Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Wiskunde Crohonummer: 35221 Variant: Deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: Exacte Vakken Versie: Definitief, 10 september 2015
1
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE................................................................................................................................................. 2 1
2
3
4
5
6
ALGEMEEN .................................................................................................................................................... 4 1.1
Aard van dit document .................................................................................................................... 4
1.2
Informatie en communicatie......................................................................................................... 4
1.3
Inwerkingtreding en duur ............................................................................................................. 4
1.4
Onderwijs- en examenregeling .................................................................................................... 4
TOELATING TOT DE OPLEIDING .......................................................................................................... 5 2.1
Algemene toelatingsseisen ............................................................................................................ 5
2.2
Deficiëntie............................................................................................................................................. 5
2.3
Vrijstelling op grond van andere diploma's ........................................................................... 5
2.4
Vrijstelling op grond van een toelatingsonderzoek (21+)................................................ 5
2.5
Eisen werkkring deeltijdse variant ............................................................................................ 6
2.6
Na-inschrijving ................................................................................................................................... 6
2.6.1
Studieonderbrekers ................................................................................................................ 6
2.6.2
Switchers ..................................................................................................................................... 6
OPZET EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING .................................................................................. 7 3.1
Fasen opleiding .................................................................................................................................. 7
3.2
(Eind)kwalificaties ............................................................................................................................ 7
3.3
Werkvormen en toetsvormen ...................................................................................................... 7
3.4
Contacturen ......................................................................................................................................... 7
3.5
Afstudeerrichtingen ......................................................................................................................... 7
STUDIELOOPBAANBEGELEIDING EN STUDIEVOORTGANG .................................................... 8 4.1
Studieloopbaanbegeleiding ........................................................................................................... 8
4.2
Studievoortgangregistratie ........................................................................................................... 8
STUDIEADVIES PROPEDEUTISCHE FASE ......................................................................................... 9 5.1
Normen studieadvies ....................................................................................................................... 9
5.2
Uitbrengen studieadvies................................................................................................................. 9
5.3
Negatief advies en afwijzing.......................................................................................................... 9
ORGANISATIE EN VOORZIENINGEN................................................................................................. 10 6.1
Afdelingshoofd.................................................................................................................................. 10
6.2
Opleidingscommissie ..................................................................................................................... 10
6.3
Examencommissie .......................................................................................................................... 10
2
6.4
Onderwijs Servicebureau ............................................................................................................. 10
6.5
Bureau Inschrijving ........................................................................................................................ 10
6.6
Kwaliteitszorg ................................................................................................................................... 10
6.7
Periodes, planning en roosters .................................................................................................. 11
6.8
Bereikbaarheid docenten ............................................................................................................. 11
6.9
Extra studiekosten .......................................................................................................................... 11
6.10
Handleidingen ................................................................................................................................... 11
6.11
Veiligheidsvoorschriften .............................................................................................................. 11
6.12
Voorzieningen ................................................................................................................................... 11
6.13
Studeren met een functiebeperking ........................................................................................ 12
6.14
Klachten ............................................................................................................................................... 12
Bijlage 1: Afstudeerrichtingen ....................................................................................................................... 13 Bijlage 2a: Overzicht Onderwijs- en Toetseenheden Propedeutische Fase ............................... 14 Bijlage 2b: Overzicht Onderwijs- en Toetseenheden Postpropedeutische Fase ...................... 16 Bijlage 2c: Werkvormen en toetsvormen ................................................................................................. 28 Bijlage 2d: Eindniveaus en eindwerken .................................................................................................... 29 Bijlage 2e: Contacturen .................................................................................................................................... 30
3
1
ALGEMEEN
1.1 Aard van dit document Dit studentenstatuut vormt samen met het instellingsspecifieke deel, het studentenstatuut zoals bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Het omvat ook de onderwijs- en examenregeling (OER). Dit studentenstatuut bevat informatie over de opbouw van de studie en de ondersteunende faciliteiten die de student door de instelling worden aangeboden. Met name de bijlagen bevatten informatie over de opbouw van de studie. Dit studentenstatuut is van toepassing op alle studenten die studiejaar 2015-2016 voor de opleiding staan ingeschreven. 1.2 Informatie en communicatie In dit statuut wordt voor specifieke informatie naar een aantal andere bronnen verwezen: Internet (nhl.nl): hier is naast algemene informatie over de NHL ook informatie te vinden over voorzieningen, toelating, in- en uitschrijving. Intranet (mijnnhl.nl): hier is voor studenten en medewerkers informatie te vinden over NHL-regelingen, de afdeling en de opleiding en overig nieuws; Educator (educator.nhl.nl): in de catalogus van Educator vind je meer gedetailleerde informatie over het onderwijs en de toetsen. Ook vind je in Educator informatie over jouw studieresultaten. 1.3 Inwerkingtreding en duur Dit studentenstatuut is geldig voor het studiejaar 2015-2016 dat loopt van 1 september 2015 tot en met 31 augustus 2016. Voorgaande studentenstatuten zijn hiermee vervallen. 1.4 Onderwijs- en examenregeling De onderwijs- en examenregeling is onderdeel van dit studentenstatuut en is te vinden in Educator. Meer informatie: WHW: Artikel 7.59 en artikel 7.13 nhl.nl: Studentenstatuut instellingsspecifiek deel Studentenstatuten opleidingsspecifieke delen mijnnhl.nl: NHL-regelingen educator.nhl.nl: Studentenstatuut opleidingsspecifieke delen Onderwijs- en examenregeling (OER)
4
2
TOELATING TOT DE OPLEIDING
2.1 Algemene toelatingsseisen Je bent toelaatbaar als je in het bezit bent van een havo-, vwo- of mbo niveau 4 diploma met het juiste profiel en de juiste vakken of in geval van mbo de juiste verwantschap. 2.2 Deficiëntie Als je wel over het juiste diploma beschikt, maar niet over het juiste profiel, de juiste verwantschap (mbo) of de juiste vakken, kun je toch voor de opleiding worden ingeschreven, mits je voor inschrijving met goed gevolg een toets in het ontbrekende vak of de ontbrekende vakken hebt afgelegd. Meer informatie: WHW: Artikel 7.25 nhl.nl: Regeling bijzondere toelatingen Contact: Toelatingscoördinator NHL 2.3 Vrijstelling op grond van andere diploma's Je kunt vrijstelling krijgen van de vooropleidingseisen in de volgende gevallen: Je bent in het bezit van een propedeutisch, bachelor- of mastergetuigschrift van een Nederlandse hogeschool of universiteit; Of je bent in het bezit van een ten minste gelijkwaardig binnenlands of buitenlands diploma. Hiervoor geldt een aparte procedure waarover de Toelatingscoördinator meer informatie kan verschaffen; En je voldoet aan eventuele eisen t.a.v. profiel of vakken. Als de NHL jouw in het buitenland afgegeven diploma gelijkwaardig vindt, kan de NHL bepalen dat je alsnog bewijst dat je de Nederlandse taal voldoende beheerst. Je kunt dit onder andere bewijzen door een toets Nederlands als Tweede Taal (NT2) te halen. Ook kan de NHL bepalen dat je nog deficiënties moet wegwerken zie 2.3. Pas als je voldoet aan deze eisen kun je worden ingeschreven. Meer informatie: WHW: Artikel 7.28 Contact: Toelatingscoördinator 2.4 Vrijstelling op grond van een toelatingsonderzoek (21+) Als je 21 jaar of ouder bent op het moment van inschrijving en niet beschikt over een diploma van een verplichte vooropleiding, een mbo-4, havo- of vwo-diploma, of een daaraan gelijkwaardig diploma, kun je mogelijk worden toegelaten op grond van de 21+ regeling. Je legt dan een toelatingsonderzoek af. Als je hiervoor slaagt, krijg je vrijstelling van de vooropleidingseisen. Het toelatingsonderzoek bestaat uit drie toetsen waarvan twee verplichte toetsen: Nederlands en Engels en een derde toets die aansluit bij de opleiding die jij wilt volgen. Voor de opleiding Leraar Wiskunde gaat het om: Wiskunde-B.
5
De toetsen worden afgenomen op havo-eindexamenniveau. Alle drie de toetsen moet je met een voldoende afsluiten. Op het toelatingsonderzoek is de Regeling bijzondere toelatingen van toepassing. De opleiding kan op grond van het bepaalde in artikel 7.29 WHW afwijken van de leeftijdsgrens van 21 jaar indien je beschikt over een in het buitenland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een instelling voor hoger onderwijs. De opleiding kan ook van de leeftijdsgrens afwijken indien je in bijzondere gevallen geen diploma kunt overleggen. Meer informatie: WHW: Artikel 7.29 nhl.nl: Toelating: 21 plus toelating en 21 plus procedure, Regeling bijzondere toelatingen mijnnhl.nl : NHL-regelingen: Regeling bijzondere toelatingen Contact: Toelatingscoördinator 2.5 Eisen werkkring deeltijdse variant Voor een deeltijdopleiding gelden dezelfde vooropleidingseisen als de voltijdse of duale variant. Bij een deeltijdse opleiding is het bovendien mogelijk om eisen te stellen aan de werkkring. Deze eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op de werkkring tijdens de studie en niet op in het verleden opgedane werkervaring. In het Croho staat in dat geval aangegeven dat de opleidingen eisen stelt. Voor de opleiding Leraar Wiskunde gelden geen aanvullende eisen aan de werkkring. 2.6
Na-inschrijving
Het is niet mogelijk je na 30 september in te schrijven voor de resterende duur van het studiejaar. Bovenstaande beperkingen met betrekking tot de na inschrijving gelden niet voor studieonderbrekers en switchers. Zie toelichting hieronder. 2.6.1 Studieonderbrekers Als je wegens bijzondere persoonlijke omstandigheden (ziekte, bijzondere familieomstandigheden e.d.) je studie hebt moeten onderbreken, kun je je onder bepaalde voorwaarden wel na-inschrijven op andere data dan hierboven aangegeven. 2.6.2 Switchers Als je staat ingeschreven voor een bacheloropleiding bij de NHL en wilt overstappen naar een andere opleiding van de NHL, kun je onder voorwaarden op andere dan bovengenoemde data worden ingeschreven voor deze nieuwe opleiding. Meer informatie: mijnnhl.nl: NHL-regelingen: Regels van procedurele aard met betrekking tot inschrijving. Contact: Toelatingscoördinator
6
3
OPZET EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING
3.1 Fasen opleiding De opleiding bestaat uit een propedeutische fase met een omvang van 60 ec’s en een postpropedeutische fase met een omvang van 180 ec’s. Beide fasen zijn opgebouwd uit onderwijs- en toetseenheden en worden afgesloten met een examen. Een overzicht van het programma per fase vind je in bijlage 2a en 2b. In Educator zijn gedetailleerde beschrijvingen van de onderwijseenheden en toetseenheden te vinden. 3.2 (Eind)kwalificaties De inhoudelijke eisen waaraan je moet voldoen worden ook wel kwalificaties genoemd. We bedoelen daarmee de competenties en de daarvoor benodigde kennis, vaardigheden en attitude. Binnen de competenties van de bacheloropleiding onderscheiden we drie beheersingsniveaus. Iedere opleiding beschikt over een beschrijving van de (eind)kwalificaties en informeert je daarover. Bijlage 2d bevat een overzicht van de exameneisen in de vorm van de vereiste eindniveaus per competentie en de wijze van toetsing. 3.3 Werkvormen en toetsvormen In bijlage 2c is aangegeven welke verschillende werkvormen en toetsvormen de opleiding kent. Meer gedetailleerde informatie is o.a. te vinden in Educator. 3.4 Contacturen In bijlage 2e wordt het gemiddeld aantal contacturen per studiejaar / per semester weergegeven. Het gaat daarbij om onderwijs, begeleiding en toetsing waarbij een docent aanwezig is. Tijd voor zelfstudie geldt niet als contacttijd. Voor de propedeuse van de voltijd geldt een minimum van 12 contacturen. 3.5 Afstudeerrichtingen De opleiding kent geen afstudeerrichtingen.*) *) Zie bijlage 1.
7
4
STUDIELOOPBAANBEGELEIDING EN STUDIEVOORTGANG
4.1 Studieloopbaanbegeleiding Als student word je gedurende je gehele studie begeleid door een studieloopbaanbegeleider. De studieloopbaanbegeleider ondersteunt je in je ontwikkeling tot een competente, reflectieve professional. De begeleiding richt zich in ieder geval op jouw competentie-ontwikkeling, studieplanning en studievoortgang. 4.2 Studievoortgangregistratie De resultaten van toetsen worden bij de NHL vastgelegd in het studievolgsysteem Educator. Als student heb je via Educator op ieder moment toegang tot jouw resultaten en heb je daarmee zicht op jouw studievoortgang. Meer informatie: educator.nhl.nl: Catalogus met informatie over onderwijs- en toetseenheden Studieplan Behaalde resultaten Contact: Onderwijs Service Bureau, aanspreekpunt opleiding, of examencommissie
8
5
STUDIEADVIES PROPEDEUTISCHE FASE
Het studieadvies geldt voor alle bacheloropleidingen en associate-degreeprogramma’s ongeacht de voltijdse, deeltijdse of duale inrichting. Het studieadvies is een oordeel over jouw geschiktheid voor de opleiding op grond van de resultaten die je hebt behaald in de propedeutische fase. Het kan daarbij gaan om een positief advies als je aan onderstaande norm voldoet of een negatief studieadvies als je niet aan die norm voldoet. 5.1 Normen studieadvies Aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van de opleiding moet je met ingang van het studiejaar 2015-2016 ten minste 50 EC hebben behaald om een positief studieadvies te krijgen. Aan het einde van het tweede jaar van inschrijving moet je het propedeutisch examen hebben gehaald. 5.2 Uitbrengen studieadvies De NHL kent twee momenten waarop het studieadvies wordt uitgebracht, namelijk in het eerste jaar en in het tweede jaar. De examencommissie heeft daarnaast de bevoegdheid om een studieadvies uit te brengen zolang je het propedeutisch examen van een bacheloropleiding niet hebt gehaald. De examencommissie kan daarbij rekening houden met je bijzondere persoonlijke omstandigheden, mits die door jou zijn gemeld. 5.3 Negatief advies en afwijzing Als je niet aan de norm voldoet, krijg je in beginsel een negatief studieadvies met een afwijzing. Dit betekent dat je je studie moet staken. Je kunt je dan bij de hogeschool niet meer inschrijven voor dezelfde bacheloropleiding. Je kunt wel een andere bacheloropleiding gaan volgen aan de hogeschool, tenzij deze een gezamenlijk propedeutisch examen heeft met de bacheloropleiding waarvoor je bent afgewezen. Een uitzondering hierop vormt de deeltijdse bacheloropleiding. Aan een negatief advies aan het einde van het eerste jaar bij de deeltijdse bacheloropleiding wordt geen afwijzing verbonden. Een deeltijdse student mag ondanks een negatief studieadvies aan het einde van het eerste jaar zijn studie voortzetten, maar moet evenals een voltijdse en duale student binnen twee jaar zijn propedeutisch examen behalen. Meer informatie: WHW: Artikel 7.8b mijnnhl.nl: NHL regelingen: Regeling studieadvies propedeutische fase Contact: Studieloopbaanbegeleider en examencommissie
9
6
ORGANISATIE EN VOORZIENINGEN
6.1 Afdelingshoofd Het afdelingshoofd geeft leiding aan een afdeling en de daartoe behorende opleidingen en is o.a. verantwoordelijk voor de kwaliteit en organisatie van het onderwijs. 6.2 Opleidingscommissie Aan iedere opleiding of groep van opleidingen is een opleidingscommissie verbonden. Een opleidingscommissie bestaat uit studenten en medewerkers. De opleidingscommissie geeft een advies over de onderwijs- en examenregeling, beoordeelt de wijze van uitvoeren van de onderwijs- en examenregeling en kan advies geven over andere onderwijsaangelegenheden. Voor vragen of klachten over het onderwijs of kun je je wenden tot de opleidingscommissie. Meer informatie: WHW: Artikel 10.3c mijnnhl.nl: NHL-regelingen: Regeling opleidingscommissie educator.nhl.nl: Informatie over de samenstelling opleidingscommissie 6.3 Examencommissie Aan iedere opleiding of groep van opleidingen is een examencommissie verbonden. De examencommissie stelt vast of een student voldoet aan de kwalificatie-eisen. De examencommissie borgt de kwaliteit van de toetsen en examens. Voor vragen of klachten over de toetsing kun je je wenden tot de examencommissie. De examencommissie brengt ook het studieadvies propedeutische fase uit. Meer informatie: WHW: Artikelen 7.12, 7.12a en 7.12b mijnnhl.nl: NHL-regelingen: Regeling examencommissie educator.nhl.nl: Informatie over de samenstelling examencommissie 6.4 Onderwijs Servicebureau Voor informatie over de planning van het onderwijs en de toetsen, informatie over studieresultaten, etc. kun je terecht bij het onderwijs service bureau dat de afdeling ondersteunt. 6.5 Bureau Inschrijving Voor informatie over en vragen over inschrijving, beëindiging van de inschrijving, betaling en restitutie van collegegeld kun je terecht bij Bureau Inschrijving. Uitsluitend Bureau Inschrijving is bevoegd om uitlatingen te doen en beslissingen te nemen betreffende inschrijving, beëindiging van inschrijving en betaling en restitutie van collegegeld. 6.6 Kwaliteitszorg De opleiding betrekt de studenten bij de kwaliteit van het onderwijs, door regelmatig het onderwijs te evalueren en de uitkomsten en vervolgacties terug te koppelen.
10
6.7 Periodes, planning en roosters In bijlage 2a en 2b vind je een overzicht van het onderwijs en de toetsen per fase en per periode of semester. De gedetailleerde roosters maakt de opleiding via de opleidingspagina op intranet bekend. 6.8 Bereikbaarheid docenten De opleiding maakt via intranet of andere wijze duidelijk wanneer de docenten bereikbaar zijn. Ziekmeldingen worden o.a. gemeld via de beeldschermen in het gebouw. 6.9 Extra studiekosten De opleiding kan bijkomende studiekosten zoals deelname aan bijzondere activiteiten of excursies bij jou in rekening brengen. De opleiding maakt de kosten vroegtijdig bekend en biedt jou de mogelijkheid om te kiezen voor een alternatieve, kosteloze activiteit. 6.10 Handleidingen De opleiding biedt meer gedetailleerde informatie over de invulling van onderwijseenheden aan in de vorm van (digitale)handleidingen, een course op Blackboard of op andere wijze. 6.11 Veiligheidsvoorschriften Naast de algemene veiligheidsvoorschriften van de NHL kan de opleiding, indien de aard van het onderwijs dit met zich brengt, aanvullende veiligheidsvoorschriften stellen voor deelname aan het onderwijs. De opleiding maakt deze veiligheidsvoorschriften bekend op het intranet. Je bent als student verplicht tot naleving van deze veiligheidsvoorschriften en tot naleving van de op basis van deze voorschriften gegeven aanwijzingen. Voor deelname aan de volgende onderwijseenheid/onderwijseenheden dient een student een Verklaring Omtrent Gedrag aan degene waar hij deze onderwijseenheid (feitelijk) volgt te kunnen overleggen: D15-Werkplekleren 1 D14-Werkplekleren 2 D13-Werkplekleren 3 D12-Werkplekleren 4 Als een dergelijke verklaring niet kan worden overlegd, is deelname aan deze onderwijseenheid/onderwijseenheden niet mogelijk. 6.12 Voorzieningen Je hebt als student toegang tot de voorzieningen van de hogeschool. Hiertoe horen in ieder geval de diensten van een studentendecaan, de voorziening in de vorm van het profileringsfonds, de mediatheek, de restauratieve en reprografische voorzieningen, het netwerk en de daarbij behorende ondersteuning. Meer informatie: mijnnhl.nl: Informatie over diverse voorzieningen
11
6.13 Studeren met een functiebeperking Voor studenten met een functiebeperking biedt de NHL verschillende aanpassingen en voorzieningen. Om hiervan gebruik te kunnen maken kun je een afspraak maken met de decaan voor een intakegesprek. De decaan kijkt dan samen met jou naar de aard van de functiebeperking en de mogelijkheden voor aanpassingen en/of voorzieningen. Binnen de opleiding kun je terecht bij je studieloopbaanbegeleider. Voor aanpassingen ten aanzien van de toetsing is toestemming van de examencommissie nodig. Meer informatie: mijnnhl.nl: Studeren met een functiebeperking Contact: Studentendecaan, studieloopbaanbegeleider en/of examencommissie. 6.14 Klachten Aan de NHL is een klachtenloket verbonden. Bij dit klachtenloket kun je als student terecht met een klacht, bezwaar of beroep en vragen over de procedures voor klachten en geschillen. Meer informatie: mijnnhl.nl: NHL klachten Contact:
[email protected]
12
Bijlage 1: Afstudeerrichtingen Op grond van landelijke afspraken tussen hogescholen, bereiden de tweedegraads lerarenopleidingen van NHL Hogeschool de invoering voor van twee afstudeerrichtingen: afstudeerrichting beroepsgericht onderwijs; afstudeerrichting algemeen vormend onderwijs. Elke afstudeerrichting kent een omvang van in totaal 60 EC's en bestaat uit drie componenten: theoretische verdieping en verbreding van vakdidactiek en beroepsvoorbereiding generiek; werkplekleren; afstudeeronderzoek.
13
Bijlage 2a: Overzicht Onderwijs- en Toetseenheden Propedeutische Fase
Logica
Logica
Probleemoplossen
Probleemoplossen
Basisvaardigheden 2
Basisvaardigheden 2
Beschrijvende statistiek en kansrekening
Beschrijvende statistiek en kansrekening
Onderwijskunde 1
Onderwijskunde 1
Eindwerk J/N
Titel ToetsEenheid Basivaardigheden
Toetsmoment 2
Titel OnderwijsEenheid Basisvaardigheden
Variant: Deeltijd Leerjaar: 1
Toetsmoment 1
Periode 2
Periode 1
Opleiding: Leraar Wiskunde Studiejaar: 2015/2016
T1
T2
N
F
T1
T2
N
Basisvaardigheden
ST
T2
T3
N
5
Beschrijvende statistiek en kansrekening
ST
T2
T3
N
6
Opdracht
OP
T2
T3
Tentamen
ST
T2
T3
EC’s Titel toets 5 Basivaardigheden
Toetsvorm ST
5
Logica
ST
5
Probleemoplossen
5
N
Onderwijskunde 1 Werkplekleren 1
N
Periode 4
Periode 3
Werkplekleren 1 Inleiding Didactiek van de wiskunde
Inleiding Didactiek van de wiskunde
5
Inleiding Didactiek van de wiskunde
ST
T3
T4
N
Differentiaalrekening
Differentiaalrekening
5
Differentiaalrekening
ST
T3
T4
N
Matrixrekening
Matrixrekening
5
Matrixrekening
ST
T4
T5
N
Integraalrekening
Integraalrekening
5
Integraalrekening
ST
T4
T5
N
Keuze
Keuze
2
Keuze
F
Persoonlijke professionele ontwikkeling 1 Werkplekleren 1
D15-Persoonlijke professionele ontwikkeling 1 Werkplekleren 1
1
D15-Persoonlijke professionele ontwikkeling 1
OP
P4
T5
N
6
Keuze
REFL
T4
T5
N
Werkplekleren 1
Totaal EC
60
Legenda: P1 = Periode 1, P2 = Periode 2, P3 = Periode 3, P4 = Periode 4 T1 = Toetsperiode 1, T2 = Toetsperiode 2, T3 = Toetsperiode 3, T4 = Toetsperiode 4 T2 = Herkansing toetsperiode 1, T3 = Herkansing toetsperiode 2, T4 = Herkansing toetsperiode 3, T5 = Herkansing toetsperiode 4 F = Flexibel, zie ook NHL Jaarindeling 2015/2016
14
Algemene vrijstellingen toetseenheden propedeutische fase: Doelgroep: Leraar Wiskunde Vooropleiding: Zie tabel Algemeen Vrijstelling voor de volgende toetseenheden (Examencommissie beslist hierover in individuele gevallen)
PDA/PDG/PDD Instructeur7
PDG/BVE docent8
Verslag
Onbevoegd docent (800 uren)6
Opdracht
Onbevoegd docent (100 uren)5
6
N N N
Onbevoegd docent (50 uren)4
Toetsvorm Tentamen Opdracht Verslag Opdracht
B BO/VO3
7 1
Titel toets Tentamen Opdracht Opdracht Opdracht
Propedeuse B BO/VO2
D15-P-taak 1: Oriëntatie op beroep D15-Persoonlijke professionele ontwikkeling 1 D15-Werkplekleren 1
EC's 6
HBO/WO1
Titel toetseenheid D15-Onderwijskunde 1
Eindwerk J/N
Tabel Algemeen
V
V V V
V
V
V
V
V V V
V
V
V
V
V
V
V
N N
V = Vrijstelling indien getuigschrift op 1 september 2015 niet ouder is dan 7 jaar Toelichting kolommen 1
2
3 4
5
6
7
8
HBO/WO: 120 EC’s of meer behaald bij een HBO of WO bachelor of vergelijkbaar, van een andere opleiding dan waarvoor de kandidaat zich aanmeldt én welke daarmee geen gemeenschappelijke propedeuse heeft. Propedeuse B BO/VO: propedeuse van de bacheloropleiding basisonderwijs of van de bacheloropleiding voortgezet onderwijs. B BO/VO: lerarenopleiding basisonderwijs of voortgezet onderwijs (ook 1e graads). Onbevoegde docenten (50 uren): met een werkgeversverklaring dat tenminste 50 klokuren is lesgegeven in de rol van docent in het tweede graads gebied. Onbevoegde docenten (100 uren): met een werkgeversverklaring dat tenminste 100 klokuren is lesgegeven in de rol van docent in het tweede graads gebied. Onbevoegde docenten (800 uren): met een werkgeversverklaring dat tenminste 800 klokuren zelfstandig is lesgegeven in de rol van docent in het tweede graads gebied, met een positieve beoordeling. PDA/PDG/PDD instructeur: cursus Pedagogisch Didactische Aantekening BVE voor instructeurs. PDG/BVE docent: cursus Pedagogisch Didactisch Getuigschrift voor docent BVE.
15
Bijlage 2b: Overzicht Onderwijs- en Toetseenheden Postpropedeutische Fase
Eindwerk J/N
Deeltijd 2
Toetsmoment 2
Variant: Leerjaar:
Toetsmoment 1
Opleiding: Leraar Wiskunde Studiejaar: 2015/2016
2
Practicum discrete wiskunde
ST
T1
T2
N
Getaltheorie
5
Getaltheorie
ST
T1
T2
N
Lineair programmeren
Lineair programmeren
5
Lineair programmeren
ST
T1
T2
N
Ruimtemeetkunde
Ruimtemeetkunde
5
Ruimtemeetkunde
ST
T1
T2
N
Onderwijskunde 2
Onderwijskunde 2
4
Onderwijskunde 2
OP
P-taak 2: Leren lesgeven
5
P-taak 2: Leren lesgeven
T2 T3 T4 E4 T3 T4
N
P-taak 2: Leren lesgeven
T1 T2 T3 T4 T2 T3
Practicum analyse
Practicum analyse
3
Practicum analyse
OP
T3
T4
N
Differentiaalvergelijkingen en functies twee variabelen
Differentiaalvergelijking en en functies twee variabelen
5
Differentiaalvergelijkingen en functies twee variabelen
ST
T3
T4
N
Vrije keuzeruimte
Vrije keuzeruimte
5
Vrije keuzeruimte
F
F
F
N
Geschiedenis van de wiskunde Reeksen en numerieke wiskunde
Geschiedenis van de wiskunde Reeksen en numerieke wiskunde Persoonlijke professionele ontwikkeling 2 Werkplekleren 2
ST
T4
T5
N
ST
T4
T5
N
F
F
F
N
10
REFL
P1 P2 P3 P4
F
N
Totaal EC
60
Titel ToetsEenheid Practicum discrete wiskunde
Getaltheorie
Periode 1 1
Titel OnderwijsEenheid Practicum discrete wiskunde
EC’s
Titel toets
Toetsvorm
Periode 2
Werkplekleren 2
REFL
N
Periode 4
Periode 3
Werkplekleren 2
Werkplekleren 2
Persoonlijke professionele ontwikkeling 2 Werkplekleren 2
5 5 1
Geschiedenis van de wiskunde Reeksen en numerieke wiskunde Persoonlijke professionele ontwikkeling 2 Werkplekleren 2
P1 = Periode 1, P2 = Periode 2, P3 = Periode 3, P4 = Periode 4 T1 = Toetsperiode 1, T2 = Toetsperiode 2, T3 = Toetsperiode 3, T4 = Toetsperiode 4 T2 = Herkansing toetsperiode 1, T3 = Herkansing toetsperiode 2, T4 = Herkansing toetsperiode 3, T5 = Herkansing toetsperiode 4 F = Flexibel Zie ook NHL Jaarindeling 2015/2016
16
Algemene vrijstellingen toetseenheden postpropedeutische fase: Doelgroep: Leraar Wiskunde Vooropleiding: Zie tabel Algemeen Vrijstelling voor de volgende toetseenheden (Examencommissie beslist hierover in individuele gevallen)
Onbevoegd docent (800 uren)6
PDA/PDG/PDD Instructeur7
PDG/BVE docent8
V V V
Onbevoegd docent (100 uren)5
N N N
Onbevoegd docent (50 uren)4
Toetsvorm Opdracht Verslag Verslag
B BO/VO3
Titel toets Opdracht Opdracht Opdracht
Propedeuse B BO/VO2
EC's 4 5 10
HBO/WO1
Titel toetseenheid D14-Onderwijskunde 2 D14-P-taak 2: Leren lesgeven D14-Werkplekleren 2
Eindwerk J/N
Tabel Algemeen leerjaar 2
V
V
V
V V
V = Vrijstelling indien getuigschrift op 1 september 2015 niet ouder is dan 7 jaar Toelichting kolommen 1
2 3 4 5 6
7 8
HBO/WO: 120 EC’s of meer behaald bij een HBO of WO bachelor of vergelijkbaar, van een andere opleiding dan waarvoor de kandidaat zich aanmeldt èn welke daarmee geen gemeenschappelijke propedeuse heeft. Propedeuse B BO/VO: propedeuse van de bacheloropleiding basisonderwijs of van de bacheloropleiding voortgezet onderwijs. B BO/VO: lerarenopleiding basisonderwijs of voortgezet onderwijs (ook 1e graads). Onbevoegde docenten (50 uren): met een werkgeversverklaring dat tenminste 50 klokuren is lesgegeven in de rol van docent in het tweede graads gebied. Onbevoegde docenten (100 uren): met een werkgeversverklaring dat tenminste 100 klokuren is lesgegeven in de rol van docent in het tweede graads gebied. Onbevoegde docenten (800 uren): met een werkgeversverklaring dat tenminste 800 klokuren zelfstandig is lesgegeven in de rol van docent in het tweede graads gebied, met een positieve beoordeling. PDA/PDG/PDD instructeur: cursus Pedagogisch Didactische Aantekening BVE voor instructeurs. PDG/BVE docent: cursus Pedagogisch Didactisch Getuigschrift voor docent BVE.
17
Toetsmoment 2
Eindwerk J/N
Variant: Deeltijd Leerjaar: 3
Toetsmoment 1
Periode 1
Opleiding: Leraar Wiskunde Studiejaar: 2015/2016
ST
T1
T2
N
Didactiek van de wiskunde
ST
T1
T2
N
5
Vlakke meetkunde
ST
T2
T3
N
Practicum meetkunde
2
Practicum meetkunde
ST
T2
T3
N
Kansverdeling en verklarende statistiek
Kansverdeling en verklarende statistiek
5
Kansverdeling en verklarende statistiek
ST
Didactiek ICT ontwerp
Didactiek ICT ontwerp
5
Didactiek ICT ontwerp
REFL
F
F
N
Practicum statistiek
Practicum statistiek
3
Practicum statistiek
ST
T4
T5
N
Grafentheorie
Grafentheorie
5
Grafentheorie
ST
T4
T5
N
Keuze 1
Keuze 1
5
Keuze 1
REFL
F
F
N
P-taak 3: Profilering
P-taak 3: Profilering
5
P-taak 3: Profilering
REFL
F
F
N
Werkplekleren 3
Werkplekleren 3
10
Werkplekleren 3
REFL
F
F
N
totaal aantal EC
60
Titel OnderwijsEenheid
Titel ToetsEenheid
Analytische meetkunde
Analytische meetkunde
EC’s 5
Didactiek van de wiskunde
Didactiek van de wiskunde
10
Vlakke meetkunde
Vlakke meetkunde
Practicum meetkunde
Titel toets Analytische meetkunde
Toetsvorm
Keuze 1
Periode 2
Werkplekleren 3
Werkplekleren 3
Periode 3
Practicum statistiek
Periode 4
Werkplekleren 3
Legenda: P1 = Periode 1, P2 = Periode 2, P3 = Periode 3, P4 = Periode 4 T1 = Toetsperiode 1, T2 = Toetsperiode 2, T3 = Toetsperiode 3, T4 = Toetsperiode 4 T2 = Herkansing toetsperiode 1, T3 = Herkansing toetsperiode 2, T4 = Herkansing toetsperiode 3, T5 = Herkansing toetsperiode 4 F = Flexibel Zie ook NHL Jaarindeling 2015/2016
18
Algemene vrijstellingen toetseenheden postpropedeutische fase: Doelgroep: Leraar Wiskunde Vooropleiding: Zie tabel Algemeen Vrijstelling voor de volgende toetseenheden (Examencommissie beslist hierover in individuele gevallen)
D13-P-taak 3: Profilering D13-Persoonlijke professionele ontwikkeling 2
5 1
D13-Werkplekleren 3
10
Verslag
N
V
V
V
V
N
V V
V V
N
V
Ervaring in het onderwijs
PDG/PDD
Toetsvorm Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht Opdacht Opdracht Opdracht
BO
Titel toets Keuze 1.1 Keuze 1.2 Keuze 1.3 Keuze 1.4 Keuze 1.5 P-taak 3 Persoonlijke Professionele Ontwikkeling 2 Verslag Werkplekleren 3
VO
EC's 5
HBO/WO
Titel toetseenheid D13-Keuze 1
Eindwerk J/N
Tabel Algemeen leerjaar 3
V = Vrijstelling indien getuigschrift op 1 september 2015 niet ouder is dan 7 jaar Toelichting kolommen
HBO/WO: Bachelor- of Mastergetuigschrift (en/of gelijkwaardig getuigschrift) VO: Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs (1e, 2e en 3e graads lesbevoegdheid) BO: Opleiding tot leraar basisonderwijs PDG: Pedagogisch didactisch getuigschrift PDD: Pedagogisch didactisch diploma Ervaring in het onderwijs: Onderwijsassistenten en onbevoegde docenten (o.b.v. werkgeversverklaring) die minimaal 100 klokuren werkervaring hebben in het onderwijs
19
Periode 1-4
Assessment startbekwaam incl. landelijke kennistoets LWi (*Lwi)
Ass.t startbekwaam incl.land.kennistoets LWi(*lk)
Keuze
P-taak 4: Praktijkonderzoek Werkplekleren 4
Keuze
EC’s Titel toets 30 Opdracht 1
ICT-didactiekportfolio Toets kennisbasis LWi(*lk)
5
Eindwerk J/N
Titel ToetsEenheid Minor
Toetsmoment 2
Titel OnderwijsEenheid Minor
Variant: Deeltijd Leerjaar: 4
Toetsmoment 1
Opleiding: Leraar Wiskunde Studiejaar: 2015/2016
OP
F
F
N
OP
F
F
N
Digitale toets LWi(*lk)
P1 P2 P4 F
P1 P2 P4 F
J
Toetsvorm
Assessment startbekwaam Vakdidactisch eindwerk
OP
F
F
J
Keuze 2.1
OP
F
F
N
Keuze 2.2
AS
J
OP
F
F
Keuze 2.3
OP
F
F
Keuze 2.4
OP
F
F
Keuze 2.5
OP
F
F
T4
E4
J
T4
E4
J
P-taak 4: Praktijkonderzoek Werkplekleren 4
5
P-taak 4
19
Werkplekleren 4
Totaal EC
60
OP REF
Legenda: P1 = Periode 1, P2 = Periode 2, P3 = Periode 3, P4 = Periode 4 T1 = Toetsperiode 1, T2 = Toetsperiode 2, T3 = Toetsperiode 3, T4 = Toetsperiode 4 T2 = Herkansing toetsperiode 1, T3 = Herkansing toetsperiode 2, T4 = Herkansing toetsperiode 3, T5 = Herkansing toetsperiode 4 F = Flexibel Zie ook NHL Jaarindeling 2015/2016
In bovenstaand overzicht is een landelijke kennistoets opgenomen. Deze is te herkennen aan (*lk). Voor deze landelijke kennistoetsen gelden onderstaande bepalingen op grond van een bindingsbesluit van de Vereniging Hogescholen. De onderwijs- en examenregeling van de NHL blijft op deze toetsen van toepassing, voor zover in onderstaande bepalingen daarvan niet wordt afgeweken.
20
Onderwijs- en examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen Studiejaar 2015-2016 Onderdeel 1 (Algemeen: geldt voor tweedegraads lerarenopleidingen en pabo) Inleiding landelijke kennisbases en kennistoets lerarenopleidingen In 2008 hebben de hogescholen met lerarenopleidingen met de staatssecretaris van OCW de Meerjarenafspraak Krachtig Meesterschap afgesloten. In die overeenkomst staat het verhogen van de kwaliteit van de lerarenopleidingen centraal. Zoals afgesproken in de Meerjarenafspraak heeft elke lerarenopleiding een kennisbasis opgesteld die in een ‘landelijk examen’ wordt getoetst. Vanaf het studiejaar 2013-2014 zijn de landelijke kennistoetsen voor deze opleidingen en de genoemde pabo-vakken een verplicht onderdeel van de hoofdfase geworden. Aan iedere landelijke kennistoets is één studiepunt verbonden. Elke student van een lerarenopleiding, tweedegraads of pabo, moet geslaagd zijn voor de landelijke kennistoets (tweedegraads) of landelijke kennistoetsen (pabo) voordat hij of zij gediplomeerd de opleiding kan verlaten. De hogescholen hebben de kennisbases en kennistoetsen gezamenlijk in eigen beheer ontwikkeld. Er is per lerarenopleiding een landelijke kennisbasis samengesteld. De vragen van de kennistoets gaan over die kennisbasis. Tijdens de opleiding wordt deze kennisbasis behandeld. De opleiding bereidt de student voor op de kennistoets(en). Meer informatie over de landelijke kennisbasis en de landelijke kennistoets lerarenopleidingen is te vinden op www.10voordeleraar.nl. Daar zijn ook de landelijke kennisbasis en een oefentoets te vinden, evenals een toetsgids per vak dat een landelijke toets kent. De organisatie 10voordeleraar De organisatie 10voordeleraar is door de lerarenopleidingen belast met de organisatie van de ontwikkeling van kennisbases, toetsvragen, de digitale toets en de totstandkoming van de uitslag. De digitale toetsen worden op de hogescholen afgenomen. De organisatie 10voordeleraar en de hogescholen met lerarenopleidingen zorgen er samen voor dat de landelijke kennistoetsen objectief en betrouwbaar zijn. Om te zorgen dat studenten, bij welke hogeschool zij hun opleiding ook volgen, dezelfde kansen hebben, hanteren alle hogescholen dezelfde regels: de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen-OER. Hierin staan de relevante regels voor studenten. Voor de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen gaan de bepalingen van deze landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen OER boven de regels die gelden voor de overige toetsen van de opleiding. Om het landelijke, uniforme karakter van de landelijke kennistoets te waarborgen, volgen hogescholen de landelijke afspraken met betrekking tot deelname, de aanmelding voor de toets, de toetsafname en bekendmaking van de resultaten. Dat houdt onder andere in dat hogescholen verplicht zijn om de toetsen te plannen in de overeengekomen tijdsloten. Toetsafnames buiten de overeengekomen tijdsloten zijn niet mogelijk.
21
Vanwege het landelijke karakter van de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen kunnen er specifieke maatregelen getroffen worden. Het gaat hierbij om de volgende maatregelen (niet limitatief): 1. Er kan, op initiatief van 10voordeleraar of de betrokken hogeschool, besloten worden dat de betrokken hogeschool niet kan deelnemen aan een toetsafname. Een dergelijke maatregel kan bijvoorbeeld genomen worden als de betrokken hogeschool niet een veilige toetsafname kan garanderen. Hierover worden de studenten door de betrokken hogeschool voorafgaand aan de toetsafname geïnformeerd. Deze hogeschool kan deelnemen aan de eerstvolgende toetsafname. Studenten dienen zich hiervoor opnieuw in te schrijven; 2. Als de toetsafname op het overeengekomen tijdstip is verstoord, zal door 10voordeleraar een nieuwe datum voor deze toetsafname worden bepaald Deze nieuwe toetsafname vindt vervolgens idealiter plaats binnen de toetsweek of toetsweken van de eerder geplande toetsafname datum doch uiterlijk binnen 4 werkweken na de eerder geplande toetsafname datum. De betrokken hogeschool informeert de studenten hierover; 3. In het geval van fraude1 met de landelijke kennistoetsen kunnen er maatregelen op landelijk niveau genomen worden. Zo kan bijvoorbeeld de toetsafname uitgesteld worden. Er wordt in dat geval een nieuw toetsmoment gepland, uiterlijk binnen 4 werkweken na de eerder geplande toetsafname datum. De betrokken hogeschool informeert de studenten hierover; 4. Er kan besloten worden dat, bijvoorbeeld bij identiteitsfraude (een student heeft deelgenomen onder een andere naam dan die van de student zelf) de uitslag van de landelijke kennistoets niet wordt verstrekt. Het besluit daartoe wordt uiterlijk 5 werkweken na de datum van de toetsafname genomen. De betrokken hogeschool informeert de student(en) hierover; 5. Indien er bij studenten fraude wordt geconstateerd, is de examencommissie van de lerarenopleiding in kwestie bevoegd maatregelen te nemen jegens de betrokken student. Regels voor aanmelding, deelname en uitslag 1. Een student meldt zich bij de eigen opleiding digitaal aan voor deelname aan de kennistoets en ontvangt daarvan een bevestiging. 1
In het kader van de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen wordt onder fraude in ieder geval verstaan: a. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student gebruik maakt, of gebruik heeft gemaakt van hulpmiddelen waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan; b. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student kijkt of gekeken heeft naar/op/in het werk van (een) andere student(en); c. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student aanleiding/mogelijkheden heeft gegeven aan andere studenten zijn of haar werk in te zien; d. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student tijdens de toetsafname informatie geeft of heeft gegeven aan andere studenten over de inhoud en uitwerking van de landelijke kennistoets; e. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student tijdens de toetsafname onjuiste of valse informatie geeft of heeft gegeven over zijn of haar identiteit; f. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student zich door iemand anders heeft laten vertegenwoordigen; g. het zich voor de datum of het tijdstip waarop de toetsafname zal plaatsvinden, in het bezit stellen van de vragen of opgaven van de desbetreffende kennistoets.
22
2. In het geval een aangemelde student niet deelneemt aan de toets dan geldt de aanmelding als een toetsdeelname en kan de hogeschool administratiekosten in rekening brengen. 3. De landelijke kennistoetsen worden op de hogeschool en alleen in digitale vorm afgenomen. Voor studenten met een handicap of chronische ziekte waardoor het afleggen van de toets onder de standaardafnamecondities duidelijk negatief wordt beïnvloed, kan de examencommissie verzoeken de tijdsduur van de toetsafname te verlengen. De lettergrootte en het contrast van het beeldscherm kunnen vergroot worden. Het verzoek tot tijdsduurverlenging moet door de examencommissie gelijktijdig met de aanmelding ingediend worden. 4. De geldigheidsduur van de uitslag van de digitale landelijke kennistoetsen is bepaald op vijf jaar nadat de uitslag is opgenomen in de studentenadministratie van de hogeschool. Binnen deze periode gelden behaalde resultaten bij overstap ook op een andere hogeschool. 5. De opleiding ontvangt van 10voordeleraar 21 werkdagen na afloop van de toetsperiode een overzicht van de resultaten (inclusief een cijferlijst) van de studenten die hebben deelgenomen aan de toets. De opleiding deelt de student het behaalde cijfer mee uiterlijk drie werkdagen nadat de hogeschool het overzicht van de resultaten van 10voordeleraar heeft ontvangen . 10voordeleraar hanteert voor het bepalen van wat werkdagen en vakantieweken zijn het schoolvakantieoverzicht, zoals dat jaarlijks wordt gepubliceerd op de website van de rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties/. 6. Nadat de uitslag van een landelijke kennistoets bekend is gemaakt, kunnen studenten die hun toets willen inzien zich aanmelden op de website www.10voordeleraar.nl. De inzage vindt plaats op een locatie die door 10voordeleraar wordt vastgesteld. Bij de inzage is er geen inhoudelijke toelichting. De reiskosten voor de inzage komen voor rekening van de student. 7. Beroep: Studenten kunnen tegen de uitslag van de toets beroep aantekenen. Dat moet binnen twee weken nadat de landelijke inzage periode is afgelopen, bij de ‘toegankelijke faciliteit’ (ook wel ‘Loket’ of ‘Klachtenloket’ genoemd) van de eigen hogeschool conform de procedures en reglementen van de eigen opleiding. Regels voor de toetsafname Bij de afname van de landelijke kennistoets gelden de volgende regels: 1. Studenten moeten zich legitimeren door middel van een geldige collegekaart in combinatie met een rijbewijs, paspoort of identiteitskaart. Alleen in het geval een hogeschool bij de identificatie van haar studenten geen collegekaart-systeem hanteert, volstaat een rijbewijs, paspoort of identiteitskaart voor legitimatie. Jassen, tassen, horloges, telefoons en andere middelen waarmee elektronische informatieoverdracht mogelijk is, moeten buiten het toetslokaal blijven, of vóór in de toetsruimte. 2. De surveillanten delen nadat de student achter de pc is gaan zitten aan elke student zijn/haar inlogbrief uit. Deze inlogbrief bevat een unieke inlognaam (deelnemer ID), een uniek wachtwoord en de URL voor de toets. Deelnemen onder een andere identiteit / inlognaam is niet toegestaan. 3. Studenten moeten minimaal 30 minuten blijven zitten alvorens ze de toetsruimte mogen verlaten. De toets moet in alle gevallen afgerond worden vóór het voor de toets vastgestelde eindtijdstip.
23
4. Studenten mogen geen andere dan de toegestane hulpmiddelen gebruiken. De toegestane hulpmiddelen staan vermeld in de toetsgids van de landelijke kennistoets. 5. Bij het afsluiten van de toets moet de student de toets daadwerkelijk afsluiten (knop ‘toets beëindigen’) en uitloggen. De inlogcode, het kladpapier en eventueel andere uitgereikte hulpmiddelen moeten weer ingeleverd worden. 6. Studenten mogen niets meenemen waarop informatie over de vragen staat. 7. Alle gangbare regels van het tentamenreglement van de hogeschool zijn van toepassing voor zover ze niet in strijd zijn met deze regels voor de landelijke kennistoetsen.
24
Onderwijs- en examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen Studiejaar 2015-2016 Onderdeel 1a (Specifiek: geldt voor tweedegraads lerarenopleidingen) Vooraf: 1. Voor de tweedegraads lerarenopleidingen Nederlands, Engels, Duits, Frans, geschiedenis, aardrijkskunde, algemene economie, bedrijfseconomie, maatschappijleer, gezondheidszorg en welzijn, omgangskunde, wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie geldt het volgende: de vakdidactische en vakinhoudelijke kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken, is vastgelegd in de kennisbases die landelijk zijn overeengekomen. 2. Per studiejaar zijn er twee toetsrondes. Deelname is verplicht voor alle hogescholen die de desbetreffende lerarenopleiding aanbieden. Toetsdata worden voor aanvang van het studiejaar gepubliceerd. Artikel 1 Voor de vakken Nederlands, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, algemene economie, bedrijfseconomie, wiskunde en natuurkunde geldt dat een digitale kennistoets onderdeel uitmaakt van de opleiding. Aan deze kennistoets is één studiepunt verbonden. 2 a. Aan deze toets moeten alle studenten en cursisten meedoen die vanaf het studiejaar 2011-2012 ingestroomd zijn. Alleen studenten vermeld in artikel 1 sub b zijn uitgesloten van deelname . b. Studenten van een kopopleiding met een vooropleiding die vermeld staat in de verwantschapstabel (zie artikel 6a.1 van de Regeling Studiefinanciering 2000) zijn uitgesloten van deelname aan de landelijke kennistoets. Artikel 2 Voor de vakken Duits, Frans, maatschappijleer, gezondheidszorg en welzijn, omgangskunde, biologie en scheikunde geldt dat een digitale kennistoets onderdeel uitmaakt van de opleiding. Aan deze kennistoets is één studiepunt verbonden.3 a. Aan deze toets moeten alle studenten en cursisten meedoen die vanaf het studiejaar 2012-2013 ingestroomd zijn. Alleen studenten vermeld in artikel 2 sub b zijn uitgesloten van deelname . b. Studenten van een kopopleiding met een vooropleiding die vermeld staat in de verwantschapstabel (zie artikel 6a.1 van de Regeling Studiefinanciering 2000) zijn uitgesloten van deelname aan de landelijke kennistoets.
Een aantal hogescholen heeft gekozen de kennistoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid. In deze gevallen is de kennistoets voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid. 3 Een aantal hogescholen heeft gekozen de kennistoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid. In deze gevallen is de kennistoets voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid. 2
25
Artikel 3 Er kan pas deelgenomen worden aan de digitale landelijke kennistoets als de student: a. de propedeuse heeft behaald en; b. tenminste 65% van de studiepunten heeft behaald behorende bij de onderwijseenheden van de kennisbasis en deze onderwijseenheden geheel heeft doorlopen en; c. deze studiepunten in het cijferregistratiesysteem van de studentenadministratie zijn verwerkt. d. Wanneer de opleiding geen propedeutisch examen kent, geldt lid a van dit artikel niet. Artikel 4 Een student mag, mits voldaan is aan de voorwaarden voor deelname, elk studiejaar maximaal twee keer deelnemen aan een digitale landelijke kennistoets. Artikel 5 Sinds het studiejaar 2013-2014 geldt voor het vak Engels dat het behalen van het Certificate of Proficiency in English (CPE) onderdeel is van de toetsing in het kader van 10voordeleraar. Voor het studiejaar 2015-2016 geldt voor de vakken Duits, Frans en Spaans dat een landelijk overeengekomen internationale toets onderdeel is van de toetsing in het kader van 10voordeleraar. Het betreft achtereenvolgens het GoetheZertifikat, de Test de Connaissance du Français (TCF) en het Diploma de Español como Lengua Extranjera (DELE). Aan elke internationale toets is één studiepunt verbonden. 4 Artikel 6 De geldigheidsduur van het Certificate of Proficiency in English (CPE) is bepaald op vijf jaar. Hetzelfde geldt voor het Goethe-Zertifikat (Duits), het TCF (Frans) en het DELE (Spaans). Binnen deze periode gelden behaalde resultaten bij een eventuele overstap naar een andere hogeschool ook op deze andere hogeschool.
4
Een aantal hogescholen heeft gekozen de internationale taaltoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid. In deze gevallen is de kennistoets voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid.
26
Algemene vrijstellingen toetseenheden postpropedeutische fase: Doelgroep: Leraar Wiskunde Vooropleiding: Zie tabel Algemeen Vrijstelling voor de volgende toetseenheden (Examencommissie beslist hierover in individuele gevallen)
D12-Keuze
5
D12-P-taak 4: Praktijkonderzoek D12-Werkplekleren 4
5 19
Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht Verslag
N N J J
V
V
N
V
V
PDG/PDD/BVE
Toetsvorm Opdracht Opdracht Digitale toets(*lk) Assessment
B Opleiding tot leraar basisonderwijs
Titel toets Opdracht ICT-didactiekportfolio Toets kennisbasis(*lk) Assessment startbekwaam Keuze 2.1 Keuze 2.2 Keuze 2.3 Keuze 2.4 Keuze 2.5 P-taak 4 Verslag Werkplekleren 4
1e, 2e, en 3e graads lesbevoegdheid
EC's 30 1
Eindwerk J/N
Titel toetseenheid D12-Minor D12-Assessment startbekwaam Lwi(*lk)
Bachelor- of Mastergetuigschirft
Tabel Algemeen leerjaar 4
J J
V = Vrijstelling indien getuigschrift op 1 september 2015 niet ouder is dan 7 jaar
27
Bijlage 2c: Werkvormen en toetsvormen In onderstaande tabel aangegeven van welke werkvormen en toetsvormen de opleiding in de verschillende leerlijnen gebruik maakt. Dit geeft je een indruk van de vormgeving van het onderwijs. In bijlage 2a en 2b zie je deze toetsvormen terug. Details over de uitvoering van het onderwijs en de toetsing vind je o.a. in de digitale catalogus in Educator: educator.nhl.nl. Leerlijn
Type onderwijseenheid P-taken (professionaliseringstaken) Stage Afstuderen Project
Werkvormen
Toetsvormen
Tutorbijeenkomst Brainstorm Discussievormen Spelvormen Presentaties …
AS = Assessment OR = Onderzoeksrapport OP= Opdracht
Conceptuele Leerlijn (kennis)
Cursussen
ST = Schriftelijk tentamen E = Essay
Vaardigheden Leerlijn
Trainingen
Studieloopbaanlijn
SLB-taken
Hoorcollege Werkcollege … Practicum Trainingssessie … Plangesprek Voortgangsgesprek Intervisie Groepsgesprek Trainingssessie …
Integrale Leerlijn (competenties)
28
VT = Vaardighedentoets PO = Practicumopdracht I = Intervisie REFL = Reflectieverslag
Bijlage 2d: Eindniveaus en eindwerken Onderstaand overzicht maakt duidelijk wat de eindkwalificaties van de opleiding zijn, wat het beoogde eindniveau is en via welke eindwerken deze eindkwalificaties worden getoetst. Opleiding: Studiejaar:
Leraar Wiskunde 2015/2016
Variant:
Eindkwalificatie
Beoogd EindNiveau
D12Werkplekleren 4
D12-Ptaak 4: Praktijkonderzoek
1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vak- en vakdidactisch competent 4. Organisatorisch competent 5. Competent in het samenwerken met collega's 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling
3
X
3
X
3
X
3
X
X
3
X
X
3
X
X
3
X
X
29
Deeltijd D12-Ass. startbekwaam incl.land. kennistoets LWi
D13Vakdidactisch eindwerkstuk
X
X X
X
X
Opmerkingen
Bijlage 2e: Contacturen
In onderstaand overzicht zie je op hoeveel contacturen je gemiddeld per jaar / per semester kunt rekenen. Het gaat daarbij om contacturen m.b.t. onderwijs, begeleiding en toetsing waarbij een docent aanwezig is. Tijd voor zelfstudie geldt niet als contacttijd. Semester 1 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4
Semester 2
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
13 6 7 3
13 7 6 1
11 6 6 1
11 6 6 1
Notabene: Het daadwerkelijke aantal contacturen is afhankelijk van verleende vrijstellingen.
30