6
‘Studenten moeten contact zoeken’
10
‘Dit is precies wat ik zoek’
12
‘Laat studenten die online samenwerken vooraf rol kiezen’
20
‘In de aanval’
maandblad voor studenten van de Open Universiteit Nederland
modulair nummer 6 jaargang 20 16 maart 2005
Scriptiestudente psychologie Antje Siemerink
‘Ik kan nu anderen helpen’
Modulair liep even binnen bij...
de faculteit Natuurwetenschappen
1
2
Madrid
tariaatsmedewerkers (foto 1: Susan Waltmans en Meggie Seuren; op de achtergrond Guusje Niemeijer van de faculteit Informatica). De faculteit heeft ‘Studeren op maat’ hoog in het vaandel staan. De medewerkers zien het als een uitdaging om elke student een passende milieuopleiding aan te bieden, die aansluit bij hun vooropleiding, afgerond of niet. Om dat te realiseren binnen een bezuinigende universiteit is wel wat overleg nodig. Om te beginnen, met de studenten in de Facultaire opleidingscommissie (foto 2: Wolter de Vries, Johan van Rhijn, Dijs Verhagen, Jeanne van Amesfoort, Harry Blaas, Wolter van der Veen, Elly Kroonen, Jef Leinders, Angelique Lansu en Pieter Geluk). Tijdens het NW-plenair wordt overleg gevoerd met collega’s uit het land (foto 3: Annemarie Cremers, Rietje van Dam, Cobi de Blécourt en Lily Fredrix). Voor deze kleine faculteit is het NW-Managementteam (geen foto) een groot woord voor een slagvaardige club die het meeste afhandelt bij de koffieautomaat of door even bij elkaar binnen te lopen. Tot slot was Modulair getuige van een bijeenkomst van de Sollicitatiecommisie die zich voorbereidt op de ontvangst van een mogelijk nieuwe universitair docent Milieuwetenschappen (foto 4: Ron Cörvers, Pieter Geluk, decaan Paquita Perez, Jikke van Wijnen en Lucas Reijnders). Bij NW staat de deur altijd open!
|
Wie bij de faculteit Natuurwetenschappen (NW) in het gebouw Milton Keynes naar binnen loopt, kan rekenen op een gastvrij onthaal door de secre-
JUDITH SCHLECHTRIEM
4
FOTOGRAFIE CHRIS PEETERS
3
Inhoud modulair 6 6
De student 1000e afgestudeerde RW-studenten Erica Benard en Willy van de Moosdijk ‘Studenten moeten contact zoeken’
10
12
OUNL op locatie Open Universiteit draagt imago uit tijdens Utrechtse Masterbeurs ’Dit is precies wat ik zoek’
Onderzoek Psycholoog-onderzoeker Jan-Willem Strijbos ‘Laat studenten die online samenwerken vooraf rol kiezen’
20
Studentenraad Plenair debat tussen CvB/decanen en studenten ’In de aanval’
4 Kort nieuws
12 Onderzoek
22 Onderwijs
5 Column
15 CvB
29 Studiebegeleiding
6 De student
16 Activiteitenagenda
8 Innovatie
18 De scriptie
30 Tentameninfo
20 Studentenraad
31 Sys-tentamentijden
10 OUNL op locatie
Colofon
32 Afgestudeerden
4
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
kort nieuws
Europese open universiteiten bespreken samenwerking De Europese open universiteiten hebben vrijdag 25 februari gediscussieerd over samenwerking op het gebied van bachelor- en masterprogramma's. Deze discussie vond plaats bij de Universidad Nacional de Educación a Distancia (UNED) in Madrid, tijdens de eerste dag van de EADTU-rectorenvergadering (European Association of Distance Teaching Universities). Op deze dag waren ook decanen van verschillende universiteiten aanwezig. Zij zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden en hebben daartoe afspraken gemaakt, in het bijzonder op het niveau van de masteropleidingen. Vanuit de Open Universiteit Nederland woonden de decanen prof. dr. Jaap van Marle van de faculteit Cultuurwetenschappen, en prof. dr. Herman van den Bosch van de faculteit Managementwetenschappen de vergadering bij. Op de tweede dag van de vergadering spraken de rectoren over mogelijkheden om ook op korte termijn te gaan samenwerken. Daarbij kwam onder andere aan de orde E-xcellence, een project op het vlak van kwaliteitszorg, dat inmiddels met steun van de Europese Unie van start is gegaan.
OTO ‘good practice’ Het SURF Platform ICT en Onderwijs heeft OTO opgenomen als ‘good practice’. Het virtueel bedrijf OTO is de leer- en werkomgeving van de cursus Ontwerpproject aan het eind van de bacheloropleiding Technische Informatica. Studenten werken in teamverband om in opdracht van organisaties informatiesystemen en bedrijfsprocessen te ontwerpen of aan te passen. Dit vindt plaats in nauwe samenwerking met de opdrachtgever en gebruikers. Het bedrijf OTO is reëel, maar de werkruimte is virtueel en bereikbaar met behulp van internettechnologie. Dit maakt het mogelijk op afstand samen te werken en te communiceren (chatten, e-mailen, discussiëren etc.). Ook hebben de cursusbegeleiders zicht op de producten en handelingen van studenten om feedback te geven. Gedurende het projectwerk worden studenten door een persoonlijke coach geadviseerd bij het ontwikkelen van hun sociale competenties. Vakinhoudelijke competenties worden bewaakt door de projectmanager van OTO. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met ir. Paul Oord of dr. dipl.-math. Cecile Crutzen van de faculteit Informatica.
OUNL adviseert Universität Innsbruck Dr. Eric Kluijfhout en prof. dr. Rob Koper van het Onderwijstechnologisch expertisecentrum (OTEC) hebben in februari een bezoek gebracht aan de Universität Innsbruck voor een aantal hoorzittingen met faculteiten en studentenvertegenwoordigers. Zij hebben de universiteit geadviseerd over hoe ze het beste kunnen omgaan met het onderzoek naar en de inrichting van instituten die een rol spelen in media en learning technologies.
Inauguratie bijzonder hoogleraar Vrijdag 25 februari heeft aan de Universiteit Maastricht de inauguratie plaatsgevonden van dr. Pim Martens, die door de Open Universiteit Nederland, de Hogeschool Zuyd en de Universiteit Maastricht is benoemd tot bijzonder hoogleraar Duurzame ontwikkeling. De titel van zijn inaugurale rede: Sustainability science or fiction? oftewel Duurzaamheid: wetenschap of fictie?.
Studenten kunnen het beste tussentijds even een time-out inlassen om te praten over de samenwerking
Time-out voor reflectie Studenten die een groepsopdracht moeten uitvoeren, kunnen het beste tussentijds even een time-out inlassen om te praten over de samenwerking in plaats van over de opdracht. Dat verbetert de samenwerking, het groepsgevoel en de tevredenheid. Bovendien treden er minder conflicten op. Die betere samenwerking heeft echter geen significant effect op de resultaten van het groepswerk. Dat blijkt uit het promotie-onderzoek van dr. Silvia Dewiyanti. Op vrijdag 25 februari verdedigde zij haar proefschrift aan de Open Universiteit Nederland. Samenwerkend leren is ‘in’, zowel in het contactonderwijs als in het afstandsonderwijs. Dikwijls wordt de computer ingeschakeld om de samenwerking te ondersteunen. Dewiyanti onderzocht hoe studenten binnen afstandsonderwijs en contactonderwijs samenwerken via een elektronische leeromgeving. Hoe ervaren zij de samenwerking? En wat is het effect van een tussentijdse reflectie op de groepssamenwerking? Om daarachter te komen heeft ze vijf studies uitgevoerd waarbij zowel studenten uit het afstandsonderwijs waren betrokken als studenten uit het contactonderwijs, in dit geval PABO-studenten.
EVS ‘good practice’ Het SURF Platform ICT en Onderwijs heeft het European Virtual Seminar (EVS) opgenomen als ‘good practice’ van ICT-gebruik in het hoger onderwijs. Ook is het EVS een case op opleidingsniveau in het SURF rapport Internationalisering en ICT. Het EVS is een onderwijsmodule waarin studenten van diverse nationaliteiten en disciplines in kleine, sterk heterogene groepen samenwerken aan werkelijkheidsgetrouwe casestudies op het terrein van duurzame ontwikkeling. Voor samenwerking beschikken de studenten (en docenten) over tools voor synchrone en asynchrone communicatie en interactie. Elke studentengroep wordt gecoached door een tutor. Voor inhoudelijke vragen over de casus kunnen de studenten terecht bij een expert, die toeziet op de kwaliteit van de groepsproducten. Zo’n 20 instellingen uit 13 verschillende Europese landen participeren in het EVS. De projectleiding is in handen van de faculteit Natuurwetenschappen die het EVS aanbiedt als een module in de opleiding Milieu-natuurwetenschappen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met dr. Ron Cörvers van de faculteit.
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
5
kort nieuws Investeer in e-learning Als de Europese Unie haar doelstelling wil waarmaken om in 2010 de meest concurrerende kenniseconomie ter wereld te zijn, moet zij de toepassing en verspreiding van e-learning in Europa actief ondersteunen. Dat staat in Making Lisbon a reality, een reactie die de eLearning Industry Group (eLIG) schreef naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie van de Lissabon-doelstellingen die Wim Kok eind 2004 presenteerde. Als lid van eLIG – een toonaangevend consortium van 43 icten e-learningaanbieders – schreef de Open Universiteit Nederland mee aan deze notitie, die eind januari naar de voorzitter van de Europese Commissie (EC), José Manuel Barroso, werd gestuurd. eLIG pleit er voor een taskforce in te stellen met vertegenwoordigers uit het veld. De taskforce moet er onder meer voor zorgen dat op Europees niveau meer geld wordt geïnvesteerd in de brede toepassing van e-learning en dat de bestaande stimuleringsprogramma’s beter op elkaar worden afgestemd. Wilt u meer weten over eLIG, ga dan naar: www.elig.org.
Bezoek van ambtelijke top OCW Op dinsdag 1 maart heeft dr. L.J. (Renk) Roborgh onze instelling bezocht voor een overleg met het College van bestuur. Roborgh is directeur-generaal Hoger- en Beroepsonderwijs. Op de agenda stonden het profiel van de Open Universiteit Nederland als dé levenlang-lerenuniversiteit en de modernisering van het bekostigingsmodel voor de Open Universiteit.
Hoera, ik word Bachelor-WOpsychologisch medewerker.... column
Met mijn bijlesleerling zit ik naar het computerscherm te turen. Niets is zo motiverend als een wervend toekomstperspectief, dus we proberen een leuke vervolgstudie te vinden op HBOniveau. We surfen naar www.schoolweb.nl en krijgen een keurig overzicht van alle beschikbare opleidingen. Tot mijn niet geringe verbazing zie ik in het overzicht staan: HBO-Bachelor, HBOMaster, WO-Bachelor en WO-Master. In mijn onnozelheid had ik gedacht dat er één bachelor- en één masteropleiding zou zijn: de Bachelor op HBO- en de Master op WO-niveau. Nu blijkt er ook nog onderscheid te zijn tussen een HBO-Bachelor en een WO-Bachelor. Ik dacht dat het BaMasysteem bedoeld was om aan te sluiten bij de aanduidingen in het buitenland. Zouden zij daar weten wat het verschil is tussen een HBO-Bachelor en WO-Bachelor? En, nog belangrijker, weten toekomstige werkgevers het verschil? Ik hoop van niet, want het kon wel eens zijn dat straks een HBO-Bachelor een praktisch opgeleid persoon is die door stages al ruime werkervaring heeft. Kom ík dan aanzetten met mijn WO-Bachelordiploma van de Open Universiteit. Onderzoek uitgevoerd tot ik groen en geel zag, maar geen enkele praktijkervaring. Nu blijkt dat er al pogingen ondernomen worden om verwarring te voorkomen. Zo heeft de beroepsorganisatie voor psychologen (NIP) alvast voor HBO-Bachelors Psychologie een naam bedacht, want voorkomen dient te worden dat deze afgestudeerden straks aangezien worden voor échte psychologen: Bachelor-HBO-psychologisch medewerker. De naam voor een BachelorWO vermelden zij niet, maar die kan ik zelf wel bedenken: Bachelor-WO-psychologisch medewerker. Verder dan deze fraaie titels bedenken gaat men echter niet, want men meent dat beroepsuitoefening voor HBO-Bachelors niet weggelegd is. Over een WO-Bachelor laat men zich niet expliciet uit, maar men ziet alleen taken weggelegd voor WO-Masters mét post-doc-opleidingen... Ik denk dat het NIP het bij het verkeerde eind heeft. Afgestudeerden van de HEAO (nu HBOBachelors Economie) worden al jaren veel gevraagd, ondanks dat werkgevers zouden kunnen kiezen voor WO-Masters Economie. En in de artsen-praktijk (WO + post-doc) functioneren steeds meer praktijkverpleegkundigen (HBO). Zouden er dan geen mogelijkheden zijn voor praktisch opgeleide HBO-BA-psychologen? De echte verliezers zijn naar mijn gevoel de WO-Bachelors van alle studierichtingen. HBOBachelors kunnen wat. WO-Masters weten wat. Maar WO-Bachelors zijn vlees noch vis. Er zit dus maar één ding op: voorál dóórgaan (voor het Master-diploma)! Stuutje van Vulpen
6
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
‘Studenten moeten contact zoeken’ FOTOGRAFIE THE IMAGE HOUSE
Op 28 januari vierde de faculteit Rechtswetenschappen een klein feestje: de duizendste buluitreiking. Persoonlijk een groot feest was het die vrijdag voor Willy van de Moosdijk en Erica Benard (vooraan op de foto) want zij mochten als kersverse meesters in de rechten die duizendste doctoraalbul in ontvangst nemen. Beide studenten kregen bovendien nog iets bijzonders: een interview dat gaandeweg het gesprek de vorm van een evaluatief exitgesprek aannam. Hun advies: de Open Universiteit (OUNL) moet meer aan haar imago doen, studenten moeten vooral contact zoeken.
www.ou.nl/modulair
De ambiance van hun laatste dag was in stijl. Voorafgaand aan de speciale buluitreiking drentelden studenten in toga zenuwachtig door gebouw Pretoria op de campus in Heerlen, wachtend op hun beurt om een pleidooi in een nagespeelde strafzaak te houden, het zogeheten Integratiepracticum voor het bachelorprogramma. Erica Benard en Willy van de Moosdijk keken er een beetje weemoedig naar, hun studietijd zat erop. Beiden hadden elkaar nog nooit ontmoet, maar tijdens het interview bleek dat ze nogal wat gemeen hadden. Ze volgden allebei een middelbare school op vwo-niveau en een studie aan de Sociale Academie, en werkten lange tijd in de gezondheidszorg - Benard als medisch maatschappelijk werker en Van de Moosdijk vijfentwintig jaar als hoofd P&O van een ziekenhuis en een verpleegtehuis. Beiden startten midden jaren negentig met hun rechtenstudie en maakten zo een oude wens waar om zich op academisch niveau met wetgeving bezig te houden. Benard en Van de Moosdijk zijn typische OUNL-studenten. Een drukke baan, gezin, kinderen en regelmatig een opleiding in opdracht van de werkgever vormden onoverkomelijke barrières om fulltime een universitaire studie te volgen. Beiden begonnen puur uit hobby en als intellectuele uitdaging. ‘Als bèta houd ik van analytisch denken’, licht Erica Benard haar studiekeuze toe. ‘Dingen moeten kloppen en in de systematiek van bijvoorbeeld het strafrecht en het verzekeringsrecht herken ik dat.’ Benard heeft intussen van haar hobby haar werk gemaakt. Eind vorig jaar kreeg ze de kans om op een advocatenkantoor te gaan werken en, als dit interview gepubliceerd wordt, is ze als advocaat beëdigd. Van de Moosdijk werd tien jaar geleden gepensioneerd en wil als zeventigjarige zijn kennis onder meer gebruiken om vrijwilligersorganisaties te adviseren. Bovendien wil hij na zijn doctoraal direct de module Huurrecht doen, want die materie interesseert hem. Evenals Erica Benard, die een driejarige advocatenopleiding gaat volgen, studeert hij dus gewoon door. Meer aan het imago doen Toen Erica eind jaren tachtig hoorde dat er een universiteit bestond waar je zonder voorgeschreven studierooster en zonder middelbare schoolopleiding een academische graad kon halen, geloofde ze dat niet. ‘Ik dacht dat de OUNL meer een soort volksuniversiteit was.’ Nu weet ze wel beter, maar ze ziet vaker dat deze universiteit een aparte status heeft. Zo las ze tot haar verbazing in de Advocatenwet dat iemand tot de advocatuur kan worden toegelaten als die persoon een rechtenstudie aan een universiteit of de OUNL heeft gevolgd. Ook Van de Moosdijk wordt regelmatig met vragende blikken geconfronteerd. ‘Van mij mag de OUNL best wat meer aan haar imago doen door zich nog meer als academische opleiding te profileren.’ Dat een studie aan de OUNL wel degelijk van wetenschappelijk niveau is, hebben beiden aan den lijve ondervonden. De Basismodule recht was al een indicatie dat het pittig zou worden, herinneren ze zich nog goed. En hoe goed ze ook in staat waren om zich door de lange reeks van tenta-
16 maart 2005
mens te worstelen, de studie bleef een eenzame bezigheid. Na de begeleidingsbijeenkomsten in de propedeusefase stonden ze er tot hun scriptie behoorlijk alleen voor. Maar ze hebben ieder een eigen manier gevonden om zich zo veel mogelijk tegen het solitaire bestaan te wapenen. Van de Moosdijk was in zijn studententijd vijf jaar secretaris van studentenvereniging Den Dolech in Eindhoven. Hij ontmoette er drie studiegenoten met wie hij jarenlang, meestal tweemaal per week, een middag de modules doornam. ‘Zoiets kunnen natuurlijk alleen maar mensen die veel tijd hebben. Door die bijeenkomsten werd ik enorm gestimuleerd om door te gaan. De discussies die er gevoerd worden, verlevendigen de leerstof.’ Benard is het met hem eens.‘Ik studeer gemakkelijk en neem de stof snel in me op. Toch zat ik af en toe vast en had ik er behoefte aan om het probleem aan andere studenten voor te leggen.’ Gelukkig kwam ze regelmatig studenten van de bijeenkomsten uit de propedeusefase tegen. Ook logde ze frequent in op de digitale nieuwsgroepen van de faculteit. ‘Het voordeel van zo’n nieuwsgroep is dat een docent op de achtergrond meekijkt. Kan niemand je helpen, dan weet die meestal de oplossing wel.’ Voor andere studenten hebben beiden een welgemeend advies: breek uit je isolement, blijf niet op je eentje zwoegen, ga naar een studentenvereniging, gebruik Studienet of vind een studiemaatje. Juridische vaardigheden Het schrijven van de scriptie is niet zonder hobbels verlopen. Benard had door de baan die ze plotseling aangeboden kreeg, te weinig tijd om zich echt goed in het onderwerp te verdiepen. Wilde ze op 11 februari als advocaat beëdigd kunnen worden, dan moest ze afgestudeerd zijn. ‘Ik had haast, dus ik moest me beperken en dat is tegen mijn aard, maar gezien de omstandigheden heb ik er vrede mee.’ Van de Moosdijk maakte optimaal gebruik van zijn gepensioneerd-zijn: hij had alle tijd. Vóór hij zijn definitieve onderzoeksplan indiende, bestudeerde hij op zijn gemak zo’n tachtig boeken en wetenschappelijke artikelen. Aan zijn scriptie werkte hij anderhalf jaar. Een eenzame klus, ondanks de goede begeleiding. ‘Ik had het geluk dat ik precies wist waarover ik wilde schrijven. En dat wil ik andere studenten graag meegeven: zoek tijdig een scriptieonderwerp dat dichtbij je beroep ligt of waar je goed in zit.’ Erica Benard heeft ook nog een advies: ‘Bestudeer de module Juridische Vaardigheden 2 bijzonder goed. Want daarin word je precies geleerd hoe je een onderzoek moet aanpakken.’ Paul Troost
de student
7
8
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
In de reeks over innovatieve onderwijstoepassingen bij de Open Universiteit is het de beurt aan de faculteit Rechtswetenschappen. De juridische wetenschap is van nature heel tekstintensief en lijkt zich op het eerste oog minder te lenen voor allerlei innovatieve werkwijzen. Dat dit allerminst het geval is, bewijst de cursus Inleiding bestuursrecht. Van deze cursus is naast een papieren nu ook een digitale versie beschikbaar via een elektronisch werkboek. Zij werd ontwikkeld door mr. Michiel van Oosterzee, met ondersteuning van het Onderwijstechnologisch expertisecentrum (OTEC).
innovatie innovatie
FOTO RECHTS: THE IMAGE HOUSE FOTOGRAFIE: FLIP FRANSSEN
Inleiding bestuursrecht online Van Oosterzee werkt ruim drie jaar bij de Open Universiteit. ‘Naast mijn juridische studie Nederlands recht heb ik ook de Kunstacademie gedaan met als specialisatie audiovisuele vormgeving. Die combinatie was voor de faculteitsleiding waarschijnlijk een belangrijke reden om mij toen te vragen mij binnen de sectie Staats- en bestuursrecht vooral op het digitaliseren van cursussen toe te leggen. In het project Rechten Online zijn we toen begonnen met de bacheloropleidingen. We hebben daarbij nauw samengewerkt met de Universiteit van Amsterdam. Als leeromgeving is gekozen voor Edubox.’ In 2002 werd Inleiding bestuursrecht (IBR) als een van de eerste cursussen aan een digitale metamorfose onderworpen. Van Oosterzee herschreef het cursusmateriaal ten behoeve van het elektronisch werkboek en drs. Diny Ebrecht van OTEC maakte de vertaalslag naar de elektronische leeromgeving. Beiden hebben daarin ontzettend veel energie gestoken. De leeromgeving moest vooral gebruiksvriendelijk zijn. Best lastig in een vakgebied waar tekst – en dan ook nog in grote hoeveelheden – nu eenmaal heilig is. Tekstverklaren De cursus IBR kent een handboek en een elektronisch werkboek op de pc. Het werkboek is opgedeeld in vijfentwintig min of meer onafhankelijk van elkaar te bestuderen studietaken. De cursus draait primair om het werkboek; het handboek dient als naslagwerk. Het handboek omvat zoveel tekst dat het voor de student niet doenlijk is die van het scherm te moeten lezen. Daarom wordt dat boek niet elektronisch aangeboden, maar nog gewoon op papier. ‘Traditioneel gaat het bij een Nederlandse rechtenstudie in eerste instantie om het begrijpen van een boek. Daarna kan de opgedane kennis in de praktijk worden toegepast. Rechten is vaak gewoon tekstverklaren. In deze cursus is het handboek echter “gedegradeerd” tot één van de bronnen. In het werkboek is dan ook geen enkele directe verwijzing naar het handboek te vinden. Elk boek dat de student kan helpen een probleem op te lossen kan dus gebruikt worden.’ Iedere studietaak in het werkboek is op dezelfde manier opgebouwd met onderwijsinstructies, leerdoelen, aanvullingen op het handboek, samenvattingen, oefenvragen en casussen. De student krijgt ook de beschikking over een leeromgeving waarin bronnen en hulpmiddelen zijn opgenomen zoals jurisprudentie, wetteksten, extra uitleg, voorbeelden en dergelijke. Alle studietaken hebben een flink aantal vragen. Voornamelijk multiple-choice met een directe feedback op de antwoorden. Bij een beperkt aantal open vragen kan de student zijn of haar antwoord toetsen aan een modelantwoord. Slagingspercentage Twee jaar geleden al is een proeftoets gehouden onder een achttal studenten. Zij bleken heel positief over de actieve wijze van studeren waartoe het didactisch model aanzet. Van Oosterzee: ‘Door die actievere manier van studeren blijkt de stof beter te beklijven. En bovendien gaat het sneller en dus efficiënter. Voor ons soort studenten is dat heel belangrijk.
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
Een schermafdruk van het elektronisch werkboek
Michiel van Oosterzee steekt zijn enthousiasme niet onder stoelen of banken
We hebben de tentamenuitslagen van onze proeftoetsstudenten vergeleken met de studenten die de cursus nog op de traditionele manier hebben gedaan. Het slagingspercentage van de eerste groep was iets hoger dan dat van de rest. Het zegt natuurlijk niet alles, doordat het maar om een kleine proefgroep ging. Maar toch heel interessant om dat te zien gebeuren.’ De proeftoets leidde tot een aantal aanbevelingen betrekking hebbend op zowel de cursusinhoud als de “technische voorzieningen”. Ondertussen zijn op basis van deze aanbevelingen de nodige verbeterpunten doorgevoerd, zoals een goede instructie, een studielastindicatie en het gebruik van meer afwisselende vraagtypen. Verder is de mogelijkheid ingebouwd om eigen notities in het werkboek te maken en die daarin op te slaan. Interactiviteit Michiel van Oosterzee steekt zijn enthousiasme over het bijzondere innovatieve karakter van de cursus niet onder stoelen of banken. Hij noemt een drietal elementen. ‘Allereerst vind ik het gebruik van een elektronisch werkboek voor een zeer tekstgerichte studie op zich al innovatief. Vaak beperkt het elektronisch leren zich tot het uitlezen van informatie. Wij hebben geprobeerd er didactisch ook wat mee te doen. Vooral de interactiviteit is belangrijk en daarin liggen nog de nodige uitdagingen voor de toekomst. Denk maar eens aan het gebruik van hyperlinks en multimedia. Verder is het ook opmerkelijk te noemen dat op vragen uitsluitend inhoudelijke feedback wordt gegeven. Het zou voor ons veel gemakkelijker zijn om naar paragrafen in het handboek Hoofdzaken van het bestuursrecht van Michiels te verwijzen. Maar dat doen we niet, want het gaat om de inhoud van de stof en niet om het begrijpen van het boek. En het wisselen van handboek wordt zo een stuk eenvoudiger. Als laatste noem ik dat in het spel van vraag en antwoord geen scoreelement aanwezig is. Dat vinden wij op die plek niet relevant. Het gaat immers nogmaals om het leerproces.’ Wensen heeft van Oosterzee nog zeker. In de cursus zal nog een proeftentamen – en dan wel met scores – moeten worden opgenomen. Ook wil hij meer multimediale toepassingen gaan gebruiken om bijvoorbeeld complexere casussen te kunnen aanbieden. Praktijk net even anders Dat het in de praktijk toch niet allemaal rozengeur en maneschijn is, bevestigt het relaas van student Pieter Huisman uit Middenbeemster. ‘Ik heb enige problemen gehad met het installeren of elektronisch ontsluiten van de cursus. Zo lukt het me nog steeds niet om de specifieke nieuwsgroep te benaderen. Om dit probleem op te lossen verdwaal ik steeds in een woud van hyperlinks. Ook krijg ik op de multiple-choice vragen geen feedback en dat vind ik wel jammer. De oefeningen uit het werkboek vind ik goed. Er wordt bijvoorbeeld gevraagd om over een wetsartikel na te denken en daar de behandelde stof op toe te passen. Daar waar ik modelantwoorden krijg kan ik ook gelijk zien of ik de vraag goed heb. Ik ben nog zeker geen ervaren pc-gebruiker, maar ik denk dat het heel goed kan om bij een tekstintensieve studie als Rechten een bepaalde vorm van elektronische ondersteuning te hebben. Je moet daarbij wel kunnen terugvallen op een boek of een reader.’ Hopelijk zijn de technische problemen van Huisman door tussenkomst van Michiel van Oosterzee inmiddels opgelost. Chester Bogaardt
9
10
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
Open Universiteit Nederland op locatie
‘Dit is precies wat ik zoek’
Open Universiteit draagt eigen imago uit tijdens Utrechtse Masterbeurs ‘Dit is precies wat ik zoek, een vervolgopleiding waarbij ik mijn eigen tempo kan bepalen en kan blijven werken’, aldus een docent dans voor wie de Open Universiteit het passende antwoord lijkt. Ruim 500 belangstellenden, veelal met een hbo-diploma op zak, bezochten de stand van de Open Universiteit op de Masterbeurs in Utrecht op 4 en 5 februari. Regionaal voorlichters en wetenschappelijk medewerkers grepen de kans om hun universiteit met verve uit te dragen.
De voorlichting over masteropleidingen schiet fors tekort, zo blijkt uit het onderzoek ‘Kiezen is een kunst’ van de studentenvakbond ISO. Ruim 65% van de universitaire studenten en 85% van de hbo-ers zegt ontevreden te zijn over de mastervoorlichting. Gevolg is dat 69,1% van de studenten graag aan een andere of buitenlandse universiteit verder wil studeren, maar uiteindelijk slechts 14,9% switcht. Om aan die leemte in de voorlichting tegemoet te komen, vond op 4 en 5 februari in de jaarbeurs in Utrecht de internationale Masterbeurs plaats. Alle Nederlandse universiteiten, dus ook de Open Universiteit Nederland, waren in de Jaarbeurs aanwezig om de vele vragen van hbo- en wo-ers te beantwoorden.
‘Ik ben meer dan tevreden’ zegt Lukas Mouton, regionaal studievoorlichter die de deelname organiseerde in samenwerking met Lisette Meijrink (Voorlichting) en Celine Ermans (Marketing). ‘Face-to-face studievoorlichting geven in de regio is een zinvolle aanvulling op onze informatiegidsen en de website’, aldus Lukas. ‘Ik verwacht dat onze naamsbekendheid behoorlijk zal verbeteren dankzij dit evenement. En natuurlijk hopen we dat de ruim 500 mensen die onze stand bezochten, zich ook daadwerkelijk inschrijven.’
Wel afgestudeerd, niet uitgestudeerd In het Bachelor-Masterstelsel kunnen ook hbo-ers doorstromen naar een universitaire master. Deze hbo-ers echter hebben wel zogenaamde deficiënties; ze missen de vakken en vaardigheden die nodig zijn om een universitaire master met succes te kunnen volgen. Om te worden toegelaten, moeten zij daarom eerst een schakel- of doorstroomprogramma volgen. Op de Masterbeurs bleek hoe dan ook dat jonge mensen die een hbo-diploma op zak hebben, steeds vaker verder willen studeren om hun kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Ze willen een academische mastertitel toevoegen aan hun hbo-bachelor. Ongeveer 20% van de hbo-afgestudeerden blijkt zich in te schrijven bij een universiteit.
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
11
Ideaal voor starter We hebben natuurlijk een aantrekkelijk studieaanbod: overzichtelijk en breed. Toch ligt onze kracht vooral in de manier waarop wij onderwijs aanbieden: op afstand en toch begeleid. Nog veel bezoekers wisten niet dat je niet naar college hoeft, en dat je dus kunt blijven werken naast een studie. ‘Dit is precies wat ik zoek’, aldus een bezoeker die dans doceerde en ooit zijn propedeuse Economie had gehaald aan de UVA. ‘Ik wil mijn studietempo kunnen vertragen als ik het druk heb op mijn werk, en de Open Universiteit lijkt me dan ideaal.’
Arbeidsmarkt voor academici trekt aan De Raad voor Werk en Inkomen denkt dat er op korte termijn weer een gebrek aan hoger opgeleiden gaat ontstaan. In 2006 begint namelijk de grote uitstroom van de ‘babyboomers’, die op veel plekken gaten zal slaan in de arbeidsmarkt. Ook het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) is die mening toegedaan: binnen enkele jaren zijn er weer goede perspectieven voor hoogopgeleiden. Het toenemende aanbod van masters in allerlei soorten en maten speelt in op deze trend. De heer Bolhuis, recruiter van een gerenommeerd Werving- en selectiebureau zegt hierover: ‘Ook vindt het overgrote deel van de werkgevers het nu nog veel te lastig om in te schatten wat bachelors kunnen en waarvoor je ze binnen je bedrijf kunt gebruiken.Voor bezitters van een academische master is er daarom veel meer keus.’
Populaire studies In de stand van de Open Universiteit gingen de informatiebrochures en masterfolders als zoete broodjes over de toonbank. Tot de top-drie behoren de opleidingen Managementwetenschappen, Psychologie en Cultuurwetenschappen. Opmerkelijk is dat de belangstelling voor de overige opleidingen - Rechtswetenschappen, Informatica, Actief leren en Milieuwetenschappen - procentueel niet voor elkaar onder doen. Zoals al opgemerkt, extra belangstelling ging uit naar de schakelprogramma’s. Overigens zal aan de hand van de gegevens van bezoekers een follow-up actie worden uitgevoerd, waarbij zij op ludieke wijze zullen worden uitgenodigd voor een mastermeeting in het studiecentrum. Uit ervaring en evaluatie blijkt dat belangstellenden aanvullende persoonlijke voorlichting in een studiecentrum of steunpunt erg op prijs stellen.
Naamsbekendheid En hoe zit het dan met de naamsbekendheid? Veel bezoekers van de stand van de Open Universiteit kenden wel de naam van onze instelling, maar vaak wisten ze niet dat wij universitair afstandsonderwijs aanbieden, dat je bij ons ook een losse cursus kunt volgen en dat er in het hele land studiecentra en steunpunten zijn. Daar ligt dus nog een duidelijke taak voor de regionaal voorlichters die onlangs op 1 januari gestart zijn in hun nieuwe functie, daarbij uiteraard ondersteund door initiatieven vanuit de hoofdvestiging in Heerlen. Zo zal de Open Universiteit dit jaar nog diverse evenementen bijwonen in regio’s. Daarbij moet gedacht worden aan, in maart en april, de Opleidingsbeurs in Aken, de Skillmasterbeurs in Rotterdam en de Regio-Businessdagen in Breda, Emmen en Leeuwarden. Kortom, volop werk aan de winkel! Irene Hanraets, Regionaal studievoorlichter Zuid
Foto’s pagina 10: (boven) decaan Onderwijskunde prof. Els Boshuizen en (boven/beneden) voorlichter/studiebegeleider Lucas Mouton in gesprek met jonge belangstellenden / Wetenschappelijke medewerkers (midden) van alle zeven faculteiten zijn goed vertegenwoordigd. Foto’s pagina 11: (boven) decaan Cultuurwetenschappen prof. Jaap van Marle verzorgt een Masterclass / Ruim 500 belangstellenden bezochten de stand van de Open Universiteit (midden) / Niet altijd bekend dat wij universiteit voor heel Nederland zijn (onder).
12
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
‘Laat studenten die online samenwerken, vooraf een functionele rol kiezen’ Onderzoek
We zouden het bijna (zijn) vergeten, de Open Universiteit verzorgt academisch afstandsonderwijs. Dat neemt niet weg dat deze universiteit voortdurend zoekt naar werkvormen waarmee die ‘afstand’ kan worden verkleind. Eén van die didactische concepten is het online samenwerken. Die ‘gedwongen’ vorm van virtuele interactie brengt echter ook een verhoogde kans op conflicten - zoals meeliftgedrag - met zich mee. Psycholoog dr. Jan-Willem Strijbos (derde op de foto van links) behandelde dit probleem in zijn dissertatie en kwam tot een even simpele als doeltreffende oplossing: ‘laat studenten die online moeten samenwerken, vooraf kiezen welke (functionele) rol ze gaan vervullen.’
Die aanbeveling doet Strijbos in zijn proefschrift The effect of roles on CSCL waarop hij in november vorig jaar promoveerde. De afgelopen jaren hebben de meeste onderwijsinstellingen in het buitenland en in Nederland een vorm van computer-gemedieerd of ‘genetwerkt leren’ geïmplementeerd, ook de Open Universiteit. Computerondersteund Samenwerkend Leren (CSCL) combineert groepsgebaseerd leren met de mogelijkheden van ICT. De keuze evenwel voor deze zogeheten asynchrone (lees: tijd- en plaatsonafhankelijke) communicatietechnologie kent ook nadelen zoals het ontbreken van
rechtstreekse feedback en zelfs een verhoogde kans op conflicten over de coördinatie. Functionele rollen Eén benadering om samenwerking en de betrokkenheid van studenten te stimuleren tijdens CSCL is ‘instructieve ondersteuning’. Een concrete uitwerking hiervan is het gebruik van rollen. In het algemeen kunnen rollen worden gedefinieerd als min of meer vastgelegde functies, taken, verplichtingen of verantwoordelijkheden die individueel gedrag leiden en groepsinteractie reguleren. Voor het onderzoek zijn de rolbeschrijvingen
in overleg met de cursusteamleiders toegespitst op de implementatie van zogeheten projectgebaseerd onderwijs. Binnen zo’n setting werken studenten samen in kleine groepen van vier en maken zij gebruik van e-mail. Middels de rollen krijgt elke student een individuele verantwoordelijkheid binnen het groepsproces, maar tegelijkertijd blijven de studenten wederzijds afhankelijk. Het gaat om de volgende functionele rollen: projectplanner, communicator, rapporteur en dataverzamelaar.
www.ou.nl/modulair
Samenwerking beter Na de toebedeling van de rollen – studenten konden zélf een rol kiezen – onderzocht Strijbos onder andere het onderlinge e-mailverkeer. Daarbij stelde hij vast dat binnen de groepen de participatie verbeterde, dat de groepsleden hun activiteiten beter coördineerden en bewuster bezig waren met het samenwerken, dat er minder irritatie was en dat de tevredenheid over het proces en de samenwerking duidelijk toenam. Ook werd nu voorkomen dat zich profiteurs - het online samenwerken kan daartoe ‘uitnodigen’ - in de groep konden manifesteren. Profiteursgedrag leidt bijna altijd tot irritaties binnen de groep, maar het kan ook leiden tot een aversie tegen groepswerk in het algemeen. In weerwil overigens van de betere samenwerking, bleek er geen significant verschil in leerresultaat tussen groepen mét functionele rollen en groepen zónder rollen. Dat neemt niet weg dat de verbeterde samenwerking kan bijdragen aan de inbedding en acceptatie van online samenwerken in zowel het onderwijs als de latere beroepspraktijk. Modulair legde Jan-Willem Strijbos een aantal vragen voor. Vertel kort iets over de opzet van het onderzoek, de samenstelling van de groepen en welke cursussen je daarbij hebt gebruikt? ‘Het onderzoek is uitgevoerd bij de toenmalige cursussen Gemeentekunde en Beleidskunde. Voorafgaand zijn de studenten verdeeld over groepen die een rolleninstructie kregen aangeboden en groepen die deze niet kregen. Er zijn aparte informatiebijeenkomsten georganiseerd voor beide typen groepen. Studenten in de rollengroepen kregen deze rollen wel aangeboden, maar zij moesten als groep overeenstemming bereiken over de toebedeling van de rollen. Er zijn twee studies uitgevoerd bij achtereenvolgende cursusjaren. Naar aanleiding van observaties in het eerste onderzoek is er in het tweede onderzoek met een aantal randvoorwaarden – o.a. studietempo en voorkeur voor een oefenopdracht – rekening gehouden.’ Groepen zonder rollen blijken toch spontaan een vorm van samenwerking te organiseren. Is die inventiviteit niet ook een vorm van (competentie-)ontwikkeling? ‘Inventiviteit is zeker een belangrijk aspect van persoonlijke ontwikkeling. De vraag is echter of de ‘spontane’ samenwerking ook efficiënt is. Uit de e-mailcommunicatie, die is gemeten over de gehele duur van de samenwerking, blijkt dat de coördinatie in groepen zonder rollen niet beter is dan in de groepen met rollen. In mijn proefschrift geef ik ook aan dat studenten in groepen
met rollen vaker volgens een rol handelden dan studenten in groepen zonder rollen, waarbij het niet zo was dat de studenten in groepen met rollen hun rol zeer rigide uitvoerden. Zo gaven enkele studenten aan de rollen te beschouwen als een leidraad, maar er tegelijkertijd een persoonlijke invulling, inventiviteit dus, aan te geven.’ Studenten met rollen gaven aan dat hun taakverdeling onevenredig was, gegeven de inzet die van hen werd vereist. Als vaker eenzelfde groep samenwerkt, zou je studenten toch kunnen laten rouleren in rollen... ‘Deze vraag is mij al vaker voorgelegd op congressen. Het feit dat ook studenten aangaven dat de rollen in hun beleving onevenredig waren, geeft aan dat het heel moeilijk is om procesrollen te formuleren die gelijkwaardig zijn.
‘Veel studenten ervaren een afstandsstudie als solitair en uiten meer behoefte aan contact met andere studenten. Online samenwerkend leren is een manier om dit te realiseren.’
Toch moet worden gezegd dat álle studenten geacht werden om bij te dragen aan de discussie, de inhoud en het verslag. Een rol die ogenschijnlijk een lagere tijdsinvestering vraagt, pleit niemand daarvan vrij en dit bleek soms toch het geval te zijn. Het uitvoeren van een ‘kleinere’ procesrol kan voor een profiteur heel aantrekkelijk zijn en hij/zij kan dan ook nog aangeven ‘iets’ te hebben gedaan. Ik ben er absoluut een voorstander van om rollen te laten rouleren wanneer er in projectgroepen wordt gewerkt. In onderzoek is het echter problematisch omdat er op den duur geen verschil meer zal zijn tussen de groepsleden en het dus praktisch onmogelijk wordt om vast te stellen in welke mate studenten zich hebben gedragen volgens hun rol.’ Kunnen, gezien het beperkt aantal functionele rollen, alleen groepen van vier worden ingesteld? ‘Dit is een lastig praktisch aspect. Bij het samenstellen van de rollen zijn we er vanuit gegaan dat rollen moesten leiden tot wederzijdse afhankelijkheid, individuele verantwoordelijkheid, contextonafhankelijkheid, duidelijk onderscheidbaar en niet aanzetten tot rigide
16 maart 2005
13
gedrag. Een dergelijke set van voorwaarden legt beperkingen op, maar ook praktisch is het heel lastig om meer dan vier rollen uit te werken die een verschillende bijdrage leveren aan het samenwerkingsproces. Het is eenvoudiger om van vier terug te gaan naar drie rollen. Het is ook mogelijk om de rol van rapporteur of dataverzamelaar door twee groepsleden te laten uitvoeren. Het aantal functionele rollen dat mogelijk is, zal variëren per cursus en is een uitdaging voor de toekomst.’ Uit het onderzoek blijkt een vreemd paradoxaal effect: studenten in rollengroepen zoeken vaker contact met de begeleider, studenten zonder rollen hebben een grotere behoefte aan feedback; wordt het college niet in beide gevallen arbeidsintensiever? ‘Hoewel samenwerking in beginsel meer inzet vraagt doordat zaken simpelweg met anderen moeten worden afgestemd, is dit in termen van algemene begeleidingslast en inzet op dit moment niet uit te drukken. Om de conclusie te trekken dat het college arbeidsintensiever is geworden voor studenten en docenten is het van belang om een cursus van deze opzet te vergelijken met de begeleidingsvraag en begeleidingslast in het geval dat alle studenten de cursus alleen individueel zouden volgen. Tot op heden is naar mijn weten een dergelijke analyse nog niet uitgevoerd.’ Kun je in de afweging van keuzes voor inspanningen (begeleiding) ook de mate van studentuitval betrekken, waarover je ook enkele conclusies trekt in je onderzoek? ‘De mate van inspanning door de begeleiding was een vooropgezet uitgangspunt, namelijk dat de begeleider vooral op de achtergrond aanwezig zou zijn. Van de studenten werd verwacht dat zij elkaar zouden ondersteunen. Vooraf is duidelijk aangeven dat studenten altijd contact konden opnemen met de begeleider, maar er is toch ook gebleken dat soms een iets actievere rol door de begeleider is gewenst.
www.ou.nl/modulair
FOTOGRAFIE JUDITH SCHLECHTRIEM
14
16 maart 2005
Vervolg van pagina 13
In het tweede onderzoek is daar meer invulling aan gegeven door aanpassingen in de zogenaamde randvoorwaarden door o.a. studenten in groepen zonder rollen een voortgangsverslag te laten schrijven, wat zij in de eerste studie niet deden. Het pakket aan wijzigingen in randvoorwaarden heeft er uiteindelijk toe geleid dat in de tweede studie geen verschil meer was in studentuitval tussen groepen met rollen en groepen zonder rollen, terwijl in de eerste dit nog in het nadeel was van de studenten in groepen zonder rollen.’ Uit het onderzoek blijkt tevens dat betere samenwerking niet vanzelfsprekend leidt tot een significant beter leerresultaat. Misschien kun je de ‘noodzaak’ van online samenwerking nog eens onderbouwen? ‘Vooropgezet is het wel van belang om te realiseren dat het leerresultaat alleen is onderzocht op het niveau van het groepscijfer en dit is duidelijk ontoereikend gebleken. Ik ben vooral van mening dat betere en meer gerichte analyses nodig zijn om het leereffect te kunnen aantonen. Daarnaast speelt de problematiek van de studentpopulatie van de Open Universiteit. De grote diversiteit in de persoonlijke studie- en werkachtergrond maakt het heel lastig om leereffecten vast te stellen. Dit vraagt om een apart leerresultaatprofiel voor iedere individuele student in een specifieke groep. De noodzaak van online samenwerken was en blijft evident door de specifieke studiecontext van de Open Universiteit. Studenten hebben over het algemeen een baan, een gezin, sociale contacten en studeren in de avonduren. Veel studenten ervaren een afstandsstudie als solitair en uiten meer behoefte aan contact met andere studenten. Online samenwerkend leren is een manier om dit te realiseren. De Open Universiteit moet de studenten vooraf goed informeren over de opzet van de cursus over samenwerking dus - en de implicaties hiervan voor de student: hij/zij is nu afhankelijk van de inzet en studieplanning van andere studenten. Persoonlijk ben ik van mening dat alle studenten tenminste één keer ervaring moeten opdoen met deze wijze van samenwerken omdat het in de latere (of nieuwe) beroepspraktijk steeds vaker zal worden ingezet.’
Uit de nogal uitvoerige verantwoording van de onderzoeksmethoden blijkt een grote affiniteit met onderzoek. Welk advies heb je voor studenten, zeker waar je in een eerder interview opmerkte ‘gaande het onderzoek het gevoel te krijgen tien ballen tegelijk in de lucht te moeten houden’? ‘Het belangrijkste aspect is het onderwerp van het onderzoek. Probeer in een vroeg stadium al te bepalen waarin je bent geïnteresseerd binnen het studiedomein. Zoek een onderwerp dat je tot op de bodem wilt uitzoeken, bijvoorbeeld omdat het dicht bij je werkervaring ligt of vanuit je persoonlijke omgeving. Interesse is naar mijn mening de motor van onderzoek, of het nu gaat om een master- of een promotieonderzoek. Daarnaast is het van belang om structuur aan te brengen in de onderzoeksactiviteiten. Schroom niet om je begeleider in te schakelen als je vastloopt. Wanneer je daarmee te lang wacht, kan dit meer tijd kosten.’ Een onderzoek levert ook altijd nieuwe vragen op. Welke vragen zijn binnen de OUNLcontext (extra) interessant? ‘Een aantal aspecten is al de revue gepasseerd. Ten eerste de afstemming tussen individuele studievrijheid waarmee de OUNL studenten werft en de noodzakelijke afhankelijkheid bij samenwerking. Het is van groot belang dat studenten goed worden geïnformeerd over zaken als de noodzaak van samenwerking in het kader van competentieontwikkeling; de wijze waarop aan de OUNL daaraan invulling wordt gegeven; wat dit vraagt aan studie-inzet; dat de individuele vrijheid deels aan banden wordt gelegd. Ook denk ik dat onderzoek gericht op de leereffecten gewenst is, bijvoorbeeld door het opstellen van leerprofielen aan de hand van interviews met studenten die online hebben samengewerkt.’ Nog maar net heb je de Open Universiteit verruild voor de Universiteit van Leiden. Wat heeft je naar Leiden doen vertrekken? ‘De OUNL is een ideale omgeving voor onderzoek en ontwikkeling van samenwerking in een afstandscontext, maar helaas is er op dit moment niet de noodzakelijke personele ruimte. En ook ik wil mijn competenties verbreden.
In Leiden kan ik dit doen op het terrein van beoordeling/assessment. Aangezien dit binnen samenwerkend leren de nodige onderzoeksimpulsen kan gebruiken, komen de ervaringen die ik daar opdoe, ook binnen het domein van samenwerkend leren van pas waarin ik zeker actief zal blijven. Een terugkeer naar de Open Universiteit op termijn sluit ik dan ook niet uit.’ Frans Bogaert Jan-Willem Strijbos (Millingen aan de Rijn, 1974) deed zijn masterstudie aan de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN), nu Radboud Universiteit Nijmegen. Het proefschrift The effect of roles on CSCL werd door hem op 12 november verdedigd aan de Open Universiteit Nederland te Heerlen. Wilt u meer weten over publicaties van Strijbos, ga dan naar: www.onderwijsstudies.leidenuniv.nl/index.php3?m=10&c=146. Aldaar kunt u ook het proefschrift (pdf ) downloaden.
Gedicht
Studenten filosofie Bij de Acropolis zijn zij vol rumoer samengeschoold om socratische gesprekken te voeren over politiek en kosmos. Die beschouwen ze met een gamma aan retorica en logica want het zijn architecten die bouwen aan een betere samenleving. En langs de pijlers groeit hun flower power ‘t licht der rede tegemoet. © Claude Aendenboom
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
15
Officiële opening studiecentrum Parkstad Limburg In oktober 2004 is het studiecentrum van Sittard verhuisd naar de hoofdvestiging van de Open Universiteit Nederland in Heerlen. De inrichting van de locatie is voltooid. Het nieuwe studiecentrum Parkstad Limburg is een modern studiecentrum geworden. Op woensdag 6 april 2005 wordt het verhuisde en gemoderniseerde studiecentrum officieel geopend. Studenten en alumni van het studiecentrum, externe relaties en diverse (oud-) medewerkers ontvangen een persoonlijke uitnodiging om de feestelijke bijeenkomst bij te wonen. Programma 14.30-15.00 uur 15.00-15.10 uur 15.10-15.30 uur
15.30-16.00 uur
16.00-17.30 uur
Ontvangst gasten Openingswoord door mw. L. Heldens coördinator studiecentrum Parkstad Limburg Inleiding door drs. M.A.M. Wöltgens voorzitter College van bestuur Open Universiteit Nederland Toespraak en openingshandeling door mr. A.M.G. Gresel voorzitter Samenwerkingsverband Parkstad Limburg en burgemeester Heerlen Receptie
College van bestuur
FOTOGRAFIE JUDITH SCHLECHTRIEM
Klachtenregeling Open Universiteit Nederland Op 1 januari 2005 is de Klachtenregeling Open Universiteit Nederland in werking getreden. Op grond van deze regeling kunnen studenten een (formele) klacht indienen. Een klacht wordt gedefinieerd als een ‘formele, schriftelijke uiting van ongenoegen over de wijze waarop (een medewerker onder de verantwoordelijkheid van) de Open Universiteit Nederland zich in een bepaalde aangelegenheid heeft gedragen en/of diensten heeft geleverd, die eerst plaatsvindt indien een eerdere melding niet bevredigend is afgehandeld’. Het gaat dus uitdrukkelijk niet om ongenoegens over besluiten van bijvoorbeeld het College van bestuur of de Commissie voor de examens. Hiervoor bestaan andere bezwaar- en beroepsprocedures. Hetzelfde geldt voor ongewenste omgangsvormen. Ook hiervoor is een aparte procedure beschikbaar. Wel kan men denken aan bijvoorbeeld klachten over een studiegroep of studiebijeenkomst, over verzending van materiaal, correspondentie of onjuist verstrekte informatie.
Het indienen van een formele klacht dient aan een aantal procedurele eisen te voldoen. Zo kan een klacht pas ingediend worden, indien een eerdere melding van ongenoegen niet naar tevredenheid is afgehandeld. In dat geval wordt de student in de gelegenheid gesteld om de klacht (in de vorm van een nieuwe melding) in te dienen bij Service en informatie of om voor het formele traject te kiezen. In dat laatste geval kan de klacht formeel, eventueel met gebruikmaking van het daartoe opgestelde model klachtenformulier, naar de Klachtencommissie gestuurd worden: Klachtencommissie Open Universiteit Nederland Postbus 2960 6401 DL Heerlen. Samenstelling De Klachtencommissie is onlangs door het College van bestuur benoemd en is als volgt samengesteld: - prof. dr. ir. A.J. Udink ten Cate (voorzitter) - drs. H.E. Breukers (plaatsvervangend voorzitter)
- mw. mr. M.P.C. Kaptein (student-lid) - dhr. H. de Saedeleer (plaatsvervangend lid) - drs. J.W. Egtberts (plaatsvervangend student-lid) - drs. L.T. van Ravenhorst (plaatsvervangend student-lid). De Klachtencommissie wordt ondersteund door secretaris mw. mr. H.M.J.M. Slegers en plaatsvervangend secretaris mr. F.G.M. Sluijsmans. De Klachtencommissie zal tijdens een behandeling beide partijen in de gelegenheid stellen te worden gehoord. Na behandeling van de klacht stelt de Klachtencommissie een advies op en legt dit voor aan het College van bestuur, dat vervolgens een besluit zal nemen. De Klachtenregeling alsmede een toelichting daarbij is digitaal beschikbaar op Studienet. Op uw werkplek in Studienet kunt u hiertoe doorklikken naar ‘diensten’ en vervolgens naar ‘service en informatie’ en naar ‘procedures en regelgeving’.
16
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
activiteitendata
Hier staan activiteiten* vermeld zoals lezingen, symposia, bijeenkomsten van studentenverenigingen en landelijke dagen, georganiseerd door Nederlandse en Vlaamse studiecentra, faculteiten of studentenverenigingen. Het gaat om activiteiten die (in principe) door alle studenten kunnen worden bijgewoond. De in kleur gemarkeerde activiteiten betreffen een selectie waarvan een korte beschrijving voorhanden is op de pagina hiernaast. Voor integrale informatie over de activiteiten verwijzen we u naar: www.ou.nl/info-alg-studiecentra/aktief_stc.htm.
MAART wo 16 vr 18 za 19 ma 21
-
di 22
wo 23 do 24 wo 30 do 31 -
Lezing ‘Nederland in het Interbellum’ (Suster Bertken Utrecht) Si-tard organiseert: leesclub (sc Parkstad Limburg) Excursie ‘In dienst van Diaghilev’ (Suster Bertken Utrecht) Drs. Rick Vercauteren; kunst: Caravaggio (Retor Den Bosch, sc Nijmegen) Mentoraatsbijeenkomst cultuurwetenschappen (sc Breda) Minicursus Film ‘Metropolis’ (Suster Bertken Utrecht) Literatuurleesclub ‘De Klopgeest’ (Suster Bertken Utrecht) Ria Hoentjen over de cursus Zomerschool Florence van 2001 (sc Enschede) Poëziewerkgroep (Suster Bertken, sc Utrecht) CW-excursie naar een rechtbank (sc Groningen) Lezing door Wim Bloemers (Synopsis Nijmegen)
APRIL za 2 ma 4 di 5 wo 6
-
do 7
vr 8 zo 10 ma 11 wo 13
-
-
vr 15
-
za 16
-
Open dag Radboud / Open Universiteit (sc Nijmegen) Privaatrechtelijke lezing door mr. Van Roosmalen (sc Eindhoven) Algemene ledenvergadering Utile Dulci Den Bosch (sc Nijmegen) Luistergroep Muziek (Suster Bertken Utrecht) Officiële opening studiecentrum Parkstad Limburg; zie p9 in deze Modulair Marijke Borghgraef biografie enMarianne Loos ‘Het tapijt van Bayeux’ (sc Zwolle) ‘Waarom hebben en zoeken mensen houvast in een religie’, lezing door universitair docente godsdienstpsychologie Joke van Saane (sc Amsterdam) Lezing ‘Videokunst’ (Suster Bertken Utrecht) Evelyne Vos over de Klassieken (sc Parkstad Limburg) Fortis Student Run (sc Rotterdam) Bezoek aan Politierechter te Zwolle (sc Zwolle) Lezing over vrijen en trouwen in burgerkringen in de lange 19e eeuw door Pieter Stokvis (sc Alkmaar) Si-tard organiseert: leesclub (sc Parkstad Limburg) Regiodag Cultuurwetenschappen Noord, thema is de film ‘The Truman Show’(1998) van Peter Weir (sc Groningen) ‘Venetië en de schilderkunst als een geloofwaardige onmogelijkheid’ (sc Antwerpen) Landelijke dag Bestuurskunde; zie p23
* Deze rubriek wordt samengesteld op basis van de in het intro genoemde centrale webpagina Activiteiten in de Nederlandse studiecentra/steunpunten én op basis van op de redactie ontvangen kopij. Het centrale aanleveradres voor studentenverenigingen is:
[email protected]. Het aanleveradres voor faculteiten is:
[email protected].
zo 17 - Excursie ‘Berliner Secession’ (Suster Bertken Utrecht) ma 18 - ‘Het Nederlandse Volkslied’ lezing door Jos Magnus (sc Eindhoven) - Dr. Stef Bugter classicus, over Bernini (Retor Den Bosch, sc Nijmegen) - Scriptieavond CW door Wouter Steffelaar (sc Amsterdam) - Literatuurleesclub ‘De schele hertogin’ (Suster Bertken Utrecht) za 23 - Discussiegroependiner Nederlands recht - Batavierenrace (sc Nijmegen) - Landelijke dag Cultuurfilosofie (sc Utrecht); zie p22 - Landelijke dag Aardwetenschappen (sc Antwerpen); zie p26 - Landelijke dag Cultuurfilosofie; zie p23 ma 25 - ‘Martelingen zijn voorspelbaar, hoe gezonde mensen in staat zijn anderen te mishandelen’, lezing door dr. Sander Koole (De Studiekamer Den Haag) di 26 - Diploma-uitreiking (sc Zwolle) wo 27 - Lezing ‘Stervensbegeleiding: een recht van en voor iedere patiënt’, door dr. M. Cosyns (sc Gent) - Poëziewerkgroep (Suster Bertken Utrecht) vr 29 - Miniconferentie Assessment and assessmenttechnieken: de nieuwste inzichten; zie p28
MEI ma 2
ma 9 wo 11
vr 13 di 17
wo 18
di 24 wo 25
ma 30 di 31
- Excursie naar Interpolis hoofdkantoor in Tilburg Utile Dulci Den Bosch (sc Nijmegen) - Lezing ‘Piero della Francesca’ (Suster Bertken Utrecht) - Lezing advocatuur (sc Eindhoven) - Officiële opening studiecentrum Alkmaar - Astrid Rakhorst-van Rhijn Beeldentuin Interart te Heeswijk, rondleiding (Retor Den Bosch, sc Nijmegen) - Activiteit Si-tard (sc Parkstad Limburg) - Drs. David de Jager; Ludwig Wittgenstein: de relatie tussen zijn filosofie en zijn leven (sc Zwolle) - (di 17 t/m di 24) Voorjaarsreis Italië (Suster Bertken Utrecht) - Luistergroep Muziek (Suster Bertken Utrecht) - ‘De Herrnhutter Broedergemeente in Neugnadenfeld’, lezing door Judith van Weperen (sc Alkmaar) - Mentoraatsbijeenkomst Cultuurwetenschappen (sc Breda) - Tine de Waal, biografie, en Joop Meijer: ‘Hoe kies je een mooie voorstelling?’ (sc Zwolle) - Jaarvergadering Recht-Even-Redig (sc Zwolle) - Poëziewerkgroep (Suster Bertken Utrecht) - Diploma-uitreiking (sc Amsterdam)
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
17
activiteitenbeschrijving
Nederland Excursie Rechtbank (wo 30 maart, sc Groningen) Excursie naar de Rechtbank op woensdag 30 maart. Deze excursie vindt plaats onder leiding van een van onze CW-studenten, Carla Roede. Na een inleiding over de totstandkoming van het huidige gerechtsgebouw zullen we bij de rondleiding onze speciale aandacht richten op de kunst in het gebouw: historische voorwerpen en kunstvoorwerpen die in het arrondissement aanwezig zijn. De avond start om 19.00 uur en duurt tot ongeveer 21.00 uur. Aanmelding tot maximaal 15 personen. Opgave bij: groningen.stc@ ou.nl. Verzamelen om 18.45 uur bij het studiecentrum, balie begane grond. Discussiegroependiner Nederlands recht (za 23 april) Ben je gebruiker, als student of begeleider, van de discussiegroepen op Studienet? Ben je benieuwd welke gezichten er horen bij alle digitaal gestelde vragen, gegeven antwoorden en betrokken stellingen? Wil je de afstand die voor de meesten van ons hoort bij het
studeren of doceren aan de OUNL eens overbruggen? Heb je zin om eindelijk eens mondeling met als die bekenden van gedachten te wisselen over de studie en de wereld erbuiten? Kom dan naar het 2e Discussiegroependiner Nederlands recht, op de avond van zaterdag 23 april 2005. Lees meer op pagina 27 in deze Modulair. Vlaanderen ‘Venetië en de schilderkunst als een geloofwaardige onmogelijkheid’ (za 16 april, sc Antwerpen) Studentenvereniging Aperta te Gent organiseert in samenwerking met het studiecentrum te Antwerpen een studiedag met als thema ‘Venetië en de schilderkunst als een geloofwaardige onmogelijkheid’. Plaats: studiecentrum, Blindestraat 14, 2000 Antwerpen. Website: www.ufsia.ac.be/ou. Je kan inschrijven bij Angelica Overwater via e-mail
[email protected]. De prijs voor deelname aan deze studiedag bedraagt € 10,- en is ter plaatse op de dag zelf te betalen; in deze prijs is de lunch niet inbegrepen noch de entree voor het museum.
KORT HOGER ONDERWIJSPROGR AMMA'S n i e u w Gecertificeerd Softwarearchitect start 29 maart Gecertificeerd Javaprogrammeur start 4 april n i e u w cursus Design patterns T26811 n i e u w cursus Component-based development T28821
www.korthogeronderwijs.nl
Investeer in kennis Cultuurwetenschappen | Milieuwetenschappen | Managementwetenschappen Rechtswetenschappen | Psychologie | Informatica | Onderwijskunde
5205076
De enige officiële mastersite van de 14 Nederlandse universiteiten met informatie over alle universitaire masteropleidingen en voorlichtingsdagen. www.universitairemasters.nl
18
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
‘Zoveel geleerd dat ik nu anderen kan Antje Siemerink schreef een scriptie over de relatie tussen opvoedingsstijl en alcoholgebruik van adolescenten en hun vrienden. Gaandeweg het verwerken en analyseren van de gegevens werden de resultaten steeds verrassender en moesten hypothesen worden toegevoegd, vervangen of bijgesteld. De gedrevenheid van de scriptiebegeleider sloeg op haar over en voor ze het wist was ze dag en nacht met de scriptie bezig. FOTOGRAFIE PETER STRELITSKI
de scriptie Antje Siemerink De scriptie heeft haar veel zelfvertrouwen gegeven. Ze zegt het en straalt het uit. Veelvuldig noemt en roemt ze de invloed van haar scriptiebegeleider dr. Aart Mudde. Zonder hem had ze het niet gered, zegt ze eerlijk. Ze laat een brief van Mudde lezen die vanwege zijn absentie werd voorgelezen tijdens de buluitreiking. Ook hij heeft het over ‘een bijzonder scriptieproces’ en bewierookt haar doorzettingsvermogen. Siemerink heeft ook veel gehad aan haar scriptiemaatje Joelle van Gurp, die bij het onderzoekspracticum scriptieplan elk hoofdstuk aandachtig las, van commentaar voorzag en een mentale steun betekende in het hele scriptieproces. Psychologiestudente Siemerink (45) wist al snel - ‘ik heb niet zo’n geweldige jeugd gehad’- dat ze een scriptie wilde schrijven over een onderwerp waarin jongeren centraal staan. En ze wilde graag begeleid worden door Mudde. ‘Ik had bij hem de module “Onderzoekspracticum psychologische surveys” gevolgd. Het bereidt je voor op de scriptie en geeft aan wat wetenschappelijk onderzoek inhoudt. Dat deed hij heel goed, daar had ik erg veel aan.’ Op de scriptiesite zocht Siemerink dan ook naar onderwerpen waaraan zijn naam verbonden was. Mudde bleek onderzoek te doen naar pubers en de invloed van ouders op de vriendenkeuze. Dat onderwerp meldde ze aan bij de Open Universiteit en, truc gelukt, ze kreeg Mudde als scriptiebegeleider toegewezen. ‘Inderdaad, ik heb de zaak wel een beetje gemanipuleerd’, erkent Siemerink.‘Zonder dat hij het wist overigens.’
Antje Siemerink: ‘Ik heb weer erg veel zin om te gaan werken doordat de scriptie me veel energie en kracht heeft gegeven’
Mudde vond vriendenkeuze als onderwerp te mager en wilde dat ook gedrag getoetst werd. Siemerink koos voor vriendenkeuze en alcohol. ‘Het had bijvoorbeeld ook roken kunnen zijn, maar als puber experimenteerde ik zelf met alcohol en in mijn werk als B-verpleegkundige had ik te maken met alcoholisten. Kortom: alcohol - hoewel ik zelf geen alcohol meer drink - intrigeert mij.’ Het onderwerp lag er, maar het duurde een tijd voor het goed was afgebakend en er een duidelijk onderzoeksplan lag. ‘Eerst wilde ik de directe invloed van ouders op alcoholgebruik onderzoeken, maar geleidelijk aan werd duidelijk dat ik naar de indirecte invloed, namelijk via de vriendenkring, moest kijken. Het bepalen van het theoretisch kader was ook heel lastig. Na het laten vallen van verschillende theorieën vormden uiteindelijk de vier algemeen erkende opvoedingsstijlen - van autoritatieve tot permissief-onverschillige - het theoretisch kader.’ Voor haar onderzoek benaderde Siemerink twee middelbare scholen in haar woonplaats Oldenzaal. Zo’n 300 leerlingen, van vijftien tot zeventien jaar, beantwoordden de door Siemerink samengestelde vragenlijst voor het meten van de opvoedingsstijl, het eigen alcoholgebruik en dat van hun vrienden. ‘Binnen twee weken had ik de vragenlijsten terug. Dat liep dus allemaal lekker.
www.ou.nl/modulair
helpen’
16 maart 2005
19
Maar toen moest ik beginnen met de analyse en toen begon de stress.’ Siemerink was er van uitgegaan dat demografische factoren, zoals afkomst en geloof, van invloed zouden zijn op de variabelen alcoholgebruik, opvoedingsstijl en vriendenkeuze. Maar wat bleek: leeftijd en onderwijsniveau waren significant van invloed op de hoofdvariabelen. ‘Die moest je dus in de berekeningen meenemen, maar dit bleek erg lastig omdat ons statistiekprogramma, SPSS, hiervoor niet toereikend was. Heel vervelend, vooral omdat statistiek niet mijn sterkste punt is. De hulp van mijn begeleider was dus hard nodig.’ Boeiende resultaten Mudde informeerde her en der om de juiste berekeningen te kunnen maken. Gaandeweg bleek alles met alles samen te hangen en kwamen ze tot boeiende resultaten. ‘We konden onder meer aantonen dat de opvoedingsstijl van de ouders inderdaad van invloed was op het alcoholgebruik van adolescenten, maar die invloed verliep vooral via het gedrag van de vrienden. Met andere woorden: ouders kunnen het alcoholgebruik van hun kinderen beïnvloeden door een bepaalde opvoedingsstijl te hanteren. Daarmee kunnen zij meer invloed hebben op de keuze van vrienden, zodat er een matig drinkende vriendengroep ontstaat. En de beste opvoedingsstijl is die waarbij ouders en kinderen onderling afspraken maken, die ook gecontroleerd worden, de zogenaamde autoritatieve of democratische opvoedingsstijl. Dat was bijzonder, want dat was nog niet eerder in Nederland (en waarschijnlijk Europa) onderzocht. Hierdoor moesten hypothesen wel worden bijgesteld.’ Door de bijzondere resultaten werd Mudde steeds opgetogener en fanatieker en hij stelde voor naast de indirecte ook de directe invloed van de opvoedingsstijl op het alcoholgebruik van de eigen kinderen te meten. Terwijl Siemerink de resultaten al aan het papier toevertrouwd had ontdekte de tweede begeleider, drs. Theo Verheggen, dat Siemerink hierbij ‘een mediërend effect’ wel genoemd, maar niet getoetst had. Mudde stelde Siemerink voor de keus om deze analyses alsnog te doen (dat zou de kwaliteit van het onderzoek verbeteren) of gewoon het ‘mediërend effect’ achterwege te laten. Siemerink koos ervoor er nogmaals energie in te steken. Voldaan en moe stuurde zij opnieuw alles in. Maar de frustratie was groot toen bleek dat opnieuw twee hypothesen moesten worden bijgesteld, dus weer analyseren en schrijven. ‘Eerlijk gezegd had ik daar geen zin meer in en al helemaal geen energie meer voor. Ik had de scriptie zo goed als af, was er dag en nacht mee bezig geweest. Het was spannend, leuk en leerzaam geweest, maar het dreigde nu uit de hand te lopen. Ik begreep zelfs even niet meer wat we precies aan het doen waren. Maar goed, Mudde wist me toch nog een keer over te halen om de puntjes op de i te zetten. Uiteindelijk kreeg ik toch weer volledig grip op mijn onderzoek en kon ik de noodzaak van deze laatste aanpassing accepteren.’
‘Ouders kunnen het alcoholgebruik van kinderen beïnvloeden door een bepaalde opvoedingsstijl te hanteren’
Achteraf gezien heeft Siemerink geen spijt dat ze zoveel energie in de scriptie gestopt heeft. De resultaten van het onderzoek - onder andere ook dat de autoritatieve opvoedingsstijl tot de minste en de permissief-onverschillige tot de meeste alcoholconsumptie bij jongeren leidt - zijn belangrijk en kunnen bijdragen tot preventieactiviteiten gericht op de betrokkenheid van de ouders. Siemerink schrijft nu met Mudde aan een artikel over het onderzoek dat ze willen publiceren in wetenschappelijke tijdschriften. Daarnaast is ze een klankbord voor psychologiestudenten die met hun scriptie bezig zijn. ‘Ik heb zoveel geleerd dat ik nu anderen kan helpen en op deze manier iets kan teruggeven’. Binnenkort gaat ze als psychologe binnen de verslavingszorg aan de slag, terug de praktijk in. Een jaar geleden stopte ze met werken, om zich zo helemaal toe te kunnen leggen op de scriptie. ‘Ik heb weer erg veel zin om te gaan werken en ga er met veel zelfvertrouwen tegen aan. De scriptie heeft me veel energie en kracht gegeven.’ Fred Meeuwsen Scripties kunnen (in principe) worden ingezien in een studiecentrum; medewerkers aldaar vragen de scriptie dan op bij de centrale Mediatheek. Het adres van de facultaire webpagina Psychologie, waarnaar in dit artikel wordt verwezen, is www.ou.nl/info-alg-psychologie/index.htm.
20
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
studentenraad
Bezuinigingen nopen tot slimme oplossingen Natúúrlijk zijn de gevolgen van de bezuinigingen voor studenten voelbaar, en ook de communicatie daarover laat te wensen over. Maar het College van bestuur staat wel voor elke faculteit financieel borg voor een bachelor- en een aansluitende masteropleiding. En bij de decanen is duidelijk de wil aanwezig om, rekening houdend met de wensen van de studenten, slimme oplossingen te bedenken. Tijdens het plenaire debat voor studenten op zaterdag 26 februari in studiecentrum Utrecht toonde decaan Spoormans van de faculteit Rechtswetenschappen zich daarin het meest strijdbaar: ‘In de aanval!’
Aanleiding voor het door Studentenraad en Studentenbond OU geïnitieerde debat vormde de steeds vaker door studenten geuite zorgen over de gevolgen van de bezuinigingen. De opkomst echter was nogal teleurstellend. Er waren ruim 20 studenten aanwezig, inclusief leden van de organiserende Studentenraad en Studentenbond. Mogelijk is de lage opkomst inherent aan het onderwijsconcept van de Open Universiteit waarbinnen de studenten grote vrijheid genieten. Daar moet dan ook nog aan worden toegevoegd dat de overgrote meerderheid van de studenten werkt en een gezin heeft. Van de zijde van de Open Universiteit gingen collegevoorzitter Thijs Wöltgens en vier decanen het debat met de studenten aan. ‘U krijgt nu de kans een en ander persoonlijk toe te lichten,’ aldus voorzitter Anja Sio van de Studentenraad aan de voorzitter van het College van bestuur (CvB). Vervolgens somt zij, namens de achterban waaronder tevens ‘mede-ondertekenende’ studentenverenigingen, een aantal zorgpunten op: inkrimping van de begeleiding; kwaliteit van het onderwijs, mede in het perspectief van de accrediterende NVAO die alsmaar het belang van onderzoek benadrukt, en het toekomstperspectief. Kortom, hoe verantwoordt het College van bestuur (CvB) zijn keuzes naar studenten en moet daarover niet beter worden gecommuniceerd? Uiteindelijk wil Sio van de decanen weten hoe zij als integraal verantwoordelijken de kaders van het CvB denken te vertalen in oplossingen. Begrepen ‘Laat ik voorop stellen dat het CvB aan dit soort signalen grote behoefte heeft. Daartoe initieert het CvB niet voor niets tevredenheidsonderzoeken, bevordert zij de 1-loketgedachte en is onlangs een formele Klachtencommissie ingesteld’ aldus de eerste reactie van de collegevoorzitter, die zelf geen verscherping in de bestaande verhoudingen signaleert. Hij benadrukt dat, als er zorgen zijn, het CvB die absoluut ervaart als gemeenschappelijk, om vervolgens een en ander in perspectief te zetten. In de voorbije jaren waren de visitaties van de OUNL-opleidingen over het algemeen goed en het college wil ook nu niet tornen aan de eisen, waaraan voldaan moet worden om accreditatie te verkrijgen. Om hieraan nog beter tegemoet te kunnen komen is een nieuw kwaliteitszorgsysteem ontwikkeld, waarbinnen het permanent monitoren van de opleidingen past. Decaan René van Hezewijk (PSY) wijst nog op initiatieven om met andere Europese universiteiten voor afstandsonderwijs samen te werken als het gaat om kwaliteitszorg- en beoordeling, vooral op het gebied van e-learning. Over één
punt is de collegevoorzitter echter stellig: de Open Universiteit zal nooit een puur op onderzoek gerichte universiteit worden, simpelweg omdat deze instelling daartoe niet is geaccommodeerd, noch budgettair (de Open Universiteit krijgt geen bekostiging voor vakinhoudelijk onderzoek; red.), noch qua praktische onderzoeksomgeving.‘Ik heb de indruk dat we op dat punt door de NVAO begrepen worden.’ Voor de inderdaad voelbare reductie in begeleiding keert de collegevoorzitter terug naar de destijds in het HOOP 2000 aangekondigde forse bezuinigingen van bijna zeven miljoen euro – eenderde deel van de overheidssubsidie ten behoeve van het onderwijs – omdat, in de beleving van toenmalig onderwijsminister Hermans ‘OUNL-studenten drie tot vier keer duurder zijn’. Ofschoon de politiek niet te vermurwen was, heeft het CvB kunnen bewerkstelligen dat hetzelfde bedrag in elk geval behouden kon blijven, zij het voor een geheel nieuwe taak: de bestrijding van het lerarentekort, inmiddels neergelegd bij het in 2002 ingestelde Ruud de Moor Centrum. Overigens gaat een ander fors deel van de overheidssubsidie naar een eveneens door de politiek opgelegde taak: een bijdrage leveren aan de innovatie van het hoger onderwijs. Met de opgelegde bezuiniging voor de onderwijstaak dient de Open Universiteit, en met name de faculteiten, te zoeken naar slimme oplossingen, aldus Wöltgens. Voor wat betreft de studiebegeleiding wil decaan Jaap van Marle (CW) dat toch in perspectief zien. Volgens hem maken studenten daar slechts beperkt gebruik van. Uit onderzoek blijkt tevens dat veel studenten begeleiding in kleine groepen bepaald niet als academisch ervaren. Er zou meer aandacht moeten worden geschonken aan diepgang, een specifiek, interessant onderwerp, kwaliteit. En dat kan beter in een setting met meer studenten en bijvoorbeeld (externe) sprekers. CW komt hieraan tegemoet door landelijke begeleidingsdagen te organiseren. Het aantal studiecentra is verkleind, maar met de openstelling van drie provinciale steunpunten heeft het CvB, in overleg met de lokale/provinciale overheid, gemeend toch nog voor een zekere regionale dekking te hebben gezorgd. Op de opmerking van studenten ‘upgrading wel leuk te vinden, maar openingstijden belangrijker’ stelt de collegevoorzitter dat feitelijk beide belangrijk zijn. Bas Kuiper, voorzitter van de onafhankelijke Studentenbond OU, zal even later het provinciaal steunpunt Friesland als concreet voorbeeld onder de aandacht brengen. Vooral de bereikbaarheid
www.ou.nl/modulair
en openingstijden maar ook het dienstenpakket laten te wensen over. De klacht van vroeger open – een student: ‘dat spoort niet bepaald met werk en gezin’ – en eerder dicht, wil Wöltgens laten onderzoeken. Hij is van mening dat wat openingstijden betreft flexibilisering in elk geval onderzocht moet worden. Volgens Van Marle was de huisvesting van Friesland een tijdelijke. Oorspronkelijke plannen van de Fryske Akademy, die niet zijn doorgegaan, hebben de kwestie echter bemoeilijkt. Lissabon-doelstellingen Dan benadrukt de collegevoorzitter nog eens de essentie van het studeren aan de Open Universiteit: het is begeleide zelfstudie, waarbij indien noodzakelijk en/of wenselijk ook ruimte is voor contact. Op de langere termijn staat het CvB een Open Universiteit Nederland/Vlaanderen voor ogen die, opnieuw in het licht van de Lissabon-doelstellingen – in 2010 moet het opleidingsniveau van de werkende bevolking substantieel verhoogd zijn – aan de top staat als universiteit voor een leven lang leren. Vervolgens schetst Wöltgens nog eens het onderwijsspectrum. Allereerst het primaire BaMa-onderwijs, dat al een aantal niet geringe ingrepen achter de rug heeft zoals forse reductie van de overhead, en het terugbrengen van aantallen modulen en daarmee de keuzevrijheid binnen de opleidingen. Tijd om eens te kijken naar wat het CvB als onderwijsaanbod wil garanderen. Elke faculteit zal worden gefinancierd voor het verzorgen van één bachelor- en één aansluitende masteropleiding. Het staat faculteiten vrij andere curricula aan te bieden mits die (extra) opleidingen zich budgettair zelf kunnen bedruipen. Volgens decaan Paquita Perez (NW) heeft die ‘versmalling’ als positief effect dat nu alle energie kan worden gestoken in die ene opleiding. Aan de andere kant van het spectrum staat de missie van het ‘hoger onderwijs voor velen’. Daarbij gaat het om allerlei vormen van her-, om- en bijscholing, waarbij kan worden geput uit de modulen van de bestaande opleidingen, maar ook maatwerk moet worden geboden. Deze inkomsten moeten ten goede komen aan de faculteiten als gevolg waarvan extra financiële ruimte zou kunnen ontstaan. Dat de grens van de bezuinigingen hoe dan ook is bereikt, is ook de collegevoorzitter bereid te erkennen. In dat opzicht is het jaar 2005 een cruciaal jaar waarin zich alles moet herschikken. Volledigheidshalve voegt hij er aan toe dat de Open Universiteit dan niet meer te maken moet krijgen met generale bezuinigingen van de overheid – de Studentenbond zou nog eens kunnen proberen het kabinet gunstig te stemmen – en zoals gezegd, ook de Open Universiteit is afhankelijk van groei. Overigens voert het CvB op dit moment overleg met OC&W over een nieuw bekostigingsmodel. Zoals bekend wil staatssecretaris Rutte reguliere studenten zogeheten leerrechten toebedelen, waarbij de individuele student recht heeft op financiering van een aantal jaren hoger onderwijs. De vraag nu is in hoeverre de leerwegen van de Open Universiteit passen in zo’n systeem, waarbinnen rechten op een gegeven moment volledig kunnen zijn verbruikt. Dan is het woord aan de decanen. De reactie van decaan Huub Spoormans (RW) zou model kunnen staan voor hoe alle faculteiten denken de forse bezuinigingen door te voeren, allerlei verbijzonderingen daargelaten. ‘Ik ben 20 procent van mijn capaciteit kwijt en dat terwijl we als faculteit veel willen: begeleiden, keuzevrijheid binnen de juridische domeinen, kwaliteit leveren en vooral studenten een diploma laten
16 maart 2005
21
halen. We zullen dus keuzes moeten maken, slimme keuzes vooral.’ Spoormans heeft een speciale werkgroep gevraagd zich daarover te buigen. Met zekere overtuiging is de decaan zelfs van mening dat er juist meer begeleiding geboden zou moeten worden en dus niet, zoals in het huidige model, begeleiding voor een beperkt aantal modulen. Ook zal daarbij rekening moeten worden gehouden met een belangrijke eis van de individuele student, namelijk dat hij/zij op een bepaald moment vraagt om begeleiding. Overigens nam Spoormans tijdens het RW-symposium in november vorig jaar al een voorschot op nieuwe mogelijkheden door in te zoomen op het populaire Integratiepracticum, het via Internet/Studienet faciliteren van het zelfstandig studeren middels Fora van experts en live uitzendingen, en fysieke bijeenkomsten die steeds vaker groepsgewijs op een centrale plek zullen worden georganiseerd. Aan reductie van begeleiding voor het komende jaar 2005-2006 ontkomt echter ook de RW-decaan niet. Tegelijkertijd hoopt hij in het najaar van de projectgroep te vernemen welk concept zij voor ogen hebben. Daarbij zal zoals al opgemerkt, vooral ook naar de student worden geluisterd, via de Facultaire Opleidingscommissie, de begeleiders, en zal ook geput worden uit onderzoeken. In de woorden van Spoormans: ‘We willen het dan ook vooral samen doen. Het motto van de faculteit is: in de aanval.’ In een tweede termijn noemt Bas Kuiper (o.a.) de lange wachttijden voor scriptiestudenten, het mentoraat waarvoor studenten in een verder gelegen studiecentrum moeten aankloppen, maar ook wil hij waarschuwen voor te ver gaande digitalisering van het onderwijs. Het voert in het bestek van één tussentijdse bijeenkomst en terugkoppeling in deze Modulair echter te ver om hier volledig te zijn. Mogelijke oplossingen kunnen bovendien verschillen per faculteit. Zo zal ook de uitnodiging van Anja Sio bedoeld zijn om, vlak voor het zomerreces, in eenzelfde setting bijeen te komen en opnieuw over de ontwikkelingen te vernemen. Communicatie Tot slot iets over het communicatieve aspect, toch ook door studenten genoemd. Zo zou (ook) Modulair wat meer bekendheid kunnen geven aan de diverse overleggremia, bestaande netwerken, linking-pin- en andere kanalen. Het goed informeren over veranderingen in het onderwijs is en blijft echter primair een taak van de faculteiten en, als het gaat om de algehele koers van de Open Universiteit, van het CvB. Ook daarbij kán Modulair een van de kanalen zijn. Wat het feitelijke overleg over onderwijsaangelegenheden betreft, hebben faculteiten een punt als het gaat om de steeds vaker geuite wens om studenten daarbij actief te betrekken. Dan zullen studenten – en dan niet alleen de student-leden van formele overlegorganen – bereid én in de gelegenheid moeten zijn daadwerkelijk in dat overleg te participeren. Ook daarvoor zijn verschillende kanalen en gremia geschikt zoals Facultaire Opleidingscommissies (bij wet), Studentenraad en studentenverenigingen. In ieder geval moet het vanuit diezelfde gremia, zeker via de laagdrempelige webcommunicatie – Studienet, facultaire en andere webpagina’s en e-Modulair – mogelijk zijn om studenten goed te informeren. Nog afgezien van de voorkeuren per faculteit zal het een hele klus zijn om die kluwen transparant te maken. Frans Bogaert
22
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
onderwijs – Cultuurwetenschappen
Regiodag CW Noord Alle studenten Cultuurwetenschappen van de studiecentra Groningen, Zwolle en Enschede en de steunpunten Leeuwarden en Emmen nodigen wij van harte uit voor de tweede regiodag Noord op vrijdag 15 april 2004 in het studiecentrum van Groningen. Na het succes van de vorige regiodag hebben we ook dit jaar gekozen voor een film als centraal thema.
De keuze is gevallen op The Truman Show (1998) van Peter Weir. Deze film laat zich vanuit een aantal invalshoeken benaderen, zodat we recht doen aan het brede karakter van cultuurwetenschappen. De film speelt zich af in Seahaven, een gefingeerd stadje waar het leven goed is en de zon altijd schijnt. We volgen het smetteloze leven van Truman Burbank. Er blijkt echter iets vreemds aan de hand te zijn met Truman. Langzaam wordt duidelijk dat Truman onderwerp is van de ultieme real life soap. De film The Truman Show stelt op een intelligente wijze de ideale televisiewereld, het genre van de real life programma’s en de daarbij horende ‘mediasterren’ en meer in het algemeen het leven in een door media overheerste wereld ter discussie. De Australiër Peter Weir kreeg vanaf het midden van de jaren tachtig grote bekendheid. Vaak gaan zijn films over personen die in een omgeving terecht zijn gekomen waar ze eigenlijk niet in thuis horen. In veel van zijn films speelt interactie met media (radio, televisie) een verrassende rol. The Truman Show kreeg drie Oscar-nominaties. Andere films van zijn hand zijn Witness (1985), Dead Poets Society (1989) en Master and Commander: The Far Side of the World (2003). Met alle genoemde films verdiende Weir een Oscar-nominatie voor beste regisseur.
Workshops De dag duurt van 10.30-16.00 uur met aansluitend een borrel. Tijdens het ochtendgedeelte bekijken we allen de film. Na de lunch zijn er twee ronden van drie verschillende workshops, waarvan u er twee kunt meemaken: - dr. Frank Inklaar (mentor Zwolle) gaat in op het plaatsje Seaside in Florida, de locatie waar de film is opgenomen - mw. drs. Annet van Melle (Groningen/Emmen) onderzoekt de ethische aspecten van de moderne media en de wereld waarin wij leven - mw. drs. Ria de Oude-de Wolf (Enschede) onder zoekt hoe de film is opgebouwd, welke middelen zijn ingezet om de kijker in een bepaalde richting te leiden en met welke technieken bepaalde effecten zijn bereikt. Aanmelden De kosten bedragen € 15,- voor lunch, koffie/thee en borrel. In verband met de te reserveren zaalruimte is het noodzakelijk dat we uiterlijk 1 april weten hoeveel mensen er komen. Dat is de uiterste inschrijfdatum. U kunt zich aanmelden, per mail:
[email protected] of telefonisch: 050-3138300, of persoonlijk aan de balie van het studiecentrum Groningen. Uw aanmelding is pas definitief wanneer ook € 15,- is ontvangen op giro 387878 t.n.v. OU studiecentrum Groningen. Nadere informatie kunt u, naast de drie al genoemde (regionale) mentoren, ook krijgen bij Evelyne Vos (Leeuwarden).
Herhaalde oproep Zomerschool Florence 2005 Dit najaar 2005 is weer een Zomerschool Florence gepland, zoals reeds gemeld in Modulair 4 (15 december 2004). Al 35 studenten hebben hun belangstelling kenbaar gemaakt. Om zeker aan twee groepen van tenminste elk 16 studenten te komen, stellen we alsnog andere studenten in de gelegenheid zich in te schrijven voor deze cursus. Voorafgaande aan het verblijf in Florence, eind oktober, verdiepen deelnemers zich in een opgegeven onderwerp - een belangrijk bouwwerk, schilderij of sculptuur uit de renaissance om daarover in Florence voor de eigen groep een referaat te houden. Nadien werkt de student dit referaat uit tot een werkstuk.Het verblijf in Florence duurt in dat geval acht dagen en is op basis van een 2-persoonskamer in een modern hotel met halfpension en een vlucht Amsterdam-Pisa v.v. Kosten van deze cursus worden thans geschat op circa € 1365,- (precieze prijsstelling blijkt uit de inschrijvingsformulieren). Aanmelden Studenten cultuurwetenschappen, die hun propedeuse inmiddels hebben afgesloten, kunnen hun interesse voor deelname schriftelijk of per e-mail kenbaar maken en zich vervolgens tot uiterlijk 1 april 2005 inschrijven via: Open Universiteit Nederland, t.a.v. Service en informatie /Zomerschool Florence 2005, Postbus 4444, 6401 CX Heerlen of via het e-mailadres:
[email protected]. Vermeld in brief en e-mail als onderwerp: CW/Zomerschool Florence 2005, en de volgende gegevens: naam, adres, postcode en woonplaats, studentnummer en telefoonnummer, en in welke fase van de studie u zich bevindt (doctoraalfase ongedeelde opleiding; postpropedeuse bacheloropleiding). U kunt het integrale artikel van Modulair 4 ook oproepen uit het archief van e-Modulair, functionaliteit ‘zoeken’. Typ als trefwoord in: ‘20041109’.
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
23
onderwijs – Cultuurwetenschappen Landelijke dag
Cultuurfilosofie Op zaterdag 23 april 2005 vindt de landelijke dag rond de cursus Cultuurfilosofie. Katholieke, reformatorische, humanistische, islamitische en joodse reflecties over onze cultuur plaats in het studiecentrum Utrecht van 10.30-15.30 uur. Het thema van deze dag is: levensbeschouwing en onderwijs. Als sprekers zullen optreden: prof. dr. Pieter Anton van Gennip (Radboudstichting), drs. Jet Weigand (Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte) en prof. dr. Rob Tielman (Stichting Socrates). De studiedag staat open voor alle CW-studenten die voor deze cursus staan ingeschreven en andere belangstellenden binnen en buiten de Open Universiteit. De organisatie is in handen van drs. Annet E. van Melle.
Aanmelden U kunt zich aanmelden tot uiterlijk 14 april 2005. Dat kan schriftelijk: Open Universiteit Nederland, Secretariaat Cultuurwetenschappen, naam studiedag, Postbus 2960, 6401 DL Heerlen; per fax: 045-5762179; via email:
[email protected] (ook hier in de onderwerpregel: CW/’naam studiedag’). Vermeld altijd uw naam, adres, postcode, woonplaats, studentnummer en telefoonnummer én of u staat ingeschreven voor de betreffende cursus en of u van binnen of buiten de Open Universiteit komt. Uiterlijk een week voor de studiedag ontvangt u een bevestiging van uw inschrijving en informatie over de te betalen deelnamekosten á € 10,-.
onderwijs – Managementwetenschappen
Stopzettingen cursussen De faculteit Managementwetenschappen is voornemens met ingang van het nieuwe studiejaar 2005-2006 te stoppen met het aanbieden van een aantal cursussen. Studenten kunnen de cursussen nog een jaar na stopzetting afronden. Of er voor bepaalde cursussen vervangende cursussen in de plaats komen, hangt af van de opleiding waarin deze zijn opgenomen. Bij de ongedeelde opleidingen zijn vooral vervangende cursussen opgenomen in de eindfase van de opleiding. Bij de bacheloropleiding en de masteropleidingen zijn in principe altijd vervangende cursussen voorzien. In de nieuwe studiegidsen worden vanaf juni de opleidingsschema’s gepresenteerd. Indien u nu reeds informatie wilt of in uw studievoortgang wordt belemmerd, kunt u contact opnemen met Service en informatie, tel. 045-5762888 of via
[email protected]. B80311 E13311 B19211 B35311 B45311 E06321 E08121 E11311 E12121 E13121 E16221 E22211 1
2
3
4
Practicum productiebeheersing1 Beleggen in theorie en praktijk2 Management game3 International marketing Essays on strategy Macro-economics: a modern guide Wiskunde in (het) bedrijf 1 Economie van de collectieve sector 2 Statistiek 14 Statistiek 2 De werking van de Nederlandse economie analyse en prognose Publiekgericht schrijven en spreken3
Het Practicum productiebeheersing is al per 15 februari 2005 voor inschrijving stopgezet. Studenten krijgen tot 15 februari 2006 de tijd om het practicum af te ronden. Zie ook: www.extranet.ou.nl/studie-alg-cursus/b80311/index.htm. De cursus Beleggen in theorie en praktijk is evenmin nog leverbaar. Zie ook: www.extranet.ou.nl/studie-alg-cursus/e13311/index.htm. De cursussen Management game en Publiekgericht schrijven en spreken zijn de facto al gestopt doordat studenten zich hiervoor vooraf moesten aanmelden. De laatste rondes worden gehouden in mei en juni 2005. De cursus Statistiek 1 wordt nog aangeboden voor een selecte groep informatica-studenten.
Tentamen Kwaliteitsmanagement In de loop van juni 2005 zal de cursus Kwaliteitsmanagement (B22321) getentamineerd worden via sys. De vorm van het tentamen blijft gelijk: een case of artikel met een aantal open vragen. Tijdens het tentamen mag u gebruik maken van het tekstboek.
Landelijke dag
Bestuurskunde Op zaterdag 16 april organiseert de faculteit Managementwetenschappen in het studiecentrum Utrecht een dag speciaal voor Bestuurskunde- en Public Managementstudenten. Hoogleraar Public Management Prof. Harrie Aardema houdt een lezing over ontwikkelingen in overheidsmanagement. We besteden veel aandacht aan contact met docenten en studenten. Ook het schrijven van een afstudeerscriptie bij Bestuurskunde krijgt veel aandacht. U kunt zich tot eind maart opgeven bij Froukje.deVries@ ou.nl, tel. 045-5762832.
24
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
onderwijs – Managementwetenschappen
Vooraanmelding practica en bijzondere verplichtingen In het nieuwe studiejaar 2005-2006 start wederom een aantal practica en bijzondere verplichtingen bij de diverse opleidingen van de faculteit Managementwetenschappen. De sluitingstermijn voor vooraanmelding is 16 mei (en 15 juli voor het Practicum management en ict). In de tabel kunt u zien voor welke opleidingen en afstudeerrichtingen practica of bijzondere verplichtingen worden gegeven. Bedrijfsprocessen In de cursus Bedrijfsprocessen (B44312) wordt ingegaan op het modelleren en analyseren van processen in organisaties vanuit een bedrijfskundige optiek. Van u wordt verwacht dat u de bijbehorende theorie toepast in een werkelijke bedrijfscasus in groepsverband. In de cursus wordt een consistent begrippenkader rond procesmodellering geïntroduceerd en maakt u gebruik van een zogenaamd Business Process Modelling tool. Gemiddeld neemt deze cursus vier maanden in beslag. De cursus wordt tweemaal per jaar (in het voorjaar en het najaar) georganiseerd. Voor verdere toelichting op deze cursus wordt naar de cursussite op Studienet verwezen. Practicum strategie en organisatie In het Practicum strategie en organisatie (B81322) wordt aandacht geschonken aan het in teamverband kunnen organiseren en uitvoeren van een organisatieadviestraject en het reflecteren hierop. Het practicum kent een doorlooptijd van tenminste vijf maanden en wordt bij voldoende belangstelling twee maal per jaar georganiseerd, in het voorjaar en in het najaar. In de voorbereidingsfase worden leertaken in een elektronische leeromgeving uitgewerkt. Daarna volgt een residentiële bijeenkomst van twee dagen, waarvoor een eigen bijdrage van € 300,- * wordt berekend. Practicum marketing In het Practicum marketing (B82321) leert u zelfstandig een marketingplan te ontwikkelen. Daarna gaat u in kleine groepen werken aan twee marketingcases. U wordt getraind in het ontwikkelen van een kritische houding ten opzichte van een marketingplan. * Studenten die zich binnen acht weken voor aanvang van of tijdens de bijeenkomst afmelden blijven de eigen bijdrage verschuldigd.
De cursus wordt afgesloten met een landelijke (verplichte) plenaire presentatie van de marketingplannen van alle groepen. Deze cursus wordt in het najaar aangeboden en start in september 2005. Bij grote belangstelling (meer dan 30 aanmeldingen) wordt de cursus ook in februari 2006 aangeboden. De doorlooptijd bedraagt ongeveer 12 weken. Practicum management en ict In het Practicum management en ict (B70321) gaat u in teamverband een IT management audit uitvoeren bij een practicumorganisatie die u of één van uw teamleden zelf inbrengt. Het stramien voor de audit is gebaseerd op het tekstboek van Applegate (ed. 5) bij de cursus Management en ict: informatiestrategie en toepassing (B26231). Een van de ingangseisen voor deelname aan het practicum is dat u deze cursus met succes heeft afgerond, verder moet u vergevorderd zijn met uw studie. Het practicum heeft een doorlooptijd van 4 maanden. Wij organiseren het practicum bij voldoende belangstelling twee maal per jaar: in het voorjaar en het najaar (voor de precieze data zie de cursussite van het practicum B70321 op Studienet).
Onderdeel Practicum strategie en organisatie Practicum marketing Practicum management en ict Bedrijfsprocessen
Ingangseisen U studeert bij onze universiteit als masterstudent of wo-student voor een van de opleidingen van de faculteit Managementwetenschappen. De specifieke ingangseisen voor elke bijzondere verplichting en de practica vindt u op Studienet. ‘Doorstroomstudenten’ die een opleiding volgen van gemiddeld 24 modulen dienen tenminste de helft van dit doorstroomprogramma te hebben afgerond. Begin juni worden de bevestigingen van deelname verstuurd. Vergevorderde studenten krijgen voorrang. Voor ondervermelde practica en bijzondere verplichtingen kunt u zich via e-mail vooraanmelden tot uiterlijk maandag 16 mei (voor B70311 is de uiterste aanmeldingsdatum 15-7-2005). In deze e-mail dient u het volgende te vermelden: naam, studentnummer, aan welk practicum / bijzondere verplichting(en) u deel wenst te nemen en (indien van toepassing) in welk semester u wilt deelnemen. In onderwerpregel moet u vermelden ‘aanmelding bijzondere verplichting managementwetenschappen’. De vooraanmelding kunt u sturen naar:
[email protected].
Opleiding /afstudeerrichting Bedrijfswetenschappen, afstudeerrichting Strategie en organisatie; Master of science in Strategy and organization Bedrijfswetenschappen, afstudeerrichting Marketing en logistiek; Master of science in Supply chain management Bedrijfswetenschappen, afstudeerrichting Bedrijfsprocessen en ict; Master of science in Business processes and ict. Bedrijfswetenschappen, afstudeerrichting Bedrijfsprocessen en ict; Master of science in Business processes and ict; Master of science in Supply chain management; Master of science in Strategy and organization
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
25
onderwijs – Managementwetenschappen
Practicum strategie & organisatie meer dan praktisch Klikkende hakken, strakke pakken en rinkelende handy’s oftewel een impressie van de residentiële bijeenkomst van het Practicum strategie & organisatie (PSO) op 3 en 4 februari 2005, in het studiecentrum Groningen. Donderdagochtend in alle vroegte, om 08.15 uur, wordt er al driftig aan de zijdeur gebeld bij het studiecentrum in Groningen. Om 08.30 uur start het twee-daagse practicum en de eerste studenten met diplomatenkoffertjes, laptopjes, gedekte pakken, mantelpakjes en overig zijn ruim vertegenwoordigd én op een student na op tijd. Deze meldt vanuit de trein dat de oppas voor de kids het af liet weten. Kortom moderne tijden.
De lunch, diner en café zorgen voor de welkome ontlading
Het practicum wordt bijgewoond door 25 studenten en 3 trainers, Hans Reijnders, Han Huffels en Gerard Kranenburg. De studenten blijven 2 dagen in huis en slapen en eten in een nabijgelegen hotel en het studiecentrum Groningen. Centraal in het PSO staat een adviesopdracht die de studenten samen met 4 medestudenten uitvoeren in het kader van een concreet verander-/verbetertraject in een bedrijf. Tevoren hebben de studenten zelf een opdrachtgevend bedrijf moeten verwerven. In overleg met die opdrachtgever hebben zij de (voorlopige) adviesopdracht geformuleerd, daar hoort ook het aanleggen van een bedrijfsdossier bij.
Daartoe wordt de interviewtechniek gebruikt. Dat moet geoefend worden want het blijkt al snel dat dit wat anders is dan zomaar wat vragen stellen. Verder wordt geleerd als team te opereren, zij hebben zich immers als team aan de opdrachtgever aangeboden. De opdrachtgever betaalt voor een team dat 1000 uur bedrijfskundig advies levert. Het lukt steeds weer na een traject van vijf maanden om tot een implementeerbaar advies te komen dat gedragen wordt door het personeel. Met andere woorden, de opdrachtgever zegt: “Ja, wij gaan doen wat jullie ons hebben geadviseerd”.
Er zijn vijf teams geformeerd. Vrijwel gelijk na de start van het practicum nemen de studenten hun rol van adviesexpert aan en beginnen de groepen de zogenaamde bedrijfsvertegenwoordigers (de trainers) te bevragen. Aan het einde van de eerste dag zijn ook de opdrachtgevers aanwezig die de adviesopdrachten hebben verleend. Zij realiseren zich terdege dat hun advies gevolgen heeft voor het bedrijf indien dat wordt opgevolgd, de sfeer is dan ook serieus.
Ondanks de onzekerheden, de tegenslagen, het vele extra werk, de deadlines die gehaald moeten worden, de problemen met het inpassen van het PSO-werk in een dag van 24 uur waarin werk en privé gewoon doorgaan en tijd moet worden besteed aan de sociale achterban, zijn en blijven de teams enthousiast. Zij zien namelijk dat de verworven theoretische kennis nu toegepast kan worden. Ook zien zij de waardering van collega-medewerkers en ervaren zij de tevredenheid van de opdrachtgever. Voor studenten aldus een geweldige ervaring. Zo kweekt PSO vaak goodwill bij de opdrachtgevers en de organisaties waarvoor geadviseerd wordt. Dit alles mogelijk gemaakt door studenten, begeleiders en de medewerkers van de Open Universiteit, zowel in Heerlen als in de studiecentra, nu dus Groningen.
De lunch, diner en café zorgen voor de welkome ontlading. Wonderwel verschijnt iedereen weer fit op de tweede dag. Tussen de pauzes en tussendoor wordt wel al meer met het thuisfront en de werkgever gebeld, bijvoorbeeld over de laatste perikelen voor het weekend. Het overduidelijke bewijs dat deze studenten allemaal midden in hun ‘baan’ staan en sterk de ambitie hebben om daarin door te groeien. Trainer Hans Reijnders: ‘Het geeft mij altijd heel veel voldoening als na twee dagen de groepen als gemotiveerde teams de residentiële bijeenkomst verlaten, deze keer in het Groningse studiecentrum. Het zijn toch zeer zware dagen voor de studenten doordat zij zich in zeer korte tijd een aantal vaardigheden moeten eigen maken waarmee zij als bedrijfskundig adviseur de noodzakelijke gegevens van het probleem boven water kunnen halen in het bedrijf of instelling van de opdrachtgever.
Kortom, de residentiële practica van deze cursus mogen zich verheugen in een grote belangstelling en door de concrete benadering en uitwerking vormt het voor de faculteit Managementwetenschappen én voor de studenten een prima combinatie. Het studiecentrum Groningen vindt het een plezier om deze mensen in huis te hebben. Graag tot een volgende keer! Met dank aan Max van Luik en Pim Hunfeld Caroline Visser / sc Groningen
26
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
onderwijs – Natuurwetenschappen
Landelijke dag
Aardwetenschappen Staatssecretaris Rutte lovend over VMAB Tot verrassing van faculteit en studenten verscheen er op de EduSite van SURF een lovende column over het Virtueel milieuadviesbureau (VMAB), de cursus die de afstudeeropdracht vormt van de wo-bachelor-
Op 23 april organiseert de faculteit Natuurwetenschappen de landelijke dag Aardwetenschappen in het studiecentrum van de Open Universiteit in Antwerpen. Aan het programma wordt momenteel nog gewerkt. Op de website van de faculteit kunt u vanaf maart 2005 meer informatie vinden. Noteert u de datum alvast in uw agenda! Het adres van de facultaire webpagina is: www.ou.nl/info-alg-nw/nieuws.htm.
opleiding Milieu-natuurwetenschappen. De verrassing was groot omdat de columnist niemand minder was dan de staats-secretaris van onder-
Proefstudenten gezocht
wijs, drs. Mark Rutte.
Scientific Publishing on Environment and Sustainability
Als faculteit Natuurwetenschappen zijn we apetrots dat de staatssecretaris het Virtueel milieuadviesbureau ziet als een belangrijke vernieuwing van de 21ste-eeuwse onderwijspraktijk. De docenten Wilfried Ivens en Angelique Lansu hebben dan ook direct gereageerd op zijn verzoek om aan te mogen schuiven en hem uitgenodigd voor een virtueel bezoek aan InCompany Milieuadvies. Waarschijnlijk zal Rutte op 16 juni 2005 aanschuiven bij een reguliere slotbijeenkomst in studiecentrum Eindhoven. Natuurlijk virtueel: via webcam en internet. Tijdens die slotbijeenkomst geven studenten aan de aanwezige opdrachtgevers hun adviezen. Bij de presentaties zijn naast de opdrachtgevers ook de docenten aanwezig. Deze keer zal ook de staatssecretaris, als opdrachtgever voor het hoger onderwijs, een halfuurtje deelnemen. De communicatiemedewerkers van InCompany Milieuadvies, ook studenten, zijn druk bezig met de voorbereidingen. De column van Mark Rutte heeft op 18 januari gestaan op Edusite: www.edusite.nl/edusite/columns/14093. EduSite geeft nieuws, achtergronden en opinie over ict-ontwikkelingen in het (inter)nationale hoger onderwijs. De site is een initiatief van SURF, de samenwerkingsorganisatie van het hoger onderwijs en onderzoek op het gebied van netwerkdienstverlening en informatie- en communicatietechnologie (ICT). Het webadres is: www.edusite.nl. Het eerste experiment met het Virtueel milieuadviesbureau vond plaats in 1998, als eerste pilot van het innovatieproject op gebied van bedrijvend leren ‘Virtueel Bedrijf’ van het toenmalige directoraat Natuur- en Technische wetenschappen van de Open Universiteit. Intussen is dit experiment uitgegroeid tot een naar inhoud en duur flexibel in te vullen competentiegerichte afstudeeropdracht voor de afronding van de wo-bacheloropleiding Milieu-natuurwetenschappen van de faculteit Natuurwetenschappen. Het virtueel-bedrijfsconcept wordt nu ook toegepast op andere opleidingen binnen en buiten de OUNL; zie: www.du.nl/virtueelbedrijf. Overigens stond in Modulair 3, november 2004, een uitgebreid artikel (p10-11) over het VMAB. U kunt dit artikel ook oproepen uit het archief van e-modulair (www.ou.nl/modulair); ga naar ‘zoeken’ en tik in: ‘20041002’. Angelique Lansu
We kunnen enkele studenten plaatsen in de proeftoetsing van een nieuwe module rond het leren schrijven van een artikel. Dit gebeurt in samenwerking met andere universiteiten. Wil je: - oefenen met het structureren van je onderzoeksresutaten? - ervaring opdoen met het schrijven van een (wetenschappelijk) artikel? - ervaren wat er allemaal komt kijken in een publicatietraject? - meer weten over wat peer review eigenlijk is? Dan is het voor jou misschien wel interessant om mee te doen aan de proeftoets van de onderwijsmodule Virtual Masterclass: Scientific Publishing on Environment and Sustainability. Mocht je serieus interesse hebben, meld je dan zo spoedig mogelijk aan bij Wilfried Ivens, die ook nadere inlichtingen kan verstrekken. Er zijn maar een paar plaatsen beschikbaar, dus helaas zullen we niet iedereen kunnen plaatsen. Dr. W.P.M.F. Ivens, Open Universiteit Nederland, Postbus 2960, 6401 DL Heerlen, e-mail:
[email protected]; tel: 045-5762707; fax: 045-5762115.
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
27
onderwijs – Rechtswetenschappen
2e Discussiegroependiner Nederlands recht Ben je gebruiker, als student of begeleider, van de discussiegroepen op In Memoriam Jos Silvertand
Studienet? Ben je benieuwd welke gezichten er horen bij alle digitaal gestelde vragen, gegeven antwoorden en betrokken stellingen? Wil je de
Op 26 januari 2005 overleed oudNW-collega Jos Silvertand. Jos was een OU-man van het eerste uur. Voor (oud) studenten uit de pioniersjaren van de Open Universiteit in zuidoost Nederland was Jos de eerste persoon van de Open Universiteit met wie ze bij hun eerste cursus, de Oriëntatiecursus Natuurwetenschappen, contact hadden. Deze eerste studenten bewaren samen met de collega-medewerkers uit die tijd prettige herinneringen aan deze warme en joviale docent. In die tijd was Jos ook betrokken bij de vakgerichte laboratoriumpractica uit de begintijd. In de jaren negentig was Jos, werkzaam vanuit de centrale vestiging in Heerlen, als stafstudiebegeleider de spil van de faculteit naar de studiebegeleiders toe. Ook naar de studenten had hij een belangrijke rol, onder andere bij de organisatie van de eerste NW-symposia en de oprichting van de faculteitsvereniging NouW. Zijn gezondheid dwong hem het rustiger aan te doen; in 1998 nam hij afscheid van de faculteit NW en van de Open Universiteit. In dat jaar is hij benoemd tot ere-voorzitter van NouW, de bijbehorende oorkonde kreeg hij uitgereikt tijdens een bezoek bij hem thuis in Baexem van het voltallige NouW-bestuur. Jos werd slechts 61 jaar. Collega’s van de faculteit Natuurwetenschappen
afstand die voor de meesten van ons hoort bij het studeren of doceren aan de Open Universiteit eens overbruggen? Heb je zin om eindelijk eens mondeling met al die bekenden van gedachten te wisselen over de studie en de wereld erbuiten? Kom dan naar het 2e Discussiegroependiner Nederlands recht, op de avond van zaterdag 23 april aanstaande.
Vorig jaar voor het eerst, dit jaar - op verzoek van de deelnemers van toen - al een traditie! Het wordt een informeel etentje waar iedereen welkom is die ook maar enigszins betrokken is bij een discussiegroep voor de studie Nederlands recht: de fervente schrijver, de schuchtere meelezer en de geplaagde moderator. Als locatie kiezen we een betaalbaar restaurant in Utrecht, centraal gelegen en goed bereikbaar met zowel openbaar vervoer als auto. Waar dat zal zijn weten wij nu nog niet precies, omdat op dit moment het aantal deelnemers nog niet nauwkeurig genoeg te voorspellen valt. Na afloop wandelen er zeker meerdere deelnemers naar het NS-station en de nabijgelegen parkeergarages, zodat niemand alleen naar trein of auto hoeft te lopen. Voor de goede orde: de kosten van het diner zijn voor eigen rekening. Vind je het leuk om je medegebruikers van de discussiegroepen eens te ontmoeten? Kom dan naar het Discussiegroependiner! Meld je bij ons aan met een e-mail naar
[email protected]. Op 23 maart a.s. tellen we de reacties en snel daarna hoor je meer van ons over de precieze plaats en tijd. We hopen velen van jullie op 23 april te ontmoeten! Henriëtte Ridderikhoff en Martin van den Boogaard
28
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
onderwijs – Psychologie tentameninfo
Kunt u uw emoties wel kwijt via Internet? Slechts tien minuten vraag ik van u om mee te werken aan een onderzoek naar het gebruik van emoticons. Tegenwoordig vindt steeds meer communicatie plaats via het Internet. Ook in het studeren bij de Open Universiteit is er steeds meer de tendens om onderwijsmateriaal digitaal aan te bieden en studenten via het internet te laten samenwerken. De verwachting is dat dit in de toekomst alleen maar zal toenemen. Het is evident dat digitale communicatie heel anders verloopt dan reguliere face-to-face communicatie. Ik doe promotie-onderzoek naar het uiten van emoties via Internet. Daarbij ben ik vooral geïnteresseerd in het gebruik van emoticons, in de volksmond ook wel smileys genoemd. Ik ben benieuwd welke motieven mensen hebben om emoticons te gebruiken en of ze bijdragen aan een betere communicatie. Ik zou het heel erg op prijs stellen als studenten van de Open Universiteit in grote getale deelnemen aan mijn onderzoek. Het onderzoek staat in de maand april online via de site van Psychologie Magazine (www.psychologiemagazine.nl) onder het hoofdje wetenschap, online experiment. De resultaten worden gerapporteerd in het oktobernummer van Psychologie Magazine. Alvast hartelijk dank voor de medewerking!
onderwijs – Actief leren
Stopgezette cursus Met ingang van 1 juni 2005 wordt de cursus Beleidsnota’s (S17311) stopgezet. Deze cursus is echter sinds maart 2005 niet meer leverbaar. De laatste inleverdatum van de opdracht is 31 mei 2006. Gespreksvoering In Utrecht wordt een extra practicum Gespreksvoering (S17211) gehouden. De data zijn: maandag 9/5, dinsdag 17/5, maandag 23/5, maandag 30/5, dinsdag 7/6, maandag 13/6, maandag 20/6, maandag 27/6. Telkens van 18.30 tot 21.30 uur.
Daantje Derks universitair docent Psychologie
Vervolg Afgestudeerden p32 dhr. N.H. Huntelaar (mr.), Hummelo, Scriptie: Blauwe diensten. Privaatrechtelijke alternatieven voor publiekrechtelijke bevoegdheden. dhr. R. Janse (mr.), Rotterdam mw. L.E.J.H. Janssen-Bloemarts (mr.), Driebergen, Scriptie: Recidive en straftoemeting. Een zoektocht naar de mate waarin recidive de straftoemeting kan en mag beïnvloeden. dhr. A.W.J. Kas (mr.), Steenwijk, Strafrechtelijke Opvang Verslaafden. Een discutabele sanctie in het strafrecht. mw. R.M. de Keyser (mr.), Boskoop, Scriptie: Brancheorganisaties, keurmerken en mededingingen.
mw. W.A.J. van de Moosdijk (mr.), Veldhoven, Scriptie: De drietrapsraket in de ontwikkeling van arbeidsvoorwaarden. Een onderzoek naar de juridische status van een afspraak tussen een werkgever en een werknemer in het kader van een meerkeuzensysteem van arbeidsvoorwaarden. mw. J.H.G. Schalken-Kroon (mr.), Twijzel, Scriptie: Beschermt onze democratie zichzelf?
Vrij wo dhr. R. Abrizeh (drs.), ‘s-Gravenhage, Afstudeeropdracht: Data Quality Management. Kwaliteitsverbetering van databestanden.
dhr. G.A. van Duijn (drs.), ‘sGravenhage, Scriptie: Strategische veranderingen vragen om Programmamanagement. dhr. M. Mooijekind (drs.), Noordwijk, Afstudeeropdracht: SW-CMM onderzoek in een Java/WebSphere ontwikkelorganisatie. SW-CMM onderzoek naar de herhaalbaarheid en voorspelbaarheid van systeemontwikkeling in een Java/WebSphere ontwikkelorganisatie. Dhr. C.J. Netjes* (mr.), Steenwijk, Scriptie: Aanbesteden met beleid. Europese aanbestedingsregels, ruimte voor gemeentelijke invulling of aanvulling? * In Modulair 4 werd de heer Netjes abusievelijk aangeduid als ‘mw’. Ter rectificatie hebben we de scriptie opnieuw opgenomen.
Mini-conferentie over recente ontwikkelingen assessment Op vrijdag 29 april aanstaande organiseert de masteropleiding Actief leren wederom een mini-conferentie. De bijeenkomst is deze keer gewijd aan de nieuwste inzichten op het gebied van assessment en de daartoe benodigde technieken. Op het programma staan een key note van professor Mien Segers, Universiteit Leiden, drie workshops met hands-on ervaringen, twee parallelsessies met presentaties van onderzoeksresultaten, en een paneldiscussie. Deze miniconferentie kan worden bijgewoond door studenten van alle opleidingen, ook van buiten, en andere belangstellenden. De locatie is studiecentrum Parkstad Limburg op de hoofdvestiging van de Open Universiteit te Heerlen. De omslag naar competentiegericht onderwijs vraagt niet alleen om een verandering in de wijze van instructie en leren maar ook in de wijze waarop wij - als docenten, trainers en onderwijskundigen - nagaan of deze competenties verworven zijn. Waar wij vroeger over toetsing spraken, gaat het de laatste jaren over assessment. Assessment bepaalt wat en hoe studenten leren. Als feiten getoetst worden, zullen de studenten vooral feiten leren. Dit is immers waar ze op afgerekend worden. Ook docenten richten zich in hun lessen daarop. Dit is immers waar de studenten op voorbereid moeten worden. Assessment heeft dus een grote invloed, wat ook met zich meebrengt dat het heel moeilijk is het onderwijs te veranderen zonder assessment ook aan te pakken. De mini-conferenties worden twee keer per jaar binnen de cursus Trends en ontwikkelingen in actief leren georganiseerd. Meer nformatie over de komende miniconferentie en inschrijving vindt u op: www.ou.nl/actiefleren/ miniconferentie290405.htm. Wilt u meer weten over de miniconferentie(s), ga naar: www.ou.nl/info-alg-symposium.
29 CO LO F O N
studiebegeleiding
Sys-tentamentijden studiecentra
Modulair verschijnt in een oplage van 30.000 exemplaren en wordt uitgegeven door de afdeling Voorlichting, Service en Informatie van de Open Universiteit Nederland ISSN 0920-2560. Studenten en alumni krijgen het blad toegestuurd. Voor personeel wordt het verspreid via de secretariaten.
Rooster bijeenkomsten groepsbegeleiding en de studie-
Redactieraad Modulair en e-Modulair worden redactioneel bewaakt binnen de uitgangspunten zoals Nederland Bereikbaarheid Studiecentrum Enschede Studiecentrum Zwolle geformuleerd door de Redactieraad Modulair. Dhr. drs. P. ten Hacken: ma en di 14.00-17.00 uurtelefoon: in sc Breda. 053-4871680 telefoon alg.: 038-4658333 Leden: voorzitter Koos Baas, ing. (Informatica); drs. Nanda telefoon Boers (Psychologie); drs. Max van Luik Studiecentrum Alkmaar Dhr. ir. H. Walhout: uitsluitend via e-mail: do 18.30-21.30 uur, sys: 038-4654635 (Managementwetenschappen); ir. Angelique Lansu telefoon alg.: 072-5155114
[email protected] vr 09.30-12.30. wo 14.00-17.00/19.00-22.00 uur, (Natuurwetenschappen); drs. John Dohmen di 18.00-21.00 uur, za 10.00-13.00 uur. (Rechtswetenschappen); drs. Dick Disselkoen Natuurwetenschappen wo 14.00-17.00 uur, Provinciaal steunpunt Friesland(Cultuurwetenschappen); drs. Olga Steijns (BBO/Communicatie); Vlaanderendrs. Maaike Hendriks (OTEC); do 18.00-21.00 uur, telefoon: 058-2159019 drs. Nelleke Eelman (studiecentra/steunpunten); N14112 Aarde, mens enuur. milieu-introductie in dewo milieuweza 9.30-12.30 18.00-21.00 uur, Bernadette Kop (Ondernemingsraad/StudentenBogaert (Modulair/e-Modulair). Studiecentrum Antwerpen tenschappen (KMT) do 14.00-17.00/18.00-21.00 uur,raad); Frans
gids worden in deze rubriek gepubliceerd en één keer her-
Studiecentrum Nijmegen Amsterdam Studiecentrum
haald. Mocht u desondanks een bericht gemist hebben,
De bijeenkomsten in het tweede semester komen te telefoon alg.: 020-5788411
raadpleeg dan dezelfde rubriek ‘Studiebegeleiding’ op e-
vervallen. telefoon sys: 020-5788429
Waarom deze rubriek raadplegen? In de planning en organisatie van begeleidingsbijeenkomsten kunnen op een later tijdstip altijd veranderingen of aanvullingen optreden. Ook kan de standaardbegeleider van een cursus wijzigen of de bereikbaarheid van een studiebegeleider. Waar mogelijk zal de studiebegeleider of het studiecentrum u hiervan op de hoogte stellen. Wijzigingen of aanvullingen op de begeleidingsinformatie in het
Modulair (www.ou.nl/modulair) alwaar alle berichten afhankelijk van de actualiteit blijven staan tot aan de verschijning van een nieuwe versie van genoemde media.
ma 18.30-21.30 uur,
Psychologie di 14.00-17.00/18.30-21.30 uur, do 18.30-21.30 uur (even weken),
Berichten die nieuw zijn ten opzichte van de vorige
S12112 Inleiding in de psychologie (KMT) vr 10.30-13.30 uur,
Modulair staan in rood.
Studiecentrum Rotterdam za 10.00-13.0 0 uur.
za 09.30-12.30 uur.
Studiecentrum Groningen telefoon: 050-3138300 di 18.30-21.30 uur, do 14.30-17.30 uur, za 10.30-13.30 uur.
telefoon: 032-204771 Redactieadres di 13.00-16.00 Valkenburgerweg 177uur, Postbus 2960, 6401 DLuur, Heerlen wo 09.30-12.30 telefoon: do045-5762670 18.00-21.00 uur. fax: 045-5762766 e-mail:
[email protected], internet: www.ou.nl/modulair Studiecentrum Brussel telefoon 026-292439 Hoofd- en eindredactie do 13.00-16.00 uur. Frans Bogaert
Groep 2: de datum van de vijfde bijeenkomst is Studiecentrum gewijzigd Nijmegen
Cultuurwetenschappen
in wo 18 mei (was 25 mei). Studiecentrum Breda telefoon alg.: 076-5711608
telefoon: 024-3612000 di 18.30-21.30 uur,
Begeleiding
Bereikbaarheid telefoon sys: 076-5715288
C25231 Tekst en effect
Mw. dr. S. Osterhaus: ma 14.00-15.00 uur in sc Den ma 18.00-21.00 uur, do Haag. 18.30-21.30 uur,
Studiecentrum Parkstad Limburg
Mw. drs. M.do Stap: vr 10.00-11.00 uur in uur psp Drenthe. 13.30-16.30/18.00-21.00 vr 09.30-12.30 uur.
De data van de bijeenkomsten zijn gewijzigd. De laatste
za 10.00-13.00 uur (oneven
wo 18.30-21.30 uur,
Bureauredactie Studiecentrum Diepenbeek Nicolle Delnoy, Romy Ewoldt telefoon: 011-268162 Redactiesecretariaat wo 13.30-16.30 uur, Nicolleza Delnoy 9.30-12.30 uur.
Geen sys-tentamens op za 26-3 Teksten Angelique Irene Hanraets, Caroline Visser, en zaLansu, 7-5-2005. Han Roffelsen, Pieter Geluk, Henriëtte Studiecentrum Parkstad Limburg Ridderikhoff, Martin van den Boogaard, , Marijke Studiecentrum Gent Chester Bogaardt, telefoon: 045-5762100 te Hennepe, Fred Meeuwsen, Troost telefoon:Paul 09-2648564 di 13.30-16.30/18.30-21.30 uur, Frans Bogaert,
bijeenkomst is op wo 30-3.
Rechtswetenschappen weken).
Managementwetenschappen
Bereikbaarheid Studiecentrum Den Haag
B15111 Regressie en tijdreeksanalyse
Mw. mr. J. telefoon: Hubbeling: do 14.00-15.00 uur in sc Den ma 18.00-21.00 uur, 070-3614701 woHaag. 13.30-16.30/18.30-21.30 uur Ontwerp Dhr. mr. T. ma Wissing: het spreekuur op vrijdag is vervallen. 13.30-16.30 uur, 17.30-20.30 uur, vr 09.30-12.30 uur. Judith wo Schlechtriem
(Academische vaardigheden 2)
di 14.30-17.30 uur,
Studiecentrum Breda
wo 17.30-20.30 uur,
Studiecentrum Rotterdam
De resterende bijeenkomsten zijn op ma 18-4 en 30-5.
do 14.30-17.30 uur,
telefoon: 010-2771480.
Studiebegeleider is dhr. drs. P. ten Hacken.
za 09.30-12.30 uur.
ma 18.00-21.00 uur,
E12121 Statistiek 1
Provinciaal steunpunt Drenthe
wo 14.00-17.00 uur,
Wegens de geringe belangstelling zullen er enkel bijeen-
telefoon: 0591-853265
do 14.00-17.00 uur,
komsten worden gehouden in de studiecentra Utrecht en
di 14.00-17.00 /18.00-21.00 uur,
za 09.00-12.00 uur (oneven
Zwolle. De bijeenkomsten in de overige studiecentra
wo 14.00-17.00/18.00-21.00 uur,
weken).
komen dus te vervallen.
do 14.00-17.00 /18.00-21.00 uur,
Studiecentrum Zwolle
vr 09.30-12.30 uur.
di 18.00-21.00 uur,
De data van de bijeenkomsten zijn gewijzigd. De resterende bijeenkomsten zijn op wo: 13-4, 18-5, 08-6.
Studiecentrum Eindhoven telefoon: 040-2472901
E32211 Financieel management 1
di 13.30-16.30 uur,
Standaardbegeleider is dhr. drs. H. Spekreijse.
do 18.15-21.15 uur, za 09.15-12.15 uur.
E32311 Financieel management 3 Standaardbegeleider is dhr. prof. dr. A. Herst.
E33211 Financieel management 2 Standaardbegeleider is dhr. dhr. J. Buunk.
vr 09.30-12.30 uur Fotografie Geen sys-tentamens op vrij 18-3 Peter Strelitski (cover), The Image House, Lucas enCaroline ma 28-3Visser, en vrijJan-Willem 6-5-2005. Strijbos, Mouton, Judith Schlechtriem, Chris Peeters, Lisette Meijrink Studiecentrum Kortrijk Druk telefoon: 056-246139 OBT bv,diDen Haag 18.15-21.15 uur.
Papier Studiecentrum Terrapress mat 80gr Leuven telefoon: 016-327737 Advertenties do 18.00-21.00 uur. Studiecentrum Utrecht Jetvertising telefoon: 030-2511827 Laan van Zuidhoorn 37 In Rijswijk alle studiecentra géén ma 14.00-17.00/18.30-21.30 uur,2289 DC telefoon: 070-3990000tijdens feestdagen. sys-tentamens di 14.00-17.00 uur, fax: 070-3902488 do 14.00-17.00/18.30-21.30 uur,e-mail:
[email protected] vr 9.30-12.30 uur. Voor mensen met een leeshandicap wordt Modulair ook op audio-cd ingesproken. Provinciaal steunpunt Zeeland Inlichtingen: FNB, lectuur en informatie voor mensen met een leeshandicap. postbus 24, 5360 telefoon: 0118-489714 AA Grave. Telefoon: 0486-486486, fax: 0486-476535 vr 09.00-12.00 uur. internet: www.fnb.nl Algemene inlichtingen Service en informatie telefoon: 045-5762888 dagelijks van 09.00-16.30 uur internet:
[email protected]
30
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
tentameninfo
In deze rubriek staan wijzigingen van tentamendata,
1 het terugbrengen van het aantal openingsuren van studiecentra
Modulair. Alleen aanvullingen hierop worden vermeld in de
tentamenvorm en toegestane hulpmiddelen.
2 Het aantal reguliere tentamens per tentamenavond was bij
rubriek van de Commissie voor de examens in Modulair. Deze
Deze wijzigingen kunnen het gevolg zijn van nieuwe cursus-
5 tentamenavonden laag. Naar verwachting zal het aantal
sen, uit roulatie genomen cursussen of cursussen die in/uit
regulier schriftelijke tentamens nog verder afnemen door
sys zijn gegaan. De aanvullingen en wijzigingen borduren
het beperken van het aantal cursussen en door het feit dat
voort op cursus- en/of tentameninformatie die is opgenomen
steeds meer cursussen via sys dan wel met een opdracht
in de studiegids en/of de cursussite. De nieuwe informatie wordt telkens één keer herhaald, dus noteer belangrijke wijzi-
afgenomen worden. 3 Er zijn formeel bij de Commissie voor de examens resp.
informatie vindt u ook op Studienet.
Cultuurwetenschappen C15311 De middeleeuwse ideeënwereld De tentamenopgaven van deze cursus zijn geheim. Dit bete-
gingen in uw agenda! Sys-tentamens worden altijd in het stu-
Service en informatie tot op heden weinig klachten binnen
kent dat de tentamenopgaven en het gebruikte kladpapier na
diecentrum afgenomen. Een aanmelding voor een sys-tenta-
gekomen. Gebleken is dat deze klachten pas tot problemen
afloop van de tentamenzitting worden ingenomen. De laatste
men kunt u sturen naar het studiecentrum waar u dit
leiden als een student voor 2 cursussen 2 keer zakt.
tentamenmogelijkheid voor deze cursus is op 12 april 2005.
sys-tentamen wilt afleggen.
Alleen studenten die in het buitenland een sys-tentamen maken of studenten die behoren tot speciale categorieën (han-
4 Ook is naar voren gekomen dat de problemen zich voor doen bij die faculteiten, waar relatief weinig tentamens via
C38312 De canon in de kunst; theorie en geschiedenis van de
sys getentamineerd worden.
westerse beeldende kunst.
5 De Commissie voor de examens hanteert een hardheids-
Zoals in de studiegids vermeld, zal de tentamenvorm met
dicap of detentie) kunnen hun sys-aanmelding sturen naar de
clausule voor die studenten die gehinderd worden in hun
ingang van het studiejaar 2004-2005 worden gewijzigd van
afdelig Tentaminering & Certificering in Heerlen.
studievoortgang door het hanteren van 3 tentamenavonden.
een regulier schriftelijk tentamen in een schriftelijke
Hetzelfde geldt voor sys-inzages. Ook de verzoeken tot inzage
Hier wordt per geval nagegaan of er een en zo ja welke
opdracht. De omschrijving van de opdracht zal vanaf dat
moeten worden gezonden naar het studiecentrum waar de
oplossing mogelijk is. Het gaat dan om klachten van studen-
moment deel uitmaken van het cursusmateriaal. Aan thans
student inzage wil plegen. Deze verzoeken moeten binnen
ten die aantoonbaar in de problemen komen door de terug-
voor de cursus ingeschreven studenten die nog tentamen
twee weken na de datum van de voorlopige tentamenuitslag
gang naar 3 tentamenavonden en die dus niet te wijten zijn
moeten afleggen, zal de omschrijving van de opdracht wor-
bij het studiecentrum zijn ontvangen. Verzoeken die na afloop
aan de eigen planning.
den nagezonden.
van deze termijn worden ontvangen, worden niet meer
Afgesproken is dat deze klachten via Service en informatie
behandeld. De daadwerkelijke inzage vindt daarna plaats.
lopen. Daar wordt eerst nagegaan welke andere mogelijkheden
C44121 Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, deel 1
de student kan benutten.
Sinds 1 november 2004 in sys. Dit betekent dat u zich sinds 1 november kunt aanmelden voor een systentamen.
Actuele wijzigingen met betrekking tot cursussen worden tevens vermeld op de cursussite van Studienet. Raadpleegt u
Uitzondering op besluit inzake zakrekenmachines
deze site bij twijfel! Heeft u toch nog vragen dan kunt u contact
Alle typen zakrekenmachines zijn op tentamens toegestaan.
C45121 Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, deel 2
opnemen met Service en informatie.
Dit betekent dat het onderscheid in programmeerbare en
De tentamendata voor deze cursus in het academisch jaar
niet-programmeerbare zakrekenmachines is vervallen.
2004-2005 zijn 12-4, 28-6 en 30-8-2005.
Aanmeldtermijnen Reguliere tentamens en sluitingsdata
Inmiddels is gebleken dat bij een aantal cursussen de tenta-
De aanmeldtermijnen voor reguliere tentamens zijn langer
besloten om voor de volgende cursussen een uitzondering te
dan voor sys-tentamens. U vindt deze op de website studie-
maken en uitsluitend geen programmeerbare zakrekenmachi-
T27221 Besturingssystemen
aanbod.ou.nl/tentamens.htm.
ne toe te staan totdat de tentamens zijn aangepast en dit in
De tentamenvorm voor deze cursus is per 1 november 2004
Sluitingsdata van de tentamenperiode:
Modulair of anderszins medegedeeld is. Omdat het merendeel
veranderd. In de nieuwe opzet wordt het tentamen een bij-
- 11-4 t/m 13-4-2005, sluitingsdatum 16-3-2005,
van de studenten wellicht reeds beschikt over een niet-pro-
zondere verplichting dwz het betreft een individuele
- 27-6 t/m 29-6-2005, sluitingsdatum 1-6-2005,
grammeerbare zakrekenmachine (in de cursus geadviseerd)
opdracht op afspraak. De eerder vastgestelde data voor regu-
- 29-8 t/m 31-8-2005, sluitingsdatum 3-8-2005,
verwacht de Commissie voor de examens op dit punt gen
lier schriftelijke tentamens komen daarmee te vervallen. Het
- 7-11 t/m 9-11-2005, sluitingsdatum 12-10-2005,
problemen.
tentamen kent in de nieuwe opzet twee verplichte compo-
- 23-1 t/m 25-1-2006, sluitingsdatum 21-12-2005, Let op: de
De uitzondering geldt voor de cursussen:
nenten:
E08121 Wiskunde in (het) bedrijf 1
- een thuis uit te werken practicum (deze telt voor 30% van
- 10-4 t/m 12-4-2006, sluitingsdatum 15-3-2006,
E12221 Wiskunde in (het) bedrijf 2
het eindresultaat)
- 26-6 t/m 28-6-2006, sluitingsdatum 31-5-2006,
T07121 Discrete wiskunde A
- kort schriftelijk tentamen van 90 minuten, bestaande uit 10
- 28-8 t/m 30-8-2006, sluitingsdatum 2-8-2006.
T08121 Continue wiskunde 1
korte open vragen (telt voor 70% van het eindresultaat)
sluitingsdatum is 1 week vervroegd i.v.m. de kerstvakantie!
minering nog niet aan dit besluit is aangepast. Daarom is
T33121 Discrete wiskunde B
Informatica
Aansluitend: vaststelling eindcijfer. Cursisten die al zijn begonnen aan de huidige practicumop-
Aantal tentamendagen/-avonden in studiejaar 2005-2006 ongewijzigd
Tentamendata uitlopende cursussen
drachten kunnen deze nog als onderdeel bij de nieuwe tenta-
De Commissie voor de examens is in het tentamenrooster van
Met klem adviseren wij studenten kennis te nemen van de
menvorm inbrengen.
het nieuwe studiejaar 2005-2006 wederom uitgegaan van 3
nadere informatie omtrent cursussen die uit het onderwijs-
tentamenavonden per tentamenronde en heeft besloten om
aanbod zijn genomen (dan wel gereviseerd) en waarvan de
T32111 Context van informatica
het aantal van 3 tentamenavonden te handhaven. Bij dit
laatste tentamenmogelijkheid plaatsvindt in het academisch
In verband met de stroomlijning van de opleiding is het ver-
besluit hebben de volgende overwegingen o.a. een rol
jaar 2004-2005. Deze vindt u achterin de studiegids onder het
plichte Participatiepracticum ‘Overvol’ bij leereenheid 6 van
gespeeld:
hoofdstuk Tentamendata uitlopende cursussen en niet in
de cursus Context van informatica T32111 komen te vervallen.
www.ou.nl/modulair
16 maart 2005
31
CO LO F O N
studiebegeleiding
Het met voldoende resultaat afleggen van het tentamen is
Sys-tentamentijden studiecentra
Nederland
hiermee de enige vereiste voor het verkrijgen van het certifi-
Studiecentrum Enschede
Studiecentrum Zwolle
telefoon: 053-4871680
telefoon alg.: 038-4658333
caat geworden. In plaats van het Participatiepracticum is er
Studiecentrum Alkmaar
do 18.30-21.30 uur,
telefoon sys: 038-4654635
een extra opdracht in de cursus ‘Propedeusepracticum ict’
telefoon alg.: 072-5155114
vr 09.30-12.30.
wo 14.00-17.00/19.00-22.00 uur,
T60112 bij gekomen. De cursisten van de Contextcursus die
di 18.00-21.00 uur,
het Participatiepracticum al met een verklaring ‘voldoende’
wo 14.00-17.00 uur,
Provinciaal steunpunt Friesland
hebben afgelegd, hoeven deze extra opdracht uiteraard niet
do 18.00-21.00 uur,
telefoon: 058-2159019
meer uit te voeren.
za 9.30-12.30 uur.
wo 18.00-21.00 uur,
Managementwetenschappen
Studiecentrum Amsterdam
za 10.00-13.00 uur.
Vlaanderen
do 14.00-17.00/18.00-21.00 uur,
Studiecentrum Antwerpen
za 09.30-12.30 uur.
telefoon: 032-204771 di 13.00-16.00 uur,
telefoon alg.: 020-5788411 B12131 Management en ICT: een introductie
telefoon sys: 020-5788429
Studiecentrum Groningen
wo 09.30-12.30 uur,
Sinds 1 september 2004 in sys.
ma 18.30-21.30 uur,
telefoon: 050-3138300
do 18.00-21.00 uur.
di 14.00-17.00/18.30-21.30 uur,
di 18.30-21.30 uur,
B26231 Management en ICT: informatiestrategie en toepassing
do 18.30-21.30 uur (even weken),
do 14.30-17.30 uur,
Studiecentrum Brussel
Sinds 1 september 2004 in sys.
vr 10.30-13.30 uur,
za 10.30-13.30 uur.
telefoon 026-292439 do 13.00-16.00 uur.
za 10.00-13.0 0 uur.
Natuurwetenschappen
Studiecentrum Nijmegen Studiecentrum Breda
telefoon: 024-3612000
Studiecentrum Diepenbeek
N11221 Milieu en economie
telefoon alg.: 076-5711608
di 18.30-21.30 uur,
telefoon: 011-268162
De cursus is uit de roulatie genomen. De laatste tentamenmo-
telefoon sys: 076-5715288
wo 18.30-21.30 uur,
wo 13.30-16.30 uur,
gelijkheid voor deze cursus is op maandag 29 augustus 2005.
ma 18.00-21.00 uur,
do 18.30-21.30 uur,
za 9.30-12.30 uur.
do 13.30-16.30/18.00-21.00 uur
vr 09.30-12.30 uur.
Geen sys-tentamens op za 26-3
Psychologie
en za 7-5-2005.
za 10.00-13.00 uur (oneven weken).
S13111 Onderzoekspracticum kwantitatieve data-analyse
Studiecentrum Parkstad Limburg telefoon: 045-5762100
Studiecentrum Gent
Vanaf heden mag bij het tentamen gebruik worden gemaakt
Studiecentrum Den Haag
di 13.30-16.30/18.30-21.30 uur,
telefoon: 09-2648564
van een zakrekenmachine.
telefoon: 070-3614701
wo 13.30-16.30/18.30-21.30 uur
ma 18.00-21.00 uur,
Vanaf juni 2005 is het tentamen een open-boektentamen. Met
ma 17.30-20.30 uur,
vr 09.30-12.30 uur.
wo 13.30-16.30 uur,
andere woorden m.i.v. van het tentamen van 27 juni 2005
di 14.30-17.30 uur,
mag u tijdens het tentamen naast een zakrekenmachine en
wo 17.30-20.30 uur,
Studiecentrum Rotterdam
Geen sys-tentamens op vrij 18-3
de SPSS-uitdraai gebruikmaken van willekeurig welk cursus-
do 14.30-17.30 uur,
telefoon: 010-2771480.
en ma 28-3 en vrij 6-5-2005.
materiaal van de Open Universiteit Nederland (desgewenst
za 09.30-12.30 uur.
ma 18.00-21.00 uur,
voorzien van aantekeningen en opmerkingen), en dat men
vr 09.30-12.30 uur
di 18.00-21.00 uur,
Studiecentrum Kortrijk
ander dan OUNL-materiaal mag meenemen zoals losse aante-
Provinciaal steunpunt Drenthe
wo 14.00-17.00 uur,
telefoon: 056-246139
keningen en samenvattingen. U moet er rekening mee hou-
telefoon: 0591-853265
do 14.00-17.00 uur,
di 18.15-21.15 uur.
den dat de antwoorden op de tentamenvragen in overeen-
di 14.00-17.00 /18.00-21.00 uur,
za 09.00-12.00 uur (oneven
stemming moeten zijn met de inhoud van de OUNL-cursus die
wo 14.00-17.00/18.00-21.00 uur,
weken).
getentamineerd wordt.
do 14.00-17.00 /18.00-21.00 uur, vr 09.30-12.30 uur.
Rechtswetenschappen
Studiecentrum Leuven telefoon: 016-327737
Studiecentrum Utrecht
do 18.00-21.00 uur.
telefoon: 030-2511827 Studiecentrum Eindhoven
ma 14.00-17.00/18.30-21.30 uur,
In alle studiecentra géén
R06261 Rechtspersonenrecht 1
telefoon: 040-2472901
di 14.00-17.00 uur,
sys-tentamens tijdens feestdagen.
Sinds 1 september 2004 in sys.
di 13.30-16.30 uur,
do 14.00-17.00/18.30-21.30 uur,
do 18.15-21.15 uur,
vr 9.30-12.30 uur.
R07361 Rechtspersonenrecht 2 Sinds 1 september 2004 in sys.
za 09.15-12.15 uur. Provinciaal steunpunt Zeeland telefoon: 0118-489714
R10162 Inleiding strafrecht Sinds 1 september 2004 in sys.
R21261 Ondernemingsrecht Sinds 1 september 2004 in sys.
vr 09.00-12.00 uur.
afgestudeerden
Wo bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen dhr. H.C. Schenk (B.A.) Huizen mw. A. van der Woude-Onrust (B.A.) Workum Wo-opleiding Algemene cultuurwetenschappen dhr. P.J.W. den Hartog (drs.) Emmen, Scriptie: Adolf Hitler. Het ontstaan van zijn antisemitisme.
Informatica Wo bacheloropleiding Technische informatica dhr. L.E.M. Aarts (B.Sc.), Enschede, technische afstudeerrichting
Managementwetenschappen Wo-opleiding Bedrijfswetenschappen dhr. B.P. Abbes, Haarlem, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Innovatiemanagement van vliegtuigbouwkundig ontwerpbureau. mw. M.P.W. Bruens, Breda, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: HR Scorecard. Een wereld van verschil? dhr. P.L.M.P. Groosman, Axel, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Een verkennend onderzoek naar trainingen in emotionele intelligentie. mw. N.J. Huizinga, Maarssen, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Over de grenzen van samenwerking. Een onderzoek naar elementen in de Italiaanse, Belgische en Nederlandse cultuur die invloed hebben op een internationale joint venture. dhr. J.A.M. Janssen, Wychen, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Op weg naar loyaliteit.
De invloed van discrepanties tussen verwachtingen en ervaringen. dhr. R. Kock, Amstelveen, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Samenhang tussen balans in teamsamenstelling en resultaten van het team. De modererende invloed van gedragskenmerken van de projectmanager en ervaring met teamsamenstelling.
dhr. A.J.H.W. van Velthoven, Best (drs.) Afstudeeropdracht: Management control binnen DELA Uitvaartverzorging B.V. Onderzoek naar kritische succesfactoren voor ontwerp en implementatie van een Management Control System binnen een professionele dienstverlenende organisatie. Wo-opleiding Bestuurskunde
dhr. P. Komen, Eindhoven, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Samen Ontwikkeld. Een studie naar samenwerkingsvormen bij productontwikkeling. dhr. H.T.A.E. Laeven, Gulpen, marketing en logistiek (drs.) Afstudeeropdracht: Concurrentiestelling of samenwerking? Onderzoek naar alternatieve inkoopstrategieën voor hefboomproducten.
dhr. K.G. Geers, Zuidwolde (drs.) Afstudeeropdracht: De kwaliteit van de zelfevaluatie van Friese gemeentebesturen. Een onderzoek naar de meting van bestuurskracht van Friese gemeenten in 2002-2003. mw. J.P.M. Leijen-Jacobs, Venlo (drs.) Afstudeeropdracht: Budgetsubsidiëring in de vrouwenopvang. Een onderzoek in drie gemeenten.
mw. A.R. van Leeuwen, Zoetermeer, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Verandervermogen: hoe kunnen organisaties dit meten? Een literatuuronderzoek naar de bruikbaarheid van modellen die verandervermogen meten.
mw. M.M. Setz, Vijfhuizen (drs.) De kwaliteit van Hollands burgerjaarverslagen. Een onderzoek naar de kwaliteit van burgerjaarverslagen uit 12 gemeenten rond de Haalemmermeer over de jaren 2002 en 2003.
dhr. O. Munir, Rotterdam, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Cultuur en de organisatie. Een onderzoek naar de huidige en gewenste cultuur binnen KPMG Management Services (KMS).
Wo-opleiding Management, informatie en technologie
dhr. L.J.Q. van Rooden, Schalwijk, strategie en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Meten is weten. Ook bij verandering van organisatiestructuur? Een afstudeeronderzoek binnen het Facilitair Bedrijf van Rabobank Nederland naar de mogelijke invloed van het INK-managementmodel op de organisatiecultuur. dhr. M.G. Slijkerman, Hoorn (drs.) Afstudeeropdracht: Weerstand tegen veranderingen of veranderingsbereidheid. Een empirisch onderzoek naar weerstand tegen veranderingen/veranderingsbereidheid in organisaties, en in het bijzonder binnen de ABN AMRO Bank, Group Audit BU NL.
Coördinator van het studiecentrum, Caroline Visser, ontvangt de kandidaten voor de officiële buluitreiking op dinsdag 1 februari. Op de foto vlnr: dhr. Boosman (NW), dhr. Bosch (NW), mw. Smith (NW), mw. Visser (coördinator) en dhr. Degenkamp (PSY). Daarna wordt de volgorde van ‘optreden’ besproken. De spanning stijgt.
dhr. A.J.M.G. Schampers, Zevenbergen (drs.) Scriptie: Een beter inzicht in de beleidsproblematiek van de gemeentelijke informatievoorziening. Op weg naar een bruikbare assessmentmethode.
Natuurwetenschappen Masteropleiding Milieu-natuurwetenschappen mw. A.M. Smith-Teekens (M.Sc.), Beerta, Afstudeeropdracht: Herstel van kweldervegetatie in een binnendijks gebied in Noord Groningen.Compensatie van het verlies van buitendijkse kwelders. Wo-opleiding Milieu-natuurwetenschappen mw. L. Levöleger, Rabewijk, afstudeerrichting natuurwetenschappelijke specialisatie (drs.) Afstudeeropdracht: Milieuparameters als indicator voor optimale productie van Polyamide 6.
Psychologie Wo-bacheloropleiding Psychologie mw. A.M.S. Bellemakers (B.Sc.), Oirsbeek, afstudeerrichting gezondheidspsychologie
dhr. J. de Wilde (B.Sc.), Schellebelle, België, afstudeerrichting gezondheidspsychologie Wo-opleiding Psychologie, afstudeerrichting arbeids- en organisatiepsychologie dhr. M.T. Degenkamp (drs.), Groningen, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: Werkbeleving van zorgkundigen. De relatie met Taakeisen, Autonomie, Sociale steun, Self-efficacy en mogelijke modererende effecten. mw. R.M.A. Huver-Veldman (drs.), Roermond, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: Motivatie en Welbevinden bij de RIAGG MiddenLimburg. Een Basis voor een Personeelsbeleid dat Aansluit bij Geslacht, Leeftijd, Functie en Duur van het Dienstverband van Medewerkers. mw. A. Rebel (drs.), Ede, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: Geen Zin in Werk. De Relatie tussen Existentiële Zingeving, Taakeisen, Sturingsmogelijkheden, Sociale steun, Self-Efficacy en Burnout bij leerkrachten. dhr. P.F.W. Rüland (drs.), Aken, Duitsland, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: Invloed van de Aard van het Dienstverband op het Psychologisch Contract en Commitment. dhr. G. Westerhuis (drs.), Lunteren, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: Persoonskenmerken, taakeisen en arbeidstevredenheid in de zorgsector. Wo-opleiding Psychologie, afstudeerrichting gezondheidspsychologie mw. H. Dekker (drs.), Rotterdam, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: De invloed van Copingstijl en de Diabetesregulatie op het Voorkomen van Depressies bij Mensen met Diabetes. dhr. R.Ph. le Blanc (drs.), Maarheze, Empirisch afstudeeronderzoek/ Scriptie: Depressie, Self-disclosure en Metaprogramma’s. dhr. J. van Dijken (drs.), Nijkerk, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: Mensen voor Idealen. De rol van persoonlijkheid en werkfactoren bij burnout onder evangelische werkers. mw. M.A.M. Geerets (drs.), Tienhoven, Empirisch afstudeer-
onderzoek/ scriptie: Cognities en LAP-band. De invloed van cognities op het resultaat van een LAP-band behandeling. mw. C.J.M. van Helden (drs.), Voerendaal, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: Evaluatie van een Signaleringslijst voor Vroegtijdige Signalering van Psychosociale Problemen bij Kankerpatiënten. mw. P. Jansen (drs.), Nijmegen, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: Risicofactoren voor PTSS en PTSS-symptomen bij patiënten van een poli psychiatrie. mw. J.J.J. Mertens e/v van Gurp (drs.), Oosterhout, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: Patiëntenvoorlichting bij Jonge KNO-kinderen in het Amphia Ziekenhuis Locatie Pasteurlaan. mw. A. Peer (drs.), Hengelo, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: Voorspellers van NonCompliance in de Nazorg bij Getroffenen van de Vuurwerkramp Enschede. dhr. J.A.A. Peters (drs.), Ruurlo, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: Pesten in ontwikkeling. De relatie tussen pesten en gepest worden en de ego-ontwikkeling. mw. M.S. van Wort (drs.), Millingen a/d/ Rijn, Empirisch afstudeeronderzoek/ scriptie: Een onderzoek onder familieleden van mensen met een sociale angststoornis: De invloed van subjectieve zorglast op het welbevinden en de modererende rol van coping.
Rechtswetenschappen Wo-opleiding Nederlands recht mw. J.M.M. Bancken (mr.), Delfgauw, Scriptie: De processueel ondeelbare rechtsverhouding en het voorkomen van tegenstrijdige uitspraken. mw. W.H. Benard (mr.), Capelle aan den IJssel, Scriptie: Passende arbeid in Boek 7 BW. mw. K.M. Heins (mr.), Alphen aan den Rijn, Scriptie: De wettelijke behandelplicht van een arts. Houdt het recht op hulp bij voortplanting in alle gevallen een behandelplicht van de medisch specialist in of zijn er uitzonderingen? Lees verder op P28 5005069
Cultuurwetenschappen