Mytylschool De Trappenberg. (Voortgezet) Speciaal Onderwijs VSO. Schoolgids De Kleine Prins. Mytylschool De Trappenberg maakt deel uit van

Mytylschool De Trappenberg (Voortgezet) Speciaal Onderwijs

VSO

Schoolgids 2015-2016

Mytylschool De Trappenberg maakt deel uit van

De Kleine Prins

voorwoord Mytylschool De Trappenberg

Dit is de schoolgids voor het Voortgezet Speciaal Onderwijs van Mytylschool De Trappenberg. De VSO leerlingen zitten in drie verschillende afdelingen in de school, namelijk de afdeling VSO Ernstig Meervoudig Beperkte Leerlingen (EMB), de afdeling VSO ZML/MG (Zeer Moeilijk Lerend en Meervoudig Gehandicapte leerlingen en de afdeling VSO Diplomagericht onderwijs (DGO).

(Voortgezet) Speciaal Onderwijs

In deze gids leest u wat Mytylschool De Trappenberg uw zoon of dochter te bieden heeft. De gids geeft algemene informatie over de school en het onderwijs. O.a. komen de onderwerpen ziekmelding, vervoer en opvang aan bod. Praktische informatie over zaken die specifiek voor dit schooljaar gelden zoals bijvoorbeeld activiteiten, studiedagen en vakanties wordt los van deze schoolgids aan het begin van het schooljaar via een kalender verstrekt. Op Mytylschool De Trappenberg krijgt iedere leerling onderwijs dat aansluit bij de individuele onderwijs- en ondersteuningsbehoefte. Mytylschool De Trappenberg biedt de leerlingen een veilige omgeving, waarin actief leren centraal staat. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan de cognitieve als ook de sociaal-emotionele ontwikkeling. In het VSO willen we dat de leerling een zo hoog mogelijk cognitief en sociaal-emotioneel niveau bereikt en dat de leerling als actief en sociaal lid in de maatschappij functioneert. Zo worden de leerlingen voorbereid om later zo zelfstandig mogelijk te functioneren. De kernwoorden die tot uitdrukking brengen op welke manier wij de leerprocessen bij onze leerlingen op gang brengen en/of stimuleren zijn: passend, praktisch en actief. Het herkennen en waar mogelijk wegnemen of overbruggen van aanwezige belemmerende factoren is daarbij een belangrijk thema. Binnen de school wordt momenteel de visie van het opbrengstgericht werken ingevoerd. De leerresultaten van de leerlingen zijn daarmee sturend voor de manier waarop wij ons onderwijs inrichten. Hiertoe volgen wij de individuele leerprocessen nauwgezet en zetten wij de aanwezige expertise op het gebied van onderwijs en revalidatie in.

Wij wensen u en uw kind een fijn jaar toe. Kees van Heesbeen, Directeur a.i. De MR van Mytylschool de Trappenberg heeft instemming verleend op deze schoolgids in haar vergadering van 21 september 2015.

Waar in deze uitgave gesproken wordt over ‘ouder(s)’ wordt mede bedoeld verzorger(s) en voogd(en).

Mytylschool De Trappenberg VSO - Schoolgids 2015-2016

2

Inhoudsopgave 1 Het onderwijs op Mytylschool De Trappenberg

2 Praktische informatie voor ouders

1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.2 1.3 1.3.1

2.1 Schooltijden, ziek- en betermelden, vakanties.......................................... 32 2.1.1 Schooltijden......................................................................................................32 2.1.2 Afwezig, ziek- en betermelden ......................................................................32 2.1.3 Vakantierooster en studiedagen 2015 – 2016...............................................32 2.1.4 Verplichte onderwijstijd voor leerlingen........................................................32 2.1.5 Bijzondere data................................................................................................33 2.2 Overblijven, opvang en vervoer................................................................... 33 2.2.1 Vervoer en aankomst op school....................................................................33 2.2.2 Pauzes, overblijven, naschoolse opvang en vakantieopvang..................33 2.3 Medische aandachtspunten......................................................................... 34 2.3.1 Medicijnen........................................................................................................34 2.3.2 Begeleiding naar revalidatiecentrum...........................................................34 2.3.3 Voorkomende ziektes......................................................................................34 2.3.4 Jeugdarts en tandarts.....................................................................................35 2.4 Plaatsing en begeleiding op school............................................................. 36 2.4.1 Toelaatbaarheidsverklaring en plaatsing.....................................................36 2.4.2 Begeleiding op school ....................................................................................36 2.4.3 Ambulante dienstverlening............................................................................36 2.4.4 Specialistische begeleiding op school .........................................................36

Onderwijs op Mytylschool De Trappenberg.................................................. 5 Visie Mytylschool De Trappenberg .................................................................5 Hoe werkt het VSO van Mytylschool De Trappenberg?................................5 Hoe waarborgt Mytylschool De Trappenberg de kwaliteit van haar onderwijs?..................................................................................................6 Mytylschool De Trappenberg: een neutraal bijzondere school...................6 Leerlingen die Mytylschool De Trappenberg bezoeken.............................. 7 Onderwijs in het VSO...................................................................................................7 De afdeling VSO DGO (Diploma Gericht Onderwijs)......................................8 1.3.2 DGO VMBO...................................................................................................................... 9 1.3.3 DGO HAVO/VWO.......................................................................................................... 12 1.3.4 De afdeling VSO ZML/MG.......................................................................................... 17 1.3.5 De groep VSO VMBO-basis...............................................................................21 1.3.6 De afdeling VSO EMB................................................................................................. 24 1.3.7 Stages ...............................................................................................................26 1.3.8 Werkdagen/activiteitendagen......................................................................28 1.3.9 Bewegingsonderwijs........................................................................................28 1.3.10 ICT op Mytylschool De Trappenberg..............................................................28 1.4 Communicatie met leerlingen en ouders op het VSO.....................................28 1.4.1 Portfolio.............................................................................................................28 1.4.2 Rapportage......................................................................................................28 1.4.3 OntwikkelingsPerspectief................................................................................29 1.4.4 Schoolkrant.......................................................................................................29 1.4.5 Nieuwsbrief ‘In Vogelvlucht’...........................................................................29 1.4.6 Website: www.mytylschool-detrappenberg.nl.............................................29 1.4.7 Oudercontacten..............................................................................................29 1.4.8 Contactdag (meeloopdag) en revalidatieplan-bespreking ....................29 1.5 Dienstverlening school................................................................................... 29 1.5.1 Mediatheek/jeugdbibliotheek.......................................................................29 1.5.2 Lockers...............................................................................................................29 1.5.3 Schoolwinkel.....................................................................................................30 1.5.4 ICT.................................................................................................................................... 30

2.4.5 RTO/IRO........................................................................................................................... 37

2.5 Ouders en school........................................................................................... 37 2.5.1 Contact met de school...................................................................................37 2.5.2 Leerlingenraad, Ouderraad, ouderbijdrage en klassenouders.................37 2.5.3 Medezeggenschapsraad (MR)......................................................................38 2.5.4 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR).............................38 2.6 Regels en afspraken....................................................................................... 38 2.6.1 Regels en afspraken De Kleine Prins .............................................................38 2.6.2 Uiterlijk................................................................................................................38 2.6.3 Inzagerecht.......................................................................................................39 2.6.4 Gescheiden ouders.........................................................................................39 2.6.5 Publicatiebeleid ..............................................................................................39 2.6.6 Schorsen en verwijderen van leerlingen.......................................................39


3

Inhoudsopgave 2.6.7 Klachtenregeling .............................................................................................39 2.7 Verzekering..................................................................................................... 40

3 Organisatie en contactgegevens 3.1 Gegevens van de school.............................................................................. 41 3.1.1 Contactgegevens school...............................................................................41 3.1.2 Rekeningnummer.............................................................................................41 3.1.3 Contactgegevens Revalidatiecentrum De Trappenberg..........................41 3.2 Organisatie en bestuur .................................................................................. 41 3.2.1 Organisatie van de school.............................................................................41 3.2.2 De Kleine Prins, stichting voor speciaal onderwijs........................................42 3.2.3 Samenwerking met Revalidatiecentrum De Trappenberg........................43 3.3 Belangrijke adressen...................................................................................... 43 3.4 Afkortingen...................................................................................................... 44 3.5 Locaties De Kleine Prins................................................................................. 45


4

1 Het 1.1 Onderwijs

op

onderwijs op

Mytylschool De Trappenberg


Op een mytylschool krijgen leerlingen met een lichamelijke of meervoudige handicap en leerlingen die langdurig ziek zijn, onderwijs, opvoeding en pedagogische begeleiding. Leerlingen wordt geleerd zo zelfstandig mogelijk te functioneren binnen aangepast werk, vervolgonderwijs of een beschermde omgeving. Zelfredzaamheid en een zinvolle tijdsbesteding worden sterk bevorderd in het onderwijs. Het onderwijs op Mytylschool De Trappenberg is samengesteld conform de Wet op de Expertisecentra, de wet op het primair onderwijs (WPO) en het inrichtingsbesluit voortgezet onderwijs.

Wij werken samen in een lerende organisatie We leren van en met elkaar, we streven naar persoonlijk meesterschap, we staan open voor nieuwe inzichten en innovaties, en houden ons handelen bespreekbaar. Dit vragen we van onszelf, omdat we geloven dat we zo het klimaat scheppen waarin ook de leerlingen hun kwaliteiten optimaal kunnen ontwikkelen. Geen lerende leerling zonder lerend schoolteam.

1.1.1 Visie Mytylschool De Trappenberg Mytylschool de Trappenberg is een gespecialiseerde onderwijsinstelling, die onderwijs biedt aan jongeren met speciale onderwijsvragen. Wij zorgen samen met de ouders en ons netwerk voor een steeds unieke aanpak, die de totale ontwikkeling van de leerling ondersteunt. Onze werkwijze noemen wij dan ook met recht Totaal Speciaal. Wij kiezen voor praktisch, passend en actief onderwijs De leerling leert bij ons door te ervaren en te doen, op een manier die past bij zijn/haar ontwikkelingsmogelijkheden. We stellen samen met de leerling en de ouders duidelijke, motiverende doelen en we durven links en/of rechts af te slaan om samen die doelen te bereiken. Wij begeleiden de leerlingen in het halen van successen en in het ervaren van grenzen. Wij denken in mogelijkheden, bij ons staan beperkingen het onderwijs niet in de weg. Wij zijn een bedrijvige school: de leerlingen, de ouders, alle leerkrachten, begeleiders, ondersteuners en leidinggevenden zijn actief betrokken bij het realiseren van een geslaagde schooltijd. Een geslaagde schooltijd betekent voor ons dat de leerling steeds heeft kunnen laten zien wat hij/zij in huis heeft en dat een leerling binnen zijn/haar mogelijkheden de best mogelijke ontwikkeling doorgemaakt heeft. Bovendien betekent het dat de leerling terugkijkt met plezier en trots en dat de leerling met vertrouwen vooruitkijkt naar zijn rol in de maatschappij.

1.1.2 Hoe werkt het VSO van Mytylschool De Trappenberg? Binnen alle afdelingen van Mytylschool de Trappenberg volgen de leerlingen een eigen leerroute. De onderwijsplannen van de leerlingen worden beschreven in het OntwikkelingsPerspectief (OPP). Wij noemen dat ook wel het ontwikkelingsperspectiefplan. Er wordt echter hetzelfde mee bedoeld. De vorderingen worden beschreven in het Onderwijs Revalidatie Plan (ORP) en in het halfjaarlijKSE onderwijsverslag. Jaarlijks bekijken de mentorleerkracht, de gedragswetenschapper, de LC leerkracht en de teamleider de vorderingen van de leerlingen op de leerroute. Zo nodig wordt de leerroute en/of het ontwikkelingsperspectief door de Commissie van


5

Begeleiding bijgesteld. De vorderingen worden jaarlijks getoetst en bijgehouden in het Leerlingvolgsysteem (LVS). VSO ZML/MG en VSO EMB

De leerling wordt eigenaar gemaakt van het eigen onderwijsproces. In verband hiermee heeft elke leerling van het VSO ZML een Portfolio, waarin de doelen en de vorderingen samen door de leraar en de leerling vastgesteld en beoordeeld worden. In de afdeling EMB wordt gewerkt met een Foto-portfolio, dit portfolio wordt twee keer per jaar meegegeven. In overleg met het revalidatiecentrum wordt jaarlijks voor de leerlingen die dit betreft, een Onderwijs Revalidatie Plan opgesteld. Onderwijs en revalidatie werken nauw samen aan gezamenlijke doelstellingen. Therapieën worden gegeven onder schooltijd. Diplomagericht onderwijs (DGO: VMBO/HAVO/VWO) De afdeling Diplomagericht onderwijs (DGO) bestaat binnen de Mytylschool De Trappenberg sinds 2011. In augustus 2011 is gestart met een groep VMBO-leerlingen en vanaf augustus 2012 is daar een groep HAVO/VWO-leerlingen bij gekomen. De leerlingen worden binnen één afdeling opgevangen. Op dit moment volgen 70 leerlingen onderwijs op deze afdeling en is er een forse groei te zien Het bieden van kwalitatief hoogstaand speciaal onderwijs gericht op het bereiken van een zo maximaal mogelijk (leer)rendement voor iedere leerling. Wij willen een grensverleggende, trendsettende, inspirerende kennisorganisatie zijn die haar aanbod flexibel heeft georganiseerd. Ouders en leerlingen met een lichamelijke handicap of een langdurige ziekte in de leeftijd van 12 tot 20 jaar voelen zich hierdoor aangesproken.

Wij werken hierbij samen met het revalidatiecentrum en de scholen voor regulier onderwijs vanuit de werkwijze ‘één jongere, één plan’ met een maximale participatie van ouders en een constante kritische blik op ons eigen handelen, waarbij wij tevens zorgen voor borging, verdieping en verspreiding van de aanwezige expertise op een planmatige wijze.

1.1.3 Hoe waarborgt Mytylschool De Trappenberg de kwaliteit van haar onderwijs? Het onderwijsbeleid van Mytylschool De Trappenberg wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Basis van het onderwijs is het schoolplan 2015-2019. De jaarlijKSE evaluatie resulteert in een bijstelling van de onderwijsactiviteitenplanning. Het schoolplan 2015-2019 kunt u downloaden via de website van de school.

1.1.4 Mytylschool De Trappenberg: een neutraal bijzondere school Ook willen we dat elke medewerker zich volledig richt op het halen van een maximaal (leer)rendement voor iedere leerling ongeacht zijn begaafdheid. Wij doen dit op basis van vraagsturing, waarbij de ouder en de scholen voor regulier onderwijs als samenwerkingspartners ondersteund worden door het aanbieden van een passend arrangement waarmee leerlingen uit onze doelgroep op hun toekomst worden voorbereid.

Mytylschool De Trappenberg is een neutraal bijzondere school. Dit betekent dat het onderwijs niet is gebaseerd op een geloofsovertuiging. De school kent het kennisgebied ‘Geestelijke stromingen’. Hier wordt kennis over belangrijke levensbeschouwingen en werelDGOdsdiensten overgedragen.


6

1.2 Leerlingen

die


bezoeken

Onze mytylschool is voor leerlingen met een lichamelijke en/of een meervoudige handicap of een langdurige ziekte in de leeftijd van 4 tot 20 jaar. Leerlingen tot ongeveer 13 jaar bezoeken de SO-afdeling. Leerlingen vanaf 13 tot ongeveer 20 jaar bezoeken de VSO-afdeling. Informatie over of een leerling in aanmerking komt voor plaatsing op de mytylschool kunt u lezen in paragraaf 2.4 van deze schoolgids. Voor meer informatie kunt u ook de website www.dekleineprins.nl raadplegen. Op de VSO-afdeling van Mytylschool De Trappenberg wordt onderwijs gegeven aan: Leerlingen met een lichamelijke beperking (LG): • Leerlingen die door hun lichamelijke handicap het reguliere voortgezet onderwijs (nog) niet of niet meer kunnen volgen. • Lichamelijk gehandicapte leerlingen die wegens specifieke leerproblemen en/ of sociaal-emotionele problemen het regulier voortgezet onderwijs niet kunnen volgen. Langdurig zieke leerlingen (LZ): • Leerlingen die vanwege veel ziekteverzuim of sociaal-emotionele problemen het regulier onderwijs niet kunnen volgen.

1.3 Onderwijs

in het

VSO

In de afdeling VSO zijn de volgende afdelingen te onderscheiden: • VSO DGO (Diploma Gericht Onderwijs: § 1.3.1) Deze afdeling wordt bezocht door leerlingen met een lichamelijke handicap en/of een langdurige ziekte.

Leerlingen met een meervoudige beperking (ZML/MG): • Lichamelijk gehandicapte leerlingen, die daarnaast een verstandelijke beperking hebben, waardoor er sprake is van een complexe hulpvraag. Ook kan er sprake zijn van beperkingen op auditief, visueel en lichamelijk, communicatief (lichamelijk en verstandelijk) en sociaal-emotioneel gebied (verstandelijk).

• VSO ZML/MG en VMBO-basis (afdeling voor Meervoudig Gehandicapte leerlingen ZML: § 1.3.2) Deze afdeling wordt bezocht door leerlingen die leren op het niveau ‘zeer moeilijk lerend’, en door leerlingen op het niveau van praktijkleren. De VMBO-basisgroep zal in de loop van het schooljaar 2015-2016 organisatorisch worden ondergebracht in de afdeling VSO DGO. Informatie over de groep VMBO-basis vindt u in § 1.3.5.

Leerlingen met een ernstig meervoudige beperking (EMB): • Leerlingen die ernstig motorisch en verstandelijk beperkt zijn waardoor zij blijvend op een laag ontwikkelingsniveau functioneren (onder de ontwikkelingsleeftijd van 3 jaar).

• VSO EMB (afdeling voor Ernstig Meervoudig Beperkte leerlingen: § 1.3.6) Deze afdeling wordt bezocht door leerlingen met een meervoudige (ernstige) beperking. Binnen de school zijn drie VSO EMB-groepen. Deze werken als aparte afdeling samen met de twee SO EMB-groepen.


7

Samenwerking met het revalidatiecentrum Mytylschool De Trappenberg en het revalidatieteam ‘mytylschool’ van revalidatie centrum De Trappenberg willen leerlingen in staat stellen zich optimaal te ontwikkelen, zodat ze zo goed mogelijk deel kunnen nemen aan de maatschappij. Zij willen dit bereiken door onderwijs, opvoeding en revalidatie op elkaar af te stemmen en te integreren in een plan voor iedere leerling (‘één jongere, één plan’). In onderwijs, opvoeding en revalidatie is de hulpvraag van de leerling en de ouders richtinggevend. Bij het beantwoorden van de hulpvraag vullen ouders, onderwijsgevenden en behandelaars elkaar aan. Ouders hebben als ervaringsdeskundigen en eindverantwoordelijken voor hun kind een belangrijke rol. De schooldirectie is verantwoordelijk voor de inhoud en organisatie van het onderwijs. De revalidatiearts is verantwoordelijk voor de inhoud en organisatie van het revalidatiebehandelplan. Beleidsmatige en organisatorische afstemming vindt plaats op het niveau van het management van school en centrum en teamleiding van het revalidatieteam. Inhoudelijke afstemming rond de leerlingen vindt plaats binnen de bestaande overlegstructuren, gemiddeld eens per drie weken. Samenwerking tussen school en revalidatieteam vindt o.a. plaats tijdens het werken in therapieblokken. Tijdens deze blokken zijn therapeuten in de klas en wordt er interdisciplinair gewerkt aan de verschillende onderwijs- en revalidatiedoelen van de leerlingen. Vaak zijn de onderwijs- en revalidatiedoelen overeenkomstig en is het belangrijk om in een functionele situatie met een leerling een nieuwe vaardigheid te oefenen. Bovendien wordt op deze wijze door een ieder op dezelfde manier aan een vaardigheid gewerkt en kan men ook optimaal leren van elkaars deskundigheid. Tevens kan er onderwijsondersteuning (OOS) zijn. De mytylschool maakt gedurende een aantal uren per week gebruik van onderwijsondersteuning door de fysiotherapie, ergotherapie, logopedie. Deze disciplines werken ter ondersteuning van het onderwijsproces. Daarnaast kan een beroep gedaan worden op het maatschappelijk werk en de hydrotherapie van het revalidatiecentrum.

1.3.1 De afdeling VSO DGO (Diploma Gericht Onderwijs) Inleiding Binnen Mytylschool De Trappenberg wordt gewerkt vanuit het basismodel van Luc Stevens waarbinnen de centrale kernthema’s ‘competentie’, ‘relatie’ en ‘autonomie’ zijn. Dit is in wezen de basisbehoefte van elke leerling. Organisatie DGO De leerlingen van de afdeling DGO volgen onderwijs op de niveaus BBL, KBL, TL, HAVO en VWO. Op dit moment krijgen alleen de leerlingen van de niveaus TL, HAVO en VWO via certificaten van het staatsexamen een volledig diploma. Het is de bedoeling dat dit ook zal gaan gebeuren voor de lagere VMBO-niveaus in samenwerking met het regulier voortgezet onderwijs in de regio. Bij de start op school wordt met alle ouders en leerlingen een ‘op overeenstemming gericht overleg’ (OOGO) gevoerd en worden afspraken met betrekking tot de leerroute gemaakt. Wanneer deze OPP’s gereed zijn zal duidelijk worden wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften zijn

Daarnaast speelt de ontwikkeling van passend onderwijs ook een grote rol. Voor leerlingen met (internaliserende) autisme spectrum stoornis (ASS) problematiek die op HAVO/VWO-niveau functioneren en voor leerlingen die vanwege angststoornissen niet naar school durven is (nog) geen dekkend aanbod in de regio. Mytylschool De Trappenberg kan ook aan deze leerlingen een passend leeraanbod doen.


8

Transitie Binnen het onderwijs zijn wij continu bezig om leerlingen voor te bereiden op de volgende stap in hun leven. De inhoudelijke inrichting van het onderwijs is daarbij geen doel op zich, maar kent een gerichtheid om de leerlingen voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijke plek in de samenleving, of dat nu om arbeid (inkomen), wonen of vrijetijdsbesteding gaat. Het VSO DGO is een belangrijk tussenstation in dit transitieproces. Zowel binnen de doelgroep VMBO als HAVO/VWO is de focus om er voor te zorgen dat na afronding van deze vorm van voortgezet onderwijs zo veel mogelijk leerlingen een startkwalificatie hebben om een vervolgopleiding (MBO, HBO of WO) te kunnen gaan volgen. Daar waar mogelijk zullen wij stimuleren dat leerlingen tussentijds terugstromen naar reguliere vormen van voortgezet onderwijs. Het onderwijs binnen de afdeling DGO is erop gericht dat leerlingen die vrijwel allen te maken hebben gehad met langdurig schoolverzuim, toch in staat zijn om een startkwalificatie te behalen. Daardoor vergroten zij hun kansen sterk en zullen zij op langere termijn beter in staat zijn voor zichzelf te zorgen, zelfstandig te wonen, passende arbeid te verrichten dat aansluit bij hun opleidingsniveau en op een rijkere manier hun vrijetijdsbesteding invullen.

Daarnaast hebben deze leerlingen een specifieke onderwijsbehoefte, te weten: Competentie: • Doel is het behalen van een regulier VMBO-TL diploma of een diploma dat toegang geeft tot een MBO-opleiding. • Individueel onderwijsprogramma om de hiaten op te vullen, opgesteld aan de hand van de VAS-toetsen (Cito) in samenspraak met de mentor. • Individueel onderwijsprogramma waarbij er aandacht is voor het continue spanningsveld tussen overvraging (oververmoeidheid, faalervaringen, schoolverzuim) en onderstimulering, door een aangepast vakkenpakket. Dit gebeurt in samenspraak met de mentor. Dit kan betekenen dat een leerling al in een eerder stadium een passend vakkenpakket aangeboden krijgt. • Passend, praktisch en actief: leerlingen werken actief in een rustige omgeving, alleen of in groepjes.

Mytylschool De Trappenberg speelt een belangrijke functie in dit transitieproces. De afdeling DGO speelt in op dit proces en met de focus op reguliere vervolgplekken. Binnen de mentorlessen wordt aandacht besteed aan het transitieproces.

1.3.2 DGO VMBO Uitgangspunten VMBO De onderwijsbehoefte voor de VMBO-doelgroep kenmerkt zich door: • Onderwijs in een kleine groep, maximaal 20. • Onderwijs door een beperkt aantal docenten. • Veel contact met de mentor. • Regelmatige coaching. • Leren samenwerken in een veilige omgeving. • Leren door afwisselende werkvormen. • Korte instructie, veel herhaling, leren door te doen (passend, praktisch en actief). • Effectieve instructie.

Relatie en autonomie: • Intensieve coaching door de mentor waarbij gewerkt wordt aan de volgende punten: zelfreflectie, toenemende autonomie en intrinsieke motivatie. • Intensieve coaching gericht op leren inzien dat zijzelf invloed hebben op hun leven en daar zelf keuzes in kunnen maken (autonomie). • Intensieve groepsbegeleiding gericht op meesterschap (vergroten kennis en vaardigheden), autonomie (gericht op eigen inzichten en keuzes) en zingeving


9

(binnen een sociale context). Dit is ingebed in de lessen Drama en de mentoruren. • Indien nodig intensieve individuele begeleiding, gericht op het vergroten van de zelfkennis en overwinnen van de eigen angsten. • Omdat de meeste leerlingen een beperkt energieniveau hebben dan wel een groot schoolverzuim, kan in een vroeg stadium gekozen worden voor een passend vakkenpakket. Op deze wijze wordt het ook voor deze leerlingen mogelijk gemaakt een diploma te behalen dat toegang geeft tot het MBO.

Google. Dat betekent dat er geen hardware of software nodig is voor de installatie. Ook is het systeem volledig gebaseerd op open standaarden, waardoor het te gebruiken is op elke pc, laptop, tablet of mobiele telefoon. De leerlingen werken op school met een Chromebook, deze mogen niet mee naar huis. Leerlingen die door hun beperking gebruik maken van aangepaste software (bijvoorbeeld dyslexie) maken gebruik van een eigen laptop. Bij de ICT-afdeling kunt u informatie inwinnen aan welke specificaties de laptop moet voldoen Studieplan Bij de ELO van Cloudwise hebben docenten en leerlingen hun eigen webomgeving. Apart inloggen is niet nodig omdat de applicatie wordt afgeschermd via iemands bestaande Google Apps account. Met de single sign-on heeft een leerling via één login toegang tot alle applicaties. In de webomgeving ziet een leerling direct welke vakken hij heeft en welke studieplannen er voor hem klaar staan. In het studieplan kan de docent instructies, documenten of video’s voor de leerling klaarzetten. Hij kan dat doen voor alle leerlingen, maar hij kan ook een individueel plan samenstellen voor één of meerdere leerlingen. Hierin kan een leerling direct zien wat het huiswerk is.

Organisatie VMBO-TL Mentor In het VMBO-TL wordt klassikaal in kleine groepen lesgegeven via Effectieve Instructie. Een belangrijke rol speelt de mentor: hij/zij begeleidt de leerling en is het aanspreekpunt voor de leerling, de ouders en medewerkers van het revalidatiecentrum. De mentor kent de leerling goed en is op de hoogte van de ondersteuningsbehoeften van de leerling en probeert actief de belemmerende factoren voor het onderwijs te beperken. Deze kennis wordt gedeeld met de andere docenten. ELO (Elektronische leeromgeving) Er wordt gewerkt met een elektronische leeromgeving (Cloudwise), samen met VO-content. De ELO van Cloudwise maakt gebruik van de bestaande Google Apps en voegt daar structuur en overzicht aan toe. De applicatie draait op de servers van

Integratie met Google Apps Een leerling die zijn studieplan raadpleegt, kan met één druk op de knop vanuit datzelfde overzicht een mail sturen naar zijn docent, een afspraak maken in zijn agenda of een document openen. Als een opdracht klaar is, vinkt hij die af. De docent krijgt direct een melding dat de leerling zijn werk heeft afgerond. Wanneer het een Google-document betreft, kan de docent er meteen opmerkingen bij plaatsen die de leerling kan zien. Leerstofaanbod VMBO-TL De afdeling DGO richt zich zoveel mogelijk op het behalen van een volledig diploma waarbij, indien mogelijk, terugkeer naar het regulier onderwijs dan wel uitstroom naar vervolgonderwijs het uitgangspunt is. Binnen de beperkingen die de kleine schaal met zich meebrengt, zal steeds zoveel mogelijk uitgegaan worden van hetzelfde curriculum als het reguliere voortgezet onderwijs op dezelfde niveaus. Op dit moment worden de leerlingen op de lagere niveaus VMBO-basis en kader KSE-examens afgenomen die toegang geven tot het MBO-niveau 1, 2 of 3.


10

Het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk het reguliere curriculum wordt gegeven in de onderbouw, waarbij aansluiting op de geboden sectoren het uitgangspunt vormt. Voor de bovenbouw wordt samenwerking gezocht met het reguliere onderwijs om ook deze leerlingen aan volledige diploma’s te helpen. De schoolloopbaan in het VMBO-TL neemt in principe vier jaar in beslag. In uitzonderlijke gevallen kan de Commissie van Begeleiding besluiten tot een extra jaar, met de mogelijkheid om de examens gespreid over twee jaar te maken. Leerlingen die het niveau van VMBO-TL niet aankunnen, maar wel opgeleid kunnen worden tot vervolgonderwijs/arbeidsmarkt volgen onderwijs op VMBO-basis (zie §1.3.5). Leergebiedoverstijgend aanbod Het voortgezet speciaal onderwijs onderscheidt zich van het regulier onderwijs doordat het leergebiedoverstijgende kerndoelen op vier domeinen biedt: • Leren leren • Leren taken uitvoeren • Leren functioneren in sociale situaties • Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief Zowel in de onderbouw als de bovenbouw wordt aan deze doelen gewerkt, via de mentoruren, LOB en SoVa. Bewegingsonderwijs en Crea staat eveneens op het rooster. Onderbouw VMBO-TL In de eerste twee jaar (onderbouw) wordt zoveel mogelijk het reguliere curiculum aangeboden, met uitzondering van de vakken Frans en NaSk. De vakken zijn: Nederlands, Engels, Wiskunde, Mens & Maatschappij, Biologie, Rekenen. Vanaf het tweede leerjaar Duits en Economie. In overleg met de mentor, de decaan, de gedragswetenschapper en de teamleider maakt de leerling een sectorkeuze en dit wordt vastgelegd in de Commissie van Begeleiding. Vóór 1 april maken de tweedejaars leerlingen hun sectorkeuze bekend. Bovenbouw VMBO-TL De leerlingen die een VMBO-TL diploma willen gaan halen, kunnen dat op Mytylschool De Trappenberg alleen doen in de sectoren Economie en Zorg & Welzijn.

Door op de link https://duo.nl/Images/vakkenschema_VMBO_TL_2014_tcm7-43808. pdf te klikken is zichtbaar welke vakken nodig zijn voor de diploma’s in de verschillende sectoren. Door de beperkte omvang van de afdeling DGO wordt binnen de genoemde sectoren het volgende pakket aangeboden:

Sectordeel verplicht Sectordeel keuze

Economie Engels Nederlands Maatschappijleer Rekenen sectorwerkstuk Economie Wiskunde of Duits

Keuze-examenvak

2 vakken naar keuze

Gemeenschappelijk deel

Zorg & Welzijn Engels Nederlands Maatschappijleer Rekenen sectorwerkstuk Biologie Aardrijkskunde of Geschiedenis of Wiskunde of Maatschappijleer 2 2 vakken naar keuze

Het sectorwerkstuk moet gaan over een relevant maatschappelijk onderwerp dat betrekking heeft op de betreffende sector. Op het VMBO wordt Duits via IVIO@school in de bovenbouw aangeboden, waardoor aansluiting op de HAVO mogelijk is. Examen De leerlingen die de opleiding VMBO-TL volgen, gaan op voor het staatsexamen. Hiervoor behalen zij per vak een certificaat. Wanneer de leerlingen voor 7 vakken een certificaat hebben behaald en de rekentoets op niveau 2F hebben gemaakt, ontvangen zij in ruil hiervoor een VMBO-TL diploma. Maatschappijleer wordt in de 3e klas, mondeling, afgerond; de overige vakken in het 4e of in uitzonderingsgevallen in het 5e jaar. Het staatsexamen bestaat altijd uit een schriftelijk en een mondeling examen, waarbij het schriftelijk gelijk is aan het Centraal Schriftelijk Eindexamen. Hierna volgt een mondeling examen. Dit wordt afgenomen op een andere school, te weten mytylschool Heliomare in Wijk aan Zee, omdat ons aantal examenleerlingen te gering is voor een eigen examencommissie. Ook de presentatie van het sectorwerkstuk vindt hier plaats. Ouders dienen zelf voor het vervoer te zorgen. De leerlingen worden door de school voor 1 december opgegeven.


11

1.3.3 DGO HAVO/VWO Uitgangspunten HAVO/VWO De leerlingen hebben behoefte aan planmatig en individueel onderwijs, hetgeen gewaarborgd wordt door het bieden van IVIO@school. Ivio is een digitaal leerplatform. Een en ander betekent in de praktijk dat er gewerkt wordt met eerstegraads vakdocenten op afstand, die de leerlingen instrueren en begeleiden. Dit wordt gekenmerkt door: • Cognitieve autonomie • Korte instructie • Matige hoeveelheid inoefening • Meervoudig strategiegebruik • Een duidelijke jaar- en weekplanning

Daarnaast hebben deze leerlingen een specifieke onderwijsbehoefte, te weten: Competentie: • Doel is behalen van een regulier HAVO- of VWO-diploma. • Individueel onderwijsprogramma om de hiaten op te vullen (via IVIO@school) opgesteld aan de hand van de VAS-toetsen (Cito) in samenspraak met de mentor.

• Individueel onderwijsprogramma (via IVIO@school) waarbij er aandacht is voor het continue spanningsveld tussen overvraging (oververmoeidheid, faalervaringen, schoolverzuim) en onderstimulering. Dit gebeurt in samenspraak van de mentor. Dit kan betekenen dat een leerling al in een eerder stadium een passend vakkenpakket aangeboden krijgt. • Individuele planning van de dag en de week, zowel qua roosterplanning als onderwijsinhoudelijk om recht te doen aan zowel de cognitieve uitdaging als de fysieke gesteldheid. • Passend, praktisch en actief: leerlingen werken actief in een rustige omgeving, alleen of in groepjes. Relatie en autonomie • Intensieve coaching door de mentor waarbij gewerkt wordt aan de volgende punten: zelfreflectie, toenemende autonomie en intrinsieke motivatie. • Intensieve groepsbegeleiding gericht op meesterschap (vergroten kennis en vaardigheden), autonomie (gericht op eigen inzichten en keuzes) en zingeving (binnen een sociale en maatschappelijke context). Dit is ingebed in de lessen Drama en de mentoruren.. • Indien nodig intensieve individuele begeleiding, gericht op het vergroten van de zelfkennis en overwinnen van de eigen angsten door de psycholoog. • Intensieve coaching gericht op leren inzien dat zijzelf invloed hebben op hun leven en daar zelf keuzes in kunnen maken (autonomie). • Leerlingen maken zelf, in overleg met de mentor, hun lesrooster (bijvoorbeeld door voorkeur voor blokuren, veel afwisseling). Organisatie HAVO/VWO HAVO/VWO-leerlingen volgen onderwijs via IVIO@school. IVIO@school is verantwoordelijk voor de onderwijsinhoudelijke aspecten en heeft eerste graad bevoegde leraren in dienst die de leerlingen op afstand individueel begeleiden. IVIO@school gaat uit van de kerndoelen HAVO en VWO. Daarnaast zijn er leerkrachten op school aanwezig die een coachende rol hebben en de leerlingen begeleiden bij de planning, organisatie, leren leren, leren samenwerken, motiveren en ondersteunen. Na de tweejarige brugklas stroomt een leerling door naar de HAVO of het VWO. Vanaf het eerste rapportgesprek in de tweede klas wordt door de mentor, de leerling en de ouders op basis van de VAS-toetsen, de rapportcijfers en in overleg met de gedragswetenschapper en de teamleider een advies gegeven aan de


12

Commissie van Begeleiding voor de te kiezen leerroute (HAVO of VWO). Vóór 1 april is bekend welke leerroute de leerling gaat volgen. Afhankelijk van de fysieke mogelijkheden (en verzuim) wordt in enkele gevallen (soms al in een vroeg stadium) door de Commissie van Begeleiding gekozen voor een passend vakkenpakket om de kans op een diploma en hierdoor een kans op een plek in de maatschappij te vergroten. In het derde leerjaar (HAVO) of het vierde leerjaar (VWO) wordt een profielkeuze gemaakt in overleg met de decaan op basis van interesse en behaalde resultaten op de vakken, VAS-toetsen en intelligentieprofiel. Mentor Een belangrijke rol speelt de mentor: hij/zij begeleidt de leerling en is het aanspreekpunt voor de leerling, de ouders en medewerkers van het revalidatiecentrum. De mentor heeft een coachende rol in het leren leren, plannen en organiseren van het schoolwerk. Wekelijks wordt er een planning gemaakt en gecontroleerd in samenwerking met de leerling. De mentor kent de leerling goed en is op de hoogte van de ondersteuningsbehoeften van de leerling en probeert actief de belemmerende factoren voor het onderwijs te beperken. Daarnaast kunnen een deel van de vakinhoudelijke vragen al door de mentor beantwoord worden. De mentor zet de toetsen klaar en onderhoudt contacten met de IVIO-docenten. ELO (Elektronische leeromgeving)

De leerlingen volgen onderwijs volgens IVIO@school: instructie en opdrachten verlopen via It’s Learning (op de volgende link kunt u zien hoe dit werkt: https://youtu. be/Ecvy8rHmw30). In dit systeem staat de jaar- en weekplanning, de vooruitgang, achterstanden, leerlingvolgsysteem, cijfers, rapporten, etc. Zowel de leerling als de mentor kunnen hierop inloggen. De ouders (nog) niet, hier wordt aan gewerkt. Leerstofaanbod HAVO/VWO onderbouw Alle leerlingen volgen in principe het volledig (IVIO) curriculum (tenzij vanwege persoonlijke omstandigheden anders is bepaald in de Commissie van Begeleiding): Klas 1: Nederlands, Engels, Frans, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde en biologie. Klas 2: Nederlands, Engels, Frans, Duits, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde en biologie, NaSk. Klas 3: Nederlands, Engels, Frans, Duits, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde en biologie, NaSk, en wordt profielkeuze gemaakt op basis van resultaten, interesses en VAS-toetsen. De mentor en decaan denken met de leerling mee.

Leergebiedoverstijgend aanbod Het voortgezet speciaal onderwijs onderscheidt zich van het regulier onderwijs doordat het leergebiedoverstijgende kerndoelen op vier domeinen biedt: • Leren leren • Leren taken uitvoeren • Leren functioneren in sociale situaties • Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief Zowel in de onderbouw als de bovenbouw wordt aan deze doelen gewerkt, via de mentoruren, LOB en SoVa. Bewegingsonderwijs en Crea staat eveneens op het rooster. Leerstofaanbod HAVO bovenbouw In het 4e en 5e jaar volgen de leerlingen vakken volgens de uitstroomprofielen (Natuur & Techniek, Natuur & Gezondheid, Economie & Maatschappij, Cultuur & Maatschappij). HAVO staatsexamen profielen

Zie schema op pagina 14. HAVO examen De leerlingen die de opleiding HAVO volgen, gaan op voor het staatsexamen. Hiervoor behalen zij per vak een certificaat. Wanneer de leerlingen voor 8 vakken een certificaat hebben behaald en de rekentoets op niveau 3F heeft gemaakt, ontvangen zij in ruil hiervoor een HAVO-diploma. Maatschappijleer wordt in de 4e klas, mondeling, afgerond, de overige vakken in het 5e of in uitzonderingsgevallen in het 6e jaar indien leerlingen gespreid examen mogen doen. Het staatsexamen bestaat altijd uit een schriftelijk en een mondeling examen, waarbij het schriftelijk gelijk is aan het Centraal Schriftelijk Eindexamen. Hierna volgt een mondeling examen. Dit wordt afgenomen op een andere school, te weten mytylschool Heliomare in Wijk aan Zee, omdat ons aantal examenleerlingen te gering is voor een eigen examencommissie. Ook de presentatie van het sectorwerkstuk vindt hier plaats. Ouders dienen zelf voor het vervoer te zorgen. De leerlingen worden door de school voor 1 december opgegeven.


13

HAVO staatsexamen profielen

Gemeenschappelijk deel

Profielvakken verplicht

Profielkeuzevak

Keuze-examenvak

Natuur & Techniek

Natuur & Gezondheid

Economie & Maatschappij

Cultuur & Maatschappij

Engels Nederlands Maatschappijleer Rekenen Profielwerkstuk Wiskunde B Natuurkunde Scheikunde Biologie

Engels Nederlands Maatschappijleer Rekenen Profielwerkstuk Wiskunde A of B Biologie Scheikunde Aardrijkskunde of Natuurkunde

Engels Nederlands Maatschappijleer Rekenen Profielwerkstuk Wiskunde A of B Economie Geschiedenis Aardrijkskunde

Ieder nog niet in het profiel gekozen of verplicht vak.



Engels Nederlands Maatschappijleer Rekenen Profielwerkstuk Geschiedenis of Frans of Duits Cultuurprofielvak: Frans of Duits Maatschappij profielvak: aardrijkskunde of economie Ieder nog niet in het profiel gekozen of verplicht vak.

Natuur & Techniek

Natuur & Gezondheid

Economie & Maatschappij

Cultuur & Maatschappij

Engels Nederlands Duits of Frans Maatschappijleer Rekenen Algemene natuurwetenschappen Profielwerkstuk Wiskunde B Natuurkunde Scheikunde Biologie

Engels Nederlands Duits of Frans Maatschappijleer Rekenen Algemene natuurwetenschappen Profielwerkstuk Wiskunde A of B Biologie Scheikunde Aardrijkskunde of Natuurkunde

Engels Nederlands Duits of Frans Maatschappijleer Rekenen Algemene natuurwetenschappen Profielwerkstuk Wiskunde A of B Economie Geschiedenis Aardrijkskunde of Frans of Duits

Engels Nederlands Duits of Frans Maatschappijleer Rekenen Algemene natuurwetenschappen Profielwerkstuk

VWO staatsexamen profielen

Gemeen-schappelijk deel

Profielvakken verplicht

Profielkeuzevak

Wiskunde A of B Geschiedenis Cultuurprofielvak: Frans of Duits of Grieks of Latijn

Maatschappij profielvak: aardrijkskunde of economie. Keuze-examenvak





14


Leerstofaanbod VWO bovenbouw In het 4e, 5e en 6e jaar volgen de leerlingen vakken volgens de uitstroomprofielen (Natuur & Techniek, Natuur & Gezondheid, Economie & Maatschappij, Cultuur & Maatschappij).

van een diploma belangrijk, maar niet het enige. Het gaat ook om de vraag hoe we hen kunnen helpen bij het zoeken van hun weg in de maatschappij, zowel in hun leef- als in hun werksituatie. Dat is geen eenvoudige opgave, zeker niet als het leerlingen betreft zoals de onze, die een beperking hebben of langdurig ziek zijn.

VWO staatsexamen profielen

Zie schema op pagina 14. VWO Examen De leerlingen die de opleiding VWO volgen, gaan op voor het staatsexamen. Hiervoor behalen zij per vak een certificaat. Wanneer de leerlingen voor 8 vakken een certificaat hebben behaald en de rekentoets op niveau 3F hebben gemaakt, ontvangen zij in ruil hiervoor een VWO-diploma. Maatschappijleer wordt in de 5e klas, mondeling, afgerond, de overige vakken in het 6e of in uitzonderingsgevallen het 7e jaar, indien leerlingen gespreid examen mogen doen. Het staatsexamen bestaat altijd uit een schriftelijk en een mondeling examen, waarbij het schriftelijk gelijk is aan het Centraal Schriftelijk Eindexamen. Hierna volgt een mondeling examen. Dit wordt afgenomen op een andere school, te weten mytylschool Heliomare in Wijk aan Zee, omdat ons aantal examenleerlingen te gering is voor een eigen examencommissie. Ook de presentatie van het profielwerkstuk vindt hier plaats. Ouders dienen zelf voor het vervoer te zorgen. De leerlingen worden door de school voor 1 december opgegeven. Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) We hanteren dit woord als term voor alle activiteiten die worden ondernomen om de leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op een zelfstandig vervolg na Mytylschool De Trappenberg. Deze activiteiten zijn onderverdeeld in drie thema’s: leren leren, leren kiezen en leren leven, hoewel ze tegelijkertijd alles met elkaar te maken hebben. Het gaat om het nadenken over: wie ben ik, waar wil ik bij horen, wat kan ik, wat maakt het leven de moeite waard? Vragen die leerlingen bewust, maar veel vaker onbewust bezig houden. Reflectie is daarom een belangrijk onderdeel van loopbaanbegeleiding.

Het monitoren en waarborgen van de opbrengsten Zoals eerder opgemerkt wordt gewerkt met een ontwikkelingsperspectief (OPP) waarin de uitstroombestemming van de leerling en de onderbouwing daarvan weergegeven wordt. Dit OPP wordt voor alle leerlingen opgesteld en binnen zes weken na plaatsing vastgesteld door de Commissie van Begeleiding na een op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de leerling en zijn/haar ouders/ verzorgers. Twee keer per jaar wordt dit OPP geëvalueerd: in januari en in juni wordt gekeken of de leerling nog op koers ligt of dat het OPP moet worden bijgesteld. De bijstelling vindt dan alleen plaats na een OOGO en vaststelling in de Commissie van Begeleiding (CvB). Hierin hebben de directeur van de school, de schoolarts, de teamleider en de gedragswetenschapper zitting. Het onderwijs wordt vanuit het CvB aangestuurd, het OPP is het basisdocument voor de verdere planning van het onderwijs door de mentoren en vakleerkrachten. Deze planning wordt weergegeven in groepsplannen waarbij de aanpak per groep wordt besproken in de groepsplanbesprekingen. Deze groepsplanbesprekingen vinden ook twee keer per jaar plaats.

Als school lopen we een stukje met de leerling mee in een belangrijke periode van hun leven. Daarbij is de voorbereiding op een goed uitstroomtraject of het halen Mytylschool De Trappenberg VSO - Schoolgids 2015-2016

15

Nieuwe leerling Na aanmelding bij de teamleider en een oriënterend gesprek met teamleider en gedragswetenschapper kan nadat het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring heeft afgegeven besloten worden tot plaatsing op de mytylschool. Bij start van de school wordt een VAS-toets (Cito VMBO/HAVO/VWO) afgenomen om het onderwijsniveau en hiaten te bepalen. Daarnaast wordt een intelligentieonderzoek afgenomen indien dit niet voorhanden is. Er wordt een intakegesprek met ouders en leerling gevoerd om inzicht te krijgen in de ondersteuningsbehoefte en om persoonlijke leerdoelen op te stellen voor de komende periode door de gedragswetenschapper en schoolmaatschappelijk werk. Op basis van de fysieke, de sociaal-emotionele gesteldheid, de gegevens van de oude school, de VAS-toetsen en het intelligentieniveau wordt een voorlopig OPP met leerroute en ondersteuningsbehoeften opgesteld door de gedragswetenschapper.. Na 4 weken wordt bovenstaande geëvalueerd met de mentor en besproken met leerling en ouders in een op overeenstemming gericht overleg (OOGO). Na dit gesprek wordt het definitieve ontwikkelingsperspectief opgesteld door teamleider en gedragswetenschapper en vastgesteld in het CvB. Zittende leerling Iedere week (voor HAVO/VWO) of maandelijks (voor VMBO) vindt een gesprek met de mentor plaats, waarin de studieresultaten, de taakhouding en het fysiek en sociaal-emotioneel welbevinden wordt besproken en worden concrete doelen gesteld. Wanneer de voortgang niet volgens verwachting verloopt kan de leerling

tussentijds worden aangemeld voor bespreking in het CvB. Dit wordt vooraf met ouders en leerling besproken en na overleg door de mentor weer naar leerling en ouders teruggekoppeld. Twee keer per jaar wordt de voortgang van de leerling ten aanzien van het OPP besproken in een OPP-bespreking. Het OPP wordt eenmaal per jaar in het CvB en met ouders besproken. Groepsplanbespreking Per mentorgroep wordt 2 keer per jaar een groepsplanbespreking gehouden om de aanpak van de mentoren en leerkrachten te bespreken: Liggen de leerlingen nog op koers? Moet de aanpak gewijzigd worden? Er wordt een analyse gemaakt van de belemmerende factoren en hoe deze opgeheven of zo goed mogelijk gecompenseerd kunnen worden. Uit de groepsanalyse moet blijken of er een tendens is in belemmerende factoren op individueel niveau, onderwijsaanbod of organisatieniveau en welke aanpassingen dit vraagt. Indien er 5 leerlingen of meer op hetzelfde didactische niveau werken, wordt een groepsanalyse gemaakt op onderwijsinhoudelijk niveau. Rapporten Twee keer per jaar, in januari en in juni, krijgen de leerlingen een rapport met de behaalde schoolresultaten. Naar aanleiding hiervan vindt een rapportgesprek plaats en wordt bekeken of de interventies van het OPP nog geldig zijn of aangepast moeten worden. Uitstroomgegevens VSO DGO

HBO MBO-4 MBO-3 MBO-1/2 HAVO

Totaal


Schooljaar 2013-2014 0 7 0 4 1 12

16

Schooljaar 2014-2015 0 6 3 1 2 12

1.3.4 De afdeling VSO ZML/MG Inleiding Het onderwijs van het VSO ZML/MG is passend, praktisch en actief. We houden rekening met de speciale leerstijlen van de ZML/MG-leerlingen en hun onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Er worden zingevende activiteiten uitgevoerd met veel structuur en herhaling door het geven van effectieve en praktische instructie. Het onderwijsaanbod is concreet, praktisch en contextgebonden – ‘leren in het hier en nu’. Door kleine groepen kunnen we veel persoonlijk contact met de leerlingen garanderen. Het onderwijsprogramma richt zich op de aspecten Wonen, Werken, Vrije Tijd en Burgerschap. De school is ingericht als oefenmaatschappij. Hierin maakt de leerling zich alle aspecten van de maatschappij eigen door veel ervaring op te doen en door zelf te handelen. In onze leerwerkplekken brengen de leerlingen de kennis uit de vakken Nederlands en rekenen in de praktijk.

Het uitstroomprofiel en de leerroute De school heeft voor de afdeling ZML/MG leerstandaarden vastgesteld. Een leerstandaard is een concreet tussendoel op een leerlijn. Binnen de ZML/MG-stroom onderscheiden we drie standaarden: • De voldoende standaard: het niveau dat we met driekwart van de leerlingen willen bereiken. • De minimum standaard: het niveau dat we minimaal willen bereiken bij de leerlingen die de voldoende standaard niet halen. • De gevorderde standaard: het niveau voor de best scorende leerlingen die boven de voldoende standard functioneren. Standaarden bij de arrangementen VSO niveau ZML/MG met ingang van schooljaar 2015/2016 Relatie tussen standaarden, arrangementen en uitstroomniveaus

De ZML/MG-afdeling biedt vier leerroutes. De leerroutes leiden op tot de uitstroomprofielen dagbesteding en (beschermde) arbeid. Het onderwijsprogramma bereidt de leerling voor op het zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij (wonen, werken, vrije tijd en burgerschap).

Standaard

Arrangement

Uitstroomniveau

Leerroute

Gevorderd+ Gevorderd

Verdiept+ Verdiept

Leerroute E Leerroute D

Voldoende Minimum

Basis Intensief

Beschermde arbeid Arbeidsmatige dagbesteding of Beschermde arbeid Arbeidsmatige dagbesteding Licht arbeidsmatige dagbesteding

Leerroute C Leerroute B

Schoolstandaard - verdeling niveaus van de leerlijnen over de leerjaren NB: Standaard is het minimum beheersingsniveau aan het eind van dat jaar leerjaar leerjaar leerjaar leerjaar leerjaar leerjaar leerjaar 1 2 3 4 5 6 7* Gevorderd+ 12 12 13 13 13 13 13 Gevorderd 9 10 11 12 12 12 12 Voldoende 6 7 8 9 9 9 9 Minimum 3 4 5 6 6 6 6 *Leerjaar 7: In leerjaar 7 zitten leerlingen die aan het eind van leerjaar 6 de doelen nog niet hebben behaald, waarvan de prognose is dat ze het niveau voor het gestelde uitstroomperspectief zullen behalen. Mytylschool De Trappenberg VSO - Schoolgids 2015-2016

17

Indeling van de opleiding

Koppeling naar regulier niveau

Gevorderd+ Gevorderd Voldoende Minimum

leerjaar leerjaar leerjaar leerjaar leerjaar leerjaar leerjaar 1 2 3 4 5 6 7* E4 E4 M5 E5 M6 E6 E6 E3 E3M4 M4 E4 E4 E4 E4 M2 E2 M3 E3 E3 E3 E3 peuter B2 M2 M2 M2 M2 M2

We sluiten met ons onderwijs aan op de verschillende standaarden. Dit doen we door het onderwijs aan te bieden in verschillende arrangementen. De leerstroom ZML heeft naast het basisarrangement een intensief en verdiept arrangement. De vier arrangementen in de ZML/MG • Leerroute C - het basisarrangement: dit is de grootste groep leerlingen. • Leerroute B - het verdiept arrangement: leerlingen die meer tijd en begeleiding nodig hebben. • Leerroute D - het intensief arrangement: leerlingen die meer behoefte hebben aan uitdaging. • Leerroute E - verdiept plus arrangement: leerlingen die nog meer behoefte aan uitdaging hebben dan leerroute D Deze leerlingen volgen de lessen op praktijkschoolniveau. Verschillende arrangementen per leerling Een leerling zit doorgaans niet voor alle vakgebieden/domeinen op hetzelfde niveau. Het is dus mogelijk dat een leerling voor meerdere vakgebieden/domeinen in verschillende arrangementen zit. Maar uiteindelijk gaat een leerling maar naar één bepaalde uitstroombestemming. Dit staat vermeld in het OPP.

De Onderbouw In de eerste twee leerjaren maakt de leerling kennis met de werkwijze en alle aspecten van het onderwijsprogramma van het VSO. De leergebiedspecifieke leerstof (rekenen en taal) staat centraal naast het werken aan leergebiedoverstijgende leerstof (leren-leren, sociale competenties en voorbereiding op arbeid en dagbesteding). Aan het eind van de Onderbouw wordt een arbeidsinteressetest afgenomen. Het doel van de test is om de leerling te leren de eigen interesses af te zetten tegen de eigen mogelijkheden. De Middenbouw in leerjaar 3 en 4 wordt met de leerling en de ouders het gesprek gevoerd over de uitstroom. In leerjaar 3 starten de interne stages, gevolgd door de externe stages in leerjaar 4 (of 5). De Bovenbouw In leerjaar 5 en 6 richt het onderwijs zich op de individuele uitstroom. Centraal staat de leergebiedoverstijgende leerstof. De leergebiedspecifieke doelen worden onderhouden of verder ontwikkeld, gericht op wat de leerling nodig heeft voor de uitstroombestemming.

Voorafgaand aan de schoolrapporten zijn er twee toetsmomenten per schooljaar, in januari en mei. De uitkomst van de analyse van de toetsresultaten geeft duidelijkheid over de voortgang van het leerproces. Na analyse van de toetsresultaten kunnen arrangement, leerroute en ontwikkelingsperspectief bijgesteld worden. De toetsresultaten zijn daarbij een belangrijk criterium maar niet allesbepalend. Daarnaast worden de observaties van mentoren en overige betrokken leerkrachten en indien nodig de testgegevens van de gedragsdeskundige door de Commissie van Begeleiding bij de besluitvorming meegenomen.


18

Organisatie van de opleiding De leerling volgt vijf dagdelen per week les in de eigen stamgroep. De indeling van de groepen gebeurt op grond van het niveau van sociaal-emotioneel functioneren en cognitief functioneren. Centraal staat het sociaal aanspreekniveau. In leerjaar 1 tot en met 4 werkt de leerling ‘s middags volgens een vast rooster in vakgroepen. In leerjaar 5 en 6 werkt de leerling meerdere dagdelen op een speciaal ingerichte leerwerkplek, het zgn. Werkbedrijf. Het vakkenpakket Leerjaar 1, 2, 3 en 4 (onderbouw en middenbouw) Leervaardigheden Algemeen Vormend Onderwijs • Nederlands • Communicatie • Rekenen • Engels • Kennisgebieden • ICT-vaardigheden Leervaardigheden Vakgebieden Leerwerkplekken: • winkelpraktijk • kantoorpraktijk • horecapraktijk

Leerjaar 5 en 6 (bovenbouw) Leervaardigheden Algemeen Vormend Onderwijs: • Nederlands • communicatie • rekenen • Engels • Kennisgebieden • ICT-vaardigheden Leervaardigheden Vakgebieden: Leerwerkplekken: • Werkbedrijf • T-berg (horecabedrijf) Maatschappelijke oriëntatie: • oriëntatie op wonen/werken en vrije tijd • cultuureducatie • sociale redzaamheid Stage: • Interne stage • Externe stage: Leerstage / Oriëntatiestage

Praktijkvakken: • techniek • zorgvakken • groenvoorziening, plant- en dierverzorging • beeldende vorming • cultuureducatie • maatschappijleer Stage (vanaf de middenbouw): • interne stage • externe leer-stage Mytylschool De Trappenberg VSO - Schoolgids 2015-2016

19

Opleidings- en vervolgtraject VSO ZML/MG Leerjaar 1 en 2 Onderbouw Stamgroepen in de ochtend voor AVO en leerwerkplekken Praktijkvakken in de middag

Leerjaar 3 en 4 Middenbouw Stamgroepen in de ochtend voor AVO en leerwerkplekken Praktijkvakken in de middag Interne stages en externe leerstages

Leerjaar 5 en 6 Bovenbouw Stamgroepen voor AVO

Werkbedrijf Oriëntatiestages

Leerstijlen en onderwijs(ondersteunings)behoeften van ZML/MG leerlingen ZML/MG leerlingen hebben een eigen stijl van leren. Uit deze wijze van leren vloeien onderwijs(ondersteunings)behoeften voort. Binnen de afdeling ZML/MG zijn lesaanbod, inrichting van de klaslokalen en de leerwerkbedrijven afgestemd op deze specifieke onderwijsbehoeften. In onderstaand overzicht worden de belangrijkste leerstijlen en onderwijs(ondersteunings)behoeften samengevat. Onderwijsbehoeften • De ZML/MG leerling heeft ruim de tijd nodig om eigen mogelijkheden te leren kennen. Er is veel geduld en persoonlijk contact nodig bij het leren kennen van de eigen mogelijkheden. De leerling heeft baat bij het veelvuldig oefenen met zingevende activiteiten. • De ZML/MG leerling maakt eigen denkstappen in het redeneren, afhankelijk van zijn cognitieve vermogen en zijn sociaal-emotionele vaardigheden. In de begeleiding wordt hiermee rekening gehouden, door voorspelbaar te zijn, structuur te bieden en door verstoringen zoveel mogelijk te voorkomen. Activiteiten worden duidelijk afgesloten, alvorens over te gaan naar de volgende activiteit. • De leerling leert uit zichzelf weinig systematisch. Hij heeft daarom behoefte aan effectieve, praktische instructie. • ZML leerlingen leren op een sensomotorische, gevoelsmatige manier. In het onderwijsprogramma zijn daarom veel verschillende verwerkingsmogelijkheden van de lesstof geïntegreerd. Deze komen in de praktijk van alledag aan bod. • De leerling leert pragmatisch (ook wel genoemd: fysiek-emotioneel). De leerling heeft een grote behoefte aan betrouwbaarheid en aan concreet, praktisch en context gebonden leren. Het is van belang om kleine stapjes te maken en altijd aan te sluiten bij het bekende en het alledaagse dat praktisch nut heeft.

De leerling moet beleven waar het geleerde in de praktijk voor dient. De ZML leerling leert door toepassen en doen. • De leerstijl van de leerling is egocentrisch van aard. Alhoewel de cognitieve vaardigheden van de leerling achterblijven behoeven de onderwerpen en werkelijkheidsgebieden in het onderwijsaanbod niet op dit lagere niveau te blijven. Praktische kennis komt op een aangepaste manier aan de orde. Leerdoelen moeten van herkenbare praktische meerwaarde zijn voor de leerling (bijv. zelfstandigheid alledaags leven). Ondersteuningsbehoeften Het leren van de ZML/MG leerling wordt ondersteund door ondersteuningsmiddelen o.a. spraakcomputer, ICT aanpassingen, aangepaste leermiddelen op het gebied van motorisch en visueel handelen.

Uitstroomgegevens VSO ZML/MG en VMBO-basis

Lichtarbeidsmatige dagbesteding Arbeidsmatige dagbesteding Beschermde arbeid Vervolgopleiding MBO niveau 1/2 Arbeid Totaal


20

Schooljaar 2013-2014 1 7 0 0 2 10

Schooljaar 2014-2015 2 6 2 2 0 12

1.3.5 De groep VSO VMBO-basis De opleiding VMBO-basis biedt leerroutes aan op diverse niveaus. Alle leerroutes leiden op tot de uitstroomprofielen Arbeid of Vervolgopleiding. De leerroute Vervolgopleiding leidt op tot instroom op MBO 1-, MBO 2- of MBO 3-niveau. Voor leerlingen die het VMBO-TL niveau niet behalen is er de mogelijkheid om via de KSE-structuur toch in te stromen in het MBO. De KSE-examens lopen via IVIO.

KSE en kwalificatiestructuur

De leerlingen willen niet alleen leren, zij willen zich ook kwalificeren. Een kwalificatie is het geheel van specifieke kennis, houding en vaardigheden die nodig zijn voor het behalen van het diploma. Dit diploma geeft toegang tot een bepaald opleidingstraject of een beroep . Een kwalificatiestructuur is het geheel van begin- en eindtermen dat door de overheid is vastgesteld voor een bepaald stelsel van onderwijs en opleidingen. De bedoeling ervan is meervoudig: een kwalificatiestructuur maakt het mogelijk herkenbare en herhaalbare resultaten te meten, goede afstemming en doorstroom te realiseren en standaarden te creëren ten behoeve van ‘afnemers’ van opgeleiden.

Kwalificatiestructuur Educatie (KSE) Het IVIO-Examenbureau werkt met de ‘Kwalificatiestructuur Educatie’ (KSE). Dit is een onderdeel van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en sluit aan bij opleidingsniveaus die voor heel Europa gelden. De structuur waarbinnen wordt getoetst, heeft 4 competentieniveaus. Hieronder vindt u een beschrijving van deze niveaus. • KSE 1 (redzaamheid) Competenties op dit niveau hebben betrekking op verschillende elementaire vaardigheden voor algemeen maatschappelijk functioneren. • KSE 2 (drempelniveau) Competenties op dit niveau stellen de leerlingen in staat de assistent-opleiding in het secundair beroepsonderwijs (KSB 1), functietrainingen van een laag niveau op de werkplek en daarmee vergelijkbare leertrajecten van organisaties voor arbeidsvoorziening te volgen. • KSE 3 (basisniveau) KSE 3 is min of meer vergelijkbaar met de basisvorming in het VMBO. Beheersing op KSE 3 niveau biedt toegang tot basisberoepsopleidingen MBO 2. • KSE 4 (startniveau 1) De competenties liggen hier iets onder VMBO-TL niveau. Dit niveau geeft toegang tot MBO 3. Onderkant formulier Middels de KSE-structuur volgen de leerlingen in ieder geval de vakken: Engels, Nederlands en Wiskunde, Rekentoets. Indien deze vakken op KSE3 niveau behaald zijn, leidt dit tot instroom op MBO 2. Indien deze vakken op KSE4 niveau behaald zijn, leidt dit tot toestroom op MBO 3. Daarnaast kunnen de leerlingen kiezen uit 3 vakken: Biologie (max KSE3), Geschiedenis (max KSE4), Aardrijkskunde (max KSE4), Economie (max KSE4) of maatschappijleer (max KSE4). Tevens worden de vakken Burgerschap (max KSE 3) en Sociale Vaardigheden (max KSE1) aangeboden. De leerlingen worden opgeleid om zelfstandig te participeren in de maatschappij met waar nodig enige mate van begeleiding. Het programma richt zich op de aspecten Wonen, Werken, Vrije Tijd en Burgerschap.


21

De opleiding kan worden afgesloten met: • Een IVIO diploma dat verkregen is middels behaalde certificaten. • Een certificaat voor Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent (AKA) op niveau MBO 1. • Een certificaat van een branche-gerichte cursus. • Een schoolcertificaat. Het leeraanbod van de groep VSO VMBO-basis Een aantal vakken van het reguliere voortgezet onderwijs wordt ook in VMBO-basis gegeven. De leerstof is dan wel aangepast aan het niveau van de leerling. Om alle doelstellingen te bereiken wordt in het onderwijs aandacht besteed aan: aangepast theoretisch onderwijs, persoonlijkheidsvorming, aanleren van sociale vaardigheden en voorbereiding op het uitoefenen van functies op de arbeidsmarkt. Voor de doelgroep VMBO-basis is het belangrijk dat de leerlingen competentiegericht onderwijs volgen. Naast de cognitieve vakken hebben zij werknemersvaardigheden nodig om de doorstroming naar het MBO te optimaliseren.

Het uitstroomprofiel en de leerroute Het uitstroomprofiel van de leerling is leidend voor de te volgen leerroute. De doelstellingen die behoren bij de diverse leerroutes staan beschreven in het Leerling Volg Systeem. De uitstroomprofielen en leerroutes voor de leerlingen van de leerstroom VMBO-basis: • Uitstroomprofiel arbeid - leerroute D: beschermde arbeid of dagbesteding met een arbeidsmatig karakter. • Uitstroomprofiel arbeid - leerroute E: reguliere arbeid. • Uitstroomprofiel vervolgopleiding - leerroute F: MBO 1/2

Het onderwijs is opgebouwd uit meerdere onderdelen: Leerjaar 1 t/m 4 • Het Algemeen Vormend Onderwijs (AVO) dat gericht is op het verbeteren van de basisvaardigheden, rekenen/wiskunde, taal, ICT, Engels en kennisgebieden. • Praktijkvakken en praktijkopleidingen. (techniek, zorg, groen, cultuureducatie, beeldende vorming) • Het educatief programma rond arbeidsoriëntatie en de stage die gericht zijn op het voorbereiden op deelname aan het arbeidsproces. Leerjaar 5 en 6 • Het Algemeen Vormend Onderwijs (AVO) dat gericht is op het verbeteren van de basisvaardigheden, rekenen/wiskunde, taal, ICT, Engels en kennisgebieden. • Opleiding voor Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (AKA). • Branchegerichte cursussen, zoals baliemedewerker, horeca, magazijnbeheer, etc.). • Externe stage in reguliere leerbedrijven ter voorbereiding op het maken van de transitie naar de maatschappij (afhankelijk van het niveau van de leerling).

Voor de afdeling VMBO-basis heeft de school standaarden vastgesteld. Een leerstandaard is een concreet tussendoel op een leerlijn. Binnen de VMBO-basis stroom onderscheiden we drie standaarden: • De voldoende standaard: het niveau dat we met driekwart van de leerlingen willen bereiken. • De minimum standaard: het niveau dat we minimaal willen bereiken bij de leerlingen die de voldoende standaard niet halen. • De gevorderde standaard: het niveau voor de best scorende leerlingen die boven de voldoende standard functioneren.


22

We sluiten met ons onderwijs aan op de verschillende standaarden. Dit doen we door het onderwijs aan te bieden in verschillende arrangementen. De stroom VMBO-basis heeft naast het basisarrangement een intensief en verdiept arrangement. De drie arrangementen in VMBO-basis • Leerroute E - het basisarrangement: Dit is de grootste groep leerlingen. • Leerroute F - het intensief arrangement: Leerlingen die meer behoefte hebben aan uitdaging. • Leerroute D - het verdiept arrangement: Leerlingen die meer tijd en begeleiding nodig hebben.

Indeling van de opleiding VMBO-basis in ontwikkeling De onderwijsinspectie heeft aangegeven dat de praktijkvakken in de toekomst beter moeten aansluiten bij de vervolgopleidingen van de leerlingen. Wij zullen dat enerzijds realiseren door de praktijkvakken in de eigen school iets anders vorm te geven. Als dat niet mogelijk is zullen praktijkvakken in samenwerking met een reguliere VMBO school in de regio vormgegegeven worden. In het schooljaar 20152016 zullen wij dit verder uitwerken.

Verschillende arrangementen per leerling Een leerling zit doorgaans niet voor alle vakgebieden/domeinen op hetzelfde niveau. Het is dus mogelijk dat een leerling voor verschillende vakgebieden/domeinen in verschillende arrangementen zit. Dit is o.a. in het OntwikkelingsPerspectief (OPP) terug te zien. Maar uiteindelijk gaat een leerling maar naar één bepaalde uitstroombestemming. Voorafgaand aan de schoolrapporten zijn er twee toetsmomenten per schooljaar. De uitkomst van de toetsen geeft duidelijkheid over de voortgang van het leerproces. Na analyse van de toetsresultaten kunnen arrangement, leerroute en ontwikkelingsperspectief bijgesteld worden. De toetsresultaten zijn daarbij een belangrijk criterium maar niet allesbepalend. Ook observaties door orthopedagoog en mentorleerkracht, tests door de orthopedagoog en consultatie van alle betrokkenen worden door de Commissie van Begeleiding bij de besluitvorming meegenomen. Het ontwikkelingsperspectief en de daarbij behorende leerroute worden vermeld in het OntwikkelingsPerspectief. Met behulp van schoolstandaards wordt het niveau bepaald dat een leerling in de volgende 2, 4 en 6 jaar kan behalen en waar de leerling naar toe werkt. Alle leerlingen werken met arrangementen om op hun manier en binnen hun eigen mogelijkheden dit streefniveau te bereiken. De meeste leerlingen werken binnen het basisarrangement. Leerlingen die meer behoefte aan uitdaging hebben werken volgens het arrangement ‘verdiept’. De leerlingen die meer tijd en begeleiding nodig hebben werken volgens het arrangement ‘intensief’.

Uitstroomgegevens VSO ZML/MG en VMBO-basis

Lichtarbeidsmatige dagbesteding Arbeidsmatige dagbesteding Beschermde arbeid Vervolgopleiding MBO niveau 1/2 Arbeid Totaal


23

Schooljaar 2013-2014 1 7 0 0 2 10

Schooljaar 2014-2015 2 6 2 2 0 12

1.3.6 De afdeling VSO EMB Inleiding Op Mytylschool De Trappenberg is een afdeling waar ernstig meervoudig beperkte leerlingen (EMB) onderwijs ontvangen. Dit betreft leerlingen van 4 tot 20 jaar. De leerlingen van 12 jaar en ouder zijn organisatorisch ondergebracht in de afdeling VSO. Als afgeleide van het schoolplan is ook voor deze afdeling een afdelingsplan ontwikkeld. Hierin beschrijven we de kenmerken van de populatie, de onderwijsbehoeften, de manier waarop we resultaten volgen en de manier waarop we deze groep leerlingen voorbereiden op hun tijd na deze school. Deze beschrijving treft u hieronder aan. In de werkwijze wordt nauw samengewerkt met revalidatiecentrum De Trappenberg. Er is een onderwijs-behandelprogramma ontwikkeld medio 2011. Op dit moment wordt dit plan geëvalueerd en bijgesteld. Dit proces wordt afgerond in 2015. Beschrijving van de afdeling VSO EMB De EMB-afdeling is bedoeld voor leerlingen die een ernstige verstandelijke beperking hebben, met een ontwikkelingsleeftijd van jonger dan 36 maanden, en/of leerlingen die een ernstige motorische beperking hebben, dusdanig dat zij de zorg, sfeer en onderwijs van een kleine klas nodig hebben. Onderstaande aspecten zijn bepalend voor het niveau van functioneren van de EMB-leerlingen. Deze aspecten zijn niet op zichzelf staand. Zij beïnvloeden elkaar onderling. Ontwikkelingsleeftijd Intelligentieniveau

(Senso)motoriek

De ontwikkelingsleeftijd ligt onder de 36 maanden. Er is een significant verschil met de kalenderleeftijd. Het IQ is minder dan 35. Er is sprake van een gestoorde aandacht, zwakke zelfsturing en een geringe wendbaarheid van handelen. De leerlingen komen onvoldoende tot exploratie en tonen weinig tot geen initiatief. Er zijn motorische beperkingen op neurologische basis. Er zijn zintuiglijke beperkingen.

Lichamelijke conditie

Communicatie

Beleving Relatie

Er is een (ernstige) lichamelijke beperking. Er is meestal sprake van een grote kwetsbaarheid in somatische zin. Er is niet meer dan een basale interactie met de omgeving. Er is weinig of geen spraak-/taalontwikkeling. Er is een lust-/onlustbeleving en er is een ontluikend zelfbesef. Er is weinig initiatief tot het leggen van contacten met leeftijdgenoten. Er is weinig tot geen besef van sociale omgangsvormen. Er is sprake van een sterke afhankelijkheid van de omgeving, veel op volwassenen gericht Er is behoefte aan relatie; signalen moeten opgepikt worden door de omgeving.

Wat is de onderwijsbehoefte van EMB-leerlingen? De leerlingen volgen de Plancius leerlijnen en een enkeling CED ZML1-3 SO-leerlijnen. Didactische aanpak • Leerlingen hebben baat bij een gestructureerde benadering • Vaste dagstructuur en rituelen


24

• • • • • • • •

Duidelijke, korte opdrachten Visuele ondersteuning Ondersteuning van taal met gebaren en picto’s Veel bevestiging en stimulans nodig Veel herhaling Veel individuele begeleiding Toepassen van het geleerde in de praktijk We werken vanuit de visie ‘één jongere, één plan’, waarbij de leerkrachten samenwerken met de therapeuten van het revalidatiecentrum

Wat zijn de randvoorwaarden van deze doelgroep om aan de onderwijsbehoefte te kunnen voldoen? • De groepen bevatten maximaal 7 leerlingen. • Vaste therapeuten. • Ruimte en materialen om leerlingen in afwisselende houdingen de dag door te laten brengen om het lichamelijk welbevinden te bevorderen en in stand te houden. • Vast dagritme, dagelijks terugkerende activiteiten. • Instructie d.m.v. modeleren, imiteren en inoefenen en veel herhalen. Het monitoren van de opbrengsten Het leidend document is het OntwikkelingsPerspectief (OPP). Hierin wordt vermeld wat het verwachte uitstroomniveau van de leerling is. Het OPP wordt voor alle leerlingen opgesteld en binnen zes weken na plaatsing vastgesteld door de Commissie van Begeleiding in samenspraak met de ouders. Eenmaal per jaar wordt het OPP (mede aan de hand van de observatiegegevens) geëvalueerd en indien nodig bijgesteld in de Commissie van Begeleiding. Elke 3 maanden vinden er leerling besprekingen plaats waarin de doelen geëvalueerd worden.

Pedagogische aanpak • Vaste begeleiding door leerkrachten, assistenten en therapeuten, geen groepsoverstijgend onderwijs: omdat deze leerlingen veelal moeite hebben om hun wensen op een gebruikelijke wijze kenbaar te maken is het belangrijk om de leerling goed te kennen om ze goed te begrijpen. • Het doel van het onderwijs-/revalidatieprogramma is dat deze leerlingen zich met kleine stapjes ontwikkelen binnen een veilig pedagogisch klimaat waarin zij zich thuis voelen, waarbij gestreefd wordt naar maximale participatie in het dagelijks leven, maximale zeggenschap en optimale kwaliteit van leven. • Het gaat met name om het oefenen van functionele dagelijKSE situaties door het veelvuldig voordoen, herhalen en inoefenen.

Nieuwe leerling • Een leerling wordt aangemeld bij de teamleider. • Er vindt een rondleiding plaats over de afdeling en een oriënterend gesprek met de teamleider en psycholoog/orthopedagoog. • Er vindt een observatie plaats op de huidige school/KDC door de psycholoog/ orthopedagoog. • Indien nodig is er een proefplaatsing om te bekijken of en in welke klas de leerling past met duidelijk geformuleerde criteria. • De leerling wordt geplaatst, binnen 6 weken wordt een OntwikkelingsPerspectief opgesteld en getekend door de Commissie van Begeleiding en ouders. Zittende leerling • Uitstroom van alle leerlingen is ervaringsgerichte dagbesteding. • Iedere 3 maanden vindt er een leerlingbespreking plaats. Hierin staan de (veranderde) bijzonderheden vermeld van het fysiek en sociaal-emotioneel welbevinden, ontwikkeling op de leerlijnen, communicatie en motivatie. Indien er bijzonderheden zijn, wordt er een pedagogisch plan of communicatieplan op


25

of bijgesteld. Samenvatting van de leerlingbespreking komt in de groepsbespreking. • Ieder jaar wordt een OntwikkelingsPerspectief geschreven en vergeleken met het vorige schooljaar en ondertekend door de Commissie van Begeleiding en ouders. Groepsniveau Na iedere leerlingbespreking wordt een analyse verricht op de gemelde bijzonderheden in de klas. Wat ligt op individueel niveau, klassenniveau, klassenmanagement en welke aanpassingen vraagt dit? Heeft dit invloed op de bestaande arrangementen en moet dit bij de Commissie van Begeleiding ingebracht worden? Transitie Voor onze EMB-leerlingen proberen wij een goede plek in de maatschappij te vinden. Een dagbesteding waar ze de uitdaging vinden die bij ze past, en tevens de verzorging die ze zo hard nodig hebben. Een plek waar recht wordt gedaan aan hun mogelijkheden en maximale autonomie. Om de mogelijkheden in de regio goed in kaart te brengen, hebben we een uitstroomcoördinator aangesteld. In overleg met ouders en leerkrachten gaat deze op zoek naar de best mogelijke dagbesteding voor deze leerling.

1.3.7 Stages Algemeen Onze school bereidt leerlingen voor op een toekomst na de schoolperiode. Voor toeleiding naar de maatschappij is vooral het aanleren van algemene (werknemers-) vaardigheden en competenties van belang. Om deze vaardigheden te kunnen trainen en ontwikkelen bieden wij de leerlingen zowel interne als externe stages. Deze vaardigheden worden gevolgd in de leerling-volg-systemen ‘vakgebied overstijgend’ en ‘voorbereiding op dagbesteding en arbeid’. Een belangrijk kenmerk van stage is het leren van de praktijk en in de praktijk. Het stageonderwijs vindt plaats in een situatie buiten de bekende klassensituatie. Stages worden ingezet in de leerstromen: • VSO ZML/MG • VSO VMBO basis

Om de overstap naar een vervolgvoorziening zo soepel mogelijk te laten verlopen, vindt er een graduele overgang plaats waarbij de leerling steeds meer dagdelen op de nieuwe voorziening verblijft. De leerling loopt maximaal twee dagen per week stage. Uitstroomgegevens VSO EMB

ervaringsgerichte dagbesteding Totaal

Schooljaar 2013-2014 3 3

Schooljaar 2014-2015 1 1

Vrijwel alle leerlingen stromen uit naar ervaringsgerichte dagbesteding. Leerlingen worden gedurende twee jaar gevolgd door telefonisch of schriftelijk contact met de ontvangende voorziening. Er worden vragen gesteld over de overdracht, is de juiste keuze gemaakt en kan de leerling zich in de nieuwe situatie settelen en verder ontwikkelen.

De stages bereiden de leerlingen voor op: • vervolgvoorzieningen op het gebied van werken (arbeid, dagbesteding). • deelname aan een plek binnen het (begeleid) arbeidsproces.


26

Doel stages Vanaf het derde leerjaar lopen de leerlingen stage, zowel binnen als buiten de school. Het doel van de stage is: • het bevorderen van een geleidelijke overgang van school naar een vervolgvoorziening (dagbesteding, instelling) of (begeleide) werkplek. • het inzicht geven in eigen grenzen en mogelijkheden. • het vergroten van eigenwaarde. • het opdoen van ervaring met een arbeidssituatie buiten de school.

Soorten stage Interne stage Deze stages betreffen dienstverlenende werkzaamheden binnen de school. De leerling wordt tijdens de interne stage – direct of op afstand – onder leiding van de stagecoördinator begeleid door leerkrachtondersteuners van het VSO. Externe stage Bij de externe stage onderscheiden we: • Leerstage Tijdens de stageperiode maakt de leerling kennis met een werksituatie. Hierbij staat het leren omgaan met een arbeidssituatie centraal. • Oriëntatiestage Deze stage biedt de leerling de mogelijkheid om zich te oriënteren op een eventuele vervolgvoorziening/beschermde werkplek met de mogelijkheid tot plaatsing. • Beroepsgerichte stage De stage richt zich op het aanleren van vaardigheden met betrekking tot een specifiek vak of beroep. Bij externe stages onderhoudt de stagecoördinator contact met de stageverlenende instelling over de activiteiten, vorderingen en de begeleiding van de leerlingen. Het vervoer van en naar de stageplek wordt bij externe stages door de school geregeld.

Stagetraject We spreken van ‘stage’ als de leerling een ‘klus’ doet buiten de eigen groep onder begeleiding van een andere dan de eigen klassenleiding. • In de middenbouw (leerjaar 3 en 4) streven wij naar één stageblok van een half jaar voor deze leerperiode van twee jaar. • In de bovenbouw (leerjaar 5 en 6) streven wij altijd naar één dag externe stage per week. Waar mogelijk wordt deze stage uitgebreid naar twee dagen per week. De leerlingen werken aan hun specifieke doelen/werknemersvaardigheden (uit de leerlijn ‘leren leren’ en ‘vakoverstijgende doelen’) binnen het Werkbedrijf van het VSO. • Bij de bovenbouw ligt de nadruk op de externe stages.

Leerwerkplekken: Hap Tap, Winkel, Kantoor/secretariaat, Receptie, Werkbedrijf, T-berg De leerwerkplekken Hap Tap, Winkel, Kantoor/secretariaat zijn verbonden met het onderwijsprogramma van de AVO-vakken van de afdeling VSO ZML/MG en VSO VMBO-basis. De leerwerkplek Receptie is o.a. verbonden aan het IVIO certificaatonderwijs: het behalen van het diploma Assistent receptionist/telefonist en het diploma Assistent secretariaatsmedewerker. Het wordt momenteel aangeboden als interne stage. Wij onderzoeken hoe dit uitgebreid kan worden. De leerwerkplek Werkbedrijf is verbonden aan het programma van de Bovenbouw van de afdeling VSO ZML/MG.


27

De leerwerkplek T-berg is een externe stageplek voor leerlingen uit diverse afdelingen van het VSO. De activiteiten op deze leerwerkplek zijn gericht op het leren toepassen van kennis en vaardigheden. De leerwerkplek T-berg is een officiële leerwerkplek voor de IVIO opleiding ‘assistent horeca medewerker’ voor leerlingen in het VSO VMBO-basis.

Als leerlingen hun lesprogramma digitaal aangeboden krijgen, dan gebeurt dat met iPads en Chromebooks die door school verstrekt worden.

1.3.8 Werkdagen/activiteitendagen Om het jaar organiseert het VSO een ‘werkweek’ en activiteitendagen De werkweek is een onderdeel van het lesprogramma van het VSO. De leerstof tijdens deze werkweek staat in het teken van een bepaald thema. Aan de werkweek zijn kosten verbonden. Aan de ouder(s)/verzorger(s) wordt hiervoor een bijdrage gevraagd. In het jaar zonder werkweek organiseert het VSO een activiteitenweek op school.

1.3.9 Bewegingsonderwijs Beweging is een belangrijk onderdeel van het dagprogramma van onze leerlingen. Er wordt op onze school veel aandacht besteed aan het opdoen van bewegingservaring, zodanig dat alle motorische mogelijkheden van de leerling kunnen worden ontwikkeld, uitgebreid en onderhouden. En zodanig dat de leerling zelfverzekerd en plezier kan ervaren tijdens het bewegen. Zowel binnen als buiten de lessen wordt deze ervaring opgedaan.

1.4 Communicatie

met leerlingen en ouders op het

VSO

1.4.1 Portfolio Tijdens de lessen bewegingsonderwijs, tijdens pauzes, tijdens zorgmomenten en tijdens diverse therapieën: de bewegingservaring die de leerling opdoet, vormt de basis van de ontwikkeling van het lichaamsbewustzijn. Om aan bovenstaande te kunnen voldoen is het streven om voor de leerlingen twee momenten per week te plannen die besteed worden aan bewegingsonderwijs. 1 x groepsles en 1 x op niveau van bewegingsvaardigheid.

De leerlingen van de afdeling VSO ZML/MG stellen gedurende de schoolloopbaan een Portfolio samen. De genoemde leerdoelen, opdrachten en beoordelingen vormen een verslag van de leeractiviteiten en leervorderingen van de leerlingen. In de EMB VSO groepen is sprake van een Foto-portfolio.

1.4.2 Rapportage In alle afdelingen wordt periodiek een rapportage opgesteld:

Zwemmen Voor een aantal leerlingen is het mogelijk om naast de les(sen) bewegingsonderwijs in de gymzaal ook te bewegen in het water. De leerlingen die hiervoor in aanmerking komen worden bepaald in overleg met het revalidatiecentrum.

In de afdelingen VSO ZML/MG en VSO VMBO-basis wordt twee maal per schooljaar een onderwijsverslag opgesteld, als onderdeel van het Onderwijs Revalidatie Plan (ORP). Hierin treft u een omschrijving van het huidig functioneren van de leerling. De doelen worden gesteld en geëvalueerd aan de hand van het Leerling Volg Systeem.

1.3.10 ICT op Mytylschool De Trappenberg Alle klassen hebben direct toegang tot internet en e-mail. Buiten de aparte ICT-lessen dienen computers en tablets ter ondersteuning van het totale lesprogramma.

In de afdeling EMB wordt één maal per jaar het Onderwijsverslag opgesteld. In de afdeling VSO DGO krijgen de leerlingen twee maal per jaar een schoolrapport.


28

1.4.3 OntwikkelingsPerspectief Het leidend document voor iedere leerling is het OntwikkelingsPerspectief (OPP), ook wel ontwikkelingsperspectiefplan genoemd. Hierin wordt vermeld wat het verwachte uitstroomniveau van de leerling is. Het OPP wordt voor alle leerlingen opgesteld op basis van het huidig functioneren, de intelligentiegegevens en de specifieke kenmerken van de leerling. Binnen zes weken na plaatsing wordt het OPP vastgesteld door de Commissie van Begeleiding. Eenmaal per jaar wordt het OPP (mede aan de hand van de toetsen observatiegegevens) geëvalueerd en indien nodig bijgesteld door de Commissie van Begeleiding.

pedagoog) als met medewerkers van het revalidatiecentrum. Eén maal per jaar vindt een planbespreking plaats. Doel is het maken van een gezamenlijk plan, of het bestaande plan – indien nodig – bij te stellen. Voor een contactdag en het bijwonen van een planbespreking worden de ouders schriftelijk uitgenodigd. Als de leerling 12 jaar of ouder is, ontvangt hij/zij ook een uitnodiging. Meer informatie over de samenwerking met het revalidatiecentrum vindt u op www.mytylschool-detrappenberg.nl.

1.4.4 Schoolkrant ‘De Trapper’ is de schoolkrant van het VSO. De Trapper komt tot stand tijdens de lessen ‘Kantoorpraktijk’ van de afdeling VSO ZML/MG en VMBO-basis. Vier keer per jaar resulteren de lessen Kantoorpraktijk in de uitgave van een nummer van de schoolkrant.

1.4.5 Nieuwsbrief ‘In Vogelvlucht’ Ongeveer één maal per zes weken verschijnt de ‘Vogelvlucht’, een informatiebulletin bestemd voor de ouders van onze leerlingen. In dit blad staan onder meer: belangrijke data, personeels- en leerlingenzaken en andere wetenswaardigheden. Het onderdeel waarin verslag gedaan wordt van leuke of specifieke activiteiten in het VSO wordt verzorgd door een aantal VSO-leerlingen.

1.4.6 Website: www.mytylschool-detrappenberg.nl

1.5 Dienstverlening

Op de website van de school vindt u naast de informatie over het lesprogramma tevens actuele informatie.

1.5.1 Mediatheek/jeugdbibliotheek

school

Naast de telefonische contacten, de contacten op afspraak en de Contactdag (CD) is het tijdens ouderavonden mogelijk om de betreffende leerkrachten en klassenassistenten te ontmoeten.

Leerlingen kunnen voor het leesonderwijs op school boeken lenen uit de bibliotheek. Deze boeken dienen op school te blijven. De boeken zijn naar inhoud, leeftijd en leesniveau gerangschikt. Op maandag-, woensdag- en vrijdagochtend is er in de jeugdbibliotheek hulp van ouders.

1.4.8 Contactdag (meeloopdag) en revalidatieplan-bespreking

1.5.2 Lockers

De Contactdag wordt door het revalidatiecentrum en de mytylschool georganiseerd voor leerlingen die in een revalidatietraject zitten bij het revalidatiecentrum. Er vinden gesprekken plaats ter voorbereiding op de onderwijs-/revalidatieplan-bespreking met zowel de school (groepsleraar en klassenassistent, psycholoog/ortho-

Iedere leerling krijgt een eigen locker toegewezen. Bij verlies van de sleutel kost dit €5,00.

1.4.7 Oudercontacten


29

1.5.3 Schoolwinkel De schoolwinkel is meerdere dagdelen per week geopend en wordt beheerd door leerlingen van het VSO. Leerlingen kunnen boodschappen doen voor de kookles of voor thuis. Ook is het mogelijk om een cadeautje te kopen. In een folder staan de artikelen en de speciale aanbiedingen vermeld. Deze ‘winkelpraktijk’ levert voor zowel klant als medewerker leerzame ervaringen op.

• • • •

De school is een netwerkorganisatie; Leerlingen worden op de toekomst voorbereid; Kwaliteit en de kritische blik op eigen handelen staan hoog in het vaandel; Op een planmatige wijze zorgen voor borging, verdieping en verspreiding van de aanwezige expertise; • ‘Het’ moet het gewoon doen! 21ste eeuwse vaardigheden Leerlingen die onze school verlaten zijn voorbereid op de 21ste eeuw. De 21ste eeuwse vaardigheden omvatten: Samenwerken  In onze netwerksamenleving is alles met elkaar verbonden is. Er zijn steeds meer digitale middelen om (ook op afstand) met elkaar samen te werken. Denk aan smartphones en sociale media (Facebook, Snapchat, Twitter, LinkedIn). Creativiteit  De vaardigheid creativiteit wordt belangrijker omdat kennis minder onderscheidend is (informatie/kennis is vrij beschikbaar via internet). Het gaat dus minder om de kennis die we bezitten, maar meer om de vaardigheid om deze kennis succesvol in te zetten. ICT-geletterdheid  Vaardigheden om effectief en efficiënt gebruik te maken van technologie. Hierin komen ‘technologische geletterdheid’ en ‘informatievaardigheden’ samen.

1.5.4 ICT Stichting De Kleine Prins heeft de ICT-afdeling bovenschools georganiseerd. De afdeling is daarbij gepositioneerd als staffunctie van het bestuursbureau De Kleine Prins. De positie is vergelijkbaar met de afdelingen personeelszaken en financiën. ICT is geen doel op zich, het werken met (educatieve software op) de computer

is bedoeld als ondersteuning van het dagelijks onderwijs. De Kleine Prins heeft haar ICT-beleid de afgelopen 2 jaar vormgegeven vanuit een breed opgezet beleidsplan. De beleidskeuzes zijn uitgewerkt en geformuleerd op basis van interviews, gesprekken (met ouders en personeelsleden) en praktijkervaringen op de verschillende scholen. Het ICT-beleid is uitgewerkt vanuit zes uitgangspunten, waarvan de eerste vijf zijn afgeleid van de mission statement van De Kleine Prins: • De ouder is partner in opvoeding en leren;

Communicatie  De vaardigheid om effectief en efficiënt een boodschap over te brengen en te ontvangen verandert: • Door technologie verliezen we een groot deel van de oorspronkelijke communicatie. Inhoud blijft over maar toon en non-verbaal verdwijnen door technologie. Dit gemis moet anderszins gecompenseerd worden. • Technologie zorgt ervoor dat ons bereik steeds groter wordt. We kunnen communiceren (en publiceren) met de hele wereld, We moeten ons bewust zijn van de implicaties. • Veel communicatie gaat naar iedereen met iedereen. Hoe volg je gesprekken als iedereen tegelijkertijd ‘praat’? Probleemoplossend vermogen  In onze netwerksamenleving is denken en doen steeds meer met elkaar verbonden. Voorheen werd er voor je gedacht en was


30

deze vaardigheid slechts voor bepaalde groepen. Nu hangt succes af van je vaardigheid hierin, ieder op zijn eigen niveau. Kritisch denken  De vaardigheid om onafhankelijk van anderen een eigen visie of onderbouwde mening te formuleren wordt steeds belangrijker. Met name het aanbod van een grote hoeveelheid aan beschikbare informatie maakt dat we moeten leren bepalen wat waar is en wat niet. Sociale en culturele vaardigheden  We zijn in staat om met mensen van verschillende etnische, sociale, organisatorische en politieke achtergrond effectief samen te leren, werken en te leven. Onze netwerksamenleving brengt veel diversiteit met zich mee. Organisatorische- en landsgrenzen verdwijnen.


31

2 Praktische 2.1 Schooltijden,

informatie voor ouders

ziek- en betermelden, vakanties

2.1.1 Schooltijden

2.1.3 Vakantierooster en studiedagen 2015 – 2016 Vakanties Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Koningsdag Meivakantie Pinkstervakantie Zomervakantie

Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag ochtend 08.45 - 12.15 uur middag 13.00 - 15.15 uur Woensdag ochtend 8.45 - 12.30 uur Het secretariaat is dagelijks telefonisch bereikbaar tussen 8.00 en 16.00 uur. De school is geopend van 08.00 tot 17.00 uur. Op woensdag is de school telefonisch bereikbaar van 08.00-14.00 uur.

2.1.2 Afwezig, ziek- en betermelden Wanneer een leerling ziek of afwezig is, moet dit worden gemeld aan het secretariaat van de school en de centrale planning van het revalidatiecentrum. Als een leerling een externe stage heeft moet het stageadres ook afgebeld worden. Leerlingen uit de afdeling VSO DGO kunnen zich niet per mail ziekmelden. Hun ouders moeten hen altijd telefonisch ziek melden. Afmelden bij school Tussen 08.00 en 8.45 uur telefonisch of per e-mail (DGO niet per mail). U kunt ook een bericht achterlaten op de voicemail. Afmelden graag met de naam van uw zoon/dochter, de klas, vermelding van de reden en de duur van de afwezigheid.

maandag 19 oktober t/m vrijdag 23 oktober 2015 maandag 21 december 2015 t/m vrijdag 1 januari 2016 maandag 29 februari t/m vrijdag 4 maart 2016 vrijdag 25 maart t/m maandag 28 maart 2016 woensdag 27 april 2016 maandag 2 mei t/m vrijdag 6 mei 2016 maandag 16 mei 2016 maandag 18 juli t/m vrijdag 26 augustus 2016

Studie- en organisatiedagen, alle leerlingen zijn vrij Woensdag 7 oktober 2015 Vrijdag 18 december 2015 (studie- en organisatiedag) Maandag 4 januari 2016 Woensdag 3 februari 2016 Maandag 9 mei 2016 Vrijdag 15 juli 2016 (organisatiedag) Let op! Slechts in uitzonderlijke gevallen is het mogelijk extra vrij te krijgen van school. Het verzoek voor extra verlof dient minimaal drie weken van te voren schriftelijk te worden ingediend bij de teamleider van de school. De teamleider geeft slechts toestemming voor extra verlof als hier een wettelijke grond voor is. Zie voor meer informatie www.mytylschool-detrappenberg.nl. Hier kunt u tevens het aanvraagformulier downloaden.

2.1.4 Verplichte onderwijstijd voor leerlingen

Telefoon: 035 - 6915237 E-mail: [email protected]

Leerlingen jonger dan 8 jaar Overige leerlingen

Afmelden bij de Centrale Planning van het revalidatiecentrum Tussen 08.00 en 8.30 uur. Telefoon: 035 - 6929640. Betermelden tussen 8.00 en 10.30 uur en vrijdag tussen 13.00 en 14.30 uur. Mytylschool De Trappenberg VSO - Schoolgids 2015-2016

32

minimaal 880 uur per jaar minimaal 1000 uur per jaar

2.1.5 Bijzondere data Er is voor de leerlingen een activiteitenkalender waarop alle bijzondere data en activiteiten staan vermeld. Deze kalender wordt in de eerste schoolweek aan de leerlingen meegegeven. Wij hopen dat u de kalender een goede zichtbare plek wilt geven.

2.2 Overblijven,

opvang en vervoer

2.2.1 Vervoer en aankomst op school Tussen 8.15 uur en 8.45 uur arriveren de taxi’s op school. De klassenassistenten begeleiden de leerlingen naar hun klas. Ouders en taxichauffeurs van leerlingen mogen niet met de leerling mee naar de klas. Zij brengen de leerling tot in de hal van de school. Het bevordert de zelfstandigheid van de leerlingen wanneer zij zelf de weg naar het klaslokaal leren kennen. Wordt een leerling door de ouders zelf afgehaald en gaat hij/zij niet met de taxi mee, dan moet dit tijdig worden doorgegeven aan de groepsleerkracht. De ouders dienen zelf voor het afmelden bij het taxibedrijf te zorgen. Let op! Met de organisatie van het vervoer heeft de school geen bemoeienis. Als u klachten heeft over het vervoer van uw kind, neemt u dan contact op met het taxibedrijf of met de ambtenaar leerlingenvervoer van uw gemeente. De gemeenten betalen het taxivervoer. Zij zijn graag op de hoogte van de gang van zaken rondom het vervoer.

2.2.2 Pauzes, overblijven, naschoolse opvang en vakantieopvang Pauzes VSO leerlingen hebben pauze van 10.45-11.00 uur en van 12.30-13.00 uur. Tijdens deze pauzes zijn er, volgens rooster, mogelijkheden tot sport en spel, muziek, internet en ontspanning. Gedurende de pauzes is er toezicht aanwezig.

Overblijven Op de mytylschool blijven de leerlingen tussen de middag op school. De leerlingen nemen zelf hun brood en drinken mee. Tussen 12.00 uur en 12.30 uur wordt er in de klas gegeten. De leerlingen die in het revalidatiecentrum opgenomen zijn, gebruiken daar de lunch. Fruit U doet ons een groot plezier als u het fruit voor de ochtendpauze en/of lunch schoongemaakt aan uw zoon/dochter meegeeft. Schoolmelk Het is mogelijk dat ouders een schoolmelkabonnement afsluiten bij Campina. Informatie hierover kunt u krijgen bij het secretariaat van school of via www.schoolmelk.nl. Onze schoolcode is: 6181. Hap Tap De Hap Tap vertegenwoordigt het vak horecapraktijk van het VSO. Twee maal per week is de Hap Tap in de ochtend- en lunchpauze geopend in de hal van de school. Leerlingen, teamleden en gasten kunnen in de Hap Tap een snack kopen. Een aantal keer per jaar is de Hap Tap gesloten vanwege andere werkzaamheden,


33

dit wordt van te voren aangegeven via aanplakbiljetten. Op deze dagen is het dus niet mogelijk om een snack te bestellen.

worden doorgegeven via het speciale zorgformulier. Zorg die niet schriftelijk wordt doorgegeven wordt door ons niet uitgevoerd.

Vakantieopvang In samenwerking met Stichting De Wielewaal en Thuiszorg Gooi en Eemland biedt Mytylschool De Trappenberg de mogelijkheid om in schoolvakanties een vakantieprogramma te volgen. Tijdens deze weken is er een feestelijk programma, afgesloten met een vrolijk feest. Stichting De Wielewaal heeft al jarenlang ervaring met vakanties voor gehandicapten.

Ouders zijn verantwoordelijk voor aanlevering van de medicijnen: op de eerste schooldag van de maand dient een hoeveelheid – voldoende voor een maand – op school te worden afgegeven. Op de verpakking dient vermeld te worden om welke medicijn(en) het gaat, de dosering en op welke tijd(en) deze toegediend moet(en) worden.

U kunt uw kind ook voor een aantal dagen opgeven voor de vakantieactiviteit. De vakantieopvang wordt gerealiseerd in de eerste vier weken van de zomervakantie. Daarnaast verzorgt De Wielewaal vakantieopvang in alle korte vakanties met uitzondering van de kerstvakantie. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website van De Wielewaal, www. wielewaal.nl. Het vervoer dient u in eerste instantie zelf te regelen. Speciaal voor de jongeren heeft De Wielewaal aantrekkelijke vakantiebestemmingen. Rookbeleid ten aanzien van leerlingen Het is binnen Mytylschool De Trappenberg niet toegestaan voor leerlingen om te roken.

Beheer medicijnen door de leerlingen zelf: In principe beheert de leerling zijn of haar medicijnen zelf, tenzij dit niet verantwoord of mogelijk is. De vaststelling hiervan gebeurt in overleg met de ouder(s)/verzorger(s) en schoolverpleegkundige. Wanneer de leerling de medicijnen zelf beheert, wordt dit vastgelegd in het zorgplan. Zo nodig wordt de leerling begeleid bij het medicijnbeheer en gebruik; ook dit wordt in het zorgplan beschreven. In de meeste klassen is een medicijnkastje aanwezig waarin de medicijnen bewaard worden. Wij doen dit zo omdat veel van onze leerlingen niet zelf hun medicijnen kunnen beheren. Let op! Medicatie die urgent moet worden ingenomen of moet worden toegediend, moet de leerling altijd bij zich hebben. Als vaste opbergplaats is hiervoor het voorvakje van de schooltas gekozen. Wanneer er sprake is van epilepsie wordt een formulier ‘Epilepsie (nood) medicatie mytylschoolleerling’ ingevuld waarin beschreven staat hoe gehandeld moet worden

2.3.2 Begeleiding naar revalidatiecentrum

2.3 Medische

Wanneer een leerling onder schooltijd naar de revalidatiearts, de tandarts of de schoenmaker moet, verwachten wij dat de ouder hem/haar zelf begeleidt. Begeleiding door medewerkers van de school is niet mogelijk omdat dit ten koste gaat van het onderwijs aan de overige leerlingen.

aandachtspunten

2.3.1 Medicijnen Heeft een leerling onder schooltijd medicijnen nodig, dan vragen wij aan de ouders om daarvoor de groepsleiding een schriftelijke opdracht te geven (overeenkomst gebruik geneesmiddelen). Wij noemen dit ook wel het zorgformulier. U kunt dit zorgformulier downloaden van de website van de school of u kunt het opvragen bij het secretariaat van de school. Dit formulier moet door u ondertekend worden en daarna moet het op school worden ingeleverd. Wijzigingen kunnen nooit mondeling (telefonisch) worden doorgegeven. Bij iedere wijziging moet dit aan ons

2.3.3 Voorkomende ziektes Verkoudheden In verreweg de meeste gevallen is een verkoudheid geen reden om een leerling een uitzonderingspositie in te laten nemen. Natuurlijk wordt erop gelet dat er geen onnodige risico’s gelopen worden (goed aankleden bij het buitenspelen, snel afdrogen na het zwemmen en dergelijke).


34

Infectieziekten Bij infectieziekten hanteert de school de richtlijnen van de GGD Gooi en Vechtstreek beschreven in de brochure ‘Kinderen en infectieziekten, handleiding voor docenten en leid(st)ers van kindercentra’. Deze brochure kunt u bij de GGD Gooi en Vechtstreek opvragen.

ouder(s)/verzorger(s). Hebt u zelf vragen over de lichamelijke of sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind, dan kunt u altijd om extra onderzoek vragen bij de jeugdarts.

Hoofdluis Hoofdluis komt op iedere school voor. Indien nodig wordt u gevraagd om het haar van uw zoon/dochter te behandelen. Als u merkt dat uw zoon/dochter hoofdluis heeft, verwachten wij dat u de school hiervan op de hoogte stelt.. Een informatiebrochure over dit onderwerp is verkrijgbaar bij het secretariaat van de school. Als wij constateren dat uw kind hoofdluis heeft zonder dat u ons hiervan in kennis heeft gesteld, wordt er dezelfde dag nog telefonisch contact met u opgenomen. Wij overleggen dan met u over de te nemen stappen.

2.3.4 Jeugdarts en tandarts Wanneer een kind vier jaar wordt, draagt het consultatiebureau van GGD Gooi en Vechtstreek of van GGD Flevoland de zorg over aan de jeugdarts van de school. Deze onderzoekt de jonge kinderen uit de onderbouw tweejaarlijks en de oudere kinderen één keer in de drie jaar. De jeugdarts maakt tevens deel uit van de Commissie van Begeleiding van de school. Onderzoek jeugdarts van de leerlingen in de onderbouw De jeugdarts kijkt naar de groei en ontwikkeling en de algemene gezondheid. Gelet wordt op ogen en oren, lengte en gewicht en het gedrag van het kind. Onderzoek jeugdarts van de leerlingen in de midden- en bovenbouw Naast groei en ontwikkeling en aandacht voor ogen en oren worden zaken als slapen, voeding en vrijetijdsbesteding besproken. Een zo gezond mogelijke leefstijl staat centraal. Van de onderzoeken wordt een verslag gemaakt. U ontvangt het verslag, evenals de revalidatiearts en de psycholoog onder wier zorg uw kind valt. Bezwaar daartegen kunt u aangeven. Wanneer daar aanleiding toe is, vindt overleg met school plaats naar aanleiding van het verslag. Dat gebeurt dan met medeweten van de

De jeugdarts voor de mytylschool is mevrouw A. Schölvinck-den Herder. Zij is telefonisch bereikbaar van maandag tot en met donderdag via 035 - 6926350 (vóór 14.00 uur). Tandarts Bij het revalidatiecentrum is een gespecialiseerde tandarts werkzaam, die een leerling kan controleren en zo nodig behandelen. Voor angstige kinderen wordt extra tijd uitgetrokken om te wennen aan de tandheelkundige omgeving. Ouders dienen zelf hun kind naar de tandarts te begeleiden. Inschrijfformulieren zijn verkrijgbaar bij het secretariaat van de school of bij het medisch secretariaat van het revalidatiecentrum. De tandarts is de heer Marchinus Hofkamp. Hij is bereikbaar op de tandartskamer van het revalidatiecentrum in Huizen of telefonisch via 035 - 6929600 toestel 348 (te bereiken op dinsdag).


35

2.4 Plaatsing

en begeleiding op school

2.4.1 Toelaatbaarheidsverklaring en plaatsing Per 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs ingegaan. Alle leerlingen die per 1 augustus 2014 staan ingeschreven bij de scholen van De Kleine Prins hebben recht op een plaats op de (V)SO school voor de duur van de indicatie tot uiterlijk 1 augustus 2016 (zolang de leerling op dezelfde school blijft). Als de indicatie afloopt moet de school een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aanvragen bij het samenwerkingsverband (SWV) van de regio waar de leerling woont. In de Toelaatbaarheidsverklaring wordt de bekostigingsgrondslag, de datum van toelating en de duur van plaatsing op de (V)SO school vastgelegd. In het schooljaar 2015-2016 zullen wij voor vrijwel alle leerlingen opnieuw een toelaatbaarheidsverklaring moeten aanvragen omdat de oude beschikkingen aflopen. Wij nemen met u contact op over de formulieren die u hiervoor moet ondertekenen. Alle nieuwe leerlingen die na 1 augustus 2014 zijn geplaatst hebben inmiddels een toelaatbaarheidsverklaring . Als een leerling vanuit het regulier onderwijs komt, moet de school van herkomst de toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij het samenwerkingsverband. De leerling wordt na aanmelding besproken door de Commissie van Begeleiding (CvB)van de school. De Commissie van Begeleiding bepaalt of een leerling geplaatst kan worden. Kan een leerling geplaatst worden, dan wordt er een toelaatbaarheidsadvies (TLA) opgemaakt ter onderbouwing voor de toelaatbaarheidsverklaring. Het toelaatbaarheidsadvies wordt opgestuurd naar de Toelaatbaarheidscommissie van het betreffende samenwerkingsverband.

2.4.2 Begeleiding op school De Commissie van Begeleiding bestaat uit: • Directeur a.i.: Kees van Heesbeen • Teamleider: Olaf Hirsch (VSO ZML/MG en VMBO-basis, Joyce Bek (VSO DGO) of Janneke van Deel (VSO EMB) • Orthopedagoog: Linda de Graaf (VSO ZML/MG en VMBO-basis, Miriam Rutgers (VSO DGO) of Viënna Faassen (VSO EMB) • Schoolarts: Annet Schölvink

De Commissie van Begeleiding vergadert ongeveer één keer per vijf weken. Ze is betrokken bij leerlingenbesprekingen, geeft adviezen, doet nader onderzoek en bepaalt of een leerling nog op zijn/haar plaats is op onze school. Indien nodig worden hierbij groepsleerkrachten, klassenassistenten en/of andere paramedici betrokken.

2.4.3 Ambulante dienstverlening Ambulante Dienstverlening De Kleine Prins biedt ondersteuning in het Primair Onderwijs (PO), Voortgezet Onderwijs (VO) en aan deelnemers aan het MBO. Het betreft vooral ondersteuning op het gebied van leerlingen met een lichamelijke beperking of een langdurige ziekte. Door middel van ambulante begeleiding wordt de school, de leerkracht(en) en (direct en/of indirect) de leerling deskundige hulp geboden. Deze hulp kan bijvoorbeeld bestaan uit inventarisatie van de ondersteuningsbehoefte, het doen van observaties, gesprekken met ouders, school en leerling, en het geven van handelingsadviezen. Indien nodig wordt een medewerker van de gespecialiseerde diensten, zoals een fysiotherapeut, ergotherapeut of ambulant begeleider bewegingsonderwijs, ingeschakeld voor een consult. De uitvoering van de ondersteuning kan kortdurend, maar ook langdurend van aard zijn. Dit zal in overleg met de school of het samenwerkingsverband bepaald worden. De Ambulante Dienstverlening werkt samen met de samenwerkingsverbanden in regio Midden-Nederland en heeft afspraken gemaakt over de dienstverlening en werkwijze. De ambulant begeleiders zijn veelal betrokken bij plaatsing vanuit het regulier onderwijs naar een van de scholen van De Kleine Prins, bij plaatsing vanuit het (V)SO naar het regulier onderwijs en bij deeltijdarrangementen. Zie ook: www.ambulantedienstverleningdekleineprins.nl

2.4.4 Specialistische begeleiding op school Psychosociale hulp Aan de VSO-afdelingen en de EMB-afdeling is een psycholoog/orthopedagoog of een psychologisch medewerker verbonden. Maatschappelijk werk valt binnen het


36

multidisciplinaire team van het revalidatiecentrum. Maatschappelijk werker en psycholoog/orthopedagoog stemmen de hulpverlening in goed overleg op elkaar af. De maatschappelijk werker houdt zich specifiek bezig met de gezinssituatie, maar kan zich ook richten op de leerling. Daarnaast heeft de maatschappelijk werker een taak als spreekbuis voor de ouders naar de school en de therapeuten als dat nodig is. Met vragen over praktische zaken zoals voorzieningen, verwijzing naar instanties e.d. kunt u ook bij hen terecht. De psycholoog/orthopedagoog onderzoekt de leermogelijkheden en het sociaal-emotioneel functioneren bij de leerling. Deze biedt ook hulp bij handicapverwerking, sociaal welbevinden en denkt mee over de (school)loopbaan. Ouderbegeleiding vindt plaats bij specifieke gedrag- en opvoedingsproblemen. Daarnaast vindt ondersteuning plaats van leerkrachten en therapeuten bij pedagogische vraagstukken. Verder hebben de orthopedagoog en de psycholoog een belangrijke stem in de beleidsvoering van de school op pedagogisch en psychosociaal gebied. De psychologische medewerker verricht psychodiagnostisch onderzoek onder eindverantwoordelijkheid van de psycholoog/orthopedagoog.

therapie en het onderwijsprogramma alsook de noodzakelijke ondersteuning van de leerlingen met therapie goed af te stemmen op elkaar.

2.5 Ouders

en school

2.5.1 Contact met de school Contact met de mentorleerkracht en de klassenassistent Zij zijn telefonisch bereikbaar 15 minuten voor schooltijd, 30 minuten na schooltijd en tijdens de pauzes. Tijdens de les zijn zij niet bereikbaar. De teamleden zijn de gehele dag via mail bereikbaar. Contact bij problemen Bij problemen wendt u zich in eerste instantie tot de mentorleerkracht. Deze kan ook de teamleider inschakelen. Indien u niet tevreden bent over de gang van zaken op school of in de klas, dan kunt u contact opnemen met de teamleider of de directie. Elders in deze gids treft u de telefoonnummers.

2.5.2 Leerlingenraad, Ouderraad, ouderbijdrage en klassenouders Leerlingenraad In zowel de afdeling VSO ZML en VMBO-basis als in de afdeling VSO DGO bestaan leerlingenraden. De leerlingenraad vergadert van tijd tot tijd onder leiding van een medewwerker over allerlei onderwerpen die de leerlingen direct aangaan. Daarbij kunt u denken aan feestelijkheden die in de afdeling plaatsvinden, maar ook aan b.v. de speelvoorzieningen in en rond de school.

2.4.5 RTO/IRO Bij complexe vraagstukken met betrekking tot de afstemming van revalidatie en onderwijs vindt indien daar aanleiding toe bestaat revalidatietherapie-overleg (RTO) of individueel revalidatie-overleg (IRO) plaats. Het doel is om de revalidatie-

Ouderraad In de ouderraad hebben ouders van leerlingen zitting. Het doel van de ouderraad is het bevorderen van het contact tussen ouders en school. Geprobeerd wordt dat alle afdelingen van de school in de ouderraad vertegenwoordigd zijn. Mede daarom wonen ook vertegenwoordigers van het schoolteam de vergaderingen van de ouderraad bij.


37

De leden van de ouderraad worden tijdens ouderavonden geworven. Leden van de ouderraad beheren het schoolfonds, adviseren de medezeggenschapsraad en denken en helpen mee bij activiteiten van en op de school. Voor de samenstelling van de ouderraad zie: www.mytylschool-detrappenberg.nl. Contact met de ouderraad kan via e-mail: [email protected]. De school heeft ook een medezeggenschapsraad (zie paragraaf 2.5.3) Ouderbijdrage De inkomsten vanuit de ouderbijdrage worden gebruikt om zaken te bekostigen waarvoor de school geen overheidssubsidie ontvangt. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan de schoolreis, Sinterklaas, het kerstfeest, paasviering, sportdagen, excursies, etc. Het onderwijs in Nederland is gratis. De school krijgt geen vergoeding voor de extra activiteiten. Het is voor een school niet mogelijk om de leuke extra’s zonder uw bijdrage te organiseren. We rekenen er dan ook op dat iedereen vrijwillig de ouderbijdrage zal voldoen.

2.5.4 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) De GMR bestaat uit een gelijk verdeelde delegatie van personeelsleden en ouders van of namens de Medezeggenschapsraden (MR) van de scholen die onder de verantwoordelijkheid vallen van De Kleine Prins. De GMR is de gesprekspartner voor het college van bestuur voor zaken die betrekking hebben op schooloverstijgend- en bestuursbeleid. De GMR heeft instemmings- en adviesrecht op veel beleidsbesluiten. In het kader van informatierecht ontvangt de GMR van het bevoegd gezag, al dan niet gevraagd, tijdig alle inlichtingen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. In de reglementen voor de MR en de GMR van De Kleine Prins is geregeld hoe de bevoegdheden zijn verdeeld tussen de MR en de GMR en waar de genoemde rechten op van toepassing zijn. De GMR vergadert zo’n acht keer per jaar. Voor meer informatie kunt u contact opnemen per e-mail via: [email protected]. Zie ook www.dekleineprins.nl/GMR.

2.6 Regels

en afspraken

2.6.1 Regels en afspraken De Kleine Prins De ouderbijdrage wordt jaarlijks door de ouderraad vastgesteld. De vrijwillige ouderbijdrage voor het schooljaar 2015 - 2016 is vastgesteld op € 40,-. Aan de ouders van de leerlingen die in de loop van het schooljaar op school komen, wordt een aangepaste bijdrage gevraagd. Iedere ouder krijgt in het begin van het schooljaar via de penningmeester van de ouderraad een brief met een betaalverzoek.

Regels en afspraken op het niveau van De Kleine Prins zijn vastgelegd in protocollen en richtlijnen. Zo is er een ‘Protocol gedrag, time out, schorsing en verwijdering’, een ‘Protocol gescheiden ouders’ en een Gedragscode Deze protocollen zijn vastgesteld door het College van Bestuur na raadpleging van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Ze zijn te vinden op de website van De Kleine Prins: www.dekleineprins.nl/Beleidstukken

Klassenouders In het VSO hebben de klassen geen klassenouders meer.

Naast regels op het niveau van De Kleine Prins stelt de groep samen met de leerkracht klassenregels op. Deze gelden specifiek voor de betreffende groep en/of het lokaal.

2.5.3 Medezeggenschapsraad (MR)

2.6.2 Uiterlijk

De MR wordt gevormd door een afvaardiging van ouders en personeelsleden. Samen behartigen zij de belangen van ouders, leerlingen en personeel. De MR heeft in veel zaken advies- of instemmingsrecht en overlegt regelmatig met de directie. De MR vergadert één keer per 6 weken. Zie ook de website van de school: www. mytylschool-detrappenberg.nl.

Kleding van medewerkers en leerlingen dient neutraliteit uit te stralen en behoort niet aanstootgevend te zijn of aanstootgevend gedrag uit te lokken. Gezichtsbedekkende kleding is niet toegestaan.


38

2.6.3 Inzagerecht

2.6.7 Klachtenregeling

Elke ouder heeft inzagerecht in het dossier van het kind en heeft de mogelijkheid om onjuiste gegevens die betrekking hebben op het kind te laten wijzigen. Indien u gebruik wilt maken van dit inzagerecht kunt u een afspraak maken met de directie.

Een goed, veilig klimaat en goede contacten onderling zijn voor alle belanghebbenden in de school een voorwaarde voor goed functioneren. Toch zijn er situaties denkbaar waarin een klacht kan ontstaan.

2.6.4 Gescheiden ouders

Bij een klacht vragen wij u eerst uw klacht te bespreken met de desbetreffende persoon. Als de klacht niet voldoende wordt opgelost in dit gesprek, dan kunt u dit aangeven bij de desbetreffende persoon en aankondigen dat u dit gaat bespreken met zijn of haar leidinggevende.

In 2014 is een ‘Protocol gescheiden ouders’ vastgesteld. U vindt dit protocol op de website van De Kleine Prins: www.dekleineprins.nl/Beleidstukken

2.6.5 Publicatiebeleid Bij inschrijving vragen we aan ouders of hun kinderen gefotografeerd en/of gefilmd mogen worden en of we dit beeldmateriaal mogen gebruiken. Vanaf dit schooljaar zullen wij ook in de nieuwsbrief en op de website aankondigen wanneer en waarvoor er opnamen gemaakt zullen worden. Wilt u zelf, bij elke activiteit, per mail of schriftelijk melden indien uw kind niet in beeld mag? Bij geen melding gaan wij ervan uit, dat uw kind gefotografeerd of gefilmd mag worden.

Mocht het voorgaande niet tot een bevredigend resultaat leiden dan kunt contact opnemen met de interne vertrouwenspersoon van uw school. Dit is op uw school Diana Jager, telefoon 035-6915237, e-mail [email protected]. In veel gevallen worden klachten in een gesprek met de interne vertrouwenspersoon naar tevredenheid afgehandeld. U kunt advies krijgen hoe verder te handelen of u kunt doorverwezen worden naar de externe vertrouwenspersoon van De Kleine Prins.

2.6.6 Schorsen en verwijderen van leerlingen

Afhankelijk van de situatie kan het ook noodzakelijk zijn om direct contact op te nemen met de externe vertrouwenspersoon van De Kleine Prins. Dit is Marc Rietveld. U kunt Marc bereiken via het e-mailadres [email protected]. Mocht bespreking van uw klacht door de externe vertrouwenspersoon niet tot een oplossing leiden, dan kan er een formele klacht ingediend worden bij het college van bestuur van De Kleine Prins (e-mailadres [email protected]) of de Landelijke Klachtencommissie (www.onderwijsgeschillen.nl.) De externe vertrouwenspersoon kan u hierbij ondersteunen.

Bij ernstige misdragingen van de leerling (bijv. bedreiging van medeleerlingen en personeel, herhaaldelijke vernieling of diefstal) kan een leerling door de directeur geschorst worden. Schorsing wordt schriftelijk – met vermelding van gepleegde feiten – aan ouders/verzorgers meegedeeld. Schorsing geschiedt voor maximaal drie dagen. Een leerling kan maximaal tweemaal geschorst worden. Indien hierna wederom een ernstig feit wordt gepleegd, kan de leerling definitief van school verwijderd worden. Bij leerplichtige leerlingen behoort het dan tot de taak van de school vervangend onderwijs te zoeken. De school hanteert in voorkomende gevallen het protocol Time out, schorsing en verwijdering. Van deze feiten wordt altijd melding gemaakt bij de leerplichtambtenaar en onderwijsinspectie. Bij wangedrag door ouders kan ook de ouder gevraagd worden de school te verlaten. Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het ‘Protocol gedrag, time out, schorsing en verwijdering’ vindt u op de website van De Kleine Prins: www.dekleineprins.nl/Beleidstukken

Het college van bestuur resp. de Landelijke Klachtencommissie zal de klacht in behandeling nemen volgens het protocol zoals vastgelegd in het Klachtenreglement (zie voor procedure, reglement: www.onderwijsgeschillen.nl. Klachten over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunt u ook melden bij Meldpunt vertrouwensinspecteurs. De vertrouwensinspecteurs zijn alle werkdagen tijdens kantooruren (08.00-17.00 uur) bereikbaar op het nummer: 0900 111 3 111 (lokaal tarief).


39

2.7 Verzekering De Stichting De Kleine Prins heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten om ouders/verzorgers van de leerlingen tegemoet te komen in de financiële gevolgen indien een scholier tijdens schoolactiviteiten – inclusief komen en gaan – komt te overlijden door een ongeval of blijvend (extra) invalide wordt door een ongeval. Ook vrijwilligers en stagiaires zijn verzekerd onder deze polis. Daarnaast heeft De Kleine Prins een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Deze verzekering komt tot uitkering indien de school of haar medewerkers volgens de Wet verwijtbaar/onzorgvuldig heeft/hebben gehandeld. Voor alle overige gevallen – bijv. als een leerling schade toebrengt aan een andere leerling of aan het personeel (bril/kleding) – is de school in beginsel niet aansprakelijk en komt de schade voor rekening van de ouders. Wij adviseren u met klem om een particuliere aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten en eventueel de inboedelverzekering uit te breiden met een all-risk dekking. Voor meer informatie over de verzekeringen en de dekking kunt u terecht bij De Kleine Prins, e-mail: [email protected] of 035-5280448.


40

3 Organisatie 3.1 Gegevens

en contactgegevens

van de school

3.1.2 Rekeningnummer

3.1.1 Contactgegevens school

IBAN NL72 ABNA 0218 4666 41 t.n.v. De Kleine Prins te Baarn

Mytylschool De Trappenberg Crailoseweg 116A 1272 EX HUIZEN

Indien u een bedrag overmaakt per bank, dan graag de naam van uw kind vermelden en het doel van het bedrag (bijvoorbeeld ‘ouderbijdrage’).

Telefoonnummer E-mail

035 - 6915237 [email protected]

De school heeft een eigen website. Hierop vindt u alle informatie over de school: www.mytylschool-detrappenberg.nl. E-mailadressen groepen Elke groep van de mytylschool heeft een eigen e-mailadres. Bijvoorbeeld: Rood 1 [email protected] Blauw 3 [email protected]

3.1.3 Contactgegevens Revalidatiecentrum De Trappenberg Revalidatiecentrum De Trappenberg Crailoseweg 116 1272 EX HUIZEN Telefoon Paramedische dienst Centrale Planning E-mail Website

035 - 6929600 035 - 6929610 035 - 6929640 [email protected] www.trappenberg.nl

E-mailadressen teamleden De teamleden zijn ook per e-mail bereikbaar. Dit adres bestaat uit: voorletter.(eventueel) voorvoegsel en achternaam voluit en vervolgens @mytylschool-detrappenberg.nl Bijvoorbeeld: [email protected]

De therapeuten zijn telefonisch bereikbaar via het telefoonnummer van de Paramedische Dienst. Bij voorkeur bellen tussen: 10.30 uur - 11.00 uur en 15.00 uur - 15.30 uur.

Adressen van leerlingen De ouders krijgen in het begin van het schooljaar een informatieboekje met daarin een lijst met de namen, adressen en telefoonnummers van de leerlingen. Indien nodig verschijnt er in de loop van het schooljaar een vernieuwde versie van deze lijst. In dit boekje staan ook de namen van teamleden van zowel de school als het revalidatiecentrum. Bij verhuizing verzoeken wij u de adreswijziging zo spoedig mogelijk aan het secretariaat door te geven. Ook als uw e-mailadres wijzigt verzoeken wij u dit zo spoedig mogelijk door te geven aan het secretariaat.

3.2.1 Organisatie van de school

3.2 Organisatie

en bestuur

Directeur en teamleiders Mytylschool De Trappenberg Directeur a.i. Kees van Heesbeen VSO ZML/MG en VMBO-basis Olaf Hirsch VSO DGO Joyce Bek EMB SO en VSO Janneke van Deel SO Corrie Sinoo


41

Zie voor de volledige lijst medewerkers: www.mytylschool-detrappenberg.nl of het informatieboekje met namen.

lichamelijke beperkingen, meervoudige beperkingen en langdurige ziekten – in de leeftijd van 4 tot 20 jaar – zich aangesproken voelen.

3.2.2 De Kleine Prins, stichting voor speciaal onderwijs

Wij doen dit op basis van vraagsturing waarbij de ouder als samenwerkingspartner ondersteund wordt door het aanbieden van een totaalpakket waarmee leerlingen uit onze doelgroep op hun toekomst worden voorbereid.

De Kleine Prins verzorgt onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4 tot 20 jaar met lichamelijke beperkingen, meervoudige beperkingen of langdurige ziekten op de volgende scholen:

Wij werken hierbij samen met Revalidatiecentra vanuit ‘één kind - één plan’, met een maximale participatie van ouders en een constante kritische blik op ons eigen handelen, waarbij wij tevens zorgen voor borging, verdieping en verspreiding van de aanwezige expertise op een planmatige wijze.

• Mytylschool Ariane de Ranitz (SO en VSO) te Utrecht • Mytylschool De Trappenberg (SO en VSO) te Huizen • Utrechtse Buitenschool De Schans (SO) te Utrecht Daarnaast wordt er ook ambulante dienstverlening verzorgd voor het regulier primair en voortgezet onderwijs in Midden-Nederland. De Kleine Prins kent een raad van toezicht. Deze raad bestaat uit vijf leden en heeft de taak toezicht te houden op het beleid van het college van bestuur. Het college van bestuur vormt het bevoegd gezag van de scholen en wordt uitgevoerd door de heer J. Reitsma. Het college van bestuur stelt diverse beleidsplannen vast zoals: de strategische beleidsagenda, de schoolplannen, de samenwerkingsconvenanten tussen de scholen en de revalidatiecentra, de meerjarenonderhoudsplannen, de jaarrekening, de begroting en het bestuursformatieplan. De taken van het college van bestuur en de raad van toezicht zijn omschreven in de statuten en reglementen (zie ook www.dekleineprins.nl). De Kleine Prins hanteert de Code Goed Bestuur. In het Managementteam (MT) vindt het overleg plaats tussen de directies van de scholen en de ambulante dienstverlening, de hoofden van de afdelingen Personeelszaken, Financiën en ICT van het bestuursbureau en het College van Bestuur. Er wordt gewerkt met schooloverstijgende projectgroepen waarvan de leden van het MT proceseigenaar zijn. De algehele dagelijkse leiding van de scholen en de ambulante dienstverlening is gemandateerd aan de directeuren. De missie en visie van De Kleine Prins Wij willen een grensverleggende, trendsettende, inspirerende kennisorganisatie zijn die haar aanbod flexibel heeft georganiseerd waardoor ouders en leerlingen met

De kernwaarden van De Kleine Prins zijn samen te vatten in de woorden ‘daadkrachtig’ en ‘flexibel’. De laatste jaren zijn er veel veranderingen op ons afgekomen zoals: bezuinigingen, passend onderwijs, het inrichten van nieuwe samenwerkingsverbanden en de hieraan verbonden inrichting van de OndersteuningsPlanRaden. De Kleine Prins levert expertise aan deze nieuwe verbanden en denkt bestuurlijk mee. De Kleine Prins creëert hiermee dus mogelijkheden voor de leerlingen. De kwaliteit van het onderwijs op onze scholen De Kleine Prins meet periodiek de kwaliteit van en de tevredenheid over het onderwijs bij ouders en medewerkers door middel van Kwaliteitsvragenlijsten. Kenniscentrum De Kleine Prins Voor alle medewerkers in dienst van De Kleine Prins bestaat er de mogelijkheid om tijdens werkzaamheden op de scholen of ambulante dienstverlening betrokken te zijn bij activiteiten van het kenniscentrum van De Kleine Prins. Hiermee steunt De Kleine Prins de professionalisering van de medewerkers. Ook bestuurders, directies en medewerkers die betrokken zijn bij de samenwerkingsverbanden passend onderwijs PO en VO kunnen hier terecht met hun vragen. Zie ook www.kenniscentrumdekleineprins.nl. De Kleine Prins vindt het van grote waarde dat beschikbare kennis over leerlingen met lichamelijke beperkingen, meervoudige beperkingen of langdurige ziekte beschikbaar komt voor de kennisinfrastructuur. Het verheldert de praktijk. Om die reden participeert De Kleine Prins in Kennisgroep Speciaal. Dit is een samenwerkings-


42

verband van zes organisaties voor speciaal (mytyl)onderwijs gericht op het delen en ontwikkelen van kwalitatief hoogstaande kennis en expertise die duurzaam en toekomstgericht is. Zie voor informatie de website www.kennisgroepspeciaal.nl. Voor informatie over het Kenniscentrum De Kleine Prins kan contact worden opgenomen met beleidsmedewerker van het kenniscentrum Hanne Touw (h.touw@ dekleineprins.nl). Voor meer informatie over De Kleine Prins kijk op www.dekleineprins.nl.

De Kleine Prins

adressen

Bestuur De Kleine Prins Postbus 77 3740 AB Baarn Bezoekadres: Schoolstraat 53 3742 CD Baarn T 035 - 5280448 E [email protected] W www.dekleineprins.nl Ambulante Dienstverlening De Kleine Prins Postbus 77 3740 AB Baarn

Speciaal Onderwijs

3.2.3 Samenwerking met Revalidatiecentrum De Trappenberg Schoolteam Teammanager Fini Maris Revalidatiearts SO Hanneke Ausems (OB) Janneke Blees (MB/BB) Schoolarts Annette Schölvinck (tevens voor revalidatiezaken VSO) NMA-team Teammanager Revalidatiearts

3.3 Belangrijke

Harry Nanninga Susan Staijen

Zie voor de volledige lijst medewerkers: www.mytylschool-detrappenberg.nl of het informatieboekje met namen.

Bezoekadres: Schoolstraat 53 3742 CD Baarn T 035-5280446 E [email protected] W www.ambulantedienstverleningdekleineprins.nl De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad T.a.v. de voorzitter Postbus 77 3740 AB Baarn T 035 - 5280448 E [email protected] W www.dekleineprins.nl/GMR Inspectie van het onderwijs E-mail: [email protected] Voor vragen aan de inspectie van OCW kunt u terecht op de website www.onderwijsinspectie.nl.


43

Telefonisch kunt u uw vraag stellen aan Informatie Rijksoverheid via 1400 (bereikbaar op werkdagen tussen 8.00 en 20.00 uur). Vertrouwensinspecteur: 0900 -111 3 111 (lokaal tarief) Landelijke Klachtencommissie Postbus 95572 2509 CN Den Haag Ambtelijke secretariaat: mevrouw D.H.C. Dane - Peeters T 070 - 33152244 E [email protected] BOSK Vereniging van mensen met een lichamelijke handicap. Correspondentieadres Postbus 3359 3502 GJ Utrecht Bezoekadres Landelijk Bureau van de BOSK Churchilllaan 11 8e verdieping 3527 GV Utrecht Telefoon (030) 245 90 90 (maandag t/m donderdag van 10.00 tot 16.00 uur) E [email protected] W www.bosk.nl LOBO (Landelijke Oudervereniging Bijzonder Onderwijs) De Landelijke Oudervereniging Bijzonder Onderwijs op algemene grondslag is een oudervereniging voor ouders met kinderen in het speciaal onderwijs. Doel van het LOBO is om de belangen van ouders te behartigen met kinderen die speciaal onderwijs krijgen in de basisschool of op de middelbare school. Dit doen wij door de ouders te ondersteunen, te adviseren, te informeren en eventueel te scholen: voor en door ouders. Het LOBO streeft er ook naar om het aanbod van het speciaal onderwijs zo gevarieerd mogelijk vorm te kunnen geven. Dit geeft ons de kans om de best passende school te kunnen kiezen voor onze kind(eren). Zie www.lobo.nl.

3.4 Afkortingen AD Ambulante Dienstverlening ADL Algemene DagelijKSE Levensverrichtingen ARBO Arbeidsomstandigheden ART Afdeling Revalidatie Techniek AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten BB Basisberoepsgerichte leerweg (VMBO) BIG Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg CIZ Centrum Indicatiestelling Zorg CKV Culturele en Kunstzinnige Vorming CvB Commissie van Begeleiding CvI Commissie voor Indicatiestelling speciaal onderwijs EMB Ernstig Meervoudig Beperkt GG&GD Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst GMD Gemeentelijke Medische Dienst GMR Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs IBC Interne begeleidingscommissie ICT Informatie Communicatie Technologie IVIO Instituut voor individuele ontwikkeling KB Kaderberoepsgerichte leerweg (VMBO) KPC Katholiek Pedagogisch Centrum LEP Landelijk Expertiseplatform LEVO Levensbeschouwelijke Vorming LG Lichamelijk Gehandicapten LVS Leerlingvolgsysteem LZK Langdurig Zieke Kinderen MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs MEE Instelling ter ondersteuning van mensen met een beperking MG Meervoudig Gehandicapten MR Medezeggenschapsraad NAH Niet aangeboren hersenletsel OTH Orthopedietechniek Hoogstraat OOA Onderwijs Ondersteunende Activiteiten PrO Praktijkonderwijs ROC Regionaal Opleidings Centrum


44

SO SVIB TL UWV VMBO VO VSO Wajong WVG ZML

Speciaal Onderwijs School Video Interactie Begeleiding Theoretische leerweg (VMBO) Uitvoeringsorgaan voor reïntegratie en tijdelijk inkomen Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs Voortgezet Onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs Wet arbeidsongeschiktheid voor jonggehandicapte Wet Voorzieningen Gehandicapten Zeer Moeilijk Lerenden

3.5 Locaties De Kleine Prins De Kleine Prins - Baarn Postadres: Postbus 77, 3740 AB Baarn Bezoekadres: Schoolstraat 53, 3742 CD Baarn T 035 - 5280448 E [email protected] W www.dekleineprins.nl

T 030 - 2567446 E [email protected] W www.mytylschoolutrecht.nl Utrechtse Buitenschool De Schans - Utrecht Orinocodreef 15, 3563 ST Utrecht T 030 - 2613129 E [email protected] W www.deschansschool.nl Mytylschool De Trappenberg - Huizen Crailoseweg 116A, 1272 EX HUIZEN T 035 – 6915237 F 035 - 6929697 E [email protected] W www.mytylschool-detrappenberg.nl

Ambulante Dienstverlening De Kleine Prins - Baarn Postadres: Postbus 77, 3740 AB Baarn Bezoekadres: Schoolstraat 53, 3742 CD Baarn T 035-5280446 E [email protected] W www.ambulantedienstverleningdekleineprins.nl Mytylschool Ariane de Ranitz SO - Utrecht Blauwe Vogelweg 11, 3585 LK Utrecht T 030 - 2529393 F 030 - 2546641 E [email protected] W www.mytylschoolutrecht.nl Mytylschool Ariane de Ranitz VSO - Utrecht Blauwe Vogelweg 11, 3585 LK Utrecht Mytylschool De Trappenberg VSO - Schoolgids 2015-2016

45

De Kleine Prins

Speciaal Onderwijs

Utrechtse Buitenschool De Schans


Speciaal Onderwijs

(Voortgezet) Speciaal Onderwijs

Mytylschool Ariane de Ranitz SO

Mytylschool Ariane de Ranitz VSO

Speciaal Onderwijs

Voortgezet Speciaal Onderwijs

www.dekleineprins.nl

Mytylschool De Trappenberg. (Voortgezet) Speciaal Onderwijs VSO. Schoolgids De Kleine Prins. Mytylschool De Trappenberg maakt deel uit van

Recommend Documents