milieuzorg op school
MOS-leidraad secundair
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
2
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
inhoud 1. MOS, actiegericht engagement 03 2. Hoe word je MOS-school? 04 3. MOS, een manier van aanpakken 05
3.1. Visie en planning 05
3.2 Betrokkenheid van de leerlingen 05
3.3 Draagvlak 06
3.4 Communicatie 06
3.5 Verankering 07
4. Stappenplan 09
4.1 Stap 1: Ondertekening van de milieubeleidsverklaring en installatie van de milieuwerkgroep 11
4.2 Stap 2: Analyse van de beginsituatie en keuze van het / de thema('s) 13
4.3 Stap 3: Sensibilisatie: het inleefmoment 15
4.4 Stap 4: Inventarisatie van de milieusituatie en opsporing van knelpunten 17
4.5 Stap 5: Maatregelen bepalen en plannen 19
4.6 Stap 6: Maatregelen invoeren 21
4.7 Stap 7: Tussentijds meten en registreren 23
4.8 Stap 8: Beoordeling en terugkoppeling 25
5. MOS-thema’s 26
5.1 Themapakketten 27
5.2 Meetinstrumenten 28
6. Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven 29 7. Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 31 8. Streven naar een logo of de groene vlag 33
8.1 Procedure en tijdpad 33
8.2 Het “WIJ DOEN MEE”-formulier 34
8.3 Het planningsdocument 34
8.4 Het logodossier 34
8.4.1 Aangepast planningsdocument 35
8.4.2 MOS-spiegel 35
8.4.3 Evaluatiedocument 36
8.4.4 Bewijsmateriaal 37
9. De groene vlag van Eco-Schools 38 10. Milieuwetgeving 39 Bijlage 1:
Milieubeleidsverklaring 40
Bijlage 2: “WIJ DOEN MEE”-formulier 41 Bijlage 3:
Planningsdocument 42
Bijlage 4: Voorbeeld planningsdocument (begin schooljaar) 44 Bijlage 5: Voorbeeld planningsdocument (aangepast tijdens schooljaar) 48
1
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
2
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
1. MOS, actiegericht engagement
1. MOS, actiegericht engagement samenwerking
vakoverschrijdende eindtermen
MOS staat voor “Milieuzorg Op School”. Het is een initiatief van de Vlaamse overheid. De afdeling Milieuintegratie en -subsidiëringen van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie werkt hiervoor samen met de vijf Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Een school die instapt in het MOS-project engageert zich om een educatief verantwoorde milieuzorgwerking uit te bouwen. MOS zet scholen ertoe aan om samen met het hele team, leerlingen en ouders de school “om te bouwen” tot een milieuvriendelijke en duurzame school. De provinciale MOSbegeleiders1 gaan dag in dag uit op pad om scholen hierbij te ondersteunen met educatief materiaal, voorbeelden en advies. Ze bouwen netwerken uit met gemeenten en (plaatselijke) organisaties om scholen te ondersteunen. MOS werkt samen met o.a. Kleur Bekennen, PROTOS, Globelink, afvalinter communales, GREEN… Een moderne school maakt keuzes, ontwikkelt een eigen pedagogische identiteit en legt haar eigen kwaliteitsdoelen vast. Een belangrijk hulpmiddel daarbij zijn de vakoverschrijdende eindtermen, die ook het beleidsvoerend vermogen van scholen moeten stimuleren. De VOET behoren tot de verantwoordelijkheid van elke school. De school moet een klimaat creëren waarin de leerkrachten vakoverschrijdend kunnen werken. Elke school bepaalt zelf hoever haar milieuengagement gaat en krijgt daarvoor van MOS begeleiding op maat.
verantwoordelijkheid
MOS is actiegericht. Met eigen accenten werkt een MOS-school aan vele (vakoverschrijdende) eindtermen, dus ook aan waarden en attitudes. MOS geeft milieuzorg een plaats in de dagelijkse werking van de school. Jongeren krijgen verantwoordelijkheid en beleven via relevante ervaringen de school als een onderdeel van hun samenleving. Want als de school milieuzorg serieus neemt, moet ze systematisch te werk gaan en rekening houden met een aantal procescriteria. In dat geval kan de school ook een erkenning krijgen: het logo GROENE SCHOOL en later de GROENE VLAG van Eco-Schools.
1
Provinciale begeleider betekent in deze leidraad altijd MOS-begeleider van de provincie of van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
3
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
2. Hoe word je MOS-school?
2. Hoe word je MOS-school?
milieubeleidsverklaring
ecocode
Je wordt MOS-school wanneer je directeur een milieubeleidsverklaring ondertekent. (zie bijlage 1) De school bevestigt hiermee dat ze op een educatieve manier aan milieuzorg wil werken en een milieuzorgsysteem wil uitbouwen op maat van de school. De procedure is dus heel eenvoudig: een overtuigde enthousiasteling (leerling, leerkracht, personeelslid, ouder…) neemt het initiatief en overhaalt enkele anderen om samen aan milieuzorg te werken op school. Het komt er dan op aan de directie te overtuigen de milieubeleidsverklaring te ondertekenen en die op te sturen naar je provinciale begeleider. Vanaf dan kun je rekenen op begeleiding en ondersteuning. Een ploeg begeleiders staat voor je klaar. Zij geven je informatie en bezorgen je educatief materiaal, helpen je op weg met goede praktijkvoorbeelden en begeleiden je school bij de opstelling van tijdpad en stappenplan. Een milieubeleidsverklaring kun je ook omvormen tot een beginselverklaring of ECOCODE (zie p. 42), die je dan op een duidelijk zichtbare plaats ophangt.
De MOS-begeleider… ** komt het project toelichten op school ** bezorgt de school informatie en educatief materiaal ** ondersteunt de werking van de milieuwerkgroep met raad en daad en zoekt mee naar oplossingen voor mogelijke knelpunten ** brengt scholen met elkaar in contact en stimuleert de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden en de samenwerking tussen scholen en lokale overheden en organisaties ** ondersteunt (lokale) netwerken ** bundelt reacties en ervaringen van scholen met MOS die het project ten goede komen
4
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
3. MOS, een manier van aanpakken
3. MOS, een manier van aanpakken procescriteria
De sleutel tot succes is de manier waarop de school het MOS-project aanpakt. Een MOS-school werkt aan kwaliteit door aandacht te hebben voor volgende procescriteria: ** visie en planning ** betrokkenheid van de leerlingen ** draagvlak ** communicatie ** verankering Op die manier streeft een MOS-school doelgericht naar educatieve winst en milieuwinst2.
3.1 Visie en planning stappenplan
PDCA
Met een goed onderbouwde en overlegde visie op milieuzorg, projectwerk en vakoverschrijdend werken, verdient het MOS-project een belangrijke plaats op school3. Het gaat niet om zo maar wat lukrake acties. Met een degelijke planning heb je meer kans op slagen. MOS reikt je een stappenplan aan met een inleef-, een doe- en een evaluatiefase (zie verder). Je kunt het project strategisch vorm geven en laten groeien op maat van jouw school. Systematisch, planmatig en stapsgewijs te werk gaan betekent meer kans op inbedding in de school cultuur en milieu- en educatieve winst. Doe het volgens de PDCA-cyclus: Plan: leg resultaatgerichte doelstellingen vast en bepaal geschikte actie( s) Do: voer uit Check: meet het resultaat en toets aan vastgelegde doelstellingen Act: (= afkorting van “actualize” = actualisatie van de planning) doe wat nodig is om de actie te verbeteren
3.2 Betrokkenheid van de leerlingen actieve betrokkenheid
Bij het MOS-project is de hele school betrokken, maar de leerlingen spelen de belangrijkste rol. Zij moeten het gevoel krijgen dat de milieuacties van hen zijn, niet enkel voor hen. Leerlingen willen mee nadenken over “waar gaat het over, wat zijn de voorstellen, wat zijn de gevolgen van de beslissingen?”. Ze willen mee-praten, mee-plannen, mee-beslissen en mee-evalueren: dit is actieve betrokkenheid. Het enthousiasme groeit wanneer leerlingen kunnen zeggen: “Het is ons project”4. Schijninspraak is dodelijk! In een school waar men een cultuur van dialoog ernstig neemt, moeten leerlingen zichtbare invloed kunnen uitoefenen.
2
Zie ook: “Een goede cocktail is het lekkerst”, hfst 5. Baat afwerpen
3
Zie ook: “Een goede cocktail is het lekkerst”, hfst 1. Doordacht en stapsgewijs.
4
Zie ook: “Een goede cocktail is het lekkerst”, Het is ons project (hfst. 2).
5
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
3. MOS, een manier van aanpakken
3.3 Draagvlak een zaak van iedereen
taakverdeling
erkenning en vertrouwen in de lessen
Als de lerares Nederlands er op haar eentje moet voor zorgen dat het water- en elektriciteitsverbruik van de school dalen, dat de school haar gft-afval composteert en herbruikbare bekers invoert, vergeet het dan maar! Dat kán zij niet alleen. Milieu is een zaak van iedereen. Werken aan een duurzame, milieuvriendelijke school vraagt dagelijks inspanningen en een groot uithoudingsvermogen. Om elke hoek loert het gevaar van overbelasting. Een goede taakverdeling – die je geleidelijk aan opbouwt – doet dan ook wonderen. Als bij het MOS-project de hele schoolbevolking is betrokken, is de slaagkans groter. Een milieu project heeft meer kans op slagen als alle betrokkenen samenwerken en zich mee verantwoordelijk voelen. Mogelijke bondgenoten (kandidaten voor de milieuwerkgroep?) zijn uiteraard de leerkrachten, maar ook directie, opvoedend, administratief, technisch en onderhoudspersoneel. Ook ouders en externe partners kunnen een belangrijke rol spelen. Voor elke actie of campagne is het een kritische randvoorwaarde dat “de directie er achter staat”. Een milieuwerkgroep heeft nood aan tekens van erkenning en vertrouwen vanwege de directie. Leerkrachten kunnen tijdens de lessen een milieuonderwerp benaderen vanuit verschillende invalshoeken. Voor elk vak biedt MOS heel wat didactische mogelijkheden5. Het administratief, onderhouds- en technisch personeel kan een belangrijke bijdrage leveren omwille van hun praktische en technische kennis.
3.4 Communicatie communicatiestrategie
constructief, origineel en creatief
Een project valt of staat met het al of niet aanwezig zijn van een doordachte communicatiestrategie. Dat vraagt wel wat denkwerk, want er zijn op school verschillende doelgroepen met elk eigen informatiebehoeftes. Betrokkenen en belanghebbenden – zowel intern als extern – informeren en een forum geven, zorgt ervoor dat ze zich kunnen “bemoeien”. Met een constructieve, originele en creatieve communicatie profileert de school zich als een duurzame en milieuvriendelijke school. Wil je de hele schoolgemeenschap bereiken, zorg dan voor ludieke acties en frisse campagnes. Bedenk grappige slogans en werk met beelden. Een opvallende aanwezigheid van MOS op o.a. de website, in de schoolkrant en op opendeurdagen is noodzakelijk. Je brengt daarmee ook de lokale gemeenschap en de ouders op de hoogte van de MOSactiviteiten en -afspraken6.
5
Zie de verschillende themapakketten.
6
Zie ook hfst 3 “Verpakken moet” van “Een goede cocktail is het lekkerst.”
6
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
3. MOS, een manier van aanpakken
3.5 Verankering rode draad
doorlopend proces gedrag
De school maakt voldoende tijd vrij voor het milieuproject. Daarvoor gebeuren inspanningen in de klas, de school en de schoolomgeving. De MOS-activiteiten vormen een rode draad doorheen het hele schooljaar en zijn een gezonde mix van vak- of klasgebonden en klasdoorbrekende activiteiten. MOS wordt een vast onderdeel van het schoolklimaat7. De school houdt rekening met de adviezen en voorstellen van de milieuwerkgroep en milieuafspraken worden geformaliseerd: opgenomen in schoolreglement of schoolwerkplan en een vast onderwerp op verschillende overlegmomenten. Tegelijk is de school zich bewust van het feit dat milieuopvoeding een doorlopend (en niet eenmalig) proces is. Nieuwe uitdagingen, nieuwe impulsen, altijd andere acties zijn nodig. Het project is nooit af. Als je als buitenstaander voor het eerst de school bezoekt, zou je moeten zien dat de school de visie op milieuzorg uitstraalt in o.a. het gedrag van de leerlingen, leerkrachten en ander personeel, haar tijdelijke en blijvende activiteiten, in de klassen, op de speelplaats, in de eetzaal en in de schoolomgeving. In alle geledingen van de school – van keuken over drukkerij naar werkplaatsen – staat preventie van milieuschade voorop.
7
Zie ook hfst 4 ‘De verankering’ van “Een goede cocktail is het lekkerst.”
7
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
8
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
4. Stappenplan
4. Stappenplan planmatig op maat van de school
cyclisch proces
Na de ondertekening van de milieubeleidsverklaring volg je best het MOS-stappenplan. Dat stappenplan maakt het je gemakkelijker om milieuzorg in te voeren. Het helpt om het project planmatig vorm te geven en te laten groeien op maat van de school. Zo groeit MOS uit tot een vast onderdeel van de schoolcultuur. Ook in de themapakketten van MOS vind je dat stappenplan (stappen 3-8) bij elk thema terug.
Een stappenplan heeft altijd het gevaar niet compleet te zijn. Soms kan ook de volgorde worden gewijzigd of moeten bepaalde stappen meer dan eens worden uitgevoerd. Het helpt de school in ieder geval de voortgang van het project te bewaken en te controleren. De invoering van een educatief verantwoorde milieuzorgwerking beschouw je best als een cyclisch proces. We raden je aan te starten volgens het MOS-stappenplan, maar na verloop van tijd zullen de verschillende fasen elkaar overlappen en door elkaar lopen. De school is niet “klaar” met milieuzorg als alle stappen zijn doorlopen. Ze kan zich altijd inspannen om haar milieuprestaties nieuw leven in te blazen, voort te zetten en te verbeteren.
MOS-Stappenplan
INLEVEN
DOEN
EVALUEREN
STAP 1
Milieubeleidsverklaring ondertekenen en milieuwerkgroep oprichten
STAP 2
Beginsituatie analyseren en thema(‘s) kiezen
STAP 3
Sensibilisatie
STAP 4
Inventarisatie: milieusituatie inventariseren en knelpunten opsporen
STAP 5
Maatregelen bepalen en plannen
STAP 6
Maatregelen invoeren
STAP 7
Tussentijds meten en registreren
STAP 8
Beoordeling en terugkoppeling
9
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
10
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
4. Stappenplan
4.1 stap 1. Ondertekening van de milieubeleidsverklaring en installatie van de milieuwerkgroep
ruime vertegenwoordiging
Met de milieubeleidsverklaring (www.milieuzorgopschool.be > secundair > downloads) bevestigt je school dat ze op een educatieve manier aan milieuzorg wil werken en een milieuzorgsysteem wil uitbouwen op maat van de school. Deze leidraad, de vijf themapakketten en het praktijkboek “Een goede cocktail is het lekkerst” (www.milieuzorgopschool.be > secundair > educatief materiaal) bieden hierbij educatieve ondersteuning. Op de MOS-website zelf en in het tijdschrift MOSterd (www.milieuzorgopschool.be > MOS-extra > MOSterd-nieuwsbrief ) vind je een schat aan informatie, voorbeelden en creatieve ideeën en links naar interessante websites en educatief materiaal. Na de ondertekening richt je best een milieuwerkgroep op of geef je aan een bestaand inspraakorgaan milieuzorgbevoegdheid. Streef daarbij naar een zo divers mogelijke vertegenwoordiging: leerlingen, leerkrachten, personeel, directie, ouders. Start niet te groot. Bepaal het ambitieniveau dat je als school op milieugebied hebt, maar zorg ervoor dat het voldoende uitdagend is. Meer informatie en creatieve ideeën? Zie o.a. “Een goede cocktail is het lekkerst” p.15-17 en p.30-32. Suggesties: ** Je kunt een feest maken van de ondertekening van de milieubeleidsverklaring. De hele school mag het weten! ** Je kunt een milieubeleidsverklaring ‘op maat van de leerlingen’ opstellen, waarin je samen al enkele doelstellingen bepaalt. ** Je kunt de ondertekende milieubeleidsverklaring uitbreiden tot een heus “milieucharter” of “ecocode” waarin je een aantal doelen vastlegt. ** Je kunt de leden van de milieuwerkgroep van bij de start vragen naar hun verwachtingen en duidelijke afspraken maken over de manier van samenwerken
11
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
12
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
4. Stappenplan
4.2 stap 2. Analyse van de beginsituatie en keuze van het thema / de thema(’s) welk thema pakken we aan?
Een milieudoorlichting van de school. Wat is onze beginsituatie? Waar zitten we goed en waar scoren we slecht op milieuvlak? Is de school klaar voor een vakoverschrijdend project waarbij de leerlingen actief worden betrokken? Welke acties passen best bij het profiel van onze leerlingen en hebben de grootste kans op slagen? Welke milieuactiviteiten heeft de school al georganiseerd? Wie zijn de sleutelfiguren op het gebied van milieu op onze school? Om dat te weten te komen moet je de beginsituatie in kaart brengen. Dat kun je op verschillende manieren doen. De analyse moet ook aan het licht brengen welk thema je best (eerst) aanpakt. Het is niet de bedoeling hiermee een waardeoordeel over de school te vormen. De analyse moet je in staat stellen om de milieuproblemen doordacht en systematisch aan te pakken. Houd bij de keuze van het thema ook rekening met het profiel van de school, de slaagkans en het media genieke karakter van bepaalde maatregelen, de ligging van de school en de schoolcultuur. Meer informatie en creatieve ideeën? Zie o.a. “Een goede cocktail is het lekkerst” p. 17-19.
Suggesties: ** Stel zelf een enquête op of maak gebruik van de MOS-enquête (www.milieuzorgopschool.be > secundair > downloads). ** Interview de directie, de preventieadviseur of de TAC (Technisch Adviseur Coördinator) over de maatregelen die de school (al) neemt op het vlak van milieu en leg de knelpunten bloot. ** Werk als beginnende school aan één thema tegelijk. Start eventueel zelfs met een onderdeel van een thema. Bv. papierverbruik (thema afval en duurzame materialen), inrichting van de speelplaats (thema vergroening). ** Breng de milieusituatie van de school in beeld (foto- of video reportage). Maak bv. een foto- of videoreportage over het energieverbruik op school. Wordt het afval gesorteerd? Wordt er recto-verso gekopieerd? Zijn de verwarmingsbuizen geïsoleerd? Zijn er thermostatische kranen? Hangen er gordijnen? Zijn er stralingsschermen achter de radiatoren? Staat de waterverwarmer dicht bij het verbruikpunt? Zijn er spaarlampen? Worden toestellen die niet worden gebruikt, uitgeschakeld? Of raap met een groep leerlingen al het zwerfvuil van de speelplaats en sorteer het per afvalfractie. Duid de zwerfvuilgevoelige plekken aan op een grondplan en zoek samen uit wie waarom wat achterlaat.
13
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
14
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
4. Stappenplan
4.3 stap 3. Sensibilisatie: het inleefmoment
stimuleren, motiveren, inspireren en mobiliseren
Hoe schudden we iedereen wakker? Hoe betrekken we zoveel mogelijk leerlingen en personeels leden bij het project? Sensibilisatiemomenten vinden geregeld plaats. Je vestigt niet alleen de aandacht op de geplande acties en verwachtingen, je tracht de anderen te overtuigen van het nut ervan. Je stimuleert, motiveert, inspireert en mobiliseert. Schat mogelijke weerstanden bij anderen op voorhand in en pas je communicatie aan. Op school zijn er ‘belangengroepen’ en hopelijk ook kritische mensen die de economische en praktische haalbaarheid van bepaalde maatregelen in vraag stellen. Creëer bereidheid, wil en motivatie om daadwerkelijk verbeteringen door te voeren. Meer informatie? Zie o.a. “Een goede cocktail is het lekkerst” p. 19.
Suggesties: ** Leg voldoende creativiteit in je communicatie. Bedenk ludieke acties en leuke slogans voor affiches, maak een spotje voor de schoolradio, maak een dvd, organiseer een Miss of Mister Milieu verkiezing of een grote milieuquiz. Durf de klassieke gang van zaken op school te doorbreken. Een leerkracht in een knalrode pyjama met een megafoon trekt zeker de aandacht. ** Breng ook de ouders en de milieuambtenaar van de gemeente op de hoogte van de start van het project. ** Tracht jongeren te raken, niet alleen rationeel, ook emotioneel.
15
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
16
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
4. Stappenplan
4.4 stap 4. Inventarisatie van de milieusituatie en opsporing van knelpunten meten is het begin van weten
Het is belangrijk dat je de startpositie van het gekozen thema duidelijk in kaart brengt. Om later te vergelijken. Meten is het begin van weten. Inzicht in de belangrijkste knelpunten is nodig om oplossingen te bedenken. Streef naar aantoonbare, meetbare resultaten. Voor de verschillende thema’s heeft MOS meetinstrumenten voorzien. (Zie MOS-thema’s) Meer informatie? Zie o.a. “Een goede cocktail is het lekkerst” p. 20.
Suggesties: ** De directie zorgt ervoor dat alle nodige informatie toegankelijk is (grondplan van de school, waterfacturen, afvalfacturen, aardgas- of stookoliefacturen, elektriciteitsfacturen, gebruiksaanwijzing van fotokopieerapparaten…). ** Heb oog voor oorzaak, aard en omvang van de milieubelasting en zoek uit of mogelijke verbeteringen technisch of organisatorisch van aard zijn. ** Zorg bij de verwerking van de meetgegevens voor een toegankelijke visualisatie en maak ze voor iedereen bereikbaar (schoolwebsite, affiches, groot bord op een centrale plaats, lichtkrant…). ** Ga op voorhand na welke doelgroepen op school welke taken kunnen invullen en breng alle partijen samen om goede afspraken te maken.
17
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
18
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
4. Stappenplan
4.5 stap 5. Maatregelen bepalen en plannen
strategie
Welke milieuwinst en educatieve winst beogen we? Hoe pakken we het aan? Welke maatregelen zijn haalbaar? Is de oplossing duurzaam? Hoeveel kost het? Waar gaan we dat geld halen? Wat levert het pedagogisch op? Zet opties om in acties en houd daarbij rekening met de prioriteiten en milieuambities. Een goede organisatie, tijdschema en voldoende partners zijn noodzakelijk. Om verbetering te bereiken werk je een strategie uit. De invoering van elk van de gekozen maatregelen vraagt een nauwkeurige planning. Meer informatie en creatieve ideeën? Zie o.a. “Een goede cocktail is het lekkerst” p. 20-22.
Suggesties: ** Doe het SMART: SPECIFIEK: plan duidelijk afgebakende acties MEETBAAR: plan resultaatgerichte, meetbare acties AANVAARDBAAR: zorg ervoor dat de deelnemers de acties “zien zitten” REALISTISCH: leg haalbare doelen vast TIJDSGEBONDEN: maak begin- en eindpunt van de acties duidelijk ** Pak niet alles tegelijk aan. Begin met de voornaamste knelpunten die uit de inventarisatie blijken. ** Zorg ervoor dat taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden helder afgebakend en ondubbelzinnig zijn. Verdeel in deeltaken. ** Zoek aansluiting bij de competenties en individuele behoeften van de leerlingen. ** Een duidelijk tijdschema verricht wonderen. ** Investeer op lange termijn: liever kleine blijvende maatregelen dan een groots project dat doodloopt. ** Plan acties op schoolniveau (klasen vakoverschrijdend) en op klasniveau (binnen de vakken). Ook activiteiten buiten de school versterken het MOS-project.
19
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
20
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
4. Stappenplan
4.6 stap 6. Maatregelen invoeren
aan de slag
Het échte werk! De gekozen maatregelen voer je systematisch in. Je laat ze samen verlopen met educatieve momenten in de verschillende vakken en in projecten die de vakken met elkaar verbinden. Zorg voor een degelijke werkverdeling en een efficiënte organisatie van de activiteiten. Hoe meer medewerkers die goed weten wat van hen wordt verwacht, hoe lichter het werk. Meer informatie en creatieve ideeën? Zie o.a. “Een goede cocktail is het lekkerst” p. 22-24.
Suggesties: ** Zorg ervoor dat de leerlingen “natuur en milieu” kunnen associëren met positieve, prettige dingen en niet met hel en verdoemenis. Zorg m.a.w. voor positieve actieervaringen zodat ze beseffen dat ze voor milieu op school heel wat kunnen doen. “Als je denkt dat je te klein bent om invloed te hebben, dan heb je nog nooit met een mug in je kamer geslapen.” ** Voor elke actie of activiteit communiceer je over doel en eindresultaat, tussendoelstellingen en ‘mijlpalen’, tijdpad, budget en middelen, verantwoordelijken, uitvoering en bewaking. ** Bewaak voortdurend de voortgang van de uitvoering van maatregelen en bespreek ze regelmatig. ** Leraren zijn eerder procesbegeleiders dan uitvoerders. Interessante leerstof vindt aansluiting bij de leefwereld van de leerlingen en bereidt hen voor op de uitdagingen van de moderne maatschappij: levenslang leren, participatie, een duurzaam consumptiepatroon en zelfstandig werken. ** Zorg voor een informele en ludieke sfeer. Durf klassieke werkpatronen en hiërarchie te doorbreken. Een avontuurlijke houding maakt een project spannend en dynamisch. ** Medeverantwoordelijkheid creëert trots. Leerlingen en leraren mogen terecht fier zijn op hun realisaties!
21
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
22
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
4. Stappenplan
4.7 stap 7. Tussentijds meten en registreren effecten meten
De school gaat herhaaldelijk na wat het effect is van de genomen maatregelen, zowel op educatief vlak als op het vlak van de concrete milieuwinst. Je controleert ook regelmatig of maatregelen worden nageleefd en of ze nog actueel zijn. Gaan we erop vooruit? Hebben we nu minder afvalzakken? Duidt de elektriciteitsmeter op minder verbruik? Wat vinden de leerlingen van de opgeknapte speelplaats? Hoe voelt dat aan, zo’n brooddoos en herbruikbare beker? Hebben we onszelf onderschat of overschat? Meer informatie? “Een goede cocktail is het lekkerst” p. 25.
Suggesties ** Zorg ervoor dat de opgemeten resultaten van de acties op afgesproken tijdstippen zichtbaar zijn. ** Vier de resultaten. Iedereen mag weten dat je school erop vooruit gaat. Haal de burgemeester en de pers erbij. ** Spijs de kas van de leerlingenraad met (een deel van) de financiële opbrengst. ** Herhaal stap 7 verscheidene keren gedurende het proces.
23
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
24
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
4. Stappenplan
4.8 stap 8. Beoordeling en terugkoppeling
vragen
Hoe verliep het werkjaar? Wat was goed? Wat behouden we? Wat was niet zo goed? Wat laten we los? Wat voegen we toe? Wat pakken we anders aan? Welk thema kunnen we er volgend schooljaar bijnemen? Hoe verdiepen we het thema/de thema’s dat/die we al behandelden? Meer informatie en creatieve ideeën? Zie o.a. “Een goede cocktail is het lekkerst” p. 25-28. Daar vind je o.a. een woordje uitleg over hoe je een SWOT-analyse aanpakt. Ook de MOS-spiegel is een degelijk zelfevaluatie-instrument (zie 8.4.2)
Suggesties ** Zelfevaluatie en –bijsturing zijn heel belangrijk, maar durf ook aan anderen (ouders, milieuambtenaar of milieuvereniging) te vragen wat ze van de milieuwerking op school vinden. Je wacht best niet tot op het einde van een actie om het proces te evalueren. Na elke tussenstap kun je best even stilstaan en kijken of alles naar wens en zoals gepland verloopt en of er moet worden bijgestuurd. ** Evalueer ook de verankering en bestendiging van het MOSproject: in hoeverre heeft MOS zich in het hele schoolgebeuren geïntegreerd?
Een mogelijke evaluatievorm: Evaluatie behouden
loslaten
activiteit 1 activiteit 2 activiteit 3
25
toevoegen
bijsturen
WAAROM?
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
5. MOS-thema’s
5. MOS-thema’s
NATUUR
vergroening
educatief milieuzorgplan
mobiliteit energie MOBILITEIT ENERGIE
water WATER
afval AFVAL
MOS stelt vijf thema’s voorop. Maar ook thema’s als o.a. levensstijl en duurzame voeding, biodiversiteit, gezondheid, klimaatverandering en ecologische voetafdruk, kunnen in het MOSproject aandacht krijgen. Met MOS creëert de school een eigen educatief plan dat als een rode draad door heel het schooljaar loopt. Een milieuzorgplan, maar evengoed verweven met mon diale, vredes- en duurzaamheidsuitdagingen en een verkeers-, gezondheids- en cultuurbeleid.
Een voorbeeld van integratie ** Milieuzorg en gezondheid kun je op school op een geïntegreerde manier aanpakken. Verbanden leggen tussen gezonde voeding, beweging (sport), geestelijke gezondheid (sociaalemotionele vaardigheden, pestgedrag…) en milieuzorg is niet zo moeilijk. Biofruit, een groente-, kruiden- of fruittuintje op school en drinkfonteintjes i.p.v. suikerhoudende dranken, passen niet alleen in een gezondheids- maar ook in een milieuzorgbeleid. Met de fiets of te voet op uitstap is sportief en veroorzaakt geen luchtvervuiling. Via inspraak in de milieuwerkgroep leren jongeren luisteren en zich correct uitdrukken. Een gezond evenwicht! Samenwerken in de schooltuin verhoogt de sociaal-emotionele vaardigheden en een groene speelplaats is een goede remedie tegen pesten.
kritische houding
winst
Met MOS streef je naar educatieve winst en milieuwinst. Leerlingen leren kritisch te staan tegenover hun eigen gedrag en krijgen inzicht in de impact die zijzelf en de school hebben op het milieu. Ze blijven niet van op de zijlijn toekijken, maar weten hoe ze het verschil kunnen maken en zijn daartoe bereid. Het educatieve en sociale klimaat van de school gaat erop vooruit. Een MOS-school streeft naar voorkoming en beheersing van milieu problemen en realiseert concrete milieu- en financiële winst.
26
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
5. MOS-thema’s
5.1 Themapakketten
doelgroepen
Voor elk thema heeft MOS een educatief pakket. De vijf themapakketten hebben ongeveer dezelfde structuur en volgen het MOSstappenplan zoals beschreven in deze leidraad. Elk pakket zit boordevol sensibilisatie- en inventarisatie-ideeën en zet de school aan om maatregelen te bepalen en uit te voeren. Alle doelgroepen komen aan bod. Een milieuzorgsysteem is immers een samenhangend geheel van milieuvriendelijke maatregelen waarbij alle betrokkenen samenwerken: de milieuwerkgroep, de leerlingen, de leerkrachten, de directie, het technisch en onderhoudspersoneel, de ouders… Voor de verschillende betrokkenen zijn heel wat taken weggelegd. Een goede taakverdeling is de basis voor een vlotte praktische organisatie. Vraag het themapakket/de themapakketten van het thema/de thema’s waaraan je wilt werken aan je provinciale begeleider. Alle pakketten kun je ook downloaden van de MOS-website: www.milieuzorgopschool.be > secundair > downloads. ** Themapakket Water op school: bewust omgaan met water in het secundair onderijs (samenstelling: GREEN vzw, Dialoog vzw) ** Themapakket Afval en duurzame materialen: afval voorkomen en milieuvriendelijk aankopen in het secundair onderwijs. (samenstelling: Link Inc) ** Themapakket Energie op school: bewust omgaan met energie in het secundair onderwijs (samenstelling Link Inc) ** Themapakket Mobiliteit op school: bewust omgaan met mobiliteit in het secundair onderwijs (samenstelling: Provinciale Hogeschool Limburg, Mobiel 21, Fietsersbond) ** Themapakket Vergroening op school: beleef een groen avontuur in het secundair onderwijs (samenstelling VUB, Vakgroep Menselijke Ecologie)
27
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
5. MOS-thema’s
5.2 Meetinstrumenten Bij elk thema hoort een meetinstrument, ook te vinden op www.milieuzorgopschool.be > secundair > MOS-thema’s en klik op het thema-icoontje. ** Water: waterenquête + handleiding Meer informatie in het themapakket Water op school (hoofdstuk 4. Inventarisatie en 2.5 De Ecopolisschool) ** Afval en duurzame materialen: je kunt heel wat inventariseren met de eenvoudige Excelwerkbladen die je terugvindt bij www.milieuzorgopschool.be > secundair > MOS-thema’s > afval Afvalenquête: vragenlijst afval en duurzame materialen (deel 1) Laat ik me inpakken? Zelftest afval en duurzame materialen (deel 2) Concreet bruikbare productinformatie vind je op www.milieukoopwijzer.be. Zeven productgroepen komen aan bod: drank en dranktoestellen, papier en papierwaren, kantoormateriaal, voeding, schoonmaak, duurzaam watergebruik en verlichting. Bovendien vind je er een overzicht van websites over andere productgroepen. ** Energie: ECOS, de energiecheck op school: een educatief meetinstrument waarmee je de school als energieverbruiker in kaart brengt. Op eenvoudige wijze inventariseer je de belangrijkste energieaspecten van elk lokaal. Het instrument laat ook toe de nodige conclusies te trekken en te komen tot energiebesparende maatregelen. Meer informatie in het themapakket, hoofdstuk 4.2. ** Mobiliteit: MObi-liSt (vijf modules: verplaatsingsgedrag, redenen voor gebruik van vervoermiddelen, schoolvoorzieningen, knelpunten schoolroutes en emissies vervoermid delen). Meer uitleg in hoofdstuk 4. Inventarisatie van het themapakket. ** Vergroening: groenenquête: meting van milieuvriendelijk beheer, natuurwaarde en waardering door de gebruikers van het groen en hun wensen. Meer informatie: hoofdstuk 4. Inventarisatie van het themapakket.
28
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
6. Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
6. Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
in het jaarplan inbouwen
opdrachten en methodieken die passen binnen het eindtermenpakket
Eindtermen beschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen en welke houdingen van hen worden verwacht. Van scholen wordt verwacht dat ze inspanningen leveren om de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen na te streven. De eindtermen voor de vakken moeten door de scholen worden bereikt. In de themapakketten verwijzen we geregeld naar de eindtermen. Een school of een klas heeft het niet altijd gemakkelijk om een project dat continu aandacht vraagt, in te bouwen in haar jaarplan. Er zijn namelijk heel wat doelstellingen en eindtermen die je als leerkracht moet halen. Er is dikwijls te weinig tijd om waardevolle projecten die niet echt duidelijk binnen het les- of eindtermenpakket vallen, aan te pakken. De MOS-themapakketten brengen raad. Door het stappenplan te volgen, slaagt de school er niet alleen in om de verschillende thema’s aan te pakken, maar ook om vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen en leerplandoelstellingen te halen. Voor elke stap in het MOS-stappenplan vind je per graad opdrachten en methodieken die passen binnen het eindtermenpakket. De eindtermen die erbij horen, zijn telkens opgelijst in de hoofdstukjes met de titel “Wat bereik je?”. Klasleraren en afdelings- of graadcoördinatoren kunnen op die manier nagaan hoe de MOS-themapakketten kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van (vakoverschrijdende) eindtermen. Voor de verantwoordelijke die het MOS-project binnen de school trekt, is het dan weer een ideaal instrument om collega’s te overtuigen en op weg te helpen. De themapakketten zijn inhoudelijk nog actueel, maar werden geschreven tussen 2006 en 2009, dus vóór 1 september 2010, het moment waarop de nieuwe vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs van kracht werden. De nieuwe VOET vragen zeker geen totale verandering in de schoolwerking. Vele activiteiten waarmee de school ‘oude’ eindtermen nastreefde, zijn ook geschikt voor de nieuwe.
samenhangend, logisch geheel
Het nieuwe ordeningskader van de VOET legt nog meer de nadruk op het feit dat alle eindtermen een samenhangend, logisch geheel vormen: ** De gemeenschappelijke stam omvat vrij algemeen geformuleerde eindtermen die, los van elke context, in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten toepasbaar zijn. De school kiest zelf met welke vakgebonden of andere VOET ze die eindtermen combineert. Deze eindtermen zijn gericht op een aantal sleutelcompetenties, zoals o.a. communicatief vermogen, creativiteit, doorzettingsvermogen, empathie, kritisch denken, respect, samenwerken en verantwoordelijkheid. ** De zeven contexten vormen elk een inhoudelijke eenheid. De school kan ze combineren tot “een geheel dat meer is dan de som der delen”. De zeven contexten zijn: lichamelijke gezondheid en veiligheid, mentale gezondheid, sociorelationele ontwikkeling, omgeving en duurzame ontwikkeling en politiekjuridische, socio-economische en socioculturele samenleving. ** De ‘leren leren’ eindtermen leunen sterk aan bij de kerntaken van het onderwijs. Ze moeten worden nagestreefd in samenhang en in combinatie met de eindtermen van de stam, de
29
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
6. Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
contexten en de vakgebonden eindtermen. Zo verwerven leerlingen een manier van leren die past bij hun persoon8. Het spreekt voor zich dat meewerken in het MOS-project van de school net als vroeger aan leerlingen en leerkrachten kansen biedt om heel wat vakoverschrijdende eindtermen na te streven en vakgebonden eindtermen te bereiken. Als de school het bestaande MOS-initiatief toetst aan het nieuwe VOET-concept, zal ze vlug merken dat ook de meest opvallende nieuwe accenten (herinneringseducatie, mediawijsheid, socioeconomische basisinzichten, ondernemingszin, Europa, justitie, cultuuropvoeding en duurzame ontwikkeling) in MOS aan bod (kunnen) komen.
MOS biedt veel educatieve kansen
taakverdeling
Meer nog dan vroeger is de verantwoordelijkheid voor het nastreven van de VOET een zaak van het gehele team. En ook in dat verband is MOS een aanrader. In een succesvol MOS-project is het noodzakelijk dat alle betrokkenen nadenken over opbouw en organisatie van het onderwijsaanbod, dat ze taken binnen en tussen graden verdelen en afspraken maken over de manier waarop ze de eindtermen van stam en contexten willen nastreven. In de publicatie “VOET@ 2010, Nieuwe vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs” van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming (2009), wordt de Dikketruiendag van MOS trouwens als een voorbeeld aangehaald om aan te tonen hoe in bestaande activiteiten eindtermen of combinaties van eindtermen van toepassing kunnen zijn. Meer weten over de VOET: www.ond.vlaanderen.be/dvo/secundair/index.htm De brochure “VOET@2010, nieuwe vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs” vind je op www.ond.vlaanderen.be/publicaties/
8
Enkel de eindtermen ‘leren leren’ en de eindtermen technisch-technologische vorming (2de en 3de graad aso) en de eindtermen ict (1ste graad) zijn nog per graad geformuleerd.
30
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
7. Educatie voor Duurzame Ontwikkeling
7. Educatie voor Duurzame Ontwikkeling De EDO-principes en -praktijk passen perfect binnen het MOSproject.
kansen tot zelfontplooiing
samenwerking van verschillende werkgroepen oop school
“Omgeving en duurzame ontwikkeling” is een van de zeven contexten van de nieuwe VOET. De nieuwe vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs werden van kracht op 1 september 2010. Context VIER geeft duurzame ontwikkeling een prominente plaats. Van scholen wordt niet verwacht dat ze duurzaamheidsvraagstukken oplossen. Ze moeten leerlingen kansen bieden tot zelfontplooiing zodat ze handelingsbekwaam zijn om samen met anderen naar oplossingen te zoeken. Meer en meer worden leerkrachten geconfronteerd met maatschappelijke fenomenen die bijzonder complex zijn. Ze zijn gekenmerkt door een sterke verwevenheid van verschillende factoren. Ecologische, economische, culturele, historische, ethische, technologische, sociale en politieke aspecten hebben elk hun impact op onze samenleving. Bovendien beïnvloeden ze elkaar. In zo’n complexe en onvoorspelbare wereld ontstaan nieuwe noden voor educatie. Een pleidooi dus voor samenwerking op school van de milieuwerkgroep met de gezondheidswerkgroep, de mondiale werkroep, de werkgroep verkeer, de werkgroep cultuur… Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (EDO) kan richting geven aan een andere kijk op educatie. Eentje die mensen beter wapent om complexe duurzaamheidskwesties aan te pakken.
Tijds- en ruimtedimensie
genoeg voor altijd en voor iedereen
Wat is EDO? Of wat is het zeker niet? Is het wel zo nieuw? Of is het oude wijn in nieuwe zakken? Vraagt EDO extrawerk? Of is het eerder een andere aanpak van wat we al deden? Hoe ga je er concreet mee aan de slag? En wat is goede EDO? Ook over wat ‘duurzame ontwikkeling’ precies betekent of zou moeten inhouden, is het laatste woord nog niet gezegd en geschreven. Er circuleren ondertussen honderden definities van het begrip. Een veel gebruikte definitie is: ‘een ontwikkeling die aansluit bij de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen om in hun eigen behoeften te voorzien’. Je kunt kritiek hebben op deze definitie. Is ze te abstract of te vaag? Heeft ze voldoende aandacht voor sociale onrechtvaardigheid? Misschien is de omschrijving van een kind ‘genoeg, voor altijd, en voor iedereen’, nog het best geschikt om uit te leggen waar het in feite om gaat. Ze maakt duidelijk dat duurzame ontwikkeling een tijdsdimensie en een ruimtedimensie heeft. Met andere woorden: het begrip is gebaseerd op het besef dat wat we nu doen, gevolgen heeft voor later en dat wat we hier doen, gevolgen heeft voor anderen, elders op de wereld. Ook de Zuid-Afrikaanse term “volhoudbare ontwikkeling” zegt duidelijk waar het om gaat. Als duurzame ontwikkeling betekent ‘genoeg, voor altijd, en voor iedereen’ dan kunnen we EDO uitleggen als “leren denken over en werken aan een leefbare wereld, nu en in de toekomst, voor onszelf hier en voor anderen elders op de planeet”.
31
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
7. Educatie voor Duurzame Ontwikkeling
Bewuste keuzes bewust keuzes maken voor een leefbare wereld
EDO tracht individuen en groepen uit te rusten met de capaciteiten die ze nodig hebben om bewuste keuzes te kunnen maken voor zo’n leefbare wereld. Om dat te verwezenlijken, moet EDO aandacht hebben voor: 1. nieuwe kennis overbrengen 2. systeemdenken bevorderen 3. waardeontwikkeling 4. omgaan met emoties 5. actiegerichtheid Je kunt hieraan werken door in educatieve praktijken te ‘verbreden’, te ‘verbinden’ en te ‘integreren’. Al die uitgangspunten krijgen vorm in zowel de inhoudelijke als de procesmatige aanpak van EDO. Hoe je dat in de praktijk brengt en hoe je als team of organisatie kunt groeien in dat proces, lees je in de publicatie ‘EDO: de vlag en de lading’ van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid (Katrien Van Poeck, Jürgen Loones). Je kunt de publicatie downloaden of bestellen op http://edo.lne.be
32
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
8. Streven naar een logo of de groene vlag
8. Streven naar een logo of de groene vlag
kwaliteitslabel
Als erkenning voor je werk kun je het logo “GROENE SCHOOL” verdienen. Eerst logo 1, dan logo 2 en daarna logo 3. Je begint altijd bij het eerste logo. Het logo is een kwaliteitslabel. De school heeft geen enkele verplichting om elk jaar een nieuw logo aan te vragen. Als de school een logo niet behaalt, wil dat niet zeggen dat ze geen verdienstelijk werk heeft geleverd. De tijd die je voor het behalen van de logo’s neemt, bepaal je dus zelf. Doe het rustig en doordacht, maar een volgend logo moet je wel behalen binnen de drie jaar dat je het vorige hebt verworven. Wil je tussen twee logo’s meer tijd – dat kan – maar dan moet in samenspraak met de begeleider het niveau van het vorige logo eerst worden herbevestigd (bv. met de hulp van het (zelf )evaluatie-instrument MOS-SPIEGEL, zie 8.4.2). Als je de drie logo’s hebt behaald, kun je ook nog streven naar de GROENE VLAG van het internationale project Eco-Schools. Je school moet er dan o.a. voor zorgen dat de milieuwerking op het niveau van logo 3 wordt verdergezet.
2008
8.1 Procedure en tijdpad
rapporteren
2008
2008-2010
Je kunt de procedure enkel starten indien je school al een milieubeleidsverklaring heeft ingestuurd. Zie “hfst. 2. Hoe word je MOS-school?”. De milieubeleidsverklaring (bijlage 1) vind je op www.milieuzorgopschool.be > secundair > downloads. De milieubeleidsverklaring hoef je maar eenmaal op te sturen. MOS reikt je een aantal sjablonen of formulieren aan, maar de school mag (best in afspraak met de provinciale begeleider) zelf de wijze bepalen waarop ze rapporteert. ** Stuur voor 1 november via mail het “WIJ DOEN MEE”-formulier (zie bijlage 2) naar je provinciale begeleider. Je kunt dit formulier ook opsturen als je de MOS-begeleider wilt laten weten hoe het met de MOS-schoolwerking staat en wat jullie plannen zijn. Het zou bv. kunnen dat je de MOS-werking wilt verderzetten, maar voorlopig niet wilt streven naar een (volgend) logo. ** Stuur voor 15 december via mail het planningsdocument van de milieuwerking op school naar je provinciale begeleider. ** Stuur voor 15 mei via mail het logodossier van de milieuwerking van de school naar je provinciale begeleider. Dat dossier bevat: – aangepast planningsdocument (een logboek) – ingevulde MOS-spiegel – evaluatiedocument – bewijsmateriaal Alle documenten en het Excel-werkblad ‘MOS-spiegel’ kun je vinden op www.milieuzorgopschool.be > secundair > downloads.
33
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
8. Streven naar een logo of de groene vlag
8.2 Het “WIJ DOEN MEE”-formulier (bijlage 2) 1 november
Je stuurt het “WIJ DOEN MEE”-formulier voor 1 november naar je provinciale begeleider. Met dat document geef je te kennen naar welk logo je school gedurende het lopende schooljaar zal streven en met welk(e) thema(’s). De provinciale begeleider neemt zeker contact met je op. Je kunt het ook gebruiken om te melden dat je het even wat zachter aan wilt doen of indien de school de draad terug wil oppakken.
8.3 Het planningsdocument (bijlage 3) 15 december
Met dit document verschaf je de provinciale begeleider voor 15 december van het lopende schooljaar informatie over het/de gekozen thema(’s) en de reden(en) waarom je het/ze gekozen hebt, de samenstelling van de milieuwerkgroep en het tijdpad dat je wilt volgen. Je vermeldt de geplande activiteiten, wie er zal meewerken, hoe je zult communiceren en sensibiliseren en wat je doelstellingen zijn. Kandidaat voor logo 1? Beperk je dan best tot 1 thema. Kandidaat voor logo 2? Werk dan aan 2 thema’s. Kandidaat voor logo 3? Werk dan aan 3 thema’s. Het document in bijlage 3 is enkel een suggestie. De school kan in overleg met de MOS-begeleider zelf een gelijkaardig document ontwerpen. Bijlage 4 is een voorbeeld van een ingevuld planningsdocument bij het begin van het schooljaar.
8.4 Het logodossier 15 mei
Op basis van de documenten van het logodossier – dat je indient voor 15 mei – stelt de provinciale begeleider een “rapport van de begeleider” op, dat hij of zij voorlegt aan de logojury (zie werkblad 16 en 17 van de MOS -spiegel). De logojury bestaat uit vertegenwoordigers van de gewestelijke en provinciale leefmilieudiensten, inspectieleden onderwijs, pedagogische begeleiders van de verschillende netten, de MOScoördinatie en -begeleiders en andere deskundigen. Voor logo 1 en logo 2 gebeurt de jurering op provinciaal niveau, voor logo 3 en de groene vlag op gewestelijk niveau. Tegen de beslissing van de logojury is geen beroep mogelijk. Het logodossier bestaat uit: – aangepast planningsdocument (een logboek) – ingevulde MOS-spiegel – evaluatiedocument – bewijsmateriaal NIEUW! ** Logo 3-kandidaten voegen nog een document bij waarmee ze bewijzen in orde te zijn met de milieuwetgeving. Dat is namelijk een bijkomende voorwaarde. Dat kan zijn: het vergunningsbesluit of de akte van melding die ze van haar gemeentebestuur heeft gekregen. [Enkel het besluit (1 papier), NIET de voorwaarden en bijlagen.] Of het bewijs dat de school niet meldings- of vergunningsplichtig is. Ofwel heeft de school toch minstens het bewijs van de aanvraag tot een vergunning. Indien de school niet het vereiste bewijsmateriaal kan voorleggen, kan haar het derde logo worden geweigerd.
34
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
8. Streven naar een logo of de groene vlag
8.4.1 Het aangepast planningsdocument (logboek)
als een logboek
Het aangepast planningsdocument is de basis van het dossier. Het is een logboek, nl. het relaas van de milieuwerking gespreid over het hele schooljaar. Het is de bewerking van het planningsdocument dat je in december indiende, een werk- en procesboek, waaraan je voortdurend sleutelt en wijzigingen aanbrengt. En dat mag je eraan zien! Je geeft chronologisch aan welke MOS-activiteiten je organiseert. Je geeft aan wie op welke manier deelneemt, hoe je communiceert en sensibiliseert en of je het nagestreefde doel en de beoogde doelgroep hebt bereikt. Het formulier is enkel een suggestie. De school kan in overleg met de MOS-begeleider zelf een gelijkaardig document ontwerpen. Bijlage 5 is een voorbeeld van een aangepast plannings document.
8.4.2 MOS-spiegel kwaliteit en eigenheid
MOS-spiegel
evolutie
MOS-spiegel is een (zelf )evaluatie-instrument waarmee je het niveau van de milieuzorgwerking van je school zichtbaar maakt. Zelfevaluatieinstrument, want de school vult het instrument in om er zelf van te leren. Evaluatie-instrument, want ook de MOS-begeleider heeft een invulkolom en vult het “rapport van de begeleider” in (werkblad 16 en 17). MOS-spiegel is een Excel-rekenblad dat bestaat uit een aantal in te vullen indicatorenlijsten. Laat je niet afschrikken door de hoeveelheid werkbladen. Het instrument is zeer gebruiksvriendelijk. Je vindt het op www.milieuzorgopschool.be > secundair > downloads De school vult haar gegevens in op de werkbladen 2, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 13, 14 en eventueel 15 (kandidaten groene vlag). De school kan haar score – en dus de kwaliteit van haar milieuwerking – terugvinden in werkblad 16. (De provinciale MOS-begeleider vult werkblad 17 in). werkblad 1 werkblad 2 werkblad 3 werkblad 4 werkblad 5 werkblad 6 werkblad 7 werkblad 8 werkblad 9 werkblad 10 werkblad 11 werkblad 12 werkblad 13 werkblad 14 werkblad 15 werkblad 16 werkblad 17
MOS-spiegel: een korte inleiding schoolgegevens 1. procescriteria (inleiding) 1.1 visie en planning 1.2 betrokkenheid leerlingen 1.3 draagvlak 1.4 communicatie 1.5 verankering 2. thema’s (inleiding) 2.1 water: educatief / milieuwinst 2.2 afval en duurzame materialen: educatief / milieuwinst 2.3 energie: educatief / milieuwinst 2.4 mobiliteit: educatief / milieuwinst 2.5 vergroening: educatief / milieuwinst 3. Eco-Schools: ENKEL VOOR KANDIDATEN GROENE VLAG 4.1 Rapport van de begeleider (= de score van de school 4.2 Rapport van de begeleider (deel 2)
Volg de instructies bovenaan elk werkblad. Overloop de indicatoren en duid alleen aan wat aantoonbaar is. Je hebt ook altijd de mogelijkheid om “E” = niet van toepassing” aan te duiden. Misbruik deze mogelijkheid niet: “E” geldt enkel indien de school de indicator zelf onmogelijk kan realiseren. Op elk werkblad heb je ook de kans een korte verantwoording te schrijven. Je kunt de MOS-spiegel verscheidene keren invullen (bv. bij het begin en op het einde van het schooljaar). Zo kun je zien hoe je school evolueert. Voorzie het document daarom telkens van een datum. Als je streeft naar een logo of de groene vlag, stuur je de gedateerde MOS -spiegel mee met de rest van het MOS-dossier: aangepast planningsdocument, evaluatiedocument en bewijsmateriaal.
35
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
8. Streven naar een logo of de groene vlag
SCHOOL
MOS
Milieuzorg en milieueducatie behoren tot de algemene doelstellingen van onze school.
Milieuzorg en milieueducatie behoren tot de prioritaire doelstellingen van onze school.
c
0
5
0
5
Onze school heeft een goed onderbouwde en overlegde visie i.v.m. milieuzorg en vakoverschrijdend werken.
Onze school heeft een goed onderbouwde en overlegde visie i.v.m. milieuzorg en vakoverschrijdend werken voor de volgende jaren.
b
0
5
0
5
Onze school inventariseert en meet de milieuknelpunten, grondig en legt prioriteiten vast per thema.
Onze school inventariseert en meet de milieuknelpunten grondig en per thema. Dat gebeurt meermaals met evaluatie en bijsturing.
a
0
5
0
5
Onze school onderhoudt en verdiept thema één en kiest een tweede thema.
Onze school onderhoudt en verdiept thema één en twee en kiest een derde.
d
0
5
0
5
8.4.3 Evaluatiedocument evalueer acties, proces en doelstellingen
Bij het dossier voeg je een document dat bewijst dat je de werking van het lopende schooljaar (meer dan eens) hebt geëvalueerd. Je evalueert niet alleen de acties, maar ook het proces en de doelstellingen. Hulpmiddelen: MOS-spiegel en de laatste kolom van het aangepaste planningsdocument. Er zijn verschillende manieren om te evalueren. In “Een goede cocktail is het lekkerst”, het praktijkboek MOS-secundair (p.25-28), vind je enkele manieren om dat aan te pakken. Je kunt werken met SMART, PDCA, SWOT… Om op een heel efficiënte en eenvoudige manier je evaluatie te houden, kun je bv. gebruik maken van het schema “behouden, loslaten, toevoegen, bijsturen” (zie 4.8). Je vindt het op www.milieuzorgopschool.be > secundair > downloads Niet alleen de milieuwerkgroep kan de werking evalueren, je kunt ook een bevraging of enquête houden bij personeel, leerlingen, ouders… Een evaluatiedocument bevat best ook enkele duidelijke conclusies.
36
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
8. Streven naar een logo of de groene vlag
8.4.4 Bewijsmateriaal “In der Beschränkung seigt sich der Meister”
Je voegt ook het nodige bewijsmateriaal toe. Dat zijn documenten of getuigenissen en beeld materiaal die de acties en de aanpak uit het planningsdocument bewijzen. Zorg ervoor dat je enkel relevante documenten meestuurt. Voeg een duidelijke inhoudsopgave toe van het aan geleverde materiaal en overdrijf niet. “In de bondigheid schuilt de meester”. Bezorg het bewijsmateriaal aan je provinciale begeleider, ook zoveel mogelijk op een digitale manier – zo spaar je papier. Bewijsmateriaal kan bijvoorbeeld zijn: ** publicaties over de gevoerde acties (beeldmateriaal, tijdschrift, webstek, schoolradioscript, video …) ** bewijzen van de betrokkenheid van leerlingen (verslagen van vergaderingen, getuigenissen, beeldmateriaal …) ** bewijzen van verankering (verslagen van lessen, stages, uitstappen, bezoeken, milieudagen of -weken, onderzoeken, metingen, enquêtes…) ** bewijzen van samenwerking met externen ** bewijzen van educatieve winst (ervaringen die de invloed van het project weerspiegelen) ** bewijzen van milieuwinst (facturen, resultaten van acties…)
37
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
9. De groene vlag van Eco-Schools
9. De groene vlag van Eco-Schools MOS spoort scholen aan om na het behalen van het derde logo de milieuinspanningen vol te houden en zo de groene vlag van Eco-Schools te behalen. Alle logo 3-scholen van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden door MOS geregistreerd als Eco-School. MOS is namelijk lid van de FEE (Foundation for Environmental Education) die het Eco- Schoolsprogramma organiseert. Als ‘national operator’ reserveert MOS de groene vlag voor scholen die het derde logo hebben behaald en bewijzen dat het milieuzorgproces in al zijn facetten en volgens de criteria voor een logo 3-school doorloopt. De groene vlag wordt toegekend voor twee schooljaren. Hoe krijg je de groene vlag? Zie voor voorwaarden en procedure: www.milieuzorgopschool.be > Groene Vlag na logo 3. De jury die beslist over de toekenning van de groene vlag, houdt vooral rekening met: milieuwinst
** Is er duidelijk aantoonbare milieuwinst? Liefst op drie van de vijf MOS-thema’s: afval preventie, energie, water, natuur op school of vergroening, mobiliteit of verkeer. Maar ook aandacht voor thema’s als biodiversiteit, levensstijl en duurzame voeding en klimaatverandering kan meetellen.
betrokkenheid leerlingen
** Gaat de participatie en de betrokkenheid van de leerlingen verder dan uitsluitend ‘uitvoeren van taken’. Zijn voldoende leerlingen ook betrokken bij keuze, planning en evaluatie van de acties en krijgen ze voldoende verantwoordelijkheid? Heeft de school een MOSwerkgroep of een evenwaardig alternatief om milieuzorg regelmatig op de agenda te zetten?
draagvlak
** Is er een voldoende groot draagvlak voor milieuzorg op school? Staan directie, leerkrachten, onderhouds- en administratief personeel en ouders achter het MOS-project en zijn ook zij betrokken bij keuze, planning en evaluatie van de MOS-acties?
verankering
** Vormen de MOS-activiteiten een rode draad doorheen het hele schooljaar en zijn de milieuafspraken verankerd in het hele schoolgebeuren. Is er controle op de naleving ervan? Heeft de school een milieubewust aankoopbeleid?
communicatie
** Heeft de school een MOS-communicatiestrategie? Informeert de MOS-verantwoordelijke of de MOS-werkgroep op geregelde tijdstippen de hele school over de geplande MOS-activiteiten?
netwerking
** Treedt de school uitdrukkelijk naar buiten als een milieuvriendelijke en duurzame school? Behoort milieuzorg duidelijk tot de prioritaire doelstellingen van de school? Van een groene vlag – school verwachten we dat ze een voorbeeld is voor andere scholen op milieuzorg gebied. Wisselt de school milieuzorgervaringen uit met andere scholen (in de omgeving, in de provincie, in de regio, in het buitenland)?
ecocode
** Heeft de school een ECOCODE = een schooleigen en originele verwoording of uitbeelding van de belangrijkste milieudoelstellingen van de school?
38
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
10. Milieuwetgeving
10. Milieuwetgeving
school wordt leefruimte
Werken aan een duurzame, milieuvriendelijke school vraagt dagelijks inspanningen van directie, personeel en leerlingen. Dat betekent vak- en klasdoorbrekend samenwerken, overleg plegen, acties organiseren en verantwoordelijkheid nemen. Zonder de betrokkenheid van ouders, directie, personeel en vooral leerlingen is een duurzaam milieubeleid een utopie. Hoe meer leerlingen er in de school via consultatie, overleg en medezeggenschap betrokken zijn bij het milieubeleid, hoe meer de schoolcultuur er baat bij heeft. Als leerlingen mee mogen bepalen welke richting de school inslaat op milieugebied, wordt de school niet enkel ‘leerruimte’, maar ook ‘leefruimte’. Een belangrijk aspect in dit verhaal is dat de school zelf uiteraard ook de milieuwetgeving moet naleven. Niet alleen door de juiste milieuvergunning te hebben, maar door aan de voorwaarden die in de vergunning zijn opgenomen, te voldoen. Maar moet jouw school een milieuvergunning hebben? Of is een melding voldoende? Is de stookinstallatie in orde met de milieuregelgeving? Wat moet je doen met laboratoriumafval en oud papier? Is aanpassing van de milieuvergunning noodzakelijk als de nieuwe gebouwen in gebruik worden genomen? In de brochure VLAREMPEL vind je het antwoord op veel voorkomende vragen betreffende milieuvergunningen, grondwaterwinning, afval, bodem, lozingsnormen voor afvalwater en heffingen. In de brochure vind je de informatie die nodig is om te kunnen voldoen aan de Vlaamse milieuregelgeving. Zo kan jouw school een milieuvriendelijke en veilige schoolomgeving creëren voor leerlingen en personeel. Voor vragen i.v.m. de milieuwetgeving kun je natuurlijk ook altijd terecht bij de milieuambtenaar van je gemeente. Van een kandidaat-logo-3-school en een kandidaat-groenevlagschool verwacht MOS dat de school het bewijs levert dat ze in orde is met de milieuwetgeving. Zie 8.4 ‘Het logodossier’. De VLAREMPEL-brochure staat online in pdf-formaat en per hoofdstuk op de volgende pagina: www.lne.be/doelgroepen/onderwijs/mos/mos- extra/vlarempel.
Brussels Gewest
Voor scholen uit het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gelden gedeeltelijk andere normen en administratieve verplichtingen. Zij kunnen terecht op de website van Leefmilieu Brussel: www.leefmilieubrussel.be en vinden informatie in de brochure ‘Milieugids voor scholen’ (Johan Leon en Evy Trogh, Leefmilieu Brussel, D/5762/2008/19).
39
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
bijlage 1: milieubeleidsverklaring
bijlage 1: milieubeleidsverklaring Onze school stapt in het mos-project en engageert zich om een educatief verantwoorde milieuzorgwerking uit te bouwen gedurende de volgende jaren. Ze wil daarbij een beroep doen op ondersteuning van de mos-begeleider. Datum: Handtekening directie:
Naam van de school*: Adres: Postcode:
Gemeente:
Telefoon:
Fax:
E-mail: Website: Directie: MOS-contactpersoon:
Tel.:
E-mail MOScontactpersoon: Onderwijskoepel (GO!, VSKO, POV, OVSG, andere): Soort onderwijs (middenschool, aso, tso, bso, kso, buso, deeltijds, andere): Graad / graden: Pedagogisch profiel van de school: doelgroep, doelstelling, visie, werking... * Elke deelnemende vestigingsplaats kan een milieubeleidsverklaring indienen
40
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
bijlage 2: “wij doen mee”-formulier
bijlage 2: “wij doen mee”-formulier Schooljaar: Naam van de school: Adres: Postcode:
Gemeente:
Telefoon:
Fax:
E-mail: Website: Directie: MOS-contactpersoon:
Tel.:
E-mail MOScontactpersoon: Onze school streeft dit schooljaar niet naar een logo, maar laat weten dat… Onze school stelt zich kandidaat voor: (kruis aan) met het thema / de thema’s (kruis aan)
õ logo 1
õ logo 2
õ
water
õ
afval en duurzame materialen
õ
energie
õ
mobiliteit
õ
vergroening
41
õ logo 3
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
bijlage 3: planningsdocument
bijlage 3: planningsdocument Schooljaar: Naam van de school: Adres: Postcode:
Gemeente: õ logo 1
kandidaat voor: (kruis aan)
õ logo 2
õ logo 3
õ groene vlag MOS-contactpersoon:
met het thema / de thema’s (kruis aan)
wij hebben bijzondere aandacht voor (kruis aan)
Tel.:
õ
water
õ
afval en duurzame materialen
õ
energie
õ
mobiliteit
õ
vergroening
õ
visie en planning
õ
betrokkenheid van de leerlingen
õ
draagvlak
õ
communicatie
õ
verankering
Er is een aparte milieuwerkgroep (mwg), de naam is: Milieuthema’s komen aan bod in een bestaand participatieorgaan van de school, nl. in: Samenstelling van de mwg of van het participatieorgaan Frequentie van de vergaderingen:
42
huidige situatie
doel
huidige situatie
doel
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
datum
geplande activiteit
wie doet wat?
hoe communiceren en sensibiliseren?
43
Leidraad
bijlage 3: planningsdocument
doel
evaluatie
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
Bijlage 4: voorbeeld van planningsdocument
Bijlage 4: voorbeeld van planningsdocument Schooljaar:
2010-2011
Naam van de school:
Mosterdpotinstituut
Adres:
Vandermostenstraat 23
Postcode:
9999
Gemeente: õ logo 1
kandidaat voor: (kruis aan) MOS-contactpersoon:
Frieda Mossel
E-mail MOS-contactpersoon:
[email protected]
ö logo 2 Tel.:
õ logo 3 019 25 25 25
huidige situatie (ö)
Mosseghem
doel
water
lln. brengen eigen drank mee en automaat wordt te veel gebruikt
lln drinken kraantjeswater tijdens pauze (VM, middagpauze, NM)
ö
afval en duurzame materialen
zwerfvuilprobleem op speelplaats, sportvelden, in klassen en inkomhal; te veel gebruik van aluminiumfolie; kopieer- en sorteergedrag nog altijd niet 100%
zwerfvuil verminderen, milieuvriendelijke attitude bijbrengen, afval voorkomen, milieuvriendelijker kopieer- en sorteergedrag
ö
energie
te weinig aandacht voor energieverbruik
(het waarom van) energie besparen (bijbrengen)
õ
mobiliteit lln weten te weinig over compost en kunnen niet snoeien
lln kunnen composteren en snoeien
met het thema / de thema’s (kruis aan)
(ö)
vergroening
44
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
Bijlage 4: voorbeeld van planningsdocument
huidige situatie
wij hebben bijzondere aandacht voor (kruis aan)
doel
ö
visie en planning
i.v.m. milieu en milieuzorg plannen we nog te veel losse acties
ö
betrokkenheid van de leerlingen
te weinig actieve MOS- meer leerlingen doen leden actief mee en denken mee na over mogelijke MOS-activiteiten die zij mee organiseren
ö
draagvlak
ouders en onderhoudspersoneel weten te weinig over MOS
ouders zijn meer betrokken; onderhoudspersoneel heeft meer aandacht voor MOSwerking en gebruiken milieusparende producten
ö
communicatie
mwg bereikt niet alle leerlingen
ludieke communicatieacties van zeer verschillende vorm
ö
verankering
niet iedereen is op de hoogte van de milieuafspraken
milieuzorg wordt een rode draad doorheen het schooljaar
grondige planning (en evaluatie) van de MOS -activiteiten; we maken een goed overlegde visietekst
Er is een aparte milieuwerkgroep (mwg), de naam is:
De groene bretellen
Milieuthema’s komen aan bod in een bestaand participatieorgaan van de school, nl. in:
Voorstellen milieuwerkgroep worden besproken in lerarenraad
Samenstelling van de mwg of van het participatieorgaan
MOS-verantwoordelijke + 1 leerling van elke graad + (afhankelijk van het onderwerp) directie en secretariaat
Frequentie van de vergaderingen:
3x per trimester
45
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
Bijlage 4: voorbeeld van planningsdocument
datum
geplande activiteit
wie doet wat?
hoe communiceren en sensibiliseren?
doel
okt. 2010
de milieuwerkgroep (mwg) opnieuw bekend maken
5kso ontwerpt nieuw logo en geboortekaartje, 6kso maakt ‘geboortefilm’ (animatie met fruit), 4kso maakt affiches, mwg hangt affiches op en spreekt in elke klas
geboortekaartje + logo; mwg deelt in elke klas energiekalender van Vlaams Energieagentschap uit; affiches; animatiefilm; ingebruikname communicatiebord MOS + MOS-brief voor ouders
iedereen weet opnieuw waarvoor de mwg staat; ledenwerving; ook ouders op de hoogte
nov. 2010
invoering zwerfvuilbox (zvb)
mwg ontwerpt box: 4HB maakt zvb; secretariaat en onderhoudspersoneel controleren en onderhouden zvb; directie sluit automaat indien zvb vol
invoering wordt aangekondigd met affiches, in schoolkrant, op website met foto’s, ouders per brief, in elke klas: korte tekst met uitleg over zvb en de onzin van nestvervuiling
zwerfvuilprobleem op speelplaats, sportvelden, in klassen en inkomhal terugdringen; leerlingen andere attitude bijbrengen
jan. 2011
brooddozenac- brooddozen aan; tie en kraanlk-drukker zorgt tjeswateractie dat het logo van de mwg erop komt (gesponsord door oudercomité); dhr. P. maakt les over ‘afval voorkomen’; mwg organiseert verdeling; technisch personeel plaatst drinkwaterfonteintjes, secretariaat koopt kannen voor eetzaal
eerste schooldag januari: verzameling op grote speelplaats: korte speech directie; dozen in elke klas eerste lesuur: elke leerkracht behandelt het waarom van afval voorkomen; gezondheid: positieve kanten van kraantjeswater
afval voorkomen, aluminiumfolie bannen, alle leerlingen gebruiken brooddoos; leerlingen drinken meer water i.p.v. zoete dranken
feb. 2011
Dikketruiendag
voorbereiding door mwg in november
ludieke actie (nog te bepalen); aandacht tijdens elk eerste lesuur
energie besparen; bewustmaking van opwarming van de aarde
maa-apr 2011
actie licht-uitdeurtoe + actie onderhoudsproducten
secretariaat vermenigvuldigt affiches; mwg hangt affiches op deuren en MOSbord; controle door mwg en leerkrachten; mwg bestudeert milieukoopwijzer en directie maakt afspraak met onderhoudspersoneel
we gebruiken de grappige affiches van vorig schooljaar opnieuw: affiches op elke klasdeur; eerste lesuur: elke leerkracht behandelt het waarom van energie besparen; informatie milieukoopwijzer wordt besproken met directie en onderhoudspersoneel
energie besparen, attitudewijziging; gebruik milieuvriendelijke producten
46
evaluatie
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
mei 2011
aankoop 2 compostbakken; woensdagnamiddagactiviteit: snoeien en naar compostbak brengen
4 compostmeesters, onderhoudspersoneel; leerlingen onderhouden compostbakken
juni 2011
evaluatie van de milieuwerking
mwg + directie
doorlopend
mwg, secretariaat, controle sorteergedrag; studiemeesters verdeling kraantjeswater eetzaal; verkoop frisdranken wereldwinkel in flesjes; controle kopieergedrag
Bijlage 4: voorbeeld van planningsdocument
aankondiging en oproep voor vrijwilligers via website
onderhoud tuin; kennis van theorie en praktijk van composteren
een efficiëntere milieuwerking volgend schooljaar de ‘groene bretellen’ opvolging ingeverschijnen minstens voerde milieumaatregelen 1x om de 14 dagen op de speelplaatsen; wereldwinkelcampagne op schoolwebsite; nieuwe recto-verso stickers op de kopieerapparaten
47
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
bijlage 5: voorbeeld van een planningsdocument (aangepast tijdens het schooljaar): het is nu een logboek.
bijlage 5: voorbeeld van een planningsdocument (aangepast tijdens het schooljaar): het is nu een logboek. Schooljaar:
2010-2011
Naam van de school:
Mosterdpotinstituut
Adres:
Vandermostenstraat 23
Postcode:
9999
Gemeente: õ logo 1
kandidaat voor: (kruis aan)
ö logo 2
Mosseghem õ logo 3
õ groene vlag MOS-contactpersoon:
Frieda Mossel
E-mail MOS-contactpersoon:
[email protected]
Tel.:
019 25 25 25
huidige situatie (ö)
doel
water
lln. brengen eigen drank mee en automaat wordt te veel gebruikt
lln drinken kraantjeswater tijdens pauze (VM, middagpauze, NM) (automaat wordt nog gebruikt, maar flesjes van Wereldwinkel: meer succes)
ö
afval en duurzame materialen
zwerfvuilprobleem op speelplaats, sportvelden, in klassen en inkomhal; te veel gebruik van aluminiumfolie; kopieer- en sorteergedrag nog altijd niet 100%
zwerfvuil verminderen, milieuvriendelijke attitude bijbrengen, afval voorkomen, milieuvriendelijker kopieer- en sorteergedrag
ö
energie
te weinig aandacht voor energieverbruik
(het waarom van) energie besparen (bijbrengen)
õ
mobiliteit lln weten te weinig over compost en kunnen niet snoeien
lln kunnen composteren en snoeien
met het thema / de thema’s (kruis aan)
(ö)
vergroening
48
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
wij hebben bijzondere aandacht voor (kruis aan)
bijlage 5: voorbeeld van een planningsdocument (aangepast tijdens het schooljaar): het is nu een logboek.
huidige situatie
doel grondige planning (en evaluatie) van de MOS -activiteiten; we maken een goed overlegde visietekst (enkele ideeën zijn al op papier gezet, moet volgend schooljaar verder worden uitgewerkt)
ö
visie en planning
i.v.m. milieu en milieuzorg plannen we nog te veel losse acties
ö
betrokkenheid van de leerlingen
te weinig actieve MOS- meer leerlingen doen leden actief mee en denken mee na over mogelijke MOS-activiteiten die zij mee organiseren
ö
draagvlak
ouders en onderhoudspersoneel weten te weinig over MOS
ouders zijn meer betrokken; onderhoudspersoneel heeft meer aandacht voor MOSwerking en gebruiken milieusparende producten
ö
communicatie
mwg bereikt niet alle leerlingen
ludieke communicatieacties van zeer verschillende vorm
ö
verankering
niet iedereen is op de hoogte van de milieuafspraken
milieuzorg wordt een rode draad doorheen het schooljaar
Er is een aparte milieuwerkgroep (mwg), de naam is:
De groene bretellen
Milieuthema’s komen aan bod in een bestaand participatieorgaan van de school, nl. in:
Voorstellen milieuwerkgroep worden besproken in lerarenraad: is enkel gebeurd op de lerarenraad van december en die van maart en april
Samenstelling van de mwg of van het participatieorgaan
MOS-verantwoordelijke + 1 leerling van elke graad + (afhankelijk van het onderwerp) directie en secretariaat: is al in september veranderd in: twee leerkrachten en 8 leerlingen van eerste graad, 3 van 2de graad en 8 derde graad
Frequentie van de vergaderingen:
3x per trimester / vergadering van februari is niet doorgegaan
49
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
Leidraad
bijlage 5: voorbeeld van een planningsdocument (aangepast tijdens het schooljaar): het is nu een logboek.
datum
geplande activiteit
wie doet wat?
hoe communiceren en sensibiliseren?
doel
evaluatie
okt. 2012
de milieuwerkgroep (mwg) opnieuw bekend maken
5kso ontwerpt nieuw logo en geboortekaartje, 6kso maakt ‘geboortefilm’ (animatie met fruit), 4kso maakt affiches, mwg hangt affiches op en spreekt in elke klas
geboortekaartje + logo; mwg deelt in elke klas energiekalender van Vlaams Energieagentschap uit; affiches; animatiefilm; ingebruikname communicatiebord MOS + MOS-brief voor ouders
iedereen weet opnieuw waarvoor de mwg staat; ledenwerving; ook ouders op de hoogte (maar er is nog geen actieve medewerking)
alle leerlingen weten nu wat de mwg doet; nieuwe leden: 1ste gr: 8 2de graad: 3 3de graad: 8 2 leerkrachten totaal nu: 21
nov. 2012
invoering zwerfvuilbox (zvb)
mwg ontwerpt box: 4HB maakt zvb; secretariaat en onderhoudspersoneel controleren en onderhouden zvb; directie sluit automaat indien zvb vol
invoering wordt aangekondigd met affiches, in schoolkrant, op website met foto’s, ouders per brief, in elke klas: korte tekst met uitleg over zvb en de onzin van nestvervuiling
zwerfvuilprobleem op speelplaats, sportvelden, in klassen en inkomhal terugdringen; leerlingen andere attitude bijbrengen
het zwerfvuil probleem is teruggedrongen: 2/3 minder zwerfvuil. Sanctie is 2x nodig geweest. De meeste leerlingen zijn zich bewust van het probleem en gooien hun afval niet meer op de grond; veel positieve reacties van ouders
jan. 2013
brooddozenactie en kraantjeswateractie
brooddozen aan; lk-drukker zorgt dat het logo van de mwg erop komt (gesponsord door oudercomité); dhr. P. maakt les over ‘afval voorkomen’; mwg organiseert verdeling; technisch personeel plaatst drinkwaterfonteintjes, secretariaat koopt kannen voor eetzaal
eerste schooldag januari: verzameling op grote speelplaats: korte speech directie; dozen in elke klas eerste lesuur: elke leerkracht behandelt het waarom van afval voorkomen; gezondheid: positieve kanten van kraantjeswater
afval voorkomen, aluminiumfolie bannen, alle leerlingen gebruiken brooddoos; leerlingen drinken meer water i.p.v. zoete dranken
eerste graad gebruiken nu allemaal een brooddoos (vanaf volgend schooljaar: telkens alle lln van het eerste en het vierde jaar + informatie over aluminium voor alle lln; kraantjeswateractie weinig succes
feb. 2013
Dikketruiendag
voorbereiding door mwg in november (DTD werd verder gepland op de vergadering van december)
ludieke actie (nog te bepalen); aandacht tijdens elk eerste lesuur (sommige leerkrachten deden niet mee) (ludieke actie “energieclowns” groot succes)
energie besparen; bewustmaking van opwarming van de aarde
Besparing was miniem (te hoge buitentemperatuur); alle leerlingen en het personeel deden mee; lerarenraad: volgend jaar voor meer achtergrond -informatie zorgen voor eerste en tweede graad
50
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
Leidraad
bijlage 5: voorbeeld van een planningsdocument (aangepast tijdens het schooljaar): het is nu een logboek.
datum
geplande activiteit
wie doet wat?
hoe communiceren en sensibiliseren?
doel
evaluatie
maa-apr 2013
actie licht-uitdeurtoe + actie onderhoudsproducten
secretariaat vermenigvuldigt affiches; mwg hangt affiches op deuren en MOS-bord; controle door mwg en leerkrachten; mwg bestudeert milieukoopwijzer en directie maakt afspraak met onderhoudspersoneel
we gebruiken de grappige affiches van vorig schooljaar opnieuw: affiches op elke klasdeur; eerste lesuur: elke leerkracht behandelt het waarom van energie besparen; informatie milieukoopwijzer wordt besproken met directie en onderhoudspersoneel
energie besparen, attitudewijziging; gebruik milieuvriendelijke producten
alle leerkrachten en leerlingen waren op de hoogte van de actie en deden mee; klasdeuren zijn meer toe dan vroeger en lichten zijn meestal uit indien de klas niet wordt gebruikt (volgend jaar: effectief meten en berekenen wat de besparing is). onderhoudsproducten: onderhoudspersoneel wil wel mee, maar aankoop gebeurt op scholengroepniveau: directeur zal het op volgende verg. scholengr. voorleggen)
mei 2013
aankoop 2 compostbakken; woensdagnamiddagactiviteit: snoeien en naar compostbak brengen
4 compostmeesters, aankondiging en onderhoudsperoproep voor vrijwilsoneel; leerlingen ligers via website onderhouden compostbakken
onderhoud tuin; kennis van theorie en praktijk van composteren
leerlingen kunnen snoeien en weten hoe ze compost van de schooltuin kunnen gebruiken; kleine kerngroep krijgt verantwoordelijkheid; meer woensdagen volgend jaar
juni 2013
evaluatie van de mwg + directie milieuwerking DTD werd geëvalueerd op lerarenraad van maart
een efficiëntere milieuwerkin g volgend schooljaar
opkomst: 59% alle initiatieven grotendeels goed bevonden (maar heel wat jongens vinden zvb geen goed idee)
doorlopend
controle mwg, secretariaat, sorteergedrag; studiemeesters verdeling kraantjeswater eetzaal; verkoop frisdranken wereldwinkel in flesjes; controle kopieergedrag
de ‘groene bretel- opvolging ingelen’ verschijnen voerde milieumaaminstens 1x om tre gelen de 14 dagen op de speelplaatsen; wereldwinkelcampagne op schoolwebsite; nieuwe rectoverso stickers op de kopieerapparaten
volgend jaar nieuwe sensibilisatieampagne i.v.m. het drinken van water nodig; sorteerregels uitleggen aan alle lln van 1ste graad; wereldwinkelassortiment uitbreiden want heeft succes
51
1 MOS, actiegericht engagement 2 Hoe word je MOS-school? 3 MOS, een manier van aanpakken 4 Stappenplan 5 MOS-thema’s 6 Eindtermen: op het MOS-lijf geschreven
52
7 Educatie voor Duurzame Ontwikkeling 8 Streven naar een logo of de groene vlag 9 De groene vlag van Eco-Schools 10 Milieuwetgeving Bijlagen
53
Colofon Samenstelling Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-integratie en -subsidiëringen Project MOS (Milieuzorg Op School) Redactie Hilde Boiten (MOS Limburg), Eric Craenhals (MOS-coördinatie), Marjolein Hantson (MOS West-Vlaanderen), Beatrijs Maesen (MOS Vlaams- Brabant), Veerle Moons (MOS Antwerpen), Philippe Moreau (MOS Vlaams-Brabant), Paul Renders (MOS Brussels Hoofdstedelijk Gewest), Mike Stoens (MOS Oost-Vlaanderen), Ines Van Regenmortel (MOS-coördinatie). Coördinatie en eindredactie Eric Craenhals Verantwoordelijke uitgever J.-P. Heirman Secretaris-generaal Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Koning Albert II-laan 20, bus 8 B-1000 Brussel
54