Voorbeeldenbrochure
Duurzame
mobiliteit
In het kader van module 15 van het mobiliteitsconvenant: ankerende maatregelen ter ondersteuning van het lokale mobiliteitsbeleid
Een inspiratiebron voor de mobiliteitsambtenaar
Inhoud Inleiding Subsidiëring van ankerende maatregelen
3 4
Voorbeelden van mobiliteitsvriendelijke activiteiten en projecten A. Activiteiten of projecten die als doel hebben de publieke betrokkenheid van het gemeentelijke mobiliteitsbeleid en het gemeentelijke mobiliteitsplan te verhogen
6
B. Activiteiten of projecten die als doel hebben een duurzaam verplaatsingsgedrag te stimuleren
11
C. Activiteiten die als doel hebben een duurzaam parkeerbeleid te voeren en die het stand-still-principe handhaven
13
D. Activiteiten die een planmatige aanpak ondersteunen van de mobiliteitseffecten veroorzaakt door mobiliteitsgenererende actoren
14
E. Activiteiten die de druk op het leefmilieu, uitgeoefend door verkeer en vervoer en de bijbehorende infrastructuren, verminderen
15
Deze brochure is een realisatie van de administratie Wegen en Verkeer (AWV) van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. September 2002.
MODULE 15
|3|
Inleiding Deze voorbeeldenbrochure is bedoeld als een inspiratiebron voor ondernemende mobiliteitsambtenaren die lokaal of regionaal initiatieven willen ontplooien in het kader van module 15 van het mobiliteitsconvenant: flankerende maatregelen ter ondersteuning van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid.
inspiratie
Deze bundel voorbeelden is een inspirerende leidraad voor module 15 van het mobiliteitsconvenant. Hij bevat beperkte en omvangrijke initiatieven. Kleine initiatieven komen begrijpelijkerwijze afzonderlijk niet in aanmerking voor een subsidiedossier. Ze moeten eerder als ‘puzzelstukjes’ beschouwd worden die u als mobiliteitsambtenaar op basis van de noden of het profiel van de gemeente zelf kan combineren tot een behoorlijk omvangrijk en subsidieerbaar project. We veronderstellen evenwel dat een lokaal mobiliteitsambtenaar gebaat is bij vele kleine voorbeelden waaruit dan op maat van de gemeente een combineerbare selectie wordt gemaakt.
puzzelstukjes
Bij de meeste beschreven initiatieven staat niet alleen mobiliteit centraal, maar ook milieu. Milieuvriendelijkheid maakt immers een belangrijk deel uit van het streven naar duurzame mobiliteit. Anderzijds heeft mobiliteit een belangrijke impact op het milieu. Beide thema’s zijn niet van elkaar los te koppelen. Noch in positieve, noch in negatieve zin.
milieu en mobiliteit
Het milieu heeft erg te lijden onder het bijna monomodale verplaatsingsgedrag van particulier en bedrijf waarbij auto en vrachtwagen een dominante plaats innemen. Geluidshinder, luchtvervuiling, lichtvervuiling, vernietiging van groen… zijn de kwalijke gevolgen. Maar milieu kan herleven als duurzame mobiliteit haar intrede doet. Om de integratie van milieubeleid en mobiliteitsbeleid te bevorderen, realiseerde men voor het eerst een concrete interadministratieve samenwerking tussen twee planningsinstrumenten – de samenwerkingsovereenkomst (voormalig milieuconvenant) en het mobiliteitsconvenant. Bindmiddel is module 15 van het mobiliteitsconvenant waarop de cluster mobiliteit van de samenwerkingsovereenkomst is afgestemd. In de samenwerkingsovereenkomst wordt een hulpmiddel aangereikt om de milieutoetsing binnen het mobiliteitsconvenant te kunnen uitvoeren en moedigt men de uitwerking van milieuprojecten binnen het mobiliteitsconvenant aan. Een mobiliteitsconvenant is een (vrijwillige) overeenkomst die wordt afgesloten tussen het Vlaamse Gewest, de gemeente, de vervoersmaatschappij De Lijn… De samenwerking tussen deze actoren blijkt immers een kritieke succesfactor te zijn voor de realisatie van een toekomstgericht mobiliteitsbeleid. Duurzame mobiliteit eist bijzondere aandacht voor de ecologische, economische en sociale aspecten. Inbedding in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is een noodzaak. Met de mobiliteitsconvenants streeft men drie doelstellingen na: de verkeersveiligheid verhogen, de verkeersleefbaarheid verbeteren en de vervoersvraag beheersen. Het mobiliteitsconvenant bestaat uit een moederconvenant waarin de algemene afspraken worden vastgelegd met daarnaast een of meerdere ‘modules’. De modules maken maatwerk en integrale aanpak van projecten mogelijk. Zo kan elke gemeente of stad een mobiliteitsvriendelijk project op haar maat op het getouw zetten en zelfs een link leggen met het milieubeleid. Het lezen van de voorbeelden als puzzelstukjes zal verduidelijken hoe dit kan in het kader van module 15 van het mobiliteitsconvenant.
het mobiliteitsconvenant
Subsidiëring van ankerende maatregelen ter ondersteuning van een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid A. Flankerende maatregelen Een duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid kan maar echt succesvol zijn als het ook wordt gedragen en mee wordt gerealiseerd door de lokale gemeenschap. Om zo’n noodzakelijk draagvlak te realiseren kan men niet-infrastructurele maatregelen nemen. Module 15 van het mobiliteitsconvenant heeft het over flankerende maatregelen. Deze maatregelen kunnen verschillend zijn wat de aard van hun doel betreft: - de lokale gemeenschap betrekken bij het lokale mobiliteitsbeleid (publieke betrokkenheid creëren); -
een duurzaam verplaatsingsgedrag stimuleren; een duurzaam parkeerbeleid en de handhaving van het stand-still-principe nastreven; mobiliteitseffecten veroorzaakt door mobiliteitsgenererende actoren planmatig aanpakken; de druk op het leefmilieu, uitgeoefend door verkeer en vervoer en de bijbehorende infrastructuren, verminderen.
B. Subsidiëring
| |
Voorwaarde om subsidiëring in het kader van module 15 te krijgen is dat het mobiliteitsplan conform verklaard is. Er kan maximum één module 15 per kalenderjaar per gemeente worden ondertekend. Naargelang de flankerende maatregelen al dan niet ook een belangrijke bijdrage voor het milieu betekenen, kunnen ze tweemaal in aanmerking komen voor subsidiëring. - subsidiëring door de administratie Wegen en Verkeer (AWV): de tegemoetkoming bedraagt 33% van de reële kostprijs van het project inclusief BTW. De tegemoetkoming kan maximaal 12500 € per project bedragen. Dit bedrag wordt verhoogd tot 25000 € voor de regionaal stedelijke gebieden en tot 50000 € voor de grootstedelijke gebieden. Per kalenderjaar kan slechts één project per lokale overheid in aanmerking komen voor subsidiëring. Eventuele personeelskosten (van ambtenaren van de lokale overheid) en horecakosten worden niet gesubsidieerd. - subsidiëring door AMINAL: als het project een meerwaarde betekent voor milieu en positief beoordeeld wordt door AMINAL, wordt bovenop de al toegekende 33% een subsidie van 33% toegekend, met een maximum van 5000 € (9500 € voor de regionaal stedelijke en grootstedelijke gebieden). Om in aanmerking te komen voor een complementaire subsidie moet de gemeente het project omschrijven in haar milieujaarprogramma en moet ze de meerwaarde voor milieu aangeven in haar projectvoorstel.
MODULE 15
4
Maatregelen die NIET kunnen in het kader van module 15 van het mobiliteitsconvenant zijn: - alle infrastructuurgebonden maatregelen (bv. carpoolparkings, parkeergeleidingssystemen...); - maatregelen die onder een andere module vallen (bv. opmaak schoolvervoerplannen die onder module 10 vallen); - repetitieve projecten in opeenvolgende jaren (uitgezonderd meerjarenprojecten); - communicatie en promotie voor de reguliere lijnvoering, tarifiering of projecten basismobiliteit van De Lijn; - niet-duurzame activiteiten (bv. randanimatie in het kader van campagnes zoals ‘Week van vervoering’ of ‘Week zachte weggebruiker’); - werking van geïnstitutionaliseerde overlegorganen; - de aankoop zelf van (elektrische) voertuigen, verkeerscamera’s of dode hoek spiegelsen camera’s...
MODULE 15
|5|
Werkwijze van subsidiëring Bij het toekennen van een subsidie moet men de volgende fasen doorlopen: -
met betrekking tot de voorbereiding: - de Gemeentelijke Begeleidingscommissie (GBC) bespreekt het project en keurt het goed.
-
met betrekking tot het indienen: - voor het indienen van de module volgt men dezelfde procedures als voor de andere
-
-
modules van het mobiliteitsconvenant: het dossier wordt ingediend bij het provinciaal aanspreekpunt van de administratie Wegen en Verkeer van de Vlaamse overheid (AWV). men hoeft geen startnota op te maken, enkel een projectnota (of verantwoordingsnota) die door de auditor gemeentelijke mobiliteitsplannen (PAC) conform dient te worden verklaard. de projectnota moet de volgende minimale inhoud van verantwoording bevatten: - wat? - doelstelling(en) - doelgroep(en) - is het een project dat in aanmerking komt voor een AWV of AWV-AMINALsubsidie? - komt het project in aanmerking voor andere subsidies (Europa, provincie...) - koppeling met het mobiliteitsplan en eventueel het milieubeleidsplan - verwachte resultaten op mobiliteitsvlak en eventueel milieuvlak - gedetailleerde inschatting van de kosten.
-
met betrekking tot de audit: - een dossier kan gedurende het hele jaar ingediend worden. - een vertegenwoordiger van AMINAL zetelt mee in de PAC voor de AWV-AMINALprojecten.
-
met betrekking tot de evaluatie: - na één jaar werking zal de administratie de goedgekeurde modules en hun ondertussen geboekte resultaten grondig doorlichten.
-
met betrekking tot het betalingsdossier: - men dient het betalingsdossier pas in als het project afgelopen is. - men stuurt alle stukken naar het provinciale aanspreekpunt van AWV. - het dossier moet de volgende stukken bevatten: - een schuldvordering - een kopie van de ondertekende koepelmodule - een kopie van de gemeenteraadsbeslissing hierover - een kopie van het auditverslag - een gedetailleerde kostenstaat van het project en de nodige bewijsstukken, zoals facturen - een evaluatieverslag.
VOORBEELDEN VAN MOBILITEITSVRIENDELIJKE ACTIVITEITEN EN PROJECTEN
Onder dit soort ankerende maatregelen wordt wegwijsinformatie, beleidsinformatie, promotie, inspraak en overleg verstaan.
A. Activiteiten of projecten die als doel hebben de publieke betrokkenheid van het gemeentelijke mobiliteitsbeleid en het gemeentelijke mobiliteitsplan te verhogen 1. Informatie: wegwijsinformatie en beleidsinformatie Opdat mensen op zijn minst op de hoogte zouden zijn van initiatieven, moeten ze geïnformeerd worden. Informatieverstrekking gebeurt op een neutrale, objectieve manier met als eerste doel de kennis over een onderwerp te vermeerderen. Dit houdt in dat men voldoende informatie geeft om een zekere volledigheid te bieden. Communicatiemiddelen die voor dit doel makkelijk (relatief snel en/of goedkoop) ingeschakeld kunnen worden, zijn printmedia zoals folders en brochures. Maar ook nieuwe media als websites zijn hiervoor geschikt.
Wegwijsinformatie maakt de burger wegwijs in bestaande mobiliteitsvoorzieningen. Voorbeelden: -
-
-
| |
Genk
MODULE 15
6
een fietskaart: Genk: de kaart die alle fietsvoorzieningen (fietspaden) weergeeft wordt om de paar jaar aangepast en heruitgegeven; wegwijs in het alternatieve vervoer: Tienen: naar aanleiding van belangrijke wegwerkzaamheden informeerde men door middel van een drieluikfolder “Tienen prettige winkelstad” over de bereikbaarheid van de stad met de auto (parkeergelegenheid) én met het openbaar vervoer met vermelding van voorbeeldtrajecten en -uurregelingen; mobiliteitsinformatie voor nieuwe inwoners: Hasselt: in een map “Hasselt Samen Anders Mobiel – Voor een veilig en leefbaar Hasselt” is informatie gebundeld over de verschillende verplaatsingsmogelijkheden naar en in de stad: te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer, met de auto; informatie bij de uitvoering van werken: Bornem: naar aanleiding van de start van de herinrichtingswerken aan de stationsomgeving gaf men een extra editie van het gemeentelijk informatieblad uit.
MODULE 15
|7|
Beleidsinformatie legt de beleidskeuzes of de plannen van het bestuur uit. Het kan gaan om algemene principes van het mobiliteitsplan of om concrete projecten. Voorbeelden: -
-
-
een informatiefolder over de visie en intenties in een mobiliteitsplan of project in opbouw: Mol: op bevattelijke wijze werd met “Mol Mobiel” het mobiliteitsplan uitgelegd, aangekondigd en ter discussie gesteld bij de Molse bevolking; informatie aan buurtbewoners, handelaars… over de inrichting van een zone 30 of woonerf: Gent: een drieluikfolder “Zone 30 ik doe mee!” geeft gevat de kenmerken en voordelen van een zone 30 weer; een pagina op de gemeentelijke website met informatie over het lokale mobiliteitsbeleid: Tervuren: Tervuren reserveert al onmiddellijk bij het opbouwen van de gemeentelijke website een pagina voor mobiliteit. Gent
“Hasselt Groene Boulevard” De grootscheepse herinrichtingswerken van de Hasseltse kleine ring tot Groene Boulevard brachten onvermijdelijk bereikbaarheidshinder met zich mee. Daarom werden gelijktijdig met de communicatie over de inhoud en fasering van de werken vervoersalternatieven ingevoerd en gepromoot. Hieronder volgen de initiatieven: -
infobus met tentoonstelling op de wekelijkse markt en op de toegangsweg station-centrum; tentoonstelling met maquette op het stadhuis; gereserveerde vaste pagina “Groene Boulevard” in tweemaandelijks stedelijk informatieblad “De Nieuwe Hasselaar”; drieluik “Boulevardjournaal” dat tussen twee nummers van de “De Nieuwe Hasselaar” ook huis-aan-huis werd bedeeld wanneer er te veel nieuws was om nog te wachten op het eerstvolgende nummer van de stedelijke informatiekrant; regelmatige persberichten en persconferenties; bewonersbrieven, verspreid door de stadswachten; permanent klachtenmanagement (communicatie via gsm); rondleidingen voor geïnteresseerde Vlaamse, Brusselse en internationale besturen en/of pers.
Hasselt
VOORBEELDEN VAN MOBILITEITSVRIENDELIJKE ACTIVITEITEN EN PROJECTEN
“Fietsplan(nen) Gent” Om de bevolking en geïnteresseerden in te lichten over de redenen van haar fietsbeleid en over concrete realisaties in het kader van het Fietsplan Gent, bracht de stad Gent verschillende publicaties uit: -
-
-
-
een “Jaarverslag Fietsplan 1994-2000 Gent” dat 48 pagina’s telt met talrijke illustratieve kleurenfoto’s; een drieluikfolder “Gent Fietst” op A4-formaat met illustraties en informatie over de uitgangspunten van het Fietsplan, fietsdiefstalpreventie en andere beschikbare folders over fietsen in Gent; een “Fietskrant Gent” (tweeluik) met informatie over alternatieve vervoermiddelen voor de auto, over het mobiliteits- en openbare werkenbeleid en over concrete realisaties in dat kader, met focus op de fiets weliswaar; voor de studenten maakte men nog een aparte folder met stadsplan met daarin de voor hen verschillende fietsvriendelijke initiatieven; op hetzelfde principe gestoeld – relevante informatie gecombineerd met een stadsplan – verschenen ook nog de folders “Fietsrally. Open Monumentendag & Flikkendag”, “Parkeren en fietsen. Parkenroute Gent” en “Groenwijzer Gent”; …
Afhankelijk van de aard van de publicatie en de doelgroep ervan verspreidt men de drukwerken via verschillende kanalen: -
| |
Gent
MODULE 15
8
adressenbestand van mensen die ooit deelnamen aan een door de mobiliteitsdienst georganiseerde fietsactie (3000 adressen); stadswinkel; adressenbestand van stadsdiensten in en rondom Gent, inclusief bibliotheken en privéorganisaties met interesse, zoals b.v. fietshandelaars, Fietsersbond…; het Fietsendepot; stadswachten, RIZO, Actie Samenspraak…; zuilen, bushokjes, bus… (City-advertising); bijdrage in nieuwsbrief van jeugdverenigingen; website, beurzen, pers.
MODULE 15
|9|
2. Promotie en sensibilisatie Het doel van promotie en sensibilisatie is de houding of het gedrag van de doelgroep in een bepaalde richting te sturen. De inhoud van promotie en sensibilisatie is minder neutraal dan bij informatieverstrekking. Enthousiasmerend taalgebruik en het gebruik van communicatieondersteunende gadgets of andere beloningen zijn dan ook niet vreemd. Veelal wordt bij dergelijke communicatie gebruik gemaakt van outdoormedia als affiches en reclameborden, maar ook van korte en krachtige radio- en televisiespots. Voorbeelden: -
-
-
promotie evenementenvervoer: Gent: Tijdens de Gentse Feesten (tweede helft van juli) worden voor de feestgangers tussen 14 uur en 5 uur in de ochtend formules ingeschakeld als “Parking + Bus” vanaf Flanders Expo aan de stadsrand en anderzijds dertien nachtbuslijnen tot 3 uur in de ochtend. Promotie voor dit vervoersaanbod wordt o.a. gevoerd door middel van een persbericht, website, de Gentse-Feestenfolder die vanaf eind juni onder meer in de Lijnwinkels, bussen en trams verkrijgbaar is, maar ook telefonisch aangevraagd kan worden; sensibilisatie: Antwerpen: sensibilisatiecampagne ter bevordering van verkeersveiligheid “Auto let op fiets, fiets let op auto” met inzet van een zeer uitgebreide communicatiemix en beloning (fietshelm te winnen); sensibilisatie: Geel-Laakdal-Meerhout: de campagne draagt de slogan ‘Geef ons ruimte’. De acties binnen deze campagne starten tijdens een Verkeersweek in september, maar lopen door tijdens het hele schooljaar.
Geel, Laakdal, Meerhout
“Magisch Mechelen” Mechelen bekleedt een aantrekkelijke positie op de markt van dagrecreatie voor gezinnen met kinderen. Om deze troef extra in de verf te zetten, ontwikkelde de stad het concept ‘Magisch Mechelen’ en sloot ze een samenwerkingsakkoord met De Lijn af. Een speciale Magisch Mechelen-bus linkt de belangrijkste attractiepolen buiten het stadsgebied op regelmatige basis met de binnenstad en het station. Op de bus gelden alle normale tarieven van De Lijn, inclusief abonnementen en kortingen. Om de bus te doen opvallen in het straatbeeld werd de bus zowel aan de buitenzijde als aan de binnenzijde opvallend jeugdig getooid. Promotie voor de bus voerde men aan de hand van de bus zelf dus, maar ook door middel van een meeneemfolder via de dienst toerisme en de partners van “Magisch Mechelen”, een affiche aan de bushalten, de website van de stad, een persvoorstelling… Mechelen
VOORBEELDEN VAN MOBILITEITSVRIENDELIJKE ACTIVITEITEN EN PROJECTEN
3. Inspraak en overleg Inspraak en overleg betreffen communicatie in de echte zin van het woord, met name tweerichtingscommunicatie tussen de lokale overheid en haar doelgroep(en) of partner(s). Bij inspraak biedt de lokale overheid haar doelgroep(en) de gelegenheid zijn mening te geven over het onderwerp of de voorstellen van de gemeente. Overleg gaat een stapje verder. Overleg houdt in dat werkelijk samen met de doelgroep(en) een ontwerp of project vorm krijgt. Voorbeelden: -
Turnhout, Oud-Turnhout en Vosselaar
-
overleg: In Turnhout, Oud-Turnhout en Vosselaar organiseerde men ‘Denk mee’ informatievergaderingen voor de ruime bevolking, de middenstand en het bedrijfsleven; inspraakvergadering: Mechelen: Naar aanleiding van klachten wegens (hardrijdend) sluikverkeer tussen Leest en Battel formuleerde het stadsbestuur een drietal scenario’s van aanpassing van de verkeerscirculatie in die omgeving. Tijdens een inspraakavond vroeg men buurtbewoners naar hun mening; inspraak: Hasselt: Naar aanleiding van herinrichtingswerken aan de Sint-Truidersteenweg reed de Infobus met plannen en ontwerp naar de buurtbewoners. Zij hoefden zich dus nauwelijks te verplaatsen om inzage te hebben in de plannen en om eventuele opmerkingen of bedenkingen te formuleren ofwel via de aanwezige ambtenaar die notitie nam ofwel via een daartoe bestemd document.
“Inspraak- en informatieronde” In de West-Vlaamse gemeente Oostrozebeke kwamen het gemeentelijk mobiliteitsplan (MOP), het ruimtelijk structuurplan (GRS) en het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan (GNOP) tegelijk aan bod in de informatie- en inspraakronde voor de bevolking.
| |
Op een denkdag kwamen wensen, verzuchtingen en kritische noten van de bevolking aan bod in verschillende workshops. Daardoor kwam veel informatie vrij die van belang was voor de drie beleidsdocumenten en -plannen. Deze workshops waren globaal opgevat en niet opgesplitst in een aparte behandeling van de drie soorten beleidsplannen.
MODULE 15
10
Op een toetsingsdag konden de inwoners nagaan in welke mate er rekening was gehouden met hun verzuchtingen, wensen en bedenkingen. Er was een lijst met een twintigtal stellingen en aan de hand van die lijst gaven de inwoners aan wat van prioritair belang was. Met de resultaten van deze besprekingen en de discussie konden de “specialisten” de voorstellen verfijnen en bijsturen. Deze manier van werken had een groot voordeel: de vraagstukken die in het mobiliteitsplan een oplossing moesten krijgen, bekeek men in samenhang met de gehele problematiek met betrekking tot ruimte en milieu van de gemeente.
MODULE 15
| 11 |
B. Activiteiten of projecten die als doel hebben een duurzaam verplaatsingsgedrag te stimuleren Deze activiteiten situeren zich in de campagnesfeer. Aan de hand ervan biedt de lokale overheid de doelgroep(en) faciliteiten of voorbeelden ten voordele van duurzame mobiliteit. De voorbeeldrol van de lokale overheid zelf is hierbij zeer belangrijk. Voorbeelden:
-
-
-
de campagne ‘Veilig en milieuvriendelijk naar school‘. Het spel zet leerlingen en hun ouders aan om te voet, met de fiets, met de bus of carpoolend naar school te gaan. Het spel wordt ook gekoppeld aan inhoudelijke projecten over duurzame mobiliteit; cofinanciering van een (inter)nationale architectuurwedstrijd om een marktplein of stadscentrum autovrij of autoluw te maken: De stad Gent lanceerde voor de herinrichting van het Emile Braunplein een internationale architectuurwedstrijd; fietspoolen: Het stimuleren van fietspoolprojecten door het verspreiden van infofolders en het organiseren van infoavonden, het helpen opstarten van fietspools, het aanbieden van begeleiding, een handleiding ‘fietspool’ en een video ‘Fietspool’, bijvoorbeeld in Vosselaar; verkeerseducatieve route: het uitwerken van een handleiding en het begeleiden bij het uitwerken van een verkeerseducatieve route, bijvoorbeeld in Alken; het maken van een educatieve video, bijvoorbeeld in Oudenburg; het realiseren van een mobiliteitsmarkt of tentoonstelling over alternatieve vervoerswijzen, bijvoorbeeld in Gent; het opmaken van een bereikbaarheidsplan voor de scholen in de gemeente, bijvoorbeeld Bilzen. De Schoolroutekaart geeft goede en veilige fietsroutes en oversteekplaatsen aan, (te vermijden) onveilige punten en andere nuttige of leuke weetjes om het fietsgebruik in het woon-schoolverkeer te stimuleren.
“Duurzaam naar Snksfestival” Op het Sfinksfestival in Boechhout besteedt men aandacht aan duurzame mobiliteit en milieuzorg. Er rijden extra bussen, er zijn bewegwijzerde fietsroutes en bewaakte fietsenstallingen, via de eventpool rijden festivalgangers samen... Men doet aan selectieve afvalinzameling en herbruikbare bekers vervangen de traditionele plastic pinten. Sfinks was dit jaar een testprogramma van het Europese Smash-events project.
Rotselaar
VOORBEELDEN VAN MOBILITEITSVRIENDELIJKE ACTIVITEITEN EN PROJECTEN
“Met belgerinkel naar de winkel” Deze actie lanceerde men eerst in Hasselt. De Bond Beter Leefmilieu overtuigde ondertussen al tientallen gemeenten om op maat van de lokale gemeenschap een actie “Met belgerinkel” op het getouw te zetten. Het concept betreft een twee maanden durende actie waarbij fietsende shoppers een stempel krijgen in de deelnemende winkels. Met een volgestempelde spaarkaart maken zij kans om een mooie fietsprijs te winnen. Bedoeling van “Met belgerinkel” is mensen te stimuleren meer de fiets te gebruiken. Men pleitte ervoor de campagne in te sluiten in het mobiliteitsplan van de gemeente en zo te linken aan de aanpak en verbetering van een fietsvriendelijke infrastructuur.
Mechelen
Op de website van de Bond Beter Leefmilieu staat uitgebreide informatie, plus beschrijvingen en campagnemateriaal van lokale “Met belgerinkel”-acties. De gemeenten die inspelen op dit aanbod kunnen in ieder geval rekenen op organisatorische en promotionele ondersteuning.
“Samen Anders Mobiel” Hasselt voert een campagne ‘Samen Anders Mobiel’ die het mobiliteitsgedrag van de Hasselaren duurzaam wil wijzigen. ‘Samen Anders Mobiel’ omvat een veelheid aan initiatieven met milieubewuste mobiliteit tot doel. Minder auto, meer fiets, meer te voet en meer openbaar vervoer. Het ‘Samen’ slaat op de kerngedachte van dit project nl. dat gedragsverandering meer kans op slagen heeft als de betrokkenen zelf meewerken aan de acties. Enkele voorbeelden van geslaagde acties zijn: dienstfietsen, fietsvergoeding, fietskoerier voor de interne postbedeling, het uitreiken van mobifolietrofeeën, fietspooling, gratis bewaakte fietsenstallingen, gratis witte fietsen, infopakket voor nieuwe inwoners, autoloze dagen... De ambtenaar voor mobiliteit, duurzaamheid, preventie en communicatie en de verantwoordelijke voor de stadswachten werkten i.s.m. Langzaam Verkeer het project uit. Een van de belangrijkste conclusies is dat men in plaats van eenmalige acties meer moet gaan naar permanente initiatieven en dat alleen door aangehouden inspanning resultaat geboekt kan worden.
| |
Hasselt
MODULE 15
12
MODULE 15
| 13 |
C. Activiteiten die als doel hebben een duurzaam parkeerbeleid te voeren en die het stand-still-principe handhaven Parkeren, of eerder parkeerproblemen, hebben een belangrijke invloed op de leefbaarheid en veiligheid in een buurt. Onvoldoende (bekendgemaakte) parkeerplaatsen geven aanleiding tot nutteloze kilometers rondjesrijden, foutparkeerders hinderen zachte weggebruikers… Om hieraan te verhelpen is het belangrijk een parkeerbeleid te integreren in een mobiliteitsbeleid en daarbij te streven naar een afname van de parkeerdruk in dichtbevolkte gebieden. Voorbeelden: -
-
-
uitwerken van het inschakelen van parkeerwachters (de personeelskosten moeten via tewerkstellingsprogramma’s gefinancierd worden): Hasselt parking Slachthuiskaai; een studie naar de noden van bewegwijzering van parkeerroutes: Gent; het promoten van ‘Parkeer en fiets’: Oostende. Oostende legde twee randparkings aan vanwaar er een vlotte verbinding is richting centrum, te voet, met de fiets, met de centrumbus of de tram; de haalbaarheid van een witte fietsenproject onderzoeken; een kaart met de situering van de fietsenstallingen uitgeven, bijvoorbeeld Hasselt; situering en gebruik van parkeervoorzieningen: Lier: een folder die informatie verschaft over alle parkeermogelijkheden in de stad; promotie voor de nieuw aangelegde randparking en de erbij horende overstapmogelijkheden op openbaar vervoer: Gentbrugge: Park & Ride aan de afrit 10 van de E17 met aansluiting op tram 21-22 naar en door het centrum van Gent; een studiebijeenkomst opzetten om ervaringen met buitenlandse parkeersystemen uit te wisselen en te onderzoeken.
Hasselt
Lier
Gent
VOORBEELDEN VAN MOBILITEITSVRIENDELIJKE ACTIVITEITEN EN PROJECTEN
D. Activiteiten die een planmatige aanpak ondersteunen van de mobiliteitseffecten, veroorzaakt door mobiliteitsgenererende actoren Meer dan 1,2 miljoen kinderen en jongvolwassenen lopen school in Vlaanderen, meer dan 2,5 miljoen Vlamingen werken buitenshuis. Scholen en bedrijven zijn duidelijk een belangrijke oorzaak van verplaatsingen. Maar ook (organisatoren van) evenementen, festivals e.d. zijn verantwoordelijk voor heel wat kilometers. Het loont ongetwijfeld deze mobiliteitsgenererende actoren te betrekken bij mobiliteitsvriendelijke maatregelen. Voorbeelden: -
de gemeente sluit met alle scholen een scholenovereenkomst af waarin de verschillende partners engagementen opnemen: Bilzen; de gemeente werkt in samenwerking met verschillende scholen (die niet onder module 10 vallen) een schoolvervoerplan uit: Boortmeerbeek; samen met de organisatoren van evenementen een draaiboek opstellen en implementeren om vervoersalternatieven aan te bieden. Dendermonde: Ros Beiaard 2000; bedrijven of bedrijvenzones stimuleren tot en begeleiden met het opmaken van een bedrijfsvervoerplan: bedrijvenzones Geel; (semi)stedelijke of gemeentelijke diensten zoals ziekenhuizen, bibliotheken, intercommunales... stimuleren tot het opmaken van een vervoerplan.
“Veilig en Ecologisch in Leuven Op de ets” Als universiteit met duizenden studenten creëert de K.U. Leuven veel beweging. Daarom is er VELO vzw: een fietsverhuur- en hersteldienst voor studenten van de K.U. Leuven. De dienst is georganiseerd als een opleidings- en tewerkstellingsproject voor jongeren. VELO bouwt fietswrakken om tot goedkope verhuurfietsen voor studenten en biedt een hersteldienst voor deze Velo’s. Zo wil VELO de fiets in Leuven promoten.
“Websites” De website www.promodi.be van het Vlaams Economisch Verbond ondersteunt ondernemingen bij een optimaal beheer van hun goederenstromen. Promodi lost geen vervoersproblemen op, maar brengt een aantal wetenschappelijk geobjectiveerde elementen aan om het logistieke managementbeslissingsproces te vereenvoudigen en te ondersteunen. Uiteindelijk doel van Promodi is duurzaam transport door intermodaliteit te stimuleren en het eenzijdige wegvervoer met alle negatieve gevolgen voor mens en milieu te doorbreken.
| |
www.mobilitymanagement.be
MODULE 15
14
De website www.mobilitymanagement.be biedt een Toolbox als zoekfaciliteit. Ze helpt bedrijven bij het ontwikkelen van een eigen vervoerplan en bij het succesvol stimuleren van openbaar vervoer, collectief bedrijfsvervoer, carpool, fietsen en wandelen in het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer. De Toolbox is ontwikkeld door een consortium van Europese specialisten in mobiliteitsmanagement.
MODULE 15
| 15 |
E. Activiteiten die de druk op het leefmilieu, uitgeoefend door verkeer en vervoer en de bijbehorende infrastructuren, verminderen Zoals in de inleiding gesteld zijn (leef)milieu en mobiliteit onlosmakelijk met elkaar verbonden, zowel in positieve als in negatieve zin. Bijzondere aandacht voor milieu bij het treffen van mobiliteitsflankerende maatregelen is dan ook zeker niet overbodig. Voorbeelden: -
opmaak van een mobiliteits- en parkeerplan voor een natuurgebied: Meerdaalwoud gerichte informatie- en sensibiliseringscampagnes: “Ronde van Vlaanderen – Elektrische voertuigen” actieprogramma over milieuvriendelijke voertuigen: op basis van een inventaris van het wagenpark (aantal, type, brandstoftype, leeftijd, emissies…) en een gebruiksanalyse (hoe en waarom, afstanden, frequentie van gebruik, bezettingsgraad…) wordt een actieprogramma voorgelegd en op termijn geïmplementeerd om de vloot milieuvriendelijk te maken. actieprogramma over milieuvriendelijke infrastructuur: de analyse van de knelpunten wordt uitgevoerd binnen de cluster natuurlijke entiteiten van de samenlevingsovereenkomst. Het is niet de bedoeling deze analyse opnieuw uit te voeren, wel moet men de knelpunten en acties met betrekking tot mobiliteit groeperen zodat een samenhangend actieprogramma duidelijk wordt.
-
“Test elektrische wagens en hybride voertuigen” Elektrische en hybride voertuigen zijn een duurzaam en milieuvriendelijk alternatief voor het stadsverkeer. Door een test te doen kan men zelf ontdekken wat een elektrisch voertuig eigenlijk is, welke batterijen er worden gebruikt en welke invloed deze hebben op de rijprestaties. Een antwoord op de vraag: ‘wat is de invloed op het milieu?’ wordt eveneens geboden. In het ETEC-labo van de VUB kunt u rijden met een elektrische wagen op een geautomatiseerde rollenbank die de rijcondities in het verkeer nabootst of kunt u een ritje maken met een hybride bus door het stadsverkeer. Praktijkervaring die met meer overtuiging de beslissing doet nemen elektrische voertuigen te integreren in het voertuigenpark.
“Aardgasvoertuigen” Zowel de stad Mechelen als de stad Antwerpen engageerde zich in behoorlijk grootscheepse projecten met aardgasvoertuigen, respectievelijk 21 omgebouwde aardgasvoertuigen en 16 nieuwe (dedicated) aardgashuisvuilwagens. Over de prestaties van de personenvoertuigen of lichte bestelwagens is men behoorlijk tevreden, maar eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat dit veel minder is over de prestaties van de zware voertuigen. Ook de momenteel beperkte tankmogelijkheden ervaart men als een hindernis.
Colofon Redactie Langzaam Verkeer vzw Belinda Mestiaen Lay out Langzaam Verkeer vzw Nadine Maes Met dank aan Alle steden, gemeenten en organisaties die informatie verstrekten. Opdrachthouder Langzaam Verkeer vzw in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap, departement Leefmilieu en Infrastructuur. ISBN 90-74633-09-9 Depotnummer D/2002/6695/6 Uitgave September 2002
Deze brochure is een realisatie van de Administratie Wegen en Verkeer (AWV) van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.