MODULE-OMSCHRIJVINGEN 2015-2016 Master Special Educational Needs Inhoud * Begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ............................................................. 2 Coachen op kwaliteiten en verschillen.................................................................................................... 3 Coachen ................................................................................................................................................... 4 Communicatie en afstemmen ................................................................................................................. 5 Dialogen rond onderwijsbehoeften ........................................................................................................ 6 Dynamiek van het afstemmen ................................................................................................................ 7 Kansrijk begeleiden bij moeilijk verstaanbaar gedrag............................................................................. 8 Krachtig leren .......................................................................................................................................... 9 Krachtig leren inspireren ....................................................................................................................... 10 Learning Analytics en Ethische dilemma’s ............................................................................................ 11 Leren met ict.......................................................................................................................................... 12 Leren, onderwijzen en gedragvraagstukken ......................................................................................... 13 Letters en leesbehandeling ................................................................................................................... 14 MasterKracht ......................................................................................................................................... 16 Ontwerpen: kind en sociale omgeving .................................................................................................. 17 Ontwerpen voor spelen......................................................................................................................... 18 Ontwikkelingsperspectieven: gepersonaliseerd onderwijs vorm geven............................................... 20 Orthopedagogische interventies in de groep........................................................................................ 21 Rekendynamiek ..................................................................................................................................... 22 Rekenen aan de basis ............................................................................................................................ 23 Rekenen, wiskunde en dycalculie.......................................................................................................... 24 Rekenwiskunde; afstemming in voortgezet rekenen ............................................................................ 25 Schoolontwikkeling en verandermanagement ..................................................................................... 26 Schrijven en spellen ............................................................................................................................... 28 Spelen met taal...................................................................................................................................... 29 Taal en dyslexie: handelen in de vakken ............................................................................................... 30 Taal en lezen 1 ....................................................................................................................................... 31 Taal en lezen 2 ....................................................................................................................................... 32 Talent en leren 1.................................................................................................................................... 33 Talent en leren 2.................................................................................................................................... 34 *klik op het paginanummer om direct naar de omschrijving te gaan 1
Begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften U heeft ze vast wel in de klas: Een leerling die behalve een beperking ook nog een probleem in de thuissituatie heeft, en het moeilijk vindt om daarover te praten. Een andere leerling vertoont agressieve escalaties binnen de klas. De derde heeft moeite om met zijn beperking om te gaan. Voor al deze leerlingen is het belangrijk dat u met respect, begrip, betrokkenheid en creativiteit gesprekken voert en dat er gezamenlijk wordt gezocht naar pedagogische en didactische oplossingen. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal: Contacten met leerlingen: Een goed contact met leerlingen, zoals hierboven in het voorbeeld beschreven staan, is van cruciaal belang om de pedagogische en didactische oplossingen te laten slagen. Om goed aan te sluiten op de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen hebt u inzicht nodig in de wereld van de betreffende leerling. In deze module gaat u de beschermende factoren en risicofactoren in kaart brengen door onder andere een gesprek met de leerling te voeren. Professioneel afstand bewaren: Op het moment dat u alles in kaart hebt gebracht en de casuïstiek compleet hebt gaat u beargumenteren welke begeleidingsmethodieken bij uzelf en de casus past. U gaat met elkaar delen hoe de casus invloed heeft op u als persoon en hoe u ervoor zorgt om professionele afstand te bewaren. Deze module is onderdeel van de leerroute leraar speciale onderwijsbehoeften primair onderwijs, leraar speciale onderwijsbehoeften voortgezet onderwijs/ beroepsonderwijs, leraar speciale onderwijsbehoeften cluster 2 uit het profiel onderwijsexpert speciale onderwijsbehoeften. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt om met uw persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar uw eigen situatie, maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
2
Coachen op kwaliteiten en verschillen Binnen scholen begeleiden en ondersteunen leraren elkaar in allerlei situaties. Elke leraar heeft een eigen manier van leren. De vraag is hoe u daar als coach zo goed mogelijk bij kunt afstemmen. In deze module leert u aan te sluiten bij de communicatie en leerbehoefte van collega’s.
Inhoud van de module U ontwerpt een coachingstrajecten en voert deze uit in de in de eigen onderwijspraktijk. Eerst verkent u de basisprincipes van een goede coach. Vervolgens verdiept u deze kennis met verschillende coachingsmodellen. Op deze manier leert u verschillende fases te gebruiken in een coachingstraject. Een ander thema van de module is het oplossingsgericht coachen en het coachen van leerlingen. U leert de kenmerken en uitgangspunten van deze vormen in van coachen. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten. Daarbij krijgt u veel ruimte om met uw persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar uw eigen situatie, maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u verworven competenties aantoont.
3
Coachen Coaching gaat uit van de gedachte dat alle kennis zich in de gecoachte bevindt. Bij coaching wordt gewerkt vanuit bewustzijn en verantwoordelijkheid van de gecoachte. De nadruk verschuift hiermee van de coach (adviesgever) naar de coachee. Coaching is gericht op het bevorderen van leren, anders gezegd op leren leren. Een coach richt zich met name op het vrijmaken van het eigen potentieel van de coachee. De coach ondersteunt de coachee in het verinnerlijken van leerervaringen. Hierdoor maakt de coach zich na verloop van tijd overbodig. En dit alles gebeurt binnen een methodisch kader. Coaching is daarmee doelgericht oftewel resultaatgericht (Van Beek en Tijmes, 2005). Het doel van deze module is het verwerven en/of verbeteren van de eigen coachingsvaardigheden door het verbreden en verdiepen van het handelingsrepertoire ten aanzien van het begeleiden van leerkrachten. Er wordt geoefend met effectieve manieren van communiceren om aan te sluiten bij de coachee en een duurzame manier van leren (double loop learning) te stimuleren. De student wordt uitgedaagd zijn/haar handelen theoretisch te verantwoorden door de keuzes die in de coachingstrajecten gemaakt worden/zijn te motiveren. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal: Coaching en modellen in coaching en vragen stellen Er wordt verder ingegaan op de verschillende fases van coaching. U leert welke fases er zijn en past de verschillende fases toe in een coachingstraject. Ook wordt er verder ingegaan op verschillende modellen van coaching en de kermerken van een goede coach. U krijgt zicht op eigen kwaliteiten en ontwikkelpunten in de rol van coach. U leert luisteren, vragen stellen en doorvragen. Coaching onder de waterlijn Als coach is het belangrijk om te leren vragen te stellen ‘onder de waterlijn’. Onder de waterlijn zit het vaak onuitgesprokene (dat vaak ook niet bewust is). U leert vragen te stellen onder de waterlijn en het stimuleren van double loop learning in coachgesprekken. De coach en de organisatie Als coach is het belangrijk dat u bewust bent van uw rol als coach in de organisatie. U leert uw bewust te zijn van deze rol als coach. U bent u bewust van het systeem waarbinnen een coachingsvraag zich afspeelt en hoe u het bewustzijn van het systeem kunt gebruiken in coaching. U leert/oefent met tafelopstellingen om de het systeem/de context te betrekken in coaching. Feedback en oplossingsgericht werken Oplossinggericht werken en feedback komen in de module uitgebreid aan de orde. U leert de kenmerken en uitgangspunten van oplossingsgericht coachen en er oefeningen gedaan met de verschillende principes van oplossingsgericht coachen. Deze module is onderdeel van de leerroute Intern begeleider/zorgcoördinator uit het profiel onderwijsexpert begeleiden en innoveren. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt om met uw persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar uw eigen situatie, maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
4
Communicatie en afstemmen Als begeleider of coördinator in het onderwijs voert u gesprekken met ouders, collega’s, hulpverleners uit de zorg, andere begeleiders in het onderwijs, directies, etc. U voert veel verschillende gesprekken en met het ene gesprek bereikt u meer dan met het andere gesprek. Met de ene persoon verloopt het gesprek beter dan met de andere persoon. Communicatie bepaalt de relatie met anderen, maar de relatie bepaalt ook de communicatie. Problemen in de communicatie ontstaan niet zozeer door water gezegd wordt, maar door de betekenis die men daaraan geeft. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal: Praktische vaardigheden In deze module verbetert u het professioneel communiceren. U verbreedt en verdiept uw eigen handelingsrepertoire om te kunnen afstemmen op de diverse perspectieven van leerlingen, collega’s, ouders / verzorgers, directie en externe professionals in complexe situaties. Theoretische verdieping De theoretische verdieping is van belang om vooraf, tijdens en na het gesprek goed te beseffen wat u doet. De psychologische aspecten van communicatie komen uitgebreid aan bod, maar ook de transactionele analyse, de systeem benadering en de culturele verschillen in communicatie. Met behulp van eigen filmopnames wordt het leren van ervaring gekoppeld aan het leren van kennis.
Deze module is onderdeel van de leerroute intern begeleider / zorg coördinator en dynamisch coachen op verschillen uit het profiel onderwijsexpert begeleiden en innoveren. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt om met uw persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar uw eigen situatie, maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
5
Dialogen rond onderwijsbehoeften De diversiteit van leerlingen op school neemt toe door de invoering van Passend Onderwijs. Leraren moeten hierop anticiperen en aansluiten bij de (speciale) onderwijsbehoeften van iedere leerling. Dat is een behoorlijke klus. Veel leraren vinden het lastig om goed aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van iedere leerling. Een visie op onderwijs is een belangrijke basis is om te anticiperen op de diversiteit aan leerlingen op school. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal: Persoonlijke praktijktheorie: De persoonlijke praktijktheorie gaat over uw eigen visie op onderwijs en hoe dit zichtbaar wordt in uw eigen pedagogisch en didactisch handelen. Deze persoonlijke praktijktheorie is de basis voor uw handelen in de praktijk en om te gaan met de diversiteit van leerlingen op school. In deze module schrijft u een persoonlijke praktijktheorie. Persoonlijke constructen: Iedereen heeft waarden ontwikkeld door opvoeding, scholing, vrije tijd, vrienden, etc. Persoonlijke constructen gaan over uw eigen waarden en hoe die van invloed zijn op uw professionele handelen. Deze persoonlijke constructen zijn een ingrediënt voor de persoonlijke praktijktheorie. Onderwijs en opvoedingsbehoeften: Leraren moeten weten wat de onderwijs en opvoedingsbehoeften van leerlingen zijn, zodat zij kunnen aansluiten bij leerlingen. U voert gesprekken met leerlingen om inzicht te krijgen in de onderwijs en opvoedingsbehoeften van de betreffende leerling. Deze module is onderdeel van iedere leerroute in de master SEN. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt om met uw persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar uw eigen situatie, maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
6
Dynamiek van het afstemmen We weten al zo lang dat elk mens uniek is. Enig in zijn soort. Uniek door eigen talenten, door eigen voorkeuren, door de eigen wijze van “zijn” en omgaan met anderen. In de hedendaagse samenleving en zo ook in het onderwijs spreken we veelal van prestatie-, opbrengst- en resultaatgerichtheid. Soms horen we dat het daar eigenlijk niet om zou moeten gaan. Dat we meer de mens achter de lerende moeten zien. Hoe kun je dan in een onderwijs- en begeleidingssituatie rekening houden met het unieke van elke lerende? Hoe stem je af op wie de ander is, hoe die leert, hoe die zich ontwikkelt, hoe die communiceert, hoe die zijn eigen talenten ontdekt en met de ontwikkelpunten omgaat? Dynamisch afstemmen: hoe doe je dat? In deze module leer je af te stemmen op verschillen tussen mensen. Verschillen in de manier waarop mensen leren én communiceren. Verschillen in de persoonlijke leer-en communicatiebehoeften en voorkeuren. Meerdere bronnen uit de vakliteratuur rond leren en coaching wijzen op het wezenlijke belang van de afstemming van jou als leraar, collega of coach op deze verschillen. De kwaliteit van jouw afstemming is één van de bepalende factoren voor succes in een leer- of coaching situatie. Je ontdekt dat er hiervoor verschillende leer- en communicatietheorieën en -modellen zijn. Deze bieden een groot scala aan afstemmingsmogelijkheden. Deze module stimuleert je de verschillende theorieën en modellen onderling te vergelijken. Daarna bepaal je hun waarde voor jouw onderwijsen coachsituaties. Deze situaties spelen zich zowel op individueel als groeps- en/of teamniveau af. Je onderzoekt aan de hand van je verworven inzichten welke waardevolle toepassingen in je eigen beroepspraktijk mogelijk en effectief zijn . Je ontdekt hoe je succesvol invloed uitoefent op de ideale afstemming tussen jou en je gesprekspartners (leerlingen, studenten, collega’s, coachees e.d.). Kortom: in deze module leer je situaties met verschillende actoren en hun eigen behoeften, stijlen en belangen sneller in te schatten. Bovendien leer je dynamisch en flexibel in te spelen op wat de ander nodig heeft en hoe je daarop je eigen gedrag kunt aanpassen. Dynamisch afstemmen: wat levert het op? Deze module is onderdeel van de leerroute dynamisch coachen op verschillen en de leerroute intern begeleider/zorgcoördinator uit het profiel onderwijsexpert begeleiden en innoveren. In de module tref je vakinhoudelijk bekwame docenten, die expert zijn op het gebied van leertheoretische - en communicatiemodellen. Ook zijn zij speciaal getraind in het gedachtengoed van Human Dynamics. Je werkt onder hun begeleiding aan je professionele ontwikkeling met het doel optimaal af te stemmen op wat de ander van jou nodig heeft. De vijf bijeenkomsten zijn interactief van opzet. Gedurende de bijeenkomsten werk je aan praktijkopdrachten die je in je eigen beroepssituatie uitvoert en verbindt met theoretisch bronnenonderzoek om uiteindelijk je eigen professionele context te verrijken. Je ontwerpt op basis van een analyse een omgeving waarin tegemoet gekomen wordt aan de behoefte van de ander. Je sluit de module af met een beroepsproduct waarin je ruimschoots de mogelijkheid krijgt om je verworven competenties aan te tonen. In dit beroepsproduct bewijs je hoe jouw ontwikkeling heeft bijgedragen aan de verbetering van een onderwijs- of begeleidingssituatie voor en met anderen. 7
Kansrijk begeleiden bij moeilijk verstaanbaar gedrag In de praktijk is het soms lastig gedrag van leerlingen goed te ‘verstaan’. Als leraar is het een uitdaging leerlingen met moeilijk verstaanbaar gedrag goed te begeleiden. Het gedrag van leerlingen doet een groot beroep op de kennis en vaardigheden van jou en jouw collega’s. Het kan voorkomen, dat een collega met de spreekwoordelijke handen in het haar is komen te zitten. Een belangrijke taak als gedragsspecialist binnen de context van de school, is het begeleiden van collega’s met specifieke ondersteuningsbehoeften. In deze module leert je om de begeleiding van een collega zodanig vorm te geven, dat er weer mogelijkheden worden gecreëerd. Tevens plaats je het begeleidingstraject in de context van de zorgroute binnen het samenwerkingsverband of organisatie. Inhoud van de module Het hoofdthema binnen deze module is het begeleiden van een collega. Je krijgt inzicht in verschillende manieren van begeleiding en het afstemmen van de begeleiding op de specifieke begeleidingsbehoefte. Je verbetert een onderwijsleersituatie door af te stemmen op de ondersteuningsbehoefte van een collega, die moeite heeft om te functioneren in een onderwijsleersituatie met moeilijk verstaanbaar gedrag van een of meerdere leerlingen. In de voorbereiding op en de uitvoering van het begeleidingstraject vraag je feedback aan betrokkenen en experts. Je plaatst het begeleidingstraject in de context van de zorgroute binnen het samenwerkingsverband of organisatie. De gesprekken in het begeleidingstraject leg je vast op film. Deze module is onderdeel van de leerroute gedragsspecialist uit het profiel onderwijsexpert leren en gedrag. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werk je in de module aan je eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij je veel ruimte krijgt om met je persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. Je leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar je eigen situatie, maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin je verworven competenties aantoont.
8
Krachtig leren Er wordt in het onderwijs vaak gezegd dat jongeren zich zo slecht kunnen concentreren, een kleine spanningsboog hebben en nauwelijks nog te motiveren zijn. Hoe kan het dan dat jongeren in staat zijn vaak uren achter elkaar ingewikkelde computergames spelen? Wat maakt dat zo aantrekkelijk, of, anders gezegd, wat maakt dat onderwijs niet in staat is hen (zo) lang te boeien? Hoe zien lessen er over het algemeen uit? Hoe uitdagend is het onderwijs? Studenten verdiepen zich in onderwijsvisies, leertheorieën, activerende leer en werkvormen en mentale modellen ten aanzien van krachtig leren. Hij herijkt zijn visie op kennis en leren. Onderwijskundige informatie ten behoeve van het optimaliseren van leerprocessen komen aan de orde. De volgende onderwerpen staan o.a. centraal in deze module: De kwaliteit van kennis en leren In deze module gaat u op zoek naar de effecten van verschillende soorten onderwijskundige interventies. (feedback geven, leren door reflecteren) in relatie tot uw persoonlijke praktijktheorie. Tevens wordt er betekenis gegeven aan effectief leraargedrag waaronder bijvoorbeeld monitoring, challange en deep presentation. U leert hoe deze begrippen uw leraargedrag kunnen verbeteren. Activerende werk- en leervormen U onderzoekt de context en kenmerken (diversiteit) van en met de leerlingen m.b.t. krachtig leren in relatie tot de onderwijsbehoeften (niveau, motivatie, cognitie, instructie, leeftijd, fysiek, leerstijlen, meervoudige intelligentie etc.). Tevens ontwikkelt u een kijkwijzer waarmee u verbanden kunt leggen tussen leerling, leerstof en leerkracht. Steeds wordt er een relatie gelegd tussen theorie en uw visie met betrekking tot een krachtige leeromgeving aan. Deze module is onderdeel van de leerroute speciale onderwijsbehoeften voortgezet onderwijs/ beroepsonderwijs uit het profiel onderwijsexpert speciale onderwijsbehoeften en de leerroute gedragsspecialist in het profiel onderwijsexpert gedrag en leren. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In vijf bijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
9
Krachtig leren inspireren* In deze module staan krachtige en inspirerende leeromgevingen in relatie tot gepersonaliseerd leren met ICT centraal. Studenten verdiepen zich in onderwijsvisies, leertheorieën, activerende leer- en werkvormen ten aanzien van krachtig leren in relatie tot de onderwijsbehoeften (niveau, motivatie, cognitie, instructie, leeftijd, fysiek, leerstijlen, meervoudige intelligentie, etc) van leerlingen en laten zich inspireren door een diversiteit aan bronnen. Studenten onderzoeken mogelijkheden in de eigen beroepscontext.
Deze module is een onderdeel van de leerroute Gepersonaliseerd leren met ICT uit het profiel Talentontwikkeling. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werk je in de module aan je eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van je eigen onderwijspraktijk. In deze module worden blended onderwijsvormen ingezet, waarbij je veel ruimte krijgt met je eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. Je leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen je eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin je de verworven competenties aantoont.
* In het kader van de pilot is het mogelijk dat deze inhoudsbeschrijving nog gewijzigd zal worden. 10
Learning Analytics en Ethische dilemma’s Het gebruiken van Learning Analytics heeft als doel het leerproces te versterken door op systematischw wijze te meten en met de uitkomsten daarvan de lerenden en leraren te informeren. Met behulp van ICT kun je gegevens snel en tijdig bij leerling en leraar krijgen. In deze module leren studenten de data die beschikbaar komen uit het volgen van en meten in leerprocessen te analyseren en de uitkomsten ervan te gebruiken als feedback van datzelfde leerproces. Vervolgens kunnen met gegevens allerlei analyses worden uitgevoerd. Wat zijn ethische stappen als het gaat om afstemmen op leerlingen? Welke gegevens worden verzameld, met welk doel, wanneer, wie ziet gegevens, met wie worden gegevens gedeeld, wie is eigenaar ? Het werken met learning analytics kan niet zonder overwegingen en afspraken ten aanzien van de ethische aspecten van het werken met big data.
Deze module is een onderdeel van de leerroute Gepersonaliseerd leren met ICT uit het profiel Talentontwikkeling. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werk je in de module aan je eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van je eigen onderwijspraktijk. In deze module worden blended onderwijsvormen ingezet, waarbij je veel ruimte krijgt met je eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. Je leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen je eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin je de verworven competenties aantoont.
11
Leren met ict Verdiepend leren met digitale informatie en communicatie De ICT mogelijkheden en - toepassingen voor het onderwijs worden elke dag talrijker. Zo biedt internet een rijke leeromgeving voor kritisch denken en leren. Daarnaast biedt internet ongekende kansen om je talenten te laten zien en te delen met een groot publiek. Als leerkracht krijg je steeds nieuwe informatie over de vele ICT toepassingen die invloed kunnen hebben op het leren van je leerlingen/studenten en op jouw pedagogisch-didactisch handelen. Welke keuze wil je maken en waar baseer je deze keuze op? En wat is er nodig om tot zinvolle implementatie te komen? In de module komen didactische principes aan de orde die een rol spelen bij je keuze voor specifieke ICT toepassingen. Ook worden voor- en nadelen van ICT toepassingen en implementatie-perikelen geïnventariseerd en besproken. In deze module onderzoeken we vanuit de digitale wereld hoe leerlingen hun talenten op een veilige manier kunnen aanspreken. We stimuleren een doelmatig gebruik van ICT binnen het onderwijs. De vraag die hier een rol bij speelt is: hoe digitaal vaardig is de klas eigenlijk, en vooral: hoe digitaal vaardig is de leraar die deze klas aanstuurt? Studenten verrichten hiernaar een onderzoek en komen tot concrete en uitvoerbare adviezen die een aanzet zijn voor schoolverbetering van ICT en digitale geletterdheid in het kader van talentontwikkeling. Deze module is onderdeel van de leerroute Talentontwikkeling. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In de module bijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met de eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. Verschillende ICT toepassingen worden in de bijeenkomsten als werkvorm ingezet. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen de eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u de verworven competenties aantoont.
12
Leren, onderwijzen en gedragvraagstukken Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften hebben vooral veel baat bij effectief en goed opgezet onderwijs. Vanzelfsprekend geldt dat voor iedere leerling, maar vooral leerlingen met gedragsproblemen zijn hierbij het meest gebaat. Effectief en goed opgezet onderwijs zorgt ervoor dat gedragsproblemen minder vaak voorkomen, afnemen en bij gedragsstoornissen beter beheersbaar zijn binnen een effectieve schoolcontext. In deze module leert u om op schoolniveau te kijken naar processen rondom leren en gedrag. Inhoud van de module U doet onderzoek naar gedragsvraagstukken op schoolniveau waarbij u aanbevelingen geeft om tot verbetering van het pedagogisch schoolklimaat te komen. Met als uiteindelijk doel om leerlingen optimaal tot leren te laten komen. Een ander thema binnen deze module is ethisch handelen. Hierbij krijgt u inzicht in het spanningsveld tussen overtuigingen en praktisch handelen van uzelf en collega’s. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten. Daarbij krijgt u veel ruimte krijgt om met uw persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar uw eigen situatie, maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
13
Letters en leesbehandeling In het aanvankelijk leesonderwijs (groep 2 en 3) worden de hoofdzaken onderwezen zoals de klanktekenkoppeling en de elementaire leeshandeling. Het doel van deze fase is dat alle letters gekend zijn en dat het kind kan decoderen. Een aandachtspunt daarbij is om leerlingen vanaf het begin van hun schoolcarrière te laten genieten van lezen, waarbij het (voor)lezen betekenisvol is en waar integratie van begrip en woordenschat vanzelfsprekend is. De volgende onderwerpen staan centraal in deze module. Orthodidactische- en orthopedagogische aspecten van het leesonderwijs In de module ‘Letters en leeshandeling’ handelen leraren op basis wetenschappelijk onderbouwde pedagogisch didactische principes voor beginnende geletterdheid en de tussendoelen beginnende geletterdheid. Thema’s die in deze principes terugkomen zijn onder andere de leeshandeling, letteraanbod, motivatie, leesbeleving, responsief voorlezen en leestijd. Effectief werken Efficiënt werken betekent dat de beschikbare tijd zo zinvol mogelijk besteed wordt. Dit betekent altijd dat zo veel mogelijk woorden, zinnen en tekst worden gelezen binnen de ingeroosterde tijd voor lezen. Hoeveel woorden gelezen worden door een kind bepaalt hoe effectief het leesonderwijs zal zijn. Een groot risico is dat kinderen die zwakker lezen ook veel minder lezen waardoor hun achterstand toe zal nemen. Leraarhandelen De methodes hebben de kwaliteit van de leraar nodig voor goed leesonderwijs. Dit geldt zeker als de leraar les geeft aan leerlingen met een verminderde aanleg voor het leesleerproces. Studenten werken vanuit een 3-tier benadering. Zij ontwerpen een basisarrangement gericht op de onderwijsbehoeften van hun groep en bepalen dan interventies voor leeszwakke leerlingen Deze module is een onderdeel van de leerroute Taalspecialist/dyslexie uit het profiel Onderwijsexpert taal- en leesinnovatie. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin de verworven competenties aantoont. Effectief werken Efficiënt werken betekent dat de beschikbare tijd zo zinvol mogelijk besteed wordt. Dit betekent altijd dat zo veel mogelijk woorden, zinnen en tekst worden gelezen binnen de ingeroosterde tijd voor lezen. Hoeveel woorden gelezen worden door een kind bepaalt hoe effectief het leesonderwijs zal zijn. Een groot risico is dat kinderen die zwakker lezen ook veel minder lezen waardoor hun achterstand toe zal nemen.
14
Leraarhandelen De methodes hebben de kwaliteit van de leraar nodig voor goed leesonderwijs. Dit geldt zeker als de leraar les geeft aan leerlingen met een verminderde aanleg voor het leesleerproces. Studenten werken vanuit een 3-tier benadering. Zij ontwerpen een basisarrangement gericht op de onderwijsbehoeften van hun groep en bepalen dan interventies voor leeszwakke leerlingen Deze module is een onderdeel van de leerroute Taalspecialist/dyslexie uit het profiel Onderwijsexpert taal- en leesinnovatie. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin de verworven competenties aantoont.
15
MasterKracht Als al het talent van jou en je collega’s samenwerkt…. Als ieders bezieling op het werk ook ruimte heeft….. Wat is er dan mogelijk voor de leerlingen, voor jou, voor je collega’s of voor je organisatie? Weet jij wat jouw talenten zijn? Herken je die van anderen in je team en hoe worden deze talenten ingezet binnen de eigen organisatie? In deze module ga je op zoek naar jouw eigen talenten en de talenten van jouw collega’s en ontwerp je een voorstel om de talenten optimaal in te zetten. ‘Waarderend onderzoeken’ (appreciative enquiry) is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Waarderend onderzoeken komt voort uit de positieve psychologie en richt zich op datgene wat goed gaat, de sterke punten, de talenten van mensen en hoe deze talenten ingezet kunnen worden. Talenten krijgen immers dan pas betekenis wanneer anderen het effect ervan ervaren. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal: Talenten (h)erkennen Als je met de talenten van je team aan de slag wilt, dan moet je er eerst zicht op krijgen. Mensen zelf vinden hun eigen talenten meestal zo vanzelfsprekend dat ze zich er niet van bewust zijn en niet weten hoe het inzetten daarvan kan bijdragen tot de organisatie. Je gaat op zoek naar jouw talenten en de talenten van jouw collega’s. Het gaat hier om in gesprek gaan met mensen om op te sporen waar ze een unieke bijdrage hebben, die ze kunnen inzetten in de organisatie. Verschillende instrumenten voor het (h)erkennen van talent, waaronder waarderende interviews, worden besproken en geoefend in de praktijk. Inzet van talenten/ talentmanagement Talent gevonden… en dan? Inzetten van talent betekent mensen de ruimte bieden om dit te doen. Het opsporen van mogelijkheden om talent in te zetten is één zaak, effectief talent gaan inzetten is een opdracht van de organisatie. Zij moet daartoe de mogelijkheden creëren. Je brengt de toekomstvisie in beeld op welke wijze talenten binnen de eigen organisatie ingezet kunnen worden. Je krijgt daarvoor verschillende instrumenten aangeboden die je daarvoor in kunt zetten. Tevens ontwerp je de randvoorwaarden en mogelijkheden om de toekomstvisie mogelijk te maken en doet een kleinschalig onderzoek naar de haalbaarheid binnen de eigen organisatie. Deze module is onderdeel van de leerroute Talentontwikkeling, uit het profiel onderwijsexpert Talentontwikkeling. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werk je in de module aan je eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van je eigen onderwijspraktijk. In vijf bijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij je veel ruimte krijgt om met je eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. Je leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen je eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin je de verworven competenties aantoont. 16
Ontwerpen: kind en sociale omgeving Kinderen groeien op in een sociale omgeving. De sociale ontwikkeling begint al met het eerste oogcontact van jonge baby’s. Gaandeweg leren kinderen hun weg te vinden in deze sociale wereld. Hoe doen zij dit en wat is de rol van de mensen die zij tegenkomen in deze omgeving? Wie leert hen hóe zich te gedragen en contact te maken? Kortom hoe verwerven kinderen hun sociale competenties?
Het (rollen-) spelen speelt hierin een belangrijke rol. Via deze weg doen kinderen veel ervaring op en leren ze grenzen verkennen. In deze module krijgt u inzicht in de sociale ontwikkeling van kinderen en welke rol u als leerkracht daarin speelt. Wat is de invloed van uw eigen gedrag als leerkracht? Hoe kunt u eventuele stagnaties herkennen? Hoe kunt u de ontwikkeling weer proberen vlot te trekken?
17
Ontwerpen voor spelen Jonge kinderen leren door te spelen. Zij nemen zelf allerlei initiatieven om de wereld en zijn werking te ontdekken. Zij observeren, imiteren en experimenteren tijdens hun spel. Zij zoeken daarbij zelf het benodigde materiaal of maken het van wat zij tegenkomen. In de onderbouw kunnen leerkrachten leren van het spelen van jonge kinderen. Leerkrachten kunnen door te kijken en te luisteren inschatten op welk ontwikkelingsniveau de kinderen zich bevinden. Dat geeft de leerkracht inzicht in de onderwijsbehoeften van jonge kinderen. Welke ruimte moeten zij bieden? Welk materiaal kunnen ze toevoegen? Wanneer is het zinvol om een spelinterventie te plegen? Op welke manier kunnen ze de kinderen de gelegenheid bieden tot het nemen van een volgende stap in hun ontwikkeling? Met andere woorden: wat is nodig om een krachtige leeromgeving te ontwerpen waarin jonge kinderen goed kunnen spelen? In deze module staan de volgende onderwerpen centraal: Leren in een verrijkte leeromgeving Het is belangrijk om de waarde van een rijke leeromgeving op een juiste manier te interpreteren voor de manier waarop jonge kinderen leren en zich ontwikkelen. U leert verschillende leertheorieën met betrekking tot de huidige opvattingen over leren van jonge kinderen. Planmatig handelen bij het ontwerpen en uitvoeren van een rijke leeromgeving Planmatig werken is essentieel bij het ontwerpen en uitvoeren van een rijke leeromgeving voor kleuters. Planmatig werken helpt om overzicht te krijgen en op een systematische maner te werken waarbij de acties ontwerpt, uitvoert, evalueert en bijstelt. U leert in deze module volgens de PDCA-cyclus planmatig te werken en te observeren. Spel als voertuig voor de ontwikkeling van jonge kinderen Spelen is erg belangrijk in de ontwikkeling van het kind. Met spel worden er diverse situaties en vaardigheden geoefend, zowel op motorisch en cognitief, als op sociaal gebied. U krijgt inzicht in de betekenis van spel voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Hiervoor is het van belang dat u weet welke grote lijnen er zijn in de fases van spelontwikkeling. In deze module leert u spelkwaliteit te observeren en te beoordelen. Rol van de leerkracht in het creëren van een rijke leeromgeving Bij het creëren van een rijke leeromgeving heeft de leerkracht verschillende rollen. Hij is ontwerper van de leeromgeving. Hij is ook de expert als het gaat om de inhoud, de leerstof. Daarnaast is hij voor de kinderen een identificatiefiguur en daarmee ook cultuurdrager. Tenslotte is hij ook een coach, die de kinderen stimuleert om het beste uit zichzelf te halen. U verkrijgt inzicht in de rol die een leerkracht kan spelen in het ontwerpen en uitvoeren van een rijke leeromgeving afgestemd op de onderwijsbehoeften van de kinderen.
18
Deze module is onderdeel van de leerroute speciale onderwijsbehoeften jonge kind uit het profiel onderwijsexpert speciale onderwijsbehoeften. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In vijf bijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw
eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
19
Ontwikkelingsperspectieven: gepersonaliseerd onderwijs vorm geven Bij gepersonaliseerd onderwijs gaat het om het maximale uit elke leerling te halen en in te spelen op hetgeen wat leerlingen motiveert. Maar het gaat daarbij ook om het laten excelleren van iedere leerling op zijn/haar niveau, het inzicht beiden in het eigen leren en het bijdragen aan de ontwikkeling van de 21ste century skills bij leerlingen. Geen one size fits all, maar personalisatie. Gepersonaliseerd onderwijs gaat daarbij dus verder dan individualiseren en differentiëren. Personaliseren wordt gekenmerkt door het meer centraal stellen van de leerling, het goed monitoren van leerresultaten en het daarop aanpassen van het leerproces. kortom het vergroten van de keuzevrijheid van docent en leerling en het maximaal benutten van de potentie om onderwijs gevarieerd uit te serveren. Daarin neem je alle aspecten van iemands persoonlijkheid en competenties mee om na te gaan op welke wijze iemand het beste tot een eindresultaat komt. De vraag is dan echter wel hoe je gepersonaliseerd onderwijs vorm kan geven in de praktijk en wat daar voor nodig is.
20
Orthopedagogische interventies in de groep In iedere vorm van onderwijs wordt van docenten gevraagd om zo goed mogelijk af te stemmen op de speciale onderwijsbehoeften van leerlingen. Vaak gebeurt dit d.m.v. een individueel handelingsplan. Voor docenten is het tegenwoordig onhaalbaar om individueel gericht onderwijs te geven. Er zijn altijd meer leerlingen die tegen hetzelfde probleem aan lopen. Daarom staan in deze module de volgende onderwerpen centraal: Het (ortho-)pedagogisch groepsplan In het (ortho-)pedagogisch groepsplan staat vermeld welke activiteiten nodig zijn om een bepaalde problematiek in de klas aan te pakken. Dit geldt voor de hele groep, subgroepen en individuele leerlingen. De docent kan op deze manier onderwijs geven aan groepen, maar houdt wel oog voor de individuele onderwijsbehoeften van leerlingen. In deze module gaat u een (ortho-)pedagogisch groepsplan maken. Signaleringsinstrumenten Signaleringsinstrumenten zijn belangrijk om leerlinggedrag in de groep in kaart te brengen. Dit is van belang om een gefundeerd besluit te nemen over de samenstelling van subgroepen in het orthopedagogisch groepsplan. In deze module komen verschillende signaleringsinstrumenten aan de orde die u kunt uitproberen. Executieve functies Executieve functies is een verzamelnaam voor denkprocessen die belangrijk zijn in het uitvoeren van sociaal en doelgericht gedrag (Smidts & Huizinga, 2011). Leerlingen met A.S.S, ADHD of een andere gedragsstoornis hebben vaak zwakke executieve functies. In deze module komt aan bod hoe u als docent executieve functies van leerlingen kunt versterken. De rol van de docent De rol van de docent is van cruciaal belang om een succesvol orthopedagogisch groepsplan te ontwikkelen en uit te voeren in de praktijk. De uitvoerbaarheid van het groepsplan moet voor de docent haalbaar zijn. In deze module gaan we kijken naar welke kwaliteiten uzelf in huis hebt om het groepsplan uit te voeren of anderen te coachen in de uitvoering. Deze module is onderdeel van de leerroute gedragspecialist in het profiel onderwijsexpert gedrag en leren. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt om met uw persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar uw eigen situatie, maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
21
Rekendynamiek Rekenen, daar heeft iedereen heeft er in het dagelijks leven mee te maken. Het streefdoel voor reken- en wiskundeonderwijs is de maatschappelijke redzaamheid voor alle leerlingen. Vanzelfsprekend vraagt dit een inspanning van de leraar en de leerling. Om op een school structureel goed reken-wiskundeonderwijs te realiseren is echter inspanning vereist van het hele team en direct betrokkenen. Het belang van goed reken-wiskundeonderwijs wordt doorgaans op elke school onderschreven. Leraren staan voor de uitdagende taak om leerlingen een stevige rekenbasis te bieden. Die basis wordt gelegd door vroeg te beginnen en ervoor te zorgen dat er sprake is van een doorgaande lijn tot het eind van de basisschool en daarna. Het onderhouden en uitbreiden van rekenkennis –en vaardigheden vraagt ook in het voortgezet onderwijs en de opleidingen daarna, expliciete aandacht. De volgende onderwerpen staan centraal in deze module. Goed reken- en wiskunde onderwijs Goed reken- en wiskunde-onderwijs begint bij het formuleren van doelstellingen, want alleen dan weet u waar u naartoe werkt en of een leerling doelen al dan niet heeft bereikt. Goed rekenonderwijs bevat een beredeneerd aanbod afgestemd op de specifieke behoeften van de leerlingen. Nadenken over passend aanbod vereist dat leraren kennis hebben over de doorgaande rekenleerlijnen en didactiek. In deze module doen studenten onderzoek naar visie, beleid, praktijk en opbrengsten van het reken-wiskundeonderwijs in de school. Reken- en wiskundeverbeterplan Goed reken-wiskundeonderwijs begint bij het formuleren van een gezamenlijke visie en ambitie. De visie van de school wordt vertaald in een rekenbeleidsplan of rekenverbeterplan. Dit plan geeft aan op welke wijze goed reken-wiskundeonderwijs gerealiseerd wordt en gaat in op het stellen van doelen, beredeneerd aanbod, tijd voor rekenen op het rooster, kwaliteit van instructie, differentiatie en organisatie, monitoren van de rekenontwikkeling, opbrengstgericht werken, en borging. Leren van en met elkaar als team is een voorwaarde om het rekenbeleid uit te voeren. In vijf bijeenkomsten werken de studenten toe naar een actieve rol als (toekomstig) reken coördinator of rekenspecialist en ervaren en ontwikkelen diverse aspecten van deze rol. Rekenspecialist/coördinator Een rekenspecialist of rekencoördinator heeft zicht op het rekenbeleid en op de vertaalslag hiervan in de dagelijkse praktijk van het reken-wiskundeonderwijs. In deze module ontwikkelen studenten hun rol als rekenspecialist of rekencoördinator. Deze module is onderdeel de leerroute reken- en wiskundespecialist/dyscalculie uit het profiel Onderwijsexpert reken- en wiskunde-innovatie en van leerroutes uit het profiel Onderwijsexpert speciale onderwijsbehoeften en de leerroute gedragsspecialist in het profiel onderwijsexpert gedrag en leren. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In vijf bijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
22
Rekenen aan de basis Functionele gecijferdheid wil zeggen dat leerlingen adequaat gecijferd kunnen handelen in dagelijkse situaties. Leerlingen leggen verbinding tussen de reken- en wiskundeactiviteiten en de dagelijkse omgeving. In deze module leren de studenten op grond van gerichte en actuele vakkennis systematisch en handelingsgericht om te gaan met leerlingen met rekenproblemen in het leerstofgebied rekenen tot en met 1000. Studenten zetten hun denkkracht in op het gebied van ‘rekenen’ om leerlingen met rekenproblemen of een vermoeden van dyscalculie te leren ‘rekendenken’. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal. Rekenplan voor de basis De module Rekenhulp zoomt in op leerkrachtvaardigheden met betrekking tot het rekendomein ‘getallen en bewerkingen’ in het aanvankelijk- en voortgezet rekenonderwijs (eind niveau groep 6). Je maakt een deskundig en handelingsgericht groeps- of handelingsplan voor de eigen groep of rekenzwakke leerlingen. Daarbij kan je de begrippen remediëren, compenseren en dispenseren vormgeven en toepassen. Naast aandacht voor de specifieke rekenproblematiek komen cognitieveen sociaal emotionele factoren en de rol en invloed van de onderwijsleeromgeving aanbod. Rekengesprekken en rekeninterventies Leerlingen kunnen pas vertellen hoe ze denken en handelen als ze de rekentaal ontwikkeld hebben. Belangrijk hierbij is betekenisverlening; zodat leerlingen een verbinding kunnen leggen van reken- en wiskundeonderwijs naar de dagelijkse omgeving. In het rekengesprek en de rekeninterventie komen aspecten aan de orde als metacognitieve strategieën, rekenstrategieën, getalbegrip, emotie, taalbegrip, technisch lezen, kort auditief geheugen en automatiseren. Deze module is een onderdeel van de leerroute Reken- en wiskundespecialist/dyscalculie uit het profiel Onderwijsexpert reken- en wiskunde-innovatie en de leerroutes in het profiel Speciale onderwijsbehoeften. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werk je in de module aan je eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van je eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij je veel ruimte krijgt met je eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. Je leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen je eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin de verworven competenties aantoont.
23
Rekenen, wiskunde en dycalculie Rekenonderwijs dat leidt tot betere rekenprestaties is uitdagend en aantrekkelijk voor iedere leerling. Deze module zoomt in op leerlingen met rekenproblemen in de bovenbouw van het (speciaal) basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Centraal staat die ene leerling die al langere tijd frustraties op het gebied van rekenen heeft ondervonden. U gaat opzoek naar de rekenmogelijkheden van deze leerlingen. Immers binnen de rekendomeinen en rekenonderdelen zijn rekenhandelingen die wel lukken en die de maatschappelijke redzaamheid bevorderen. De volgende onderwerpen staan centraal in deze module. Doorlopende leerlijn en maatschappelijke redzaamheid Voor die leerling ontwerpt de student in deze module een individuele en passende, orthodidactische leerroute. Het doel ervan is om de maatschappelijke redzaamheid van de leerling met cijfers en getallen te versterken. Een orthodidactische leerroute beperkt zich dan niet tot het rekenen tot 20 of tot 100. Hele grote getallen, procenten, kommagetallen, geldbedragen en meetgetallen zijn ook onderwerpen die zich lenen voor het uitbreiden en verdiepen van maatschappelijke redzaamheid. Rekengesprekken en rijke context De krant is een prachtige aanleiding voor een rekengesprek. Voor leerlingen met ernstige rekenproblemen is de krant een rijke leeromgeving. In deze module wordt de leerstof voor hen niet steeds ‘kaler’, maar juist ‘rijker’ gemaakt. Het motto is: inzoomen op ‘minder, maar beter’!! Niet alleen bij de specifieke vakken ‘rekenen’ en ‘wiskunde’ hebben leerlingen vaardigheden op dit gebied nodig, ook bij andere vakken wordt hierop een beroep gedaan. Voorbeelden hiervan zijn in het VO o.a. economie, natuur- en scheikunde. Maar ook binnen het PO worden tijdens de zgn. ‘voorlopers’ van deze vakken de rekencompetenties aangesproken. Compensatie en dispensatie Hoe gaat u als leerkracht en/of begeleider van leerlingen met reken-wiskundeproblemen hier mee om? In deze module wordt o.a. aandacht besteed aan compensatie en dispensatie bij (ernstige) reken-wiskunde, problemen en de in ontwikkeling zijnde dyscalculieverklaring en het daarbij behorende protocol. D.m.v. recente (inter)nationale literatuur zullen de huidige nationale ontwikkelingen gevolgd worden. Deze module is een onderdeel van de leerroute Reken- en wiskundespecialist/dyscalculie uit het profiel Onderwijsexpert reken- en wiskunde-innovatie en de leerroutes in het profiel Speciale onderwijsbehoeften. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont. 24
Rekenwiskunde; afstemming in voortgezet rekenen Afstemming in voortgezet rekenen is het kern van het reken- en wiskundeonderwijs van de bovenbouw van het primair onderwijs en de onderbouw in het voortgezet onderwijs. Leraren hebben een scherp oog voor de rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen zodat zij allen kunnen leren rekenen. Het is vooral de manier waarop het rekenonderwijs wordt gegeven, die bepaalt hoe succesvol leerlingen zijn in het rekenen en wiskunde. In deze module komen de volgende onderwerpen aanbod. Reken-wiskundedidactiek in het algemeen U bestudeert actuele kennisbronnen wat betreft de reken-wiskundedidactiek voor de bovenbouw PO en onderbouw VO en het signaleren van de verscheidenheid in reken-wiskundige ontwikkeling van hun leerlingen. Uiteraard worden daarin meegenomen de kerndoelen, referentieniveaus en doorlopende leerlijnen, gecijferdheid en de verschillende zorgroutes. Een van de kennisbronnen is protocol Ernstige RekenWiskundeproblemen en Dyscalculie. Reken-wiskundedidactiek in de groep en/of klas In deze module wordt een groepsplan opgesteld en uitgevoerd waarin aanbod komen de orthopedagogische- en orthodidactische onderwijsbehoeften van een groep leerlingen in het leerstofgebied van groep 6-8 basisonderwijs tot en met het rekenen op referentieniveau 2F voor vo/mbo. Het rekenproces wordt in samenwerking met leerkrachten en vakdocenten benadert vanuit het perspectief van de leerstof en de leerling. Studenten maken een analyse vanuit de invalshoek van de leerlingen (probleemanalyse) en de leerlijnen (taakanalyse). De rekenwiskundige ontwikkeling van alle leerlingen uit de groep zij in beeld gebracht. Het groepsplan gaat uit van de onderwijsbehoeften op het gebied van rekenwiskunde-onderwijs van elke leerling, zodat alle leerlingen zo optimaal mogelijk rekenwiskunde-onderwijs krijgen. Deze module is een onderdeel van de leerroute Reken- en wiskundespecialist/dyscalculie uit het profiel Onderwijsexpert reken- en wiskunde-innovatie en de leerroutes in het profiel Speciale onderwijsbehoeften. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
25
Schoolontwikkeling en verandermanagement Over schoolontwikkeling en/of verandermanagement zijn vele boeken geschreven. Een ervan heet: “Gedoe komt er toch” (Swieringa en Jansen, 2005), een titel die dicht bij de waarheid lijkt te staan, want helemaal zonder “gedoe” vinden veranderingen nooit plaats. Veranderen is ingewikkeld. Het heeft namelijk met veel én verschillende aspecten van een organisatie van doen. En schoolorganisaties zijn daar geen uitzondering op. Of je het nu ontwikkelen, veranderen, aanpassen of groeien noemt, altijd raakt het mensen diep in hun persoonlijk professionele opvattingen over onderwijs en leren. De module Schoolontwikkeling/verandermanagement biedt studenten organisatiekundige informatie ten behoeve van het zo goed mogelijk start en begeleiding van veranderprocessen. Onderwijscultuur en -structuur, analyse-instrumenten, theorieën en modellen, komen via verschillende werkvormen aan de orde. Middels literatuur worden actuele opvattingen over veranderprocessen toegelicht. Maar ook de eigen ervaring(en) in en met schoolontwikkeling komen aan bod. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal: Over schoolontwikkeling en/of verandermanagement zijn vele boeken geschreven. Een ervan heet: “Gedoe komt er toch” (Swieringa en Jansen, 2005), een titel die dicht bij de waarheid lijkt te staan, want helemaal zonder “gedoe” vinden veranderingen nooit plaats. Veranderen is ingewikkeld. Het heeft namelijk met veel én verschillende aspecten van een organisatie van doen. En schoolorganisaties zijn daar geen uitzondering op. Of u het nu ontwikkelen, veranderen, aanpassen of groeien noemt, altijd raakt het mensen diep in hun persoonlijk professionele opvattingen over onderwijs en leren. De module Schoolontwikkeling/verandermanagement biedt studenten organisatiekundige informatie ten behoeve van het zo goed mogelijk start en begeleiding van veranderprocessen. Onderwijscultuur en -structuur, analyse-instrumenten, theorieën en modellen, komen via verschillende werkvormen aan de orde. Middels literatuur worden actuele opvattingen over veranderprocessen toegelicht. Maar ook de eigen ervaring(en) in en met schoolontwikkeling komen aan bod. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal: Schoolontwikkeling en de relatie tussen Schoolontwikkeling en Verandermanagement Maatschappelijke- en onderwijskundige ontwikkelingen gaan zo snel dat de school eigenlijk altijd een organisatie in verandering is. Maar hoe voltrekken veranderingsprocessen zich? Wat betekent ‘veranderen’? Welke krachten van binnen en buiten mijn schoolorganisatie spelen een rol? U leert wat schoolontwikkeling is en wat de relatie is tussen schoolontwikkeling en verandermanagement. Ook wordt stilgestaan bij uw rol als intern begeleider/zorgcoördinator en op welke wijze veranderen voor uw school effectief is. Verder wordt er ingegaan op de rol van het team en het management bij schoolontwikkeling.
26
Schoolcultuur De schoolcultuur is een complex geheel van gedragingen, competenties, overtuigingen, ervaringen, belemmeringen en weerstanden, waarden en normen en uitingen van de schoolidentiteit zoals deze leven en zichtbaar zijn in de houdingen van de mensen in de school. De schoolcultuur is van invloed op alle activiteiten in de school en loopt dus als een rode draad door de hele organisatie. De schoolcultuur is een van de factoren die van invloed zijn op leren en veranderen in een organisatie. U leert wat kenmerkend is voor een schoolcultuur en hoe u elementen van een schoolcultuur herkent. Verder leert u hoe schoolcultuur van invloed kan zijn op veranderingsprocessen. Deze module is onderdeel van de leerroute intern begeleider/zorgcoördinator uit het profiel onderwijsexpert begeleiden en innoveren. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt om met uw persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar uw eigen situatie, maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
27
Schrijven en spellen "Vandaag zijn we bij het onderdeel schrijven uit het taalboek. Pak je boek, je pen en je schrift, en lees de opdracht op bladzijde 15 vast door." Schrijfonderwijs wordt op veel schollen vorm gegeven aan de hand van schrijfopdrachten uit de taalmethode. Leerlingen schrijven aan de hand van die opdrachten verschillende soorten teksten die worden ingeleverd. De leerkracht voorziet het ingeleverde werk van feedback op inhoud, schrijfstijl en correctheid (eventueel door middel van een beoordeling) en het schrijfproduct verdwijnt in de spreekwoordelijke la. Leerlingen die goed kunnen schrijven, hebben er plezier in. Leerlingen die moeite hebben met schrijven, hopen dat het schrijfonderdeel snel voorbij is. Het bijhouden van de schrijfontwikkeling over langere tijd is lastig voor de leerkracht, doordat het maar één onderdeel van het hele taalonderwijs is. Hoe kun je er nu voor zorgen dat de leerlingen in hun schrijven een ontwikkeling doormaken, dat ze echt leren om goed te schrijven? In deze module staat het onderwijs in schrijven en spellen centraal. Op welke manier kun je leerlingen nu het beste begeleiden bij het schrijfproces? Wanneer moet je welke feedback geven om te zorgen dat leerlingen zich steeds een stapje verder ontwikkelen als schrijvers en spellers? Hoe zorg je ervoor dat ze tegelijkertijd plezier hebben en houden in het schrijven? Schrijven leer je vooral door veel te schrijven binnen een positieve schrijfleeromgeving. Betrokkenheid, authenciteit en motivatie spelen daarbij een belangrijke rol. Schrijven is leuk! Maar dan moet het schrijven wel goed begeleid worden: effectieve instructie in schrijfstrategieën, schrijffases en schrijfplanning is daarbij onmisbaar. Evenals kennis van verschillende tekstgenres en het gebruik kunnen maken van adequate feedback van leerkracht en medeleerlingen. Een effectieve schrijfleerkracht helpt alle leerlingen om de schrijver in zichzelf te ontdekken en schrijfproducten te maken die passen bij het onderwijs in de 21e eeuw! Deze module is een onderdeel van de leerroute Taalspecialist/ dyslexie uit het profiel Onderwijsexpert taal- en leesinnovatie. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werk je in de module aan je eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van je eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges en praktijkopdrachten, waarbij je veel ruimte krijgt met je eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. Je leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen je eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin de verworven competenties worden aangetoond.
28
Spelen met taal Als u om u heen kijkt in een willekeurige kleutergroep ziet u het meteen: kleuters, spelen en taal, zowel mondeling als schriftelijk, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden! Dat maakt dat spelen ondersteund door taal en spelen mét taal effectieve instrumenten zijn om zowel de taalontwikkeling als de geletterdheid bij jonge kinderen te stimuleren. In deze module worden verschillende aspecten van mondelinge taalontwikkeling en beginnende geletterdheid belicht en de wijze waarop leraren gericht kunnen bijdragen aan die ontwikkeling, onder andere door inzet van spel. Immers: kleuters spelen veel en graag en spel is prima te gebruiken als ingang voor ontwikkelactiviteiten, zowel verbaal als schriftelijk. De volgende onderwerpen staan centraal in de module. Interactief Taalonderwijs In de bijeenkomsten is er aandacht is voor mondelinge taalontwikkeling en beginnende geletterdheid, de problemen die zich daarbij kunnen voordoen en de middelen die gebruikt kunnen worden om de ondersteuningsbehoeften van leerlingen vast te stellen. Zo wordt ingegaan op het thema 'kleuters en letters' en wordt zowel aandacht besteed aan de geletterde omgeving als aan de pedagogisch-didactische vaardigheden van de leerkracht om beginnende geletterdheid bij kleuters te stimuleren. Daarnaast staan de eigen didactische vaardigheden met betrekking tot interactief mondeling taalonderwijs centraal en wordt er ingegaan op andere onderdelen/thema’s van interactief taalonderwijs. Er wordt invulling gegeven aan het werken aan effectieve werk- en organisatievormen, gericht op woordenschat, verhalen vertellen en interactief voorlezen, waarbij ook steeds een relatie gelegd wordt met passende geletterdheidsactiviteiten. Ook komt in de inzet van ICT bij interactief mondeling taalonderwijs aan de orde. Spelen met taal op school en thuis: afstemmen met ouders en collega’s De mogelijkheden tot stimulering van de taalontwikkeling blijven natuurlijk niet beperkt tot de groepssituatie op school: ook de thuissituatie biedt daartoe veel gelegenheid. In dit kader is nog een andere rol weggelegd voor studenten, namelijk informatie overbrengen over een effectieve manier om te spelen met taal. Dit komt tot uitdrukking in de toetsopdracht, die het voorbereiden van een ouderbijeenkomst over dit onderwerp en de afstemming daarover met collega’s omvat. Het motto hierachter is: u leert meer door kennis te delen! De module heeft als kerndoel dat studenten in staat zijn de eigen competenties op het gebied van interactief taalonderwijs functioneel in te zetten, om daarmee de taalontwikkeling bij (risico-) kleuters te stimuleren. Deze module is een onderdeel van de leerroute leraar speciale onderwijsbehoeften het jonge kind uit het profiel Onderwijsexpert speciale onderwijsbehoeften. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
29
Taal en dyslexie: handelen in de vakken Binnen het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs spelen de taalvaardigheden van leerlingen bij alle vakken een centrale rol. Taal en lezen vormen belangrijke voorwaarden voor schoolsucces. Over het algemeen zal het zo zijn dat leerlingen die sterk zijn in taal en lezen betere resultaten behalen op alle vakken. Leerlingen met dyslexie en taalzwakke leerlingen dreigen soms af te stromen naar een lagere vorm van onderwijs dan ze cognitief gezien aankunnen. Bovendien hebben problemen met taal en lezen ook vaak consequenties voor het sociaal-emotioneel functioneren van leerlingen. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal. Handelen in de vakken Bij het vormgeven aan een krachtige orthodidactische leeromgeving voor leerlingen met dyslexie en voor taalzwakke leerlingen in het algemeen staat het handelen in de vakken centraal. Leerkrachtvaardigheden, het taalgericht vakonderwijs, de woordenschat, de orthografie, het vreemde talenonderwijs, het onderwijs aan anderstalige leerlingen en de mogelijkheden van ICT vormen daarbij ingangen voor een effectieve aanpak. Taalvaardigheden Door effectief aandacht te besteden aan taalvaardigheden binnen het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs zullen niet alleen de taalzwakke leerlingen, maar alle leerlingen binnen de school optimaal profiteren. Deze module is een onderdeel van de leerroute Taalspecialist/dyslexie uit het profiel Onderwijsexpert taal- en leesinnovatie. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
30
Taal en lezen 1 Het bereiken van vloeiendheid is essentieel om volwaardig deel te nemen aan de geletterde samenleving. Vloeiend kúnnen lezen is daarom een belangrijk doel van onderwijs in voortgezet technisch lezen. Onder voortgezet lezen verstaan we de fase waarin leerlingen tot geautomatiseerde woordherkenning komen. En voor het hardop lezen betekent dit vloeiend leren lezen. Daarnaast ontstaat het stillezen. Deze fase begint in groep 4 en loopt lang door, vaak tot de eerste klassen van het voortgezet onderwijs. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal. Vloeiend lezen; versnellen van de leeshandeling Leerlingen leren vloeiend lezen doordat zij steeds vaardiger (complexe) woordstructuren kunnen decoderen. Deze ontwikkeling wordt gestimuleerd door het lezen van veel teksten. Er zijn een aantal effectieve technieken voor het versnellen van de leeshandeling. We leggen de kaders hiervoor neer in een basisarrangement dat bestaat uit een aantal basisprincipes. Leesmotivatie, leesbeleving en het juiste boek Eén van de factoren die medebepalend zijn voor leesmotivatie is: de keuze van het juiste boek. Wat bepaalt nou die keuze en liever: wíe bepaalt die keuze? De leesmotivatie kan op dit punt vaak wel een steuntje gebruiken: veel zwakke lezers vinden lezen simpelweg niet leuk. Innovatief handelen Studenten combineren evidence based ontwerpprincipes, gepubliceerd onafhankelijk onderzoek en geobjectiveerde praktijkervaringen om te komen tot innovatief handelen. Zo leest de leraar regelmatig voor en maakt daarbij gebruik van activerende en modellerende strategieën. Een ander voorbeeld is de wijze waarop de leraar zorgt voor adequaat klassenmanagement en waar nodig aanvullende instructie in kleine groepen realiseert afhankelijk van de onderwijsbehoeften Deze module is een onderdeel van de leerroute Taalspecialist/dyslexie uit het profiel Onderwijsexpert taal- en leesinnovatie. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
31
Taal en lezen 2 In het onderwijs spreken over begrijpend lezen. Maar als we goed kijken naar het onderwijs in begrijpend lezen dan bedoelen we eigenlijk het het lezen, begrijpen, verwerken en kritisch beschouwen van teksten. Als je als leerkracht of docent onderwijs in leesbegrip geeft, is het nodig dat je een kennis over de verschillende aspecten van leesbegrip ontwikkelt. In deze module staan daarom de volgende aandachtsgebieden centraal: Leesbegrip Als leerkracht is het van belang dat je kennis ontwikkelt over geletterdheid en het gebruik van nieuwe informatie- en communicatiemedia. Gaat het alleen om lezen en schrijven of zie je nieuwe vormen van geletterdheid? Kun je als leraar zorgleerlingen ondersteunen door het begrip geletterdheid op een andere wijze in te vullen en toe te passen in het onderwijs? En kun je deze visie uitdragen naar collega’s? Omgaan met teksten hoort thuis in het héle curriculum. Het onderdeel ‘begrijpend lezen’ is geen geïsoleerde bezigheid of vak. Het omgaan met teksten vindt plaats in alle vakken. Hoe zorg je voor samenhang tussen woordenschat, lezen, schrijven, spreken en luisteren? Welke kennis en vaardigheden heb je nodig bij het omgaan met teksten binnen verschillende domeinen? Leesplezier ontstaat niet vanzelf! Het met plezier lezen van (jeugd)literatuur en informatieve teksten vraagt om een geëngageerde aanpak met gerichte instructie en ondersteuning. Alleen leesplezier is echter geen garantie voor het aanleggen van de taal-denkrelaties die nodig zijn om te functioneren op het bij de (zorg) leerling passende niveau. De ondersteuning in het ervaren en begrijpen van fictie kan naast het maken van leeskilometers juist voor zorgleerlingen een brug slaan naar het begrijpen van meer complexe informatieve teksten. Ben je als leraar in staat om vanuit je eigen leesmotivatie en – ervaring de (zorg)leerling te enthousiasmeren en de juiste kaders te bieden? Deze module is een onderdeel van de leerroute Taalspecialist/dyslexie uit het profiel Onderwijsexpert taal- en leesinnovatie. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werk je in de module aan je eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van je eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij je veel ruimte krijgt met je eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. Je leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen je eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin de verworven competenties aantoont.
32
Talent en leren 1 Mensen zijn nieuwsgierig en hebben vragen over het hoe en waarom van dingen. De talenten van leerlingen komen niet altijd vanzelfsprekend tot ontwikkeling. We gaan uit van de opvatting dat talent ontwikkelt en dat is van groot belang omdat we in de maatschappij en het onderwijs leerlingen in staat willen stellen het beste uit zichzelf te halen. Om hieraan te werken, staan in deze module de volgende onderwerpen centraal: Onderzoekend leren Onderwijs gericht op talentontwikkeling vraagt om creatief leerkrachtgedrag dat motivatie en nieuwsgierigheid opwekt en ruimte biedt aan onderzoekend leren. Dit is niet per definitie aan lesmethodes gebonden. Nieuwsgierigheid, cognitie en interactie In deze module worden studenten aangemoedigd om hogere-orde – en creatieve denkprocessen van leerlingen te stimuleren en de wijze waarop zich dit al dan niet uit in onderzoekend leren. Uiteraard wordt daarbij het gedrag van leraren geanalyseerd: op welke wijze kunnen zij in de interactie concreet bijdragen? De opbrengst van deze module is een rijke, concrete en uitvoerbare didactiek die voor meerdere vakgebieden gebruikt kan worden en waarbinnen de invloed van de leraar centraal staat. Deze module is onderdeel de leerroute Talentontwikkeling en excelleren uit het profiel onderwijsexpert Talentontwikkeling. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In de module bijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
33
Talent en leren 2 Handig wanneer u makkelijk kunt leren' of 'die komt er wel', zijn veelgehoorde uitspraken over leerlingen/studenten waarbij het leren als vanzelf gaat. Echter de talenten van leerlingen/studenten komen niet vanzelfsprekend tot ontwikkeling. We gaan uit van de opvatting dat talent ontwikkelt en dat is van groot belang omdat we in het onderwijs leerlingen/studenten in staat willen stellen te excelleren door het beste uit zichzelf te halen. Sommige leerlingen/studenten hebben talent voor zorgvuldig waarnemen en anderen zijn beter in het leggen van verbanden. U krijgt handvatten om binnen het dagelijks onderwijsaanbod leerlingen uit te dagen hun talenten te ontwikkelen en te excelleren. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal: Exploratie van nieuwsgierigheid en passie voor leren van leerlingen Excellerende leerlingen/studenten ontwikkelen hun talenten in een omgeving waar ruimte is voor nieuwsgierigheid en verwondering. Hogere-orde cognitieve vaardigheden, zoals verbeelding, vasthoudendheid, zelfsturing, nauwkeurigheid, kritische zin, en vaardigheden als redeneren, problemen oplossen, samenwerken en presenteren, worden daarbij ingezet. De beroepshouding en leraarhandelen in de onderwijspraktijk; De kunst is niet alleen om rijke leeromgevingen te creëren, maar ook om de toevallige leermomenten te herkennen en te benutten. Hierbij zijn zowel de responsieve en sensitieve houding van de leraar als de effectiviteit van samenwerken in de groep belangrijk. Want talentontwikkeling en excelleren binnen het onderwijs is teamwork van leraren en leerlingen. Deze module is onderdeel de leerroute Talentontwikkeling uit het profiel onderwijsexpert Talentontwikkeling. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In de module bijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
34