N°1 april 2012 | jaargang 9
magazine
Henk Velders:
‘Het leven kan zo simpel zijn’
een uitgave van staalbankiers
2
COLOFON
Staal Magazine verschijnt 3 maal per jaar en wordt verspreid onder cliënten en relaties van Staalbankiers. Jaargang 9, nr. 1. Hoofdredacteur Angela Looyé
Inhoud
op de omslag
01 & 36 Henk Velders
Eindredacteur Maureen Land, Maters & Hermsen
06 32 35
Staalbankiers Directievoorzitters in gesprek De nieuwe CFO Vraagbaak
10 24
Economie Booming Brazil Ratingbureaus onder de loep
16 18
Financiën Alternatief beleggen: crowdfunding Victor van de Reijt, zoutkoning
14 36
Lifestyle Gespot voor u! De droom van Henk Velders
Redactieraad
(v.l.n.r.) Henrietta Smeekes, Kosterus Wildschut, Hans Smits, Rob van Fraeijenhove, Angela Looyé, Ben van Druten, Linda van Hesse, Nicole van de Hoeve en Maureen Land (niet op de foto).
22 28
04 14 21
Vormgeving Achmea Studio BEELDREDACTIE Mascha Baarda, Maters & Hermsen
Als u geen prijs stelt op het ontvangen van ons magazine dan kunt u dit aan uw contactpersoon doorgeven of schriftelijk aangeven bij: Staalbankiers, Postbus 327, 2501 CH Den Haag.
Overige Column: Hart en Ziel Gespot voor u! Golfavonturen van Robert-Jan Derksen
10
Lithografie en drukwerk Schuttersmagazijn BV Indien u vragen heeft of informatie wilt over in Staal behandelde onderwerpen, dan kunt u contact opnemen met uw contactpersoon of Angela Looyé via telefoonnr (070) 310 19 53 of
[email protected].
Goede doelen Het Keerpunt van Huub van ‘t Veld Geven: Revalidatiefonds & Fonds verstandelijk gehandicapten
Brazil is Booming Mijn Droom Cliënt Henk Velders heeft een strandtent in Scheveningen. Die kocht hij vijf jaar geleden, na een twintig jarige carrière als organisatieadviseur. Elk jaar in maart start de opbouw. Het strandseizoen duurt zeven maanden, zeven dagen per week. Dat kunnen lange dagen zijn. Na afloop van het seizoen moet er onderhoud gepleegd, personeel geworven, voorraden worden aangekocht. Velders: “Het was een enorme verandering in mijn leven, maar ik heb er totaal geen spijt van. Ik kreeg er rust voor terug en het was goed voor ons gezin. Mijn advies: Je hebt maar één leven. Wil je iets veranderen, doe het ook. Denk niet achteraf, ‘had ik het maar gedaan’. ”
Disclaimer Deze publicatie is uitsluitend bedoeld ter informatie en is geen aanbod noch een uitnodiging om een financieel instrument te kopen of te verkopen of om deel te nemen in een bepaalde beleggingstrategie. Elk voorbeeld gegeven in deze publicatie, geldt enkel ter nadere uitleg van het betreffende product. Aan deze voorbeelden kunnen geen rechten worden ontleend. Potentiële beleggers moeten zich bewust zijn van de risico’s verbonden aan financiële instrumenten en moeten alleen overgaan tot een investeringsbeslissing met betrekking tot deze producten na voldoende beraad, in overleg met hun eigen adviseurs, waarbij in overweging moet worden genomen of deze producten passen binnen hun eigen risicoprofiel. Hoewel de in deze publicatie gestelde feiten en verstrekte opinies als juist worden verondersteld en zijn gebaseerd op betrouwbare bronnen, aanvaardt Staalbankiers geen enkele aansprakelijkheid voor enige schade in welke vorm dan ook, voortvloeiend uit het gebruik van deze publicatie of de inhoud daarvan. Staalbankiers wijst op de mogelijkheid dat bepaalde informatie in deze publicatie na verloop van tijd verouderd is. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Staalbankiers N.V., statutair gevestigd te Den Haag aan de Lange Houtstraat 8, 2511 CW, is ingeschreven bij de KvK Haaglanden onder nummer 27030700. Staalbankiers is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële markten (www.afm.nl) te Amsterdam. Voor meer informatie over het toezicht op Staalbankiers N.V. kunt u bellen naar de toezichtlijn van de AFM 0900-540 05 40. Reproductie, geheel of gedeeltelijk, is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van Staalbankiers. Deze publicatie is vervaardigd op 3 april 2012.
Brazilië. Land van de samba, swingende heupen en eindeloze favelas waar kleine jongetjes dromen van een carrière als profvoetballer. Maar ook het land dat sinds vorig jaar de zesde economie van de wereld is en dat dagelijks gemiddeld 23 nieuwe miljonairs verwelkomt.
28
Geven
Goede doelen zouden meer moeten samenwerken, vindt directeur Theo van Loon. ‘Zijn’ Fonds verstandelijk gehandicapten fuseerde vorig jaar met het Revalidatiefonds. Op 21 april organiseren zij samen het Wandelfeest in Papendal bij Arnhem.
april 2012
staalmagazine 3
editorial
Een kleine metamorfose door Angela Looyé
Beste lezer,
W
ellicht is het u opgevallen: Staal Magazine heeft een kleine metamorfose ondergaan. Nog steeds het herkenbare vier kante formaat, maar met een andere voorzijde. Na jarenlang kunst op de cover te hebben geplaatst, kiezen we nu voor persoonlijke fotografie. Foto’s van mensen die met hun passie bezig zijn, die hun dromen verwezenlijken. Ons eerste covermodel is Henk Velders. Vroeger organisatie adviseur, nu strandtenthouder. Een droom die werkelijkheid werd. Op één van de eerste zonnige dagen van het jaar hebben we hem vroeg in de ochtend op de gevoelige plaat vastgelegd. Terwijl er om hem heen druk gewerkt wordt aan de opbouw van zijn eigen strandtent en die van anderen, pakt hij een moment rust. Op een loungebank in het zand, kop koffie erbij, de ruisende zee op de achtergrond. Hij geniet. Het strandseizoen kan beginnen. Er zijn meer mensen die hun droom verwezenlijken. Huub van ’t Veld bijvoorbeeld. Hij verkocht zijn tandartspraktijk in Westervoort om zich volledig te kunnen richten op
tandheelkundige zorg aan school kinderen op Lombok. Met succes, zo leest u op pagina 22. Dichter bij huis heeft Pierre Huurman één van zijn ambities waargemaakt. Sinds 1 maart is hij directievoorzitter van Staal bankiers. Hij volgt Peter de Ruijter op, die zeven jaar de bank leidde en nu de tijd neemt om zich te bezinnen op de toekomst. Pierre heeft zijn eigen droom, die hij graag met u deelt: hij wil van Staalbankiers de beste private bank van Nederland maken. Veel leesplezier!
Angela Looyé is Hoofdredacteur van Staal Magazine
Advertentie
4
april 2012
Wij begrijpen dat uw grootste rijkdom bij u aan tafel zit Column
Hart en ziel door Pierre Huurman
T
oen Peter de Ruijter mij liet weten dat hij Staal bankiers gaat verlaten, schrok ik wel even. Los van het feit dat hij de bank zeven jaar lang met hart en ziel heeft geleid, was onze manier van samenwerken erg prettig. Open, eerlijk en beiden hebben we een groot ‘Staalhart’. Ik leerde van hem; zijn financiële kennis is enorm groot. En nu komt daar een einde aan, dat is erg jammer. Tegelijkertijd ben ik vereerd en trots dat ik zijn plek als directievoorzitter mag overnemen. Samen met Gert-Jan Bruijnooge, onze nieuwe CFO, ga ik hard aan de slag om onze dienstverlening nóg beter te maken. De cliënt staat op één. Dat was zo en dat zal zo blijven. Onze cliëntengroep is veeleisend, vermogend en slim. Alles wat we doen, doen we voor die doelgroep. En dat is fijn. Ik houd van ambitie, van verandering. Dat zit in mijn karakter en door
ervaring heb ik geleerd: wie verandert, wordt beter. Wie niets doet, blijft stilstaan. De komende maanden zullen we onze interne organisatie efficiënter maken en onze beleggingsstrategie MAO (Multi Asset Optimalisation) breder onder de aandacht brengen. Het mooie van het werken bij Staalbankiers is dat er altijd ruimte is voor groei en kennisverdieping. We willen de beste private bank zijn van Nederland. Blij ben ik dan ook te zien dat we 2012 goed zijn begonnen. We hebben een mooi aantal nieuwe cliënten mogen verwelkomen. Bovendien neemt de bereidheid onder cliënten toe om het beschikbare beleggings vermogen breder in te zetten. Dat is goed nieuws. Maar het kan altijd nóg beter. En daar zullen alle collega’s van Staalbankiers, waaronder ik, net als mijn voor ganger met hart en ziel aan werken.
Dromen willen verwezenlijken is één, dromen kunnen verwezenlijken is een ander verhaal. Dat laatste begrijpen wij als geen ander. Het is dus goed te weten dat er een private banker is die met u meeleeft. Die u onafhankelijk advies geeft in de volle breedte. En met een op uw lijf geschreven financiële planning, wordt uw doel ons doel www.staalbankiers.nl
Pierre Huurman is de Directievoorzitter van Staalbankiers | Want je leeft maar één keer
staalmagazine 5
6
Pierre Huurman volgt Peter de Ruijter op
‘Private banker zijn is een ambacht’ Na zeven jaar verlaat directievoorzitter Peter de Ruijter Staalbankiers. Zijn functie wordt overgenomen door Pierre Huurman, sinds zes jaar directeur Commerciële Zaken bij de bank. Een gesprek met twee bankiers. tekst Hilde Duyx fotografie Mark Prins
Vijf minuten voor het interview treffen Peter de Ruijter en Pierre Huurman elkaar in de ruime en lichte directiekamer. Ze lachen, maken over en weer grapjes met elkaar. De tv staat aan op RTL7 en samen becommentariëren ze het laatste financiële nieuws. Het is duidelijk dat deze twee mannen elkaar goed kennen en al lang intensief met elkaar samenwerken. Toch komt daar binnenkort een einde aan. De één maakt plaats voor de ander. Hoe is de stemming? En wat zijn de plannen van de nieuwe directievoorzitter? Een tweegesprek.
Peter, wat is de reden van jouw aanstaand vertrek bij Staalbankiers? “Wie mijn CV bekijkt, ziet dat ik veel en graag van plek en functie verander. Na vier à vijf jaar gaat het kriebelen, dan wil
ik weer ‘iets’ nieuws. Bij Staalbankiers ging het pas na zeven jaar kriebelen, dat zegt iets. Het waren bijzondere jaren. Ik heb hard gewerkt, met hele goede mensen aan mijn zijde. Staalbankiers is een prachtige private bank, waar de wensen van onze cliënten de basis zijn van de dienstverlening. Maar na zeven intensieve jaren heb ik behoefte aan rust. Ik ga dus even niets doen, me samen met mijn vrouw bezinnen op de toekomst. Alles ligt open en dat is best een prettig gevoel.”
Heb jij zijn vertrek zien aankomen Pierre? “Ja, want Peter is er tegen mij heel open over geweest. Ik weet het dan ook al een paar maanden, waardoor ik me rustig heb kunnen voorbereiden op mijn volgende stap. Er is nooit haast geweest, dus Peter heeft ook alle tijd om zaken goed aan mij over te dragen. Ik loop nu vooral rond met een ambivalent
“We gaan waar nodig de cliënt nóg meer centraal stellen” Pierre Huurman (links op de foto)
8
april 2012
gevoel. Ik vind het jammer dat Peter vertrekt, maar tegelijkertijd voel ik me vereerd dat ik directievoorzitter word van deze bank.”
Je was directeur Commerciële Zaken. Nu directievoorzitter. Hoe anders is die rol? Pierre: “Ik zit ruim twintig jaar in het bankwezen en ben al zes jaar lid van de directie van Staalbankiers. We zijn een kleine bank, waardoor je als directielid met alle aspecten van het werk bij de bank te maken krijgt, van commercieel tot financieel en alles daartussenin. Ik heb het gevoel dat ik op alle vlakken diepgang heb gezocht de afgelopen jaren en dus goed beslagen ten ijs kom.”
mensen. De cliënt mag altijd van ons blijven verwachten dat we ons inleven, dat we verwachtingen managen en dat we meedenken. Hierbij werken wij continu aan de kwaliteit van onze advisering. Wij hebben geen eigen beursgenoteerde producten en zoeken dan ook altijd de beste mogelijkheden op de markt die aansluiten bij de wensen van de cliënt.” Peter: “Het fijne aan onze dienstverlening is dat we ons nooit hebben gericht op de emotie van de korte termijn. Als mensen bij Staalbankiers gaan beleggen bepalen we vooraf wat nodig is om hun doelstellingen, zowel financieel als emotioneel, te realiseren. Hoe kun je je vermogen het beste spreiden over de verschillende beleggingscategorieën? Hoe
hebben die categorieën zich historisch ontwikkeld? Op basis van die analyse bouw je een portefeuille op. En tenzij er zich fundamentele wijzigingen voordoen, blijf je in grote lijnen die koers varen. Dat geeft rust, iets wat ik ook vaak van cliënten terug hoor. Die aanpak zal zeker niet veranderen met de komst van Pierre als directievoorzitter.”
Maken jullie je zorgen over de situatie op de markt? Pierre: “Omdat wij vooral naar de lange termijn kijken, valt het mee. Maar natuurlijk voelt iedereen de crisis. Gelukkig hebben wij als bank een stevige vermogenspositie met een
Hebben jullie de afgelopen jaren veel van elkaar geleerd?
Jullie zeggen dat jullie elkaar goed aanvullen. Daar komt een einde aan. Wie vult het gat dat Peter achterlaat op?
Je leeft maar één keer, zoals de campagne van Staalbankiers zo mooi zegt. Wat zijn -tot slot - jullie dromen?
Peter: “Sinds half november heeft Gert-Jan Bruijnooge ons directieteam versterkt als Chief Financial Officer (CFO) (lees het interview met hem op pagina 32-34, red.). We hebben met hem een hele sterke financiële man in huis gehaald. Als ik Pierre en Gert-Jan samen bezig zie, dan denk ik, mooi geregeld. Ze zijn een goed team samen.” Pierre: “Het voelt inderdaad goed. We werken prettig samen, kunnen alles tegen elkaar zeggen en we houden allebei van verandering. Dat is fijn, want met stilstaan bereik je niet veel. Wij zoeken altijd naar manieren om de kwaliteit van onze dienstverlening te verhogen.”
Pierre: “Onze focus ligt op de cliënt, op integriteit en op een hoogwaardige dienstverlening. Dat was zo en dat blijft zo. Tegelijkertijd richten we ons op verbetering en groei. We gaan waar nodig de cliënt nóg meer centraal stellen. Onze medewerkers zullen nog meer tijd stoppen in het contact met hun cliënten. Daarnaast willen we onze beleggingsmethodiek van Multi Asset Optimalisation bereikbaar maken voor meer
Wat is volgens jullie in een paar zinnen de rol van een goede directievoorzitter? Peter: “Integer zijn. Dat is het allerbelangrijkste. En ook: sta open voor je omgeving, luister naar de mening van anderen. Daarbij is een directievoorzitter niet bang om beslissingen te nemen en knopen door te hakken. Zonder het menselijke aspect uit het oog te verliezen.” Pierre: “Ik sluit me bij Peter aan. Integriteit op één. En een directievoorzitter van een bank moet zich altijd richten op de stakeholders, de cliënten dus. Wij staan als private bank heel erg dicht bij onze cliënten. We praten veel met hen, luisteren goed, vangen signalen op. Dat waarborgt transparantie. De rol van de private banker is er niet zomaar een. Private banker zijn is geen baan. Het is een ambacht.”
Pierre: “Natuurlijk. Peter is registeraccountant en is financieel ijzersterk. Daar heb ik me zeer aan opgetrokken.” Peter: “Andersom heb ik veel aan het commerciële talent van Pierre gehad. We vullen elkaar goed aan. Wat ik boven dien erg bewonder aan Pierre is zijn vermogen om sterke teams te bouwen. Dat kan hij als geen ander, en dat is goed voor Staalbankiers. Als je intern sterk bent, merkt de cliënt dat ook.”
Wat gaat er veranderen in de dienstverlening met Pierre aan het roer?
laag risicoprofiel, waar we de afgelopen jaren hard aan hebben gewerkt. We zien dat we toegevoegde waarde bieden door cliënten onafhankelijk te adviseren om hun beleggingen breed te spreiden. Ook nu.” Peter: “Toen ik hier in 2004 begon, had ik nooit kunnen voorspellen wat wij sinds 2008 allemaal meemaken in de financiële sector. Toch ben ik er trots op dat wij het klantbelang niet uit het oog zijn verloren. We zijn nooit gegaan voor de snelle winst. Voor mij was het contact met cliënten de kers op de taart. Zelfs de lastige gesprekken met cliënten ervoer ik als prettig, want je leert ervan als bank.”
“We hebben ons nooit gericht op de emotie van de korte termijn” Peter de Ruijter
Pierre: “Ik geniet van het leven, iedere dag weer. Dus wat valt er dan nog te dromen? Het is misschien een cliché, maar ik ga voor gezondheid voor iedereen om me heen. Mijn ouders zijn jong overleden, daardoor weet ik hoe belangrijk het is om gezond te zijn. Ik beleef enorm veel plezier aan mijn gezin, mijn vijf jonge kinderen. En natuurlijk houd ik van mijn vak. Ik kijk ernaar uit om van mijn functie als directievoorzitter iets heel moois te maken.” Peter: “De meeste dromen die ik als jongen had, heb ik al geleefd. Ik droomde er vroeger van om aan een hagelwit strand te wonen in de Caraïben. Dat is gelukt, ik heb op Curaçao, de Kaaimaneilanden en de Bahama’s gewerkt. Ik wilde veel van de wereld zien. Ook gelukt. Er is nog wel een droom die ik graag zou verwezenlijken: ik wil met mijn vrouw ooit nog op Curaçao gaan wonen, zij komt daar vandaan. We hebben er al een stukje grond en daar willen we een huis op bouwen. Wie weet kunnen we daar de komende maanden eens mee beginnen!”
staalmagazine 9
10
Het beloofde land voor 23 nieuwe miljonairs per dag
Brazil is booming Brazilië. Land van de samba, swingende heupen en eindeloze favelas waar kleine jongetjes dromen van een carrière als profvoetballer. Maar ook het land dat sinds vorig jaar de zesde economie van de wereld is en dat dagelijks gemiddeld 23 nieuwe miljonairs verwelkomt. tekst Rody van der Pols fotografie GettyImages, Hollandse Hoogte & iStockphoto
april 2012
H
et is nog maar tien jaar geleden dat investeringsbankier Jim O’Neill de term ‘BRIC-landen’ bedacht voor Brazilië, Rusland, India en China. Vier opkomende economieën die op termijn de westerse landen in hun schaduw zouden stellen, zo luidde zijn analyse. Wat toen nog fictie leek, is sinds het uitbreken van de kredietcrisis steeds tastbaarder realiteit geworden. Want terwijl de economieën van Europa en de Verenigde Staten spreekwoordelijk in de touwen hangen, hebben de emerging markets zich de afgelopen periode ontpopt tot de trekkers van de wereldeconomie. Dat ging soms in een hoger tempo dan enig econoom voor mogelijk hield. Beloofde land Zelfs O’Neill moet tien jaar na zijn geruchtmakende analyse constateren dat zijn voorspelling aan de voorzichtige kant is geweest. Zo dacht hij dat Brazilië pas in 2020 de plek van Italië zou innemen als zevende economie ter wereld. Maar inmiddels heeft het land het Verenigd Koninkrijk economisch overvleugeld en staat het op de zesde plek van wereldeconomieën, zo becijferde het Britse Centre for Economics and Business Research (CEBR). In 2013 zal Brazilië vermoedelijk ook Frankrijk inhalen, waarna in 2020 industriereus Duitsland eraan moet geloven. Ondertussen emigreren veel jonge, hoog opgeleide Portugezen en Grieken naar het Zuid-Amerikaanse land om er een toekomst op te bouwen. Het aantal aanvragen voor arbeidsvergunningen door Portugezen is sinds 2006 met 67 procent gestegen. Brazilië als het beloofde land voor werkloze Europeanen; een symbool voor de nieuwe economische verhoudingen? Zover is het nog niet, maar dat Brazilië bezig is met een onstuitbare opmars, is zeker. Ruimteprogramma Het is een fraaie prestatie, die razendsnelle economische ontwikkeling van Brazilië. Zeker als je bedenkt dat dit land in de late jaren tachtig en vroege jaren negentig van de vorige eeuw nog gebukt ging onder hyperinflatie en
staalmagazine 11
chronische stagnatie. Hoe is het dit land gelukt om in korte tijd uit te groeien tot nummer twee van de BRIC-landen (na China) en bovenal de economische motor van Zuid-Amerika? Allereerst heeft de politieke stabiliteit van het land sinds halverwege de jaren negentig, in combinatie met een verstandig macroeconomisch beleid, wonderen gedaan. Met een gerichte inzet van de geldpers, een flexibele wisselkoers en een conservatief begrotingsbeleid, is de inflatie grotendeels onder controle ge bracht. Ook is Brazilië, dankzij het gunstige renteklimaat, uitgegroeid tot een aantrekkelijke vluchthaven voor kapitaal. Bodemschatten Toch is dat maar het halve verhaal. Ook de enorme rijkdom aan bodemschatten van het land spelen een niet te onderschatten rol. Zo wedijvert Brazilië met Australië om de titel van ’s werelds grootste exporteur van ijzererts (waarvan het grootste deel richting China gaat). Ook kwarts, chroomerts, mangaan, industriële diamanten, edelstenen, goud, nikkel, tin, bauxiet, uranium, platina en aardolie vinden op grote schaal hun weg naar het buitenland. Maar Brazilië is in tegenstelling tot Rusland bijvoorbeeld veel meer dan een pure grond stoffeneconomie. Het land heeft een ontwikkelde dienstensector en een omvangrijke landbouwindustrie, één op de drie Brazilianen werkt in de landbouw. Brazilië is wereldwijd de grootste producent van koffie, citrusvruchten en suikerriet. Sojabonen, rijst, graan, cacao, bananen, tabak en verpakt vlees zijn belangrijke exportproducten. Daarnaast produceert het land veel schoenen en heeft het een omvangrijke textielindustrie: met circa 30.000 bedrijven en een jaarlijkse omzet van 60 miljard dollar de vijfde van de wereld. Op het technische vlak staat Brazilië – het enige Zuid-Amerikaanse land met een ruimteprogramma – zijn mannetje. Vliegtuigproducent Embraer is de vijfde grootste vliegtuigbouwer van de wereld. Ook exporteert Brazilië auto’s, machines en elektronica. Kortom, we zien hier een land met een zeer diverse en rijkgeschakeerde economie met bovendien een gigantisch reservoir aan ( jonge)
12
arbeidskrachten. Bijna 67 procent van de ongeveer 198 miljoen Brazilianen is tussen de 15 en 64 jaar oud; de helft van de Brazilianen is zelfs jonger dan 29 jaar. Flex-fuel In een wereld waar energiebronnen steeds schaarser worden, heeft Brazilië nog een andere belangrijke troefkaart in de handen: de potentie om uit te groeien tot een energiereus. De uitgangspositie is in elk geval veelbelovend. Brazilië is op dit moment toonaangevend als het gaat om het gebruik van biobrandstoffen, vooral ethanol gewonnen uit suikerriet. Meer dan 90 procent van de Braziliaanse auto’s hebben een ‘flex-fuel’ motor die zowel op biobrandstof als op benzine kan lopen. Maar bovenal werd in 2007 voor de Braziliaanse kust het grootste onontgonnen olie- en gasveld ter wereld gevonden. Met een geschatte omvang van 80
In een notendop Brazilië beslaat met 8,5 miljoen vierkante kilometer bijna de helft van het ZuidAmerikaanse continent. Alleen Rusland, Canada, de Verenigde Staten en China zijn groter. Het land telt bijna 200 miljoen inwoners, grotendeels afstammelingen van Europese kolonisten en Afrikaanse slaven. Ongeveer 750.000 Brazilianen behoren tot de inheemse indianenbevolking. Zij leven voornamelijk langs de Amazone in het regenwoud. Het Portugees is de officiële taal. Het land kent een presi dentiële democratie. Van 2003 tot 2011 stond Lula da Silva aan het hoofd van een socialistische regering. In 2011 werd hij opgevolgd door Dilma Rousseff, de eerste vrouwelijke president in de geschiedenis van het land. Brasilia is vanaf 1960 de hoofdstad en regeringszetel van het land. Andere grote Braziliaanse steden zijn Rio de Janeiro en São Paulo.
april 2012
tot 100 miljard vaten is dit genoeg om Brazilië in één klap een plekje te bezorgen in de top vijf van olie-exporterende landen. Praktische problemen zijn er nog wel. Door de slechte bereikbaarheid van het veld (zevenduizend meter onder zeeniveau, afgeschermd door een dikke zoutkorst) is het nog de vraag of het op een rendabele manier te exploiteren valt. Zeker is dat de Braziliaanse oliemaatschappij Petrobras dit niet zelf kan en de expertise van westerse bedrijven nodig zal hebben. Desondanks is de uitgangspositie van Brazilië als energienatie een stuk beter dan menig aan fossiele brandstoffen verslaafd westers land. Al was het maar omdat het land grotendeels in zijn eigen energiebehoefte kan voorzien door gebruik van hernieuwbare bronnen: 80 procent van de Braziliaanse elektriciteit wordt opgewekt door waterkrachtcentrales.
Op het vlak van de liberalisering van de economie heeft Brazilië de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet. Dat betaalt zich onder meer uit door een sterke verbetering van de concurrentiekracht. In 2009 maakte Brazilië van alle landen de grootste sprong in de Global Competitiveness Index van het World Economic Forum. Met een sprong van acht plekken over vleugelde het Rusland voor het eerst. In 2011 heeft Brazilië ook India achter zich gelaten in concurrentievermogen. Neemt niet weg dat er nog veel ruimte voor verbetering is: Brazilië staat momenteel op plek 53 in de index, terwijl BRIC-kampioen China plek 26 inneemt. Daarbij speelt de sterke munteenheid, de real, Brazilië parten. De dure munt zet een stevige rem op de export, waarvan bedrijven op de globale markt de dupe zijn. Dit kleurt ook de ChineesBraziliaanse verhoudingen. De kunstmatig ondergewaardeerde yuan zorgt ervoor dat
Eén op de drie Brazilianen werkt in de landbouw
Brazilië – net als de rest van de wereld – wordt overspoeld door goedkope, Chinese producten. De lokale maakindustrie lijdt hieronder. Tegelijkertijd is het Aziatische land Brazilië ’s belangrijkste handelspartner en een gretige afnemer van zijn grondstoffen. Hierdoor ligt het opwerpen van barrières tegen de Chinese exportmachine politiek zeer gevoelig. Inflatiespook Export is niet de enige uitdaging waarmee Brazilië zich geconfronteerd ziet. Het jaar 2010 was weliswaar een economisch topjaar met een recordgroei van 7,5 procent, vorig jaar zakte dit - mede onder invloed van de aanhoudende economische malaise in Europa en de Verenigde Staten - terug tot 2,9 procent in combinatie met een stevige inflatie van ruim 6 procent. Het bedwingen van dit inflatiespook was dan ook topprioriteit voor de nieuwe regering van presidente Dilma Rousseff. Tot op zekere hoogte is dit gelukt: door stevig ingrijpen van de centrale bank met renteverhogingen is sinds halverwege vorig jaar de prijsdruk gedaald. Zodoende ziet het plaatje voor 2012 er beter uit, aldus Deutsche Bank dat voor 2012 een gemid delde inflatie van 5,1 procent verwacht. Nog altijd aan de hoge kant, maar acceptabel. Wel heeft de hoge Braziliaanse rente van meer dan 12 procent een enorme toevlucht van kapi taal uit Europa en de Verenigde Staten (met een historisch lage rente) tot gevolg gehad. De banken hebben dit geld weer uitgezet in de vorm van consumentenkredieten, een verdere voedingsbodem voor inflatie. Voeg daarbij de historisch lage werkloosheid (5,5 procent in januari 2012) met bijbehorende loonstijgingen en het is zonne klaar dat het beheersen van de inflatie voor de Braziliaanse regering prioriteit blijft. Een lastige balanceer-act waarbij het zaak is prijsstijgingen te drukken met harde en verkrappende maatregelen. Maar ook weer niet zo hard dat de economische groei de nek wordt omgedraaid.
Een ander risico voor de Braziliaanse economie is het inzakken van de Chinese, binnenlandse markt. Dit zou een opdoffer betekenen voor de export naar dit Aziatische land, goed voor
staalmagazine 13
Brazilië heeft nog een andere belangrijke troefkaart in de handen: de potentie om uit te groeien tot een energiereus
16,9 procent van de totale Braziliaanse uitvoer. Ter vergelijking: tegen 10,6 procent voor de Verenigde Staten. En dan is het nog maar de vraag of Europese banken hun uitstaande leningen in Brazilië wel zullen verlengen, nu de kapitaaleisen strenger zijn geworden. WK en Olympische Spelen Ondanks deze uitdagingen en risico’s is de consensus onder de analisten dat de vooruit zichten voor Brazilië op de lange termijn bijzonder gunstig zijn. Brazilië’s grondstoffen rijkdom in combinatie met de potentie om tot een energiesupermacht uit te groeien, leggen een stevige basis voor de toekomst. Daarbij profiteert het land bovendien van een even wichtige economische structuur. Waar India en China het vooral moeten hebben van de export van hun goedkope maakindustrie en
Ruslands groei vooral is gebaseerd op olie- en gasrijkdommen, combineert Brazilië het beste van deze twee werelden. Na de Braziliaanse slowdown van 2011 zien analisten in 2012 tekenen van herstel. Naar verwachting zal de economie in 2013 stevig opveren - met een geprojecteerde groei tussen de 4,0 procent (IMF) en 4,5 procent (J.P. Morgan). En dan hebben we nog niet over de economic spillover van het WK Voetbal dat in 2014 in Brazilië wordt gehouden, in 2016 gevolgd door de Olympische Spelen. Nog belangrijker dan de nieuwe snelwegen en banen die deze evenementen opleveren, is de bevestiging van de nieuwe status van Brazilië die eruit spreekt: Brazilië is één van de grootste economieën ter wereld. En dat mag de rest van de wereld zien ook.
Beleggen in Brazilië Staalbankiers belegt voor haar cliënten in Braziliaanse bedrijven. Dit gebeurt via beleggingsfondsen die zich wereldwijd specialiseren in opkomende markten en altijd als onderdeel van een uitgebalanceerde beleggingsstrategie met oog voor risicospreiding. Wilt u meer weten over beleggen in Brazilië of andere opkomende economieën? Vraag uw private banker, beleggingsadviseur of vermogensbeheerder naar de mogelijkheden.
14
april 2012
Gespot voor u!
Onderweg en toch op kantoor
E
In deze rubriek aandacht voor bedrijven en interessante initiatieven van cliënten van Staalbankiers.
Me and My bag
E
r zijn weinig vrouwen die niet van tassen houden. Patricia Boer en Maaike Romein begrijpen dat als geen ander. Zij vonden elkaar langs de lijn, tijdens de voetbalwedstrijden van hun zoons. Beiden zijn bekend met ondernemen en de mode en droomden al jaren van een fashionwinkel in hun eigen stad Woerden. Die is er nu. Me & My verkoopt damestassen en schoenen uit het midden tot het hogere segment. De dames hebben breed ingezet op de collecties van onder andere SMAAK, Liebeskind, Abro, ToscaBlu en Tov Essentials. Samen vormen de collecties mooie combinaties van tas en schoen. De bijpassende sjaals van Liebeskind en Plomo o Plata en de sieraden van Exoal en Yoell maken het plaatje compleet. Met de verkoop van sieraden van Yoell ondersteunt Me & My ondernemende vrouwen in Zuid-Afrika.
Waarom Woerden? In Woerden is het prettig winkelen en komen steeds meer kleine speciaalwinkels waar goede service belangrijk is. Patricia en Maaike vinden het contact met klanten enorm belangrijk. En een leren tas moet je kunnen zien en voelen voor je die koopt. Me & My, Jan de Bakkerstraat 12, Woerden, www.me-my.nl
Trendwatching in Oosterbeek
D
e Mobile Solution Group (MSG) maakt software op maat voor mobiele werkplekken. Dat kan de werkplek van uw werknemers zijn die in de buitendienst werken. Maar ook voor uzelf kan hun maatwerk een uitkomst zijn, als u vaak onderweg bent. Voor iedereen die zich voor zijn werk beweegt, heeft MSG een mobiele oplossing. Voor het verwerken van informatie bij onder houdswerkzaamheden, voor het op afstand registreren van uren in een administratie programma, om mail of bestanden op de eigen server te bereiken: waar u ook bent, u kunt bij uw gegevens. Daarvoor maakt MSG met ongeveer vijftig medewerkers software op maat, afgestemd op de wensen van de klant. Altijd innovatief en bijzonder gebruiksvriendelijk. Directeur Maurice Tijs: “In eenvoudige stappen legt de gebruiker de link met zijn kantoor. Die link loopt via ons eigen cloud-systeem. Zo kan iedereen met een laptop, pda, Black Berry of smartphone op afstand, toch op kantoor zijn. Dat kan veel tijd en geld schelen.”
Meer informatie
[email protected] of www.msg.nl
en Staal-Design event en een beleving om niet te vergeten. Kantoor Oosterbeek nodigde op 14 maart haar cliënten uit voor een avondje design en woontrends. Spreker was Alex Speelman, inte rieurarchitect en trendwatcher. Plaats van handeling: de stijlvolle locatie waar Prades Interior Concepts in huist. Interieur ontwerper Theodoor, ofwel Theodoor Willemsen, is de man achter deze onderneming. Ooit begon hij als bloemist in Ooster beek, langzaamaan is hij helemaal overgestapt naar interieurdesign. Theodoor’s stijl: avontuurlijk, een combinatie van oud en nieuw en natuurlijke materialen. En altijd
gecombineerd met groen, want planten krijgen in al zijn interieurontwerpen een plek. De goedbezochte en onderhoudende designavond werd afgesloten op het kantoor van Staalbankiers in Oosterbeek. Waar nog lang werd nagepraat over woontrends en andere toekomstverwachtingen.
staalmagazine 15
Geïnteresseerd geraakt in Prades Interior Concepts of Theodoor Interior Design? www.koningsallee.nl. Informatie over Alex Speelman via www.bece.com
Chocoladekunst
W
ie in Alkmaar Dobla zegt, denkt chocolade. Het van oorsprong Noord-Hollandse familiebedrijf is gespe cialiseerd in chocolade. Topchefs en patissiers over de hele wereld werken met Dobla-chocolade decoraties voor de finishing touch van hun desserts en taarten. In Alkmaar, de stad waar oprichters Jan Willem Dontje en zijn vrouw Gré Blank (vandaar de naam Dobla) in 1950 een bakkerij begonnen, heeft Dobla afgelopen juli de deuren van een een pilot-store geopend. In het prachtige pand met een design interieur, tref je het werk van ware chocoladekunstenaars aan. Het is alles chocolade wat er blinkt. Maar Dobla ver koopt ook taarten, fijne patisserie en Valrhona bonbons. De amateurpatissier kan er terecht voor chocoladedecoraties, om thuis zijn eigen taarten mee te versieren. In het weekend is er regelmatig een chef aan het werk in de winkel. Wie ter plekke trek krijgt in al deze heerlijkheden, kiest een taartje uit en kan gaan zitten met een kopje koffie of thee. Het patisserieconcept dat je in België en Frankrijk vaker ziet. En waar Alkmaar inmiddels ook voor 'gesmolten' is.
Dobla-store, hoek Mient en Waagplein, Alkmaar, www. doblastore.nl
Alternatief beleggen
16
Bijna duizend mensen Betaalden mee aan dit kunstwerk
Je bent beginnend onder nemer of een creatieveling met een briljant idee, maar de bank geeft geen krediet. Vroeger betekende dat einde verhaal, nu zoek je finan ciering bij particulieren. Crowdfunding heet dat in goed Nederlands. tekst Sebastiaan van der Lubben fotografie en kunstwerk Joshua Harker
238,4
miljoen dollar zou de Amerikaanse crowdfunding site Fundly.com vorig jaar hebben ingezameld en haar Britse evenknie Zopa acht miljoen – in de eerste maand van het jaar alleen al. Niet voor zichzelf, maar voor alle deelnemers die via de sites hun project pitchen en er investeerders voor zoeken. Want meer is crowdfunding eigen lijk niet: presenteer je plan, zoek er mensen bij die hun portemonnee willen trekken en als er genoeg geld is, voer je het plan uit. Noem het microkrediet voor niet-ontwikkelingslanden. Of alternatief beleggen. In werkkapitaal voor een kaas- en delicatessenonderneming of in de opstartkosten voor een woonvorm voor verstandelijk gehandicapten.
Sinds 3 februari van dit jaar bestaat in Neder land de mogelijkheid om te investeren in derge lijke projecten. Met goedkeuring en onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Op de website Geldvoorelkaar.nl kunnen investeerders direct en zonder tussenkomst van een bank investeren in projecten van particu lieren, ondernemingen en starters. Een initiatief van Martijn van Schelven en Edwin Adams – beide voormalig directeur en franchisenemer van de ING Bank. En succesvol. In de korte tijd dat de site in de lucht is, is er al ruim een half miljoen euro geïnvesteerd. De rendementen op die investeringen zijn interessant – tussen de 7 en 13 procent is eerder regel dan uitzondering. Crowdfunding is niet nieuw. Investeren in projecten van particulieren is zo oud als het
april 2012
geld zelf. Wel nieuw is de schaal en het gemak waarmee dat tegenwoordig kan. Internet en sociale media spelen een belangrijke rol hierbij: ze brengen razendsnel vraag en aanbod van kapitaal bij elkaar. Bij Geldvoorelkaar.nl kan dat tegen relatief lage kosten: 75 euro plaats ingskosten, 12 euro jaarlijkse administratie kosten gedurende de looptijd van de lening en 0,9 procent bemiddelingskosten over de hoofdsom van de lening. Wie wil investeren, betaalt ook 0,9 procent, maar dan over de totale investeringssom. Aanleiding voor het oprichten van Geldvoorelkaar.nl: banken geven vaak niet thuis voor financiering van ideeën uit middenen kleinbedrijven. De bedragen zijn te klein, de kosten voor het uitgekeerde krediet te hoog. Dus zien ze ervan af. En dat is doodzonde, vindt Martijn van Schelven, bedenker van Geldvoorelkaar.nl.
elk project dat ze door anderen willen laten financieren een thermometer in de markt en de onderneming.
Ambassadeurs “Een lening van een ton is uit commercieel oogpunt voor banken niet erg interessant. Daardoor gaan wel veel initiatieven van onder nemers en particulieren, innovaties en startups verloren.” Tot een omzet van twee miljoen euro per jaar voorziet crowdfunding dan ook in een behoefte aan krediet. En particulieren met vermogen zoeken nog wel eens een plek voor hun geld. Wie wil sparen (laag rendement), beleggen (meer risico) of zijn geld op een deposito wil zetten (lange termijn), kan daarvoor kiezen. “Ons rendement ligt voor tachtig procent van de investeringen op acht, negen procent gemiddeld”, claimt Van Schelven. “Met uit schieters naar boven en beneden, uiteraard.”
Dus: zoek je geld voor de financiering van een leasebedrijfje in elektrische scooters of de aanschaf van hard- en software voor een eigen onderneming? Vraag het je publiek. Naast Geldvoorelkaar.nl, zijn er ook ideëlere platforms op internet: voor documentairemakers, journa listen en schrijvers, kunstenaars. Ze spreken allemaal, vanuit hun niche, het publiek aan om voor goed omschreven projecten de porte monnee te trekken.
Crowdfunding koppelt niet alleen vermogen aan krediet, de beleggingen hebben ook een commercieel extraatje. Wie in een ondernemer investeert, is potentiële klant of in ieder geval ambassadeur van het idee waar zijn geld in zit. Van Schelven: “Kredietverstrekking bij een bank gaat in betrekkelijke anonimiteit, bij crowdfunding zijn mensen veel directer betrok ken bij hun investeringen. Dat maakt mijn werk dynamisch. Ik koppel vraag en aanbod aan elkaar en zoek voortdurend naar een match tussen beide.” En Geldvoorelkaar.nl steekt met
Wie zijn idee pitcht en de handen hiervoor op elkaar krijgt (lees: de particuliere geldschieters stromen toe), heeft waarschijnlijk goud in handen. Van Schelven ziet daarom in de toe komst ruimte voor co-financiering van ideeën; een groot deel bij een bank, een kleiner gedeelte met crowdfunding. “De bank ‘meet’ dan het draagvlak van het idee af aan het succes van de crowdfunding en stelt daar zijn kredietvoor waarden op af.” Zo ver is het nog niet, overigens. Net zo min als de financiering van verenigingen of gemeenten. Van Schelven zit al wel aan tafel bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) om bijvoorbeeld een kredietborgstelling te onderzoeken.
Beeldhouwwerken De bekendste site voor creatievelingen zonder geld, maar met een briljant idee, is het Ameri kaanse Kickstarter – het grootste en oudste platform voor crowdfunding. De Nederlandse bedragen steken er nogal schril bij af. Een installatie in Israël om het belang van water en het verdwijnen van de Dode Zee te onder strepen, is goed voor 116.270 dollar. Op de tweede plaats eindigde het boek Designing Obama – over de rol van kunst en design tijdens de verkiezingen van president Obama in 2008. Scott Thomas bedacht deze ‘Design Campaign’ en kreeg hiervoor ruim 84 duizend dollar van particulieren. De ‘onmogelijke’ beeld houwwerken van kunstenaar Joshua Harker eindigden met ruim 77 duizend dollar op de derde plaats. Niet alleen rendabele start-ups,
staalmagazine 17
ook kunst en cultuur krijgen met crowdfunding de financiering vaak rond. Ruslandcorrespondent Goed voorbeeld doet goed volgen. In Nederland bestaat al enige tijd Nieuwspost.nl waar journalisten donateurs voor bijzondere journalistieke projecten zoeken. Deelnemers geven geld en krijgen exclusieve toegang tot de totstandkoming van een project: een boek, film of onderzoek. Geen percentages, geen deel van de opbrengst. Wel betrokkenheid. Zo kreeg internetjournalist Brenno de Winter zijn bekende onderzoek naar de OV-chipkaart meer dan volledig gefinancierd – in plaats van de gevraagde 2500 euro kreeg hij er ruim 7400. Maar ook exotischer projecten vinden geld schieters. Wat te denken van Bram van Mont foort? Hij vroeg 2500 euro om een jaar zonder internet en sociale media door te komen. En hij kreeg ze. Olaf Koens zocht als een van de eerste journalisten publiek geld om verslag te doen van de revolutie in Azerbeidzjan. De investeringen in zijn reportages over Rusland, leidden er uit eindelijk toe dat hij nu de correspondent van RTL in Rusland is. Een verdienmodel (investe ringen leiden tot rendement) is er niet – het zijn zonder uitzondering particuliere donaties aan bijzondere projecten. Risico’s Dit zijn de succesverhalen, maar natuurlijk kleven er ook risico’s aan investeren. Het is raad zaam je niet blind in een avontuur te storten. Wat te denken van de risico’s van investeren in reclame? Je kunt niet overal verstand van hebben. Geldvoorelkaar.nl brengt die risico’s in kaart door projectaanvragen te classificeren van A tot en met E: A is een heel goed haalbaar project, E is haalbaar en risicovol. Het platform staat verder onder verscherpt toezicht van de AFM. Van Schelven: “Wij waren in eerste instantie niet vergunningplichtig. Daar hebben we zelf om gevraagd.” Het duurde anderhalf jaar voordat de AFM deze vreemde eend in de kredietbijt had gereguleerd. Het sluit risico’s niet uit, de AFM eist van Geldvoorelkaar.nl wel dezelfde zorgplicht als van banken.
‘Ze noemen me de zoutkoning’
april 2012
Een neus voor handel en een flinke dosis durf, dat tekent de Brabantse ondernemer Victor van de Reijt (48) als geen ander. Opgegroeid tussen ondernemers weet deze molenaarskleinzoon alles van de handel in graan en meststoffen, maar vooral van strooizout. Beeld van een ondernemer en zijn estate planning. tekst Maureen Land fotografie Jeroen Bouman
Pionieren ~ “Ons familiebedrijf startte 150 jaar geleden met graanmolens. Het groeide uit tot een bedrijf dat graan en aanverwante agrarische producten verhandelde. Op maat verpakt en geleverd. Dertig jaar geleden specialiseerde mijn vader zich steeds meer in meststoffen, speciale mixen afgestemd op de bodemgesteldheid en het gewas. Toen mijn broer Leendert en ik het familiebedrijf in 1987 overnamen, bleek al snel dat we moesten groeien om te overleven. Die groei zat niet in Nederland, waar toen al de superheffingen en quota’s speelden. Dus gingen we de grens over, naar Duitsland. Ik stapte gewoon in mijn auto en reed erheen, op zoek naar graanhandelaren. Vaak ging ik op een berg staan om te kijken waar graansilo’s stonden. Dat is meestal in de buurt van een Bahnhof, aan een treinspoor. Ik kreeg er steeds meer een neus voor waar zich graanhandelaren bevonden en hoe ik op ze af moest stappen. Door met de handelaren een praatje te maken, breidde ik mijn afzetmarkt
uit. De eerste tien klanten zijn het moeilijkst, daarna gaat het hard. Het was pionieren. We waren de eersten die graan importeerden uit de DDR, het voormalige Oost-Duitsland, toen de graanschuur van Europa.”
Kerstavond 1999 ~ “Op een van mijn reizen door Duitsland, eind jaren negentig, viel mijn oog op strooizout. Het lag in zakjes van 25 kilo bij een coöperatie, een soort agrarische winkel. Ik zag die zakken ook bij bouwmarkten liggen. Het strooizout kwam uit een steenzoutmijn van Solvay in Duitsland. Ik dacht meteen: dat kan ik beter verpakken en dat ben ik gaan doen. Ik mocht het strooizout inkopen bij Solvay, verpakte het in ons bedrijf en leverde het op de Duitse markt aan bouwmarkten. Met een eigen verpakking per klant. Het eerste jaar was Solvay blij dat we dat deden, twee jaar later, toen we overal bij alle bouwmarkten in de schappen lagen niet meer. We pakten hun marktaandeel. Alleen Hornbach kreeg al acht scheepsvrachten voor hun 860 filialen. Ineens mochten we geen zout meer van ze kopen. Toen heb ik een zeeschip met zout uit de Dode Zee laten komen. Ik zal het nooit meer vergeten. Op kerstavond 1999 kwam er een schip met 33 duizend ton zout aan in Rotterdam. Al ons personeel werd ingezet om het zout te lossen en in zakken te verpakken. Onze magazijnen lagen helemaal vol en ineens was de winter over. Twee jaar lang hebben we op die voorraad zout gezeten. Het blokkeerde de magazijnen, we hebben het zout vele malen verplaatst. Pas in 2001 ging die voorraad op. Daarna volgden roerige zouttijden met wisselden zoutleveranciers, in Italië en Marokko. Uiteindelijk kwam ik in Chili terecht. Daar ligt een enorme woestijn vol met topkwaliteit zout. Ik liet Panamax schepen met honderdduizend ton zout aanvoeren. Die zijn zes weken onderweg, dus je moet de gok vroeg in het seizoen nemen, zoutleveringen starten al in de zomer. Ik heb drie topwinters gedraaid. Afgelopen jaar was een hamsterjaar, in mei was ik al ‘uitverkocht’. Na twee strenge winters wilde niemand meer zonder strooizout zitten. Het
staalmagazine 19
zout dat ik leverde, ligt nu nog overal ongebruikt opgeslagen.”
Knalhard ~ “Langzaamaan ben ik van de meststoffen overgestapt op het zout. Ze noemen me de zoutkoning. Strooizout draait - net als meststoffen - om logistiek. Je moet op tijd kunnen leveren. Daarvoor heb je capaciteit nodig en buffers. Het gaat om grote hoeveelheden en ingewikkelde aanbestedingen. Duitsland is verdeeld in zoutkartels. Onlangs heb ik de provincie Rheinland-Pfalz verworven, een deelstaat met vier miljoen inwoners. Drie jaar lang moet ik minimaal 175 duizend ton zout leveren. Een flink contract. Als ik duizend ton zout minder lever, hang ik aan de hoogste boom. De zouthandel in Duitsland is knalhard en loopt via advocaten. Je moet durven pokeren. In Nederland is Rijkswaterstaat mijn grootste afnemer. Twee jaar geleden, zag ik de zouttekorten in Nederland al aankomen. Ik liet in oktober een schip met zout vanuit Chili naar de haven van Terneuzen komen. Dat kwam Rijkswaterstaat ter ore; ze hadden het zout hard nodig en wilden beslag leggen op het schip. Dat kon natuurlijk juridisch niet. Ze kochten de hele voorraad in een keer op. Binnen een uur was ik tachtigduizend ton zout kwijt. Het jaar erop kon ik weer de lege voorraaddepots van Rijkswaterstaat aanvullen. Zout wordt windhandel, bij tekorten of angst voor tekorten. Er zijn veel zouthandelaars bijgekomen de afgelopen twee jaar. Maar ik ben geen eendagsvlieg en zeker geen kleintje. Er zijn nu even geen tekorten meer, de opslagplaatsen in heel Europa liggen vol met strooizout. ”
Penthouse ~ “Afgelopen augustus hebben mijn broer en ik de familiezaken gesplitst: hij de meststoffen, ik het zout. Het was het moment om de financiën te herzien. Ik ben nu zakelijk min of meer een vrij man. Werken voor het geld hoef ik niet meer. Vandaar dat ik mijn estate planning wilde
20
april 2012
staalmagazine 21
de Golfavonturen van Robert-jan Derksen
Derksen in Dubai
“Mijn werk is mijn hobby. Hoe meer circus, hoe mooier ik het vind” Victor van de Reijt
ACHTERGROND Van de Reijt Meststoffen (omzet 145 miljoen) is een groothandel in meststoffen. Het bedrijf is marktleider in West-Europa. De kracht van Van de Reijt zit in de logistiek en de snelheid waarmee ze grote hoeveelheden kunnen leveren. Voor het aanvoeren, opslaan, mengen, verpakken en distribueren van meststoffen - en strooizout - bezit de onderneming een uitgebreid netwerk aan opslagplaatsen in verschillende Europese landen. Het bedrijf ligt in Breda aan de rivier de Mark, waar schepen bulk lossen. Zeecontainers voor de overzeese markten; binnenschepen voor de Benelux en Duitsland. Bij Van der Reijt Meststoffen werken circa 55 mensen.
aanpakken. Om iets meer van mijn vrije tijd te genieten, heb ik afgelopen zomer een penthouse in de buurt van Marbella gekocht, via Azur Assistance. Zo kwam ik bij Staalbankiers terecht. Ik heb hen verteld wat ik wil: mijn verdiende vermogen moet wel enigszins renderen, maar moet zeker ook het vermogen blijven. Geen speculatief handelen met het risico dat het de helft minder waard wordt. Een defensief beleid wilde ik en dat biedt Staalbankiers met MAO (Multi Asset Optimalization). Ze hebben een uitstekende financiële langetermijnplanning gemaakt met gespreide beleggingen en een zo min mogelijk risico. Hun verstand van zaken gaf mij een goed gevoel. In zaken werk ik ook zo, pas als iets goed voelt, stap ik erin.”
Penthouse ~ “Weet je dat zout wel veertienduizend verwerkingsmogelijkheden heeft? Zout zit in levensmiddelen, maar ook in cosmetica
producten. Zout wordt gebruikt in de chemische industrie bij elektrolyse, voor waterontharding en ook als schoonmaakmiddel. Laatst kwam er een man mijn zwembad reinigen, hij strooide zakjes met poeder in het water. Dat poeder bleek zout, in mijn zwembad alleen al ging driehonderd kilo. Ik heb hem gevraagd of hij tegen een gouden prijsje zijn eigen private label zwembadzout wil. ‘Doe maar een camion’ , was zijn antwoord. Een praatje bij het zwembad en twee zwembadbedrijven nemen mijn zout nu al af. En er zijn heel veel zwembaden in België. Als ik ooit stop met ondernemen, wil ik wel anderen adviseren. Wat ik mijn dochter en de kinderen van mijn vriendin aan advies nu al geef: als je later iets wilt worden, doe waar je schik in hebt. Dat heb ik ook gedaan. Van mijn vader hoefden mijn broer Leendert en ik het bedrijf niet over te nemen, maar we wilden het zelf en we zijn er gekomen. Door hard te werken, door over de grenzen te kijken en te innoveren. Ik ben geen workaholic. Mijn werk is mijn hobby. Hoe meer circus, hoe mooier ik het vind. ”
V
ier gelukkige golfers vertrokken begin februari naar Dubai. Het waren de winnaars van het in september gehouden golftoernooi ‘Road to Dubai’, georganiseerd door alle sponsoren van Robert-Jan Derksen op Het Rijk van Nijmegen. opgetogen De prijswinnaars mochten mee met Derksen om hem te zien golfen tijdens de Omega Dubai Desert Classic 2012. Bovendien konden ze hem steunen en met hem meelopen tijdens de flight. En dat alles op een van de mooiste golfbanen van de wereld. Niet alleen de winnaars, ook Robert-Jan Derksen ging opgetogen naar Dubai. De Emirates Golf Club blijft een geliefde plek voor de golfer, omdat hij daar negen jaar eerder de Dubai Desert Classic won als speler van
Derksens supporters en winnaars van de Road to Dubai.
Robert-Jan Derksen en de winnaars van ‘Road tot Dubai’ waren vier dagen lang in Dubai, stad van wolkenkrabbers, zand en schitterende golfcourts. Korte impressie van een golfklassieker in de woestijn.
de European Tour. Een bijzondere overwinning voor Derksen omdat het zijn eerste grote overwinning als professional was. Hole 13 Het was gelijk hard werken voor Derksen op dag één van de Classic. Bij hole dertien had hij wat pech. Daar kwam de bal na een slag in een zandig stuk van de baan terecht. Die was vervolgens onvindbaar en werd als vermist genoteerd. Later bleek dat een bezoeker de bal had opgeraapt en meegenomen. twee slagen Ondanks dat Derksen de tweede dag goed speelde, was het kwaad al geschied tijdens de eerste ronde van het toernooi: hij miste op twee slagen de cut. Derksen eindigde deze golfklassieker in de woestijn als 87e met een score van 77 en 68, 1 boven par. Ondanks deze tegenslag ging Derksen toch positief door naar Delhi, zijn volgende toernooi.
het keerpunt zoetigheid. Kinderen groeien daarmee op; op iedere school is wel een zoetkraampje te vinden. Tel daarbij op dat de hygiënische omstandigheden niet optimaal ontwikkeld zijn, en je hebt een probleem. Van ‘t Veld: “Tandheelkunde is een ondergeschoven kindje. Als je kiespijn hebt, laat je wat trekken, dat is de oplossing.” Ondertussen had hij natuurlijk al lang om zich heen gezien dat bruine tanden geen uitzondering waren. Tandsteen, afgebroken kiezen, abcessen, het zijn veelvoorkomende problemen die duiden op een slechte verzorging. “Ik heb kinderen gezien bij wie het pus langs de mondhoeken liep. Misbruikte kinderen, ontdekte ik later. Die verzorgen zichzelf nog slechter dan de rest.”
‘Die lachende bekkies, daar doe je het voor’ Huub van ’t Veld (63) heeft een niet te weerstane drang: kinderen op Lombok leren tandenpoetsen. In 2005 verkocht hij zijn goedlopende tandartsenpraktijk om de handen vrij te hebben voor stichting Dental Development Foundation Indonesia. tekst Galiëne Gerritsen fotografie Stichting DDFI
J
e zult Huub van ’t Veld niet gauw op z’n handen zien zitten. Hoewel? Als tandarts bouwde hij in dertig jaar een praktijk op in Westervoort met op het hoogtepunt ruim vierduizend patiënten en vier behandelkamers. Maar op een vakantie in Indonesië ging de knop om. “Het voelde als thuiskomen: de geuren van dat land, de warmte, het tempo van het leven. Ik ben daar lang niet zo prestatiegericht als hier.” Toen sprak zijn vrouw de gevleugelde woorden: “Ik zou hier wel een tweede huisje willen hebben.”
verschoof het doel. “Wekenlang op een ligstoel onder een palmboom liggen en boekjes lezen, bleek niets voor mij. Ik bedacht: wat zou ik hier nog meer kunnen betekenen?” Die gedachte was de aanzet tot het werk van de stichting Dental Development Foundation Indonesia (DDFI): een initiatief om de tandheelkundige verzorging op Lombok naar een hoger plan te tillen. Hoe? Door er werkvakanties te organiseren voor professionele tandartsen en assistenten die zich vrijwillig inzetten voor de mondverzorging van schoolkinderen.
Met dezelfde daadkracht waarmee Van ‘t Veld zijn praktijk in Nederland tot een succes had gemaakt, pakte hij nu zijn vakantiehuisproject op Lombok aan. Maar gaandeweg het bouwen
ZOETIGHEID De vraag die Van ‘t Veld zichzelf stelde, borrelde niet zomaar in hem op. Op Lombok (maar ook in de rest van Indonesië) eten mensen veel
Kiezen trekken Voor de plaatselijke gezondheidsdienst schreef Van ‘t Veld – op z’n Hollands – een rapport met probleemstelling en aanbevelingen. Ongeveer gelijktijdig liep hij bij toeval collega-tandarts Leo Sluimers tegen het lijf, ook op vakantie in Lombok. Leo was uit ander hout gesneden: een tandartskoffer met tangen en verdovingsmateriaal hoorde bij zijn handbagage. Daarmee assisteerde hij de plaatselijke tandarts in de puskesmas (een centrum voor gezond heidsdiensten). Het werd het begin van een hechte samenwerking. Op de motor vertrokken de twee Hollanders, de tandartskoffer tussen hen ingeklemd, naar onherbergzame dorpjes om lokale tandartsen bij te staan. De omroeper ging voor hen uit, binnen een paar uur stond er een lange wachtrij voor het plaatselijke gezondheidscentrum. “In die beginfase werkten we zo’n anderhalve week, of tot de verdovings vloeistof op was. Kiezen trekken, pijn bestrijden, oplappen wat je oplappen kon.” Op aandringen van de lokale gezondheidsdienst startten Van ’t Veld en Sluimers in 2004 een pilot op twee basisscholen op Lombok. Ze gaven 1200 kinderen poetsinstructies, voedingsadvies en een mondinspectie. De ergste gevallen behan delden ze ter plekke. Alle kinderen kregen een eigen tandenborstel mee naar huis, gesponsord door de Rotary. Dit werk moest een vervolg krijgen, voelde Van ‘t Veld aan alles.
april 2012
Ondertussen nam de druk in zijn tandartsen praktijk in Westervoort toe. Voor zijn specia lisatie Implantologie had hij weinig tijd en ruimte. De stichting die hij ondertussen had opgericht, eiste ook zijn aandacht op. Toen nam hij een moeilijk besluit: na tweeëndertig jaar verkocht Van ’t Veld de praktijk. Bij zijn afscheid liep half Westervoort uit. Hij schudde 2100 handjes. En zamelde en passant 14.000 euro in waarmee hij nieuwe apparatuur kon kopen voor de tandartsenpraktijk in Lombok. WACHTLIJST Naast het tweede huis dat Van ’t Veld voor zichzelf liet bouwen op Lombok heeft hij inmiddels ook drie vakantievilla’s neergezet. Daarin logeren de tandartsen en hun assistenten voor wie hij jaarlijks een werkvakantie organi seert. De professionals gaan mee op vrijwillige basis en voor eigen kosten. Ze leggen hun prak tijk twee weken stil, nemen eigen materiaal en handschoenen mee en werken in soms lastige condities: in de hitte en met huilende kinderen.
staalmagazine 23
Toch is er een wachtlijst van gegadigden voor zijn project. Van ’t Veld: “Dit doe je als tandarts niet alleen maar voor de lol. Je doet het voor de kinderen. De meesten zijn doodsbenauwd voor de verdoving, maar als ze van de pijn af zijn, spelen ze na een kwartier weer buiten. De lachende bekkies, die vergeet je niet zo gauw. Daar doe je het voor.” Nu de stichting zeven jaar actief is in Lombok en Van ’t Veld soms terugkomt op plaatsen waar hij eerder scholen heeft bezocht, ziet hij het blijvende resultaat: minder cariës dankzij de poetsinstructies, en ook minder abcessen. En, heel bijzonder: de meeste kinderen hebben nog steeds een tandenborstel. “De voorlichting heeft dat gedrag beïnvloed. Daar ben ik dank baar voor; ook op lange termijn heeft dit werk dus effect.”
DDFI De DDFI is afhankelijk van particuliere bijdragen om hun werk op Lombok te kunnen voortzetten. www.ddfi.in
“Alle kinderen kregen hun eigen tandenborstel mee naar huis”
HUUB VAN T VELD
24
economie
RATINGBureau's onder de loep Nooit eerder hebben zoveel mensen van ratingbureaus gehoord als in het afgelopen jaar. En nooit eerder leidden diezelfde ratings, ofwel beoordelingen van de krediet waardigheid, tot zoveel headlines en breaking news. Veel mensen menen dat de invloed van de ratings wordt overschat.
Bureau, opgericht. Dat volgde indertijd de vijfhonderd grootste Amerikaanse bedrijven op de beurs: de S&P 500. Na enige tijd ging S&P –in opdracht van banken - ook de kredietwaardigheid van financiële instellingen, financiële producten en overheden in kaart brengen. Dit ‘raten’ ging een steeds grotere rol spelen op de zakelijke markt. Instel lingen kwamen er namelijk zelf niet meer toe om de eigen kredietwaardigheid te onderzoeken en besteedden dit uit, onder anderen aan S&P. Daarnaast werden ratings meer en meer een instrument bij de bepaling van de krediet waardigheid van financiële producten: met een goede rating heb je méér succes op de kapitaalmarkt. Voor de ratings hanteert S&P een model van hoofdletters, aangevuld met min en plus. Triple-A of AAA is het hoogst haalbare, met een enkele D ben je failliet.
tekst René Lamers fotografie Gettyimages
E
en kredietrating ofwel een rating is een oordeel over de kredietwaardigheid van een land of een uitgevende instelling, zoals een bank of bedrijf. Griekenland heeft een C-rating, nog net niet de laagst mogelijke status. Nederland heeft nog de AAA of triple-A status, Frankrijk niet meer. De Verenigde Staten horen volgens veel economen eigenlijk geen AAA-rating te hebben, maar hebben die wel. Zelfs mensen die niets met economie en financiën hebben, volgen sinds vorig jaar ratings als ware het voetbaluitslagen. Dat hadden de drie bekendste ratingsbureaus (Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch) bij hun oprichting, meer dan honderd jaar geleden, nooit kunnen voorzien. 500 Het oudste ratingbureau is Standard & Poor’s: in 1906 werd één van zijn voorlopers, het Standard Statistics
De grote concurrent van S&P is Moody’s, in 1909 opgericht door John Moody. Het bureau is behoudender dan S&P en stelt zijn ratings minder frequent bij. Het ratingmodel van Moody’s wijkt in annotatie iets af van dat van S&P. Ze gebruiken een combinatie van hoofdletters en kleine letters; Aaa is het hoogst, D het laagst. Derde grote ratingbureau is Fitch, in 1913 opgericht door John Knowles Fitch. Fitch is de laatste jaren sterk in opkomst. Het onderscheidt zich door meer genuanceerde ratings. Het bureau hanteert voor zijn ratings dezelfde notering als S&P. Oordeel ‘De grote drie’ nemen samen meer dan negentig procent van wereldmarkt voor hun rekening. Er zijn echter veel meer ratingbureaus, zoals de Japan Credit Rating Agency (JCRA), of het Duitse Euler Hermes, dat zich heeft gespecialiseerd in een niche in de markt. Ook China maakt gebruik van een eigen ratingbureau, omdat het de ratings van de grote drie te positief vindt voor Amerikaanse leningen.
april 2012
staalmagazine 25
Hoewel de Europese Unie wel een gezamenlijke munt en stabilisatiefonds heeft, bestaat er nog geen eurozone-breed ratingbureau. De eurolanden samen vormen een factor van belang, maar afzonderlijk zijn ze te klein om een grote rol
‘Het braafste jongetje van de klas’, zoals Nederland wel eens wordt genoemd, voldoet eigenlijk niet aan de Europese begrotingsregels te kunnen spelen. Er gaan steeds meer stemmen op om een Europees ratingbureau op te richten. Dat komt mede omdat de EU, net als China, de ratings van de grote drie niet altijd evenwichtig en soms politiek ingegeven vindt. De Verenigde Staten komen er met een AAA-rating genadig vanaf, terwijl hun financiële situatie niet ijzersterk is. Alleen Standard & Poor’s heeft de VS bijgesteld naar AA+. Geen enkele rating kan objectief zijn: het is een oordeel over de kredietwaardigheid van een land, een onderneming, een bank of een financieel product (bijvoorbeeld een belegging of een lening). Ratingbureaus geven ongevraagd ratings af, maar ook in opdracht van bedrijven. S&P, Moody’s en Fitch hebben voornamelijk in de Verenigde Staten hun klanten, en in mindere mate in de rest van de wereld. Ze zijn er uiteraard bij gebaat dat hun opdrachtgevers tevreden zijn over hun ratings. Gezag Bij het beoordelen van een land of een financiële instelling zal het ratingbureau financiële data onderzoeken en bekijken in hoeverre de leningen terugbetaald kunnen worden. Grotendeels is dit een invuloefening gebaseerd op cijfers, maar gedeeltelijk is het een interpretatie, een inschatting van risicofactoren. Ratingbureaus spelen vanouds een prominente rol in de financiële wereld. Hun ratings of kredietbeoordelingen worden door beleggers gebruikt als maatstaf voor de kwaliteit van een belegging. Hoe hoger de rating, hoe beter de kwaliteit en hoe geringer het risico dat een uitgevende instelling niet aan zijn aflossingsverplichting kan voldoen. De hoogte van de rating heeft betrekking op het algemene vermogen van een instelling tot terugbetaling van opgenomen middelen (bijvoorbeeld obligatieleningen), maar ook op een specifiek financieel instrument uitgegeven door diezelfde instelling.
26
april 2012
Aan dergelijke ratings wordt officieel gezag toegekend. Zo valt bijvoorbeeld in artikel 2 lid 2 van de Wet financiering decentrale overheden (Fido) in combinatie met artikel 2 lid 2 van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) te lezen dat wanneer decentrale over heden middelen uitzetten dan wel waardepapieren kopen, de betrokken financiële instelling ten minste over een A-rating dient te beschikken. Door deze minimumeis te stellen is ook de collectieve kredietwaardigheid van decentrale overheden gewaarborgd. Dat er tijdens de huidige crisis ineens een brede belangstelling is voor de ratings, is logisch: het raakt mensen direct. Daalt de rating van een land, dan stijgt de rente en moeten overheden fors bezuinigen waardoor mensen
werkloos raken. De ratings beïnvloeden anno 2012 het consumentenvertrouwen en dus de economie. Dat is de reden waarom de kranten er bol van staan en politici de ratings nauwgezet volgen. Relativiteit Ratings hebben dus een psychologische invloed, die vele malen groter kan zijn dan hun werkelijke invloed. Toen Italië in oktober 2011 bij Moody’s in rating terugviel van Aa2 naar A2, werd gevreesd dat de rente op Italiaanse staatsleningen zou stijgen tot meer dan zeven procent. Dat is een kritieke grens, erboven kun je je schulden nog moeilijk herfinancieren. De rente op de Italiaanse staatslening lag even rond de
7,5 procent, maar is dankzij maatregelen van zakenkabinetMonti snel gedaald tot minder dan 5,0 procent. Dat kan omdat de financiële markten de feitelijke situatie sneller en beter kunnen schatten dan de ratings de situatie kunnen relativeren. De traagheid waarmee S&P, Moody’s en Fitch hun ratings bijstellen, werkt de relativiteit ervan in de hand.
Daar komt bij, niet de ratingbureaus bepalen de rente, maar de financiële markten doen dat. Financiële instellingen staren zich niet zomaar blind op de ratings, ze beschouwen de context. Zij weten dat de grote drie ratingbureaus VS-minded zijn en ten gunste van hun Amerikaanse klanten graag vlak vóór een EU-top de spanning willen opvoeren door met nieuwe bijstellingen te komen. Dat doen ze vooral om de aandacht af te leiden van de binnenlandse kredietproblemen. Nu de Amerikaanse ratingsbureaus hierom min of meer van hun voetstuk zijn gevallen, wordt de roep om een op te richten eigen, Europees ratingbureau sterker. Ook dit bureau zal niet honderd procent objectief zijn: de lidstaten zullen aandeelhouder worden. Maar op basis van de ervaringen met de grote drie is de verwachting dat dit bureau met duidelijke criteria kwalitatief beter opgezet zal worden en daarmee transparanter, eerlijker, geloofwaardiger en consistenter te werk zal gaan.
Een gemiddeld Nederlands huishouden heeft een twee keer zo hoge schuld als elk ander Europees gezin, aangemoedigd door de hypotheekrenteaftrek Ook zal er niet elke week een bijstelling volgen, om in het nieuws te komen. Of het Europese ratingbureau er komt, is onzeker omdat de oprichtingskosten erg hoog zijn. AAA Hoe zit het met onze nationale status? Nederland lijkt voor alsnog tot een klein groepje eurolanden te behoren, dat de AAA-status (of in Moody-taal: Aaa) mag behouden, samen met Duitsland en Finland. Maar voor hoe lang nog? De Nederlandse hypotheekrenteaftrek baart de EU en het IMF zorgen. Wat als de Nederlandse economie verslechtert, wie lost dan die hypotheekschuld in? Een gemiddeld Neder lands huishouden heeft een twee keer zo hoge schuld als elk ander Europees gezin, aangemoedigd door de hypotheek renteaftrek.
DE BEKENDSTE
Kredietbeoordelaars zijn: Fitch Ratings, Moody's en Standard & Poor's. Zij zijn eind 19e eeuw ontstaan om grote beleggers meer duidelijkheid te geven over investeringen in de spoor wegen. Tegenwoordig hebben zij ongeveer 90 pro cent van de westerse markt in handen. In het verleden werden de kredietbureaus door de investeerders betaald, sinds de tweede wereldoorlog worden zij gefinancierd door de over heden en bedrijven die finan ciers willen aantrekken. De Chinese tegenhanger van deze Amerikaanse beoordelaars is Dagong Global Credit Rating. (bron: Wikipedia)
staalmagazine 27
De recente cijfers over nieuwe begrotingstegenvallers zullen extra druk op de hypotheekketel zetten. ‘Het braafste jongetje van de klas’, zoals Nederland wel eens wordt genoemd, vol doet eigenlijk niet aan de Europese begrotingsregels. Dat kan Nederland zijn AAA-status kosten. Portefeuilles Ook Staalbankiers speelt in op de veranderende positie van ratingbureaus. We zien de relativiteit van de ratings en de invloed van factoren als sectorontwikkelingen of het eco nomisch klimaat. Het gewicht van de ratings zal gaandeweg minder worden in de weging van kredietwaardigheid van landen en sectoren, al zal de omgeving rond een land of een financieel product altijd meespelen. Kredietwaardigheid beoordelen doet Staalbankiers vooral door een gestructureerde lange termijn Multi Asset benade ring. Bij de invulling van een portefeuille met vastrentende beleggingen of assets als staatsleningen en bedrijfsobligaties, is de eis investment grade of ‘goed geachte kwaliteit’ als gemiddelde rating. In de Multi Asset benadering wordt per kwartaal de allocatie of toedeling voor elke soort belegging of asset class opnieuw bepaald. In dat proces kijkt Staal bankiers telkens opnieuw naar de gewenste omvang van de gehanteerde asset class op basis van een aantal variabelen: marktkapitalisatie, volatiliteit of beweeglijkheid over langere tijd per asset class, de correlatie tussen de asset classes en het verwachte rendement per asset class. Tijdloos Uit al deze maatregelen kan dus ieder kwartaal een her schikking van de beleggingsportefeuille voortvloeien. De methodiek geeft uiteraard geen garantie dat de beleggings portefeuille niet in waarde kan dalen van tijd tot tijd. Elk beleggingsportefeuille is onderhevig aan de invloeden van de beurzen. Maar met deze ‘tijdloze’ benadering profiteert een portefeuille direct van elke opleving van de financiële markten. Dat geldt ook voor de meer defensieve portefeuilles met een laag risicoprofiel van uitgebalanceerde en gespreide beleggingen.
MEER WETEN? Mocht u over dit onderwerp met ons van gedachten willen wisselen, neem dan gerust contact op met uw bankier, beleggingsadviseur of vermogensbeheerder.
GOEDE DOELEN
28
Geven en iets terugkrijgen
april 2012
Goede doelen zouden meer moeten samenwerken, vindt directeur Theo van Loon. ‘Zijn’ Fonds verstandelijk gehandicapten fuseerde vorig jaar met het Revalidatiefonds. Op 21 april organiseren zij samen het Wandelfeest in Papendal bij Arnhem. “Geld geven en een bijzondere sportieve ervaring terugkrijgen, daar houden Nederlanders van.” tekst Saskia Klaassen fotografie Niek Voort
I
edereen moest kunnen mee doen, dat was het uitgangspunt. En dat was precies wat het Wandelfeest, dat vorig jaar voor het eerst werd georganiseerd volgens Theo van Loon tot zo’n succes maakte. “Er waren mensen in een rolstoel, er deed een grote groep verstandelijk gehandicapten mee, maar ik zag ook jonge mannen die hun vrijgezellenfeest op deze manier invulden. Juist deze mix van mensen mét en zonder beperking maakt het Wandelfeest zo bijzonder.”
Theo van Loon, waarnemend directeur en bestuurder van het Revalidatiefonds en het Fonds verstandelijk gehandicapten is trots op het evenement in Papendal. “De eerste editie van het Wandelfeest trok ruim 650 mensen, niet slecht als je van nul af aan begint.” Dit jaar, op 21 april, verwacht hij nog meer deelnemers. “Mensen willen niet meer alleen geven, ze willen ook iets doen. Dat is de reden dat steeds meer goededoelenorganisaties sportieve evenementen organiseren.” Het klinkt tegenstrijdig, geeft Van Loon toe, voor een branche waarin
alles draait om helpen. Toch is volgens hem de goededoelenwereld ‘een vechtmarkt’ geworden. “Elk jaar wordt de gids met goede doelenorganisaties dikker en de spoeling voor fondsen dunner.” Er moet dus harder worden gewerkt
voor hetzelfde resultaat. “Een professionele fondsenwerver is een must om de donateurs te bereiken.” Het Revalidatiefonds en het Fonds verstandelijk gehandicapten waren beide te klein om zo’n professional aan te trekken. Vorig jaar besloten ze hun krachten te bundelen. “De fondsen richten zich allebei op mensen met een beperking. We willen hen zo volwaardig mogelijk laten meedoen aan de samenleving.” Het resultaat van de fusie is de Stichting ‘Meedoen mogelijk maken’. “Voor de buitenwereld blijven we twee merken, met eigen fondsenwerving en besteding. We hebben elk een traditie van ruim vijftig jaar en een eigen doelgroep, dat willen we niet veranderen.
De tijd dat bekende Nederlanders zich zomaar inzetten voor een goed doel is voorbij
staalmagazine 29
30
Wandel mee Op zaterdag 21 april organiseren het Revalidatie fonds en het Fonds verstandelijk gehandicapten voor de tweede maal het Wandelfeest in Papendal bij Arnhem. Televisiepresentator Viktor Brand is ambassadeur van het evenement. Bij de start & finish staat een groot podium, waar diverse artiesten (onder wie Jeroen van der Boom) een optreden geven. Deelnemers halen sponsorgeld op voor Groen en Handicap, het kenniscentrum voor een toegankelijke natuur voor iedereen. De afstanden zijn 5, 10 of 18 kilometer, deelname kost € 9,50. Meer informatie: www.wandelfeest.nl Inschrijven kan ook op de dag zelf. Staalbankiers is sponsor van het evenement.
april 2012
Maar er is één kantoor; de medewerkers zetten zich in voor beide merken.”
sponsoren, ging vorig jaar naar rolstoelbakfietsen op campings. “Concreter kan niet.”
Alwéér gehandicapten? Goede doelen moeten volgens Van Loon veel meer samen werken. “Onderling kunnen we de verschillen wel uitleggen, maar als voor de derde of vierde keer in een jaar een collectant aan de deur komt denkt het grote publiek: alwéér gehandicapten?” Hoewel de groep donateurs redelijk stabiel is, ziet Van Loon dat het automatisme weg is om altijd aan hetzelfde goede doel te schenken. “Vroeger bleven mensen vanuit het gezin of de religie trouw aan een fonds, nu is de keuzevrijheid groter geworden.” Ook de tijd dat bekende Nederlanders zich zomaar inzetten als ambassadeur van een fonds is voorbij. “Elk jaar zijn er weer nieuwe BN’ers die een eigen fonds starten.” Donateurs zijn ook kritischer geworden. “Ze willen resultaat zien; concreet weten waaraan het geld is besteed.” Het geld van het Wandelfeest, waarbij de deelnemers zich laten
Wilskracht Van Loon werd in 2004 directeur van het Fonds verstandelijk gehandicapten. Persoonlijk heeft hij geen bijzondere band met mensen met een verstandelijke beperking, bekent hij. “Niet in de zin dat ik een familielid heb met een beperking. Maar het is
Door plotselinge ziekte neemt Van Loon tijdelijk de taken van de directeur van het Revalidatiefonds over. Ook deze doelgroep kent hij niet uit zijn naaste omgeving. “Maar het kost het me niet veel moeite om onder de indruk te raken. De wilskracht waarmee cliënten in een revalidatiecentrum oefenen om weer te kunnen lopen is indrukwekkend. Dit kan ons allemaal gebeuren, van het ene op het andere moment.”
Mensen willen niet meer alleen geven, ze willen ook iets doen. Daarom organiseren steeds meer goededoelenorganisaties sportieve evenementen een ontwapenende groep. Neem mijn voormalige buurjongen, die een licht verstandelijke beperking heeft. Sinds kort werkt hij bij ons op het secretariaat. Hij vindt dat maar niks, want hiervoor werkte hij op een veel grotere afdeling, de postkamer bij Fortis. Prachtig vind ik dat: wie het hem ook vraagt, hij is gewoon eerlijk.”
Globalisering Bij volwaardig meedoen aan de samenleving is arbeid één van de speerpunten. Juist daar ontstond de afgelopen jaren een ‘gemengd beeld’, vindt de directeur. “Lange tijd werd gezegd: als de babyboomers met pensioen gaan, hebben we iedereen nodig. Er zou een positief klimaat komen
650 mensen liepen als sponsor mee tijdens het wandelfeest van 2011. Mies Bouwman ook
De goededoelenwereld is een vechtmarkt geworden
voor mensen met een beperking. Maar door de economische crisis is de realiteit anders. Werkgevers willen mensen zo snel en optimaal mogelijk inzetten. Dat kan niet met mensen met een beperking, zij hebben meer begeleiding of meer tijd nodig.” Ontwikkelingen als de globalisering zijn volgens Van Loon bij de arbeidsmarktprognoses over het hoofd gezien. Ook het Nieuwe Werken pakt slecht uit voor zijn mensen. “Laatst was ik bij een organisatie die de kantine volledig personeelloos had gemaakt. Zelfs het afrekenen was geautomatiseerd. Maar dat zijn juist de plekken waar mensen met een beperking vaak terecht kwamen, in de catering of de ondersteuning.” Niet dat de waarnemend directeur bij de pakken gaat neerzitten. Sinds twee jaar organiseert het Revali datiefonds regelmatig een zoge heten community breakfast. Onder nemers uit de regio ontmoeten jonge mensen met een lichamelijke beperking, een groep waar ze anders misschien zelden mee in aanraking komen. “Laatst hadden we een ontbijt in Leiden, waarbij de jongeren een speeddate hadden met ondernemers. Enorm gemotiveerd zijn deze deelnemers, je ziet de ondernemers smelten. Werkgevers ervaren op zo’n moment wat deze jonge mensen kunnen en houden op te focussen op wat ze niet kunnen. Een ondernemer bood zelfs aan om óók een ontbijt te organiseren. Dat is natuurlijk een prachtig vliegwieleffect van ons initiatief.” Elftal Nederlanders geven nog steeds veel aan goede doelen. Gelukkig zijn collectes ook niet crisisgevoelig,
staalmagazine 31
THEO VAN LOON (op de bakfiets)
zegt Van Loon. Alleen collectanten zijn lastiger te vinden en bedrijven zijn minder bereid om geld te geven. “Bedrijven zijn kritischer geworden. Liever investeren ze tijd en deskundigheid.” Ook vermogen de mensen geven gerichter, bijvoor beeld in de vorm van een fonds op naam. Van Loon: “We raken uit de charitatieve sfeer, Nederlanders hebben een duidelijke voorkeur voor giften waar zij zelf iets voor terug krijgen. Kijk maar naar het succes van evenementen als Alpe d’HuZes. Fietsers halen geld op voor een goed doel maar krijgen daar zelf een bijzondere sportieve ervaring voor terug.” Profilering wordt de komende jaren heel belangrijk voor het Revalidatiefonds en Fonds ver
standelijk gehandicapten. Van Loon: “Hoe laat je zien dat hulp voor deze groep nog steeds noodzakelijk is? Dat is onze grootste opgave.” In de jaarlijkse charitasbarometer scoren zijn fondsen een stuk lager dan bijvoor beeld de Hartstichting en het KWF. “De geefbereidheid voor kanker en hart- en vaatziekten is groter. Mensen weten dat ze dit ooit zelf kunnen krijgen. Geven aan deze ziektes heeft meer urgentie.
DUBBELE INSPANNING Dezelfde noodzaak voelen Neder landers minder bij mensen met een verstandelijke beperking. Ik noem het wel de paradox van de emanci patie. Het beeld van de zielige, kwijlende en hulpbehoevende medemens is gelukkig verdwenen
en verstandelijk gehandicapten kom je overal tegen. Maar dat is tegelijk ook de reden dat mensen zeggen: waarom zou ik nog wat geven? Ze vergeten dan hoeveel inspanning er nodig is om iets ogenschijnlijk simpels als een voetbalelftal met deze kinderen te laten draaien. Dezelfde wedstrijd, maar de begeleiding, het vervoer en de veiligheid van dit team vragen een dubbele inspanning. Misschien heeft de sector te veel verzuimd die inspanning te tonen en lijkt het alsof alles vanzelf gaat. In elk geval is er onvoldoende het gevoel dat mensen met een beperking blijvend hulp nodig hebben. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat heel Nederland dat weer op het netvlies krijgt. ”
32
april 2012
Nieuwe CFO Gert-Jan Bruijnooge:
‘Een relatie is hier ook écht een relatie’
Econoom en registeraccountant Gert-Jan Bruijnooge is sinds november Chief Financial Officer (CFO) van Staalbankiers. Hij vertelt over zijn beeld van de organisatie, het belang van zelfkritiek en de reputatie van bankiers. “We maken een vrij extreme periode door.” tekst Robbert-Jan Gorgels fotografie Mark Prins
U zag al veel kanten van de financiële wereld, van de accountancy tot een grote bank als ABN Amro. Waarom kiest u nu voor een private bank?
Alle regelgeving die over de financiële wereld wordt uitgestort, geldt ook voor Staalbankiers. Met al die dynamiek krijg ik in mijn rol te maken.”
Welk beeld had u vooraf van de bank? “Ik kende Staalbankiers al als een organisatie met een loyaal en gedreven team, met de ambitie om altijd het juiste voor de cliënt te doen. Het is bovendien een gezonde bank, in termen van liquiditeit en solvabiliteit heel belangrijk, vandaag de dag. Qua rentabiliteit heeft Staalbankiers net als alle andere banken last van de storm die buiten woedt. Dat beeld is sinds ik hier werk niet veranderd. Ik kijk natuurlijk kritisch naar een aantal zaken. Werkt ons verdienmodel vandaag en in de toekomst nog goed of moeten we het aanpassen? Doen we de goede dingen? En doen we de dingen goed?”
Kunt u een voorbeeld geven? “Wij leveren iedereen een diensten- en productenpalet alsof we een grote bank zijn, terwijl het onze strategie is om de beste private bank van Nederland te zijn. We moeten ons afvragen of we dat brede palet overal en altijd willen blijven aanbieden.”
Wat is volgens u typisch Staalbankiers?
“Voor mij is dat een logische keuze. Ik heb ruim tien jaar bij KPMG gewerkt en me daarbij altijd gericht op banken en vermogensbeheerders. Vanuit die positie was ik ook een aantal jaren intensief bij Staalbankiers betrokken. Private banking is gewoon een mooi product, ik zie het als één van de leukste takken van sport binnen de bankenwereld.”
“Het is hier heel normaal dat de directie bij cliëntpresentaties iets over de bank komt vertellen. We zitten absoluut niet in een ivoren toren. Maar even typisch vond ik het optreden van de Golden Earring bij ons 95-jarig bestaan. Dan zie je hoe divers onze cliënten zijn. Er stonden niet alleen ruige rockers op het podium, er liepen er ook een paar rond die onze gast waren.”
Waarom is private banking een leuke tak van sport?
Waar is Staalbankiers goed in en waar moet de bank beter in worden?
“Enigszins gechargeerd kun je zeggen dat een grote bank aan massaproductie doet. Dat doe je bij wijze van spreken vanuit een grote fabriek. Het contact met de klant is er minimaal. Dat staat ver weg van de sfeer die bij een private bank hoort. Verder vind ik het raakvlak met effectenverkeer fascinerend. Ik volg de beurzen al vele jaren en ben echt een liefhebber. Op de financiële markten zie je de weerslag van wat er in de rest van de wereld gebeurt.”
“We zijn goed in adviseren over en het beheren van vermogen, zodanig dat het goed aansluit bij de wensen en behoeften van cliënten. Onze aandacht is sterk persoonlijk en ook continu. Bij grote banken zie je cliënten regelmatig van de ene naar de andere accountmanager verhuizen. Hier is een relatie ook écht een relatie. Staalbankiers mag beter worden in zelfkritiek. En we kunnen zeker stappen maken op IT-gebied, zoals wel voor meer banken geldt. We bezinnen ons op dit moment op onze koers. We hoeven niet klakkeloos te leveren wat andere banken leveren. Daar zit onze kracht niet.”
En waarom viel de keuze specifiek op Staalbankiers? “Staalbankiers heeft een beperkte schaalgrootte, maar is wel een zelfstandige bank met alles erop en eraan. Een eigen jaarrekening, een eigen Raad van Commissarissen, rechtstreeks onder toezicht van De Nederlandsche Bank.
staalmagazine 33
Waar hebben cliënten volgens u momenteel vooral behoefte aan? “Aan visie en een vertrouwde relatie, waar ze op kunnen
Over Gert-Jan Sinds 15 november 2011 is drs. Gert-Jan A.P. Bruijnooge RA RC als Chief Financial Officer lid van de statutaire directie van Staalbankiers. Vóór Staalbankiers was Gert-Jan werkzaam als Senior Manager Audit bij KPMG en werkte hij in verschillende functies bij ABN Amro Bank N.V. en Bank Insinger de Beaufort N.V..
34
april 2012
terugvallen. Aan een duidelijke en transparante bank die ook in roerige tijden zorgvuldig en beheerst met hun vermogen omgaat. En dat doen wij. Bovendien doen we dat op een manier die past bij hun persoonlijke doelstellingen. De ene cliënt kan een snel en hoog rendement nastreven, voor een ander kan het vermogen zijn pensioenpot zijn. Met die twee vermogens moet je uiteraard heel verschillend omgaan.”
Ziet u meer lichtpuntjes?
Welk effect heeft de aanhoudende financiële onrust van de afgelopen jaren op een organisatie als Staalbankiers?
Sinds 2008 staat ook de reputatie van bankiers onder druk. Doet dat iets met u?
“Onrust zoals we die nu meemaken, die hevig is én heel erg lang duurt, heeft uiteraard effect. We maken een vrij extreme periode door. Door de voortdurend historisch lage rentestanden komt onze rentabiliteit net als die van alle andere banken onder druk te staan. Daarnaast zijn cliënten terughoudender ten aanzien van beleggen.”
Levert deze situatie ook kansen op? “De historie wijst uit dat er altijd weer een stijgende lijn volgt op een dieptepunt. Het lijkt erop dat we zo’n dieptepunt de afgelopen twee maanden ook al gezien hebben. De AEX komt van een niveau van 200, nu staan we alweer rond de 325. Dat is toch een stijging van ruim 50 procent.”
“We hoeven niet klakkeloos te leveren wat andere banken leveren. Daar zit onze kracht niet” Gert-jan bruijnooge
“Eind 2011 zat de euro in zwaar weer. Toen bood een spaarrekening in euro’s dus ook geen uitkomst aan beleggers die honderd procent zekerheid nastreven. Wereldwijd hebben we toen wel een kapitaalvlucht waargenomen naar Australië en de Scandinavische landen, buiten de eurozone. Die onrust lijkt nu weer te zijn weggeëbd.”
“Persoonlijk doet dat me niet zo veel. Toen ik aankondigde bij Staalbankiers te gaan werken, waren er wel mensen in mijn omgeving die reageerden met ‘Jij durft!’ Maar bankiers voorzien in een behoefte, het is en blijft een vak om trots op te zijn. In het verleden zijn er inderdaad in de bankenwereld dingen gebeurd die we vandaag de dag niet meer acceptabel vinden. Risico’s ontstaan in de goede tijden en effectueren zich in de slechtere tijden. Dat zie je nu in meer branches gebeuren, bijvoorbeeld bij de woningcorporaties.”
U bent pas 42. Op jonge leeftijd doorgestoten tot de top, bent u altijd al ambitieus geweest? “Ik leg de lat altijd hoog, in ieder geval voor mezelf. Op professioneel gebied, maar ook privé en sportief. Ik geef ergens graag mijn energie aan en krijg die weer terug als ik iets weet te bereiken. Is dat ambitieus? Dat zal dan wel.”
Waar maakt u buiten het werk om hoe dan ook tijd voor vrij? “Sport. Vooral fitness en hardlopen. Ik loop wel eens een marathon. In de zomer fiets ik veel en bij voorkeur in de Alpen. Vorig jaar heb ik meegedaan met Alpe d’HuZes, voor het goede doel. Dat betekent zes keer op één dag die bekende berg, de Alpe d’Huez, op. Ik woon in Bergen op Zoom en heb Zeeuwse wortels, dus ik fiets ook graag een rondje langs de Deltawerken. Héérlijk. Verder houd ik van koken, vooral van de Franse en Italiaanse keuken. Leuk om met je handen bezig te zijn, iets te maken. Als ik indruk wil maken op gasten zet ik iets met vis op tafel, tonijntartaar of coquilles in allerlei varianten.”
Wat is het beste advies dat u ooit kreeg en van wie kreeg u het? “Eén van de partners van KPMG zei tien jaar geleden tegen me: ‘Zorg dat je niet continu op de toppen van je kunnen functioneert, maar altijd iets overhoudt voor een extra inspanning.’ Juist dán kun je de juiste dingen doen; wanneer het moment daar is.”
Ik wil dit jaar aan een goededoelenstichting schenken. Wat zijn de mogelijkheden? Giften aan een zogenoemde Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) zijn zowel privé als zake lijk fiscaal aftrekbaar. Bij een particuliere schenking zijn drie waarden bepalend voor de aftrek: de hoogte van het inkomen, de omvang van de gift en of die gift eenmalig of periodiek is. Voor ‘gewone’ giften geldt een drempel van 1 procent van uw verzamelinkomen met een plafond van 10 procent. Dat geldt niet voor lijfrentegiften met een periodieke betaling van minimaal vijf jaar. Bij grotere giften - meer dan tien procent van uw verzamelinkomen - is de lijfrentegift dus fiscaal voordeliger. Voor de DGA is het vaak ook mogelijk om vanuit zijn vennootschap te schenken. Daarvoor geldt sinds dit jaar geen drempel meer. De gift is aftrekbaar voor vennootschapsbelasting tot vijftig procent van de winst met een maximum van honderdduizend euro. Culturele giften worden dit jaar extra gestimuleerd: het bedrag van de gift kan voor berekening van de giftenaftrek met vijfentwintig procent (een multipier van 1,25) verhoogd worden. Deze verhoging mag worden toegepast over schenkingen van maximaal vijfduizend euro gedaan tot 1 januari 2017.
staalmagazine 35
Zijn er bij de oprichting van een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) meerdere aandeelhouders vereist? Voor de DGA die overtollig vermogen in de vennootschap heeft, biedt de VBI een aan trekkelijke fiscaalvriendelijke beleggingsmogelijkheid.
vraagbaak
Uw vraag ons antwoord door Kosterus Wildschut
Beleggingen in de VBI leveren door vrijstelling van vennoot schapsbelasting een hoger rendement dan in de belaste vennootschap. Een VBI realiseert u door overtollig vermogen juri disch af te splitsen naar een nieuw op te richten NV. Wel gelden een aantal voorwaarden:
Ik hoorde van het bestaan van ‘de inno vatiebox’, wanneer mag ik die gebruiken? Omdat de overheid Nederland als kennisland wil behouden, is de innovatiebox in het leven geroepen. Innovatieve ondernemers kunnen gerealiseerde innovatieve winst met slechts 5 procent laten belasten (tegen de normale 20 tot 25 procent vennootschapsbelasting). Om de innovatiebox te kunnen gebruiken, gelden een paar regels.
Zo dient uw vennootschap in het bezit te zijn van een octrooi of van een zogeheten WBSO-verklaring. De WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) is een fiscale stimuleringsregeling op loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk. Ook dienen de activiteiten innovatief genoeg te zijn. Wanneer u bijvoorbeeld zelf software heeft ontwikkeld en dat onder licentie exploiteert aan klanten, dan mag u een gedeelte van de winst laten belasten tegen het gunstige tarief in de innovatiebox.
- de VBI is een NV of een fonds voor gemene rekening; - in de VBI moet collectief worden belegd door ten minste twee aandeelhouders - in de VBI mag alleen worden belegd in erkende beleggingen. Mede-aandeelhouderschap kan onder voorwaarden worden bereikt door uitgifte van nieuwe aandelen aan bijvoorbeeld de echtgeno(o) t(e), de meerderjarige kinderen, een pensioenstichting of een ‘eigen’ goededoelenstichting.
Natuurlijk schetsen wij hier slechts richtingen. Iedere specifieke vraag heeft een antwoord op maat nodig. U weet ons te bereiken.
Mijn Droom
‘Eerst zat ik jasje-dasje in de boardroom nu drink ik koffie met de slager’
ADRESSEN KANTOREN
Regio Den Haag Lange Houtstraat 8 Postbus 327 2501 CH Den Haag Telefoon 070 310 15 10 Regio N-Holland Prinsen Bolwerk 1 Postbus 5070 2000 GB Haarlem Telefoon 023 553 59 00 Regio Midden Maliebaan 72 Postbus 13210 3507 LE Utrecht Telefoon 030 239 80 30
Henk Velders ging zijn droom achterna. Hij was organisatie adviseur, nu heeft hij zijn eigen strandtent in Scheveningen.
REGIO OOST Stationsweg 44 Postbus 272 6860 AG Oosterbeek Telefoon 026 339 65 00
tekst Maureen Land fotografie Mark Prins
“A
l jaren riep ik ‘als ik later groot ben, dan …’. Twintig jaar lang werkte ik als organisatieadviseur bij Accenture. Dat betekende: altijd onderweg en weinig thuis. Na de beursgang in 2001 werd de organisatiestructuur hiërarchischer, terwijl ik gewend was aan mijn eigen ‘toko’. Omdat ik financieel zelfstandig was, begon ‘iets anders’ steeds meer te knagen. Als ik 's avonds na mijn werk met mijn voeten in het Scheveningse zand zat, met een glaasje wijn erbij, was ik binnen een half uur ontspannen. Zo is het idee van de strandtent ontstaan. Ik kon Lekker! kopen in 2007. Het werd een family affair. Mijn vriendin en onze kinderen -toen 14 en 16 jaar
Regio Noordoost Eekwal 3 Postbus 1081 8001 BB Zwolle Telefoon 038 429 76 70
oud- werkten elk vrij uurtje mee. Dat was hard nodig. Het eerste voorjaar was het mooiste en dus drukste in twintig jaar. Er kunnen driehonderd gasten tegelijk eten hier, ga maar na. Het was een gekkenhuis. In zes weken tijd viel ik acht kilo af. We hebben het met zijn allen wel eens vervloekt, en dan druk ik me nog netjes uit. Maar spijt heb ik nooit gehad. Het mooiste moment van de dag is ’s ochtends tussen 9 en 10 uur, dan ben ik op mijn gelukkigst. Het hekje nog dicht, kopje koffie erbij, blik op de zee, een praatje met leveranciers. Het leven kan zo simpel zijn. Met iedereen praten, dat moet je wel kunnen. Eerst zat ik jasje-dasje in de boardroom, nu drink ik koffie met de slager. Het bevalt goed, ik
mis het aanzien niet. Natuurlijk mis ik wel af en toe de intellectuele uitdaging. Maar het is mijn tent. Ik doe het op mijn manier en ik heb ook nog mijn gezin om me heen. Daar heb ik precies op het juiste moment voor gekozen. Het is hard werken in een strandtent en het wordt regelmatig laat. Slapend rijk worden, is er niet bij. Maar ik ben wel elke dag op het strand en neem nooit werk mee naar huis. In de horeca geldt: wat op is, vul je aan en als het druk is werk je door. Geestelijke druk is er niet. Elke dag begin ik met een schone lei. Ik doe de gordijnen open en denk: het kan wel weer eens een lange dag worden.’ Strandtent Lekker! Strandweg 32 Scheveningen www.strandtentlekker.nl
Regio Twente M.H. Tromplaan 9 Postbus 194 7500 AD Enschede Telefoon 053 487 87 10 Regio Zuid Parklaan 66 Postbus 6045 5600 HA Eindhoven Telefoon 040 265 75 00