Milieubeleidsplan Haven Amsterdam duurzaam durven, doen en doorgaan 2008-2012
12 nov 3 juni 2009
1
Voorwoord
Duurzaam durven, doen en doorgaan. Het klinkt zo eigenzinnig, het ligt zo voor de hand. Maar niets is minder waar als je als overheid verantwoordelijk bent voor zowel economische belangen van de bedrijven op jouw terrein, het welzijn van de mensen die op en om het terrein leven en werken en het behoud van een gezonde flora en fauna. Als één proces dat van invloed is op deze verantwoordelijkheden niet weldoordacht ingezet wordt, zijn de gevolgen voor alle betrokken partijen rampzalig. Met die gedachte in ons achterhoofd zijn we van start gegaan met het opstellen van een Milieubeleidsplan voor Haven Amsterdam. Hierbij waren twee documenten leidend: het Milieubeleidsplan Amsterdam en de Havenvisie1. Het Milieubeleidsplan Haven Amsterdam heeft zich de afgelopen anderhalf jaar ontpopt van een slimme jongeling naar een standvastige volwassene. De kaders staan vast, de activiteiten zijn de basis. De standvastige volwassene kan alleen maar ‘rijpen’ naarmate de jaren verstrijken. Aan dit plan is organisatiebreed hard getrokken. Dit heeft gezorgd voor verinnerlijking binnen het bedrijf. Ik ben trots dat de medewerkers van Haven Amsterdam dit belangrijke thema in relatief korte tijd hebben omarmd en daadwerkelijk flinke stappen nemen. Hans Gerson, algemeen directeur Haven Amsterdam
1
Waar in dit milieubeleidsplan de Havenvisie genoemd wordt, wordt de Havenvisie 2008-2020, Slimme Haven, zoals door het college van B&W op 16 september 2008 vastgesteld, bedoeld.
2
Inhoudsopgave Samenvatting ....................................................................................................................................4 1.
Situatieschets ...........................................................................................................................7 1.2
Een paar begrippen............................................................................................................8
1.3
Het krachtenveld ................................................................................................................9
1.4
Haven Amsterdam, de organisatie zelf .............................................................................13
1.5
Klanten, partners en overige stakeholders ........................................................................14
2.
Missie en visie ........................................................................................................................16
3.
Speerpunten, ambities en acties............................................................................................21 3.1 Optimalisering ruimte- en milieugebruik ............................................................................22 3.1.1 Toekomstvisie.............................................................................................................22 3.1.2 Huidige situatie ...........................................................................................................22 3.1.3 Acties..........................................................................................................................25 3.2 Schone scheepvaart.........................................................................................................30 3.2.1 Toekomstvisie.............................................................................................................30 3.2.2 Huidige situatie ...........................................................................................................30 3.2.3 Acties..........................................................................................................................32 3.3 Stimuleren van goederenvervoer over water en spoor ......................................................35 3.3.1 Toekomstvisie.............................................................................................................35 3.3.2 Huidige situatie ...........................................................................................................36 3.3.3 Acties..........................................................................................................................37 3.4 Stroomlijnen risico’s gevaarlijke stoffen ............................................................................39 3.4.1 Toekomstvisie.............................................................................................................39 3.4.2. Huidige situatie ...........................................................................................................39 3.4.3 Acties..........................................................................................................................40 3.5 De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam .....................................................................42 3.5.1 Toekomstvisie.............................................................................................................42 3.5.2 Huidige situatie ...........................................................................................................42 3.5.3 Acties..........................................................................................................................43
4.
5.
6.
Impact milieubeleidsplan op het locatie- en ligplaatsenbeleid.............................................47 4.1
Locatiebeleid....................................................................................................................47
4.2
Ligplaatsenbeleid .............................................................................................................49
Programmabeheer..................................................................................................................50 5.1
Organisatie.......................................................................................................................50
5.2
Planning...........................................................................................................................50
5.3
Middelen ..........................................................................................................................51
5.4
Rapportages ....................................................................................................................52
5.5
Evaluatie ..........................................................................................................................52
5.6
Uitwerking ........................................................................................................................52
Communicatie.........................................................................................................................53 6.1.
Inleiding ...........................................................................................................................53
6.2
Doel van het milieubeleidsplan .........................................................................................53
6.3
Besluitvormingstraject ......................................................................................................53
6.4
Communicatie ..................................................................................................................53
6.5
Uitwerking ........................................................................................................................54 3
Samenvatting Het Milieubeleidsplan beschrijft de ambities, speerpunten en concrete maatregelen van Haven Amsterdam op milieugebied voor de komende vijf jaar. Er worden 40 acties gestart, uitgevoerd en afgerond. Veel van deze 40 acties hebben nog een onderzoekend karakter, doordat de milieuruimte voor diverse aspecten nog niet in beeld is. Na een succesvol uitgevoerd onderzoek, wordt een vervolgactie opgestart om het onderwerp daadkrachtig aan te pakken, met concrete en realistische doelstellingen. Het plan sluit aan bij de doelstellingen van het gemeentelijke Milieubeleidsplan Amsterdam duurzaam aan de top en vormt de milieu-uitwerking van de Havenvisie. Hoofddoel van het milieubeleidsplan is: ‘het creëren van een optimale balans tussen een economische sterke haven met een uitstekende concurrentiepositie en een goede kwaliteit van de leefomgeving’ Het plan waarborgt dat duurzame ontwikkeling bij alle afwegingen de noodzakelijke aandacht krijgt - met oog voor de belangen van mens, milieu en economie. Met klantvriendelijke oplossingen voor milieubelastende situaties worden efficiencyslagen gemaakt die ook een economisch doel dienen. Het Amsterdamse havengebied is relatief schoon en de luchtkwaliteit is relatief goed, op een tweetal knelpuntsituaties met fijnstof na. Verbeteringen blijven dus nodig, mede omdat ook fysieke ruimte en milieuruimte schaars zijn. Het uitgangspunt is: het juiste bedrijf op de juiste plaats. Zo worden milieubelastende bedrijven geconcentreerd in het havengebied om de omgeving zo veel mogelijk te ontzien. Er wordt ook bewust gekozen voor een ‘slimme’ haven en geen ‘massahaven’: Amsterdam zegt ‘nee’ tegen bepaalde bedrijven en producten, zoals LNG en ruwe olie/raffinage. Producten zoals biomassa en biobrandstoffen worden juist met open armen verwelkomd, als het de duurzame varianten betreft. Klanten worden begeleid om te voldoen aan milieunormen en krijgen advies over zaken als energiebesparing en duurzame energie, vervoer over water en intensief gebruik van terreinen. Haven Amsterdam werkt (inter)nationaal samen aan het oplossen van milieuvraagstukken. Het plan voorziet in een evenredige bijdrage van Haven Amsterdam aan de gemeentelijke milieudoelstellingen. Voor het havengebied zijn de komende jaren vooral de doelstellingen voor luchtkwaliteit, geluidshinder, klimaat en duurzaam produceren en consumeren van belang. Voor het duurzaam regisseren van de kernactiviteiten van de haven en negatieve milieugevolgen tot een minimum te beperken, zijn vijf speerpunten geformuleerd waarin deze thema’s een prominente plaats hebben: optimaal ruimte- en milieugebruik; schone scheepvaart; meer goederenvervoer over water en spoor; minimale risico’s van vervoer, op- en overslag van gevaarlijke stoffen; de voorbeeldfunctie. Het bijbehorende actieplan vertaalt deze speerpunten in acties gericht op betere luchtkwaliteit, minder gevaarlijke stoffen, minder geluidshinder en CO2-uitstoot, en de voorbeeldfunctie door duurzaam consumeren (inkopen). Het plan gaat niet specifiek in op de doelstelling “zorgt voor een betere samenwerking op het gebied van milieubeleid, waarbij meer resultaten worden bereikt met minder bureaucratie” uit de Havenvisie. Wel wordt bij de uitvoering van de acties de samenwerking met diverse partners actief opgezocht.
4
Optimaal ruimte- en milieugebruik Haven Amsterdam beheert zo’n 1.565 hectare voor bedrijfsterreinen en 1.000 hectare waterbassins en infrastructuur. Ook de komende jaren ligt de nadruk op intensivering, herontwikkeling van bestaande terreinen, functiewijziging en het combineren van functies en meer gestapelde bouw. De helft van de jaarlijkse uitgifte van 25 hectare grond, moet worden gerealiseerd door intensivering en herstructurering van eerder uitgegeven gebied. Het streven is uitbreiding van bestaande bedrijven op het bestaande terrein te realiseren. Met bedrijven die samen verantwoordelijk zijn voor tachtig procent van de uitstoot worden afspraken gemaakt over mogelijke vermindering. Er wordt onderzocht hoe bedrijven en de bijbehorende (transport)activiteiten in Westpoort aan de gemeentelijk CO2reductiedoelstelling kunnen bijdragen. De milieuruimte wordt optimaal benut, door milieuwinst te boeken bij individuele bedrijven en deze te benutten voor de vestiging van nieuwe bedrijven. Bij herstructurering wordt rekening gehouden met milieuvoordelen van mogelijke samenwerking tussen bedrijven, bijvoorbeeld door restwarmte en afvalstoffen als energiebron en grondstof te gebruiken. Zo is de bouw voor Greenmills in 2008 gestart. Greenmills wekt duurzame energie op uit organische reststromen, om naar schatting 25.000 huishoudens van elektriciteit te voorzien. De Minervahaven wordt een buffer tussen zware industrie en woongebieden. Schone scheepvaart Haven Amsterdam stimuleert schone scheepvaart. Nationaal en internationaal oefent zij haar invloed uit op de regelgeving op dit gebied. Er komen maatregelen om waterverontreiniging te verminderen en de afvalafgifte door schepen te vergroten. De luchtverontreiniging door aangemeerde schepen wordt verder teruggedrongen. In dat verband worden de mogelijkheden van walstroom onderzocht, onder meer voor de zeecruisevaart. Voor de binnenvaart is het streven om alle openbare wachtplaatsen in 2015 te voorzien van walstroom. Vanaf 2010 moeten de meest vervuilende binnenvaartschepen extra binnenhavengeld betalen; dat wordt geïnvesteerd in een subsidieregeling van VROM om uitstoot van stikstofoxiden en fijnstof in de binnenvaartsector te verminderen. Vanaf 2025 weert de haven binnenvaartschepen die niet voldoen aan de CCR-2 norm. Voor de zeevaart wordt een beoordelingsinstrument ontwikkeld om schone schepen te kwalificeren. Haven Amsterdam maakt zich sterk om uiterlijk in 2010 een index te hebben vastgesteld en in de eigen haven een systeem van financiële prikkels operationeel te hebben. Dit is in lijn met Rotterdams en landelijk beleid. Naar aanleiding van de ramp met de Probo Koala is Haven Amsterdam betrokken bij werkprocessen voor betere coördinatie tussen gemeentelijke diensten bij ‘ongewone voorvallen’, een gezamenlijk oefenprogramma, nationale werkgroepen om wet- en regelgeving beter af te stemmen en een draaiboek voor de praktijk. Meer goederenvervoer over water en spoor Lokaal goederenvervoer gaat veelal over de weg of transportband, vervoer naar het achterland over de weg, per spoor, pijp en schip. Bij het verbeteren van de bereikbaarheid wordt ingezet op meer goederenvervoer over water en spoor. De meest energie-efficiënte wijze van goederentransport is transport over water. Haven Amsterdam blijft daarom de verschuiving van vervoer over de weg naar het water (deepsea, shortsea en binnenwater) en spoor stimuleren. Per goederenstroom wordt de te realiseren verschuiving vastgelegd als percentage in 2020 ten opzichte van 2007. Het gaat daarbij vooral om groeisectoren en goederenstromen die nog weinig gebruik maken van achterlandvervoer per schip of trein. In concreto betekent dit een verschuiving van weg naar water en spoor voor stukgoed, en consolidatie voor bulkproducten (in die sector kiezen de 5
bedrijven al voor 70 tot 95 procent van hun afvoer voor vervoer over water). Door de groei van het aantal containers is er een groei in de intermodale shuttleverbindingen. De komende jaren is het doel versterking van de bestaande verbindingen (in capaciteit en frequentie) en de ontwikkeling van nieuwe verbindingen. Haven Amsterdam ondersteunt (internationale) projecten om short sea en binnenvaart te bevorderen, en neemt deel in de exploitatiemaatschappij voor de Betuweroute. Minder risico’s gevaarlijke stoffen De laatste jaren groeide het aantal schepen met gevaarlijke stoffen dat de haven aandeed sterk. Evenals de totale hoeveelheid gevaarlijke stoffen, waardoor ook het aantal laad- en loshandelingen gestegen is. Van oudsher zijn bedrijven in het havengebied die met gevaarlijke stoffen werken, een belangrijk aandachtspunt. Een eerste stap wordt samen met belanghebbende partijen gezet door een gebiedsgerichte visie op te stellen voor Westpoort. Daarnaast wordt het ligplaatsenbeleid voor schepen met gevaarlijke stoffen verder geprofessionaliseerd. Door zonering op basis van veiligheidsafstanden wordt een transparant en eenduidig systeem ingevoerd. Er komt ook meer capaciteit voor de handhaving. Aan- en afvoer van gevaarlijke stoffen over het spoor krijgt speciale aandacht. De voorbeeldfunctie Haven Amsterdam heeft, als gemeentelijk bedrijf, een voorbeeldfunctie - ook op milieugebied. Haven Amsterdam levert de komende vijf jaar een bijdrage aan de doelstellingen van het Milieubeleidsplan Amsterdam. Het streven naar een CO2-neutrale gemeentelijke organisatie in 2015, leidt tot energiebesparende maatregelen voor gebouwen, de eigen vloot en het eigen wagenpark. Bij de aanstaande ingrijpende verbouwing van de eigen huisvesting in het Havengebouw zullen de scherpe gemeentelijke normen uitgangspunt zijn. Voor het energieverbruik worden meetbare doelen gesteld. Door de aanschaf van hybride auto’s is al een flinke stap op weg naar duurzaam autogebruik door werknemers gezet. Waar mogelijk wordt gestreefd naar verdere beperking van het autogebruik. Vliegreizen worden gecompenseerd via de stichting Trees for Travel, door (her)aanplant en beheer van duurzame bossen. Bij aankoop van nieuwe auto’s en vaartuigen wordt standaard gekozen voor de meest milieuvriendelijke en energiezuinige technologieën. Ook aan het gemeentelijke streven naar een duurzame energievoorziening levert de haven een bijdrage, als gebruiker en als producent. In 2008 is er voor 27 Megawatt windmolencapaciteit bij gekomen in Westpoort. In totaal kunnen de windmolens 40.000 huishoudens van elektriciteit voorzien. Ook levert het havengebied warmte uit afvalverbranding. Bij het eigen wagenpark, inkoop van materialen en goederen en afvalbeleid ligt de nadruk op zorgvuldig omgaan met natuurlijke hulpbronnen (ruimte, energie, grondstoffen). Leeswijzer Hoofdstuk 1 zoomt in op het krachtenveld dat Haven Amsterdam inneemt op mondiaal niveau tot het niveau van de gemeente Amsterdam en de organisatie zelf. Hoofdstuk 2 geeft het beleid op hoofdlijnen weer. Wat is de visie en de missie van Haven Amsterdam en welke speerpunten zijn de komende vijf jaar aan de orde. Hoofdstuk 3 is het kernhoofdstuk van dit plan en illustreert waarom Haven Amsterdam durft, doet en doorgaat. Het begint telkens met durven uitgedrukt in de toekomstvisie. Een korte herhaling van het beleid op hoofdlijnen komt hier puntsgewijs in terug. Vervolgens wordt ingegaan op wat al wordt gedaan in de beschrijving van de huidige situatie. Elk speerpunt eindigt met een actieplan hoe Haven Amsterdam doorgaat om de toekomstvisie te bereiken. Hoofdstuk 4 geeft aan welke implicaties het plan heeft op twee belangrijke beleidsvelden: locatiebeleid en ligplaatsbeleid. Hoofdstukken 5 en 6 beschrijven hoe Haven Amsterdam het plan gaat uitvoeren en op welke wijze Haven Amsterdam actief blijft communiceren over het plan en zijn voortgang. 6
1.
Situatieschets
Inleiding Voor u ligt het Milieubeleidsplan van Haven Amsterdam. Met dit plan in de hand wil Haven Amsterdam in de komende jaren substantiële stappen zetten op het gebied van intensief ruimtegebruik, schone scheepvaart, efficiënt en milieuvriendelijk transport, klantvriendelijke oplossingen voor milieuvraagstukken, gevaarlijke stoffen en een forse energiebesparing in de eigen organisatie. Deze stappen zullen bijdragen aan een hogere milieukwaliteit in het havengebied zelf en daarbuiten. Dit plan staat niet op zichzelf; ook de gemeente heeft een nieuw milieubeleidsplan2 opgesteld. De doelstellingen van de gemeente zijn behoorlijk ambitieus. Haven Amsterdam gaat in deze doelstellingen mee en geeft daar haar eigen uitwerking aan. Daarnaast is dit plan op milieugebied een uitwerking van de nieuwe Havenvisie. Het Amsterdamse havengebied is relatief schoon. Dit komt onder andere doordat Amsterdam, anders dan de Rotterdamse haven, geen petrochemische industrie heeft. Ook ten opzichte van de situatie in de stad Amsterdam blijkt uit onderzoek dat de luchtkwaliteit in het havengebied relatief goed is. Alleen voor fijnstof zijn twee zogenaamde hardnekkige knelpunten bepaald. Verdere verbeteringen blijven dus nodig en mogelijk. Zo zal Haven Amsterdam, in lijn met het Milieubeleidsplan van de gemeente, bijvoorbeeld acties ondernemen om de luchtverontreiniging door aangemeerde schepen verder terug te dringen en haar bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen van het gemeentebestuur. Het voorliggende milieubeleidsplan bevat nieuwe ambities en acties om die ambities te realiseren. Bovendien is Haven Amsterdam zich terdege bewust van de voorbeeldfunctie, ook op milieugebied, die zij als onderdeel van de gemeente heeft. Haven Amsterdam wil samen met Havenbedrijf Rotterdam deze voorbeeldfunctie vervullen. Overigens zijn havens over de hele wereld actief op milieugebied. Het doel is tweeledig; ten eerste leidt een goed milieubeleid tot een verbetering van het milieu en daarmee tot een makkelijkere, betere aansluiting bij de stad en de regio. Ten tweede leidt een zichtbaar goed uitgevoerd plan tot meer begrip en waardering voor de betreffende haven en de activiteiten die er plaatsvinden. Het plan gaat niet specifiek in op de doelstelling “zorgt voor een betere samenwerking op het gebied van milieubeleid, waarbij meer resultaten worden bereikt met minder bureaucratie” uit de Havenvisie. Wel wordt bij de uitvoering van de acties de samenwerking met diverse partners actief opgezocht. Haven Amsterdam werkt al jaren aan de beperking van de milieubelasting en is steeds alert op oplossingen voor knellende milieuproblemen. Naast de nieuwe acties besteedt dit plan dan ook aandacht aan wat er allemaal al gebeurt. De ondertitel: ‘Duurzaam durven, doen en doorgaan’ is bewust gekozen, omdat Haven Amsterdam al jaren een duurzaam actief milieubeleid voert, met dit plan daarop doorgaat en de durf heeft om stevig in te zetten en actie te ondernemen. Kortom: Haven Amsterdam wil een van de meest duurzame havens in Europa realiseren!
2
Amsterdam duurzaam aan de top, Milieubeleidsplan Amsterdam 2007 – 2010, 31 mei 2007
7
1.2
Een paar begrippen
In dit plan worden diverse begrippen rond het havengebied gebruikt, die nadere toelichting vragen, zodat duidelijk is wat er bedoeld wordt:
Figuur 1 Airport – Seaport City
1. Haven Amsterdam:
de organisatie die het beheer voert over de haven, onderdeel van de gemeente Amsterdam
2. Haven- en industriegebied Westpoort:
het gebied van Afrikahaven tot en met Minervahaven.
3. Oostelijk havengebied:
Het gebied vanaf de IJtunnel tot het AmsterdamRijnkanaal ten zuiden van het IJ.
4. De Amsterdamse haven / het Amsterdamse havengebied:
het gebied van de Afrikahaven tot aan de Oranjesluizen.
5. Zeehavens Amsterdam:
de havengebieden van de gemeenten Amsterdam, Zaanstad, Velsen en Beverwijk samen.
6. Noordzeekanaalgebied (NZKG):
het gebied van 12 mijl uit de kust voor IJmuiden tot en met de Oranjesluizen.
7. Airport-Seaport-City;
de combinatie van Schiphol / Zeehavens Amsterdam en de stad Amsterdam.
8. Metropool Regio Amsterdam:
het noordelijk Randstadgebied, met name lijn NZKG – Schiphol – Almere (zie figuur 2 voorheen De Noordvleugel genoemd) een overleg- en samenwerkingsorgaan van de Nederlandse zeehavens, waarin havenbeheerders, havenbedrijfsleven en een aantal relevante, ministeriële departementen participeren.
9. Nationale Havenraad (NHR):
8
10. Milieuruimte:
de figuurlijke ruimte die binnen gestelde milieunormen aanwezig is voor de productie van geluid, de uitstoot van bepaalde milieubelastende stoffen, de toegestane risicocontouren en het gebruik van grondstoffen.
11. CO2-neutraal
het evenwicht tussen de uitstoot en de vastlegging van CO2 (koolstofdioxide)
12. Klimaatneutraal
dienst, product of leven zonder negatieve invloed op het klimaat.
Figuur 2: Het Metropool Regio Amsterdam gebied
1.3
Het krachtenveld
Haven Amsterdam opereert binnen een mondiaal krachtenveld, waarin een breed scala aan mondiale spelers actief is. Dit milieubeleidsplan is alleen werkbaar en uitvoerbaar als het rekening houdt met de economische en sociale belangen in het mondiale, en zeker het Noord- Europese krachtenveld waarbinnen Haven Amsterdam opereert. De zeehaven vormt in dit veld een internationaal logistiek knooppunt van groeiend belang. Hieronder wordt aangegeven welke rol de Amsterdamse haven in dit krachtenveld speelt, beginnend met de plaats die de Amsterdamse haven inneemt in de wereld en binnen de range van belangrijke West-Europese havens. Om daarna stapsgewijs in te zoomen op de plaats van de haven binnen haar directe omgeving. Amsterdamse haven in de wereld Haven Amsterdam is vertegenwoordigd in een aantal internationale organisaties en houdt zo binnen de internationale gemeenschap de ontwikkelingen van dichtbij in 9
de gaten. Zij wendt haar invloed aan voor verbetering van de positie van Zeehavens Amsterdam binnen het IMO (International Maritime Organisation), de IAPH (the International Association of Ports and Harbours), de Green Award en het KIMO (internationaal samenwerkingsverband van kustgemeenten voor verbetering van het milieu van de zee en de kust). Amsterdamse haven in noordwest Europa In de range van grote noordwest Europese havens, van Le Havre via Amsterdam tot aan Hamburg, is Zeehavens Amsterdam met een marktaandeel van 7,4% in 2007 nummer 4 na Rotterdam, Hamburg en Antwerpen. De totale goederenoverslag in 2006 nam toe met 12,7% ten opzichte van 2005, waarmee Zeehavens Amsterdam tot de grootste groeiers van de Hamburg-le Havre range behoorde3. Deze groei is in 2007 geconsolideerd en de overslag is zelfs nog met 4,1% verder toegenomen. Haven Amsterdam is actief betrokken bij internationale samenwerking rondom milieuvraagstukken in havengebieden. Dit krijgt onder meer vorm via de Stichting Ecoports, een samenwerkingsverband gericht op de uitwisseling van kennis en ervaring op het gebied van milieuoplossingen voor havengebieden. Haven Amsterdam is voorzitter van deze stichting en is vertegenwoordigd in het Milieu Comité van de ESPO (European Sea Ports Organisation). Op deze wijze is de organisatie in Europees verband rechtstreeks betrokken bij veel thema’s die in dit milieubeleidsplan aan bod komen. Uit het Ecoports samenwerkingsverband is tevens het project NoMEPorts ontstaan. NoMEPorts staat voor Noise Management in European Ports en heeft als doel om een Good Practice Guide te ontwikkelen voor het beheer van de geluidruimte voor (zeehavengebonden) industrielawaai. Haven Amsterdam verzorgt de projectleiding van dit project waarin wordt samengewerkt met tien andere Europese zeehavens. •
De Amsterdamse haven in Nederland Zeehavens Amsterdam is de tweede haven van Nederland. Het havengebied onderscheidt zich nationaal door de sterke positie in de energiesector, vooral door de groei van olieproducten en kolen. In de energiesector heeft de Amsterdamse haven internationaal inmiddels een leidende positie en nieuwe brandstoffen als biomassa en biobrandstoffen doen momenteel hun intrede. Daarnaast is de Amsterdamse haven een grote agribulk- en cacaohaven en heeft een behoorlijke positie in de sectoren stukgoed en bouwmaterialen (zand, grind, asfalt, betonwaren). Sinds augustus 2005 is de Amsterdamse haven ook een zeer snel groeiende containerhaven, met een toenemend aantal deep sea (intercontinentale) en short sea (Europese) lijndiensten, en bijbehorende feeders, binnenvaart- en railshuttles. Als gevolg van deze ontwikkelingen groeit ook de interesse voor het vestigen van bedrijven in de continentale logistieke dienstverlening, zoals distributiebedrijven. Verder is Zeehavens Amsterdam een belangrijke Europese cruisebestemming. Het havengebied onderscheidt zich nationaal door de sterke positie in de energiesector Samen met de haven van Rotterdam en Schiphol vormt Amsterdam de “Holland Delta Port”, de logistieke driehoek van Nederland en een belangrijke toegangspoort tot Europa. Bij de vorming van beleid en het implementeren van wet- en regelgeving is er een vergaande samenwerking tussen de Nederlandse havens. Haven Amsterdam neemt actief deel aan de Nationale Havenraad (NHR) en levert menskracht en leiderschap in diverse commissies en werkgroepen van de NHR op milieugebied. De havens vinden het van belang dat er eenduidig om wordt gegaan met de vertaling van weten regelgeving, om enerzijds duidelijkheid te verschaffen aan de sector en hierdoor
3
ZHG-systeem Haven Amsterdam en Regioberichtgevers, 16-4-2007, statistiek januari – december 2006
10
succesvol te zijn in het bereiken van de gestelde (wettelijke) doelen en anderzijds niet te concurreren op publieke zaken. Daarvan maakt milieubeleid ook een belangrijk onderdeel uit. Dit milieubeleidsplan is daarom opgesteld met het Rotterdamse havenmilieubeleid op het netvlies (zie hiervoor ook bijlage 2). Daarnaast maakt Amsterdam onderdeel uit van het Randstadnetwerk van bedrijven, waarbij logistieke, data-, technologie-, kennis- en innovatienetwerken samen een groot economisch netwerk vormen met een grote vitaliteit. Zoals gesteld in de nota “Zeehavens: Ankers van de Economie” en de nota “Pieken in de Delta” zet het rijk zich in voor grote, complexe bedrijventerreinen, die als “toplocaties” worden benoemd. Ook Westpoort is zo’n toplocatie.
De Amsterdamse haven in de Metropool Regio Amsterdam De regio Noordzeekanaalgebied-Schiphol-Almere wordt onder één noemer “de Metropool Regio Amsterdam” gevat. De verbetering van de zeetoegang is samen met de verbetering van de verbinding tussen Schiphol en Almere één van de topprioriteiten voor de verdere logistieke ontwikkeling van deze Metropool Regio Amsterdam. Daarbij krijgen verschillende vervoersmodaliteiten naast elkaar de aandacht, die samen tot een optimale bereikbaarheid moeten leiden. De havens binnen het Noordzeekanaalgebied bieden 33.293 directe arbeidsplaatsen. Daarnaast zorgen de havens ook nog eens indirect voor 22.655 banen. De toegevoegde waarde is direct en indirect 5 miljard4. Schiphol en Zeehavens Amsterdam benutten meer en meer elkaars directe nabijheid. Het Atlaspark, een bedrijvenpark ten zuiden van de Afrikahaven, ligt op minder dan tien kilometer afstand van Schiphol. De lucht- en zeehaven vormen daarom samen een logistiek knooppunt van internationaal belang. De mogelijkheden voor transport van personen en goederen door de lucht én over het water zo dicht bij elkaar én bij de grootste stad van het land, maken Amsterdam tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven en distributiecentra. Andere Europese concurrenten hebben deze combinatie in veel mindere mate. Het verder ontwikkelen van het sterke concept Airport-Seaport-City heeft dan ook een hoge prioriteit. Versterking van het vestigingsklimaat, het aantrekken van internationale bezoekersen goederenstromen, intensivering van samenwerking met het bedrijfsleven, verbetering van de bereikbaarheid van de haven én versterking van de synergie tussen Schiphol en Haven zijn allemaal onderwerp van het programakkoord van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam voor de periode 20062010.
4
De Amsterdamse haven en de stad Amsterdam Zeehavens Amsterdam is de derde pijler waarop de economie van Amsterdam en de regio steunt, naast de financieel-zakelijke dienstverlening, de luchthaven, het toerisme en de ICT-sector. Ruim 15% van de directe werkgelegenheid komt uit de haven- en industriesector. Daarbij biedt de havensector, anders dan in de andere sectoren het geval is, banen voor alle opleidingsniveau’s.
Havenmonitor 2006, RebelGroup Advisory-Buck Consultants International, i.o.v. het Ministerie van V&W
11
Figuur 3: Situering van de Amsterdamse haven in het gebied Amsterdam-Westpoort-Schiphol.
Het haven- en industriegebied kent in Amsterdam zowel zware als lichte industrie, traditionele (bulk) als moderne ladingstromen (containers). Een industriegebied dat goed is voor een jaaromzet van 1,6 miljard euro5. Er varen in de Amsterdamse havens jaarlijks ongeveer 6.000 zeeschepen6 en naar schatting 50.000 binnenvaartschepen de havens in en weer uit, waarbij 65 miljoen ton goederen (van de 88 miljoen ton in het Noordzeekanaalgebied) en 376.500 passagiers worden vervoerd7. Dit alles vindt plaats binnen een gebied dat begrensd wordt door één van de dichtstbevolkte gebieden van Nederland, waar op een betrekkelijk gering oppervlak heel veel gebeurt. Uiteraard vraagt deze ligging om intensieve samenwerking met de stad Amsterdam. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt steeds nauwgezet afgewogen op welke wijze deze de stad Amsterdam en haar inwoners beïnvloeden. Waar mogelijk profiteert de stad mee van ontwikkelingen in de haven. Onvermijdelijk is er in sommige gevallen sprake van hinder in de stad of in de regio. Haven Amsterdam realiseert zich dat terdege en doet alles wat binnen haar mogelijkheden ligt om deze hinder tot een minimum te beperken. Daarbij volgt zij de volgende rode draad: Door de concentratie van milieubelastende bedrijven in het Amsterdamse havengebied kunnen andere delen van Amsterdam en de regio worden ontzien. Dat betekent een schonere stad en omgeving door slimme inrichting van het havengebied. Het haven- en industriegebied Westpoort is het enige grootschalige industriegebied in de regio. Het is een gebied waar overlastgevende bedrijven - waaronder noodzakelijke stedelijke en regionale functies als afvalverwerking, rioolwaterzuivering en energiecentrales - geconcentreerd zijn, met als voordeel dat de overlast op andere plaatsen in en nabij de stad verdwijnt. Zo is bijvoorbeeld onlangs de rioolwaterzuivering van Amsterdam Oost naar Westpoort verhuisd, waardoor er nieuwe mogelijkheden voor woningbouw komen aan de oostkant van de stad. 5 6 7
Havenmonitor 2006, RebelGroup Advisory-Buck Consultants International, i.o.v. het Ministerie van V&W ZHG-systeem Haven Amsterdam en Regioberichtgevers, 01-03-2008, statistiek januari – december 2007 ZHG-systeem Haven Amsterdam en Regioberichtgevers, 01-03-2008, statistiek januari – december 2007
12
Daarnaast profileert Haven Amsterdam zich steeds meer als energiehaven. De haven biedt ruimte aan een windmolenpark dat straks 40.000 huishoudens van elektriciteit kan voorzien. De samenwerking tussen het Afval Energie Bedrijf (AEB) en Waternet is een mooi voorbeeld van industriële synergie en ecologie, waarbij met de geproduceerde warmte uit afvalverbranding via een warmtedistributienet in de nabije toekomst 161.000 Amsterdamse huishoudens zullen worden verwarmd. Alle gemeentelijke gebouwen en straatverlichting worden met de opgewekte elektriciteit door het AEB van groene stroom voorzien. De haven biedt ruimte aan deze bedrijven en draagt op deze manier bij aan een duurzame energievoorziening van Amsterdam. De kolengestookte Hemwegcentrale voorziet Amsterdam en omstreken al lange tijd van energie. Onlangs is er een deNOx-installatie in gebruik genomen, die de uitstoot van NOx (stikstof) aanzienlijk vermindert. Groei is een belangrijk thema in deze dichtbevolkte regio. In de stad Amsterdam is meer en meer ruimte nodig voor wonen, werken, voorzieningen en recreatie. En ook de haven ziet economische kansen die haar positie versterken, de werkgelegenheid in Amsterdam kunnen vergroten en de nodige ruimte vragen. Daardoor kruipen stad en haven steeds dichter naar elkaar toe. Dat gaat allemaal niet vanzelf goed. De verschillende groeiwensen vereisen van alle partijen goede afwegingen en slim ruimtegebruik. Daar is op dit moment volop aandacht voor. Zo huisvest de kern van de haven de zware industrie, terwijl aan de zuidwest randen de lichtere bedrijvigheid is gesitueerd. Hierdoor ontstaat een goede buffer tussen het woongebied en de zware industrie. In de komende jaren is echter méér nodig om alle ontwikkelingen in goede banen te leiden. Dit milieubeleidsplan beschrijft hoe Haven Amsterdam in de komende jaren met de ruimtevraag om zal gaan. 1.4
Haven Amsterdam, de organisatie zelf
Haven Amsterdam streeft ernaar nieuwe klanten aan te trekken en bestaande klanten te behouden. De haven hanteert daarbij een vestigings- en locatiebeleid, waarmee zij streeft naar “het juiste bedrijf op de juiste plaats”. Het gaat Haven Amsterdam er om een ‘slimme’ haven te zijn en groei daar te realiseren waar nodig. Haven Amsterdam wil dus geen ‘massahaven’ worden, waarbij onbeperkte groei vooropstaat. Concreet gaat het onder meer om:
voldoende massa om te concurreren als haven; voldoende massa per ladingsoort om te kunnen concurreren in gekozen segmenten; de keuze voor deze segmenten aan de hand van de volgende criteria: - de huidige concurrentiepositie, - de waarde van de groei, regionaal en nationaal, - de toegevoegde waarde, - de toekomstbestendigheid. voldoende breedte in het aantal segmenten is belangrijk om afhankelijkheid van één segment te voorkomen.
De voornoemde keuze voor ‘bewuste ontwikkeling’ brengt met zich mee dat Haven Amsterdam tegen bepaalde bedrijven en producten ‘nee’ zal zeggen. Daarbij kan gedacht 13
worden aan LNG en ruwe olie/raffinage. Kolenoverslag zal alleen plaats vinden op de nu bestaande kolenterminals. Andere producten en bedrijven zullen daarentegen juist nadrukkelijk verwelkomd worden, zoals bijvoorbeeld duurzame energie, containers, logistiek en stukgoed, agribulk, cruisevaart enzovoorts. Haven Amsterdam kent de bedrijventerreinen en alle bedrijven en weet wélke milieuproblematiek wáár speelt. De haven begeleidt haar klanten bij het proces zich op een terrein te vestigen binnen de beschikbare milieuruimte8. Zij maakt hen attent op aspecten als energiebesparing, duurzame energie of synergievoordelen. Zij zoekt steeds naar innovaties, met name wanneer milieuvoordeel én economische kansen te combineren zijn. Haven Amsterdam ziet het ook als haar taak het tot de haven behorende gebied op duurzame wijze te ontwikkelen, in te richten en te beheren. De organisatie houdt zich daarom ook bezig met het bewaken van de luchtkwaliteit, het reguleren van de geluidsproductie en de gehele fysieke infrastructuur in het gebied. Daarnaast vindt Haven Amsterdam het van belang oog te hebben voor de afgeleide effecten van een haven, regionaal, nationaal en internationaal, en de verantwoordelijkheid te nemen bij te dragen aan oplossingen. Naast de bovengenoemde taken en verantwoordelijkheden binnen het Amsterdamse havengebied is Haven Amsterdam ook verantwoordelijk voor een vlotte, veilige en milieuverantwoorde afhandeling van het scheepvaartverkeer van 12 mijl buiten de pieren van IJmuiden tot aan de Oranjesluizen. De Rijksoverheid en alle andere havengemeenten in het Noordzeekanaalgebied hebben deze verantwoordelijkheid aan haar gedelegeerd. Haven Amsterdam schept de voorwaarden waaronder deze afhandeling kan plaatsvinden. Bijvoorbeeld door een streng protocol dat gevolgd moet worden bij het bunkeren van brandstof ter voorkoming van oliemorsingen. Ook de lichterpalen bij IJmuiden, die het mogelijk maken dat diepstekende schepen hun lading gedeeltelijk kunnen lossen en zo toch het havengebied kunnen aandoen, vormen in dit verband een belangrijke voorziening. 1.5
Klanten, partners en overige stakeholders
Het spreekt vanzelf dat Haven Amsterdam de doelstellingen uit dit plan niet alleen bereiken kan. Haven Amsterdam zoekt bij de uitvoering van dit plan actief de samenwerking op met haar klanten, partners en overige stakeholders uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisatie en overheid. Ook zal zij steeds gericht zijn op kennisuitwisseling met andere nationale en internationale havens die met dezelfde uitdagingen te maken hebben. In het plan is voor milieubelastende situaties steeds naar oplossingen en verbeteringen gezocht, die zoveel mogelijk ook een economisch doel dienen. Op die manier waarborgt het plan de milieukwaliteit én de economische kwaliteit van de haven op lange termijn en geeft het daadwerkelijk vorm aan een duurzaam management van de haven. Binnen de hiervoor geschetste context, van de rol in de wereld en binnen Europa tot en met de rol van de haven in relatie tot de individuele klant en overige stakeholders, gaat Haven Amsterdam voortvarend aan de slag, waarbij zij zich sterk richt op de uitvoering van acties en vervolgacties. De haven durft, doet en gaat duurzaam door in het zoeken, vinden en realiseren van een dynamisch evenwicht, waarin een economisch sterke haven in een omgeving met een goede milieukwaliteit hand in hand gaan. Waar het gaat om innovatieve
8
De figuurlijke ruimte die binnen gestelde milieunormen aanwezig is voor de productie van geluid, de uitstoot van bepaalde milieubelastende stoffen en het gebruik van grondstoffen
14
ontwikkelingen is Haven Amsterdam ook bereid om daar, in financiële zin, extra aan bij te dragen.
15
2.
Missie en visie
Haven Amsterdam wil op de korte en lange termijn één van de vijf belangrijke pijlers van de stedelijke en regionale economie blijven. Om op Europees niveau haar positie, zoals in het vorige hoofdstuk omschreven, te kunnen blijven behouden, moet de haven op sommige groeisectoren de mogelijkheid hebben om uit te kunnen breiden. Dat is in de Amsterdamse situatie een complexe opgave. De situatie van Haven Amsterdam wordt gekenmerkt door schaarste aan fysieke ruimte én schaarste aan milieuruimte. Haven Amsterdam wil de huidige groei verder doorzetten, maar realiseert zich daarbij dat economische groei op lange termijn alleen houdbaar is als die groei in balans is met de maatschappij en de omgeving. Het is de opgave die balans steeds weer te vinden. Deze opgave heeft Haven Amsterdam vastgelegd in de volgende missie: Haven Amsterdam is de onderneming die op het gebied van duurzame economische ontwikkeling voorloper in Zeehavens Amsterdam wil zijn Het begrip duurzaam in deze missie betekent “maatschappelijk, ecologisch en financieel houdbaar op de lange termijn én met inachtneming van een brede verantwoordelijkheid, zowel lokaal, als regionaal en (inter)nationaal”. Voorloper willen zijn betekent dat Haven Amsterdam het voortouw wil nemen om in goed overleg en samenwerking beleid te ontwikkelen en gezamenlijk uitvoering te geven aan daaruit voorvloeiende acties. Bij deze missie hoort een visie op de positie die de haven van Amsterdam inneemt in het krachtenveld zoals in hoofdstuk 1 omschreven; de haven van Amsterdam is een concurrerende vestigingslocatie en een internationaal logistiek knooppunt Dit milieubeleidsplan speelt bij de realisering van de missie en visie een belangrijke rol en waarborgt dat duurzaamheid en de verhoging van de milieukwaliteit bij alle afwegingen altijd een belangrijk punt van aandacht is. Als onderdeel van de gemeente Amsterdam neemt Haven Amsterdam ook haar verantwoordelijkheid in het bereiken van de gemeentelijke milieudoelstellingen. Op het gebied van milieu, gezondheid, externe veiligheid en klimaat hebben de activiteiten in het havengebied vooral invloed op de thema’s luchtkwaliteit, geluidhinder, klimaat, externe veiligheid en duurzaam produceren en consumeren. Deze thema’s hebben een plaats in de speerpunten zoals ze hieronder zijn benoemd. De thema’s water, bodem en natuur hebben in de uitwerking van de speerpunten een minder prominente plaats gekregen. Bodem en water krijgen al veel aandacht in staand beleid. De acties die Haven Amsterdam hiervoor uitvoert,zullen gewoon gecontinueerd worden. Voor het thema natuur geldt dat Haven Amsterdam hier regelmatig actie voor heeft ondernomen. Ook worden deze inspanningen niet gestaakt. Vijf speerpunten zijn gekozen om de ruimtelijk goede ligging van Westpoort goed tot haar recht te laten komen en beter aan te sluiten bij een ander politiek speerpunt: het intensief ruimtegebruik en om beter aan te sluiten bij de dagelijkse praktijk van de gebruikers en beheerders van het gebied. De acties in hoofdstuk 3 zijn er deels op gericht om luchtkwaliteit te verbeteren, geluidhinder te verminderen en CO2-emissies te reduceren. Haven Amsterdam is zich als organisatie bewust van haar voorbeeldfunctie, waarbij vooral het onderwerp duurzaam consumeren (duurzaam inkopen) een rol speelt. Een goede invulling van de voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam is een van de speerpunten van dit milieubeleidsplan.
16
Vijf speerpunten 1. de optimalisering van het ruimte- en milieugebruik in de haven van Amsterdam, waarbij milieu en commercieel belang hand in hand gaan 2. het stimuleren van een schonere scheepvaart 3. stimuleren van een verschuiving van goederenvervoer over de weg naar vervoer over water en rail 4. het stroomlijnen van de risico’s van het vervoer, de op- en overslag van gevaarlijke stoffen 5. invulling geven aan de voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam als organisatie De speerpunten hebben betrekking op de kernactiviteiten van een haven en hebben tegelijk een relatie met belangrijke milieuthema’s zoals luchtkwaliteit, geluidshinder, klimaat en emissies naar water en bodem. De gekozen havengerelateerde speerpunten sluiten naadloos aan op het werkveld van de werknemers die het milieubeleidsplan moeten uitvoeren en maken daarmee een succesvol resultaat kansrijk. Tegelijk bieden de thema’s voldoende raakvlak met de thema’s uit het milieubeleidsplan van de stad Amsterdam om een eenduidig Amsterdams milieubeleid te waarborgen (zie bijlage 1). In het kort komen de vijf speerpunten neer op: Optimalisering ruimte- en milieugebruik Zoals in de inleiding van dit hoofdstuk beschreven is het nodig dat het havengebied in sommige groeisectoren de mogelijkheid heeft om uit te kunnen breiden, wil de Amsterdamse haven op Europees niveau haar positie blijven behouden. Maar de fysieke ruimte én de milieuruimte is schaars. Het ruimtegebruik van de Amsterdamse haven wordt maximaal geïntensiveerd, om zodoende andere gebieden binnen de regio zo lang mogelijk te kunnen ontzien. Dit betekent dat gemiddeld 50% van de jaarlijkse uitgifte van 25 hectare terrein, door intensivering en herstructurering van eerder uitgegeven gebied wordt gerealiseerd. De andere 50% bestaat uit niet eerder uitgegeven terrein. Dit beleid praktiseert Haven Amsterdam al jarenlang. Bij uitbreiding van bestaande bedrijven streeft Haven Amsterdam ernaar, waar mogelijk de uitbreiding op het bestaande terrein van het bedrijf te realiseren. De grootste milieuwinst en intensivering is te halen bij de bedrijven die in het havengebied gehuisvest zijn. Daarom zal Haven Amsterdam inspanningen plegen die erop gericht zijn om met de klant bijvoorbeeld de mogelijkheden voor verdere energie-efficiency, efficiënter vervoer via water en maatregelen voor intensivering op het bedrijfsterrein te bekijken. Natuurlijk moeten de mogelijke ingrepen ook voor de klant in commerciële zin aantrekkelijk zijn. Deze combinatie leidt tot een pro-actieve, adviserende klantrelatie, waarbij milieubelang hand in hand gaat met commercieel belang. Met de klanten die samen verantwoordelijk zijn voor 80% van de uitstoot (met name geluid, lucht en CO2) worden in de komende drie jaar afspraken gemaakt over mogelijkheden voor substantiële vermindering van deze emissies. Het ruimtegebruik van de Amsterdamse haven wordt maximaal geïntensiveerd Het college van burgemeester en wethouders heeft als klimaatdoelstelling voor de stad Amsterdam geformuleerd dat zij 40% CO2 reductie willen realiseren in 2025 ten opzichte van 1990. In absolute aantallen betekent dit een vermindering van 3,8 Mton CO2. Deze reductie geldt ook voor het Amsterdamse havengebied. Samen met de Dienst Milieu en Bouwtoezicht maakt Haven Amsterdam zich sterk om te kijken hoeveel en op welke manier de bedrijven en de bijbehorende (transport)activiteiten in Westpoort aan deze reductie kunnen bijdragen. Ook heeft de gemeente een doelstelling voor de eigen organisatie. Deze wordt behandeld bij de voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam. De intensivering van het ruimtegebruik wordt gemonitord. Daarbij wordt ook de invloed van de conjuncturele ontwikkelingen meegewogen. Tot slot streeft Haven Amsterdam er naar dat de huidige totale milieuruimte, dat wil zeggen, de zonering voor geluidsoverlast en 17
luchtverontreiniging, zo optimaal mogelijk wordt benut. Dit wordt gedaan door milieuwinst te bewerkstelligen bij individuele bedrijven en deze ruimte te benutten voor de vestiging van nieuwe bedrijven. Door deze omgang met de milieuruimte blijft de haven van Amsterdam een gebied waar bedrijven gevestigd kunnen worden die elders in de stad minder gewenst zijn. Schone Scheepvaart Haven Amsterdam wil een schone scheepvaart stimuleren. Om werkelijk grote slagen te kunnen maken in de scheepvaart, zijn internationale afspraken noodzakelijk. Dat gebeurt op mondiaal en Europees niveau. Als gevolg van nieuwe Europese regelgeving zal de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen door de scheepvaart aanzienlijk verminderen. Haven Amsterdam oefent op nationaal en internationaal niveau waar mogelijk haar invloed uit op de totstandkoming van regelgeving op dit gebied. Vanaf 2025 weert Haven Amsterdam binnenvaartschepen die niet voldoen aan de CCR-29 norm. Tot die tijd stimuleert Haven Amsterdam schone binnenscheepvaart door de meest vervuilende binnenvaartschepen vanaf 2010 extra binnenhavengeld te laten betalen en het ontstane surplus te storten in een subsidieregeling van VROM. Daarnaast is zij nauw betrokken bij de ontwikkeling van een milieukeurmerk voor de binnenvaart en de ontwikkeling van een beoordelingsinstrument voor schone zeeschepen. Hier zullen vervolgens passende incentives aan worden verbonden, waarvan het streven is om deze in 2010 operationeel door te voeren. Dit is in lijn met Rotterdams en landelijk beleid. Europese regelgeving zal de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen door de scheepvaart aanzienlijk verminderen Ook neemt de haven fysieke maatregelen ter vermindering van de milieubelasting (luchtverontreiniging, waterverontreiniging, afval etcetera) van schepen. Haven Amsterdam onderzoekt daartoe ook de mogelijkheden tot realisatie van walstroom voor de zeescheepvaart. Zeecruisevaart is daarbij het speerpunt. Haven Amsterdam trekt daarbij gelijk op met de Rotterdamse haven en overlegt hierover met haar partners. Haven Amsterdam streeft naar walstroom aan alle openbare wachtplaatsen voor de binnenvaartschepen en riviercruise in 2015. Daarnaast werkt Haven Amsterdam in het kader van schone scheepvaart ook aan een schonere eigen vloot (zie daarvoor hoofdstuk 3.5, actie 28). Stimuleren goederenvervoer over water en spoor Een goede bereikbaarheid is van groot belang voor de economische ontwikkelingen in het havengebied. Daarbij hoort een goed vervoer vanuit het havengebied naar het achterland. De meest milieuvriendelijke, want meest energie-efficiënte wijze van goederentransport is het transport over water. Haven Amsterdam realiseert daarom een verschuiving van de modal split10 van de weg naar water (deepsea, short sea11 en binnenwater) en rail. Per goederenstroom wordt de te realiseren verschuiving vastgelegd als percentage in 2020 ten opzichte van de situatie in 2007. Zij richt zich daarbij met name op groeisectoren en goederenstromen die momenteel nog weinig gebruik maken van vervoer naar het achterland per schip of trein. In concreto betekent dit dat Haven Amsterdam zich inzet op een verschuiving van weg naar water en rail voor stukgoed en op de consolidering van de modal split van bulkproducten.
9
De CCR-2 norm geldt vanaf medio 2007 voor nieuwe binnenvaartschepen. De norm betreft met name de uitstoot van stikstof en fijnstof. 10 Modal split is de verdeling van de verplaatsing van goederen over de verschillende vervoersmogelijkheden (over de weg, het water, het spoor en door de lucht). 11 Short sea is de term voor transport over zee naar andere, nabij gelegen zeehavens, zoals bijvoorbeeld van Amsterdam naar St. Petersburg, van Spanje naar Amsterdam of van Amsterdam naar Hamburg.
18
Binnen stukgoed wordt een onderscheid gemaakt tussen containers en overige stukgoed om deze verschuiving te halen. Aangezien containers een sterk groeiende markt is wordt tijdens de planperiode (2008-2012) ingezet op consolidatie van de momenteel gunstige modal split (40% weg, 52% water en 8% rail). Voor de overige stukgoederen wordt direct ingezet op een verschuiving van 5% van weg naar water en spoor. Doelstelling voor de langere termijn (2020) is om het aandeel van de weg van het achterlandvervoer (containers en stukgoed samen) terug te brengen naar 45%. Dat is 8% minder ten opzichte van 2006. Het aandeel van het water moet in 2020 49% bedragen en de overige 6% gaat in 2020 per trein naar het achterland. Stroomlijnen risico’s gevaarlijke stoffen In het Amsterdamse havengebied zijn juist ook bedrijven gevestigd die met gevaarlijke stoffen te maken hebben. De omvang met gevaarlijke stoffen is voor Haven Amsterdam van oudsher een belangrijk aandachtspunt, omdat de gevolgen als het mis gaat immens kunnen zijn. Het zorgvuldig afhandelen van goederen met gevaarlijke stoffen heeft een effect op de bedrijven in het havengebied, hun medewerkers en voor de omwonenden van het gebied. Haven Amsterdam hecht er dan ook aan gevaarlijke stoffen als speerpunt te benoemen en neemt het initiatief om een gebiedsgerichte visie op te stellen voor Westpoort. Haven Amsterdam betrekt bij de totstandkoming van de visie de belanghebbende partijen en de visie wordt bestuurlijk vastgesteld. Daarnaast zal Haven Amsterdam een strakkere regie gaan voeren op het ligplaatsbeleid voor schepen met gevaarlijke stoffen in de haven. Door middel van het instrument ligplaatszonering, een model op basis van veiligheidsafstanden, zal een transparant en éénduidig systeem ingevoerd worden in plaats van beoordelingen per casus. Met de groei van het transport van gevaarlijke stoffen, zowel per zeevaart als binnenvaart, zal Haven Amsterdam meer capaciteit inzetten op de handhaving van de regelgeving op dit vlak, om zo de kans op ongewenste en onveilige situaties te minimaliseren. Haven Amsterdam geeft invulling aan haar voorbeeldfunctie Analoog aan de doelstelling van het Milieubeleidsplan Amsterdam om in 2015 een CO2 neutrale stad te worden, zal de organisatie Haven Amsterdam door energiebesparing haar bijdrage leveren aan de 100 kiloton CO2-emissiereductie per jaar die de gemeente Amsterdam zich tot doel heeft gesteld. In een CO2-neutrale situatie vindt netto geen CO2 uitstoot plaats. Dat betekent dat de organisatie intern energiebesparende maatregelen moet nemen. Zowel in haar gebouwen, als bij de eigen vloot, het eigen wagenpark, het autogebruik en de vliegreizen. Verder streeft de gemeente op de langere termijn naar een duurzame energievoorziening, waaraan Haven Amsterdam ook een bijdrage zal leveren, zowel als gebruiker als ook als producent. Daarnaast streeft de organisatie een zorgvuldige omgang met natuurlijke hulpbronnen (ruimte, energie, grondstoffen) na, conform de ambities van het gemeentelijke Milieubeleidsplan.12 Deze vijf speerpunten vormen de basis van dit Milieubeleidsplan. Voor de uitvoering van het plan en om nieuwe ideeën te helpen ontwikkelen en het duurzaamheidsbeleid een serieuze kans te geven zijn er twee fondsen opgenomen: een duurzaamheidsfonds en een innovatiefonds. Beide fondsen hebben een jaarlijkse reserve van 1 miljoen euro. Het volgende hoofdstuk, het actieplan, bevat concrete acties waarmee de genoemde doelen gerealiseerd moeten worden. De actiepunten zijn geformuleerd voor de periode van 2008 tot en met 2012. Veel acties hebben een onderzoekend karakter omdat er nog niet voldoende kennis en informatie is om direct en gericht aan oplossingen te werken. Voor al deze acties
12
Amsterdam duurzaam aan de top, Milieubeleidsplan 2007-2010, versie voor inspraak, 6 februari 2007, pagina 56 e.v.
19
geldt dat bij een positieve haalbaarheid deze acties omgezet worden in vervolgacties waarin het onderzochte in uitvoering wordt gebracht.
20
3.
Speerpunten, ambities en acties
Inleiding De volgende paragrafen vormen de kern van dit milieubeleidsplan; ze geven een overzicht van alle aandachtspunten, ambities en acties waar Haven Amsterdam zich de komende jaren op richt om het milieubeleidsplan om te zetten in daadkrachtige acties met aantoonbaar resultaat. De vijf speerpunten, zoals beschreven in hoofdstuk 2, vormen hierbij het uitgangspunt. Deze worden in de volgende paragrafen verder uitgewerkt: 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Optimalisering ruimte- en milieugebruik Schone scheepvaart Stimuleren goederenvervoer over water en spoor Stroomlijnen risico’s gevaarlijke stoffen De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam
Deze speerpunten betreffen dé onderwerpen waarmee Haven Amsterdam in haar werk dagelijks te maken heeft. De eerste vier zijn allen direct gerelateerd aan de kerntaak van de haven, namelijk het ontwikkelen en beheren van vestigingslocaties en vaarwater, het vijfde is afgeleid van een van de hoofddoelstellingen van het gemeentelijke milieubeleidsplan, om de gemeentelijke organisatie, waar Haven Amsterdam onderdeel van is, CO2 neutraal te maken. Bij al deze onderwerpen is de toekomstvisie van Haven Amsterdam op het betreffende onderwerp het uitgangspunt voor de gekozen acties. De toekomstvisie geeft puntsgewijs weer welke ambities Haven Amsterdam op de lange termijn nastreeft. Vervolgens wordt in de huidige situatie een beschrijving gegeven van de inspanningen die Haven Amsterdam anno 2008 in dit kader al levert. Daarna volgt een beschrijving van alle verdere acties die Haven Amsterdam in de komende jaren zal gaan uitvoeren om de situatie zoals beschreven in de visie te bereiken. Per actie wordt omschreven wat de actie inhoudt, welk resultaat of product de actie oplevert, wat de tijdsspanne van de actie is en welke inspanning het Haven Amsterdam kost in de zin van benodigde capaciteit en geld. Hierbij wordt met behulp van symbolen aangegeven of het een kleine of grote inspanning kost om de actie te realiseren. In onderstaande tabel staan de symbolen uitgelegd. Kosten Symbool € €€ €€€ €€€€ €€€€€
Categorie (in euro’ s) 0 – 10.000 10.000 – 50.000 50.000 – 100.000 100.000 – 250.000 > 250.000 (raming)
Capaciteit Symbool ● ●● ●●● ●●●● ●●●●●
Categorie (in uren) 0 – 100 100 – 400 400 – 800 800 – 1600 > 1600
Tabel 1: Overzicht symbolen voor kosten en capaciteit voor Haven Amsterdam
Haven Amsterdam is van mening dat in dit actieplan een goede weging is gemaakt tussen mens, milieu en economie. Dit heeft geleid tot het navolgende, ambitieuze maar tegelijkertijd realistische en uitvoerbare actieplan.
21
3.1
Optimalisering ruimte- en milieugebruik
3.1.1 Toekomstvisie Het ruimtegebruik van de Amsterdamse Haven wordt maximaal geïntensiveerd, om zodoende andere gebieden binnen de regio te kunnen ontzien. Haven Amsterdam streeft daarom - waar dat kan - naar herstructurering van delen van het havengebied. Zij houdt daarbij rekening met mogelijk synergievoordeel tussen bedrijven onderling. Door synergievoordeel kunnen milieuvoordelen op verschillende fronten worden behaald, bijvoorbeeld wanneer restwarmte van bedrijf A als energiebron voor bedrijf B kan dienen of afvalstof van bedrijf X als grondstof voor bedrijf Y. Jaarlijks wordt er gemiddeld 20 - 25 hectare grond uitgegeven aan vestiging van nieuwe bedrijven en uitbreiding van bestaande bedrijven. Haven Amsterdam wil in de toekomst in deze behoefte waar mogelijk voorzien in bestaand gebied; gebied, waarvan het grootste deel reeds uitgegeven en in gebruik is. Dit betekent dat: binnen de bestaande gebieden ruimte wordt gecreëerd door herstructurering, intensivering van ruimtegebruik door bestaande bedrijven en terugname van vrijvallend gebied. Op deze manier wordt gemiddeld 50% van deze jaarlijkse behoefte gevonden in reeds uitgegeven gebieden. In de andere 50% wordt voorzien door ingebruikname van delen van de nog braakliggende terreinvoorraad (voornamelijk Afrikahaven - nat terrein, kadegebonden- en Atlaspark- droog terrein); de intensivering wordt gemonitord, rekeninghoudend met conjuncturele schommelingen. Intensivering van het grondgebruik gaat gepaard met het zorgen dat de huidige milieuruimte optimaal wordt benut, want als door intensivering meer fysieke ruimte is ontstaan om een bedrijf te vestigen, maar geen milieuruimte meer aanwezig is, kan de gecreëerde ruimte niet aangesproken worden voor een nieuw te vestigen bedrijf. Tevens werkt Haven Amsterdam binnen het milieubeleid van de gemeente Amsterdam aan de klimaatdoelstelling van 40% CO2-reductie in de stad Amsterdam in 2025 ten opzichte van 1990. Dit betekent dat: op een proactieve wijze klanten worden bezocht om te adviseren over mogelijk te nemen maatregelen op hun terrein. met de klanten die samen verantwoordelijk zijn voor 80% van de uitstoot (m.n. geluid, luchtverontreinigende stoffen en CO2) worden in de komende drie jaar afspraken gemaakt over mogelijkheden voor substantiële vermindering van emissies. Het meer toepassen van zonne-energie en het nadenken over de mogelijkheden van koudenetten is eveneens onderwerp van gesprek. 3.1.2 Huidige situatie Fysieke ruimte Figuur 4 laat de uitgegeven en beschikbare terreinen in Westpoort zien. Haven Amsterdam is verantwoordelijk voor ontwikkeling, beheer en exploitatie van 2.565 hectare havengebied, waarvan 1.565 hectare voor bedrijfsterreinen (nat en droog) en 1.000 hectare havenbassins. Er is in 2008 nog 145 hectare natte terreinen ten behoeve van kadegebonden bedrijven en 185 hectare droge terreinen beschikbaar voor uitgifte. Van de natte terreinen heeft 100 hectare al een bestemming door reservering van een containerterminal en de nieuwe terminal van Vopak. De andere 45 hectare beschikt nog over een oeverlengte van 1.150 meter aan diep vaarwater. Deze zijn verdeeld over vier kavels met oeverlengtes van 200-400 meter. Van de 4 kavels is er nog slechts 1 geschikt te maken voor 2 diepstekende zeeschepen, de andere kavels kunnen slechts 1 zeeschip voor de kant hebben. Er is dus, met alle ambities die de haven heeft om te groeien, praktisch nog maar weinig ruimte voor nieuwe, kadegebonden havenactiviteiten. Daarom werkt Haven Amsterdam aan een verdere intensivering van de ruimte in het havengebied.
22
Er wordt daarbij gekeken naar de mogelijkheden voor herontwikkeling van bestaande terreinen, naar functiewijziging (zoals extra haventerrein door de verplaatsing van de geplande stortlocatie in het Afrikahavengebied naar de stortplaats Nauerna) en het combineren van functies en meer gestapelde bouw, bijvoorbeeld waar het gaat om parkeergelegenheid en terugname en aankoop van terrein (bijvoorbeeld het voormalige ADM-terrein).
Figuur 4: overzicht beschikbare terreinen in Westpoort
Optimaal ruimtegebruik door herstructurering en intensivering is niet een nieuwe doelstelling voor Haven Amsterdam. Al jarenlang is er een continue aandacht voor herstructurering en terugname van terreinen (zie figuur 5). In de jaren 1990 – 2007 is 307 hectare van de in totaal 560 hectare terrein geherstructureerd. Dat is 55% van de totale bruto uitgifte in deze jaren. De laatste twee jaar (2006 en 2007) tonen aan dat de uitgiftes gerealiseerd zijn in de gebieden waar er nog braakliggende ruimte beschikbaar was (met name in de Afrikahaven). De figuur toont zowel pieken in de uitgifte van terreinen die ten laste van de terreinvoorraad worden gebracht als pieken in herstructurering en terugname van gronden. Naar gelang de situatie (ruimtelijke, economische en politieke ontwikkelingen of bedrijfspecifieke ontwikkelingen) is het goed mogelijk dat in de komende jaren weer terreinen vrij komen voor herstructurering. De doelstelling in de komende jaren is gericht op uitgiftes waarbij gemiddeld 50% per jaar uit herstructurering, terugname en intensivering zal plaatsvinden. Dit een uitdagende opgave. Zoals aangegeven wordt het percentage uitgegeven terrein steeds groter en er zal steeds meer innovatief en slim moeten worden omgesprongen met de beschikbare en reeds uitgegeven terreinen om deze doelstelling te halen.
23
100
Totaal bruto uitgifte 1990-2007: 560 ha. Herstructurering 1990-2007: 307 ha. Netto uitgifte 1990-2007: 253 ha. Gem. uitgifte netto per jaar: 14 ha. Gem. uitgifte bruto per jaar: 31 ha.
Terreinwinst door terugname en herstructurering in ha. Uitgifte tlv terreinvoorraad
Herstruct. / Terugname
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Figuur 5: Terreinwinst door terugname en herstructurering in hectare
Een gebied dat recent in herstructurering is gekomen is de Minervahaven, het project Stadhaven Minerva. De grootschalige houtoverslagbedrijven die de Minervahaven van oorspong kenmerkten, heeft Haven Amsterdam verplaatst naar een tweede-linie-locatie achter de overdekte Waterlandterminal die de overslag van hout voor deze bedrijven doet. De ligging van de Minervahaven, tussen stad en haven, trekt kleinschaligere (creatieve) bedrijvigheid aan. Haven Amsterdam grijpt deze kans aan om het gebied te herstructureren tot een hoogwaardig bedrijventerrein, dat zowel voor stad als haven een meerwaarde zal gaan vormen. Het ruimtegebruik zal sterk geïntensiveerd worden door dubbel grondgebruik, gestapelde bouw en daarmee het vergroten van het bruto-vloeroppervlak13. Tevens wordt de functie wonen expliciet geweerd in het bestemmingsplan. Op deze manier ontwikkelt zich een deel van de haven als buffer tussen de zware industrie verderop in het havengebied enerzijds en de woongebieden anderzijds. Andere voorbeelden van intensief ruimtegebruik zijn: de herstructuring van de Australiëhaven (ex Mobil terrein), de Westhaven (met onder andere de terugkoop van Nissan terrein), Waterland, Koopman en Stora. Milieuruimte Door intensiever gebruik van de bestaande ruimte binnen de Amsterdamse haven, neemt de kans op geluidsoverlast, luchtverontreiniging en geurhinder toe. Het havengebied kent contouren voor geluids- en geurhinder. Buiten deze contouren moet er geen sprake meer zijn van overlast voor omwonenden. Het Amsterdamse havengebied is relatief schoon. Dit komt onder andere doordat Amsterdam, anders dan de Rotterdamse haven, geen petrochemische industrie heeft. Ook ten opzichte van de situatie in de stad Amsterdam blijkt uit onderzoek dat de luchtkwaliteit in het havengebied relatief goed is. Er zijn geen overschrijdingen van NOx en, SO2 gerapporteerd. Alleen voor fijnstof zijn twee zogenaamde hardnekkige knelpunten bepaald. Zo zal Haven Amsterdam, in lijn met het Milieubeleidsplan van de gemeente, bijvoorbeeld acties ondernemen om de luchtverontreiniging door aangemeerde schepen verder terug te dringen en haar bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen van het gemeentebestuur. Daarnaast zijn al afspraken gemaakt met de bedrijven voor het versneld 13
Bruto-vloeroppervlak: dit betreft de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een vastgoedobject gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen. Het geeft in bepaalde mate, de grootte in vierkante meters van het gebouw weer.
24
opstellen van dampverwerkingsinstallaties voor de overslag van olieproducten, waardoor de stankklachten in de nabije toekomst zullen afnemen. Haven Amsterdam toetst nauwlettend of de geluidproductie binnen de contouren blijft, ook bij intensivering van het ruimtegebruik en bespreekt met de betreffende bedrijven de mogelijkheden om geluidshinder te beperken. Haven Amsterdam heeft op een aantal “natuurlijke” momenten contact met haar klanten, de bedrijven binnen het havengebied; op het moment dat een klant zich wil vestigen, op het moment dat een klant haar activiteiten in de haven wil uitbreiden dan wel inkrimpen en op het moment dat de klant overweegt zich elders te vestigen. In alle gevallen bespreekt Haven Amsterdam de mogelijkheden binnen het gebied, de visie van Haven Amsterdam op het ruimtegebruik en de bijbehorende luchtemissies, geluidcontouren etc. Op het moment dat zich daarbij knelpunten voordoen denkt Haven Amsterdam actief mee met de klant over oplossingen die binnen de mogelijkheden van het havengebied passen. Niet alleen probeert Haven Amsterdam binnen Westpoort de milieuruimte te optimaliseren, zij wisselt hierbij ook kennis uit met andere havens binnen en buiten Nederland. Op Europees niveau doet zij dat bijvoorbeeld via de Stichting EcoPorts welke zich richt op best practices op het gebied van milieu en haven. Daarnaast is Haven Amsterdam trekker van het project NoMEPorts waarbij er samen met 14 partners uit 8 Europese landen gezocht wordt naar standaardisatie van geluidskaarten en een ‘good practice guide’ voor industriële havengebieden. Klimaat Zoals eerder genoemd is in het Milieubeleidsplan van de gemeente Amsterdam klimaat een belangrijk thema. Haven Amsterdam heeft tot nu toe het zwaartepunt gelegd op de productie van duurzame energie in het havengebied. Zo staan er eind 2007 windmolens in Westpoort opgesteld (40 MW opgesteld vermogen), die duurzame elektriciteit produceren. In 2008 is daar nog 27 MW bijgekomen. De windmolens samen kunnen 40.000 huishoudens van elektriciteit voorzien. Doelstelling voor de komende jaren is om te groeien naar ca 100 MW, waarbij vooral de kleinere windmolens worden vervangen door grotere. Daarnaast worden al geruime tijd de scheepsmarkeringen en boeien in het Noordzeekanaal door middel van zonne-energie verlicht. Voor de eigen organisatie heeft Haven Amsterdam het energiegebruik in beeld gebracht (zie hoofdstuk 3.5.2). Ook zijn er initiatieven in het havengebied. Begin 2008 is de bouw voor Greenmills gestart, een bijzonder project voor duurzame energie uit organische reststromen. In 2009 wordt de installatie in de Hornhaven in gebruik genomen. Drie bedrijven worden hier bijeengebracht om organische reststromen te recyclen tot onder meer energie. Geschat wordt dat het project Greenmills jaarlijks zo'n 25.000 huishoudens van elektriciteit kan voorzien. 3.1.3 Acties Om van de huidige situatie door te groeien naar de toekomstvisie worden in de periode 2008 – 2012 de volgende acties uitgevoerd. 1 Onderzoek terreinen ten behoeve van realisering intensivering Beschrijving Haven Amsterdam brengt in kaart welke fysieke ruimte op dit moment nog ongebruikt is en/of niet optimaal gebruikt wordt . Daarnaast wordt onderzocht of de huidige kadegebonden bedrijven het beschikbare terrein wel optimaal c.q. volgens contract benutten. Resultaat Kaart en rapport die inzicht geven in mogelijkheden voor verdere intensivering ruimtegebruik. Realisatie van intensiveringsmaatregelen zoals herstructureringen, inbreiding terreinen, meervoudig grondgebruik e.d. Planning 2008 - 2012 Kosten
€€
Capaciteit
●● 25
2 Beschrijving
Planning
Gesprekken met klanten en hun (milieu)gebruiksruimte Haven Amsterdam gaat met haar klanten in gesprek over het gebruik van fysieke ruimte en milieuruimte, met name geluid en stof. Dit op basis van een te ontwikkelen kaart waarop informatie over geluid en stof is opgenomen. Tijdens de vestigingsgesprekken of uitbreidingsgesprekken met een bedrijf zal Haven Amsterdam samen met andere relevante partijen het onderwerp intensief ruimtegebruik en optimalisatie milieuruimte aansnijden en het bedrijf stimuleren zo effectief mogelijk om te gaan met zijn terrein en zijn milieuruimte. Daarbij is het streven de ruimteclaim van een nieuw bedrijf te reduceren totdat deze overeenkomt met minimaal de ‘best practises’ uit dezelfde branche. Geluid- en stofproductie beperken de verdere ontwikkeling van het gebied. Door de klanten hierop te wijzen en na te gaan op welke wijze de betreffende klant de eigen geluid- en stofuitstoot kan beperken kan de bestaande ruimte beter worden benut en ontstaat ruimte voor nieuwe activiteiten. Ook worden er per klant afspraken gemaakt hoe de klant het energiegebruik kan beperken, waarbij aandacht besteedt zal worden aan gebruik van zonne-energie en de mogelijkheden voor het opzetten van koudenetten. Inzicht in het (milieu)ruimtegebruik van de 25 meest bijdragende bedrijven in enerzijds de productie van geluid en stof, de emissie naar lucht en water en anderzijds bedrijven die het grootste extensieve terreinoppervlak in Westpoort hebben. Afspraken op maat worden per bedrijf vastgelegd, zowel wat de fysieke ruimte als de milieuruimte betreft. 2008 – 2012
Kosten
€€
Capaciteit
●●●
3 Beschrijving
Planning
Verkennen mogelijkheden voor uitwisseling van reststoffen tussen bedrijven Haven Amsterdam onderzoekt samen met haar klanten en andere partners de mogelijkheden voor uitwisseling van reststoffen tussen bedrijven in Westpoort. Het betreft stofstromen (dus geen stoom, warmte of gas) die vrijkomen bij productie- en verwerkingsprocessen van bedrijven en die kunnen dienen als grondstof voor het productieproces van andere bedrijven. Door middel van een pilotproject, waarin onder andere een diverse stromen worden uitgewerkt, wil Haven Amsterdam inzicht krijgen in de voorwaarden voor succesvolle uitwisseling, de technische, organisatorische, juridische en economische aspecten die hierbij een rol spelen, de milieuverbetering die valt te realiseren, en het potentieel dat in Westpoort (en evt. daarbuiten) aanwezig is. Inzicht in de haalbaarheid van uitwisseling van reststoffen tussen bedrijven en, indien positief, een voorstel voor een model om uitwisseling van reststoffen op structurele wijze vorm te geven. 2008 – 2009
Kosten
€
Capaciteit
●●
Resultaat
Resultaat
26
4 Beschrijving
Resultaat Planning Kosten Capaciteit 5 Beschrijving
Resultaat
Planning Kosten Capaciteit
Ontwikkelen duurzaamheidsindicatoren Bij het vestigen van bedrijven wil Haven Amsterdam kritische prestatieindicatoren (kpi’s) op ketenniveau gaan ontwikkelen op het gebied van ondermeer intensief ruimtegebruik, milieuprestaties, toegevoegde waarde en werkgelegenheid. Het gebruik van deze duurzame kpi’s maakt een benchmark op het niveau van individuele bedrijven mogelijk. Daarnaast werkt Haven Amsterdam in NHR- en ESPO-verband aan de ontwikkeling van duurzaamheidindicatoren op (inter)nationaal niveau, naast bestaande port performance indicatoren zoals overslag en toegevoegde waarde. Toepassing van duurzaamheidindicatoren leidt tot transparantie over de betekenis van duurzaamheid en maakt een benchmark met havens in de Le Havre-Hamburg range mogelijk. Voor de duurzaamheidindicatoren op bedrijfsniveau en op het niveau van havens wil Haven Amsterdam inzicht krijgen in de voorwaarden voor effectieve toepassing, de activiteiten in andere sectoren op dit gebied en de mogelijkheden om koppelingen te maken met bestaande databases. Ook wordt een pilot uitgevoerd met een beperkt aantal duurzaamheidindicatoren om samen met andere havens ervaring op te doen. Concrete criteria (kpi’s) t.b.v. selectief vestigingsbeleid in de Amsterdamse haven en duurzaamheidindicatoren voor monitoring en benchmark Europese havens 2008-2009 €€ ●● Uitbreiding meetnet Provincie Noord-Holland Haven Amsterdam draagt bij aan uitbreiding van het meetnet van de Provincie Noord-Holland met twee meetpunten ten noorden van het Noordzeekanaal, voor het meten van de concentraties fijn stof, stikstof en Benzeen, samen met de Provincie Noord-Holland, de gemeente Zaanstad, GGD en het Programmabureau Luchtkwaliteit en in overleg met DMB. Realisatie van 2 meetpunten Luchtkwaliteit. Inzicht in de invloed van het Westpoortgebied op de luchtkwaliteit ten noorden van het Noordzeekanaal. Inzicht in de invloed van doorgaande scheepvaart op de luchtkwaliteit. 2008 – 2009 €€€€ ●
27
6 Beschrijving
Planning
Definiëren geluidreductieprojecten Haven Amsterdam inventariseert de grootste geluidproducenten onder de aanwezige bedrijven en de meest kansrijke reductiemogelijkheden in relatie tot knelpunten op de zonegrens. Met name vanuit de Zaanstreek komen er klachten over last van geluid (en daarnaast ook stof, geur). In het streven naar geluidsreductie zal voor deze klachten nadrukkelijk aandacht bestaan. Vervolgens wordt in overleg met de bedrijven een plan van aanpak opgesteld met maatregelen, zodanig dat de geluidknelpunten opgelost worden en er nieuwe geluidruimte ontstaat voor intensivering van het gebruik van de fysieke ruimte. De Provincie Noord-Holland en DMB zijn hierbij betrokken. Verbeterd inzicht in de oorzaken van geluidoverlast en een plan van aanpak voor het oplossen van de grootste knelpunten m.b.t. de geluidzone, hetgeen in een nieuwe actie aan de uitvoering van dit plan gekoppeld zal worden. Dit maakt verdere intensivering van het ruimtegebruik binnen de bestaande geluidzonering mogelijk, waarmee beslag op andere ruimte zoveel mogelijk wordt uitgesteld. 2008
Kosten
€€€
Capaciteit
●●
7 Beschrijving
Planning
Onderzoek naar geluidreducerende maatregelen op de IJ-palen Haven Amsterdam voert onderzoek uit naar geluidreducerende maatregelen op de IJ-palen. De lichterpalen in IJmuiden zijn zeer belangrijk voor Haven Amsterdam omdat lichteren ervoor zorgt dat diepliggende schepen toch de haven van Amsterdam kunnen aandoen. Bij het lichteren is het belangrijk om aandacht te schenken aan de geluidproductie. Haven Amsterdam wil de geluidhinder tot een minimum beperken en start daarom een onderzoek dat maatregelen moet opleveren die kunnen worden toegepast. Naast de lokale vermindering van de geluidbelasting maken de maatregelen verhoging van de lichtercapaciteit ook mogelijk. Rapport met beschrijving van mogelijke geluidmaatregelen als onderdeel van onderbouwing van de aanvraag voor de Wet milieubeheer vergunning 2008
Kosten
€
Capaciteit
●
8 Beschrijving
Carbon Footprint Westpoort Haven Amsterdam brengt de CO2 emissie van de eigen organisatie, van Westpoort en van de logistieke ketens in kaart in een nulmeting, om daaraan het effect van verdere CO2 besparende maatregelen af te kunnen meten.
Resultaat
Planning
Inzicht in CO2 emissie van de eigen organisatie, in Westpoort en in de logistieke keten. Het uiteindelijke doel is om de gemeentelijke reductiedoelstelling te halen in de Amsterdamse haven inclusief het weg- en scheepvaartverkeer. De AEB wordt buiten beschouwing gelaten. 2008 – 2009
Kosten
€€
Capaciteit
●●
Resultaat
Resultaat
28
9 Beschrijving
Planning
Haalbaarheidsstudie uitbreiden Warmtenet in Westpoort In veel gebieden van Amsterdam wordt met behulp van stadsverwarmingsnetten warmte geleverd aan woningen en bedrijven. Aan de oost- en zuidzijde van Amsterdam worden deze netten gevoed door voornamelijk de Diemencentrale. In Amsterdam West is het Afvalenergiebedrijf de warmtebron. Inmiddels zal ook Amsterdam Noord worden voorzien van warmte via stadsverwarming. De warmte voor deze levering zal afkomstig zijn vanuit de Hemwegcentrale of het Afvalenergiebedrijf. Haven Amsterdam onderzoekt of het haalbaar is of meerdere bedrijven in Westpoort op dit net aangetakt kunnen worden en welke rol zij daar zelf in kan spelen. De studie zal in samenwerking met de provincie Noord-Holland en het klimaatbureau van de gemeente Amsterdam worden opgepakt. Mogelijkheden voor aanleg van warmte-infrastructuur van bedrijven in Westpoort naar warmtenet. 2009-2010
Kosten
€€
Capaciteit
●●
10 Beschrijving
Planning
Studie CO2 afvang, opslag en hergebruik Haven Amsterdam bekijkt de mogelijkheden of in het havengebied van Amsterdam de CO2 van de bedrijven kan worden afgevangen, opgeslagen en kan worden hergebruikt. Een CO2 transport naar de kassen in Aalsmeer via oude pijplijn en opslag in (oude) olievelden in de Noordzee is onderdeel van deze studie. Hierin zal samen opgetrokken worden met het klimaatbureau van de Gemeente Amsterdam en met het Havenbedrijf Rotterdam. Inzicht in mogelijkheden en haalbaarheid van CO2 afvang, opslag en hergebruik. 2008-2009
Kosten
€€€
Capaciteit
●●
11 Beschrijving
Planning
Aanhaken bij certificering van duurzame biomassa De haven van Amsterdam is een energiehaven. Naast de meer conventionele producten zoals olie en kolen wordt er in de Amsterdamse haven steeds meer biofuels en bio-ethanol overgeslagen. Deze biomassa moet wel duurzaam geproduceerd worden. Van verschillende kanten wordt gewerkt aan certificering van duurzame biomassa. Haven Amsterdam speelt hier op in door gesprekken aan te gaan in de keten. Inzicht in mogelijkheden voor stimuleren en zo mogelijk voorschrijven van toepassen van gecertificeerde duurzame grondstoffen voor de productie van biofuels en bio-ethanol. 2008-2009
Kosten
€
Capaciteit
●●
Resultaat
Resultaat
Resultaat
29
3.2
Schone scheepvaart
3.2.1 Toekomstvisie Haven Amsterdam wil een schone scheepvaart stimuleren door de volgende punten: Deelname aan de ontwikkeling van een milieukeurmerk voor de binnenvaart. Indien binnenvaartschepen in het bezit zijn van dit keurmerk zullen zij een (financieel) voordeel ontvangen. Haven Amsterdam gaat bij voldoende body van dit keurmerk in 2008 een intentieverklaring tekenen om dit keurmerk te erkennen. Ook voor de zeevaart is een beoordelingsinstrument voor schone zeevaart in ontwikkeling (Environmental Shipping Index) waaraan vervolgens (financiële) voordelen kunnen worden verbonden. Haven Amsterdam maakt zich sterk om uiterlijk in 2010 een index te hebben vastgesteld en in de eigen haven een systeem van financiële prikkels operationeel te hebben. In de periode tot 2025 stimuleert Haven Amsterdam schone binnenscheepvaart door de meest vervuilende binnenvaartschepen vanaf 2010 extra binnenhavengeld te laten betalen en de ontstane surplus te stoppen in een subsidieregeling van VROM. Doel van deze subsidieregeling is om emissies van stikstofoxiden in de binnenvaartsector te verminderen doordat de schepen overschakelen op emissiearme dieselmotoren of de motoren aanpassen door bijvoorbeeld het plaatsen van een roetfilter. Vanaf 2025 weert Haven Amsterdam binnenvaartschepen die niet voldoen aan de CCR-2 norm. Als gevolg van nieuwe Europese regelgeving zal de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen (zwaveldioxide, stikstofoxiden en fijn stof) door de zeescheepvaart aanzienlijk verminderen. Haven Amsterdam oefent op nationaal en internationaal niveau haar invloed uit bij de totstandkoming van regelgeving op dit gebied. Haven Amsterdam breidt het aantal ligplaatsen met walstroom voor de binnenvaart uit en streeft erna om in 2015 alle openbare wachtplaatsen van walstroom te voorzien. Daarnaast onderzoekt zij de mogelijkheden voor het realiseren van walstroom voor de zeescheepvaart. 3.2.2 Huidige situatie De haven groeit gestaag en wordt steeds drukker. Fysiek kan de haven niet meegroeien met het toenemende aantal zee- en binnenvaartschepen en de fysieke schaalvergroting (lengte, breedte en diepgang) van deze schepen. Naast de druk die dat op de fysieke mogelijkheden van de haven legt, heeft deze groei ook een impact op veiligheid en milieu. De laatste jaren focust de politiek op het verbeteren van het marine milieu. Dit resulteert in nieuwe internationale wet- en regelgeving op diverse gebieden, die de sector dwingt om schoner te worden. Op mondiaal niveau zijn er onder andere afspraken gemaakt op het gebied van ballastwater, het gebruik van tinhoudende aangroeiwerende verf en op het gebied van afval. Tijdens de laatste Milieucommissie van de International Maritime Organisation (IMO) zijn er grote slagen gemaakt ten aanzien van luchtverontreinigende stoffen (zie onderstaande gekleurde tekst). In Europa zijn verordeningen en richtlijnen gemaakt met dezelfde onderwerpen. Deze wet- en regelgeving gaat in veel gevallen een stap verder dan de mondiale verdragen. In Nederland is vervolgens de nieuwe wet- en regelgeving geïmplementeerd in de Wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen. Besluiten IMO maart 2008 De vergadering heeft unaniem ingestemd met een principe besluit over de herziening van annex VI van het milieuverdrag voor de zeevaart, waarmee de luchtverontreiniging door zeeschepen substantieel wordt teruggedrongen. Door afspraken over schonere brandstof zal de uitstoot van fijn stof en zwaveloxiden verminderen. In speciale zogenaamde emissie beheersgebieden (ECA’s) als de Noordzee mag er vanaf 2010 ruim 33 procent minder zwavel in brandstof zitten dan nu. Vanaf 2015 moet dit met minstens 93 procent worden teruggebracht. Naast deze maatregelen voor speciale gebieden is afgesproken dat wereldwijd vanaf 2012 ten minste 30 procent minder zwavel in brandstof mag zitten. Ook de uitstoot van stikstofoxiden wordt teruggedrongen. De huidige normen golden alleen voor motoren vanaf 2000. Besloten is dat ook de grote motoren uit de periode 1990-1999 aan de huidige normen moeten gaan 30
voldoen. Vanaf 2016 moeten nieuwe motoren in ECA’s voldoen aan normen die 80 procent strenger zijn dan nu. Deze regionale norm moet ook voor de Noordzee gaan gelden.
Haven Amsterdam neemt sinds jaar en dag actief deel in nationale en internationale werkgroepen en spant zich in voor verbeterslagen ten behoeve van het marine- en havenmilieu. Ook verzorgt zij sinds enkele jaren een deel van de Awareness Course voor zeevarenden in opleiding die wordt georganiseerd door Stichting ProSea14. Schone scheepvaart wordt in de eerste plaats gerealiseerd door goede internationale afspraken. Ten tweede kan er op nationaal en regionaal niveau ook veel bereikt worden. Afgelopen jaren zijn door Haven Amsterdam daarom de volgende acties gestart: - Belonen zeeschepen met een Green Award Certificaat Haven Amsterdam is een “Green Award haven”. Dit houdt in dat zeeschepen die kunnen aantonen dat zij beschikken over een Green Award certificaat, 7% korting krijgen op het zeehavengeld. - Opstellen en uitvoeren van het Haven Afvalstoffen Plan Het Haven Afvalstoffen Plan richt zich op de afgifte van scheepsafval en ladingresiduen van zeeschepen. Door voldoende havenontvangstvoorzieningen en een financiële prikkel wordt afgifte van afval aan de wal gestimuleerd. Begin 2007 is Haven Amsterdam een pilot gestart om zeeschepen te controleren op afgifte van afval (P19 procedure). Voor het huishoudelijke en klein gevaarlijk afval van de binnenvaart heeft Haven Amsterdam een contract met Stichting Afvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart (SAB). Dit contract is geldig tot het Scheepsafvalstoffenverdrag voor de Rijn- en de binnenvaart van kracht wordt. - Invoering Bunkercontrolelijst Bij het bunkeren van schepen kunnen morsingen optreden. Haven Amsterdam ondersteunt Rijkswaterstaat (waterkwaliteitsbeheerder) bij het indammen van olievlekken die zo ontstaan. Daarnaast is sinds twee jaar een bunkercontrolelijst ingevoerd, waarbij bunkerbedrijf en schip aan de hand van een checklist morsingen van vluchtige organische stoffen zoals benzine, tot een minimum beperken. - Walstroominstallaties voor de binnenvaart In het Oostelijk Havengebied zijn er walstroominstallaties voor binnenvaartschepen. Deze installaties reduceren niet alleen de luchtverontreiniging (de uitstoot van zwavel- en stikstofoxiden en fijn stof) op de betreffende locaties aanzienlijk, ze zorgen ook voor een forse vermindering van geluidsoverlast door de anders nodige generatoren. - Terugdringen geurhinder bij olieterminals Bij overslag van vluchtige organische stoffen (VOS) kan er geuroverlast ontstaan. Daarom is het gebruik van dampretourleidingen bij boord-boord overslag verplicht in de haven van Amsterdam. Bij overtreding heeft Haven Amsterdam een handhavende taak. - Lessen Probo Koala De gang van zaken rond de tanker Probo Koala heeft voor veel vragen en bezorgdheid binnen en buiten Amsterdam gezorgd. De gemeente Amsterdam wil leren van dit incident en onderneemt momenteel acties, waarbij ook Haven Amsterdam actief betrokken is: de werkprocessen voor “ongewone voorvallen” worden binnen verschillende gemeentelijke diensten beter op elkaar afgestemd ; de gemeente stelt een gezamenlijk oefenprogramma op; op nationaal niveau zijn er werkgroepen in het leven geroepen om wet- en regelgeving beter op elkaar af te stemmen; er wordt een draaiboek gemaakt om in het vervolg ook in de praktijk die afstemming te verbeteren.
14
Stichting ProSea ontwikkelt en verzorgt cursussen gericht op duurzaamheid, voor Marine Professionals (www.prosea.info)
31
3.2.3 Acties Om van de huidige situatie door te groeien naar de toekomstvisie worden in de periode 2008 – 2012 de volgende acties uitgevoerd. 12 Beschrijving
Resultaat Planning Kosten Capaciteit
13 Beschrijving
Resultaat
Planning Kosten Capaciteit 14 Beschrijving
Uitbreiden walstroom binnenvaart en riviercruise Haven Amsterdam voorziet alle ligplaatsen voor de binnenscheepvaart en riviercruisevaart achter het Centraal Station en in het Oostelijk Havengebied van walstroom. Bovendien voorziet zij wachtplaatsen in Westpoort van walstroom. Zij verplicht schepen hiervan gebruik te maken. Op naleving wordt toegezien. Haven Amsterdam streeft ernaar om in 2015 walstroom te hebben voor alle openbare wachtplaatsen voor binnenvaartschepen. Bij het project zijn diverse organisaties betrokken zoals stadsdelen, OGA, andere zeehavens en de Nationale Havenraad. Ook wordt kennis uitgewisseld met de gemeente Zaanstad. Lokale verbetering van de luchtkwaliteit, vermindering en waar mogelijk oplossing van de geluids- en geuroverlast. 2007 – 2012 Investering €€€€€ 600.000 (MIP) Exploitatie: €€€ Investering: ●●● Exploitatie: ● Onderzoek walstroom zeescheepvaart Haven Amsterdam voert een verkennend onderzoek uit naar de mogelijkheden om walstroominstallaties aan te leggen voor de zeescheepvaart, met name de container- en de zeecruisevaart. Afhankelijk van de resultaten hiervan wordt een pilot uitgevoerd met walstroom. Rapport over de mogelijkheden om walstroominstallaties voor de zeescheepvaart te realiseren. Met de pilot doet Haven Amsterdam een eerste aanzet voor gebruik van walstroom door de aangemeerde zeeschepen. Dienst Milieu en Bouwtoezicht en het programmabureau luchtkwaliteit is betrokken bij het onderzoek. 2007 – 2009 €€€ ●●
Planning
Schoner varen nautische dienstverleners In het havengebied zijn diverse nautische dienstverleners aanwezig die allen vaartuigen hebben. Nautische dienstverleners zijn slepers, vletterlieden, loodsen. Zij hebben allen een taak in het proces om een zeeschip vlot en veilig naar en van de bestemming in de haven te begeleiden. Met deze dienstverleners gaat Haven Amsterdam om de tafel zitten om afspraken te maken over het gebruik en beheer van hun vloot. Convenant met alle nautische dienstverleners in de haven om te varen op schone brandstof en een intentieverklaring om altijd de meest milieuvriendelijke techniek toe te passen op de vaartuigen. 2009
Kosten
€
Capaciteit
●●
Resultaat
32
15 Beschrijving
Planning
Stimuleren schone binnenvaart Vanaf 2010 betalen schepen die niet voldoen aan de CCR-2 norm extra binnenhavengeld. De ontstane surplus wordt in een subsidieregeling van VROM gestopt. Hiervoor dient de regeling binnenhavengeld aangepast te worden in samenwerking met de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam. Invoering tariefwijziging op basis van een administratief systeem met bijbehorend handhavingsplan en juridische verankering. Een contract met ministerie van VROM voor waarborging van de subsidieregeling. 2008 – 2012
Kosten
€€
Capaciteit
●● implementatie ● exploitatie
16 Beschrijving
Planning
Stimuleren schone zeevaart Op initiatief van het Havenbedrijf Rotterdam en het ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt de mogelijkheid onderzocht van hogere haventarieven voor de meest vervuilende schepen en gelijktijdig lagere tarieven voor de schoonste schepen, in Europees kader of in ieder geval met Duitsland, België en Frankrijk (de zgn. Hamburg - Le Havre range). Tijdens de C40 World Ports Climate Conference in juli 2008 is door een brede groep internationale zeehavens afgesproken dat Havenbedrijf Rotterdam het voortouw zal nemen bij het ontwikkelen van een zo breed mogelijk gedragen index voor een schoon schip, de Environmental Shipping Index. Daarna zullen de mogelijkheden van financiële prikkels zoals incentives of bonus-malusregelingen onderzocht en uitgewerkt worden. Havenbedrijf Rotterdam en Haven Amsterdam maken zich sterk om uiterlijk in 2010 een gemeenschappelijke index te hebben vastgesteld en in de eigen haven een schema van financiële prikkels operationeel te hebben. 2008 – 2012
Kosten
€€
Capaciteit
●● implementatie ● exploitatie
17 Beschrijving
Planning
Onderzoek toezicht afval zeeschepen Haven Amsterdam onderzoekt de mogelijkheid voor mandatering door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) voor toezichthoudende bevoegdheden op afval op grond van de Wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen in het kader van “Vernieuwing toezicht”, zoals dit is belegd bij het directeurenoverleg zeevaart. Toezichthoudende bevoegdheden geven mogelijkheden om op bestuursrechtelijke gronden inspecties uit te kunnen voeren. Ook kan een snelle handhaving plaatsvinden. Bij het onderzoek zal zij toezichthoudende partijen zoals IVW, de VROM Inspectie, Rijkswaterstaat en andere havens betrekken. Advies over mogelijkheid en consequenties mandatering Haven Amsterdam als toezichthouder op grond van de wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen. Beter toezicht en snellere mogelijkheden voor handhaving. 2007 – 2010
Kosten
€
Capaciteit
●●●
Resultaat
Resultaat
Resultaat
33
18 Beschrijving
Resultaat
Uitvoeren scheepsmilieucontroles binnenvaart Haven Amsterdam wordt aangewezen als toezichthouder op grond van het Scheepsafvalstoffenbesluit, zodra het scheepsafvalstoffenverdrag van kracht wordt (naar verwachting medio 2009). Het doel van de controles is een goede afgifte van scheepsafvalstoffen door de binnenvaart te bewerkstelligen en afvalpreventie te stimuleren. De controles zorgen voor vermindering van het aantal emissies naar het water. Onder leiding van concern Rijkswaterstaat neemt Haven Amsterdam deel aan dit project. Uitvoeren van 50 scheepsmilieucontroles per jaar.
Planning
2008 – 2012
Kosten
€€
Capaciteit
●●● implementatie ●● exploitatie
19 Beschrijving
Planning
Realiseren dampverwerkingsinstallaties bij olieterminals Bij de overslag van oliehoudende producten (benzine, e.d.) komen vluchtige organische stoffen vrij, die geurhinder kunnen veroorzaken. Geregeld komen er daarom stankklachten binnen bij Haven Amsterdam. Om de stankklachten te verminderen zijn Haven Amsterdam en de Provincie Noord-Holland in overleg met de olieterminals over het toepassen van dampverwerkingsinstallaties op de terminal. Deze systemen verhinderen emissies van vluchtige stoffen naar de omgeving. Realisatie van dampverwerkingsinstallaties bij de olieterminals in Westpoort. Verminderen geuroverlast in Westpoort en Zaanstad bij verlading van olieproducten. 2007 - 2010
Kosten
€
Capaciteit
●
20 Beschrijving
Planning
Bestrijden olieverontreinigingen Voor het opruimen van waterverontreinigingen met olie zet Haven Amsterdam onder andere olieworsten in. Deze zorgen ervoor dat de oliemorsing wordt ingedamd en opgeruimd. Haven Amsterdam kiest bij de vervanging voor een milieuvriendelijker alternatief. Daarnaast evalueert Haven Amsterdam het beleid ter voorkoming van oliemorsingen en scherpt het aan. Vervanging alle olieworsten door meer milieuvriendelijke worsten. Aangescherpt beleid ter voorkoming van het morsen van olie. 2009
Kosten
€
Capaciteit
●
Resultaat
Resultaat
34
3.3
Stimuleren van goederenvervoer over water en spoor
3.3.1 Toekomstvisie Een goede bereikbaarheid is van groot belang voor de economische ontwikkelingen in het havengebied. Daarbij hoort een goed vervoer vanuit het havengebied naar het achterland. De meest milieuvriendelijke, want meest energie-efficiënte wijze van goederentransport, met name van bulkproducten, is het transport over water. Haven Amsterdam werkt daarom aan een verschuiving van de modal split van de weg naar binnenwater, shortsea en rail. Per goederenstroom wordt de te realiseren verschuiving vastgelegd als percentage ten opzichte van de situatie in 2007. Zij richt zich daarbij vooral op groeisectoren en goederenstromen die momenteel nog weinig gebruik maken van vervoer naar het achterland per schip of trein. Voor wat betreft de natte en droge bulk is gebleken, dat de bedrijven waar mogelijk al kiezen voor intermodaal vervoer (zie Tabel 2). Datgene dat over de weg gaat heeft veelal een locale functie, bijvoorbeeld benzine voor plaatselijke benzinestations en zand en grind voor lokale bouwactiviteiten. Voor deze ladingstromen is de rol van Haven Amsterdam beperkt tot zorgen voor blijvend goede intermodale achterlandverbindingen per spoor en binnenvaart en de juiste voorzieningen in het havengebied zelf, zoals voldoende ligplaatsen voor de binnenvaart. Soort goederen
Deepsea 65
Short Binnen- Weg Rail Pijp/transTonnen sea vaart portband 20071 *1.000 10 24 1 24.866 10 70 10 10 15.682 20 55 15 10 8.326 20 50 15 15 6.881
Stukgoed2
Bulk
Olieproducten Kolen/ertsen Agribulk Zand/grind/ mineralen Containers 12 40 40 8 6.070 waarvan Waterland 60 35 5 3.442 in VCK 20 80 containers USA 20 40 35 5 Koopman 12 2 80 6 Tabel 2: Inschatting percentages afvoer van goederen per goederensoort en per modaliteit (Haven Amsterdam, september 2007) 1
2
Totaal aantal tonnen, zowel aan- als afvoer over zee! Definitieve cijfers zoals gepubliceerd door Haven Amsterdam. Totaal aantal tonnen stukgoed van alle bedrijven in Westpoort, hier zijn alleen een paar opvallende bedrijven vermeld.
Haven Amsterdam heeft voor stukgoed en containers wel een actieve rol om vervoer van de weg naar binnenvaart, spoor en short sea te krijgen in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en (lokale) overheid. Met de groei van de containers op de containerterminal is er een groei in de intermodale shuttle verbindingen. Voor de komende jaren is het beleid gericht op versterken van de bestaande verbindingen (zowel qua capaciteit als qua frequentie) en het ontwikkelen van nieuwe verbindingen. Hierbij kan gedacht worden aan: spoorverbindingen met Oost-Europa, Noord Italië en de Alpenlanden en binnenvaart met de noordelijke helft van Nederland (o.a Pilot rondje IJsselmeer) en uitbreiding van het aantal havens langs de Rijn. Ook aan short sea versterking richting de Baltische staten, Rusland en het Middellandse zeegebied wordt gedacht. Dit betekent dat: Haven Amsterdam zich inzet op een modal shift van weg naar water en rail van stukgoed en de modal split van bulk producten consolideert. De verschuiving binnen stukgoed wordt verder als volgt geconcretiseerd: Aangezien containers een sterk groeiende markt is, maar verschuivingen op korte termijn onbereikbaar lijken (zie illustrerende gekleurde tekst), wordt ingezet op consolideren in de planperiode. 35
Voor de overige stukgoederen wordt ingezet op 5% verschuiving van weg naar water en spoor. Doelstelling voor de langere termijn (2020) is om het aandeel van de weg van het achterlandvervoer (containers en stukgoed samen) terug te brengen naar 45%. Dat is 8% minder ten opzichte van 2006. Het aandeel van het vervoer over water moet in 2020 49% bedragen en de overige 6% gaat in 2020 per trein naar het achterland.
Genoemde percentages zijn richtpercentages. In actie 21 wordt een onderzoek gedaan naar de werkelijke modal split en de mogelijkheden voor modal shift per goederensoort. Containers: Bij de start van een containerterminal komen eerst de grotere ladingpakketten van meerdere containers voor een relatief beperkt aantal klanten naar de terminal. Deze pakketten hebben voldoende volume om per trein of binnenvaart naar de klant door te sturen. Bij de groei van het aantal containers zullen er ook steeds meer kleinere pakketten of zelfs enkele stuks aangevoerd worden. Deze kleinere pakketten zullen eerder per vrachtwagen naar het achterland doorgevoerd worden. Uit de modal split van containervervoer in Rotterdam blijkt, dat daar momenteel 47,5% over de weg naar het achterland wordt vervoerd. Rotterdam zet in op een vermindering van het vervoer over de weg naar 35% in 2035. De huidige modal split in Amsterdam steekt momenteel gunstig af met slechts 40 afvoer over de weg. Doordat met de groei van het aantal containers normaal gesproken ook het percentage vervoer over de weg zal stijgen, zal het een grote inzet van Haven Amsterdam vergen om de modal split van 40% in 2015 t.o.v. 2007 vast te houden. Hiermee zal Amsterdam nog steeds positief afsteken t.o.v. andere containerterminals.
3.3.2 Huidige situatie In de huidige bereikbaarheid van de haven doen zich voor wat betreft het wegverkeer en waterverkeer de volgende knelpunten voor: de capaciteit van de zeesluizen en de verkeersafwikkeling van de A10. Vergroting van de zeesluizen (waarover het besluitvormingsproces loopt), de 2e Coentunnel en de Westrandweg moeten voor deze knelpunten een oplossing bieden. Ook nu al is het doel van Haven Amsterdam om de modal shift, dat wil zeggen de verschuiving van vervoer van lading over de weg naar milieuvriendelijkere modaliteiten als spoor, binnenvaart en short sea, te stimuleren. Haven Amsterdam ondersteunt daartoe de voorlichtingsbureaus voor short sea, binnenvaart en rail. Tevens neemt zij deel aan internationale Europese projecten zoals Northern Maritime Corridor ten behoeve van bevordering van de short sea in samenwerking met havens uit Engeland, Schotland, Rusland, Noorwegen, Duitsland en België. En het project Inter Ports Promotion Network op het gebied van binnenvaart ontwikkeling tussen de zeehavens Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen en de Duitse Rijnhavens. Tevens participeert Haven Amsterdam samen met Havenbedrijf Rotterdam en Prorail voor vijf jaar in de exploitatiemaatschappij voor de Betuweroute genaamd Keyrail. Haven Amsterdam neemt deel aan het DEMAZO project, waarin de gemeente Amsterdam samen met Railinfrabeheer en de railvervoerders zoekt naar oplossingen voor allerlei knelpunten met betrekking tot de sporen in de stad, het Centraal Station en Westpoort. Voor zover een eventuele capaciteitstoename ten opzichte van de nu reeds vastgestelde capaciteit noodzakelijk blijkt, zullen de daarvoor benodigde wettelijke procedures worden gevolgd en de daaruit voortvloeiende maatregelen getroffen worden. Het achterlandvervoer bestaat in de havens van Amsterdam uit vervoer over de weg, per rail, per pijp of transportband (daarbij gaat het om één pijplijn voor vervoer van kerosine naar Schiphol) en per schip (deepsea, binnenvaart en short sea). Het gros van de goederen komen via zeeschepen (deepsea) de haven van Amsterdam binnen. Op dit moment zijn exacte gegevens van het vervoer naar het achterland per goederenstroom nog niet voorhanden. Daarom is in tabel 2 op de vorige pagina een schatting gemaakt op basis van praktijkervaringen van de modal split waarmee de goederen de haven van Amsterdam weer verlaten. De tabel maakt onderscheid in bulkgoederen en stukgoed. Bulk is onderverdeeld in de belangrijkste goederensoorten en bij stukgoed is een onderverdeling gemaakt naar 36
containers met daarnaast de belangrijkste terminals van het overige stukgoed. Ter indicatie van de omvang in tonnen is in de laatste kolom aangegeven hoe groot de totale overslag per goederensoort in 2007 (zowel aan- als afvoer per zeeschip) geweest is. Haven Amsterdam is in het verleden actief betrokken geweest bij innovatieve projecten op intermodaal gebied, zoals Amsbarge en de All Weather Terminal. Sinds 2005 vaart de AMSbarge in het gebied. Dit binnenvaart containerschip heeft een kraan aan boord en haalt en brengt dagelijks lading bij bedrijven en industrie in groot Amsterdam. De opgehaalde lading wordt afgeleverd bij terminals, die rail-, kustvaart- en binnenvaartverbindingen hebben naar de eindbestemming van de lading en vice versa. Een begin van de verschuiving van weg naar water en spoor is hiermee in gang gezet. De overdekte All Weather Terminal biedt de mogelijkheid om onder alle weersomstandigheden te laden en te lossen. De goederen kunnen direct van zeeschip naar binnenvaartschip overgeladen worden. Daarnaast heeft de terminal een eigen spoornet op het haventerrein wat het mogelijk maakt om ook direct over te laden voor vervoer over het spoor. Het innovatieve idee om dit alles overdekt te doen heeft het laad -en losproces aanzienlijk sneller en efficiënter gemaakt. De terminal is daarmee zo’n succes dat er meer soortgelijke terminals gepland zijn. Bovendien is recentelijk de derde overdekte aanlegplaats bij de All Weather Terminal gerealiseerd. 3.3.3 Acties Om van de huidige situatie door te groeien naar de toekomstvisie worden in de periode 2008 – 2012 de volgende acties uitgevoerd. 21 Beschrijving
Planning
Onderzoek modal shift van de weg naar het water en spoor Haven Amsterdam onderzoekt verdere mogelijke modal split verschuivingen van weg naar water en spoor. Hiervoor wordt een onderzoek gestart naar het achterlandvervoer per goederenstroom. Per goederenstroom wordt bepaald hoe de huidige modal split eruit ziet en welke mogelijkheden er zijn voor het transport per binnenvaartschip, short sea schip of per trein. Groeisectoren zoals de containervaart verdienen hierbij extra aandacht. Rapport over, en inzicht in, met welke goederenstromen de grootste efficiencyslagen gehaald kunnen worden en via welke modaliteit ten behoeve van de verbetering van de lokale luchtkwaliteit. 2008
Kosten
€€€
Capaciteit
●●
Resultaat
37
22 Beschrijving
Planning
Ontwikkelen binnenvaart naar Flevoland en Noord Nederland Samen met de provincie Flevoland en de gemeenten Almere en Lelystad wordt gewerkt aan de mogelijke ontwikkeling van één of meerdere binnenvaartterminals inclusief een binnenvaartshuttle naar deze provincie. Bovendien vinden inventarisaties plaats voor het ontwikkelen van meer binnenvaartterminals in de provincie Noord-Holland. Realisatie van één of meerdere terminals in Flevoland. Realisatie van een binnenvaartshuttle naar Flevoland. Plannen voor meer binnenvaartterminals in Noord-Holland. Verminderen van de uitstoot van vervuilende stoffen door verkeersstromen en verminderen van de belasting van het wegennet in de Randstad. 2007 – 2012
Kosten
€€€€
Capaciteit
●●●●●
23 Beschrijving
Planning
Verbeteren spooraansluitingen Westpoort Om het vervoer per spoor verder te kunnen stimuleren zijn goede aansluitingen van de bedrijven in het gebied op het spoor nodig en dient het aantal aansluitingen op het doorgaande spoor uitgebreid te worden. In het kader van het Bereikbaarheids Offensief Randstad (BOR) wordt, op kosten van het Rijk, gewerkt aan 3 spoorprojecten: verlenging emplacement Westhavenweg, realisatie emplacement Aziëhavenweg en aanleg directe aansluiting emplacement Aziëhavenweg op het hoofdspoor. Ter verbetering van de luchtkwaliteit wordt er naar gestreefd de sporen naar de emplacementen te elektrificeren. Met de railbeheerder in Westpoort overlegt Haven Amsterdam tevens om stukken spoor voor aansluitingen van bedrijven over te nemen. Ook vindt overleg plaats met DRO. Het aantal bedrijven met een spooraansluiting neemt toe met 10%. Er is een concrete afspraak voor een nieuwe aansluiting van Westpoort op het doorgaande spoor en een uitspraak of de sporen naar de emplacementen elektrisch kunnen worden gemaakt en wanneer dit gerealiseerd zou moet zijn. 2007 – 2009
Kosten
€
Capaciteit
●
Resultaat
Resultaat
38
3.4
Stroomlijnen risico’s gevaarlijke stoffen
3.4.1 Toekomstvisie De omgang met gevaarlijke stoffen is voor Haven Amsterdam van oudsher een belangrijk aandachtspunt omdat de gevolgen als het mis gaat immens kunnen zijn. De Amsterdamse haven is een gebied waar plaats is voor activiteiten met gevaarlijke stoffen en deze activiteiten moeten veilig gebeuren. Daarbij wil Haven Amsterdam optimaal met haar ruimte omgaan dus ook met risicoafstanden. Het zorgvuldig afhandelen van gevaarlijke stoffen heeft een effect op de bedrijven in het havengebied, hun medewerkers en voor de omwonenden van het gebied. Haven Amsterdam hecht er dan ook aan gevaarlijke stoffen als speerpunt te benoemen. Doelstellingen bij het speerpunt zijn: Haven Amsterdam neemt het initiatief om een gebiedsgerichte visie op te stellen voor Westpoort. Met een inventarisatie van alle risico’s als uitgangspunt zullen keuzes gemaakt worden over hoe om te gaan met activiteiten met gevaarlijke stoffen in Westpoort waarin aspecten als veiligheid, ruimtelijke ordening en rampenbeheersing zijn afgewogen. Haven Amsterdam betrekt bij de totstandkoming van de visie de belanghebbende partijen en de visie wordt bestuurlijk vastgesteld. Haven Amsterdam professionaliseert het ligplaatsbeleid voor schepen met gevaarlijke stoffen in de haven. Door middel van het instrument ligplaatszonering, een model op basis van veiligheidsafstanden, zal een transparant en éénduidig systeem ingevoerd worden in plaats van beoordelingen per casus. Met de groei van het transport van gevaarlijke stoffen, zowel per zeevaart als binnenvaart, zal Haven Amsterdam meer capaciteit inzetten op de handhaving van de regelgeving op dit vlak, om zo de kans op ongewenste en onveilige situaties te minimaliseren. 3.4.2. Huidige situatie Westpoort is een gebied waar veel activiteiten plaatsvinden met gevaarlijke stoffen. Dit zijn activiteiten binnen bedrijven (inrichtingen) zoals productie en opslag van gevaarlijke stoffen. Het gaat ook over transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het water, het spoor en door buisleidingen. In 15 Westpoort zijn ongeveer 20 BEVI-bedrijven . De olieterminals zijn bedrijven die hier bijvoorbeeld onder vallen. Bij gevaarlijke stoffen gaat het om “externe veiligheid”. Dit is een begrip dat gaat over “het tot een aanvaardbaar minimum beperken van risico’s waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen.” Het aanvaardbare minimum van risico’s is in wet- en regelgeving vastgelegd zoals het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) en de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Er wordt onderscheid gemaakt in plaatsgebonden- en groepsrisico’s. Een Plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt en wordt weergegeven met een risicocontour. Het groepsrisico drukt de kans uit dat een groep mensen overlijdt en wordt weergeven in een grafiek. In Amsterdam is het huidige beleid voor externe veiligheid 16 opgenomen in het Plan Fysieke Veiligheid , waarin gevaarlijke stoffen een hoofdstuk is. Externe veiligheid gaat een steeds grotere rol spelen bij de ruimtelijke ordening. Binnen Westpoort wordt de grond steeds intensiever benut. Dit betekent meer activiteiten dichter bij elkaar. Binnen plaatsgebonden risicocontouren rondom bedrijven met gevaarlijke stoffen gelden ruimtelijke beperkingen. Er mogen zich daarbinnen geen kwetsbaar objecten zoals een groot kantoorpand of een school bevinden. Met invoering van de nieuwe landelijke
15
BEVI-bedrijven. Bedrijven waarop het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen van toepassing is. Deze categorieën bedrijven zijn in het besluit beschreven. 16 Fysieke veiligheid, Een veilig Amsterdam. Samen zorgen we ervoor. Gemeente Amsterdam, december 2004
39
17
rekenmethodiek voor het maken van kwantitatieve risicoanalyses blijkt dat de contouren met name bij olieterminals een stuk groter worden dan voorheen. Kortom de risicocontouren binnen Westpoort worden groter waardoor de druk op ruimte nog verder toeneemt. Om tot oplossingen te komen is het vigerende beleid van Amsterdam voor externe veiligheid te beperkt en zal er samen met de vergunningverlenende partijen en de brandweer specifieker naar de situatie in Westpoort gekeken moeten worden. Het aantal schepen met gevaarlijke stoffen over water is de laatste jaren sterk toegenomen. Daarmee ook het aantal tonnen en het aantal laad- en loshandelingen met gevaarlijke stoffen. De bevoegdheid van Haven Amsterdam gaat op het water verder dan op het land. De afdeling gevaarlijke stoffen en milieu houdt namens het Centraal Nautisch Beheer toezicht op de schepen met gevaarlijke stoffen. Er wordt gecontroleerd aan de hand van gestelde risicotargets. Dat houdt in dat 60 tot 70 procent van de zeeschepen gecontroleerd wordt. Door uitbreiding van formatie in verband met de groei aan transport zal deze dekkingsgraad van inspecties gecontinueerd kunnen worden. In 2006 is een pilot gestart, waarbij de havendienstvaartuigen ook binnenvaart met gevaarlijke stoffen in het handhavingspakket hebben opgenomen. Deze pilot zal omgezet worden naar een regulier werkpakket. Aan- en afvoer van gevaarlijke stoffen via het spoor verdient speciale aandacht omdat deze vorm van transport steeds problematischer wordt. Ten eerste omdat de spoorlijnen dwars door de stad lopen en ten tweede vanwege de beperkte capaciteit van het Centraal Station. Haven Amsterdam neemt deel aan overleg om oplossingen voor deze knelpunten te vinden. 3.4.3 Acties Om van de huidige situatie door te groeien naar de toekomstvisie worden in de periode 2008 – 2012 de volgende acties uitgevoerd. 24 Beschrijving
Planning
Harmoniseren havenverordeningen in het gebied van het CNB Harmonisatie regelgeving in het gebied van het Centraal Nautisch Beheer (CNB) onder regie van het CNB. Eén regionale havenverordening en uniforme handhaving op de havenverordening in het CNB gebied 2008 – 2009
Kosten
€
Capaciteit
●●●●
25 Beschrijving
Planning
Onderzoek alternatieve routing van gevaarlijke stoffen De haven van Amsterdam groeit en de stad ontwikkelt zich aan het IJ. Om deze ruimtelijke ontwikkeling mogelijk te maken en daarbij de noodzakelijke veilige verbinding met het achterland te blijven garanderen, zijn kaders nodig. Haven Amsterdam zoekt naar alternatieve, veiligere mogelijkheden voor de routing van gevaarlijke stoffen over water in samenwerking met relevante partners. Dit onderzoek is een onderdeel van het project Basisnet gevaarlijke stoffen van Verkeer en Waterstaat. Een overzicht van de mogelijke alternatieven voor veiligere routing van gevaarlijke stoffen over water. 2007 - 2008
Kosten
€
Capaciteit
●●●
Resultaat
Resultaat
17
REVI II Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen. |Uniforme rekenmethodiek voor het maken van kwantitatieve risicoanalyses. Sinds 1 januari 2008 van toepassing.
40
26 Beschrijving
Planning
Opstellen gebiedsgerichte visie externe veiligheid voor Westpoort Haven Amsterdam brengt, in samenwerking met DMB, DRO, de Regionale Brandweer en Provincie Noord-Holland, alle aspecten m.b.t. externe veiligheid in Westpoort in kaart. Het gaat om activiteiten met gevaarlijke stoffen bij bedrijven, transport van gevaarlijke stoffen over weg, rail en water en door buisleidingen, maar ook om invloed van Schiphol en windturbines. Samen met de genoemde parijen formuleert Haven Amsterdam een visie hoe in de toekomst met externe veiligheid in Westpoort om te gaan met als doel er voor te zorgen dat er in Westpoort plaats is voor activiteiten met gevaarlijke stoffen, het een veilig gebied is en dat er optimaal met ruimte en dus ook met risicoafstanden wordt omgegaan. De visie dient als een basisdocument dat gebruikt kan worden bij de verantwoording van externe veiligheid in ruimtelijke ordeningsplannen. Er is een relatie met het zoneringsplan ligplaatsen binnenvaart. Een gezamenlijk en bestuurlijk vastgestelde visie over hoe om te gaan met gevaarlijke stoffen binnen Westpoort waarin aspecten als veiligheid, ruimtelijke ordening en rampenbeheersing zijn afgewogen. 2008
Kosten
€€
Capaciteit
●●
27 Beschrijving
Resultaat
Opstellen zoneringsbeleid voor ligplaatsen schepen met gevaarlijke stoffen In de haven van Amsterdam zijn de havenbekkens/ligplaatsen verdeeld in oliehavens en niet-oliehavens. Het toelatingsbeleid van de scheepvaart is in het kader van risicobeheersing hierop toegespitst. De ligplaatsen die vallen binnen het oliehavengebied zijn over het algemeen de ligplaatsen van de olieterminals. Voor deze bedrijven wordt in het kader van de milieuvergunning een risicoanalyse gemaakt, waarbij gekeken wordt of de activiteiten van de terminals, inclusief de af te handelen scheepvaart, voldoende afstand hebben tot kwetsbare objecten (woningen, kantoren, etc.). Deze risicoanalyse wordt beperkt of niet gemaakt voor de ligplaatsen die vallen in de niet-oliehavens. Haven Amsterdam stelt daarom een ligplaatszonering op voor verpakte gevaarlijke stoffen in de gebieden waar ligplaatsen zijn die vallen buiten het oliehavengebied. Hierbij zal afstemming met Rotterdam plaats vinden. Overzicht van ligplaatszonering gericht op schepen met gevaarlijke stoffen.
Planning
2007 – 2009
Kosten
€€
Capaciteit
●●●
28 Beschrijving
Planning
Risicoanalyse voor goederenstromen Door het maken van een risicoanalyse en een simulatie worden de risico’s van diverse goederenstromen duidelijk. Deze zijn per goederenstroom verschillend. Inzicht in de risico’s binnen de verschillende goederenstromen biedt de mogelijkheid bedrijfsvoering aan te passen om adequaat op te kunnen treden op het moment van een incident/calamiteit. Inzicht in risico’s van goederenstromen, met als doel maatregelen ter beperking van economische en milieuschade als gevolg van incidenten door betere voorbereiding van mensen, middelen en bedrijfsvoering. 2007-2008
Kosten
€€€
Capaciteit
●●
Resultaat
Resultaat
41
3.5
De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam
3.5.1 Toekomstvisie Analoog aan de doelstelling van het Milieubeleidsplan Amsterdam om in 2015 een CO2 neutrale gemeentelijke organisatie te worden, zal de organisatie Haven Amsterdam door energiebesparing haar bijdrage leveren aan de 100 kiloton CO2-emissiereductie per jaar die de gemeente Amsterdam zich tot doel heeft gesteld. Dat betekent dat: de organisatie intern energiebesparende maatregelen moet nemen, zowel in haar gebouwen, als ook bij de eigen vloot, het eigen wagenpark, het autogebruik en vliegreizen. door de aanschaf van hybride auto’s al een flinke stap op weg naar duurzaam autogebruik door werknemers is gezet. Waar mogelijk wordt gestreefd naar verdere beperking van het autogebruik. bij aankoop van nieuwe voertuigen en vaartuigen Haven Amsterdam standaard kiest voor de meest milieuvriendelijke en energiezuinige technologieën. Verder streeft de gemeente op de langere termijn naar een duurzame energievoorziening, waaraan Haven Amsterdam ook een bijdrage zal leveren, zowel als gebruiker als ook als producent. Tegelijkertijd streeft de organisatie een zorgvuldige omgang met natuurlijke hulpbronnen (ruimte, energie, grondstoffen) na, conform de ambities van het gemeentelijke Milieubeleidsplan.18 De nadruk ligt daarbij op het eigen wagenpark, inkoop van materialen en goederen en op afvalreductie. 3.5.2 Huidige situatie Om naar een CO2-neutrale organisatie te gaan, heeft Haven Amsterdam in 2007 haar energieverbruik in kaart gebracht (tabel 3) als eerste stap in het maken van haar carbon footprint (zie ook actie 7). De carbon footprint maakt het mogelijk voor de toekomst meetbare doelen te stellen met betrekking tot energiegebruik en welke stappen Haven Amsterdam moet zetten om een CO2-neutrale organisatie te worden. Aantal Auto’s benzine 6 Auto’s diesel 3 Surveillance vaartuigen 5 Directievaartuig 1 Elektriciteit Gas Vliegreizen binnen Europa 65 Vliegreizen buiten Europa 29 Totaal CO2 uitstoot (in tonnen)
Verbruik CO2 uitstoot 45.480 liter 100 29.906 liter 77 589.906 liter 1.521 3.000 liter 7 1.226.635 kWh 282 50.943 m³ 90 180 2.259
Tabel 3: Energieverbruik Haven Amsterdam in 2006
Naast het in beeld brengen van het energieverbruik heeft Haven Amsterdam reeds een aantal concrete acties ondernomen om invulling te geven aan de lucht- en klimaatdoelstellingen. Deze maatregelen zijn: de benzine auto’s zijn vervangen door hybride auto’s; er zijn vier extra hybride dienstauto’s bij gekomen. Het gebruik van meer milieubelastende auto’s van werknemers voor dienstreizen is hierdoor vervangen door het gebruik van schonere auto’s met minder uitstoot; de dieselauto’s zijn voorzien van een roetfilter;
18
Amsterdam duurzaam aan de top, Milieubeleidsplan 2007-2010, versie voor inspraak, 6 februari 2007, pagina 56 e.v.
42
de vliegreizen worden via Stichting ”Trees for Travel” gecompenseerd. De compensatie bestaat uit (her)aanplant en beheer van duurzame bossen, die de uitstoot van de CO2 absorberen. Gezien het internationale karakter van Haven Amsterdam heeft zij gekozen voor herstel van regenwoud in Maleisië. Het project waarin zij participeert, betreft een 30.000 hectare groot bosgebied, het Imbak Conservation Area (ter vergelijking dit is gelijk aan 6x de Hoge Veluwe) in de deelstaat Sabah op het noordoosten van Borneo.
3.5.3 Acties Om van de huidige situatie door te groeien naar de toekomstvisie worden in de periode 2008 – 2012 de volgende acties uitgevoerd. 29 Beschrijving
Beperken energiegebruik in eigen wagenpark / verduurzaming wagenpark Haven Amsterdam beperkt het energiegebruik van haar eigen wagenpark door toepassing van “het nieuwe rijden” en gaat daar waar mogelijk op de (OV-)fiets. Reizen per openbaar vervoer is milieuvriendelijker en men kan zich in de trein goed voorbereiden, auto-uren zijn deels verloren werkuren. Tevens kan met abonnementen op een systeem van autodelen de bezwaren tegen moeilijk met openbaar vervoer bereikbare locaties opgelost worden. Ook voor dienstreizen naar bijvoorbeeld Duitsland moet altijd onderzocht worden of reizen per openbaar vervoer een goed alternatief is.
Resultaat
Planning
lagere energiekosten, energiebewustzijn medewerkers minder CO2 uitstoot in 2012 ten opzichte van 2007 door deze maatregelen Vermindering van de luchtvervuiling (fijnstof) door het eigen wagenpark in 2012 tov 2007 2008-2012
Kosten
€
Capaciteit
●
30 Beschrijving
Resultaat
Schoner maken eigen vloot Vanuit het vlootplan 2004 – 2010 is de Havendienst 6 aan vervanging toe. Na economisch onderzoek is gebleken dat het op economische en milieugerelateerde gronden het beter is dat de Port of Amsterdam 7 en 8 vervroegd worden vervangen. De havendienst 2 is aan vervanging toe in 2011 en voor deze vier vaartuigen wordt een vervangingsplan opgesteld. In het vervangingsplan zal onder andere worden opgenomen dat nieuwe vaartuigen moeten voldoen aan de hoogste luchtkwaliteitseisen, de zogenaamde CCR3 norm. Vier vaartuigen vervangen en conform CCR3
Planning
2008 - 2011
Kosten
€€€€€ (€ 400.000 aan meerkosten CCR3)
Capaciteit
●●
43
31 Beschrijving
Planning
Stimuleren fietsgebruik in Westpoort Mensen maken gebruik van de fiets indien de infrastructuur goed is. In Westpoort, met veel vrachtverkeer, betekent dit dat geasfalteerde, vrijliggende fietspaden een voorwaarde zijn. Door de Fietsersbond is recentelijk een inventarisatie gehouden van het fietswegennet in Westpoort. Hierbij kwam een aantal knelpunten naar voren waaronder de kruising van fietspaden met inritten, hobbelige fietspaden, onduidelijke voorrangssituaties, gevaarlijke situaties bij kruisingen van wegen/fietspaden met spoorrails, op lange rechte wegen te hoge snelheid van vrachtauto’s (bijvoorbeeld Siciliëweg). Haven Amsterdam pakt deze knelpunten aan. 20% intensiever gebruik van Westpoort in 2012 door fietsers. Daardoor neemt de belasting op het wegennet en uitstoot van schadelijke stoffen als gevolg van brandstofgebruik af. 2007 – 2012
Kosten
€€€€ (MIP)
Capaciteit
●
32 Beschrijving
Verbeteren aanbod collectief vervoer in Westpoort Haven Amsterdam streeft naar een verbeterde bereikbaarheid van Westpoort voor werknemers van de in Westpoort gevestigde bedrijven door het aanbod van collectief vervoer (zoals de Westpoortbus) te verbeteren en beter aan te laten sluiten bij de vraag. Verwacht wordt, dat er niet meer bestaande bedrijven in huidige opzet willen deelnemen, dus om nog een grote sprong te maken moet een andere manier van dekking worden gezocht. Daarnaast wordt gekeken of de bus ook schoner gemaakt kan worden door bijvoorbeeld het gebruik van een andere brandstof. 20 % groei in collectief vervoer door betere bereikbaarheid, vermindering uitstoot schadelijke stoffen door woon-werkverkeer in 2012. Vermindering uitstoot schadelijke stoffen door een schonere bus. 2007 – 2009
Resultaat
Resultaat Planning Kosten Capaciteit
33 Beschrijving
€€€€€ Exploitatie (1.500.000) ●●
Planning
Verduurzaming inkoopbeleid Haven Amsterdam onderzoekt de mogelijkheden het inkoopbeleid op deelaspecten te verduurzamen. Daarbij komen onder meer de mogelijkheden voor duurzame inkoop van kantoorartikelen, papier, bedrijfskleding, schoonmaakmiddelen, elektrische apparaten, meubelen en hout, catering en voertuigenpark aan bod. Inzicht in mogelijkheden verduurzamen inkoopbeleid en aanpassen van inkoopbeleid, waarbij aandacht is voor ‘people, planet én profit’. Invulling geven aan de eigen voorbeeldfunctie. 2008 - 2009
Kosten
€
Capaciteit
●
Resultaat
44
34
Planning
Onderzoek naar de mogelijkheden voor toepassing van Warmte Koude Opslag (WKO) Haven Amsterdam onderzoekt op welke van haar eigen gebouwlocaties toepassing van WKO mogelijk is. Als uit onderzoek blijkt dat er mogelijkheden zijn wordt een vervolgactie gestart voor het realiseren van WKO. Toename van de hoeveelheid duurzaam opgewekte energie met 20% van het eigen gebruik tot 2012. Bijdrage aan voorbeeldfunctie. 2010
Kosten
€€
Capaciteit
●●
35 Beschrijving
Planning
Opstellen bedrijfsafvalstoffenplan Haven Amsterdam brengt alle afvalstromen binnen het eigen bedrijf in kaart en benoemt de grootste kansen voor afvalreductie en hergebruik. Haven Amsterdam stelt daarnaast een bedrijfsafvalstoffenplan op waarin acties voor afvalreductie en hergebruik zijn geformuleerd. Verantwoorde inzameling en verwerking van alle afvalstromen. Vermindering van de kosten voor afvalinzameling. 2009
Kosten
€
Capaciteit
●
36 Beschrijving
Planning
Bewustwordingscursus voor medewerkers Haven Amsterdam Haven Amsterdam brengt haar medewerkers meer milieubewustzijn bij, door middel van themabijeenkomsten specifiek gericht op het dagelijks werk van de medewerkers van de diverse sectoren van Haven Amsterdam. 2 themabijeenkomsten per jaar voor elke sector van Haven Amsterdam met hulp van een externe voorbereid. 2008-2012
Kosten
€€
Capaciteit
●●●
Beschrijving
Resultaat
Resultaat
Resultaat
45
37 Beschrijving
Planning
Fonds voor duurzaamheid en innovaties Om nieuwe ideeën te helpen ontwikkelen en het duurzaamheidsbeleid een serieuze kans te geven, zijn er in de havenvisie Slimme Haven Amsterdam twee fondsen opgenomen: een duurzaamheidsfonds en een innovatiefonds. Beide fondsen hebben een jaarlijkse reserve van 1 miljoen euro. Haven Amsterdam stelt de kaders waarbinnen middelen uit dit fonds kunnen worden besteed. De havenbedrijven kunnen uit het duurzaamheidsfonds financiële ondersteuning krijgen bij maatregelen die het algemeen belang dienen maar die moeilijk te financieren zijn. Daarnaast zullen innovatieve ideeën die tegelijk andere thema’s (duurzaamheid, milieu, ruimtebesparing, minder wegvervoer) ondersteunen bij voorrang een financiële bijdrage uit het innovatiefonds ontvangen. Een regeling voor de besteding van de twee fondsen, passend binnen het beleid mbt staatssteun. Klanten krijgen vanaf 2009 jaarlijks gelegenheid om gebruik te maken van de fondsen voor financiering van de onrendabele top van hun investeringen, waarbij Haven Amsterdam uitgaat van een terugverdientijd van 5 à 10 jaar, afhankelijk van de soort investering. Deze extra investeringen leiden tot een milieuwinst op verschillende fronten. 2008-2012
Kosten
€€€€€ (2 x 5.000.000)
Capaciteit
●●●●
Resultaat
46
4.
Impact milieubeleidsplan op het locatie- en ligplaatsenbeleid
Inleiding In dit milieubeleidsplan is aan de hand van vijf speerpunten beschreven hoe Haven Amsterdam omgaat met het spanningsveld tussen milieu en economie en welke acties zij voorstaat om een duurzame economische groei te realiseren. De lijn die hiermee is ingezet heeft zijn weerslag op twee belangrijke beleidsgebieden; het locatie- en ligplaatsenbeleid van Haven Amsterdam. Dit hoofdstuk besteedt specifiek aandacht aan de impact van dit plan op beide gebieden. 4.1
Locatiebeleid
Het doel van het locatiebeleid is het situeren van het juiste bedrijf op de juiste plaats. Daarmee wordt bedoeld, dat Haven Amsterdam wil sturen op een optimalisering van het gebruik van de beschikbare fysieke ruimte, milieuruimte en infrastructuur. Daarbij wordt op een duurzame wijze rekening gehouden met de wensen van de klant, de omgeving en omliggende bedrijven. Voor een succesvol locatiebeleid moet er worden voldaan aan een aantal randvoorwaarden. Zo is er voldoende terreinvoorraad nodig om het juiste bedrijf ook daadwerkelijk op de juiste plaats te kunnen vestigen. Hiervoor zal in de komende drie à vijf jaar op basis van ruimtelijk – economisch onderzoek, waarin ook landschap en milieu worden meegenomen, bekeken worden of besluitvorming over nieuw terrein wenselijk zal zijn. Daarnaast moet de overheid grip op het grondgebruik houden. Haven Amsterdam en de provincie Noord-Holland stimuleren daarom ook om haventerreinen in de regio in erfpacht/huur uit te geven. Als aan deze randvoorwaarden wordt voldaan kan bij de keuze van een locatie voor een nieuw bedrijf, dan wel de uitbreiding van een bestaand bedrijf, worden getoetst aan een aantal eisen te weten: de locatie dient passend te zijn binnen de eisen zoals in het bestemmingsplan gesteld (bebouwingsnormen, bouwhoogte, milieucategorie, ligplaatszonering en dergelijke), er wordt uitgegaan van geluid, luchtkwaliteit en veiligheid ten opzichte van omliggende bedrijven en omgeving en een optimaal gebruik van de beschikbare milieuruimte, inwaartse zonering: bestaat er voor geluidruimte een integraal geluidzonebeheersysteem en is algemeen uitgangspunt dat bedrijven met een grote milieubelasting centraal in het gebied worden geplaatst, Haven Amsterdam gaat versnippering van grote aanééngesloten kavels tegen evenals verdroging en versnippering van (grootschalige) kadegebonden kavels bij zowel nieuwe vestiging als bij heruitgiftes, er wordt, afhankelijk van het vervoersprofiel van bedrijven, een locatie gekozen, die ontsloten is per rail, binnenvaartkade of zeekade, er wordt, waar relevant, transport per buisleiding gestimuleerd, er wordt, in geval van bedrijven met milieuoverlast, overleg gevoerd met omliggende bedrijven, Haven Amsterdam bevordert intensief ruimtegebruik, dat wil zeggen dat: bij uitbreidingsplannen optimaal gebruik wordt gemaakt van zogenaamde restruimtes,
47
-
bij intensivering optimaal gebruik wordt gemaakt van subsidiemogelijkheden ten behoeve van het compenseren van de onrendabele top van de noodzakelijke investeringen19.
Haven Amsterdam probeert nog meer dan voorheen op een actieve wijze bedrijven te stimuleren tot slimme en innovatieve (milieu)oplossingen Haven Amsterdam heeft een aantal documenten geschreven die voor dit onderwerp relevant zijn, zoals de Beleidsnotitie “Visie natte bedrijvigheid” en het zogenaamde “Vlekkenplan”. Het vlekkenplan biedt een overzicht per deelgebied van Westpoort, met informatie over milieuruimte, het streefbeeld met betrekking tot de soorten bedrijvigheid en de normen vanuit bestemmingsplan. In het huidige locatiebeleid neemt het speerpunt “optimalisering ruimtegebruik” al een prominente plaats in. De impact van het speerpunt is daarom met name consolideren van het huidige locatiebeleid, waarbij in het beleid milieuruimte en intensivering nadrukkelijker worden aangezet. Hierbij kan gedacht worden aan: Geurhinder, luchtkwaliteit en veiligheid De uitvoering van dit milieubeleidsplan zal ertoe leiden dat bij de toekomstige locatiekeuzes geurhinder door bedrijven, luchtkwaliteit en veiligheid, onderwerpen worden die extra aandacht krijgen in de afwegingen met betrekking tot de locatiekeuze. Onderzoek bij uitbreidingsplannen Bovendien bevordert Haven Amsterdam intensief ruimtegebruik door bij uitbreidingsplannen van gevestigde bedrijven eerst een gezamenlijk onderzoek te initiëren naar mogelijke intensivering op de bestaande kavel. Het is beleid om eerst te kijken naar intensivering en herstructurering voordat er overgegaan wordt op het realiseren van nieuwe terreinen. Dit is niet alleen beleid dat in Westpoort wordt gevoerd, maar in het hele Noordzeekanaalgebied. Ook komt dit tot uiting in actieve monitoring van het kadegebruik (doorzet per meter kade / oever en doorzet per vierkante meter terrein) bij gevestigde kadegebonden bedrijven actief gemonitord (ten opzichte van andere soortgelijke bedrijven in Westpoort). Indien een bedrijf een lage doorzet heeft, onderzoekt Haven Amsterdam de mogelijkheid tot intensivering, gezamenlijk gebruik of eventueel verplaatsing van dit bedrijf (bijvoorbeeld naar de tweede linie achter een bestaande terminal). In de hoogte in plaats van in de breedte Daarnaast zal Haven Amsterdam de verdichting door hogere bebouwingspercentages stimuleren. In dit kader is er bij de firma Hanson een initiatief gaande voor het stapelen van de logistieke functie. Bij dit bedrijf wordt gekeken of de op- en overslag boven elkaar kan worden gedaan in plaats van naast elkaar. Verder valt er te denken aan het stapelen van functies of een hogere dan wel juist ondergrondse opslag. Haven Amsterdam probeert nog meer dan voorheen op een actieve wijze bedrijven te stimuleren tot slimme en innovatieve (milieu)oplossingen. Andere slimme oplossingen kunnen gelegen zijn in de logistieke werkwijze. De consequentie van het speerpunt “stimuleren van vervoer over water” kan inhouden dat de doorvoer van goederen niet meer per vrachtauto maar voortaan per binnenvaartschip gaat, omdat er een binnenvaartshuttle is gerealiseerd naar bijvoorbeeld Flevoland. Doordat Haven Amsterdam relatief hoge prijzen hanteert is er al een stimulans om efficiënter met de ruimte om te gaan. Het effect van het prijsinstrument om intensiever ruimtegebruik af te dwingen wordt door ons waar mogelijk gehanteerd, echter er zijn grenzen aan de effectiviteit van dit instrument met het oog op de internationale concurrentie positie. Te hoge prijzen leiden niet tot intensiever ruimte gebruik, maar de klant gaat naar een andere meestal buitenlandse haven. 19
Hierbij dient een kanttekening geplaatst te worden: door hoge kosten van intensivering in vergelijking tot grondprijzen bij concurrerende grondaanbieders zijn er duidelijke bedrijfseconomische grenzen voor bedrijven, die hen uiteindelijk voor de vraag brengen of verhuizen naar een concurrerende locatie buiten de regio geen aantrekkelijkere optie is dan intensiveren.
48
4.2
Ligplaatsenbeleid
Het ligplaatsenbeleid is in eerste instantie bedoeld voor een veilige en vlotte afhandeling van het scheepvaartverkeer. Het regelt het ‘ligplaats nemen’ van schepen in het havengebied met het doel om het logistieke proces te optimaliseren, de wachttijden en verplaatsingen (verhalen van schepen) te minimaliseren en onveilige situaties te voorkomen. Daarnaast krijgen de gebruikers van het water duidelijkheid over wat wel en niet kan ten aanzien van het innemen van een ligplaats. Op basis van door het schip aangeleverde informatie beoordeelt de havendienst of een schip kan afmeren op een aangevraagde ligplaats en of zij daar de aangegeven handelingen kan uitvoeren. Dit is meestal het laden en lossen van goederen, maar kan ook betekenen dat het schip reparaties wil uitvoeren of wil bunkeren. Het toetsen en aanwijzen van ligplaatsen is een taak die Haven Amsterdam van oudsher vervult. Net zoals de ruimte aan de landzijde in de haven met schaarste te kampen heeft, geldt ditzelfde in steeds grotere mate ook voor de waterzijde van de Amsterdamse haven. Het gebruik van de haven groeit gestaag en het wordt er steeds drukker. Fysiek kan de haven niet altijd meegroeien met het toenemende aantal zee- en binnenvaartschepen en met de schaalvergroting (lengte, breedte en diepgang) die deze schepen vertonen. Maar ook iedere klant die wil uitbreiden en nieuwe klanten vragen veel aandacht bij het ontwerpen van de natte onderdelen (steigers, insteekhavens, en dergelijke). De aspecten manoeuvreerbaarheid van de schepen, schaalgrootte, ruimte in de verschillende havenkommen, soorten activiteiten die uitgevoerd worden en de milieuwetgeving spelen hierbij een belangrijke rol. Hier haken het locatiebeleid en ligplaatsenbeleid in elkaar. De speerpunten van dit milieubeleidsplan doen hier nog een schepje bovenop. Zo wordt sterk ingezet op intensivering van terreinen. Dit betekent voor het ligplaatsenbeleid een toename van de druk op de ligplaatsen, zeker als het kadegebonden activiteiten betreft. Bij de intensivering neemt de overslag per vierkante meter toe, wat meer aan- en afvoer met zich meebrengt. Daarnaast wordt met het speerpunt “Stimuleren vervoer over water” het vervoer per schip gepromoot, waardoor meer schepen naar de Amsterdamse haven zullen komen. Voor al deze schepen moet een veilige en goede afmeervoorziening in de haven worden gevonden. Om goederen te kunnen op- en overslaan, maar ook om te kunnen wachten. Voor één zeeschip met 75.000 ton veevoer bijvoorbeeld, zijn al gauw vijftig binnenvaartschepen nodig om de lading verder te kunnen vervoeren. Haven Amsterdam anticipeert op de groei door locaties in de haven geschikt te maken als wachtplaatsen voor binnenvaartschepen. In de toekomst zullen drie nieuwe locaties als wachtplaats ingericht worden: de nieuwe Houthaven, ’t Slik (Oostelijk Havengebied) en delen van de ADM Westhaven. Naast het creëren van ligplaatsen wordt samen met de klanten ook ingezet op verbetering van de logistieke werkwijze zodat het voor- en natransport efficiënter kan worden geregeld. Haven Amsterdam anticipeert op de groei door locaties in de haven geschikt te maken als wachtplaatsen voor binnenvaartschepen Niet alleen heeft het milieubeleidsplan consequenties voor de capaciteit aan lig- en wachtplaatsen in de Amsterdamse haven, het heeft ook consequenties voor het gebruik en de inrichting van de ligplaatsen. Het speerpunt “Schone scheepvaart” richt zich onder andere op het verbeteren van de luchtkwaliteit door walstroom op de binnenvaartlocaties en wellicht in een later stadium ook door realisatie van zeevaartlocaties. Het voorzieningenniveau op de ligplaats wordt hiermee vergroot. In het milieubeleidsplan wordt ook ingezet op het verminderen van geur-, stof- en geluidsoverlast en wordt een ‘zoneringsbeleid’ opgesteld voor ligplaatsen voor schepen met gevaarlijke stoffen. Deze maatregelen kunnen leiden tot een andere invulling van de verschillende ligplaatsen, waarbij gekeken wordt naar soort afhandeling, soort overslag (bepaalde producten) en tijdstip van de overslag.
49
5.
Programmabeheer
Inleiding Het onderwerp milieu krijgt momenteel veel maatschappelijke en politieke aandacht. Bovendien maakt de schaarste aan fysieke en milieuruimte in de haven van Amsterdam, dat het Milieubeleid krachtig gesteund wordt door de hele organisatie. De ambities in dit Milieubeleidsplan zijn hoog en, zoals uit hoofdstuk 3 blijkt, zijn er veel acties uit te voeren. Het voorgaande maakt dat er een sterke sector overstijgende organisatie nodig is voor de uitvoering van dit Milieubeleidsplan. 5.1
Organisatie
In onderstaande figuur is de organisatie schematisch weergegeven. Opdrachtgever
Programmamanager Programmateam
Actiehouders
Fondsbeheer
Projectgroep per actie
Figuur 6: Organogram uitvoering Milieubeleidsplan Haven Amsterdam
Het Management Team Haven Amsterdam is verantwoordelijk voor het Milieubeleidsplan Haven Amsterdam en het vaststellen van de kaders van het Fonds Milieubeledsplan Haven Amsterdam. Uit hun midden wordt één persoon aangewezen als opdrachtgever. De uitvoering van het plan is belegd binnen alle sectoren en afdelingen van Haven Amsterdam. Daarom is er voor een centrale aansturing door een programmamanager gekozen. De programmamanager stuurt het programmateam, de actiehouders en het fondsbeheer aan. De actiehouders zijn verantwoordelijk voor de realisatie van de betreffende actie. De programmamanager wordt ondersteund door een programmateam, waarin de projectsecretaris en een communicatieadviseur zitten. De nadere invulling van taken en bevoegdheden wordt beschreven in het plan van aanpak voor de uitvoering (actie 38). 5.2
Planning
Het Milieubeleidsplan bestrijkt de periode 2008 – 2012. In deze vijf jaar worden er 37 inhoudelijke en 3 ondersteunende acties opgestart, doorgelopen en afgerond. Uitgangspunt 50
bij de uitvoering is om de acties in het eerste gedeelte van de programmaperiode op te starten en in de latere jaren door te laten lopen en vervolg te geven. De uitvoeringsplanning is op te delen in drie fases: 1. voorbereidingsfase 2. uitvoeringsfase deel 1: opstarten (2008-2009) 3. uitvoeringsfase deel 2: doorloop en vervolg (2010-2012) Fase 1: Voorbereidingsfase In de eerste helft van het eerste jaar (2008) wordt het plan bestuurlijk vastgelegd. De tweede helft van 2008 geldt als een halfjaar waarin de basis van de uitvoering wordt vastgelegd. De ondersteunende acties, zoals het plan van aanpak van de uitvoering (actie 38) en het communicatieplan (acties 40), worden uitgevoerd. Daarnaast zijn er in 2007 diverse acties opgestart, die gelijktijdig met het opstellen van dit plan al zijn geïnitieerd. Fase 2: Uitvoeringsfase deel 1: opstarten Uitgangspunt voor de planning is een evenwichtige verdeling van de acties in tijd, capaciteit en geld. 2008 en 2009 zijn bedoeld om de andere acties op te starten. Daarnaast zijn er een behoorlijk aantal acties dat in deze periode zijn uitgevoerd en kunnen uitmonden in vervolgacties. Een onderzoek met een positief en haalbaar resultaat leidt tot een plan van aanpak om een onderwerp aan te pakken. Hieraan worden concrete en realistische (milieu)doelstellingen gekoppeld. In 2009 zal daar een begin mee worden gemaakt voor de acties die in 2008 zijn afgerond. Fase 3: Uitvoeringsfase deel 2: doorloop en vervolg De laatste drie jaar (2010 - 2012) zijn bedoeld om de doorloop van de middellang en lang lopende acties op te vangen, het plan te evalueren en aan te passen. Daarnaast zijn deze drie jaar ook gevuld met vervolgacties. Op dit moment kennen veel acties een onderzoekend karakter. Bij een positieve haalbaarheid zullen deze acties omgezet worden in vervolgacties waarin het onderzochte in de uitvoering wordt gebracht. In bijlage 2 wordt de verdeling van het aantal acties per jaar weergegeven. De ervaringen zullen daarnaast gebruikt worden voor het opstellen van een volgend en nieuw milieubeleidsplan voor een volgende periode van 5 jaar (actie 39). 5.3
Middelen
Om het plan te kunnen uitvoeren zijn geld en menskracht nodig. Voor elke actie is een inschatting gemaakt of een kleine inspanning of een grote inspanning nodig is voor de uitvoering. Hetzelfde is gedaan voor de benodigde euro’s. De benodigde capaciteit wordt in de huidige formatie gevonden. In de afgelopen jaren is de formatie uitgebreid met 5 fte. Deze mensen zetten zich in voor milieu en duurzaamheid binnen Haven Amsterdam. Het budget bestaat uit twee onderdelen. Enerzijds is er geld nodig om het programma uit te voeren en anderzijds voor de twee fondsen. Dekking voor de uitvoering is geregeld via diverse bestaande MIP-posten. De kosten voor de twee fondsen zijn via het vaststellen van de Havenvisie geregeld.
51
5.4
Rapportages
De voortgang van het milieubeleidsplan Haven Amsterdam wordt gemonitord aan de hand van rapportages. Tabel 5 geeft een overzicht van de rapportages. Betreft Jaarrapportage
Van Haven Amsterdam
Beslisdocumenten
Programmamanager
Kwartaalrapportage Programmamanager acties & financiën Kwartaalrapportage Actiehouders Voortgangsrapportage Actiehouders
Aan College van Burgemeester en Wethouders en Raadscommissie Management Team / opdrachtgever Management Team / opdrachtgever Programmamanager Programmamanager
Frequentie Eens per jaar
Indien van toepassing Eens per kwartaal Eens per kwartaal Eens per maand
Tabel 5: Overzicht rapportages
5.5
Evaluatie
Om de twee jaar vindt een evaluatie plaats om na te gaan of het plan nog aan de behoefte voldoet. De eerste evaluatie vindt plaats begin 2010 en de tweede begin 2012. De rapportages aangevuld met gesprekken met medewerkers en klanten/partners worden gebruikt als input voor de evaluatie. Kleine wijzigingen van het plan worden vastgesteld door de opdrachtgever. Structurele wijzigingen van het plan worden ter vaststelling aan het college van Burgemeester en Wethouders aangeboden. In 2012 moet het plan worden herzien. Dit valt buiten het programmamanagement en hiervoor wordt door het Management Team apart opdracht gegeven. 5.6
Uitwerking
38 Beschrijving Resultaat Planning Kosten Capaciteit
39 Beschrijving Resultaat Planning Kosten Capaciteit
Plan van aanpak uitvoering De Programmamanager stelt een plan van aanpak op voor de uitvoering van de acties uit dit Milieubeleidsplan. Plan van aanpak met planning gebaseerd op de gedefinieerde acties 2008 € ●
Evaluatie en advies vervolg milieubeleidplan 2008 – 2012 De Programmamanager evalueert het plan . Evaluatie en advies aan het Management Team Haven Amsterdam in welke vorm en in welke richting gevolg gegeven kan worden aan dit Milieubeleidsplan. 2011 – 2012 € ●
52
6.
Communicatie
6.1.
Inleiding
Het milieubeleidsplan is in de voorgaande hoofdstukken gedefinieerd. De keuze voor speerpunten is gemaakt, de ambities zijn vastgesteld, de acties benoemd. Binnen de eigen organisatie én samen met de partners gaat Haven Amsterdam aan de slag om de acties te realiseren. Hierbij is het van belang om over het milieubeleidsplan te communiceren met interne en externe partijen. Zowel met degenen die nodig zijn om de acties uit te voeren, als met degenen die graag willen, en zouden moeten weten, wat er in de komende jaren in en rond de haven op milieugebied gaat gebeuren. 6.2
Doel van het milieubeleidsplan
Het milieubeleidsplan is een uitwerkingsplan dat voortvloeit uit de Havenvisie en aansluit op het milieubeleid van de Gemeente Amsterdam. Het hoofddoel van het Milieubeleidsplan Haven Amsterdam, ‘het creëren van een optimale balans tussen een economische sterke haven met een uitstekende concurrentiepositie en een goede kwaliteit van de leefomgeving’ is een goed evenwicht te vinden tussen enerzijds een economische sterke haven en anderzijds een gezond en leefbaar Westpoort. Hiervoor zijn concrete doelstellingen en maatregelen nodig. Met dit Milieubeleidsplan laat Haven Amsterdam zien welke activiteiten zij de afgelopen jaren heeft gedaan en welke zij de komende vijf jaar ontplooit. 6.3
Besluitvormingstraject
Het besluitvormingstraject vindt via diverse (bestuurlijke) echelons plaats. Na akkoord van het Management Team van Haven Amsterdam op het Milieubeleidsplan, wordt het concept plan in een consultatieronde met stakeholders besproken en krijgen zij de gelegenheid om op het plan te reageren. Na eventuele aanpassing wordt het plan ter vaststelling aangeboden aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam en ter kennisname aan de Raadscommissie voor Financiën Economische Zaken, Luchthaven en Zeehaven voorgelegd20. 6.4
Communicatie
Communicatie heeft een toegevoegde waarde om in te zetten als instrument om het milieubeleid van Haven Amsterdam te promoten, ondersteunen en te realiseren. Communicatiedoel Communicatie draagt bij aan het vergroten van: de kennis over het Milieubeleid van Haven Amsterdam, het positief beïnvloeden van een milieubewuste houding, het stimuleren tot het gewenst gedrag, bij en van alle interne en externe partijen van Haven Amsterdam, die nodig zijn voor het uitvoeren van acties in relatie tot het milieubeleid en moeten en willen weten wat er in de komende jaren in en rond de haven op milieugebied gaat gebeuren.
20
Het plan is door de Raadscommissie geagendeerd aan de Gemeenteraad. Tijdens de behandeling in de Gemeenteraad van 18 maart 2009 zijn twee moties aangenomen (zie bijlage 3). Deze zijn verwerkt in het Milieubeleidsplan Haven Amsterdam (versie 3 juni 2009).
53
Doelgroepen: in- en externe partijen van Haven Amsterdam De doelgroepen zijn de klanten (bedrijven) van de Haven Amsterdam, medewerkers, samenwerkingspartners, zakenrelaties, concurrenten (andere havens) en stakeholders als belangengroepen, politici en omwonenden. Met elk van deze doelgroepen zal de communicatie anders zijn; met collega-havens communiceer je niet via het huis-aan-huis blad, wat voor omwonenden een goed middel is. En belangenorganisaties willen weer wat specifieker weten wat er nou precies gaat gebeuren en waarom, dan de meeste omwonenden die in grote lijnen geïnformeerd willen worden. Essentieel is ook de kennis en houding van de eigen medewerkers, die in hun contacten met stakeholders een ambassadeursrol hebben: want als het intern niet werkt, wordt het extern gemerkt! De doelgroepen worden grofweg in drie groepen verdeeld, op basis van de soort van betrokkenheid. De drie groepen zijn: 1. klanten en partners 2. burgers en politiek 3. eigen medewerkers Voor elke groep worden specifieke communicatiedoelen gesteld en -middelen ontwikkeld. Boodschap De kernboodschap voor alle doelgroepen luidt: Duurzaam durven, doen en doorgaan! Haven Amsterdam neemt al jaren haar maatschappelijke verantwoordelijkheid en blijft er, als duurzame haven, voor kiezen om goede kwaliteit van de leefomgeving hand in hand te laten gaan met een uitstekende concurrentiepositie. Strategie Haven Amsterdam bereikt het communicatiedoel via een actieve, aantrekkelijke en transparante informatievoorziening die op verschillende manieren vorm krijgt. Het informeren over het milieubeleid is een eenzijdige activiteit. Het beïnvloeden van de houding en het stimuleren tot het gewenste gedrag, vraagt om tweerichtingscommunicatie. De doelgroep moet de mogelijkheid krijgen om input te leveren, mee te denken en uitgedaagd te worden om zich verbonden te kunnen voelen met de ambities en activiteiten van het milieubeleidsplan. Dat gevoel van verbondenheid is nodig om invulling te geven aan de actieve rol die we vragen van (een deel van) de doelgroep. 6.5
Uitwerking
40 Beschrijving
Resultaat Planning Kosten Capaciteit
Communicatieplan Milieubeleidsplan Haven Amsterdam De uitwerking van dit communicatiehoofdstuk wordt gerealiseerd door middel van een ‘Communicatieplan Milieubeleid Haven Amsterdam.’ Het communicatieplan gaat uitgebreid in op de doelstellingen per doelgroep (verdeeld in kennis, houding en gedrag), de wijze waarop deze doelstellingen vormgegeven worden (in activiteiten en middelen) en de planning die daarbij gehanteerd wordt. Zowel extern als intern zal grote inspanning geleverd worden om het communicatiedoel te realiseren en de boodschap tussen oren te krijgen en de neuzen in dezelfde richting te laten wijzen. Hierbij wordt zowel gebruik gemaakt van tweerichtingscommunicatie als eenzijdige berichtgeving. Communicatieplan met duidelijke acties en planning 2008 € ●
54
Bijlage 1
Relatie Milieubeleidsplan Haven Amsterdam 2007 - 2012 met Milieubeleidsplan Amsterdam 2007 - 2010
De speerpunten die Haven Amsterdam heeft gekozen hebben betrekking op de kernactiviteiten van een haven en hebben tegelijk een relatie met belangrijke milieuthema’s. Het Milieubeleidsplan Haven Amsterdam staat niet op zichzelf; ook de gemeente (de centrale stad) heeft een Milieubeleidsplan. Haven Amsterdam gaat in deze doelstellingen mee en geeft daar haar eigen uitwerking aan. In onderstaande tabel wordt de link gelegd tussen de gekozen speerpunten met hun acties en de behandelde thema’s in het Milieubeleidsplan van de centrale stad. Tevens wordt ook aangegeven op welke milieucomponent de actie betrekking heeft.
Nr
Speerpunt Haven Amsterdam Titel actie
4
Optimalisering ruimte- en milieugebruik Onderzoek terreinen ten behoeve van realisering intensivering Gesprekken met klanten en hun (milieu)gebruiksruimte Verkennen mogelijkheden voor uitwisseling van reststoffen tussen bedrijven Ontwikkelen duurzaamheidsindicatoren
5 6
Uitbreiding meetnet Provincie Noord-Holland Definiëren geluidreductieprojecten
7
10 11
Onderzoek naar geluidreducerende maatregelen op de IJ-palen Carbon footprint Westpoort Haalbaarheidsstudie uitbreiden Warmtenet in Westpoort Studie CO2 afvang, opslag en hergebruik Aanhaken bij certificering van duurzame biomassa
12
Schone scheepvaart Uitbreiden walstroom binnenvaart en riviercruise
1 2 3
8 9
Milieucomponent
Relatie thema Milieubeleidsplan Amsterdam en eventueel ander actie- of beleidsplan
Actienummer centrale stad indien van toepassing
Intensief ruimtegebruik
Lucht
Actie 38
Geluid, Lucht, Klimaat, Intensief ruimtegebruik Afval
Lucht Duurzaam consumeren en produceren
Niet specifiek te benoemen Lucht Geluid Geluid
Lucht Geluid Actieplan Geluid Geluid
Klimaat Klimaat
Klimaatprogramma Klimaatprogramma
Klimaat Klimaat
Klimaatprogramma Klimaatprogramma Duurzaam consumeren en produceren
Lucht, Klimaat
Lucht Actieplan Luchtkwaliteit Amsterdam
55
Actie 2
Actie 34
Nr
Speerpunt Haven Amsterdam Titel actie
Milieucomponent
13
Onderzoek walstroom zeescheepvaart
Lucht, Klimaat
14 15 16 17 18 19
Schoner varen nautische dienstverleners Stimuleren schone binnenvaart Stimuleren schone zeevaart Onderzoek toezicht afval zeeschepen Uitvoeren scheepsmilieucontroles binnenvaart Realiseren dampverwerkingsinstallaties bij olieterminals Bestijden olieverontreinigingen
Lucht Lucht Lucht, klimaat Afval Afval, Water Lucht
20
21
22
23
24 25 26 27 28
Stimuleren vervoer over water en spoor Onderzoek modal shift van de weg naar het water en spoor
Lucht Actieplan Luchtkwaliteit Amsterdam Lucht -
Actienummer centrale stad indien van toepassing
Actie 34
Water Lucht
Actie 40
Water
Water
Actie 40
Lucht, Mobiliteit
Lucht Actieplan Actieplan Lucht Actieplan Actieplan Lucht Actieplan Actieplan
Ontwikkelen binnenvaart naar Flevoland en NoordHolland
Lucht, Mobiliteit
Verbeteren spooraansluitingen Westpoort
Lucht, Mobiliteit
Stroomlijnen risico’s gevaarlijke stoffen Harmoniseren havenverordeningen in het gebied van het Centraal Nautisch Beheer Onderzoek alternatieve routing van gevaarlijke stoffen Opstellen gebiedsgerichte visie externe veiligheid voor Westpoort Opstellen zoneringsbeleid voor ligplaatsen schepen met gevaarlijke stoffen Risicoanalyse voor goederenstromen
Relatie thema Milieubeleidsplan Amsterdam en eventueel ander actie- of beleidsplan
Niet specifiek te benoemen Externe veiligheid Externe veiligheid
-
Externe veiligheid
-
Externe veiligheid
-
56
-
Luchtkwaliteit Amsterdam goederenverkeer
Actie 22
Luchtkwaliteit Amsterdam goederenverkeer
Actie 22
Luchtkwaliteit Amsterdam goederenverkeer
Actie 22
Nr
Speerpunt Haven Amsterdam Titel actie
30
De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam Beperken energiegebruik in eigen wagenpark/verduurzaming eigen wagenpark Schoner maken eigen vloot
31
Stimuleren fietsgebruik in Westpoort
29
32
35 36
Verbeteren aanbod collectief vervoer voor werknemers in Westpoort Verduurzaming inkoopbeleid Onderzoek naar de mogelijkheden voor toepassing van Warmte Koude Opslag Bedrijfsafvalstoffenplan Opleiden medewerkers Haven Amsterdam
37
Fonds voor duurzaamheid en innovaties
33 34
38 39 40
Milieucomponent
Lucht, Klimaat Lucht, Klimaat Lucht, Klimaat, Mobiliteit
Lucht, Klimaat, Mobiliteit
Relatie thema Milieubeleidsplan Amsterdam en eventueel ander actie- of beleidsplan Lucht, Klimaat Actieplan Luchtkwaliteit Amsterdam Lucht Actieplan Luchtkwaliteit Amsterdam Lucht Actieplan Luchtkwaliteit Amsterdam Meerjarenplan “Kiezen voor de fietser” Lucht Duurzaam consumeren en produceren Klimaatprogramma
Klimaat Afval Niet specifiek te benoemen Niet specifiek te benoemen
Programmabeheer en communicatie Plan van aanpak uitvoering Evaluatie en advies vervolg milieubeleidsplan 2008 – 1012 Communicatieplan Milieubeleidsplan Haven Amsterdam
Duurzaam consumeren en produceren Duurzaam consumeren en produceren
Niet van toepassing
57
Actienummer centrale stad indien van toepassing
Actie 16 Actie 17 Actie 29
Actie 23
Bijlage 2 Nr
Planning acties
speerpunt
actieomschrijving
reeds gestart
19 Schone scheepvaart
Realiseren dampverwerkingsinstallaties bij olieterminals
25 Stroomlijnen risico's gevaarlijke stoffen
Onderzoek alternatieve routing van gevaarlijke stoffen
28 Stroomlijnen risico's gevaarlijke stoffen
Risicoanalyse voor goederenstromen
13 Schone scheepvaart
Onderzoek walstroom zeevaart
23 Stimuleren goederenvervoer over water en spoor
Verbeteren spooraansluitingen Westpoort
24 Stroomlijnen risico's gevaarlijke stoffen
Harmoniseren havenverordeningen in het gebied van het CNB
27 Stroomlijnen risico's gevaarlijke stoffen
Opstellen zoneringsbeleid voor ligplaatsen schepen met gevaarlijke stoffen
32 De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam
Verbeteren aanbod collectief vervoer in Westpoort
33 De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam
Verduurzaming inkoopbeleid
17 Schone scheepvaart
Onderzoek toezicht afval zeeschepen
12 Schone scheepvaart
Uitbreiden walstroom binnenvaart
22 Stimuleren goederenvervoer over water en spoor
Ontwikkelen binnenvaart naar Flevoland en Noord Nederland
31 De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam
Stimuleren fietsgebruik in Westpoort
6 Optimalisatie ruimte- en milieugebruik
Definiëren geluidsreductieprojecten
7 Optimalisatie ruimte- en milieugebruik
Onderzoek naar geluidsreducerende maatregelen IJ-palen
21 Stimuleren goederenvervoer over water en spoor
Onderzoek modal shift van de weg naar het water en spoor
26 Stroomlijnen risico's gevaarlijke stoffen
Opstellen gebiedsgerichte visie externe veiligheid voor Westpoort
38 Programmamanagement
Opstellen plan van aanpak uitvoering
40 Programmamanagement
Opstellen communicatieplan
3 Optimalisatie ruimte- en milieugebruik
Verkennen van mogelijkheden voor uitwisselen reststoffen tussen bedrijven
4 Optimalisatie ruimte- en milieugebruik
Ontwikkelen duurzaamheidsindicatoren
5 Optimalisatie ruimte- en milieugebruik
Uitbreiding luchtmeetnet Provincie Noord-Holland
8 Optimalisatie ruimte- en milieugebruik
Carbon Footprint Westpoort
10 Optimalisatie ruimte- en milieugebruik
Studie CO2 afvang, opslag en hergebruik
11 Optimalisatie ruimte- en milieugebruik
Aanhaken bij certificering van duurzame biomassa
30 De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam
Schoner maken eigen vloot
1 Optimalisatie ruimte- en milieugebruik
Onderzoek terreinen ten behoeve van realisering intensivering
2 Optimalisatie ruimte- en milieugebruik
Gesprekken met klanten en hun (milieu)gebruiksruimte
15 Schone scheepvaart
Stimuleren schone binnenvaart
16 Schone scheepvaart
Stimuleren schone zeevaart
18 Schone scheepvaart
Uitvoeren scheepsmilieucontroles binnenvaart
29 De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam
Beperken energiegebruik in eigen wagenpark / verduurzamen wagenpark
36 De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam
Bewustzijnscursus voor medewerkers Haven Amsterdam
37 De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam
Duurzaamheids- en innovatiefonds
14 Schone scheepvaart
Schoner varen nautische dienstverleners
20 Schone scheepvaart
Bestrijden olieverontreinigingen
35 De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam
Opstellen bedrijfsafvalstoffenplan
9 Optimalisatie ruimte- en milieugebruik
Haalbaarheidsstudie uitbreiden Warmtenet Westpoort
34 De voorbeeldfunctie van Haven Amsterdam
Onderzoek naar toepassingsmogelijkheden voor Warmte Koude Opslag
39 Programmamanagement
Evaluatie en advies vervolg milieubeleidsplan 2008-20112
58
2008
2009
2010
2011
2012
Bijlage 3
Aangenomen moties
59
60