P706268 Afgiftekantoor: Brussel 4
Maart 2013 nr 158
Inhoudstafel
DRIEMAANDELIJKS VAKTIJDSCHRIFT VOOR EN DOOR PASTORES
3 Ten Geleide
Mindfulness, met of zonder traditie Pieter Vandecasteele
5 Mindfulness, spiritualiteit of laagje vernis? Edel Maex
8 De bewaking van de gedachten Aandacht in christelijke setting Lieven Vanderbrugghen
15 Mildheid en menswording
De wijsheid van Jezus als bron van ‘mindfulness’ Ria Weyens
20 Mindfulness In het pastorale zorgaanbod Twee praktijkverhalen Koen De Fruyt, Renilde Vos
24 Gebed van de pastor Mild worden Karel Staes
Goedele Van Edom
30 UITGELEZEN 40 Aankondigingen 41 Geraakt
Een plek aan de einder Wouter Devos
Pastorale Perspectieven. Driemaandelijks vaktijdschrift voor en door pastores is een uitgave van Caritas Catholica Vlaanderen vzw.
Maart 2013
Kaft PP 158.indd 1
Florentijns opkikkertje Hilde Van der motte
nr 158
42 Uitsmijter
in pastorale zorg
perspectieven
Bernadette Verbruggen
pastorale
25 Pastorale begeleiding van mensen met kanker
Mindfulness, mildheid en aandacht
MINDFULNESS.
Spiritualiteit of een laagje vernis?
MILDHEID EN MENSWORDING. Bijbelse verhalen als bronnen van ‘mindfulness’
Pastorale begeleiding van mensen met kanker
28/04/14 13:54
[ inhoudstafel ] 1
INHOUDSTAFEL 3
Ten Geleide Mindfulness, met of zonder traditie
Pieter Vandecasteele 5
Mindfulness, spiritualiteit of laagje vernis? Edel Maex In het openingsartikel gaat Edel Maex dieper in op wat er eigenlijk bedoeld wordt met het woord mindfulness. Woorden hebben volgens hem geen betekenis op zich, maar krijgen betekenis in de manier waarop ze gebruikt worden. Hij illustreert dit overigens treffend met de woorden psychologie en spiritualiteit. In het artikel wordt verder een inzicht gegeven van hoe mindfulness werkt in de psychotherapie, en vooral hoe verschillende mensen er verschillende dingen uithalen. Er wordt ook ingegaan op de ‘trivialisering’ van mindfulness.
8
De bewaking van de gedachten Aandacht in christelijke setting
Lieven Vanderbrugghen De auteur spendeerde een groot deel van zijn leven als Karmeliet, en bestudeerde de mystieke tradities vanaf het vroege christendom tot heden. Hij vergelijkt in deze bijdrage enkele centrale inzichten uit de oosterse tradities, en toont aan dat er ook heel wat gelijkaardige wegen ontwikkeld zijn in de ‘eigen’ westerse monastieke en meditatieve traditie. Om dit te illustreren, vertelt de auteur verhalen uit zowel de oosterse als de westerse overleveringen. 15
Mildheid en menswording De wijsheid van Jezus als bron van ‘mindfulness’
Ria Weyens Bijbelse verhalen zijn een bron van wijsheid die ons inzicht verschaffen in het innerlijk transformatieproces. Ze geven ons het inzicht en de kracht om te groeien van wonde naar verwondering waardoor we meer mens worden. Hoewel het woord ‘mindfulness’ niet valt in het artikel, is de gedachte overal aanwezig. De zaligsprekingen vormen de gids naar mildheid en menswording.
Pastorale Perspectieven 158.indd 1
28/04/14 13:54
2
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
20
Mindfulness In het pastorale zorgaanbod Twee praktijkverhalen
Koen De Fruyt, Renilde Vos Dat mindfulness ook effectief een rol speelt in het leven en werk van pastores, wordt duidelijk aan de hand van deze twee praktijkverhalen. Koen De Fruyt is pastor in de geestelijke gezondheidszorg, en wendt mindfulness – met de nodige omzichtigheid – aan als meditatietechniek bij cliënten die met psychoses geconfronteerd worden. Renilde Vos begeleidt groepen en individuen vanuit de Universitaire Parochie van de KULeuven. In haar bijdrage verduidelijkt ze hoe meditatietechnieken als mindfulness zorgverleners en pastores kunnen helpen om diepere en meer dragende relaties met anderen aan te knopen. 24
Gebed van de pastor Mild worden
Karel Staes 25
Pastorale begeleiding van mensen met kanker Goedele Van Edom Hoe kan pastorale of spirituele zorg bijdragen aan de levenskwaliteit van kankerpatiënten? Uit deze vraag spreekt alvast de overtuiging dat pastorale zorg een groot verschil kan maken. Kanker wordt in dit artikel niet benaderd als een acuut doodsvonnis, maar wel als een geleidelijk proces van verlieservaringen. De auteur schetst het proces van de rouwarbeid, in vier onderscheiden rouwtaken. Op de algemene beschrijving van de rouwtaak volgt telkens een indicatie van wat de rol van de pastor kan zijn in deze fase. Van Edom wijst op kansen en mogelijke valkuilen.
30
UITGELEZEN Bernadette Verbruggen
40
Aankondigingen
41
Geraakt Een plek aan de einder
Wouter Devos 42
Uitsmijter Florentijns opkikkertje
Hilde Van der motte
Pastorale Perspectieven 158.indd 2
28/04/14 13:54
[ TEN GELEIDE ] 3
TEN GELEIDE Mindfulness, met of zonder traditie?
Beste lezer, De titel van dit Ten geleide is ontleend aan een interreligieuze studiedag georganiseerd door de Universitaire Parochie van de KULeuven. Op zaterdag 10 november 2012 kwamen een honderdtal geïnteresseerden naar Leuven afgezakt. Op het programma stond één grote en fundamentele vraag: kan een meditatietechniek als mindfulness gedijen in een klimaat waarin de religieuze en spirituele wortels niet onderhouden worden, of zelfs doorgeknipt zijn? Verliest het zijn inherente waarde en betekenis niet als het wordt gereduceerd tot een techniek om met stress om te gaan of om de individuele psychische weerbaarheid te versterken? Het is duidelijk dat deze vragencluster om nuance vraagt, en niet gebaat is met nietgefundeerde meningen. En bovendien is het interessanter om te kijken naar de rijkdom en de diepte die religieuze tradities te bieden hebben, in plaats van te focussen op het vermeende tekort als ze uit het zicht verdwijnen. Twee sprekers werden uitgenodigd om op deze rijkdom in te gaan: Edel Maex vanuit de boeddhistische traditie, en Ria Weyens vanuit de christelijke traditie. In hun bijdragen, die ook ten grondslag liggen aan
Pastorale Perspectieven 158.indd 3
het themanummer van deze Pastorale Perspectieven, vind ik deze rijkdom op verschillende plaatsen terug. Edel Maex wijst onder andere op de interne kritiek die in de boeddhistische traditie aanwezig is, en tegelijk brengt hij aan de hand van een verhaal uit het Lotus Sutra de wijsheid aan om het oordeel uit te stellen, of zelfs om niet te oordelen. Ria Weyens wijst op het belang van de samenhang tussen mindfulness en heartfulness, tussen de introspectie van de meditatie en de zorgzame gerichtheid op de ander. Dat het evangelie hier als bronmateriaal dient, ligt voor de hand. De zaligsprekingen dragen volgens Weyens dezelfde dynamiek als mindfulness. Naast deze vraag naar de verhouding tussen oorsprong en betekenis van het mindfulnessgebeuren komen er voor (spiritueel) zorgverleners nog enkele andere vragen bij. Wat is de plaats en de waarde van mindfulness en andere meditatietechnieken in het therapeutisch proces? Kan dit effect gemeten en bewezen worden? Hoe zijn patiënten of cliënten ermee gebaat? En wat betekent het voor zorgverleners? Helpt het om te leren omgaan met de onmacht die altijd om de hoek loert in een zorgrelatie?
28/04/14 13:54
4
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
Mindfulness met of zonder traditie? Wie traditie zegt, zegt toekomst. Heeft mindfulness toekomst, of is het niet meer dan een hype, die langzaam maar zeker aan het verdwijnen is? Een van de belangrijkste indicatoren om hypes te volgen is het aanbod in de boekhandel. Tijdens de lanceringsfase is het nog onduidelijk wat er zal uitgroeien tot een hype. Het hangt ervan af hoe de ‘markt’ reageert op de ‘prikkels’. Op het hoogtepunt van de hype is er minstens een volle plank aan het thema gewijd. Deze fase ligt voor wat mindfulness betreft al achter de rug. Daarna komt een moeilijker in te schatten fase. Enerzijds vind je boeken die de hype nog wat willen rekken, door bijvoorbeeld verbindingen te zoeken met andere hypes of thema’s die het goed doen. Je kunt dus boeken vinden over mindfulness en vermageren, of over mindfulness en kinderen opvoeden. Anderzijds zijn er boeken die in het aanbod blijven omdat ze naar de kern van het thema gaan, er de ware betekenis van ontplooien. Het zijn deze boeken die wijzen op de toekomst, de relevantie van het thema. Zonder volledig
Pastorale Perspectieven 158.indd 4
te willen zijn, wil ik wijzen op publicaties die focussen op het heilzame effect van mindfulness op depressie. Mindfulness, of – vanuit een breder perspectief bekeken – meditatie, blijkt een efficiënte hulp in de strijd tegen depressie. De voorwaarde lijkt me te zijn dat deze technieken niet gebanaliseerd worden. Van hun spirituele wortels afgesneden brengen mindfulness en andere vormen van meditatie misschien op korte termijn soelaas, maar of deze effecten duurzaam zijn, is een andere vraag. Daarom lijkt het me weinig zinvol om mindfulness te integreren in het onderwijs. In de zorgsector kan mindfulness wel een plaats krijgen, en dat in verschillende sectoren, en niet enkel voor patiënten en cliënten, maar ook voor zorgverleners. Ik wens u veel leesgenot met dit paasnummer van Pastorale Perspectieven. Ik hoop dat de voorbije vastenperiode u geholpen heeft om ‘mindful’ en ‘heartful’ in het leven te staan. Pieter Vandecasteele
28/04/14 13:54
Edel Maex [ Mindfulness, spiritualiteit of laagje vernis? ] 5
Mindfulness is tegenwoordig erg in. Is het een mode? Steekt er een authentieke spiritualiteit onder, of gaat het enkel om een laagje vernis? Heeft deze interesse te maken met een religieuze honger, een zoektocht van mensen naar diepgang? Worden mensen er milder door, zowel met elkaar als met zichzelf? Ook kan de vraag worden gesteld of bepaalde mensen in spiritualiteit geïnteresseerd zijn puur omwille van het genoegen/goed gevoel… dat ze eraan beleven. Is het gevaar voor commercialisering niet erg groot? Is het een authentieke spiritualiteit of is het niet meer dan een psychologische techniek? Dat lijkt de vraag.
Mindfulness, spiritualiteit of laagje vernis?1 Door Edel Maex
Woorden Enkele jaren geleden vroeg mijn op dat ogenblik vijfjarige zoon, van op de achterbank van de auto: ‘Papa, bestaat God?’ Ik drukte even op de rem maar ging niet uit de bocht. ‘Het antwoord op zo een vraag kun je niet even uitstellen. Het eerste wat spontaan in mij opkwam, was: ‘Sommige mensen geloven dat God bestaat, sommige mensen geloven dat God niet bestaat, en voor sommige mensen is “God” een manier om te spreken over “goed zijn”.’ We zoeken naar woorden om iets uit te drukken. Het probleem is dat we die woorden laten verstarren, gaan denken dat ze niet iets uitdrukken maar verwijzen naar iets dat ‘echt’ bestaat en er vervolgens in vastlopen. Het is soms boeiend om te zien welke carrière woorden maken. Ook de woorden psychologie en spiritualiteit hebben een merkwaardige geschiedenis. Beide refereren oorspronkelijk naar een term, psyche in het Grieks, spiritus in het Latijn, die niets anders betekent dan adem. Het zijn dus in wezen synoniemen. Ook al geven we ze nu een andere betekenis. Merkwaardig genoeg kan het Nederlandse woord geestelijk probleemloos nog naar beide verwijzen.
Wat betekent het woord mindfulness? De Engelse definitie van mindful is: ‘conscious or aware of something’. De eerste jaren dat ik het stressreductie programma gaf, gebaseerd op mindfulness training, gebruikte ik het Engelse woord mindfulness helemaal niet. Maar het zijn niet de taalpuristen die de taal maken, maar de gebruikers ervan. Mindfulness is stilaan een Nederlands woord aan het worden.
“Het is soms boeiend om te zien welke carrière woorden maken. Ook de woorden psychologie en spiritualiteit hebben een merkwaardige geschiedenis. Beide refereren oorspronkelijk naar een term, psyche in het Grieks, spiritus in het Latijn, die niets anders betekent dan adem. Het zijn dus in wezen synoniemen.”
1 Dit artikel is eerder gepubliceerd in Tijdschrift voor Geestelijk Leven, maart-april 2009. Op de website van de auteur, www.levenindemaalstroom.be zijn talrijke andere teksten terug te vinden over dit thema.
Pastorale Perspectieven 158.indd 5
28/04/14 13:54
6
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
Mindfulness werd al lang gebruikt als vertaling van een element uit het boeddhistische achtvoudige pad: sati of sama sati in het Pali. Sati wordt in het Nederlands meestal vertaald als aandacht. Sama betekent juist, niet in de juridische zin van het woord maar in de muzikale zin, zoals een snaar van een instrument juist gestemd is als ze harmonisch afgestemd is op de andere snaren. In die zin is sati maar sama sati als het in harmonie is met de andere elementen van het achtvoudige pad. Sati betekent de aandacht bij een bepaald object houden, bijvoorbeeld in meditatie bij de ademhaling. Sama sati, in de context van het achtvoudige pad, betekent de aandacht ook bij de andere elementen van het pad houden, bij het juiste inzicht, bij de juiste intentie, bij het juiste spreken en handelen ... Sommige leraars hebben de betekenis van het woord mindfulness sterk uitgebreid. Voor Thich Nhat Hanh is mindfulness het hele pad. Ook ethiek is gebaseerd op mindfulness. Pas als je aandacht hebt voor de gevoelens van de ander zal je die ander geen kwaad doen. Mindfulness wordt op deze manier ook het doel van het pad. Aandachtige aanwezigheid is niets anders dan het ontwaken zelf van de Boeddha.
Een persoonlijk verhaal Als kind, opgevoed in een katholieke wereld, was religie voor mij een levende en voelbare realiteit. Als adolescent kwam ik voor mezelf tot de ontdekking dat ik die vanzelfsprekende spiritualiteit uit mijn kindertijd helemaal kwijt was. Het was dood, het leek alsof ik zelf een beetje dood was. Het is een zoektocht van jaren geweest die mij tenslotte bij zenmeditatie bracht en die mij er met een schok terug in katapulteerde. Waarom zen? Waarom niet mijn oude katholieke geloof, waarom geen andere boeddhistische traditie? Ik heb er geen verklaring voor. Maar het is in zen dat ik tenslotte mijn spirituele thuishaven terugvond. Het geeft mij een immens gevoel van dankbaarheid. In mijn werk als psychiater bekroop mij in de loop der jaren steeds meer een gevoel van: ‘ik hou het beste wat ik heb voor mezelf.’ Maar ik had geen idee hoe ik iets als zenmeditatie moest overbrengen in een psychotherapeutische context. Je kan toch niet zomaar boeddhistische meditatie gaan doen in een ziekenhuis. Trouwens, hoe leg je iemand, die op zoek is naar een oplossing voor zijn lijden, uit van een half uur in stilte te gaan zitten en er vooral niets van te verwachten? Ik begon te experimenteren en elementen van meditatie in mijn werk in te voegen tot ik het werk ontdekte van Jon Kabat-Zinn. Hij had in een ziekenhuis een stress-reductie-
Pastorale Perspectieven 158.indd 6
programma opgezet gebaseerd op boeddhistische meditatietechnieken. Ik begon zijn boek met veel wantrouwen te lezen. Ik verwachtte me aan het ergste. Ik was bang de spirituele rijkdom van zen gereduceerd te zien tot een louter gebruiksinstrument zonder diepgang. Ten onrechte bleek. In het werk van Kabat-Zinn vond ik een authentieke spiritualiteit vertaald in psychologische termen, toegeschreven naar de noden en de context van mensen in nood. Dat gaf me het vertrouwen om met dit programma aan de slag te gaan. In het begin kon ik mij soms ergeren aan deelnemers van wie ik vond dat ze maar niet begrepen waar het echt over ging. Ik herinner me zo een echtpaar waarvan de vrouw ernstig ziek was. Tot ik op een ochtend in het ziekenhuis gehaast hen voorbijstak op weg naar de lift. We begroetten elkaar en de man zei: ‘kijk dokter sinds we die cursus bij u volgen, lopen we altijd samen rustig naar de lift in plaats van ons op te jagen’. Wie ben ik om te oordelen?
“Mindfulness is een hype geworden. Als ik nu naar het mindfulnessgebeuren kijk bekruipt mij een onbehaaglijk gevoel. Bij Kabat-Zinn vond ik dezelfde spiritualiteit terug die mij bewogen had. Bij veel van wat ik nu hoor en lees en zie vind ik daar helemaal niets meer van terug.” Ik heb moeten leren respecteren dat iedereen er op zijn manier uit haalt wat nu bij hem past. ‘Dharma regen’ is een uitdrukking in het boeddhisme. Alle planten staan in dezelfde regen en iedere plant neemt daaruit juist wat hij nodig heeft om deze plant te zijn. Ook dat is spiritualiteit. Ondertussen is er veel veranderd. Mindfulness is een hype geworden. Als ik nu naar het mindfulnessgebeuren kijk bekruipt mij een onbehaaglijk gevoel. Bij Kabat-Zinn vond ik dezelfde spiritualiteit terug die mij bewogen had. Bij veel van wat ik nu hoor en lees en zie vind ik daar helemaal niets meer van terug. Het lijkt erop dat veel mensen die zich nu bezig houden met mindfulness training, het zijn gaan zien als een psychologisch techniekje terwijl de hele spirituele rijkdom ervan hen ontsnapt. Alles wat ik toen vreesde en erger zien we nu gebeuren. Mindfulness als laagje vernis, als platte commercie.
28/04/14 13:54
Edel Maex [ Mindfulness, spiritualiteit of laagje vernis? ] 7
Mindfulness gereduceerd tot een louter gebruiksinstrument zonder diepgang. Een van Jon Kabat-Zinn’s eerste medewerkers noemde het de ‘trivialisation of mindfulness’. Maar ook hier: wie ben ik om te oordelen?
Een oud verhaal Er is niets nieuws onder de zon. De ‘trivialisation of mindfulness’ is, uiteraard in andere bewoordingen, een van de centrale thema’s uit het Lotus Sutra, een tekst die dateert uit het begin van onze jaartelling. Het is een collectie sprookjesachtige verhalen. Op het eerst zicht complete nonsens, bij nader toezien een schatkamer van psychologisch en spiritueel inzicht. Ook het beeld van de dharma regen komt uit het Lotus Sutra. Het Lotus Sutra begint met een scherpe kritiek op het beperkte inzicht van sommige leerlingen van de Boeddha die dachten dat ze er al lang waren. Ook zij worden er van beschuldigd de leer te zien als een soort stressreductie en de diepe betekenis volledig te missen. Verderop in de tekst wordt de taal opnieuw verzoenend. In een van de verhalen, het verhaal van de betoverde stad, trekt een groep mensen door een onherbergzaam gebied onder leiding van een gids op zoek naar een kostbare schat. De groep raakt door de ontberingen de moed kwijt en begint te morren. Op dat ogenblik tovert de gids, die over bijzondere krachten blijkt te beschikken, een magische stad tevoorschijn. Het gezelschap is uitgelaten en de mensen doen zich te goed. Als de gids ‘s anderendaags merkt dat iedereen weer op krachten gekomen is, tovert hij de stad meteen weer weg en zet het gezelschap, uitgerust, zijn tocht verder. Merkwaardig is dat het verhaal van de betoverde stad een open einde heeft. Nergens wordt vermeld waar het gezelschap dan wel aankomt. Of is de weg zelf misschien het doel? Veel mensen in verschillende spirituele tradities zullen deze ervaring herkennen. Als je enige tijd praktiseert kan je een weldoend effect ervaren. Meditatie is echt wel effectief als stress-reductie. Sommige mensen denken dat ze er zijn. Maar als je doorgaat merk je dat je er helemaal niet was, dat het niet meer is dan een tussenstop. Een tussenstop op weg naar wat? Is er wel een eindbestemming? Het is typisch voor het verzoenende karakter van het Lotus Sutra dat geen van beide aspecten wordt afgewezen. De betoverde stad is echt wel weldadig. Het helpt de reizigers echt om de reis vol te houden. Toch is het duidelijk niet het einddoel. Hetzelfde geldt voor mindfulness training nu. Het is weldoend, het is een bruikbare techniek. Maar er is meer. Het is een illusie te denken dat stress reductie het einddoel is.
Pastorale Perspectieven 158.indd 7
Verheugen Ook weer in het Lotus Sutra wordt het volgende beeld gebruikt. Stel dat iemand het Lotus Sutra hoort en er zich in verheugt. En hij vertelt het zo goed hij kan verder aan een volgende, die er zich in verheugt, en deze vertelt weer verder, en deze weer en deze weer… dan is de vreugde van de vijftigste in de rij nog steeds van onschatbare waarde.
“Wellicht zijn er twee elementen die het succes ervan verklaren. Het eerste is de aantoonbare effectiviteit ervan als stressreductie techniek. Maar de diepere spirituele kracht ervan is wellicht nog veel belangrijker.” Ook dat is wat we nu zien bij mindfulness training. Wellicht zijn er twee elementen die het succes ervan verklaren. Het eerste is de aantoonbare effectiviteit ervan als stressreductie techniek. Maar de diepere spirituele kracht ervan is wellicht nog veel belangrijker. Ook als de vijftigste er onder de noemer stressreductie nog maar een zwakke afspiegeling van krijgt, ook al lijkt er maar een laagje vernis over te blijven en alle spiritualiteit er uit verdwenen, dan nog is de vreugde van de vijftigste van onschatbare waarde. Het is overigens ook mijn ervaring dat er altijd mensen zijn die meer willen weten en op zoek gaan naar de bron van die vreugde en zo via de mindfulness training hun authentiek spiritueel pad terugvinden. En er zijn mensen die blij zijn met een werkzame stressreductie techniek.
Over de auteur Edel Maex is psychiater in het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen, zenboeddhist en trainer in het ‘Mindfulness Based Stress Reduction’ programma. Hij is auteur van verschillende boeken over mindfulness en over het boeddhisme. Website: levenindemaalstroom.drupalgardens.com
28/04/14 13:54
8
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
Mindfulness en christelijke spiritualiteit kunnen bogen op goede adelbrieven. Mindfulness sluit aan bij de taoïstische en boeddhistische wijsheid, is medisch goed onderbouw, wordt als therapie aangewend in de geestelijke gezondheidssector en wendt oude, universele technieken aan, zoals roerloos zitten en adequaat ademen. Mindfulness leert omgaan met gedachten en de onderliggende geladenheid. Hier heet het proces ‘meditatie’. Christelijke spiritualiteit moet hiervoor niet onderdoen. Ze beschikt over ervaringswijsheid en aanbevelingen van mystici wat de bewaking van de gedachten betreft. Met eveneens praktische tips, waaronder zitten en ademen! Maar er is het specifiek christelijke accent: het goddelijk Brongebied waarin de mens geworteld staat. Hier heet het gebeuren ‘contemplatie’, te begrijpen als ontvankelijkheid voor het goddelijke Mysterie in Wie wij ‘het leven, het bewegen en het zijn hebben’ en dat ‘aan ieder leven en adem, ja alles’ geeft (Hnd 17,28.25). Kortom, mindfulness en christelijke spiritualiteit vertonen raakvlakken èn verschillen, zijn aanvullend èn specifiek.
De bewaking Van de gedachten Aandacht in christelijke setting Door Lieven Vanderbrugghen
Er bestaat een Bijbelse en christelijke traditie van aandachtig - mindful - omgaan met gedachten, in het bijzonder met gedachten waaronder geladenheid schuilgaat; en omgekeerd, met gedachten die emoties en gevoelens beïnvloeden. Deze traditie vind je onder andere in de Bijbelse wijsheidstraditie en in de evangelies; vervolgens bij de woestijnvaders uit de eerste eeuwen van de christelijke jaartelling. Van hieruit komt ze via Johannes Cassianus (360-435) terecht in het christelijke westen: in de benedictijnse traditie en vervolgt haar weg tot in de Rijnlandse, karmelitaanse, ignatiaanse en andere tradities. Ook naar het christelijke oosten deinde ze uit in het hesychasme, beter gekend als de traditie van het Jezusgebed of het gebed van het hart . Een heuse aandachtstraditie, genoeg om er talrijke boeken, artikels en verhandelingen aan te wijden.
Pastorale Perspectieven 158.indd 8
Er is bijgevolg veel wijsheid en ervaring voorhanden om deze te implementeren in een specifiek christelijke ‘diepte’therapie, dat wil zeggen een proces dat ‘heel’ de mens betreft, dat doorwerkt tot in de kern van de persoon, dieper dan enkel lichaam en gevoelsleven, tot in het wezen, tot in zijn geest . Kees Waaijman schrijft dat de psalmen waarvan ziekte en genezing de Sitz im Leben zijn, vanuit dit perspectief moeten begrepen worden: ‘Zoals bij de beschrijving van ziekte het medisch-biologische op de achtergrond staat, blijft ook bij de genezing het medisch-biologische op het tweede plan. Het wordt soms niet eens genoemd, enkel vaag aangeduid. Maar ook zonder de genezing in onze beperkte zin zijn de “genezingspsalmen” van grote waarde. Want het wezenlijke in de genezingservaring is niet het medisch-biologische herstel,
28/04/14 13:54
Lieven Vanderbrugghen [ De bewaking Van de gedachten ] 9
maar de wederopbouw van de persoonskern’. Deze wederopbouw tot in het binnenste is slechts mogelijk door goddelijke inwerking, die als een genade de mens ten deel valt als deze er zich ontvankelijk voor openstelt. In hun brochure ter gelegenheid van het jaar van gebed hebben de bisschoppen van België in een uitgebreide paragraaf op het belang van de aandacht gewezen . De aandacht wordt er ‘het voorportaal van het gebed’ genoemd , een onontbeerlijke opstap in de vorm van ‘halt houden’ en ‘tot rust komen’ . We kunnen hierbij ‘iets leren van oosterse meditatietechnieken’, schrijven de auteurs ook. Dit getuigt van een open geest. Maar door te spreken van een voorportaal, wordt op iets belangrijks de aandacht gevestigd: dat er tussen oosters geïnspireerde wijsheid, zoals mindfulness, en christelijke spiritualiteit gelijkenissen zijn wat de terminus a quo, het vertrekpunt en het eerste stuk van het parcours betreft, nl. het ‘voorportaal’ van de aandacht; maar dat er wat de terminus ad quem, het punt van aankomst betreft de christelijke spiritualiteit zich een weg baant tot ‘het wezenlijke, de mysterieuze aanwezigheid van Iemand’
Niet te ver zoeken Om adequaat de persoonskern ontvankelijk te maken voor de goddelijke inwerking, zijn er ook technieken ontwikkeld en uitgewerkt, pneumatechnieken, zoals iemand het met een origineel en fraai neologisme verwoordde . Deze technieken bedoelen ordening aan te brengen in de maalstroom van gedachten. Maalstroom … want: ‘Ieder van ons heeft per dag gemiddeld zo’n 67 000 gedachten en de meeste daarvan zijn al duizend keer de revue gepasseerd. Eigenlijk schrijven we dus dagelijks een dikke pil van een boek’ . Inderdaad, ‘onze aandacht wordt versnipperd door de meest diverse prikkels voor onze ogen en oren’ . Reden genoeg om te leren omgaan met gedachten en met de onderliggende geladenheid die deze gedachten opstuwen als lava uit de buik van de aarde. Het beeld van de geschudde fles is bekend en komt straks in een variante terug. Als beroering iemand te pakken heeft, lijkt deze mens ‘op uitgelezen wijn, die jammer genoeg troebel wordt omdat er met de fles werd geschud. Wie klare wijn wil schenken, moet de fles met rust laten zodat de droesem stilaan naar beneden zakt’ . Bij christelijke aandacht gaat het dus om ‘de gevoeligheid voor Gods Geest’ . En deze gevoeligheid ‘vergt openheid, opmerkzaamheid, attent zijn, ja een liefdevolle ontvankelijkheid van onze hele persoon’.
Pastorale Perspectieven 158.indd 9
In deze bijdrage beperk ik mij tot het sprokkelen van enkele elementen uit de christelijke spiritualiteit wat het omgaan met gedachten betreft. Hieruit zal blijken dat onze eigen traditie meer mindfulness-elementen bevat dan je oorspronkelijk vermoedt. We moeten het dus niet overijld of exclusief elders, ver weg zoeken. We hebben nagenoeg alles in eigen huis! Voor menig zinzoeker is de uitstap naar het oosten weliswaar een nuttige excursie gebleken. Want bij thuiskomst ontdekten niet weinigen dat ze een evenwaardige wijsheid als een schat op zolder hadden. Ze hadden een oosters duwtje in de rug nodig. Er liggen dus nog ongezaaide christelijke zaden van wijsheid te wachten om toevertrouwd te worden aan de aarde in eigen tuin, om uit te groeien tot een christelijke meditatiepraktijk die in niets moet onderdoen voor andere eerbiedwaardige tradities.
Gewoon zitten en kijken Eerst een rasecht mindfulness-verhaal. Het woord mindfulness zelf komt er weliswaar niet in voor, maar de boodschap is erop gericht een mindful mens te worden. Ik opteer voor een verhaal omdat elders de theoretische omschrijving van mindfulness voldoende aan bod komt. Boeken en artikels zijn er bij de vleet. Op een dag trekt Boeddha door een woud. Het is een hete zomerdag en hij heeft grote dorst. Hij zegt tegen Ananda, zijn voornaamste discipel: ‘Ananda, ga terug. Een kilometer of vijf, zes terug kwamen we over een waterstroompje. Breng me wat water. Ik ben erg dorstig en voel me moe’. Hij was al oud. Ananda gaat terug, maar tegen de tijd dat hij het beekje bereikt, zijn er een paar ossenkarren door gereden. Die hebben het hele beekje modderig gemaakt. Dode bladeren die op de bodem waren terechtgekomen, zijn naar boven gekomen. Dit water is niet te drinken, het is te vuil. Hij komt met lege handen terug en zegt tegen Boeddha: ‘U zult nog even moeten wachten. Ik ga vooruit. Ik heb gehoord dat er drie, vier kilometer verderop een brede rivier is. Dààr ga ik water halen’. Maar Boeddha dringt aan. Hij zegt: ‘Ga toch maar terug en haal water uit datzelfde beekje’. Ananda kan dit aandringen niet begrijpen, maar als de meester het zegt, moet hij wel gehoorzamen. Hoewel hij de dwaasheid ervan inziet - dat hij weer vijf, zes kilometer moet lopen en weet dat het water niet te drinken is - vertrekt hij. Als hij opstapt, zegt Boeddha nog: ‘En kom niet terug zolang het water nog vuil is. Zolang het vuil is, ga je gewoon stil op de oever zitten. Doe niets, ga niet het water in. Ga stil op de oever zitten en kijk. Vroeg of laat wordt
28/04/14 13:54
10
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
het water weer schoon en dan vul je de nap en kom je terug’. Ananda gaat erheen. Boeddha heeft gelijk: het water is bijna helder, de bladeren zijn weg en het vuil is gezonken. Maar het is nog niet helemaal helder. Dus gaat hij aan de oever zitten, terwijl hij alleen maar naar de voorbij stromende rivier kijkt. Langzaamaan wordt die kristalhelder. Dansend komt hij terug. Hij begrijpt waarom Boeddha zo aandrong. Hij heeft de boodschap begrepen. Hij geeft de meester het water, bedankt hem en raakt zijn voeten aan. Waarop Boeddha zegt: ‘Wat doe je? Ik moet jou bedanken dat je water voor me hebt gehaald’. En Ananda op zijn beurt: ‘Nu kan ik het begrijpen. Eerst was ik kwaad. Ik liet het niet merken, maar ik was kwaad omdat het belachelijk was om terug te gaan. Maar nu begrijp ik de boodschap. Toen ik op de oever van dat beekje zat, besefte ik dat het met mijn geest net zo is. Als ik in het beekje spring, maak ik het zelf weer vuil. Als ik in mijn geest spring, ontstaat er meer rumoer, gaan er meer problemen ontstaan en naar de oppervlakte komen. Toen ik aan de kant zat, leerde ik de techniek. Voortaan ga ik naast mijn geest zitten, terwijl ik hem gadesla met al zijn smerigheid en problemen en dorre bladeren en pijn en wonden, herinneringen en verlangens. Niet betrokken zit ik dan aan de oever en wacht tot alles helder wordt’. De sereniteit is terug.
‘Niets vraagt meer werk dan niet te werken’ De boodschap is duidelijk. Ananda is kwaad. Hij windt zich op. Zijn temperatuur loopt op. Hij verzet zich tegen een dubbel zinloos voorstel van Boeddha: ten eerste teruggaan, wat tijdverlies betekent en ten tweede slechts vervuild water aantreffen. Ananda denkt logisch, objectief, zakelijk, doelbewust. Hij rationaliseert, analyseert en vergelijkt: als we doorstappen naar de volgende rivier, boeken we dubbele winst. Maar uiteindelijk leert Ananda dat wat de ossenkarren in de rivier aanrichten, hem erg vervuilen, zijn gedrevenheid en woede in zijn gemoed aanrichten. Hij is in zijn eigen geest, zijn mind, gesprongen en heeft het daar allemaal overhoop gehaald. Er komt van alles naar boven en het wordt erg troebel: smerigheid, dorre bladeren … beelden die makkelijk te vervangen zijn door woorden die betrekking hebben op gedachten en gevoelens: pijn, wonden, herinneringen, verlangens … , stressoren genoemd. Maar dit alles kan tot bedaren komen, zegt Boeddha. Vecht niet tegen de rotzooi, vlucht er evenmin voor weg, ga er gewoon naast zitten, houd hem voor ogen - ja, in de gaten, want het is een sluwe sluipschutter! - Laat je er niet door vangen of verrassen. Laat het zijn voor wat het is. Verzoen je er mee. Laat het toe en geleidelijk komt het tot
Pastorale Perspectieven 158.indd 10
bedaren. ‘Niet betrokken’ blijven bij wat is, zegt het verhaal. Het is nu eenmaal zo. En wat met troebel water gebeurt nadat het geschud is maar met rust wordt gelaten, valt ook de mind ten deel: hij wordt stil, sereen.
“Stilte drijft met zachte hand ons eigen gepraat naar de achtergrond. Op die momenten moeten we loskomen van onze luidruchtige plannen en onze eigen acties” De raad van Boeddha, gewoon stil op de oever zitten, niets doen, raadt de geciteerde brochure over het gebed op haar beurt als volgt aan: ‘Stilte drijft met zachte hand ons eigen gepraat naar de achtergrond. Op die momenten moeten we loskomen van onze luidruchtige plannen en onze eigen acties’ . Dan ‘gaan onze ogen en oren pas echt open. We worden fijner afgestemd op alles wat leeft en op de mensen om ons heen’ . Dat dit geen vanzelfsprekend proces is, wordt bevestigd door een uitspraak van Guigo I De Karthuizer (12de eeuw): ‘Niets vraagt meer werk dan niet te werken’. Eerst dacht ik dat de taoïst Lao Tse (551-479) werd aangehaald.
Het hart behoeden Niet springen in je geest, in je mind om deze niet te vertroebelen. De Bijbel spoort hier ook toe aan als het hart ter sprake komt. Ga er zorgzaam mee om, overbelast het niet, stop er niet van alles is. Maar let er ook op wat er in zit en wat er soms uit komt. Het is allemaal niet zo vrijblijvend en onschuldig! Vandaar de raad: ‘Behoed je hart meer, dan alles wat je moet behoeden, want daaruit ontspringt de bron van het leven’ (Spr 4, 23). ‘Het hart vertelt en onthult op wat en wie de drager ervan georiënteerd is. Daartoe behoren het inzicht, de wil, het denken en het doen. In het hart liggen ook emoties opgeslagen’ . Wat het moderne mind betekent, dat bedoelt het Bijbelse hart. Dat het hart de drager ervan oriënteert, van bedoeling tot daad, is van het grootste belang. Het hart is als een kompas dat oriënteert. Is de naald van het kompas om de een of andere reden vastgeraakt of op drift, dan kunnen daar brokken van komen. Zo weten we dat het hart van faroa verstokt is, niet te vermurwen, niet te raken . Zijn hart is een ver-
28/04/14 13:54
Lieven Vanderbrugghen [ De bewaking Van de gedachten ] 11
dorde stok, verhard, hardvochtig. Dit laatste betekent: zonder medelijden, onaandoenlijk, ongevoelig, onontroerbaar, wreed. Bij wie aan zulk een hartkwaal lijdt, is spirituele harttherapie aan de orde: ‘Ik zal het stenen hart uit uw lichaam verwijderen en u een hart van vlees geven’ (Ez 36, 26). In de latere Latijnse christelijke traditie wordt deze hartchirurgie de contritio cordis genoemd, de vermorzeling des harten. Dit klinkt misschien wat ouderwets of sentimenteel, maar volgende hedendaagse metafoor maakt het best begrijpelijk: ‘Emoties als haat, hebzucht, lust en afgunst zorgen voor klonters in je denken. Deze klonters verstoppen de geest zoals klonters in het bloed de aderen verstoppen. Deze klonters kunnen groter worden. Kristalletjes kunnen kiezels, stenen zelfs rotsen worden. Het denken kan geblokkeerd worden door hele bergen. Moedig deze klonters vooral niet aan te groeien. Wil je een berg in je hoofd?’ Nagenoeg in alle wijsheidstradities van oost en west, christelijke en niet-christelijke is het er om te doen het hart van wie zich aanmeldt aan een onderzoek te onderwerpen in de een of andere vorm van onderscheiding. De Bijbel diagnosticeert op deze wijze bijvoorbeeld nog een andere hartkwaal, een hart dat zwemt in het vet, ingekapseld zit in een vetlaag: ‘Met vet hebben zij hun hart omsloten’ (Ps 17,10). Een hart dat zwemt in z’n eigen vet kan niets opnemen, alles vloeit er overheen als water over een eend.
“Nagenoeg in alle wijsheidstradities van oost en west, christelijke en niet-christelijke is het er om te doen het hart van wie zich aanmeldt aan een onderzoek te onderwerpen in de een of andere vorm van onderscheiding. ” Na onderzoek ontsnapt niemand dus aan een of andere therapie om het hart vloeibaar en doordringbaar te maken, ontvankelijk voor de goddelijke inwerking. Een geestelijk geneesmiddel dat het hart goed kan doen is de sequentie van Pinksteren. Dit lied spoort aan om het hart toe te vertrouwen aan de ‘dulcis hospes animae’, aan de ‘Heil’ge Geest, zachtheid die de ziel geneest’. Je vraagt er deze Geest: ‘Flecte quod est rigidum’, ‘maak weer zacht wat is verstard’.
Pastorale Perspectieven 158.indd 11
‘Met harten onverdeeld’ Ook Jezus van Nazaret heeft op de betekenis van het hart gewezen. Wat een gezuiverd hart vermag - daarover straks meer - vermag een vervuild, vertroebeld, verward of verwaand hart ook, ten kwade dan: het richt schade aan, bij mezelf en bij de andere. Het beïnvloedt ook mijn doen, mijn gedrag, mijn spreken. Het verharde hart verhindert ook de verworteling in de transcendente Grond, zoals een verdorde stok geen water uit de bodem opzuigt. Wat Jezus hierover zegt is kort maar krachtig. Alweer een reden om het hart hiervoor te behoeden en zo nodig te genezen: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt de mens onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen de kwade gedachten’ enz. ‘Al deze slechte dingen komen van binnenuit en maken de mens onrein’ (Mc 7, 20.21.23). In hetzelfde hoofdstuk, enkele verzen eerder, komt het in de verhouding tot de goddelijke Werkelijkheid ook op het hart aan. Als het hart er niet bij is, weegt al de rest - voorschriften, wetten, tradities, woorden, een bepaald soort liturgie enz. - niet erg zwaar: ‘Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij. Hun verering stelt niets voor; wat ze als ware leer brengen zijn voorschriften van mensen’ (v. 8). Hier tegenover staat de zaligspreking: ‘Gelukkig die zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien’ (Mt 5,8). Deze zaligspreking is een nieuwtestamentische echo van oudbijbelse wijsheid, zoals o.a. blijkt uit psalm 24. Op de vraag: ‘Wie mag zijn hoogte beklimmen, wie staan met geheven hoofd in zijn huis?’, luidt het antwoord: ‘Mensen met harten onverdeeld, afgekeerden van schijn en leugen, mensen onkreukbaar, met licht geladen. Die doen het goede wat moet gedaan’. Zo klinkt het in een recente vertaling . Het Griekse katharos in Mt 5,8 heeft vele betekenissen. Deze klinken alle mee in de latere christelijke spirituele tradities als juist deze zaligspreking als richtingaanwijzer gebruikt wordt: zonder vuil of vlek, onvermengd, echt, onvervalst helder, zonder toevoeging van een vreemd element, open, vrij, onbelemmerd, gezond …
Adequaat afgestemde antenne Een vroegkarmelitaans traktaat uit de 13de eeuw, het Boek van de eerste monniken geheten, omschrijft met de zaligspreking van het zuiver hart voor ogen de opzet van de eerste generatie karmelieten als volgt: ‘Het doel van dit leven is tweevoudig. Het ene doel, dat wij kunnen bereiken met onze eigen inspanningen en door de inoefening van de deugden
28/04/14 13:54
12
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
met de hulp van Gods genade, is: God een heilig hart aanbieden, gezuiverd van iedere aanwezige smet van zonden. Het andere doel van dit leven echter wordt ons geschonken als een pure gave van God, namelijk reeds in dit leven in het hart te smaken en in de geest te ervaren de kracht van de goddelijke aanwezigheid. Door het eerste van deze twee doelen nu, namelijk door de zuiverheid van hart, komt iemand tot het tweede doel, namelijk tot de ervaringskennis van de goddelijke kracht’ . Het zorgzaam omgaan met het hart zodat het zuiver wordt en blijft is het werkdoel, de inspanningen die ik zelf lever, traditioneel de ascese geheten, de praktische kant van het geestelijk leven. Het zuiver hart is als een adequaat afgestemde antenne om golven die van ‘elders’ komen te kunnen opvangen. Uiteindelijk komt het op dit laatste aan, op datgene wat opgevangen wordt: de goddelijke inwerking of genade, door Kees Waaijman het Einddoel (met hoofdletter!) genoemd. Dit krijg je, het valt je ten deel. Als er ruimte voor is, welteverstaan. Dus: zuiver van hart zijn (werkdoel) om God te kunnen zien (Einddoel) of mijn klein verhaal dat neigt naar het Grote Verhaal om hierin opgenomen te worden.
“Naast een gelijkaardige, parallelle manier van omgaan met gedachten en gevoelens als bij mindfulness, kijkt de christelijke zinzoeker niettemin ‘verder’, of ‘hoger’, of ‘dieper’, richting de goddelijke Werkelijkheid” De aangehaalde tekst uit de 13de eeuw is een echo van een nog oudere, van de reeds genoemde Johannes Cassianus aan wie we de overdracht van de wijsheid van de woestijnvaders naar het christelijke westen te danken hebben. Er blijkt ook duidelijk uit waarin het eigene van de christelijke mindfulness bestaat. Naast een gelijkaardige, parallelle manier van omgaan met gedachten en gevoelens als bij mindfulness, kijkt de christelijke zinzoeker niettemin ‘verder’, of ‘hoger’, of ‘dieper’, richting de goddelijke Werkelijkheid: ‘Een ziel die niet zuiver is, kan nooit de geestelijke kennis ontvangen. Niemand immers doet in een vieze en bedorven vaas dure balsem, de beste honing of kostbare vloeistof. Zo is het ook met de vaas van ons binnenste: als ze niet eerst is gezuiverd, verdient ze niet de zalf van de zegening te ontvangen’ .
Pastorale Perspectieven 158.indd 12
Wachten in stilheid De Spaanse mystieke auteur Jan van het Kruis (1542-1591) heeft voorgaande teksten uit de eerste christelijke eeuwen en de beginperiode van zijn eigen orde over de zuiverheid van hart uitgewerkt in zijn eigen oeuvre. De metafoor die hij gebruikt, behoeft geen commentaar: ‘Een zonnestraal valt in een ruit. Als de ruit beslagen is of hier en daar vlekken vertoont, dan zal de zonnestraal ze niet kunnen doen schitteren en helemaal in zijn licht omvormen. Dit zou zij wel kunnen als de ruit zuiver was van die vlekken en helder. Zelfs zal de zonnestraal de ruit des te minder kunnen doen schitteren, naarmate deze minder ontdaan is van die vlekken en smetten, en des te meer naarmate zij helderder is. Dit ligt niet aan de zonnestraal, maar aan het glas zelf. Dat gaat zelfs zo ver, dat als het glas geheel helder en zuiver was, de straal het zo zou omvormen en doen schitteren, dat die ruit de indruk zou maken de straal zelf te zijn en hetzelfde licht te geven als de straal. Zo is de ziel als die glasruit. Het goddelijk licht van Gods Wezen dringt voortdurend in haar door, of, beter gezegd, het woont in haar. Als de ziel aan God daartoe de gelegenheid geeft, zal God haar onmiddellijk doen schitteren en omvormen in God. Dit doet de ziel als zij zich ontdoet van elke vlek of smet’ . Met welke ‘techniek’ krijg je de ruit transparant? Jan van het Kruis legde het eens uit tijdens een lezing voor zijn medebroeders . Er zijn notities bewaard van een deelnemer. De methode die de mysticus aanraadt wordt de ‘anagoge act’ geheten. Het woord stamt van het Griekse werkwoord anagoo: omhoog voeren, het opheffen of opslaan van hoofd en ogen. Concreet: als je merkt dat gedachten of gevoelens je parten spelen, houd dan eerst alert halt. Wat je vervolgens niet moet doen is bv. de negatieve gedachte vervangen door een postieve; dat blijft immers nog steeds ‘denken’. De gedachte omvormen tot of verwerken tot een gebed, is al beter maar ook nog niet het beste; het kan immers zijn dat je ongemerkt subtiel met de gedachte bezig blijft. De meest aangewezen houding is je ‘pakje’ gewoon te laten voor wat het is en een anagoge beweging uit te voeren richting zuivere ruit, een houding van transparant wachten in stilheid, door Jan van het Kruis contemplatio geheten. Contemplatio is een typisch christelijk woord. Het drukt bijzonder adequaat uit wat vandaag meestal met meditatie wordt bedoeld, zowel in christelijke setting als in niet-godsdienstig geïnspireerde groepen. Etymologisch is het Latijnse woord contemplatio schatplichtig aan templum, dit is de ruimte die door de priester-vogelwichelaar werd af-
28/04/14 13:54
Lieven Vanderbrugghen [ De bewaking Van de gedachten ] 13
gebakend om uit de vlucht van voorbijtrekkende vogels, van hun geschreeuw of andere (voor)tekens, de goed- of afkeuring van de goden waar te nemen. Templum is een veld van waarneming. Net als bij de meditatie gaat het bij contemplatio bijgevolg op de eerste plaats om juist en zuiver waarnemen van wat is/Is. Kortom: de anagoge act staat gericht op de contemplatio, op receptiviteit om te ontvangen.
Het zijn slechts gedachten Zowel Jan van het Kruis als zijn eigen oudkarmelitaanse bronnen uit de 13de eeuw gaan heel ver in de geschiedenis van de christelijke spiritualiteit terug, tot in de eerste eeuwen, tot bij de reeds genoemde woestijnvaders. Dit waren christenen, meestal leken die zich uit het stadschristendom terugtrokken in afgelegen oorden en in kolonies samenleefden. Het betreft eenzame plaatsen in Noord-Egypte, het schiereiland van de Sinaï, Palestina, Syrië. Geleidelijk ontstond een uitgebreide verzameling uitspraken en voorvallen van deze woestijnvaders; er zijn ook enkele woestijnmoeders! Deze verzameling werd Vaderspreuken genoemd, in de Griekse versie Apophthegmata, in de Latijnse vertaling Verba Seniorum. Een eerste redactie van deze bundeling moet gelegen hebben tussen de jaren 450 en 500. Aan deze traditie ontleen ik enkele spreuken waarin het thema van de zorg voor het hart uitdrukkelijk aan bod komt door doelgericht en bewust om te gaan met gedachten. Deze mensen beseften immers maar al te goed dat ze in deze afgelegen plaatsen, in hun cel of kluis op de eerste plaats zichzelf zouden tegenkomen. Met de drukke stad afrekenen is iets; met je denkend en voelend ‘ik’ in het reine komen is iets anders! In de spiegel van hun gedachten herkenden deze mensen immers de ware aard van hun ik. Vandaar: ‘Een belangrijk aspect van het blijven in de cel is het doorgronden van de gedachten. Deze gedachten omvatten alle zielenroerselen: voorstellingen, gevoelens, stemmingen, invallen, bedoelingen, plannen, motieven en redeneringen. Het is de kunst eerst met de gedachten vertrouwd te raken, ze vervolgens tot bewustzijn te brengen’ . En dit ‘veronderstelt oefening en inspanning’, want ‘verstrooidheid en oppervlakkigheid’ zijn dagelijkse kost, zoals ‘alles wat ons verwijdert van de echte werkelijkheid en van onze diepste kern’. Met gedachtenspinsels allerhande trok de ene monnik naar een andere met de vraag hoe hij hiermee diende om te gaan. De geraadpleegde vader, abbas, of moeder, ammas, verpakte zijn wijsheid over gedachten (in het Grieks logismoi) niet zel-
Pastorale Perspectieven 158.indd 13
den in een sappige beeldspraak: ‘Het gaat ermee als met een koffer vol kleren: laat men ze onaangeroerd, dan vergaan ze met de tijd’ , zoals Ananda zag dat het troebele water vanzelf helder werd. Bij een andere gelegenheid zegt dezelfde Poimen: ‘Stopt men een slang of een schorpioen in een vat en men sluit het af, dan gaan ze absoluut zeker na een tijd dood. Zo verdwijnen ook de gedachten door het geduld’ en zeker niet door een gevecht ertegen. Een broeder die gebukt gaat onder schaamte en verdriet wegens hardnekkige en in eigen ogen vernederende gedachten, krijgt volgende vertroosting: ‘Maak je geen zorgen, maar telkens als deze gedachte bij je opkomt, zeg dan: “Ik heb er niets mee te maken”. Elk gedoe immers waarvan je niets wilt weten, is kortstondig’ ; zwem m.a.w. niet in de fuik. Een andere broeder ten slotte die ervan overtuigd is dat zijn vele gedachten hem geestelijk in gevaar brengen, wordt door een oudere wijze vader in open lucht gebracht, als een symboolhandeling. Hij krijgt de volgende opdracht te volbrengen: ‘”Spreid jouw mantel open en vang de winden”. De broeder repliceert: “Dat kan ik toch niet klaarspelen!” Waarop de oudere broeder weer: “Inderdaad, zoals je dat niet kan klaarspelen, zo kan je evenmin de gedachten beletten te komen. Maar wel heb je het in je macht eraan te weerstaan”’ . Samengevat: ‘Word als iemand die over de markt langs een herberg gaat en daar een gerecht of een gebraad ruikt. Als je het verlangt, ga je binnen en eet je ervan, maar wens je dat niet, dan snuif je alleen de geur op, loop je er langs en ga je heen’ . Ga niet op gedachten in; ga niet in gedachten op. Houd afstand.
“Contemplatio is een typisch christelijk woord. Het drukt bijzonder adequaat uit wat vandaag meestal met meditatie wordt bedoeld, zowel in christelijke setting als in niet-godsdienstig geïnspireerde groepen.” De consignes zijn duidelijk: het laatste woord is niet aan de gedachte en het gevoel. Eenmaal dat je merkt dat ze je op sleeptouw genomen hebben, word je uiteindelijk meester over je eigen mentale, gevoelsmatige en geestelijke huishouding. Je bent niet verplicht eindeloos met een gedachte mee te gaan of te vliegen op automatische piloot. Je kan het gedachtenproces een halt toeroepen door er niet langer op in te
28/04/14 13:54
14
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
gaan of er een gesprek mee aan te gaan. Laat de gedachten onaangeroerd, raadde abbas Poimen aan, roer er m.a.w. niet in, ‘dan vergaan ze met de tijd’, dan vallen ze vanzelf uiteen, ze verslijten. Of sluit de zuurstof af, gun ze geen aandacht, voed ze niet, geef ze niet de indruk dat je ze interessant vindt of er bang voor bent. Blijf vooral geduldig, wind je niet op, ga niet als een wilde tekeer. Geef de gedachten liever volgende boodschap: ‘Ik heb niets met je te maken’, d.w.z. ik identificeer me niet met je, ik val niet met je samen. Jij komt wel langs, maar ik van mijn kant laat je evenzeer weer gaan. In één woord: loop langs je gedachten heen en laat heel de boel los. Het zijn immers … slechts gedachten.
Pastorale Perspectieven 158.indd 14
Over de auteur Lieven Vanderbrugghen is pastoraal werker in het AZ Sint-Augustinus Veurne. Hij is auteur van verschillende boeken over christelijke meditatie en is sinds 2012 lid van de redactieraad van Pastorale Perspectieven. E-mail:
[email protected]
28/04/14 13:54
Ria Weyens [ Mildheid en menswording ] 15
Mildheid en menswording De wijsheid van Jezus als bron van ‘mindfulness’ Door Ria Weyens
Universele wijsheid Het is één van de grote bijdragen van de Boeddha voor de moderne mens dat hij ons een andere houding naar lijden heeft getoond: de mindfulness houding. In plaats van lijden te vluchten of te onderdrukken, nodigt hij ons uit om oog in oog te staan met heel de werkelijkheid, zowel met vreugde als met verdriet. Mindfulness mogen we niet herleiden tot een techniek, het is een levenshouding die we aantreffen in alle grote mystieke tradities. In dit artikel richt ik me naar de wijsheid van Jezus als bron van mindfulness, maar ook van heartfulness.
les toegespitst op volmaaktheid; een mooi lichaam, de ideale partner, het perfecte dieet. We zijn allergisch voor ongemak en pijn. Het moet allemaal zo gemakkelijk en zo vlug mogelijk gaan. Kwetsbaarheid wordt gezien als zwakheid en we drukken het weg. Ja, vaak doen we dit zonder er bewust van te zijn. Zijn de meesten van ons niet opgevoed met het advies: ’Sterk zijn!’ Is er ongemak en verveling dan de TV maar opzetten of verstrooiingen zoeken. Maar altijd vluchten en vechten tegen een deel van de werkelijkheid is vermoeiend, het maakt de pijn nog erger.
In relatie treden met pijn Vluchten van de pijn Wat doen we met steeds terugkerende gevoelens van lusteloosheid en leegte, verlatenheid en verdriet, angst en onzekerheid? Ze kunnen ons onverwacht overvallen en verlammen. Wat doen we met stress en problemen in ons leven? Het benauwt ons, maakt ons onrustig, geeft ons slapeloze nachten. Soms kunnen we erover praten en dat verlicht de spanning. Maar vaak blijven we er alleen mee. Hoe omgaan met ongemak, spanningen en pijn? Onze maatschappij is gericht op presteren en consumeren. Wat zwak en kwetsbaar is, wordt weggedrukt. In de media is al-
Pastorale Perspectieven 158.indd 15
Er verschijnen steeds meer boeken over gelukkig worden door aan jezelf te werken. Dit is hoopvol en belangrijk. We kunnen er zelf iets aan doen, we hoeven geen slachtoffer te blijven van uiterlijke omstandigheden. Als je met anderen praat over je problemen zal men vlug met goede raad aankomen. ‘Probeer eens deze therapie of deze techniek: je moet positief leren denken, ga wat meer sport doen, volg dit dieet eens, heb je al homeopathische middelen genomen, probeer eens yoga of massage, ga een cursus volgen’. De weg van de zelfontplooiing, aan jezelf werken is nodig en hoopvol. De vraag naar ‘wat’ kan ik doen om minder pijn te hebben is belangrijk. Maar het is niet voldoende. Ook de ‘hoe’ vraag is belangrijk. Hoe ga je
28/04/14 13:54
16
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
om met lijden? Hoe is je relatie met pijn ? De manier waarop je met ongemak en pijn omgaat is een belangrijk element in het helingsproces. Maar dat hebben we nooit geleerd.
Mindfulness en heartfulness Stel je voor dat je in een boot zit en je roeit maar met één roeispaan. Dan blijf je in kleine cirkels rondvaren ! Je hebt twee roeispanen nodig om vooruit te komen, namelijk de roeispaan van de mindfulness én de heartfulness. Niet wegvluchten en een open houding aannemen naar de werkelijkheid is de roeispaan van de mindfulness. In relatie treden met pijn, je hart openen en mild leren zijn naar het ongemak, is de roeispaan van de heartfulness. Beiden zijn nodig om het transformatieproces te laten gebeuren.
Wonde en verwondering Eerst en vooral is het belangrijk van in te zien dat pijn deel uitmaakt van het leven. Deze eerste edele waarheid van de Boeddha zien we goed weergegeven in het verrijzenisverhaal. ‘In de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: Vrede zij u. Na dit gezegd te hebben, toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde’
Jezus doorprikt hier de illusie van een aards paradijs zonder tranen. In zijn zaligsprekingen zijn vreugde en smart onafscheidelijk zoals dag en nacht onafscheidelijk zijn van elkaar. Er is geen Pasen zonder goede vrijdag !We zien dit ook in de natuur. De natuur is een open boek van levenswijsheid. Zoals de seizoenen steeds terugkeren, zo kent een mens ook de seizoenen van het hart.Er is geen nieuw leven zonder loslaten. Een boom moet zijn bladeren loslaten en wachten in de winter, om steeds opnieuw de lente te ontvangen. Een graankorrel moet eerst openbreken vooraleer het vruchten kan dragen. Een akker moet eerst omgewoeld worden om vruchtbare grond te worden. Leven en dood, vreugde en pijn gaan samen. Wat een groot mysterie!
Paasmysterie Dit mysterie wordt ons ook getoond in het Paasgebeuren. De Verrezene toont zijn wonden. Verrijzenis wil niet zeggen vrij worden van de pijn, maar vrij worden doorheen de pijn. Dit is een totaal andere boodschap dan wat de maatschappij ons voorhoudt. Ware vreugde ligt niet in de afwezigheid van zorgen en verdriet, in een toestand van niet lijden, maar in de manier waarop we met het lijden omgaan.
Nederigheid en zachtmoedigheid
(Joh. 20,19)
Hoe kunnen we vrij worden doorheen de pijn? Jezus geeft ons hierop een antwoord in de volgende woorden :
De Verrezene toont zijn wonden. Verrijzenis en wonden ! Is dit niet dwaas ? We kunnen bevrijding moeilijk samen zien met wonden omdat we het geluk associëren met een toestand van niet-lijden. Dit is een illusie waarin we allemaal verstrikt zitten. We leven in de waan dat we maar gelukkig zijn als we geen verdriet en geen zorgen hebben. Geluk wordt gelijkgesteld met een leven zonder pijn. We zien dit niet alleen in de reclamewereld maar soms ook in de moderne spiritualiteit. Sommige moderne gurus voeden deze illusie door verlichting voor te stellen als ‘alles wordt licht’. Als je maar op de juiste manier je denken beheerst, krijg je alles wat je wenst! Ze beloven een bewustzijnstoestand van harmonie en vrede, een aards paradijs zonder tranen. Zalig zij die het lijden overstijgen!
Komt tot mij, gij die belast en beladen zijt. (...) Leert van Mij : Ik ben nederig en zachtmoedig van hart en gij zult rust vinden voor uw ziel. (Mt. 11,28-30) Nederigheid verwijst niet naar minderwaardigheid of jezelf klein maken. Nederigheid is waarheid, zegt de mystica Theresa van Avilla. Het is openstaan voor de waarheid van elk numoment. Het verwijst naar de mindfulness houding: de werkelijkheid zien zoals het is, niet gekleurd door onze aannames of vooroordelen. Maar ook de zachtmoedigheid is belangrijk; de heartfulness houding. Je hart openen en met mildheid kijken naar wat is, zowel naar vreugde als naar verdriet.
Zachtmoedigheid en vrijheid. De zaligsprekingen van Jezus Daartegenover staan de zaligsprekingen van Jezus die een heel andere boodschap brengen. ‘Zalig de armen van geest, de treurenden, de zachtmoedigen, zalig zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, die vervolgd worden, zij zullen het Rijk Gods bezitten’ (Mt.5).
Pastorale Perspectieven 158.indd 16
Zijn wij zachtmoedig van hart ? Stel je voor dat iemand heimelijk onze gedachten zou opnemen en ons daarna de cassette zou cadeau doen. Als we de opname beluisteren zullen we waarschijnlijk verwonderd staan over de vele kritische, oordelende en veroordelende gedachten die door ons hoofd gaan. We zijn niet tevreden over het weer, over de mensen in onze omgeving, over het eten, over de activiteiten die we doen, en vooral niet
28/04/14 13:54
Ria Weyens [ Mildheid en menswording ] 17
over onszelf. Het mag niet zijn zoals het is, het moet zo vaak anders zijn. Deze negatieve gesprekken met onszelf houden ons gevangen in onrust en blokkeren onze levensenergie .
De moed om zacht te zijn Hard zijn naar onszelf, het gebrek aan mildheid, is de oorzaak van veel angst, onzekerheid, onrust. Wanneer Jezus je vraagt om de naaste te beminnen zoals jezelf (Lc.10, 27) dan is dit een uitnodiging om ook jezelf met liefdevolle vriendelijkheid te bejegenen. Het is een oproep om mild te worden, niet alleen naar de anderen maar ook naar jezelf. Dit laatste deel van zijn liefdesuitnodiging is lang verwaarloosd in het christendom. Alles werd toegespitst op de naastenliefde en God liefhebben. Maar zo zijn we voorbij gegaan aan onszelf. Vele klachten van mensen die in psychotherapie gaan, zijn terug te brengen tot een negatief zelfbeeld. Heling kan maar gebeuren als ik mild naar mezelf leer kijken, als ik mezelf leer aanvaarden zoals ik ben. Als ik vecht tegen angst en onrust wordt het nog sterker. Heling gebeurt wanneer ik de moed heb om zacht te zijn en liefde stuur naar de pijn in plaats van veroordeling en irritatie.
Barmhartige Samaritaan zijn voor jezelf We kunnen het verhaal van de barmhartige samaritaan ook op onszelf toepassen. De gekwetste persoon die aan de kant van de weg ligt, stelt niet enkel onze naaste voor, maar ook ons gewonde zelf. We zijn zoals de priester en de leviet die er met een boog omheen lopen. Wij vluchten weg van onze kwetsuren. Daartegenover staat de Samaritaan die de pijnlijke confrontatie met de wonden aangaat. De Samaritaan is in ieder van ons. Hij staat symbool voor ons ware zelf dat liefde is. De Samaritaan vlucht niet, hij blijft stilstaan, hij heeft aandacht voor de kwetsuren. Hij ‘giet er olie en wijn op’, wat we als een symbolische uitdrukking kunnen zien van mildheid. Na deze liefdevolle aanraking brengt de Samaritaan de gekwetste persoon naar de herberg waar hij hem achterlaat in de handen van de herbergier. Waarachtig mededogen betekent onze wonden aanraken met mildheid maar ook toevertrouwen aan de goddelijke herbergier. Dit bijbels verhaal is ook een uitnodiging om een barmhartige Samaritaan voor onszelf te leren worden, om alzo barmhartig te kunnen zijn voor anderen.
dulding is moeilijk voor de moderne mens. We willen zo gauw mogelijk het kruis van ons afwerpen. Wanneer negatieve gevoelens opkomen, reageren we onmiddellijk met veroordeling en frustratie. We proberen zo vlug mogelijk deze gevoelens van ons af te schudden. We aanvaarden onszelf niet zoals we zijn. Het is de kernboodschap van Jezus dat God liefde is. ‘Hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden’( M. 5, 45) zegt Jezus. Hebben wij ook de moed om zachtmoedig te zijn? Kunnen ook wij de zon van onze mildheid laten schijnen over licht en duisternis in ons hart ? Kunnen we naar onszelf kijken zoals een moeder naar haar kind kijkt ? Of benaderen we onze pijn met hardheid en afwijzing ?
Liefde drijft de vrees uit Iedereen heeft angst in zich. Als kind maken we allemaal wel eens angstige ervaringen door die in het onderbewuste aanwezig blijven. Deze psychologische wetmatigheid kan ons helpen om angst te zien als het bange kind in ons. Hoe reageert een moeder op de angst van haar kind? Ze zal het niet wegduwen. Ze neemt het op haar schoot. De eerste minuten zal het kind blijven huilen, maar langzaam zal het rustig worden. De liefde van de moeder verzacht en heelt. Hoe dit komt, kan niemand verklaren. Liefde is een mysterie dat we niet kunnen begrijpen, we kunnen er ons alleen door laten grijpen. Het is een mysterie dat bevrijdt. ‘ Liefde laat geen ruimte voor vrees. De volmaakte liefde drijft de vrees uit’( 1 Joh. 4, 17)
Verzet en overgave Zachtmoedig zijn naar wat is, betekent ook mild zijn naar weerstand en verzet. Mildheid is als een lotusbloem die wortelt in de modder. Eerst is er de modder, de naakte ruwe confrontatie met de pijn. Maar ook dit mag er zijn. Het verzet erkennen en jezelf daar niet voor beschuldigen, is ook mildheid. In de psalmen lezen we zo vaak hoe de psalmist eerst zijn verwarring en pijn uitschreeuwt. ‘Uit het diepste diep roep ik U aan, Heer’. (Ps 130,1) ‘Mijn krachten bezwijken; (…) Ik ben moe van het klagen, nacht op nacht heb ik mijn kussens nat geweend, met tranen is mijn bed doordrenkt. Mijn ogen staan dof van wanhoop. (Ps 6,3.7.8)
Een ommekeer in het denken Met mildheid naar onszelf leren kijken, vraagt om een hele ommekeer in ons denken. In plaats van te zeggen: ‘Ach, daar is mijn angst weer, ik wil dat niet, het is altijd hetzelfde, dat gaat maar niet weg’ kunnen we leren zeggen : ‘ja, er is angst’. Ongemaks-
Pastorale Perspectieven 158.indd 17
Zoals Job mogen we schreeuwen in het aangezicht van het lijden. De kreet vanuit de diepte is een eerste fase in het helingsproces. Zonder de modder kan de lotus niet groeien naar het licht. Ook Jezus kende verzet en opstandigheid. In de tuin
28/04/14 13:54
18
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
van Getsemané heeft hij geschreeuwd naar God: ‘Neem deze beker van mij weg!’(Mc 14,36). Angst verlamde zijn lichaam, zijn tranen werden bloed. Driemaal bezweek Hij onder het kruis. Vallen is geen schande. Maar Jezus bleef niet neerliggen, hij bleef niet vastzitten in het verzet. Zijn schreeuwen deinde uit in overgave. Hierdoor kon hij het kruis dragen en zich open stellen voor de opstanding. Als wij verzet leren ombuigen naar overgave komt er ruimte voor nieuw leven.
Fatalisme of dynamisme Sommigen vrezen dat mildheid zal leiden tot fatalisme en passieve berusting. Ze vrezen dat ze hierdoor het lijden zullen goedpraten. Niets is minder waar. Het lijden in zich is zinloos. Het gaat er ook niet om het lijden zelf lief te hebben, maar om liefde te zijn in het lijden. We moeten ons verzetten tegen elke vorm van onrecht en pijn. We moeten er alles voor doen om het lijden te verzachten en te helen. De kernvraag in dit alles blijft echter ‘ hoe doe je dit ? Word je verzet tegen het lijden gedragen door een houding van geweld, frustratie en veroordeling, of door een innerlijke houding van liefde en mededogen? Zachtmoedigheid leidt niet naar fatalisme maar naar dynamiek!
stenen. Eén van de blokkades die deze bron verborgen houdt, is de steen van ons gepieker. Zolang we blijven piekeren of klagen, blijven we hard naar onszelf. Het is belangrijk onze gedachten af en toe te verstillen. Maar hoe doen we dit ?
Verhaal van het troebele water Er was eens een kluizenaar waar vele mensen naar toe kwamen voor goede raad. Op een dag kwam er een jongeman aankloppen en zei:‘Ik zit voortdurend te piekeren over een probleem, ik geraak er maar niet van los, wat moet ik eraan doen?’ De wijze man nam hem mee naar zijn tuin waar een klein beekje stroomde. Hij nam een stok en begon te roeren in het water. ‘Wat zie je?’ zei de kluizenaar. De jongeman antwoordde:‘Het water wordt troebel, al de modder komt naar boven’. De kluizenaar legde de stok neer, wachtte even en sprak toen: ‘En wat zie je nu?’ De jongeman zei zacht:‘Het water wordt langzaam helder. De modder zinkt naar beneden.’ ‘Ja,’ zei de wijze, ‘zo moet ook jij doen’. Dit verhaal brengt tot uitdrukking hoe belangrijk het is om af en toe de stok van ons gepieker los te laten. Zolang we blijven roeren in onze problemen blijft de modder naar boven komen. Als we verstillen kan de modder zinken en wordt het weer helder.
De kracht van de mildheid Zachtmoedigheid wil zeggen: de moed hebben om zacht te zijn naar jezelf en anderen, de moed hebben om jezelf te aanvaarden zoals je bent, om ‘ja’ te zeggen aan wat is, aan vreugde én aan pijn. Mildheid geeft de kracht om de werkelijkheid anders te zien en te beleven, de kracht om intenser te leven. Waar haal je deze mildheid vandaan ? Je moet het niet buiten jezelf gaan zoeken, het is reeds aanwezig, diep in jezelf. Ieder mens heeft een Goddelijke Bron van kracht en mededogen in zichzelf. ‘Uit uw binnenste zullen stromen van levend water vloeien’ ( Joh.14.) zegt Jezus. De diepste pijn van de mens bestaat erin dat hij deze levensbron niet meer kent. Hij leeft meestal aan de oppervlakte van het bestaan. Hij laat zijn leven bepalen door uiterlijke dingen, carrière, succes of rijkdom waardoor hij zijn ware zelf niet meer kent. Jezus heeft ons gewaarschuwd voor deze zelfvervreemding wanneer hij zegt :’Wat baat het de mens de wereld te winnen als hij zichzelf verliest.’ (Lc.9).
De erfzegen Jezus vertrekt vanuit de erfzegen en niet vanuit de erfzonde. Voor hem is iedere mens gezegend. Zoals de Boeddha verwijst hij naar wie wij ten diepste zijn, naar onze ware goddelijke natuur. Hoe kunnen we ons ware wezen ontdekken, de diepere bron van vitaliteit en mildheid? Deze bron is vaak bedekt met
Pastorale Perspectieven 158.indd 18
Verstilling In Amerika werd eens een psychologische onderzoek verricht bij mensen die grote dingen in hun leven hadden verwezenlijkt. Men wilde het geheim van hun levenskracht achterhalen. Velen getuigden dat hun handelden voortkwam vanuit een innerlijke rust. Zo zei bijvoorbeeld Roger Schutz van Taizé : ‘Mijn kracht ligt erin van mijn gemoedsrust in moeilijke omstandigheden te bewaren’. Hoe kunnen wij tot rust komen? Iedereen weet hoe moeilijk het is om stil te worden. Ga maar eens rustig zitten en je zult opmerken hoe honderden gedachten in je hoofd voorbijflitsen. Het lijkt weleen bandopnemer die we moeilijk kunnen afzetten. Dat hoeft ook niet. We kunnen wel leren om deze bandopnemer af en toe zachter te zetten, om afstand te nemen van gedachten en er niet altijd mee bezig te zijn.
Gedachten loslaten Stel je voor dat je naar een tentoonstelling gaat. Als je een schilderij bekijkt, ga je er toch ook niet met je neus tegenstaan, want dan zie je niet veel! Om het schilderij goed te kunnen zien ga je enkele stappen achteruit, ga je op afstand staan. Zo kan ook het ‘afstand nemen’ van je gedachten verhelderend werken. Je krijgt daardoor een ruimtere blik. Maar hoe doe je dat? In alle mystieke tradities neemt de meditatie een
28/04/14 13:54
Ria Weyens [ Mildheid en menswording ] 19
belangrijke plaats in. Ook in de christelijke traditie kent men het gebed van stilte. Deze eeuwenoude manier van bidden zijn we de laatste jaren vergeten. Wij hebben het bidden herleid tot woorden, alleen maar praten met God. Dit is belangrijk, maar niet genoeg. Bidden is ook zwijgen. Niets doen, er gewoon maar zijn, aanwezig zijn.
Meditatie Meditatie of het gebed van stilte brengt ons bij een innerlijke onderstroom van rust. Zoals de slaap ons nieuwe krachten geeft voor het lichaam, zo geeft de meditatie ons nieuwe krachten voor de ziel. Meditatie is eenvoudig. Het bestaat erin om ontspannen te zitten en rustig bij je ademhaling te komen. Je kan ook een gebedswoord of mantra herhalen. Door je aandacht te richten naar je adem of je mantra neem je afstand van je gedachten. Je bent er dan niet mee bezig, maar gewoon aanwezig. Telkens als er verstrooiingen opkomen, richt je opnieuw je aandacht naar je adem of je gebedswoord. Meer hoef je niet te doen. Alleen maar stil zitten en er zijn. Dit is het gebed van eenvoud en overgave. Met vertrouwen leren rusten in de Goddelijke liefde.
Adempauzes Bewust ademen is ook tijdens de dag een belangrijke hulp om rustig te worden en rust uit te stralen. Af en toe een adempauze inlassen, al is het maar voor één minuut, brengt je van het hoofd naar het hart. Je kan deze adempauze ook beleven als een één minuut gebed. Bij elke inademing raak je de liefde en de vrede aan die jij ten diepste bent, om deze liefde met elke uitademing naar de ander te sturen. Dit helpt om de pijn in je eigen hart en in de wereld met mildheid te benaderen. Het klinkt misschien te eenvoudig. Maar eenvoud en waarheid raken elkaar. Toon Hermans zei ooit: ‘De geleerden winden er zich altijd over op dat de waarheid zo eenvoudig is.’
Dagelijkse oefening Probeer dagelijks enkele minuten vrij te nemen voor verstilling en bewust aanwezig zijn. Alleen op je kamer of aan het bed van een zieke. Mindfulness is een levenshouding die je inbouwt in je dagelijkse leven. Zodra je ervaart dat je je laat meeslepen door onrust of negatieve gedachten kan je even diep ademen terwijl je je afstemt op de liefde. Dit is geen zelfhypnose. Dit zijn momenten van waarheid ! De neerdrukkende gedachten zijn niet je ware zelf, je bent veel meer dan je gedachten. De Goddelijke Bron van liefde die in jou is wil stromen. Stem je af op de liefde en laat het stromen.
Pastorale Perspectieven 158.indd 19
Loflied aan de liefde. ‘Al spreek ik met de tongen van engelen en mensen: als ik de liefde niet heb,ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal. Al heb ik de gave der profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, Al heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet: als ik de liefde niet heb, ben ik niets. Al deel ik heel mijn bezit uit, al geef ik mijn lichaam prijs aan de vuurdood: Als ik de liefde niet heb, baat het mij niets. De liefde vindt haar vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij. Zet uw hart op de liefde. (1 Kor.13) Paulus zegt dat de liefde alles verdraagt. Liefde is een innerlijke kracht om in het hier en nu te leven, om de eigen pijn en de pijn van anderen met mildheid te dragen. Maar tegelijkertijd hoopt zij alles. Het gaat hier niet om een fatalistische houding van: ‘ik leg me erbij neer’. Neen, het gaat om een dynamische houding van hoop: ‘uit deze pijn zal nieuw leven ontstaan!’ Mindfulness, bewust leren leven helpt ons om te vertrouwen in het leven. Wat er ook gebeurt, blijf geloven in het leven. Dit is de gemeenschappelijke boodschap van Jezus en Boeddha. Blijf erin geloven dat elke mens innerlijk gezegend is. Elke mens is er toe geroepen om liefde te worden en liefde uit te stralen. Maar daarvoor moeten we elke dag opnieuw kiezen voor de weg van de mildheid en de overgave, voor ‘de nauwe weg die ten leven voert’.
Over de auteur Ria Weyens is licentiate godsdienstwetenschappen. Na een monastieke vorming in België en in India werkte zij enkele jaren in het Internationaal Christelijk Mediatiecentrum in Londen. Zij volgde in Engeland een Boeddhistisch geïnspireerde psychotherapeutische opleiding. Momenteel heeft zij een eigen centrum: ‘het Minnehof’ in het Begijnhof van Brugge. Het is een trainingscentrum voor contemplatieve levenskunst. Ria Weyens is auteur van het boek: Van wonde naar Verwondering’ (hoe omgaan met innerlijke pijn). In het najaar verschijnt een nieuw boek over contemplatieve levenskunst, over de verbinding tussen spiritualiteit en maatschappelijke betrokkenheid. Zie www.minnehof.be
28/04/14 13:54
20
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
Mindfulness in het pastorale zorgaanbod Twee praktijkverhalen Halt houden, aandacht geven, bewust zijn Een ervaringsbericht over Mindfulness en Zinzorg in de GGZ Door Koen De Fruyt
In de inleiding van zijn basiswerk, Mindfulness. In de maalstroom van je leven, vertelt de Antwerpse psychiater Edel Maex hoe hij in het begin van zijn loopbaan met de grote vraag zat hoe de dagelijkse confrontatie met zoveel menselijk lijden te overleven. “Ik moest zien te varen tussen twee klippen,” schrijft hij. “Aan de ene kant het risico om zelf overspoeld te raken door alle pijn en emotie, en op te branden. Aan de andere kant het gevaar om af te stompen en gevoelloos te worden, objectiverend, ontoegankelijk, niet meer te raken door het lijden van mijn patiënten.” Hij vertelt hoe hij dan door een samenloop van omstandigheden zenmeditatie leerde kennen en daarin zijn weg vond om op een goede manier met dat spanningsveld om te gaan. En hij beschrijft hoe hij zich vervolgens de vraag ging stellen of hij datgene wat hem zoveel soelaas bracht, niet ook kon aanbieden aan de zorgvragers met wie hij werkte. De rest van het verhaal is gekend: in gesprek met Jon Kabat-Zinn introduceerde Edel Maex in Vlaanderen het werken met mindfulness bij verschillende doelgroepen.
Pastorale Perspectieven 158.indd 20
Deze passage is me altijd bijgebleven omdat ik hier van bij de eerste lezing meteen ook mijn eigen verhaal in herkende. Sinds ik dertig jaar geleden in volle adolescentie, met Merton en Suzuki als toevallig ontdekte gidsen, mijn eerste wankele stappen zette op het pad van de stille meditatie, is dit voor mij een weg gebleven waar ik telkens weer op teruggevallen ben in mijn pogen, met vallen en opstaan, om bewust, aandachtig en evenwichtig om te gaan met alles wat het leven ons brengt. Met onvermijdelijke tussenpozen van verminderde aandacht en verwaarlozing heb ik dit pad telkens weer ervaren als een praktijk en een levensvorm die mij helpt om met de wisselvalligheden van het leven om te gaan, om bewust, verankerd en verbonden in het leven te staan, om in de maalstroom van het leven, bij tij en ontij, het noorden niet kwijt te raken, maar voeling te houden en af te stemmen op de onderstroom van het leven. Een zeer menselijk pad waarop beperktheid, kwetsbaarheid en vergankelijkheid niet uit de weg gegaan worden, maar juist daarom een erg bevrijdend pad.
28/04/14 13:54
Koen De Fruyt [ Mindfulness In het pastorale zorgaanbod ] 21
Vanuit de positieve ervaring hiermee voor mijn eigen leven, heb ik me net als Edel Maex gaandeweg de vraag gesteld of ik mensen hiermee niet van dienst kon zijn in mijn opdracht op het vlak van zinzorg en pastoraal in het psychiatrisch centrum waar ik nu een kleine twintig jaar werk. Ik heb deze vraag lange tijd gewikt en gewogen, aarzelend om hier iets concreets rond te ondernemen. Want er was natuurlijk ook voorbehoud vanuit de gangbare mening dat je met meditatie en aanverwanten toch goed moet opletten bij psychisch kwetsbare mensen en in het bijzonder bij de doelgroep waarvoor ik het meeste werk: mensen met kwetsbaarheid voor psychose. Dus gaf ik het zijn tijd, voorzichtig baasje als ik ben. En ondertussen probeerde ik in mijn persoonlijk leven verder dit pad te bewandelen, zenmeditatie te beoefenen en me hieromtrent ook verder te laten inspireren. Thomas Merton en Daisetz Suzuki kregen als eerste gidsen een hele reeks opvolgers: Ton Lathouwers, Jeroen Witkam, Nico Tydeman, Frits Koster, Tom Hannes, Willigis Jäger, Jon Kabatt-Zin, Jeff Shore, Thich Nhat Hanh, Ama Samy, Shunryu Suzuki, Maezumi Roshi, en ga zo maar door … Ondertussen volgde ik ook de klassieke achtwekentraining, aangeboden door het Instituut voor Aandacht en Mindfulness van David Dewulf. Ik leerde daarin verder de verschillende werkvormen en accenten kennen en verkennen die vanuit deze hoek aangeboden worden. Het was een ervaring die tegelijk deugddoend en confronterend was voor mezelf . Deugddoend: uiteindelijk heb ik dit ervaren als een soort van quality time die ik mezelf gunde. Maar tegelijk confronterend: zoals zo vaak in dit soort dingen kom je ook hier in de aangeboden oefeningen jezelf, je patronen en je spanningen tegen … Terzelfdertijd maakte deze training, de weg die daarin bewandeld werd en de accenten die daarbij gelegd werden, mij ook bewust van mijn eigen focus en mijn eigen accenten vanuit mijn opdracht op het vlak van zinzorg en pastoraal. Ik ervoer aan den lijve hoe je meditatietechnieken en andere werkvormen vanuit verschillende perspectieven kunt aanwenden en hoe die verschillende benaderingen ook elk hun waarde hebben, maar dat je hierin zelf je eigen weg te gaan hebt. Concreet stelde ik daarbij voor mezelf vast hoe ik weliswaar gefascineerd was door de zinvolle inzet van mindfulness als therapeutische weg bij de aanpak van stress, angst, perfectionisme, boosheid, negatieve spiralen, etc. … maar hoe ikzelf hierbij vanuit mijn achtergrond toch telkens ook weer
Pastorale Perspectieven 158.indd 21
uitkwam bij mijn eigen specifieke perspectief. Meer bepaald stelde ik vast hoe ik de hier aangeboden invalshoeken en werkvormen telkens opnieuw omhelsde en afwoog vanuit het perspectief van zinbeleving, levenskunst én spiritualiteit. En ik stelde vast hoe ik daarbij langzaamaan mijn eigen evenwichten vond en mijn eigen weg vorm gaf met behulp van inzichten uit die zentraditie, uit de achterliggende boeddhistische traditie, uit de westerse vertaling daarvan in mindfulness. En: hoe ik dat alles langzaam maar zeker ook in gesprek bracht met de waardevolle inspiratie die de joodschristelijke mystieke traditie voor mij op dat vlak blijvend te bieden heeft: een traditie die er voor mij uiteindelijk over gaat dat al wat is er mag zijn en zich ultiem gedragen en geborgen mag weten. Terugblikkend zie ik nu hoe ik van hieruit gaandeweg elementen en werkvormen uit die verschillende tradities op een heel basale manier, teruggebracht tot hun essentie en ontdaan van de exotische geurtjes en kleurtjes waarin ze vaak verpakt zitten, een plaats ben gaan geven in de groepssessies die ik aanbied – in mijn eigen stille werkruimte of op stilteplekken in de natuur die we bewust opzoeken. Ik zie hoe ik in groepssessies steeds vaker aanstuur op begeleide stiltemomenten, het praten voorbij, waarin ik de deelnemers een kwaliteitsvolle ruimte probeer te bieden voor een aandachtig en mild stil vallen bij zichzelf, bij wat hen allemaal bezig houdt, bij wat hun lichaam hen te vertellen heeft, bij wat hen overkomt en wat hen door het hoofd schiet … Sessies waarin ik hen uitnodig om stil te vallen, bewust te zijn én weer los te laten, telkens opnieuw, en dat alles op het ritme van hun ademhaling, en doorheen dat alles gaandeweg contact te maken met hun kracht, met wat ademt in hen, met de onderstroom die hen draagt, … en dan weer rustig verder te gaan met hun leven. Op de openingspagina van zijn website www.levenindemaalstroom.be vat Edel Maex zijn visie op mindfulness als volgt samen: “Mensen hebben het altijd al gedaan, de stilte opgezocht. Niet om aan de werkelijkheid te ontsnappen, maar om te stoppen en te kijken, met milde open aandacht. Om de soms haast ondraaglijke kramp te lossen waar de maalstroom van het leven ons telkens weer lijkt toe te dwingen. Om met meer moed, meer energie, meer creativiteit, meer mededogen, meer vrijheid in het leven te staan, er midden in”. Ik zou het niet beter kunnen formuleren. Dit is waar ik zorgvragers in mijn context gaandeweg steeds meer ruimte voor probeer
28/04/14 13:54
22
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
te bieden: ruimte om halt te houden, aandachtig te kijken, met milde open aandacht, af te stemmen op de onderstroom van het leven … en dan weer verder te gaan, een beetje meer bewust en even meer vrij … En ik zie dat dit als deugddoend en verankerend ervaren wordt, soms ook confronterend, maar dan wel als een lichte last, telkens weer vragend om meer. Gaan zweven heb ik hierbij nog niemand zien doen, aarden daarentegen wel. Voor wie zich hierover zorgen zou maken: geen reden dus tot paniek …
Over de auteur Koen De Fruyt is diensthoofd Zinzorg & Pastoraal in het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus te Beernem en diensthoofd Identiteit op het Provincialaat van de Broeders van Liefde te Gent. Hij is lid van de redactieraad van Pastorale Perspectieven, en is voorzitter van de Pastorale Commissie Algemene en Psychiatrische Ziekenhuizen van Zorgnet Vlaanderen. E-mail:
[email protected]
Mindfulness of meditatie als toegang tot een innerlijke zijnsruimte Een weg om in zorgrelaties dragender aanwezig te zijn Door Renilde Vos
Een heel aantal jaren geleden, toen ik nog werkzaam was in het onderwijs, ben ik in contact gekomen met diverse vormen van meditatie, zowel vanuit de westerse (christelijke) als uit de oosterse hoek (zenmeditatie, Mindfulness). In mijn zoektocht naar een meer beschouwend leven was deze meditatieve input van cruciaal belang. Meditatie omschrijf ik, wanneer ik een workshop geef, graag als een activiteit van leren bedachtzaam omgaan met jezelf, met anderen en met de wereld. Meditatie, in oost en west, heeft altijd te maken met leren stoppen en kijken. Stoppen houdt in dat men – vaak letterlijk, maar alleszins mentaal – leert stilvallen. De activiteiten waarmee men bezig is even opschort om een afstand tot het dagelijkse leven te kunnen inbouwen en tot een houding van aandacht te komen. Vanuit die afstand kan men beter observeren wat er allemaal
Pastorale Perspectieven 158.indd 22
in het innerlijke en uitwendige leven gaande is, en kan men ook de kracht verwerven om standvastig te blijven kijken en zich niet te laten meeslepen door wat zich aandient. Men krijgt toegang tot, wat Carlo Leget noemt, een innerlijke ruimte , een categorie die staat voor die zijnskwaliteit die het je mogelijk maakt emoties als angst, woede, verdriet, plezier en liefde toe te laten en uit te houden, om er daarna vanuit een weloverwogen keuze op te reageren of er iets mee te doen. Of, om het nog anders te zeggen, men raakt aan en reikt daardoor tot een spirituele onderlaag in het leven, die op verschillende wijzen (religieus, godsdienstig of net niet) benoemd kan worden, maar die alleszins kwaliteiten als levensmoed, mededogen, helderheid van geest, levensvreugde of zachtmoedigheid, vreugde, vrede, vriendelijkheid en geduld genereert.
28/04/14 13:54
Renilde Vos [ Mindfulness of meditatie als toegang tot een innerlijke zijnsruimte ] 23
In de context van het onderwijs heb ik het kunnen aanwenden van deze meditatieve competentie ervaren als ondersteunend voor mijn professionele bezig zijn. Wat daar geldt, geldt voor het hele pastorale veld. De pedagogische relatie met leerlingen is in wezen immers een zorg- en/of pastorale relatie: men draagt vanuit verschillende invalshoeken zorg voor de totale persoon van de leerling en men hoedt die als een herder op zijn tocht door het leven. Iets gelijkaardigs doet men in de pastoraal. Kunnen opereren vanuit een innerlijke zijnsruimte verdiept de reikwijdte en de kwaliteit van die zorgrelatie, en dit in verschillende optieken. Enerzijds werkt meditatie/Mindfulness persoonsversterkend voor de pastor zelf. Hij/zij krijgt een grotere competentie om reflexief om te gaan met het leven en om te onderscheiden wat daar gaande is. Hij/zij groeit in zelfacceptatie en in aanvaarding van het leven, hij/zij verwerft een grotere innerlijke vrijheid en is daardoor beter in staat om ruimte te bieden aan de ander en om bij de ander aanwezig te zijn. Hij/zij oefent zich in nietoordelen en mildheid. Zoals boven al aangegeven krijgt hij/ zij, tenslotte, toegang tot en contact met die spirituele laag in zijn/haar leven, die hem doet groeien in kwaliteiten die de kern uitmaken van de christelijke liefdesspiritualiteit. Hij/zij vindt een grotere innerlijke rust.
“Meditatie omschrijf ik, graag als een activiteit van leren bedachtzaam omgaan met jezelf, met andere en met de wereld. Meditatie, in oost en west, heeft altijd te maken met leren stoppen en kijken.” Deze persoonlijke groei als mens verrijkt vervolgens de relatie die de pastor heeft met de mens waarvoor hij te zorgen heeft. De kwaliteiten die hij zelf verworven heeft, gaan over in deze
Pastorale Perspectieven 158.indd 23
relatie. De reflexiviteit, vrijheid, standvastigheid, zelfacceptatie, en zo verder, van de pastor kleuren de ruimte waarbinnen de pastor zijn mensen ontmoet en kunnen die kwaliteiten bij de cliënt doen toenemen. Er kan meer onverdeelde aandacht zijn en erkenning van de uniciteit van de cliënt. De niet-oordelende benadering kan perspectieven bieden tot loskomen uit schuld, kiezen voor grotere verantwoordelijkheid en mildheid.
“Enerzijds werkt meditatie/ Mindfulness persoonsversterkend voor de pastor zelf. Hij/zij krijgt een grotere competentie om reflexief om te gaan met het leven en om te onderscheiden wat daar gaande is. ” Uit de workshops die ik voor pastores en mensen uit de zorgsector mocht verzorgen, bleek dat zij de noodzaak van deze competentie voor hun professionele bezig zijn (en de zelfzorg daarin) erkennen. Zij gaven ook aan dat het trainen van deze competentie een daadwerkelijk verschil maakt in het concrete werk. Mindfulness en meditatie zijn geschikte wegen om tot meer bedachtzaamheid te komen. Maar ook via andere wegen (bijvoorbeeld via de weg van de muziek of van het lichaam of …) kan men beschouwender leren leven en de innerlijke zijnsruimte cultiveren.
Over de auteur Renilde Vos is werkzaam bij UP Leuven, is theologe van opleiding en heeft een brede spiritueel-religieuze vorming genoten (zij is vooral vertrouwd met de ignatiaanse traditie en met Mindfulness). E-mail:
[email protected]
28/04/14 13:54
24
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
Mild worden Karel Staes Mild worden is de rijpste groei van de mens. Het is zacht worden in je woorden in de klank van je stem en in heel je zijn. De blik uit je ogen wordt een warm aanvoelen omdat je in de mensen om je heen jezelf herkent. Het heeft niets te maken met zwakheid, het zit veel dieper. Het is de kracht die je doet ontwaken en leven. Mensen die binnen mild worden beseffen wie ze zelf zijn. Je oordeelt niet meer over anderen. Je bent niet langer hard. Je wilt niet overal gelden ten koste van je medemensen. Je luistert omdat elke andere een voortdurend wonder is. Je geniet van zon en regen en van hele kleine dingen. Dikwijls zie je die mildheid bij mensen die veel geleden hebben. Ze horen en zien alles anders. Wie mild wordt heeft zichzelf overwonnen. Een dankbare zucht van bevrijding welt uit je op: je houdt van de mensen omdat je geleerd hebt van jezelf te houden. Niet zoals je zou willen zijn, maar gewoon zoals je bent
Pastorale Perspectieven 158.indd 24
28/04/14 13:54
Goedele Van Edom [ Pastorale begeleiding Van mensen met kanker ] 25
Kanker is wereldwijd een veelvoorkomende, levensbedreigende ziekte. Alleen al in ons land krijgen jaarlijks zo’n 58 000 mensen te horen dat ze kanker hebben. Dat zijn ongeveer 160 personen per dag, of een persoon om de tien minuten. Terwijl kanker vroeger gelijk stond met sterven in de onmiddellijke toekomst, is dat vandaag in de hoge inkomenlanden niet meer het geval. Door verbeterde screeningsen behandelingsmogelijkheden slagen artsen er steeds vaker in mensen van kanker te genezen, of beter gezegd de symptoomvrije periode aanzienlijk te verlengen. Slechts een aantal typen kanker, zoals het kleincellig bronchuscarcinoom, vormt daarop een uitzondering en staat ook vandaag nog gelijk met een vroegtijdige dood. Door het steeds langer leven met kanker, wint ook de kwaliteit van leven aan belang. Dat brengt ons meteen bij de vraag op welke manier pastorale zorg een kwalitatieve bijdrage kan leveren aan iemands leven met kanker. Het is daarbij onmogelijk om op alle aspecten van pastorale zorg met/voor mensen met kanker in te gaan. Daarom beperken we ons tot één aspect van de pastoraalpsychologische dimensie van pastorale zorg, namelijk het bieden van ondersteuning bij verliesverwerking.
Pastorale begeleiding van mensen met kanker Door Goedele Van Edom
Leven met kanker, is leven met verlies Leven met een ingrijpende ziekte zoals kanker, is leven met verlies. Zo is er het verlies van de vanzelfsprekendheid van de lichamelijke gezondheid. Mensen met kanker hebben door hun ziekte en belastende therapieën vaak te kampen met allerlei tijdelijke en/of permanente lichamelijke bijwerkingen, beperkingen of verminkingen. Daarbij denken we onder meer aan haarverlies, braken, extreme vermoeidheid, seksuele problemen, littekens of amputaties. Die lichamelijke gevolgen van kanker leiden vaak niet alleen tot verlies van vertrouwen in en vervreemding van het eigen lichaam. Ook tasten ze niet zelden het lichaamsbeeld en het gevoel van zelfwaarde aan. Daarnaast is er het verlies van de vanzelfsprekendheid van het psychisch welzijn. Het aantal emoties dat per seconde door het lichaam en hoofd van mensen met kanker giert, is soms
Pastorale Perspectieven 158.indd 25
ongelooflijk. Intens verdriet, doodsangst, wanhoop, schuldgevoelens en woede, zijn daar nog maar enkele voorbeelden van. Het zijn normale reacties van normale, evenwichtige personen op de verwerking van intens verdriet. Maar ze kunnen iemands leven enorm op z’n kop zetten. Leven met kanker is ook leven met het verlies van de vanzelfsprekendheid van het sociale leven. Mensen met kanker zijn meestal niet meer in staat om alledaagse rollen, zoals partner, ouder, vriend of collega zijn, op dezelfde manier als voorheen te vervullen. Lichamelijke en/of psychische gevolgen van kanker dwingen de meeste mensen immers om nieuwe invullingen van seksualiteit en intimiteit te zoeken, gezinstaken uit handen te geven, tijdelijk of geheel met werken te stoppen en sociale ontmoetingsmomenten met vrienden geregeld af te zeggen. Dat maakt dat kanker niet alleen bij mensen met kanker zelf, maar ook bij de naaste omgeving tot heel wat stress leidt. Ook
28/04/14 13:54
26
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
partners, kinderen, ouders en vrienden hebben immers af te rekenen met allerlei verlieservaringen. Ten slotte is er het verlies van de vanzelfsprekendheid van het eigen voortbestaan. Ondanks de verbeterde vijfjaarsoverleving beleven mensen de diagnose kanker nog vaak als een doodsvonnis. Dat komt omdat kanker wereldwijd de belangrijkste doodsoorzaak is en wellicht nog een hele tijd blijft. De confrontatie met kanker verandert dan ook het theoretisch weten dat ‘alle’ mensen ooit moeten sterven, in een persoonlijke ervaring dat ‘ik’ kan sterven. Dat besef van de eigen sterfelijkheid gaat naast gevoelens van angst, eenzaamheid en/of wanhoop vaak met allerlei levensvragen gepaard.
mensen kunnen het slechte nieuws niet geloven (‘het kan niet waar zijn’, ‘het moet een vergissing zijn’), zijn verdoofd (‘het was alsof ik ergens onwezenlijk ver weg was’, ‘ik kon geen woord meer uitbrengen’) of voelen zich verpletterd (‘het was alsof het plafond naar beneden viel’, ‘het was alsof de grond onder mijn voeten wegzonk’). Dat komt omdat de werkelijkheid van het verlies te groot en te beangstigend is om onmiddellijk en ten volle tot zich te laten doordringen. Als reactie daarop gaan de meeste mensen het slechte nieuws geheel of gedeeltelijk ontkennen. Ontkenning maakt het immers mogelijk om de werkelijkheid van het verlies geleidelijk onder ogen te zien. Het duurt dan ook vaak een hele tijd vooraleer iemand slecht nieuws volledig – zowel verstandelijk als emotioneel – tot zich laat doordringen.
“De confrontatie met kanker verandert dan ook het theoretisch weten dat ‘alle’ mensen ooit moeten sterven, in een persoonlijke ervaring dat ‘ik’ kan sterven.”
Pastores kunnen mensen met kanker bij het opnemen van die eerste taak helpen door ervoor te zorgen dat ze correcte en volledige informatie krijgen. Dat kan bijvoorbeeld door iemand aan te sporen met de behandelende arts over gewenste informatie in dialoog te gaan. Pastores kunnen die persoon er ook toe aanzetten het gesprek met de behandelende arts voor te bereiden en belangrijke vragen op te schrijven. Tijdens overlegmomenten met artsen gebeurt het immers dat emoties ertoe leiden dat bepaalde vragen niet worden gesteld. Diezelfde emoties kunnen er ook voor zorgen dat mensen belangrijke informatie gaan verdringen. Daarom is ook het noteren van verkregen antwoorden niet onbelangrijk. Het geeft iemand de mogelijkheid om na het gesprek bepaalde informatie terug op te zoeken en na te lezen. Als de persoon daar toestemming voor geeft, kunnen pastores ook plaatsvervangend met de behandelende arts contact opnemen en hem of haar erop wijzen dat iemand verwerkingsmoeilijkheden ondervindt door verdringing van informatie. De arts kan dan in een gesprek met de betreffende persoon de reeds gegeven informatie herhalen en toetsen of ze daadwerkelijk doordringt.
Hoe kan een pastor iemand met kanker bij de verwerking van dergelijke verlieservaringen helpen? Voor het antwoord op die vraag laten we ons inspireren door de Vlaamse klinisch psycholoog en rouwdeskundige Manu Keirse. Hij stelt dat verlieservaringen van mensen met een levensbedreigende ziekte een rouwproces op gang brengen dat vergelijkbaar is met de verwerking van een overlijden. In navolging van onder meer de Amerikaanse psycholoog en rouwdeskundige William Worden deelt Keirse de emotionele rouwarbeid die mensen met kanker moeten leveren in vier rouwtaken op: het onder ogen zien van de werkelijkheid van het verlies (1), het ervaren van de pijn van het verdriet (2), het organiseren van het leven met kanker (3) en een plaats geven aan het verlies en opnieuw leren houden van het leven (4). Bij die taken kunnen pastores helpen en op die manier de kwaliteit van iemands leven verbeteren. Daarom gaan we kort op elk van de vier rouwtaken in.
Het onder ogen zien van de werkelijkheid van het verlies Het moment waarop mensen te horen krijgen dat ze kanker hebben, dat de ziekte teruggekeerd is of dat de behandeling geen zin meer heeft, staat vaak voor eeuwig in het geheugen gegrift. Het is een crisismoment dat een ware schok teweegbrengt:
Pastorale Perspectieven 158.indd 26
Gewenste informatie krijgen, is niet alleen belangrijk om de werkelijkheid van het verlies te laten doordringen. Het kan ook belangrijk zijn om angst te reduceren, een weloverwogen behandelingsbeslissing te nemen, realistische doelen te formuleren en bepaalde praktische regelingen te treffen. In de praktijk gebeurt het wel eens dat artsen niet alle gewenste informatie geven. Een veelvoorkomend voorbeeld daarvan is het verzwijgen van prognostische informatie. Artsen durven vaak geen prognose aan mensen meedelen. Ze zijn bang hen daarmee alle hoop te ontnemen, en daardoor de gezondheidstoestand te verergeren. Onderzoek toont echter aan dat die angst onge-
28/04/14 13:54
Goedele Van Edom [ Pastorale begeleiding Van mensen met kanker ] 27
grond is. Personen die zoveel mogelijk goede én slechte informatie wensen, blijken omwille van de bovenvermelde redenen doorgaans hoopvoller te zijn dan anderen. Informatie maakt dus dat mensen beter met zichzelf, hun gezondheidstoestand en de eigen sterfelijkheid in het reine komen. Daarom is hier een belangrijke ‘profetische’ taak voor pastores weggelegd. Pastores kunnen ertoe bijdragen dat mensen ‘tot hun recht komen’. Dat kan door iemand aan te sporen op een constructieve manier met de behandelende arts over gewenste informatie in dialoog te gaan, of door - indien gewenst - plaatsvervangend voor het ‘recht op informatie’ (wet op de patiëntenrechten) van iemand op te komen.
pelen als ‘lastige patiënt’. Pastores kunnen ook met rituelen werken. De kracht van rituelen bestaat er onder meer in dat ze mensen in contact kunnen brengen met hun emoties. Ze maken het ook mogelijk om emoties die nog niet te verwoorden zijn toch te uiten. Samen met iemand op zoek gaan naar een ritueel ‘op maat’ – gaande van een christelijk ritueel (ziekenzalving, ziekenzegening, communiebedeling of verzoeningsgesprek) over een religieus of spiritueel ritueel (Golem, klankschalen, Mandala’s of spirituele dans) tot een algemeen menselijk ritueel (boetseren, schilderen, schrijven of musiceren) – kan dan ook bijdragen aan de verwerking van kanker.
Het organiseren van het leven met kanker Het ervaren van de pijn van het verlies Verlieservaringen van mensen gaan vaak met intense pijn gepaard. Die pijn kan in lichamelijke klachten naar buiten komen, zoals hevige pijnscheuten, extreme vermoeidheid, gebrekkige concentratie en/of huilbuien. Bij iemand met kanker zijn dergelijke klachten dikwijls erg beangstigend of verwarrend. Ze kunnen immers het idee opwekken dat de klachten met de tumor te maken hebben en aanzien worden als herval of verslechtering van de gezondheidstoestand. Daarnaast uit de pijn van het verdriet zich in emoties en reacties zoals boosheid, schulden schaamtegevoelens en/of depressieve gevoelens. Mensen proberen die pijn soms weg te duwen of te ontvluchten. Dat doen ze bijvoorbeeld door er niet te veel aan te denken, door zich af te sluiten van de eigen gevoelens of door het verlies te minimaliseren. Gedurende een tijd kan dat goed gaan, maar vroeg of laat wreekt zich dat. Verlies verwerken kan immers niet zonder recht door de pijn van het verlies heen te gaan. Pastores kunnen mensen met kanker bij het vervullen van de tweede rouwtaak helpen door hen de kans te geven stil te staan bij hun pijn. Dat kan door een vertrouwensband met mensen op te bouwen die veilig genoeg is om emoties toe te laten en te uiten. Pastores zeggen ook het beste dat gevoelens van agressie, schuld of intens verdriet en lichamelijke pijnscheuten volstrekt normaal zijn. Het zijn normale reacties van normale, evenwichtige personen op de verwerking van verlies. Ook is het belangrijk dat laatste te verduidelijken naar zorgverleners toe. Zij durven wel eens een heel leger van psychosociale begeleiders op iemand af te sturen die tijdens de verzorging ‘heel emotioneel’ werd, pijn door verlieservaringen te beantwoorden met antidepressiva of slaap- en kalmeermiddelen, of iemand die boos of agressief reageert te bestem-
Pastorale Perspectieven 158.indd 27
Iemand met kanker staat ook voor de taak zich aan het leven met de ziekte aan te passen. Keirse deelt die taak nog verder op in ziektegerelateerde en algemene taken. Mensen met kanker moeten niet alleen leren omgaan met de beperkingen die de ziekte hen oplegt en de vaak technische ziekenhuiswereld waarin ze terechtkomen (ziektegerelateerde taken). Ze staan ook voor de taak om een redelijk emotioneel evenwicht te bewaren, het zelfbeeld bij te stellen, betekenisvolle relaties te onderhouden en zich op een onzekere toekomst voor te bereiden (algemene taken). Om die taken te vervullen, hanteren mensen meestal niet een, maar meerdere verwerkingsmechanismen. Die mechanismen zijn bijvoorbeeld sociale steun, ontkenning, interne controle, positieve herinterpretatie, humor, informatie en/of zinvinding. De Amerikaanse onderzoeker Jeffrey Albaugh wijst zorgverleners erop dat ook spiritualiteit of ‘het geloof in een hogere kracht of wezen dat het leven leidt’ een belangrijke rol kan spelen bij het omgaan met een levensbedreigende ziekte. Enkele voorbeelden uit zijn onderzoek tonen dat aan. Zo haalden sommige mensen troost en kracht uit spirituele overtuigingen (bijvoorbeeld geloven dat men de ziekte niet alleen moet dragen), spirituele personen (inclusief hun gebeden, wensen en kaarten) en schriftlezingen, gebeden en devoties. Bij bepaalde mensen leidde spiritualiteit zelfs tot een vorm van aanvaarding en overgave. Door een toegenomen vertrouwen in God, durfden ze het onzekere verloop van hun ziekte aan God uit handen geven. Ten slotte waren er mensen die vanuit hun spiritualiteit een positieve levensvisie (‘het leven is een geschenk of zegen’) konden behouden en/of zin en betekenis aan hun ziekte wisten te geven (‘de ziekte heeft me doen inzien wat echt belangrijk is in het leven’).
28/04/14 13:54
28
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
Pastores kunnen mensen bij het opnemen van die derde rouwtaak helpen door hen te laten vertellen. In en door het verhalen over hun ziekte (illness narrative) krijgen mensen immers niet alleen inzicht in wat het krijgen van kanker voor hen betekent. Er wordt ook orde geschept in de chaos die kanker in hun leven teweegbrengt. Het is een manier om alles op een rijtje te zetten, controle te krijgen over wat hen overkomt, verlieservaringen hanteerbaar te maken en een betekenisvol geheel te construeren (narrative reconstruction). Kortom, al verhalend kunnen mensen weer op verhaal komen in het leven. Het gebeurt ook dat pastores mensen ontmoeten die niet weten hoe ze met hun ziekte moeten omgaan. Samen met hen kunnen pastores dan op zoek gaan naar verwerkingsmechanismen ‘op maat’. De vraag op welke manier iemand in het verleden met verlies is omgegaan, kan daarbij een belangrijke leidraad vormen. Diezelfde hulpbronnen kunnen immers ook van betekenis zijn bij het omgaan met verlieservaringen door kanker. Mensen met kanker merken hulpbronnen ook niet altijd op bij zichzelf. Pastores die aandachtig en zorgzaam naar het levens- en/of ziekteverhaal van mensen luisteren, kunnen die ‘onopgemerkte’, maar wel aanwezige krachtbronnen benoemen en aangeven.
Een plaats geven aan het verlies en opnieuw leren houden van het leven Ten slotte staat iemand met kanker voor de taak om opnieuw van het leven te leren houden. Keirse wijst in dat verband op drie belangrijke criteria die bepalend zijn voor verwerking: zich doorgaans terug goed voelen in het leven en weer van kleine alledaagse dingen kunnen genieten (1), de problemen van het leven weer aankunnen (2) en minder in beslag genomen worden door de intense gevoelens van het verlies (3). Het is opvallend in de verhalen van mensen met kanker dat sommigen een zekere zin weten te vinden in wat hen overkomt. Zo lezen we in de autobiografische roman Borstkanker van de arts Sofie De Vuysere: Ik kan naar waarheid zeggen dat ik gegroeid ben door het krijgen van kanker, door het verwerkingsproces. Ik ga anders om met mensen die normen zoals egoïsme, jaloezie, prestaties, rijkdom of aanzien… hanteren. Ik vraag me af welke ‘rijkdom’ ze in zich dragen als persoon want dit zijn alle oppervlakkige normen. Ik laat hen gewoon aan de zijkant van mijn levensweg staan en kijk naar de weg die voor mij ligt en die ik bewandel samen met de mensen die voor mij belangrijk zijn, die dezelfde waarden als ik belangrijk
Pastorale Perspectieven 158.indd 28
vinden, namelijk oprechte liefde, respect, vertrouwen en eerlijkheid. Ik heb geleerd me niet langer te ergeren aan allerlei futiliteiten die sommigen toch zo belangrijk vinden, ik verdoe mijn tijd – die toch zo kostbaar geworden is – niet langer aan zinloze zaken. Aan de buitenkant ben ik veranderd, maar voornamelijk aan de binnenkant. Ik voel aan mezelf dat ik rijper, dieper en echter geworden ben. Ik gebruik mijn energie om te leven en te genieten van elke dag. Het leven is een feest, en elke dag sta ik op en ga ik slapen met dit gevoel. Ik verfoei de mensen die ’s morgens zuchtend uit hun bed stappen, en ben zelf dankbaar voor elke dag die aanbreekt. Pastores kunnen mensen bij die laatste taak helpen door de eerste tekenen van verwerking te benoemen en te bevestigen, bijvoorbeeld door te zeggen ‘het doet me deugd je op die foto weer te zien lachen’, ‘het valt me op dat je veel rustiger over je ziekte kan praten dan vroeger’, ‘het doet me plezier dat je opnieuw voldoende concentratie hebt voor het lezen van een goed boek’ of ‘je klinkt veel krachtiger dan voorheen’. Door mensen de eerste indicaties van verwerking te leren zien, komen ze tot het besef dat hun moeite niet voor niets is geweest en voelen ze zich aangemoedigd om hun verwerkingsproces voort te zetten. Bij iemand die nog steeds op de eerste tekenen van verwerking wacht, kunnen pastores hun geloof in de groeikracht van die persoon uitspreken: ‘Zolang jij het nog niet kunt geloven, geloof ik in jouw plaats dat er een dag komt waarop je opnieuw van het leven zal houden’. Op die manier geven pastores perspectief aan mensen. Ter afronding willen we nog op drie aspecten van verliesverwerking bij mensen met kanker wijzen. In de eerste plaats zijn er geen twee mensen die kanker op dezelfde manier of met dezelfde intensiteit beleven en verwerken. Elke rouwtaak zal dan ook door iedere persoon met kanker op een unieke manier worden beleefd en vervuld. Ten tweede staan niet alleen mensen met kanker voor de vier rouwtaken. Kanker heeft men immers nooit alleen. Ook familieleden, vrienden, collega’s en zorgverleners van mensen met kanker moeten de rouwtaken op zich nemen. Ten derde kan er bij de verwerking van kanker worden gesproken van ‘chronische rouwarbeid’. Kanker evolueert immers steeds meer naar een chronische ziekte, waardoor mensen met voortschrijdende verliezen te maken krijgen. Dat maakt dat ze bij elke nieuwe beperking steeds weer voor de taak komen te staan het verlies onder ogen te zien, door de pijn van het verlies heen te gaan, zich aan het leven met de beperking aan te passen en opnieuw van het leven te leren houden.
28/04/14 13:54
Goedele Van Edom [ Pastorale begeleiding Van mensen met kanker ] 29
Waarom heb ik verdriet? Waarom heb ik verdriet Ik weet het werkelijk niet Het gaat toch goed met mij Waarom ben ik zo weinig blij Ik was zo’n sterke vrouw Maar nu ben ik in rouw Alles een plekje geven Verder gaan met leven Maar wat het is Angst, zorgen, gemis Ik weet het niet Ik heb verdriet Een nieuwe start Ik raak verward Verhuizen, een nieuwe baan Een heel nieuw bestaan Het lukt me niet Ik heb verdriet En toch, ik leef, ik tril Ik voel, ik ril Ik lach, ik gil Ik praat, ik ben stil Doe ik dit allemaal niet
Geraadpleegde bronnen: J. A. ALBAUGH, Spirituality and Life-Threatening Illness: A Phenomenologic Study, in Oncology Nursing Forum 30 (2003) 593-598. J. BEULLENS & E. KEIRSE, Verdwijnt de hoop van patiënten met kanker en verzwakt hun gezondheidstoestand door de mededeling van slecht nieuws?, in Tijdschrift voor Geneeskunde 56 (2000) 1160-1165. H. DE HAES, L. GUALTHÉRIE VAN WEEZEL & R. SANDERMAN (ed.), Psychologische patiëntenzorg in de oncologie. Handboek voor de professional, Assen, Van Gorcum, 22009. S. DE VUYSERE, Borstkanker. Mijn ervaringen als arts en borstkankerpatiënte, Tielt, Lannoo, 2004. M. KEIRSE, Omgaan met een ongeneeslijke ziekte. Lessen uit de praktijk, in Tijdschrift voor Geneeskunde 62 (2006) 1370-1379. M. KEIRSE, Omgaan met ziekte. Een gids voor de patiënt, het gezin en de zorgverlener, Tielt, Lannoo, 2004. C. SNAUWAERT & S. VAN BELLE, Slechtnieuwsgesprekken in de oncologie: shift van diagnose naar prognose, in Tijdschrift voor Geneeskunde 65 (2009) 343-347. J. W. WORDEN, Verdriet en rouw. Gids voor hulpverleners en therapeuten. (Oorspr. Grief Counseling and Grief Therapy. A Handbook for the Mental Health Practioner), Amsterdam, Swets en Zeitlinger, 1992. WEBSITE KANKER IN BEELD, http://www.kankerinbeeld.nl WEBSITE WORLD HEALTH ORGANIZATION (WHO), http:// www.who.int/cancer
Dan heb ik gewoon verdriet. (Bea de Bruin, Kanker in beeld)
Over de auteur Goedele Van Edom is pastor in het Imeldaziekenhuis in Bonheiden. Ze schreef een doctoraat over ‘de visie op de dood en de beleving van doodsangst bij oncologische patiënten en de rol van de pastorale begeleiding’. Ze is ook auteur van ‘Lichaam en levensadem. Pastorale zorg voor de hele levende mens’ (Cahiers voor praktische theologie, Halewijn, 2010). E-mail:
[email protected]
Pastorale Perspectieven 158.indd 29
28/04/14 13:54
30
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
UITgelezen E. Stoppelenburg, E. Maex, C. Anbeek, B. Visser, H. Blommestijn en F. Maas, Mindfulness:
Spirituele traditie of therapeutische techniek?, KSGV, Tilburg, 2009.
Mindfulness - Spirituele traditie of therapeutische techniek? is een interessant boekje met boeiende artikelen die mindfulness van verschillende kanten belichten. Het is een neerslag van twee studiedagen van het KSGV, studiecentrum voor levensbeschouwing en geestelijke gezondheid, met enkele aanvullingen. De artikelen worden gevolgd door een verslag van de discussie die hierover op de eerste studiedag gehouden is. Eric Stoppelenburg, psycholoog en psychiater, opent met een artikel over de bewezen werkzaamheid van mindfulness bij groepsbehandeling van vooral chronisch depressieve, mogelijk therapieresistente, patiënten bij de GGZ. Er moet nog veel onderzocht worden, maar de resultaten in een eerste kleinschalig onderzoek zijn bemoe-
Pastorale Perspectieven 158.indd 30
digend. Daarmee zet hij de toon voor nadere bestudering van mindfulness: dit onderwerp verdient de serieuze aandacht van zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg. Edel Maex, psychiater, plaatst mindfulness in zijn historische context en beschrijft de effecten van het trainen van mindfulness. De vraag wordt gesteld of het boeddhisme, dat aan de mindfulness ten grondslag ligt, zal integreren in het Westen. Mindfulness kan puur als technische aangelegenheid benaderd worden of men kan het menselijke, warme element uit de verf laten komen. Belangrijk is deze populaire training niet te reduceren tot een psychologisch techniekje. Dat doet geen recht aan de spiritualiteit die de bron is van de mindfulness. Stressreductie is een weldoend effect van het beoefenen van mindfulness, maar niet het einddoel. De beoefenaar plukt deze vrucht en kan uitgerust verder op zijn levenstocht. De meditatieoefeningen zijn een methode die een andere houding in het leven mogelijk maakt. Deze houding is te vinden in boeddhisme en andere levensbeschouwelijke stromingen, zoals mystiek christendom, of de mystieke Islam of in andere filosofische levensbeschouwingen, zoals de Stoa. Christa Anbeek, universitair docent religiewetenschappen en reflectievaardigheden, roept geestelijk verzorgers op ook met deze methode te werken en dit niet aan alleen psychologisch geschoolde hulpverleners over te laten. Het kan werken als een verdieping en verrijking op het werkterrein van de geestelijke verzorging die zich met
Door Bernadette Verbruggen
levensbeschouwing bezighoudt. Bastiaan Visser, GZ-psycholoog en gedragstherapeut, signaleert een opmerkelijke belangstelling voor spiritualiteit binnen de derde generatie gedragstherapieën. Hij wil spiritualiteit experimenteel op gaan nemen in het behandelplan van christelijke cliënten. Op deze wijze wil hij onderzoeken of het onderscheid tussen hulpverlening en pastoraat kan worden overbrugd binnen een geïntegreerde benadering, waarin de mens voor het aangezicht van God in relatie tot zichzelf wordt gebracht. Hein Blommestijn en Frans Maas, docent cq. hoogleraar spiritualiteit, vergelijken mindfulness en christelijke spiritualiteit met elkaar. Zij nemen daarbij het gebed als uitgangspunt en komen tot de conclusie dat er naast overeenkomsten ook duidelijke verschillen zijn in bijvoorbeeld de nagestreefde levenshouding. Iedere schrijver heeft een eigen beleving bij en visie op de waarde van het toepassen van mindfulness. Zo levert dit boekje een prettige bijdrage aan de beeldvorming van de lezer. drs. Annet Hogenbirk
28/04/14 13:54
[ uitgelezen ] 31
L. Crabb, De ideale kerk.
Waar onvolmaakte mensen God ontmoeten, Voorhoeve, 229 p.
Een verademing! Vertrekkend vanuit een kerstvieringervaring zoals hij dat als protestant in zijn eigen thuisgemeente niet gewoon was, start Larry Crabb - psycholoog en bijbelkenner - met reflecties hierover. Uiteindelijk werden het zijn méést persoonlijke belijdenissen. Hij vraagt voortdurend waarom we eigenlijk naar de kerk gaan en wat voor kerk wij eigenlijk willen. Voorspelbaarheid en ‘knuffelliturgie’ vindt hij saai. Zijn honger naar waarheid wordt er maar zelden door verzadigd. In plaats van de klassieke liturgische elementen, spreekt hij over ‘spirituele theologie’, over waarheid die de kracht heeft om levens van mensen die haar verhaal horen, te veránderen! Het liefdesverhaal over de relatie tussen God en de mens moet daarom verteld worden. We moeten opnieuw op ‘geestelijke missie’ gaan, met een bijbels gefundeerde
Pastorale Perspectieven 158.indd 31
mysticus als voorganger, zonder nog ooit in formules te vervallen. Crabb hanteert hier een soort spreektaal, die met die typische Amerikaanse openheid ‘introspectie’ ademt: heel natuurlijk, maar voorbij ónze gewoonlijk gebruikte geloofsbewoordingen. Hij zegt te willen leren hoe hij ‘met de Geest in de pas’ kan lopen (p. 33). Meestal, zo stelt hij, gaan we naar de kerk om anderen te dienen en te bemoedigen of om onze sociale horizon te verbreden. Pijnlijk herkenbaar. Het echte leven is volgens hem enkel te vinden in het gebed: Dáár kom je volop tot leven want God smeekt om ons allemaal tot leven te brengen. God zelf maakt Kerk! Wat een tegenstelling tot wat wij vaak allemaal doen zónder Gods verlossende kracht. Echte bekering kan enkel mét actieve betrokkenheid en actief leiderschap van de Geest. God is een feest dat ‘als in een dansstudio’ gevierd moet worden. Heel overwogen voegt Crabb toe dat het verkeerd is te oordelen, maar niet om onderscheid te maken. En dát is het wat hij in zijn boek doet: hij hanteert een soort goed doordachte analyse van een aantal kerkkenmerken, die bijzonder verhelderend werkt. Eerlijk zijn over de vraag waarom we bij elkaar komen en of onze redenen overeenkomen met die van God, dat blijken de terugkerende kernvragen van dit boek. Het gaat er niet om, om met de ‘getalenteerden van dienst’ aan passieve spiritualiteit doen, maar aan actieve spiritualiteit. Confronterend! Dit werk veronderstelt een flink pak doorgegroeid geloof, zo niet herken je de verschillende niveau’s niet waarover de auteur spreekt. Een voorbeeldje op dit vlak is: “Ik verlang
ernaar mezelf lief te hebben om Gods wil!” Dit heeft inderdaad gepaste context nodig. Laten we Crabb’s gedachtegoed niet te lichtzinnig klasseren, want het bevat veel diepe betekenis. Soms klagen wij dat we moeilijk aan geloofsoverdracht kunnen doen, dat het niet te verwóórden is. Wij spreken dan van een verlangen naar iets, dat nog nooit in de ervaring van de andere is gebeurd en daarom moeilijk ‘in te zien’ is. Hier doelt de auteur op. Ook met het onderscheid van vorm en inhoud in de liturgie, speelt Crabb: als de vorm de enige inhoud wordt… als het nieuw verhaal als vorm zélf inhoud wordt… Elke weg om van een groep bijeengebrachte mensen, een geméénschap te maken, is uniek maar ver verwijderd soms van sommige ‘welvaartsevangelies’, die nog steeds gepredikt worden. Leegte of eenzaamheid die onvervuld blijft, kan door de Heilige Geest veranderd worden in honger naar God, die ons levenslang met heel ons hart naar Hem laat zoeken. Onze gebrokenheid dan kan hiervoor kracht doen laten vrijkomen… In onze huidige postchristelijke cultuur is het onze missie, te tonen hoe ‘de ideale Kerk’ zo wél kan zijn! Lisette Segers
28/04/14 13:54
32
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
H. Geybels, Kruis over de
kerk? Uittocht uit de crisis: de marketing van de Blijde Boodschap, Borgerhoff & Lamberigts, 2010.
Hans Geybels was als woordvoerder van kardinaal Danneels en als directeur van het communicatiecentrum van de Vlaamse Jezuïeten mee verantwoordelijk voor de wijze waarop de Kerk in België en Vlaanderen in beeld kwam. Vandaar wellicht dit boek over de marketing van de Blijde Boodschap. Als de subtitel van dit boek ook als een vraag mag opgevat worden, dan moet de lezer van het boek deze vraag ongetwijfeld negatief beantwoorden. Nee, marketing van de Blijde Boodschap zal de kerk zeker niet uit de crisis halen. Daarvoor geeft de auteur zelf argumenten genoeg. In de eerste twee hoofdstukken staat de auteur stil bij het huidige slechte imago van de Kerk. Dit is volgens hem voor een groot deel te wijten aan de manier waarop de Kerk in de media komt. Vervolgens, in hoofdstuk 3, verdedigt de auteur de stelling dat de bedrijven de ‘technieken van de religie’ overgenomen
Pastorale Perspectieven 158.indd 32
hebben om hun producten te promoten. Hij baseert zich hiervoor op een boek van een marketingmanager, Jesper Kunde, maar een wetenschappelijke onderbouwing van deze stelling ontbreekt. De overeenkomst tussen marketing en religie is wat bij de haren gegrepen en slechts gebaseerd op (toevallige?) parallellen (zoals massabijeenkomsten). Als de drang om illusies te creëren ook van de grote religies komt, wat zegt dit dan over die religies? De auteur concludeert zelf (p. 71): ‘Het christendom wil mensen gelukkig maken, de zakenwereld wil vooral geld verdienen. Het is een essentieel verschil.’ Nochtans vindt hij dat het ‘tijd is om deze technieken weer voor het karretje van de Kerk te spannen’ (inleiding, p. 7). In hoofdstuk 4 neemt de auteur de ‘marketingtechniek’ van Jezus onder de loep, maar plaatst er zelf genoeg kanttekeningen bij. Hoofdstukken 5, 6 en 7 geven een opsomming van argumenten waarom marketingtechnieken niet geschikt zijn om de Blijde Boodschap te promoten en ‘de meeste mensen er bezwaar tegen hebben’ (p. 97). De auteur meent zelf dat de meeste bezwaren ‘een grond van waarheid hebben’. Zelfs in hoofdstuk 8 waarin dan toch een zekere marketing voor de Kerk wordt aangeprezen, geeft de auteur toe dat men moet oppassen (p. 142). In hoofdstuk 9 worden dan toch enkele praktische tips gegeven: priesters in Joepie, cyberpriesters, een priester in een soapserie, een christelijke Libelle,… daarnaast worden ook vermeld: Kerknet en goedverzorgde vieringen, toch niet echt marketing’technieken’. In het slothoofdstuk schrijft Geybels (p. 182): ‘Het zijn vooral de geloofspunten die tot discussie leiden. Een groot probleem
van de Kerk is immers dat de meerderheid vindt dat een aantal van haar standpunten gewoon niet meer binnen het huidige tijdskader past’, om nog maar eens te zeggen dat sleutelen aan het imago van de kerk via deze of gene techniek niet veel zal uithalen. Nochtans het is niet omdat marketing de Kerk niet zal verlossen, dat er een kruis over de Kerk gemaakt moet worden. Gelukkig maakt de auteur in zijn werk hier en daar gewag van andere uitwegen uit de crisis… Hij citeert bv. op p. 124 een prachtige uitspraak van Kardinaal Danneels: ‘Christenen moeten kacheltjes zijn’. Zet ergens een kacheltje en mensen gaan er heen. Lucia Goubert
E. Hambach, Handboek
Werken met vrijwilligers: de regels en de praktijk, Politeia, Brussel, 2012.
Dit handboek, dat bestaat sinds de Vrijwilligerswet van 2006, is hét standaardwerk over vrijwilligers(werk) en de
28/04/14 13:54
[ uitgelezen ] 33
Vrijwilligerswet. Aangezien het onlangs volledig herzien werd, leek het ons een goed moment het nog eens onder de aandacht te brengen. Voor iedereen die met grote vrijwilligersgroepen werkt, is dit de referentie. “Het handboek werd onderverdeeld in vier grote delen. Het eerste deel focust op de praktijk: hoe kan je vrijwilligerswerk tot een succesverhaal maken binnen je organisatie? Wat zijn nieuwe inzichten op het vlak van vrijwilligersmanagement? Theoretische kaders worden aangevuld met praktische suggesties om de theorie om te zetten in de dagelijkse praktijk. In een tweede deel is er aandacht voor de regelgeving. De vrijwilligerswet vormt hierbij het referentiekader. De regeling wordt haarfijn uitgelegd en geïnterpreteerd. Ook meer specifieke topics die aan de vrijwilligerswet gerelateerd zijn, zijn in dit deel terug te vinden. Het derde deel biedt antwoorden op concrete vragen uit de praktijk over de toepassing van de regelgeving. Omdat hier een zelfde indeling gebruikt wordt als in deel twee, kan je in een vingerknip het antwoord op je vraag terugvinden. Het vierde deel ten slotte biedt een leidraad voor de concrete ondersteuning van de vrijwilligers, de organisaties en het vrijwilligerswerk. Op de nieuwe cd-rom vindt u allerhande achtergrondinformatie bij het handboek. U vindt er visieteksten over de praktijk van het vrijwilligerswerk en uitleg over de ondersteuning van het vrijwilligerswerk op het lokale niveau t.e.m. het Europese niveau. Daarnaast vindt u op deze cd-rom de wetgeving waarvan in het papieren handboek meer duiding en achtergrondinformatie staat. Ten slotte zijn er ook enkele modelformulieren die u en uw vrijwilligers vrij kunnen gebruiken.” Het
Pastorale Perspectieven 158.indd 33
handboek bestaat uit 2 ringmappen (het is dus een losbladige publicatie, inclusief cd-rom) met abonnementsformule. Dit betekent dat bijwerkingen u automatisch worden toegestuurd tegen 0,55 euro per bladzijde, dit tot schriftelijke opzegging van het abonnement. Lieve Coorevits
G. De Corte en M. Moeremans,
Senior en vrijwilliger, Halewijn, Antwerpen, 2008, 206 p.
George De Corte, professor emeritus aan de Universiteit van Antwerpen en zijn vrouw Marleen Moeremans, internistgeriater, schreven een boek dat in de eerste plaats bestemd is voor vrijwilligers die zich inzetten voor zestigplussers en dit vanuit bestaande organisaties. Op de tweede plaats is het boek bestemd voor organisaties die beroep doen op vrijwilligers. En in derde instantie kan het boek zestigplussers aanzetten om vrijwilligers-
werk te gaan doen. Dit boek wil de vrijwilliger die zich inzet om activiteiten voor senioren te organiseren, ondersteunen. Er zijn op de dag van vandaag zoveel mogelijkheden wat betreft uitstappen, zoveel interessante thema’s om rond te werken en zoveel hulpmiddelen, al dan niet digitaal, om deze activiteiten voor te bereiden. Het boek bevat dan ook heel concrete tips voor culturele reizen, wandelen en fietsen tot enkele thema’s die belangrijk zijn bij het omgaan met (kwetsbare) senioren. Vooral in het eerste hoofdstuk wordt de nodige aandacht besteed aan de context. Wat maakt deel uit van het leven van senioren? De ouderenvoorzieningen waarbinnen vrijwilligers zich inzetten, het omgaan met dementie, palliatieve zorg, zinvragen en religie, relaties en seksualiteit, herinneringen en nostalgie zijn thema’s die senioren bezighouden. Een vrijwilliger die samenwerkt met senioren kan hier dus best wat kennis over hebben. Ook het belang van vorming voor vrijwilligers komt aan bod, net zoals de vorming door vrijwilligers, met de vrijwilliger als leerbegeleider voor levenslang en levensbreed leren. In het boek zijn enkele uitgewerkte thema’s opgenomen: het verleden, stressmanagament, de multiculturele samenleving en islamisering en als laatste de opwarming van de aarde. De lezer van het boek voelt de uiteenlopende interesses van de schrijvers. Elk op zich relevante thema’s, die soms wat los van elkaar in het geheel zijn opgenomen. Het boek is daarom eerder een handleiding: het leest niet als een verhaal maar de lezer kiest de hoofdstukken die hem of haar op dat moment interesseren en krijgt zo een heleboel praktische tips.
28/04/14 13:54
34
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
G.-A. van den BrinkBlankesteijn, Vrouwen
onderweg. Bijbels Dagboek voor vrouwen, Zoetermeer Boekencentrum, 372 p.
Het Bijbels dagboek voor vrouwen is een bezinningsboek voor elke dag met als uniek uitgangspunt: de vrouw in de Bijbel. Elke dag staat er een bijbels vrouwenfiguur centraal, startend met Sara, Rebekka, Rachel en Lea als moeders van Israël in het Oude Testament, over de vrouwen rond Jezus in het Nieuwe Testament tot de vrouw in de Brieven en Openbaring. Als lezer word je uitgenodigd om elke dag even stil te worden bij een bijbelpassage rond een bijbelse vrouw. Er wordt een overweging bij deze passage aangereikt die meestal eindigt in een uitnodiging tot nadenken of bezinning. Als afsluiting wordt elke dag een psalmvers of ander citaat uit de bijbel aangereikt als aanzet tot gebed. Dit bezinningsboek heeft veel te bieden. In de eerste plaats heeft het mij meer ‘bijbelvertrouwdheid’ gegeven, in die zin dat
Pastorale Perspectieven 158.indd 34
je elke dag – samen met het boek – de Bijbel opent en verhalen leest die dikwijls niet terugkomen in onze schriftlezingen op zon-of weekdagen en – mij althans – dus niet of minder bekend waren. Verrassend mooie en betekenisvolle verhalen over leven en dood, afscheid en hoop,… In de commentaren wordt aandacht besteed aan verschillende aspecten van het vrouw-zijn. Men heeft het over kinderen, over kinderloos zijn, over het huwelijk, over alleen-zijn, over weduwes, over moeders die kinderen moeten afgeven…. Als bedenking vind ik wel dat het ideale vrouwbeeld dat de commentaren over het algemeen naar voren schuiven nogal ‘braaf’ en ‘bescheiden’ is. Maar uiteindelijk is dit boek een uitnodiging tot bezinning, en dat is ook wat het biedt. Ik vond het zonder meer waardevol. Katrien Gijbels
Aurelius Augustinus,
Geef mij te drinken. Verhandelingen 1-23 over het Johannesevangelie, Budel/Eindhoven, Damon, 2010.
Een prekenbundel van zo’n 1600 jaar geleden! Ik moet bekennen dat ik eigenlijk bijna nooit preken lees maar voor deze bundel maakte ik graag een uitzondering. Er zijn 124 ‘verhandelingen’ of preken van Augustinus bekend over het Evangelie van Johannes. In deze forse bundel zijn daarvan de eerste 23 opgenomen. Laat ik mijn oordeel meteen geven: Voer voor pastores die ook wel preken en overwegingen houden! Waarom? Waarom zouden we deze antieke preken van die Afrikaanse bisschop (want Algerijn met Berbers bloed in de aderen) moeten lezen? Hierom: vanwege de prachtige rijke inhoud. Augustinus is voortdurend heel beeldrijk. Hij noemt de evangelist Johannes een adelaar, die hoger vliegt dan de anderen, die de duisternis van de aarde verder onder zich laat en het licht van de waarheid ziet met scher-
28/04/14 13:54
[ uitgelezen ] 35
pere ogen. Augustinus is in deze preken persoonlijk en existentieel. Eigenlijk heel modern. Maar naast de inhoud is het ook boeiend om te zien hoe nauw hij steeds aansluit bij zijn hoorders. Het zijn absoluut geen dorre theoretische verhandelingen. Hij stemt af in levendig contact met die hoorders. Hij zoekt voortdurend dat contact op. En het volk reageert blijkbaar ook spontaan en enthousiast. Er klinkt bij zijn preken nogal eens applaus of er is sprake van grote ontroering en tranen. Eén voorbeeld: na een uitweidend betoog over de smachtende minnaar uit psalm 27,4 (‘één ding heb ik van de Heer gevraagd, dit zoek ik: te verblijven in het huis van de Heer, al de dagen van mijn leven’) reageert het volk blijkbaar nogal heftig en daarop reageert Augustinus weer: Broeders en zusters, waarom roept u nu, waarom juicht u, waarom betuigt u zo van harte uw instemming? Er moet onder u toch een vonk van die liefde zijn? Waar verlangt u eigenlijk naar? Kan het met de ogen gezien worden? Is het aan te raken? Bezit het een schoonheid die de ogen streelt? (p.100-101). Uit dit voorbeeld, maar het boek staat er vol van, blijkt ook hoezeer Augustinus de beleving, de ervaring centraal stelt. Ook hierin is hij modern. Daarnaast in de manier waarop hij, de zielzorger, óók in zijn preken de hoorders als individuele personen aanspreekt met een eigen innerlijk. En daarbij oog heeft voor de taal! Steeds uit hij, de intellectueel, zich in hele gewone, eenvoudige en concrete volkstaal, ‘volkslatijn’: korte zinnen, vol woordspelingen en associaties. Het is geweldig dat er onder Augustinus’ gehoor steeds stenografen hebben gezeten waardoor we zoveel kunnen lezen van de inhoud van zijn preken maar ook
Pastorale Perspectieven 158.indd 35
van hoe het er aan toeging. In de hele bundel speelt Jezus Christus als bron van leven een cruciale rol. Vandaar de titel, die meer specifiek betrekking heeft op de langste verhandeling: Jezus’ ontmoeting met de Samaritaanse vrouw, bij de bron (Joh. 4). Deze eerste volledige Nederlandse vertaling is jarenlang voorbereid door diverse medewerkers en uitgegeven in samenwerking met het Augustijns Instituut in Eindhoven. De bundel is voortreffelijk vormgegeven. Met inleidingen en registers. Gebonden en met leeslint. Jan Venderbos
M. Korpel en J. de Moor,
De zwijgende God, Skandalon, 2011.
In mijn pastorale praktijk ontmoet ik vaak mensen die worstelen met wat zij ervaren als het zwijgen van God. Het boek van Korpel en de Moor is een studie naar diezelfde vraag maar dan niet in eerste instantie gericht op de pastorale
praktijk. Zij zijn bijbelgeleerden (Oude Testament en Semitische talen). Ze doen eerst een heel brede terreinverkenning naar het thema op het gebied van literatuur, film, media, filosofie en theologie. Wat wordt bedoeld als schrijvers en regisseurs het hebben over het ‘zwijgen van God’? Zo komen heel verschillende auteurs ter sprake; om een paar namen te noemen: Ingmar Bergman, Eli Wiesel, Immanuel Levinas , Lars von Trier, maar ook mensen als Miskotte. Omdat alle spreken over God gebaseerd is op analogie met het menselijk spreken wordt vervolgens stil gestaan bij de betekenis van het zwijgen tussen mènsen in de Oudheid. Daarna worden praktisch alle bijbelteksten over het spreken en zwijgen van God besproken en vergeleken met teksten uit de omringende landen van Israel. Heel opvallende conclusie is dat in de Bijbel het zwijgen van God een grote uitzondering is. Zijn zwijgen komt wel voor maar staat niet op de voorgrond. Bovendien, en dat is een andere conclusie van de auteurs, is dat dan eigenlijk het zwijgen van mensen! Want God kan niet anders dan spreken door mensen. De auteurs wijzen erop dat ‘stilte van de godheid’ vanwege geduld of mededogen in de Bijbel vaker lijkt voor te komen dan in de rest van de oud-oosterse wereld. In de oorspronkelijke teksten wordt deze stilte niet aangegeven met woorden maar door spaties in de tekst die een retorische stilte aangeven. In het slot van het voorlaatste hoofdstuk is er één paragraaf gewijd aan wat wordt genoemd ‘Onbegrijpelijk goddelijk zwijgen in de Bijbel’. Dat behandelt vooral de klachten in de psalmen daarover. De opmerkelijke uitingen van diezelfde
28/04/14 13:54
36
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
psalmisten, dat God heeft geantwoord, worden vooral gezien als een innerlijk psychologisch proces. Het laatste, zevende hoofdstuk, ‘Epiloog’ getiteld, gaat nog het meest toe naar de pastorale praktijk: Wat betekent het nu dat woorden van God altijd bemiddeld worden door mensen, ofwel via de hoorders zelf, of door andere mensen? Volgens Korpel en de Moor zou het zwijgen van God wel eens veroorzaakt kunnen worden door de traagheid van mensen, zelfs wanneer zij over alle middelen beschikken om zelf te doen waarvoor zij bidden en weten wat God in het verleden gezegd heeft. Hij verwacht actie van zijn volgelingen. Ze verwijzen daarvoor naar aangrijpende citaten uit de dagboeken van Etty Hillesum. Zelf vroeg ik me af of de auteurs zich toch niet te makkelijk afmaken van het idee dat Gods zwijgen ook veroorzaakt kan worden door zonde en oordeel. Zij lijken deze gedachte als achterhaald te beschouwen. In mijn praktijk kom ik dit toch echter nog steeds tegen als de authentieke ervaring (of angst) van mensen. Voor het overige: een zeer aan te bevelen boek, grondig en systematisch van opzet. Met uitgebreide literatuurverwijzingen en diverse registers. Jan Venderbos
Pastorale Perspectieven 158.indd 36
Mag. Dr. J. Hermans,
De liturgie van de uitvaart. Een handboek voor de praktijk, Oegstgeest, Colomba, 2011.
In het voorwoord van dit boek verwijst bisschop A. Hurkmans naar een woord van Kardinaal G. Danneels: “Het verglijden naar alternatieve rituelen zet zich overal door. Het begint vaak met verregaande aanpassingen in de richting van individualisering en personalisering van het ritueel. Vooral in huwelijks- en uitvaartliturgie komt het er soms op neer dat er omzeggens een nieuwe ritus ontstaat, die parasiteert op de moederstam van de officiële ritus uit het rituaal. In een later stadium wordt het officiële ritueel bijna helemaal verlaten of omgeturnd. Men behoudt wel de buitenarchitectuur (kerkgebouw, eventueel priester, literaire en muzikale omkadering), maar de geloofsdimensie en het voor God staan, is weg” (p. 7). Daarom is het goed om even in de kerkgeschiedenis terug te gaan onderzoeken wat de eigenlijke beteke-
nis van de uitvaartliturgie geweest is, hoe het Tweede Vaticaans Concilie daarover gedacht heeft en welke consequenties de nieuwe fenomenen van suïcide, euthanasie, crematie en priestertekort hierop hebben. “Door deze opzet is deze studie – ontstaan als cursus in de priesteropleiding – een soort handboek en naslagwerk voor allen die in de liturgische praktijk verantwoordelijkheden dragen met betrekking tot de kerkelijke uitvaart” (p. 10). Uitgangspunt is het graf en de begrafenis van Jezus door Jozef van Arimatea en de aanwezige vrouwen bij het graf. Het boek zelf bevat 12 vrij korte en overzichtelijke hoofdstukken. Het eerste bespreekt het verrijzenisgeloof en het gebed voor de overledenen als fundamenten voor de christelijke begrafenisliturgie. Geleidelijk aan is het bijbelse geloof in het leven na de dood gegroeid. Zo worden de bijbelse gebruiken bij overlijden en begraven onderzocht zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament. Daarna wordt in enkele hoofdstukken de geschiedenis en de evolutie van de kerkelijke uitvaartrituelen geschetst. Verder wordt de kerkelijke uitvaart volgens het wetboek van canoniek recht overlopen. En dan volgen nog interessante thema’s als de houding van de kerk tegenover crematie, die geduld wordt, maar zeker niet aangemoedigd, de kwestie van communie-uitreiken in uitvaartmissen, het thema van de kerkelijke uitvaart na zelfmoord of euthanasie, het al of niet toevertrouwen van uitvaartdiensten aan leken (bij priestertekort) en de voorwaarden voor het leiden van uitvaartplechtigheden door leken. Belangrijk is ook het laatste hoofdstuk over
28/04/14 13:54
[ uitgelezen ] 37
het spanningsveld tussen uitvaartliturgie en pastorale praktijk in een tijd van geloofscrisis: hoe ver mogen aanpassingen gaan, wordt het paaskarakter niet overbeklemtoond, de vraag naar inductieve liturgie, de omslag van theologie naar antropologie en de noodzaak van een blijvende vorm van mystagogie. Dit boekje is zeker een nuttig instrument voor de parochiepastoraal, omdat historische inzichten verhelderend kunnen werken bij het inschatten van de hedendaagse realiteit. Jos Vanachter
A. DE WIT, Een kleine theo-
logie van gewone dingen, Tielt, Lannoo, 2010, 156 p.
Op de omslagillustratie van ‘Een kleine theologie van gewone dingen’ spreekt een jonge, eigenzinnige leraar enthousiast tot de wolken, onzeker staand op zijn ladder in de natuur. Het lijkt een
Pastorale Perspectieven 158.indd 37
vreemde situatie. Tegelijkertijd roept het vragen op. Vanwaar die gedrevenheid? Wat heeft de man te vertellen? De bewust gekozen titel licht een tipje van de sluier op. ‘Een kleine theologie van gewone dingen’ verraadt een principiële onvolledigheid en bescheidenheid. De auteur wil op verrassende wijze een religieuze dimensie laten oplichten in het alledaagse leven. Hiertoe mijmert hij over zestien thema’s die als afzonderlijke hoofdstukken te lezen zijn. Dit gaat van kleine theologieën van zorgzaamheid over vaderschap tot de spatie, waarbij hij gebruik maakt van persoonlijke beschouwingen, kleine anekdotes of Bijbelse verwijzingen. De Wit schrijft op een associatieve wijze die bijna vertellend en interactief is. Zijn grote woordenschat en frisse schrijfstijl onthullen een auteur met een passie voor taal. Het verbaast dan ook niet dat de Wit journalist, auteur en redacteur is, met een voorkeur voor levensbeschouwelijke en filosofische thema’s. Afhankelijk van de interesse en eigen bedenkingen zal het ene hoofdstuk de lezer al meer bekoren dan het andere. Zelf vond ik een kleine theologie van de onmacht heel geslaagd. Denkers als Nietzsche en Machiavelli krijgen verhalenderwijs ongelijk. Macht valt immers niet te willen, maar wordt geschonken. Vreugde begint waar de eigen onmacht, omschreven als een goddelijke gave, ontdekt wordt. “Wie onmacht verwart met machteloosheid, tja, die zal dikke tranen laten van frustratie en droefenis. Wie echter begrijpt dat onmacht geen eindpunt is, maar veeleer een beginpunt, die zal een glimlach op zijn gezicht dragen
die zich maar moeilijk weg laat poetsen”. Het boek richt zich tot iedereen die open staat voor een originele en religieuze kijk op het dagelijkse leven, waarin hartelijkheid en zorg als cruciale waarden vooropgesteld worden. Dit laatste komt onder meer in een kleine theologie van de droevige liedjes tot uiting. Aan inspiratie voor pastores ontbreekt het in het boek niet. Wel dient men rekening te houden met de verscheidenheid aan beschouwingen, gaande van het platform Signalering Onjuist Spatiegebruik tot Thomas van Aquino. Bovendien laat de beperkte omvang geen diepgravende uitdieping toe. Toch kunnen de bijdragen een waardevolle aanzet vormen tot verdere reflectie. De leraar op de omslagillustratie verkondigt geen gespecialiseerde vakkennis in smetteloze aula’s. Veeleer doet hij de niet-alledaagse poging om, sprekend midden in en tot de natuur, gewone dingen in de schijnwerpers te plaatsen. Een absurde onderneming? Of een voetstuk voor het dagdagelijkse leven? Misschien wil hij voorkomen dat we die dagelijkse dingen vergeten of zelfs platlopen midden onze ernstige en zogenaamd belangrijke activiteiten... Kortom, ‘Een kleine theologie van gewone dingen’ daagt uit, inspireert en verfrist. Inge Neyens
28/04/14 13:54
38
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
J. Mettepenningen, Welke
Kerk? Vandaag en morgen. Met een voorwoord van Hans Küng, Davidsfonds, 2011.
Het boek vertrekt vanuit de positie van wat er op dit moment leeft in de kerk in België en in Rome maar ook met dat wat er leeft aan de basis. Aandacht voor de beelden van de kerk die we gevormd hebben door de eeuwen heen levert het volgende besluit op: de kerk is een gemeenschap van personen, van mensen. Zij is geen abstract geheel of gegeven. Er mag geen navelstaarderij zijn want dan verliest men uit het oog dat de kerk, die in wezen haar oorsprongsideaal ontleent aan het leven en de boodschap van Jezus Christus nu haar eigen wortels uit het oog verliest. Bij de opdracht die Petrus krijgt van Jezus valt ook op dat Jezus zegt “Zorg voor mijn kudde” = de hele gemeenschap van Jezus. Daarna zegt Hij “Wees een herder voor mijn schapen” = de herder die niet los kan staan van de kudde want dan verliest hij zijn bestaansreden, er is geen herder als
Pastorale Perspectieven 158.indd 38
hij geen schapen heeft. Deze opdracht is de grondreden van het bestaan van de kerk, het is het fundament dat de Liefde tot Jezus centraal staat. De zorg voor de gemeenschap (de kerk, de kudde) is een gevolg van de liefde tot Jezus. Niemand staat op zichzelf maar heeft bestaansrecht op grond van het feit dat er een kudde is die aan hem is toevertrouwd. De kudde is die van Jezus, het volk van God onderweg die liefdevol moet geleid worden. Heeft de kerk nog toekomst? Ja, alleen moet men in het spanningsveld durven staan van realiteit en ideaal en vandaar constructief bouwen. Heel de gemeenschap moet betrokken worden in de dialoog, we dragen allemaal bij tot de verantwoordelijkheid om de Liefde tot God te beleven, te beantwoorden. De kerk van de toekomst is zoals bij het begin van de kerk niet gebouwd op macht maar op nederigheid en authenticiteit als gemeenschap van gelovigen die bewogen zijn door Jezus Christus. Elfriede Decraene
E. Noltus en M. Jurjens,
Lachrimpels en littekens. Geestelijke verzorging in het verzorgings- en verpleeghuis, Berne, Heeswijk, 2010.
Met plezier heb ik dit schitterend boekje gelezen. De auteurs slagen erin de grootsheid van kleine momenten bij ouderen met dementie te vangen. Zelf ben ik 14 jaar werkzaam bij ouderen met dementie in een WZC, en de verhalen zijn zeer herkenbaar geschreven, vaak ook met veel humor. Het boekje is heel eenvoudig en vlot geschreven, en kan dus gemakkelijk door niet-pastores gelezen worden, zodat die een beeld krijgen van wat pastores doen. Doorheen de mooie verhalen en flitsen wordt ook duidelijk waarom spirituele zorg een wezenlijk onderdeel is van goede zorg. Voor pastores die het niet gemakkelijk hebben om hun spirituele zorg te funderen binnen hun instelling, of een plaatsje te veroveren, zijn de blz 86 tot
28/04/14 13:54
[ uitgelezen ] 39
92 een grote hulp. Helder en duidelijk wordt stap voor stap geschreven wat spirituele zorg is binnen het kader van kwaliteitsvolle zorg, wie het doelpubliek is en welke waarde het heeft binnen de geïntegreerde zorg. Kortom, een fris en lezenswaardig boekje.
K. Janssen en R. Jonkers,
Levenslang. Woorden bij grote en kleine momenten, Pelckmans, Kalmthout, 2011, 232 p.
Bart Fivez
Kolet Janssen en Rebekka Jonkers – moeder en dochter – stelden dit boek samen. Het bevat een schat aan teksten: het is een verzameling van gedichten, haiku’s, prozateksten van meer dan 20 auteurs, waaronder ook de twee redacteurs van het boek. Van sommige auteurs is er maar één tekst opgenomen, van anderen een hele verzameling. Op kop staat Kris Gelaude. Je vindt in het boek ook enkele klassiekers zoals teksten van Kahlil Gibran. Het boek bevat ook een tiental bijdragen van Hilde Van Putten, voormalig pastor van KAV, die in 2011 overleden is. Aan haar wordt het boek ook opgedragen. Ze besteedde in de laatste dagen van haar leven tijd aan het uitzoeken van enkele teksten voor dit boek. Voor wie haar gekend heeft, krijgt het boek daardoor nog een grotere waarde. De
Pastorale Perspectieven 158.indd 39
ondertitel van het boek ‘woorden voor grote en kleine momenten’ is mooi en terecht gekozen. Het boek is onderverdeeld in 5 grote thema’s : een nieuw begin; hoop en groei; geluk en samenzijn; het gekwetste leven en tot slot : ouder worden en dood. Ik vind het een mooi uitgegeven boek, geschikt om in te grasduinen, om af en toe ter hand te nemen, zomaar om even weg te dromen in mooie woorden of op zoek naar een tekst voor één of andere gelegenheid. Heel handig is het tweevoudige register. Je vindt er niet alleen een trefwoordenregister, maar ook een liturgisch register. Zo kan je teksten terugvinden voor bepaalde tijden van het kerkelijk jaar en voor bepaalde onderdelen in de liturgie. Een waardevol boek om in je bib te hebben als pastor, maar eveneens een tof geschenk omwille van de stijlvolle uitgave. Mieke Van Steelandt
28/04/14 13:54
40
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
Aankondigingen BEROEPSVERENIGING VOOR KATHOLIEKE PASTORES IN DE GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG Congres en algemene vergadering: ‘Meer dan koffie en een praatje. Het pastoraal gesprek anno 2013’. Datum: zaterdag 20 april 2013, 9u30 tot 15u30 Locatie: Oude Abdij Drongen Kostprijs: gratis voor leden – studenten: 20€ – anderen: 25 € zonder en 40€ met maaltijd Inschrijven: via de Elisabethwebsite www.pastoralezorg. be, voor 15 april Op het programma: 9u30 Onthaal met koffie en koekje 10u Welkom en bezinning 10u10 Lezing dr. Martin Walton, universitair docent geestelijke verzorging PTU Groningen 10u55 Pauze 11u15 Werkwinkels • Communicatie met mensen in de beginnende fase van dementie ºº Input: Jurn Verschraegen, coördinator expertisecentrum dementie Vlaanderen vzw ºº Pastor: Heidi De Clercq, vzw zorg-saam zusters Kindsheid Jesu
Pastorale Perspectieven 158.indd 40
• Communicatie met mensen met een niet aangeboren hersenletsel ºº Input: Prof.dr. Christophe Lafosse, diensthoofd en neuropsycholoog revalidatie ziekenhuis Revarte ºº Pastor: Mieke Van Reeth, revalidatie ziekenhuis Revarte • Communicatie in de context van een groep ºº Input: Maaike Afschrift, Klinisch psycholoog, psychotherapeut ºº Pastor: Peter Doll, PC St Amandus Beernem • Communicatie psychiatrie ºº Input: Chris Van de Veire, klinisch psycholoog, cliëntgericht psychotherapeut ºº Pastor: Roeland Polspoel, PZ St Annendael Diest • Communicatie in acute crisis ºº Input: Prof.dr. Luc Dejaegher, neuroloog AZ Imelda Bonheiden ºº Pastor: Filip Zutterman, AZ Imelda Bonheiden 1 2u30 13u45 14u00 15u30
Warme maaltijd Elisabeth website: voorstelling nieuwe lay out Algemene vergadering (voor leden) Einde
28/04/14 13:54
Wouter Devos [ Geraakt ] 41
Geraakt! Een plek aan de einder Door Wouter Devos
Op een zaterdag in januari krijg ik een onverwacht telefoontje van de PVT. Onze Simon, vijf jaar, en ikzelf zijn op dat moment verwoed aan het snoeien in de tuin. Geen struik of haag is veilig voor ons. Onverstoord knip ik tak na tak. Hij voert verbeten af. Zo zijn wij op ons best, daar waar wij het meeste thuis zijn. Een uniek vader en zoon-moment, in de witte stilte van vallende sneeuwvlokken. “Angèle is gestorven”, klinkt het door mijn gsm. “Moar allèz hie”, hoor ik mezelf mompelen in de taal die Angèle en ik gemeen hadden. Ons beider moedertaal waarin wij het goed met elkaar konden vinden, zonder al te veel woorden, maar toch. Ons onderling gebrabbel had iets samenzweerderig en intiem. De anderen verstonden ons niet en dat schept een band. Twee dagen later ontmoet ik drie van haar vier reeds-lang volwassen kinderen. Nummer vier is onvindbaar, sinds jaren. Opvallend: drie kinderen, drie verschillende streektalen. En ook: vier kinderen, vier vaders. Vier kinderen, vier weeshuizen, vier pleeggezinnen. Vier kinderen die als vreemden zijn voor elkaar. Behoedzaam drinken wij een tas koffie in de refter van de PVT. Een verpleegkundige brengt vaart in het gesprek. Er wordt gebabbeld, maar nog niet veel gezegd. Ik zwijg vooral en wacht. De vriendin van de jongste dochter neemt het woord. “De familie zou de uitvaart in jullie kapel willen laten doorgaan. Angèle had geen thuis, geen plaats waar zij gekend was. Deze plaats hier was nu haar thuis.” De oudste dochter doorbreekt haar stilzwijgen en zegt, eigenlijk roept ze het bijna, dat zij geen “katholiek gedoe” wil. Ik schrik niet. Mensen vertellen vaak al heel wat
Pastorale Perspectieven 158.indd 41
nog voor zij hun mond hebben opengedaan. Ik zeg dat alles bespreekbaar is. Mijn voorstel om rond de tafel te gaan zitten en hierover van gedachten te wisselen, brengt rust. Stilaan groeit een consensus, door goed te luisteren en bescheiden voorzetjes te geven: “Het moet geen mis zijn” en “Wat zouden jullie ervan denken om God vooral te laten klinken als een ‘vraag’, als een ‘(aan)klacht’”? De dagen voor de uitvaart stel ik mij de vraag wie ‘God’, ‘Onze Vader’ voor mij zou zijn als ik niet zou weten wie mijn vader was en de vrouw die mij gebaard had, nooit echt een moeder voor mij was geweest? Ik kan het mij niet voorstellen. Na de gebedsdienst, rond de urne, vragen de jongste dochter en haar vriendin aarzelend of ik geen plek ken waar de asse van Angèle zou kunnen worden uitgestrooid. Er is geen enkele plaats die de kinderen bindt en een strooiweide in een verre, onbekende stad is onpersoonlijk en kil. “Er is wel een plek aan de einder waar Angèle altijd een bijzondere aandacht voor had wanneer zij in de tuin op wandel was”, zo weten zij. Even later gids ik hen door een winters landschap, langs een holle weg, tot aan een verlaten plek met wat bomen. “Hier is het goed”, zeggen zij. “Hier mag zij thuiskomen”. Met een schopje schep ik de sneeuw weg en maak wat ruimte in de schoot van moeder aarde, tussen de wortels van een oude es. Met enige moeite maak ik voor hen de urne open. Wij wisselen nog enkele woorden. Daarna bedanken zij mij en ik neem afscheid. Terwijl ik terugstap, kijk ik nog even achterom. Ik zie twee vrouwen, voorovergebogen in de sneeuw, elkaar vasthoudend daar waar anderen misschien al lang geleden hebben losgelaten. In stilte hoop ik en geloof ik dat zij zo bij elkaar mogen thuiskomen en ook daarin vrede kunnen vinden.
28/04/14 13:54
42
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
Uitsmijter Florentijns opkikkertje… Door Hilde Van der Motte
Ik zit op de trappen van de dom in Firenze. Warm. Heet. Heerlijk heet. Zorgeloos heet: alleen mijn zonnehoed wat herschikken. Meer heb ik niet ‘aan mijn hoofd’: letterlijk en figuurlijk. Ik sluit even mijn ogen. Een paar zweetdruppels worden geboren. Aangenaam. Ze prikkelen mijn gemoed: dit is vakantie, dit is zon, dit is rust, dit is … het zalige niets. Ik doe mijn ogen terug open en geniet van de fraaie aanblik. Ik zit precies tegenover de doopkapel en kijk naar de Paradijspoort. De tien oudtestamentische taferelen op de gouden poort worden speels aan mijn zicht ontrukt door vrolijke zonnehoedjes en gekleurde petten op de hoofden van mannen, vrouwen en kinderen die van links naar rechts floreren. Ik geniet, ik glimlach, daar, in mijn eentje, met een zonovergoten gevoel, in hart en ziel. De Florentijnse zon daagt mij uit. Warm. Heet. Te heet. De zweetdruppels worden irritant talrijk. Toch maar weg van die trappen. Ik slenter over de Piazza del Duomo en sluip de doopkapel in. Ik zoek hardnekkig naar afkoeling. Mijn gsm staat op fluisterstand. Ik ben alert. Mijn zonen beproeven hun geluk ergens in hogere sferen, op de koepel van de dom. Ik niet. Brrr. Panische hoogtevrees. Ik wandel terug naar buiten. We moeten elkaar hier ergens terug vinden. Ik vind een plaats op een terrasje. Even overvalt me een onbehaaglijk gevoel. Ik ben hier alleen met mijn zonen. Zou mijn man ondertussen echt geen spijt hebben dat hij thuis wou verder klussen? Zou mijn dochter het oprecht gemeend hebben dat ze niet mee wou
Pastorale Perspectieven 158.indd 42
omdat ze al twee keer met haar vriend op vakantie is geweest? Twijfel. Op hetzelfde zonovergoten plein ben ik plots een echtgenote en moeder met een streepje schaduw, in hart en ziel. Mijn ogen dwalen over het plein; zoeken mijn zonen. Ik … glimlach wanneer ik hen zie aankomen. In de zon. Een heuvel rond Firenze. In de rode gloed van de ondergaande zon genieten de zonen en ik van de warme stem van een straatzanger en van al het mooie dat ons overkomt. We klimmen nog even hoger tot aan een gezellig eethuis. Terwijl de duisternis valt genieten we, genieten we, genieten we. Er is alleen het gezellige geroezemoes van tafelende toeristen, Firenze, zij en ik. Ik haal mijn reisgids boven en trakteer mijn jongens op een leuk weetje. Of zij het Stendhal-syndroom kennen? Het is een psychische aandoening die zich kan voordoen wanneer iemand volledig overrompeld wordt door de schoonheid van kunst. De aandoening is genoemd naar de negentiende eeuwse Franse schrijver Stendhal (Marie-Henri Beyle). Tijdens een bezoek aan Firenze, in 1817, versnelde zijn hartslag, werd hij duizelig, raakte verward en viel flauw, door de schoonheid en het artistieke karakter van de stad. In 1979 werd, na tien jaar bestuderen van een honderdtal gevallen, het verschijnsel als syndroom erkend. Mijn zonen knikken ‘licht geamuseerd’ en ‘goedkeurend’ naar hun moeder om dit weetje. Met een blik op de stad die zich in de duisternis hult klinken we op de schoonheid van Firenze en elkaar. Alla salute!
28/04/14 13:54
Hilde Van der Motte [ Uitsmijter ] 43
We zijn nooit in ‘deze combinatie’ op vakantie geweest: de twee zonen en ik. Het was een impulsieve beslissing van mijn man en ik om in een jaar van verbouwingen de jongens onverwachts toch een reisje een te bieden. Allebei historici in spe, waren ze uiteraard in de wolken! In een stad die zindert van kunst en geschiedenis, van schoonheid en charme, hebben we minstens evenzeer genoten van de intense en unieke momenten samen. De zorgeloosheid van de vakantie verruimt je aandacht voor pure emoties, voor elkaar. Het was een fantastische ervaring. Zoals Firenze je in haar musea, maar evenzeer achter elk hoekje of kantje kan verrassen met haar schoonheid, waren er ook onverwachte momenten met mijn zonen die me verblijdden, overrompelden, overweldigden. Omgeven door al de helden
Pastorale Perspectieven 158.indd 43
van de renaissance, heb ik hier onbevangen en ten diepste van mijn schatten kunnen genieten. En bovendien, weet je… …het gaat bij het reizen niet om de aankomst, maar om het thuiskomen, beladen met pollen die je moet omzetten in honing als voedsel voor de geest. R.S. Thomas, priester-dichter, Wales 1913-2000
Over de auteur Hilde Van der motte is ziekenhuispastor in het AZ Diest. E-mail:
[email protected]
28/04/14 13:54
44
PASTORALE PERSPECTIEVEN 158 - 2013/1
Pastorale Perspectieven 158.indd 44
28/04/14 13:54
P706268 Afgiftekantoor: Brussel 4
Maart 2013 nr 158
Inhoudstafel
DRIEMAANDELIJKS VAKTIJDSCHRIFT VOOR EN DOOR PASTORES
3 Ten Geleide
Mindfulness, met of zonder traditie Pieter Vandecasteele
5 Mindfulness, spiritualiteit of laagje vernis? Edel Maex
8 De bewaking van de gedachten Aandacht in christelijke setting Lieven Vanderbrugghen
15 Mildheid en menswording
De wijsheid van Jezus als bron van ‘mindfulness’ Ria Weyens
20 Mindfulness In het pastorale zorgaanbod Twee praktijkverhalen Koen De Fruyt, Renilde Vos
24 Gebed van de pastor Mild worden Karel Staes
Goedele Van Edom
30 UITGELEZEN 40 Aankondigingen 41 Geraakt
Een plek aan de einder Wouter Devos
Pastorale Perspectieven. Driemaandelijks vaktijdschrift voor en door pastores is een uitgave van Caritas Catholica Vlaanderen vzw.
Maart 2013
Kaft PP 158.indd 1
Florentijns opkikkertje Hilde Van der motte
nr 158
42 Uitsmijter
in pastorale zorg
perspectieven
Bernadette Verbruggen
pastorale
25 Pastorale begeleiding van mensen met kanker
Mindfulness, mildheid en aandacht
MINDFULNESS.
Spiritualiteit of een laagje vernis?
MILDHEID EN MENSWORDING. Bijbelse verhalen als bronnen van ‘mindfulness’
Pastorale begeleiding van mensen met kanker
28/04/14 13:54