen die zijn begonnen met de studie is 4% uitgevallen op 31 januari 2010. * Studenten die wel op gesprek zijn geweest maar zich uiteindelijk niet hebben ingeschreven, zijn niet meegeteld in de uitval. Totalen zijn dus gebaseerd op kolommen B, C en D van Tabel 2. 2. Mogelijke relaties tussen studenten die op gesprek zijn geweest en behaalde studiepunten Studenten die op gesprek zijn geweest en niet zijn uitgevallen scoren gemiddeld lager en behalen gemiddeld minder EC. – zie Tabel 4 - Gemiddelde cijfers en EC. Studenten Bèta-gamma met een
46
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
negatief advies scoren lager dan studenten met een twijfel advies, die weer lager scoren dan studenten met een positief advies. – zie Tabel 5 - Gemiddelde cijfers en EC per type advies Bètagamma. Nota bene – Studenten Psychologie en Media en cultuur zijn voor het gesprek uitgenodigd op basis van een verhoogd risicoprofiel. De opleiding Bèta gamma heeft met alle aanmelders gesproken. Tabel 4 - Gemiddelde cijfers en EC Hieronder staan de gemiddelde cijfers en het gemiddeld aantal EC per opleiding. De studenten die zijn uitgevallen zijn niet meegenomen. Opleiding
Gemiddeld cijfer gesproken 5.0 5.2
Gem. EC Gesproken
% Behaalde EC Gesproken (%) 54.8%* 65.3%**
Gem. Cijfer niet gesproken 5.2 5.8
Psychologie 13.7 Media en 19.6 cultuur Bèta-gamma 6.7 25.1 84.0%*** n/a * Bij Psychologie waren in semester 1 in totaal 25 punten te halen ** Bij Media en cultuur waren in semester 1 in totaal 30 punten te halen *** Bij Bèta-gamma waren in semester 1 in totaal 30 punten te halen
Gem. EC niet gesproken 15.8 22.0 n/a
% Behaalde EC niet gesproken (%) 63.2%* 73.3%** n/a
Tabel 5 - Gemiddelde cijfers en EC per type advies Bèta-gamma Positief advies Twijfel Negatief advies Gemiddeld cijfer 7.0 6.1 5.8 Gemiddeld EC 26.4 22.0 20.8 Aantal studenten 75 28 5
4.3 Effectmeting van de verwachte outcomes in de eigen redeneerketen De effectmeting richt zich op verwachte outcomes zoals genoemd in de eigen redeneerketen. Daarnaast zijn elementen toegevoegd voor onderlinge vergelijkbaarheid van de projecten en hun effecten. Nota bene – Aangezien het onderzoek geen controlegroep kende, de procedures dit jaar niet wezenlijk veranderd zijn en de opleidingen al enige jaren studiekeuzegesprekken houden is de kolom Norm niet ingevuld. Variabele Bèta-gamma
Door aankomend student een beter beeld van studie te geven en te laten reflecteren op eigen motivatie, mogelijkheden en ambities uitval te minimaliseren.
Operationalisatie Vragen naar leren kiezen in studentenvragenlijst en bij interviews met tutoren. Het meten van de uitval.
Norm Studenten herkennen het thema ‘leren kiezen’ in de studentenvragenlijst; tutoren geven aan dat studenten bewust kiezen voor de opleiding. uitval lager dan 20%.
Oordeel ++
47
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Uitkomst
Start communityvorming door persoonlijk gesprek met docent van de opleiding: student voelt zich gezien en deel van de opleiding.
Uitkomst
Studenten die niet uitvallen studeren sneller (er worden meer studiepunten in het eerstejaar behaald)
Zeer goed – het thema leren kiezen werd duidelijk door de studenten herkend. De uitval van 4,3% is bovendien zeer laag. ++ Vragen naar binding in Studenten studentenvragenlijst en bij herkennen het interviews met tutoren thema ‘binding’ in de studentenvragenlijst; tutoren geven aan dat studenten zich gebonden voelen aan de opleiding en zich gezien voelt. Zeer goed – verdere maatregelen om dit volgend jaar nog sterker te laten plaatsvinden zijn in voorbereiding. N.v.t. -Dit was niet te meten, aangezien er geen geschikte controle groep was. -/+ Wel is te constateren dat het + aantal behaalde EC halverwege ++ het jaar zeer hoog is, 25.1 EC van de 30 met als streefcijfer 50 EC voor het gehele eerste jaar.
Uitkomst Psychologie
n.v.t.
Vragen naar binding in studentenvragenlijst en bij interviews met tutoren
Door bij iedereen een intakevragenlijst af te nemen creëren we meer binding met studenten om zo de uitval zo laag mogelijk te houden.
Uitkomst
Studenten herkennen het thema ‘binding’ in de studentenvragenlijst; tutoren geven aan dat studenten zich gebonden voelen aan de opleiding en zich gezien voelt. Uitval lager dan 20%.
+/-
Goed – studenten geven dit expliciet aan. Minder goed – De uitval is dit jaar hoger dan ‘normaal’. De opleiding Psychologie kent gemiddeld 20% uitval in de propedeuse. Het huidige cohort doet het, in vergelijking tot eerdere jaren, onverwacht slecht. (Een mogelijke verklaring is dat de opleiding dit jaar voor het eerst een strenge aanwezigheidsverplichting heeft ingesteld bij de verplichte werkgroepen. Als een student meer dan 3 bijeenkomsten mist dan krijgt de student een negatief BSA. Het is mogelijk dat dit
48
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Door de intake af te nemen kunnen wij risicoprofielen herkennen en waar nodig verwachtingen over de studie bijstellen en waar nodig aanvullend onderwijs aan te bieden met het doel studenten beter te laten studeren (meer ec halen).
Uitkomst
Met de studiebegeleidinggesprekken wordt de binding met de studie verhoogd en zo de uitval verlaagd.
Uitkomst
Daarnaast worden waar nodig studenten doorverwezen naar bijscholingstrajecten om hen beter te laten studeren (meer ec halen).
studenten dit eerder doet besluiten de studie te staken.) We verwachten op 30% uit te komen. De opleiding streeft ernaar de uitval zo veel mogelijk in het 1e semester te laten uitvallen – vroege uitval is beter dan late uitval. Het komende jaar wil de opleiding naar aanleiding van de huidige ervaringen een sterker advies geven voor de poort om studenten die slechte kansen hebben te motiveren niet te starten met de opleiding. +/Vragen naar informatie in Studenten studentenvragenlijst en bij herkennen het interviews met tutoren thema ‘risico in studiehouding’ in de studentenvragenlijst; tutoren geven aan dat studenten zich bewust zijn van risico’s in studiehouding. 60% van de studenten haalt meer dan 45 EC. Goed - Studenten gaven dit nadrukkelijk aan; het gebruik van deze risicoprofielen binnen het tutoraat kan verbeterd worden. Minder goed – zie eerdere opmerkingen bij uitval. + Vragen naar binding in Studenten studentenvragenlijst en bij herkennen het interviews met tutoren thema ‘binding’ in de studentenvragenlijst; tutoren geven aan dat studenten zich gebonden voelen aan de opleiding en zich gezien voelt. Uitval lager dan 20%. Zeer goed – Studenten geven aan dat de intakeprocedure persoonlijk is en men geen nummer is. Tutoren horen dit terug in de tutorgesprekken. Minder goed – zie eerdere opmerkingen bij uitval. +/Vragen naar adviezen in Studenten studentenvragenlijst en bij geven aan interviews met tutoren adviezen te hebben overgenomen in de studentenvragenlijst;
49
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
tutoren geven aan dat studenten adviezen overnemen. Uitval is lager dan 20%. Uitkomst
Met het pre-advies krijgen studenten duidelijke feedback over hun resultaten en studenten die het eerste semester weinig tot geen ec hebben gehaald zullen hierdoor sneller uitvallen.
Uitkomst
Met het bindend studie-advies worden studenten gedwongen boven een bepaalde drempel te komen (meer ec halen) en de studenten die niet geschikt zijn voor de studie vallen verplicht af na een jaar (snellere uitval).
Uitkomst
Voldoende – Adviezen tijdens het studiekeuzegesprek ten aanzien van deficiënties worden door studenten ter harte genomen. Vroege adviezen ten aanzien van studievaardigheden blijven niet direct hangen; ervaring is nodig om dit type advies ter harte te nemen. Op dit laatste type advies wordt teruggekomen in de tutorgesprekken waarbij het meer effect lijkt te hebben. Minder goed – zie eerdere opmerkingen bij uitval. Het pre-advies heeft ten tijde van de meting nog niet plaatsgevonden
N.v.t Het Bindend StudieAdvies heeft ten tijde van de meting nog nog niet plaatsgevonden
N.v.t
Media en cultuur
Studenten worden zich beter bewust van de werkelijke inhoud van de opleiding, waarmee zij hun studiekeuze bekrachtigen of besluiten een andere studie te volgen.
Uitkomst
Vragen naar academische binding in studentenvragenlijst en bij interviews met tutoren
Studenten herkennen het thema ‘academische binding’ in de studentenvragenlijst; tutoren geven aan dat studenten zich academisch gebonden voelen aan de opleiding en zich gezien voelt.
-/+
Verbeteringen mogelijk – Het blijft moeilijk om de betekenis van geesteswetenschappelijk onderzoek over te dragen aan beginnende studenten; volgend jaar zullen meer ‘academisch’
50
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
gerichte vragen in de intake worden opgenomen.
Studenten worden zich bewust van hun eigen studiegedrag en passen dit tijdig aan.
Uitkomst
Studenten zijn zich gedurende de propedeuse eerder bewust van mogelijke problemen in de eigen werkhouding en passen dit tijdig aan of besluiten eerder te stoppen met de studie.
Uitkomst
Vragen naar adviezen in studentenvragenlijst en bij interviews met tutoren
Studenten geven aan adviezen te hebben overgenomen in de studentenvragenlijst; tutoren geven aan dat studenten adviezen overnemen.
+
Goed – bewustwording lijkt al vroeg op gang te komen; dit wordt versterkt door gericht onderwijsbeleid. Kan verder verbeterd worden door een sterkere koppeling tussen studiekeuzegesprekken en tutorgesprekken. + Vragen naar adviezen in Studenten studentenvragenlijst en bij geven aan zich interviews met tutoren. bewust te zijn van de eigen werkhouding in de studentenvragenlijst; tutoren geven aan dat studenten zich bewust zijn van hun werkhouding. Goed – bewustwording lijkt al vroeg op gang te komen; dit wordt versterkt door gericht onderwijsbeleid. Kan verder verbeterd worden door een sterkere koppeling tussen studiekeuzegesprekken en tutorgesprekken.
Algemeen Effect van studiekeuzegesprekken op studiesucces.
Zie de uitwerking in § 4.2.2. Preadviezen zijn nog niet afgegeven.
Oordeel van de deelnemer (student en/of studiestaker en/of niet inschrijver)
Positief – zie de uitkomsten van de studenten-enquete en § 4.1.3.
Oordeel van de gespreksvoerders
Positief – zie § 4.1.4
N.v.t.
n/a
51
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Deel 5: Procesevaluatie Doel: inzicht geven in hoe het arrangement heeft gefunctioneerd, wat goed is bevallen, wat verbeterd kan worden, alsmede de lessons learned en do’s & don’ts van het uitgevoerde arrangement. Dit hoofdstuk bevat een procesevaluatie van de drie opleidingen. 5.1 Bèta-gamma Reflectie terug Gerealiseerd ontwerp
Er waren geen tussentijdse aanpassingen in het ontwerp. Het afnemen van de studiekeuzegesprekken is een klus die door ervaren intakers gedaan wordt. Nieuwe intakers lopen eerst mee om de kneepjes van het vak te leren en gaan daarna voortvarend aan de slag.
Uitvoeringsproblemen
Er waren geen uitvoeringsproblemen.
Uitvoeringssuccessen
De uitvoering ging zoals verwacht.
Risicoprofielen
De opleiding Bèta-gamme werkt niet met risicoprofielen; iedereen moet op gesprek komen
Kosten
De kosten waren conform de kostenberekening.
Eindoordeel
De studiekeuzegesprekken zijn succesvol verlopen. Elke student die bij ons studeert is op gesprek geweest. Niet iedereen heeft ook een positief advies gehad. In een later stadium wordt onderzocht of er verschil in studieprestaties is tussen studenten met een positief/negatief of ‘twijfel’ advies.8
Reflectie vooruit Verbeteringen
Volgend jaar gaan we de studiekeuzegesprekken op dezelfde wijze organiseren. We gaan wel kijken naar nieuwe afbeeldingen (die aanleiding voor studenten zijn voor het schrijven van een essay), zodat intakers ook wat variatie krijgen in wat ze moeten lezen.
Lessons learned
Studiekeuzegesprekken zijn een handig hulpmiddel om het aantal inschrijvingen te monitoren.
Do’s
Een uitgebreide intake
Don’ts
Geen
Nog verder Schaalbaarheid
Het voeren van studiekeuzegesprekken is al onderdeel van de staande organisatie en hoeft dus niet verder te worden opgeschaald.
Overdraagbaarheid
Overdraagbaarheid aan andere opleidingen hangt af van het belang (ook in financiële middelen) dat wordt gehecht aan een persoonlijk studiekeuzegepsrek. Indien er genoeg intakers kunnen worden ingezet is onze procedure eenvoudig door een andere opleiding te gebruiken.
8
In het nog te schrijven hoofdstuk 4.
52
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
5.2 Psychologie Reflectie terug Gerealiseerd ontwerp
De procedure is over het algemeen gegaan zoals gepland. Er waren wat technische problemen met het digitale intakeformulier, maar dat heeft het proces niet in de weg gestaan. Vanwege de hoge werkdruk is besloten om uitsluitend per mail op de intakevragenlijsten te reageren. Daardoor was het voor de intake officers makkelijker om de controle over de communicatie te bewaren. De telefoongesprekken die zijn gepleegd waren op initiatief van de student. Vanwege het grote aantal aanmelders via de tweede loting (uitgeloot voor geneeskunde of tandheelkunde) is besloten om een extra voorlichting in te plannen voor deze groep. We hebben in deze voorlichting gehamerd op het maken van een weloverwogen studiekeuze en hebben hen een indruk gegeven van de opbouw van de studie psychologie. Daarnaast hebben de aankomend studenten de mogelijkheid gekregen de studieboeken te bekijken en vragen te stellen. Na deze voorlichting is de studenten gevraagd nogmaals expliciet voor de studie psychologie te kiezen, ervan af te zien, of er nog enkele dagen over na te denken. Alle aanwezigen hebben na de bijeenkomst expliciet gekozen om de studie psychologie te gaan doen en zijn ook allen komen studeren. Met een enkeling die niet op de voorlichtingsbijeenkomst kon zijn hebben we een telefonisch gesprek gevoerd over het keuzeproces van de student. Eén student heeft vervolgens besloten om toch een andere studie te gaan doen.
Uitvoeringsproblemen
De digitale vragenlijst was uitgebreid ten opzichte van vorig jaar, waardoor we meer relevante informatie ontvingen. Dat is een pluspunt, maar een nadeel hierbij was dat de werkdruk aanzienlijk omhoog ging. Daarnaast hebben technische problemen voor extra werk gezorgd; van veel studenten kwam bijvoorbeeld de foto niet door en al deze studenten zijn gemaild, terwijl zij niet per se in een risicogroep zaten. De administratiepagina van de digitale vragenlijst werkte erg langzaam wat voor frustratie en extra werk en tijd heeft gezorgd. Door een overschrijffout is belangrijke data overgeschreven. De studenten die in een risicogroep zitten zijn na een bevredigende reactie in het systeem op ‘ok’ gezet om informatieverschaffing te vergemakkelijken, maar daardoor werd het achteraf moeilijk te achterhalen of een student ooit in een risicogroep heeft gezeten wat voor het onderzoek uiteraard essentieel is. Door middel van oude versies checken en het nalezen van e-mail zijn die gegevens weer achterhaald. Dat is uiteindelijk succesvol geweest, maar heeft wel veel tijd gekost.
Uitvoeringssuccessen
Zoals hierboven aangegeven is de vragenlijst verbeterd ten opzichte van vorig jaar. Door uitgebreidere motivatievragen kwam er een beter beeld van de student naar voor en konden bij enkelen sociaal wenselijke antwoorden herkend worden. Zo schreef een student bij de vraag waarom zij voor psychologie had gekozen dat psychologie de enige studie voor haar is en dat ze nooit iets anders zou kunnen doen terwijl zij ook had aangegeven het jaar daarvoor met de studie Frans te zijn begonnen. Het e-mailen is misschien minder persoonlijk (hoewel soms ook persoonlijker) dan bellen, maar het was erg prettig om de communicatie bewaard te hebben en ook de eigen antwoorden te kunnen nalezen.
Risicoprofielen
Onze risicoprofielen waren in de digitale vragenlijst blijkbaar te scherp afgesteld, want alle aanmelders kregen de code ‘pas op’, waarschijnlijk door een systeem-technische instelling. Dit heeft verder niet voor
53
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
problemen gezorgd omdat toch alle vragenlijsten bekeken werden en het met name van belang was om op datum van het invullen van de vragenlijst te reageren. Studenten die de vragenlijsten als eerste hadden ingevuld kregen ook het eerst bericht of zij nu in een risicogroep zaten of niet. Dat was niet alleen netjes ten opzichte van de student, maar het scheelde ook werk omdat er altijd een groep assertieven is die gaat bellen en/of mailen zodra ze te lang niets horen op hun vragenlijst. We hebben niet alle aanmelders gemaild die de code ‘pas op’ kregen van het digitale systeem. Waardoor alle aanmelders de code ‘pas op’ kregen is nog niet duidelijk. Waarschijnlijk door een systeem-technische instelling. Kosten
De kosten waren conform de kostenberekening.
Eindoordeel
Los van de vervelende fout van het overschrijven van de data en de frustratie over de lage sneldheid van de administratie omgeving van de digitale vragenlijst kunnen we tevreden zijn over het verloop van de intake.
Reflectie vooruit Verbeteringen
Nu hebben we alle aanmelders die aangaven van plan te zijn lid te worden van een studentenvereniging een algemene waarschuwing gestuurd over de ontgroening bij studentenverenigingen. Daarmee hebben we sommige aanmelders onnodig bang gemaakt. Uit hun geschrokken reactie bleek vaak dat zij niet lid wilden worden van een studentenvereniging, maar van een studievereniging of zelfs gewoon een cursus bij CREA wilden doen. Volgend jaar willen we de waarschuwing specificeren naar de verenigingen waar we ook dit jaar weer problemen mee hebben gehad. Verder moet uit de gegevens van de tweede loters (uitgeloot voor geneeskunde of tandheelkunde) blijken of onze interventie enig nut heeft gehad. Als dat niet zo blijkt te zijn krijgen ook zij alleen een schriftelijke waarschuwing. Er is nu namelijk erg veel tijd gaan zitten in deze groep en aangezien zij vaak toch een volgend jaar weer meeloten voor geneeskunde zijn zij niet een heel dankbare groep. Ook moeten we overwegen om in de drukste periode meer mensen in te schakelen voor het verwerken van de vragenlijsten, bijvoorbeeld studieadviseurs. Nu duurde het in de piekperiode te lang voordat studenten een reactie kregen.
Lessons learned
Dat hoe meer je vraagt aan aanmelders, hoe meer antwoord je krijgt. Dit is informatief maar levert ook veel werk op. Aan dit onderzoek om te laten zien of dit werk ook wat heeft opgeleverd. Daarnaast hebben we geleerd dat de typische psychologiestudent graag met mensen werkt en een luisterend oor biedt aan vrienden met problemen!!
Do’s
Per mail communiceren om zo zoveel mogelijk data te bewaren op een betrekkelijk eenvoudige manier. Bedenk van tevoren ook goed hoe je administratie gaat werken. Een overzichtelijke lijst waar alle informatie wordt bewaard is onontbeerlijk bij grote aantallen aanmelders.
Don’ts
Het proces ingaan zonder van te voren het hele proces een keer door te lopen. Kijk naar de techniek die je hebt en probeer in te schatten of die toereikend is. Bedenk van te voren welke data je nodig hebt aan het eind van het traject.
Nog verder
54
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Schaalbaarheid
Het voeren van intakes is al onderdeel van de staande organisatie en hoeft dus niet verder te worden opgeschaald.
Overdraagbaarheid
Het systeem van psychologie is goed overdraagbaar aan andere instellingen. Bij kleinere instellingen is het beter om iedere student persoonlijk te benaderen. De uitkomsten van de evaluatie zijn nog niet binnen, maar als aanmelders reageerden op het feit dat zij persoonlijk aangeschreven waren was dat altijd positief. Ter illustratie: ‘Oh, ik wist niet dat iemand mijn antwoorden ook echt las. Wat goed. Ik heb wel echt zin in de studie hoor, ik ben alleen nooit zo goed in verandering, toen ik klein was wilde ik ook al nooit jarig zijn, want ik wilde niet ouder worden.’
5.3 Media en cultuur Reflectie terug Gerealiseerd ontwerp
De vragenlijst was wat verbeterd t.o.v. vorig jaar waardoor misverstanden werden weggenomen die anders wellicht tot een oproep voor een gesprek zouden hebben geleid, bijvoorbeeld de vraag over toekomstige tijdsbesteding. Ook was de lijst dit jaar uitgebreid met een paar beschouwende vragen. Geïnspireerd door de meer inhoudelijk gerichte intake van de Bèta-gamma’s, is studenten voor het eerst gevraagd kort iets te zeggen over de rol van de audiovisuele media in de maatschappij. Ook is gevraagd naar relevante hobby’s en interesses. De bedoeling van beide vragen was een indruk te krijgen van de academische/intellectuele gerichtheid van de aanstaande student. De brieven waren iets beter geformuleerd en hier en daar wat vriendelijker getoonzet. Er is een nieuw ontwerp gemaakt van de zogenaamde mailmergeprocedure: het opmaken van de uitgaande brieven. Door een zeer grote toename van het aantal aanmeldingen (ca. 25% meer) kwam druk te staan op het beleid voor het uitnodigen voor gesprekken. Omdat er van tevoren een zekere capaciteit was afgesproken voor het voeren van gesprekken, ontstond op een gegeven moment de neiging twijfelgevallen de definitieve status ‘pas op’ te geven i.p.v. ‘gesprek’. Daar kwam bij dat er personeelsproblemen waren bij het onderwijssecretariaat, die er toe leidden dat studenten te laat voor gesprekken werden uitgenodigd. Zo dreigde een stuwmeer te ontstaan tegen einde augustus. Op basis van materiaal van de Bèta-gamma’s was een protocol gemaakt voor de gesprekken, mede met het oog op overdraagbaarheid in de toekomst. Voor het eerst is studenten gevraagd een foto mee te sturen. Dit met het oog op het aanleggen van een ‘smoelenboek’ en het vervaardigen van presentielijsten met foto’s zodat docenten de namen van studenten sneller kunnen leren.
Uitvoeringsproblemen
De beschouwende vragen leverden helaas vooral algemeenheden en sociaal wenselijke antwoorden op. In een enkel geval slechts kwam een alarmerend beeld naar voren dat leidde tot een gesprek. De nieuwe mailmerge-procedure bracht geen handiger connectie tussen de eerste beoordeling van de intakegegevens en het opmaken van de uitgaande brieven. Integendeel, er zat te veel tijd tussen de beoordeling en de controle van de brieven. Hierdoor moest al het materiaal in feite
55
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
twee maal bekeken worden. De werkdruk ging dan ook omhoog. De foto kwam te vaak niet door en/of zorgde er voor dat studenten hun formulier niet konden uploaden. Dit dwong ons dit element gedurende de zomer te verlaten. Het gespreksprotocol werkte niet. De achtergrond van de studenten werd als te divers ervaren voor een dergelijk ‘keurslijf’. Een paar suggesties voor gespreksonderwerpen, een gespreksvolgorde en een aanwijzing voor de registratie van gespreksgegevens bleek voldoende te zijn. Een aantal gesprekken was achteraf overbodig omdat er misverstanden in het spel waren. Volgend jaar zou geëxperimenteerd kunnen worden met een mailwisseling voorafgaande aan (bepaalde) gesprekken. Zo zou gepeild kunnen worden of een gesprek echt noodzakelijk is of volstaan kan worden met een zogenaamde pas op-brief. De concentratie van gesprekken in augustus zet druk op de vaststelling van de definitieve intakestatus; het is beter gesprekken over de zomer te spreiden. Overigens vinden sommige studenten het ook onplezierig zo’n belangrijk gesprek te hebben vlak voor aanvang van de studie. Medio september hebben sommige studenten die volgens onze administratie geen intake hadden gedaan, geclaimd wél een intakeformulier te hebben ge-upload. Omdat de waarheid niet met zekerheid is vast te stellen, zijn deze studenten alsnog tot de procedure toegelaten. Hier zit in principe een lek in het systeem. Ook is vastgesteld dat studenten gedurende de inschrijving maar vóór het moment dat zij worden uitgenodigd het intakeformulier in te vullen, onjuiste c.q. verwarrende informatie krijgen, die vervolgens weer leidt tot claims van studenten ná 1 september. De Centrale Studentenadministratie spreekt van het afronden van de procedure voor 31 augustus. Maar de deadline van Media en cultuur ligt eerder. Studenten die op 31 augustus een formulier invullen zijn te laat. De gesprekken moeten immers uiterlijk in de laatste week van augustus plaatsvinden. Verder wordt bij Studielink soms ingeschreven voor de verkeerde fase van de opleiding. Dit komt waarschijnlijk doordat aanmelders verkeerd in een rolmenuutje scrollen. Hierdoor missen sommige studenten de oproep voor de intakeprocedure. Uitvoeringssuccessen
Makkelijk was, dat er inmiddels zoveel ervaring met het intakesysteem is opgedaan dat tegenvallers goed waren op te vangen en tientallen gesprekken met een zekere routine georganiseerd konden worden. De administratie van de gehele intakeprocedure is vastgelegd in een protocol. Dit is dit jaar verbeterd en werkte goed. De nieuwe formuleringen van de brieven leidden tot minder weerstand bij het gesprek. Hoewel er op een gegeven moment de neiging bestond twijfelgevallen de definitieve status ‘pas op’ te geven i.p.v. ‘gesprek’, zijn er in 2009 veel meer gesprekken geweest dan in 2008. Dit kwam ten eerste omdat het team van gespreksvoerders met een collega uitgebreid kon worden. Zij volgt een coachingsopleiding en kon in de gesprekken praktijkervaring opdoen. Dit was een welkome verlichting van de werkdruk. Ten tweede hebben de andere gespreksvoerders zonder mopperen extra gesprekken aanvaard. De intakegegevens zijn dit jaar snel in een nieuwe versie van de zogenaamde Propedeusemonitor ingevoerd. Vorig jaar moest hiervoor nog de beste vorm worden gevonden. In beginsel kunnen tutoren nu
56
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
meteen over de verzamelde informatie beschikken. Opnieuw is dit jaar gebleken dat studenten die de intakeprocedure zeer laat of zelfs te laat doorlopen, een zeer hoog risicoprofiel hebben. Deze constatering vergemakkelijkt selectie in de toekomst. Risicoprofielen
Afgaande op de gespreksresultaten waren studenten, in het algemeen, terecht uitgenodigd voor een gesprek, enkele misverstanden daargelaten. Sommige studenten werden voor een gesprek uitgenodigd omdat zij het intakeformulier niet serieus namen en flut- of schertsantwoorden gaven. Een mailwisseling vóór het gesprek zou misschien uitkomst hebben geboden. Ook zou het interessant zijn het studiegedrag van deze studenten als aparte categorie verder te volgen. Studenten met risico-elementen maar met een gymnasium vooropleiding en/of een eindexamencijfer hoger dan 7,5 hoeven niet op gesprek te komen.
Kosten
De kosten waren conform de kostenberekening.
Eindoordeel
Er is tevredenheid over de gang van zaken van het afgelopen jaar. Ondanks een explosieve stijging van de studentenaantallen is de intake niet alleen voorspoedig maar ook in verbeterde vorm verlopen.
Reflectie vooruit Verbeteringen & Lessons learned
De flessenhals bij het onderwijssecretariaat (dat uitnodigingen verstuurt) moet weggenomen worden. De gesprekken kunnen beter over de zomer worden verspreid en moeten zeker niet alleen vanaf medio augustus plaatsvinden. Aanstaande studenten beschikken nog niet over de mogelijkheden over mediagebruik te spreken zonder in algemeenheden en clichés te vervallen. We moeten verder zoeken naar mogelijkheden een indruk te krijgen van de academische/intellectuele gerichtheid van studenten. Nogal wat studenten zien geen onderscheid tussen inschrijving en intake; het is voor hen niet duidelijk wanneer zij aan alle verplichtingen hebben voldaan. Op de vraag naar verplichtingen buiten de studie (baantjes) komen uitsluitend sociaal wenselijke antwoorden (‘alleen als de studie het toelaat’). Sommige studenten zijn door hun ouders zó in een stolp gekoesterd dat zij geen enkele administratieve ervaring hebben. Zij zijn zorgvuldig buiten de volwassen wereld gehouden en kunnen niet omgaan met formulieren of het zelfstandig maken en nakomen van afspraken. Wanneer het mis gaat, springt Vader er weer tussen. Het zou interessant zijn het studiegedrag van deze studenten als aparte categorie verder te volgen. Brieven blijven opgeopend liggen als studenten op vakantie zijn of niet geleerd hebben dat je ze zelf moet openen als je 18 bent geworden. We moeten stoppen met brieven sturen en uitsluitend met studenten communiceren in de intakeprocedure via de mail.
Do’s
Nogal wat studenten zeggen dat uit de intake aandacht spreekt voor het individu. Wie eerder een (grootschalige) opleiding volgde, zegt zoiets niet gewend te zijn en prettig verrast te zijn. Gesprekken voeren dus (of met ze mailen). Schep geen ruimte tussen de eerste beoordeling van de intakegegevens en het opmaken van de reactie (brief of mail).
57
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
Spreid de gesprekken over een langere periode. Studenten en vooral ouders van studenten die te laat zijn voor de intakeprocedure kunnen medewerkers onder grote en vaak onplezierige druk zetten. Wees daarop voorbereid. Durf nee te zeggen als dat moet. Don’ts
Vraag geen ongeteste en van techniek afhankelijke stappen, zoals het meesturen van foto’s. Stuur geen brieven.
Nog verder Schaalbaarheid
Een mogelijke opschaling binnen Media en cultuur is het voeren van gesprekken met alle eerstejaars studenten.
Overdraagbaarheid
Ons intakeformulier, de brieven, het administratief protocol en onze Propedeusemonitor zijn goed overdraagbaar aan andere opleidingen.
58
PRAKTIJKBESCHRIJVING STUDIEKEUZEGESPREKKEN UVA
BIJLAGEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Intakeformulieren Gespreksrichtlijn Bèta-gamma Workflow intake Bèta-gamma Redeneerketen Bèta-gamma Workflow intake Psychologie Redeneerketen Psychologie Workflow intake Media en cultuur Redeneerketen Media en cultuur Vragenlijst studenten kwalitatief onderzoek Labelling resultaten vragenlijst studenten
59