Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Leraar Basisonderwijs CROHO-nummer:34808 Variant: voltijd
1
INHOUDSOPGAVE 1.
ALGEMEEN ................................................................................................................ 4 1.1 1.2 1.3 1.4
2.
Aard van dit document .......................................................................................... 4 Informatie en communicatie .................................................................................. 4 Inwerkingtreding en duur ...................................................................................... 4 Onderwijs- en examenregeling ............................................................................. 4 TOELATING TOT DE OPLEIDING .............................................................................. 5
2.1 2.2 2.3 2.4 2.6 2.6.1 2.6.2 3.
Vooropleidingseisen.............................................................................................. 5 Deficiëntie ............................................................................................................. 5 Vrijstelling op grond van andere diploma's ........................................................... 5 Vrijstelling op grond van een toelatingsonderzoek (21+) ...................................... 6 Na-inschrijving ....................................................................................................... 6 Studieonderbrekers ............................................................................................... 6 Switchers ............................................................................................................... 7
OPZET EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING............................................................ 7 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
4. 5.
(Eind)kwalificaties .................................................................................................. 7 Inrichting van de opleiding .................................................................................... 7 Afstudeerrichtingen ............................................................................................... 7 Overzichten onderwijs- en toetseenheden ............................................................ 7 Werkvormen en toetsvormen ................................................................................ 7 Contacturen .......................................................................................................... 7 Deelname aan toetsen in de postpropedeutische fase.......................................... 8 Landelijke kennisbasis rekenen-wiskunde en Nederlands ...................................... 8 STUDIELOOPBAANBEGELEIDING EN STUDIEVOORTGANGSREGISTRATIE ............ 9 STUDIEADVIES PROPEDEUTISCHE FASE .................................................................. 9
5.1 5.2 6.
Studieadvies propedeutische fase: eerste jaar .................................................... 10 Studieadvies propedeutische fase: tweede jaar .................................................. 10 ORGANISATIE EN VOORZIENINGEN ...................................................................... 10
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11
Afdelingshoofd .................................................................................................... 10 Opleidingscommissie .......................................................................................... 10 Examencommissie ............................................................................................... 11 Onderwijs Servicebureau ..................................................................................... 11 Bureau Inschrijving .............................................................................................. 11 Kwaliteitszorg ...................................................................................................... 11 Periodes, planning en roosters ............................................................................ 11 Bereikbaarheid .................................................................................................... 12 Extra studiekosten ............................................................................................... 12 Handleidingen ..................................................................................................... 12 Veiligheidsvoorschriften ...................................................................................... 12 2
6.12 6.13 6.14
Voorzieningen ..................................................................................................... 12 Studenten met een functiebeperking .................................................................. 13 Klachten .............................................................................................................. 13
Bijlage 1: Afstudeerrichtingen ............................................................................................. 14 Bijlage 2a: Overzicht Onderwijs- en Toetseenheden Propedeutische Fase ......................... 15 Bijlage 2b: Overzicht Onderwijs- en Toetseenheden Postpropedeutische Fase .................. 18 Bijlage 2c: Werkvormen en toetsvormen ............................................................................. 23 Bijlage 2d: Beoogd Eindniveau Opleiding .......................................................................... 24 Bijlage 2e: Contacturen ....................................................................................................... 25
3
1. ALGEMEEN 1.1 Aard van dit document Dit document is een studentenstatuut als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Het bevat ook de onderwijs- en examenregeling (OER) voor de opleiding. Dit studentenstatuut vormt samen met het instellingsspecifieke deel, het studentenstatuut als bedoeld in de wet. Dit studentenstatuut is van toepassing op alle studenten die studiejaar 2014-2105 voor de opleiding staan ingeschreven. Meer informatie: Wet: artikel 7.59 en artikel 7.13 WHW NHL: Studentenstatuut (instellingsspecifiek deel), zie NHL-regelingen op www.mijnnhl.nl. 1.2 Informatie en communicatie Aan dit statuut zijn internet NHL, intranet NHL en Educator verbonden, voor zover daar in dit statuut naar wordt verwezen. • Internet: voor algemene informatie over de NHL en de opleiding hebben studenten en andere personen toegang tot het internet van de NHL. Op het internet is informatie opgenomen over de algemene voorzieningen van de NHL, de voorwaarden voor toelating tot de opleiding, de voorwaarden voor inschrijving en de voorwaarden voor beëindiging van de inschrijving. • Intranet: voor bijzondere informatie over de opbouw, inrichting en vormgeving van de opleiding hebben studenten toegang tot het intranet van de NHL. De in dit studentenstatuut genoemde regelingen zijn te vinden op het intranet www.mijnnhl.nl bij NHL-regelingen. • Educator: voor bijzondere informatie over de inhoud van het onderwijs verbonden aan de opleiding, over onderwijseenheden en toetseenheden en over de door hen behaalde studieresultaten hebben studenten toegang tot Educator: www.educator.nhl.nl 1.3 Inwerkingtreding en duur Dit studentenstatuut treedt in werking op 1 september 2014 en geldt tot en met 31 augustus 2015. 1.4 Onderwijs- en examenregeling Van dit studentenstatuut maakt de onderwijs- en examenregeling onderdeel uit. De onderwijs- en examenregeling is opgenomen bij dit studentenstatuut in Educator.
4
2. TOELATING TOT DE OPLEIDING 2.1 Vooropleidingseisen Als algemene eis voor toelating tot de opleiding geldt (samengevat) het bezit van een HAVO of VWO – diploma met het juiste profiel en de juiste profielvakken of het bezit van een MBO-4 diploma. Meer informatie: Wet: Artikel 7.24 tot en met 7.26a WHW NHL: Internet: www.nhl.nl Contact: Toelatingscoördinator 2.2 Deficiëntie Degene die wel over het juiste diploma beschikt, maar niet over de juiste profielvakken of het juiste profiel, kan toch voor de opleiding worden ingeschreven, mits hij voor aanvang van de opleiding aan de volgende eis voldoet: • Betrokkene heeft met inachtneming van de Regeling bijzondere toelatingen met goed gevolg een toets in het ontbrekende profielvak of de ontbrekende profielvakken afgelegd. Meer informatie: Wet: Artikel 7.25 WHW NHL: Regeling bijzondere toelatingen zie: NHL-regelingen op www.mijnnhl.nl. Contact: Toelatingscoördinator 2.3 Vrijstelling op grond van andere diploma's Iemand kan (samengevat) vrijstelling krijgen van de vooropleidingseisen in de volgende gevallen: • iemand is in het bezit van een propedeutisch, bachelor- of mastergetuigschrift van een Nederlandse hogeschool of universiteit; • iemand is in het bezit van een tenminste gelijkwaardig binnenlands of buitenlands diploma. Hiervoor geldt een aparte procedure waarover de Toelatingscoördinator meer informatie kan verschaffen. Als de NHL een in het buitenland afgegeven diploma gelijkwaardig vindt, kan de NHL bepalen dat de bezitter daarvan nog bewijs levert van voldoende beheersing van de Nederlandse taal. De examencommissie beoordeelt deze beheersing. Dit bewijs kan onder andere worden geleverd door het met voldoende resultaat afleggen van een toets Nederlands als Tweede Taal (NT2). Pas als dit resultaat is behaald kan betrokkene worden ingeschreven. Meer informatie: Wet: Artikel 7.28 WHW Contact: Toelatingscoördinator
5
2.4 Vrijstelling op grond van een toelatingsonderzoek (21+) Als iemand 21 jaar of ouder is en niet beschikt over een diploma van een verplichte vooropleiding, een mbo-4, havo- of vwo-diploma, of een daaraan gelijkwaardig diploma, kan deze persoon mogelijk worden toegelaten op grond van de 21+ regeling. Deze persoon legt dan een toelatingsonderzoek af. Als hij hiervoor slaagt, krijgt hij vrijstelling van de vooropleidingseisen. Het toelatingsonderzoek bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Nederlands en 2. Engels en 3.
Maatschappijleer
Een persoon moet voor alle onderdelen een voldoende hebben om geslaagd te zijn voor het toelatingsonderzoek. De onderdelen worden op eindexamenniveau havo getoetst. Op het toelatingsonderzoek is de Regeling bijzondere toelatingen van toepassing. De opleiding kan op grond van het bepaalde in artikel 7.29 van de wet afwijken van de leeftijdsgrens van 21 jaar indien een persoon beschikt over een in het buitenland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een instelling voor hoger onderwijs. De opleiding kan ook van de leeftijdsgrens afwijken indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd. Meer informatie: Wet: Artikel 7.29 WHW NHL: Regeling bijzondere toelatingen: zie NHL-regelingen op www.mijnnhl.nl. Contact: Toelatingscoördinator 2.5 Eisen werkkring deeltijdse inrichting opleiding Niet van toepassing 2.6 Na-inschrijving Inschrijving voor de opleiding na 30 september van enig studiejaar voor de resterende duur van dat studiejaar is behoudens het bepaalde in de Regels van procedurele aard voor de inschrijving niet mogelijk. ‘Behoudens het bepaalde in de Regels van procedurele aard’ betekent dat een beperking van de na-inschrijving of de beperking tot de hier aangegeven data niet geldt voor de volgende twee categorieën studenten: 2.6.1 Studieonderbrekers Studenten die wegens bijzondere persoonlijke omstandigheden (ziekte, bijzondere familieomstandigheden e.d.) hun studie hebben onderbroken, kunnen zich wel nainschrijven of zich na-inschrijven op andere data dan hierboven aangegeven, onder de in de Regels van procedurele aard beschreven voorwaarden.
6
2.6.2 Switchers Studenten die staan ingeschreven voor een bacheloropleiding en deze inschrijving willen beëindigen om zich voor een andere opleiding van de NHL te willen inschrijven, kunnen lopende het studiejaar worden ingeschreven voor deze andere opleiding mede op andere data dan hierboven aangegeven, onder de in de Regels van procedurele aard beschreven voorwaarden. Meer informatie: NHL: Regels van procedurele aard met betrekking tot inschrijving: zie NHLregelingen op www.mijnnhl.nl. Contact: Toelatingscoördinator 3. OPZET EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING 3.1 (Eind)kwalificaties De kwalificaties betreffen de competenties en de daarvoor benodigde kennis, vaardigheden en attitude. In Educator worden de (eind)kwalificaties van de opleiding beschreven. De eindkwalificaties betreffen de kwalificaties die de student bij het behalen van het afsluitend examen moet hebben verworven. In bijlage 2d is een overzicht opgenomen van het beoogde eindniveau per competentie en de wijze van toetsing. 3.2 Inrichting van de opleiding De opleiding bestaat uit een propedeutische en een postpropedeutische fase. Binnen elke fase is zij ingericht naar onderwijseenheden en toetseenheden, met bijbehorende EC’s, op de manier zoals vermeld in Educator. 3.3 Afstudeerrichtingen De opleiding kent geen afstudeerrichtingen. 3.4 Overzichten onderwijs- en toetseenheden Het onderwijsprogramma van de opleiding bestaat uit onderwijseenheden en toetseenheden. In Educator zijn de beschrijvingen van de onderwijseenheden en toetseenheden opgenomen. In bijlagen 2a en 2b van dit studentenstatuut zijn overzichten van onderwijseenheden en toetseenheden met de bij een toetseenheid behorende EC’s per periode voor de propedeutische fase en voor de postpropedeutische fase opgenomen. 3.5 Werkvormen en toetsvormen In bijlage 2c is aangegeven welke verschillende werkvormen en toetsvormen in de verschillende leerlijnen kunnen worden gehanteerd. De exacte werkvorm en de beschrijving daarvan per onderwijs-/toetseenheid is te vinden in Educator: www.educator.nhl.nl. 3.6 Contacturen In bijlage 2e wordt het gemiddeld aantal contacturen per studiejaar / per semester weergegeven. Het gaat daarbij om onderwijs, begeleiding en toetsing waarbij een docent aanwezig is. Tijd voor zelfstudie geldt niet als contacttijd. Voor de propedeuse geldt een minimum van 12 contacturen.
7
3.7 Deelname aan toetsen in de postpropedeutische fase Een student die nog niet is geslaagd voor het propedeutisch examen mag in beginsel niet deelnemen aan toetseenheden van de postpropedeutische fase. De examencommissie kan de student die niet voldoet aan de in de OER vermelde voorwaarden voor inschrijving in de postpropedeutische fase toestemming verlenen tot het afleggen van een of meer toetsen van onderwijseenheden van de postpropedeutische fase (het afsluitend examen). Voor het verlenen van deze toestemming geldt de volgende regel: • Studenten die aan het eind van het eerste studiejaar een positief studieadvies hebben ontvangen of aan de norm van 45 EC hebben voldaan, krijgen toestemming om deel te nemen aan één of meer toetsen van onderwijseenheden van de postpropedeutische fase. 3.8 Landelijke kennisbasis rekenen-wiskunde en Nederlands Voor de Pabo vakken rekenen-wiskunde en Nederlands geldt het volgende: de vakdidactische en vakinhoudelijke kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbasis die landelijk is overeengekomen. Het bindingsbesluit voor de Pabo opleidingen landelijke kennistoetsen luidt als volgt: 1. Vanaf het studiejaar 2013-2014 geldt voor de vakken rekenen-wiskunde en Nederlandse taal dat een digitale kennistoets onderdeel uitmaakt van de opleiding. Aan deze kennistoets is één studiepunt verbonden. 1 2. Aan deze toets moeten studenten meedoen die in het nominale voltijds- en deeltijdprogramma vanaf het studiejaar 2011 ingestroomd zijn. Studenten die een verkorte leerroute 2 volgen moeten aan deze kennistoets meedoen wanneer zij ingestroomd zijn vanaf studiejaar 2013-2014. 3. Lid 1: Er kan deelgenomen worden aan de digitale landelijke kennistoets als a. de student de propedeuse heeft behaald; b. de student alle onderdelen uit de kennisbasis beheerst en zich (voor nominale voltijd- en deeltijdstudenten) in het derde studiejaar bevindt. Lid 2: Uitzondering a. Opleidingen kunnen van artikel 3 lid 1 b) afwijken indien kan worden aangetoond dat nominale voltijds en deeltijd studenten alle studiepunten die betrekking hebben op de kennisbasis hebben behaald, en deze studiepunten in het cijferregistratiesysteem van de studentenadministratie zijn verwerkt. b. Nominale voltijds en deeltijd studenten die door de opleiding overeenkomstig artikel 3 lid 2 a) in het tweede studiejaar worden aangemeld, kunnen eenmalig deelnemen aan de toetsperiode in juni. Een herkansing voor deze specifieke toetskans wordt niet aangeboden in de periode juni-september.
1
Een aantal instellingen heeft gekozen de kennistoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid. In deze gevallen is de kennistoets voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid. Onder 'verkorte leerroute' wordt in dit verband verstaan: -varianten van opleidingen met een studielast van 240 studiepunten en een kortere duur dan vier jaar; -versnelde trajecten gericht op studenten met een vwo-diploma, zoals bedoeld in artikel 7.9a Whw.
2
8
4. Een nominale voltijds en deeltijd student mag vanaf het derde studiejaar, mits voldaan is aan de voorwaarden voor deelname, per studiejaar maximaal twee keer deelnemen aan de landelijk kennistoets. 5. Een student in een verkorte leerroute mag, mits voldaan is aan de voorwaarden voor deelname, per studiejaar maximaal twee keer deelnemen aan de landelijk kennistoets. 6. De geldigheidsduur van de uitslag van de digitale landelijke kennistoetsen is bepaald op 5 jaar. 7. De opleiding ontvangt 5 werkweken na afloop van een toetsperiode een cijferlijst van 10voordeleraar. 10voordeleraar hanteert voor het bepalen van wat werkweken en vakantieweken zijn het schoolvakantieoverzicht zoals dat jaarlijks wordt gepubliceerd op de website van de rijksoverheid. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties/schoolvakanties 2014-2015
4. STUDIELOOPBAANBEGELEIDING EN STUDIEVOORTGANGSREGISTRATIE 4.1 Studieloopbaanbegeleiding Een student heeft gedurende zijn gehele studie een studieloopbaanbegeleider. De opleiding bepaalt of het gewenst is dat dit dezelfde SLB’ er is, of dat wisseling van SLB’ er gewenst is. De essentie van studieloopbaanbegeleiding is het begeleiden van de student bij zijn ontwikkeling tot een competente, reflectieve professional. De begeleiding richt zich in ieder geval op competentieontwikkeling, studieplanning en studievoortgang. 4.2 Studievoortgangregistratie De op toetseenheden behaalde resultaten en de studievoortgang van de studenten worden vastgelegd in Educator. Studenten kunnen Educator raadplegen om hun behaalde resultaten in te zien en kunnen een overzicht hiervan afdrukken. Meer informatie: NHL: Onderwijs- en examenregeling, bijlage 3 Contact: OSB 5. STUDIEADVIES PROPEDEUTISCHE FASE Aan de student in de propedeutische fase wordt een studieadvies uitgebracht overeenkomstig de Regeling studieadvies propedeutische fase. Deze Regeling maakt onderdeel uit van het instellingsspecifieke onderdeel van het studentenstatuut en is opgenomen in de NHL-regelingen: www.mijnnhl.nl. Het studieadvies is een oordeel van de examencommissie namens het College van Bestuur over de geschiktheid van de student voor de opleiding en is gebaseerd op de studieresultaten behaald in de propedeutische fase. De volgende studieadviezen kunnen op grond van de regeling worden uitgebracht: 9
• •
een positief studieadvies: de student voldoet aan de norm. Dit advies hoeft niet gemotiveerd te worden en ook bijzondere persoonlijke omstandigheden van de student hoeven niet in aanmerking te worden genomen; een negatief bindend studieadvies: de student voldoet niet aan de norm en wordt met inachtneming van bijzondere persoonlijke omstandigheden niet geschikt geacht voor de opleiding. Een negatief bindend studieadvies heeft ernstige gevolgen, omdat aan dit advies een afwijzing wordt verbonden. Dit betekent dat de student niet meer wordt ingeschreven voor de opleiding of een opleiding waarmee de opleiding de propedeuse gezamenlijk heeft.
5.1 Studieadvies propedeutische fase: eerste jaar De student voldoet aan de norm als hij met inachtneming van vrijstellingen aan het einde van het eerste jaar van inschrijving ten minste 45 EC heeft behaald in de propedeutische fase. Het minimum van 45 EC moet ten minste betreffen de EC’s die zijn verbonden aan de volgende toetseenheden: • Cito Wiscat • Cito Nederlandse taal 5.2 Studieadvies propedeutische fase: tweede jaar De student voldoet aan de norm als hij met in achtneming van vrijstellingen aan het einde van het tweede jaar van inschrijving het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd. Meer informatie: Wet: artikel 7.8b WHW NHL: Regeling studieadvies propedeutische fase, zie NHL-regelingen op www.mijnnhl.nl. Contact: Studentendecaan
6. ORGANISATIE EN VOORZIENINGEN 6.1 Afdelingshoofd De verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken binnen de opleiding berust bij het afdelingshoofd. De naam van het afdelingshoofd is te vinden op het www.mijnnhl.nl. 6.2 Opleidingscommissie Aan de opleiding is een opleidingscommissie verbonden. De opleidingscommissie bestaat uit personeelsleden en studenten en heeft (samengevat) onder andere tot taak advies uit te brengen over de uitvoering van de onderwijs- en examenregeling en over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs van de opleiding. Op de opleidingscommissie is de Regeling opleidingscommissies van de NHL van toepassing. De Regeling opleidingscommissies van de NHL is op het intranet opgenomen. De samenstelling van de opleidingscommissie is opgenomen in Educator.
10
Meer informatie: Wet: artikel 9.18 WHW NHL: Regeling opleidingscommissie, zie NHL-regelingen op www.mijnnhl.nl. Contact: zie voor contactpersonen Educator.nhl.nl. 6.3 Examencommissie Aan de opleiding is een examencommissie verbonden. De examencommissie heeft (samengevat) tot taak op onafhankelijke en deskundige wijze vaststellen of een student voldoet aan de eisen die gelden voor het behalen van een graad. Op de examencommissie is de Regeling examencommissie van de NHL van toepassing. Ook deze regeling is te vinden op het intranet. De samenstelling van de examencommissie is opgenomen in Educator. Meer informatie: Wet: artikelen 7.12, 7.12a en 7.12b WHW NHL: Regeling examencommissie, zie NHL-regelingen op www.mijnnhl.nl. Contact: zie voor contactpersonen Educator.nhl.nl. 6.4 Onderwijs Servicebureau Voor informatie over en vragen van de student met betrekking tot geregistreerde studieresultaten, zijn studievoortgang, de planning en roostering van onderwijseenheden en toetseenheden van de opleiding kan de student zich wenden tot het aan de opleiding gekoppelde Onderwijs Servicebureau. De opleiding maakt het aan haar gekoppelde Onderwijs Servicebureau, de locatie daarvan en het bijbehorende telefoonnummer bekend op het intranet. 6.5 Bureau Inschrijving Voor informatie over en vragen van de student over inschrijving, beëindiging van de inschrijving betaling en restitutie van collegegeld dient de student contact op te nemen met het Bureau Inschrijving. Uitsluitend Bureau Inschrijving is bevoegd om uitlatingen te doen en beslissingen te nemen betreffende inschrijving, beëindiging van inschrijving en betaling en restitutie van collegegeld. 6.6 Kwaliteitszorg De opleiding hanteert een systeem van integrale kwaliteitszorg. De opleiding draagt daarbij zorg voor evaluatie mede door studenten van het door de opleiding verzorgde onderwijs. De opleiding informeert de studenten over de uitkomsten van deze evaluaties en over de manier waarop de opleiding omgaat met de uitkomsten van deze evaluaties. 6.7 Periodes, planning en roosters De opleiding maakt door middel van bijlagen 2a en 2b de periodes in het studiejaar waarin onderwijseenheden worden verzorgd en de periodes waarin toetsen worden afgenomen, bekend. De dagen en tijdstippen waarop onderwijseenheden worden verzorgd en toetseenheden worden afgenomen maakt de opleiding door middel van het intranet bekend.
11
6.8 Bereikbaarheid De opleiding maakt door middel van de planning en het rooster de dagen of dagdelen waarop docenten bereikbaar zijn voor studenten bekend op het intranet. Indien een docent op enig moment niet bereikbaar is op deze aangegeven dagen of dagdelen maakt de opleiding dit bekend op het intranet en/of op andere wijze, bijvoorbeeld door middel van beeldschermen in het gebouw. 6.9 Extra studiekosten De opleiding kan bijkomende studiekosten in rekening brengen bij de student voor deelname aan bijzondere activiteiten van de opleiding (bijvoorbeeld excursies). De kosten van dergelijke activiteiten worden bekend gemaakt op het internet. Hiervoor is NHL – beleid vastgesteld, waarvan de hoofdlijn is dat in geval van betaalde activiteiten de student de mogelijkheid heeft te opteren voor een alternatieve, kosteloze activiteit. 6.10 Handleidingen Voor het uitvoeren van onderwijseenheden, waaronder bijvoorbeeld het volgen van stages, het uitvoeren van praktijkopdrachten en/of het uitvoeren van afstudeeropdrachten kan de opleiding handleidingen vaststellen. De opleiding stelt dergelijke handleidingen digitaal beschikbaar aan de studenten. 6.11 Veiligheidsvoorschriften Naast de algemene veiligheidsvoorschriften van de NHL kan de opleiding, indien de aard van het onderwijs dit met zich brengt, aanvullende veiligheidsvoorschriften stellen voor deelname aan het onderwijs. De opleiding maakt deze veiligheidsvoorschriften bekend op het intranet. De student is verplicht tot naleving van deze veiligheidsvoorschriften en tot naleving van de op basis van deze voorschriften gegeven aanwijzingen. Voor deelname aan de volgende onderwijseenheid/ onderwijseenheden dient een student een Verklaring Omtrent Gedrag aan degene waar hij deze onderwijseenheid (feitelijk) volgt te kunnen overleggen: •
Minor 2 LiO
Als een dergelijke verklaring niet kan worden overlegd, is deelname aan deze onderwijseenheid/ onderwijseenheden niet mogelijk. 6.12 Voorzieningen De student heeft toegang tot de voorzieningen van de hogeschool. Hiertoe horen in ieder geval de diensten van een studentendecaan, de voorziening in de vorm van het profileringsfonds, de mediatheek, de restauratieve en reprografische voorzieningen, het netwerk en de daarbij behorende ondersteuning. Meer informatie: zie www.mijnnhl.nl.
12
6.13 Studenten met een functiebeperking De opleiding wijst aan een student met een functiebeperking desgewenst een contactpersoon van de opleiding toe en maakt de naam van deze contactpersoon bekend bij het Informatiecentrum van de NHL. Studenten met een functiebeperking kunnen met een studentendecaan contact opnemen voor het verkrijgen van voorzieningen ten behoeve van afleggen van toetsen. Meer informatie: Studentendecaan 6.14 Klachten Aan de NHL is een klachtenloket verbonden. Bij dit klachtenloket kan de student terecht met een klacht, bezwaar of beroep en vragen over de procedures voor klachten en geschillen. Meer informatie: NHL: zie diverse regelingen klachten op www.mijnnhl.nl.Regeling klachten studenten. Reglement van orde college van beroep voor de examens. Regeling bezwarenprocedure geschillenadviescommissie. Regeling bezwarenprocedure klachtencommissie respectvolle omgangsvormen. Contact:
[email protected]
13
Bijlage 1: Afstudeerrichtingen De opleiding kent geen afstudeerrichtingen.
14
Bijlage 2a: Overzicht Onderwijs- en Toetseenheden Propedeutische Fase 3
3.* Aantal EC staat vermeld bij de laatst genoemde periode. (K): Keuze De student kiest één van deze drie vakken: Frysk, Net Frysk of Altern Frysk.
15
16
Nb: de propedeuse onderdelen van dit programma zijn niet gepositioneerd in een periode in het programma, omdat ze deels deel uitmaken van het intake traject en deels vormgegeven zijn als zelfstudiepakket in een blended learning omgeving.
Algemene vrijstellingen toetseenheden propedeutische fase: de opleiding kent geen generieke vrijstellingen (Examencommissie beslist hierover in individuele gevallen)
17
Bijlage 2b: Overzicht Onderwijs- en Toetseenheden Postpropedeutische Fase 4
4
*Aantal EC staat vermeld bij de laatst genoemde periode. (K): Keuze De student kiest één van deze drie vakken: Frysk, Net Frysk of Altern Frysk.
18
19
20
21
Algemene vrijstellingen toetseenheden postpropedeutische fase: de opleiding kent geen generieke vrijstellingen. (Examencommissie beslist hierover in individuele gevallen)
22
Bijlage 2c: Werkvormen en toetsvormen Om transparant te zijn over de gehanteerde werkvormen wordt in onderstaande tabel aangegeven welke werkvormen en toetsvormen in de verschillende leerlijnen worden gehanteerd. De in bijlagen 2a en 2b aangemerkte leerlijn per onderwijs/toetseenheid bepaalt zo de keuze van de werkvormen. De exacte werkvorm en de beschrijving daarvan per onderwijs-/toetseenheid is te vinden in de digitale catalogus in Educator: www.educator.nhl.nl.
Leerlijn
Type onderwijseenheid P-taken (professionaliseringstaken) Stage Afstuderen Project
Werkvormen
Toetsvormen
Tutorbijeenkomsten Brainstormen Discussievormen Spelvormen Presentaties Excursies
Assessments (authentiek, semi- en CI) Portfoliobeoordelingen Projectopdrachten Afstudeeronderzoek
Kennisleerlijn
Cursussen
Hoorcolleges Werkcolleges Practica Excursies
MC-toets Open vragen toetsen Essays Mondelinge toetsen Verslagen
Vaardigheden leerlijn
Trainingen
Practica Trainingssessie
Observaties Productbeoordelingen Reflectieverslagen
Studieloopbaanlijn
SLB-taken
Plangespreken Voortgangsgespreken Intervisie Groepsgespreken Trainingssessies Supervisie Beeldcoaching Spelvormen
Portfoliopresentaties Reflectieverslagen
Integrale leerlijn
23
Bijlage 2d: Beoogd Eindniveau Opleiding Met het oog op helderheid over het beoogde eindniveau van de opleiding maakt onderstaand overzicht duidelijk: • Welke competenties de opleiding kent; • Wat het beoogde eindniveau per competentie is; 5 • Via welke toetseenheid/toetseenheden een competentie op het beoogde eindniveau wordt getoetst. Vermeld hier alleen de laatste toetseenheid. Opleiding: Studiejaar:
Variant:
Leraar Basisonderwijs 2014/2015
Competentie
Beoogde Eindniveau A B C
Voltijd
Titel ToetsEenheid
Opmerking (verplicht of keuze)
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Inhoudelijk en didactisch
D x x x
Assessment Minor 2 Assessment Minor 2 Assessment Minor 2
Verplicht Verplicht Verplicht
4. Organisatorisch competent 5. Competent in samenwerking
x x
Assessment Minor 2 Assessment Minor 2
Verplicht Verplicht
6.
x
Assessment Minor 2
Verplicht
x
Assessment Minor 2
Verplicht
competent
7.
met collega’s Competent in samenwerking met de omgeving Competent in reflectie en ontwikkeling
De Pabo van de NHL heeft gekozen voor een aanscherping van de SBL-indicatoren in gedragsindicatoren en heeft daar vier niveaus aan gekoppeld: A = opleidingsbekwaam; B = basisbekwaam; C = werkplekbekwaam; D = startbekwaam.
5 De NHL kent m.b.t. de competenties van bacheloropleiding drie beheersingsniveaus. De opleiding Leraar Basisonderwijs heeft gekozen voor een aanscherping van de SBL-indicatoren in gedragsindicatoren waaraan vier niveaus zijn gekoppeld.
24
Bijlage 2e: Contacturen In onderstaand overzicht wordt het gemiddeld aantal contacturen per jaar / per semester weergegeven. Het gaat daarbij om contacturen m.b.t. onderwijs, begeleiding en toetsing waarbij een docent aanwezig is. Tijd voor zelfstudie geldt niet als contacttijd. Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4
Semester 1 13 8 9 4
Semester 2 13 8 9 4
Het aantal contacturen is berekend door het totaal aantal contacturen per jaar te delen door 42 onderwijsweken (incl. toetsweken, stageweken etc.). Het aantal contacturen geeft een vertekend beeld van de studiebelasting van studenten, omdat de Pabo-student vanaf het eerste studiejaar stage activiteiten onderneemt. Om die reden is onderstaand weergegeven hoe groot de studiebelasting van deze stage activiteiten is.
Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4
Semester 1 9 11 14 22
Semester 2 9 11 14 22
25