Miyayama Hiroaki Workshop: bladgoud
Centrum voor grafiek
Frans Masereel
Workshop Kleuretsen en bewerking van bladgoud: 3-4-5 november 2000, Centrum voor Grafiek Frans Masereel Miyayama Hiroaki, Meester in de beeldende kunst, Universsity Tsukuba Japan 1979 Assistenten:
Wim Legrand, 2de Meestergraad Vrije Grafiek, Karel de Gote-Hogeschool Antwerpen Ivan Durt, Meester in de beeldende kunst, Karel de Grote Hogeschool Antwerpen 1999
Tekst - en beeldverslag: Wim Legrand en Ivan Durt. mei 2000
1 Voorbereidingen 1.1 Ontwerp Voor het maken van een ontwerp vertrekt Miyayarna van een foto, deze foto zet hij om in een ontwerp (potlood op papier). Het zoeken van de juiste compositie gebeurt door middel van een kadertje. Het maken van een ontwerp in potloodtekening duurt toch minimum een week of twee.
1.2 Kleurenselectie Miyayama werkt meestal met vijf kleuren, in deze workshop houdt hij zich aan vier kleuren. De kleuren worden niet via computerselectie gekozen maar op een intuïtieve manier. Het aantal kleuren die gebruikt worden bepalen het aantal platen. In deze workshop zijn dat er zes: - vier kleuren -
Één blinde plaat
-
Een plaat voor bladgoud of zilver
Elke kleur-plaat bezit zijn eigen tonaliteiten, die voor een rijkere intensiteit zorgen.
1.3 Platen en preparatie. Belangrijk voor de preparatie is dat de platen min of meer dezelfde grootte hebben; Als deze enig verschil vertonen is dat niet fataal, zolang er telkens één rechte aanleghoek is. Deze kleine afwijking kan later eventueel opgevangen worden wanneer het ontwerp wordt overgezet. De koperplaten worden op de normale manier geprepareerd:
geschuurd met fijn schuurpapier (korrel groter dan 800)
koperpoets met fijne staalwol
koperpoets met katoenen vod oppoetsen
plaatje ontvetten met reinigingsproduct (dreft)
De randen van de plaat worden echter achteraf afgevijld. (Verder in de cursus zal duidelijk worden waarom.)
2 Uitvoering van het ontwerp 2.1 Overzetting van het ontwerp. 2.1 .1 Het basisontwerp. Op een polyesterkalk wordt het gehele ontwerp lineair aangebracht waarop alle kleurplaten zijn gebaseerd. (= Basisontwerp) Via het kleurontwerp worden de verschillende kleuren op de verschillende platen aangeduid daar waar de tekening het bladgoud zou aangrenzen wordt het ontwerp 1,5mm groter over gezet. De overzetting gebeurt door middel van zwart of blauw carbonpapier, Let wel !, te vettig carbonpapier zou een ongewenst effect nalaten tijdens het zuren (witte lijnen). 2.1.2 Preparatie voor het zuren Wanneer de platen zijn aangeduid wordt de aquatint aangebracht op de plaat, er mag genoeg hars gebruikt worden. De hars wordt vast gebrand en de niet te zuren delen dicht geschilderd met etsvernis (vernisfort) , de achterkant wordt afgedekt door zelfklevende plastic of een laagje autolak. (Opgelet bij eventueel terug vastbranden van hars: plastic verwijderen!). Deze handeling wordt na het zuren door Miyayama Hiroaki nog eens identiek herhaald vermits hij zijn zuurtijden ook in twee verdeelt. Op deze manier staat zijn aquatint mooier en beter, wat niet onbelangrijk is voor zijn techniek. Na het zuren worden de plaatjes vergeleken met het ontwerp, met een polierstaal worden correcties gemaakt. Dit proces wordt herhaalt tot het gewenste resultaat. Nu pas worden de zijkanten afgevijld. De plaatsjes worden gereinigd met olie en dan worden ze ingeïnkt en afgeklopt met voeringstof. 2.1.3 Het zuren Voor koperplaat maken we gebruik van ijzerperchloride die een sterkte heeft van 36° Baumé. Nu zijn de plaatjes klaar om gezuurd te worden. Het is aangewezen een proefplaat je te maken om je zuurtijden op punt te stellen. Door elke kleurplaat in verschillende stappen af te dekken creëert Miyayama Hiroaki verschillende intensiteiten van een bepaalde kleur waarin hij achteraf nog zal polieren. 2.1.4 Het drukprocedé Bij het drukken van de platen is het aangewezen het papier daags voordien te behandelen. De beste methode om optimaal drukklaar papier te verkrijgen is één of zelfs twee dagen op voorhand het papier nat te maken en in een plastic af te dekken, let wel: slechts de helft van de papieren worden nat gemaakt, dus: één nat, één droog, één nat, één droog, ... Als het papier goed in de plastic is gewikkeld wordt er een lichte persing op uitgeoefend door er bijvoorbeeld een lichte steen of enkele telefoon boeken op te leggen (liefst het gehele papieroppervlak) Belangrijk is ook dat op het papier, alvorens het nat te maken, de looprichting van het papier aan te duiden, dit is namelijk moeilijker te achterhalen eens het papier nat is. De looprichting van het papier moet gelijk zijn aan de richting waarmee het door de pers gedraaid wordt, dit zorgt ervoor dat het papier reeds gerekt is en niet meer zal veranderen tijdens het drukproces. Vooraf wordt een grondplan gemaakt dat op de pers wordt gelegd, onder de micafilm. Het grondplan bestaat uit
een aanduiding van de rechte hoek die bij alle platen identiek zijn, ook vergelijkende aanduiding i.v.m. het gebruikte papier. Nu kan het ininkten van de platen gebeuren. De platen worden allemaal gelijktijdig ingeïnkt omdat we ze ook allemaal direct achter elkaar gaan drukken. Het papier wordt nu eerst op de juiste plaats gelegd en zo door de pers gerold (doordraaien en terug). Vervolgens worden stukjes tape aangebracht aan één zijde van het papier zodat het op zijn plaats gefixeerd blijft. Alle inkten voor het drukken aanmaken. Alle platen zijn ingeïnkt voor het drukken want de platen worden achtereenvolgens gedrukt. De plaat steeds in dezelfde hoek aanbrengen. Druk goed drogen! Nu wordt eerst de blanke plaat afgedrukt die het papier rekt en de plaats van de plaat afdruk bepaalt. Daarna kunnen de kleurplaten één voor één gedrukt worden. Let wel! Steeds terugdraaien vermits het papier gefixeerd is en slechts aan één kant scharniert. Na het drukken van al de kleurplaten mag de tape losgemaakt worden en is het aangewezen het bedrukte papier op te spannen op een stuk triplex of dik karton, dit door, middel van gomtape (over de gehele vier zijden van het papier.) De druk moet zo lang of zo goed mogelijk drogen, de druk moet kurkdroog zijn willen we volgende stappen van de bladgoudtechniek kunnen verderzetten. Miyayama Hiroaki trekt hier maar liefst één volledige maand voor uit, dit geeft hem tegelijk de tijd om de voorbereidingen te treffen voor de gouddruk.
3 Bladgoud en -zilver 3.1 Maken van de plaat voor de gouddruk. De plaat voor de gouddruk dient voor het invullen van de negatieve ruimte of de vooraf bepaalde plaats voor het bladgoud. De negatieve ruimte moet de exacte grootte hebben als ze overgezet wordt van het moedervel, op deze manier zal ze van tevoren iets grotere kleurvlakken overlappen zodat we lelijke witte randen vermeiden. Na het overzetten van het ontwerp dient de plaat gezuurd te worden. Deze plaat wordt opgerold en in hoogdruk afgedrukt dus de negatieve ruimte (de plaats waar het goud komt) wordt afgedekt. De vernis dient twee weken uit te harden en dit wordt nog twee maal herhaald vooraleer te zuren. De zuurtijd bedraagt namelijk ongeveer een halve dag om een hoogdrukplaat te bekomen, vandaar dient de vernis heel hard te zijn om vervormingen door het zuren te vermijden.
3.2 Hantering van het materiaal Het bladgoud is flinterdun en dient dus op een specifieke manier gehanteerd te worden. Hiervoor gebruikt Miyayama een bamboespateltje, een baren en een kartonnen plaatje bedekt met katoen. Hier wordt een minieme hoeveelheid gel op oliebasis op aangebracht, machinevet kan hier ook dienst voor doen. De gel wordt door middel van de baren op het katoen uitgewreven en ook met de baren aangebracht op een stukje Japans kalligrafiepapier of een licht ingre papier iets groter dan het bladgoudvelletje. Via dit papiertje kan met behulp van het bamboespateltje het bladgoud opgenomen worden en gebruikt worden zonder het te scheuren of kreuken.
Inkt voor gouddruk aanmaken. Het gouddrukplaatje op dezelfde plaats leggen. De gouddrukinkt komt een millimeter over de rest. Voorzichtig het zilver of goud aanbrengen op het kalligrafie papier aanbrengen met de gel op oliebasis. Het zilver of goud aanbrengen op de druk.
3.3 De inkt voor het bladgoud-zilver De inkt dient als een soort kleefstof die het goud of zilver zal vasthouden. Deze inkt heeft een speciale samenstelling, maar het blijft belangrijk dat er op andere plaatsen op het papier geen natte stukken inkt aanwezig zijn omdat ze echter ook bladgoud zouden kunnen vasthouden.
SAMENSTELLING: Bladgoud (koper)
55%
etsinkt
-
45% lithoinkt
Bladzilver (aluminium) 40%
etsinkt
-
60% lithoinkt
3.4 Het drukken van de plaat Dit gebeurt op dezelfde wijze als waarop de andere platen worden gedrukt, met als enig verschil dat deze plaat ingerold wordt met de daarvoor geprepareerde inkt, en dat de pers deze keer niet teruggerold mag worden. Daarna wordt het papier losgemaakt en omgedraaid op de pers gelegd. Nu kan het bladgoud of zilver voorzichtig aangebracht worden. Nu wordt alles één maal door de pers gedraaid en kan het kalligrafisch papier of de ingre voorzichtig verwijderd worden waarna het papier ook weer wordt opgespannen om te drogen.
3.5 De laatste stap Het bladgoud moet nu één dag drogen voor de juiste hechting. Dus na één dag kan dan het overtollig aanwezig bladgoud verwijderd worden. Het best gaat dit met een zachte borstel, hardnekkigere stukjes kunnen voorzichtig weggedept worden met een kneedgom. Hoe langer men wacht met het wegborstellen hoe glanzender het oppervlak doordat het kon uitharden. De hardheid van de borstel waarmee men weg borstelt beïnvloedt de glans ook. Dit zou de laatste stap moeten zijn om tot het gewenste resultaat te komen.
Workshop: aquatint en bladgoud Benodigd heden - koperplaten - etsnaald - schraapstaal - polijststaal - ets-inkt en litho-inkt - drukpapier (in deze workshop: arches 88) - carbonpapier - kalkpapier - borstels, zowel zacht als hard
- bladgoud en/of zilver - gel op basis van olie (of machine vet) - karton/ triplex! unalit - katoen - voeringstof - tarlatan - baren (gemaakt met bamboeblad) - gomtape - bamboelatje - kalligrafiepapier - alluminiumpapier - fritpapier - krantenpapier - white spirit - slaolie (als reinigingsmiddel) - soyasaus (ontvetten) - hard potlood (nr 6) - machine-olie
Miyayama Hiroaki 1955 Bom in Tokyo 1979 Master Fine Art of Tsukuba University 1989-90 The fellowship under the Japanese Government Oversea Training program for Artists (U.S.A. and Belgium) 1985 International Biennial <Minister of Education Price> (R.Q.C) 1986 Cracow International Print Biennial
(Poland) 1986-99 CWAJ Print Show 1986 One man exhibition (Shirota Gallery, Ginza Tokyo) 1987-91 International Mini Print Exhibition <'89 First Prize, '90 Honourable mentiore(New York, U.S.A.) 1989 One man exhibition (New Jersey, U.S.A.) 1990 One man exhibition (Andenne, Belgium) 1990,91 Asia Modem Print exhibition (Chiba - Taipei) 1991 One man exhibition (New York, U.S.A.) 1991,92 Japan - USA Interchange Print exhibition (Chiba - New York) 1992 Exchange Exhibition of Print in Kwanu and Chiba (Korea)
1993 One man exhibition (N Art, Nihonbashi Tokyo) 1994,95 Traveling one man exhibition in nine galleries 1994 One man exhibition in Chamalieres International Print Triennial, invited (France) 1995 One man exhibition (Bologna Italy) Japan Modem Print Exhibition, invited (Liege, Belgium) Asia Modem Print Exhibition, invited (Taipei, R.O.C) 1997 Workshop for printmaking teachers (Taipei, Taiwan) One man exhibition (Taipei, R.Q.C) 1998,99 Traveling one man exhibition in seven galleries