OW 10.823
Studiekeuzegesprekken: wat werkt?
Boeien en Binden Praktijkbeschrijving Datum: 14 april 2010
Kennismakingsgesprekken bij Fontys Hogescholen
Penvoerende instelling: Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT) Projectleiders: Ivonne Jürgens, Fontys, Dienst Onderwijs & Onderzoek Michel van Gessel, FLOT
OW 10.823
Inhoudsopgave Inleiding ...........................................................................................................................................3 Doelstellingen ..................................................................................................................................3 Definiëring van begrippen ...............................................................................................................3 Deel 1: Contextbeschrijving ............................................................................................................5 Deel 2: Redeneerketen .....................................................................................................................10 Deel 3: Operationalisering van het gekozen arrangement studiekeuzegesprekken .........................12 Deel 4: Resultaatevaluatie................................................................................................................18 Deel 5: Procesevaluatie....................................................................................................................41
BIJLAGEN Bijlage 1: onderzoeksmodel Bijlage 2: kostenraming kennismakingsgesprekken instroom 2010, HS ICT Bijlage 3: kennismakingsgesprekken Fontys TNW-AS juni 2009
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
2
OW 10.823
Inleiding Het project wil aspirant-studenten vroegtijdig boeien en binden aan de exacte opleidingen van Fontys. Voor aanvang van de studie wordt de student in een persoonlijk gesprek voorzien van informatie op maat en kan worden ingegaan op specifieke, individuele vragen over de opleidingmogelijkheden binnen het exacte domein. De gesprekken zullen worden gevoerd door studieloopbaan begeleiders, docenten en ouderejaars studenten. Zo krijgen de opleidingen een gezicht en kan de student zich snel verbonden voelen.
Doelstellingen Het project streeft vier doelen na: 1. Bevestigen van de keuze voor een exacte studie; 2. Twijfel en verkeerde verwachtingen van een exacte studie in een vroeg stadium vaststellen en wegnemen; 3. Realiseren van sociale binding in een vroeg stadium; 4. Keuzeswitchers behouden voor het exacte domein.
Definiëring van begrippen. Beperkt tot bètastudies. Vijf alternatieve routes bij uitval: 1. Blijft binnen Fontys, blijft binnen bètabereik; 2. Blijft binnen Fontys, zet studie voort buiten bètabereik; 3. Zet studie voort buiten Fontys, binnen bètabereik; 4. Zet studie voort buiten Fontys en buiten bètabereik; 5. Staakt studie. In ons onderzoek onderscheiden we naast de studievoortzetters, alleen de wisselaars (switchers) binnen Fontys binnen bètabereik, en overigen (alternatieve route 2 – 5). Definitie uitval Binnen het Fontys project Uitvalpreventie en Studiesucces (UP&SS) heeft elke techniekopleiding van Fontys Hogescholen een uitvalpreventieplan opgesteld. Hierin wordt een reeks onderling samenhangende maatregelen beschreven die moeten leiden tot terugdringing van uitval tijdens de studie. In de plannen wordt het begrip uitval aldus gedefinieerd: Uitval is het verschil tussen de eerste inschrijvingen per 1-10-20xx en 1-10-20xx+1. Er worden verfijningen toegepast voor uitschrijvingen vóór de derde periode (1-2-20xx+1) en studenten die een bindend afwijzend studieadvies (BSA) krijgen.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
3
OW 10.823
Definitie 1) Ingeschreven per 01-10-20xx
2) Gestopt voor 3e periode 01-02-20xx+1 3) Bindend afwijzend advies binnen het 1e jaar van inschrijving 4) Geslaagd voor de propedeuse binnen het 1e jaar van inschrijving 5) Herinschrijving per 01-10-20xx+1 6) Uitval na 1 jaar 7) Gestopt gedurende 2e jaar van inschrijving
8) Bindend afwijzend advies in het 2e jaar van inschrijving 9) Geslaagd voor de propedeuse in het 2e jaar van inschrijving 10) Herinschrijving per 01-10-20xx+2 11) Berekende percentages
Omschrijving 1) Studenten die zich voor de eerste maal inschrijven in de propedeuse voor de betreffende opleiding en studenten die tussentijds instromen (na datum 01-10-20xx) en voor wie het mogelijk is de propedeuse te behalen in studiejaar 20xx / 20xx+1 2) Studenten die met hun opleiding (voortijdig) stoppen voor 01-02-20xx+1 3) Studenten die ingeschreven zijn en van de opleiding uiterlijk 31-08-20xx+1 een bindend afwijzend advies ontvangen 4) Studenten die in het studiejaar 31-08-20xx+1 de propedeuse behalen 5) Studenten volgens definitie 1 die zich per 01-1020xx+1 opnieuw hebben ingeschreven 6) Het verschil tussen 1) en 5) 7) Studenten die zich op enig moment uitschrijven in het 2e jaar van inschrijving en geen bindend afwijzend advies van de opleiding hebben ontvangen 8) Studenten die ingeschreven zijn en van de opleiding uiterlijk 31-08-20xx+2 een bindend afwijzend advies ontvangen 9) Studenten die in het 2e jaar van inschrijving de propedeuse behalen 10) Studenten volgens definitie 1 die zich per 01-1020xx+2 opnieuw hebben ingeschreven 11) Alle percentages worden berekend waarbij het aantal studenten volgens definitie 1 op 100% wordt gesteld
Definitie switchen (doelstelling 4, zie blz. 3): Studenten die voor het begin van de derde periode hun studie voortzetten binnen een andere studie bij Fontys (zie blz. 3: alternatieve routes 1 – 4).
Doelgroep: In dit project worden in principe alleen de ingeschreven voltijd studenten met vooropleiding Havo betrokken. De meeste instituten die deelnemen aan het project bieden zowel voltijd- als deeltijdstudies aan. Bij de PTH is de doelgroep zo gering dat in deze groep van 7 ook deeltijders en mbo-studenten zijn meegenomen.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
4
OW 10.823
Deel 1: Contextbeschrijving Aan dit project nemen vijf hogescholen deel, te weten: - Hogeschool ICT (Bedrijfskundige informatica, Technische informatica en Informatica); - Hogeschool voor Toegepaste Natuurwetenschappen, TNW (Applied Science); - Lerarenopleiding Tilburg, FLOT (voor de vakken Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde, Techniek en Bedrijfswiskunde); - Pedagogisch Technische Hogeschool, PTH (voor de vakken werktuigbouwkunde, elektrotechniek, bouwkunde en –techniek, automotive, horeca en ICT). NB: Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de Hogeschool voor Engineering (Werktuigbouw en Electro) ook deel zou nemen aan het project. Deze HS is echter bij de start afgehaakt vanwege andere prioriteiten.
Voor elke van de deelnemende hogescholen is een contextbeschrijving gemaakt. In deze beschrijvingen zijn op sommige plaatsen meerdere kengetallen ingevuld. Zo is er op 3 juni 2009 een query gemaakt uit studielink, op basis waarvan het aantal inschrijvingen voor elk deelnemend instituut kon worden vastgesteld. Bij TNW was ook het aantal inschrijvingen voor het cohort 2007-2008 te achterhalen. Dit cohort is het meest recente cohort waarvan het propedeuse-studierendement na één en na twee jaar is vast te stellen. Bij de FLOT is ook een query gemaakt van het aantal inschrijvingen op 1 september 2009. Hieruit is af te leiden dat er tussen juni en september nog flink wat studenten bij komen. Ten slotte is het bijna onmogelijk gebleken om bij alle instituten rendementscijfers voor de propedeuse te achterhalen. Er bestaat tussen de instituten geen eenduidigheid over de registratie hiervan. Ook binnen de instituten is er weinig zicht op de plek waar gegevens ten aanzien van propedeuserendement worden opgeslagen. Dit is alvast een opvallende conclusie. Intussen is dit een issue geworden dat alle aandacht heeft van de Raad van bestuur van Fontys. Er is een functionaris aangesteld die o.a. de opdracht heeft gekregen om ‘door de bomen het getallenbos weer zichtbaar te maken’. Het doel is om in studiejaar 2011-2012 de nu nog gescheiden systemen met aan de ene kant de ‘cijferboekhouding’ van elk instituut en aan de andere kant de centrale Fontys database Peoplesoft gecombineerd te hebben tot één duidelijk systeem dat transparant en eenduidig is, zowel voor administraties als voor docenten en studenten. Bij Fontys wordt bij inschrijving niet verplicht om de herkomst van de student aan te geven. Op vrijwillige basis kan aangegeven worden wat voor beide ouders het land van herkomst is. Er zijn bij Fontys centraal geen officiële gegevens beschikbaar over het percentage binnenlandse en buitenlandse studenten.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
5
OW 10.823
Instelling Soort instelling Soort opleiding
Locatie Aanmeldingen Applied Science d.d. 8-4-2009 Algemene kenmerken van de studenten binnen deze opleiding (huidige populatie Applied Science) studiejaar 08-09, per sept. studiejaar 08-09, per sept.
HBO Fontys Hogeschool voor Toegepaste Natuurwetenschappen Bachelor opleiding Applied Science voltijd Specifieke toelatingseisen: havo- of vwo- diploma, profiel NG of NT mbo-diploma niveau 4 Eindhoven, Rachelsmolen 1, gebouw R1 61
- Binnenlandse studenten per sept.2008: 92,5% (98) - Buitenlandse studenten per sept. 2008: 7,5% (8) - Jongens per sept. 2008: 69% (73) - Meisjes per sept. 2008: 31% (33) - Gemiddelde leeftijd: 19,6 jaar (tussen 18 en 28 jaar) Vooropleiding*: Havo 66% (69) Vwo 6% (6) Mbo 25% (26, waarvan21 verkorte leerroute) Div 4% (4) * percentages zijn naar boven afgerond Data instroom september / februari (geen apart curriculum) Gemiddeld Propedeuserendement Cohort Na 1 jaar Na 2 jaar 2006 39% 64% 2007 19% 60% 2008 40% (Gemiddeld) percentage uitvallers Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 8% bij Applied Science Uitval na 2 jaar, cohort 2007: 16% Uitval na 1 jaar, cohort 2008: 17% Specifieke risicogroepen - Studenten met een te laag wiskundeniveau, natuurkundeniveaus - Dyslectische studenten - Studenten met een stoornis binnen het autistisch spectrum Bijzonderheden TNW omvat de studierichtingen: - Technische Natuurkunde; - Applied Science (doet mee aan pilot project Boeien en Binden).
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
6
OW 10.823
Instelling Soort instelling Soort opleiding
Locatie Aanmeldingen aanmeldingen 3 juni 2009 totaal aanmeldingen 3 juni 2009 fulltime Algemene kenmerken van de studenten binnen deze opleiding vooropleiding gemiddelde leeftijd (3 juni 2009, F) Datum instroom Gemiddeld Propedeuserendement (cohort 20072008) Gemiddeld percentage uitvallers
Specifieke risicogroepen Bijzonderheden
HBO Fontys Hogeschool ICT voltijd en deeltijd geen specifieke toelatingseisen Eindhoven 379 354 Binnenlandse / buitenlandse mbo, havo, vwo, buitenlands diploma, colloquium doctum 20,28 September nb* nb Informatica Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 29% Uitval na 2 jaar, cohort 2007: 40% Uitval na 1 jaar, cohort 2008: 38% Bedrijfskundige informatica Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 29% Uitval na 2 jaar, cohort 2007: 40% Uitval na 1 jaar, cohort 2008: 38% Technische informatica Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 26% Uitval na 2 jaar, cohort 2007: 34% Uitval na 1 jaar, cohort 2008: 25% nb de doelgroep omvat de studierichtingen: - Informatica; - Bedrijfskundige informatica; - Technische informatica.
* nb = niet bekend
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
7
OW 10.823
Instelling Soort instelling Soort opleiding
Locatie Aanmeldingen (3-6-2009; 1-9-2009) Natuurkunde/Scheikunde/Techniek Wiskunde Bedrijfswiskunde Algemene kenmerken van de studenten binnen deze opleiding vooropleiding gemiddelde leeftijd (3-6-2009) gemiddelde leeftijd (1-9-2009) Datum instroom Gemiddeld Propedeuserendement Gemiddeld percentage uitvallers
Specifieke risicogroepen Bijzonderheden
HBO Fontys Lerarenopleiding Tilburg, FLOT voltijd en deeltijd geen specifieke toelatingseisen Tilburg 23; 29 nb; 33 15; 22 Binnenlandse / buitenlandse havo/vwo 21,13 20,37 September nb nb Natuurkunde Uitval na 1 jaar, cohort 2006: 9% Uitval na 2 jaar, cohort 2006: 18% Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 21% Scheikunde Uitval na 1 jaar, cohort 2006: 23% Uitval na 2 jaar, cohort 2006: 36% Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 0% Wiskunde Uitval na 1 jaar, cohort 2006: 43% Uitval na 2 jaar, cohort 2006: 47% Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 38% Bedijfswiskunde (instroom 7 studenten) Uitval na 1 jaar, cohort 2006: 100% Uitval na 2 jaar, cohort 2006: 100% Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 40% nb De doelgroep omvat de studierichtingen: - Leraar wiskunde; - Leraar scheikunde; - Leraar natuurkunde; - Leraar techniek; - Bedrijfswiskunde.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
8
OW 10.823
Instelling Soort instelling Soort opleiding
Locatie Aanmeldingen (3-6-2009) Algemene kenmerken van de studenten binnen deze opleiding vooropleiding gemiddelde leeftijd Datum instroom Gemiddeld Propedeuserendement Gemiddeld percentage uitvallers, voltijd opleidingen
Specifieke risicogroepen Bijzonderheden
HBO Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool, PTH voltijd en deeltijd geen specifieke toelatingseisen Eindhoven 36 Binnenlandse / buitenlandse mbo (25); havo (2); hbo (8); buitenlands diploma (1) 26,35 September / februari nb nb Werktuigbouw Uitval na 1 jaar, cohort 2006: 40% Uitval na 2 jaar, cohort 2006: 50% Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 43% Elektrotechniek Uitval na 1 jaar, cohort 2006: 14% Uitval na 2 jaar, cohort 2006: 21% Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 33% Bouwkunde Uitval na 1 jaar, cohort 2006: 60% Uitval na 2 jaar, cohort 2006: 70% Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 33% Motorvoertuigentechniek Uitval na 1 jaar, cohort 2006: 50% Uitval na 2 jaar, cohort 2006: 60% Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 63% Consumptieve techniek Uitval na 1 jaar, cohort 2006: 44% Uitval na 2 jaar, cohort 2006: 44% Uitval na 1 jaar, cohort 2007: 38% nb De doelgroep omvat de studierichtingen: - Leraar werktuigbouwkunde; - Leraar elektrotechniek; - Leraar bouwkunde en –techniek; - Leraar automotive; - Leraar horeca; - Leraar ICT.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
9
OW 10.823
Deel 2: Redeneerketen In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de argumenten om kennismakingsgesprekken in te voeren voor de poort als een van de maatregelen die kunnen leiden tot een weloverwogen keuze voor een bètaopleiding bij Fontys Hogescholen. Diagnose en referenties:
De belangrijkste reden om kennismakingsgesprekken als startinstrument voor studieloopbaanbegeleiding in te voeren is de noodzaak tot verminderen van uitval en het bevorderen van studiesucces bij de technische opleidingen van Fontys. De focus ligt met name op het verminderen van studie-uitval in het eerste jaar en aldus het verhogen van het rendement in de Propedeuse. Ongeveer 5 % van de aangemelde studenten behoort tot de groep snelle studiestakers: studiestakers die afhaken nog voor de herfstvakantie. Mogelijke oorzaken: afstudeerders havo/vwo kiezen steeds later voor een vervolgstudie. Ook melden veel studenten zich aan voor meerdere studies om zolang mogelijk alle opties open te houden. De uiteindelijke inschrijving gebeurt veelal erg laat en is niet altijd gebaseerd op weloverwogen argumenten. In exit-enquêtes wordt door de snelle vertrekkers vaak aangegeven dat ze zich iets anders hadden voorgesteld van de studie. De motieven voor studiekeuze blijken niet altijd gebaseerd te zijn op reële verwachtingen. Deficiënties kunnen bijvoorbeeld een reden zijn om vroegtijdig af te haken; ook worden redenen genoemd als: ‘zich niet thuis voelen’ in de opleiding, persoonlijke problemen, slecht kunnen combineren van studie en baan(tje), e.d. Concreet: het project streeft vier doelen na, die ieder op zich kunnen zorgen voor vermindering uitval in het eerste jaar van de studie: 1. Bevestigen van de keuze voor een exacte studie; 2. Twijfel en verkeerde verwachtingen van een exacte studie in een vroeg stadium vaststellen en wegnemen; 3. Realiseren van sociale binding in een vroeg stadium; 4. Keuzeswitchers behouden voor het exacte domein.
Interventie Korte omschrijving van de interventie: wat doen we?
1) Invullen van vragenlijst
2) Gesprek met SLB'er
Mechanisme Vooronderstellingen over onderliggende mechanismen die ervoor zorgen dat de interventie leidt tot de outcome. Hoe en waarom werkt de interventie? Door de vragenlijst in te vullen moet de aspirant-student zijn/haar interesses, motieven en verwachtingen die samenhangen met de studiekeuze expliciet verwoorden. De "vertaling" van een mogelijk diffuus beeld staat hier centraal. De aspirant-student maakt persoonlijk kennis met een vertegenwoordiger van de gekozen studie en ervaart
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Outcome Beschrijving van de te verwachten outcome (effecten) van de interventie: wat zijn de beoogde resultaten?
Persoonlijk overzicht van de keuzemotieven van de aspirant-student.
- Grotere inzetbereidheid tijdens de studie. - Student voelt zich meer verbonden met de gekozen studie. 10
OW 10.823
sociale binding: de opleiding krijgt een “gezicht”. De aspirant-student krijgt gelegenheid om vragen te stellen over de inhoud, opbouw, moeilijkheidsgraad, werkwijze, enz. van het studieprogramma en kan op deze manier nagaan of dit aansluit bij de eigen verwachtingen t.a.v. de studie.
3) Ouderejaarsstudent
4) Schriftelijke informatie
5) Enkele tests
SLB'er kan aan de hand van de ingevulde vragenlijst een inschatting maken van de reële haalbaarheid van de studie door de aspirant-student. Aan het eind van het gesprek krijgt de aspirant een Tip (advies) en een TOP (compliment) op schrift mee (zie voorbeelden, blz. 17). Door persoonlijke kennismaking met een ouderejaarsstudent die vertelt uit eigen ervaring gaat de studie meer leven, krijgt een "gezicht". De aspirant-student kan aan de hand van de aangereikte informatie de juistheid van de eigen studiekeuze bevestigen. De aspirant-student kan aan de hand van de aangereikte informatie gaan twijfelen over eigen studiekeuze. De aspirant-student kan aan de hand van de aangereikte informatie geïnteresseerd raken in/ gemotiveerd worden voor een andere studie in het bètadomein. De aspirant-student kan aan de hand van de uitkomsten van de tests nieuwe inzichten ontwikkelen omtrent studiekeuze; zich bevestigd voelen in juistheid van zijn/haar studiekeuze.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
- Ervaart eigenaarschap/ verantwoordelijkheid om het tot succes te maken. - De student voelt zich bevestigd in zijn/haar studiekeuze; - De student kan op basis van realistisch studiebeeld/beroepsbeeld tot een keuze komen; - De student kan op basis van realistisch studiebeeld/beroepsbeeld besluiten om studie niet te doen, en heeft inzicht in alternatieve studiemogelijkheden binnen het bètadomein. SLB'er geeft een advies ten aanzien van de studiekeuze. Een kopie van de ingevulde vragenlijst met Top en Tip wordt intern doorgegeven aan de a.s. SLB’er in de P-fase van de aspirant.
De aspirant-student beschouwt de toekomstige studieplek niet als een organisatie of als een gebouw, maar als een plek waar uitwisseling met medestudenten plaatsvindt. De aspirant-student voelt zich bevestigd in zijn/haar keuze.
De aspirant-student neemt zijn/haar keuze in heroverweging.
De aspirant-student overweegt/ besluit om een andere, verwante studie te kiezen.
De aspirant-student houdt vast aan de oorspronkelijke keuze of heroverweegt keuze.
11
OW 10.823
Deel 3: Operationalisering van het gekozen arrangement studiekeuzegesprekken
Met wie?
Kennismakingsgesprekken Actoren
Omschrijving keuze
Toelichting
Soort student
Aangemelde en ingeschreven studenten
Risicoprofielen
Gesprekken met studenten uit de gestratificeerde steekproef uit de query van reeds aangemelde/ ingeschreven studenten: er worden per instituut max. 30 aspirantstudenten uitgenodigd.
Maken risicoprofielen door middel van
- (online) Vragenlijst - Cijferlijsten - Kenmerken van de student - Mening vooropleiding Op uitnodiging van betreffende hogeschool.
Er is een gestratificeerde steekproef genomen uit de reeds aangemelde en ingeschreven studenten. Daar waren de gegevens ook van bekend, zodat ze persoonlijk uitgenodigd konden worden. Boeien en Binden startte met een persoonlijke benadering. Er is in deze pilot niet geselecteerd naar risicoprofiel. Overweging is om daar in de toekomst wel extra aandacht aan te besteden; zeker als de aantallen instromers groot zijn. NB: De lerarenopleiding van de PTH kent kleine aantallen aanmelders; daar zijn minder studenten uitgenodigd. Nvt (zie hierboven)
Initiatief voor gesprek
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
De studenten kregen een persoonlijke uitnodiging per post (zie deliverable 114-01 en 1-14-02). Daarna werden studenten die niet hadden gereageerd of alle studenten (niet bij elke opleiding gelijk gehandeld) nog gemaild met de vraag hun komst te bevestigen. Boeien en Binden startte naar ons idee met een persoonlijke benadering (zie ook tevredenheidsonderzoeken bij Fontys).
12
OW 10.823
Wanneer?
Voor de poort, na de poort
Welke maand(en) Duur
Op één dagdeel/ verspreid
Los of gekoppeld
Koppeling aan introductieweek/ summerschool
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
In principe werden de gesprekken gepland in de periode tussen de uitslag van het vo-examen en de diplomauitreiking, dus vlak voor de poort/ zomervakantie. Er is gekozen voor dit tijdstip om met name de groep ‘snelle vertrekkers’(gemiddeld 5% bij Fontys) af te kunnen vangen. Vroege binding zou hiertegen kunnen helpen en de studenten die al snel bleken een foute studiekeuze gedaan te hebben konden misschien nog voor de start overstappen naar een andere studie. In de vragenlijst werden met name zaken bevraagd die uit exit-gegevens bij de techniekopleidingen naar voren zijn gekomen als risico, nl.: - te zware opleiding, - je niet thuis voelen, - tegenvallend vakkenpakket, - tegenvallende beroepsbeelden, - deficiënties, - niet matchend profiel. NB: In deze pilot zijn er, vanwege het tegenvallende aantal gesprekken na de eerste gespreksronde, direct na de poort, maar voor 1 okt. nog met 14 studenten van de FLOT kennismakingsgesprekken gevoerd. Eind juni (zie voor uitzondering bij de FLOT hierboven). Er zijn bij de PTH en de FLOT kennismakingsochtenden georganiseerd; bij TNW en ICT zijn de bijeenkomsten op één avond op twee aansluitende tijdstippen georganiseerd (programma heeft 2x gedraaid vanwege groepsgrootte). Het gehele programma duurde 2 uur met mogelijkheid tot uitloop vanwege een informeel gesprek. Geen koppeling, omdat er bewust gekozen is voor moment vóór de poort/ zomervakantie. Twijfelaars en aspiranten die door niet matchende verwachtingen besloten niet te starten met deze opleiding, konden zich dan nog elders inschrijven.
13
Hoe?
Vorm
Driehoeksgesprek/ Groepsgesprek / Individueel gesprek
Waartoe?
Doel
Wat?
OW 10.823
Inhoud
Beeld geven van beroepstaken / motiveren / leren kiezen / binden / deficiënties in kaart brengen / doorverwijzen / inzicht geven in benodigde competenties en moeilijkheidsgraad,... Zie ook Deel 2: Redeneerketen, blz. 10, e.v. en Bijlage 1: Onderzoeksmodel. Inhoud van het gesprek
Format
Structuur van het gesprek, gespreksprotocol
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Er is een carrousel van activiteiten aangeboden, waarin verschillende mogelijkheden waren. Centraal stond het individuele gesprek met de SLB’er van ½ uur; Het gesprek met andere gesprekspartners (zie terug) kon individueel of in een groepje zijn. Het project streefde vier doelen na: 1. Bevestigen van de keuze voor een exacte studie; 2. Twijfel en verkeerde verwachtingen van een exacte studie in een vroeg stadium vaststellen en wegnemen; 3. Realiseren van sociale binding in een vroeg stadium; 4. Keuzeswitchers behouden voor het exacte domein. Ingaan op: - persoonlijke gegevens; - relevantie vooropleiding; - interesse en motivatie voor gekozen opleiding; - oriëntatie op opleiding en beroepsbeeld; - manier van studeren en tijdsinvestering; - studie en vrije tijd (baantje, sport, e.d.); - een Top (compliment) en een Tip (advies) bij einde gesprek; - blik vooruit: welkom bij introductie in augustus! (zie: deliverable 1-07: Vragenlijst Kennismaken). Er is voor de SLB’ers een gespreksprotocol beschikbaar (zie deliverable 1-13-03). Nadruk ligt op een open communicatieve houding: “welkom bij onze opleiding”.
14
Leeftijd
Gemiddelde leeftijd gespreksvoerder: zo gevarieerd mogelijk.
Invullen van een vragenlijst.
Indien van toepassing: Doel assessment
Risicoprofiel bepalen / hulp bij het kiezen (studiekeuze vragenlijst) / - Opleiding: schriftelijk studieadvies / gegevens vastleggen voor SLB’er en/of Student: reflectiedossier aanleggen en zelf houden / inbrengen in de opleiding.
Voorafgegaan door?
SLB’ers, vakdocenten, ouderejaars studenten, alumni, studenten studentenvereniging, beroepsuitoefenaars.
Koppeling met
Gevolgd door?
Gespreksvoerder
Actie van
In samenhang met?
Door wie?
OW 10.823
Inbedding in overige voorlichting
Open dagen, folders
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Centraal in de kennismakingsavond/ochtend was het kennismakingsgesprek met de SLB’er op basis van de ingevulde Vragenlijst Kennismaken (zie deliverable 1-07). Daarnaast waren er meerdere gesprekspartners beschikbaar (per opleiding verschillend) waarmee individueel en/of in een groepje gepraat kon worden door aspirant-studenten. Doel was om nadere oriëntatie op de opleiding zo tastbaar mogelijk te maken. De twijfelende student/ de student met aarzelingen over niveau opleiding, e.d. moesten een helder beeld krijgen van wat er toe doet in deze opleiding en dat op zichzelf (wat wil ik, wat kan ik, kan er ook nog iets anders, wat kies ik, weet ik het zeker) betrekken. Naast de ‘oude, ervaren rotten in het vak’ of SLB’er ook kunnen praten met jonge collega’s en studenten van de opleiding, beroepsuitoefenaars (starters versus ervaren vaklieden). Zie de Vragenlijst Kennismaken (deliverable 1-07). Vragenlijst Kennismaken die helpt bij bevestigen studiekeuze. Aan het eind van het gesprek met de SLB’er werd er een Top en een Tip door de SLB’er genoteerd op het laatste blad van de Vragenlijst. Een kopie van de ingevulde lijst met Top en Tip ging mee met de aspirant. De Vragenlijst werd intern doorgespeeld aan de SLB’er die deze student begeleidt in de Propedeuse: een mooie start van de studieloopbaanbegeleiding. Deze pilot was een aparte actie. Zaak is om hier in het vervolg bekendheid aan te geven op open dagen van betreffende opleidingen. In de infohoek was relevante informatie over de opleiding, met name van de P-fase, in te zien. Ook kon de Fontys Interesse Test (FIT) online gedaan worden.
15
OW 10.823
Met studie loopbaanbegeleiding Met selectie Met preadvies en bindend studieadvies
De Vragenlijst Kennismaken is doorgegeven aan SLB’er P-fase. Nvt; geen selectie Nvt
Organisatie?
Wat kost dat?
Met summerschool / bijscholing
Wel een TOP en een TIP aan eind gesprek. Bij de bepaling van de SVI (studievoortgangindicator) aan het eind van elk kwartaal kon dit meegenomen worden in de overweging om een A, B, C of D-indicatie te geven (zie blz. 19 voor omschrijving SVI). Er kon wel degelijk als TIP (advies) doorverwezen worden naar bijspijkermogelijkheden tijdens de zomer/ P-fase. In het gesprek met de SLB’er werd nog even verwezen naar de introductieweek. Sommige aspiranten hadden hier ook vragen over, waar aandacht voor was tijdens het gesprek. Ouderejaars konden hierop ook bevraagd worden. Nvt
Met Introductieweek
Nvt
Met onderwijs
Bijv. werkgroeponderwijs
Betaalbaarheid
Investering per gesprek, vorm Uurtarief docent, plus van die investering organisatiekosten: kostenraming voor 200 studenten bij HS ICT: €121,- per student (zie bijlage 2). Procesbeschrijving (grafisch Zie ‘planning en organisatie weergeven) studiekeuzegesprekken’ (deliverable 1-15, zie bijlage 3). Marketing, onderwijs, SLB, Contactpersoon instituut, gesteund door stafdienst onderwijs management; SLB’ers P-fase; medewerker die gaat over rendementscijfers, veelal kwaliteitszorg functionaris en administratie. Training van SLB’ers kregen, naar gelang ervaring, gespreksvoerders een training/briefing voorafgaand aan gesprekken (zie deliverable 1-13).
Werkproces
Eigenaar van het proces
Training
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
16
OW 10.823
Een TOP en een TIP Aan het eind van het kennismakingsgesprek noteert de SLB’er een TOP en een TIP op het laatste blad van de Vragenlijst Kennismaken. De TOP staat voor: een compliment over ‘wat eruit springt’, een sterk punt van de aspirant-student. Een paar voorbeelden: - Leidinggevende capaciteiten; - Erg gemotiveerd; - Is al zeker van zijn keuze; - Weet al veel van game design; - Ontspannen, communicatief, weet wat hij wil; - Enz. De TIP staat voor ‘wat vraagt aandacht’, ‘wat is een risicofactor?’Een paar voorbeelden: - Mogelijke tijdsverhouding nevenactiviteiten en studie; - Aandacht voor spellen spelen is groot. Kan risico vormen; - Nog een goede oriëntatie doen op toekomstig beroep; - Planning in de gaten houden; - PDD-NOS diagnose; - Enz.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
17
OW 10.823
Deel 4: Resultaatevaluatie Inleiding In dit deel van de praktijkbeschrijving wordt inzicht gegeven in de effecten van het gekozen arrangement. Daar de grootte van de experimentele groep en de controlegroep gering is zijn de conclusies arbitrair (niet significant).
Studieloopbaanbegeleiding* - De student wordt bij Fontys in competentiegestuurd en vraaggericht onderwijs begeleid door een studieloopbaanbegeleider. - De student stelt in overleg met zijn studieloopbaanbegeleider een persoonlijk ontwikkelingsplan op. - De student overlegt met zijn studieloopbaanbegeleider over de voortgang van zijn leerproces aan de hand van zijn portfolio. In overleg met de studieloopbaanbegeleider bepaalt de student of en wanneer hij zal deelnemen aan het competentie-examen. - Ten behoeve van het studieadvies dat de student in het eerste jaar ontvangt moet de student in zijn eerste jaar van inschrijving deelnemen aan het competentie-examen van de propedeuse. - De studieloopbaanbegeleider voert in de propedeuse begeleidings- en verwijzingsgesprekken met de student. Van deze gesprekken wordt een verslag opgesteld. Een afschrift van het verslag wordt aan de student verstrekt. De student tekent het verslag voor gezien of akkoord, eventueel met de aantekening ‘gezien, maar niet akkoord’. Het invoeren van kennismakingsgesprekken voor de poort zorgt voor het boeien en binden van aspirantstudenten in een vroeg stadium. De Vragenlijst Kennismaken brengt tijdig reflectie bij de student op gang op studie en beroep. De vragenlijst geeft een globaal beeld van de student met zijn zwakke en sterke kanten, motivatie voor de studie en beroepsbeeld. De TOP en TIP die aan het eind van het gesprek worden meegegeven geven de student houvast op weg naar de start van de studie. De SLB’er maakt aldus een ‘vliegende start’ met SLB: verwachtingen over en weer zijn al uitgewisseld en de focus op studiesucces in de propedeuse is nog eens goed benadrukt. Efficiënt en effectief: ook bij SLB’ers is nog eens goed benadrukt (in een training) dat het welkom heten van studenten door vroegtijdig in gesprek te gaan met startende studenten a.d.h.v. de Vragenlijst Kennismaken een interventie is die kan bijdragen aan het verminderen van uitval in de propedeuse.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
18
OW 10.823
Studievoortgangindicator: SVI* In het eerste jaar van de studie ontvangt de student vier keer per jaar een bericht over zijn studievoortgang op dat moment. Hierbij wordt aangegeven welke indicatie voor hem van toepassing is: A – de studievoortgang ligt op schema B – er is sprake van een beginnende studieachterstand C – er is sprake van aanzienlijke studieachterstand, reden tot zorg D – er is sprake van ernstige studieachterstand, zeer zorgwekkend In de propedeuse is de indicatie van het tweede en vierde voortgangsbericht gekoppeld aan de criteria van het voorlopig studieadvies en het studieadvies dat aan het eind van het eerste jaar wordt uitgebracht (BSA). De indicatie (SVI) wordt geregistreerd in het studievoortgangsysteem van Fontys (Peoplesoft).
Studieadvies: BSA* De directeur van een opleiding verstrekt aan elke student in een voltijdse of duale bacheloropleiding voor het eind van diens eerste jaar van inschrijving (12 maanden) in de propedeuse, in ieder geval vóór 1 september van het lopende studiejaar, dan wel vóór 1 februari van het lopende studiejaar, een schriftelijk studieadvies. Wanneer dit negatief is aan het eind van het jaar betekent dit dat de student de desbetreffende opleiding binnen de Hogeschool dient te beëindigen. Een student die een voorwaardelijk studieadvies heeft ontvangen ontvangt aan het eind van het tweede jaar van inschrijving een positief of een afwijzend studie-advies. De student ontvangt een positief studieadvies als hij zijn propedeuse heeft behaald. In de andere gevallen krijgt de student aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving alsnog een bindend afwijzend studieadvies, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden, waardoor (nog) geen bindend afwijzend studieadvies gegeven kan worden. In het eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase van een opleiding wordt bij voorkeur vóór 1 februari / 1 september een voorlopig advies, positief of negatief uitgebracht. Het voorlopig studieadvies, de waarschuwing, als er sprake is van een negatief voorlopig studieadvies, wordt gebaseerd op het portfolio van de student. De studieloopbaanbegeleider analyseert aan de hand van het portfolio van de student in overleg met de student wat de studieresultaten zijn. Dit voorlopig studieadvies kan ook gegeven worden in een mondeling gesprek met de studieloopbaanbegeleider, mits de student duidelijk wordt gemaakt dat er sprake is van een voorlopig studieadvies en er van dit gesprek een verslag wordt gemaakt dat door de student mede wordt ondertekend. De SLB’er ziet er op toe dat deze indicatie wordt geregistreerd in het studievoortgangsysteem. Wanneer het door de programmering van onderwijsactiviteiten en toetsen niet mogelijk is om het voorlopig studieadvies voor 1 februari / 1 september uit te brengen, krijgt de student voor 1 februari wel algemene informatie over de mogelijkheid om zich voor deze datum uit te schrijven en zijn studiefinanciering stop te zetten en wordt hij gewezen op de mogelijkheid een studentendecaan te raadplegen. Het voorlopig studieadvies volgt in dat geval voor 1 maart. * Bron: studentenstatuut Fontys Hogescholen, versie sept. 2009
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
19
OW 10.823
Tabel 1: effectmeting resultaten Variabele
Operationalisatie
Norm
Uitkomst
Oordeel
Effect van kennismakingsgesprekken op studiesucces
De effecten worden gemeten door de gegevens van de experimentele groep (heeft dit jaar in de pilot kennismakingsgesprekken voor de zomervakantie gevoerd) te vergelijken met die van de controlegroep (heeft geen kennismakingsgesprek gevoerd)
Goed is als het percentage uitvallers in de experimentele groep na 1 studiejaar is gedaald ten opzichte van de uitval in de controlegroep. Vergelijking met controlegroep in %.
Gemeten waarden: • SVI (studievoortgangindicatoren) >> zie tabel 2, blz. 25 en tabel 3, blz. 26. • voorlopig BSA (voorgenomen bindend studieadvies) >> zie tabel 4, blz. 29 • uitschrijvers (stoppers bij Fontys) en omzwaaiers (switchers) >> zie tabel 5, blz. 29.
In algemene zin is het gevaarlijk om met zulke relatief kleine groepen in een pilot een (positieve) uitkomst louter toe te schrijven aan de interventie “invoeren van kennismakingsgesprekken”. Bij een uitbreiding van de experimentele groep voor de instroom van studiejaar 2010-2011 en het vergelijken van uitvalcijfers van de instroom van 2009 met die van 2010 lijkt het aannemelijk dat er een significant verband aangetoond kan worden tussen de interventie kennismakingsgesprekken en vermindering uitval.
Bij de nameting aan het eind van dit studiejaar kunnen ook het aantal studiepunten van beide groepen genoteerd en vergeleken worden. Ook zullen de gegevens van het 2e semester ten aanzien van de totale uitval aan het eind van de propedeuse en het aantal switchers dan bekend zijn. In de monitor opbrengsten kennismakingsgesprekken (zie deliverable 3-03-02) zijn alle gegevens van zowel de experimentele groep als van de controlegroep genoteerd t/m het eerste semester.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
20
OW 10.823
Variabele
Operationalisatie
Norm
Uitkomst
Effect van kennismakingsgesprekken op studiesucces
Behaalde studievoortgangindicatoren (SVI’s) na 1e kwartaal in A, B, C, D- categorie (voor omschrijving SVI-indicatoren, zie blz. 19).
1e kwartaal Stijging van SVI’s in de hoge twee categorien: A en B van de experimentele groep ten opzichte van de controlegroep. Daling van SVI’s in de lage twee categorieën: C en D van de experimentele groep ten opzichte van de controlegroep.
Zie gegevens tabel 2,3-a, blz. 27:
Behaalde studievoortgangindicatoren (SVI’s) na 2e kwartaal in A, B, C, D- categorie (voor omschrijving SVI-indicatoren, zie blz. 19).
2e kwartaal Stijging van SVI’s in de hoge twee categorien: A en B ten opzichte van de controlegroep. Daling van SVI’s in de lage twee categorieën: C en D ten opzichte van de controlegroep.
Gegevens volgen aan eind 2e semester.
Afgegeven negatieve pre-adviezen (BSA’s) aan eind 1e semester.
Daling van het aantal afgegeven voorgenomen negatieve adviezen (BSA) na 1e semester van de experimentele groep t.o.v. de controlegroep.
Zie gegevens tabel 4, blz. 29:
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Studenten van de experimentele groep halen in het 1e kwartaal gemiddeld een beter studieresultaat (SVI, A+B: +5%) dan de studenten van de controlegroep.
Oordeel in ++, +, +/-, -, --
+
+ Studenten van de experimentele groep halen aan het eind van het 1e kwartaal gemiddeld een iets ‘beter’ resultaat in de C+D categorie (2% minder studenten met de indicator ‘zorg’ en ‘zeer zorgwekkend’) dan die van de controlegroep.
Na het 1e semester hebben gemiddeld 16% van de studenten van de experimentele groep een BSA gehad tegen 23% van de controlegroep; dat zijn dus 7% minder negatieve adviezen.
+
21
OW 10.823
Variabele
Operationalisatie
Norm
Uitkomst
Afgegeven negatieve pre-adviezen (BSA’s) aan eind 2e semester.
Daling van het aantal afgegeven voorgenomen negatieve adviezen (BSA) na 2e semester. Van de experimentele groep t.o.v. de controlegroep. Daling van het aantal uitschrijvers (stoppers) en switchers, voor zover bekend, na 1e semester in de experimentele groep t.o.v. de controlegroep
Gegevens volgen aan eind 2e semester.
Aantal uitschrijvers (stoppers) en switchers, voor zover bekend, na 1e semester
Aantal uitschrijvers en switchers (voor zover bekend) na 2e semester
Oordeel van de aspirant-studenten
Daling van het aantal uitschrijvers (stoppers) en switchers, voor zover bekend, na 2e semester in de experimentele groep t.o.v. de controlegroep
Gemeten bij evaluatie nov. 2009. •
•
•
De student heeft het kennismakingsgesprek met de SLB’er als zinvol ervaren. De student voelde zich op zijn gemak tijdens het gesprek. De student kreeg voldoende kans om zelf wat in te brengen.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Meerderheid studenten beamen dit. Meerderheid studenten beamen dit. Meerderheid studenten beamen dit.
Oordeel in ++, +, +/-, -, --
Aan het eind van het 1e semester zijn er gemiddeld 10% stoppers in de experimentele groep en 11% in de controlegroep. De exp. groep doet het dus 1% beter, een heel klein verschil.
+/-
Aan het eind van het 1e semester zijn er gem. 4% switchers in de experimentele groep en 2% in de controlegroep. In de experimentele groep switchen er dus 2% meer studenten dan in de controlegroep. Gegevens volgen aan eind 2e semester.
-
Zie gegevens tabel 7, blz. 33 t/m 35, opgeteld voor de 4 instituten. 45 studenten vullen JA in en 8 Nee. Over het algemeen is alle toelichting positief. 52 studenten vullen JA in en 1 NEE.
Oordeel
49 studenten vullen JA in en 0 NEE.
++
++
++
22
OW 10.823
Variabele
Operationalisatie
Oordeel van de aspirant-studenten
•
•
•
De student heeft na afloop van het gesprek een TOP en TIP meegekregen.
Norm
Uitkomst
Oordeel in ++, +, +/-, -, --
Meerderheid studenten beamen dit.
30 studenten vullen JA in en 21 NEE; wel een meerderheid, maar niet overtuigend.
+
De student heeft n.a.v. de TIP zelf nog concrete actie ondernomen.
Meerderheid studenten beamen dit.
De student wist na het gesprek dat hij een goede studiekeuze had gemaakt.
Meerderheid studenten beamen dit.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Daar de evaluatie in nov. plaats vond, wisten sommige studenten niet meer of ze dit hadden gekregen. Als het indruk had gemaakt, dan zouden ze het vast nog wel weten. Hier moet dus meer nadruk op worden gelegd. 12 studenten vullen JA in en 40 NEE.
-
Nuancering: veel studenten bleken goed nagedacht te hebben over een passend profiel en leken een goede studiekeuze gemaakt te hebben. Dat leidt dus niet tot gerichte activiteiten voor of bij start van de gekozen studie. 37 studenten vullen JA in en 13 NEE.
++
Dit klopt ook met het beeld dat SLB’ers hadden na de kennismakingsgesprekken.
23
OW 10.823
Variabele
Operationalisatie
Oordeel van de gespreksvoerders (SLB’ers)
Gemeten bij evaluatie nov. 2009.
Norm
•
SLB’ers vinden dat de keuze voor een exacte studie is bevestigd (doel 1).
Meerderheid SLB’ers beamen dit.
•
SLB’ers vinden dat twijfel en verkeerde verwachtingen van een exacte studie in een vroeg stadium is vastgesteld en weggenomen (doel 2). SLB’ers bevestigen dat er binding in een vroeg stadium is gerealiseerd (doel 3).
Meerderheid SLB’ers beamen dit.
SLB’ers vinden dat keuzeswitchers zijn behouden voor het exacte domein.
Meerderheid SLB’ers beamen dit.
•
•
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Meerderheid SLB’ers beamen dit.
Uitkomst Zie gegevens tabel 9, blz. 38 en 39, opgeteld voor de 4 instituten. 12 SLB’ers vullen aldus in: - 1 x ++ -7x+ - 4 x +/12 SLB’ers vullen aldus in: - 3 x ++ -3x+ - 4 x +/-2x12 SLB’ers vullen aldus in: - 2 x ++ -5x+ - 4 x +/-1x12 SLB’ers vullen aldus in: -3x+ - 3 x +/-6x-
Oordeel in ++, +, +/-, -, --
+
+/ +/-
+
+/-/-
24
OW 10.823
Tabel 2: overzicht studievoortgangindicatoren (SVI, voor omschrijving A,B,C,D-indicatie, zie blz. 19) na 1e kwartaal en 2e kwartaal studiejaar 2009-2010: experimentele groep Opleiding
FLOT Wi/Bwi FLOT NaSkTe ICT PTH TNW
Experimentele groep in aantallen Totaal 19
Kwartaal 1 SVI categorie in aantallen en percentages (afgerond naar boven) A B C D 5 26 % 5 26 % 9 47 % 0 0%
Kwartaal 2 SVI categorie in aantallen en percentages (afgerond naar boven) A B C 6 32 % 5 26 % 6 32 %
8
0
0%
5
63%
2
25%
0
0%
1
13%
6
75%
0
18 7 22
10 3 7
56% 43% 32%
8 2 5
44% 29% 23%
0 0 5
0% 0% 23%
0 0 3
0% 0% 14%
10 1 9
56% 14% 41 %
8 1 2
44% 14% 9%
0 1 2
D 1
5%
0%
0
0%
0% 14% 9%
0 0 6
0% 0% 27%
NB: soms is een SVI van een student niet bekend of is de student gestopt/geswitcht en SVI dus niet opgenomen
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
25
OW 10.823
Tabel 3: overzicht studievoortgangindicatoren (SVI, voor omschrijving A,B,C,D-indicatie, zie blz. 19) na 1e kwartaal en 2e kwartaal studiejaar 2009-2010: controlegroep Opleiding
FLOT Wi/Bwi FLOT NaSkTe ICT PTH TNW
Controle groep in aantallen Totaal 15
Kwartaal 1 SVI categorie in aantallen en percentages (afgerond naar boven) A B C D 3 20 % 4 27 % 2 13 % 3
17
0
0%
7
41%
6
35%
0
0%
2
12%
9
53%
0
30 7 25
20 5 12
67% 71% 48%
6 1 2
20% 14% 8%
2 0 7
6% 0% 28%
0 0 4
0% 0% 16%
19 5 8
63% 71% 32 %
7 1 4
23% 14% 16 %
1 0 5
20 %
Kwartaal 2 SVI categorie in aantallen en percentages (afgerond naar boven) A B C 3 20 % 7 47 % 0 0%
D 3
20 %
0%
2
12%
3% 0% 20 %
1 0 6
3% 0% 24 %
NB: soms is een SVI van een student niet bekend of is de student gestopt/geswitcht en SVI dus niet opgenomen
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
26
OW 10.823
Tabel 2,3-a: verschil in studievoortgangindicatoren (SVI, voor omschrijving zie blz. 19) voor categorie A+B en C+D van de Experimentele groep t.o.v. de Controlegroep na 1e kwartaal studiejaar 2009-2010 Opleiding
Experimentele groep aantallen
Controlegroep aantallen
FLOT Wi/Bwi FLOT NaSkTe ICT PTH TNW TOTAAL
19 8
15 17
18 7 22 74
30 7 25 94
Kwartaal 1 SVI categorieën A+B Exp. groep 52% 63% 100% 72% 55% 68% gem.
Kwartaal 1 SVI categorieën A+B Contr. groep
Verschil tussen Exp. Groep en Contr. groep
Kwartaal 1 SVI categorieën C+D Contr. groep 33% 35%
Verschil tussen Exp. Groep en Contr. groep
+ 5% +22%
Kwartaal 1 SVI categorieën C+D Exp. groep 47% 25%
47% 41% 87% 85% 56% 63% gem.
+13% - 13% - 1% + 5% gem.
0% 0% 37% 22% gem.
6% 0% 44% 24% gem.
- 6% 0% - 7% - 2% gem.
+14% - 10%
Conclusies Na het 1e kwartaal presteren 3 v.d. 5 opleidingen van de experimentele groep beter in de A+B categorie (tussen 5% en 22%) dan de controlegroep. 2 opleidingen van de experimentele groep presteren slechter dan de controlegroep in de A+B categorie (1% en 13%). Studenten van de experimentele groep halen in het 1e kwartaal gemiddeld een beter studieresultaat (+5%) dan de studenten van de controlegroep. Na het 1e kwartaal presteren 2 opleidingen van de experimentele groep ‘beter’ in de C+D categorie (7% en 10%), 1 opleiding gelijk (0%) en 1 opleiding ‘slechter’ (14%) dan de controlegroep. Studenten van de experimentele groep halen aan het eind van het 1e kwartaal gemiddeld een iets ‘beter’ resultaat in de C+D categorie (2% minder studenten met de indicator ‘zorg’ en ‘zeer zorgwekkend’) dan die van de controlegroep.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
27
OW 10.823
Tabel 2,3-b: verschil in studievoortgangindicatoren (SVI, voor omschrijving zie blz. 19) voor categorie A+B en C+D van de Experimentele groep t.o.v. de Controlegroep na 2e kwartaal studiejaar 2009-2010 Opleiding
Experimentele groep aantallen
Controlegroep aantallen
Kwartaal 2 SVI categorieën A+B Contr. groep 67% 65%
Verschil tussen Exp. Groep en Contr. groep
15 17
Kwartaal 2 SVI categorieën A+B Exp. groep 58% 88%
FLOT Wi/Bwi FLOT NaSkTe ICT PTH TNW TOTAAL
19 8 18 7 22 74
Kwartaal 2 SVI categorieën C+D Contr. groep 20% 12%
Verschil tussen Exp. Groep en Contr. groep
- 9% + 23%
Kwartaal 2 SVI categorieën C+D Exp. groep 37% 0
30 7 25 94
100% 28% 50% 65% gem.
86% 85% 48% 70% gem.
+ 14% - 57% + 2% - 5% gem.
0 14% 36% 17% gem.
6% 0 44% 16% gem.
+ 6% - 14% + 8% - 1%
- 17% + 12%
Conclusies Na het 2e kwartaal presteren 3 v.d. 5 opleidingen van de experimentele groep beter in de A+B categorie (tussen 2% en 23%) dan de controlegroep. 2 opleidingen van de experimentele groep presteren slechter dan de controlegroep in de A+B categorie (9% en 57%). Studenten van de experimentele groep halen in het 2e kwartaal gemiddeld een slechter studieresultaat (- 5%) dan de studenten van de controlegroep. Na het 2e kwartaal presteren 3 opleidingen van de experimentele groep ‘beter’ in de C+D categorie (tussen 6% en 12%) en 2 opleidingen ‘slechter’ (14% en 17%) dan de controlegroep. Studenten van de experimentele groep halen aan het eind van het 2e kwartaal gemiddeld een iets ‘slechter’ resultaat in de C+D categorie (1% meer studenten met de indicator ‘zorg’ en ‘zeer zorgwekkend’) dan die van de controlegroep.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
28
OW 10.823
Tabel 4: overzicht afgegeven voorgenomen bindende adviezen (BSA) per febr. 2009 Opleiding
Experimentele groep In aantallen
FLOT Wi/Bwi FLOT NaSkTe ICT PTH TNW TOTAAL
Controlegroep In aantallen
nb 0 van de 8
Experimentele groep In percentages (afgerond naar boven) nb 0%
nb 0 van de 17
Controlegroep In percentages (afgerond naar boven) nb 0%
0 van de 18 1 van de 7 8 van de 22 9 van de 55 studenten=
0% 14% 36% 16% gem.
7 van de 30 0 van de 7 11 van de 25 18 van de 79 studenten=
23% 0% 44% 23%gem.
Tabel 5: overzicht stoppers en switchers per febr. 2009 (eind 1e semester) Opleiding FLOT Wi/Bwi
Experimentele groep Stoppers 1 van de 19 5%
Controlegroep Stoppers 2 van de 15
13%
Experimentele groep Switchers 0 van de 19 0%
Controlegroep Switchers 0 van de 15
0%
FLOT NaSkTe ICT
0 van de 8
0%
4 van de 17
24%
1 van de 8
13%
1 van de 17
6%
0 van de 18
0%
0 van de 30
0%
0 van de 18
0%
0 van de 30
0%
PTH
1 van de 7
14%
0 van de 7
0%
1 van de 7
14%
0 van de 7
0%
TNW
5 van de 22
27%
4 van de 25
16%
1 van de 22
5%
1 van de 25
4%
TOTAAL
7 van de 74=
10% gem.
11% gem.
3 van de 74=
4% gem.
2 van de 94=
2% gem.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
10 van de 94=
29
OW 10.823
Conclusies De kwantitatieve resultaten zijn uiteindelijk bedoeld om aan te tonen dat de uitgevoerde activiteiten effect hebben op de doelen van het project Boeien en Binden. Bij de start van het project zijn de volgende doelen geformuleerd: 1. Bevestigen van de keuze voor een exacte studie; 2. Twijfel en verkeerde verwachtingen van een exacte studie in een vroeg stadium vaststellen en wegnemen; 3. Realiseren van sociale binding in een vroeg stadium; 4. Keuzeswitchers behouden voor het exacte domein. Uitgaand van bovenstaande doelstellingen tonen de cijfers in tabel 1 t/m 5 geen significante resultaten. Aan deze gegevens van een dergelijke kleine doelgroep, verdeeld over vijf subgroepen van de vier instituten van de pilot, zijn slechts voorzichtig conclusies ten aanzien van de resultaten te verbinden aan het eind van het eerste semester. De voorgenomen bindende studieadviezen worden bij Fontys aan het eind van het eerste studiejaar eventueel omgezet in een bindend advies. Lastig is dat voorgenomen adviezen niet centraal worden geadministreerd, zodat je als onderzoeker afhankelijk bent van individuele SLB’ers die hun afgegeven tussentijdse BSA’s zelf bijhouden en uiteindelijk doorgeven aan de examencommissie van het eigeninstituut. De gegevens van het eerste semester zijn veelal nog onderweg en op dit tijdstip, eind maart, lastig te achterhalen. Bij een nameting aan het eind van dit studiejaar worden de afgegeven BSA’s in Peoplesoft centraal voor Fontys geadministreerd, zodat dan betrouwbare gegevens beschikbaar zullen zijn. Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor de andere opgenomen getallen: stoppers en switchers per opleiding. Het risico op dit moment is dat de getallen nog niet helemaal kloppen. Wat valt op in tabel 1 t/m 5: - de afgegeven studievoortgangindicator (SVI) voor de 4 categorieën, A, B, C en D, is voor de A- en B-categorie voor 3 van de opleidingen in het eerste en tweede kwartaal bij de experimentele groep hoger dan bij de controlegroep. Het zou kunnen dat, als we aan het eind van de propedeuse de studiepunten in beeld kunnen brengen bij de nameting, er bij deze nameting meer duidelijke verschillen in SVI’s tussen de experimentele en de controlegroep boven water komen. - De voorgenomen BSA’s bij HS ICT zijn alleen te vinden in de controlegroep (n=7). - Het aantal stoppers is alleen bij de controlegroep van de FLOT hoger dan bij de experimentele groep. Zoals al was aangegeven in de tussentijdse rapportage zeggen de evaluatieresultaten beschreven vanaf tabel 6, blz. 31 en 32, meer iets over het behalen van de doelstellingen. Bij voortzetting van het voeren van kennismakingsgesprekken bij meerdere instituten bij Fontys (wordt voor 2010 gepland bij meerdere opleidingen) zal bij deelname van een grotere populatie aspirant-studenten een volgende meting op dezelfde variabelen, aangevuld met het aantal studiepunten, zeker betrouwbare getallen gaan opleveren. Natuurlijk hopen we dan meer positieve kwantitatieve effecten aan te kunnen tonen. Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
30
OW 10.823
Variabele
Operationalisatie
Oordeel van de aspirant-student en/of studiestaker over het nut van de gesprekken
Tabel 6: oordeel van studenten direct na de kennismakingscarrousel, inclusief gesprekken, juni 2009
Oordeel van studenten direct na de kennismakingscarrousel, inclusief gesprekken
8x aspirant-studenten FLOT, evaluatie juni
7x aspirant-studenten PTH, evaluatie juni
Aspirant-studenten ICT, evaluatie juni: nvt, zie formulier nov.
Vraag 1 evaluatieformulier: “Waar heb je het meest aan gehad tijdens deze kennismaking?”
Vraag 1: Praten met studenten; de gesprekken; rondleiding en praten met studenten; gesprek met SLB’er/studenten; vooral alg. info en gesprek met studenten; aan de rondleiding; gesprekken met studenten.
Vraag 1: Nvt
Vraag 2 evaluatieformulier: “Als we volgend jaar weer een kennismaking organiseren, welke onderdelen moeten dan zeker blijven?”
Vraag 2: Vragenlijst kennismaken van nut; zo laten, misschien meer studenten; spreken met studenten leerzaam, niets weglaten; gesprekjes moeten blijven; gesprek met studenten moet blijven; rondleiding en gesprekken met docenten; gesprek met studenten.
Vraag 1: Persoonlijke gesprekken; pers. gesprek met SLB’er en met studenten; pers. contact met docent/student, info over jezelf, info opleiding; gesprek met SLB’er; gesprek met SLB + student; gesprek met SLB + student + verhelderende info opleiding. Vraag 2: Persoonlijk gesprek; alle onderdelen; alles is goed en moet blijven; gesprek met SLB’er of student; SLB’er + vragenlijst; gesprek met SLB’er; persoonlijke intake + gesprek student + web + infogids opleiding.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Vraag 2: Nvt
15x aspirant-studenten TNW die direct na de kennismakings-carrousel in juni een reflectiekaart hebben ingevuld (zie deliverable 1-17-01C voor alle aantallen) Hoewel de kennismakingsavond in mindere mate de motivatie voor de studie heeft versterkt, heeft de aspirantstudent wel een veel beter beeld van de opleiding gekregen. Vooral het kennismakingsgesprek met een SLB’er heeft hieraan bijgedragen en ook de gesprekken met (ex)studenten van de opleiding. Het gesprek met de SLB’er heeft voor ruim de helft van de asp. st’n de motivatie voor de opleiding versterkt. Opvallend is dat de koffie/ infocorner voor de meesten geen invloed heeft op de motivatie, maar voor iets minder dan de helft van de studenten wel heeft bijgedragen aan een beter beeld van de opleiding. De Babbelcorner was zeer in trek.
31
OW 10.823
Operationalisatie
Studenten FLOT
Studenten PTH
Studenten ICT
Studenten TNW
Vraag 4 evaluatieformulier: Hoe vond je de kennismakingsochtend in zijn totaal in 1 of 2 woord(en)?
Vraag 4: De kennismakingsochtend wordt als leerzaam, geslaagd, interessant, leuk en boeiend ervaren. Vraag 5: De aspirant-student voelt zich vereerd met de uitnodiging (1 van de 8). Rondleiding beter voorbereiden (1 van de 8). Meteen vertellen dat je zowel natuurkunde als scheikunde krijgt in opleiding natuurkunde (1 van de 8). Meer met tweedejaars kunnen praten (1 van de 8). Alle nieuwe eerstejaars uitnodigen (2 van de 8). FLOT-studenten zijn enthousiast over de kennismakingscarrousel en over gesprekken, zowel met SLB’ers als met studenten en docenten. Onderdelen: gesprekken met st’n en SLB’ers worden het meest als zinvol genoemd.
Vraag 4: De kennismakingsochtend wordt als nuttig, goed, interessant, leuk en zinvol ervaren. Vraag 5: Meer aandacht voor deeltijdopleidingen (2 van de 7), meer informatie over opleiding: overzicht minoren, lesrooster (1 van de 7), informatie P-fase vooraf (1 van de 7).
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Vraag 5 evaluatieformulier: Heb je nog tips voor ons? Of een opmerking? Wil je nog iets kwijt?
Samenvattende opmerkingen
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
PTH-studenten hebben het meest gehad aan gesprek met ouderejaars en SLB’er. Vragenlijst zelf wordt 1x expliciet genoemd.
32
OW 10.823
Oordeel van de aspirant-student en/of studiestaker over het nut van de gesprekken, november 2009
Tabel 7 : oordeel van studenten, evaluatie november 2009 Oordeel van studenten evaluatie november 2009
25x aspirant-studenten FLOT, evaluatie nov.
3x aspirant-studenten PTH, evaluatie nov.
8x aspirant-studenten ICT, evaluatie nov.
Vraag 3 evaluatieformulier: Heb je het kennismakingsgesprek met een SLB’er als zinvol ervaren?
Ja 20x
Nee 5x
Ja 2x
Nee 1x
Ja 8x
Toelichting Kennismakingsgesprek met SLB’er was fijn, geeft meer zin in de opleiding en bevestigt studiekeuze.
Toelichting Niet zinnig, keuze al gemaakt, geen gesprek gehad met uiteindelijke SLB’er.
Toelichting Zinvol, al een beetje bekend met PTH.
Toelichting Gesprek met ‘andere’ SLB’er.
Toelichting Studiekeuze bevestigd en fijn om SLB’er voor start opleiding te ontmoeten.
Ja 24x
Nee 1x
Ja 3x
Nee -
Ja 8x
Ja 25x
Nee -
Nee -
Ja 7x
Nee 16x
Ja 3x
17x aspirant-studenten TNW, evaluatie nov. Ja 15x
Nee 2x
Toelichting Meer duidelijkheid opleiding en beeld van mezelf.
Toelichting Keuze reeds gemaakt.
Nee -
Ja 17x
Nee -
Ja 8x
Nee -
Ja 16x
Nee -
Ja 8x
Nee -
Ja 12x
Nee 5x
Nee 0x
Vraag 4 evaluatieformulier: Hoe verliep het gesprek?
Antwoord 1: Ik voelde me op mijn gemak tijdens het gesprek. Antwoord 2: Ik kreeg voldoende kans om zelf wat in te brengen. Vraag 5 evaluatieformulier: Heb je na afloop van het gesprek een kopie van de Vragenlijst Kennismaken met TOP en TIP meegekregen?
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Nee -
33
OW 10.823
Oordeel van studenten evaluatie november 2009
25x aspirant-studenten FLOT, evaluatie nov.
3x aspirant-studenten PTH, evaluatie nov.
8x aspirant-studenten ICT, evaluatie nov.
17x aspirant-studenten TNW evaluatie november
Vraag 6 evaluatieformulier: Heb je naar aanleiding van de TIP zelf nog concrete actie (s) ondernomen?
Ja 4x
Nee 20x
Ja 1x
Nee 2x
Ja 5x
Nee 3x
Ja 2x
Nee 15x
Toelichting: aandacht voor risicovakken
Toelichting: Weet tip niet meer, niets gedaan met tip of niet gehad.
Toelichting: De “doedingen” uitgevoerd.
Toelichting: Vragen gesteld aan studenten.
Toelichting: Niets mee gedaan.
Toelichting: Oefenen wiskunde en hulp vragen aan anderen.
Toelichting: TIPS niet specifiek; kan me niet herinneren.
Ja 15x
Nee 8x
Ja 1x
Toelichting: Tips in achterhoofd of de opleiding is niet door gegaan (te weinig aanmeldingen). Nee 1x
Ja 7x
Nee 1x
Ja 14x
Nee 3x
Toelichting: Enthousiast geworden, bevestiging van keuze.
Toelichting: Sterk vermoeden, alles nieuw erg onzeker, bevestiging tijdens lessen.
Toelichting: Keuze al gemaakt voor gesprek.
Toelichting: Altijd twijfels.
Toelichting: Keuze bevestigd.
Toelichting: Twijfels: “Zou ik het leuk vinden?”
Toelichting: Keuze reeds gemaakt, goed gevoel, past bij me.
Vraag 7 evaluatieformulier: Wist je na het gesprek dat je de juiste keuze had gemaakt?
NB: 2x ja en nee Toelichting: Je weet nooit of je de juiste keuze maakt, gesprek had niet veel invloed.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
34
OW 10.823
Samenvattende opmerkingen
FLOT-studenten zijn enthousiast over de kennismakingscarrousel en over gesprekken, zowel met SLB’ers als met studenten en docenten. De onderdelen gesprekken met studenten en SLB’ers worden het meest als zinvol genoemd.
PTH-studenten hebben het meest gehad aan gesprek met ouderejaars en SLB’er. Vragenlijst zelf wordt 1x expliciet genoemd.
ICT studenten geven aan dat ze het fijn vinden dat ze de SLB’er al kennen en andersom. Het wordt ervaren als een zinvolle activiteit.
TNW-studenten geven aan dat ze nu veel beter weten wat ze kunnen verwachten. Wat opvalt is dat er weinig is gedaan met de tips die ze van de SLB’er meekregen.
Inschrijvingen andere studies Een van de vragen die we aan de studenten hebben gesteld is of ze zich ook voor andere studies hadden opgegeven of ingeschreven (vraag 2, evaluatie nov. 2009). Die werd als volgt beantwoord: FLOT Ja (4x): voor technische informatica (2x), voor LO wiskunde (1x), voor de Hogere Hotelschool (1x). Nee (34x) TNW-Applied Science Ja (3x): Orthopedie (1x), Toegepaste Psychologie (1x), Rock Academie (1x) Nee (14x) ICT Ja (0x) Nee (8x) PTH Ja (0x) Nee (3x) NB: het lage aantal aspirant-studenten dat zich ook voor andere studies heeft opgegeven of ingeschreven is waarschijnlijk te wijten aan het tijdstip van de kennismakingsgesprekken. We hebben duidelijk te maken met een populatie die al redelijk zeker is van de studiekeuze. Dat bleek ook tijdens de gesprekken.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
35
OW 10.823
Variabele
Operationalisatie
Oordeel van SLB’ers evaluatie juli
Tabel 8: oordeel van SLB’ers, evaluatie juli 2009
Oordeel van SLB’ers evaluatie juli
5x evaluaties SLB’ers FLOT
2x evaluaties SLB’er PTH
Vraag 1 evaluatieformulier: Gaf het kennismakingsgesprek aan de hand van de vragenlijst u een goede indruk van de aspirant-student? Vraag 2 evaluatieformulier: Heeft de student naar uw idee goede indruk van het studieprogramma van het eerste jaar kunnen krijgen? Vraag 3 evaluatieformulier: Welke indruk heeft u van de vragen die de aspirant-studenten zelf stelden? Kunt u concreet voorbeelden van gestelde vragen noemen?
Ja 5x
Ja 2x
ICT nvt
TNW nvt
Toelichting: Doorvragen op motivatie en sterke/zwakke punten, persoonlijke zaken. Ja: 2x
Gedeeltelijk: 1x
Toelichting: Gesprekken met studenten waardevol. Positief 2x
Weet ik niet: 1x
Toelichting: Vragen vooral gericht op inhoud en organisatie studie.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Niet ter sprake gekomen: 1x. Weinig vragen 3x
Nee: 1x
Afhankelijk van student en SLB’er: 1x
Concrete vragen: 1x
Geen indruk: 1x
Toelichting: Wanneer lesdag, lestijden, hoeveel stage?
36
Variabele
Operationalisatie
Oordeel van SLB’ers evaluatie juli
OW 10.823
Oordeel van SLB’ers evaluatie juli 2009.
5x evaluaties SLB’ers FLOT
Vraag 4 evaluatieformulier: Wat vond u van de sfeer tijdens de kennismakingscarrousel in het algemeen en het gesprek in het bijzonder? Vraag 6 evaluatieformulier: Heeft u nog doorverwezen / afwijzend geadviseerd aan het eind van het gesprek? Zo ja, kunt u een concreet voorbeeld noemen?
Aangenaam informeel, prettig, vertrouwelijk en warm, ontspannen, heel goed, menselijke gesprekken.
Vraag 7 evaluatieformulier: Waren de aspirantstudenten tevreden met uw advies (Tip en Top) aan het eind van het kennismakingsgesprek? Graag uw antwoord toelichten.
Ja: 2x
2x evaluaties SLB’er PTH Goed, geeft student meer inzicht in leerstijl en gevolgen hbo-studie.
Nee: 3x
Nee: 2x
Ja: 4x
Twijfel: 1x
Ja: 2x
Toelichting: Makkelijk concrete afspraken maken, verder kunnen helpen op basis van vertrouwen.
Toelichting twijfel: TIP ja, TOP geen goede setting.
Toelichting: Zeer goed ontvangen, wel de indruk, maar geen feedback gevraagd.
ICT nvt
TNW nvt
Toelichting: Door verwezen naar decaan.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
37
OW 10.823
Tabel 9: oordeel SLB’ers, evaluatie november 2009
Oordeel van SLB’ers evaluatie november 2009
Variabele Operationalisatie* Oordeel SLB’ers over het nut van de gesprekken over pilot als geheel, evaluatie november 2009.
4x evaluaties SLB’er FLOT
2x evaluaties SLB’ers PTH
3x evaluaties SLB’ers ICT Opmerking: één SLB’er geeft aan dat hij het formulier niet kan invullen.
4x evaluaties SLB’ers Applied Science (TNW)
1) Bevestigen van de keuze voor een exacte studie.
+ (4 van de 4)
+/- (2 van de 2)
+/- (1 van de 2) + (1 van de 2)
2) Twijfel en verkeerde verwachtingen van een exacte studie in een vroeg stadium vaststellen en wegnemen.
+/- (2 van de 4) + (2 van de 4)
+/- (2 van de 2)
++ (2 van de 2)
+/- (1 van de 4) + (2 van de 4) ++ (1 van de 4) - (2 van de 4) + (1 van de 4) ++ (1 van de 4)
3) Realiseren van sociale binding in een vroeg stadium.
+ (3 van de 4) ++ (1 van de 4)
+ (1 van de 2) ++ (1 van de 2)
+/- (1 van de 2) + (1 van de 2)
- (1 van de 4) +/- (3 van de 4)
4) Keuzeswitchers behouden voor het exacte domein.
- (4 van de 4)
+ (2 van de 2)
+/- (2 van de 2)
- (2 van de 4) +/- (1 van de 4) + (1 van de 4)
De 4 doelen van het project Boeien en Binden:
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
38
OW 10.823
Als we komend studiejaar weer een kennismaking met aspirant-studenten gaan organiseren, heb je dan nog tips voor ons?
FLOT Formulieren wat eerder opsturen, zodat ik ze meteen bij de intakes bij de studenten kan afnemen. Bij Bwi (bedrijfswiskunde)doen we al redelijk wat aan binding en boeien. Gesprekcyclus leverde wel wat (nieuwe) aanknopingspunten op. Meelopen met een ouderejaars student. Laat alumnus met werkervaring vertellen over valkuilen en leuke zaken. Gesprekken met alle studenten voeren, niet alleen een groepje. Bijdrage van ouderejaars studenten behouden. Niet al te dicht voor de zomervakantie plannen. Intakegesprekken alleen door SLB’ers van eerstejaars laten doen.
PTH Grosso modo zelfde doen: in ieder geval zelfde vragenlijsten hanteren! Erg goed instrument. Deelname aan de kennismakingsgesprekken bevorderen door contact te hebben voorafgaand aan kennismakingsgesprek. Bijvoorbeeld door te bellen, of per e-mail te laten bevestigen en de planning met naam door te sturen aan de student. Kennismakingsgesprekken ook mogelijkerwijs bij de start van het studiejaar plaats laten vinden, heeft de eigen SLB’er er profijt van. Of een deel van te voren en zij die later inschrijven (merendeel) aan begin van studiejaar gesprek laten hebben.
ICT De gesprekken met ouderejaars studenten en alumni waren voor veel studenten een zeer welkome aanvulling, dus ik kan me voorstellen dat we dat een volgende keer meer structureel maken.
TNW Zeker het station met alumni en huidige studenten (babbelcorner) opnemen in het programma: de aspirantstudenten waren hier heel enthousiast over. Het station met boeken/PC met N@tschool (info/koffiecorner) was minder uitnodigend. Mogelijk op een andere manier aankleden/ inrichten. Het is zinvol om de studenten waarmee je een gesprek hebt gehad vervolgens ook als SLB’er in je groep te krijgen. Dan kan punt 3 (doel 3) wellicht een beter oordeel krijgen. Verder heb ik maar 2 studenten zelf gesproken en die wisten beiden precies wat ze wilden.
* De mening van SLB’ers kon weergegeven worden op een 5-puntsschaal van – (helemaal niet mee eens), - (niet mee eens), +/- (gedeeltelijk mee eens), + (mee eens) tot ++ (helemaal mee eens).
Stoppers en switchers Bij TNW zijn er voor de aanvang van de studie twee aspiranten gestopt: zie doel 2: twijfel in vroeg stadium wegnemen. Bij TNW zijn er twee studenten geswitcht: een is naar economie vertrokken; een onbekend. Doel 4 (zie tabel 9, blz. 38 en 39) is in deze niet bereikt. Bij de FLOT is er voor aanvang van de studie 1 student binnen de lerarenopleiding geswitcht van het bètadomein naar economie: doel 4 (zie tabel 9, blz. 38 en 39) is in deze niet bereikt.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
39
OW 10.823
Conclusies Uit de evaluaties van zowel aspirant-studenten als studieloopbaanbegeleiders komt een positief beeld naar voren (zie tabel 6, 7, 8 en 9, blz. 31 t/m 39). Men is tevreden over het kennismakingsaanbod, waaronder het gesprek aan de hand van een vragenlijst. Zie verder de inhoud van de genoemde tabellen. De gespreksvoerders is met name gevraagd naar hun mening over de vier doelen die vooraf waren geformuleerd: 1. Bevestigen van de keuze voor een exacte studie; 2. Twijfel en verkeerde verwachtingen van een exacte studie in een vroeg stadium vaststellen en wegnemen; 3. Realiseren van sociale binding in een vroeg stadium; 4. Keuzeswitchers behouden voor het exacte domein. In tabel 9 op blz. 38 en 39 geven de SLB’ers hun mening weer over het nut van de gesprekken en over de pilot als geheel: over het algemeen worden de scores +/-, + en ++ ingevuld; bij Applied Science worden doel 2 en 3 ook met een – beoordeeld. Doel 4, het behouden van keuzeswitchers voor het exacte domein, wordt door de invullers van de FLOT (4x) en door Applied Science (2x) negatief beoordeeld.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
40
OW 10.823
Deel 5: Procesevaluatie Doel: inzicht geven in hoe het arrangement heeft gefunctioneerd, wat goed is bevallen, wat verbeterd kan worden, alsmede de lessons learned en do’s & don’ts van het uitgevoerde arrangement. Deze evaluatie is gebaseerd op een vergelijking van het ontworpen arrangement en het uitgevoerde arrangement. Diagnose en referenties:
Ongeveer 5 % van de aangemelde studenten behoort tot de groep snelle studiestakers (schrijven zich uit of switchen nog voor 1 okt van jaar van inschrijving). Mogelijke oorzaken: afstudeerders havo/vwo kiezen steeds later voor een vervolgstudie. De motieven voor studiekeuze zijn niet altijd gebaseerd op reële verwachtingen. Het is jammer dat de late aanmelders, een potentiële risicogroep wat betreft snel afhaken, niet meegenomen kunnen worden bij de kennismakingsgesprekken voor de zomervakantie.
Tabel 10: Procesevaluatie Reflectie terug
Vragen
Opmerkingen
Gerealiseerd ontwerp
Is het gegaan als gepland en waren er eventuele tussentijdse aanpassingen?
ICT: carrousel ingekort t.o.v. oorspronkelijke programma door minder opkomst studenten. Door meer informeel karakter zijn reflectiekaarten niet meer ingevuld. TNW en PTH: beide volgens planning uitgevoerd.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
41
OW 10.823
Reflectie terug
Vragen
Uitvoeringsproblemen Wat was moeilijk of ging niet goed? In hoeverre heeft de huidige inschrijfdatum invloed gehad op het arrangement zoals beschreven in deel 3 en op de kwaliteit van de realisatie?
Uitvoeringssuccessen
Wat was makkelijk of ging heel goed?
Risicoprofielen
Is het risicoprofiel voor de studenten goed ingeschat? Geschatte kosten per deelnemer, zowel financieel als qua benodigde competenties en capaciteit.
Kosten
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Opmerkingen Algemeen: tests en infocorner minder in trek. Er waren op laatste moment zieken en afmelders; snel vervanging moeten regelen. Door veel late inschrijvingen is lang niet de gehele groep inschrijvers bereikbaar voor een gesprek voor de vakantie. Geeft dat niet al een bepaald soort selectie uit a.s. studenten? ICT: alles ging eigenlijk goed; er lag een mooi draaiboek en men was enthousiast, ook ouderejaars en alumni. Volgende keer niet meer met eten: veel organisatie en duur. SLB’ers vonden het wel vermoeiend, ook pauzes inlassen; zeker als we de groep waarmee gesprekken gevoerd gaat worden gaan vergroten. FLOT: st’n kwamen keurig op tijd, heel serieus. Leuke gesprekken, ook voor gespreksvoerders. PTH: het bedoelde reflectieformulier was niet voorhanden. SLB’er ziek. TNW: alumni moeilijk te bereiken. Van de twee haakte er nog een af. Medewerking collega’s op dit tijdstip van het studiejaar is een probleem: drukke periode voor SLB’ers. Veel no-shows op uitnodigingen. Er zijn nog 4 gesprekken later gevoerd. De gesprekken met SLB’ers én studenten. Babbelcorner met ouderejaars en alumni was zeer in trek. De Vragenlijst kennismaken is een prima aanknopingspunt voor gesprek en aanvullend TOP en TIP door SLB’er. FLOT: gesprekken met ouderejaars waren zeer in trek (meer dan kennismakingsgesprek met SLB’er). Soms spontane rondleidingen, enthousiasmerend. Studiematerialen minder in trek. St’n zijn ad random uitgenodigd. Er is niet geselecteerd op risicoprofiel. Misschien voor een volgende keer als idee meenemen als alle asp. Studenten mee gaan doen. De kosten komen op ongeveer €121,- op een groep van 200 studenten (zie bijlage 2), berekend voor instroom ICT voorjaar 2010. Wanneer er veel gesprekken worden gepland zal dat meerdere momenten kosten. SLB’ers van de P-fase moeten over coachende kwaliteiten beschikken. Er worden trainingen georganiseerd om SLB’ers goed voor te bereiden op het voeren van kennismakingsgesprekken; focus op welkom heten en coachende/ ontwikkelingsgerichte houding
42
OW 10.823
Bijeffecten
Wat waren de onverwachte voordelen van dit arrangement (bijv: Verhoogde samenwerking tussen faculteiten, stafafdelingen e.d.)? Wat waren de onverwachte nadelen?.
Eindoordeel
Reflectie op en evaluatie van de redeneerketen
ICT en TNW: in kleine Eindhovense groep goede samenwerking contactpersonen en mooie producten. FLOT: gedoe om gegevens boven tafel te krijgen. Geen tijd als contactpersoon. Veel wisselingen. Belangrijk bijeffect: bewustzijn in organisatie van belang kwaliteitscyclus: is schrikbarend afwezig. PTH: wisseling projectleiding en contactpersonen is lastig. TNW: je scheept je administratie en collega’s met veel extra vragen op. Zie tabel 11, blz. 47 t/m 49, waarin per interventie en bedoelde outcome in de laatste kolom evaluatieve opmerkingen worden gemaakt over het proces.
Reflectie vooruit Verbeteringen
Voorstellen voor verbetering
Algemeen: - Gesprekken vroeger in de tijd plannen; we denken aan meerdere momenten vanaf eind april; - Vragenlijst kennismaken digitaliseren en vooraf online laten invullen door studenten; - Evaluatielijsten digitaliseren en minder open vragen opnemen t.b.v. efficiëntere verwerking gegevens. - Exitprocedure tijdig bespreken met SLB’ers en kwaliteitszorg. Afspraken maken over verzamelen, bespreken en verwerken exit-vragenlijsten. - No-shows reduceren door bijv. vooraf het programma te mailen met de namen van ingedeelde studenten binnen heldere programma-onderdelen. Komst laten bevestigen. - Tijdens het kennismakingsgesprek meer focus op activering van de aspirant-student d.m.v. TIP door de SLB’er aan het eind van het gesprek. Niet alleen meegeven maar ook goed bespreken en SMART maken. Studenten PTH: - Vooraf de info toesturen, zodat je bij kennismaking tijd voor andere activiteiten hebt; - graag een overzicht van minoren en een lesrooster als voorbeeld; - naast voltijdopleiding ook richten op deeltijdopleiding. - meer ouderejaars studenten inzetten; briefing studenten vooraf; - aanpassing programma carrousel n.a.v. evaluatiegegevens: geen uitgebreide infocorner; focussen op gesprekken/ speeddaten.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
43
OW 10.823
Lessons learned
Wat hebben we er van geleerd?
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Studenten ICT: - Meer info over wat de opleiding gaat inhouden; een goed voorbeeld van een ‘normale dag bij HS ICT’. - oefeningen in de praktijk laten doen; niet alleen informatie geven. Studenten FLOT: - Na het kennismakingsgesprek nog een gesprek rond tentamenweek. - Nodig volgende keer alle nieuwe studenten uit. - Meer ouderejaars om mee te praten; geen eerstejaars die het niet gehaald hebben. Studenten TNW: - Vragenlijst eerder geven. - Vertel wat meer over de projecten. - Eerder feedback vragen. SLB’ers FLOT: - Over het nut van testen nadenken en vooral vastleggen wat er verder mee moet gebeuren. - alle studenten voortaan uitnodigen. SLB’ers TNW: - Het een en ander eerder regelen. - Veel studenten zijn niet komen opdagen. - n@tschool voegde niet zoveel toe >> niet meer inplannen. - Eerder feedback vragen over kennismaking (evaluatieformulier). Onze grootste les is dat je, als aanvragend instituut, goed moet bezinnen aleer te beginnen. Allereerst dient goed verkend te worden of de projectgroep, inclusief projectleider, tijd en ruimte krijgen om het project tot een succes te maken. Dat betekent dat vanaf de eerste brainstorm over de projectaanvraag alle deelnemende partijen betrokken dienen te worden. Uitwerking in detail in een Controlling Document kan dan aan de projectleider overgelaten worden, maar wel steeds met terugkoppeling naar diegenen die de klus uiteindelijk moeten gaan klaren. Het te laat betrokken worden bij dit project heeft onnodig weerstand opgeroepen bij mensen die aan het eind van het studiejaar te weinig tijd hadden om ‘er iets moois van te maken’. Het in het CD opnemen van een realistische tijdsplanning, het vastleggen van de logistiek, het vastleggen van (administratieve) ondersteuning, het direct bij de start helderheid geven over ieders rol en taak binnen project Boeien en Binden had veel meer rust en plezier in het project kunnen brengen. Algemeen devies: Keep It Simpel (KIS) en Keep it Practical (KIP). 44
OW 10.823
Do’s
Wat moeten anderen zeker doen?
Don’ts
Wat moeten anderen zeker niet doen?
Schaalbaarheid
Hoe is het onderdeel te maken van de staande organisatie? Concrete plannen? In hoeverre leeft het c.q. is er steun voor studiekeuzegesprekken binnen de organisatie? Is dit toe of afgenomen door het project?
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Aspirant-studenten welkom heten en persoonlijke aandacht geven. Draagvlak borgen op alle niveaus: van management t/m studenten. Kennismakingsactiviteiten docenten (kennismakingsgesprekken a.d.h.v. een vragenlijst), ouderejaars, alumni en beroepsuitoefenaars organiseren. Het is een uitgelezen gelegenheid om wederzijds verwachtingen af te stemmen en je ‘al een beetje thuis te gaan voelen’ bij je toekomstige opleiding. Een training aan SLB’ers geven zodat zij echt betrokken worden bij de uitvoering en daarover kunnen uitwisselen is een aanrader. Binden en Boeien is een aansprekend devies! Een start maken over 5 instituten heen. Samenwerken is op zich al een project gebleken. En dan is werken onder enorme tijdsdruk niet zo handig. ‘Even’ een project binnen halen. Met te weinig mensen, zonder beschikbare reserves, een nieuwe ontwikkeling oppakken. Tussentijds wisselen van bemensing, zeker geen wisseling projectleiding; kost erg veel tijd en ergernis. De HS voor TNW heeft aan de projectleider van Boeien en Binden gevraagd een vervolg-projectaanvraag te doen voor de opleiding Technische Natuurkunde en eventueel andere geïnteresseerde (techniek)opleidingen. De Fontys Lerarenopleiding Sittard heeft zich daarbij aangesloten. We mikken in dit vervolg op disseminatie van de uitgevoerde pilots met kennismakingsgesprekken binnen Fontys opleidingen en op digitalisering van de gebruikte Vragenlijst Kennismaken. Na de verslaggeving van de landelijke 11 projecten worden er conclusies getrokken ten aanzien van een eventuele voortzetting/verbreding van de pilots c.q. invoering van studiekeuzegesprekken binnen de deelnemende bètaopleidingen van de FLOT. De opleiding Applied Science (HS TNW) is van plan door te gaan met kennismakingsgesprekken en dat voor een brede instroom uit te gaan voeren. HS voor ICT heeft plannen om dit voorjaar met alle instromende studenten een kennismakingsgesprek te voeren. Bij de PTH zijn de plannen voor voortzettin g van kennismakingsgesprekken nog niet bekend. Er is zeker een toenemende interesse voor het voeren van kennismakingsgesprekken voor de poort, ook bijv. bij decanen van het VO. Bij de 4 Fontys Pabo’s is afgelopen najaar het Zwaluwstaartproject (SURF) gestart; daarover zijn over en weer contacten. Goede ideeën, materialen kunnen eventueel uitgewisseld en aangepast. Er zijn ook instituten die meer neigen naar het voeren van intakegesprekken met de 45
OW 10.823
Overdraagbaarheid
Hoe is het overdraagbaar naar andere opleidingen /instellingen?
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
bedoeling om te selecteren voor de poort; die volgen het project kritisch. Op 18 maart is er tijdens een SLB-expertmeeting bij Fontys aandacht besteed aan het voeren van kennismakingsgesprekken. Regelmatig komen er verzoeken om iets te komen vertellen over ons project Boeien en Binden. Als er serieuze belangstelling blijkt te zijn kunnen we intern toegang regelen tot onze Fontys Portal Boeien en Binden. Daarop zijn de praktijkbeschrijvingen en alle deliverables van het project te vinden. Ook op de SURF projectsite Kennismakingsgesprekken zijn relevante documenten te vinden. In het projectleidersoverleg lijkt me een goed agendapunt: “hoe om te gaan met de aldaar verzamelde materialen”. Het is een goed idee van SURF om geld beschikbaar te stellen voor de meer ervaren 11 projectleiders uit de 1e tranche om nieuwkomers op weg te helpen (coaching). Verspreiding van het gedachtegoed en ervaringen met studiekeuzegesprekken kan zeker plaatsvinden in het netwerk van studieloopbaanbegeleiders en decanen van het toeleverend onderwijs (conferenties, Velon Congres, nieuwsbrieven en tijdschriften, e.d.).
46
OW 10.823
Tabel 11: Redeneerketen met procesevaluatie Interventie
Mechanisme
Outcome
Procesevaluatie met verwijzingen naar bijlagen
1) Invullen van vragenlijst
Door de vragenlijst in te vullen moet de aspirantstudent zijn/haar interesses, motieven en verwachtingen die samenhangen met de studiekeuze expliciet verwoorden. De "vertaling" van een mogelijk diffuus beeld staat hier centraal. De aspirant-student maakt persoonlijk kennis met een vertegenwoordiger van de gekozen studie en ervaart sociale binding.
Persoonlijk overzicht van de keuzemotieven van de aspirant-student
De Vragenlijst Kennismaken (deliverable 1-07) voorziet heel duidelijk in de behoefte om op een heldere manier de keuzemotieven van de aspirant-student boven tafel te krijgen. Met name de vragen 2) over vooropleiding; 3) oriëntatie op opleiding; en 5) studie en vrije tijd; laten de student reflecteren op keuzemotieven. De a.s. student weet dat hij daar aansluitend een gesprek met een SLB’er over gaat voeren, waardoor naar ons idee er heel serieus wordt ingevuld en beargumenteerd.
Grotere inzetbereidheid tijdens de start van de studie
Zowel de a.s. studenten als de gespreksvoerders vanuit de opleiding waren onverdeeld enthousiast over de gevoerde gesprekken. SLB’ers gaven aan dat er goede vragen werden gesteld en ze met behulp van de ingevulde vragenlijst een goed beeld kregen van de student in relatie tot de vereisten van de opleiding. Dat kon direct ter sprake worden gebracht en leidde dan ook aan het eind van het gesprek tot een TIP, die op schrift meeging met de student. Ontdekte kwaliteiten leverden een schriftelijk geformuleerde TOP op. Studenten vonden het gesprek met de SLB’er, naast het gesprek met een ouderejaars/alumnus, de beste activiteit tijdens de kennismakingscarrousel. Veel studenten gaven spontaan aan in het gesprek dat ze ‘er zin in hadden te starten’.
2) Gesprek met SLB'er
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
Student voelt zich meer verbonden met de gekozen studie. Ervaart eigenaarschap/ verantwoordelijkheid om het tot succes te maken
47
OW 10.823
De aspirant-student krijgt gelegenheid om vragen te stellen over de inhoud, opbouw, moeilijkheidsgraad, werkwijze, enz. van het studieprogramma en kan op deze manier nagaan of dit aansluit bij eigen verwachtingen t.a.v. de studie
3) Ouderejaarsstudent/ alumnus
4) Schriftelijke informatie
SLB'er kan aan de hand van de ingevulde vragenlijst een inschatting maken over de reële haalbaarheid van de studie door de aspirantstudent. Door persoonlijke kennismaking met een ouderejaarsstudent/ alumnus die vertelt uit eigen ervaring gaat de studie meer leven, krijgt een "gezicht". De aspirant-student kan aan de hand van de aangereikte informatie de juistheid van eigen studiekeuze bevestigen
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
De student voelt zich bevestigd in zijn/haar studiekeuze Student kan op basis van realistisch studiebeeld/beroepsbeeld tot een keuze komen; Student kan op basis van realistisch studiebeeld/beroepsbeeld besluiten om studie niet te doen, en heeft inzicht in alternatieve studiemogelijkheden binnen het bètadomein. SLB'er geeft een advies tav studiekeuze.
Aspirant-student beschouwt toekomstige studieplek niet als een organisatie of als een gebouw, maar als een plek waar uitwisseling met medestudenten plaatsvindt De aspirant-student voelt zich bevestigd in zijn/haar keuze
In totaal was er maar één student die aangaf dat de opleiding een tweede keus was. Het advies: “volg je eerste keus” is opgevolgd. Het moment van het gesprek, eind juni, leverde niet veel echte twijfelaars op. Binnen de FLOT is een student na het gesprek niet naar het bètadomein gegaan, maar is geswitcht naar de economische lerarenopleiding binnen hetzelfde instituut. Wel zijn er verschillende TIPS gegeven om wiskunde/natuurkunde bij te spijkeren tijdens de zomer.
SLB’ers geven in hun evaluatie aan dat de vragenlijst in combinatie met het gesprek voldoende zicht geeft op de haalbaarheid van de gekozen studie door de student. Soms is er ook zorg uitgesproken, bijv. over een grote bijbaan, een sportcarrière naast de studie. Daar kon het nu tijdig over gaan Het speeddaten (TNW en ICT) en de gesprekken (PTH en FLOT) met ouderejaars en alumni van de opleiding leverden zeer geanimeerde gesprekken op, soms zelfs een spontane rondleiding door het gebouw. Deze wel geplande maar niet gestuurde activiteiten scoorden heel hoog bij alle bezoekers en ook bij ouderejaars/alumni. Ze willen graag nog een keer komen! Daar we het informele karakter wilden benadrukken is er alleen een kopie van de ingevulde vragenlijst met een TOP (geconstateerde kwaliteit passend bij de studie) en een TIP (advies) aangereikt en toegelicht na het gesprek met de SLB’er. Onderaan de lijst stond het emailadres van betreffende SLB’er, zodat er altijd 48
OW 10.823
5) Enkele tests
De aspirant-student kan aan de hand van de aangereikte informatie gaan twijfelen over eigen studiekeuze
De aspirant-student neemt zijn/haar keuze in heroverweging
Aspirant-student kan aan de hand van de aangereikte informatie geïnteresseerd raken in/ gemotiveerd worden voor een andere studie in het bètadomein. Aspirant-student kan aan de hand van de uitkomsten van de tests nieuwe inzichten ontwikkelen omtrent studiekeuze; zich bevestigd voelen in juistheid van zijn/haar studiekeuze
De aspirant-student overweegt/ besluit om een andere, verwante studie te kiezen
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
De aspirant-student houdt vast aan oorspronkelijke keuze of heroverweegt keuze.
nog een vraag gemaild kon worden. In de infocorner kon de student naar eigen interesse digitale en/of schriftelijke informatie bekijken. Op de sites van de opleidingen is aanvullend veel informatie te vinden en daar werden de studenten nog eens op gewezen. Daar we te maken hadden met reeds ingeschreven studenten waren er weinig twijfelaars. We weten natuurlijk niet wat de reden van de wegblijvers is geweest om niet te komen. Daar is niet achteraan gebeld. Misschien een idee voor de volgende ronde. Naar ons idee is invullen vragenlijst en een gesprek met SLB’er voldoende om de twijfel te bespreken en eventueel af te zien van de gekozen studie (bij MBO-studenten speelt het gevraagde bètaniveau een rol in het afzien van de studie; mbo’ers waren niet bij deze pilot betrokken). Zie opmerkingen bij 4)
De gehanteerde Vragenlijst Kennismaken is niet te typeren als een test, maar geeft zeker wel aanknopingspunten om de geschiktheid van de student voor de gekozen studie nog eens goed onder de loep te nemen. Bij heroverweging studiekeuze zouden SLB’ers een rol kunnen spelen, omdat zij voorbereid waren op het eventueel doorverwijzen naar a) een geschiktere keuze binnen het bètadomein en b) naar een andere relevante keuze binnen Fontys Hogescholen.
49
OW 10.823
Bijlage 1: Onderzoeksmodel Op basis van de ingediende projectvoorstellen en een literatuurstudie hebben wij het volgende model ontwikkeld dat de relaties weergeeft tussen de interventies, studie-uitval en de methode van resultaatevaluatie.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
50
OW 10.823
Bijlage 2: kostenraming kennismakingsgesprekken instroom 2010, HS ICT Geschatte inzet kosten voeren van kennismakingsgesprekken HS ICT, voorjaar 2010 Aanmeldingen 2009-2010 Bekend in juni 2010 activiteit Gesprek met SLB’er Gesprek met alumnus Gesprek met ouderejaars student Administratie Coördinatie en organisatie Training SLB’er Catering studenten Catering docenten Overige kosten (kopieerkosten, papier, e.d.) Totale kosten
300 200* tijd 30 min. + 15 min. voorbereiding 15 min. 15 min. + 5 min. wisselen 20 uur 20 uur 50 uur
Kosten per eenheid € 87,Geen kosten € 8,€ 67,€ 87,€ 87,€ 10,€ 12,50
Per student
Totaal 150 uur 200 x 20 min.
€ 13.050,€ 536,€ 1340,€ 1740,€ 4350,€ 2500,€ 250,€ 500,€ 24266 ,€
121,-
*Mochten er in voorjaar 2010 meer aanmeldingen zijn dan 200 dan gaan de kosten relatief omhoog.
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
51
OW 10.823
Bijlage 3
Boeien en Binden, Fontys Hogescholen, 14 april 2010
52