Naam instelling: Hanzehogeschool Groningen HBO-Master Naam opleiding: Master Real Estate
Beperkte opleidingsbeoordeling
© Netherlands Quality Agency (NQA) februari 2011
2/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
3/49
4/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Samenvatting In deze samenvatting worden de belangrijkste bevindingen, overwegingen en conclusies beschreven over de beperkte opleidingsbeoordeling van de hbo-master Real Estate (MRE) van de Hanzehogeschool. De master is een niet-bekostigde hbo-master, die opleidt voor functies op strategisch en tactisch niveau in de vastgoedsector in brede zin.
Standaard 1. Beoogde eindkwalificaties De MRE heeft bij de formulering van haar competenties gebruik gemaakt van het landelijke profiel van de hbo-bachelor Vastgoed en Makelaardij en heeft deze met behulp van de Dublin descriptoren getransformeerd naar het hbo-masterniveau. De eindkwalificaties zijn in nauw overleg met het werkveld geformuleerd en sluiten goed aan bij de eisen uit het werkveld, zo heeft het panel vastgesteld. De master werkt in totaal met tien competenties. Acht van de tien competenties hebben betrekking op het domein van het vastgoed en twee zijn toegesneden op de persoonlijke ontwikkeling van de student. Deze twee competenties geven de opleiding volgens het panel een herkenbaar eigen profiel en dragen in belangrijke mate bij aan het goed kunnen functioneren in de beroepspraktijk. Twee andere thema’s waarmee de opleiding zich profileert zijn het gebruikersperspectief en de praktijkgerichtheid. Het panel voegt hier nog een vierde thema aan toe, namelijk het brede karakter. Hiermee onderscheidt de master zich van collega master-opleidingen Real Estate. Alle vier deze thema’s komen volgens het panel expliciet aan de orde in het curriculum van de master en zorgen voor een duidelijke profilering en positionering. Alhoewel de master momenteel nog een landelijke, regionale oriëntatie heeft, leeft de ambitie om in de nabije toekomst te internationaliseren. Een belangrijk ijkpunt hierbij is de voorgenomen accreditatie door het Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS). Met het oog hierop heeft de master een omvang van 65 in plaats van 60 EC. Studenten worden door de master in staat gesteld om in hun huidige bedrijf of organisatie een carrièresprong te maken. Het panel komt tot het oordeel voldoende op deze standaard.
Standaard 2. Onderwijsleeromgeving Alle tien de competenties zijn uitgewerkt in deelcompetenties of leerdoelen. De competenties komen volgens het panel in grote lijnen in voldoende mate aan bod in het programma. De master is opgebouwd uit tien modulen en een afstudeertraject. Het onderwijs is vormgegeven langs drie leerlijnen: de conceptuele-, de integrale- en de ervaringsreflectieleerlijn. In de conceptuele leerlijn verwerven studenten kennis. Dit doen zij onder andere door het bestuderen van literatuur. In de integrale leerlijn verwerven zij beroeps- en onderzoeksvaardigheden. In de ervaringsreflectieleerlijn staat de persoonlijke ontwikkeling
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
5/49
van de student centraal. De master werkt nog aan een uitbreiding van het onderzoek in de onderzoekslijn, zodat studenten nog beter worden voorbereid op het zelfstandig kunnen uitvoeren van een onderzoek in het kader van hun scriptie. Het panel vindt de opzet van de master in tien modulen en scriptie en de vormgeving langs drie leerlijnen helder. Eén maal in de twee maanden, bij de start van elke module wordt tijdens drie aaneensluitende dagen onderwijs verzorgd in een conferentieoord in het midden van het land. Het panel heeft kunnen vaststellen dat de opzet van de master goed past bij de doelgroep. Studenten vinden het efficiënt om drie achtereenvolgende dagen met de opleiding bezig te zijn en toonden zich tevreden over de onderwijslocatie. Tussen de contactdagen door onderhouden zij contacten via de e-mail, waardoor zij “aan het studeren blijven”. Een risicovol moment voor de studievoortgang doet zich voor na afloop van de tiende module. Studenten komen dan niet meer bij elkaar en werken individueel aan hun scriptie. Het panel heeft geconstateerd dat met name tijdens deze fase veel studenten een behoorlijke studievertraging oplopen. Het panel is te spreken over de kwaliteit van de docenten. Zij beschikken over de juiste combinatie van kwalificaties, zo heeft het panel op basis van de bestudering van de cv’s vastgesteld. Bijna alle docenten hebben een academische graad en één docent uit het kernteam is gepromoveerd. Nagenoeg alle docenten zijn tevens werkzaam in de vastgoedsector, waardoor zij goed in staat zijn om hun praktijkervaringen in te brengen in hun onderwijs. Het panel concludeert op basis van het bovenstaande dat de master er in slaagt om een onderwijsleeromgeving te creëren, die studenten in staat stelt om de eindkwalificaties te realiseren. Het panel komt tot het oordeel voldoende op deze standaard.
Standaard 3. Toetsing en gerealiseerde resultaten Het panel is op basis van de bestudeerde toetsen, opdrachten en scripties van oordeel dat het beoogde hbo-masterniveau wordt gerealiseerd. De werkveldvertegenwoordigers toonden zich tevreden over het afstudeerniveau. In de master worden verschillende toetsvormen gebruikt, zowel van summatieve als formatieve aard. De belangrijkste toetsvormen zijn de kennistoets, de taakgerichte opdracht en de scriptie. Door de combinatie van toetsen worden volgens het panel alle tien de competenties gemeten. Het panel heeft vastgesteld dat de kwaliteit van de toetsen in orde is. De borging ervan is nog in ontwikkeling en behoeft volgens het panel meer aandacht. Voor de scriptie wordt een handleiding gemaakt en het meetinstrument voor de scriptie wordt aangescherpt. Er zijn twee beoordelaars bij de scriptie betrokken. Het bedrijf waarin de student het afstudeeronderzoek uitvoert is tot op heden niet betrokken bij de beoordeling van de scriptie. Het werkveld heeft aangegeven hier wel behoefte aan te hebben.
6/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Het panel heeft vastgesteld dat de feedback op de toetsen (nog) niet structureel is georganiseerd en de nakijktermijnen voor de toetsen worden regelmatig overschreden. Deze punten hebben de aandacht van het management. Het panel raadt het management aan om op korte termijn structurele feedbackmomenten te organiseren en erop toe te zien dat de nakijktermijnen worden nageleefd. De examencommissie heeft haar taak om de kwaliteit van de toetsen te waarborgen gedelegeerd aan de docenten. Ten gevolge van de nieuwe wettelijke taken van de examencommissie, werkt de commissie thans aan een herdefiniëring van haar taken. Hiermee zal zij als commissie de expliciete taak krijgen om de kwaliteit van de toetsen te waarborgen. Het panel heeft tijdens de bezoekdag vastgesteld dat dit binnenkort gerealiseerd zal worden. Het panel komt tot het oordeel voldoende op deze standaard.
Eindoordeel Het panel beoordeelt de drie standaarden met een voldoende. Op basis hiervan stelt het panel vast dat de opleiding voldoet aan de basiskwaliteit. Het eindoordeel is voldoende.
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
7/49
8/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Inhoudsopgave 1
Basisgegevens van de opleiding
111
2
Beoordeling van de standaarden
13
Standaard 1
Beoogde eindkwalificaties
13
Standaard 2
Onderwijsleeromgeving
15
Standaard 3
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
20
3
Eindoordeel over de opleiding
25
4
Aanbevelingen
27
5
Bijlagen
29
Bijlage 1.
Eindkwalificaties Master Real Estate Hanzehogeschool Groningen
31
Bijlage 2a.
Overzicht programma
33
Bijlage 2b.
Overzicht SBU en EC
34
Bijlage 3.
Deskundigheden leden van het beoordelingspanel en secretaris
35
Bijlage 4.
Bezoekprogramma
41
Bijlage 5.
Bestudeerde documenten
43
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
9/49
10/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
1
Basisgegevens van de opleiding
Administratieve gegevens van de opleiding 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Naam opleiding in CROHO Registratienummer opleiding in CROHO Oriëntatie en niveau Status opleiding Aantal studiepunten Afstudeerrichtingen Variant Locatie
Real Estate 70052 Hbo-master Onbekostigd, post-initieel 65 N.v.t. Deeltijd Oosterbeek
Administratieve gegevens van de instelling 1. Naam instelling 2. Status instelling 3. Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg
Hanzehogeschool Groningen Bekostigd Aangevraagd bij de NVAO
Kwantitatieve gegevens over de opleiding De Master Real Estate (MRE) is in 2003 van start gegaan en in 2005 geaccrediteerd. Op 1 februari 2010 stonden in totaal 29 studenten ingeschreven bij de opleiding. In januari 2011 waren dertien studenten afgestudeerd (vier in 2009 en negen in 2010). In 2010 meldden zich slechts vier studenten aan. Dit aantal was te klein om in dat jaar met een nieuw cohort van start te gaan. Ten tijde van de visitatie (januari 2011) hadden zich reeds belangstellenden gemeld voor de opleiding die in het najaar van 2011 van start gaat. De opleiding verwacht dat zij dan met een nieuwe opleiding van start kan gaan. De MRE heeft acht vaste kerndocenten (0,48 fte en 0.05 fte voor de lector) en 32 flex - en contractdocenten (0,34 fte). Het managementteam bestaat uit twee personen: de teamleider en de programmanager en heeft een omvang van 0,24 fte. Het ondersteunend personeel bestaat uit één persoon (0,36 fte). De totale omvang van de opleiding is 1,47 fte. De MRE heeft een omvang van 65 EC en een formele duur van twee jaar. Studenten dienen binnen tweeënhalf jaar de opleiding af te ronden. Het programma bestaat uit tien modulen en het afstudeertraject. De modulen hebben een totale studielast van 1176 uur, waarvan 256 contacturen. Voor de onderzoekslijn en module negen is 280 uur gereserveerd, waarvan 80 contacturen. Voor de integratieve projecten is een studielast genormeerd van 168 uur en voor de scriptie 476 uur, waarvan 16 contacturen. Het totale aantal uren studielast bedraagt 1820 uur. Het totale aantal contacturen is 352. De verhouding contacturen en zelfstudie-uren komt hiermee op 1 : 5.
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
11/49
12/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
2
Beoordeling van de standaarden
Het visitatiepanel beschrijft hieronder per standaard van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Daarna volgt het samenvattende oordeel over de opleiding.
Standaard 1
Beoogde eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen Beroepsprofiel en competenties De MRE heeft bij de formulering van haar eindkwalificaties het landelijke beroepsprofiel van de bachelor Vastgoed en Makelaardij (2003) als uitgangspunt genomen. Aangezien dit profiel is toegesneden op het hbo bachelorniveau, was het nodig om het “op te liften” naar het masterniveau. Hiervoor heeft de opleiding gebruik gemaakt van de Dublin descriptoren. Deze exercitie heeft geresulteerd in tien eindkwalificaties (C1 tot en met C10). Aangezien de master nauw gelieerd is aan de beroepspraktijk hebben professionals uit de vastgoedsector een belangrijke stem gehad bij de formulering van de tien competenties. Hun invloed is volgens het panel duidelijk zichtbaar. Acht van de tien competenties zijn gekoppeld aan de (inter)nationale fasen uit de ‘vastgoedcyclus’. De competenties C9 en C10 hebben betrekking op het ontwikkelen van vaardigheden en de zelfreflectie van studenten. C9 betreft de Sociale en communicatieve competentie en C10 de Zelfsturende competentie. De master streeft er naar om in de nabije toekomst haar competenties nader af te stemmen op internationale eisen van de Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS). Tot op heden heeft de opleiding voornamelijk een Nederlandse oriëntatie. Module tien, European Challenge heeft een internationale oriëntatie. Deze module (“intensive programme”) wordt verzorgd in Sheffield (UK) en bestaat uit een praktijkcase, waarin studenten een multidisciplinair vergelijkend locatie- en vestigingsonderzoek uitvoeren voor een internationaal bedrijf. Ook heeft de master de ambitie om meer aandacht te besteden aan de eisen die worden gesteld vanuit de wetenschappelijke praktijk van het vastgoeddomein. Om dit te realiseren heeft de opleiding de onderzoekslijn versterkt. Zij heeft echter niet de ambitie om een wetenschappelijke master te worden. Competenties en Dublin descriptoren In de kritische reflectie geeft de master in een matrix de relatie weer tussen de tien eindkwalificaties en de Dublin descriptoren. Uit de matrix blijkt dat de Dublin descriptoren “Kennis en inzicht” en “Toepassen van kennis inzicht” terugkomen in acht van de tien
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
13/49
competenties en “Oordeelsvorming” in zes van de tien competenties. De Dublin descriptoren “Communicatie” en Leervaardigheden” komen in alle tien de competenties aan bod. Profilering De MRE profileert zich ten opzichte van collega-masteropleidingen Real Estate in Nederland door drie thema’s: het gebruikersperspectief, de persoonlijke ontwikkeling van de student en de praktijkgerichtheid. Het panel heeft vastgesteld dat de drie thema’s duidelijk herkenbaar zijn in het programma. Het “gebruikersperspectief” komt tot uitdrukking door vastgoed als basis te nemen voor de waardecreatie door middel van vastgoedontwikkeling en - exploitatie. Project- en gebiedsontwikkeling, vastgoedmanagement en de financiering en belegging zijn ten gevolge hiervan centrale thema’s in het programma. Deze thema’s sluiten zowel aan bij vragen uit de markt als bij de onderzoeksagenda van het lectoraat Vastgoed, dat aan de master is verbonden. Het tweede centrale thema van de opleiding “de persoonlijke ontwikkeling van de student” krijgt vorm in het Selfdevelopment-traject, dat als een rode draad door de opleiding loopt. Direct bij de start van de opleiding in de eerste module wordt hier aandacht aan besteed. Studenten formuleren in dit traject hun persoonlijke, professionele leerbehoeften, waaraan zij vervolgens zowel individueel als groepsgewijs gedurende de hele opleiding werken. Een belangrijk onderdeel van dit traject is “het leren reflecteren op werkzaamheden in de eigen beroepspraktijk”. Het derde centrale thema de “praktijkgerichtheid” wordt gerealiseerd door te werken met verschillende vormen van casuïstiek. Het panel voegt een vierde thema toe aan de profilering, namelijk het brede karakter. Het panel vindt dat de master zich hiermee duidelijk onderscheidt van collega-masteropleidingen in de vastgoedsector. Samenwerking met de het lectoraat Vastgoed De master onderhoudt via de lector Vastgoed structurele contacten met het gelijknamige lectoraat. De lector Vastgoed “trekt” samen met het management de master en bewaakt de actualiteit ervan. Tevens verzorgt hij twee modulen en begeleidt studenten bij hun scriptie. Het panel heeft tijdens de bezoekdag vastgesteld dat de invloed van de lector zich thans nog (te veel) beperkt tot twee modulen. Eén docent uit het kernteam voert onderzoek uit bij het lectoraat en gebruikt zijn kennis en ervaring, die hij hier opdoet in het onderwijs van de master. Overwegingen De door de MRE beoogde tien eindkwalificaties zijn volgens het panel inhoudelijk relevant voor het vastgoeddomein. Dit geldt zowel voor de acht direct aan de beroepspraktijk gelieerde competenties, als de twee competenties die gericht zijn op de persoonlijke ontwikkeling van de student. Het panel ziet in de tien competenties en de uitwerking ervan in
14/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
voldoende mate de profilering van de opleiding terug en herkent de aandacht voor het gebruikersperspectief, de praktijkgerichtheid en de persoonlijke ontwikkeling van de student. Het panel heeft waardering voor de wijze waarop de opleiding vorm geeft aan de persoonlijke ontwikkeling in het Selfdevelopment-traject. Het panel hecht veel belang aan dit traject, omdat de centrale competenties hierin belangrijk zijn om succesvol te kunnen functioneren in de vastgoedsector. Het panel is van oordeel dat de master zich hiermee positief onderscheidt van collega-masteropleidingen MRE. Het panel heeft vastgesteld dat de door de master beoogde competenties aantoonbaar aansluiten bij het hbo-master niveau en de hierbij horende Dublin descriptoren. De master heeft binnen dit kader ook een wetenschappelijke oriëntatie, die onder andere tot uitdrukking komt in de onderzoekslijn. Het panel heeft echter vastgesteld dat de master een typische hbo-oriëntatie heeft. Het management heeft het panel laten weten dat zij dit ook zo wil houden. Het panel waardeert de ambitie van de opleiding om aan te sluiten bij de eisen van het RICS. Thans beperkt deze aansluiting zich tot de door het RICS vereiste minimumomvang van de opleiding van 65 EC. Conclusie Het panel concludeert op basis van de bovenstaande bevindingen en overwegingen dat de door de opleiding beoogde eindkwalificaties van een expliciet hbo-master niveau zijn en aansluiten bij de landelijke eisen van het vastgoeddomein. Om aan te kunnen sluiten bij de internationale inhoudelijke eisen van het RICS is nog een weg te gaan, aldus het panel. Oordeel op standaard 1: voldoende
Standaard 2
Onderwijsleeromgeving
Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Bevindingen Relatie tussen de eindkwalificaties en de inhoud van het programma De master heeft haar tien competenties gerelateerd aan de Dublin descriptoren. Elke competentie wordt in de studiegids (Studiegids Master Real Estate, Hanzehogeschool Groningen, september 2010) nader gespecificeerd in een aantal deelcompetenties ofwel leerdoelen. In de studiegids wordt ook beschreven in welke module de competenties aan bod komen. Voorbeelden hiervan: in de eerste module “Management en Adviesvaardigheden” en de derde module “Introductie op de onderzoeksdagen” komen de twee competenties aan bod, die zijn gericht op de persoonlijke ontwikkeling, namelijk de competenties C9 en C10.
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
15/49
Competentie C9 is de “Sociale en communicatieve competentie” en C10 de “Zelfsturende” competentie. Voorbeelden van deelcompetenties, c.q. leerdoelen van competentie C10 zijn: “studenten kunnen hun kwaliteiten, valkuilen, uitdagingen en allergische reacties benoemen en verklaren en daar deels naar handelen” en “studenten kunnen betrokken en kritisch reflecteren op hun eigen handelen” (zie bijlage 1). Het panel heeft op basis van een analyse van de inhoud van het programma vastgesteld dat de master breed van opzet is. Dit geldt eveneens voor de competenties, die het panel in voldoende mate ziet terugkomen in het programma. Het panel realiseert zich hierbij dat de master expliciet kiest voor een brede insteek. Het panel zou er echter de voorkeur aan geven om enkele van de tien competenties meer aandacht of een ander accent te geven. Dit geldt bijvoorbeeld voor Competentie C3 “ Vastgoedontwerp en –realisatie, die volgens het panel meer terug zou kunnen komen in het curriculum. Competentie C6 “ Vastgoedbemiddeling en diensten” zou volgens het panel beter tot zijn recht komen indien deze wordt gekoppeld aan competentie C5 “Vastgoedbeheer en - exploitatie”. Ten aanzien van competentie C7 “Vastgoedbelegging en beleidsadvisering” en C8 “Vastgoedwaardebepaling en -taxatie” is het panel van oordeel dat “belegging” en “waardebepaling” minder aan bod komen dan wenselijk zou zijn. De competenties C1 “Vastgoedonderzoek en - conceptontwikkeling, C2 “ Vastgoedplanning en ontwikkeling” en C4 “Vastgoedrenovatie en - herontwikkeling” komen volgens het panel voldoende terug in het programma. Dit geldt eveneens voor competentie C5 “Vastgoedbeheer en -exploitatie”. Van deze competentie komt met name het element van het “gebruikersperspectief” duidelijk terug in het curriculum. Competenties C9 de ”Sociale en communicatieve competentie” en C10 de “Zelfsturende competentie” komen volgens het panel goed tot hun recht in het programma. Didactisch concept Het didactisch concept van de master is gebaseerd op drie elementen: competentiegericht, praktijkgericht en zelfwerkzaamheid. De twee laatste zijn volgens het panel het meest herkenbaar in het curriculum. De praktijkgerichtheid van de master komt bijvoorbeeld tot uiting in de integratieve projecten en de beroepsproducten, die studenten ter afsluiting van elke module maken. In de loop van de studie neemt de complexiteit van de opdrachten toe. Gedurende de hele opleiding wordt er voortdurend een beroep gedaan op de zelfwerkzaamheid van de student. De organisatiestructuur van de master noodzaakt hier ook toe. De Hanze Elektronische Leeromgeving ondersteunt de studenten hierbij, evenals de persoonlijke coach die elke student bij de start van de master krijgt toegewezen. Vormgeving van het programma en werkvormen De opleiding is opgebouwd uit tien modulen en de afstudeerscriptie en is vormgegeven langs drie leerlijnen: de conceptuele, de integrale en de ervaringsreflectieleerlijn. Elke module is opgebouwd rond een thema, dat dezelfde naam heeft als de module. In elke module worden de volgende werkvormen gehanteerd: interactieve plenaire bijeenkomsten, het in groepjes werken aan opdrachten en individuele gesprekken. In module vijf, zes en zeven maken studenten een integratieve opdracht (zie bijlage 2a en 2b).
16/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Bij de start van elke module zijn drie achtereenvolgende dagen onderwijs ingeroosterd. Het onderwijs wordt verzorgd in een conferentieoord in het midden van het land. Eén van deze dagen is de schakeldag. Tijdens deze dag maken studenten een tentamen over de voorgaande module en voeren een gesprek met hun persoonlijke coach over hun persoonlijke ontwikkeling en studievoortgang. Het panel heeft op basis van de gesprekken met de studenten vastgesteld dat zij de opzet in modulen met steeds drie aaneensluitende onderwijsdagen waarderen. Deze opzet heeft als voordeel dat studenten zich tijdens deze dagen volledig op hun studie kunnen concentreren. Tevens kunnen zij elkaar goed leren kennen en een netwerk opbouwen. Uit het gesprek van het panel met de studenten is gebleken dat zij in de periode tussen de drie contactdagen ook contact met elkaar onderhouden en samenwerken. Na afronding van de tiende module gaan studenten zelfstandig aan de slag met hun scriptie. Vanaf dat moment zijn er geen contactmomenten meer geprogrammeerd. Veel studenten ervaren deze periode als “een gat”, omdat zij vanaf dat moment geheel op eigen kracht met de scriptie aan de slag gaan. Kennis en kunde In de drie onderscheiden leerlijnen verwerven studenten zowel theoretische kennis als een aantal beroeps- en onderzoeksvaardigheden. In de conceptuele leerlijn, met een omvang van 40 EC, leren studenten om methodisch, systematisch en wetenschappelijk gefundeerd te denken en handelen. De student maakt zich in deze lijn theorieën, modellen en protocollen eigen, die hij in de beide andere leerlijnen, de integratie- en de ervaringreflectie leerlijn, leert toepassen. Hij doet dit voor een belangrijk deel door het bestuderen van literatuur. Het panel heeft tijdens de bezoekdag de literatuur bestudeerd en geconstateerd dat de opleiding hoofdzakelijk gebruik maakt van Nederlandstalige literatuur, die soms wat gedateerd is en geactualiseerd zou kunnen worden. Om methodisch te leren handelen krijgt de student een aantal beroepsstandaarden en andere kwaliteitsinstrumenten aangeboden, die bijvoorbeeld gericht zijn op het plegen van multidisciplinaire interventies. Tot slot krijgen studenten in de conceptuele leerlijn de belangrijkste principes bijgebracht voor praktijkgericht onderzoek en “evidence based” handelen. De kennis en vaardigheden die studenten in de conceptuele leerlijn verwerven, zijn een voorwaarde om de integrale leerlijn (23 EC) succesvol te kunnen doorlopen en in deze lijn beroeps- en onderzoeksvaardigheden te kunnen verwerven. Dit geldt met name voor de vaardigheid “evidence based” handelen. Beroepsproducten nemen een belangrijke plaats in binnen deze lijn. Een voorbeeld van een beroepsproduct is een adviesrapport over de ontwikkeling van een nieuwbouwproject. Daarnaast maken praktijkgerichte casussen, de integratieve projecten en de afstudeerscriptie deel uit van deze leerlijn. In de ervaringsreflectie leerlijn (2 EC) leren studenten te reflecteren op hun gedrag en handelen. Zij onderzoeken hun eigen beroepspraktijk, leren om hier op te reflecteren en verantwoorden zich over hun beroepsmatig handelen vanuit enerzijds hun kennis,
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
17/49
vaardigheden en opvattingen en hun ervaringen anderzijds. Studenten worden hierdoor in staat gesteld om een professionele houding te ontwikkelen. Onderzoeksvaardigheden In het curriculum wordt speciale aandacht besteed aan het opzetten en uitvoeren van onderzoek. In de eerste module “Management en Adviesvaardigheden” gebeurt dit in het onderdeel “Introductie onderzoeksdagen”. Ook in de tweede module “Vastgoedallocaties” is een onderzoeksdag geprogrammeerd. Tijdens de terugkomdag in de tweede module en voorafgaand aan de derde module krijgen studenten informatie over de opdracht die zij als voorbereiding op de derde module moeten uitvoeren. In de derde module “Onderzoeksmethoden Vastgoed research en benchmarking” schrijven studenten een Startnotitie voor hun afstudeerscriptie. Indien nodig passen zij deze notitie aan in module negen “Methoden van Onderzoek, Concept Onderzoeksplan afstudeerscriptie”. In module tien “European Challenge” voeren studenten in Sheffield een vergelijkend locatie- en vestigingsonderzoek uit voor een internationaal bedrijf. Begeleiding van studenten Elke student krijgt voor de duur van de opleiding een coach toegewezen, die hem persoonlijke aandacht en begeleiding geeft. De coach is aanwezig tijdens de eerste module “Management- en Adviesvaardigheden” en treedt op als begeleider tijdens de intervisiebijeenkomsten op de schakeldagen. De coach is tevens begeleider tijdens het Selfdevelopment-traject. Ook de programmamanager heeft de taak om studenten te begeleiden. Hij is tijdens de schakeldagen van elke module aanwezig om de voortgang te bewaken en om vragen van de studenten over de opleiding of organisatie te beantwoorden. Instroomeisen en vrijstellingen Om te worden toegelaten tot de MRE dienen studenten in het bezit te zijn van minimaal een hbo of wo bachelor-diploma en te beschikken over ten minste drie jaar werkervaring op hbobachelor niveau in de vastgoedsector. De toelatingseisen zijn beschreven in de studiegids. Als een student zich aanmeldt voor de opleiding volgt een intakegesprek met de programmamanager of teamleider. In het gesprek komen de verwachtingen over en weer aan bod, evenals de eisen die aan de student worden gesteld. Met ingang van september 2010 is op advies van de visitatiecommissie uit 2005 de intakeprocedure geformaliseerd door een schriftelijke verslaglegging van het gesprek te maken. Uit een tabel in de kritische reflectie blijkt dat van de 29 tot op heden ingeschreven studenten (van september 2006 tot en met september 2009) vijf studenten instroomden op basis van een wo-masterdiploma en 22 op basis van een hbo-bachelordiploma. Twee studenten hadden een ander diploma, namelijk een mbo+ diploma en langdurige werkervaring op hboniveau. De opleiding geeft geen vrijstellingen, omdat van alle studenten wordt verwacht dat zij de onderwerpen conform de vastgoedcyclus in zijn geheel doorlopen.
18/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Kwaliteit van het personeel De opleiding selecteert bij voorkeur docenten die ervaren zijn in hun vakgebied en een goede gesprekspartner voor de studenten kunnen zijn. Zij dienen in hun onderwijs een relatie te kunnen leggen met de actuele beroepspraktijk van het vastgoeddomein of daarin werkzaam te zijn. Het panel heeft de cv’s van de docenten bestudeerd en stelt vast dat de meeste docenten werkzaam zijn in de vastgoedsector. Ook blijkt uit de cv’s dat bijna alle docenten een academische titel hebben. Enkele docenten hebben een mastertitel op hbo-niveau. Eén docent uit het kernteam is gepromoveerd. Studenten geven in evaluaties aan tevreden te zijn over de kwaliteit van de docenten. Ditzelfde beeld is naar voren gekomen in het gesprek dat het panel met de studenten heeft gevoerd. Kwaliteit van de opleidingsspecifieke voorzieningen De master valt organisatorisch onder het Instituut voor Bedrijfskunde van de hogeschool, dat gevestigd is op het Zernikecomplex in Groningen. Het onderwijs wordt echter gegeven in een conferentieoord in het midden van het land. De opleiding huurt hier enkele vergaderzalen, die voorzien zijn van beamers en schermen. Ook is er een draadloos internet beschikbaar en wordt voor catering gezorgd. Indien studenten dat wensen kunnen zij in het hotel overnachten. Voor het lenen van boeken kunnen studenten gebruik maken van de bibliotheek van de hogeschool en de RUG. Op Blackboard worden zij verwezen naar verschillende databases voor artikelen. Daarnaast stimuleren docenten de studenten om gebruik te maken van de bibliotheek van de Amsterdam School of Real Estate (ASRE) van de Universiteit van Amsterdam en de TiasNimbas Business School. Studenten worden geïnformeerd over studiezaken via Sharepoint, Blackboard of e-mail. Het tijdig beschikbaar zijn van informatie over de modulen op Blackboard is in het recente verleden als een knelpunt ervaren. Inmiddels is deze informatievoorziening verbeterd. Uit evaluatiegegevens blijkt dat de studenten de onderwijsaccommodatie als voldoende tot goed beoordelen. Ook de serviceverlening, de organisatie, de communicatie en wijze waarop problemen door het management van de master worden opgelost, beoordelen zij als voldoende tot goed. Ditzelfde beeld is naar voren gekomen uit het gesprek dat het panel met de studenten heeft gevoerd. Samenhangende onderwijsleeromgeving De opzet van de master in modulen, met om de twee maanden gedurende drie opeenvolgende dagen onderwijs, de afstudeerfase en de vormgeving langs leerlijnen is volgens het panel helder. Een aandachtspunt in de opzet is de afstudeerfase, waarin studenten op zichzelf worden teruggeworpen, met als gevolg dat de meeste studenten een aanzienlijke studievertraging oplopen. De docenten die de master verzorgen zijn volgens het panel voldoende geëquipeerd om goed onderwijs te verzorgen. Zij beschikken over de juiste combinatie van onderwijs- en
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
19/49
beroepskwalificaties. Bijna alle docenten zijn werkzaam in de beroepspraktijk. Het lukt de docenten volgens het panel goed om een samenhangend programma aan te bieden. De locatie, waar het onderwijs wordt verzorgd biedt de studenten voldoende en goede faciliteiten en is volgens het panel geschikt voor de doelgroep. Overwegingen Het panel heeft de inhoud, vormgeving en kwaliteit van het personeel en de voorzieningen in onderlinge samenhang gewogen en vindt dat de opleiding er in slaagt om een samenhangende onderwijsleeromgeving te realiseren. De tien modulen met elk een eigen thema en het onderwijs, dat is vormgegeven langs drie leerlijnen, zorgt voor een duidelijke structuur. Dit geldt ook voor de drie aaneensluitende dagen onderwijs, dat wordt verzorgd in een conferentieoord in het midden in het land. Tussen deze onderwijsdagen zijn enkele terugkomdagen georganiseerd. Het panel ziet de tien competenties in voldoende mate terugkomen in het programma. Enkele competenties zouden volgens het panel meer aangezet kunnen worden of een ander accent kunnen krijgen in het programma. In het curriculum wordt zowel aandacht besteed aan het verwerven van kennis als aan het ontwikkelen van beroeps- en onderzoeksvaardigheden. Veel waardering heeft het panel voor de aandacht die wordt besteed aan de ontwikkeling van persoonlijke (reflectie)vaardigheden van de studenten in het Selfdevelopment-traject. De docenten zijn door hun gevarieerde achtergrond goed geëquipeerd om het brede programma te verzorgen. Ook hun opleidingsniveau is, gelet op het feit dat het om een hbomaster gaat, adequaat. De docenten zijn volgens het panel goed toegerust, zowel wat betreft hun kennis van de vakinhoud als kennis van de beroepspraktijk. Ook zijn zij voldoende didactisch onderlegd en in staat om een bijdrage te leveren aan het programma, dat studenten als samenhangend ervaren. Conclusie Het panel heeft kunnen vaststellen dat de vormgeving van het onderwijs goed aansluit bij inhoud en doelstellingen van de master en dat de docenten voldoende geëquipeerd zijn om dit onderwijs te verzorgen. Ook de onderwijslocatie en de overige voorzieningen dragen bij aan een goed onderwijsklimaat. Het panel stelt op basis hiervan vast dat er sprake is van een samenhangende onderwijsleeromgeving, die studenten in staat stelt om de eindkwalificaties te realiseren. Oordeel op standaard 2: voldoende.
Standaard 3
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd.
20/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Bevindingen Systeem van toetsing Het systeem van toetsing van de master is gebaseerd op het toetsdocument Richtlijnen en ontwerpregels voor toetsing binnen het Instituut voor Bedrijfskunde (Instituut voor Bedrijfskunde, oktober 2006). In de kritische zelfreflectie heeft de master een overzicht opgenomen van de toetsen, die worden afgenomen in de modulen. Ook wordt in het overzicht aangegeven welke competenties in de modulen worden getoetst en het soort toets, dat wordt gebruikt. Uit het overzicht blijkt dat de master zowel toetsen van summatieve als formatieve aard hanteert. De summatieve toetsen hebben het doel om vast te stellen wat de student al heeft bereikt en of hij de verschillende leerinhouden met elkaar kan verbinden. De formatieve toetsen hebben een feedback- en begeleidingsfunctie. De opleiding wil met de toetsen het leerproces zo goed mogelijk stroomlijnen en eventuele leemtes hierin opsporen. Leerlijnen en toetsvormen Elke leerlijn heeft zijn eigen toetsvormen. In de conceptuele leerlijn maken studenten zich door middel van de toetsen de leerstof eigen door literatuur te kiezen over theorieën en modellen en deze op een juiste manier te interpreteren (oordeelsvorming). Voor elk tentamen is het aantal te behalen punten vastgelegd en is meestal een antwoordmodel beschikbaar. Een toets wordt met een voldoende beoordeeld als 55% van de gegeven antwoorden goed is. In de integrale leerlijn zijn de belangrijkste toetsvormen papers en adviesrapporten. Ook in deze lijn dient de student aan te tonen dat hij in staat is om de juiste literatuur, theorie en modellen te kiezen (kennis en inzicht). Tevens moet hij in staat zijn om de tijdens de colleges behandelde stof te interpreteren (oordeelsvorming) en de theorie toe te passen in de praktijk (toepassen van kennis en inzicht en oordeelsvorming). In een kritische eindbeschouwing reflecteert de student op zijn eigen rol (oordeelsvorming en communicatie) en leerproces (leervaardigheden). De inhoudelijke beoordeling van de vragen of onderdelen is opdrachtgebonden. Het eindcijfer komt tot stand door het gewogen gemiddelde van het totaal aantal behaalde punten. In de ervaringsreflectieleerlijn heeft de toetsing de vorm van een kritische zelfbeschouwing (oordeelsvorming en communicatie) en een reflectie op het leerproces (leervaardigheden). In het eerste jaar formuleert de student in het Selfdevelopment-traject zijn eigen leerdoelen. Bij de start van het tweede jaar voert de student met zijn coach een voortgangsgesprek om zijn persoonlijke doelen voor het tweede jaar vast te stellen. Aan het einde van het Selfdevelopment-traject wordt een afrondend gesprek gevoerd. In de Reader Selfdevelopment staan de wijze van beoordeling en de beoordelingscriteria beschreven. De toetsen die het panel tijdens de bezoekdag heeft bestudeerd zijn van een goede kwaliteit. De vragen zijn helder geformuleerd en van een hbo-masterniveau. Dit geldt eveneens voor de schriftelijke opdrachten, zoals de casebeschrijvingen. Het panel tekent hierbij aan dat studenten tamelijk veel vrijheid krijgen bij de uitvoering van de opdrachten. Dit maakt het
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
21/49
volgens het panel voor docenten lastig om de opdrachten uniform en conform de geformuleerde beoordelingscriteria te beoordelen. Het afstuderen Het afstuderen bestaat uit een afstudeerscriptie en een mondelinge presentatie. De huidige handleiding MRE afstudeerhandleiding, Opleiding Master Real Estate (najaar 2010) is een bundeling van documenten, die in de opleiding worden gebruikt. De documenten beschrijven het afstudeertraject, de werkwijze, de beoordelingscriteria en de beoordeling als zodanig. De master is bezig om de documenten in elkaar te schuiven en er één document (de Afstudeerhandleiding) van te maken. Tijdens het afstuderen voert de student een onderzoek uit, dat tot doel heeft om een probleem in een complexe praktijksituatie te analyseren en aanbevelingen te formuleren. Ter voorbereiding op de scriptie schrijft de student in de derde module een Startnotitie. In module negen herformuleert hij zo nodig deze notitie en schrijft een Onderzoeksvoorstel en Plan van Aanpak. In principe bepaalt de student zelf zijn scriptieonderwerp. Nadat het Plan van Aanpak door de opleiding is goedgekeurd (het “go-moment”) wordt bepaald wie de inhoudelijke begeleider is en kan de student aan zijn onderzoek beginnen. Het onderwerp en de opzet van de scriptie moeten de student voldoende mogelijkheden geven om zijn persoonlijke leerdoelen te realiseren. De competenties C1 “Vastgoedonderzoek en - conceptontwikkeling”, C9 de “Sociale - en Communicatieve competentie” en C10 de Zelfsturende competentie” staan centraal in de scriptie. Ook de overige competenties dienen zoveel mogelijk in de scriptie aan bod te komen. Deze competenties worden ook afgetoetst in rest van het programma (zie voor een uitwerking hiervan pagina 15 en 16). Het panel heeft voorafgaand aan het visitatiebezoek vijf scripties met de bijbehorende beoordelingsformulieren bestudeerd en tijdens het bezoek de resterende acht scripties. De variëteit aan scriptieonderwerpen is groot. Dit is volgens het panel een logisch gevolg van het brede karakter van de opleiding. De probleemstellingen zijn volgens het panel breed, praktisch en relevant voor het werkveld. De uitwerking van de probleemstellingen in vraagstellingen vindt het panel in orde. Dit geldt ook voor de gebruikte onderzoeksmethodes, die passen bij het doel en de opzet van de onderzoeken. In de scripties wordt volgens het panel in voldoende mate gebruik gemaakt van relevante literatuur. Voor de beoordeling van de scriptie is een beoordelingsformulier beschikbaar. De beoordelingscriteria zijn de keuze van het onderwerp (wegingsfactor 25%), het onderzoeksontwerp (wegingsfactor 24%), de resultaten en analyse (wegingsfactor 20%), de conclusies en aanbevelingen (wegingsfactor 25%) en de kwaliteit van de scriptie (wegingsfactor 5%). Aan elk criterium wordt een cijfer toegekend. De scriptie wordt beoordeeld door twee docenten: de eerste begeleider, die inhoudelijk en onderzoeksmatig deskundig is op het terrein van het onderwerp van de scriptie en de tweede onafhankelijke beoordelaar. Hij beoordeelt de scriptie pas nadat deze is goedgekeurd door de eerste beoordelaar. Het panel onderschrijft de eindoordelen van de meeste scripties.
22/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Tot op heden is het bedrijf, waarin de student het onderzoek uitvoert nog niet betrokken bij de beoordeling van de scripties. Soms is er een klankbordgroep in het bedrijf, die de student feedback geeft op de uitvoering van zijn onderzoek. De vertegenwoordigers uit het werkveld met wie het panel heeft gesproken toonden zich tevreden over het niveau van afgestudeerden van de master. Nadat de scriptie is afgerond en goedgekeurd door de twee begeleiders houdt de student er een presentatie over. Naar aanleiding hiervan kan het eindcijfer van de scriptie naar boven of beneden worden bijgesteld. De borging van de kwaliteit van de toetsing en beoordeling De examencommissie van de master heeft haar taak om de kwaliteit van de examens te bewaken gedelegeerd aan de docenten die de toetsen afnemen. Ten gevolge van de nieuwe wettelijke taken en de eisen die deze met zich meebrengen voor het functioneren van deze commissie, werkt de examencommissie momenteel aan een herdefiniëring van haar taken en verantwoordelijkheden. Ten tijde van het visitatiebezoek was deze herdefiniëring nog niet afgerond, zo is uit de gesprekken tijdens het visitatiebezoek gebleken. De commissie is in afwachting van de instellings-OER, die in de maak is. Op basis van dit OER zal de examencommissie een “nieuw” opleidings-OER formuleren. Overwegingen Het panel is op basis van de bestudeerde toetsdocumenten, de toetsen en scripties en de gevoerde gesprekken van mening dat de opleiding gebruik maakt van toetsvormen, die goed aansluiten bij de leerstof en de doelstellingen van de master. Alle competenties worden voldoende getoetst. Het panel heeft ook vastgesteld dat bij de beoordeling van de schriftelijke toetsen de antwoorden worden gewogen, op basis waarvan een oordeel wordt geformuleerd. Het panel heeft een onderbouwing van de oordelen gemist en vindt dit een aandachtspunt voor de opleiding. Studenten zijn tevreden over de toetsen. De vragen zijn in overeenstemming met hun verwachtingen. Minder tevreden zijn zij over de nakijktermijnen, die regelmatig worden overschreden en mogelijkheden om feedback op de toetsen te krijgen. In het gesprek met de examencommissie heeft het panel gehoord dat deze problemen al langer bestaan en de aandacht van het management hebben. Het panel is op basis van het bovenstaande van oordeel dat de kwaliteit van de toetsing en beoordeling in de master voldoende is en het hbo-masterniveau wordt gerealiseerd. Het panel is verder van mening dat de procedures van toetsing en beoordeling en de validiteit en betrouwbaarheid van de toetsen explicieter dan nu het geval is gewaarborgd zouden moeten worden. Het panel vindt deze borging thans nog te informeel. Het panel heeft deze aandachtspunten met het management besproken en heeft er vertrouwen in dat het management in nauw overleg met de examencommissie op korte termijn verbetertrajecten doorvoert op deze punten. Ook dienen er volgens het panel structurele feedbackmomenten voor de nabespreking van de toetsen te worden georganiseerd en de afgesproken nakijktermijnen te worden nagekomen.
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
23/49
Conclusie Op basis van de bovenstaande bevindingen en overwegingen concludeert het panel dat de kwaliteit van de toetsen in orde is. Dit geldt ook voor de scripties. Het panel stelt op basis van met name de bestudering van de scripties vast dat de eindkwalificaties en het hbomasterniveau worden gerealiseerd. Echter, de borging van de kwaliteit van de toetsing en beoordeling meer in het algemeen zou volgens het panel aangescherpt kunnen worden. Het panel ziet hierbij een expliciete taak weggelegd voor de examencommissie. Oordeel op standaard 3: voldoende
24/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
3
Eindoordeel over de opleiding
Het visitatiepanel komt op basis van de bevindingen en overwegingen in hoofdstuk 2 tot het oordeel voldoende op de standaarden 1, 2 en 3. Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties 2 Onderwijsleeromgeving 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Oordeel voldoende voldoende voldoende
Het panel stelt op basis van met name de bestudeerde scripties vast dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd en dat de toetsen en opdrachten studenten hier voldoende op voorbereiden. Het panel vindt de scripties, toetsen en opdrachten van een voldoende kwaliteit, maar het systeem van toetsing en beoordeling en de borging ervan behoeft volgens het panel nog verbetering. Aandachtspunten hierbij zijn de transparantie van de beoordelingscriteria en de wijze waarop deze worden gehanteerd, de feedback op de toetsen en de nakijktermijnen. Het panel heeft kunnen vaststellen dat het management van de master zich bewust is van de noodzaak van verbeteringen op deze punten en hier thans al aan werkt. De opzet van het programma in modulen met steeds drie aaneensluitende onderwijsdagen past volgens het panel goed bij de doelgroep. Dit geldt ook voor de werkvormen, zoals plenaire interactieve bijeenkomsten en opdrachten in de vorm van casussen. Studenten hebben voldoende mogelijkheden om zich de theorie en de (onderzoeks)vaardigheden eigen te maken. Het panel vindt dat de master er goed aan heeft gedaan om meer aandacht te besteden aan onderzoeksvaardigheden door de versterking van de onderzoekslijn. Een aandachtspunt in de opzet van de studie is “het gat”, waarin studenten na afloop van de tiende module verzeild dreigen te raken. Dit zorgt veelvuldig voor een aanzienlijke studievertraging en heeft een negatieve invloed op het rendement, zo heeft het panel vastgesteld. Het panel is van oordeel dat alle bij de master betrokken docenten, zowel vakinhoudelijk als wat betreft kennis van en ervaring in de beroepspraktijk, voldoende geëquipeerd zijn. Het panel is er verrast over dat het management en het kernteam erin slagen om, ondanks het grote aantal docenten, een samenhangend programma te realiseren. Het panel concludeert dat de tien competenties van de master in voldoende mate terugkomen in de tien modulen, het afstuderen en het traject van “Selfdevelopment”. Enkele van de acht domeincompetenties behoeven volgens het panel een nadere uitwerking of een ander accent.
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
25/49
De master leidt haar studenten op voor de Nederlandse arbeidsmarkt, maar heeft de ambitie om zich in het komend jaar internationaal te profileren en wil met het oog hierop aansluiten bij de inhoudelijke eisen van het Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS). Het panel heeft waardering voor deze ambitie en raadt het management aan om deze ambitie te realiseren. Het panel komt op basis van het bovenstaande tot de conclusie dat de Master Real Estate van de Hanzehogeschool voldoet aan de basiskwaliteit en komt tot het eindoordeel voldoende.
26/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
4
Aanbevelingen
Standaard 1. Beoogde eindkwalificaties - Het panel adviseert het management van de master om haar voornemen om een accreditatie van het RICS te verwerven uit te voeren. Hiermee kan de master haar internationale oriëntatie versterken. Indien de master een RICS-accreditatie wil verwerven dienen de competenties overeenkomstig de eisen van het RICS aangepast te worden.
Standaard 2. Onderwijsleeromgeving - Het panel adviseert het management van de master om studenten in de eindfase van de opleiding te monitoren. In de huidige opzet, waarin studenten na de tiende module geen contactmomenten meer hebben, is het risico dat zij vertraging oplopen volgens het panel (te) groot. Monitoring kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door in de eindfase terugkomdagen te organiseren. Het panel beseft dat dit een taakverzwaring voor de docenten is. Daarentegen kan deze maatregel een gunstig effect hebben op het rendement. - Ten aanzien van de huidige tien competenties geeft het panel het advies om in het curriculum meer expliciet aandacht te besteden aan competentie C3. Ten aanzien van de competenties C7 en C8 raadt het panel aan om meer aandacht te besteden aan de begrippen “belegging” en “waardebepaling”. Het panel is er een voorstander van om de competenties C5 en C6 samen te voegen, alhoewel het zich realiseert dat de opleiding hierin expliciete keuzes heeft gemaakt. - Het panel adviseert om het onderzoek van de master meer in te bedden in het lectoraat. Het panel veronderstelt dat dit de kwaliteit ervan ten goede zal komen. - Het bedrijfsleven zou volgens het panel meer dan nu het geval is betrokken kunnen worden bij de opzet en uitvoering van de scripties. Hierdoor kan een transfer van kennis, inzichten en ervaringen over en weer gerealiseerd worden.
Standaard 3. Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties - Het panel adviseert het management van de master om op korte termijn de Afstudeerhandleiding “definitief” te maken, zodat studenten meer houvast krijgen bij het afstuderen en de afstudeerprocedure en het afstudeerniveau (nog) beter wordt gewaarborgd. - Het panel vraagt het management om ervoor te zorgen dat de toetsprocedures daadwerkelijk door alle docenten worden toegepast, zodat de kwaliteit van de toetsen beter gewaarborgd wordt. Het panel ziet hierbij een belangrijke taak weggelegd voor de examencommissie. Deze commissie dient die taken, die wettelijk zijn voorgeschreven uit te voeren; dat wil zeggen het bewaken van de kwaliteit van de examens. Het panel hecht hier veel belang aan, mede gelet op het grote aantal docenten dat bij de toetsing is betrokken. - Het panel adviseert het management om erop toe te zien dat de afgesproken nakijktermijnen voor de toetsen door alle docenten strikt worden nagekomen.
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
27/49
-
-
28/49
Nakijktermijnen die worden overschreden, kunnen voor de studenten demotiverend en studievertragend werken. Ook is het panel van mening dat studenten recht hebben op structurele feedback op de toetsen. Het panel beveelt aan om na elke toets een feedbackmoment in te roosteren. Tot slot raadt het panel het management van de master aan om het werkveld een rol te geven bij de afronding en de beoordeling van de scripties. Het zou bijvoorbeeld de rol van adviseur op zich kunnen nemen.
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
5
Bijlagen
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
29/49
30/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Bijlage 1.
Eindkwalificaties Master Real Estate Hanzehogeschool Groningen
Bron: Studiegids Master Real Estate, Hanzehogeschool Groningen, september 2010 C1. Vastgoedonderzoek en conceptontwikkeling Het opstellen van een Startnotitie/Conceptonderzoeksplan voor het afstudeeronderzoek vanuit de methodologische eisen die hieraan gesteld worden. C2. Vastgoedplanning en ontwikkeling Het (laten) opstellen van een definitief plan voor realisatie van een vastgoedobject of -complex inclusief financiering, marketing en juridische zaken, met inbegrip van het overleg met alle betrokken instanties, contractonderhandelingen en -afsluitingen en de procedures en het (mee)beslissen hierover. C3. Vastgoedrealisatie en bouw Het ontwikkelen en leiden van de realisatie en aanbesteding van de bouw van een vastgoedobject en het managen van het bouwproces met inbegrip van contractafsluitingen en onderhandelingen. C4. Vastgoedrenovatie en herontwikkeling Het analyseren van de huidige en toekomstige waarde van een bestaand vastgoedobject; het (laten) ontwikkelen van een globaal concept met een uitgewerkt plan voor renovatie of herontwikkeling; het adviseren van beleggers en overheden over de mogelijkheden en voorwaarden voor realisatie en de beslissing nemen hierin. Benchmarken van de plannen via de ROZ/IPD-index of de AEDES/IPD-cijfers. C5. Vastgoedbeheer en exploitatie Het (laten) opstellen van (strategische, tactische en operationele) beheers- en onderhoudsplannen voor een vastgoedobject, evenals het laten uitvoeren van de plannen met behulp van een organisatie en het verantwoorden van plannen, budgetten en resultatenrekeningen naar beleggers en belastingen. Benchmarken van de resultaten plannen via de ROZ/IPD-index of de AEDES/IPD-cijfers. C6. Vastgoedbemiddeling en diensten Het adviseren aan marktpartijen over transacties met vastgoedobjecten op basis van een analyse van de actuele en verwachte economische en technische waarde. C7. Vastgoedbelegging en beleidsadvisering Het analyseren en adviseren over belegging in en ontwikkeling van vastgoedobjecten en het beheren van vastgoedbeleggingen en -portfolio’s in financieel-economisch en fiscaal opzicht voor beleggers en overheden. C8. Vastgoedwaardebepaling en taxatie Het bepalen van de actuele en toekomstige waarde van een bestaand vastgoedobject of -complex of van een reeds ontworpen, maar nog te ontwikkelen vastgoedobject. C 9. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk) Management- en adviesvaardigheden: samenwerken in multidisciplinaire, interdisciplinaire en klantgerichte verbanden (het sociale deel van de competentie), alsmede adviezen presenteren en schrijven, presenteren en onderhandelen voor klanten, opdrachtgevers en collega’s in diverse disciplines (het communicatieve deel van de competentie).
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
31/49
32/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Bijlage 2a. Overzicht programma
Bron: Studiegids Master Real Estate, Hanzehogeschool Groningen, september 2010 Cursusjaar 1 Module 1 Management en Adviesvaardigheden Introductie onderzoeksdagen Module 2 Vastgoedallocaties Onderzoeksdagdeel Module 3 Onderzoeksmethoden Vastgoed research en benchmarking Onderzoeksdag Startnotitie afstudeerscriptie Module 4 Inleiding tot de Projectontwikkeling Module 5 Vastgoedwaardering en –financiering Integratief project 1
Cursusjaar 2 Module 6 Stedelijke herstructurering: samenwerking en financiering Integratief project 2 Module 7 Strategische aspecten van de vastgoedsector Module 8 Tactische en Operationele aspecten van de Vastgoedsectoren Module 9 Update Startnotitie afstudeerscriptie Methoden van Onderzoek, Concept Onderzoeksplan afstudeerscriptie Module 10 European Challenge Onderzoekslijn Afstudeerscriptie
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
33/49
Bijlage 2b. Overzicht SBU en EC
Module 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9 (OL*) 3, 0 2 integratieve projecten Scriptie
EC/module 4
Totaal EC 32
Totaal uren 896
Contacturen 256 80 Bij module 5 en 6 inbegrepen 16 352
5 3
10 6
280 168
17
17 65
476 1820
Bron: Kritische reflectie MRE, december 2010 OL = Onderzoekslijn
34/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Bijlage 3.
Deskundigheden leden van het beoordelingspanel en secretaris
De heer prof.dr. P. van Gool FRICS De heer Van Gool is ingezet vanwege zijn domeindeskundigheid op het gebied van vastgoedeconomie en vanwege zijn inzicht in de internationale ontwikkelingen in dit werkveld; onder andere regelmatig als spreker op buitenlandse congressen. Bovendien heeft de heer Van Gool ruim 35 jaar onderwijservaring op reguliere basis bij de Universiteit van Amsterdam en Amsterdam School of Real Estate (ASRE) en daarnaast gastcolleges bij de Universiteit van Antwerpen; Technische Universiteit van Berlijn; Universiteit New York; SPO (Stichting Pensioen Opleidingen; NVM; Saxion Hogeschool Enschede en Erasmus Universiteit in Rotterdam. De heer Van Gool heeft een groot aantal publicaties op zijn naam staan. De heer Van Gool heeft te maken gehad met accreditaties van de faculteit FEB bij de Universiteit van Amsterdam en van die van de ASRE, evenals die van de ASRE bij de (Britse) RICS organisatie. Voor deze visitatie heeft de heer Van Gool onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1967 - 1972 1978 1983 1987 1995 - 1997 2003 2003 2003 - 2004 2010 Werkervaring: 2003 - heden 1998 - heden
2003 - heden 2004 - heden 2003 - heden 2003 - heden 1988 - 2003 1996 - 1998
1993 - 1996 1988 - 1993
HBS-B Doctoraalexamen economie aan de Vrije Universiteit Banking & Financial Management Summer School van de City University Business School in Londen Promotie tot doctor in de economische wetenschappen Opleiding tot makelaar NVM/SOM Benoeming tot hoogleraar aan de UvA Toegetreden als Professional Associate van de Royal Institute of Chartered Surveyors (RICS) Interne MBA opleiding van SPF Beheer bij het IBO Benoeming tot Fellow van de Royal Institute of Chartered Surveyors (RICS)
Professor Real Estate Economics Finance Department, Amsterdam Business School, Universiteit van Amsterdam, en Amsterdam School of Real Estate Managing Director Real Estate (Hoofd onroerend goed / adjunct-directeur vermogensbeheer) SPF Beheer bv (Dutch Railways Pension Fund and the Pension Fund for the Public Transport in the Netherlands) voorzitter examencommissie Amsterdam School of Real Estate. adviseur Pension Fund PNO Media Lid van de Raad van Toezicht Stichting Bo-Ex - Utrecht Voorzitter NV Stedenfonds - Amsterdam Assistant Professor and Fellow SBV (voorloper van Amsterdam School of Real Estate) Associate director and Head development and acquisition Woningstichting Onze Woning and the public housing company Volkshuisvestinggroep Woonbron / Maasoevers in Rotterdam Financieel Directeur Woningbouwvereniging Dr. Schaepman in Amsterdam en Woningstichting MGE in Rotterdam Head Investor Relations and Economic Research Wereldhave NV
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
35/49
1979 - 1988
1978 - 1979 1976 - 1977
De Nederlandsche Bank NV 1979 – 1983 Head Capital Markets 1983 – 1987 Head Public Finance Section 1987 – 1988 Senior Economist International Affairs Officier 300 Squadron Light Airplanes Onderzoeker Banque Jordaan en Banque de Neuflize, Schlumberger, Mallet in Parijs
De heer prof.dr. M.J.K. de Ceuster Professor De Ceuster is ingezet als lid van het auditteam vanwege zijn auditdeskundigheid, zijn onderwijsdeskundigheid, zijn domeindeskundigheid en zijn internationale ervaring. De heer De Ceuster beschikt over auditdeskundigheid door zijn ervaring als lid van het auditcomité van de KBC groep. Zijn onderwijsdeskundigheid betreft vakken in het domein van de Financiële Economie, Financieel Management, Financieel Risicobeleid, Derivatives, Beleggingsleer en gerelateerde domeinen waarin zich ook zijn werkvelddeskundigheid bevindt. Professor De Ceuster heeft internationale deskundigheid door zijn ervaring als professor in België (Antwerpen), Nederland (Erasmus Rotterdam), Zuid-Afrika (USB Stellenbosch) en Australië (Griffith University Brisbane). Voor deze visitatie is hij aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1980 – 1984 1981 – 1983 1984 – 1987 1986 – 1992
Licentiaat Toegepaste Economische Wetenschappen (UFSIA) Kandidaat Rechten (Centrale Examencommissie) Licentiaat Rechten (UIA) Doctor Toegepaste Economische Wetenschappen (UA)
Werkervaring: 1985 – 1992 Assistent UFSIA (Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius Antwerpen, na 2003 Universiteit Antwerpen) 1992 – 1993 Doctorassistent UFSIA 1993 – 1997 Gastprofessor UFSIA 1997 – 1998 Docent UFSIA 1998 – 2002 Hoofddocent UFSIA 2002 – heden Hoogleraar UA 2001 – 2005 Director Risk Management Deloitte 2005 – 2008 Lid Beleidscomité UAMS (Universiteit Antwerpen Management School) 2006 – heden Academisch Verantwoordelijke Master of Finance, Master of Real Estate, Master of Personal Financial Planning binnen UAMS 2001 – heden Zaakvoerder FINTRAC BVBA 2009 – heden Lid Raad van Bestuur KBC groep (Waarnemend lid tot volgende AV) Lid Auditcomité KBC groep Diversen: Belangrijkste publicaties (vanaf 2000) 1. De Ceuster, M., E. Durinck, E. Laveren & J. Lodewyckx, A survey on the derivatives usage by nonfinancial large firms operating in Belgium, European Financial Management, 2000/3, 301-318. 2. Annaert, J., M.J.K. de Ceuster, R. Polfliet en G. van Campenhout, To be or not to be too late: the case of the Belgian Semi-annual Earnings announcements, Journal of Business Finance and Accounting, 29, 2002/3-4, 477-495.
36/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
3. Claes, A., M.J.K. de Ceuster and R. Polfliet, Anatomy of the Eurobond Market 1980-2000, European Financial Management, 2002/3, 373-385. 4. De Ceuster, M.J.K.,. and N. Masschelein, 2003, Regulating Banks through Market Discipline: A Survey of the Issues, Journal of Economic Surveys, 17/5, 749-766. 5. De Ceuster, M.J.K., L. Flanagan, A. Hodgson and M.I. Tahir, Determinants of Derivatives Usage in the Life and General Industry: The Australian Evidence, Review of Pacific Basin Financial Markets and Policies, 6, 2003, 405-431. 6. Annaert, J., M. de Ceuster and W. van Hyfte, 2005, The Value of Asset Allocation Advice: Evidence from The Economist's Quarterly Portfolio Poll, Journal of Banking and Finance, 29, 661680. 7. Annaert, J., G. BRYS and M. de Ceuster, 2005, A New Large Sample Test of Univariate Symmetry: a Comparative Size-Power Study, Advances and Applications in Statistics, 5:3, 353370. 8. Annaert, J., M. de Ceuster and A. Hodgson, 2005, Excluding Sum Stable Distributions as an Explanation of Second Moment Condition Failure: the Australian Evidence, Investment Management and Financial Innovations, 1, p. 30-38 9. Annaert, J., A. Claes and M.J.K. De Ceuster, 2006, Inter-temporal Stability of the European Credit Spread Co-movement Structure, EuropeanJ of Finance, 12:123-32. 10. De Ceuster, M. en A. Claes, 2009, Financieel Rekenen met Microsoft Excel(c), Fintrac.
De heer drs. A.H. Grashof De heer Grashof is ingezet vanwege zijn werkvelddeskundigheid op het gebied van vastgoed / real estate. Als visitator Raeflex heeft hij auditdeskundigheid bij woningcorporaties opgedaan. Voor deze visitatie heeft de heer Grashof onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1995 – 1997 1986 – 1991 1988 1985 – 1986 1983 – 1985 1978 – 1983 Werkervaring: 2008 – heden 2007 – heden 2005 – 2008 2001 – 2004 1998 – 2001 1997 – 1998 1995 – 1997 1993 – 1995
Nederlandse Opleiding Vastgoedmanagement (NOVAM) Doctoraal Bestuurs- en Beleidswetenschappen (RU Nijmegen) Opleiding Tutor Probleemgestuurd Onderwijs (IOWO) Propedeuse Politicologie (RU Nijmegen) vwo - H.S.G. “De Bouwmeester” Haaksbergen havo - H.S.G. “De Bouwmeester” Haaksbergen
Vennoot, Senior adviseur Woonlab BV Visitator Raeflex Vennoot, Senior adviseur KOCK BV Senior consultant en Interim manager Quintis BV Accountmanager belangenbehartiging en projectleider brancheorganisatie Projectleider bedrijfsintegratie Woningstichting Mitros Utrecht Adjunct-portfoliomanager Mitros Wonen. Lid directieteam Woningbouwvereniging Nieuwegein, verantwoordelijk voor woonbeleid en strategisch voorraadbeleid. Waarnemend hoofd afdeling Verhuur – bewonerszaken. Beleidsmedewerker Woningbouwvereniging Onze Woning Nieuwegein. Administrateur voor een aantal VvE’s.
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
37/49
1991 – 1993
Wetenschappelijk medewerker Bestuurskunde ministerie VROM, directoraat generaal volkshuisvesting, waaronder voorbereiding implementatie BBSH, BWS en BLS.
De heer drs. A.C. Ramselaar MRE De heer Ramselaar is ingezet als studentlid. Hij is in juni 2010 afgestudeerd aan de masteropleiding Real Estate bij Tias Nimbas University Tilburg. De heer Ramselaar is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is de heer Ramselaar aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1987- 1994 2007-2010
Bedrijfseconomie - Erasmus Universiteit Rotterdam Master of Real Estate - Tias Nimbas University Tilburg
Werkervaring: 1994-1997 1997-2003 1999-2003 2003-2004 2004-heden
Alpha Accountants – controleleider Exploitatie Vierhaven – adjunct directeur Amsterdam Westpoint – managing director Grontmij Real Estate – controller Nederland Iesselholtinck – directeur
Overig: Diverse besturen in kunst- en cultuurwereld Docent risicomanagement – IBPM – BKC Docent projectontwikkeling – IBPM – BKC Publicatie scriptie Real Estate Magazine in voorbereiding
Mevrouw drs. M.E. Voorthuis Mevrouw Voorthuis beschikt zowel door haar opleiding als door haar werk over een brede onderwijskundige kennis van en ervaring met het onderwijs. Zij heeft een groot aantal jaren gewerkt als senioradviseur en -onderzoeker op het terrein van met name het hoger onderwijs en de bve sector en hierover gepubliceerd. Voor het hoger onderwijs voerde zij een groot aantal onderzoeken en adviestrajecten uit. Deze hadden onder andere betrekking op de implementatie en evaluatie van tal van onderwijskundige vernieuwingen, alsook op kwaliteitszorg. Andere terreinen waarop zij onderzoek deed en adviestrajecten uitvoerde zijn studiebegeleiding en studieloopbanen, studiekeuzeprocessen en de positie van allochtone studenten in het hoger onderwijs. Daarnaast was zij gedurende een aantal jaren projectleider van een monitorproject van management- en verkooptrainingen bij een gerenommeerd internationaal bedrijf voor managementtrainingen. Als auditor heeft zij ruime ervaring binnen verschillende domeinen in zowel het hoger beroepsonderwijs, als het universitaire onderwijs net alleen in Nederland, maar ook in Zwitserland en Vlaanderen. Opleiding: 1973 1985 1989 1995
38/49
Diploma Pedagogische Academie Doctoraal Pedagogische Wetenschappen, met het hoofdvak Onderwijskunde en de bijvakken Organisatiesociologie en Bestuurskunde Leergang Modulair Onderwijs bij het Nederlands Studie Centrum Training Krauthammer International
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
2000
Cursus Vergelijking ATLAS/ti-Nvivo
Werkervaring: 1973 - 1977 Docent in het basisonderwijs 1985 - 2002 Senior-onderzoeker en adviseur hoger onderwijs bij het SCO-Kohnstamm instituut van de Universiteit van Amsterdam: Projectleider van onderzoeken op het terrein van het hoger onderwijs 2002 - 2004 Secretaris visitaties HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg 2004 - heden Senior-auditor en -adviseur Netherlands Quality Agency 2004 - 2009 Accountmanager Netherlands Quality Agency 2005 Detachering bij Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) 2007 Senior-auditor visitaties ZAK Bazel
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
39/49
40/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Bijlage 4.
Bezoekprogramma
Master Real Estate, 12 januari 2011 Tijdstip
Programmaonderdeel Blok Inhoud I: afstuderen
Deelnemers
Namen deelnemers
Docenten + externe begeleiders/beoordelaars (werkveldvertegenwoordige rs van de 4 door de opleiding geselecteerde scripties
9.30 – 10.15
Blok Inhoud II: afstudeerfase
Alumni en studenten in de afstudeerfase
10.30 – 11.15
Blok Inhoud III: Studiejaar 2
Studenten uit het tweede studiejaar
Docenten/begeleiders - J.G. Hoendervanger - F. de Nooij (niet aanwezig) - G. Wierenga - W. Wolf Externe begeleiders / werkveldvertegenwoordigers - J. Paul (wg van A. Siegelaar) - E. Smit (wg van G. Bakker) - G. Bakker - D. Berkeveld - R. Goos - S. Oosterhuis - A. Siegelaar - J. Zandbergen - R. Goes - R. Kuik - J. Kooistra - T. Pieters - R. Severein - H. Smelt
11.30 – 12.15 12.15 – 13.15
Lunchpauze Gesprek met docenten
Panel Docenten en lector
13.30 – 14.15
1e gesprek met opleidingsmanagement
Opleidingsmanagement
14.30 – 15.15
Blok borging
Examencommissie
15.15 – 16.00
Eventuele extra gesprekken
Bijvoorbeeld lectoren, docenten
16.00 – 17.00
Beoordelingsoverleg panel 2e gesprek opleidingsmanagement, inclusief afronding
Panel
08.30 – 09.15
17.00- 17.45
F. van Genne S. van den Berg J.G. Hoendervanger J. van Kesteren J. Suyker D. IJbema A. van Driel (niet aanwezig) N. Nunnington (niet aanwezig) T. de Boer (programmamanager) - J. Helmink (teamleider) - R. van Linschoten (dean) - M. van Os (lid CvB) - J. Slagmolen - B. Compaan (voorzitter) Onderstaande docenten waren niet in de gelegenheid aanwezig te zijn op de dag, maar wel bereid telefonisch vragen te beantwoorden: - N. Nunnington - F. de Nooij - A. van Driel
-
Opleidingsmanagement, mogelijk aangevuld met enkele ‘kerndocenten’
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
41/49
42/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Bijlage 5.
Bestudeerde documenten
Lijst boeken/documenten ter inzage op MRE-visitatiedagen 11 en 12 januari 2011
Boeken/readers/literatuur Module 1, Self Development en Business game - Ofman, D., 1998, Bezieling en kwaliteit in organisaties (hoofdstuk 1 en 2), Servire Uitgevers Utrecht bv, Utrecht - Hummel, R., 2005, Miracle-29, Wolters Noordhoff, Groningen - Ijbema, D., 2009, Reader Self Development Module 2, Vastgoedallocaties - Driel, A. van, 2003, Strategische inzet van Vastgoed, ARKO, ISBN-10: 90 770 7237 3 - Gool, Prof. Dr. P. van, 2001, Onroerend Goed als Belegging, Stenfert Kroese, ISBN: 90 207 3168 8 Module 3, Onderzoek, vastgoedresearch en benchmarking - Verschuren, P. en Doorewaard, H., Het ontwerpen van een onderzoek, Lemma, Utrecht, vierde druk. 2007, ISBN-13: 9789059314962 - Dingena, M. en Dishoeck, van N., Succesvolle Marketingplannen, F&G Publishing, 1997, ISBN 90 754 32992 Module 4, Inleiding in de projectontwikkeling - Nijs, D., Peters, F. (2002) Imagineering, Amsterdam: Boom, ISBN: 90 5352 8369 - Cammen, H. van der, Klerk, L. de (2003) Ruimtelijke ordening, Van grachtengordel tot Vinex-wijk, Utrecht: Het Spectrum, ISBN 90 274 8922 X - Prof. dr. E. Noseman, Drs. Ing. H.M. Nieman, e.a; Handboek Projectontwikkeling; Reedbusiness; ISBN: 9789062286188 - Bolt, E.J. (2003), Winkelvoorzieningen op waarde geschat, Merkelbeek: Hoofdstuk 2: Centra en standplaatskwaliteiten: theorie en praktijk - Bolt, E.J. (2003), Waarde winkelpanden, Merkelbeek - Boekema, F. Spierings, B. Wiel, van de, E. (2000), Winkels in de 21e eeuw, Arko uitgeverij BV, Nieuwegein; Hoofdstuk 2: Onbeperkt winkelen - Fokkema, J. Daneel, J. Hofmann, A. (2005), Visie detailhandel, NEPROM, Voorburg Reitsma, D. en anderen (2006) Begrip van de consument verhoogt rendement van winkelgebieden - Bruil, I., Hobma, F., Peek, G.J., Wigmans, G. (red) (2004) Integrale gebiedsontwikkeling, Het stationsgebied ’s Hertogenbosch, Amsterdam: SUN, ISBN 90 5875 1090 - Rooy, P. van (Habiforum); NederlandBovenWater, praktijkhandboek Gebiedsontwikkeling; ISBN: 978-90-806647-9-1 Module 5, Vastgoedwaardering en -financiering - Bosse, P.P van, Rust, W.N.J., Salemi, A.; Vastgoed, Rekenen met Spreadsheets, Theorie en toepassing van de financiële rekenkunde in de vastgoedpraktijk; derde druk 2008, ISBN 9789080249745 - Vlek, P.J., Investeren in vastgoed, grond en gebieden, eerste druk 2009, ISBN 978 90 802497 52
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
43/49
Module 6, Stedelijke herstructurering - Huffstadt, M., Kiers, M, Boonstra, B. (2007) Schakelen door de schalen, KEI ISBN 90 809960 5 2 te bestellen op: http://www.keicentrum.nl/view.cfm?page_id=1901&item_type=documentatie&item_id=1926 - Schaar, J. van der (2005) Over rollen van partijen in de stedelijke vernieuwing, KEI 90 809960-1-7 te bestellen bij www.kei-centrum.nl - Rooy, P. van (2009) Nederland boven water, Gouda: Habiforum, ISBN 978-90-806647-9-1 te bestellen via: http://www.nederlandbovenwater.nl/Home/Default.aspx?mId=11004&Show=2 - Singelenberg, J. (2007) Welke innovaties hebben echt het aangezicht van woonzorgland veranderd?, Essay Vijf jaar innovatie in wonen en zorg, Aedes-Actiz, zie: http://www.kcwz.nl/5jaar/essay_jeroen_singelenberg__welke_innovaties_hebben_echt_het_aang ezicht_van_woonzorgland_veranderd Module 7, Strategische aspecten van de vastgoedsectoren - Wetteksten voor het HEO, 2009/2010, Wolters-Noordhoff, ISBN - Fritzsche, C; Hoepel, H; Kaper, L., Huisvesting is strategisch goed, ISBN-13: 9789074411394. Vanwege een herdruk is dit boek helaas niet leverbaar. De meest relevante onderdelen uit het boek worden gekopieerd verstrekt. - Vermeulen, M; 2010, Handboek van Vastgoedmanagement, Noordhoff uitgevers, ISBN-13: 9789001782573 Verdere verdieping op het gebied van Corporate Real Estate Management is onder meer te vinden in: - Successful Corporate Real Estate Strategies, Dewulf e.a., Arko Publishers, 2000, ISBN 90 72047 70 2 - Corporate Real Estate Asset Management, Haynes & Nunnington, EG Books, 2010, ISBN 978 07282 0573 4 - Corporate Property Management", Edwards & Ellison, Blackwell Publishing, 2004, ISBN 978 0 632 06051 1 Module 8, Tactische en operationele aspecten van de vastgoedsectoren - Smits, P. 2009, Gemeentelijk Vastgoedmanagement, ISBN 9789090246154 Module 9, Onderzoeksmethoden - Verschuren, P. en Doorewaard, H., Het ontwerpen van een onderzoek, Lemma, Utrecht, vierde druk. 2007, ISBN-13: 978905931496
44/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidings Beoordeling HBO-Master Real Estate
Scripties Naam student
Begeleider
Beoordelaar
Titel
1
Dhr. E.R. Kuiper
Dhr. G. Wierenga
Mevr. W.G. Wolf
Energielastenbeperking in de woningvoorraad.
2
Dhr. R.F. Goos
Dhr. J.G. Hoendervanger
Mevr. W.G. Wolf
Performancemeting van verzorgings- en verpleeghuizen
3
Dhr. R.W. van der Linden Vooren
Dhr. J.G. Hoendervanger
Mevr. W.G. Wolf
Welke kritische succesfactoren (intern en extern) zijn van belang om de marktpositie van Invite te kunnen optimaliseren?
4
Dhr. R.N. Haagsma
Dhr. F. de Nooij
Mevr. W.G. Wolf
Vastgoedcommunicatie bij projectontwikkelaars.
5
Dhr. J. van Tetterode
Dhr. J.G. Hoendervanger
Dhr. G. Wierenga
“Maar wethouder… dan verkopen we toch gewoon het tafelzilver”, Een onderzoek naar handvatten voor integrale besluitvorming over gemeentelijk vastgoed.
6
Dhr. A. Siegelaar
Dhr. F. de Nooij
Mevr. W.G. Wolf
Design effectiveness bij verpleeghuizen.
7
Dhr. A.J. Los
Dhr. F. de Nooij
Dhr. G. Wierenga
Nieuwe bekostiging = nieuwe samenwerking; Een onderzoek naar de consequenties van het nieuwe overheidsbeleid op de samenwerking tussen corporaties en zorginstellingen.
8
Dhr. H. Schriemer
Dhr. G. Wierenga
Dhr. F. de Nooij
Onderzoek kwaliteitsslag afdeling projecten.
9
Dhr. H. Bokma
Dhr. G. Wierenga
Dhr. J.G. Hoendervanger
De synergie van ontwikkelen en beleggen binnen één vastgoedorganisatie.” Een onderzoek naar kwantitatieve en kwalitatieve invloeden.
10
Dhr. G.W. Bakker
Dhr. H.F. Harwig
Dhr. F. de Nooij
Gemeentelijk vastgoed, werk voor wie?
11
Dhr. B. Bouman
Dhr. B.H.C. Compaan
Dhr. J.G. Hoendervanger
Erfpacht en Universiteit; Een onderzoek naar het gebruik van erfpacht als vastgoedinstrument bij de Nederlandse Universiteiten.
12
Mevr. P.E.J.M. Eshuis
Dhr. G. Wierenga
Dhr. F. de Nooij
Ondersteboven. Afwegingsmodel ter bevordering voor strategisch vastgoedmanagement in de zorg.
13
Dhr. M.C. Koppert
Dhr. J.G. Hoendervanger
Mevr. W.G. Wolf
Webwinkel “Een simpele zaak”; (Wanneer) Is een webwinkel detailhandel en wat betekent dit onderscheid voor het vastgoed?
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidingsbeoordeling HBO-Master Real Estate
45/49
Tentamens Module 2, Vastgoedallocaties - Gemaakte tentamens en antwoordmodellen cohorten 2007, 2008 en 2009 Module 3, Onderzoek, vastgoedresearch en benchmarking - Gemaakte tentamens en antwoordmodellen cohort 2009 Module 4, Inleiding in de Projectontwikkeling - Gemaakte tentamens en antwoordmodellen cohorten 2006, 2007, 2008 en 2009 Module 7, Strategische aspecten van de vastgoedsectoren - Gemaakte tentamens en antwoordmodellen cohorten 2006, 2007, 2008 Module 8, Tactische en operationele aspecten van de vastgoedsectoren - Gemaakte tentamens en antwoordmodellen cohorten 2006, 2007, 2008
Papers Module 1, - papers ‘Businessgame’ cohort 2009 Module 3, - papers ‘Strategische Marketing’ cohorten 2006, 2007, 2008 en 2009 Module 5, - papers ‘Vastgoedwaardering en –financiering’ cohorten 2006, 2007, 2008 en 2009 Module 6, - papers ‘Stedelijke Herstructurering’ cohorten 2006, 2007, 2009 Module 7 - papers ‘Strategische aspecten van de vastgoedsectoren’ cohort 2006 Module 9 - ‘Plan van Aanpak afstudeertraject’ cohort 2008 Module 10 - ‘Strategic brief’ en sheets eindpresentatie groep 1 van cohort 2008
Self Development (coaching) - studentdossiers (POP’s, zelfevaluaties, reflectieverslagen, verslagen referenten) cohorten 2006, 2007 en 2008
CV’s - CV’s (gast)docenten - CV’s organisatie MRE
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidingsbeoordeling HBO-Master Real Estate
46/49
Evaluaties modules -
Evaluaties Module 1 Evaluaties Module 2 Evaluaties Module 3 Evaluaties Module 4 Evaluaties Module 5 Evaluaties Module 6 Evaluaties Module 7 Evaluaties Module 8 Evaluaties Module 9
Documenten op HG niveau: - Studentenstatuut 2009-2010 - HG-Onderwijskader (2005) - HG-kader Kwaliteitszorg (2007) - HG HRM-beleid (2006) - Taakbelastingsbeleid Onderwijsgevend personeel Hanzehogeschool Groningen (2005) - Strategisch Beleidsplan Hanzehogeschool 2010-2015 Koers op Kwaliteit (2010) - Strategisch Beleidsplan Hanzehogeschool 2005-2010 Focus 2010 (2005) - HG-Masters: De onderzoekende professional centraal. Handreiking voor inbedding van praktijkgericht onderzoek in de HG-masters (2010) - HG-beleid masteropleidingen: Keuzes in de ontwikkeling en positionering van masteropleidingen 2010-2015 (2010) Documenten op IBK-niveau: - School Strategisch Plan IBK 2010-2014 Share It! - Visiedocument IBK (2004) - Schooljaarplan IBK 2009-2010 en 2010-2011 - Meerjarenpersoneelsplan IBK 2008-2012 - Plan van Aanpak Kwaliteitszorg IBK (2005) Documenten op niveau van de opleiding MRE: - Hbo-ma Master Real Estate Hanzehogeschool Groningen, NVAO Paneladvies Toets Nieuwe Opleiding (2006) - Accreditatiebesluit NVAO postinitiële opleiding hbo-master Master Real Estate d.d. 7 februari 2006 - Studiegids MRE 2010, inclusief Onderwijs- en examenregeling MRE (OER) - Onderwijsopleidingsplan MRE (2010) - Opleidingsjaarplan MRE 2009-2010 - Opleidingsjaarplan MRE 2010-2011 - Toetsbeleid MRE (2010) - Brochure Master Real Estate - Taak-urenoverzichten van docenten (2010) - Vergaderstukken kerndocentenoverleg - Vergaderstukken examencommissie - Vergaderstukken werkveldadviescommissie - Reglement Werkveldadviescommissie - Evaluaties modules - Organogram opleidingsorganisatie - Studiehandleiding voor afstudeeronderzoek
47/49
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidingsbeoordeling HBO-Master Real Estate
Laptops Drie laptops met toegang tot internet met de mogelijkheid tot inzage in: - Hanze Electronische Leeromgeving (HELO, waaronder Blackboard) - Website van de leslocatie Hotel De Bilderberg, Oosterbeek - Emailadres waarnaar docenten en studenten een bericht aan de visitatiecommissie konden sturen (in plaats van langskomen op een ‘spreekuur’). Telefoon Telefoon met de mogelijkheid om (inter)nationaal te bellen met kerndocenten die tijdens de visitatiedagen niet aanwezig konden zijn.
© NQA - Hanzehogeschool Groningen: Beperkte Opleidingsbeoordeling HBO-Master Real Estate
48/49