Minorgids opleidingen Leraar basisonderwijs en Pedagogiek 2014‐2015
HZ Academie voor Educatie & Pedagogiek 22 april 2014
Page 1 of 16
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3 1.
2.
Algemene bepalingen ..................................................................................................................... 4 1.1
Wat is een minor? ................................................................................................................... 4
1.2
Waarom is de minor in het studieprogramma opgenomen? ................................................. 4
Minoraanbod leraar basisonderwijs ............................................................................................... 5 Bewegingsonderwijs ........................................................................................................................... 5 Internationalisering ............................................................................................................................. 7 Filosofie en Ethiek in het beroepenveld ............................................................................................. 9
3.
Keuzeproces .................................................................................................................................. 16 3.1
Voorlichting minoren ............................................................................................................ 16
3.2
Begeleiding bij keuze ............................................................................................................ 16
3.3
Keuzeproces .......................................................................................................................... 16
Page 2 of 16
Inleiding De minorgids voor studenten ‘Leraar basisonderwijs’ van de HZ is bedoeld om duidelijkheid en informatie te geven over de inhoud van de minoren en de procedure rondom het kiezen van een minor. In hoofdstuk 1 wordt daarom ingegaan op praktische vragen rondom programmering, keuzeprocessen en de rol van de studieloopbaancoach en deelexamencommissie. Hoofdstuk 2 geeft op een overzichtelijke manier de inhoud van de minoren binnen onze academie weer. Het maakt het mogelijk voor de student om snel een eigen eerste vergelijking te maken. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht weer van minoren buiten onze academie, die ook in de keuzemogelijkheid zitten voor studenten binnen de academie. Hoofdstuk 4 geeft uitleg en informatie over de keuzeprocedure. Petra de Bil, opleidingscoördinator Pedagogiek Riaan Lous, opleidingscoördinator Leraar basisonderwijs
Page 3 of 16
1. Algemene bepalingen In dit hoofdstuk worden begrippen gedefinieerd en toegelicht en worden de belangrijkste bepalingen met betrekking tot minoren weergegeven en uitgelegd aan de hand van enkele kernvragen 1.1 Wat is een minor? Een minor is onderdeel van je studie aan een hogeschool. Meestal volg je een minor in het derde of vierde jaar van je studie. De minor is een 30 studiepunten1 (ECTS) omvattend, samenhangend programmadeel van je studie. Een minor volg je in één semester en is bedoeld om je kennis en competenties te verdiepen of te verbreden. Bij verdiepen kun je denken aan het volgen van een minor die jou in staat stelt om je verder te ontwikkelen in een specifiek, specialistisch van jouw toekomstige beroep. Bij verbreden gaat het erom dat je je blik op de maatschappij en samenleving vergroot en dat je je richt op wat meer algemene onderwerpen die jouw toekomst werkveld raken. Voor studenten binnen de pabo is de minor gepland in het tweede semester van het derde jaar. De opleidingen binnen de academie bieden zelf minoren aan, die aansluiten bij de competenties van de opleidingen. Studenten kunnen echter ook kiezen voor een minor uit het HZ‐brede aanbod van minoren. Daarnaast is het mogelijk een minor te volgen aan een andere hogeschool of universiteit in binnen‐ en buitenland. Meer informatie hierover wordt beschreven in de HZ‐brede minorengids 2015‐2016. 1.2 Waarom is de minor in het studieprogramma opgenomen? Door het volgen van een minor verbreed of verdiep je jouw kennis en competenties ten aanzien van je toekomstige beroep. Bij verdiepen kun je denken aan het volgen van een minor die jou in staat stelt om je verder te ontwikkelen in een specifiek onderdeel van jouw toekomstige beroep. Bij verbreden gaat het erom dat je je blik op de samenleving verbreedt en dat je je richt om die onderdelen die jouw eigen werkveld raken.
1 Minoren kunnen een omvang hebben van 15 EC of 30 EC. In totaal omvat het minorendeel van je studieprogramma 30 EC, wat je dus kunt invullen met twee minoren van 15 EC of één minor van 30 EC.
Page 4 of 16
2. Minoraanbod leraar basisonderwijs Naam minor
Bewegingsonderwijs
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
H.A.J.Koppendraaier
Aantal EC’s
Ja
contactmomenten per week
1 dag
Bijzonderheden
‐
30 Stage
Korte omschrijving van de inhoud Bij de minor bewegingsonderwijs bestaan de lessen uit theorie en praktijk. Tijdens de theorie bijeenkomsten kijk en leer je onder andere achterliggende ontwikkelingstheorieën, psychologie, fysiologie, observeren en reflecteren. In de praktijklessen leer je nieuwe onderdelen/spellen, lesgeven en les ideeën. Daarnaast gaan we in de gymzaal je eigenvaardigheid ontwikkelen. Aan de hand van het basisdocument gaan we kijken welke stappen je kan maken op je stageschool om ieder kind betere te laten sporten. Tijdens je vrije uren ga je leren wat er buiten de gymzaal aan sport wordt gedaan op scholen en verenigingen, denk bijv. aan het organiseren van een sportdag of toernooi. Toelatingsvoorwaarden Voorwaarden voor deelname aan deze minor is dat je bewegingsonderwijs in pabo 1 en 2 hebt afgerond Voorwaarden voor aantekening diploma Geen Relatie met je latere beroep Als je de gehele minor hebt afgerond mag je bewegingsonderwijs aan groep 1 en 2 ook aan groep 3 tot en met 8 les geven. Praktische informatie De minor biedt de mogelijkheid om de stage uit te voeren in het reguliere onderwijs. Je zal 1 dag in de week stage lopen bij een bevoegd vakleerkracht bewegingsonderwijs en daarnaast is er een terugkom dag op de hogeschool voor theorie en praktijk lessen. Dit zal de donderdag zijn. Daarbuiten kan je vrije uren invullen bij scholen of verengingen. Reacties van oud‐studenten
Page 5 of 16
Toetsing Bewegingsonderwijs nr:
Vorm M ‐ mondeling S ‐ schriftelijk A ‐ anders (beschrijf) G ‐ groepsbeoordeling I ‐ individuele beoordeling M/S/A
G / I
Inhoud van toets (zo mogelijk koppeling met deeltaken)
Wegings‐ factor (%)
Bodem‐ cijfer
Toets in week
Inzag e in week
Herkans in week
Nadere beschrijving
CU05464 Minor Leergang Bewegingsonderwijs Blok 1 1
2
Wordt later ingevuld
3
4
CU05465 Minor Leergang Bewegingsonderwijs Blok 2 1
2
Wordt later ingevuld
3
4
CU05466 Minor Leergang Bewegingsonderwijs Vrije Ruimte Blok 1 1
S
I
Logboek vrije ruimte Blok 1
2
S
I
PAP
3
S
G
Ontwerp maken Sportdag
4
CU005467 Minor Leergang Bewegingsonderwijs Vrije Ruimte Blok 2 1
S
I
Logboek vrije ruimte Blok 1
2
S
I
POP
3
S
G
Uitvoeren Sportdag
4
Page 6 of 16
Inzage herkans in week
Naam minor
Internationalisering
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
Henriëtte op den Brouw
Aantal EC’s
Ja
contactmomenten per week
Vijf dagen in de eerste twee weken van het tweede semester
Bijzonderheden
Voorbereidende bijeenkomst in juni, augustus en oktober. Daarna twee weken bijeenkomsten in februari (start semester 2), voor aanvang van de buitenlandperiode.
30 Stage
Korte omschrijving van de inhoud Ben jij flexibel, zelfstandig en positief ingesteld? Dan is de minor internationalisering iets voor jou! Bij de minor internationalisering ga je tijdens je pabostudie drie à vier maanden naar het buitenland, maar je bent er inclusief voorbereiding en afronding een heel semester mee bezig. De minor bestaat uit drie delen: voorbereiding (CU07112), buitenlandverblijf (CU07113) en afronding (CU07114). Tijdens de voorbereiding in Nederland ga je werken aan een onderzoeksvoorstel voor een onderzoek dat je op een school in het buitenland gaat uitvoeren. Ook oriënteer je je op het land waar je naartoe gaat. Tijdens het buitenlandverblijf loop je stage op een basisschool en voer je je geplande onderzoek uit. Eenmaal terug in Nederland presenteer je je onderzoeksrapport en rond je de minor af met een aantal activiteiten. Natuurlijk gaat het om veel meer dan alleen de stage en het onderzoek in het buitenland. Je plant zelfstandig je reis en regelt alles wat daarbij komt kijken samen met je medestudenten. In het buitenland ga je nieuwe contacten leggen en bouw je een buitenlands sociaal netwerk op waardoor je je steeds meer thuis gaat voelen in het land waar je bent. Na terugkomst zal je merken dat je veranderd bent in positieve zin. Je hebt een bredere kijk op de wereld! Toelatingsvoorwaarden Als regel geldt dat je behoorlijk in het Engels moet kunnen communiceren. Als richtlijn geldt het niveau van B1, met extra vaardigheid op het gebied van classroom English en presenteren. In semester 5 wordt een speciale cursus aangeboden die verplicht is (instaptoets is bepalend) als je in een Engelstalig land gaat studeren of lesgeven. Als Engels niet lukt kun je overwegen naar Vlaanderen of Suriname te gaan. Laat de taal echter geen blokkade zijn! Verder dienen voorgaande stages met minimaal een voldoende afgerond te zijn. Studenten met een grote studieachterstand wordt afgeraden om naar het buitenland te gaan. Voorwaarden voor aantekening diploma Relatie met je latere beroep Je grenzen verleggen, dat doe je in deze minor. Letterlijk, omdat je naar het buitenland gaat. Maar zeker ook figuurlijk, omdat je je begeeft op onbekend terrein. Je zult je moeten redden in onvoorziene situaties, lesgeven met beperkte middelen, omgaan met kinderen die opgroeien in een andere cultuur dan die van jezelf. Vaak zijn de klassen heel groot, is de didactiek totaal anders dan je gewend bent en worden er regels toegepast waar je zelf misschien niet achter staat. Dit alles zorgt ervoor dat je de dingen anders gaat bekijken, dat je je flexibeler opstelt in onbekende situaties en dat je met jouw ervaringen een ‘rijker’ leerkracht wordt terug in Nederland. Je voert onderzoek uit dat passend is bij de situatie waarin je terechtkomt in het buitenland. Dit kan bijvoorbeeld toepassingsgericht zijn: de leerkracht een aantal coöperatieve werkvormen laten zien, zodat hij ze ook in kan zetten in de toekomst. Of bepaald materiaal ontwikkelen en uitproberen waarmee de school ook na jouw vertrek verder kan werken. De opzet van onderzoeksvoorstel en –rapport is gelijk aan die van het onderzoek in het vierde jaar. Het geheel in de minor is uiteraard iets minder uitgebreid dan het onderzoek aan het eind van de opleiding. Praktische informatie
Page 7 of 16
Wat kun je in het buitenland doen? Studeren of minor buitenlandstage. Studeren = meedoen aan het reguliere programma of een internationaal programma van een buitenlandse opleiding in Vlaanderen, VS of Noorwegen; informatie en opgeven via international office. Minor buitenlandstage =
op een lerarenopleiding meedoen en op een basisschool stagelopen en onderzoek doen, een combinatie dus van studie en stage, in Gambia en Suriname; zelf/via de HZ een geschikte stageplek zoeken en daar je eigen onderzoek uitvoeren (inhoudelijk vanuit een vakgebied hier in Nederland), bijv. op Malta of in Turkije; via organisaties als Het andere reizen, Ontmoet Afrika en Pure! Volunteer een bestemming kiezen.
De kosten van reizen en wonen zijn voor eigen rekening. Wel krijg je als regel een financiële tegemoetkoming van circa €150,‐ per maand (HZ‐beurs), plus eventuele uitwonendenbeurs, plus compensatie stopzetting OV‐kaart. Vergeet ook bijkomende kosten voor inentingen, visumaanvraag en bredere verzekering niet! Informatie hierover kun je krijgen bij het International Office in L110, op de HZ‐website (studeren aan de HZ ‐ studie en stage in het buitenland) en via internet. Reacties van oud‐studenten De studenten die in het buitenland geweest zijn komen altijd bijzonder enthousiast terug. Veel gehoorde reacties: ‘Ik had het nooit willen missen’, ‘Een ervaring voor het leven’, ‘Ik ben anders over het Nederlandse onderwijs gaan denken’, ‘Een proces van bewustwording, zelfstandig worden, jezelf leren kennen’. Ook laten studenten weten dat het niet altijd makkelijk is: ‘Het was moeilijk om te wennen aan de onderwijscultuur, maar uiteindelijk is het toch gelukt me staande te houden in de klas’. Studenten die voor deze minor kozen, gaan na hun afstuderen vaak nogmaals naar het buitenland om te reizen of om les te geven. HZ Pabo‐studenten werkten na hun studie bijvoorbeeld in Suriname, Sint Maarten en de VS. Ook iets voor jou? Grijp die kans!
Toetsing ‘Buitenland’ nr:
Vorm M ‐ mondeling S ‐ schriftelijk A ‐ anders (beschrijf) G ‐ groepsbeoordeling I ‐ individuele beoordeling M/S/A
G / I
Inhoud van toets (zo mogelijk koppeling met deeltaken)
Wegings‐ factor (%)
Bodem‐ cijfer
Toets in week
Inzag e in week
Herkans in week
Nadere beschrijving
CU07112 Voorbereidingsfase 1
S
I
Oriëntatieverslag
Oriënteren op bestemming
50
60
Feb
2
S
I/G
Onderzoeksplan
Voorstel voor onderzoek schrijven
50
60
Feb
Informeren over stage en onderzoek
100
60
Feb‐ mei
CU07113 Uitvoeringsfase 1
S
I
Stage/weekverslagen
CU07114 Afrondingsfase 1
S
I/G
Onderzoeksrapport
Verslaglegging van uitgevoerd onderzoek
30
60
Juni
2
M
I/G
Presentatie
Presenteren ervaringen en onderzoek
20
60
Juni
3
A
I/G
Film
Promotiemateriaal in filmvorm verwerken
20
60
Juni
4
S
I
Minorverslag
Reflectie op buitenlandervaring
30
60
Juni
Page 8 of 16
Inzage herkans in week
Naam minor
Filosofie en Ethiek in het beroepenveld
Contactpersoon Vincent de Rooij contactmomenten per week 3 Bijzonderheden Korte omschrijving van de inhoud
Eventuele aantekening diploma
Nee
Aantal EC’s
Nee
30
Stage
Filosofie is modern, is hot, en een verrijking voor iedereen. Het volgen van de minor filosofie is een uitdaging en alleen geschikt voor studenten die een uitdaging aandurven, die zichtzelf durven uitdagen omdat je nooit meer hetzelfde bent als je de minor hebt gevolgd. (Panta Rhei) Filosofie sluit aan bij elke opleiding, denk bijvoorbeeld aan: filosofie en recht, filosofie in bedrijf, filosofie en techniek, filosofie en ethiek voor zorg en verpleegkunde, kinderfilosofie, filosofie en kunst, enz. Uitgangspunt is dat we gezamenlijk leren door middel van uitwisseling van wat individueel gelezen en bestudeerd is, close reading (gezamenlijk teksten lezen), het voeren van dialogen met begeleiding van docenten. De minor filosofie is academie‐overstijgend omdat juist de kracht van interdisciplinair samengestelde groepen als een verrijking wordt ervaren. Zo kunnen diverse perspectieven vanuit verschillende opleidingen nieuwe, rijkere inzichten opleveren. Inhoud: Filosofie lessen en workshops: centraal staan geschiedenis en thema’s van de filosofie. Filosofie in de praktijk: het leren voeren van Socratische/filosofische gesprekken. Projecten: door de studenten zelf uit te voeren. Dit kan zijn voorlichting voor filosofie voor kinderen, filosofisch café organiseren, ethiek in de zorg, etc. Online course: Introduction to Philosophy, The University of Edinburgh Toelatingsvoorwaarden Een motivatiebrief schrijven Voorwaarden voor aantekening diploma Niet van toepassing Relatie met je latere beroep De Duitse Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant (1724‐1804) probeerde in zijn filosofie vier vragen te beantwoorden: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Wat is de mens? Deze vier vragen zijn voor alle mensen die na willen denken over het leven, over de zin van hun beroepsuitoefening nog steeds actueel en richtinggevend. De HZ is een hogeschool die (jonge) mensen opleidt om een beroep uit te oefenen: HRM‐ medewerker, leraar, ICT‐er, bedrijfskundige, verpleegkundige, hulpverlener, bouwkundige enz. Het uitoefenen van een beroep doe je voor en in de samenleving, voor je medemens en natuurlijk ook voor jezelf. Dit brengt heel veel (ethische) verantwoordelijkheid met zich mee. Nadenken over deze verantwoordelijkheid, over ‘de zin’ van jouw beroep, van je leven hoort daar onlosmakelijk bij. De vragen die Kant stelde zijn vragen die je in nu en in de toekomst steeds moet stellen om ‘zinnig’ je beroep uit te oefenen en ‘de zin’ in het (beroeps)leven vast te kunnen houden. Enkele voorbeelden: je krijgt als verpleegkundige de vraag voorgelegd van een patiënt: is euthanasie geen optie voor mij, want ik heb veel pijn en genezing is niet meer mogelijk? Zo’n vraag appelleert direct aan jouw levensvragen. Je kunt zo’n vraag niet met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoorden. Je kan met deze patiënt wel in gesprek gaan, je kan de vragen van Kant als leidraad hiervoor gebruiken. Ze helpen jou en de patiënt. Een ander voorbeeld: Je bent werkzaam als leraar in het basisonderwijs en kinderen komen met vragen die overstijgend zijn aan de geboden lesstof: Waarom moet ik eigenlijk leren? Waarom word ik gepest en (impliciet) hoe moet ik daar mee omgaan? Waarom is er armoede in de wereld? Waarom gaan mensen dood? Waarom is dit goed en dat fout? Kinderen stellen in feite regelmatig filosofische vragen. Dit betekent dat leraren in het basisonderwijs zelf moeten hebben nagedacht over deze en zoveel andere filosofische vragen zoals Immanuel Kant die heeft geformuleerd. Deze twee voorbeelden kunnen met vele andere voor elk beroep waar de HZ voor
Page 9 of 16
opleidt worden aangevuld. In de minor filosofie worden deze bij aanvang dan ook door jou gesteld voor je toekomstige beroepsuitoefening. In zowel het schrijven van je betoog datje moet schrijven ter afsluiting van het 1e deel van de minor als in het onderzoek dat je als afsluiting van het 2e deel moet doen. Filosofie overstijgt alle beroepskaders maar is toepasbaar in elke beroepssituatie waarin je geen antwoorden in een boek of reglement kunt vinden, maar diep moet nadenken over de beantwoording ervan. Of, analoog aan wat Hans Joachim Störig in de inleiding van het boek Geschiedenis van de Filosofie, dat voorgeschreven is voor deze minor, schrijft: Filosofie is voor degenen die in hun dagelijkse werkzaamheden en beslommeringen, blijven proberen door zelfstandig na te denken inzicht te krijgen in de raadselen van de wereld en de eeuwige vragen van de mensheid en die niet op voorhand uitsluiten dat de grote denkers uit alle tijden hun daarbij kunnen helpen. In de praktijk van deze minor Dat ga je ontdekken Reacties van oud‐studenten Positief, Deze minor is niet alleen een studie voor je werk maar ook voor je leven.
Toetsing filosofie nr:
Vorm M ‐ mondeling S ‐ schriftelijk A ‐ anders (beschrijf) G ‐ groepsbeoordeling I ‐ individuele beoordeling M/S/A
G / I
Inhoud van toets (zo mogelijk koppeling met deeltaken)
Wegings‐ factor (%)
Bodem‐ cijfer
Toets in week
Inzag e in week
Herkans in week
Inzage herkans in week
20
55
Week 14, 2016
20‐04
Week 24, 2016
29‐04
Week 23, 2016
22‐06
Week 26, 2016
13‐07
Week 23, 2016
22‐06
13‐07
2015
Week 26, 2016
Nadere beschrijving
CU09505 ‐ FILOSOFIE EN ETHIEK IN HET BEROEPENVELD 1
2
3
S
S
S
I
G
I
Rapportage/verslag
Filosofisch betoog
Rapportage/verslag
Onderzoeksrapport naar de toepassingen van filosofie in de beroepspraktijk.
25
Portfolio
verzameling van opdrachten
55
Page 10 of 16
55
55
2016
2016
2016
2016
2016
Naam minor
Zorg aan Kinderen
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
Jos de Jong
Aantal EC’s
JA
contactmomenten per week
2
Bijzonderheden
30 Stage
Korte omschrijving van de inhoud Er is geen mens gelijk aan een ander mens; dat gegeven wordt overal beschouwd als een pluspunt: interessant die diversiteit. Niet zo in het onderwijs; in het onderwijs beschouwen we veelal diversiteit als een probleem. Kinderen die anders zijn dan het gemiddelde (denk aan de slogan: ooit een normaal (lees : gemiddeld) mens ontmoet én beviel het? ) die ervaren we veelal als lastig. De minor zorg beschouwt diversiteit als vanzelfsprekend en neemt dit gegeven tot uitgangspunt van goed onderwijs. Goed onderwijs waarin alle kinderen tot hun recht komen en in hun ontwikkeling worden gestimuleerd. In de minor zorg vragen we ons af: hoe kan ieder kind zich optimaal ontwikkelen en wat is daarvoor nodig in het onderwijs? Met andere woorden: welke zijn de onderwijsbehoeften van dit kind en hoe kan het onderwijs hierop een passend aanbod geven. Het antwoord wordt gezocht door je te gaan verdiepen in ontwikkeling van kinderen (theorie) en door onderzoek te gaan doen in de praktijk ( de werkplek). Deze minor vraagt om een pro‐actieve houding, een hoge mate van zelfstandigheid en zelfsturing. Kortom.... je eigen onderwijsbehoeften realiseren! Toelatingsvoorwaarden Voorwaarden voor deelname aan deze minor is dat je je pabo 2 stage naar behoren hebt vervuld. Voorwaarden voor aantekening diploma Geen Relatie met je latere beroep In het kader van passend onderwijs weet de professionele leerkracht adequaat af stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Praktische informatie De minor biedt de mogelijkheid om het werkplekleren uit te voeren in het reguliere onderwijs dan wel S.B.O. of S.O. Twee dagen in de week wordt er van je verwacht onderwijs te verzorgen aan een groep leerlingen in nauw overleg met je mentor. Naast deze stage is er één dagdeel voor theoretische verdieping en één dagdeel voor deelname aan een professionele leergemeenschap. Reacties van oud‐studenten
Page 11 of 16
Toetsing Zorg aan kinderen nr:
Vorm M ‐ mondeling S ‐ schriftelijk A ‐ anders (beschrijf) G ‐ groepsbeoordeling I ‐ individuele beoordeling M/S/A
G / I
Inhoud van toets (zo mogelijk koppeling met deeltaken)
Wegings‐ factor (%)
Bodem‐ cijfer
Toets in week
Inzag e in week
Herkans in week
Nadere beschrijving
CU05491 Visie 1
S
I
Verslag
Beschrijving van de visie op onderwijs
75
55
2
S
I
Verslag
Verwerking van opdrachten in relatie tot onderwijszorg
25
55
CU05492 Werkplekleren 1
S
I
Werplekassessment
Beoordeling van leren op de werkplek
75
55
2
S
I
Verslag
Portfolio met POP en PAP
25
55
CU05493 Ontwikkeling 1
S
I
Verslag
Beschrijving van de ontwikkeling van vier leerlingen met specifieke onderwijszorg
50
55
2
S
I
Verslag
Persoonlijk professioneel portret a.d.h.v. constructen
50
55
CU05494 Actieonderzoek 1
S
Onderzoeksverslag
Uitvoeren van actieonderzoek in PLG
75
55
2
M
Presentatie
Presentatie van resultaten van actieonderzoek
25
55
Page 12 of 16
Inzage herkans in week
Naam minor
Minor voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs (Zaos)
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
W. Westenberg
Aantal EC’s
Ja
contactmomenten per week
Twee dagen in de week (exclusief onderzoek). Woensdag en een dag naar keuze
Bijzonderheden
Pedagogisch didactische minor gericht op de puber
30
Stage
Korte omschrijving van de inhoud Als student zul je twee dagen per week (exclusief onderzoekstijd) aan de slag moeten gaan voor de minor, waarvan een groot deel op een school voor voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland. Deze scholen zijn onderdeel van de Zeeuwse Academische Opleidingsschool. Het uitgangspunt is dat je vanaf de eerste dag van je minor actief bezig bent in de schoolpraktijk. De opleiding biedt voldoende ruimte voor leervragen, die vanuit praktijkervaringen zullen opkomen. Om je voldoende te kunnen oriënteren op het voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs en om voldoende praktijkervaring op te doen is het ook belangrijk dat je lessen van verschillende vakken bijwoont en geeft. Het is de bedoeling dat je elke week minimaal vier lessen bezoekt. In die lessen kun je observeren, je praktijkopdrachten maken en onder begeleiding docentactiviteiten verrichten. Concrete opdrachten staan in de reader die je ontvangt bij de start van de minor, maar er is ook voldoende ruimte om in overleg met de docenten en de schoolopleider van de school meer actief bezig te zijn met assisteren en het geven en voorbereiden van lessen aan de jongeren in het voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs! Voor meer informatie: www.docentinzeeland.nl Toelatingsvoorwaarden nvt Voorwaarden voor aantekening diploma Alle 30 ECT’s van de minor moeten behaald zijn Relatie met je latere beroep Een kans om je te oriënteren en profileren binnen het voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland In de praktijk van deze minor Veel uren in de schoolpraktijk en een aantal colleges op woensdagmiddag gericht op de puber en onderzoek Toetsomschrijving (voorlopige omschrijving van de te verwachten toetsen in deze minor) Portfolio en onderzoekpresentatie Reacties van oud‐studenten “Mooie kans om in het vo of mbo te kijken” “ik heb er een mooie baan aan overgehouden binnen het voortgezet onderwijs” “de minor gaf me bij de vervolgstudie tot docent Engels binnen het vo vrijstelling voor pedagogisch didactische modulen”
Page 13 of 16
Toetsing Voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs (ZAOS) nr:
Vorm M ‐ mondeling S ‐ schriftelijk A ‐ anders (beschrijf) G ‐ groepsbeoordeling I ‐ individuele beoordeling M/S/A
G / I
Inhoud van toets (zo mogelijk koppeling met deeltaken)
Wegings‐ factor (%)
Bodem‐ cijfer
Toets in week
Inzag e in week
Herkans in week
Inzage herkans in week
Introductie binnen het vo / mbo
10%
5,5
24
25
28
29
10%
5,5
24
25
28
29
Stagewerkplan open opdrachten
15%
5,5
24
25
28
29
Assisteren en lesgeven
15%
5,5
24
25
28
29
10% 5,5
24
25
28
29
25
26
28
29
Nadere beschrijving
Externe cursus 1
S+M
i
Portfolio, opdrachten en eindgesprek
De Puber
Portfolio
2
S+M
i
Onderzoeksverslag en presentatie
Praktijkonderzoek
Page 14 of 16
40%
5,5
Naam minor
Tweede graads afstandsleren
Eventuele aantekening diploma
Nee
Contactpersoon
Ferdinand Spinnewijn
Aantal EC’s
keuze
contactmomenten per week
geen, wel enkele terugkomdagen per semester in Utrecht en/of Zwolle
Bijzonderheden
28 ec's vakinhouden, 2 ec's SLB, 5 ec's stagecomponent. Student kan keuzes maken in opbouw 30 ec's
30
Stage
Korte omschrijving van de inhoud Vakinhouden van gekozen vak VO uit eerste jaar lerarenopleiding 2de graad Windesheim. Begeleiding wordt vanuit de HZ gegeven, de certificering voor het gedeelte ‘vakinhouden’gebeurt vanuit Hogeschool Windesheim. Toelatingsvoorwaarden Afhankelijk van gekozen studierichting Voorwaarden voor aantekening diploma Relatie met je latere beroep Studenten pabo die deze minor hebben gevolgd komen vrijwel allemaal aan het werk binnen het VO. VO vist erg graag in de vijver van de pabo, m.n. vanwege didactische vaardigheden van de pabo student. In de praktijk van deze minor Student moet goed kunnen plannen en zelfstandig kunnen werken. Daarnaast vraagt deze minor om grote mate van discipline en doorzettingsvermogen. Reacties van oud‐studenten Moeilijk en zwaar, zeer verrijkend, veel werk, stage is fantastisch, biedt perspectief.......
Toetsing Tweedegraads afstandleren nr:
Vorm M ‐ mondeling S ‐ schriftelijk A ‐ anders (beschrijf) G ‐ groepsbeoordeling I ‐ individuele beoordeling M/S/A
G / I
Inhoud van toets (zo mogelijk koppeling met deeltaken)
Wegings‐ factor (%)
Bodem‐ cijfer
Toets in week
Inzag e in week
Herkans in week
Nadere beschrijving
CU07223 Minor Afstandsleren, het halen van je 2e graads bevoegdheid 1
Eindres ultaat
Vakinhouden/ Stage/Slb
Divers
Page 15 of 16
100%
Inzage herkan s in week
3. Keuzeproces In het keuzeproces spelen voorlichting, begeleiding en de keuzeprocedure een belangrijke rol. Deze zaken worden uiteengezet in dit hoofdstuk. 3.1 Voorlichting minoren De voorlichting over de te kiezen minoren is als volgt georganiseerd: 1. Er is een minorgids beschikbaar waarin de belangrijkste zaken die een student over minoren moet weten, verzameld is. 2. Er is een minorcarroussel op 12 mei 2015, van 16.15 – 17.45 uur in PE224. Minoren worden kort geïntroduceerd, vragen kunnen worden gesteld. 3.2 Begeleiding bij keuze Als een student niet tot een minorkeuze kan komen, is de eerst aangewezen begeleider de studieloopbaancoach. Ook een verdiepend gesprek met de minorcontactpersoon kan helpen. Studenten kunnen zelf ook vierdejaarsstudenten benaderen om te vertellen over hun ervaringen. 3.3 Keuzeproces Voor de keuze is het belangrijk dat je drie keuzes maakt in volgorde van voorkeur. Mocht een minor niet doorgaan of zijn er teveel studenten die een minor kiezen, dan wordt het lastig om elke student in te delen op de eerste keuze. In de praktijk kan het gebeuren dat er teruggevallen wordt op de tweede of derde keuze van de student (dit laatste komt zelden voor). Bespreek na de minorcarrousel met je studieloopbaancoach je mogelijke keuzes en vraag ook hem/haar om advies. Uiteraard kun je ook per minor inhoudelijke vragen stellen aan de minoreigenaar. Geef uiterlijk 15 juni je voorlopige keuzes (1 t/m 3) door aan je studieloopbaancoach.
Page 16 of 16