Nota Duurzame Mobiliteit
Definitief (25 maart 2014)
2 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave
2
Voorwoord
3
Inleiding Wat is Duurzame Mobiliteit?
3 3
Urgentie Duurzame Mobiliteit Wat is de visie van de provincie wat betreft Duurzame Mobiliteit?
3 3
Huidige Situatie
4
Beter Benutten Mobiliteitsmanagement
4 4
Trein
5
Bus Kleinschalig Vervoer Auto/Weg Auto
6 7 7 7
Autoweg/fietsinfra
7
Vaarweg
8
Fiets
8
Toekomstige Situatie
9
Beter Benutten Mobiliteitsmanagement
9 9
Trein Lange Termijn (2020 en verder)
9 9
Korte Termijn
9
Bus Kleinschalig Vervoer Auto/Weg Auto
Fiets
9 10 10 10
Autoweg/fietsinfra/vaarweg
11
Green Deal Duurzaam GWW
11 12
3 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
Voorwoord Uit de evaluatie van het oorspronkelijke 100.000 voertuigenplan is naar voren gekomen dat een verbreding van duurzame mobiliteit wenselijk is. Dit samen met bestuurlijke signalen heeft ertoe geleid dat voorliggende nota geschreven is. Parallel aan deze nota is het brandstoftransitieplan geschreven. Uiteraard zijn er veel afhankelijkheden tussen de twee en er moet dan ook met name bij de uitvoering van de plannen rekening gehouden worden met beide stukken.
Inleiding Wat is Duurzame Mobiliteit? Duurzaam is volgens de Van Dale: "het milieu weinig belastend" of "zo min mogelijk grondstoffen verbruikend; gebruikmakend van herwinbare bronnen". Deze sluiten aan bij, en worden aangevuld door, de definities zoals gehanteerd in het (concept) provinciaal Integraal Milieu Beleidsplan 20132016: "groei van het sociaal-culturele, het economische en het ecologische kapitaal zonder wederzijdse afwenteling (People, Planet en Profit)" en "een economie waarin het gebruik van eindige hulp- en grondstoffen beperkt is en niet ten koste gaat van de mogelijkheden voor generaties na ons. De wél hernieuwbare hulp- en grondstoffen niet sneller gebruiken dan door de natuur wordt aangemaakt". Definitie van duurzame mobiliteit volgens het SWOV (Schoon, 2011 1) "een milieuvriendelijke vorm van mobiliteit". Er wordt gepleit om niet alleen bereikbaarheid en milieu hierbij te betrekken, maar ook verkeersveiligheid door verkeersmanagement, voertuigmanagement en mobiliteitsmanagement. Meer mobiliteit kán ten koste gaan van economie, natuur, milieu en gezondheid, maar dat hoeft niet; mobiliteitsmaatregelen kunnen naast betere bereikbaarheid ook positieve gevolgen hebben voor duurzaamheid (duurzame mobiliteit, g.d.2). Zo leidt een betere doorstroom tot minder uitlaatgassen omdat voertuigen constantere snelheden kunnen aanhouden en daarmee een lager fossiel brandstofverbruik en minder uitstoot, maar ook het stimuleren van thuiswerken en het gebruik maken van OV leidt tot positieve effecten wat betreft duurzaamheid en mobiliteit.
Urgentie Duurzame Mobiliteit Wat is de visie van de provincie wat betreft Duurzame Mobiliteit? Provincie Groningen hecht waarde aan duurzaamheid op verschillende beleidsterreinen. Zo is duurzaamheid opgenomen in het collegeprogramma 2011-2015 waarin duurzaamheid als belangrijke randvoorwaarde is benoemd en wordt het centraal gesteld in het Addendum Coalitieakkoord van 8 april 2013. Ook wordt duurzame mobiliteit benoemd in het Provinciaal Omgevingsplan: het gebruik van alternatieve brandstoffen wordt aangemoedigd, een goede balans tussen leefbaarheid, economie en milieu wordt nagestreefd, en duurzaam OV-vervoer wordt geambieerd door het stimuleren van innovatieve technologieën om CO2-reductie te bewerkstelligen. Duurzame mobiliteit heeft net als bij andere provincies onze volle aandacht. Om vanuit mobiliteit bij te 3 dragen aan de provinciale energiedoelstellingen voor de korte maar ook de langere termijn moet het beleid zo snel mogelijk tot uitvoering komen.
1
Schoon, C.C. (2011). Duurzame Mobiliteit: ook verkeersveiligheidseffecten in beeld brengen. SWOV. Verkregen van: http://www.swov.nl/rapport/R-2011-23.pdf 2 Duurzame Mobiliteit (g.d.). Verkregen van: http://www.dhv.nl/dhvnl/files/b8/b8ff572b-b800-4967-a048-435c158be5dc.pdf 3
De provincie wil een 'forse bijdrage' leveren aan nationale en Europese energie- en klimaatdoelen en 'op termijn CO2 neutraal' (Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013). Nationaal is tot doel gesteld 14% hernieuwbare energie in 2020 en volledig hernieuwbaar in 2050 (zie ook: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-energie/meer-duurzame-energie-in-detoekomst).
4 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
Huidige situatie Momenteel wordt er binnen de provincie al werk verricht ten behoeve van duurzaamheid of meer specifiek duurzame mobiliteit. Het gaat te ver om hier alles te benoemen. In plaats daarvan leggen wij de focus op de zaken die het meest effectief zijn gebleken en waar de provincie de meeste invloed op kan uitoefenen. Daarbij wordt zoveel mogelijk de Nationale Strategie Duurzame Ontwikkeling (NSDO) 4 matrix aangewend om zo goed mogelijk de sociaal-culturele, economische, en ecologische effecten helder te hebben. Hier sluit de definitie van duurzaamheid zoals gehanteerd in het eerder genoemde Integraal Milieu Beleidsplan ook bij aan. Voorts gaan wij uit van de zogenaamde Trias Energetica zoals gehanteerd bij energiebeleid5: Om duurzaamheid te realiseren moeten we: 1) De vraag naar energie beperken (minder (auto)kilometers dus minder uitstoot) 2) Voor de benodigde energie: het gebruik van duurzame energiebronnen stimuleren 3) Efficiënt gebruik maken van de fossiele energiebronnen waar we echt niet omheen kunnen Wat betreft het eerste punt: samen met de Regio Groningen Assen (RGA) beperken wij het energieverbruik door het uitvoeren van mobiliteitsmanagement, dat onder het programma Beter Benutten valt:
Beter Benutten Het programma Beter Benutten is in de Regio Groningen-Assen (RGA) per 2012 gestart. Het programma wordt ondersteund door het ministerie van I&M, het bedrijfsleven en de partners in de RGA. Onder het programma vallen Intelligente Transport Systemen (reis-/verkeerinformatie), Groningen Bereikbaar, P&R/OV, Fiets en Mobiliteitsmanagement. Wat betreft Groningen Bereikbaar: naast de twee pijlers goede afstemming en prioritering van projectplanningen en gecoördineerde communicatie hierover naar de burgers/reizigers en bedrijfsleven, richt Groningen Bereikbaar zich ook op het beïnvloeden van het reisgedrag van de weggebruikers, zowel vóór aanvang van de reis als tijdens. In tegenstelling tot mobiliteitsmanagement in het algemeen (zie hieronder), richt Groningen Bereikbaar zich op doelgroepen en specifieke trajecten. Betere doorstroming en minder autokilometers zorgen niet alleen voor betere bereikbaarheid maar hebben ook positief effect op punt 1 van de Trias Energetica: minder autokilometers. 6
Onlangs heeft een extern onderzoeksbureau in een rapport geconcludeerd dat door de genomen maatregelen ca. 3.000 ton/jaar minder CO2 wordt uitgestoten (oftewel 1,5% minder CO2-uitstoot t.o.v. de totale uitstoot van het wegverkeer in de regio. Voor NO x en PM107 geldt: respectievelijk 3 ton/jaar (0,5% t.o.v. totale uitstoot) en 1 ton/jaar (2,2%)). Wat betreft kosteneffectiviteit scoren volgens het bureau de fietsmaatregelen het beste, wat betreft duurzaamheid scoren fiets, OV en de werkgeversaanpak hoger dan de reis-/verkeerinformatie. Mobiliteitsmanagement Er vindt dagelijks veel woon-werkverkeer binnen de provincie plaats. Wij willen graag dat dit zo duurzaam mogelijk gebeurt. Door samen te werken met werkgevers in het RGA-gebied, willen wij de spits afvlakken door het aantal autokilometers in de spits met 5% te verlagen. Zodoende wordt de bereikbaarheid van onze provincie verbeterd wat naast economische voordelen ook positieve effecten heeft op duurzaamheid. 4
Zie ook http://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2000-2007/2002/b20410.aspx Handreiking Klimaatbeleid en Duurzame Mobiliteit voor Gemeenten en Provincies (2009). Agentschap NL. Verkregen van: http://www.kpvv.nl/KpVV/KpVV-Overige-Content/KpVV-Overige-Content-Media/Bijlagen-publicaties/Handreiking-klimaatbeleiden-duurzame-mobiliteit-voor-gemeentenpdf.pdf 6 Inschatting Duurzaamheidseffecten Programma Beter Benutten. Goudappel Coffeng, 2 december 2013. http://www.beterbenutten.nl/art/uploads/files/Eindrapportage%20Inschatting%20Duurzaamheidseffecten%20Beter%20Benutten. pdf 7 Respectievelijk stikstofoxide en Particulate Matter (fijnstof). Beide schadelijk voor het milieu/de gezondheid. 5
5 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
Dit wordt gedaan door werknemers te stimuleren om thuis te werken, op andere tijden en/of met andere modaliteiten (fiets, openbaar vervoer) naar werk te reizen. Specifiek wordt het gebruik van de 8 e-bike gestimuleerd door een subsidieregeling, maar ook aangepaste infrastructuur. De e-bike biedt een goed alternatief voor de auto op langere afstanden tot ca. 15 km. Volgens de tussenmeting die eind vorig jaar uit kwam is het beleid succesvol gebleken: 9,6% minder 9 spitskilometers ten opzichte van de 0-meting twee jaar ervoor en een modal shift van 57 naar 48%. Naast het feit dat de provincie opdrachtgever van mobiliteitsmanagement is, nemen we ook deel aan het programma. Zo worden medewerkers gestimuleerd om zo weinig mogelijk met de auto naar het werk te komen, en zo veel mogelijk met de fiets of het OV. Zeer recentelijk hebben wij een viertal ebikes aangeschaft om werknemers te stimuleren de elektrisch ondersteunde fiets te pakken voor zakelijk gebruik op afstanden tot ca. 15 kilometer. Ook het verbeteren van het OV-product is succesvol gebleken. Wij zetten, samen met de partners in de RGA, meer in op Hoogwaardige OV-verbindingen (HOV): frequenties en gemiddelde snelheden zijn verhoogd middels onder meer vrijliggende infrastructuur. Voorts worden nieuwe bestemmingen toegevoegd, zoals het treinstation Veendam (reactivering). Hoogwaardig openbaar vervoer blijkt dan 10 ook meer reizigers te trekken , meer reizigers die niet meer per auto reizen. Tevens betekent het minder vaak moeten stoppen van bussen voor kruisingen een besparing in brandstof en daarmee CO2 (zie punt 3 van de Trias Energetica). Trein Het openbaar vervoer is (in het algemeen11) duurzamer dan de auto. Samen met onze partners kunnen wij middels mobiliteitsmanagement het gebruik van OV en fiets stimuleren, zoals eerder gemeld. Als meer reizigers kiezen voor het OV is er verder nog een duurzaamheidslag te maken door het OVmaterieel, in dit geval het treinmaterieel, duurzamer te maken. Wij hebben, als opdrachtgever van het regionale treinvervoer in de provincie daar direct invloed op. Deze treinen zouden op duurzamere brandstoffen kunnen rijden (zie punt 2 van de Trias Energetica). Daarbij moet dan wel de afweging gemaakt worden tussen (exploitatie)kosten en (duurzaamheid)baten, ofwel bereikbaarheid versus duurzaamheid12. Bij steeds minder financiële middelen en gelijkblijvende, of mogelijk hogere exploitatiekosten, zal het OV-aanbod mogelijk moeten worden verminderd waardoor er wellicht een modal shift plaatsvindt richting de auto. Dit zou weer nadelig kunnen zijn voor duurzame mobiliteit, ervan uitgaande dat duurzaamheid vanwege noodzakelijke investeringen ook hogere exploitatiekosten met zich mee brengt (wat niet per definitie het geval hoeft te zijn). In onze rol van opdrachtgever kunnen wij eisen stellen aan het materieel en de te gebruiken brandstof 13 bij de aanbesteding van de regionale treinconcessie. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat het meenemen van duurzaamheid bij de aanbesteding uit oogpunt van milieu loont; er zijn met name CO2 winsten te behalen bij de aanbesteding van treinen, bussen en infrastructuur. 14 Vorig jaar hebben wij besloten om onderzoek te doen naar potentiele duurzame alternatieven voor het huidige diesel materieel. Daarbij zijn allerlei duurzame opties beoordeeld op duurzaamheid en financieel-economische voordelen en getrechterd naar twee alternatieven. Om de objectiviteit te borgen wordt er op moment van schrijven (maart 2014) een tweede studie15 gedaan naar duurzame alternatieven. Tevens participeren wij samen met de provincies Fryslân en Gelderland in een 8
Fietsroute Plus, zie ook paragraaf Toekomstige Situatie: Fiets. MuConsult in opdracht van Regio Groningen Assen (2013). Resultaten Tussenmeting Mobiliteitsmanagement. Ga slimmer reizen & werken haalt doelstelling! Verkregen van: http://www.gaslimmerreizen.nu/over-ons/onze-doelstelling/ 10 zie ook Bereikbaarheid regio Groningen-Assen - Geactualiseerde Netwerkanalyse 2013. RGA/Begeleidingsgroep Netwerkanalyse. 11 Bij een bepaalde basis bezetting is het OV duurzamer; gechargeerd zijn lege bussen bijvoorbeeld minder duurzaam dan de auto. 12 In deze contrasterende opstelling wordt mobiliteitsmanagement gemakshalve achterwege gelaten: door mobiliteitsmanagement wordt de regio beter bereikbaar én wordt duurzaamheid ook bediend (zie paraaf beter benutten/mobiliteitsmanagement). 13 Review van Duinn op het Concept Voertuigenplan 2013-2015. 14 Gegund aan Movares (2013/2014). 15 Wordt uitgevoerd door Duinn (2014). 9
6 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
onderzoek geïnitieerd door Prorail naar de mogelijkheden van partiële elektrificatie16. Ook het Rijk is momenteel bezig met een onderzoek naar de mogelijke toepassingen van elektrificatie en LNG (Liquefied Natural Gas ofwel vloeibaar aardgas). Volgens planning komen deze onderzoeken bij elkaar in maart/april 2014. Op basis van de uitkomsten gaan wij bepalen welke opties verder onderzoek behoeven.
Bus Wij hebben indirect invloed op de aanbesteding van de bus concessie via het OV-Bureau GroningenDrenthe17. In het voortraject hebben wij samen met provincie Drenthe en gemeente Groningen input geleverd wat betreft duurzaamheid voor de Nota van Uitgangspunten die door het OV-bureau opgesteld is. Een extern adviesbureau heeft daarbij geadviseerd; onder meer werd geadviseerd de gemiddelde snelheid zoveel mogelijk te verhogen om de reiziger een aantrekkelijker product te bieden en minder brandstof te verbruiken (en daarmee minder uitstoot van o.a. CO2). Een hogere snelheid kan onder meer gerealiseerd worden door zoveel mogelijk vrijliggende infrastructuur te realiseren. De provincie heeft bijgedragen aan het realiseren van bijvoorbeeld de busbanen op de Europaweg en zal bijdragen aan de verlenging van de HOV-route haaks op de Paterswoldseweg richting Hoofdstation Groningen. De bezettingsgraad is net als bij de trein ook hier cruciaal. Eind januari 2014 heeft het DB van het OV-bureau de Nota van Uitgangspunten vastgesteld. Wat heeft het OV-bureau al gedaan: Huidige Groningen-Drenthe en HOV-concessie (vanaf 2009): - Alle stadsbussen zijn EEV (Enhanced Environmentally Friendly - zit tussen Euro-V18 en EuroVI in), alle andere bussen minimaal Euro-V - Businesscase 2013 met Qbuzz over vervanging 37 bussen door grotere en meer milieuvriendelijke bussen (9 EEV Mercedes Capacity’s) en 28 Euro-VI 18-meter Mercedes Citaro’s Zie voor de norm onderstaand grafiekje. Hierin is te zien dat er al veel milieuwinst is behaald19:
16
Wordt uitgevoerd door Strukton en Railevent. Ondanks het feit dat het OV-bureau een samenwerkingsverband is met o.a. provincie Groningen in het bestuur, is de invloed indirect omdat de provincie niet direct opdrachtgever is van de bus en kan het voorkomen dat de andere partijen een andere visie zijn toegedaan. 18 De Euronormering geeft aan hoe 'schoon' een bus is. Daarbij is Euro I het meest vervuilend, Euro VI het minst. 19 Maar er wordt gestreefd naar meer winst in de toekomst. 17
7 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
Kleinschalig Vervoer In Noord-Groningen is door gemeenten de intentie uitgesproken (zomer 2013) om in de volgende concessie voor kleinschalig vervoer (doelgroepenvervoer WMO, leerlingen en al dan niet kleinschalig OV) op groen gas te laten rijden en zo het kip-ei probleem voor groen gas vulpunten op te lossen. Dit moet nog worden uitgewerkt in de volgende aanbesteding. Wat er al rijdt: - Generiek Euro-III (met name gemeentewens) - Voor stad Assen: een aantal groen gas busjes is gestimuleerd aangeschaft Het WMO-WsW vervoer in de stad Groningen is gegund aan een ondernemer (BIOS Groep) die 100% op groen gas rijdt. Door vanuit de provincie kennis en ervaring te leveren was er een eis van 10% duurzaamheid opgenomen. We maken ons hard voor opname van duurzaamheid en alternatieve brandstoffen in de concessie. Momenteel wordt er vanuit de AWBZ-vervoer werkgroep, waaraan de provincie deelneemt, onderzoek verricht naar de diverse vervoersstromen, ter voorbereiding op het onderzoek naar het mogelijk bundelen van vervoersstromen (inclusief AWBZ). Auto/Weg Auto De afgelopen jaren hebben wij gewerkt aan het verduurzamen van het eigen wagenpark. Wij hebben geen directe invloed op het verduurzamen van het particuliere/zakelijke wagenpark maar kunnen wel het koop/leasegedrag van particulieren en bedrijven beïnvloeden. Dit wordt momenteel nog niet expliciet gedaan, maar met het besluit om een subsidieregeling in te stellen met als doel voertuigen om te laten bouwen om geschikt te maken voor groen gas (zie auto/weg in de toekomst), kan wel invloed uitgeoefend worden. Autoweg/fietsinfra Bii onze afdeling wegenbouw wordt geëxperimenteerd met aanbesteden waarbij niet alleen duurzame elementen geëist worden, maar ook punten te verdienen valt op duurzame extra's (economisch meest voordelige inschrijving). Er wordt nog niet expliciet rekening gehouden met duurzaamheid bij routering20, wel bij de instelling van sommige VRI's waarbij bussen voorrang genieten (betere doorstroming met bijkomend voordeel minder brandstofverbruik en bijbehorende uitstoot). Bij beton en waterbouw (maar ook wegenbouw) wenden wij moderne technieken aan om de duurzaamheid te bevorderen; zo wordt een elektrisch stroompje aangewend om de bewapening van bruggen te beschermen tegen roest. Zodoende moet er minder slecht beton weggehaald worden waarmee er minder energiekosten en transportkilometers gemaakt moeten worden en minder overlast ontstaat voor de weggebruiker. Voorts worden materialen bij wegenbouwprojecten hergebruikt. Zo wordt bestaande verharding gefreesd en opnieuw gebruikt in asfaltbeton. Ook gebruiken wij bermmaaisel (ca. 10.000 ton/jaar) om biogas te maken en elektriciteit op te wekken. Het restant is meststof dat ook nog een gebruik heeft. Tevens trachten we steeds het gebruik van primaire bouwstoffen zoveel mogelijk te beperken (vaak restproducten uit andere bedrijfstakken) en zijn we met onder meer de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Twente bezig om technieken te beschrijven en uit te werken m.b.t. het opwekken van energie uit asfalt. Voor gladheidbestrijding gebruikt de provincie geavanceerde computertechnologie om zo efficiënt en effectief mogelijk om te gaan met het strooizout. Tot slot gebruiken we in toenemende mate LED-verlichting in verkeerslichten en scheepvaartseinen en passen we reflecterende betonranden toe op kruisingen in onze provincie die onderhoudsvriendelijk zijn en tot 30% openbare verlichting kunnen besparen. Naast de maatregelen om het wegennet te verduurzamen, controleert de provincie ook standaard wat de gevolgen zijn voor de luchtkwaliteit bij mobiliteitsplannen en wegconstructies. Door het RIVM is de zgn. GES methodiek (gezondheidseffectscreening) ontwikkeld. Die geeft inzicht in de gezondheidseffecten door milieuhinder op nabijgelegen (woon)bebouwing. Wij hebben die methodiek, als pilot, toegepast om de gezondheidseffecten van geluidhinder en luchtverontreiniging door wegverkeer van de Westelijke Ringweg van Groningen op het naastgelegen bedrijventerrein 20
Wel zal in de praktijk vaak de kortst mogelijke route worden gekozen vanuit kostenbesparingen. Als duurzaamheid ook meegenomen werd, zou een kortere route nog interessanter worden.
8 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
Reitdiepzone in kaart te brengen (de zgn. gezondheidskaart). Deze methodiek willen wij in voorkomende gevallen toepassen bij onze nieuwe, infrastructurele projecten. Geluidproductie kan 21 overigens alleen direct bij provinciale wegen gecontroleerd worden . Vaarweg Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van natuurvriendelijke oevers en van verzinkte stalen sluisdeuren met een langere levensduur in plaats van tropisch hardhout en wordt hout, gebruikt in grotere vaarwegen, hergebruikt in kleinere. Slib wordt bij baggerwerkzaamheden zoveel mogelijk hergebruikt en inschrijvers kunnen punten behalen bij de laagste CO2- uitstoot. Fiets Het stimuleren van fietsgebruik draagt bij aan punt 1 van eerdergenoemde Trias Energetica: De vraag naar energie beperken (minder (auto)kilometers dus minder uitstoot). Door huidige automobilisten zoveel mogelijk de fiets te laten gebruiken, dragen we bij aan meer duurzaamheid en betere bereikbaarheid. Dit doen we onder meer door verkeersonveiligheid te verminderen, de overstap van de diverse modaliteiten zo naadloos mogelijk te maken, de fietsinfrastructuur zo goed mogelijk met de 22 beschikbare middelen aan te leggen en te onderhouden en deze te promoten. Tot slot gebruiken we educatie om mobiliteit duurzamer te krijgen. Zo werken wij samen met het Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid (IVN), het OV-bureau en Veilig Verkeer Nederland (VVN) aan het project 'Duurzaam Door' om te bezien welke ontwikkelingen tot nieuwe mobiliteitsconcepten leiden en op welke manier daarop in te spelen is. Voorts wordt bekeken hoe met name jongeren gestimuleerd kunnen worden om de fiets, e-bike, en het OV meer te gebruiken23. Zowel voortgezet onderwijsscholieren als MBO/HBO-studenten worden hier bij betrokken. Waar IVN voornamelijk met jongeren kennis uitwisselt, doet Stichting Energy Expo dit met diverse (markt)partijen die allemaal een gemeenschappelijk doel hebben: het zo spoedig realiseren van duurzame mobiliteit.24 Provincie Groningen neemt deel aan Stichting Energy Expo.
21
Zie ook het provinciale Integrale Milieu Beleidsplan: http://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Brief/bijlage_1_concepttekst_Milieu_Beleidsplan.pdf . 22 Zie ook de op 21 maart 2012 vastgestelde Beleidsnota Fiets en het Actieplan Fiets 2012-2015, vastgesteld op 11 december 2012. 23 Het Verkeer en Vervoer Beraad (VVB) biedt hier tevens een platform voor; samen met de gemeenten zullen we binnenkort dit onderwerp bespreken tijdens een VVB-vergadering. 24 http://www.energyexpo.nl/verbinden/stichting-energy-expo/
9 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
Toekomstige situatie Beter Benutten Mobiliteitsmanagement Naast het stimuleren van werknemers om op andere tijden en thuis te werken, zijn we voornemens hen aan te moedigen om, in het geval zij echt de auto moeten pakken, een voertuig op groen gas of elektriciteit te gebruiken. Om dit te bereiken, zullen we vanuit Groningen Bereikbaar in 2014 aanhaken bij de bestaande captains breakfasts om naast de reguliere onderwerpen juist te focussen op het gebruik maken van niet-fossiele brandstoffen. Binnen onze eigen ambtelijke organisatie gaan we in 2014 evalueren of ons eigen mobiliteitsplan effectief genoeg is en of er nog manieren zijn om het te verbeteren. Trein Lange Termijn (2020 en verder) Naar aanleiding van de quickscan duurzaamheid trein, de review hierop, het onderzoek partiële elektrificatie, het onderzoek van het Rijk naar elektrificatie en LNG, en eerder verrichte onderzoeken zoals in Overijssel25, zullen wij in het tweede kwartaal van dit jaar een besluit nemen over het al dan niet uit laten werken van de getrechterde mogelijkheden. Dit met als uiteindelijk doel duurzaamheid op te nemen in het PvE voor de nieuwe treinconcessie per 2020. Uiteindelijk zal de gekozen techniek/brandstof bepalend zijn of het raadzaam is te kiezen voor een middel- of doelvoorschrift. Als namelijk blijkt dat bijvoorbeeld elektrificatie de meest haalbare en wenselijke optie is, moet al in de komende jaren de infrastructuur gebouwd worden en elektrisch materieel met de nieuwe concessie voorgeschreven worden. Ook moet bepaald worden of er eventueel gewerkt moet worden met een ingroeimodel als 100% nieuw materieel per 2020 niet haalbaar of te risicovol blijkt. Korte termijn Parallel aan de diverse onderzoeken zullen wij een pilot organiseren om praktijkervaring op te doen met alternatieve brandstoffen. Het meest reëel op korte termijn (vóór 2016) lijken op dit moment diesel-hybride toepassingen waarbij remenergie wordt opgeslagen in accu's of supercaps26 en gebruikt bij het accelereren. Voor een pilot met LNG-toepassingen is meer tijd nodig voor homologatie/ toelatingen. Daarbij worden bestaande contacten met het bedrijfsleven uitgebreid om mogelijke cofinanciering te realiseren. Bus Doel voor de toekomst Zoals eerder gemeld heeft het DB van het OV-bureau op 20 januari 2014 de Nota van Uitgangspunten voor de volgende bus aanbesteding vastgesteld. Daaruit kan worden afgeleid: Het voornemen is om in de PvE fase een Actieplan Duurzaamheid op te stellen. Met dit actieplan wordt d.m.v. een systeemaanpak het energiegebruik en direct daaraan gekoppelde uitstoot per reizigerskilometer teruggebracht. Dit kan o.a. door een verbeterde doorstroming, zuinig rijden, optimaal inzetten van voertuigen e.d. Tegelijkertijd wordt bezien hoe de doelen verder gekwantificeerd kunnen worden. De milieudoelstelling van de aan het OV-bureau deelnemende provincies op dit punt bedraagt 20% CO2-reductie in 2020 t.o.v. 1990. De verwachting is dat het OV de CO2-reductie ruim zal overtreffen door een mix van maatregelen. Deze worden grotendeels gerealiseerd binnen het continue ontwikkelproces en gedeeltelijk binnen de aanbesteding. De systeemaanpak kan ook zonder alternatieve brandstoffen of aandrijving worden doorgevoerd; eventueel kan extra milieuwinst worden behaald door het overgaan op alternatieven. In het PvE
25
Hier hebben ze bijvoorbeeld de haalbaarheid van gehele elektrificatie van het baanvak Zwolle - Wierden onderzocht. Supercaps kunnen net als accu's energie opslaan maar hebben wat andere eigenschappen (bijv. totale levensduur, energie afgifte e.d.) 26
10 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
worden naar alle waarschijnlijkheid energiebesparing en minder broeikasgassen tot doel gesteld, niet het middel. De mogelijkheden en kosteneffecten van alternatieve aandrijvingen en brandstoffen worden uitgewerkt in de PvE fase. In deze uitwerking wordt ook groen gas meegenomen. De keuze is vooralsnog dat instroom van alternatieve energiebronnen en aandrijflijnen in beginsel plaats vindt na de aanbesteding, tijdens de concessielooptijd. Bij aanvang van de concessie zijn alternatieven nog niet op grote schaal en tegen acceptabele kosten toepasbaar. Ook is er ten tijde van de inschrijving waarschijnlijk nog te veel onzekerheid over kostenontwikkeling, betrouwbaarheid, beschikbaarheid en toekomstperspectief van de diverse nieuwe technieken/brandstoffen. Daarom heeft invoering tijdens de concessie belangrijke voordelen, t.o.v. opnemen in de aanbesteding. De voorwaarden voor geleidelijke invoering tijdens de concessie worden geschapen door geplande uitstroom van conventioneel materieel tijdens de concessie, het experimenteerbeding en de business case constructie. Dit op weg naar het nationale einddoel: geheel hernieuwbare brandstof in 2050. Concreet gaat het OV-bureau op de korte termijn invulling geven aan een business case materieelvernieuwing met Qbuzz (Groningen Drenthe concessie): 3 achttien meter EEV-stadsbussen worden vervangen door 3 vierentwintig meter hybride bussen met batterijen voor terugwinning remenergie die wordt ingezet voor het weer optrekken bij de halte (25% zuiniger); 26 twaalf meter Euro-V Qliners worden vervangen door 26 vijftien meter Euro-VI Qliners, die 23% meer capaciteit bieden bij hetzelfde verbruik en zo versterkingen beperken; 6 twaalf meter Euro-V streekbussen worden vervangen door 6 Euro-VI midibussen, die ongeveer de helft zuiniger zijn (CO2) en veel schoner (schadelijke stoffen). Kleinschalig Vervoer Het aanbesteden van diverse vormen van vervoer valt onder verschillende afdelingen binnen een gemeente. Ook leeft het begrip duurzaamheid niet overal. Het regionaal samenwerken op dit gebied is een belangrijk item voor minimale kosten en maximale duurzaamheid. In Noord-Groningen wordt hier al aan gewerkt. Ook is het zaak om al vóór een nieuwe aanbesteding gaat spelen voorwaarden te stellen over het rijden op groen gas in de tussenliggende periode. Bundeling van vervoersstromen is ook van belang voor vervoerders door efficiënt gebruik te kunnen maken van de groen gasauto's. De provincie neemt zoals gezegd deel aan de AWBZ-werkgroep waarin een aantal Groningse gemeenten en het OV-bureau vertegenwoordigd zijn. Het doel van de werkgroep is om op korte termijn het AWBZ-vervoer te gaan organiseren wanneer het vanaf 2015 gedecentraliseerd wordt naar de gemeenten. Daarnaast is het doel voor de langere termijn (vanaf 2020) om de diverse vervoersstromen (WMO, AWBZ, leerlingenvervoer, regulier OV) te gaan bundelen. Hogere bezettingsgraden zijn per definitie duurzamer. Onze rol ligt in het regisseren van het werk van diverse gemeenten en het adviseren. Zo zullen wij gemeenten adviseren om naast het bundelen van vervoersstromen ook zo duurzaam mogelijk materieel uit te vragen bij de aanbesteding.
Auto/weg Auto Wij zullen ons inzetten ons eigen wagenpark verder te verduurzamen. Wij hebben besloten om het Alabel als uitgangspositie te nemen, in te zetten op 100% duurzaam en in 2015 50% van de voertuigen op duurzame brandstoffen te krijgen. Met het huidige aanschafbeleid wordt deze doelstelling niet bereikt. In overleg met de relevante partijen, moet dit jaar actief bekeken worden wat haalbaar is (praktische inzetbaarheid en betrouwbaarheid) om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de doelstelling voor 2015. Wij zijn voornemens om samen met de stad Groningen en het bedrijfsleven te bezien hoe we het netwerk van deelauto's kunnen uitbreiden met auto's op groen gas. Autodelen heeft een autokilometer beperkend effect en met minder nieuwe auto's worden er minder grondstoffen/energie gebruikt om auto's te produceren (punt 1 van Trias Energetica). Als deze deelauto's ook nog op duurzame brandstof rijden (punt 2 van Trias Energetica), wordt een dubbel duurzaam effect bereikt.
11 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
Voor wat betreft particulier wagenbezit: per amendement heeft Provinciale Staten eind vorig jaar bepaald dat er een subsidieregeling ingesteld wordt om het aanschaffen/leasen van een voertuig op groen gas of het ombouwen van een bestaand voertuig binnen de provincie Groningen te stimuleren. Deze wordt op zeer korte termijn uitgevoerd. De elektrische auto wordt al door het Rijk gestimuleerd middels het fiscaal beleid (minder of geen BPM en wegenbelasting). Het is de ambitie van de provincie om het gebruik van elektrische auto's te faciliteren door het aanleggen van de benodigde infrastructuur. Dit heeft een plek gekregen in het brandstoftransitieplan. Wij zijn voornemens om in 2014 de haalbaarheid te onderzoeken van een pilot met elektrische voertuigen voor de laatste of eerste kilometers van/naar een OV-knooppunt. Elektrische voertuigen hebben vooralsnog een beperkte actieradius en lenen zich dan goed voor korte ritten met snellaad mogelijkheden tussendoor. Dit zou uitgebreid kunnen worden met het inzetten van bijvoorbeeld werklozen die taxi rij-ervaring opdoen in één van deze elektrische voertuigen, zoals in Rotterdam al het geval is. Zodoende worden People (baangarantie), Planet (punten 1 en 2 van Trias Energetica) en Profit (betere bereikbaarheid gunstig voor economie) bediend/behaald27. Tot slot gaan we bezien in hoeverre het vrachtwagenvervoer vergroend kan worden. Commerciële bedrijven in de logistiek zullen uit het oogpunt van kostenbesparing veelal al zuinig en de meest efficiënte routes28 rijden (punt 1 van Trias Energetica), maar de provincie zou dit samen met het bedrijfsleven ook nog op meer duurzame brandstof kunnen krijgen (punt 2 van Trias Energetica). Autoweg/fietsinfra/vaarweg Uit de eerder genoemde gesprekken met kennisinstellingen betreffende de mogelijkheden van energie uit asfalt, moet op korte termijn duidelijk worden welke technieken, onder welke condities, toepasbaar zijn. Dit moet leiden tot een concreet voorstel voor het vervolg met mogelijk een pilot. Wat betreft openbare verlichting: de provincie heeft zich tot doel gesteld om in 2020 minimaal 50% energie te besparen bij de vervangen lichtmasten. Daarbij geldt het principe: geen verlichting, tenzij de verkeersveiligheid of de sociale veiligheid in het gedrang komt. Daar waar verlichting noodzakelijk is, onderzoeken we hoe deze zo energiezuinig mogelijk kan zijn. Zo evalueren we, samen met de Hanzehogeschool, hoe de fietspaden in de provincie zo duurzaam mogelijk verlicht kunnen worden. Dit zou middels LED-technologie kunnen: LED verbruikt minder energie dan traditionele verlichting en gaat langer mee. Enig nadeel is dat de aanschafkosten hoger liggen waardoor een hogere investering benodigd is om uiteindelijk lagere exploitatiekosten te realiseren. Ook zijn we voornemens te onderzoeken in hoeverre het wenselijk is om middels sensor technologie alleen weggedeeltes aan te lichten waar de auto of fiets zich bevindt. Wij streven naar zo weinig mogelijk lichtvervuiling en in- en uitschakelende verlichting kan in de beleving als meer verstorend ervaren worden dan langdurige verlichting. Voorts kan het sociaal veiligheidsgevoel verslechteren als een fietser van verre opgemerkt wordt. Concreet willen wij in het vierde kwartaal van 2014 een pilot starten met een stuk wegdek, mogelijk bij Zuidhorn. Zo willen we in ieder geval ervaring opdoen met energie uit wegdek, maar mogelijk ook andere innovatieve toepassingen zoals 'glow in the dark' belijning. Ook valt te denken aan koudewarmteopslag in het wegdek en zonnepanelen bij abri's. In februari 2014 hebben wij de zogenaamde Green Deal Duurzaam GWW ondertekend. Hiermee committeert de provincie zich aan het duurzaam ontwerpen en aanleggen van infrastructuur. Het is de bedoeling dat de provincie zich deze duurzame werkwijze eigen maakt. Green Deal Duurzaam GWW Wij willen infrastructurele werken/wegen zo duurzaam mogelijk ontwerpen, laten aanleggen en onderhouden. Dit kan door de mate van duurzaamheid in de planvorming en aanbesteding vorm te geven. Zeer recentelijk (4 februari 2014) is het nieuwe inkoop- en aanbestedingsbeleid vastgesteld om ook duurzaamheid standaard te borgen. De Green Deal Duurzaam GWW is een verdere invulling hiervan.
27
Zie ook http://www.flexvervoer.nl/over-flex/pijlers/duurzaamheid/ voor de casus in Rotterdam e.o. Deels is de routering afhankelijk van de wegbeheerder, waaronder de provincie (zie ook Huidige Situatie: Autoweg. De provincie dient dan ook bij het aanleggen van wegen, naast alle andere factoren, ook het aantal kilometers in de gaten te houden (punt 1 Trias Energetica). 28
12 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
De Green Deal Duurzaam GWW is een bekrachtiging van de publiek-private samenwerking van marktpartijen, overheidsopdrachtgevers en kennisinstituten. Zij hebben een werkmethode ontwikkeld waarmee duurzaam inkopen in de GWW-sector beter tot zijn recht kan komen: de aanpak duurzaam GWW (www.aanpakduurzaamgww.nl) en maakt op dit moment gebruik van een aantal instrumenten te weten "Dubocalc", "CO2-prestatieladder", "Omgevingswijzer" en het "Ambitieweb". Met het ondertekenen van de Green Deal duurzaam GWW geeft de provincie Groningen aan dat zij zich wil inspannen: - de aanpak GWW in de organisatie te implementeren; - de samenwerking ”aanpak duurzaam GWW” te verbreden binnen de GWW-sector; - de “aanpak duurzaam GWW” verder te ontwikkelen. wat
wanneer feb 2014
onderzoek naar concrete projecten en contact met voorlopers en slim gebruik maken van evt. opgestelde uitvoeringsplannen
feb 2014 april 2014
voorstel: Rondweg Bedum Fietsroute Plus Groningen-Ten Boer N366, deelproject n.t.b. Klein onderhoudsbestek Baggerwerk (?)
start in: mrt 2014 mrt 2014
1. Ondertekenen van de Greendeal. In de Green Deal duurzaam GWW zijn inspanningsverplichtingen opgenomen voor de eigen organisatie. 2. Start in 2014 met de implementatie door onderzoek hoe te concretiseren en de toepasbaarheid in de praktijk te vergroten.
3. In 2014 wordt gestart in tenminste 5 projecten in verschillende projectfasen (planfase, ontwerpfase, realisatiefase (ontwerp, contract en bouw)) met het toepassen van de Aanpak Duurzaam GWW waarbij na de start in een bepaalde projectfase de Aanpak Duurzaam GWW vervolgens zo compleet mogelijk zal worden doorlopen en worden als pilotprojecten voor kennisuitwisseling aangedragen; Plan: VV/WE Omgevingswijzer en Ambitieweb -
Voorbereiding/Realisatie: Ambitieweb/CO2 prestatieladder
4. Door projecten (met pilots) aan te dragen voor het delen van kennis en ervaringen, ten behoeve van communicatie; 5. De provincie Groningen draagt het gedachtegoed en de ontwikkelde producten uit naar andere opdrachtgevers en naar marktpartijen; 6. Aan de hand van de ervaringen wordt begin 2015 een doelstelling voor concrete projecten voor 2015 bepaald.
Deelnemen aan activiteiten landelijk netwerk. Contact met marktpartijen deelnemen aan activiteiten landelijk netwerk. dec. 2014
Aldus zetten wij ons in om de nieuwe werkwijze in te bedden, maar ook realiseren wij, zoals eerder gezegd, op korte termijn concrete pilots om zelf praktijkervaring op te doen.
Fiets De ingeslagen weg zoals eerder beschreven, wordt ook de komende jaren voortgezet. De precieze acties om de twee hoofddoelen (meer fietsgebruik en veiliger (brom)fietsverkeer) te bereiken zijn beschreven in het Actieplan Fiets 2012-2015. Zo leggen we de komende jaren vijf Fietsroutes Plus aan (infrastructuur). Fietsroutes Plus zijn bredere en comfortabelere fietspaden die het gebruik van de reguliere fiets, maar ook van de e-bike stimuleren en veiliger maken. Daarnaast laten we OV-fietsen plaatsen op vijf stations (ketenmobiliteit & fietsparkeren), voeren we gezamenlijk campagne met gemeenten en maatschappelijke organisaties (promotie en communicatie) en organiseert de provincie themabijeenkomsten (organisatie). Daarbij wordt ook o.a. de subdoelstelling genoemd dat de fietsintensiteit specifiek op de Fietsroute Plus met minimaal 15% toegenomen moet zijn in 2020.
13 Nota Duurzame Mobiliteit (definitief)
Wat betreft educatie: in 2014 wordt het project 'Duurzaam Door' uitgevoerd en bezien of het voortgezet, dan wel uitgebreid moet worden (en de bijbehorende financiële dekking gezocht moet worden).