De middeleeuwen Hammed was het hof ontvlucht, teveel gedoe tussen allerlei ridders te paard en jonkvrouwen opgesloten in torens. Een ridder had ontdekt dat hij postillion d’amour was tussen zijn vrouw en haar aanbidder. Het leek hem wijzer om te vluchten. Diep in het bos voelde hij zich veilig en was hij in slaap gevallen. Toen hij de volgende ochtend langzaam zijn ogen opendeed voelde hij zich helemaal doorweekt. De natgeregende kleding plakte tegen zijn lichaam, hij was tot op het bot verkleumd. Met grote moeite werkte hij zich op handen en voeten. De kou was verschrikkelijk! Hoelang had hij geslapen? Minstens een nacht, maar wie weet nog langer. Strompelend, stap voor stap, loopt hij tussen de enorme bomen door, die gelukkig al meer uit elkaar beginnen te staan. Na wat een dag lijkt, maar wat in werkelijkheid maar een half uur in beslag neemt, komt hij aan bij een rivier. Zou het de Spree zijn? Hij ziet de vertrouwde stad Berlijn nog niet opduiken, maar loopt vol goede moed met de stroom van het water mee en ziet dan mensen in de verte. Er verschijnen huisjes van hout en stro en een enkel stenen huis. He ziet hij dat goed, komt hij alweer aan bij zijn eigen vertrouwde huis ? Het lijkt er wel een beetje op. Kleiner dan het hem bekende huis, maar even groot als ten tijde van de Hofcultuur en de Burgerij. Er klinkt gezang, is het een soort koffiehuis? Hij gaat er binnen, immers als hij hier blijf staan, komt hij om van de kou. Hij verstaat het Duits niet zo best, maar vraagt de waard of iemand hem kan helpen met zijn zoektocht. Ze verwijzen hem naar de abdij verderop. Hij raapt alle moed bijeen en wil al weer gaan, maar de waard stuurt hem naar achteren en roept naar zijn vouw: ‘geef die jongeling droge kleren, hij brengt ze morgen wel terug’. Dan wijst de waard hem nog de weg. In het donker ziet hij een groot gebouw opdoemen. Het heeft torens en op de muren staan allemaal eng uitziende beelden. Naast het gebouw ziet Hammed een kleiner huis staan, waar een flauw licht in brandt. Hij klopt aan en een oude grijze man doet open. “Wat brengt een donkere duivel als jou naar deze contreien?” is het eerste wat de man zegt als hij de deur opendoet. Een oud, grijs, boos kijkend hoofd kijkt hem aan. De man heeft bijna geen tanden meer en zijn lange grijze haar valt over zijn donkere kraaloogjes. “Vergeef mijn vrijpostigheid, heer.” Zegt Hammed, zo beleefd mogelijk. “Ik ben mijn vriendinnetje kwijt en ik hoop dat ze in dat grote gebouw is dat naast uw huis staat”. Plots begint de man rochelend te lachen. “Dat grote gebouw noemen wij een abdij, zwartman. Ik ben de beheerder van de poort. Kom binnen, jij moet van ver gekomen zijn.” In het huis van de oude man ziet hij verscheidene voorwerpen liggen: Een luit, een bijbel, een miniatuur van het klooster en een schilderij. Hammed begrijpt er niet veel van. De poortwachter vermoedt dat het vreemde meisje dat onlangs in de streek is gesignaleerd, wel eens zijn verloren vriendinnetje kan zijn. Hammed mag voorlopig wel bij hem logeren .” Misschien kan ik je wel helpen, maar dan zul je eerst de Middeleeuwen moeten leren kennen. Ik zal je morgen voorstellen aan onze archivaris die wil jou wel privé-les geven, zodat je in korte tijd je bij kunt werken”.
De archivaris blijkt een wel zeer ouderwetse leraar die nog eist dat een leerling urenlang luistert en zwijgt. De man vertelt en Hammed luistert urenlang: ‘Welkom in de Middeleeuwen van Duitsland. Om de Middeleeuwen beter te begrijpen moeten we nog even terug naar de tijd hiervoor. De Romeinen overheersen bijna geheel Europa op Oost- en Noord-Europa na. Enkele landen blijven echter koppig verzet plegen, waaronder Parthia en een dorpje in Gallië. Ook Germania (het toenmalige Duitsland) krijgen ze er niet onder. Ondanks een poging van Agrippina (stichter van Colonia Agrippa, oftewel Keulen) werden zij uiteindelijk in het Teutoborgerwoud (vernoemd naar de Teutonen, een Germaanse stam) verslagen. In 286 na Chr. verdeeld keizer Diocletianus het rijk in een oostelijk en een westelijk gedeelte. In 476 na Chr. wordt in het door decadentie en corruptie afgebrokkelde Westromeinse Rijk, Romulus Augustules door de Germaanse generaal Odoacer van de troon gestoten. Dit luidde het begin in van de bloei van de Germanen! De Germanen waren een enorme volk dat een groot deel van Duitsland, Frankrijk, Nederland en verder oostwaarts delen van Polen bewoonde. Een van de Germaanse stammen was die van de Franken. De Fransen van tegenwoordig stammen dus ook af van de als Duits beschouwde Germaniërs. Uit deze Franken kwam de grootste middeleeuwse koning ooit voort, namelijk Karel de Grote (die Grösse), of zoals de “Fransen” hem noemen Charles Magne. Karel de Grote is zo belangrijk, omdat hij de voorloper was van bijna alle Duitse keizers. Het is dan rond 800 na Chr. en Karel bouwt overal in Europa kerken en kloosters. Zijn rijk strekt zich uit van Frankrijk in het westen, Italië (m.u.v. de eilanden en Napels) in het zuiden en de rivier de Elbe in het oosten met Magdeburg als grensstad. In de jaren na Karels dood werd zijn rijk verdeeld in drie delen (verdrag van Verdun: Duitsland, Engeland en Frankrijk). Waar Frankrijk en Engeland zich snel verenigen onder één vorst, blijft Duitsland verdeeld. Duitsland wordt geregeerd door de keurvorsten. Deze koninkjes hebben allemaal hun eigen regels en gebruiken. Wel komen ze samen om een keizer te kiezen’ Hammed kan dit allemaal niet meer onthouden, moet hij dat echt allemaal weten om Mariken te bevrijden? Het wordt hem teveel en hij valt prompt in slaap. Daarin droomt hij van een boek vol afbeeldingen, grappige anekdotes en korte zinnen. Moeiteloos wordt hem alles duidelijk. Wanneer de archivaris stopt met spreken, schrikt hij wakker. Vol goede moed begint hij aan hopelijk zijn laatste opdrachten. Hammed zwerft langs Romaanse kerken en bestudeert de kaligrafie. Op een dag valt Hammed zijn oog op een pas getekende bladzijde. Ziet hij dat nu goed? Het meisje dat in de letter is getekend, lijkt sprekend op zijn vriendinnetje! Hij gaat onmiddellijk terug naar de poortwachter
“Beste meneer, kunt u mij zeggen wanneer deze bladzijde gemaakt is?” “Je hebt er oog voor!” zegt de oude man. “Een monnik kwam van verre en is te gast in de abdij alhier. Hij heeft deze letter gisteren gekalligrafeerd. Hij gaf hem aan mij toen ik hem hielp met de tuin. Hij vertelde me dat hij het meisje had ontmoet en dat ze duidelijk hier rondzwierf als vreemde. Ze was te mooi om niet op papier te vereeuwigen. Een zonderling, die monnik. Nou ja en ik bracht hem natuurlijk naar de bibliotheek Wat denk je zal die monnik haar achterna gaan?” “Dat moet zij geweest zijn die ik nu al zolang zoek! Kunt u mij op dit tijdstip nog de abdij in helpen?” Weer begint de man te lachen. “Je moet nog veel leren. Een abdij is altijd open, voor iedereen”. “Dan ga ik nu naar hem toe! Ik moet hem spreken, hij kan me helpen, ik moet haar terugvinden” Nachtelijke stiltes Mariken wil hem wel blijven helpen, maar vraagt zich toch ook af waarom hij steeds net te laat is en de tijdmachine haar keer op keer opzuigt. Ze ontdekt echter dat Hammed niet meer reageert in zijn dromen. Zal ze vragen of heksen haar willen helpen hem te bereiken? Fragmenten uit het dagboek van van Mariken: Mijn Middeleeuws bestaan In haar dagboek beschrijft ze haar zoektocht naar een geschikte heks, naar een man met kennis van de wichelroede, die Hammed kan opsporen. Met alle kennis die ze nu samen vergaard hebben zijn ze nog steeds niet bij elkaar. Zal zij het dan maar op een andere manier gaan aanpakken ? Fragmenten uit het logboek van van Hammed: Mijn ontdekkingen in de deze tijd En weer maakt Hammed voor de zekerheid van wat hij ontdekt digitale foto’s en aantekeningen, zodat hij weer kan aantonen voldoende te weten. Hij werkt hard om de moed niet te verliezen, maar toch gaat hij soms twijfelen aan die verre voorvaderen van Eduard. Architectuur Ga op zoek naar een pleintje in Berlijn in het Nicolai Viertel waar een grote kloosterkerk uit de M.E. staat. Van welke bouwstijl is dit een typisch voorbeeld. Probeer iets meer van die stijl te weten te komen en van de chronologische ontwikkeling die deze stijl doormaakt in de loop der eeuwen. Wat is de belangrijkste eigenschap van deze stijl? Bekijk de bogen en onderzoek welke bogen (rond – spits- kiel-, tudor-
korfboog) er in deze kerk voorkomen. Onderzoek waardoor de ramen veel groter konden worden. Ga op zoek via internet naar kerken met verschillenen bogen en gewelven kruis - ster-, net-, waaier- en trompetgewelf . Het rozet van de Notre Dame Het maken van glas was in de vroege middeleeuwen nog niet zo ontwikkeld als nu. Zo kon men alleen kleine stukjes gekleurd glas maken. Om toch een compleet raam te krijgen plaatsen men deze stukjes glas aan elkaar als een puzzel of als honderden kleine raampjes. Als bindmiddel werd hiervoor lood gebruikt. In het rozet onder zijn alle zwarte streepjes van lood gemaakt. Vandaar de naam glas in lood (het glas ligt in het lood). Ga op zoek in Berlijn of elders naar rozetten in oude kerken en fotografeer er een. Een ramp! Een gouwdief heeft al het glas uit het rozet gestolen! Kun jij ze weer terug plaatsen? Kopieer bovenstaande tekening naar paint (vergoot hem eventueel) en vul de lege plekken op met kleuren. Let op: het geheel moet wel een harmonisch geheel worden. Er moet symmetrie in te vinden zijn, nét als bij de echte roos. Beluister kerkmuziek bijvoorbeeld een “Kyrie eleison” en lees de tekst die erbij hoort. Wat vind je van deze muziek? Vind je het mooi/saai/somber/opwindend? Vertel waarom. Wat valt je op in het nummer? Schrijf ten minste twee kenmerken op. Wat is Gregoriaanse muziek? Naar wie is zij vernoemd? Waarom wilde hij de kerkelijke muziek vastleggen? Waarom wilde de paus geen weelderige muziek ? Wat is de functie van kerkelijke muziek? Wanneer ontstond er een muziekschrift en door wie is dat ontworpen? Welke afbeelding hierboven laat de oudste muzieknotering zien? Waarom is dat zo denk je? Kies een tekst van vijf zinnen uit de bijbel. Verzin er een manier van zingen bij die overeenkomt met het Gregoriaanse gezang. Oefen dit enkele malen en presenteer dit aan de rest van de klas. Schrijf de vijf zinnen op papier en geef bij de zinnen aan hoe gezongen moet worden. Ruil je notities met een ander groepje en oefen de nieuwe tekst en zang. Lijken de liederen op elkaar? Hoe komt dat denk je?
Zelfs nu nog worden teksten uit de bijbel gebruikt in popnummers, al worden ze soms gebruikt om iets heel anders te zeggen. Een goed voorbeeld is het nummer van de rapper Coolio “Gangsta’s Paradise”. Psalm 23 begint hetzelfde als zijn nummer. “As I walk through the valley of the shadow of death”. Kies een Psalm uit de bijbel. Probeer over de inhoud van die psalm een rap te maken. Eén zin mag letterlijk gebruikt worden, de andere zinnen moeten in deze tijd ook gebruikt kunnen worden. Maak gebruik van minstens vijftien zinnen. Presenteer de rap aan je klasgenoten. Snapt iedereen waar het over gaat? Doordat het notenschrift zich beter ontwikkelde, ontstonden er mogelijkheden meerstemmige muziek te ontwikkelen. Bekijk nogmaals deze notenbalk. Men noemt de techniek voor deze notenbalk kwadraatnotatie. Verklaar waarom men de notatie kwadraatnotatie noemt. Wat is er op deze notenbalk niet aangegeven, in vergelijking met een normale notenbalk? Schrijf de notenbalk over op een papier. Kies vervolgens een hedendaags nummer waarin meerstemmig gezongen wordt. Luister goed naar het nummer en probeer de notenbalk het omhoog en omlaag gaan van twee stemmen aan te geven Ga op onderzoek in de Nicolai Kirche (of een oude kerk in eigen omgeving) naar de lijdensweg van Christus. Zoek de eerste afbeelding en ga alle afbeeldingen langs. Schrijf bij elk schilderij op wat het volgens jou voorstelt. Wat wordt hier verteld? Geef een korte beschrijving van het schilderij. Wie staan er op, op wat voor manier? Let op gezichtsuitdrukkingen en de compositie. Maak een kleine schets van elk schilderij. Je hoeft het dus niet mooi en precies na te tekenen., maar teken het zo zodat je later direct het plaatje weer voor de geest kan krijgen. Maak groepjes van circa 3 à 4 leerlingen. Elk groepje kiest een afbeelding (zorg alle staties gekozen zijn) die zij interessant vinden en maak daarvan een tableau (stilstaand beeld). Bij het maken van het tableau pakken jullie je aantekeningen en schetsen erbij. Probeer het tableau schilderij zo precies mogelijk te maken. Let daarbij op de plaats waar je staat, de houding, de gezichtuitdrukkingen. Vervolgens gaan jullie naar het pleintje voor de kerk.
In de middeleeuwen had je het wagenspel. Een platte wagen met een eenvoudig decor en enkele attributen diende als podium en openlucht theater op het kerkplein.De stukken waren eerst bijbels maar al snel kwamen en kluchten en andere sotternieën. De spelers reisden van stad naar stad om hun voorstellingen te laten zien. Net als zij deden, gaan jullie hier ook theater maken! Laat per groepje jullie tableau zien. Is het verhaal duidelijk, de personages? Is het duidelijk wat voor emotie zij hebben. Vertel elkaar waarom dit wel of niet duidelijk is en help elkaar om het eventueel duidelijker te krijgen. Hierna kiezen jullie voor een definitieve vorm. Jullie hebben nu van begin tot eind de beelden gezien. We starten nogmaals bij het eerste beeld, de personages komen nu echter tot leven in ‘tussenbeelden’ en bevriezen in het volgend tableau. Vervolgens nemen de spelers van het tweede tableau de houding over en spelen naar het derde tableau en zo voort. Aan de kant let ieder op of de spelers duidelijk maken waar ze zijn, wie ze zijn en of je mee krijgt wat er precies aan de hand is. Geef elkaar hier aan het einde feedback op. Het spel eindigt weer met het laatste beeld. Wij vinden het nu normaal dat wij bijna allemaal kunnen lezen en schrijven. Dit leren we toch immers al vroeg op school? In de middeleeuwen was dit wel anders. Een onderwijssysteem zoals die wij nu kennen bestond toen niet. Bijna de enige mensen in die tijd die konden lezen en schrijven, waren de monniken. De gewone burgers moesten toch op een of andere manier de verhalen van Christus mee krijgen. Omdat ze niet konden lezen, besloten ze om de verhalen in beelden weer te geven of te schilderen. Op deze manier kregen de leken ook de verhalen mee. Een erg oud stripverhaal is de kruisweg van Christus. Ook nu nog worden serie afbeeldingen gemaakt: een verhaal in plaatjes. Ontwerp een stripverhaal waarin een verhaal zo volledig mogelijk in beeld komt. Ga na wat voor emoties de personages in het verhaal hebben en beeld de personages in het verhaal ook zo af. Let dus goed op wat voor soort gezichtsuitdrukkingen je tekent. Iedereen moet het kunnen begrijpen! Na afloop bekijken we elkanders opdrachten en geven we elkaar feedback. Deel van een frescocyclus met scènes uit het leven van Jezus in de Arena-kapel in Padua, (rond 1305) De schilderkunst uit de middeleeuwen wordt gotische schilderkunst genoemd, deze stond aanvankelijk nog sterk onder invloed van de Byzantijnse kunst, maar daaraan kwam met de Italiaan Giotto di Bondone een abrupt einde. Hij zorgde ervoor dat er een nieuwe westerse stroming ontstond. Giotto slaagde erin om schilderijen te maken met een gevoel voor realiteit dat onvermijdelijk doet terugdenken aan de oudheid. Hij schilderde de figuren met mimiek en gebaren op een heel levensechte manier.
Symbolische taal Kunstwerken kun je interpreteren, dit betekent dat er een omzetting plaats vindt, een vertaling van de ene naar de andere uitdrukkingsvorm. Dit betekent dat een schilderij als het ware ook een taal spreekt. Door de symbolen krijgen wij informatie over de personen op het schilderij, de status en emoties van deze mensen. We kunnen zien wat de schilder met het schilderij bedoelt. In de middeleeuwen werd welbewust gebruikt gemaakt van eenvoudige en begrijpelijke symbolen, die ieder kende. Hiervan konden dan weer complexe voorstelling gemaakt worden. Nu spreken die symbolen minder omdat wij de betekenissen niet meer kennen. Als je in de M.E. een vrouw met een blauwe jurk zag en bij haar een vaas met witte lelies, wist je dat het Maria was. De witte lelies staan voor haar maagdelijkheid en de blauwe jurk voor haar hemelsheid. Deze middeleeuwse symbolen worden door de kunsthistorici de middeleeuwse iconografie genoemd. Het woord iconografie betekent beeldbeschrijving. In de middeleeuwen vinden we vooral religieuze afbeeldingen. Op deze manier kon het geloof invloed uitoefenen en verspreiden. Jullie zien hier een afbeelding van Frederick 1. Hij was van 1155 tot aan zijn dood keizer van het Romeinse rijk. Zijn bijnaam is Barbarossa (rood baard). is afkomstig van het huis van Hohenstaufen. Barbarossa was de meest invloedrijke heerser in de Duistland, Frankrijk en omringende landen. Bekijk de afbeelding Waaraan kun je zien dat de man op de afbeelding een keizer is? Hoe kun je zien dat hij ook iets met het geloof heeft te maken? Wat voor symbolen meen je te herkennen? Bedenk wat de betekenis van de symbolen zou kunnen zijn? Pictionairy Niet alleen in de middeleeuwen werd gebruik gemaakt van symbolen, ook nu nog wordt overal gebruik gemaakt van iconen. Ze zijn ver in de maatschappij binnengedrongen. Bijna iedereen kent het spel pictionairy wel. Jouw medestanders moeten raden wat jij voor plaatje tekent. Dit kan soms erg frustrerend zijn om te doen, want lang niet altijd snapt iemand wat jij nou met je tekening bedoelt.Vaak zijn de spelers die er in slagen om de tekening tot een simpel icoontje te verkrijgen de winnaars, omdat de anderen dan vaak meteen snappen wat er bedoeld wordt. Hoe simpeler, hoe begrijpelijker en hoe complexer, hoe moeilijker. Als je iets wilt vertellen heb je een uitdrukkingsvorm nodig die simpel en ondubbelzinnig is. Spotprenten en cartoons Bedenk iemand uit de tegenwoordige tijd die veel mensen kennen en vaak wordt afgebeeld. Ga op Internet op zoek naar een cartoon, spotprent of foto van deze persoon. Herken je op de moderne afbeeldingen net als bij Barbarossa ook symbolen? Zo ja welke en zo nee, hoe denk je dat hier juist geen symbolen te zien
zijn? Wat zijn de overeenkomsten tussen beide afbeeldingen? Wat zijn de verschillen tussen beide afbeeldingen. Hedendaags Symbolen en iconen We kennen ongetwijfeld allemaal het zeer herkenbare symbool van een mannetje of vrouwtje bij de openbare toiletten of van de fastfoodketen Mc Donald.. En bijna iedereen kent de bekende soepblikken van Andy Warhole. Andy Warhole verhief herkenbare producten en symbolen tot een kunstvorm. Het tweede plaatje is het groene lopende mannetje in het verkeerslicht in Oost-Berlijn. Door de iconen die als het ware te ‘lezen’, kun je de betekenis ervan ontdekken. Ga in groepjes van vier symbolen zoeken in de buurt (van je hotel of omgeving). Ieder groepje zorgt voor een digitaal fototoestel. Maak circa 10 foto’s van wat volgens jou iconen uit de moderne tijd zijn. Bij terugkeer plaatsen twee van jullie de foto’s op een computer en voorzien de computer van een beamer. Ondertussen zoeken de twee andere groepsleden achter een andere computer op Internet nieuwe afbeeldingen uit de middeleeuwen ( geen Barbarossa ). Zoek een afbeelding/schilderij uit de middeleeuwen waarin veel symbolen zijn te herkennen.Neem niet het eerste plaatje wat je tegenkomt, maar ga echt goed op zoek en neem iets wat jullie persoonlijk aanspreekt. Zoek hier tevens achtergrond informatie bij en schrijf op waarom deze jullie aanspreekt en wat voor symbolen jullie menen te herkennen en wat de betekenis hier van is. De groepjes lichten allemaal een aantal van de door hun gemaakte foto’s toe en bespreken waarom er wel of waarom juist geen symbolen in herkend worden. Vervolgens maken we een rondje waarin elk groepje hun afbeelding uit de M.E aan de rest van de groep laat zien en uitlegt waarom ze deze hebben uitgekozen. Vervolgens vertellen ze een stukje achtergrond informatie bij de afbeelding en leggen uit wat volgens hen de betekenis van de symbolen zijn. Tot slot leggen we de middeleeuwse afbeeldingen en de foto’s met de symbolen uit de moderne tijd bij elkaar. We gaan deze combineren. De bedoeling is dat elk groepje een nieuw schilderij gaat maken, het schilderij wordt een combinatie van de middeleeuwse afbeeldingen en symbolen van deze tijd. Maak een keuze uit de eerdere afbeeldingen, welke moeten worden geprint? Bedenk van te voren wat voor soort afbeelding jullie willen maken. Wat is het doel van de afbeelding? Wie of wat moet er worden afgebeeld? Op wat voor manier wil je dat afbeelden? Wat voor soort mensen wil je hier mee bereiken? Wat wil je dat de mensen denken/voelen als ze de afbeelding zien? Wanneer je hier over na hebt gedacht, krijgt iedereen een leeg vel
papier, teken en schildermateriaal, schaar en lijm. Ieder kan aan de gang. De resultaten laten jullie aan elkaar zien. Per afbeelding laten jullie eerst de toeschouwers en daarna de maken aan het woord. Zo kunnen jullie ontdekken of het schilderij gelezen kan worden en het schilderij zegt wat de makers graag wilden. Kalligrafie in de Middeleeuwen Kalligraferen is monnikenwerk. In de middeleeuwen was het maken van een boek of een verslag niet zo eenvoudig als nu. Dit kwam niet alleen omdat maar een klein gedeelte van de bevolking kon lezen en nog een kleiner aantal echt kon schrijven. Maar ook omdat alles nog handwerk was. In de middeleeuwen waren het vooral de geestelijken die boeken schreven. Het woord “clerk”, oud Nederlands voor ambtenaar, is afkomstig van het Latijn clericus wat geestelijke betekent. Deze geestelijken moesten alle boeken woord voor woord en letter voor letter schrijven en wanneer zij uitschoten, moesten ze de hele bladzijde opnieuw schrijven. Wanneer eindelijk alle bladzijdes geschreven waren moest het boek nog gebonden worden. Dit gebeurde niet met een snelhechter of met een dot lijm, maar deze werden met naald en draad aan elkaar genaaid. Dit kon omdat de bladzijden niet van papier maar van het veel dikkere perkament waren gemaakt. Het maken van een boek duurde dan ook maanden, zo niet jaren. Op het plaatje hieronder zie een monnik bezig te schrijven op een perkamentrol. De waarde van boeken lag daarom veel hoger dan nu. Een andere reden waarom het schrijven van boeken zo lang duurde waren de “versiersels”. Ieder hoofdstuk begon met een gekalligrafeerde initiaal in de vorm van een klein miniatuur. Iedere bladzijde of soms zelfs iedere alinea begon lombarde , een eenvoudigere versiering. Het gaat bij beide om bijzonder nauwkeurig versierde letters, die iets vertellen over het eerste woord of iets loslaat over de inhoud van de daarop volgende alinea. Pak een boek uit je tas (het kan van ieder vak zijn), kies een voor jou betekenisvolle alinea uit. Tik de tekst uit in Word en open paint. Kaligrafeer de eerste letter van de alinea in paint en plak deze voor jouw getikte tekst. Toegang tot de eigen tijd ofwel terug in het hier en nu Verzin met elkaar hoe Hammeds zoektocht in de Middeleeuwen verloopt, hoe ze elkaar dan eindelijk terugvinden en kies voor een mooie afronding in de stijl van jullie favoriete periode: als verteller op de markt, in een troubadourlied op een kasteel, in een serie tableaus of als wagenspelscène op het kerkplein, als rondtrekkende commedia d’ ell artegroep of in rederijkersstijl in een 19e eeuws Herenhuis, als romantische stomme film in een bioscooptent of in kritische Brecht stijl als buitenstaander in een café, als rap van deze tijd tijdens Lowland.