N OP WEG NAAR 4 OP DE 10
FACTS & FIGURES BÈTATECHNIEK 2015
EEN UITGAVE VAN TECHNIEKPACT EN PLATFORM BÈTA TECHNIEK
PAGINA 2 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 3
De monitor Techniekpact is een coproductie van het Ministerie van Economische Zaken en Platform Bèta Techniek. Bron cijfers: CBS, DUO, S-BB, UWV. Te raadplegen via www.kennisbankbetatechniek.nl juni 2015 © Ministerie van Economische Zaken en Platform Bèta Techniek Auteursrechten voorbehouden. Gebruik van de inhoud van deze publicatie is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld.
Platform Bèta Techniek Lange Voorhout 20 2514 EE Den Haag Postbus 556 2501 CN Den Haag +31 (0)70 311 97 11
[email protected] www.platformbetatechniek.nl
Grafisch ontwerp: Slem ontwerpstudio
COLOFON
Ministerie van Economische Zaken Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postbus 20401 2500 EK Den Haag +31 (0) 70 379 89 11
[email protected] www.techniekpact.nl
PAGINA 4 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 5
INHOUD
In deze monitor wordt gestart met de landelijk facts & figures. Deze data zijn gestructureerd aan de hand van de drie Techniekpactactielijnen kiezen, leren en werken. Daaropvolgend wordt ingezoomd op de vijf Techniekpactlandsdelen. In deze kortere landsdeelhoofdstukken wordt steeds dezelfde structuur aangehouden als in het landelijke deel.
VOORWOORD
7
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
8
DEEL 2: FACTS & FIGURES IN DE LANDSDELEN
→ Kiezen voor techniek
10
→ Landsdeel Noordvleugel
58
12
→ Landsdeel Noord
70 82
› Primair onderwijs
56
› Voortgezet onderwijs – vmbo
14
→ Landsdeel Oost
› Voortgezet onderwijs – havo/vwo
20
→ Landsdeel Zuidoost
94
› Docenten
24
→ Landsdeel Zuidwest
106
→ Leren in de techniek
28
› Middelbaar beroepsonderwijs
30
BIJLAGEN
› Hoger onderwijs
38
→ De 22 Techniekpactacties
118
→ Werken in de techniek
46
→ Afkortingen
120
PAGINA 6 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
VOORWOORD Zorgen voor voldoende gekwalificeerde technici en het aantrekkelijker maken van leren en werken in de techniek. Dat is de ambitie van het in mei 2013 afgesloten Nationaal Techniekpact 2020. In het pact slaan onderwijs, bedrijfsleven en overheden middels 22 concrete acties de handen ineen. We zijn nu twee jaar verder. Wat is er tot nu toe bereikt, welke trends zijn zichtbaar en waar liggen nog uitdagingen? De monitor Techniekpact, een coproductie van het Techniekpact en het Platform Bèta Techniek, geeft u hierin inzicht.
OPZET EN INDELING Niet alle 22 acties van het Techniekpact zijn cijfermatig in beeld te brengen. De monitor focust zich dan ook op de acties waarbij sprake is van trends en een ontwikkeling in de tijd. Voor de opbouw van de monitor is ervoor gekozen om de drie actielijnen van het Techniekpact te volgen: kiezen voor techniek, leren in de techniek en werken in de techniek. Hierbij wordt allereerst een landelijk beeld gegeven. In aansluiting daarop volgen, gezien het belang van de landsdelen voor het Techniekpact, vijf afzonderlijke landsdeelhoofdstukken.
REGIONALE SAMENWERKING Sleutelwoord voor de uitvoering van het Techniekpact is de regionale samenwerking binnen de vijf landsdelen. In de regio vinden bedrijfsleven, onderwijs en overheid elkaar binnen (ver)nieuw(d)e samenwerkingsverbanden en wordt vanuit regionale visies gewerkt aan Techniekpactdoelen. Onder meer werken schoolbestuurders gezamenlijk aan meer aandacht voor wetenschap en technologie op basisscholen en zijn er nieuwe Toptechniek in bedrijf regio’s gestart. Laatstgenoemde verbetert de aansluiting vmbo - mbo en maakt, via intensieve samenwerking met het bedrijfsleven, technische vmbo-opleidingen aantrekkelijker.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 7
POSITIEVE TREND De afgelopen jaren heeft zich een voorzichtige, positieve trend in de aandacht voor techniek ingezet. Dankzij de extra stimulans vanuit alle partners van het Techniekpact zet deze trend zich door. Maar we zijn er nog niet. Zo zijn er knelpunten rond het aantal docenten bètatechniek en kiezen nog altijd te weinig meisjes en vrouwen voor een technische richting. Bovendien wordt er in bepaalde technische beroepen nog steeds een krapte verwacht.
BLIK OP DE TOEKOMST Verduurzaming van alle inspanningen is nodig om ervoor te zorgen dat we de stijgende belangstelling voor techniek bij jongeren kunnen vasthouden én gaan terugzien in de arbeidsmarkt. Het doel blijft om de komende jaren, samen met het onderwijs, bedrijfsleven en de overheid, te komen tot een aandeel bètatechniek van ‘vier op de tien’ in alle onderwijsniveaus. Hierbij dient de kwalitatieve verbinding gemaakt te worden met de vaardigheden van de toekomst, de Human Capital Agenda’s van de Topsectoren en Smart Industry. Met bovenstaande ambities in het achterhoofd, laat deze monitor aan alle stakeholders zien waar in Nederland successen geboekt worden en waar nog kansen liggen. Zo bouwen we gezamenlijk verder aan een optimale bètatechniekbalans. Hans Corstjens – Directeur Platform Bèta Techniek Doekle Terpstra – Aanjager Nationaal Techniekpact 2020
↘ DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
DEEL 1
FACTS & FIGURES
LANDELIJKE
INFRASTRUCTUUR 20151
%
Onderwijsinstellingen: 6546 basisscholen 665 scholen speciaal (basis)onderwijs 655 voortgezet onderwijs scholen (vmbo-havo-vwo) 45 ROC’s, 12 AOC’s en 12 vakscholen 21 hogescholen met bètatechniek 13 universiteiten2 Arbeidsmarkt: 1,55 miljoen technisch opgeleiden waarvan 826.000 in technische beroepen 1,55 miljoen mensen met technisch beroep bouw en metaal grootste van 7 technische sectoren 88% mannen en 12% vrouwen in technische beroepen 37.260 ontstane vacatures3 in laatste kwartaal 2014 7,3% werkloosheid onder technisch opgeleiden 10 Servicepunten Techniek 28 technische sectorplannen
1 De instellingsaantallen in de infrastructuurbox en monitor betreffen het totale aantal hoofdvestigingen. Wanneer in deze monitor afzonderlijke vestigingen in plaats van hoofdvestigingen geteld zijn, wordt dit vermeld. 2 Exclusief open universiteit en overige publiek gefinancierde universiteiten 3 Het aantal vacatures dat in de loop van het kwartaal is ontstaan.
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
PAGINA 10 | TECHNIEKPACT MONITOR 2015
↘
KIEZEN VOOR TECHNIEK
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 11
Kiezen voor techniek begint met een duidelijk beeld van wat ‘technologie’ en ‘techniek’ inhouden en wat je ermee kunt doen. Daarom zetten basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en bedrijven zich in voor uitdagend techniekonderwijs voor alle jongeren van 4 tot 18 jaar. Beoogd wordt dat leerlingen enthousiaster worden voor technologie en techniek en dat het techniekonderwijs hen helpt hun talenten verder te ontplooien. Ook is er aandacht voor de ouders en de docenten. Immers, “goed voorbeeld doet goed volgen”.
PAGINA 12 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
PRIMAIR ONDERWIJS Sinds 2000 wordt ingezet op meer Wetenschap en Technologie (W&T) in het primair onderwijs. Met het Techniekpact worden de ambities versterkt. Doelstelling is dat in 2016 3.000 basisscholen bij het aanbieden van W&T gebruik maken van ondersteuning door het bedrijfsleven en technisch hoger onderwijs en dat in 2020 alle ca. 6.546 basisscholen W&T aanbieden in hun onderwijsprogramma. Voorts is W&T inmiddels opgenomen in de Strategische beleidsagenda van de PO-raad 2014-2018.4
↘
4 PO-raad, Om de leerling. Beleidsagenda 2014-2018 (2014).
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 13
WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE
TECHNIEKCOACHES EN TECHNIEKSCAN
Wetenschap en Technologie in het primair onderwijs krijgen sinds 2014 een extra impuls via het programma ‘Kiezen voor Technologie’ van de directies primair en voortgezet onderwijs van het Ministerie van OCW.5 Hierbinnen zijn 8 regionale W&T-netwerken opgezet die zich inzetten voor de implementatie en verduurzaming van W&T op alle basisscholen. Regionale samenwerking met bedrijven en wetenschapsknooppunten wordt hierbij gestimuleerd.
Vanuit Techniektalent.nu begeleiden techniekcoaches leerkrachten en directies van basisscholen bij het verankeren van techniek in het lesaanbod en het geven van technieklessen. In 2014 waren er 75 techniekcoaches die in totaal 200 basisscholen (afzonderlijke vestigingen) hebben begeleid. Hiermee samenhangend werd in 2014 931 maal door basisscholen gebruik gemaakt van de Techniekscan. Deze scan geeft inzicht in de mate waarin techniek is ingevoerd en vormt de basis voor een begeleidingsplan dat samen met de techniekcoach wordt opgesteld.
JET-NET JUNIOR: SAMENWERKING BEDRIJFSLEVEN EN PRIMAIR ONDERWIJS Nederlandse technologische bedrijven en havo/vwo-scholen hebben zich sinds 2002 verenigd in Jet-Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland. In 2013 is gestart met Jet-Net Junior, dat zich richt op de samenwerking tussen bedrijfsleven en basisonderwijs. Jet-Net Junior draagt bij aan de invulling van W&T door via regionale samenwerkingsverbanden in 6 landelijke gespreide ‘hubs’ basisschoolleerlingen, leerkrachten en pabostudenten in aanraking te brengen met het bedrijfsleven. Momenteel zijn er 58 bedrijven en partners aan de hubs verbonden en zijn 100 basisscholen met de door de hubs georganiseerde activiteiten in aanraking gekomen.
5 Naast actielijnen rondom primair onderwijs, richt Kiezen voor technologie zich ook op het voortgezet onderwijs. De actielijnen vinden hun basis in de Techniekpactdoelstellingen dat 1) alle basisscholen in 2020 aan W&T doen en dat 2) de technische oriëntatie in het voortgezet onderwijs toeneemt. Voor meer informatie, zie: http://www.kiezenvoortechnologie.nl/ kiezen-voor-technologie/over.
PAGINA 14 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
VOORTGEZET ONDERWIJS – VMBO
↘
De afgelopen jaren hebben het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en bedrijfsleven extra ingezet op de vergroting van het aantal techniekleerlingen. Het Techniekpact bouwt voort op deze inspanningen. De ambitie is dat in 2015 30% van de leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-bb en -kb) kiest voor techniek en dat 40%6 van de leerlingen in de gemengde en theoretische leerweg (vmbo-gl en -tl) kiest voor een vakkenpakket met natuur- en scheikunde. Verder zet het Techniekpact in op nieuwe beroepsgerichte examenprogramma’s, loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) en het verbeteren van de doorlopende leerlijnen tussen technisch vmbo en mbo. Goedwerkende publiek-private initiatieven als de TechNet-kringen en Vakcolleges worden voorts uitgebreid.
6 De streefwaarde van 40% voor vmbo gl/tl wijkt af van de streefwaarde van 50% die staat in zowel het Bestuursakkoord VO-raad - OCW 2012-2015 (p.16) als het Techniekpact (p.4). De streefwaarde van 50% bleek echter gebaseerd op een onjuiste telling. In het rapport Monitor bestuursakkoord 2012 (p.9) hebben het ministerie van OCW en de VO-raad de nieuwe streefwaarde van 40% vastgesteld.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 15
M-TECH: TECHNIEK OP VMBO-TL Eind 2014 lanceerde Platform Bèta Techniek het programma M-Tech. Beoogd wordt dat meer mavoleerlingen kiezen voor wis-, natuur- en scheikunde en aansluitend voor een technische mbo-vervolgopleiding op niveau 4. M-Tech telt momenteel 19 netwerken, 105 deelnemende scholen en ruim 40 regionale netwerkbijeenkomsten. Naast diverse andere thema’s richt M-Tech zich op de verbetering van LOB. Uit een onderzoek uit december 2014 naar LOB bleek dat er een grote behoefte is aan extra ondersteuning.7
TECHNET: SAMENWERKING BEDRIJFSLEVEN, BASISSCHOLEN EN (V)MBO-SCHOLEN Op initiatief van TechniekTalent.nu en Platform Bèta Techniek is sinds 2008 TechNet actief. TechNet stimuleert de regionale samenwerking tussen bedrijven, basisonderwijs en (v)mboscholen. Doelstellingen zijn een betere technische loopbaanoriëntatie en en technisch onderwijs dat leerlingen aanspreekt. Een TechNetkring bestaat uit minimaal 1 vmbo-school en 8 technische bedrijven. In 2014 waren er 149 kringen en circa 1.200 activiteiten. Hierbij waren 395 basisscholen, 267 vmbo-scholen, 65 ROC-locaties en 3.460 bedrijven betrokken.8
7 Onder meer is er bij docenten en scholen behoefte aan ondersteuning bij het concreet beschrijven van de LOB-visie, integratie in de lessen, het voeren van loopbaangesprekken, de effectmeting en de activiteitenregistratie. Zie ook: www.kiezenvoortechnologie.nl/media/files/150225%20Onderzoek_Infographic_LOB_v1_0.pdf. 8 Techniektalent.nu telt alle afzonderlijke vestigingen.
TOPTECHNIEK IN BEDRIJF: DOORLOPENDE LEERLIJNEN In het programma Toptechniek in bedrijf werken onderwijs, (regionaal) bedrijfsleven en overheid samen om de aansluiting tussen vmbo- en mbo-techniek te verbeteren. Dit wordt gedaan met de vakmanschapsroute (doorlopende leerlijn tussen vmbo en mbo-niveau 2 en 3) en de technologieroute (doorlopende leerlijn tussen vmbo en mbo-niveau 4). Toptechniek in bedrijf is in 2012 gestart met 17 regio’s en is inmiddels uitgebreid naar 20 regio’s. Binnen deze regio’s werken 187 vmbo-scholen (40% van het totaal) en ruim de helft van alle mbo instellingen (36 instellingen) samen. Zij bereiken hiermee ca. 8 duizend leerlingen aan het vmbo-bb/kb, ca. 9 duizend leerlingen aan vmbo-gl/tl en ca. 28 duizend aan het mbo.9
EXPERIMENTEN DOORLOPENDE LEERLIJNEN In schooljaar 2014/15 zijn, aanvullend op de bestaande vakmanschaps- en technologieroutes, experimenten met nieuwe routes gestart. Ze bieden de mogelijkheid om op onderdelen af te wijken van de regelgeving.10 Binnen deze experimenten zijn in 2014/15 48 technische vakmanschapsroutes en 9 technologieroutes gestart.11 9 Leerlingen bètatechniek in vmbo-bb/kb leerjaar 3, gediplomeerden NaSk vmbo-gl/tl, en instroom bètatechniek mbo aan deelnemende onderwijsinstellingen. 10 Binnen een experiment kan desgewenst per leerling bepaald worden wanneer vmbo-examen wordt gedaan in een specifiek vak. 11 Een deel van deze nieuwe doorlopende leerlijnen is opgezet binnen de bestaande regio’s van Toptechniek in bedrijf en 6 routes vallen samen met de Vakroutes techniek aan de Vakcolleges. De verschillende initiatieven versterken elkaar.
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
PAGINA 16 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
↘
VAKROUTE TECHNIEK AAN DE VAKCOLLEGES VMBO12
LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN BASIS- EN KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG
Vmbo-scholen die onderwijs geven volgens de Vakroute heten Vakcolleges. De Vakroute techniek wordt sinds 2008 aangeboden en wordt gekenmerkt door nauwe samenwerking met werkgevers en het mbo. De Vakroute techniek is afgestemd op de vmbo-profielen ‘Bouwen, Wonen & Interieur’, ‘Produceren, Installeren & Energie’ en ‘Mobiliteit & Transport’ en de verwante mbo-opleidingen. In 2014/15 zijn er in Nederland 55 Vakroutes techniek. Hieraan wordt deelgenomen door 12.740 leerlingen.
Binnen het gehele vmbo heeft de afgelopen jaren een verschuiving plaatsgevonden van de beroepsgerichte leerwegen naar de meer theoretische leerwegen. In de bètatechnische richting13 is het aantal leerlingen in het derde leerjaar in de basisberoepsgerichte leerweg (bb) sterk afgenomen van 11.367 in 2004/05 naar 6.165 in 2014/15. Dit aantal heeft zich de laatste drie jaar gestabiliseerd.
AANTAL LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN HET 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB 20.000
JINC: TECHNISCHE BLIKSEMSTAGES In 2014 heeft JINC, een non-profit organisatie die jongeren op weg helpt naar een goede start op de arbeidsmarkt, als onderdeel van het programma ‘Kiezen voor Technologie’ gerealiseerd dat 2.152 leerlingen van 38 vmbo-scholen in achterstandswijken op Bliksemstage konden bij technische bedrijven.
18.000 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000
Jaar
04 05
05 06
06 07
bb bètatechniek kb bètatechniek
12 Vanaf 1 augustus 2015 zal de Vakcollege Groep BV verdergaan als onafhankelijke stichting onder de naam ‘Stichting Vakmanschap in het Beroepsonderwijs’
07 08
08 09
09 10
10 11
bb bètatechniek incl. ICT kb bètatechniek incl. ICT
11 12
12 13
13 14
bb/kb bètatechniek
13 Bètatechniek is gedefinieerd volgens het Techniekpact en het Bestuursakkoord VO-raad - OCW 2012-2015. Bètatechniek incl. ICT laat ook de ICT-richting zien en refereert aan de voorheen gebruikte definitie van Platform Bèta Techniek.
14 15
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 17
A2-A
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN TOTAAL AANTAL LEERLINGEN IN HET 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB
35%
30% 25% 20%
Jaar
04 05
05 06
06 07
07 08
08 09
09 10
10 11
bb bètatechniek
bb bètatechniek incl. ICT
kb bètatechniek
kb bètatechniek incl. ICT
04/05
13/14
11 12
3% → 7% → 7%
Vmbo-kb
4% → 11% → 11%
Totaal
4% → 9% → 10%
13 14
bb/kb bètatechniek
14/15
Vmbo-bb
12 13
AANDEEL MEISJES BINNEN LEERLINGEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB BÈTATECHNIEK
14 15
Ook het aandeel bètatechniekstudenten is binnen vmbo-bb afgenomen. Waar in 2004/05 32% van de leerlingen koos voor een bètatechnische richting, was dat in 2014/15 (stabiel sinds 2011/12) 27%. De kaderberoepsgerichte leerweg (kb) telt, met 8.180 leerlingen bètatechniek in 2014/15, inmiddels meer leerlingen bètatechniek dan vmbo-bb. Door een stijgende instroom na 2011/12 is dit aantal in vmbo-kb vrijwel gelijk aan 2006/07. Het aandeel bètatechniekstudenten in vmbo-kb is sinds 2011/12 licht gestegen tot 27% in 2014/15. Hoewel het aandeel stijgt, lijken zowel vmbo-bb als -kb vooralsnog achter te blijven bij het Techniekpact-streefdoel dat 30% van de leerlingen kiest voor techniek in 2015/16. De bètatechnische meisjes verdienen bovendien bijzondere aandacht. Het aandeel meisjes binnen de bètatechnische richtingen is weliswaar licht gegroeid, maar blijft met 7% in vmbo-bb en 11% in vmbo-kb in 2014/15 zeer klein.
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
PAGINA 18 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
↘
AANDEEL GEDIPLOMEERDEN MET NASK14
DOORSTROOM LEERLINGEN BEROEPSEN KADERGERICHTE LEERWEG NAAR BÈTATECHNISCH MBO
binnen totaal aantal gediplomeerden vmbo-gl/tl 40% 39% 38%
Van de leerlingen in vmbo-bb/kb die in 2013/14 een diploma hebben gehaald in een bètatechnische richting en daarna direct doorstromen naar het mbo kiest 81% voor een bètatechnische vervolgopleiding, in 2004/05 was dit 86%.
37% 36% 35%
14
Jaar
04 05
05 06 vmbo-tl
06 07
07 08
08 09
09 10
10 11
11 12
12 13
13 14
totaal vmbo-gl/tl
14 Vmbo-gl kent ten opzichte van vmbo-tl een klein studentenaantal; in het derde leerjaar waren 2014/15 6.209 leerlingen in totaal aan vmbo-gl ingeschreven en 44.591 aan vmbo-tl.
14 15
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 19
GEDIPLOMEERDEN BÈTATECHNIEK GEMENGDE EN THEORETISCHE LEERWEG In de gemengde leerweg (gl) is het aantal gediplomeerden dat kiest voor een vakkenpakket met natuur- en scheikunde (NaSk) tussen 2004/05 en 2013/14 constant gebleven tot 2.245 gediplomeerden in 2013/14. In de theoretische leerweg (vmbo-tl) is het aantal gediplomeerden met NaSk, mede door de verschuiving van de beroepsgerichte naar de theoretische leerwegen, de laatste twee jaar gestegen van 14.235 naar 17.004. In de jaren tot 2012/13 is er voor vmbo-tl sprake van een dalend aandeel gediplomeerden met NaSk. Na 2012/13 lijkt met deze trend gebroken te worden. Vmbo-gl laat een wisselend beeld zien, met name door de kleine aantallen. In zowel vmbo-gl als vmbo-tl stijgt het aandeel, in vmbo-gl van 34% in 2012/13 naar 36% in 2013/14, in vmbo-tl van 36% naar 38% in dezelfde periode. In beide leerwegen wordt de 4 op de 10-doelstelling sterk benaderd.
Het aandeel gediplomeerde meisjes binnen de gediplomeerden met NaSk blijft nog achter. Het aandeel is in vmbo-gl tussen 2004/05 en 2013/14 constant gebleven op 27% en bij vmbo-tl licht gegroeid van 28% naar 31%.
04/05
13/14
14/15
Vmbo-gl
27% → 29% → 27%
Vmbo-tl
28% → 30% → 31%
Totaal
28% → 30% → 31%
AANDEEL MEISJES BINNEN GEDIPLOMEERDEN VMBO-GL/TL MET NASK
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
PAGINA 20 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
↘
VOORTGEZET ONDERWIJS: HAVO/VWO In het Bestuursakkoord VO-Raad - OCW 2012-2015 uit december 2011 en in het Techniekpact is de ambitie vastgelegd dat het aandeel leerlingen in havo en vwo dat kiest voor de profielen Natuur en Gezondheid en/of Natuur en Techniek (N-profielen) toeneemt van 45% naar 55% in 2015. Scholen en bedrijven werken hiertoe samen aan het aantrekkelijker maken van het N-profiel. Verschillende goedwerkende publieke en private initiatieven in het voortgezet onderwijs dragen hieraan bij.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 21
JET-NET: SAMENWERKING BEDRIJFSLEVEN EN HAVO/VWO-SCHOLEN Het doel van Jet-Net, het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland, is om havo/vwo-leerlingen, door middel van gastlessen, workshops en bedrijfsbezoeken een reëel beeld te geven van bèta en technologie en hen te interesseren voor een bètatechnische vervolgopleiding. Er participeren momenteel 168 havo/ vwo-scholen, 45 partners en 85 bedrijven (114 locaties) in Jet-Net. Er staan 100 scholen op de wachtlijst. Uit een evaluatie van Jet-Net waaraan 139 scholen meededen, kwam naar voren dat er in 2014 in totaal 528 Jet-Net activiteiten plaats hebben gevonden, waarvan 246 voor de onder- en 282 voor de bovenbouw.
TECHNASIA De afgelopen jaren zijn 83 havo/vwo-scholen een Technasium geworden. Bij deze scholen staan de bètavakken centraal via het vak Onderzoeken en Ontwerpen (O&O). De Technasia werken hierbij met praktijkgerichte opdrachten die zijn geformuleerd vanuit de beroepspraktijk en het hoger onderwijs.
VHTO: MEISJES EN TECHNIEK Binnen het programma Kiezen voor technologie werkt VHTO tot en met 2015 op 75 vmbo-scholen en 120 havo/vwo-scholen aan de vergroting van de participatie van meisjes in de bètawetenschappen, techniek en ICT. Middels activiteiten als meeloopdagen, gastlessen, speeddates en trainingen bereikte VHTO in 2014 ruim 18.000 meisjes. In 2014 namen hierbij aan het jaarlijkse evenement Girlsday 8.441 meisjes, 305 bedrijven, 97 basisscholen, 119 havo/vwo-scholen en 54 vmbo-scholen deel.
PAGINA 22 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
AANDEEL LEERLINGEN MET N-PROFIEL
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
VO-HO NETWERKEN EN BREDE REGIONALE BÈTASTEUNPUNTEN
↘
Zowel in de VO-HO netwerken als de Brede regionale bètasteunpunten zijn wo-, hbo- en havo/vwo-instellingen verenigd. De VO-HO netwerken focussen zich op leerlingen vanuit de thema’s excellentiebevordering en/of bèta & techniek. De Bètasteunpunten richten zich op hun beurt op docentprofessionalisering en hebben een cruciale rol bij vakvernieuwingen in het voortgezet onderwijs. Een landelijke dekking nastrevend, bestaan er momenteel 7 gecombineerde netwerken (VO-HO netwerken plus Bètasteunpunten), 2 losse VO-HO netwerken en 3 losse Bètasteunpunten. In de VO-HO netwerken waren in 2014 223 havo/vwo-scholen, 10 hogescholen en 10 universiteiten verenigd. Bij de Bètasteunpunten waren dit in 2014 227 havo/vwo-scholen, 18 hogescholen en 10 universiteiten.15
15 De betrokken havo/vwo-scholen, hogescholen en universiteiten overlappen bij de VO-HO netwerken en BRSP’s voor een groot deel. In 2015 en 2016 wordt onder andere gewerkt aan de verdere koppeling tussen de VO-HO netwerken en Bètasteunpunten.
binnen totaal aantal leerlingen in het 4e leerjaar havo/vwo
80% 60% 40% 20% 0%
Jaar
04 05
05 06 Havo
06 07 Vwo
07 08
08 09
09 10
Totaal havo/vwo
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 23
AANDEEL HAVO/VWOLEERLINGEN MET N-PROFIEL In zowel havo als vwo is het aandeel leerlingen dat kiest voor de de profielen Natuur en Gezondheid en/of Natuur en Techniek (N-profielen) met name sinds 2011/12 sterk gestegen. Op de havo was dit aandeel in 2004/05 30% en in 2014/15 43%. Het aandeel N-profielen ligt in het vwo significant hoger. Waar dit in 2004/05 52% was, is dit in 2014/15 62%. Het aandeel meisjes dat op de havo koos voor een N-profiel is in 2014/15 met één procentpunt gestegen naar 45% en op het vwo gelijk gebleven op 49%.
04/05
13/14
14/15
Havo
35% → 44% → 45%
Vwo
47% → 49% → 49%
AANDEEL MEISJES BINNEN TOTAAL AANTAL LEERLINGEN IN 4E LEERJAAR HAVO/VWO MET EEN N-PROFIEL
N
DOORSTROOM HAVO/VWO-LEERLINGEN MET N-PROFIEL NAAR BÈTATECHNISCHE VERVOLGOPLEIDING Gedurende de laatste twee jaar zijn de percentages havo- en vwo-leerlingen die doorstroomden naar een bètatechnische vervolgopleiding gestegen. Van de in 2012/13 gediplomeerde havisten met een N-profiel die direct doorstroomden naar het hoger onderwijs in 2013/14, koos 51% voor een bètatechnische vervolgopleiding. Een jaar later was dat 56%. Bij de vwo’ers steeg de doorstroom in dezelfde periode van 60% naar 65%.
PAGINA 24 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
DOCENTEN
↘
Het Techniekpact bevat verschillende acties die zich expliciet richten op docenten. Onder meer wordt beoogd dat basisschoolleraren zich de competenties eigen maken die nodig zijn voor het verzorgen van onderwijs in Wetenschap en Techniek (W&T). Hiertoe organiseert het Platform Bèta Techniek in alle landsdelen W&T-academies. Tevens zet het Techniekpact in op het opleiden van meer universitair opgeleide leraren in de (bèta)tekortvakken en het betrekken van het bedrijfsleven bij het opleiden en bijscholen van leraren. De programma’s ‘Eerst De Klas’, het ‘OnderwijsTraineeship’ en ‘STEM Teacher Academy’ dragen aan deze doelen bij.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 25
EERST DE KLAS EN ONDERWIJSTRAINEESHIP Sinds 2009 kunnen excellent afgestudeerden uit het hoger onderwijs middels het traineeship ‘Eerst De Klas’ in twee jaar hun eerstegraads docentbevoegdheid behalen voor het voortgezet onderwijs. Tevens volgen trainees een mede door het bedrijfsleven vormgegeven leiderschapsprogramma. In de eerste helft van 2015 zijn 94 trainees actief in het programma, waarvan 49 in de bètavakken. In 2013 is het ‘OnderwijsTraineeship’ van start gegaan. Hierbij worden afgestudeerden uit het hoger onderwijs middels een tweejarig leerwerktraject opgeleid tot eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs. Sinds 2013 zijn 66 trainees actief.
STEM TEACHER ACADEMY In 2014 is de ‘STEM16 Teacher Academy’ gelanceerd. Hierbij wordt, in samenwerking met het bedrijfsleven, gewerkt aan de professionele ontwikkeling van reeds werkzame bètadocenten in het voortgezet onderwijs. Programmaonderdelen zijn onder meer bedrijfsstages voor docenten, de cursus Bètaberoepen in de les en de ontwikkeling van gastlessen in BedrijfsDOT’s (docentontwikkelteams). Bij de ‘STEM Teacher Academy’ zijn momenteel ca. 200 docenten van 100 voortgezet onderwijsscholen betrokken, evenals 60 topsectorbedrijven.
16 Science, Technology, Engineering and Mathematics.
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
PAGINA 26 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
↘
INSTROOM LERARENOPLEIDINGEN17
INSTROOM IN DE EXACTE LERARENOPLEIDINGEN De instroom in exacte lerarenopleidingen (wis-, natuur-, scheikunde, biologie en overige exacte vakken) in de tweede graad stijgt licht. Het gaat evenwel om een stabiel blijvend en relatief klein aantal. Ook bij de exacte lerarenopleidingen in de eerste graad gaat het om een klein aantal nieuwe studenten dat aan de universiteit sinds 2010/11 afneemt. In totaal stromen bij de exacte vakken in de eerste graad net 200 studenten in aan het hbo en 184 aan de universiteit. Gezien het groeiende aantal jongeren dat voor een N-profiel kiest op havo/vwo is het aantal leraren exacte vakken in opleiding zorgelijk. Ook voor vmbo is het aantal instromende leraren beroepsgericht al jaren laag.
1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 17
Jaar
06 07
07 08
08 09
09 10
10 11
11 12
12 13
13 14
leraar vo (2e graads) exact
leraar vo (2e graads) beroepsgericht
leraar vo (1e graads, hbo) exact
leraar vo (1e graads, ulo) exact
17 Bron: CAOP; Stamos.nl
14 15
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 27
A9 AANDEEL EXACT/BEROEPSGERICHT BINNEN TOTALE INSTROOM LERARENOPLEIDINGEN
2004 / 2005
2013 / 2014
2014 / 2015
LERAAR VO (2E GRAADS) EXACT
15%
16%
17%
LERAAR VO (2E GRAADS) BEROEPSGERICHT
8%
4%
4%
LERAAR VO (1E GRAADS, HBO) EXACT
8%
12%
11%
LERAAR VO (1E GRAADS, ULO) EXACT
28%
19%
22%
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
PAGINA 28 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
↘
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 29
LEREN IN DE TECHNIEK Het technisch beroepsonderwijs, ‘leren in de techniek’, heeft een belangrijke plaats in het Techniekpact. Immers, zonder uitstekend beroepsonderwijs geen vakbekwame technici. Samen met het technische bedrijfsleven zetten vmbo-scholen, mbo- en hbo-instellingen en overheden zich in voor meer goed opgeleide vakkrachten. Daarnaast is ook excellent universitair talent onontbeerlijk.
PAGINA 30 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS
↘
In samenwerking met het vmbo en bedrijfsleven, zet het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) de laatste jaren in op een toename van het aantal techniekleerlingen.18 Het Techniekpact versterkt deze inspanningen. Onder meer zet het bedrijfsleven zich in voor voldoende technische stage- of leerwerkplaatsen, heeft de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (S-BB) een voorlichtende studiebijsluiter ontwikkeld en wordt, via het Regionaal investeringsfonds mbo (RIF), geïnvesteerd in de Centra voor innovatief vakmanschap (Civ’s) en andere vormen van publiek-private samenwerking. Verder bevat het Techniekpact de doelstelling dat in 2016 30%19 van de mbo-studenten kiest voor een technische opleiding en dat dit aandeel tot 2020 indien nodig oploopt.
18 Door de overgang naar kwalificatiedossiers is de verdeling van studies veranderd. Voor bètatechniek is gekeken naar de domeinen “Afbouw, hout en onderhoud”, “Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek”, “Bouw en infra”, “Informatie en communicatietechnologie”, “Media en vormgeving”, “Mobiliteit en voertuigen”, “Techniek en procesindustrie”, “Transport, scheepvaart en logistiek”. 19 Door gebruik van de acht domeinen (zie voetnoot hierboven) liggen het aantal nieuwe studenten en ook het aandeel bètatechniek enkele procenten hoger vergeleken met de basering van dit doel.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 31
PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING IN HET MBO
AANTAL LEERBEDRIJVEN EN STAGELOPENDE STUDENTEN IN DE BÈTATECHNIEK
In 2011 startte in het middelbaar beroepsonderwijs een pilot met 4 Centra voor innovatief vakmanschap (Civ’s). Hiermee wordt concreet vormgegeven aan een intensieve publiek-private samenwerking. Eind 2012 en in 2013 kwamen hier respectievelijk 11 en 2 nieuwe Civ’s bij.
In het Techniekpact is opgenomen dat het bedrijfsleven iedere bètatechnische mbo-student een stage- of leerwerkplek wil kunnen bieden. Voor techniekstudenten die moeite hebben deze stage- of leerwerkplek te vinden is het digitaal loket techniekonderwijs.nl ingericht.
In het voorjaar van 2014 werd het Regionaal investeringsfonds mbo beschikbaar gesteld. Hiermee investeert het ministerie van OCW tussen 2014 en 2017 100 miljoen euro in publiek-private samenwerkingsverbanden in het beroepsonderwijs. De cofinanciering vanuit de regio bedraagt hierbij ten minste 200 miljoen euro. In de eerste aanvraagronde van het RIF werd aan 18 aanvragen ondersteuning toegekend.
Het totaal aantal leerbedrijven in de bètatechnische mbo-domeinen21 is licht gegroeid van 103.499 in 2013, naar 104.325 in 2014 en 105.878 in 2015. Alleen in het domein Bouw en infra is er in deze periode sprake van een daling van het aantal leerbedrijven. Het totaal aantal mbo-studenten dat stage liep bij een leerbedrijf is gedaald van 121.067 in 2012/13 naar 112.950 in 2013/14.22
COMMITMENT CIV’S20
914
Betrokken bedrijven Financiering Rijksoverheid
Cofinanciering overig23
Cofinanciering bedrijven
€ 53.000.000,-
€ 44.000.000,-
€ 84.000.000,-
€
20 De genoemde aantallen zijn de optelsom van de Civ’s die zijn opgericht in 2011, eind 2012, 2013 en tijdens de eerste aanvraagronde van het RIF. De cijfers zijn gebaseerd op business plannen, door de Centra opgestelde monitor-/voortgangsrapportages, een belronde langs de Centra en informatie van DUO. 21 Zie voetnoot 18 voor de bètatechnische mbo-domeinen. 22 Bron: Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (S-BB). 23 Deze post is samengesteld uit gecommitteerde bijdragen van provincies, gemeenten en onderwijsinstellingen.
PAGINA 32 | TECHNIEKPACT MONITOR 2015
↘ DEEL DEEL1: 1:LANDELIJKE LANDELIJKEFACTS FACTS&&FIGURES FIGURES
INSTROOM MBO-LEERLINGEN BÈTATECHNIEK PER NIVEAU
↘
Het aantal deelnemers aan het totale mbo loopt de afgelopen jaren terug, zo ook in de bètatechnische richtingen. Deze afname in het aantal leerlingen vindt vooral plaats op niveau 2. Ook neemt het aantal leerlingen dat direct instroomt vanaf het vmbo af, alsmede het aantal leerlingen ouder dan 23 jaar.24 Met name in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) daalde het aantal nieuwe studenten op niveau 2 sterk: van 15.986 in 2010/11 naar 5.657 in 2014/15. Ook bij de andere niveaus daalde het aantal nieuwe studenten in de BBL. Zo waren er in 2010/11 24.344 nieuwe studenten bètatechniek in de BBL, wat is afgenomen tot 10.651 in 2014/15. In de beroepsopleidende leerweg (BOL) daarentegen is een stijgende instroom te zien. In 2010/11 waren er 25.315 bètatechnische instromers en in 2014/15 32.030. Doordat de instroom in de BBL sneller afneemt dan de instroom in de BOL toeneemt, daalt de totale instroom. Het aandeel meisjes binnen de bètatechnische instroom stijgt, voornamelijk op niveau 4, maar blijft laag.
24 Sinds 2014/25 kunnen de entree-opleidingen ook naar techniek ingedeeld worden, weergegeven door de stippellijn. Deze opleidingen zijn een herlabeling van opleidingen die eerder onder de sector combinatie vielen. Dit is geen daadwerkelijke stijging van het aantal studenten.
AANTAL INSTROMENDE MBO-LEERLINGEN BÈTATECHNIEK PER NIVEAU 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0
Jaar
05 06
06 07 Niveau 1
07 08
08 09 Niveau 2
Niveau 1 incl. entreeopleidingen
09 10
10 11 Niveau 3
11 12
12 13 Niveau 4
13 14
14 15 Eindtotaal
Eindtotaal incl. entreeopleidingen
TECHNIEKPACT MONITOR 2015 | PAGINA 33
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROOM MBO PER NIVEAU
05/06
13/14
14/15
Niveau 1
38%
45%
37%(40%) 25
Niveau 2
36%
34%
34%
Niveau 3
21%
18%
23%
40.000
Niveau 4
29%
30%
31%
30.000
Totaal
30%
31%
30%(31%) 25
AANTAL INSTROMENDE MBO-LEERLINGEN BÈTATECHNIEK PER LEERWEG26 60.000 50.000
20.000 10.000 0
AANDEEL MEISJES BINNEN INSTROOM BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU Jaar
05/06
13/14
14/15
5%
11%
5%(34%)25
Niveau 2
5%
7%
5%
Niveau 3
4%
8%
7%
Niveau 4
18%
22%
23%
Totaal
9%
12%
15% (17%)25
Niveau 1
25 Inclusief entreeopleidingen
05 06
26
06 07
07 08
08 09
09 10
10 11
11 12
12 13
BBL bètatechniek
BBL bètatechniek incl. entreeopleidingen
BOL vt bètatechniek
BOL vt bètatechniek incl. entreeopleidingen
Totaal BBL/BOL
Totaal BBL/BOL incl. entreeopleidingen
13 14
14 15
26 Het mbo bestaat uit BOL, BOL voltijd en BOL deeltijd. Het aantal nieuwe deelnemers in de BOL deeltijd is tussen 2010/11 en 2014/15 afgenomen van 4.000 naar 100 en daarom niet apart weergegeven in deze grafiek. In het totaal zijn deze nieuwe studenten wel meegerekend.
PAGINA 34 | TECHNIEKPACT MONITOR 2015
↘ DEEL DEEL1: 1:LANDELIJKE LANDELIJKEFACTS FACTS&&FIGURES FIGURES
AANTAL GEDIPLOMEERDEN BÈTATECHNIEK IN HET MBO Sinds 2011/12 neemt het aantal diploma’s na een eerdere stijging en in lijn met de dalende instroom af, in het bijzonder op niveau 2 en in de BBL, tot 49.761 in 2013/14. Ook het aantal examendeelnemers neemt sinds 2010/11 af. Op niveau 4 neemt het aantal diploma’s licht toe, evenals in de BOL. Ook hier geldt dat het aandeel meisjes wel langzaam stijgt maar laag blijft met 11% in 2013/14. Vergeleken met de Europese Unie ligt het aandeel aan technologische en exacte opleidingen binnen de afgestudeerden aan het mbo in Nederland lager dan het gemiddelde aandeel in de Europese landen.27
↘
AANTAL GEDIPLOMEERDEN BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0
Jaar
05 06
06 07 Niveau 1
27 Cedefop (2015). On the way to 2020: data for vocational education and training policies: country statistical overviews. Luxembourg: Publications Office of the European Union. Cedefop research paper; No 45.
07 08
08 09 Niveau 2
09 10
10 11 Niveau 3
11 12
12 13 Niveau 4
13 14
14 15 Eindtotaal
TECHNIEKPACT MONITOR 2015 | PAGINA 35
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN GEDIPLOMEERDEN MBO PER NIVEAU
Kwalificatieniveau
2005/06
2012/13
2013/14
Niveau 1
32% 38% 31% 27% 32%
33% 37% 27% 26% 30%
41% 35% 27% 26% 30%
Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Eindtotaal
AANDEEL MEISJES BINNEN GEDIPLOMEERDEN BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU
Kwalificatieniveau
2005/06
2012/13
2013/14
Niveau 1
5% 4% 3% 16% 8%
11% 6% 5% 20% 10%
20% 5% 5% 21% 11%
Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Eindtotaal
↘ 460 499 1368 352 45
Hout en Meubileringscollege 483 447 1354 418 58
ID College Koning Willem I College Landstede Leidse instr.makers School
613 397 1406 973 812 683 1276 1374 882 1213 1097
650 353 1501 781 802 653 1307 1442 810 1133 979
Mediacollege Amsterdam Nimeto Utrecht Noorderpoort Regio College Rijn IJssel ROC A12 ROC Albeda College ROC Amarantis7 ROC Arcus College ROC Aventus ROC Da Vinci College
873
981
825
1152
968
522
821
580
1217
404
510
45
363
1222
434
540
265
363
1168
414
553
311
510
500
1170
428
501
373
498
991
877
869
661
912
402
932
553
998
408
531
852
868
529
892
487
773
488
948
382
634
209
177
216
Hoornbeeck College
465
936
1561
242
550
475
Grafisch Lyceum Utrecht
1086
1426
342
MBO Utrecht
955
925
Grafisch Lyceum R’dam
1602
451
51
423
1779
1820
Deltion College
348
48
760
542
367
337
Cibap
21
711
14/15
MBO Amersfoort
19
19
Berechja College
838
12/13
73
999
944
Alfa-college
10/11
66
08/09
06/07
Instelling
INSTROOM BÈTATECHNIEK (EXCLUSIEF ENTREEOPLEIDINGEN) AAN MBO-INSTELLINGEN28
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
-2%
-12%
-36%
-8%
-7%
-6%
-16%
-22%
-5%
24%
62%
38%
-4%
-1%
-7%
41%
7%
-9%
-3%
-2%
143%
-9%
Groei b/t 14/15 t.o.v. ‘0/11
4%
4%
-23%
-4%
3%
-3%
-32%
-5%
-14%
16%
-11%
14%
4%
8%
1%
8%
16%
43%
5%
-2%
2%
4%
42%
5%
14/15 t.o.v. 13/14
Groei b/t
PAGINA 36 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
758 1276 799 939 759 1183 207 748 1274 2076 1015 992 1250 251 602 1109 2177 619 2457 2716 1023 102 733 251 1408
777 1148 836 981 637 1139 202 684 1246 2372 1007 1336 1245 269 439 1027 2059 586 1994 2133 1034 112 692 259 1175
ROC Drenthe College ROC Friese Poort ROC Friesland College ROC Gilde Opleidingen ROC Graafschap College ROC Horizon College ROC Kop v Noord-Holland ROC Leeuwenborgh ROC Leiden ROC Midden Nederland ROC Mondriaan ROC Nijmegen eo ROC Nova College ROC Rivor ROC Ter AA ROC Tilburg ROC van Amsterdam ROC van Flevoland ROC van Twente ROC West-Brabant Scalda SG De Rooi Pannen Sintlucas SOMA College STC
1955
2227
48425 50071
Zadkine Totaal NL
50249
1700
3712
1128
255
740
132
796
3995
3978
625
1924
1599
725
197
1313
816
927
1846
1047
600
302
971
677
732
726
1128
610
959
1405 43266 39575
1465
1376
9
61 1712
1696
217
713
152
727
1458
1572
406
2160
969
405
210
977
618
837
1705
1007
627
302
808
712
803
666
1185
520
593
1341
252
684
165
798
3123
2070
357
2042
936
538
206
1070
797
751
1729
1100
603
277
828
742
942
734
1007
610
1442
28 Instellingen met ontbrekende en kleine waardes zijn achterwege gelaten in het overzicht, maar meegeteld in het totaal.
1943
1724 Summa College
Stichting ROC TOP
944
918
ROC de Leijgraaf
-21%
-17%
-63%
50%
-15%
-4%
15%
-9%
-64%
-60%
-35%
12%
-39%
-44%
7%
-26%
-24%
-10%
-8%
-4%
5%
0%
-17%
5%
10%
-8%
5%
-15%
-38%
-1%
-4%
1%
-74%
5%
-20%
-2%
3%
7%
-19%
-10%
4%
6%
-12%
-35%
11%
0%
7%
28%
1%
0%
19%
3%
4%
-7%
-18%
0%
10%
-2%
-10%
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 37
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
PAGINA 38 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
↘
HOGER ONDERWIJS Door het voeren van gericht beleid is het hoger onderwijs de afgelopen jaren succesvol geweest in het aantrekken van meer studenten in de bètatechnische opleidingen.29 Het Techniekpact zet hierbij onder meer in op het verder investeren in publiek-private samenwerking in de vorm van Centres of expertise (Coe’s) en op het verstrekken van topsectorbeurzen door bedrijven. Ook onderstreept het Techniekpact het belang van een transparant opleidingenaanbod. Zo worden de bestaande 65 technische hbobacheloropleidingen per 2015/16 teruggebracht tot 35 brede bachelors.
29 Cluster 1 en 2 gedefinieerd door Commissie Nulmeting, ‘Van Natuur en Techniek naar Science & Technology’.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 39
COMMITMENT COE’S
CENTRES OF EXPERTISE In 2011 startte in het hoger beroepsonderwijs (hbo) een pilot met 3 Centres of expertise (Coe’s). Middels deze Centres wordt concreet vormgegeven aan een intensieve publiek-private samenwerking. In 2013 gingen 17 nieuwe Coe’s van start en in 2013 en 2014 kwamen hier nog 5 Coe’s in de groene sector bij. Dit brengt het totaal op 25 Coe’s. In 2013/14 is een midterm review uitgevoerd op de ontwikkeling van de 3 pilot-Centra en in de tweede helft van 2014 ook op de 17 ‘nieuwe’ Coe’s. Van de 20 geëvalueerde Coe’s lagen er 19 goed op koers.
TOPSECTORBEURZEN Bedrijven uit de topsectoren hebben zichzelf ten doel gesteld om per 2016/17 jaarlijks 1.000 topsectorbeurzen beschikbaar te stellen voor excellente bèta- en technologiestudenten. Momenteel zijn er 13 beurzenprogramma’s uitgerold over 6 van de 9 topsectoren; gezamenlijk zijn er in 2014/15 492 topsectorbeurzen uitgereikt. De cumulatieve private investering is hierbij in 2014/15 in-cash €1.353.000 en in-kind 41.000 uur.
900
Betrokken bedrijven
Cofinanciering bedrijven
€ 53.000.000,Financiering Rijksoverheid
€ 102.000.000,Cofinanciering overig30
€
€ 71.000.000,-
30 De genoemde aantallen zijn de optelsom van de Coe’s die zijn opgericht in 2011, 2013 en 2014. De cijfers zijn gebaseerd op business plannen, door de Centra opgestelde monitor-/voortgangsrapportages en een belronde langs de Coe’s.
PAGINA 40 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
INSTROOM STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HET HOGER ONDERWIJS
↘
Hoewel het absolute aantal instromende studenten bètatechniek nog steeds het grootst is op het hbo, is op het wo reeds langer een groei zichtbaar. Het aantal instromende studenten bètatechniek op het wo stijgt gedurende de gehele weergegeven periode van 2004/05 tot 2014/15. Op het hbo wordt de daling van de instroom van studenten bètatechniek vanaf 2006/07 omgezet in een stijging. Waar in het wo in 2004/05 10.576 bètatechniekstudenten instroomden, stroomden in 2014/15 19.123 studenten bètatechniek in. In het hbo was deze instroom 16.138 in 2004/05 en 21.507 in 2014/15. Het aandeel instromende studenten bètatechniek steeg in het wo van 26% in 2004/05 naar 35% in 2014/15. In het hbo liggen deze percentages met 18% in 2004/05 en 22% in 2014/15 lager. Hoewel met name het wo groei doormaakt, moeten in het hoger onderwijs nog flinke stappen gezet worden om de doelstelling te verwezenlijken dat 4 op de 10 studenten voor bètatechniek kiezen. Ook internationaal gezien is het aandeel studenten dat voor bètatechniek kiest in Nederland laag.31 Het hbo laat de laatste twee jaar een stijging in het aandeel vrouwelijke studenten in de instroom bètatechniek zien van 21% in 2012/13 naar 24% in 2014/15; in het wo was deze stijging in dezelfde periode van 38% naar 39%.
31 Eurostat.
AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK HOGER ONDERWIJS 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
Jaar
04 05
05 06 hbo
06 07 wo
07 08
08 09
09 10
Totaal hbo/wo
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
A7
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 41
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN TOTALE INSTROOM HOGER ONDERWIJS
2004/05
2013/14
2014/15
hbo
18%
20%
22%
wo
26%
34%
35%
AANDEEL VROUWELIJKE STUDENTEN BINNEN INSTROOM BÈTATECHNIEK HOGER ONDERWIJS
2004/05
2013/14
2014/15
hbo
16%
23%
24%
wo
31%
39%
39%
PAGINA 42 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
DIPLOMA’S BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS
↘
Aan de universiteiten steeg het aantal bètatechnische master- en doctoraaldiploma’s tussen 2004/05 en 2014/15 van 6.315 naar 8.776. Het aandeel bètatechniek binnen het totaal aantal diploma’s is in diezelfde periode in het wo echter nauwelijks gestegen. In 2004/05 was dit 24% en in 2014/15 25%. Op het hbo is het aantal bètatechnische diploma’s tussen 2004/05 en 2014/15 gedaald van 11.761 naar 11.305. Ook het aandeel bètatechnische diploma’s daalde. In 2004/05 was dit in het hbo 19% en in 2014/15 17%. In zowel het wo als vooral ook het hbo verdient de uitstroom daarom bijzondere aandacht.
DIPLOMA’S BÈTATECHNIEK HOGER ONDERWIJS32 25.000 20.000 15.000 10.000 500 0
Jaar 32
03 04
04 05
05 06
hbo bachelor/ad
06 07
07 08
08 09
wo master/ongedeeld
09 10
10 11
11 12
12 13
totaal hbo/wo
32 Bij zowel hbo als wo vormde 2011/12 een piekjaar; mogelijk speelde hierbij de aankondiging (en afschaffing) van de langstudeerboete een rol.
13 14
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 43
AANDEEL BÈTATECHNISCHE STUDENTEN BINNEN GEDIPLOMEERDEN HOGER ONDERWIJS
Hbo ad/ba
2003/04
2012/13
2013/14
20%
18%
18%
27%
27%
22%
23%
Wo ba Wo ma/ongedeeld
25%
AANDEEL VROUWELIJKE STUDENTEN BINNEN GEDIPLOMEERDEN BÈTATECHNIEK HOGER ONDERWIJS
Hbo ad/ba
2003/04
2012/13
2013/14
18%
21%
22%
39%
39%
35%
36%
Wo ba Wo Ma/ongedeeld
32%
PAGINA 44 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 Groei b/t Instelling
INSTROOM BÈTATECHNIEK AAN VERSCHILLENDE HOGESCHOLEN
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
inclusief groei en aandeel bètatechniek
↘
04/05
06/07
08/09
1403
1269
1561
10/11
12/13
14/15
Aandeel b/t
14/15
14/15
04/05
10/11
t.o.v.
t.o.v.
04/05
14/15
>2000 studenten Avans Hogeschool
1605
1811
1879
27%
17%
30%
27%
Fontys Hogescholen
1352
1373
1368
1774
1800
2244
45%
26%
15%
23%
Hogeschool Rotterdam
1476
1351
1344
1445
1599
1865
23%
29%
25%
25%
Hogeschool Utrecht
1411
1601
1743
1730
1364
1534
8%
-11%
18%
22%
Hogeschool van Amsterdam
1864
1890
2077
2184
2444
2561
27%
17%
24%
25%
Hs van Arnhem en Nijmegen
1095
1143
1282
1286
1267
1587
32%
23%
18%
21%
497
537
622
713
677
853
51%
20%
13%
19%
1004
1093
998
1208
1358
1395
27%
15%
26%
25%
889
849
959
1109
1015
1078
18%
-3%
17%
18%
2000-1000 studenten Chr. Hogeschool Windesheim De Haagse Hogeschool Hanzehogeschool Groningen Hogeschool INHOLLAND
1050
884
855
937
799
999
-5%
7%
11%
18%
Saxion Hogeschool
1115
1081
1249
1302
1559
1447
22%
11%
23%
26%
< 1000 studenten Hogeschool Leiden
230
285
293
371
448
552
64%
49%
15%
23%
Hs vd Kunsten Utrecht
154
127
154
142
96
92
-51%
-35%
22%
11%
HZ
368
334
284
334
374
457
24%
37%
32%
38%
NHL
563
530
548
533
620
702
23%
32%
27%
30%
NHTV Breda
103
206
193
340
400
318
66%
-6%
7%
19%
Stenden Hogeschool Zuyd Hogeschool
82
92
71
66
68
116
28%
76%
4%
4%
683
642
752
649
626
628
-8%
-3%
19%
19%
Groene Hogescholen HAS Hogeschool
231
178
281
422
441
544
62%
29%
54%
68%
Hogeschool Van Hall Larenstein
488
433
413
460
449
524
7%
14%
48%
56%
80
82
59
71
100
132
44%
86%
12%
18%
18681 19315 21507
26%
15%
18%
22%
Vilentum Hogeschool Totaal NL
16138
15980 17106
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 45
INSTROOM BÈTATECHNIEK AAN VERSCHILLENDE UNIVERSITEITEN inclusief groei en aandeel bètatechniek Groei b/t Instelling
2004/05
2006/07
2008/09
2010/11
2012/13
2014/15
14/15 t.o.v. 04/05
Aandeel b/t
14/15 t.o.v. 10/11
2004/05
2014/15
Erasmus Universiteit Rotterdam
136
133
182
135
189
336
64%
149%
4%
6%
Radboud Universiteit Nijmegen
474
529
569
646
630
748
35%
16%
14%
20%
Rijksuniversiteit Groningen
847
947
1072
1114
1187
1357
35%
22%
18%
22%
Tilburg University
100
94
134
234
266
195
41%
-17%
4%
7%
Universiteit Leiden
363
440
444
643
1114
1449
78%
125%
12%
29%
Universiteit Maastricht
103
152
156
442
557
540
74%
22%
4%
12%
1585
1664
1744
1782
2007
2031
22%
14%
28%
35%
Universiteit van Amsterdam
612
769
841
1248
1422
1633
63%
31%
13%
25%
Vrije Universiteit Amsterdam
639
874
1093
1384
1394
1519
56%
10%
20%
33%
897
857
1053
1456
1487
1684
47%
16%
75%
75%
Universiteit Utrecht
Groene Universiteit Wageningen University Technische Universiteiten Techn. Universiteit Eindhoven
1425
1369
1498
1684
1886
2361
45%
40%
100%
100%
Technische Universiteit Delft
2474
2720
3452
3503
3464
4043
42%
15%
100%
100%
921
924
936
884
996
1210
25%
37%
64%
62%
10576
11472
13174
15155
16599
191239
46%
26%
26%
35%
Universiteit Twente Totaal NL
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
PAGINA 46 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
↘
WERKEN IN DE TECHNIEK
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 47
Ten tijde van de ondertekening van het Techniekpact op 13 mei 2013 wezen de cijfers op een gespannen technische arbeidsmarkt. Door de langdurige crisis kwamen echter meer mensen thuis te zitten en liep het aantal vacatures terug. Ook de verhoogde pensioenleeftijd had (en heeft) invloed op de vraag naar arbeid. Twee jaar later heeft de technische arbeidsmarkt, met ICT voorop, de weg omhoog weer gevonden. Vanaf het eerste kwartaal in 2014 neemt de werkloosheid langzaam af en het aantal vacatures toe. Hoewel voor de techniek als geheel sprake is van een ruim arbeidsaanbod, zijn er nog steeds spanningen waarneembaar op onderdelen van de technische arbeidsmarkt. Om een beeld te krijgen hoe de technische arbeidsmarkt opgebouwd is, laat deze monitor een aantal feiten en landelijke ontwikkelingen zien. De cijfers lopen tot en met eind 2014.
PAGINA 48 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
NIET OPGELEID IN DE TECHNIEK
OPGELEID IN DE TECHNIEK
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
1.545
Techniek is belangrijk om de economie van nu draaiend te houden en die van morgen vorm te geven. Dat maakt werken in de techniek dynamisch: technologische ontwikkelingen gaan snel en de kennis van gisteren en vandaag is niet altijd die van morgen en overmorgen.
6.302 OPLEIDING BEROEPSBEVOLKING
113 WERKLOOS (7%)
595 826
586
641
4.999
WERKLOOS (9%)
↘
1.554
WERKZAAM IN DE TECHNIEK
BEROEP BEROEPSBEVOLKING
TECHNISCH OPGELEIDEN IN DE BEROEPSBEVOLKING EN DOORSTROOM NAAR TECHNISCHE BEROEPEN
5.585
De technische sector is ook in omvang belangrijk: in 2014 is één op de vijf personen binnen de beroepsbevolking technisch opgeleid. Daarvan werkt 53% in een technisch en 38% in een niet-technisch beroep. 7,3% is werkloos. De vraag naar technische arbeid wordt niet alleen ingevuld door mensen met technische opleidingen. Bij- en omscholing en zij-instroom spelen ook een rol. 44% van de mensen werkzaam in een technisch beroep is niet-technisch opgeleid.
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), ‘arbeidsdeelname van technici 2011-2014’. Toelichting: Cijfers zijn bewerkingen van “CBS: arbeidsdeelname van technici 2011-2014”. Cijfers over niet-technische deel van arbeidsmarkt zijn verkregen door het technische deel in mindering te brengen op totaalcijfers voor Nederland. Alle cijfers zijn gebaseerd op de nationale definitie van beroepsbevolking en werkloosheid.
NIET WERKZAAM IN DE TECHNIEK
Bronmateriaal van het CBS bevat ook een groep waarvan beroep of opleiding onbekend zijn. De groep “onbekend” is niet opgenomen in het stroomschema. Consequentie hiervan is dat de cijfers niet volledig optellen tot de genoemde eindtotalen.
(GETALLEN X1000)
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 49
KENMERKEN VAN MENSEN WERKEND IN DE TECHNIEK 33
Laag
Hoog
25%
28%
15%
12%
Opleidingsniveau Middelbaar
46%
34
Oud
Vrouw
Jong
32%
15 Geslacht »» 33Man »»
88%
34
Leeftijd Middelbaar
53%
De vraag naar technische arbeid op laag niveau wordt beperkt ingevuld door technisch opgeleiden. Het gaat om circa 4 op de 10 beroepen, terwijl dit bij middelbaar- en hoogopgeleide beroepen om bijna 6 op de 10 gaat. Relatief weinig vrouwen met een technische opleiding werken in een technisch beroep: 23% ten opzichte van 57% van de mannen. 33 Opleidingsniveau laag: basisonderwijs, vmbo, eerste 3 leerjaren havo/vwo of assistentenopleiding (mbo-1); Opleidingsniveau middelbaar: bovenbouw havo/vwo, basisberoepsopleiding (mbo-2), vakopleiding (mbo-3) of middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4); Opleidingsniveau hoog: hbo of wo. 34 Jong is <35 jaar, middelbaar 35-55 jaar en oud >55 jaar.
PAGINA 50 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
De meest voorkomende beroepen binnen de techniek35 verschillen per opleidingsniveau en zijn:
↘
»» Voor hoger opgeleiden: Software– en applicatieontwikkelaars, software-analisten en ingenieurs (m.u.v. electrotechnisch ingenieurs) (samen 44%; 189.000). »» Voor middelbaar en lager opgeleiden: Bouwarbeiders ruwbouw en machinemonteurs (montage en reparatie) (samen 21%; 233.000). Mensen met technische opleidingen hebben relatief goede arbeidsmarktperspectieven. Ze zijn minder vaak werkloos en hebben ook kansen op niet-technische beroepen. Het werkloosheidspercentage neemt af naarmate het opleidingsniveau hoger wordt: 11% voor laag-, 8% voor middelbaar- en 5% voor hoog opgeleiden. Werkloosheid onder zowel jongere (<35 jaar) als oudere technici (>55 jaar) is met ca. 9% hoger dan de 6% werkloosheid onder technici tussen de 35 en 55 jaar.
35 Binnen het internationale classificatiesysteem voor beroepen zijn voor deze monitor 44 beroepsgroepen als technisch geclassificeerd.
TECHNISCH OPGELEIDEN WERKZAAM BUITEN DE TECHNIEK Een substantieel deel van de mensen die een technische opleiding hebben genoten, komt terecht in een niet-technisch beroep: »» De kans daarop neemt toe met de leeftijd. Bij technisch opgeleiden jonger dan 35 jaar gaat het om 31% en bij 55-plussers om 49%. »» Van de vrouwen met een technische opleiding werkt 70% in niet-technische beroepen, dat is tweemaal zoveel als de mannen met technische opleiding. Afhankelijk van opleidingsniveau komen technisch opgeleiden terecht in verschillende niet technische beroepen: »» Hoger opgeleide technici met een niet-technisch beroep, komen relatief vaak in specialistische of leidinggevende beroepen terecht. »» Een kwart van de lager opgeleide technici met een niet-technisch beroep werkt als chauffeur of in ongeschoolde, niet-technische arbeid.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 51 35% 8%
19% 21%
64%
8%
121
24% 7%
29
11% 16% 21%
VERDELING OVER SECTOREN
19% 16% 12%
62
92
67
9%
X 1.000
5% 15% 22%
Banen per sector
In de sector energie is 24% van de werkzame personen ouder dan 55 jaar. In de ICT is dit met 8% het minst. De sector ICT kent met 64% het hoogste percentage hoger opgeleide technici, op afstand gevolgd door de energiesector met 35%. In de bouw en de overige industrie, beide met 8%, is dit het minst.
166 296
21% van de beroepen in de voedingsmiddelen en overige industrie wordt ingevuld door een vrouw, in de bouw is dat 1%.
1% 15%
8% → % Vrouw
→ Energie & Delfstoffen
→ Chemie
→ Bouw
→ Voedingsmiddelen
→ Metaal
→ ICT
→ % 55+
→ Overige
833.000 (54%) van het totaal aantal technische beroepen zijn te vinden in 7 technische sectoren zoals weergegeven. Het totaal aantal mensen werkzaam in technische beroepen nam in 2014 toe met 13.000 (0,8%) t.o.v 2013. De bouw respectievelijk de metaal zijn binnen de technische sectoren de grootste. Samen zijn ze goed voor de helft van het aantal technische beroepen binnen technische sectoren.
Industrie
→ % Hoog
opgeleid
PAGINA 52 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
DEEL 1: LANDELIJKE FACTS & FIGURES
ARBEIDSMARKTPERSPECTIEVEN ALGEMEEN
↘
Begin 2011 zijn er 24.500 openstaande vacatures in de techniek en 9.000 in de ICT. Dit daalt vervolgens van het tweede kwartaal in 2011 tot het laatste kwartaal van 2012. Het aantal technische vacatures blijft vervolgens iets meer dan een jaar lang relatief stabiel op zo’n 60% van het eerste kwartaal van 2011. Tegen het eind van 2013 begint het aantal vacatures weer toe te nemen: het meest in de ICT. Eind 2014 zijn er 10.500 openstaande vacatures in de ICT en 17.500 in de techniek. De vraag naar technisch opgeleid personeel liep in de jaren 2011 en 2012 terug. Dat geldt voor alle opleidingsniveaus, in het bijzonder voor laag en middelbaar opgeleiden. Eind 2013 lijkt de vraag weer toe te nemen. De mate van herstel verschilt per opleidingsniveau. Eind 2014 zijn er 11.500 openstaande vacatures voor hoger opgeleide technici, 10.100 voor middelbaar opgeleide technici en 6.300 voor laag opgeleide technici.
OPENSTAANDE VACATURES 2011-2014 technisch, totaal en ICT | 2011 Q1 = 100
120 110 100 90 80 70 60 50 Kwartaal Jaar
Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
Q2
2011 Technisch
Q3
Q4
2012 ICT
Q1
Q2
Q3
2013 Totaal
Q4
Q1
Q2
Q3
2014
Q4
(inclusief ICT).
en niet-technisch) 2011-2014.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 53
OPENSTAANDE VACATURES
Voor de techniek als geheel is er op dit moment een ruim arbeidsaanbod. Tegelijkertijd is er binnen een aantal segmenten wel sprake van krapte. Het UWV constateert op basis van nadere analyses dat aan het eind van 2014 krapte bestaat of wordt verwacht in bepaalde technische beroepen:
per opleidingsniveau (2011-2014)
16.000 14.000 12.000 10.000
»» Moeilijk te vinden zijn elektromonteurs, cnc-verspaners, technisch tekenaars en –calculators, ontwerper-constructeurs werktuigbouw, maintenance-engineers, ontwerpers industriële automatisering, procestechnologen en docenten wis- en natuurkunde.
8.000 6.000 4.000 2.000
Kwartaal Jaar
Q1
Q2
Q3
2011 Laag
Q4
Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
2012 Middelbaar
Q2
Q3
2013 Hoger
Q4
Q1
Q2
Q3
2014
Q4
»» De komende jaren kunnen er ook knelpunten ontstaan bij de werving van bijvoorbeeld procesoperators en productieplanners. »» Daarnaast wordt grote krapte in de ICT verwacht (bijvoorbeeld programmeurs specifieke talen of securityspecialisten). Deze beroepen bieden goede kansen op werk voor mensen met de vereiste kwalificaties.36
36 UWV, Rapport ‘Welke beroepen bieden kansen. Overzicht van krapte- en overschotberoepen’ (februari 2015).
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
PAGINA 54 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
↘
TECHNISCHE SECTORPLANNEN
SERVICEPUNTEN TECHNIEK
Om de werkloosheid te bestrijden heeft het kabinet binnen het Techniekpact samen met sociale partners de Regeling cofinanciering sectorplannen opgesteld. Deze sectorplannen zijn gericht op de vermindering van de uitstroom van (jonge) medewerkers, versnelde herinstroom van recente werkloos geworden technici, betere begeleiding van nieuwe werknemers door ervaren collega’s, doorstroming en op- en bijscholing.
Samen met partners in de techniek zorgt UWV via de Servicepunten Techniek voor een goed werkende infrastructuur voor het behoud van werknemers en instroom/bemiddeling van (werkende en werkloze) werkzoekenden in de sector Techniek. Technische ondernemers kunnen er terecht voor informatie, advies en begeleiding op het gebied van personeel en ondernemerschap. Daarnaast vinden werkzoekenden er ondersteuning in de vorm van arbeidsbemiddeling, scholing en begeleiding. In 2015 zijn de volgende 11 regionale Servicepunten Techniek operationeel: Noord-Holland (Noordvleugel), IJsselvechtstreek (Oost), Stedendriehoek (Oost), Twente (Oost), Nijmegen (Oost), Apeldoorn (Oost), Achterhoek (Oost), West-Brabant (Zuidwest) en Zuid-Limburg (Zuidoost) en recent ook Rijnmond (Zuidwest) en Friesland/F-Top (Noord).
Het kabinet heeft €600 miljoen, verdeeld over drie tijdvakken, uitgetrokken om de plannen mede te financieren. De sectoren leggen minimaal hetzelfde bedrag in. Voor de eerste twee tijdvakken (2013 en 2014) geldt het volgende: »» Er zijn 28 technische sectorplannen goedgekeurd. Dat is 1/3e van het totale aantal van 79 sectorplannen. »» Met deze technische sectorplannen is circa €215 miljoen cofinanciering gemoeid en minimaal eenzelfde bedrag vanuit de sociale partners. Dat is bijna de helft van het totaal aan financiering voor de sectorplannen. »» Doel van de technische sectorplannen is meer dan 200.000 mensen op enigerlei wijze te helpen. Het derde tijdvak (2015) is geopend voor initiatieven die de transities van werk naar werk en van uitkering naar werk bevorderen, met de mogelijkheid van inzet van de brug-WW.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 55
↘ DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
DEEL 2
FACTS & FIGURES
LANDSDELEN
PAGINA 58 | TECHNIEKPACT MONITOR 2015
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
NOORDVLEUGEL ↘
In het landsdeel Noordvleugel werken de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht samen aan de doelstellingen van het Techniekpact. De samenwerking is gebaseerd op de verbinding tussen regionaal sterke (top)sectoren zoals ICT, Creatieve Industrie, Logistiek en diverse vormen van maakindustrie. De afgelopen tijd is door het landsdeel veel aandacht besteed aan het (door)ontwikkelen van deelregionale campussen voor het beroepsonderwijs. Ook het invoeren van W&T in het primair onderwijs en het opzetten van doorlopende leerlijnen vmbo-mbo (via Toptechniek in Bedrijf) staan hoog op de agenda. Informatie over de programma’s en de reeds bepaalde resultaten en successen zijn te vinden op de landsdeelpagina op www.techniekpact.nl.
TECHNIEKPACT MONITOR 2015 | PAGINA 59
INFRASTRUCTUUR 2015 Onderwijsinstellingen:37 1.528 basisscholen 155 (voortgezet) speciaal onderwijs scholen 182 voortgezet onderwijs scholen (vmbo-havo-vwo) 11 ROC’s, 2 AOC’s en 7 vakscholen 3 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Programma’s: Kiezen voor Technologie po: 2 regionale W&T-netwerken, 1.035 basisscholen (=60%) met W&T Jet-Net Junior: 1 hub en 15 bedrijven/partners M-Tech: 3 regionale ontwikkelnetwerken en 23 scholen TechNet: 30 kringen Jet-Net: 32 scholen, 9 partners, 24 bedrijfslocaties, 28 wachtlijstscholen, 82 activiteiten 14 Technasia 14 Vakcolleges Techniek Toptechniek in bedrijf: 3 regio’s; 25.007 bètatechnische leerbedrijven mbo 6 Centra voor innovatief vakmanschap 4 Centres of expertise Arbeidsmarkt: 353.000 technisch opgeleiden in beroepsbevolking 357.000 mensen met een technisch beroep 6,5% werkloosheid onder technisch opgeleiden 11.597 ontstane vacatures in laatste kwartaal 2014 1 Servicepunt Techniek 37 De cijfers in de infrastructuurbox bij onderwijsinstellingen en programma’s hebben betrekking op begin 2015, de cijfers bij arbeidsmarkt op het laatste kwartaal van 2014.
PAGINA 60 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
NOORDVLEUGEL
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
KIEZEN VOOR TECHNIEK
↘
VOORTGEZET ONDERWIJS – VMBO LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN BASISEN KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG Na een dalende trend neemt het totaal aantal bètatechniekleerlingen in vmbo-bb en –kb sinds 2011/12 weer geleidelijk toe in landsdeel Noordvleugel. Net als landelijk het geval is, heeft vmbo-bb te maken gekregen met een sterke daling in het aantal leerlingen, gevolgd door een stabilisering na 2011/12 en ligt het aantal leerlingen bètatechniek hoger in vmbo-kb dan in vmbo-bb. Het aandeel bètatechniek is in landsdeel Noordvleugel bij vmbo-bb gedaald tot 26% en bij vmbo-kb licht gestegen tot 25%. Hiermee bevinden beide leerwegen zich onder het landelijk gemiddelde van 27% en Techniekpactdoel van 30%. De aandelen meisjes binnen de bètatechnische leerlingen van resp. 10% en 16% zijn hoger dan het landelijke gemiddelde.
L2-NV
NOORDVLEUGEL | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 61
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB
AANTAL LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN HET 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
04/05
14/15
Vmbo-bb
31% 25% 26%
Vmbo-kb
23% 24% 25%
Totaal vmbo-bb/kb
28% 24% 25% AANDEEL MEISJES BINNEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB BÈTATECHNIEK
04/05 Jaar
13/14
04 05
05 06
06 07
07 08
08 09
09 10
10 11
bb bètatechniek
bb bètatechniek incl. ICT
kb bètatechniek
kb bètatechniek incl. ICT
11 12
12 13
13 14
14 15
totaal bb/kb bètatechniek
13/14
14/15
Vmbo-bb
3%
9% 10%
Vmbo-kb
6% 13% 16%
Totaal vmbo-bb/kb
4% 11% 13%
PAGINA 62 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | NOORDVLEUGEL
GEDIPLOMEERDEN MET EEN NATUUR- EN SCHEIKUNDEPAKKET IN DE GEMENGDE EN THEORETISCHE LEERWEG
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
In lijn met de landelijke trend, is in landsdeel Noordvleugel het aantal gediplomeerden met een vakkenpakket inclusief natuur- en scheikunde (NaSk) in vmbo-tl de laatste twee jaar gestegen. In het landsdeel is het aandeel gediplomeerden met NaSk binnen vmbo-gl in 2013/14 gestegen tot 38%. In vmbo-tl daarentegen is dit aandeel licht gedaald tot 36%. Het aandeel meisjes met NaSk in vmbo-gl is in landsdeel Noordvleugel de laatste tien jaar gegroeid tot 39% waarbij het om kleine aantallen gaat. In vmbo-tl is dit aandeel meisjes licht gegroeid tot 31%, hetgeen tevens het landelijke gemiddelde is.
AANTAL GEDIPLOMEERDEN VMBO-GL/TL MET NASK
5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
Jaar
04 05
05 06 gl
06 07 tl
07 08
08 09
09 10
10 11
totaal gl/tl
↘
Aandeel gediplomeerden met NaSk binnen gediplomeerden vmbo-gl/tl
Aandeel meisjes binnen gediplomeerden vmbo-gl/tl met NaSk
04/05 12/13 13/14
04/05 12/13 13/14
Vmbo-gl
30% 36% 38%
Vmbo-gl
23% 42% 39%
Vmbo-tl
37% 34% 36%
Vmbo-tl
28% 30% 31%
Totaal vmbo-gl/tl
37% 34% 36%
Totaal vmbo-gl/tl
28% 31% 31%
11 12
12 13
13 14
NOORDVLEUGEL | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 63
VOORTGEZET ONDERWIJS – HAVO/VWO
Aandeel leerlingen met N-profiel binnen totaal aantal leerlingen in 4e leerjaar havo/vwo
Aandeel meisjes binnen totaal aantal leerlingen in 4e leerjaar havo/vwo met een N-profiel
04/05 12/13 13/14
04/05 12/13 13/14
Havo
30% 40% 41%
Havo
35% 43% 44%
Vwo
52% 58% 60%
Vwo
47% 50% 50%
HAVO/VWO LEERLINGEN MET N-PROFIEL In landsdeel Noordvleugel is het aantal leerlingen met een N-profiel in zowel havo als vwo toegenomen. Het aandeel leerlingen met een N-profiel is op de havo gestegen tot 41% en op het vwo tot 60%. Zowel havo als vwo bevinden zich hiermee 2 procentpunt onder de landelijke gemiddelden. Het aandeel meisjes binnen de N-profielen is in het landsdeel bij zowel havo als vwo gestegen. Met een aandeel meisjes van resp. 44% en 50% bevinden havo en vwo zich rond het landelijke gemiddelde.
AANTAL LEERLINGEN MET N-PROFIEL IN 4E LEERJAAR HAVO/VWO 15.000 10.000 5.000 0
Jaar
04 05
05 06 Havo
06 07 Vwo
07 08
08 09
09 10
Totaal havo/vwo
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
L
PAGINA 64 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | NOORDVLEUGEL
NOORDVLEUGEL
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
LEREN IN DE TECHNIEK
↘
MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS INSTROOM MBO-LEERLINGEN BÈTATECHNIEK PER NIVEAU Het aantal nieuwe bètatechnische leerlingen in het mbo is de laatste jaren in landsdeel Noordvleugel, zoals in heel Nederland, teruggelopen. Met name de instroom in niveau 2 en in de beroepsbegeleidende leerweg loopt terug. Het laatste jaar treedt er (excl. entreeopleidingen38) een stabilisering op. Het aandeel bètatechniek binnen de instromende mbo-leerlingen is in het landsdeel toegenomen van 26% in 2005/06 naar 29% in 2014/15 (excl. entreeopleidingen). Dit aandeel van 29% bevindt zich net onder het landelijke gemiddelde van 30%. Het aandeel meisjes binnen de totale instroom mbo bètatechniek maakt de laatste tien jaar een geleidelijke stijging door en ligt met 17% iets hoger dan de landelijke 15% (excl. entreeopleidingen). Niettemin is het nog steeds laag.
38 Sinds 2014/15 kunnen de entreeopleidingen (mbo niveau 1) ook naar de sector techniek ingedeeld worden. Dit is weergegeven door de stippellijn in de grafiek. Deze opleidingen vielen tot 2014/15 onder de sector combinatie. De stippellijn betreft dus geen daadwerkelijke stijging van het aantal studenten.
NOORDVLEUGEL | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 65
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROOM MBO PER NIVEAU
2005/06
2013/14
Niveau 1
2014/15
35%
46%
Niveau 2
32%
28%
30%
10.000
Niveau 3
20%
19%
23%
8.000
Niveau 4
28%
28%
30%
6.000
Totaal
26%
25%
29%(28%)39
40%(28%)
AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU
39
12.000
4.000 2.000 0
AANDEEL MEISJES BINNEN INSTROOM BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU
2005/06
2013/14
2014/15
2%
9%
3%(29%)39
Niveau 1 Niveau 2
4%
6%
5%
Niveau 3
7%
8%
8%
Niveau 4
22%
29%
28%
Totaal
12%
19%
17% (18%)39
39 Inclusief entreeopleidingen.
Jaar
05 06
06 07 Niveau 1
07 08
08 09 Niveau 2
Niveau 1 incl. entreeopleidingen
09 10
10 11 Niveau 3
11 12
12 13 Niveau 4
13 14
14 15 Eindtotaal
Eindtotaal incl. entreeopleidingen
PAGINA 66 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | NOORDVLEUGEL AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS
HOGER ONDERWIJS
12.000 10.000 8.000 6.000
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
4.000
↘
INSTROOM STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HET HOGER ONDERWIJS In landsdeel Noordvleugel is het aantal instromende studenten bètatechniek in het hoger onderwijs de laatste tien jaar doorlopend gestegen. De stijging in het hbo is hierbij minder sterk dan in het wo en kent meer fluctuaties. Sinds 2009/10 heeft het wo meer nieuwe studenten bètatechniek dan het hbo. Landelijk is hier nog geen sprake van. Het aandeel bètatechniek binnen de instromende studenten is in landsdeel Noordvleugel in het hbo licht toegenomen tot 21% en in het wo sterk toegenomen tot 31%. Hiermee bevinden zowel hbo als wo zich onder de landelijke gemiddelden van resp. 22% en 35% en is de doelstelling 4 op de 10 met name op het hbo nog niet behaald. Het aandeel vrouwelijke studenten binnen de instroom in bètatechnische studies is in het landsdeel relatief hoog.
2.000 0
Jaar
03 04
04 05
05 06
hbo
wo
06 07
07 08
08 09
09 10
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
Totaal hbo/wo
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROMENDE STUDENTEN IN HOGER ONDERWIJS
04/05
13/14
14/15
hbo
19%
20%
21%
wo
21%
31%
31%
NOORDVLEUGEL | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 67
AANTAL EN LOCATIE CIV’S EN COE’S IN NOORDVLEUGEL
NOORDVLEUGEL
NOORDVLEUGEL
GreenTech PENVOERDER Clusius College DEELNEMENDE MBO-INSTELLINGEN ROC Horizon College
CENTRUM CoE Open Teelten PENVOERDER CAH Vilentum Hogeschool ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOOL Hogeschool Inholland (Delft), Hogeschool Van Hall Larenstein, HAS Hogeschool
PPS
PPS
Techport MBO ROC Nova College
Creatieve Industrie & ICT Hogeschool van Amsterdam Hogeschool InHolland, Amsterdamse Hogeschool voor de kunsten
CENTRUM
PENVOERDER
PENVOERDER
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOLEN
Food & Proces Tech Campus PENVOERDER Regio College Zaanstreek Waterland PPS
PPS
House of Logistics ROC van Amsterdam
PENVOERDER
PENVOERDER
ROC Flevoland, NOVA College
CIVci 2.0 PENVOERDER ROC van Amsterdam PPS
PPS
KennisDC Logistiek Hogeschool van Amsterdam Fontys Hogescholen, NHTV, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Christelijke Hogeschool Windesheim Zwolle
CENTRUM
DEELNEMENDE MBO-INSTELLINGEN
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOLEN
Centrum voor Gezondheidstechniek Koning Willem I College
CENTRUM
PENVOERDER
Topsectoren Agri&Food Chemie Creatieve industrie
Energie High Tech Systemen en Materialen Life Sciences & Health
Logistiek Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Water
5388 Deelkaartjes Mbo-CiV A5.indd 2
Overig Bouw Zorg
Installatie- en procestechniek
Metaal
29-04-15 10:02
AANDEEL VROUWELIJKE STUDENTEN BINNEN TOTAAL AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS
hbo wo
04/05
13/14
14/15
22%
30%
31%
45%
47%
48%
Ucreate Hogeschool Utrecht
PENVOERDER
Topsectoren Agri&Food Chemie Creatieve industrie
5388 Deelkaartjes Hbo-CoE A5.indd 2
Energie High Tech Systemen en Materialen Life Sciences & Health
Logistiek Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Water
Overig Toerisme Onderwijs
29-04-15 09:59
PAGINA 68 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | NOORDVLEUGEL
NOORDVLEUGEL
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
WERKEN IN DE TECHNIEK
↘
WAAR WERKEN TECHNICI IN DE BEROEPSBEVOLKING Van de totale technische beroepsbevolking werkt bijna een kwart (23%; 357.000) in landsdeel Noordvleugel. Daarvan werken er 158.000 (44%) in technische sectoren. De meeste technici in Noordvleugel werken in de bouw; met 39% is dat iets meer dan het landelijk gemiddelde van 36%. Opvallend is dat met name het aandeel van de ICT-sector beduidend hoger ligt dan het landelijk gemiddelde met 19% ten opzichte van 11%.
AANDELEN BEROEPEN IN TECHNISCHE SECTOREN
In aantal beroepen - Noordvleugel
70 60 50 40 30 20 10 0
Sector
TOTAAL
Bouw
Landelijk
Metaal
Landsdeel
Overige industrie
ICT
Chemie
Voeding
Energie & Delfstoffen
– NOORDVLEUGEL | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 69
WERKLOOSHEID EN ONTSTANE VACATURES IN DE TECHNIEK Noordvleugel zorgt voor een stevige bijdrage aan het De aandelen van technische totaal aantal ontstane40 technische vacatures in het sectoren in aantal technische kwartaal van 2014: met 31% is het aandeel relatief beroepen - Noordvleugel. hoog ten opzichte van de andere landsdelen.
ONTSTANE TECHNISCHE VACATURES
Naar opleidingsniveau, 2011-2014 – Noordvleugel
140 120
TECHNISCHE ARBEIDSVRAAG NAAR OPLEIDINGSNIVEAU Voor de lager opgeleiden is er sinds het laatste kwartaal van 2013 een lichte stijging in het aantal ontstane technische vacatures, voor het middelbare en met name het hogere opleidingsniveau is de stijging groter. Daarmee volgt Noordvleugel de landelijke trend voor technische vacatures voor alle opleidingsniveaus. De vraag naar technische arbeid in Noordvleugel is voor een groot deel toe te rekenen aan ICT arbeid. Dit betreft 45% ten opzichte van 33% landelijk gezien.
40 het aantal vacatures dat in de loop van het kwartaal is ontstaan.
100 80 60 40
Kwartaal Jaar
Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
2011
Q2
Q3
Q4
Q1
2012
Q2
Q3
Q4
Q1
2013
Q2
Q3
2014
Noordvleugel laag
Noordvleugel middel
Noordvleugel hoog
Totaal laag
Totaal middel
Totaal hoog
Q4
PAGINA 70 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
NOORD ↘
Het Landsdeel Noord, bestaande uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, heeft het Techniekpact regionaal vertaald in een echte doe-agenda met zes prioriteiten in uitvoering. Alle partijen uit het veld - sociale partners, het onderwijs de overheid en de regio - voeren deze acties samen uit. Hiermee wordt op noordelijke schaal een verdere impuls gegeven om van elkaar te leren, verbindingen te leggen, te versnellen en de versterking te zoeken. Dit allemaal met als doel de aantrekkingskracht van de technische sector voor leerlingen en werknemers te vergroten. De doe-agenda van het Techniekpact Noord staat vol met mooie projecten en activiteiten. Meer informatie hierover is te vinden op de landsdeelpagina op www.techniekpact.nl.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 71
INFRASTRUCTUUR 201541 Onderwijsinstellingen: 1.002 basisscholen 70 scholen speciaal (basis)onderwijs 68 voortgezet onderwijs scholen (vmbo-havo-vwo) 6 ROC’s en 2 AOC’s | 3 hogescholen met bètatechniek 1 universiteit Programma’s: Kiezen voor Technologie po: 1 regionaal W&T-netwerk, 644 basisscholen (=60%) met W&T Jet-Net Junior: 1 hub en 4 bedrijven/partners M-Tech: 2 regionale ontwikkelnetwerken en 12 scholen TechNet: 19 kringen Jet-Net: 20 scholen, 3 partners, 13 bedrijfslocaties, 5 wachtlijstscholen, 56 activiteiten 16 Technasia 12 Vakcolleges Techniek Toptechniek in bedrijf: 4 regio’s 10.947 bètatechnische leerbedrijven mbo 4 Centra voor innovatief vakmanschap en 4 Centres of expertise Arbeidsmarkt: 149.000 technisch opgeleiden in beroepsbevolking 154.000 mensen met een technisch beroep 9,4% werkloosheid onder technisch opgeleiden 2.359 ontstane vacatures in laatste kwartaal 2014 0 Servicepunten Techniek
41 De cijfers in de infrastructuurbox bij onderwijsinstellingen en programma’s hebben betrekking op begin 2015, de cijfers bij arbeidsmarkt op het laatste kwartaal van 2014.
PAGINA 72 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
NOORD
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
KIEZEN VOOR TECHNIEK
↘
VOORTGEZET ONDERWIJS – VMBO LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN BASIS- EN KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG Landsdeel Noord kent na een jarenlange daling sinds 2012/13 weer een voorzichtige groei van het aantal leerlingen bètatechniek in vmbo-bb en –kb. Net als landelijk het geval is, maakt vmbo-bb een flinke daling door en en heeft daarmee minder leerlingen bètatechniek dan vmbo-kb. Het aandeel bètatechniek binnen vmbo-bb is de laatste tien jaar gedaald tot 30% en binnen vmbo-kb gestegen tot 29%. Beide aandelen bevinden zich hiermee boven het landelijke aandeel van 27% en zijn respectievelijk gelijk aan en nabij het Techniekpactdoel van 30%. Het aandeel meisjes bevindt zich in landsdeel Noord 1 procentpunt onder het landelijke gemiddelde.
L2-N
NOORD | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 73
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB
AANTAL LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN HET 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB
2.500 2.000
04/05
13/14
14/15
Vmbo-bb
33% 29% 30%
Vmbo-kb
27% 28% 29%
Totaal vmbo-bb/kb
30% 28% 29%
1.500 1.000
AANDEEL MEISJES BINNEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB BÈTATECHNIEK
500 0
Jaar
04 05
05 06
06 07
07 08
08 09
09 10
10 11
bb bètatechniek
bb bètatechniek incl. ICT
kb bètatechniek
kb bètatechniek incl. ICT
11 12
12 13
13 14
14 15
totaal bb/kb bètatechniek
04/05
13/14
14/15
Vmbo-bb
5%
7%
6%
Vmbo-kb
5% 10% 10%
Totaal vmbo-bb/kb
4% 11% 13%
PAGINA 74 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | NOORD
GEDIPLOMEERDEN MET EEN NATUUR- EN SCHEIKUNDEPAKKET IN DE GEMENGDE EN THEORETISCHE LEERWEG
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
In landsdeel Noord is het aantal gediplomeerden met een vakkenpakket inclusief natuur- en scheikunde (NaSk) in vmbo-tl in lijn met het landelijke beeld de laatste twee jaar gestegen.
AANTAL GEDIPLOMEERDEN VMBO-GL/TL MET NASK
2.500 2.000 1.500 1.000
Het aandeel gediplomeerden met NaSk ligt in vmbo-gl op 38%. In vmbo-tl liep dit aandeel ten opzichte van 2004/05 iets terug tot 43%. Dit is hoger dan het landelijk gemiddelde van 38%. Ook het aandeel meisjes binnen de gediplomeerden in vmbo-gl en –tl met NaSk van 32% ligt in het landsdeel iets boven het landelijke gemiddelde.
500 0
Jaar
04 05
05 06 gl
06 07 tl
07 08
08 09
09 10
totaal gl/tl
↘
Aandeel gediplomeerden met NaSk binnen gediplomeerden vmbo-gl/tl
Aandeel meisjes binnen gediplomeerden vmbo-gl/tl met NaSk
04/05 12/13 13/14
04/05 12/13 13/14
Vmbo-gl
29% 39% 38%
Vmbo-gl
35% 31% 32%
Vmbo-tl
44% 41% 43%
Vmbo-tl
27% 34% 32%
Totaal vmbo-gl/tl
42% 41% 42%
Totaal vmbo-gl/tl
28% 34% 32%
10 11
11 12
12 13
13 14
NOORD | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 75
VOORTGEZET ONDERWIJS – HAVO/VWO In landsdeel Noord is het aantal leerlingen met een N-profiel, met name na 2011/12 na enkele jaren van stabilisatie, in zowel havo als vwo gestegen. Het aandeel leerlingen met een N-profiel in het vierde leerjaar nam hierbij, 2004/05 en 2013/14 vergeleken, in de havo aanzienlijk toe van 28% van de leerlingen in het vierde leerjaar tot 46% en in vwo van 51% tot 64%. Met beide aandelen overstijgt landsdeel Noord de landelijke gemiddelden (resp. 43% voor havo en 62% voor vwo) en wordt de 4 op de 10-doelstelling ruim gehaald. Ook de aandelen meisjes binnen de N-profielen zijn in Noord gestegen, in de havo tot 47% en in vwo tot 51%. Beide aandelen liggen 2 procentpunt boven de landelijke aandelen meisjes.
Aandeel leerlingen met N-profiel binnen totaal aantal leerlingen in 4e leerjaar havo/vwo
Aandeel meisjes binnen totaal aantal leerlingen in 4e leerjaar havo/vwo met een N-profiel
04/05 12/13 13/14
04/05 12/13 13/14
Havo
28% 41% 46%
Havo
35% 45% 47%
Vwo
51% 60% 64%
Vwo
50% 50% 51%
AANTAL LEERLINGEN MET N-PROFIEL IN 4E LEERJAAR HAVO/VWO 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
Jaar
04 05
05 06 Havo
06 07 Vwo
07 08
08 09
09 10
Totaal havo/vwo
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
L
PAGINA 76 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | NOORD
NOORD
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
LEREN IN DE TECHNIEK
↘
MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS INSTROOM MBO-LEERLINGEN BÈTATECHNIEK PER NIVEAU In landsdeel Noord is het aantal instromende mbo-leerlingen bètatechniek de laatste jaren teruggelopen en treedt er sinds 2012/13 (excl. entreeopleidingen42) een stabilisering op. Met name de instroom in niveau 2 en in de beroepsbegeleidende leerweg maakt een continue daling door. Dit is in lijn met het landelijke beeld. Het aandeel bètatechniek binnen de instroom in het mbo is in het landsdeel in zowel 2005/06 als 2014/15 27% (excl. entreeopleidingen). Dit is iets lager dan het landelijke gemiddelde van 30%. Het aandeel meisjes binnen de mbo-instroom bètatechniek maakt, alle niveaus tezamen genomen, de laatste tien jaar een geleidelijke stijging door in het landsdeel maar is nog steeds laag.
42 Sinds 2014/15 kunnen de entreeopleidingen (mbo niveau 1) ook naar de sector techniek ingedeeld worden. Dit is weergegeven door de stippellijn in de grafiek. Deze opleidingen vielen tot 2014/15 onder de sector combinatie. De stippellijn betreft dus geen daadwerkelijke stijging van het aantal studenten.
NOORD | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 77
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROOM MBO PER NIVEAU
2005/06
2013/14
2014/15
Niveau 1
39%
19%
25%(57%)43
Niveau 2
35%
31%
30%
Niveau 3
24%
16%
21%
40.000
Niveau 4
21%
26%
28%
30.000
Totaal
27%
25%
27%(28%)43
20.000
AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU 60.000 50.000
10.000 0
AANDEEL MEISJES BINNEN INSTROOM BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU
2005/06
2013/14
2014/15
2%
5%
5%(40%)43
Niveau 1 Niveau 2
3%
4%
4%
Niveau 3
3%
6%
6%
Niveau 4
7%
14%
15%
Totaal
4%
12%
10% (14%)43
43 Inclusief entreeopleidingen.
Jaar
05 06
06 07 Niveau 1
07 08
08 09 Niveau 2
Niveau 1 incl. entreeopleidingen
09 10
10 11 Niveau 3
11 12
12 13 Niveau 4
13 14
14 15 Eindtotaal
Eindtotaal incl. entreeopleidingen
PAGINA 78 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | NOORD
AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS
HOGER ONDERWIJS
3.500 3.000
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
INSTROOM STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HET HOGER ONDERWIJS
↘
Passend in het landelijke beeld, kent het aantal instromende studenten bètatechniek in het hoger onderwijs in landsdeel Noord een stijgende lijn. Hierbij blijft de absolute instroom in het hbo doorlopend hoger dan in het wo. Het aandeel instromende studenten bètatechniek is in landsdeel Noord in het hbo en wo (zeer) licht toegenomen tot resp. 17% en 23%. Het hbo bevindt zich hiermee 5 procentpunt en het wo 12 procentpunt onder het landelijke gemiddelde. Het aandeel van de instroom bètatechniek in het hoger onderwijs blijft hiermee in landsdeel Noord achter; ook de 4 op de 10-doelstelling ligt nog ver weg. De aandelen vrouwelijke studenten binnen de instroom bètatechniek liggen met 22% in het hbo en 37% in het wo 2 procentpunt onder de landelijke gemiddelden.
2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
Jaar
04 05
05 06 hbo
06 07
07 08 wo
08 09
09 10
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
Totaal hbo/wo
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROMENDE STUDENTEN IN HOGER ONDERWIJS
04/05
13/14
14/15
hbo
16%
16%
17%
wo
18%
24%
23%
NOORD | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 79
AANTAL EN LOCATIE CIV’S EN COE’S IN NOORD
NOORD CENTRUM
NOORD
CIV Water Friesland College Nordwin College
CENTRUM
Centre of expertise Water technology NHL hogeschool Van Hall Larenstein
PENVOERDER
PENVOERDER
DEELNEMENDE MBO-INSTELLINGEN
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOOL TOEGEKEND IN 2010
CENTRUM
CIV Energie - Eemsdelta Noorderpoort
Healthy ageing Hanzehogeschool Groningen Van Hall Larenstein, Stenden, NHL Hogeschool Leeuwarden CENTRUM
PENVOERDER
PENVOERDER
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOLEN
Kenniswerkplaats Westerkwartier PENVOERDER AOC Terra PPS
PPS
CENTRUM
Centrum Duurzame Chemische Technologie ROC Drenthe College
Energie Hanzehogeschool Groningen
PENVOERDER
Green PAC Stenden Hogeschool Emmen Christelijke Hogeschool Windesheim Zwolle
PENVOERDER
CENTRUM
PENVOERDER
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOOL
Topsectoren Agri&Food Chemie Creatieve industrie
Energie High Tech Systemen en Materialen Life Sciences & Health
Logistiek Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Water
5388 Deelkaartjes Mbo-CiV A5.indd 1
Overig Bouw Zorg
Installatie- en procestechniek
Metaal
29-04-15 10:02
AANDEEL VROUWELIJKE STUDENTEN BINNEN TOTAAL AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS
hbo wo
04/05
13/14
14/15
16%
20%
22%
35%
39%
37%
Topsectoren Agri&Food Chemie Creatieve industrie
5388 Deelkaartjes Hbo-CoE A5.indd 1
Energie High Tech Systemen en Materialen Life Sciences & Health
Logistiek Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Water
Overig Toerisme Onderwijs
29-04-15 09:59
PAGINA 80 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | NOORD
NOORD
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
WERKEN IN DE TECHNIEK
↘
WAAR WERKEN TECHNICI IN DE BEROEPSBEVOLKING Van de totale technische beroepsbevolking werkt circa 10% (154.000) in landsdeel Noord. Daarvan werken er 94.000 (61%) in technische sectoren. De meeste technici werken in de bouw; met 35% is dat nagenoeg gelijk aan het landelijk gemiddelde van 36%. Opvallend is dat het aandeel van de ICT-sector met 6% een stuk lager ligt dan het landelijk gemiddelde van 11%.
AANDELEN BEROEPEN IN TECHNISCHE SECTOREN In aantal beroepen - Noord
70 60 50 40 30 20 10 0
Sector
TOTAAL
Bouw
Landelijk
Metaal
Landsdeel
Overige industrie
ICT
Chemie
Voeding
Energie & Delfstoffen
– NOORD | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 81
WERKLOOSHEID EN ONTSTANE VACATURES IN DE TECHNIEK De aandelen van technische De werkloosheid onder technisch opgeleiden is in landsdeel Noordin met 9,4% hoger dan het landelijk gemiddelde van sectoren aantal technische 7,3%. Noord levert een bescheiden bijdrage aan het totaal beroepen - Noord 44 aantal ontstane technische vacatures; met 6% is het relatief laag ten opzichte van de andere landsdelen.
ONTSTANE TECHNISCHE VACATURES Naar opleidingsniveau, 2011-2014 – Noord
140 120 100
TECHNISCHE ARBEIDSVRAAG NAAR OPLEIDINGSNIVEAU Opvallend in landsdeel Noord is dat met name in het lagere en middelbare opleidingsniveau sinds het laatste kwartaal van 2013 het aantal ontstane technische vacatures sterk en bovengemiddeld is gestegen ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De vraag naar technische arbeid is vanaf dat moment voor alle opleidingsniveaus gegroeid, waarvan 20% (ten opzichte van 33% landelijk) een vraag naar ICT arbeid betreft.
44 Het aantal vacatures dat in de loop van het kwartaal is ontstaan.
80 60 40
Kwartaal Jaar
Q1
Q2
Q3
Q4
2011
Q1
Q2
Q3
Q4
2012
Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
2013
Noord laag
Noord middel
Noord hoog
Totaal laag
Totaal middel
Totaal hoog
Q2
Q3
2014
Q4
PAGINA 82 | TECHNIEKPACT MONITOR 2015
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
OOST ↘
Het landsdeel Oost bestaat uit de provincies Gelderland en Overijssel. Het zet zich in voor de Techniekpactdoelen middels zeven regionale Techniekpacten: Techniekpact Stedendriehoek, Techniekpact Foodvalley, Techniekpact Gelderland, Techniekpact Noord-Veluwe, Techniekpact Achterhoek-De Liemers, Techniekpact Twente en Techniekpact Zwolle. Het landsdeel voert hierbij een actief beleid inzake human capital. De focus ligt op de (technische) sectoren High Tech Systemen en Materialen, Kunststoffen, Chemie, Agrofood en Energie- en milieutechnologie. Informatie over de programma’s en de reeds bepaalde resultaten/successen zijn te vinden op de landsdeelpagina op www.techniekpact.nl.
TECHNIEKPACT MONITOR 2015 | PAGINA 83
INFRASTRUCTUUR 201545 Onderwijsinstellingen: Ca. 1.436 basisscholen 144 scholen speciaal (basis)onderwijs 118 voortgezet onderwijs scholen (vmbo-havo-vwo) 9 ROC’s, 3 AOC’s en 2 vakscholen 5 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Programma’s: Kiezen voor Technologie po: 2 regionale W&T-netwerken, 978 met W&T Jet-Net Junior: 2 hubs en 9 bedrijven/partners M-Tech: 3 regionale ontwikkelnetwerken en 12 scholen TechNet: 25 kringen Jet-Net: 22 scholen, 4 partners, 17 bedrijfslocaties, 27 wachtlijstscholen, 26 activiteiten 15 Technasia 7 Vakcolleges Techniek Toptechniek in bedrijf: 3 regio’s 23.184 bètatechnische leerbedrijven mbo 6 Centra voor innovatief vakmanschap en 5 Centres of expertise Arbeidsmarkt: 291.000 technisch opgeleiden in beroepsbevolking 288.000 mensen met een technisch beroep 7,2% werkloosheid onder technisch opgeleiden 6.287 ontstane vacatures in laatste kwartaal 2014 6 Servicepunten Techniek
45 De cijfers in de infrastructuurbox bij onderwijsinstellingen en programma’s hebben betrekking op begin 2015, de cijfers bij arbeidsmarkt op het laatste kwartaal van 2014.
PAGINA 84 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
OOST
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
KIEZEN VOOR TECHNIEK
↘
VOORTGEZET ONDERWIJS – VMBO LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN BASIS- EN KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG Landsdeel Oost kent, na een lange periode van dalende instroomaantallen bètatechniek in vmbo-bb en -kb, sinds 2011/12 een voorzichtige groei. Dit komt met name door een lichte groei in vmbo-kb, waar de aantallen in vmbo-bb de laatste tien jaar daalden en sinds 2011/12 stabiliseerden. Deze ontwikkelingen passen binnen de landelijke trends. Het aandeel bètatechniek binnen vmbo-bb is gedaald tot 28% en in vmbo-kb tot 26%; dit correspondeert met het landelijke aandeel en is lager dan het Techniekpactdoel van 30%. Met respectievelijk 5% en 8% zijn de aandelen meisjes binnen bètatechniek in zowel vmbo-bb als –kb in landsdeel Oost verder lager dan landelijk gezien.
L2-O
OOST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 85
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB
AANTAL LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN HET 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
Jaar
04/05
13/14
14/15
Vmbo-bb
34% 28% 28%
Vmbo-kb
28% 27% 26%
Totaal vmbo-bb/kb
31% 27% 27% AANDEEL MEISJES BINNEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB BÈTATECHNIEK
04 05
05 06
06 07
07 08
08 09
09 10
10 11
bb bètatechniek
bb bètatechniek incl. ICT
kb bètatechniek
kb bètatechniek incl. ICT
11 12
12 13
13 14
14 15
totaal bb/kb bètatechniek
04/05
13/14
14/15
Vmbo-bb
2%
5%
5%
Vmbo-kb
2%
9%
8%
Totaal vmbo-bb/kb
2%
8%
7%
PAGINA 86 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | OOST
GEDIPLOMEERDEN MET EEN NATUUR- EN SCHEIKUNDEPAKKET IN DE GEMENGDE EN THEORETISCHE LEERWEG
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
Landsdeel Oost kent een stijging in het aantal gediplomeerden met een vakkenpakket inclusief Natuur- en Scheikunde (NaSk) in vmbo-tl na 2011/12. Dit past in de landelijke trend. Het aandeel gediplomeerden met NaSk binnen vmbo-gl ligt op 39% en is in vmbo-tl gedaald tot 37%. Ook de aandelen NaSk binnen de gediplomeerden liggen in landsdeel Oost rond het landelijke gemiddelde van 38% en benaderen de 4 op de 10-doelstelling. De aandelen meisjes binnen de gediplomeerden met NaSk liggen met resp. 28% en 30% in vmbo-gl en –tl rond de landelijke gemiddelden.
AANTAL GEDIPLOMEERDEN VMBO-GL/TL MET NASK
4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
Jaar
04 05
05 06 gl
06 07 tl
07 08
08 09
09 10
10 11
totaal gl/tl
↘
Aandeel gediplomeerden met NaSk binnen gediplomeerden vmbo-gl/tl
Aandeel meisjes binnen gediplomeerden vmbo-gl/tl met NaSk
04/05 12/13 13/14
04/05 12/13 13/14
Vmbo-gl
37% 35% 39%
Vmbo-gl
33% 29% 28%
Vmbo-tl
40% 37% 37%
Vmbo-tl
29% 31% 30%
Totaal vmbo-gl/tl
40% 37% 38%
Totaal vmbo-gl/tl
30% 31% 30%
11 12
12 13
13 14
OOST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 87
VOORTGEZET ONDERWIJS – HAVO/VWO
Aandeel leerlingen met N-profiel binnen totaal aantal leerlingen in 4e leerjaar havo/vwo
Aandeel meisjes binnen totaal aantal leerlingen in 4e leerjaar havo/vwo met een N-profiel
04/05 12/13 13/14
04/05 12/13 13/14
Havo
29% 41% 43%
Havo
35% 45% 47%
Vwo
53% 61% 63%
Vwo
47% 49% 52%
AANTAL LEERLINGEN MET N-PROFIEL IN 4E LEERJAAR HAVO/VWO
HAVO/VWO LEERLINGEN MET N-PROFIEL In landsdeel Oost is het aantal leerlingen met een N-profiel in zowel havo als vwo gestegen. Hierbij is de stijging bij de havo iets krachtiger dan bij het vwo en ligt het aantal leerlingen met een N-profiel na 2012/13 hoger dan op het vwo. Het aandeel leerlingen met een N-profiel is in de havo sterk toegenomen tot 43% en in vwo tot 63%. Hiermee bevindt landsdeel Oost zich rond de landelijke gemiddelden en wordt voldaan aan de 4 op de 10-doelstelling. De aandelen meisjes binnen de N-profielen zijn in zowel havo als vwo toegenomen tot resp. 47% en 52% en overstijgen hiermee het landelijke gemiddelde.
12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0
Jaar
04 05
05 06 Havo
06 07 Vwo
07 08
08 09
09 10
Totaal havo/vwo
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
L
PAGINA 88 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | OOST
OOST
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
LEREN IN DE TECHNIEK
↘
MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS INSTROOM MBO-LEERLINGEN BÈTATECHNIEK PER NIVEAU In landsdeel Oost is het aantal leerlingen mbo bètatechniek sinds 2010/11 sterk gedaald. Deze daling is, zoals ook landelijk het geval is, met name terug te zien in niveau 2 en in de beroepsbegeleidende leerweg. Het aandeel bètatechniek binnen de mbo instroom is in landsdeel Oost in 2014/15 29% (excl. entreeopleidingen46). Dit is iets lager dan het landelijke gemiddelde van 30%. Het aandeel meisjes binnen de instroom mbo bètatechniek maakt, alles niveaus tezamen genomen, de laatste tien jaar een geleidelijke stijging door in het landsdeel. Deze percentages zijn niettemin iets lager dan de landelijke gemiddelden.
46 Sinds 2014/15 kunnen de entreeopleidingen (mbo niveau 1) ook naar de sector techniek ingedeeld worden. Dit is weergegeven door de stippellijn in de grafiek. Deze opleidingen vielen tot 2014/15 onder de sector combinatie. De stippellijn betreft dus geen daadwerkelijke stijging van het aantal studenten.
OOST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 89
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROOM MBO PER NIVEAU
2005/06
2013/14
2014/15
Niveau 1
47%
53%
50%(60%)47
Niveau 2
37%
36%
36%
Niveau 3
21%
15%
21%
8.000
Niveau 4
33%
36%
30%
6.000
Totaal
32%
31%
29%(31%)47
AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU 12.000 10.000
4.000 2.000 0
AANDEEL MEISJES BINNEN INSTROOM BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU
2005/06
2013/14
2014/15
Niveau 1
6%
4%
4%(34%)47
Niveau 2
4%
6%
5%
Niveau 3
4%
4%
5%
Niveau 4
18%
23%
23%
Totaal
9%
14%
14%(16%)47
47 Inclusief entreeopleidingen.
Jaar
05 06
06 07 Niveau 1
07 08
08 09 Niveau 2
Niveau 1 incl. entreeopleidingen
09 10
10 11 Niveau 3
11 12
12 13 Niveau 4
13 14
14 15 Eindtotaal
Eindtotaal incl. entreeopleidingen
PAGINA 90 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | OOST
AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS
HOGER ONDERWIJS
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
INSTROOM STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HET HOGER ONDERWIJS
↘
In landsdeel Oost stijgt de instroom bètatechnische studenten in zowel hbo als wo doorlopend. Het aantal nieuwe studenten bètatechniek in het hbo ligt hierbij, zoals ook landelijk het geval is, hoger dan in het wo. Het aandeel bètatechniek binnen de nieuwe studenten is in het hbo toegenomen tot 21% en in het wo tot 46%. Hiermee ligt het hbo 1 procentpunt lager dan het landelijk gemiddelde en onder de 4 op de 10-doelstelling. Het wo daarentegen overstijgt het landelijke aandeel van 35% ruim. Het wo beantwoordt in landsdeel Oost ruim en behaalt daarmee de 4 op de 10-doelstelling. Ook het aandeel vrouwelijke studenten binnen de bètatechniek is in het landsdeel met 42% hoger dan landelijk. In het hbo blijven de vrouwelijke studenten binnen de bètatechniek achter met een aandeel van 23%.
9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
Jaar
04 05
05 06 hbo
06 07
07 08 wo
08 09
09 10
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
Totaal hbo/wo
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROMENDE STUDENTEN IN HOGER ONDERWIJS
04/05
13/14
14/15
hbo
18%
20%
21%
wo
38%
45%
46%
OOST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 91
AANTAL EN LOCATIE CIV’S EN COE’S IN OOST PPS
TechYourFuture, het CoE TechniekOnderwijs Saxion Hogescholen Hogeschool Edith Stein, Christelijke Hogeschool Windesheim Zwolle
RTC2020 Alfa-college
CENTRUM
PENVOERDER
PENVOERDER
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOLEN
CENTRUM
Polymeren, Coatings en Composieten Deltion College
TechForFuture, het CoE High Tech Systemen en Materialen (HTSM) Oost Saxion Hogescholen ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOOL Christelijke Hogeschool Windesheim Zwolle CENTRUM
PENVOERDER
TechWise Twente PENVOERDER ROC van Twente
PENVOERDER
CENTRUM
OOST
centrum CIV Agri&Food penvoerder Aeres groep Landelijk Centrum met meeting points
CENTRUM
CIVON Graafschap College
PENVOERDER
CENTRUM
IJ5Lab Rijn IJssel
PENVOERDER
DEELNEMENDE MBO-INSTELLING
de Leijgraaf
OOST
CoE Agro Dier van Hall Larenstein Hogeschool InHolland, CAH Vilentum, HAS Hogeschool, Stoas Vilentum
CENTRUM
PENVOERDER
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOLEN
Centre for Biobased Economy PENVOERDER Wageningen University ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOLEN Van Hall Larenstein, HAS Hogeschool, CAH Dronten, InHolland, CoE BBE, Hogeschool Arnhem Nijmegen (BioCentre), CENTRUM
CENTRUM
SEECE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
PENVOERDER
Topsectoren Agri&Food Chemie Creatieve industrie
Energie High Tech Systemen en Materialen Life Sciences & Health
Logistiek Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Water
5388 Deelkaartjes Mbo-CiV A5.indd 3
Overig Bouw Zorg
Installatie- en procestechniek
Metaal
29-04-15 10:03
AANDEEL VROUWELIJKE STUDENTEN BINNEN TOTAAL AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS
hbo wo
04/05
13/14
14/15
15%
25%
23%
34%
43%
42%
Topsectoren Agri&Food Chemie Creatieve industrie
5388 Deelkaartjes Hbo-CoE A5.indd 3
Energie High Tech Systemen en Materialen Life Sciences & Health
Logistiek Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Water
Overig Toerisme Onderwijs
29-04-15 10:00
PAGINA 92 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | OOST
OOST
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
WERKEN IN DE TECHNIEK
↘
WAAR WERKEN TECHNICI IN DE BEROEPSBEVOLKING Van de totale technische beroepsbevolking werkt 19% (288.000) in landsdeel Oost. Daarvan werken er 171.000 (59%) in technische sectoren. De meeste technici in landsdeel Oost werken in de bouw. Net als het landelijk gemiddelde is dat 36%. Daarnaast werken er met een aandeel van 23% relatief veel mensen in de metaalindustrie.
AANDELEN BEROEPEN IN TECHNISCHE SECTOREN In aantal beroepen - Oost
70 60 50 40 30 20 10 0
Sector
TOTAAL
Bouw
Landelijk
Metaal
Landsdeel
Overige industrie
ICT
Chemie
Voeding
Energie & Delfstoffen
– OOST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 93
WERKLOOSHEID EN ONTSTANE VACATURES De werkloosheid onder technisch opgeleiden is in landsdeel De aandelen van technische Oost met 7,2% nagenoeg gelijk aan het landelijk gemidsectoren in aantal technische delde van 7,3%. Oost zorgt met 17% voor een evenwichtige beroepen Oost bijdrage- aan het totaal aantal ontstane technische vacatures.48
TECHNISCHE ARBEIDSVRAAG NAAR OPLEIDINGSNIVEAU Sinds het laatste kwartaal van 2013 en met name in de laatste twee kwartalen van 2014 is er een stijgende lijn in het aantal ontstane vacatures, voor zowel het lagere, middelbare als het hoger opleidingsniveau. In het vierde kwartaal van 2014 komt de trend voor technische vacatures voor lagere en middelbare opleidingen ongeveer uit op het landelijk gemiddelde. De technische vacatures voor het hogere opleidingsniveau laten een grotere stijging zien. De vraag naar technische arbeid in Oost is voor 26% toe te rekenen aan ICT arbeid, ten opzichte van 33% landelijk gezien.
48 Het aantal vacatures dat in de loop van het kwartaal is ontstaan.
ONTSTANE TECHNISCHE VACATURES Naar opleidingsniveau, 2011-2014 – Oost
140 120 100 80 60 40
Kwartaal Jaar
Q1
Q2
Q3
Q4
2011
Q1
Q2
Q3
Q4
2012
Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
2013
Oost laag
Oost middel
Oost hoog
Totaal laag
Totaal middel
Totaal hoog
Q2
Q3
2014
Q4
PAGINA 94 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
ZUIDOOST ↘
De Human Capital Agenda Brainport 2020 vormt de basis voor het regionaal Techniekpact van het landsdeel Zuidoost, bestaande uit de provincies Noord-Brabant en Limburg. De ambitie van Brainport 2020 is te behoren tot de top 3 van Europa en de top 10 in de wereld. Brainport 2020 bestaat uit de Brabantse triple helix regio’s Midpoint Brabant, Brainport regio Eindhoven, AgriFood Capital, de Limburgse regio’s Noord-Limburg, Keyport 2020 en Limburg Economic Development en de provincies Noord-Brabant en Limburg. Naast de 3 actielijnen vanuit het Techniekpact is ook het delen van arbeidsmarktinformatie als prioriteit vastgesteld. Focus binnen al deze lijnen ligt op het stimuleren en verbreden van bovenregionale activiteiten voor voldoende technisch en ondernemend talent. Informatie over de programma’s en de reeds bepaalde resultaten en successen zijn te vinden op de landsdeelpagina op www.techniekpact.nl.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 95
INFRASTRUCTUUR 201549 Onderwijsinstellingen: Ca. 984 basisscholen 115 scholen speciaal (basis)onderwijs 108 voortgezet onderwijs scholen (vmbo-havo-vwo) 9 ROC’s, 2 AOC en 1 vakschool 4 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Programma’s: Kiezen voor Technologie po: 1 regionaal W&T-netwerk, 823 basisscholenmet W&T Jet-Net Junior: 1 hub en 11 bedrijven/partners M-Tech: 4 regionale ontwikkelnetwerken en 21 scholen TechNet: 35 kringen Jet-Net: 42 scholen, 9 partners, 29 bedrijfslocaties, 14 wachtlijstscholen, 170 activiteiten 16 Technasia 4 Vakcolleges Techniek Toptechniek in bedrijf: 4 regio’s 19.064 bètatechnische leerbedrijven mbo 7 Centra voor innovatief vakmanschap en 6 Centres of expertise Arbeidsmarkt: 277.000 technisch opgeleiden in beroepsbevolking 284.000 mensen met een technisch beroep 6,9% werkloosheid onder technisch opgeleiden 6.093 ontstane vacatures in laatste kwartaal 2014 1 Servicepunt Techniek
49 De cijfers in de infrastructuurbox bij onderwijsinstellingen en programma’s hebben betrekking op begin 2015, de cijfers bij arbeidsmarkt op het laatste kwartaal van 2014.
PAGINA 96 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
ZUIDOOST
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
KIEZEN VOOR TECHNIEK
↘
VOORTGEZET ONDERWIJS – VMBO LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN BASIS- EN KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG Na een jarenlange daling van het aantal leerlingen bètatechniek in vmbo-bb en –kb, is na 2012/13 in landsdeel Zuidoost weer een lichte stijging te zien. Passend in de landelijke trend, is met name het aantal leerlingen in vmbo-bb sterk gedaald en maakt vmbo-kb de laatste jaren een lichte groei door. Het aandeel bètatechniek binnen vmbo-bb en –kb bevindt zich in landsdeel Zuidoost met 29% net boven het landelijk gemiddelde van 27%. Het behalen van het Techniekpactdoel van 30% is daarmee dichtbij. Ook de aandelen meisjes binnen de bètatechniek van resp. 9% en 16% in vmbo-bb en –kb liggen voor het landsdeel boven de landelijke gemiddelden.
L2-ZO
ZUIDOOST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 97
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB
AANTAL LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN HET 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
Jaar
04/05
13/14
14/15
Vmbo-bb
35% 29% 29%
Vmbo-kb
27% 29% 29%
Totaal vmbo-bb/kb
32% 29% 29% AANDEEL MEISJES BINNEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB BÈTATECHNIEK
04 05
05 06
06 07
07 08
08 09
09 10
10 11
bb bètatechniek
bb bètatechniek incl. ICT
kb bètatechniek
kb bètatechniek incl. ICT
11 12
12 13
13 14
14 15
totaal bb/kb bètatechniek
04/05
13/14
14/15
Vmbo-bb
3%
8%
9%
Vmbo-kb
6% 14% 16%
Totaal vmbo-bb/kb
4% 12% 13%
PAGINA 98 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | ZUIDOOST
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
GEDIPLOMEERDEN MET EEN NATUUR- EN SCHEIKUNDEPAKKET IN DE GEMENGDE EN THEORETISCHE LEERWEG In lijn met de landelijke trend, is in landsdeel Zuidoost het aantal gediplomeerden met een vakkenpakket inclusief natuur- en scheikunde (NaSk) in vmbo–tl na 2011/12 weer stijgend. Het aandeel gediplomeerden met NaSk is in vmbo-gl 34% en in vmbo-tl gestegen tot 40%. Hiermee ligt het aandeel NaSk voor vmbo-tl voor het landsdeel boven het landelijke gemiddelde van 38%. In vmbo-tl wordt de doelstelling 4 op de 10 behaald. Het aandeel meisjes binnen gediplomeerden met NaSk heeft in beide leerwegen een positieve ontwikkeling doorgemaakt. In vmbo-gl steeg het tot 23% en in vmbo-tl tot 33%.
AANTAL GEDIPLOMEERDEN VMBO-GL/TL MET NASK
4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
Jaar
04 05
05 06 gl
06 07 tl
07 08
08 09
09 10
10 11
totaal gl/tl
↘
Aandeel gediplomeerden met NaSk binnen gediplomeerden vmbo-gl/tl
Aandeel meisjes binnen gediplomeerden vmbo-gl/tl met NaSk
04/05 12/13 13/14
04/05 12/13 13/14
Vmbo-gl
38% 31% 34%
Vmbo-gl
20% 23% 23%
Vmbo-tl
39% 37% 40%
Vmbo-tl
27% 29% 33%
Totaal vmbo-gl/tl
38% 36% 39%
Totaal vmbo-gl/tl
26% 28% 31%
11 12
12 13
13 14
ZUIDOOST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 99
VOORTGEZET ONDERWIJS – HAVO/VWO
HAVO/VWO LEERLINGEN MET N-PROFIEL In landsdeel Zuidoost maakt het aantal leerlingen met een N-profiel in het vwo sinds 2011/12 een zeer geleidelijke stijging door. Ook in de havo stijgt sinds dat jaar het aantal leerlingen met een N-profiel weer licht, iets sterker dan in het vwo. Het aandeel van de leerlingen met een N-profiel is in zowel havo als vwo flink gegroeid tot resp. 44% en 64%. Hiermee liggen de aandelen voor havo en vwo iets hoger dan het landelijk gemiddelde; de doelstelling 4 op de 10 is ruimschoots geborgd. Met een aandeel meisjes binnen de N-profielen van 45% op de havo en 47% op het vwo bevindt landsdeel Zuidoost zich resp. gelijk aan en iets onder het landelijk gemiddelde.
Aandeel leerlingen met N-profiel binnen totaal aantal leerlingen in 4e leerjaar havo/vwo
Aandeel meisjes binnen totaal aantal leerlingen in 4e leerjaar havo/vwo met een N-profiel
04/05 12/13 13/14
04/05 12/13 13/14
Havo
32% 42% 44%
Havo
35% 44% 45%
Vwo
54% 61% 64%
Vwo
46% 49% 47%
AANTAL LEERLINGEN MET N-PROFIEL IN 4E LEERJAAR HAVO/VWO 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0
Jaar
04 05
05 06 Havo
06 07 Vwo
07 08
08 09
09 10
Totaal havo/vwo
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
L
PAGINA 100 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | ZUIDOOST
ZUIDOOST
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
LEREN IN DE TECHNIEK
↘
MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS INSTROOM MBO-LEERLINGEN BÈTATECHNIEK PER NIVEAU In landsdeel Zuidoost vertoont de instroom bètatechniek in het mbo, met uitzondering van een piek in 2010/11, een dalende lijn. Deze piek uitgezonderd, daalt met name de instroom in niveau 2 en in de beroepsbegeleidende leerweg. Deze daling is in lijn met het landelijke beeld. Het aandeel van de instroom mbo bètatechniek is in het landsdeel in zowel 2005/06 als 2014/15 30% (excl. entreeopleidingen50). Dit aandeel van 30% komt overeen met het landelijke gemiddelde. Het aandeel meisjes binnen de instroom mbo bètatechniek maakt, alles niveaus tezamen genomen, de laatste tien jaar een geleidelijke stijging door in het landsdeel maar is nog steeds laag.
50 Sinds 2014/15 kunnen de entreeopleidingen (mbo niveau 1) ook naar de sector techniek ingedeeld worden. Dit is weergegeven door de stippellijn in de grafiek. Deze opleidingen vielen tot 2014/15 onder de sector combinatie. De stippellijn betreft dus geen daadwerkelijke stijging van het aantal studenten.
ZUIDOOST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 101
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROOM MBO PER NIVEAU
2005/06
2013/14
2014/15
Niveau 1
37%
48%
30%(47%)51
Niveau 2
37%
39%
36%
Niveau 3
24%
22%
26%
8.000
Niveau 4
26%
22%
28%
6.000
Totaal
30%
27%
30%(31%)51
AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU 12.000 10.000
4.000 2.000 0
AANDEEL MEISJES BINNEN INSTROOM BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU
2005/06
2013/14
2014/15
Niveau 1
10%
23%
25%(36%)51
Niveau 2
3%
5%
7%
Niveau 3
3%
7%
6%
Niveau 4
20%
25%
23%
Totaal
11%
14%
15%(16%)51
51 Inclusief entreeopleidingen.
Jaar
05 06
06 07 Niveau 1
07 08
08 09 Niveau 2
Niveau 1 incl. entreeopleidingen
09 10
10 11 Niveau 3
11 12
12 13 Niveau 4
13 14
14 15 Eindtotaal
Eindtotaal incl. entreeopleidingen
PAGINA 102 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | ZUIDOOST
AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS
HOGER ONDERWIJS
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
INSTROOM STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HET HOGER ONDERWIJS
↘
Het aantal instromende studenten bètatechniek in landsdeel Zuidoost maakt in zowel hbo als wo continu een stijging door. Het aantal bètatechniekstudenten is hierbij in het hbo nog altijd het grootst. Het aandeel bètatechniek binnen de instromende studenten is in het hbo toegenomen tot 25%, hetgeen hoger ligt dan de landelijke 22%. In het wo daarentegen ligt het aandeel bètatechniek binnen de instromende studenten met 33% lager dan het landelijke 35%. Met name in het hbo is dit lager dan de 4 op de 10-doelstelling. Het aandeel vrouwelijke studenten binnen de bètatechniek is in zowel hbo als wo de laatste tien jaar sterk gestegen in landsdeel Zuidoost. Echter, met een aandeel van 22% vrouwelijke studenten binnen de bètatechniek in het hbo en 30% in het wo ligt dit nog onder de landelijke gemiddelden van resp. 24% en 39%.
9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
Jaar
04 05
05 06 hbo
06 07
07 08 wo
08 09
09 10
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
Totaal hbo/wo
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROMENDE STUDENTEN IN HOGER ONDERWIJS
04/05
13/14
14/15
hbo
21%
23%
25%
wo
25%
32%
33%
ZUIDOOST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 103
AANTAL EN LOCATIE CIV’S EN COE’S IN ZUIDOOST CENTRUM
CENTRUM
MBO Automotive Centrum ROC Ter Aa
Stoas Vilentum, Hogeschool Inholland, CAH Vilentum, Van Hall Larenstein, ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOOL
DEELNEMENDE MBO-INSTELLINGEN
Summa College, Gilde Opleidingen
PPS
CoE Greenports HAS Hogeschool
PENVOERDER
PENVOERDER
PPS Aerospace ROC Tilburg
CENTRUM
PENVOERDER
CoE Food HAS Hogeschool
PENVOERDER
CAH Vilentum, Van Hall Larenstein, Stoas Vilentum, Hogeschool Inholland
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOLEN PPS
System Integrator ROC Summa College
PENVOERDER
CENTRUM
ZUIDOOST
Teclab Summa College
PENVOERDER
Centrum voor Restauratietechniek SintLucas DEELNEMENDE MBO-INSTELLINGEN ROC Twente PPS
CENTRUM
Automotive Centre of expertise Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Fontys
PENVOERDER
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOOL TOEGEKEND IN 2010
PENVOERDER
CENTRUM
ZUIDOOST
CoE High Tech Systems & Materials Fontys Hogescholen
PENVOERDER
Zorgtechniek Limburg PENVOERDER Arcus College DEELNEMENDE MBO-INSTELLINGEN Leeuwenborgh Opleidingen, Gilde Opleidingen CENTRUM
Topsectoren Agri&Food Chemie Creatieve industrie
Chemelot Innovation and Learning Labs PENVOERDER Leeuwenborgh Opleidingen DEELNEMENDE MBO-INSTELLING Arcus College CENTRUM
Energie High Tech Systemen en Materialen Life Sciences & Health
Logistiek Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Water
5388 Deelkaartjes Mbo-CiV A5.indd 4
Overig Bouw Zorg
Installatie- en procestechniek
Metaal
29-04-15 10:03
AANDEEL VROUWELIJKE STUDENTEN BINNEN TOTAAL AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS
hbo wo
04/05
13/14
14/15
12%
20%
22%
15%
29%
30%
CENTRUM
Innovatieve Zorg en Technologie Hogeschool Zuyd Fontys Hogescholen
PENVOERDER
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOOL
CENTRUM
Chemelot Innovation and Learning Labs Hogeschool Zuyd TOEGEKEND IN 2010
PENVOERDER
Topsectoren Agri&Food Chemie Creatieve industrie
5388 Deelkaartjes Hbo-CoE A5.indd 4
Energie High Tech Systemen en Materialen Life Sciences & Health
Logistiek Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Water
Overig Toerisme Onderwijs
29-04-15 10:00
PAGINA 104 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | ZUIDOOST
ZUIDOOST
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
WERKEN IN DE TECHNIEK
↘
WAAR WERKEN TECHNICI IN DE BEROEPSBEVOLKING Van de totale technische beroepsbevolking werkt 18% (284.000) in landsdeel Zuidoost. Daarvan werken er 178.000 (62%) in technische sectoren. De meeste technici in landsdeel Zuidoost werken in de bouw; met 28% is dat minder dan het landelijk gemiddelde van 36%. De bouw wordt hierbij gevolgd door de metaal met 27%, dat meer is dan het landelijk gemiddelde van 20%.
AANDELEN BEROEPEN IN TECHNISCHE SECTOREN In aantal beroepen - Zuidoost
70 60 50 40 30 20 10 0
Sector
TOTAAL
Bouw
Landelijk
Metaal
Landsdeel
Overige industrie
ICT
Chemie
Voeding
Energie & Delfstoffen
– ZUIDOOST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 105
WERKLOOSHEID EN ONTSTANE VACATURES De werkloosheid onder technisch opgeleiden is in landsdeel De aandelen van technische Zuidoost met 6,9% iets lager dan het landelijk gemiddelde sectoren in aantal technische van 7,3%. Zuidoost zorgt met een aandeel van 16% voor beroepen - Zuidoost een evenwichtige bijdrage aan het totaal aantal ontstane technische vacatures.52
TECHNISCHE ARBEIDSVRAAG NAAR OPLEIDINGSNIVEAU Sinds het laatste kwartaal van 2013 is er een stijging in het aantal ontstane technische vacatures, voor zowel het lagere, middelbare als het hoger opleidingsniveau. Opvallend is dat het aandeel technische vacatures voor lager opgeleiden hoger ligt dan landelijk gemiddeld. Opvallend is ook dat de trend, daar waar het landelijk stabiliseert, vanaf het tweede kwartaal in 2014 neerwaarts gaat voor technische vacatures voor lagere opleidingsniveaus. In het vierde kwartaal van 2014 komt de trend voor de vacatures voor lagere en middelbare opleidingen iets hoger uit dan het landelijk gemiddelde; voor het hogere opleidingsniveau is dit nagenoeg gelijk. De vraag naar technische arbeid in Zuidoost is voor 29% toe te rekenen aan ICT arbeid, ten opzichte van 33% landelijk gezien.
52 Het aantal vacatures dat in de loop van het kwartaal is ontstaan.
ONTSTANE TECHNISCHE VACATURES Naar opleidingsniveau, 2011-2014 – Zuidoost
140 120 100 80 60 40
Kwartaal Jaar
Q1
Q2
Q3
Q4
2011
Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
2012
Q2
Q3
Q4
Q1
2013
Zuidoost laag
Zuidoost middel
Zuidoost hoog
Totaal laag
Totaal middel
Totaal hoog
Q2
Q3
2014
Q4
PAGINA 106 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
ZUIDWEST ↘
In het landsdeel Zuidwest werken Rotterdam-Rijnmond, Drechtsteden, West-Brabant, Haaglanden, Holland Rijnland, Zeeland en Midden-Holland samen aan de ambities van het Techniekpact. De zeven deelregio’s hebben hun bestaande Techniek-, Human Capital- en Economische Agenda’s verbonden. Er wordt op constructieve wijze samengewerkt door bedrijfsleven, onderwijs en overheden aan toekomstbestendig en aantrekkelijk technisch onderwijs dat aansluit bij de vraag van de regionale arbeidsmarkt. Daarnaast wordt in het landsdeel hard gewerkt om W&T in de basisscholen en pabo structureel in te bedden en aandacht voor technologie in de hele onderwijskolom te verankeren. Informatie over de programma’s en de reeds bepaalde resultaten en successen zijn te vinden op de landsdeelpagina op www.techniekpact.nl.
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 107
INFRASTRUCTUUR 201553 Onderwijsinstellingen: Ca. 1.596 basisscholen 181 scholen speciaal (basis)onderwijs 179 voortgezet onderwijs scholen (vmbo-havo-vwo) 8 ROC’s, 3 AOC en 2 vakscholen 6 hogescholen met bètatechniek 3 universiteiten Programma’s: Kiezen voor Technologie po: 2 regionale W&T-netwerken, 930 basisscholenmet W&T Jet-Net Junior: 1 hub en 4 bedrijven/partners M-Tech: 7 regionale ontwikkelnetwerken en 37 scholen TechNet: 40 kringen Jet-Net: 53 scholen, 20 partners, 31 bedrijfslocaties, 26 wachtlijstscholen, 192 activiteiten 24 Technasia 19 Vakcolleges Techniek Toptechniek in bedrijf: 7 regio’s 27.136 bètatechnische leerbedrijven mbo 12 Centra voor innovatief vakmanschap en 5 Centres of expertise Arbeidsmarkt: 425.000 technisch opgeleiden in beroepsbevolking 419.000 mensen met een technisch beroep 7,5% werkloosheid onder technisch opgeleiden 9.565 ontstane vacatures in laatste kwartaal 2014 2 Servicepunten Techniek
53 De cijfers in de infrastructuurbox bij onderwijsinstellingen en programma’s hebben betrekking op begin 2015, de cijfers bij arbeidsmarkt op het laatste kwartaal van 2014.
PAGINA 108 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
ZUIDWEST
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
KIEZEN VOOR TECHNIEK
↘
VOORTGEZET ONDERWIJS – VMBO LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN BASIS- EN KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG In landsdeel Zuidwest is het aantal leerlingen bètatechniek in vmbo-bb en –kb de laatste jaren gedaald, om na 2012/13 eerst licht te stijgen en vervolgens te stabiliseren. Met name het aantal leerlingen bètatechniek in vmbo-bb is, zoals ook in de rest van Nederland, de laatste tien jaar gedaald en daarna gestabiliseerd. Het aandeel bètatechniek is binnen vmbo-bb gedaald tot 26% en binnen vmbo-kb gestegen tot 26%. Hiermee liggen de aandelen voor beide leerwegen 1 procentpunt onder het landelijke aandeel en daarmee is er groei nodig tot het Techniekpactdoel van 30% in 2015/16. Ook de aandelen meisjes binnen de bètatechniek liggen met resp. 6% en 8% in vmbo-bb en –kb onder de landelijke gemiddelden.
L2-ZW
ZUIDWEST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 109
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB
AANTAL LEERLINGEN BÈTATECHNIEK IN HET 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB 6.000 5.000 4.000
04/05
13/14
14/15
Vmbo-bb
30% 28% 26%
Vmbo-kb
24% 25% 26%
Totaal vmbo-bb/kb
27% 26% 26%
3.000 2.000
AANDEEL MEISJES BINNEN 3E LEERJAAR VMBO-BB/KB BÈTATECHNIEK
1.000 0
Jaar
04 05
05 06
06 07
07 08
08 09
09 10
10 11
bb bètatechniek
bb bètatechniek incl. ICT
kb bètatechniek
kb bètatechniek incl. ICT
11 12
12 13
13 14
14 15
totaal bb/kb bètatechniek
04/05
13/14
14/15
Vmbo-bb
3%
5%
6%
Vmbo-kb
7%
8%
8%
Totaal vmbo-bb/kb
4%
7%
7%
PAGINA 110 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | ZUIDWEST
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
GEDIPLOMEERDEN MET EEN NATUUR- EN SCHEIKUNDEPAKKET IN DE GEMENGDE EN THEORETISCHE LEERWEG In landsdeel Zuidwest is het aantal gediplomeerden met een vakkenpakket inclusief natuur- en scheikunde (NaSk) in vmbo-tl na 2011/12 gestegen. Dit past in de landelijke trend. Het aandeel gediplomeerden met NaSk is in vmbo-gl 33%. In vmbo-tl is het aandeel, in lijn met het landelijke beeld, gestegen tot 38%. Ook het aandeel meisjes binnen gediplomeerden met NaSk ligt bij vmbo-tl met 31% op het landelijke gemiddelde.
AANTAL GEDIPLOMEERDEN VMBO-GL/TL MET NASK
6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0
Jaar
04 05
05 06 gl
06 07 tl
07 08
08 09
09 10
10 11
totaal gl/tl
↘
Aandeel gediplomeerden met NaSk binnen gediplomeerden vmbo-gl/tl
Aandeel meisjes binnen gediplomeerden vmbo-gl/tl met NaSk
04/05 12/13 13/14
04/05 12/13 13/14
Vmbo-gl
31% 33% 33%
Vmbo-gl
29% 26% 23%
Vmbo-tl
37% 35% 38%
Vmbo-tl
28% 29% 31%
Totaal vmbo-gl/tl
37% 35% 28%
Totaal vmbo-gl/tl
29% 28% 30%
11 12
12 13
13 14
ZUIDWEST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 111
VOORTGEZET ONDERWIJS – HAVO/VWO
Aandeel leerlingen met N-profiel binnen totaal aantal leerlingen in 4e leerjaar havo/vwo
HAVO/VWO LEERLINGEN MET N-PROFIEL Het aantal leerlingen met een N-profiel is in landsdeel Zuidwest in het vwo zeer licht gestegen na 2011/12. Ook in de havo stijgen de aantallen na 2011/12. Het aandeel leerlingen in de N-profielen is in de havo toegenomen naar 43% en in het vwo tot 62%. Beide percentages liggen voor het landsdeel precies op de landelijke gemiddelden. Hiermee wordt de 4 op de 10-doelstelling ruim gehaald Met een aandeel meisjes binnen het N-profiel in havo en vwo van resp. 44% en 48% zit landsdeel Zuidwest 1 procentpunt lager dan de landelijke aandelen.
Aandeel meisjes binnen totaal aantal leerlingen in 4e leerjaar havo/vwo met een N-profiel
04/05 12/13 13/14
04/05 12/13 13/14
Havo
29% 39% 43%
Havo
34% 44% 44%
Vwo
51% 60% 62%
Vwo
46% 49% 48%
AANTAL LEERLINGEN MET N-PROFIEL IN 4E LEERJAAR HAVO/VWO 15.000 10.000 5.000 0
Jaar
04 05
05 06 Havo
06 07 Vwo
07 08
08 09
09 10
Totaal havo/vwo
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
PAGINA 112 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | ZUIDWEST
ZUIDWEST
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
LEREN IN DE TECHNIEK
↘
MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS INSTROOM MBO-LEERLINGEN BÈTATECHNIEK PER NIVEAU Het totaal aantal instromende mbo-leerlingen bètatechniek is in landsdeel Zuidwest de laatste jaren afgenomen. In lijn met het landelijke beeld, is met name de instroom in niveau 2 en de beroepsbegeleidende leerweg gedaald. Het aandeel bètatechniek binnen de instroom mbo is in landsdeel Zuidwest licht gestegen van 31% in 2005/06 naar 33% in 2014/15 (excl. entreeopleidingen54). Deze 33% ligt voor het landsdeel hoger dan het landelijke gemiddelde van 30% (excl. entreeopleidingen). Het aandeel meisjes binnen de mbo-instroom bètatechniek maakt, alle niveaus tezamen genomen, de laatste tien jaar een stijging door in het landsdeel maar blijft laag.
54 Sinds 2014/15 kunnen de entreeopleidingen (mbo niveau 1) ook naar de sector techniek ingedeeld worden. Dit is weergegeven door de stippellijn in de grafiek. Deze opleidingen vielen tot 2014/15 onder de sector combinatie. De stippellijn betreft dus geen daadwerkelijke stijging van het aantal studenten.
ZUIDWEST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 113
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROOM MBO PER NIVEAU
2005/06
2013/14
2014/15
Niveau 1
34%
28%
35%(29%)55
Niveau 2
38%
37%
37%
Niveau 3
20%
18%
24%
Niveau 4
31%
36%
36%
Totaal
31%
32%
33%(31%)55
AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0
AANDEEL MEISJES BINNEN INSTROOM BÈTATECHNIEK MBO PER NIVEAU
2005/06
2013/14
2014/15
3%
2%
1%(36%)55
Niveau 1 Niveau 2
7%
4%
4%
Niveau 3
5%
7%
8%
Niveau 4
15%
21%
24%
Totaal
9%
55 Inclusief entreeopleidingen.
13% 15% (16%)55
Jaar
05 06
06 07 Niveau 1
07 08
08 09 Niveau 2
Niveau 1 incl. entreeopleidingen
09 10
10 11 Niveau 3
11 12
12 13 Niveau 4
13 14
14 15 Eindtotaal
Eindtotaal incl. entreeopleidingen
PAGINA 114 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | ZUIDWEST
HOGER ONDERWIJS
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
INSTROOM STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HET HOGER ONDERWIJS
↘
In landsdeel Zuidwest neemt het aantal instromende studenten bètatechniek de laatste jaren doorlopend toe. Het aantal nieuwe bètatechnische studenten stijgt hierbij sterker aan het wo dan aan het hbo en ligt in 2013/14 hoger dan aan het wo dan aan het hbo. Het aandeel bètatechniek binnen de instroom is in het hbo toegenomen tot 22% (gelijk aan het landelijke aandeel) en in het wo tot 41% (hoger dan het landelijke aandeel van 35%). Waar het wo in landsdeel Zuidwest hiermee voldoet aan de 4 op de 10-doelstelling, heeft het hbo hierin nog een flinke weg te gaan. Het aandeel vrouwelijke studenten binnen de instroom bètatechniek is in het landsdeel in het hbo gestegen tot 24% en in het wo tot 34%. Voor het hbo is dit gelijk aan en voor het wo lager dan het landelijk gemiddelde van 39%.
AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0
Jaar
04 05
05 06 hbo
06 07
07 08 wo
08 09
09 10
10 11
11 12
12 13
13 14
14 15
Totaal hbo/wo
AANDEEL BÈTATECHNIEK BINNEN INSTROMENDE STUDENTEN IN HOGER ONDERWIJS
04/05
13/14
14/15
hbo
17%
21%
22%
wo
32%
38%
41%
ZUIDWEST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 115
AANTAL EN LOCATIE CIV’S EN COE’S IN ZUIDWEST
ZUIDWEST
CENTRUM
ZUIDWEST
Maritieme Techniek STC-Group Da Vinci College
PENVOERDER
DEELNEMENDE MBO-INSTELLINGEN
CENTRUM
CIVOM Zadkine
PENVOERDER
DEELNEMENDE MBO-INSTELLING
CENTRUM
LiS Academy en LiS Engineering Leidse Instrumentmakersschool
Albeda College
Masterplan MEI Zuid-Holland Zadkine DEELNEMENDE MBO-INSTELLINGEN ID College, ROC Leiden, ROC Da Vinci College, ROC Mondriaan, ROC Albeda College PPS
PENVOERDER
PENVOERDER
High Tech Centre Delft ROC Mondriaan DEELNEMENDE MBO-INSTELLINGEN Wellant College PPS
PENVOERDER
PPS
De Logisticus van de toekomst! PENVOERDER STC-Group CENTRUM
PPS
CIV Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Lentiz onderwijsgroep MEETING POINTS: Aalsmeer, Barendrecht, Bleiswijk, Breda, Hoorn, Venlo, Westland en Zwolle
CENTRUM
VMT
PENVOERDER
CENTRUM
CIV Maintenance en procestechniek Rijnmond STC-Group Albeda College, Zadkine
Hogeschool Rotterdam, Van Hall Larenstein
CIV Passie voor Biobased ROC West-Brabant
CENTRUM
Zorgboulevard Roosendaal ROC West-Brabant DEELNEMENDE MBO-INSTELLING Da Vinci College PENVOERDER
Energie High Tech Systemen en Materialen Life Sciences & Health
Logistiek Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Water
5388 Deelkaartjes Mbo-CiV A5.indd 5
Overig Bouw Zorg
Installatie- en procestechniek
Metaal
29-04-15 10:03
AANDEEL VROUWELIJKE STUDENTEN BINNEN TOTAAL AANTAL INSTROMENDE STUDENTEN BÈTATECHNIEK IN HOGER ONDERWIJS
wo
04/05
13/14
14/15
15%
21%
24%
24%
33%
34%
Deltatechnologie HZUAS
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOLEN
PPS
DEELNEMENDE MBO-INSTELLINGEN
hbo
RDM Centre of Expertise Hogeschool Rotterdam
PENVOERDER
Da Vinci College
PENVOERDER
PENVOERDER
Chemie Creatieve industrie
CENTRUM
PENVOERDER
CIV Energie Da Vinci College
PENVOERDER
Topsectoren Agri&Food
Generade Hogeschool Leiden
PENVOERDER
PENVOERDER
CENTRUM
CENTRUM
CENTRUM
Toerisme, Leisure en hospitality NHTV Breda
CoE Biobased Economy Avans Hogeschool
PENVOERDER
CENTRUM
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOLEN
PENVOERDER
Stenden Hogeschool, HZUAS
ANDERE PARTICIPERENDE HOGESCHOLEN
Topsectoren Agri&Food Chemie Creatieve industrie
5388 Deelkaartjes Hbo-CoE A5.indd 5
Avans Hogeschool en HZUAS
Energie High Tech Systemen en Materialen Life Sciences & Health
Logistiek Tuinbouw & Uitgangsmaterialen Water
Overig Toerisme Onderwijs
29-04-15 10:01
PAGINA 116 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | ZUIDWEST
ZUIDWEST
DEEL 2: LANDSDELEN FACTS & FIGURES
WERKEN IN DE TECHNIEK
↘
WAAR WERKEN TECHNICI IN DE BEROEPSBEVOLKING Van de totale technische beroepsbevolking werkt circa 27% (419.000) in landsdeel Zuidwest. Daarvan werken er 223.000 (53%) in technische sectoren. De meeste technici in landsdeel Zuidwest werken in de bouw; dat is met 39% iets meer dan het landelijk gemiddelde van 36%. Daarnaast werken er met een aandeel van 11% relatief veel mensen in de chemie.
AANDELEN BEROEPEN IN TECHNISCHE SECTOREN In aantal beroepen - Zuidwest
70 60 50 40 30 20 10 0
Sector
TOTAAL
Bouw
Landelijk
Metaal
Landsdeel
Overige industrie
ICT
Chemie
Voeding
Energie & Delfstoffen
– ZUIDWEST | MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 117
WERKLOOSHEID EN ONTSTANE VACATURES De werkloosheid onder technisch opgeleiden is in landsdeel De aandelen van technische Zuidwest met 7,5% nagenoeg gelijk aan het landelijk gemidsectoren in aantal technische delde van 7,3%. Zuidwest zorgt met 26% voor een evenberoepen wichtige- Zuidwest bijdrage aan het totaal aantal ontstane technische vacatures.56
TECHNISCHE ARBEIDSVRAAG NAAR OPLEIDINGSNIVEAU Voor de lager en middelbaar opgeleiden is er sinds het laatste kwartaal van 2013 een stijging in het aantal ontstane technische vacatures. Deze stijging blijft tot en met het laatste kwartaal van 2014 iets achter op het landelijk gemiddelde. De technische vacatures voor hoger opgeleiden laten over dezelfde periode een iets sterkere groei zien dan het landelijk gemiddelde. De vraag naar technische arbeid in Zuidwest is voor een 30% toe te rekenen aan ICT arbeid, ten opzichte van 33% landelijk gezien.
56 Het aantal vacatures dat in de loop van het kwartaal is ontstaan
ONTSTANE TECHNISCHE VACATURES Naar opleidingsniveau, 2011-2014 – Zuidwest
140 120 100 80 60 40
Kwartaal Jaar
Q1
Q2
Q3
Q4
2011
Q1
Q2
Q3
Q4
Q1
2012
Q2
Q3
Q4
Q1
2013
Zuidwest laag
Zuidwest middel
Zuidwest hoog
Totaal laag
Totaal middel
Totaal hoog
Q2
Q3
2014
Q4
Actie
Afgerond Op schema
Op schema Op schema
Op schema
Op schema Afgerond
De PO-raad benut de visie op W&T bij het opstellen van hun strategisch Meerjarenplan. Meer havo/vwo-leerlingen kiezen voor een N-profiel: »» Het aantal havo/vwo leerlingen dat kiest voor een N-profiel groeit in 2015 van 45% naar 55%. »» In 2014 worden vernieuwde bètavakken ingevoerd op het havo/vwo. Goede publiek-private samenwerkingen (pps’en) in het voortgezet onderwijs (zoals Technasia, Technet en Jet-Net) worden regionaal uitgebreid. Meer vmbo-leerlingen kiezen voor een bètatechnisch profiel: »» In vmbo-gl en vmbo-tl groeit het aantal leerlingen met natuur- en scheikunde in hun vakkenpakket in 2015 van 47% naar 50%.58 »» In vmbo-bb en vmbo-kb groeit het aantal leerlingen dat kiest voor techniek in 2015 van 23% naar 30%. »» De beroepsgerichte examenprogramma’s worden in 2015 gemoderniseerd aangeboden. Een pilot hiervoor start in 2013. »» Loopbaanoriëntatie wordt verplichtonderdeel van het beroepsgerichte deel van het curriculum. De aansluiting van vmbo op mbo wordt verbeterd middels (meer) doorlopende leerlijn vmbo-mbo voor elk van de sterke sectoren in de regio. Eén digitaal loket, georganiseerd vanuit het bedrijfsleven, science centra en andere expertiseorganisaties, ondersteunt scholen bij het aanbieden van W&T. De aandacht voor W&T op de pabo wordt vergroot en er komen meer universitair opgeleide docenten in het voortgezet onderwijs. Basisschoolleraren krijgen nascholing in het geven van W&T-onderwijs. Onderwijs en bedrijfsleven gaan actief samenwerken bij het opleiden en bijscholen van leraren. »» Er komt een educatieve minor in het hbo waarmee technische studenten ook worden opgeleid als docent. »» Techniekdocenten gaan zich bijscholen via bedrijfsstages. »» Tweedegraads lerarenopleidingen ontwikkelen voor technische vakken bedrijfsstages. »» Tweedegraads lerarenopleidingen ontwikkelen een afstudeerrichting beroepsonderwijs (vmbo-mbo).
2 3
4 5
6 7 8 9 10
Op schema
Op schema
Op schema
Alle basisscholen bieden in 2020 structureel Wetenschap en Technologie aan: »» Er wordt een leerlijn Wetenschap en Technologie (W&T) ontwikkeld; »» De onderwijsinspectie volgt deze ontwikkelingen in het basisonderwijs; »» Het kabinet ontwikkelt instrumenten om de leerprestaties van kinderen op W&T te volgen en verbeteren.
Voortgang
1
Actielijn Kiezen
Nr.
STAND VAN ZAKEN IMPLEMENTATIE 22 ACTIELIJNEN LANDELIJKE TECHNIEKPACT57
BIJLAGE
PAGINA 118 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
Meer technische vakkrachten gaan door een verbeterd zij-instroomtraject voor de (mbo)klas staan.
Afgerond Op schema
Mbo-instellingen houden een hogere bekostiging voor leerlingen die een techniekopleiding volgen. Mbo-instellingen stemmen hun onderwijsaanbod af met het regionale bedrijfsleven en andere mbo-instellingen in de regio. Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) ontwikkelt een studiebijsluiter voor het mbo. Mbo-instellingen, voortgezet onderwijs en bedrijven spannen zich er samen voor in dat in 2016 30% van alle jongeren kiest voor een technische beroepsopleiding. »» Voor elke mbo-student techniek is een stage- of leerwerkplaats beschikbaar. »» De WVA wordt omgevormd. Het budget wordt voornamelijk ingezet voor leerwerkplekken. »» O&O-fondsen worden ingezet voor het op peil houden van het aantal leerwerkplekken. »» Het kabinet maakt het mogelijk om voor de technieksector te experimenteren met een alternatieve, gecombineerde BOL/BBL route. Het aantal techniekbachelors (65) in het hbo wordt teruggebracht waardoor het aanbod transparanter wordt en er makkelijker op ontwikkelingen op de (regionale) arbeidsmarkt ingespeeld kan worden. Er komt een gemeenschappelijk actieplan – Make it in the Netherlands – om meer internationaal talent te binden aan Nederland. Topsectoren stellen jaarlijks vanaf 2016/17 1.000 topsectorbeurzen ter beschikking aan getalenteerde studenten.
14 15 16 17
18
19 20
Het Kabinet kan - onder strikte voorwaarden - de mogelijkheden verruimen voor het volgen van scholing met behoud van uitkering.
22
Afgerond
Op schema
Op schema
Op schema
Afgerond
57 Deze stand van zaken van de implementatie betreft de situatie in maart 2015. 58 De streefwaarde van 50% staat in zowel het Bestuursakkoord VO-raad - OCW 2012-2015 (p.16) als het Techniekpact (p.4). De streefwaarde van 50% bleek echter gebaseerd op een onjuiste telling. In het rapport Monitor bestuursakkoord 2012 (p.9) hebben het ministerie van OCW en de VO-raad de nieuwe streefwaarde van 40% vastgesteld. Deze nieuwe streefwaarde is ook in deze monitor Techniekpact aangehouden.
Het Kabinet stelt 600 miljoen euro beschikbaar om mensen aan het werk te krijgen en te houden. Sociale partners in de techniek stellen hiertoe sectorplannen op.
21
Actielijn Werken
Afgerond
Belemmeringen voor publiek private samenwerking in het beroepsonderwijs worden weggenomen.
13
Op schema
Op schema
Er wordt meer geïnvesteerd in publiek private samenwerkingen in het beroepsonderwijs: »» Voor het mbo richten Rijk en regio een investeringsfonds in, met cofinanciering vanuit het bedrijfsleven. »» Voor het hbo investeert het Rijk ruim € 100 mln. in pps’en met cofinanciering vanuit het bedrijfsleven. Afgerond
Afgerond
12
Actielijn Leren
11
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 119
PAGINA 120 | MONITOR TECHNIEKPACT 2015
AFKORTINGEN B/t Bètatechniek
Vmbo
BBL
Beroepsbegeleidende leerweg (mbo)
Vmbo-bb Beroepsgerichte leerweg (vmbo)
BOL
Beroepsopleidende leerweg (mbo)
Vmbo-gl Gemengde leerweg (vmbo)
Civ
Centrum voor innovatief vakmanschap
Vmbo-kb Kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo)
Coe
Centre of expertise
Vmbo-tl Theoretische leerweg (vmbo)
Havo
Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vo
Voortgezet onderwijs
Hbo
Hoger beroepsonderwijs
Vwo
Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Ho
Hoger onderwijs
Wo
Wetenschappelijk onderwijs
ICT
Informatie- en communicatietechnologie
W&T
Wetenschap en Technologie
Lob
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Mbo
Middelbaar beroepsonderwijs
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
AFKORTINGEN ORGANISATIES:
N-profiel Profielen Natuur en Gezondheid en/of Natuur en Techniek
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
Po
Primair onderwijs
DUO
Dienst Uitvoering Onderwijs
Q Kwartaal
JINC
Non-profit organisatie die jongeren helpt bij hun start op de arbeidsmarkt
RIF
Regionaal Investeringsfonds mbo
S-BB
Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
STEM
Science, Technology, Engineering and Mathematics
UWV
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
VHTO
Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek
Ministerie van EZ
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
MONITOR TECHNIEKPACT 2015 | PAGINA 121
WWW.TECHNIEKPACT.NL